^ »o «o »o«o<
II
. MBÏSJES SLANK, MBÏ
t
C
|
„ . -Step.tcmpg
m
boe
meld
^WOORDEN VAN OÏ3RK OE BOER
m
I II HM l I I1 |M|
Il I I ||l | ['i I1 IMI
h^krijjje cfeenk.iJmd^vMhemt, hou«.»««, Ita»./Al5> uit je«,.«, »//ktdawie. sjer.MeA »uwMósi*
è j^f+f-P-f~tTf-rrTTrrr tiT Vnr r'Trir f t'iftfff f'"JT!
mmm
7 Z+Z -*■ ~. h
Meisjes bmin, meisjes ;«rt,«eoj» lto,J.i_
. Mu,^ ^^„t
^,Tä Afc|d|
^^^^^ '
1 Uefd
0
o o
Het gevolg is, dat je ijlings op hett krijgspad gaat. Dat je beurtelings met Dolly en met Molly rondflaneert En het slot van 't liedje is, dat je ze allemaal probeert: Meisjes slank, meisjes rond, Meisjes bruin, meisjes zwart, meisjes blond I Maar je merkt wel: Zoo'n fee Voelt zich meest pas tevreé In een eerste-klas coupé! Dus bezint! Neem het kind. Dat een autobus goed genoeg vindt 't Is het meisje, waarvan Op den duur toch een man Maar alleen veel houden kan I
)«ü»0 ^O'
► o»
Is het zaak, dat je angstvallig op de lieve engel let, 't Beste is maar, dat je 't beestje in een glazen kooitje zet. Meisjes slank, meisjes rond, Meisjes bruin, meisjes zwart, meisjes blond Zijn heel vaak niet tevreé Met één man ... en zoo'n fee Heeft er dikwijls liever twee I Dus bezint! 't Lieve kind, Dat je vrind evengoed aardig vindt. Is het meisje, dat van Nog een anderen man Desnoods heel veel houden kan! ■O» O«
>o«o< '
0o o
1
N2134
•.,
.. .
^^™
^^^^^^^^^^m^Ê^^mi
N.v.ZAADHANDEL «S^ENZAADTEELT
Amstelstraat - Amsterdam
V
/HA.HOBBEL
Leveriag aan lan
FABR: :
VEKA
ROTTERDAM
van een beleerend, doch vooral niet oeleerd tijdschrift voor slechts
DE CAMERA
I
Telef. 43306 DIR.: F. A. NOGGERATH Zaterdag 14 Augustus en volgende avonden, 8 uur
OOUGENSPLAAT
VRUCHTEN DROPS IN ROLLEN HEERLIJK FRISCH — FIJN VAN SMAAK
24 nummers per jaar f 1.50 per kwartaal
J
Nieuwe operette, muziek van Margie Morris. In de hooldrollen: ELSE GRASSAU EMILE v. BOSCH NAP DE LA MAR JEAN JANSSENS
Piaatsbesoreking dagelijks van 11 tot 7 uur.
^mstellaan 04 - yTmsterdam Telef, 28474
PER HALF JAAR ZULK EEN TIJDSCHRIFT IS
Specialiteit in T^oderne en artistieke fotos
de vraagbaak voor den Radio-amateur.
GEEFT U ALS ABONNÉ OP bij de Adm. van ELECTRO-RADIO, Hofwijckstraat 9, Den Haas
EERSTE HULP VOOR . . VERLEGEN MANNEN.
DE ZWERVER
Godfried de Groot
2.75
VAN WEEK TOT WEEK
IFILCWÄ
TAen sie de vele reproducties van ons werk in ..HetWeehblad" Cinema SSheater
Birgit Engeli Birgi! Engeli heeft in ons land als sopraan-zangeres haar naam jevesligd. Woensdag 18 Augustus zal ze in het Kurhacs te Scheveningen weer optreden. Vrijdag d.a v eveneens in de 4de symohonie van Mahler en op het concctr van Zondag 22 Augustus ten derde male. Deze drie conr^rten staan onder leiding van orof. Georg Schneevoig;
VAN OVERAL Jjc nieuwe ^uapaii lilin The Circus, ^a; in den herfst in Europa komen. Volgens Lichtbiid-bühne is voor dtze vertoonmg het New Galery theater voor onbepaalden tijd gehuurd. De afgeloopen „season" in Londen was drukker dan ooit te voren. Ondanks arbeiders- en economische moeilijkheden gaat 'n deel der engelschcn, gesteund door de vele vreemdelingen, die Londen bezoeken, voort met zooveel mogelijk te genieten. Ook de komende winterperiode schijnt in denzelfden geest te worden aangevangen. Wel 'n sterk bewijs hiervoor ligt in het feit, dat verschillende van de groote hotels hun feestzalen van den aanvang van het seizoen tot na kerstmis nu al reeds bezet hebben. New-York heeft z'n eerste school voor „syncopation" gekregen, waar op alle jazzinstrumenten onderricht wordt gegeven. Vennoedelijk krijgt Chicago wel spoedig z'n jazz academie.
Stukgeloopen voeten
PUROL
Dit jaar is het honderd jaar geleden, dat de accordeon werd uitgevonden. De inventie kojnt op naam van een franschman, Charles Buffet. Hij heeft zeker niet kunnen verwachten, dat dit echte volksinstrument heden ten dage in de deftigste dansinrichting een belangrijke rol zou spelen. Maar wie van onze grootouders heeft kunnen gelooven, dat de jazzband nog eens „troef" zou zijn ?
GEBRUIKT
TANGO. CHARLESTON etc PRIVAATLESSEN
C.KLINKERT Amsterdam, Tel. 2-4232 Te Zandvoort : Hotel d 'Orange
„Ready Cream" wordt geleverd in potten van T Kilogrann tegen toezending van £3.— aan de
mEPpmumK wm ©©niiwuii^
Z. BINNENS1NQEL 211
99
DEN HAAG
ZIJDEN DAMESKOUSEN BLIJVEN ALLEEN DAN GLANZEND EN SOEPEL, INDIEN U ZE WASCHT IN
De belgische koningin, die de vorige weiek jarig was, is een bijzonder actieve vrouw. Dit is wel bekend, doch slechts weinige menschen weten, dat zij een hoedenwinkel bestuurt, welke zij indertijd oprichtte om meisjes de gelegenheid te geven zich als modiste te bekwamen. De winst, welke met deze onderneming bereikt wordt, besteedt zij aan weldadige doeleindien. Trouwe lezers zullen zich wellicht herinneren, dat wij indertijd over het eigenaardige tooneelwerk van Karel Capek geschreven. Het was getiteld R. U. R. en werd het gegeven reeds voor dien behandeld: de kunstmatige mensch. Doch in R. U. R. gaat de schrijver verder. Hij laat het product van het menschelijk vernuft tegen zijn maker, den mensch, in opstand komen. Dit gegeven zal thans door de Paramount verfilmd worden.
.
■■
Mannen zijn, tegenwoordig veel verlegener dan vrouwen. Je behoeft er de engelsche (vroeger sprak je van duitsche, doch die glorie is voorbij) humoristische bladen niet op na te slaan om tot deze overtuiging te komen. Het werkelijke leven, altijd nog meer zeg gend zelfs dan een engelsch humoristisch blad, bewijst het. Eiken dag.
* * * Verlegenheid kan zich op verschillende manier uiten. Zelfs door het vertoon van mverschüligheid, door een houding van vrijmoedigheid. D'r zijn mannen, die verlegen zijn en niet in het publiek durven op te treden. Of verlegen in gezelschap, in zaken.
* Het ergste is er de man aan toe die verlegen is in de liefde. En dat er tegenwoordig vele mannen te verlegen zijn om de vrouw van hun keuze over hun liefde, hun bewondering, hun aanhankelijkheid te spreken, waarlijk men kan het begrijpen, wanneer men den ongegeneerden toon, de zelfbewuste (bijna had ik het woord „mannelijke" ervoor neergezet) houding der jonge meisjes ziet.
