CODE: Tussenbeoordeling ONDERZOEKSVERSLAG BEELDVORMING IN DE MEDIA Kwesties Verbreding
Naam student
Stan Steenhoven
Beoordelaar
Harmen Groenhart
TO DIV P2 2012-2013
Beoordelingseisen:
Het verslag bevat een inhoudsopgave en een bronnenlijst Het verslag beslaat minimaal 4 A4 en maximaal 6 A4. Bedoeld wordt de inhoudelijke tekst: inhoudsopgave, bronnenlijst en bijlage(n) vallen hierbuiten. Het verslag is gebaseerd op theorie uit de reader ‘Vakreflectie in de Kwesties’ Het verslag bevat alleen authentieke tekst van de auteur en herkenbare citaten De student heeft een correcte presentatie gehouden en discussie voorbereid in de tutorgroep De student toont een leergierige en actieve grondhouding tijdens de feedbackbijeenkomsten.
Als aan de beoordelingseisen niet is voldaan, komt het product niet in aanmerking voor beoordeling. BEOORDEELBAAR Algemene indruk van het product: Stuk heeft meer dan voldoende potentie(maakt echt een betere indruk dan je vorige onderzoek), maar je moet nog een paar dingen aanpassen. Grootste punt van aandacht is de ordening in de tekst. Een lezer loopt meerdere malen tegen onduidelijkheden aan, die pas verderop in de tekst worden uitgelegd. Maak er een gewoonte van om zelf na te gaan of je tekst duidelijk zijn, aan de hand van de vraag ‘snapt een lezer dit?’ (En daarbij moet je de lezer zeker niet overschatten). Daarnaast mag je de waarden (het zijn er veel!) wel iets meer uitdiepen in de resultatenparagraaf. Bovendien is me niet helemaal duidelijk waarom morele juistheid een aparte waarde is. Volgens mij is dat eerder de centrale kwestie (rookverbod goed of slecht), waarbij alle waarden worden afgewogen. Verwerk verder alle opmerkingen in de kantlijn. Maak volledige, juiste zinnen. De volgende zin is bijvoorbeeld niet in orde: “ In dit hoofdstuk mijn
antwoord op de onderzoeksvraag:” COMPETENTIE 8 REFLECTEREN OP HET VAK
Toont inzicht in de maatschappelijke verantwoordelijkheid, de betekenis en de context van de journalistiek en kan crossmediaal denken. Toont inzicht in de beginselen van beroepsethiek, mediarecht, en in het mediabeleid van de overheid. Verwerkt zijn kennis over het vak in inhoudelijk samenhangende producten.
ONVOLDOENDE
De summatieve feedback is gebaseerd op de onderstaande criteria. Bij ‘niet voldaan’ of ‘goed’ zijn de criteria aangestreept / toegelicht die voor de kwalificatie doorslaggevend zijn.
De student: 1.
laat zien hoe theorie van toepassing is op een onderwerp uit de praktijk en beschrijft genoemde theorie en praktijk in een logische samenhang.
2.
geeft blijk van kennis van de journalistieke actualiteit en kiest op beargumenteerde wijze een onderwerp.
3.
formuleert een haalbare doelstelling en een concrete onderzoeksvraag.
4.
geeft blijk van correcte vakspecifieke kennis.
5.
beschrijft en beargumenteert de onderzoeksmethode en verwijst daarbij naar methodische literatuur.
6.
gaat in op de kwaliteit (relevantie, betrouwbaarheid en validiteit) van de onderzoeksresultaten.
7.
levert een compleet verslag met een inhoudelijk samenhangend betoog. Hoofdstukken, paragrafen en alinea’s sluiten op elkaar aan. Voorkomt inhoudelijke tegenstrijdigheden en onnodige vragen bij de lezer.
8. levert een verslag dat voldoet aan de eisen van Standaardnederlands, spelling, stijl, en interpunctie. Bronvermeldingen voldoen aan APA-normen.
2
ROKEN Heeft het verhogen van de leeftijdsgrens zin?
