Anders voeren
lesbrief
© Uitgave: ANMEC
Anders voeren Lesbrief Een samenwerkingsproject van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst Amsterdam en ANMEC. Redactie/layout: Mirella Vierveijzer, Jolanda van der Heijden Het lesmateriaal mag vrij gekopieerd worden voor gebruik op school en is gratis te downloaden van onze website www.anmec.nl. Vermenigvuldiging voor overige doeleinden is uitsluitend toegestaan na toestemming van ANMEC. Telefoon E-mail Website Maart 2014
020 - 622 54 04
[email protected] www.anmec.nl
Inhoud
Inleiding 5 Leerdoelen Aansluiting bij kerndoelen Lesbeschrijving 6 • introductie • kern • rollenspel • afsluiting 7 Achtergrondinformatie 8 Werkbladen 9 Werkbladen met antwoorden 11
a n m e c
-
a n d e r s
v o e r e n
3
4
a n m e c
-
a n d e r s
v o e r e n
Inleiding
In de stad wonen mensen en dieren samen. Dit betekent dat mensen ook een verantwoordelijkheid hebben om goed voor deze dieren te zorgen. Overlast, veroorzaakt door dieren, komt nog steeds voor. Alle stadsdelen van Amsterdam hebben samen met de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) van Amsterdam de krachten gebundeld om deze overlast te voorkomen. Met de lesbrief ‘Anders voeren’ krijgen de leerlingen inzicht in wat dierplagen zijn, hoe dierplagen worden veroorzaakt en welke maatregelen er worden genomen om dierplagen te voorkomen. Deze lesbrief is bestemd voor leerlingen uit de groepen 6, 7 en 8 van het basisonderwijs en bestaat uit een lesbeschrijving en twee werkbladen. U kunt deze lesbrief gebruiken als aanvulling op uw natuurlessen. Ook kunt u deze lesbrief gebruiken als vervolg op het lesprogramma over zwerfafval van het Amsterdams NME Centrum (www.anmec.nl).
Leerdoelen In deze lesbrief staan de volgende leerdoelen centraal: • Leerlingen weten wat dierplagen zijn. • Leerlingen weten wat de oorzaken van dierplagen zijn. • Leerlingen weten wat zij zelf kunnen doen om dierplagen te voorkomen.
Aansluiting bij kerndoelen Kerndoelen Nederlands Kerndoel 2 De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. Kerndoel 4 De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen.
Kerndoelen Oriëntatie op jezelf en de wereld Kerndoel 39 De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Kerndoel 40 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving.
a n m e c
-
a n d e r s
v o e r e n
5
Lesbeschrijving
Benodigdheden • computers met internetverbinding (werken aan de werkbladen) • 2 gekopieerde werkbladen per leerling • (kleur)potloden, teken- en knutselmateriaal • A3 papier
Introductie - 5 minuten
Rollenspel De leerlingen spelen een rollenspel aan de hand van onderstaande situatie. Er zijn zeven verschillende rollen te spelen. U verdeelt de klas in zeven groepen. Ieder groepje krijgt één rol toebedeeld. U geeft iedere groep een kaartje met daarop de rolbeschrijving, die u hieronder terugvindt. Ieder groepje gaat deze gezamenlijk voorbereiden. Ook besluiten ze wie de rol gaat spelen.
Let op! De groepjes mogen de rolbeschrijvingen niet van elkaar weten! De leerlingen geeft u ongeveer 15 minuten de tijd om zich voor te bereiden.
Introduceer het thema Dierplagen in de klas. U kunt hierbij de achtergrondinformatie gebruiken die u verderop in de lesbeschrijving terugvindt. Kies een introductie die bij u past. Enkele voorbeelden: • Het vertellen van een persoonlijk verhaal met betrekking tot dierplagen. Heeft u bijvoorbeeld wel eens een muizenplaag in huis gehad? • Het voorlezen van een actueel krantenartikel over dierplagen.
Om het rollenspel meer vorm te geven vertelt u de leerlingen dat het rollenspel zich afspeelt in een park ergens in Amsterdam. De gemeente Amsterdam heeft besloten dat eenden voeren in het park alleen nog op speciale momenten mag. Niet iedereen is het daar mee eens. De gemeente organiseert een buurtbijeenkomst in het park om de nieuwe maatregel te bespreken en wil graag van de bewoners weten wat zij van dit plan vinden.