* * * En toch geloof ik, dat men aan den verlegen man in deze positie geen beteren raad kan geven, dan z'n schroonr op zij te zetten. Au iond is de vrouw hetzelfde gebleven. Uiterlijk en in bijkomende zaken is ze veranderd. Ze wil niet meer voor sentimenteel aangezien worden. Heur haar en haar manieren moeten jongensachtig zijn. Maar d'r hart....
* Het gros der vrouwen houdt meer van een verlegen man, dan van een die behept is met een te groote dosis zelfvertrouwen. Want een vrouw met haar aangeboren scherpzinnigheid begrijpt heel wel, dat een verlegen man daarom nog niet een onbeteekenend mensch is. Zij doorziet hoe achter zijn vrees, heel wat goede eigenschappen verborgen kunnen zijn. En daarbij komt, ilat de „moeder", die in iedere vrouw leeft, nbewust meestal, direct tot helpen, tot x-gemoetkomen geneigd is. ♦
*
*
Daarom verlegen mannen, vreest niet. dat ge u belachelijk maakt, indien ge van uw liefde doet merken, er over spreekt tot haar naar wie uw hart uitgaat. Denkt dat als ze u bruskeert, afpoeiert, )at ze dan ook uw liefde niet verdient.
* Tot de mannen, die verlegen zijn in zaken, in het publieke leven... ja, tot die „ongelukkigen" zou ik zoo graag iets willen ?eggen. Maar dat gaat niet meer in de ruimtevan dit weekpraatje.
Adela Facniri-d'Arangi Adela Arangi werd te Boedaoest geboren. Ze was een nicht van den bekenden Joseph Joachim, van Wien ze een deel van haar opieiding genoot. Ze was ook nog een leerlinge van Hubag. Na den dood van Joachim erfde Zf een zijner violen.die ze thans nog besoeeit. Met een buitenlewoon succes heeft deze kunstenares in bijna alle landen van Eurooa concerten gegeven.
EN Alk £/WAT Engeland is altijd het land geweest, waar de meeste „rois en exil" toegang vonden. Ook ditmaal zijn in Londen tal van onttroonde kroondragers ' bijeen. Zoo zijn er Manuel de ex-koning van Portugal met zijn vrouw, de ex-koning George van Griekenland met de mooie koningin Elisabeth, een roemeensche prinses. Haar zuster de koningin van Joegoslavië heeft haar in Londen ontmoet. Zij bracht haar zoontje mee met de bedoeling hem daar een tijdje te laten. Zij namen hun intrek in de badplaats Harrogate. De beroemde canadeesche roman „Maria Chapdelaine", van den jong gestorven franschen schrijver Louis Hcmon, zal worden verfilmd. Het plan bestaat het meerendeel der scènes in Canada op te nemen, in de streek der afgelegen ontginningen, waar de geschiedenis voorvalt. Een zeker eigenaardige film is die getiteld „Cabinet film". Met den premier Baldwin zijn nog drie andere engelsche mi nisters, terwijl ze met hun werk bezig zijn, verfilmd. De bedoeling van deze opname is om het publiek duidelijk te maken, hoe zwaar de taak is van een landsbestuurder. 'n Reklamefilm dus. Maar een van het allerbeste soort. Helmuth Marx, die bij de Ufa als specialiteit op verlichtingsgebied, o.a. in de Nibelungen, zulk uitstekend werk gedaan heeft, is volgens de Daily Mirror, door de British National Pictures geëngageerd om in de nieuwe studio's de electrische verlichting te installeeren. Binnenkort zullen de groote parijsche modehuizen hun nieuwigheden voor de herfst- en wintermode publiceeren. Het schijnt dat rood, vooral wijnrood tot 't rood van de bieten toe, troef wordt. Ook bruin on groen zullen veel gedragen worden. De manicuristen hebben een nieuwe mode ingevoerd. Gekleurde nagels. En de kleur wordt gekozen in overeenstemming met de tint van de japon die gedragen wordt. Een dame, die aan deze nieuwe mode wil meedoen, moet zich dus meerdere malen per dag de nagels laten kleuren of 's morgens, 's middags en 's avonds dezelfde kleur dragen.
. „Plet," zei ze, toen ze zonder veel omhaal mijn kamer binnenviel, haar eenigszins transpireerend aangezicht met een- hevig naar chypre geurenden, rooden zakdoek koelte toewuifde, en met een groote hoeveelheid ah's en ob's in mijn eenigen, deze gewelddaad met weeklagend gekreun beantwoordenden clubfauteuil, neerzeeg „Plet, de weduwe Plet, uit den Haag". „Van de Plettcrijkade ?" waagde ik schuchter een gewild-grappige opmerking. .. „Neen, mijnheer, van het artistenpension Plet. meest gerenommeerd adres met eigen keuken-en-slaapkameri-ineenl" Ik drukte mijn aangename gevoelens in eenige welgekozen zinswendingen uit en informeerde naar het doel van haar komen. ,,Ik ben een moderne vrouw, mijnheer, ik ga met mijn tijd mee .... ik kom voor de dansles, den rhytmischen modemenacrobatischen dans . ..." ,,.... is het meest gezonde voor den wordenden mensch," stemde ik grif toe, „hoe oud is uw dochtertje ? ..." Een vlammende, een doodende blik schoot uit haar, helaas niet geheel gelijkgerichte oogen naar mijn onschuldig, in oprechte belangstelling haar taxeerenden blik, en met verbazing aanhoorde ik de orakelwoorden : „Ik kom voor mezelf". „Hoe oud schat u mij ?" Daar ik deze pijnlijke vraag altijd daardoor naar ieders genoegen probeer te beantwoorden, door van mijn schatting een twintig jaren af te trekken, antwoordde ik met een gezicht, waarop duidelijk te lezen stond, dat de eerste leugen nog over mijn lippen moest komen: „Nou ... op z'n hoogst, op z'n allerhoogst veertig jaar." Een zelfgenoegzaam lachje krulde haar geschminkte bovenlip, en onthulde de ontbrekende tanden. „Vijfenzeventig; op 20 Juli met God z'n-hulp vijf en zeventig, meneer, éénmaal getrouwd, nog nooit een andere ziekte gekend . ..." Ik dacht aan een, laat ik maar zeggen . .. niet meer als normaal te beschouwen mensch, en, alsof ze mijn gedachten gelezen had, hield ze me plotseling een uit een tijdschrift gesneden artikel voor mijn neus en zei triomfantelijk: „Hier, leest u dat nou eerst eens, en dan spreken we verder . . .." Het bew-uste artikel was een uitknipsel uit het laatste „Programm", het duitsche artistenvakblad, en met interesse las ik het volgende: „De oudste danser der wereld 1 „In Mexico werd de^e week „het meest eigenaardige debuut „gevierd, dat wij ons sinds „Ungen tijd kunnen herinneren.
I
.