EenVandaag-presentatoren Bas van Werven (l) en Pieter Jan Hagens bron: www.nederland1.nl
Onderzoeksverslag (TO) II: Culturele werking media bij audiovisueel fragment Kwesties: Diversiteit Stan van den Steenhoven Vrijdag 1 maart 2013 Fontys Hogeschool voor Journalistiek Docent: H.P. Groenhart
3
Inhoudsopgave 1: Inleiding 1.1: Leeswijzer 2: Theoretisch kader 3: Onderzoeksopzet 4: Resultaten 5: Conclusie 6: Kwaliteit van het onderzoek 7: Bronnenlijst Bijlage: transcriptie
3 3 4-5 5 5-7 7 7-8 8 9-14
4
1: Inleiding In november 2012 kwam het kabinet met de maatregel de minimumleeftijd om sigaretten te mogen kopen te verhogen van zestien naar achttien jaar. Voorheen mochten jongeren vanaf hun zestiende levensjaar tabak kopen. Met deze maatregel wordt getracht scholen en ouders te assisteren bij de taak kinderen van het roken te weren, in naam van de volksgezondheid. Opmerking [H.P.1]: Je maakt geen koppeling met de rol van de media. Waarom zou je een fragment gaan behandelen?
In dit onderzoeksverslag behandel ik een fragment van EenVandaag van 29 november 2012. Daarin gaat de verslaggever langs twee scholen en maakt hij een reportage. Op de ene school (Het Aloysius College in Den Haag) geldt een algeheel rookverbod op school en het schoolplein. Op het Emmauscollege in Rotterdam geldt een rookverbod voor leerlingen behorend tot de onderbouw. In de reportage komen rectors en leerlingen aan het woord. Voor- en tegenstanders. Is de maatregel die het kabinet trof effectief? En helpt het kinderen daadwerkelijk van het roken af? Ik ga op zoek naar de culturele waarden die in het beeldfragment zijn verwerkt. Ik tracht inzicht te krijgen in de manier waarop media culturele waarden in hun boodschappen verwerken en die op de ontvanger proberen over te brengen. Dit doe ik aan de hand van enkele begrippen, die worden uitgelegd en toegelicht in het theoretisch kader.
Opmerking [H.P.2]: Dat had je dus eerder moeten zeggen. Dan zou de opbouw van de logica beter zijn geweest.
In de reportage van EenVandaag verwacht ik in ieder geval de waarde vrijheid tegen de komen. Jongeren van onder de achttien jaar mogen geen sigaretten meer kopen en zullen zich daar ongetwijfeld niet blij bij voelen. Ook ga ik ervan uit dat de we de waarde gelijkheid in het fragment terug gaan zien. Iemand van achttien mag wel tabak kopen, maar iemand van zeventien niet: ongelijke behandeling. Tevens verwacht ik dat morele juistheid (wat is goed en wat is kwaad?) in de reportage. Onderzoeksvraag: Welke culturele waarden kan ik toeschrijven aan de uitspraken en beelden van de reportage over het rookverbod van EenVandaag?
1.1: Leeswijzer In hoofdstuk twee presenteer ik het theoretisch kader. Daarin leg ik de begrijpen uit die ik zal hanteren tijdens mijn analyse. In hoofdstuk drie licht ik mijn werkwijze toe in de onderzoeksopzet. In hoofdstuk vier presenteer ik mijn analyse op het fragment. Daar vloeit de conclusie, die ik in hoofdstuk vijf behandel, uit voort. In hoofdstuk zes beoordeel ik de kwaliteit van mijn onderzoek. In de bijlage zit de transcriptie van het beeldfragment.
5
2: Theoretisch kader Mediaboodschappen zitten vaak bomvol culturele waarden. “Onder culturele waarden verstaan we de met anderen gedeelde voorstellingen over wat juist en goed is en daardoor nastrevenswaardig. Waarden zijn vaag of abstract, zoals vredelievendheid, gerechtigheid, veiligheid, rechtvaardigheid of eerlijkheid. Waarden worden voor dagelijks gebruik omgezet in normen. Normen zijn concretere gedragsregels, die aangeven wat je wel of niet moet doen.” (Hoeksema & Van der Werf, 2010, p.24 e.v.) Een boodschap kan door de maker zijn opgebouwd uit vele lagen. De journalist beslist bij het maken van de boodschap hoe hij een onderwerp naar voren brengt; heeft geeft betekenis aan bepaalde signalen. Dat betekenisgeven wordt encoderen genoemd (De Boer & Brennecke, 2009) Een ander woord voor de signalen waaraan de maker betekenis geeft is codes. De maker encodeert de boodschap en probeert met behulp van codes een betekenis in de boodschap te verwerken, waarvan hij wil dat die op de ontvanger overkomt. Dat laatste heet ook wel het activeren van maps of social reality.
Opmerking [H.P.3]: Mooi, maar wat moeten we ermee? Gebruik zo’n definitie ook. Welke onderdelen in deze definitie zijn bruikbaar om de rol van de media uit te leggen?
Opmerking [H.P.4]: Hier ga je te snel aan voorbij. Wat zijn ‘maps of social reality’?
