Amsterdam Cycling to Sustainability -duurzame mobiliteit met de fiets als icoon-
Projectvoorstel in het kader van Operationeel Programma EFRO 2007-2013 West Nederland
Amsterdam, 20 december 2008
2
Inhoudsopgave
1. Kansen voor mobiliteit..............................................................................5 1.1 Aanleiding................................................................................................................................... 5 1.2 Opbouw projectvoorstel ............................................................................................................. 8
2. Doelen Amsterdam Cycling to Sustainability ...............................................9 3. Organisatie................................................................................................10 3.1 Deliverables.............................................................................................................................. 12 3.2. Planning .................................................................................................................................. 12
4. Activiteiten en resultaten..........................................................................14 4.1 Metropoolregio Amsterdam .................................................................................................. 14 4.1.1. Deliverables.......................................................................................................................... 15 4.1.2. Planning ............................................................................................................................... 16 4.2 Kennis en nieuwe bedrijvigheid ........................................................................................... 17 4.2.1. Deliverables.......................................................................................................................... 19 4.2.2. Planning ............................................................................................................................... 20 4.3 Marketing ................................................................................................................................ 21 4.3.1. Deliverables.......................................................................................................................... 21 4.3.2. Planning ............................................................................................................................... 22 4.4 Output en vervolg................................................................................................................... 23
5. Planning en begroting ...............................................................................25 5.1. Begroting ................................................................................................................................. 26 5.2. Financiering............................................................................................................................. 26 5.3. Financiële uitvoering ............................................................................................................... 27 5.4. Exploitatiebegroting................................................................................................................. 27
Bijlage 1: Begroting .......................................................................................28 Bijlage 2: bijdrage Transumo .........................................................................32 Bijlage 3: Bijdrage VeloMondial.....................................................................34 Bijlage 4: Bijdrage Nicis Institute ...................................................................35 Bijlage 5: Bijdrage Gemeente Amsterdam .....................................................36
3
4
1. Kansen voor mobiliteit Op 1 april 2008 hebben verschillende partijen zich verbonden aan het duurzaam mobiel maken van de Amsterdamse regio door het ondertekenen van een intentieverklaring. Wethouder Herrema heeft op deze dag, tijdens de Intertraffic van de RAI, een toekomstbeeld neergelegd voor een duurzaam mobiele regio. Naar aanleiding van deze intentieverklaring zijn vele gesprekken gevoerd met bedrijven, overheden (gemeente Amsterdam, stadsregio, Metropoolgemeenten) en kennisinstellingen (VU, UvA, HvA) om tot een gedragen projectvoorstel te komen waarmee de sector duurzame mobiliteit door kennis en innovatie wordt ontwikkeld en gestimuleerd. Dit heeft geleid tot dit projectvoorstel ‘Amsterdam Cycling to Sustainability’.
1.1 Aanleiding Mobiliteit heeft in de Amsterdamse metropoolregio altijd een belangrijke plaats ingenomen. Bereikbaarheid en leefbaarheid gaan hand in hand hierin en deze combinatie maakt het zoeken naar optimale oplossingen niet altijd even eenvoudig. De laatste jaren wordt er vanuit luchtkwaliteit en klimaatkansen veel ingezet op een duurzamere vorm van mobiliteit. Innovaties op dit gebied krijgen vorm en nieuwe bedrijven ontstaan… maar het vinden van optimale oplossingen voor de vele uitdagingen in duurzame mobiliteit vergt tijd en inzet. Zowel kleinere als grotere bedrijven, kennisinstellingen en overheid zijn in toenemende mate bereid om deze tijd en inzet te leveren. Het vinden van de synergie en het faciliteren van deze partijen kan een zeer belangrijke bijdrage leveren aan de toekomst van de mobiliteit in de metropoolregio Amsterdam. Op het gebied van mobiliteit en de verduurzaming hiervan zijn in de afgelopen jaren op deelaspecten verschillende kenniscentra en actieve fora gestart. Vanuit de bedrijven die reeds actief zijn in duurzame mobiliteit klinkt de behoefte aan een volledig beeld van duurzame mobiliteit en haar economische potentie voor de (nabije) toekomst. Het ontwikkelen en uitdragen van kennis is een belangrijke aanjager voor innovaties en het realiseren van kansrijke businessmodellen op het gebied van duurzame mobiliteit. Van oudsher heeft de metropoolregio Amsterdam het imago vanwege haar vele en veel gebruikte fietsen, de infrastructuur en het vervoer over water. Het combineren van te ontwikkelen kennis en economische bedrijvigheid met dit imago geeft de metropoolregio Amsterdam een belangrijke kans zich te ontwikkelen en te profileren! De Amsterdamse Innovatie Motor (AIM) is opgericht om de toonaangevende positie van de regio Amsterdam in de kenniseconomie te helpen behouden en te versterken. AIM wil hiertoe innovatie, samenwerking en (nieuwe) bedrijvigheid in de metropoolregio Amsterdam bevorderen en richt zich hierbij onder meer op duurzaamheid, een thema met zeer hoog potentiel voor verschillende sectoren. Het project wordt opgezet door en valt onder eindverantwoordelijkheid van AIM. Dit project is mede mogelijk gemaakt door Transumo. Transumo (TRANsition SUstainable MObility) is een Nederlands platform van meer dan 200 bedrijven, overheden en kennisinstellingen die gezamenlijk kennis ontwikkelen op het gebied van duurzame mobiliteit. Transumo wil bijdragen aan een transitie van het huidige inefficiënte mobiliteitssysteem naar een systeem dat bijdraagt aan versterking van de economische concurrentiepositie, en daarnaast het milieu en de mens grote aandacht geeft. De onderzoeks- en kennisontwikkelingsactiviteiten zijn gestart in 2004 en lopen in ieder geval door tot en met 2009. Inmiddels worden in Transumo verband meer dan 30 onderzoeksprojecten uitgevoerd.” Daarbij wil ik je tevens vragen de passage te wijzigen waarin staat vermeld dat Transumo zich beperkt tot verkeersmanagement. Transumo gaat breder en richt zich op de aandachtsgebieden personenvervoer, goederenvervoer, verkeersmanagement, ruimtelijke ordening, zelfsturing en bestuurlijke processen.
5
Kansen voor de metropoolregio Amsterdam Vervoer is voor onze maatschappij van levensbelang, nu maar ook in de toekomst. De huidige motorbrandstoffen zorgen echter voor te hoge uitstoot van CO2 en andere schadelijke stoffen. Bovendien zijn we voor deze brandstoffen afhankelijk van olieproducerende landen. De huidige technologie en brandstoffen voor wegverkeer kunnen nog sterk worden verbeterd. De auto-industrie is hier inmiddels mee aan de slag. Daarnaast zijn er voor de toekomst verscheidene opties voor nieuwe aandrijfsystemen, brandstoffen en energiebronnen voor toepassing in de transportsector. Maar denk ook aan het gebruik van bijvoorbeeld een fiets als alternatief voor vervuilend vervoer. De ambities zijn hoog: de Nota Mobiliteit van het Rijk geeft aan dat de files tot 40% korter zullen zijn in 2020, maar ook dat de luchtkwaliteit, en dan met name de uitstoot van fijnstof en stikstof is verminderd met 40%. Hiernaast zijn de CO2 ambities eveneens aanzienlijk: waar de Europese Unie de uitstoot met 20% wil verminderen in 2020 heeft het kabinet deze doelstelling verhoogt tot 30% vermindering ten opzichte van 1990. De gemeente Amsterdam heeft hier zelfs nog hoger op ingezet en werkt aan vermindering van 40% in 2025. Dat mobiliteit een duidelijke bijdrage kan leveren aan het bereiken van deze ambities, is duidelijk. Moeilijker is het vast te stellen welke maatregelen nodig zijn, zeker voor de langere termijn. Vanuit de huidige constellaties gedacht liggen rekeningrijden, slim rijden en beschikbaarheid van openbaar vervoer voor de hand. Vanuit nieuwe manieren van denken over mobiliteit, zoals alternatieve vervoersmiddelen, efficiënter brandstofgebruik, alternatieve brandstoffen en anders omgaan met infrastructuur zijn de maatregelen complexer en het portfolio minder omvangrijk. Kennis over mogelijkheden van bijvoorbeeld elektrisch vervoer, de toepassing van accu’s, de manieren van laden en gebruik in de openbare ruimte zijn nodig om een volledig portfolio te ontwikkelen. Een