ModGFaismG LuiGIDI ~~- o
„Een daar levende indiaan, „volgens de statistieken precies „153 jaar oud, trad voor de „eerste maal. in zijn leven op „de planken, en wel als danser „van de overgeleverde, oudste „indianendansen. „Het succes van deze nieuw„ste attractie was enorm, en „de directie heeft hiermede een „bijzonder gelukkige greep ge„daan. „Dit eigenaardige nummer is onmiddellijk geprolongeerd, ter„wijl talrijke aanvragen van „andere theaters telegrafisch „binnenstroomen, zoodat men „binnenkort ook in andere „steden dit nummer zal kun„nen zien optreden." „Nou," zei ze triomfantelijk, „en ik ben pas vijf-en-zeventig, of liever, ik moet het pas worden .. . een rijke toekomst ligt voor me. .. wat zijn de condities voor de lessen .. ." Ik voelde, dat hier toch niets was tegen te spreken, en maakte de condities uit, met als eerste voorwaarde, het vooruitbetalen van tien lessen — vijf en zeventig jaar... je kan nooit weten! De exercise, posities, arabeske, en de ontelbaar vele passen zijn ingepaukt, het gewicht van mijn oud-jeugdige leerlinge is met vele heele en halve ponden verminderd, de clubfauteuil ?wijgt, als ze met elegance zich erin neervlijt! De engagementsaanvragen naar alle groote theaters en alle grootste agenturen op dit ondermaansche zijn verzonden — helaas is tot heden nog geen enkel antwoord binnengekomen. „Als u het eens met een partner probeerde," stelde ik voor, ^de groote attractie van 1926, het danspaar der 150 jaren!" Mijn idee vond een dankbare ontvangst, met algemeen« stemmen aangenomen werd het ook onmiddellijk uitgevoerd. Telegrafisch ging de annonce naar 't Programm „ganze Seite, Text wie untenstehend: Danspartner gezocht, door volleerde 75-jarige danskunstenares. Grootte niet boven 1.63 M., leeftijd niet onder 70 jaren. Serieus. Brieven etc.
Het resultaat was overweldigend I Behalve 23 telegrafische aanvragen van verschillende persbureaux om nadere inlichtingen en een persoonlijk bezoek van den directeur van het wereldberoemde Steinachsche verjongingsinstitnut, die tegen een draadloos ontvangen aanbod van het beroemde parijsche instituut „Jeunesse ' et Beauté" om haar portret en levensbeschrijving tegen enorme vergoeding in alle kranten en tijdschriften te vereeuwigen, onder vermelding van de wonderbaarlijke werking welke de „Crème de Santé" op het Pletsche aangezicht had verricht, echter niet óp kon bieden, — ontvingen w^ 2398 brieven, 1735 kaarten en 99846 drukwerken. Met koortsachtige haast en zenuwachtige spanning doorvloog de aanstaande dansster de brieven, die ik haar stuk voor stuk toestak, nadat ik ze uit de couverts had genomen; een werk waarbij ik alle krachten noodig had, om de verslindende haast van de Pletsche energie bij te houden. Na lang wikken en wegen, na lang schiften, en schiften, na lang bestudeeren van de vele fotografiën en-face, en-profü, van heel en half kaalhoofdige mannen, van oud-acrobaten, van balletmeesters-in-ruste, van rentenierende-vroegere-ondero fficiren-der-zee-en landmacht, van wel - en - niet - oud - artisten, van menschen-die-niet en menschendie - nooit - anders - dan-aan-het (tooneel - Verbonden, - waren-geweest, van mannen-- die - eventueel - een echtelijike - verbinding - wenschten en verstokte- vrijgezeïlen, in het kort, na lezing van alle ingekomen antwoorden, hield ze eindelijk den éénigen, den juisten, den meest geschikten, den langgezochten danspartner Jacob Platt, den wären Jacob over. „Twee en zeventig jaar, vier maal weduwnaar, vroegere gymnastiekleeraar aan de opleidingsschool voor krankzinnigenverpleegsters, daarna portier van hotel-Stadt-Wien-in-München ...."
De Pletsche opinie promoveerde hem tot den aangewezen man! Ik ben sindsdien drie maal verhuisd. We hadden vergeten te informeeren hoe zwäär Platt woog. Hij was namelijk alles behalve plat en helde erg naar den kogelvorm over. De amsterdamsche huizen zijn aan de dansrepetities, van dergelijke „objecten" niet gewend, de bewoners nog minder. Niet alleen dat de kalk van de muren viel en de lampen van twee-, drie- en eenhoog na elke les door de Plet-Platt-combinatic extra moesten worden vergoed, — neen, ik kreeg van de bouwpolitie een aanzegging, dat als ik voortging dergelijke eischen aan het door mij bewoonde perceel te stellen, er tot het aanbrengen van een tweede serie heipalen onder de fundeeringen op mijn kosten zou moeten warden overgegaan. Dat is echter van een eenvoudigen leeraar in de klassieke danskunst te veel verlangd! Daarom repeteeren we tegenwoordig in de open lucht, in het Stadion! Jammer, jammer voor de danskunst, jammer voor de diverse verjongingsmiddelen, jammer voor de verheffing van het tegenwoordige variétépeil, jammer voor de vele agenturen uit binnen- en buitenland, jammer voor Max van Gelder, Saks en andere op nouveauté's belustelingen, jammer, jammer ... dat er aan de hoopvolle plannen een zoo plotseling einde moest komen. Vanmorgen vond ik namelijk' drie brieven, of liever twee brieven en een drukwerk in mijn brievenbus: een brief van Plet, een brief van Platt en een PletPlattsch drukwerk. De eerste brief luidde: „Geachte leermeester. Omredens ik me met Platt heb verloofd en omredens ik daardoor niet op de planken mag, moet ik om deze reden met de lessen ophouden. Ik eindig met me beenen, maar niet met mijn hart. In dankbare herinnering Wed. Plet. De tweede: " „Geachte heer. Hierdoor deel ik u mede, dat de weduwe Plet en ik besloten hebben het huwelijksbootje nog eenmaal te laten zee kiezen, waardoor voorloopig aan de danslessen een einde moet komen, daar we andere dingen te doen hebben. Met hoogachting Jacob Platt. Het drukwerk bestond slechts uit eenige regels: „Van hun voorgenomen huwelijk geven hif rmede kennis: Johanna Christina Elfrieda Plet geb. Bolle en Jacob Platt. Den Haag. Münzen.
Nß MEISJES Har HUIS
W'
■y
■
m
Philip Antony, een aim de familie Cooper met Hal af. haar den volgenden middag muzikant, wordt verliefd op de
a
hnje met juwcclen van mevrouw Cooper. Hij ontsnapt langs de brandladder, gaai Hope's kamer binnen en zet den koffer even neer. Bij ver gissing neemt hij dan Hope's koffer mee. Het meisje bemerkt den volgenden dag dat de prijt* van de kamer 50 dollar be draagt, terwijl zij er nog slechts 25 bezit. Zij doet dit geld in een enveloppe voor den hoitelier en keert terug naar Goldendale Mevrouw Cooper stelt de directie in kennis van het ge stolene en omdat Hope ver dwenen is, verdenkt men haar. Een detective gaat naar Goldendale en vindt den gestolen koffer bij Hope. Zij wordt aan gehouden en Hal komt juist in het huis van Anthony aan, als haar ontstelde vader haar in de gevangenis wil opzoeken. Mevrouw Cooper en Lola eischen de strengste straf, duer voor Hope bestaat, maat als Hal den koffer met juweelen ziet, bedenkt hij dat de heer Billings hem eenzclfden. koffer in bewaring heeft gegeven. Hij spoedt zich naar het hotel en Bildings wordt ontmaskerd. Hal draait het rijke meisje Lola den rug toe en gaat met Hope en haar vader mee naar huis .... Len alleraardigste Hap-tihn welke in het W'.h. Theater in Rotterdam wordt gegeven
i^^^^^^H
■^
■^^^
^^^^"