Zodra de boodschap bij de ontvanger binnenkomt, produceert die zelf een betekenis voor die codes. De betekenisproductie door de ontvanger wordt decoderen genoemd. Er is dus onderscheid tussen betekenisgeving (encodering) en betekenisproductie (decodering). Het eerste doet de zender, het tweede de ontvanger. Het onderscheid tussen encodering en decodering is onderdeel van de theorie van wetenschapper Stuart Hall, die Cultural Studies (De Boer & Brennecke, 2009) wordt genoemd. Wanneer iemand een mediaboodschap tot zich neemt, is er sprake van communicatie. Door communicatie kunnen mensen betekenis geven aan begrippen. Zo ontstaat overeenstemming over concepten. Dit is ook mogelijk bij begrippen van dingen die men nooit heeft waargenomen. Dit proces heet sociale constructie van de werkelijkheid. Een voorbeeld daarvan (De Boer & Brennecke, 2009) is een aantal gevangen in een grot dat alleen schaduwen op de muur tegenover kan zien. Hoe die schaduwen worden veroorzaakt, kunnen ze niet waarnemen want dat gebeurt achter de rug van de gevangenen. Na verloop van tijd wordt wat zij waarnemen hun werkelijkheid en komen ze tot een collectieve interpretatie. Als je een van de gevangenen zou laten zien wat er achter zijn rug gebeurde, zal hij er niet in slagen zijn medegevangenen ervan te overtuigen dat wat zij zien schaduwen van de echte werkelijkheid zijn. Terug naar wat vooral van belang is voor mijn onderzoek naar culturele waarden: encoderings- en decoderingsprocessen. Tijdens die processen vinden betekenisgeving, betekenisproductie en de sociale constructie van de werkelijkheid plaats. De werkelijkheid die in de media wordt gepresenteerd is niet altijd de realiteit: het gaat vaak om een geproduceerde werkelijkheid.
Opmerking [H.P.5]: Ook weer een opbouw kwestie. Dit had je dus eerder moeten zeggen, zodat een lezer niet in het ongewisse blijft over zulke begrippen.
Opmerking [H.P.6]: Uitstekend, maar ik moet er te lang op wachten.
De Britse onderzoeker Michelson Morley (1980) onderscheidt drie ‘ideologische posities’. Dit zijn manieren waarop een mediagebruiker een boodschap kan interpreteren. Ten eerste is er de dominante positie. Daarin interpreteren mensen het bericht zoals het geëncodeerd is, dus zoals de 6
zender het voor ogen had. In de onderhandelende positie gebeurt dit slechts gedeeltelijk. De betekenis wordt door de ontvanger deels anders geïnterpreteerd. Een extreem geval van een boodschap volledig anders interpreteren dan door de zender bedoeld is de oppositionele positie. Een buitegewoon geval van de boodschap niet interpreteren zoals bedoel, is de critique of silence. In deze positie weigert de ontvanger elke interpretatie. Bij mijn analyse van de reportage van EenVandaag ga ik uit van de dominante positie (of dominante lezing) en oppositionele positie (tegendraadse lezing).
3: Onderzoeksopzet Nu licht ik toe hoe ik tijdens mijn onderzoek te werk ga. Allereerst transcribeer ik het beeldfragment van EenVandaag. Dat doe ik in een transcriptiematrix, dat je kunt vinden in de bijlage. Daarin zet ik letterlijk wat er gezegd is in de vijf minuten durende reportage. Dit draagt bij aan de betrouwbaarheid van mijn onderzoek. Het item is opgedeeld in analyse-eenheden. Met een analyse-eenheid bedoel ik een stukje waarin iemand aan het woord is of er een beeld is te zien met tekst van de voice-over. Een enkele keer gaat het om beelden alleen, waarmee de maker iets heeft proberen aan te tonen. Een analyse-eenheid kan variëren van tien tot twintig seconden. Ik vat kort samen wat er wordt gezegd, waar het over gaat en wat we in beeld zien. In de laatste twee kolommen geef ik aan van welke decodering mogelijk sprake is. Daarin maak ik onderscheid tussen de dominante lezing en tegendraadse lezing (zie theoretisch kader). De invulling die ik aan de dominante lezing geef is: ‘het rookverbod voor mensen tot 18 achttien jaar is terecht.’ De tegendraadse lezing is mijns inziens te omvatten in: ‘iedereen heeft het recht om te roken’. Ten slotte zal ik de culturele waarden benoemen die door de maker zijn opgenomen in de mediaboodschap. Daarmee geef ik antwoord op mijn onderzoeksvraag (zie inleiding). Het eigenlijke item duurt 6:42 minuten. Ik heb het ingekort tot 5:11 minuten omdat dat de reportage betreft die voor mijn onderzoek interessant is. Het stuk dat daarop volgt is analyse in de studio.