levensvatbaar portfolio van de meest veelbelovende opties is nodig om ook vanuit economisch oogpunt de meest optimale bijdragen aan onder meer emissiereductie, energiediversificatie, innovatiepotentieel, kansen voor economische ontwikkeling en kosteneffectiviteit te bepalen. Sommige opties zijn al bijna klaar voor de markt als subsidies of belastingvoordelen worden geboden, terwijl andere nog in de onderzoek- en demonstratiefase zijn. De metropoolregio Amsterdam staat voor een grote uitdaging wat betreft emissiereductie, congestie en alternatieven voor huidige vormen van vervoer. Discussies rondom alternatieve brandstoffen, vervoer per water, het gebruik van de fiets, ruimtelijke ordening en duurzame mobiliteit of de parkeerproblematiek worden volop gevoerd. Echter, de stap naar concrete oplossingen en invoering daarvan lijkt nog erg groot. De Amsterdamse omgeving biedt veel mogelijkheden als ‘lab’ voor het testen en uitwerken van verschillende vormen waarmee ook het economisch potentieel van de verschillende innovaties duidelijk kan worden. In dit ‘lab’ kunnen na testing op haalbaarheid, efficiency en opschaalbaarheid concrete projecten ontstaan die bijdragen aan een duurzaam mobiele Amsterdamse regio. Het vraagstuk over mobiliteit is een mondiale aangelegenheid voor grote steden. Bereikbaarheid en leefbaarheid (geluidsoverlast, luchtkwaliteit) staan in elke metropool onder druk. Vele steden werken aan oplossingen en vinden daarmee telkens opnieuw het wiel uit. Samenwerking tussen (Europese) steden biedt versterking en snelheid, aangezien de behoefte naar een nieuwe manier van omgaan met mobiliteit in de stedelijke omgeving steeds groter en dringender wordt. Dit alles leidt tot het ontstaan van een nieuwe economische sector: duurzame mobiliteit in metropoolregio’s. Vanuit de overheid en het bedrijfsleven in de metropoolregio Amsterdam worden al op kleine schaal projecten ontwikkeld op het gebied van duurzame mobiliteit. Vanuit de vraagstukken luchtkwaliteit en verkeersmanagement zijn met name vanuit de overheid initiatieven gestart. Deze initiatieven zijn
6
voornamelijk nog in de initiatie- en pilotfase. Vanuit bedrijven gebeurt momenteel het minimale; roetfilters op dienstauto’s en kostenbesparing door efficiënte route-bepalingen. Samenhang, samenwerking en uitwisseling van kennis en ervaringen vindt niet tot nauwelijks plaats. De verschillende bestaande platformen richten zich voornamelijk op (deel)aspecten van duurzame mobiliteit. Vanuit de gesprekken die voorafgaand aan de ontwikkeling van dit project gevoerd zijn met overheden en bedrijven, blijkt dat er veel behoefte is aan clustering en informatie op een hoger niveau: kennis over de verschillende aspecten van duurzame mobiliteit. Vanuit de theorie over bijvoorbeeld accu’s, waterstof, stedelijke ontwikkeling en urbanisatie kunnen bestaande projecten verdiept worden en nieuwe gestart. Voorts blijkt dat er nog geen platform bestaat waarop alle kennis en projecten op het gebied van duurzame mobiliteit geclusterd en gedeeld kunnen worden. Landelijk gezien bestaat er het platform Transumo, die dit project mede mogelijk gemaakt heeft en zich financieel en inhoudelijk aan AC2S heeft verbonden. Dit platform eindigt eind 2009. De doelen van AC2S en Transumo zijn op sommige punten gelijk. Door bijdrage aan dit project wil Transumo een beter inzicht verkrijgen in de Amsterdamse regio alsmede het voortzetten van de doelstellingen bewerkstelligen, ook na 2009. Nauwe samenwerking is vastgelegd, zie ook hoofdstuk 3. Voorts is er het platform Energietransitie onder verantwoordelijkheid van Senter Novem, dat zich richt op invoering van alternatieve brandstoffen en voertuigtechnologie. Ook hier is sprake van een deelaspect van duurzame mobiliteit, wat geïntegreerd wordt in het platform AC2S. De resultaten van AC2S zullen toegankelijk zijn voor deze platforms, alsmede voor andere specialisten op het gebied van innovatie, mobiliteit of de Amsterdamse regio, zoals Syntens en de Kamer van Koophandel. Hierdoor wordt kennis verspreid worden en kan dit leiden tot nieuwe bedrijvigheid. Amsterdam Cycling to Sustainability richt zich op het opzetten van een cluster van kennisinstellingen, bedrijven en overheden rondom mobiliteit waarmee de sector duurzame mobiliteit innovatief en levensvatbaar wordt en een totaaloplossing kan bieden voor de uitdagingen waar we nu en in de komende jaren voor staan. Hierdoor kan de metropoolregio Amsterdam een internationale voortrekkersrol gaan innemen. Hiervoor is tevens een campagne opgenomen in het voorstel om de Amsterdamse regio als duurzaam mobiel te kunnen positioneren. Tevens is de trend van innovaties middels exploitatie gangbaarder binnen mobiliteit dan exploratie. Om daadwerkelijk nieuwe bedrijvigheid te ontwikkelen, is een verdere en vernieuwendere kijk op duurzame mobiliteit nodig om exploratie van innovaties te bevorderen. Dit begint bij het ontwikkelen van meer en nieuwe kennis en een nieuwe omgang hiermee, dat het platform Amsterdam Cycling to Sustainability faciliteert en concretiseert naar projecten en nieuwe bedrijvigheid in de sector duurzame mobiliteit. Ook congressen, zoals tijdens de Hudson 400 (hoofdstuk 4.2) dragen bij aan het verspreiden van kennis en het ontwikkelen van innovaties. Een netwerk van duurzaam mobiele steden, kennisvalorisatie en kennisdisseminatie zijn de belangrijkste ingrediënten voor het stimuleren van deze nieuwe sector en het vinden van een antwoord op het maatschappelijke vraagstuk van duurzame mobiliteit. AC2S richt zich ook binnen mobiliteit op de drie pijlers van duurzaamheid: people, planet en profit. Oftewel het creeren van de meest optimale mix van economische, sociale en duurzame opties binnen duurzame mobiliteit. Het project levert een bijdrage aan deze drie pijlers voor nu, in de toekomst en buiten de grenzen van de metropoolregio Amsterdam. Het vergroten van de opties om zo de mix te kunnen verbeteren, zit ingesloten in het project door kennisontwikkeling en het stimuleren van innovaties. Vanuit people gaat het binnen duurzame mobiliteit met name om vervoer van A naar B om een zo snel en comfortabel mogelijke wijze, waarbij de vervoerskeuze van beslissend belang is. Tevens heeft gezondheid ook veel raakvlakken met duurzame mobiliteit (overgewicht, luchtkwaliteit).
7
De planetkant is beschreven hierboven, waarbij de klimaatverandering en de CO2uitstoot zo minimaal mogelijk gehouden moet worden. Mobiliteit is hier een factor in. Profit uit duurzaamheid is binnen mobiliteit vooral te vinden bij het ontwikkelen van nieuwe mogelijkheden en het vermarkten hiervan. Een voorbeeld zijn de elektrische scooters, waar steeds meer gebruik van wordt gemaakt. Maar ook dienstenontwikkeling voor nieuwe inrichting van wijken gericht op duurzame mobiliteit neemt steeds serieuzere vormen aan. Het ontwikkelen van de sector duurzame mobiliteit is doel van het project. Amsterdam Cycling to Sustainability richt zich op ontwikkeling van nieuwe bedrijvigheid door kennisontwikkeling, het opzetten van een netwerk van duurzaam mobiele bedrijven, het stimuleren van kennisuitwisseling en –valorisatie door bij alle activiteiten zowel overheid, kennisinstellingen als bedrijfsleven te betrekken. Hiermee wordt aangesloten bij prioriteit 1.1 van het programma Kansen voor West. In het bijbehorende aanvraagformulier voor deze aanvraag is dit eveneens aangegeven. Het projectplan is een uitwerking en een toelichting op het aanvraagformulier, waarbij met name in hoofdstuk vier, bij de inhoudelijke projectactiviteiten, de relatie met het aanvraagformulier worden weergegeven.
1.2 Opbouw projectvoorstel Dit projectvoorstel beoogt het beantwoorden van de maatschappelijke vragen op het gebied van duurzame mobiliteit door het ontwikkelen van kennis en het opzetten van activiteiten gericht hierop vanuit deze kennis en activiteiten worden nieuwe projecten opgezet gericht op innovaties in duurzame mobiliteit. Deze spin-off van het project, dat door bedrijven en deels door overheid uitgewerkt wordt binnen Amsterdam Cycling to Sustainability, is benoemd in dit voorstel. De detailuitwerking vindt op een later moment plaats en zal dan ook in de uiteindelijk verslaglegging als resultaat benoemd kunnen worden. Voor Amsterdam Cycling to Sustainability zullen eerst de doelen en de beoogde effecten van dit project worden benoemd. Vervolgens geeft hoofdstuk 3 inzicht in de activiteiten die in het kader van Kansen voor West opgezet gaan worden. Hoofdstuk 4 beoogt de organisatie van het project uiteen te zetten en in het laatste deel worden de financien en de planning beschreven. Dit projectvoorstel beslaat de periode tot eind 2010, waarna het project zelfstandig voort dient te worden gezet. Eveneens zijn er vele andere activiteiten die binnen Amsterdam Cycling to Sustainability vallen of opgezet worden gedurende de projectperiode. Dit projectvoorstel bevat alleen de activiteiten waarvoor deels financiering vanuit Kansen voor West wordt aangevraagd. Activiteiten die volledig door private partijen danwel overheid of bedrijfsleven worden gefinancierd, zijn niet hierin opgenomen of worden slechts zeer beperkt genoemd. Een belangrijk project dat niet is opgenomen in de aanvraag zelf, maar wel in dit projectvoorstel genoemd wordt, is de Benchmarks of Excellence. De intentieverklaring, getekend op 1 april 2008, heeft ertoe geleid dat er vanuit het bedrijfsleven veel interesse is voor deze benchmarks. Inmiddels wordt vanuit een consortium van bedrijven dit deelproject binnen AC2S verder uitgewerkt. De financiering hiervan bestaat volledig uit private middelen. Met project wordt beschreven onder 4.2. De resultaten van de Benchmark worden verspreid via het platform Amsterdam Cycling to Sustainability.