Kern - 90 minuten
• Buurtbewoner Annie de Hoop Annie is 65 jaar en vindt eenden voeren erg belangrijk. Ze vindt het zielig als de eenden in de winter geen eten meer krijgen. Daarnaast gaat zij wekelijks met haar kleindochter naar het park om de eenden te voeren. • Buurtbewoner Eddie Vlucht Eddie is 30 jaar en mag graag in het park voetballen met zijn zoon. Hij vindt al die kwakende eenden maar vervelend. Ze maken een hoop lawaai en poepen daarnaast het hele grasveld onder. Voetballen met zijn zoon is op deze manier niet echt meer leuk. Van hem mogen de eenden wel weg. • Dierenbescherming Deze organisatie vindt het belangrijk dat dieren in de stad gezond blijven. Als iedereen de dieren verkeerd voert, door ze mensenvoedsel in plaats van natuurlijk voedsel te geven, worden ze ziek. Daarnaast komen er door het voeren alleen nog maar meer dieren bij. • De gemeente Amsterdam De gemeente krijgt veel klachten binnen van mensen die last hebben van de eenden. Ze veroorzaken veel geluidsoverlast en de dieren zijn zelfs agressief naar de bezoekers van het park. De eenden denken namelijk dat ze eten krijgen! De gemeente wil dat eenden vanaf nu alleen nog gevoerd mogen worden in de winter. De eenden worden niet weggehaald uit het park. Het is namelijk ook hun plek. • Parkbeheerder Jos Hij spreekt telkens mensen aan die eenden voeren. In de winter mogen mensen wel eenden voeren, maar dan wel met natuurlijk voedsel. Door borden in het park te plaatsen en informatieavonden te organiseren wil de parkbeheerder de bezoekers vertellen waarom deze maatregel nodig is.
De leerlingen gaan aan de slag met de werkbladen. De informatie om de vragen op de werkbladen te beantwoorden halen de leerlingen o.a. uit een filmpje van AT5. U kunt de leerlingen op verschillende manieren aan de werkbladen laten werken: • Weektaak of ontdekhoek Er zijn enkele computers met internetverbinding beschikbaar. Leerlingen werken tijdens de weektaak of in de computerhoek individueel of in tweetallen aan de werkbladen. Het rollenspel en de creatieve afsluitende opdracht behandelt u klassikaal. • Klassikale computerles Er zijn voldoende computers met internetverbinding beschikbaar om alle leerlingen tegelijkertijd te laten werken aan de werkbladen. • Klassikaal filmmoment Er is een digibord of beamer beschikbaar waarmee de leerlingen klassikaal de eerste opdracht kunnen uitvoeren (het bekijken van het filmpje). Na het filmpje werken de leerlingen individueel of in groepjes aan de werkbladen. Het rollenspel en de creatieve afsluitende opdracht behandelt u klassikaal. Het filmpje kunt u bekijken via de website van AT5 www. at5.nl, zoek vervolgens op het trefwoord Rattenplaag en klik op de film getiteld Rattenplaag in Oost- Watergraafsmeer.
6
Rolbeschrijving
a n m e c
-
a n d e r s
v o e r e n
• Buurtbewoner Kees de Rust Kees is een man van 40 jaar en vindt al die ophef over het verbieden van voeren maar onzin. Hij vindt dat er helemaal geen sprake is van overlast. Iedereen die voor het verbod is, vindt hij maar ‘zeurpieten’. • Eenden De eenden zien allemaal mensen en denken eten! Ze kwaken door de menigte heen en poepen alles onder!
Afsluiting - 45 minuten De leerlingen weten nu wat dierplagen zijn, hoe deze veroorzaakt worden en welke manieren er zijn om deze te voorkomen. De leerlingen gaan individueel of in tweetallen een poster ontwerpen voor de bewoners van Amsterdam, waarin de ‘oplossingen’ van de Gemeente Amsterdam worden uitgebeeld. • Alleen dieren voeren in de winter. In de zomer hoeven de dieren niet door mensen gevoerd te worden. Er is dan genoeg natuurlijk voedsel aanwezig. • Alleen natuurlijk voedsel aan de dieren geven. • Meer voorlichting geven aan bewoners over dieren voeren.
Extra: vraag een gastles aan! Wilt u dat een medewerker van de GGD een gastles bij u op school komt geven over dierplagen? Dat kan! U kunt hiervoor contact opnemen met de GGD, afdeling Dierplaagbeheersing. De website van de GGD is www.gezond.amsterdam.nl. Klik vervolgens direct op de button Dierplaagbeheersing.
a n m e c
-
a n d e r s
v o e r e n
7
Achtergrondinformatie
Dieren voeren In Amsterdam leven we samen met verschillende soorten dieren. Het ene dier vinden we leuk (bijvoorbeeld eenden), voor het andere zijn we een beetje bang (bijvoorbeeld ratten). Bij de dieren die we leuk vinden is de verleiding groot om ze te voeren. Erg leuk is het dan ook als de dieren dichterbij komen, zodat je ze nog beter kunt bekijken! Voor de dieren is het niet altijd goed dat wij ze voeren. Het eten dat wij ze geven is namelijk niet altijd het meest natuurlijke voedsel voor de dieren. Denk maar aan brood en patat. De dieren kunnen hier ziek van worden. Een ander nadeel van dieren voeren, is dat dieren niet meer zelf op zoek gaan naar eten. Hierdoor bewegen ze minder en kunnen ze ook ziek worden. Nog een probleem van het voeren van dieren is dat het veel andere dieren aantrekt. Teveel dieren op een plek kan ertoe leiden dat er overlast wordt veroorzaakt. Hier kunnen zowel mensen als dieren last van hebben. Denk maar aan geluidsoverlast, agressief gedrag tussen de dieren, ziekte onder dieren en vervuiling van bodem en water door de ontlasting van dieren.