4: Resultaten In dit hoofdstuk presenteer mijn bevindingen tijdens het onderzoek. Welke culturele waarden zaten er verborgen in de reportage van EenVandaag? In de reportage is de centrale vraag of verhoging van de minimumleeftijd om sigaretten te kopen het rookprobleem bij jongeren oplost. De verslaggever neemt een kijkje op twee scholen, het Rotterdamse Emmauscollege en het Aloysius College in den Haag. Daar wordt gefilmd op het schoolplein en gesproken met de (con-)rectoren. Ik ontdekte de volgende culturele waarden. Vrijheid en recht op zelfbeschikking 7
Opmerking [H.P.7]: Dit is nummer vier, net zei je dat er drie waren. Wat is van Morley? Wat van anderen?
In het fragment, dat begint met een serie losse quotes, komt al snel de waarde vrijheid naar voren. “Ik voel me echt opgesloten”, reageert een leerlinge op het rookverbod dat geldt op haar school. De scholiere wil vrij zijn in haar keuze sigaretten te kopen en die op het school plein te roken. Ook de uitspraak “maar ik kies er zelf voor” van een andere leerlinge duidt hierop. Deze opmerking kun je ook de waarde recht op zelfbeschikking toekennen. Rechtvaardigheid “Het is heel simpel”, zegt rector Jos Arends van het Emmauscollege. “Roken is verboden”. Hier komt rechtvaardigheid naar voren. Jongeren onder de achttien jaar zijn niet gerechtvaardigd om sigaretten te kopen. Doen ze dit wel, dan zijn ze in overtreding. Morele juistheid Het is vooral een reportage van goed aan kwaad. Als je rookt ben je slecht bezig, zo lijkt in dit fragment enkele keren naar voren te komen. Het beeldfragment waarin ‘held’ Superman de ‘slechterik’ Nick O’Teen aanpakt als die een stel kinderen aan sigaretten probeert te helpen, wordt gebruikt als voorbeeld van mediaboodschappen van de overheid. Het draagt bij aan de morele juistheid die in het filmpje naar voren komt: roken is het kwaad, niet in ’t minst omdat het ongezond is. Kwetsbaarheid De autoriteiten (rector, conrector, longarts) die in het beeldfragment aan het woord komen zijn, mede door die morele juistheid, duidelijk een voorstander van het rookverbod voor minderjarigen. Dat wil echter niet zeggen dat zij roken een doodzonde vinden. Ze tonen hun kwetsbaarheid door zelfs toe te geven dat ze ook weleens hebben gerookt en conrector Arends voegt daar zelfs “om ergens bij te horen” aan toe. (On)gelijkheid “Ik heb gerookt tot de zomervakantie, want na de zomervakantie begon ik hier. Ik heb een voorbeeldfunctie. Als je dan naar een rookvrije school gaat, kun je je het niet veroorloven om daar als rector te gaan roken”, zegt Henk Kempink van het Aloysius College. De waarde gelijkheid komt hier naar voren: wat de een niet mag, mag de ander ook niet. In dat kader is het beleid op het Emmauscollege opmerkelijk: daar is eerder sprake van ongelijkheid. De bovenbouwleerlingen mogen roken, die van de onderbouw niet. Gezondheid De longarts is natuurlijk in de reportage betrokken vanwege het gezondheidselement (“Als longarts juich ik het toe”). Zij kan niet anders dan voorstander van het rookverbod zijn, maar weet ook dat je er niet alles mee oplost. Ze denkt dat het verhogen van de sigarettenprijzen meer zal bijdragen.