EVMIW DE ZILVEREN ADELAAR Paul Williard, een jong Amerikaan, die, tijdens den grooten v-reldoorlog onder een aangenomen naam bij het Fransche leger als vliegofficier had dienst genomen, en George Vanesse, c-rnder mechaniciens, waren beiden verliefd op Mary, de kelnerin van een oude herberg, even achter het front. Uit jaloezie maakt Vanesse het vliegtuig van kapitein Nungesser, een der grootste Fransche luchtbelden, onklaar door het officiers-insigne van Paul tusschen den motor te steken. Het insigne wordt gevonden en Paul wordt gedegradeerd en tot 20 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Vanesse vertelt hem echter, dat Nungesser zelf het insigne in den motor heeft geplaatst, omdat hij vreesde, dat zijn roem door dien van Paul overvleugeld zou worden. De ouders van Paul Williard zochten jaren lang tevergeefs naar hun zoon. Het feit, dat hij onder een aangenomen naam dienst had genomen, maakte het onderzoek uiterst moeilijk. Zeer toevallig ontmoetten zij echter Vanesse, die zich in Amerika als vliegtuigfabrikant had gevestigd. Zij toonden hem de photo van Paul en Vanesse vertelde hen, dat Paul als een held was gestorven. Hij hoopte de vriendschap van de rijke Williards te verwerven, daar de eenige dochter van senator Williard nog ongehuwd was. Eenige maanden later, op een pleizierreis in Europa, ontmoetten de Williards kapitein Nungesser. Ook thans werd het gesprek op Paul gebracht en door de photo wordt deze ook door Nungesser herkend en deze besluit al het mogelijke te doen om de invrijheidstelling van Paul te verkrijgen. Dit gelukt hem, doch Paul overlaadt hem met de heftigste verwijten. Onmiddellijk na zijn ontslag begaf Paul zich naar de oude herberg, waar hij zeer zeker Mary weder zou ontmoeten. Hij verneemt, dat deze met Vanesse is getrouwd en naar Amerika vertrokken. Met behulp van den Amerikaanschen consul wordt hij naar zijn geboortegrond teruggezonden, doch durft zijn familieleden niet meer te ontmoeten. Als een dief sloop hij rond het ouderlijke huis. Hier ontmoette hij Vanesse, die hem vertelt, dat Mary hem verlaten heeft en tevens dat zijn zuster thans verloofd is met Nungesser, Paul s grootsten vijand. Vanesse neemt Paul mede naar zijn huis, waar hij Lucille Williard opbelt en haar verzocht hem met kapitein Nungesser te komen bezoeken, daar hij groot nieuws voor haar heeft. Hij vertelt haar dan, dat haar broeder nog leeft, doch dat hij door Nungesser onteerd is. Ontroerend is de ontmoeting tusschen broeder en zuster. Lucille verbreekt, tot groote vreugde van Vanesse, haar verloving met Nungesser. Deze laatste geeft zich echter nog niet gewonnen. Er zijn plannen uitgelekt, dat Vanesse de luchtmail wil berooven, hetgeen dezen inderdaad gelukt, dank zij een sensationcelcn ^pmni' van zijn handlanger van het eene vliegtuig op het andere, waardoor deze den bestuurder van de luchtmail, met de revolver in de hand, tot daling dwingen kon. Op het moment dat Vanesse zich met de buit per vliegtuig uit de voeten wilde maken, verschijnt Nungesser met zijn snelle Nieuwpoort, en na een spannende jacht wordt het vliegtuig van Vanesse neergeschoten. Stervende teekent deze nog een verklaring, dat Paul Williard onschuldig is en de film eindigt als vier menschen eindelijk hun geluk hebben gevonden.
POETSEXTRACT „GLIM" even goed als het buitenlandsch fabrikaat, maar goedkooper.
SMOKKELAARS Bij helderen hemel doorkliefde de Southern Cross de golven der tropische zee. De bemanning bestond uit een groep ruwe^ onversaagde kerels, die alleen beheerscht werden door de krachtige vuist van kapitein Harstow. Geen wonder, dat het scheepsvolk „den ouwe" liever niet zag, want zij vreesden zijn geweldige kracht. De eenige vriend, dien kapitein Barstof op het schip had, was de tweede stuurman. Harges genaamd. Aan boord van het vrachtschip bevonden zich als éénige passagiers Nance Clayton, met zijn vrouw en kind, die met dit schip een lading piano's vervoerde. Dikwijls was de vrouw van Clayton getuige van het barbaarsch optreden van den kapitein tegenover het scheepsvolk en zij probeerde hem dikwijls wat milder te stemmen. Met voorspoedigen wind gleed het schip over den wijden oceaan, doch een wolk, die in het Westen opdoemde, deed den kapitein met bezorgdheid naar den hemel zien.... een storm was op til. Weldra brak het onweer los en alleen de kunde van den kapitein maakte het mogelijk, het schip te behouden. Den volgenden dag, toen de zon weder helder scheen, vroeg de kapitein aan Mevrouw Clayton voor hem eenige liederen te zingen.
Isnaz Tiegerman Ignaz Tiegcrmnn is een zeer lalenlvol pianisl. die zich 23 Auguslus o.s in hel voiksconcert onder leiding van Ignaz Neumark, in hel Kurhaus Ie
Schcveningcn zal doen hooren. Er waren piano's genoeg aan boord om haar zang te begeleiden. Een piano werd uit het ruim op het dek geplaatst en toen bleek, dat zij allen geladen waren met vuurwapenen. Nu ging den kapitein een licht op. Deze vuurwapenen waren bestemd voor een opstand te Puerto Cortez en het scheepsvolk behoorde tot de heethoofden, die een opstand aanstookten. Goede raad was duur. Wat kon kapitein Barstow tegen zoo'n overmacht beginnenl Hij besloot dus, de zaak voorloopig te laten rusten, totdat zij in veiliger haven waren. Maar daar aangekomen, waren de bandieten hem vóór en dienden een valsche aanklacht tegen hem in. Kapitein Barstow zweeg bij zijn verhoor voor de rechters, want hij wilde Mevrouw Clayton en haar kind sparen. Eén woord van hem.... en haar man werd zeker naar de galeien gezonden. Zoo werd kapitein Barstof veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Clayton had nu vrij spel. De voorbereidingen tot deij opstand vorderden. Toen het oproer uitbrak, maakte een schot een einde aan het leven van Clayton. Maar voor hij stierf, deed hij de bekentenis, dat de aanklacht valsch was geweest en dat Kapitein Barstow onschuldig was. Toen Clayton de oogen voor goed sloot, drukte hij de hand van een eerlijk man; het was de hand van Kapitein Barstow.
LEVEND DOODI Mathias Pascal, een jongmensch met een nonchalante houding, is de zoon van den Graaf van Rocchino en in zijn Italiaansch dorp opgevoed door zijn moeder, voor wie hij een teedere liefde koestert. Zijn onstuimig gemoed kan zich OD den duur niet in het eentonige leven schikken. Langzamerhand treedt de zorg het huisgezin binnen en Mathias doet het voorstel om het landgoed te verpachten. Zijn moeder is er op tegen. Dan neemt Mathias zijn toevlucht tot de studie, doch verneemt op zekeren dag, dat de trouwelooze rentmeester Maldagna Mevrouw Pascal gedwongen heeft het erfgoed te verkoopen. Zonder geld zal hij voortaan een eenvoudig leven moeten lijden. Op een dag belast de belachelijke Pomino hem met een delicate zending. Jerome bemint de schoone Momilde en belast Mathias haar zijn gevoelens over te brengen. Gedurende een feest spreekt hij Romilda over de liefde van Pomino, als hij plotseling de teedere blikken bemerkt, die zij hèm toewerpt. Hij gaat zelf met Romilda trouwen. Langzamerhand wordt het huwelijksleven hem ondragelijk, Romilda's moeder is oorzaak der huiselijke twisten, slechts de geboorte van een dochtertje belet Mathias om heen te gaan. Een vreeselijk ongeluk treft dan den jongen man — zijn moeder en zijn kind sterven op denzelfden dag. Hij wil een nieuw leven in een andere wereld beginnen. In Monte-Carlo begeeft hij zich naar het Casino, hij werpt zijn twee laatste geldstukken op de roulette en om twee uur 's nachts heeft hij een winst van 500.000 francs. Nu wil hij naar huis terugkeeren, als hij in een courant leest, dat men hem gestorven waant — zijn lijk heeft men uit het water opgehaald en herkend. Mathias Pascal behoort niet meer tot de levenden! Hij besluit zijn nieuwe rol zoo goed mogelijk te spelen. Hij heeft nu geen schulden meer — geen vijanden — geen schoonmoeder! Hij begeeft zich naar Rome. Daar hoopt hij gelukkig te zijn onder den naam van Adrien Meys — hij ziet echter in, dat hij geen positie, geen referenties en geen vrienden heeft en de banken en groote hotels sluiten hun deuren voor hem. Hij ziet zich genoodzaakt bij een eigenaardige familie zijn toevlucht te zoeken. De vader is spiritist, zijn dochter een lief meisje. Mathias bemerkt spoedig, dat hij het mooie meisje afgodisch liefheeft. Reeds bespreken de jongelieden hun toekomstplannen, tot groote woede van Terence Papiano, aan wien Paleari zijn dochter heeft beloofd. Op een spiritistenvergadering steelt Papiano 50.000 francs van zijn mededinger Mathias. Als deze hem bij de politie wil aanklagen, komt hij tot de ontdekking, dat hij eigenlijk ,,niemand" is en bij het verhoor het antwoord moet schuldig blijven. Meerdere ontgoochelingen volgen. Hij bemint Adrienne, kan haar echter niet van den dief Papiano redden, want hij is slechts wijlen Mathias Pascal. Adrien Meys moet echter in elk geval verdwijnen. Dus terug naar het vaderland, daar zal men hem herkennen en daar zal hij zich weder in Mathias Pascal kunnen veranderen. Als een geestesverschijning s^aat hij voor zijn verschrikte schoonmoeder en zijn vrouw Romilda, Jerome Pomino en den gehaatten Mald»gna. Een moment geniet hij van hun angstgevoelens. Maar wat ziet hij dan aan Romilda's vinger? Een nieuwe trouwring, Romilda is getrouwd met den leelijken Pomino. Mathias ziet er van af hem zijn plaats te betwisten. Hij vertrekt naar Rome — naar Adrienne — zijn liefde en het geluk tegemoet.