Dieren die een plaag kunnen vormen Op sommige plekken in Amsterdam zitten grote groepen dieren bij elkaar. Soms veroorzaken deze dieren overlast. In dat geval kun je spreken van een dierplaag. Voorbeelden van dieren die een plaag kunnen vormen in de stad zijn: ratten, duiven, ganzen, muizen en meeuwen. Naast deze grote dieren zijn er ook kleine dieren die een plaag kunnen vormen. Enkele voorbeelden hiervan zijn mieren, kakkerlakken, wespen, bijen en rupsen.
Manieren om dierplagen te voorkomen In een levende stad als Amsterdam horen ook dieren. Om ervoor te zorgen dat zowel mensen en dieren prettig samen kunnen leven, zullen we goed voor onze eigen omgeving moeten zorgen. De stadsdelen hebben dan ook samen met de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) een aantal maatregelen bedacht om dierplagen te voorkomen. Enkele van deze maatregelen zijn: • Meer voorlichting geven aan bewoners over dieren voeren; • Alleen dieren voeren in de winter. In de zomer hoeven de dieren niet door mensen gevoerd te worden. Er is dan genoeg natuurlijk voedsel aanwezig; • Alleen natuurlijk voer aan de dieren geven.
Bronnen www.gezond.amsterdam.nl www.andersvoeren.amsterdam.nl 8
a n m e c
-
a n d e r s
v o e r e n
Werkbladen
a n m e c
-
a n d e r s
v o e r e n
9
Anders voeren Wat heb ik nodig? • computer met internet • pen
1
Ga naar www.at5.nl Typ in het zoekvenster het woord Rattenplaag.
Bekijk het filmpje met de titel Rattenplaag in Oost-Watergraafsmeer. 2 Schrijf op wat volgens jou een dierplaag is.
3 Welke dierplaag heb jij weleens meegemaakt?
4 Op sommige plekken in Amsterdam zitten grote groepen dieren bij elkaar. Soms veroorzaken deze dieren overlast. In dat geval kun je spreken van een dierplaag. Noem vijf dieren die volgens jou in de stad een plaag kunnen veroorzaken. 1 ___________________________________________________
4
___________________________________________________
2
5
___________________________________________________
__________________________________________________
3 5 Dierplagen kunnen ontstaan als er veel voedsel voor de dieren te vinden is. Op welke manieren komen de dieren aan hun voedsel? Noem drie manieren. 1 2 3 10
a n m e c
-
a n d e r s
v o e r e n
6 Een dierplaag kan veel overlast veroorzaken. Op de tekening zie je vijf voorbeelden van overlast. Kun jij ze vinden? Schrijf ze hieronder op en beschrijf wat de overlast is.
1 2 3 4 5 7 Dierplagen veroorzaken niet alleen problemen voor de mensen, maar ook voor de dieren zelf. Kun jij twee problemen opnoemen? •
Dieren zijn niet meer in staat zelf hun voedsel te zoeken.
• •
a n m e c
-
a n d e r s
v o e r e n
11
Antwoorden 6 Een dierplaag kan veel overlast veroorzaken. Op de tekening zie je vijf voor-
Anders voeren
Antwoorden
beelden van overlast. Kun jij ze vinden? Schrijf ze hieronder op en beschrijf wat de overlast is. Wat heb ik nodig? • computer met internet • pen
1
Ga naar www.at5.nl Typ in het zoekvenster het woord Rattenplaag. Bekijk het filmpje met de titel Rattenplaag in Oost-Watergraafsmeer. 2 Schrijf op wat volgens jou een dierplaag is.
Eigen antwoord 3 Welke dierplaag heb jij weleens meegemaakt?
Eigen antwoord 4 Op sommige plekken in Amsterdam zitten grote groepen dieren bij elkaar. Soms veroorzaken deze dieren overlast. In dat geval kun je spreken van een dierplaag. Noem vijf dieren die volgens jou in de stad een plaag kunnen veroorzaken. 1
Ratten
4
Ganzen
2
Muizen
5
Mollen
3
Duiven
5 Dierplagen kunnen ontstaan als er veel voedsel voor de dieren te vinden is. Op welke manieren komen de dieren aan hun voedsel? Noem drie manieren. 1
Via mensen die het de dieren geven
2
Via afval op straat
3
Via overgebleven voedsel: voedsel dat door mensen aan dieren is gevoerd en niet allemaal is opgegeten.
12
1
Ganzen die veel lawaai maken.
2
Gans die agressief achter iemand aanloopt.
3
Ratten die op afval afkomen.
4
Duif die op iemand’s hoofd poept.
5
Mol die de grond kapot maakt.
7 Dierplagen veroorzaken niet alleen problemen voor de mensen, maar ook voor de dieren zelf. Kun jij twee problemen opnoemen? • Dieren
zijn niet meer in staat zelf hun voedsel te zoeken.
•
Het voedsel dat dieren gevoerd wordt, is niet hun natuurlijke voedsel.
•
Het voeren van dieren trekt ook andere dieren aan.
a n m e c
-
a n d e r s
v o e r e n