8
Eerlijkheid Rector Kempink is er heilig van overtuigd dat zijn leerlingen het verbod naleven. Hij kijkt naar het schoolplein, ziet geen leerlingen roken of peukjes op de tegels liggen. Dat zit wel snor, denkt hij. De werkelijkheid is dat leerlingen het rookverbod helemaal niet naleven en het stiekem op geheime plekken doen (“Ik kom uit de bosjes, maar dat moet je niet doorvertellen.”) Bovendien zeggen leerlingen dat je ook heel makkelijk sigaretten door een ouder iemand kan laten kopen, om het verbod voor onder achttien te omzeilen. 5: Conclusie Het doel van mijn onderzoek was inzicht te krijgen in de culturele werking van media. Ik ben in de reportage van EenVandaag over het rookverbod voor jongneren tot achttien jaar, op zoek gegaan naar culturele waarden. Interpretatie van betekenissen verschilt per individu, leert de theorie ons. | In dit hoofdstuk mijn antwoord op de onderzoeksvraag: Welke culturele waarden kan ik toeschrijven aan de uitspraken en beelden van de reportage over het rookverbod van EenVandaag? Er blijken zich veel culturele waarden in het beeldfragment te verschuilen. Die waarden lopen behoorlijk uiteen. De waarden die ik eruit heb gehaald zijn vrijheid, recht op zelfbeschikking, rechtvaardigheid, kwetsbaarheid, morele juistheid, (on)gelijkheid, gezondheid en eerlijkheid. De waarde die als een rode lijn door het beeldfragment loopt is morele juistheid: roken is slecht voor je, maar is het daardoor ook fout? De rectoren lijken te vinden van wel en proberen het daardoor op hun school (gedeeltelijk) uit te bannen. Anderzijds geven ze toe ook wel eens te hebben gerookt. Wat lijkt te overheersen is de gedachte dat er alles aan moet worden gedaan dat jongeren roken. Het rookverbod voor jongeren tot achttien jaar is daar onderdeel van, net als het rookverbod op het schoolplein. Een rol van de media is om in boodschappen culturele waarden naar voren te laten komen en onderscheid te maken in goed en kwaad. Bij de door mij gevonden waarden, vooral in het geval van morele juistheid, vrijheid en rechtvaardigheid, is daar sprake van. Wel kan de ontvanger van de mediaboodschap de door de zender verpakte codes op zijn eigen manier interpreteren, dus de zender is er nooit zeker van dat een boodschap overkomt zoals hij het heeft bedoeld.
6: Kwaliteit van het onderzoek Mijn onderzoek is betrouwbaar. Ik heb namelijk een transcriptie bijgevoegd van het fragment. Ook heb ik in de onderzoeksopzet uitvoerig beschreven hoe en met welke reden ik stap voor stap te werk ben gegaan. Wat de onderzoeksresultaten mogelijk wél in betrouwbaarheid doen afnemen is wellicht het feit dat het toekennen van waarden op eigen interpretatie berust. Ieder individu kan andere waarden uit een beeldfragment destilleren. Mijn resultaten zijn dan ook niet 9
Opmerking [H.P.8]: Niet zo stellig! Zeg liever: ten behoeve van de betrouwbaarheid van onderzoek heb ik gewerkt met een transpcriptie. Daarin maak ik inzichtelijk hoe ik waarden toeken aan verschillende passages in het materiaal.
generealiseerbaar.
Opmerking [H.P.9]: Dat heeft met validiteit te maken en het gegeven dat je maar eén fragment hebt geanalyseerd.
Bij validiteit kijk ik naar de echtheid, de waarheidswaarde van het onderzoek (Verhoeven, 2010). Het onderzoek is valide, wanneer er geen systematische fouten in voorkomen. Een leugen van een respondent, in het geval van mijn onderzoek iemand die in het beeldfragment aan het woord kwam, kan je onderzoek met een systematisch vertekend beeld opzadelen. Dat personen in mijn beeldfragment naar waarheid hebben gesproken is niet met honderd procent zekerheid te zeggen. Wanneer rector Henk Kempink zegt: “Ik ben voor de zomervakantie gestopt met roken”, weten we niet zeker of hij de waarheid spreekt. Dat doet echter weinig af aan de validiteit van mijn onderzoek, want of Kempink de waarheid spreekt is niet van belang. Het gaat er hier om dat EenVandaag de waarde gelijkheid naar voren laat komen door die uitspraak uit te zenden.
Opmerking [H.P.10]: prima
Mijn onderzoek is wel valide in die zin dat ik in de onderzoeksvraag naar niet meer op zoek ga dan culturele waarden in dit specifieke beeldfragment van EenVandaag. Ik stel dus geen vraag over een breed scala aan mediaboodschappen, maar houd me zeer beperkt. De aanpak van mijn onderzoek – waarden filteren uit de reportage – sluit dus goed aan op mijn onderzoeksvraag. De relevantie van mijn onderzoek is verwaarloosbaar. Het geeft inzicht in hoe EenVandaag culturele waarden toekent aan de reportage over het rookverbod. Doordat ik me beperk tot alleen dit filmpje, is mijn onderzoek niet zeer betekenisvol. Wel laat ik zien hoe je op zoek kunt naar culturele werking van media. 7: Bronnenlijst Boeken Boer, C. & Brennecke, S.I. (2009). Media en publiek. Theorieën over media-impact. Amsterdam: Boom. Hoofdstuk 12 Verhoeven, N. (2010). Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs. Den Haag: Boom. Hieruit: Hoofdstuk 1, hoofdstuk 2, hoofdstuk 3, hoofdstuk 4, hoofdstuk 5, hoofdstuk 9, hoofdstuk 10 en hoofdstuk 11. Internet http://www.eenvandaag.nl/gezondheid/42017/roken_en_jongeren_hoe_haalbaar_is_18_jaar_ Link naar het fragment
10
Opmerking [H.P.11]: is dat verwaarlososbaar?