8
2. Doelen Amsterdam Cycling to Sustainability Doelstelling van Amsterdam Cycling to Sustainability komt voort uit bovenstaande ontwikkelingen en kansen in mobiliteit. Voor dit project is de doelstelling als volgt geformuleerd: Bevorderen van de economische bedrijvigheid in duurzame mobiliteit in de metropoolregio Amsterdam door kennisontwikkeling en –valorisatie. Met name in het afgelopen jaar is een toename van de aandacht voor duurzame mobiliteit te zien: zowel qua publicaties als qua activiteiten. Een echte start van bedrijvigheid in deze sector verloopt echter niet in gelijke tred hiermee. Het ontbreken van kennis, richtlijnen, innovaties en een duidelijke vraag naar producten op het gebied van duurzame mobiliteit is hier mede debet aan. Amsterdam Cycling to Sustainability bevordert de economische bedrijvigheid door zich op deze punten te richten. Hierbij zijn er 2 subdoelen geformuleerd: 1. Bevorderen bedrijvigheid op het gebied van duurzame mobiliteit door: - Kennisontwikkeling en –disseminatie op het gebied van duurzame mobiliteit door definitiebepaling. - Organiseren van bijeenkomsten gericht op kennisvalorisatie en -uitwisseling
2. Internationale positionering ten behoeve van de ontwikkeling van de sector duurzame mobiliteit in de metropoolregio Amsterdam en internationaal richting internationale bedrijven, toeristen, zakelijke bezoekers, wetenschap en publieke sector. - organiseren van conferenties in de metropoolregio Amsterdam en relatie-steden - internationale campagne over sustainable mobility in the Amsterdam Area
Hoofdlijn bij het bereiken van deze subdoelen door kennisontwikkeling is het stimuleren en realiseren van innovaties. Dit gebeurt door het aanjagen van de ontwikkeling van nieuwe ideeen en het faciliteren van innovaties door het opzetten van een platform en netwerk waarbij bedrijven elkaar, de innovaties en de kennis vinden.
9
3. Organisatie Amsterdam Cycling to Sustainability biedt een platform voor iedereen die betrokken is bij duurzame mobiliteit. Vanuit dit platform, de activiteiten en de gedeelde kennis heeft het project ook de rol van vliegwiel voor vele activiteiten die voortvloeien uit dit project. De organisatie is hier dan ook op ingericht en wordt vanuit bedrijven, overheid en kennisinstellingen gedeeld. Het platform Amsterdam Cycling to Sustainability wordt gezien als het overkoepelende ‘merk’ waar alles op het gebied van duurzame mobiliteit onder kan vallen. Het platform bestaat uit drie pijlers: I. Kennis II. De Amsterdamse metropoolregio III. Marketing Elk van de activiteiten die in het volgende hoofdstuk worden benoemd valt onder 1 van deze pijlers. De doelstellingen en de activiteiten worden vanuit de kerngroep AC2S bewaakt. Deze kerngroep bestaat uit vertegenwoordigers van bedrijven, kennisinstellingen en overheid. De kerngroep heeft als taken het uitwerken van deze drie pijlers ten behoeve van duurzame mobiliteit. Voor de kennispijler betreft dit vooral het bewaken van de voortgang van de kennisactiviteiten uit dit projectvoorstel en de zorg voor valorisatie en disseminatie daarvan naar de overige leden van het platform. Dit kan door middel van het organiseren van netwerkbijeenkomsten als door het opzetten van nieuwe projecten. Wat betreft de Amsterdam Area betekent dit met name het faciliteren van bestaande projecten en het opzetten van nieuwe projecten op (deel)aspecten van duurzame mobiliteit zoals gebleken uit de kennisontwikkeling. Als voorbeeld: de designbattle in New York levert veel kennis en ervaring op rondom stedelijke ontwikkeling en de toepassing van duurzame mobiliteit hierin. De kerngroepleden kunnen dan van hieruit een nieuw project starten waarin de opgedane kennis uit New York leidend is. Een nieuw project zou (fictief!) kunnen zijn het aanwijzen van een pilotgebied in Amsterdam waarin duurzame mobiliteit een rol krijgt. Denk dan aan bijvoorbeeld IJburg, waarin water en stedelijkheid belangrijk zijn; wat invloed heeft op de inrichting van de wijk. Het organiseren van een bredere netwerkbijeenkomst over stedelijke ontwikkeling en duurzame mobiliteit kan eveneens een vervolg zijn op de designbattle die in New York plaatsgevonden heeft. Een college en praktijkcase uit de mastercourse kan voor de werkgroep ook aanleiding zijn om bijvoorbeeld een waterstofproject in de stad te faciliteren en financieren. Voor de marketing zijn de kerngroepleden verantwoordelijk voor een juiste overdracht van de doelen van Amsterdam Cycling to Sustainability en dienen zij wanneer nodig aan conferenties in het buitenland deel te nemen. De leden van de kerngroep hebben allen een belang bij het bevorderen van de economische bedrijvigheid, een bereidheid tot investeren in tijd en geld en een netwerk van bedrijven actief in duurzame mobiliteit. De samenstelling is als volgt (onder voorbehoud): Overheid: Medewerker van de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Medewerker van programmabureau Luchtkwaliteit Bedrijfsleven: Directeur JCDecaux Nederland Directeur RAI Amsterdam Directeur VeloMondial (tevens initiatiefnemer project AC2S) Eigenaar MacBike (tevens initiatiefnemer) Manager Amsterdam Partners Directeur Transumo Kennisinstellingen: Coördinator Mobiliteit Vrije Universiteit Amsterdam Manager duurzame mobiliteit Nicis
10
De kerngroep beziet de voortgang van de activiteiten, verspreidt de kennis waar nodig, zet netwerk op, organiseert bijeenkomsten en initieert nieuwe projecten. In het volgende hoofdstuk zullen deze taken verder uitgewerkt worden bij de activiteiten en de effecten van het project. De kerngroep komt tweemaandelijks bij elkaar en communiceert met alle betrokkenen van AC2S via een website en nieuwsbrief. Resultaten kerngroep: kennisdisseminatie, nieuwe bedrijvigheid, initieren nieuwe projecten. Naast de benoemde activiteiten in dit projectplan zijn tot 2010 minstens 5 projecten indirect gestart door het platform vanuit de kerngroep. Partners: hoofdpartner bij de uitvoering van de organisatie en het opstellen van het platform Amsterdam Cycling to Sustainability is Transumo (transition to sustainable mobility), een landelijk platform waarin vele bedrijven samenwerken aan de verduurzaming van mobiliteit. Kennis staat hierbij voorop. De uiteindelijke doelstelling van Transumo is om op termijn te komen tot een internationaal trendsettend kennisnetwerk op mobiliteitsgebied. Amsterdam Cycling to Sustainability sluit wat hen betreft goed aan bij de doelstelling en vandaaruit leveren zij graag een bijdrage aan dit project. Deze bijdrage is zowel inhoudelijk als financieel. Een andere partner met een wezenlijke bijdrage aan het project is VeloMondial, tevens initiatiefnemer van dit project. VeloMondial is al vele jaren internationaal actief op het gebied van duurzame mobiliteit, voornamelijk gericht op de fiets. Met dit project willen zij zich ook breder inzetten op duurzame mobiliteit, waarbij de fiets als beeldmerk van Amsterdam wordt gezien. Kennis over nieuwe toepassingen in mobiliteit willen zij gebruiken om haar activiteiten in de toekomst aan te passen aan nieuwe inzichten in duurzame mobiliteit, mede naar aanleiding van dit project. Zij hebben gemerkt dat Amsterdam zich beter kan profileren en sterker kan inzetten op haar kansen binnen mobiliteit. Dit heeft ertoe geleid dat VeloMondial (mede)initiatief heeft genomen tot dit project. Focus op kennis is ook voor deze partner belangrijk. Het internationale netwerk van deze organisatie en de ervaring en deskundigheid op het gebied van duurzame mobiliteit met als kenmerk de fiets, wordt in dit project aangewend wanneer nodig. De bijdrage van deze partner is zowel inhoudelijk als financieel. Het totale project wordt uitgevoerd door een projectmanager, aan te stellen in dienst van de Amsterdamse Innovatie Motor ten behoeve van het project Amsterdam Cycling to Sustainability. De projectmanager is verantwoordelijk voor het behalen van de resultaten, de financiële administratie en is voorzitter van de kerngroep. Nieuwe innovaties en projecten worden in samenwerking tussen de kerngroep en de projectmanager uitgewerkt en opgezet. Het opzetten van nieuwe bedrijvigheid is een taak van de projectmanager, in samenwerking met het platform. De projectmanager geeft een halfjaarlijkse rapportage van de behaalde resultaten en doelen van het project, haar spin-off en de financien. Tevens is de projectmanager actief in de netwerken rondom duurzame mobiliteit en onderhoudt hij/zij relevante relaties. Andere partners die betrokken zijn bij dit project, waarmee ook gesproken is en die lid zullen worden van het platform zijn New Energy Docks, Energiecentrum Nederland, Kamer van Koophandel, Syntens, Innovatieplatform, Kennisplatform Verkeer en Vervoer en alle bedrijven op het gebied van duurzame mobiliteit die ook de intentieverklaring Amsterdam Cycling to Sustainability op 1 april 2008 hebben ondertekend. Voorts is ook gesproken met Stadsregio Amsterdam en gemeente Almere waarmee de resultaten en ontwikkelingen zullen worden gedeeld. Publicaties vanuit Amsterdam Cycling to Sustainability zullen zeer breed verspreid worden over de regio.