[
ELKK ABONNÉ, DIE ONS KEN ABONNÉ AANBKKNGT, HEEFT RECHT OP KEN MOOI HOEK
James Langham is reeds drie jaar met Claudia Schuyler getrouwd en om de klein st-e kleinigheden wordt er gekibbeld. James schrijft een boek doch Claudia heeft niet 't minste interesse daarvoor en als hij op een avond weer te laat is om naar de operette te gaan, verwijt zij hem, dat eeuwige geschrijf. Ten slotte gaan ze maar scheiden. Claudia neemt haar intrek in een van de aanzienlijkste hotels, waar zij baron de Marsac ontmoet, met wien zij voor haar huwelijk al eens in Parijs kennis had gemaakt. Deze besluit Claudia voor zich te winnen. Op een diner in het Rexford Hotel treft James eveneens den baron en deze, die niet weet, dat Claudia met James getrouwd is geweest, v«rtelt hem, dat hij werk van Claudia maakt, omdat ze rijk is. James voelt nu hoeveel hij nog van zijn vrouw houdt, hij heeft daarna nog een onderhoud met Claudia, waaruit deze be merkt, dat hij haar nog bemint en ze weigert daarom den baron te trouwen. Intus sehen zegt juffrouw Moon, die tijdelijk de huishouding bij James heeft gedaan, maar door de dienstboden de deur is uitgezet, dat zij haar sleutels nog in het huis ver geten heeft, waarom James met haar naar zijn woning gaat. Zij worden door een vreeselijke regenbui overvallen en in huis gekomen, trekt zij bij den haard haar mantelj schoenen en kousen uit, waarop James haar naar de logeerkamer verwijst. Claudia denkt nog altijd aan James en besluit hem direct te gaan opzoeken om zich met hem te verzoenen. Als zij binnen komt, ziet zij de vrouwenkleeren bij den haard liggen en direct wil ze teruggaan. Ze wordt echter tegengehouden door de dienstboden, die op het punt staan te vertrekken. Ze gaat naar het hotel terug en zegt tegen den baron, dat zij bereid is met hem mee te gaan. Maar James hoort wat er gebeurd is en hij belt haar op om haar alles uiteen te zetten; zij antwoordt hem, dat de trein over tien minuten vertrekt. Voor James Staat dus alles op het spel, hij gaat haar direct achterna, treft haar terwijl de trein op het punt staat te vertrekken, trekt haar met zich mee en als zij bij hem is en hij alles opgehelderd heeft, weet zij dat dit de eenige en laatste maal was, dat zij uit elkander gingen.
De Bruiloft van „Kloris en Roosje" Door het Vereen.gd Tooneel werd op Frankendaal een voorsieiiing gegeven van , De Bruiloft van Kloris en Roosje.
,,De Zwerver" In htt thtattr Flora te Amsterdam werd Zaterdagavond met groot succes de première gegeven van de nieuwe ooerette .De Zwerver". Hierboven Nap de la Mar er. Aaf 3ouber-ten Hooe in de eerste acte. Foto hieronder Else Grassau en Jean Janssens in de eerste acte.
De dochter van Ouwe 3aap Ni den geheel verbouwden en gerestaureerden Circus-Schouwburg te Rotterdam, is het speelseuoen begonnen al ,0 n 1 u» «f ),OP;07'n9 ïan h
.
htn
,
,4U
..De Ooievaar vergist zich niet"
niet" vienrraaRek!ader la Ma?^ WFrd, 0D ■tp0°3="|>l'k .°P9"oe,d het zomerstuk .De Ooievaar vergist zich v.i.n.r. Kiek de la Mar, Nelly Faassen-Ernst, Lo^ls de Bree, Annie de Bree-Bakker, Sylvain Poons
n
, j
. ^
Een
^ V
zeldzaam jubileum
. n r . ft. AKKermans, M. B^ F. v. Tilburg, C. J. H en M. Maas. allen zittend.