Bijlage: transcriptieschema Tijd
Analyse-eenheid
Tekst
Beeld
Decodering: dominante lezing ‘het rookverbod voor mensen tot 18 achttien jaar is terecht.’
Decodering: tegendraadse lezing ‘iedereen heeft het recht om te roken’.
00:00
Presentator Pieter Jan Hagens leidt het onderwerp in.
Hagens staat in studio van EenVandaag. Op het scherm achter hem is een sigaret afgebeeld, waarvan het as smeult.
-
Uit de toon waarop Hagens zijn zin over de jongeren uitspreekt is de negatieve houding die jongeren hebben ten opzichte van het kabinet.
0:14-0:37
Kort fragment met heel korte quotes
“Het doel is duidelijk: voorkomen dat jongeren met roken beginnen. Maar het middel leidt tot discussie. Het kabinet verhoogt de leeftijd waarop je sigaretten mag kopen naar achttien jaar. Jongeren denken niet dat dit dé manier is om ze van het roken af te houden.” Rector Jos Arends: “Het is eigenlijk heel simpel: roken is verboden” hh: “Roken is verboden”
-
Rectors uiten beide het duidelijke statement: wij steunen het rookverbod voor onder-18.
Daar staan heel duidelijk de scholieren tegenover, van hen die in beeld komen zijn de meeste tegen het verbod.
Scholier: “Maar ik kies er zelf voor” Rector Henk Kempink: “Ik rookte een sigaartje..” Longarts Chantal Kroese: “..in mijn studententijd.” Rector Arends: “Natuurlijk experimenteergedrag” “Om ergens bij te horen. Hh: bij te horen, bij te horen.” Scholier: “Voel me echt opgesloten” Arends: “Dat hebben we met opzet gedaan” Longarts: “Als longarts juich ik het toe”
Ook de longarts Chantal Kroese zit het nu van het verbod in.
Het stellige “Roken is VERBODEN” van Arends impliceert dat hij het op geen enkele manier accepteert, echter later in de reportage blijkt dat zijn school alleen leerlingen uit de onderbouw verbiedt op het schoolplein te roken. Zelf heeft hij ook weleens gerookt. Misschien is het dus niet zo erg als hier wordt gepresenteerd? De ‘autoriteiten’ geven toe dat ze zelf ook weleens hebben gerookt. Beeld: Roken is geen zonde. Bijna iedereen heeft het wel eens gedaan.
11
Scholier: “Ik denk niet dat het echt werkt”
0:45
Tekenfilmfragment
Nick O’Teen: “Come on, kids. If you want to grow up fast, take one of these.”
‘Slechterik Nick O’Teen’ probeert kinderen sigaretten aan te bieden. Superman grijpt in en haalt Nick O’Teen weg.
Superman is de held, Nick O’Teen het kwaad: roken is slecht en moet de grond in worden gedrukt.
Voice-over: “In een poging om het roken onder jongeren te ontmoedigen, wil het kabinet de minimale leeftijd voor de aanschaf van sigaretten verhogen van zestien naar achttien jaar, maar, gaat deze maatregel werken?” Kempink: “Op papier klopt zo’n beleid. Maar het is natuurlijk niet zo moeilijk als een 18-jarige een pakje sigaretten koopt voor een 16-jarige. Dat kun je weer gaan uitdelen dus dat, ik denk dat het moeilijk te handhaven is.”
Rokende scholieren close-up in beeld genomen
-
Veel jongeren roken in de pauze een sigaret. De kans is aannemelijk dat dat zo blijft nu het verbod er is.
-
Kempink is voor een rookverbod maar vreest voor het onvermogen het te handhaven.
-
Superman: “Not sof ast Nick O’Teen. If you want to GROW up fast take one of THESE. That’s Why I never say ‘yes’ to a cigarette!’ 1:00
-
Overheid probeert roken te gaan met (weinig verheffende) mediaboodschapjes.