11
3.1 Deliverables De volgende producten worden tijdens de projectperiode gerealiseerd: - Projectmanagement; medio maart 2009 wordt een projectmanager aangesteld die de verdere organisatie van het project gaat uitwerken. De projectmanager zal vanuit AIM gefaciliteerd worden en is verantwoordelijk voor resultaten en de inhoudelijke en financiële verantwoording richting de betreffende partners/organisaties. - Communicatieplan; de communicatie met kerngroep, maar ook met de betrokken partners en geinteresseerden wordt voor de projectperiode beschreven in een communicatieplan. Dit zal in ieder geval bevatten: uiterlijk en frequentie nieuwsbrief, interactieve website alsmede de planning voor de brochures die over AC2S gemaakt worden. Communicatie naar de partners, zowel vanuit kerngroep als breder wordt opgenomen (frequentie, samenstelling, lokatie etc). - Interne organisatie: dit wordt door de projectmanager opgezet; welke personen zijn voor welke functies nodig om het project op een adequate wijze uit te voeren? Gedacht wordt aan een secretaris en de overleggen met de kerngroep. - Financiele verantwoording; elk half jaar wordt een verslag gemaakt van financiele resultaten van het project. Dit ter verantwoording aan de subsidiegever en co-financiers. - Plan voor vervolg na project; vanaf 2011 staat het project op zichzelf. De wijze waarop dient met partners en kerngroep besproken te worden en wordt vastgelegd in een projectplan AC2S vanaf 2011. - Halfjaarlijkse rapportages: van de behaalde resultaten wordt halfjaarlijks rapport opgemaakt ten behoeve van de partners, subsidiegevers en co-financiers. Hierbij gaat het zowel om de directe resultaten naar aanleiding van de benoemde activiteiten als de indirecte projecten die als spin-off gestart zijn.
3.2. Planning
De planning van het gehele project is te vinden in hoofdstuk 5.
12
13
4. Activiteiten en resultaten Om de economische bedrijvigheid door kennisontwikkeling in duurzame mobiliteit te bevorderen, worden een aantal activiteiten ingezet om een start te maken. Zoals gezegd werken deze als een motor voor verdere innovatie en economische activiteiten. Binnen de drie pijlers Kennis, Amsterdam Area en Marketing zijn activiteiten ontwikkeld die de transitie naar duurzame mobiliteit bevordert en de economische kansen benut. Hierbij gaat het vooral om activiteiten waarbij de kennis ontwikkeld wordt en er kennisvalorisatie plaats kan vinden.
4.1 Metropoolregio Amsterdam De te ontwikkelen sector duurzame mobiliteit wordt in dit project op twee manieren aangejaagd: door het opzetten van netwerken en door het opzetten van een platform; beide bedoeld om kennis te ontwikkelen en te valoriseren. Het platform Amsterdam Cycling to Sustainability biedt alle bedrijven en kennisinstellingen een podium voor het vergaren, delen en exploreren van kennis, beschikbaar vanuit het project (zie ook de mastercourse en de benchmarks of Excellence). Door het organiseren van bijeenkomsten op deelaspecten van duurzame mobiliteit vindt kennisontwikkeling en kennisvalorisatie plaats. Vanuit deze netwerken wordt eveneens ingezet op het bijelkaar brengen van innovaties en bedrijven. Samenwerkingen en synergie wordt gestimuleerd door het matchen van bedrijven, kennisinstellingen en overheden op vraag en inhoud van duurzame mobiliteit. Een aantal deelaspecten worden door bijvoorbeeld de gemeente Amsterdam reeds uitgewerkt tot concrete projecten. Vanuit Amsterdam Cycling to Sustainability faciliteren we deze projecten en worden partners aangehaakt wanneer nodig. Een voorbeeld hiervan is elektrisch vervoer en waterstof; deze zijn momenteel de grootste uitdagingen voor het binnenstedelijk vervoer. Het platform jaagt deze projecten aan en deelt de kennis die hieruit voortkomt met alle betrokkenen bij AC2S. Voor Amsterdam Cycling to Sustainability is afstemming van belang. Het initatief voor het ontwikkelen van dergelijke activiteiten ligt bij de gemeente Amsterdam, die eveneens vertegenwoordigd is in de kerngroep. Vanuit de kerngroep worden de activiteiten besproken en suggesties gedaan voor samenwerking. Resultaten: een zichtbaar duurzaam mobiele metropoolregio Amsterdam. Een goed werkend platform AC2S, waarbij alle partijen op het gebied van duurzame mobiliteit samen kunnen komen, kennis, ervaring en produkten kunnen uitwisselen ten behoeve van nieuwe bedrijvigheid en een duurzame mobiele metropoolregio Amsterdam. Sterke samenwerking tussen gemeente en bedrijven in het toepassen van kennis over duurzame mobiliteit in de metropoolregio Amsterdam. Partners: gemeente Amsterdam, Stadsregio Amsterdam, Provincie Noord Holland, bedrijven. Het duurzaam bereikbaar krijgen en houden van de metropoolregio Amsterdam is een onderwerp binnen dit project en de belangrijkste input hiervoor is kennis en uitwisseling tussen bedrijven, overheid en kennisinstellingen. Mede door het opzetten van een organisatie die hiertoe faciliteert (platform AC2S, kerngroep en projectmanager), kan nieuwe bedrijvigheid ontstaan en kan de sector duurzame mobiliteit (verder) opgezet worden. Dit gebeurt middels een combinatie van activiteiten, waarbij netwerken en matchmaking van bedrijven met elkaar, maar ook met overheid en kennisinstellingen, centraal staan. Nieuwe innovaties en nieuwe bedrijven krijgen een kans. Het internationale aspect van dit project middels bijvoorbeeld de congressen in het kader van de Hudson
14
400 (zie 4.2) en de spin-off van de activiteiten binnen dit project, geeft bedrijven en innovaties de mogelijkheid ook internationaal te profileren en te groeien. Op het aanvraagformulier is dit aangegeven onder 2.9 en onder 2.10; investeren in kansrijke clusters op het gebied van mobiliteit door tripartitiete netwerken te bouwen en te onderhouden, maar ook door het project te richten op de proces- en produktontwikkeling van kleine bedrijven, voornamelijk gericht op innovatieve produkten op het gebied van duurzame mobiliteit.
4.1.1. Deliverables In de projectperiode worden de volgende deliverables gerealiseerd: - Netwerkbijeenkomsten; op de deelgebieden van duurzame mobiliteit, zoals openbare ruimte, openbaar vervoer, alternatieve vervoersmiddelen etc. worden bijeenkomsten georganiseerd. Hierbij ontmoeten bedrijven, overheden en kennisinstellingen elkaar. Doel hiervan is kennisuitwisseling en –verspreiding, maar ook nieuwe projecten te initiëren, die vervolgens door de kerngroep en relevante partners nader uitgewerkt kunnen worden. - Matchmaking bijeenkomsten: door kleinschalige bijeenkomsten te organiseren krijgen innovaties een kans om door een bedrijf of kennisinstelling te worden opgemerkt. Hierdoor ontstaan nieuwe samenwerkingen en nieuwe innovaties. Hierbij staat de specifieke kennis vanuit de innovatie centraal. De projectmanager initieert, samen met de kerngroep. - Internationale matchmaking; vanuit de internationaal georienteerde benchmarks of Excellence, mastercourse en congressen in New York ontstaat een internationaal netwerk waarbij duurzame mobiliteit zonder grenzen kan worden bezien. Bedrijven ontmoeten elkaar en delen kennis. Dit vergroot en versterkt de sector duurzame mobiliteit, zowel in Nederland als in andere landen. Een aantal steden in Europa hebben reeds interesse getoond, waaronder Kopenhagen, Barcelona, Parijs. - Opzetten platform/stuurgroep: een platform duurzame mobiliteit biedt het podium voor deze bijeenkomsten en het bevorderen van de economische bedrijvigheid. Hierbij kan worden gedacht aan een stuurgroep van ‘wijzen’, die kennis en ontwikkeld beleid delen. Bezetting van deze stuurgroep bestaat dan uit bestuurders van landelijke organisaties, gedeputeerden en Amsterdamse bestuurders alsmede bestuurders van kennisinstellingen. Binnen de kerngroep zal dit besproken en uitgewerkt worden.