Muller. W. de Groot. C. v. Werven, I van PoDoel ' • ■
De
konmg van Claudius Clv lus, J. U„, A c L-I / de heer A. F. Kleefsua
't Was lente ... Ik stond voor mijn geopende venster en staarde in purper-kleurigen avondhemel... Mijn. gedachte speelde met vage beelden, herinneringen zonder contouren, haast vergeten dingen, die geleidelijk opdoemden v^n achter de randen der gouden walken, heel ver .... .... Waarom, waarom moest ik juist vandaag dit boek, dat ze me gaf bij haar afscheid, in m'n handen nemen ... ? Interesseerde mij het werk plotseling ... ? Neen .. . Was het de herinnering aan het feit „waarvoor" ze mij dit geschenk gaf, die mij dit boek deed nemen van de bovenste plank, uit een hoek van mijn kast...? Neen... ... Wat was het dan wel . .. ? Ik weet het niet.... .... Sinds haar heengaan heb ik niet veel aan haar gedacht... Eigenlijk beteekende ze ook zoo weinig in mijn leven .. . Wat was onze verhouding meer dan een caprice, een onverklaarbaar hyaat in mijn overigens rustige leven .. . ? Een kleine oneffenheid in de effenheid van mijn bestaan... dat gelukkig alweer voortvloeit rimpelloos, zonder al te heftige bewogenheidjes... De tijd heeft het bukkeltje in mijn plotseling geschokte leventje glad gepolijst en ik kan met een gerust geweten me zelf bekennen: een rol heeft Nita niet gespeeld in mijn leven ... .... Wat was ik voor haar... ? Vreemd, dat ik daar nooit eerder aan gedacht heb ... ? Was ik voor haar iets meer dan een aardige kameraad, met wien ze 't prettig vond van tijd tot tijd wat te praten ... te stoeien... te spelen ... ? Was ik iets anders dan een .^gezellig tusschenstationnetje" op de reis naar Indië, waar haar man wachtte... ? Ik geloof het niet... .... En toch... in haar oogen lag zooveel weemoed, toen ze dien avond bij me kwam voor de laatste maal... Dat is nu zoowat een jaar geleden ... Het was lente ... Van buiten steeg de geur van bloeiende seringen uit het park op . .. juist als nu ... Zou het de geur van de seringen zijn, die haar mij in mijn herinnering roept... ? Toen stond ik ook voor het venster ... en zag haar den hoek omkomen bij de lantaarn ... In de eene hand droeg ze een klein pakje, in de andere een paar takken bloeiende seringen, waarmee ze wuifde ... Een wuiven, waarin ik iets van de droefheid van een afscheid voelde ... Ik ging haar m de gang tegemoet ... liet haar binnen .... Het viel me op, dat ze zenuwachtiger, onrustiger was dan gewoonlijk en ik vroeg haar naar de reden van haar bewogenheid. Haar stem trilde, toen ze zei: .... „mijn lieve jongen, als deze bloemen verdord zijn,
G^fe^yäoeA^ oo^r»
MAURICE PARSER ben ik ver van je weg ... Morgen vertrek ik naar Indië. Ik heb voor Lize — en voor jou — m'n vertrek verzwegen, omdat ik jou eenige moeilijke dagen wilde besparen .. . Laat dit boek een blijvende herinnering zijn aan vele mooie oogenblikken, die ik bij je beleefd heb Weet, dat je iets heel liefs in mijn leven geweest bent . . ." .... Ik lachte ... en zag haar verschrikte oogen die groot en vragend naar mij opkeken .... Het statig, plechtige van haar speech leek mij zoo dwaas, zoo in wanverhouding tot het simpele van 't geval, dat ze naar Indië moest vertrekken. Dat hebben we immers voor-
uit geweten ... zij ... en ik ook . . . dat een vacantic van een jaartje naar Holland, nou eenmaal niet langer duurde dan een jaar... dat het afscheid moest komen ... Dat ze naar haar man terug moest. . . Wat was er in 's hemelsnaam eenvoudiger . . . ? De veronderstelling, dat ik haar voor goed bij me zou houden kon niet in haar opgekomen zijn... ze had hèm... en ik had Lize . . . Waarom dan dat sentimenteele slot .... ga verder met 'n zoen . .. en een lach .. . e'est la vie .. . Bovendien ... ik heb het haar altijd uitdrukkelijk gezegd:. . .„Lize, is één... jij—bent nummer twee... Lize, die goeierd, is er om de
UIT DE ROTTERDAMSCHE HAVENS
Een interessante logee Een der grootste mailstoomers het s.S. ,,Paris" metende ongeveer 3600 ton is deze week de Rotterdamsche haven binnen gekomen en is in het dok van Wilton opgenomen om gerepareerd te wotden.
Een schip in een schip Een aak, die naar Buenos-Ayres moet worden vervoerd, wordt in twee helften in het s.s. „Alunda" geladen.
zorgjes, de dagelijksche beslom meringen mee te deelen ... en jij bent er om mee te lachen, om die beslommeringen van het leven te vergeten , .. Dan gaf ik haar een tikje op haar wang en ze keek naar me op . . . met iets in haar oogen van een trouwen hond .. . . ■ Ja .. . ze was lief . .. Nita . . . . . . Als Lize toen geweten had . . . hoe we eigenlijk ons bezondigden aan een gruwelijk misbruik van haar vertrouwen... zonder sentimenteel te worden, moet ik erkennen, dat ik me schaam, als ik er aan denk hoe schandelijk geraffineerd ^want dat is eigenlijk het woord — wij Lize bedrogen hebben ... Ik sprak in haar aanwezigheid met Nita over kunst, over boeken, beelden, terwijl haar kussen nog op mijn lippen brandden .... Gelukkig, dat Lize dat nooit geweten heeft — het zou haar veel verdriet gedaan hebben... en dat is mijn episode met Nita niet waard geweest. . . Tot wonderlijke excessen kan een mensch geraken . . . Welke machten in ons — of om ons — zijn het toch, die ons er toe drijven dingen te doen — die we liever, om alles ter wereld, niet op ons geweten zouden willen hebben ?. .. Het kwam me soms belachelijk voor, dat ik, toch inderdaad al oudere man, met een rustig huwelijk, zonder uitbundigheden, werkelijk tegen mijn zin, me ging storten in een avontuur met een piep jonge vriendin van mijn vrouw, die toevallig wat bij ons logeerde... En eigenlijk is het zoo begrijpelijk ... Ik kon me immers niet onttrekken aan haar charme ... Beken het. . . ze was jong . .. bracht iets als een nieuwe lente in het huis ... ja ... zeelucht hing om haar heen . . . tintelende, prikkelende zeelucht ... Ze was bekoorlijk .. . bracht mijn bloed in beweging ... gaf me inspiratie . . . zooals ze stond in het atelier . .. zooals ze poseerde .. . Neen... het beeld dat ik naar haar maakte verkoop ik niet... nooit... dat bewaar ik ... ja ... en als ik tien jaartjes ouder ben, zal ik er met welbehagen naar kijken... en haar me gnuivend herinneren... „Nita, zonde uit mijn jeugd!"... mijn rijpere jeugd ... .... Neen... als ik er goed over nadenk, dan geloof ik niet, dat ze mij zoo heelemaal onverschillig is geweest... Bepaald niet... Ik was altijd een practisch mensch en heb begrepen — vanaf het oogenblik dat er iets van warmte in onze verhouding begon te komen — dat ze niet anders voor mij mocht worden dan 'n soort van „tusschenzang" in de melodie van mijn bestaan, dat inderdaad aan een lichte monotonie begon mank te gaan ... Ik mocht mijn rust... die van mijn vrouw, niet vernietigen voor een... nu ja... ze was een schat... maar ze
,
'ONetl/ONA
CARLO
tef"^ Dona
Carlo
di
danskunstenares,
Malliioli wier
is
een
bewegingen
jonge alle
en talentvolle een
bijzondere
bekoring hebben. Don Carlo paart zijn technische kennis van de danskunst aan een zeldzame losheid van beweging. Dit duo, dat op het oogenblik in ons land vertoeft, is van plan een tournee door Nederlandsch-lndië te maken. Onze koloniën zijn van danstournée's meer verstoken dan van andere kunstreizen. Men zal dus dit dansduo stellig met open armen ontvangen.
■__L_^_
L.