1:11
Rector Henk Kempink van het Aloysius College geeft commentaar op het beleid.
1:23
Toelichting rookbeleid op Aloysius College, met Henk Kempink als rector.
Voice-over: “Sinds een half jaar is hij rector van het Haagse Aloysius College: Henk Kempink. Op zijn school geldt een Zero tolerance-beleid: in de school en op het schoolplein wordt niet gerookt. Door leerlingen niet en door docenten niet.”
Shot van Kempink die in zijn werkkamer voor het raam staat en een blik op het, volgens hem rookvrije, schoolplein werpt.
De rector heeft een goed zicht op het schoolplein zodat hij kan controleren op naleving door zijn leerlingen van het rookbeleid.
Kijker ziet dat Kempink een blik kan werpen op het schoolplein, maar weet dat er genoeg manieren zijn voor leerlingen om dit ‘toezicht’ te omzeilen.
1:36
Gesprekje interviewer & Kempink over eigen rookervaringen
Interviewer: “Heeft u zelf gerookt?” K: “Ja ik heb gerookt tot eh, tot de zomervakantie want na de zomervakantie begon ik hier. En ik
-
Rector heeft zelf ook gerookt, maar stopt in naam van de schoolregels en zijn voorbeeldfunctie.
-
12
denk eh, mijn vrouw had het met regelmaat gezegd: Henk wanneer stop je, natuurlijk, maar ik denk: nou, ik heb een voorbeeldfunctie, als je dan naar een rookvrije school gaat wat echt rookvrij is dan kun je het niet veroorloven om daar als rector te gaan roken. 1:59
Conrector Jos Arends van het Emmauscollege vertelt over zijn rookervaringen.
“Eh, ik was toen eh, rond 18, 18-20 jaar, rond die tijd. Ik heb weleens een sigaretje geprobeerd, zelfs wel eens een sigaar in m’n mond gehad, een pijp heb ik geprobeerd maar op een gegeven ogenblik na een paar jaar dan ben je gekapt ik vond het smerig.”
-
-
2:14
Beeld van schoolplein Emmauscollege.
Voice-over: “Jos Arends is conrector op het Emmauscollege in Rotterdam. Op zijn school geldt een liberaler beleid wat roken betreft: de bovenbouw mag het, de onderbouw niet. Hij betwijfelt of de nieuwe maatregel gaat werken.”
Beeld van schoolplein met horde leerlingen. Ook rokende leerlingen.
Op schoolpleinen wordt volop gerookt door de jeugd.
Arends: “Ik kan nog niet helemaal inschatten wat de consequenties, de gevolgen zijn als we verplicht worden om een algeheel verbod in te stellen. Dan verplaatsen we het probleem gewoon naar andere plekken waar we geen zicht op hebben. En, ja, het is ook een feit dat zeker bij hele jonge kinderen op een gegeven ogenblik het roken ook wat sneller veroorzaakt dat men andere zaken gaat proberen zoals blowen en als je daar zicht op hebt, kun je tijdig ingrijpen.”
Zelfs de rector zelf heeft weleens gerookt, maar vond het uiteindelijk vies.
-
Algeheel rookverbod op school kan ook onwenselijke consequenties hebben: mogelijk werkt het ernstiger gedrag dan roken in de hand. Arends vindt: laat de bovenbouw nou maar op schoolplein roken, dan kunnen we in ieder geval nog zien of het bij roken blijft.
13
2:55
Reacties leerlingen op schoolplein
Jongen: “Ik denk dat je juist alleen maar de illegaliteit indrukt.” Interviewer: “Ja?” Jongen: “Ja. Want eh net als eh met drank of zo dat mensen voor de supermarkt gaan staan van kan je effe een pakje sigaretten voor me halen of zo. Dat dat meer gebeurt.”
-
-
Meisje: “Gewoon naar een winkel gaan. Gewoon zeggen: ik wil een pakje dit en dit. Als je gewoon zegt wat je wilt en van tevoren weet wat je wilt, dan krijg je het gewoon. Ja, als je maar zelfverzekerd overkomt. Bij Texaco of bij de Bruna of zo, nou ik kreeg het altijd mee, er werd nooit echt een ID gevraagd ofzo.”
3:21
Voice-over: “Maar, rector Kempink zweert bij de voordelen van een volledig rookverbod voor scholen. Roken is daarmee volgens hem op zíjn school geen issue meer.
Leerlingen zijn tegen het rookverbod en zien er het nut niet van in of denken zelfs dat het averechts werkt.