15
4.1.2. Planning
16
4.2 Kennis en nieuwe bedrijvigheid Door de kennis van en over duurzame mobiliteit te vergroten, ontstaan meer mogelijkheden om innovaties en bedrijvigheid te ontplooien binnen duurzame mobiliteit. Vanuit opgedane kennis kunnen nieuwe ideeen ontstaan die met behulp van het netwerk binnen het platform in contact kunnen komen met bedrijven voor samenwerking en versterking. Voorts is kennis nodig om professionals vanuit bedrijfsleven en overheid werkzaam op het gebied van mobiliteit inzicht en tools te geven dit vanuit een duurzame blik te doen. Kennisinstellingen zijn in meer of mindere mate al betrokken bij duurzame mobiliteit en kunnen hun kennis en ervaring delen met deze professionals. Dit om de kennisoverdracht vanuit de kennisinstellingen richting de bedrijven en overheid in het cluster duurzame mobiliteit te verbeteren, zoals aangeven in het aanvraagformulier onder 2.9 en 2.10. Mastercourse sustainable mobility In samenwerking met kennisinstellingen wordt een Mastercourse Sustainable Mobility opgericht in de metropoolregio Amsterdam om kennis te verzamelen, te valoriseren en te dissemineren. Een onder professionals beter inzicht in duurzame mobiliteit en haar toepassingsmogelijkheden binnen hun eigen werkgebied maakt dat duurzame mobiliteit gemeengoed wordt en langzaam haar weg vindt in de metropoolregio. De mastercourse draagt bij aan het verbeteren van de kennisoverdracht en –uitwisseling tussen bedrijven en universiteiten zoals aangegeven in het programma Kansen voor West (zie ook het aanvraagformulier onder 2.10) Doelgroep: professionals binnen bedrijfsleven en overheid. Binnen het gebied van mobiliteit zijn dit verkeersmanagers, stedenbouwkundigen, beleidsmakers, ingenieurs, architecten, bouwontwikkelaars, woningcorporaties. Zowel internationaal als nationaal. Resultaten: Mastercourse van drie dagen in 2009, twee maal. Het curriculum beslaat alle onderdelen van mobiliteit, zowel op academisch niveau als toegepaste casestudies. Real time issues worden door groepen van studenten aangepakt tijdens de mastercourse. Een belangrijk element van de mastercourse is dat de kennis en rapporten openbaar zijn (tenzij een real time case dit niet toelaat), zodat deze voor het hele platform Amsterdam Cycling to Sustainability beschikbaar is. Vanuit de kerngroep kan deze kennis en informatie specifieker verspreid worden, met als doel nieuwe projecten en daarmee bedrijvigheid te starten. De mastercourse wordt door minimaal 60 deelnemers gevolgd (verspreid over twee keer drie dagen). Na afloop van de courses wordt een evaluatieformulier verspreid onder de deelnemers. De uitkomsten van de course, met name de praktijkcases, worden vastgelegd in een rapport. Dit rapport wordt aangeboden aan het platform AC2S. Het curriculum is van groot belang voor de inhoudelijke kwaliteit van de mastercourse. Vanuit het Nicis worden autoriteiten op een gebied binnen duurzame mobiliteit uitgenodigd tot deelname aan een workshop ten behoeve van de ontwikkeling van het curriculum. Beoogde deelnemers: Erik Verhoef – professor ruimtelijke economie VU Bert van Wee – hoogleraar transportbeleid en logistieke organisatie TU Delft Luca Bertolli – professor transport en landschapsinrichting UvA Linda Steg – hoofddocent verkeerspsychologie RuG Dick Ettema – doctor ruimtelijke mobiliteit en stedelijke ontwikkeling Universiteit Utrecht Harry Geerlings – bestuurskundige Erasmus Universiteit, betrokken bij duurzame mobiliteit Jan Klinkenberg – zakelijk directeur Transumo Louise Fresco – hoogleraar duurzaamheid UvA
17
Lange termijn: Er wordt gestreefd naar het voortzetten van de mastercourse in een Academy for Sustainable Mobility vanaf 2010. De Academy valt buiten dit projectvoorstel. Effect op de sector: door de ontwikkelde kennis beschikbaar te stellen voor bedrijven, overheden en kennisinstellingen wordt de sector van duurzame mobiliteit versterkt. Kennis wordt gebruikt voor de ontwikkeling van nieuwe innovaties. Het opzetten van een mastercourse versterkt eveneens de positie van de Amsterdamse regio als duurzaam mobiel, zeker bij samenwerking met internationale bedrijven en kennisinstituten. Partners: Voor de mastercourse wordt samengewerkt met Nicis Institute, VU en UvA. Het curriculum wordt ontwikkeld door een groep van experts op het gebied van duurzame mobiliteit. Tevens is Transumo betrokken. Veel kennis en ervaring met mobiliteit en de weg naar verduurzaming hiervan brengen zij als inhoudelijke bijdrage in.
Benchmarks of Excellence Een activiteit die volledig door private partijen gefinancierd wordt, maar in het kader van Amsterdam Cycling to Sustainability een belangrijke bijdrage levert aan het behalen van de doelen, is de Benchmarks of Excellence (BoE). Hierin worden verschillende categorieën binnen duurzame mobiliteit gedefinieerd. Verschillende steden worden hierop geanalyseerd, wat leidt tot een ranking. Dit levert veel kennis op over duurzame mobiliteit, wat kan dienen als input voor de mastercourse en wat binnen het platform Amsterdam Cycling to Sustainability verder verspreid en ontwikkeld kan worden. Een consortium van bedrijven, met als eerste en uitnodigende partij JCDecaux, zal hierin een leidende rol nemen. Zij zullen samen de benchmark organiseren en financieren. Als andere partijen wordt gesproken met Coca Cola, Nike en andere internationale bedrijven. De BoE zal iedere twee jaar gehouden worden, met een award voor de meest duurzaam mobiele stad. Amsterdam zal de eerste keer host zijn. Partners: JCDecaux, Ecorys, PWC, VU Conferentie Hudson400 In 2009 is het 400 jaar geleden dat Henry Hudson in New York aankwam en New Amsterdam stichtte. Dit wordt gevierd door het opzetten van allerlei activiteiten vanuit Amsterdam en vanuit New York. De uitdagingen rondom mobiliteit zijn in New York vergelijkbaar met Amsterdam, zij het dat de schaal wat groter is. Luchtkwaliteit, congestie en bereikbaarheid zijn daar eveneens thema´s waaraan gewerkt wordt, zoals bijvoorbeeld schone taxi’s en meer ruimte voor fietsen. Duurzame mobiliteit is eveneens thema in New York en verschillende projecten zijn gestart. Door naast theorie en goede sprekers ook praktische cases te bespreken en uit te werken tijdens conferenties kan de kennis uitgewisseld worden en kunnen bedrijven nieuwe innovaties of projecten opstarten. Amsterdam Cycling to Sustainability wil inspelen op de bestaande organisatie en in 2009 twee conferenties omtrent duurzame mobiliteit in New York en Amsterdam opzetten. De voorbereidingen voor deze conferenties zijn voorzichtig gestart in verband met de tijd. Onder voorbehoud zal er op 17 juli 2009 een congres worden georganiseerd in Amsterdam. De intentie is om de eerste mastercourse hierop te laten aansluiten. In dit congres staat de vraag centraal: Wat is duurzame mobiliteit? Sprekers vanuit de kennisinstellingen, maar ook vanuit de praktijk zullen hun ervaringen en bevindingen delen met de deelnemers. De battle in New York is hierbij leidend, aangezien de spelregels en de outlines van de battle bepaald moeten worden aan de hand van de antwoorden op de vraag wat duurzame mobiliteit is. Eind augustus (25-27) zal er een driedaagse conferentie worden gehouden in New York. Tijdens deze conferentie zal worden gekeken naar de mogelijkheden om duurzame mobiliteit toe te passen in een
18
zogenoemde ‘Design Battle’. Twee groepen met een zeer diverse samenstelling (stedenbouwer, Architect, verkeerskundige etc), een Amsterdamse en een New Yorkse, zullen in een battle duurzame mobiliteit toepassen op een geselecteerd gebied. Door een nieuw te ontwikkelen gebied te kiezen, zoals Governor’s Island in New York, is veel mogelijk om duurzame mobiliteit een serieuze plek te geven in het landschap. Kennis en nieuwe bedrijvigheid door zowel innovaties als netwerken is doel van de organisatie van deze twee conferenties. Doelgroep: professionals op het gebied van duurzame mobiliteit, zowel van bedrijfsleven als van de overheid en kennisinstellingen. Resultaten: kennisontwikkeling en –uitwisseling middels een casestudy in de Design Battle. Positionering van Amsterdamse regio als duurzaam mobiel richting New York. Innovaties stimuleren. Bedrijvigheid bevorderen. Aan beide conferenties nemen elk 300 personen deel. Indirect: nieuwe samenwerkingsverbanden tussen Amsterdamse en New Yorkse bedrijven, en toepassing van oplossingen uit New York in de Amsterdamse regio. Naar aanleiding van de conferenties zullen minstens twee congressen in Amsterdam in 2010 georganiseerd worden. Middels deze congressen en de spin-off in 2010 wordt bijgedragen aan de internationalisering en het verbeteren van de metropoolregio Amsterdam als vestigingsplaats voor internationale bedrijven. Bij de Hudson 400 worden good practices gedeeld en nieuwe kennis ontwikkeld, waarbij de bereikbare stad centraal staat. Verbeteren van het vestigingsklimaat is een afgeleide hiervan, zoals ook beschreven op het aanvraagformulier onder 2.16.