moest terug . .. terug naar Indie .. . naar haar man .. . hoe eerder hoe liever. .. Dat heb ik dikwijls gedacht ... Ik herinner 't mij goed ... en daarom deed haar afscheidsspeech die ze, zei, met dikke tranen in haar oogen, een weinig komisch aan. Komisch...? — Neen... verdraaid, er lag iets van droefheid in mijn hart ... Ze is nu een jaar weg... ik durl het te bekennen, zonder gevaar, daarvan nu nog de nadeelige gevolgen te ondervinden ... Er lag iets van weemoed in mijn hart. toen ze zei, dat ze wegging.... en daarom ,,lachte" ik ... Wonderlijke dieren zijn we . . . . ., Sympathiek is het dat ze nooit schreef ... Met heimelijke briefjes zou ik me toch wel een beetje bezwaard gevoeld hebben en me nogal „slungelig" toeschijnen Neen . .. zóó is 't goed Zoolang ze hier was hebben we genoten de kleine genietingen des levens . .. vanaf 't moment dat ze wegging was 't uit. .. en heb ik niet meer aan haar gedacht ... tot nu ... vanavond ... .., . Waardoor kwam ze toch in mijn gedachte . .. . ? ... De geur van de bloeiende seringen ... ? .... Mijn gedachten gingen naar haar uit .. . ik nam haar boek ... en ... .... Ik moet hier lang gestaan hebben. Het was al donker toen Lize binnen kwam en me zei, dat mijn thee koud werd ... Ze bracht me mijn pantoffels, mijn steenen pijpje en informeerde met alle warmte in haar stem, waarover ze beschikken kon, of ik het niet koud had gekregen, bij het open venster. „Het was nog maar pas lente." — Ze gaf me den goed bedoelden raad: „vooral op „mijn leeftijd" toch op te passen, geen kou te vatten. We waren zachtjes aan geen kinderen meer . . . Dat moest ik vooral niet vergeten ... ." .... „Mijn goeie oudje . .." Gek, nu ik aan Nita.had gedacht, vond ik dat je de rimpeltjes bij mijn vrouw, zelfs in 't half donker, al aardig begon te zien ... Ik gaf haar een fermen kus . . . Mijn goeie oudje Door mijn hart ging een vleug van de lente . .. .... We waren geen kinderen meer .. . onzin ... Wat geeft het . . . zoolang, het hart jong is .,. Een groo'te teleurstelling spiegelde zich in de oogen van mijn vrouw, toen ze merkte, dat ik „dat boek" in mijn hand had ... Zichtbaar geïrriteerd ging ze de kamer uit... .... Ik verzeker je, ik heb het duidelijk gezien ... Haar gezicht betrok toen ze het boek zag... Zou ze iets weten .., ? Ach, onzin.... ,
—
over de sprekende gelijkenis . . . Wil je zoo goed zijn het te zenden en ons te melden welken prijs je ervoor verlangt" üe Appel, blijspel in drie bedrijven, in den f'rlncesse-Schouwburcj opgevoerd Dat stond er . . . door het Cor Ruys-Ensemble. Buiten me zelf was ik Onze Indische medeburgers zijn te benijden, want het zal niet zoo Speelde op om de slordigheid heel lang meer duren of zij krijgen Cor Ruys met zijn gezelschap te gast van 'n dergelijken belangrijken en dat wil zeggen, een heerlijke ontspanning na het alledaagsche gezwoeg, brief — die toch in zekeren zin gemopper en gedraaf. Vóór de heer Ruys met zijn aanhang echter de een zakenbrief was — te laten zee oversteekt, iaat hij ons hier nog even genieten van spel en regie. slingeren .... Het blijspel van Louis Verncuil moge niet geschikt zijn voor bakvischjes, Of het nu juist dien brief ouderen van dagen zullen het zonder schade voor hun moreel kunnen was .... of het feit, dat men dit aanschouwen. Dat de weduwnaar Templier, biscuitfabrikant, boezembeeld van mij verlangde .... ik vriend van zijn procuratiehouder Pascaud. al tien jaar lang op zeer wist hel niet wat mij het meest intiemen voet met diens temperamentvolle vrouw staat, komt natuurlijk woedend maakte .... niet te pas, doch het komt evenmin te pas, dat de sul van een echtgenoot Opeens sprong ik op van zoo dom is, zoo verblind althans, dat hij van het heele geval nooit van mijn stoel, gaf een slag iets gemerkt heeft. Eigenlijk is hef zijn verdiende straf, dat zijn vrouw op de tafel dat de theepot hem bedriegt; dan had hij maar meer en beter uit zijn oogen moeten danste en zei: „.... dat het kijken. Aldus een theorie, die nu eenmaal in Parijs opgeld doet. een schande wasl".... Enfin. Papa Templier moge het zoo nauw niet nemen met het bewandelen .... Wat wist ik niet goed... van den weg des eerzamen weduwnaars en boezemvriends. en Mevrouw Met dikke tranen in haar Pascaud moge haar hartstocht al te veel laten regeeren, met den jongen oogen kwam Lize toen achter Templieren Juliette Pascaud is hel heel anders gesteld. Dit jonge paar me en zei, snikkend, met haar is door de wederzijdsche vaders voor elkaar bestemd. Zij worden het lieve gezicht op mijn schouder: ook eens, doch niet dan na een allergekste ontmoeting in een stampvol ,,.... Mijn goeierd, 't was maar hotel, waar zij samen een kamer hadden moeten declen ware het niet, 'n jokken je van dien brief . ... dat Templier junior correct het veld. d.w.z. de kamer ruimt als hij tot Maar dat ellendige beeld . . .. de ontdekking komt. wie het aardige meiske is. dat hij daar treft Ik wil dat je 't wegdoet, lieThuisgekomen, treffen zij de vroegere vrienden in een slaat van ongekende verd . . . Het hindert me iederen vijandschap aan; immers, zoo juist is Pascaud eindelijk, door een verkeer, als ik het in 't atelier strooidheid van zijn dichterlijke bediende Paule Moule, achter de waarheid zie.... Ik weet wel dat je met' gekomen. Slechts door een krijgslist meenen de jongelui het huwelijk haar hebt geflirt Al dien toch nog te kunnen afdwingen, nl. door het te doen voorkomen alsof zij tijd heb ik er niets van gezegd. in het hotel vertoefd hadden onder één baldakijn en alsof dientengevolge Maar vanavond, toen ik je nu een huwelijk per sé noodzakelijk is geworden. weer met haar boek zag staan. De krijgslist mislukt, gelijk er nog veel meer dingen — een poging Toe.... stuur dat beeld naar om stiefmama Pascaud met dichter Moule te doen verdwijnen — mislukken, Indië .... Ik ben zoo verschriktotdat er veel op zijn pootjes terecht komt. De compagnons worden kelijk jaloersch .. . ." weer goede vrienden. Mevrouw Pascaud zal voortaan in plaats van .... „Mijn goeie oudje, wat Met Woensdags des Vrijdags Templier ontmoeten, Max Templier en Juliette haal je in je hoofd oude haar geflirt ? . . . Foei Pascaud kunnen trouwen. Cor Ruys maakte een allerkoddigstc figuur van den ouden Templier en menschen jaloersch ? 't Beeld liet het publiek telkenmale schateren van het lachen over zijn dolle gaat naar Indië .... We geven invallen. Zijn broeder Anton stond hem in de rol van Pascaud voorhet hun cadeau . . ." ....,,Ik dank je, lieverd .. . treffelijk ter zijde en als derde uitstekende figuur moge hier bovenal Tilly Lus geroemd worden, die vlot en frisch voor Juliette speelde. Wat Kn 't bock . . . . ? ,'t Boek ? . . . . Geven we is zij toch een volbloed actrice, een die de kunst verslaat met een natuurlijkheid en een gemak te spelen, als door haar beste collega's in Parijs. Weenen ook cadeau .... aan de gemeentelijke universiteitsbibliotheek I en Berlijn niet verbeterd kan worden, een die. vandaag een zware .... „Dank je, mijn schatl ernstige en morgen een luchtig fleurige rol aan kan. Hetty Ruys als Lize gaf me een klappenden Mevrouw Pascaud. Frits Bouwmeester als Max Templier en vooral ook kus waarin haar heele hartje Pierre Myin, die iets heel goeds maakte van Paul Moule, dien ik mede in het bijzonder te vermelden. Het geheel was af en werd ons in een lag. aangenaam tempo vertoond, kortom „DeAppel" iscen succesnummer, T.K .... 't Was lente .... .... Geur van bloeiende seIk stak mijn pijp op, volgde ongewoon drukkend en ik vroeg ringen .... Nita .... haar, dikke wolken smookend, mijn vrouw, waarom ze niets zei. .... Als ik nu maar wist aan ....