Minimumleeftijd verhogen naar 18 heeft geen zin, denken de scholieren. Je kunt de sigaretten gewoon kopen.
Beeld van niet-rokende scholieren in de pauze.
Kempink houdt met zijn algehele rookverbod op zijn school de boel goed onder de duim.
-
Donker beeld met spannende zin ‘Even later op het schoolplein…’ Spannend muziekje eronder.
-
De werkelijkheid is anders. Er wordt op de school van Kempink stiekem gerookt. De rector heeft geen idee van wat er op zijn schoolplein gebeurt. Hij is een naïeve rector.
Kempink: “Geen énkele leerling rookt. Dat viel me direct op, ik denk: ik zie hier nergens peukjes liggen. Je ziet ik heb een mooi uitzicht over het plein dus ik heb een beeld. Ik zag geen leerlingen roken.” 3:42
Fragment van rondje over het schoolplein: hoe zit de vork daadwerkelijk in de steel?
14
3:48
Interviewer laat zich op schoolplein informeren door leerling.
Leerling: “Daar dat hek wat daar een beetje scheef staat, dan moet u daar effe filmen, dan moet u zien hoe goed dat rookbeleid is. Hahaha.”
3:56
Interviewer gaat bij het hek kijken
4:23
-
Rookverbod op schoolplein is makkelijk te omzeilen, dus is het zaak dat de leerlingen van onder de achttien er niet aan kunnen komen.
Rookverbod is makkelijk te omzeilen.
Leerling: “Yo.” Interviewer: “Waar kom je vandaan?” L: “Ik kom uit de bosjes maar dat moet je niet zeggen.” I: “Ik ruik sigaretten” L: “Echt? haha” I: “Ja. kan dat kloppen?” L: “Dat kan kloppen ja” “hahaha” I: “Oké. Volgens mij hebben we iets ontdekt hier.” L: “Ja, oké maar dat moet je niet doorvertellen, dat is lullig anders moet ik naar een andere plek, weet je..” I: “Nee, ik vertel niks door.” L: “Nou mooi.” I: “We maken je gewoon onherkenbaar, goed, zullen we dat afspreken?” L: “Ja zeg maar zo van die folies zeg maar zo voor m’n hoofd.”
-
Leerlingen hebben lak aan het verbod en roken op plekken waar het niet gezien wordt door de rector. Ze vinden het rookverbod onterecht en doen het dus op een plek, waar ze er niet op worden aangesproken.
Longarts Chantal Kroese
Kroese: “We zien vele jongere patiënten met eh, echt ellendige longziektes, longkanker en COPD.”
Roken is slecht voor je en steeds meer jongere ondervinden daar de medische gevolgen van, kan deze longarts bevestigen.
-
4:28
Situatie bij longarts
Patiënt moet in- en uitademen.
-
-
4:31
Voice-over parafraseert statement van de longarts
Voice-over: “De minimumleeftijd verhogen is niet voldoende volgens longarts Chantal Kroese. De oplossing zit ‘m volgens haar in de prijs van sigaretten.”
Verboden zijn makkelijk te omzeilen. De prijs van sigaretten moet weer omhoog.
15
4:38
Longarts schetst de situatie waarin Nederland zich bevindt ten opzichte van de rest van de wereld
5:01
Losse citaten van leerlingen, rectors en deskundigen
“Nederland loopt echt achter eh, ten opzicht van de rest van de wereld. Nou, het buitenland doet in ieder geval een stuk meer in de prijzen, die zorgen in ieder geval meer dat de jongeren inderdaad niet gaan roken en die zorgen inderdaad dat met name in openbare gelegenheden dat daar dus niet gerookt mag worden, daar zul je veel strenger in moeten zijn. En hoe jonger je begint met roken hoe verslaafder je raakt hoe langer je vaak rookt dus hoe destreuzer de effecten ook zijn van het roken.” “Ik kies er zelf voor dus ja” “Ze doen het toch wel denk ik” “Ik vind dat stinken” “Ik ren altijd weg” “Geen.. enkele leerling rookt” “Nou en, ik doe het toch”
Op beelden is te zien hoe patiënt wordt getest
Op achtergrond een smeulende sigaret
Effecten en gevolgen van roken zijn desastreus.
-
Jongeren gaan, rebels als ze zijn, toch wel door met roken. Niet alle jongeren roken, er zijn ook tegenstanders, maar zij die het doen laten zich niet in de weg zitten door verhoging van de minimumleeftijd. De jongeren die niet roken denken dat het rookverbod niet genoeg is om de jongeren van het roken af te houden.
16