4.2.1. Deliverables - Ontwikkelen curriculum; de basis van de mastercourse, maar ook van de kennis over duurzame mobiliteit ligt in het curriculum. Het curriculum wordt opgesteld middels een workshop waaraan experts op het gebied van duurzaamheid en mobiliteit deelnemen, zie hiervoor de namen onder 4.2. Het curriculum zal bestaan uit een aantal categorieën die in de mastercourse behandeld worden. - Eerste Mastercourse; een driedaagse course, hoofdorganisator is het Nicis. Het rapport met de ervaringen en de behandelde cases wordt aangeboden aan het platform AC2S. De eerste mastercourse vindt in de eerste helft van 2009 plaats. - Tweede Mastercourse; Na afloop van de tweede mastercourse is er eveneens een rapport met evaluatie en behandelde praktijkcases. Vindt plaats in de tweede helft van 2009. - Benchmarks of Excellence; rapport met de benchmark naar de verschillende steden. - Hudson congres NYC; driedaagse conferentie in augustus, gericht op kennisontwikkeling over duurzame mobiliteit en stedelijke ontwikkeling. - Hudson congres Adam; congres in juli 2009, mede ter voorbereiding op de design battle in New York.
19
4.2.2. Planning
20
4.3 Marketing Bedrijvigheid binnen duurzame mobiliteit bevorderen, nationaal en internationaal, wordt versterkt door de duurzaam mobiele stad te laten zien middels een campagne. In april 2008 is reeds een kleine campagne gevoerd in Amsterdam zelf; zie hiervoor ook de voorkant van dit projectplan. De middelen bestonden uit posters en een folder over AC2S. Hiermee is de ‘huisstijl’ van AC2S neergezet en hierop zal voor volgende marketingacties worden aangesloten. Een campagne maakt de metropoolregio Amsterdam een aantrekkelijke vestigingsregio voor buitenlandse en binnenlandse bedrijven. Hiermee wordt nauw samengewerkt met de citymarketing vanuit Amsterdam Topstad: Amsterdam breeding ground for sustainable inspiration – Amsterdam cycling to sustainability. In dit plan zullen verschillende aspecten van duurzaamheid een plek krijgen; zoals finance, ict, energy. Mobility is hierin 1 van de deelonderwerpen. De doelstelling van Topstad en het landelijke Innovatieplatform tot het aantrekken van internationale hoofdkantoren wordt hiermee ook bediend. Bedrijven kiezen voor een duurzaam mobiele regio en willen dat imago gebruiken richting werknemers en klanten. Dit leidt tot een verbetering van het vestigingsklimaat voor bedrijven, zoals beschreven in het aanvraagformulier voor Kansen voor West onder 2.16. De campagne wordt beschreven in een citymarketingplan, dat eind 2008 gereed is. De start van de campagne is in het voorjaar van 2009. Zowel de Amsterdamse metropoolregio zelf als New York als de steden vanuit de Benchmark of Excellence worden in eerste instantie gebruikt voor de campagne. De middelen bestaan uit posters en gadgets, alsmede een korte film die via gebruikelijke kanalen zal worden verspreid. Resultaten: een versterking van de sector duurzame mobiliteit en een beter imago van de metropoolregio Amsterdam als duurzaam mobiele regio. Indirect: grote internationale congressen over mobiliteit en duurzaamheid worden in Amsterdam gehouden. Hoofdkantoren van internationale bedrijven vestigen zich in de Amsterdam Area. Partners: Amsterdam Topstad, Amsterdam Partners
4.3.1. Deliverables - Ontwikkelde campagne AC2S; in het kader van Citymarketing wordt in samenwerking met Amsterdam Topstad en Amsterdam Partners gewerkt aan een totaalplan; de campagne en de stijl van Amsterdam Cycling to Sustainability wordt hierin meegenomen. Een marketingplan zal voorjaar 2009 worden opgeleverd. - Publicaties over duurzame mobiliteit; zowel informatief als wervende publicaties over wat duurzame mobiliteit is en welke toepassingen mogelijk zijn of in de toekomst mogelijk zullen zijn. - Film over duurzame mobiliteit/innovatie; om kort en krachtig een impressie te geven van wat er al gebeurt op het gebied van duurzame mobiliteit, zal een film geproduceerd worden. - Folder over AC2S – meedoen; werving van nieuwe bedrijven en innovaties om zich aan te sluiten bij het platform AC2S. - Folder over AC2S – showcase; een good practice zal worden uitgewerkt om te laten zien wat het betekent om duurzame mobiliteit onderdeel te laten zijn van een stad. - Bezoek internationale events + stand; aanwezigheid op internationale congressen of het hebben van een stand is onderdeel van het marketingplan.
21
4.3.2. Planning
22
4.4 Output en vervolg Amsterdam Cycling to Sustainability heeft 2 hoofddoelen gesteld: bevorderen van bedrijvigheid en internationale positionering. Om na afloop van de projectperiode te kunnen bepalen of de gestelde doelen behaald zijn en welke activiteiten ontplooid moeten worden bij de verzelfstandiging van het project, zijn er een aantal meetpunten: - realisering van de benoemde deliverables - benoemde resultaten zijn behaald; hiervoor zijn voor de verschillende activiteiten andere indicatoren bepaald. Deze worden hieronder benoemd. Een deel hiervan is beschreven in het aanvraagformulier onder 2.18. Metropoolregio Amsterdam: hierbij zijn de resultaten benoemd als het goed functioneren van het platform en goede samenwerking tussen bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen. Voor het goed werken van het platform is vooral het aantal ondersteunde bedrijven van belang. Tijdens de ondertekening van het convenant in april 2008 waren reeds 25 bedrijven aanwezig om de intentie tot een duurzaam mobiel Amsterdam te ondertekenen. Hiervan waren 20 MKB-bedrijven, waarvan 4 jonger dan vijf jaar. Dit waren echter allen bedrijven voornamelijk gericht op fietsen en het bevorderen daarvan. Voor het project Amsterdam Cycling to Sustainability gaan we uit van het ondersteunen en faciliteren van minstens 60 MKB bedrijven (zie punt 2.18 van het aanvraagformulier). Zowel de projectmanager als de kerngroep zal hier een actieve rol in spelen. Het gaat dan om de MKB-bedrijven waar AC2S een inhoudelijke bijdrage aan heeft geleverd; door het matchen met andere bedrijven, overheid of kennisinstelling, danwel door het verschaffen van relevante informatie voor het produkt of dienst en de ontwikkeling daarvan. Hiernaast zal AC2S minimaal 40 zeer jonge bedrijven (korter dan 5 jaar bestaan) ondersteunen. Door kennisontwikkeling en –valorisatie kunnen nieuwe produkten en diensten op het gebied van duurzame mobiliteit een mogelijkheid tot groei en vermarkting krijgen wanneer een nieuw bedrijf met ondersteuning van andere bedrijven (via de matching van AC2S) gestart of uitgebreid kan worden. Kennis en bedrijvigheid: Het bij elkaar brengen van kennisinstellingen en bedrijven om kennisvalorisatie te bevorderen is onderdeel van AC2S. Middels het platform, maar ook middels de mastercourses komen kennis en praktijk bij elkaar. Voor de projectperiode zal AC2S minstens 15 samenwerkingen tussen bedrijfsleven en universiteiten hebben voortgebracht. Het platform, maar ook de mastercourse en de congressen zullen hier een belangrijke bijdrage in hebben. Vanuit de kennis is het van belang het aantal deelnemers aan de verschillende kennisactiviteiten te weten. Voor de mastercourse is deze gezet op minimaal 60 deelnemers per keer. De mastercourse dient uit te groeien tot een Academy on Sustainable mobility. Dit zal voor een belangrijk deel uit private investeringen gefinancierd moeten worden. Uitgaande van een constructie conform de Duisenberg School of Finance zal dit een bedrag van rond de 5 miljoen aan private investeringen betekenen. Dit betreft dan echter een vervolginvestering na afloop van het project binnen deze aanvraag voor Kansen voor West. De mastercourse van drie dagen (twee maal) in 2009 betekent een cofinanciering van dit project vanuit private kennisinstellingen (Nicis) , gericht op het ontwikkelen van een curriculum duurzame mobiliteit en een mastercourse daarin. Hiernaast wordt er voor de Benchmarks of Excellence een aanzienlijke private investering gedaan (bedrag van 400.000 euro begroot). De totale private investering gericht op onderzoek en kennisontwikkeling bedraagt ongeveer € 500.000. Hiernaast is er voor de Hudsoncongressen ook een aantal deelnemers genoemd: 300 per congres. Verder zijn er in 2010 twee congressen naar aanleiding van deze. Bij de organisatie van de
23
congressen wordt eveneens uitgegaan van private investeringen; in de vorm van sponsoring, maar ook inhoudelijk (uren, sprekers). Marketing: de activiteiten zullen AC2S een sterk imago geven en de internationale positie van de metropoolregio op het gebied van duurzame mobiliteit versterken. Vanaf 2011 zal Amsterdam Cycling to Sustainability zelfstandig verder gaan. Dit betekent dat een rechtsvorm gevonden wordt voor het platform en haar activiteiten. De projectmanager zal hiervoor een plan en begroting opstellen die door de kerngroep wordt bekeken. Zie hiervoor ook de deliverables in 4.1. De activiteiten die in deze aanvraag voor Kansen voor West opgenomen zijn, moeten de basis leggen voor een financieel gezonde projectorganisatie na 2011. Dit betekent dat het platform een wellicht meer een kosten-gebaseerde inrichting dient te krijgen. Zonder hier al voor uit te lopen op definitieve vormen, kan gedacht worden aan lidmaatschapsgelden voor het platform, door bedrijven gefinancierde activiteiten en voor congressen een hogere deelnameprijs. Baserend op de private investeringen die gedurende deze project periode gedaan zijn en worden, is er voor het aanvraagformulier een schatting gedaan van de investeringen van 15 miljoen euro voor de periode van 4 jaar na afloop van dit project. Een voorlopige exploitatiebegroting is opgenomen in hoofdstuk 5.
24
5. Planning en begroting Het project is op 1 april 2008 gestart met een intentieverklaring van vele partijen tijdens een bijeenkomst in de RAI (Intertraffic beurs). De zomer is gebruikt om alle activiteiten helder te krijgen en met de verschillende partijen te praten over het project, wat heeft geleid tot dit projectvoorstel. Planning De activiteiten zijn tot op goede hoogte te plannen, zie onderstaande tabel. Werkzaamheden vinden plaats waar de vakjes grijs zijn, bij de kruisje worden deliverables opgeleverd.
25
5.1. Begroting Zie bijlage. De begroting van Amsterdam Cycling to Sustainability bevat vooralsnog alleen de benoemde activiteiten in dit projectvoorstel. Nieuw te initieren projecten worden in een later stadium hieraan toegevoegd. Verantwoordelijk voor deze begroting is AIM, na de aanstelling van de projectmanager ligt deze bij hem/haar.
5.2. Financiering
26
5.3. Financiële uitvoering
5.4 Exploitatiebegroting
27
Bijlage 1: Begroting
Toelichting begroting Hieronder de toelichting op de begroting van Amsterdam Cycling tot Sustainability. Genoemde kosten zijn exclusief btw. De aanvrager van dit project, Amsterdamse Innovatie Motor (AIM), is een stichting die geen btw kan terugvragen. Gezien het feit dat beheer en uitvoering bij AIM ligt worden btw kosten beschouwd als projectkosten. In de begroting zijn deze kosten gespecificeerd. Uurtarieven
Projectactiviteiten Hieronder de financiële toelichting per projectactiviteit. Deze is gebaseerd op de deliverables die in het voorliggende projectplan uitvoerig zijn beschreven. 1. Organisatie De projectorganisatie is behoorlijk lean georganiseerd, exclusief accountskosten, is minder dan 10% van het budget gereserveerd voor projectmanagement en ondersteuning. Om de kosten inzichtelijk gemaken zijn er voor de deelprojecten geen managementskosten opgenomen, deze zijn gebundeld in het kopje organisatie. Het spreekt voor zich dat projectmanagement en –support worden ingezet in de onderliggende projecten. 1.a. Projectmanager Het projectmangement zal voor 500 uur worden begeleid door AIM en voor een deel zal, 2 dagen per week gedurende de looptijd van het project, een projectmanager extern worden ingehuurd. De AIM hanteert hierbij, gebaseerd op kostprijs, een uurtarief van 74 euro voor projectmanager en 60 euro voor projectondersteuning. Mochten de uurtarieven aan het eind van het project lager blijken uit te vallen dan wordt dit vanzelfsprekend doorberekend. Bij externe inhuur hanteert AIM een richtlijn van maximaal 100 euro per uur, exclusief btw. 1.b. Projectsupport Het projectsupport zal worden uitgevoerd door een medewerker van AIM. Onder de activiteiten valt ook het ondersteunen van de externe projectmanager. Het AIM uurtarief van 60 euro is gebaseerd op de gecalculeerde kostprijs. Indien dit lager blijkt uit te vallen dan wordt dit vanzelfsprekend in de projectkosten doorberekend. 1.c. Financiën Een AIM projectmanager is verantwoordelijk voor de (financiële) verantwoording van dit project. Het gehanteerde uurtarief gebaseerd op kostprijs is 74 euro. De externe kosten zijn voor het laten maken van accountsverklaringen en het inwinnen van extern advies rondom jurdische kwesties zoals het opstellen van contracten.
2. Amsterdam Area Netwerk Doel van dit projectonderdeel is om actief een netwerk op te zetten en te faciliteren. De uitvoering van dit deel van het project ligt bij AIM, waarbij intensief wordt samengewerkt met de Gemeente Amsterdam.
2.a. Bijeenkomsten Er worden 8 netwerkbijeenkomsten georganiseerd door AIM. Per bijeenkomst wordt 50 uur besteed aan de directe voorbereidingen. Daarnaast wordt ongeveer totaal 100 uur besteed aan conceptontwikkeling en actief marketen van deze bijeenkomsten. Per bijeenkomst is een budget van 1.250 om inhoudelijke experts te laten spreken. Daarnaast is 1.250 euro per bijeenkomst gereserveerd voor het huren van zaalruimte en faciliteiten. Het AIM uurtarief van 60 euro is gebaseerd op de gecalculeerde kostprijs van een AIM communicatiemedewerker. Indien dit lager blijkt uit te vallen dan wordt dit vanzelfsprekend in de projectkosten doorberekend. 2.b. Matchmaking Er worden verspreid over de looptijd vier intensieven matchmakingsbijeenkomsten georganiseerd met een nationale focus en daarnaast worden er 2 bijeenkomsten georganiseerd met een internationale matchmakingsfocus. Voor de zes bijeenkomsten is per bijeenkomst 50 uur inzet nodig van een AIM projectmanager om dit goed te kunnen voorbereiden. Daarnaast zal per bijeenkomst 5.000 nodig zijn om actief te kunnen voorzien in matchmaking-requesten en het inhuren van externe kennis om dit te kunnen doen. Het AIM uurtarief van 74 euro is gebaseerd op de gecalculeerde kostprijs van een AIM projectmanager. Indien dit lager blijkt uit te vallen dan wordt dit vanzelfsprekend in de projectkosten doorberekend. 2.c. Platform Amsterdam Cycling to Sustainability moet een beweging worden waarin het hele cluster van duurzame mobiliteit (kennisinstellingen, bedrijven en overheden) hun energiebundelen en zorgen voor concrete acties en resultaten. Vanuit dit project, maar ook daarnaast en na de looptijd. Het platform wordt, om de neutraliteit te garanderen, extern getrokken met ondersteuning als nodig (niet opgenomen in het projectplan, maar p.m. in te vullen door) vanuit de Gemeente Amsterdam en de Amsterdamse Innovatie Motor. Opgenomen kosten zijn voor promotie van het platform (naamsbekendheid) en disseminatie van de resultaten (20K euro), Reiskosten (5K euro) en zaken als zaalhuur (20k euro).
3. Kennis Bij de ontwikkeling van de “ kennis” in dit project is het Nicis-instituut verantwoordelijk voor het onderwijs en werkt hierbij samen met de Amsterdamse Innovatie Motor. De AIM is verantwoordelijk voor de twee congressen rondom Hudson 400, maar werkt daarbij intensief samen met het de Stichting Hudson 400. Van deze stichting zijn geen uren opgenomen. 3.a.., 3.b. en 3c. Curriculum en Mastercourses Voor het ontwikkelen van de mastercourses en het twee keer organiseren zijn ongeveer 1300 euro nodig van NICIS en AIM. Dit is gebaseerd op ervaringen die het NICIS heeft met dit type trajecten. Het gemiddelde AIM/NICIS uurtarief is 100 euro en is gebaseerd op de gecalculeerde kostprijs van een NICIS senior medewerker en AIM projectmanager in een verhouding 4:1. Indien dit lager blijkt uit te vallen dan wordt dit vanzelfsprekend in de projectkosten doorberekend. Om dit traject op te zetten zal totaal voor 150.000 euro aan (academische) kennis worden ingekocht. Hierin zittende kosten om gedurende het traject externe partijen te laten doceren of te betrekken bij de ontwikkeling. De opbrengsten van dit deel van het project, uit deelnemersgelden, is geraamd op 50K euro in het eerste jaar en 70K euro in het tweede jaar. Na de projectperiode zal een vervolg in het geheel uit opbrengsten van de dan te organiseren courses moeten worden betaald. 3.d. Benchmarks Geen toelichting – niet subsidiabel 3.e. en 3.f. Hudson congressen Dit projectdeel wordt uitgevoerd door de Amsterdamse Innovatie Motor in samenwerking met Velo
30
Mondial. Het gemiddelde uurtarief van 90 euro is gebaseerd op de gecalculeerde kostprijs van een AIM projectmanager en het uurtarief van Velo Mondial op basis van de te verwachten verdeling in werkzaamheden. Indien dit lager blijkt uit te vallen dan wordt dit vanzelfsprekend in de projectkosten doorberekend. Totaal is 260.000 euro begroot om de twee congressen te organiseren. Dit zal worden ingezet om de congressen te laten op zetten door een bureau dat conform de aanbestedingsregels van de gemeente Amsterdam zal worden aangezocht.
4. Marketing Het onderdeel campagne van dit project zal zich toespitsen op promoten van de regio als duurzaam mobiel. Dit is bedoeld om het zodanig te promoten dat de aanwezig industrie daar voordeel van heeft en dat Amsterdam als vestigingslocatie en testbed wordt gepositioneerd. Hiervoor wordt door de Amsterdamse Innovatie Motor intensief samengewerkt de gemeente Amsterdam en Amsterdam Partners, maar zal worden uitgevoerd door de AIM, 4.a. Campagne ontwikkeling Er zal een campagne worden ontwikkeld, hierin worden 200 uren vanuit AIM voor benut op basis van het gecalculeerde uurtarief van 74 euro per uur. Extern zal voor 50K een opdracht gegeven worden om daarbij te ondersteunen. Om de campagne, Amsterdam Cycling to Sustainability, te positioneren zal 80.000 euro worden ingezet om zowel nationaal als internationaal ruimte te creëren op evenementen als beurzen en congressen, waar Nederlandse bedrijven en innovaties onder de aandacht kunnen worden gebracht. Hiertoe zal ook een rondreizende tentoonstelling (20K euro) worden ontworpen. De te verwachten reiskosten bedragen ongeveer 10K euro, dit voor aanwezigheid en deelname aan evenementen in het buitenland. De overige kosten zijn hier zijn kosten voor alle bedrijven toegankelijk een aantal faciliteiten ter beschikking te stellen op een drietal evenementen (een paviljoen op intertraffic in Shanghai, Amsterdam en in Amerika). Er zijn hier ook kosten opgenomen voor posters en outdoor-reclame. 4.b. Publicaties Er zullen twee publicaties worden uitgegeven in een oplage van 10.000 over duurzaam vervoer en de economische mogelijkheden hiervan. Kosten bedragen 10K Euro externe kosten (tekstschrijver, bureau) en 18.000 euro voor het ontwerp en drukken van deze publicaties. 4.c. Film Er zal een fim worden gemaakt onder begeleiding van de AIM, door een extern bureau (35K Euro) en zullen worden gekopieerd en via het web actief worden verspreid ook door ruimte in te kopen op websites (banners e.d.), hiervoor is 30K Euro nodig. 4.d. Foldermateriaal Er zullen verschillende folders worden ontwikkeld onder begeleiding van AIM. Gepland zijn 5 folders in een oplage van 10.000 stuks. Kosten voor inhoud en vormgeving zijn 8000 Euro per folder en 10.000 euro drukosten, 4.e. Bezoek events Vanuit AIM zal zorg gedragen worden voor het uitdragen van dit project. Hiertoe zullen regionale deskundigen worden gevraag te spreken, als ambassadeurs, op buitenlandse evenementen (50K Euro). Hiervoor zullen gericht eenvoudige promotiematerialen (USB-stickers, pamfletten) worden gemaakt (20K Euro). De reiskosten bedragen 20K Euro en kosten voor hotels etc wordt geraamd op 20K Euro.
31
Bijlage 2: bijdrage Transumo Bijdrage Transumo aan project Ons kenmerk Onderwerp Amsterdam Cycling to 40427-jkl Sustainability Uw kenmerk Datum 24-09-2008
Doorkiesnummer 079-3470950 Emailadres
[email protected]
Geachte mevrouw Van den Breemer, Door u is een projectvoorstel ingediend onder de naam ‘Amsterdam Cycling to Sustainability’. Wij hebben daar enkele weken geleden een interessant gesprek over gevoerd, met name om te verkennen of er mogelijkheden zijn om Transumo ook een inhoudelijke rol in het project te kunnen geven. Het verheugt mij zeer u te kunnen meedelen dat de Directie van Transumo besloten heeft in beginsel positief te reageren op uw verzoek om BSIK-financiering. Dit project wordt als een belangrijke versterking van het huidige Transumo-programma beschouwd, met name omdat het sterke aandacht geeft aan de duurzaamheidcomponent van personenmobiliteit. Zoals ik u al mondeling heb gemeld zal voorwaarde voor medefinanciering door Transumo zijn dat Transumo als een inhoudelijke kennispartner voluit meedoet met het project. Om dit gestalte te geven zal ondergetekende zitting nemen in de Raad van Advies en zal gezocht worden naar inhoudelijke aansluiting van de projectactiviteiten bij de Transumo-activiteiten m.b.t. netwerk/platvormvorming (in onze terminologie: kennisinfrastructuurontwikkeling), transitiemanagement, het betrekken van het onderwijs (opzetten mastercourse Sustainable Mobility) en het inhoudelijk programma op congressen. Wij zijn ervan overtuigd dat Transumo en het initiatief Amsterdam Cycling to Sustainability elkaar prima kunnen versterken met behoud van een ieders identiteit. Graag zien wij een aangepast voorstel van uw kant tegemoet, waarin de inhoudelijke inbreng van Transumo in uw project nader wordt geconcretiseerd. Uiteraard ben ik bereid om samen met u tot een dergelijk aangepast voorstel te komen. Daarin dient u aan te geven wat de exacte deliverables van het project t.b.v. Transumo zijn. Transumo is bereid in principe maximaal 400.000 euro bij te dragen aan de financiering van het initiatief Amsterdam Cycling to Sustainability, onder de voorwaarde van (1) inhoudelijke overeenstemming en (2) voldoende cofinanciering. In uw projectvoorstel heeft u aangegeven dat u in staat bent voldoende cofinanciering te genereren (900.000 euro publieke en 775.000 euro private financiering). Wij helpen u graag met het definiëren van de totale subsidiabele kosten en de cofinancieringbijdragen, omdat de BSIK-subsidieregeling specifieke eisen stelt m.b.t. cumulatie van overheidsubsidies. Voorwaarden om BSIK-subsidie in te zetten zijn verder: 1. AIM fungeert als penvoerder van het project en zal zorg dragen voor de BSIK-technische registratie en verantwoording van alle kosten (incl. accountantsverklaring) en cofinanciering (dus van alle partners). Het Controleprotocol Transumo (bijgevoegd) is van toepassing. 2. Financiële verantwoording naar Transumo incl. accountantsverklaring vindt éénmalig plaats, na afloop van het project (vóór 1 oktober 2009).
3. 4.
De inhoudelijke rapportage van het project wordt vóór 1 oktober 2009 aan de Directie Transumo opgeleverd. AIM rapporteert tussentijds, uiterlijk 1 februari 2009, aan de Directie Transumo (schriftelijk) over de voortgang van het project (inhoudelijk en financieel). De financiële tussenrapportage hoeft in dit geval niet vergezeld te gaan van een accountantsverklaring.
Ik verzoek u in overleg met mevrouw F. van Huuksloot van Transumo een begroting op te stellen in het vereiste BSIK-format en deze z.s.m. aan ons toe te sturen. Het format treft u als bijlage bij deze goedkeuringsbrief aan. De startdatum van dit project stellen wij vast op 1 september 2008. Ik ga er vanuit dat u zich kunt vinden in onze voorwaarden en spelregels en verzoek u in dat geval om beide brieven voor akkoord te ondertekenen en te retourneren aan Transumo (t.a.v. de Directie). U ontvangt vervolgens van Transumo een door de Directie getekend exemplaar van deze brief voor uw administratie. Na acceptatie door Transumo van uw aangepaste projectvoorstel en de begroting zullen wij onze voorlopige goedkeuring omzetten in een definitieve goedkeuring en u dat schriftelijk melden.
Met vriendelijke groet,
Voor akkoord: Transumo
Amsterdamse
Innovatie
Motor
Ir. J. Klinkenberg Zakelijk directeur Transumo Breemer
CC:
ir. J. Klinkenberg
drs.
I.
van
den
Dr. Ir. A.J. van Binsbergen
33
Bijlage 3: Bijdrage VeloMondial Pascal J.W. van den Noort Kleine-Gartmanplantsoen 20 1017 RR Amsterdam The Netherlands T +31206270675
[email protected] www.velomondial.net Amsterdam, 5 november 2008 Aan de Amsterdamse Innovatie Motor t.a.v. Mw. Joke van Antwerpen, directeur Geachte mevrouw Van Antwerpen, Als mede-initiatiefnemer van het project ‘Amsterdam Moving to Sustainability’ ben ik verheugd dat de aanvraag voor subsidie in het kader van Kansen voor West is ingediend. Graag lever ik een bijdrage hieraan. Deze bijdrage betreft voornamelijk mijn ervaring en internationale netwerk op het gebied van duurzame mobiliteit. Daarnaast stel ik mij voor de periode van augustus 2008 tot en met december 2010 in totaal 500 uur om niet beschikbaar. Bij een uurtarief van 100 euro per uur vertegenwoordigt dit een waarde van € 50.000. Dit met inachtneming van de volgende bepalingen: • De EFRO-subsidie is toegekend; • De activiteiten zoals beschreven in het projectplan worden uitgevoerd; • De organisatie zoals beschreven is opgezet. Hiervoor zal ik jaarlijks een overzicht van de bestede uren met beschrijving daarvan toesturen ten behoeve van uw administratie. Uiteraard overleg ik graag met u over de verdere invulling van mijn bijdrage.
Met vriendelijke groet,
Pascal van den Noort Velo Mondial
34
Bijlage 4: Bijdrage Nicis Institute
35
Bijlage 5: Bijdrage Gemeente Amsterdam
36