„Ik zit te piekeren, -naar de andere kamer.. . Mijn wien ik die verdraaide herinnegezicht moet op dit moment iets antwoordde ze bedremmeld — van de heilige onnoozelheid ge- hoe ik een verzuim goed kan ring cadeau kon geven .... had hebben. Toen ik mezelf toe- maken..." vallig in een spiegel zag, lachte .... „Een verzuim ?" ... ik .... „Mijn lieverd, zal je niet boos op mij worden ?".... Een wereld van goedheid lag Dien avond ... was eigenlijk als andere avonden thuis.. .mijn in haar oogen, toen ze 't zei: „ . . .toen ik je zooeven met dat home ... Het klokje tikte .... boek in je hand zag staan, haar Mijn krant ritselde . .. mijn panboek, herinnerde ik mij plotsetoffels zaten behagelijk ... de ling, dat er al twee maanden getheeketel zong... en Lize's handleden een brief gekomen is uit werknaald beprikte bijna rhytIndië, dien ik je vergat te misch een kleurigen lap geven ... 't Ergste is ... de brief Intieme huiselijkheid ... sfeer... Het is haar toevertrouwd, mijn is weggemaakt... Ik kan 'm nergens vinden ... Wel weet ik me goeie Lies ... nog precies te herinneren, wat .... Had ik zoo iels ooit kuner in stond: „ ... Beste mennen vinden bij ... Neen ... Een paar malen dacht ik, dat schen ... Ik heb man-lief geLize iets wilde zeggen ... ik ver- . sproken over het prachtige beeld, dat Hans, gedurende giste me... en keek weer in mijn logeeren bij^ jullie, naar mijn krant... mij. maakte. Ik sprak hem Toch leek mij de stilte mij
HAAGSCHE TOONEELKRONIEK
vmoiNiA CIGARETTES
Er iijn al heel wat historische films vervaardigd. Maar op die historische films was in hoofdzaak de aandacht van de vervaardigers gevallen, omdat deze gelegenheid boden voor een schitterende monleering. In Rusland is men een andere gedachte toegedaan en heeft men een dusdanige film willen vervaardigen om de historie. Aan booze praatjes is er daarover geen gebrek geweest, men heeft politieke hartstochten wakker geroepen, maar één ding werd ten slotte toch erkend, namelijk dat die film een zeer bijzondere was, dat hier een pracht-voortbrengsel van film-,,kunst" was. De eerste vertooningen van deze film in ons land zijn aanstaande. In Amsterdam zal dit gebeuren in Cinema Palace — die de film voor ons land heeft gekocht — en Cinema Royal, in den Haag in Flora Theater en Passage Bioscoop en in Rotterdam in W.B. Theater. De titel van dit historische werk is ,,Knjas Potemkin" en de verfilming van een gedeelte van het dagboek van een matroos, die ooggetuige is geweest van de muiterij aan boord van dezen bodem. De „Knjas Potemkin Tairitschiki" (vorst Potemkin van Tauris) was een groot oorlogsschip, 113 meter lang en 22 meter breed met een tonneninhoud van 12500 en een maximale snelheid van 16 knoopen. De uitrusting bestond uit 5 torpedolanceerbuizen en 48 kanonnen. In 1899 begonnen op de werf van Nicolajeff, was het einde 1904 van stapel geloopen. In Mei 1905 deed het zijn eerste schietoefeningen maar pas in Juni zouden de werkelijke oefeningen in de baai van Tendra beginnen. Zondag 12 Juni stoomde de „Potemkin" de haven uit. Op Maandag 13 Juni was men reeds tegenover het eiland Tendra. Levensmiddelen werden ingekocht, de matrozen, die aan land geweest waren, wisten te vertellen dat de algemeene werkstaking te Odessa in vollen gang was, en dat zij daarom slechts de helft der inkoopen hadden kunnen doen. Dinsdag 14 Juni waren de matrozen naar gewoonte reeds om 5 uur 's morgens op. Het vleesch was op het dek gehangen voor de frischheid, maar bij het schoonmaken van het dek kwam de stank daarvan in den neus der matrozen en een hunner riep: ,,Het wemelt van de wormen!" Spoedig verzamelden velen zich om het vleesch en er werd levendig over gesproken. ,,De Russische gevangenen in Japan worden beter gevoed dan wij," zeide er een, en de ander liet er op volgen : „Zulk vleesch zou ik mijn hond niet eens voorzetten." De officier van de wacht, die het bemerkte, vroeg wat er gaande was, en bracht de commandant Golikoff op de hoogte van het gebeurde. Deze kwam spoedig op dek met d&n hoofdofficier van gezondheid. Deze rook en betastte het vleesch en sprak vervolgens : ,,Dat is niets. Het is zomer. Het vleesch is niet slecht, men heeft het slechts in zout water te wasschen en de deelen met de wormen eruit te snijden." De ontevredenheid was groot onder de manschappen. Het gedrag van den dokter, de woorden van den commandant werden becritiseerd. Men hield het ervoor dat die twee eerst hadden afgesproken hoe zij die zaak zouden behandelen, en de dokter wilde den commandant niet afvallen. Na veel heen en weer praten besloten de matrozen, dat niemand de soep zou aanraken. Toen de commandant hoorde, dat de matrozen de soep niet wilden eten en vroegen om boter en thee, beval hij allen bijeen te roepen. Het eerste bedrijf is afgespeeld. De matrozen hadden tot nu toe niets anders gedaan dan een zeker geoorloofd rechtsmiddel gebruikt, n.1. zij weigerden soep van bedorven vleesch te eten, waarvan men walgde. En wat deed de commandant ? Hij wilde hen dwingen de soep te eten, in nlaats van den officier, die het vleesch ingekocht ba-i, hierover een aanmerking te maken. Alle matrozen waren op het appel en loen zei de commandant tot hen : ,,Het schijnt dat rij onte-
• <S>QZ233322Zs=z> ♦<^32SSa2234=g>.
I
I
*<^SGaGö32Cts> **^=m!Enmssx^>'
De bemanning werpt de officieren over boord
De dokter „keurt" het vleesch. dat krloeit van ongedierte
De matrozen vergenoegen zich met brood
vteden zijt over de soep ? Goed, ik zal een mancg'j schotel naar Sebastopol zenden, maar ik maak uer opmerkzaam op, dat het voor u niet goed zal afloopen." Een kleine pauze en daarna vervolgde hij : ,,lk heb u reeds gezegd en geloof het vandaag niet behoeven te herhalen, wat matrozen wacht, die tegen de discipline handelen. Voor allen, die niet willen gehoorzamen aan hun superieuren, is daar de . . . ." En hij wees met den vinger naar de spits van den boegspriet. De commandant wachtte een oogenblik om te zien wat de woorden van hem uitwerkten en zei toen: „Wie de soep willen eten, treden voor!" Met uitzondering van een paar onderofficieren trad niemand voor. „Vooruit, vooruit, haast u wat I" schreeuwde de commandant steeds woedender wordend. Niemand verroerde zich, wel weerklonken critische opmerkingen. „De schuldigen zullen mij niet ontkomen 1" zeide de commandant, en met een doordringende stem gaf hij bevel de wacht te roepen. Een algemeene beweging ontstond onder de matrozen en Matjustschenko zei: „Laten wij allen de rijen verlaten en naar den toren gaan." Hij deed een paar schreden die hem scheidden van den toren, en anderen volgden dit voorbeeld. Op dit oogenblik gebeurde er iets, wat ernstige gevolgen zou hebben. De wacht was reeds op het achterdek. Giljanofsky gaf nu bevel .... „omsingelt hen." Toen de wacht bemerkte wat het doel was, aarzelde zij. Hij riep nogmaals: „Omsingelt hen, zeg ik u". De bevelen volgden elkaar snel op, want het luidde nu : „Scheepsvaandrig Lewantschow schrijf hun namen op. Bootsman laat het zeil spannen I" Enkele oogenblikken nog en de matrozen zouden als door een lijkkleed van de andere levende menschen gescheiden worden, door dat witte zeil, waarmee men op oorlogsschepen de ter dood veroordeelden bedekt. Was het zijn plan om de zaak tot het uiterste door te zetten, of was het een schijnbeweging om de matrozen beangst te maken, en hen te dwingen de oproerigen te verraden ? Dit geheim nam hij met zich in het graf. Nog één minuut, en de karabijnen zouden aangelegd worden ; zij zouden doodgeschoten en in zee geworpen zijn op een plaats die niemand zou kennen. Maar toen riep de matroos Wakulintschuk: „Broeders waarom verlaat gij ons?" Het oproer was begonnen. Toen beval Giljanofsky om te schieten, maar de wacht weigerde, zij wilde niet schieten op hunne kameraden. En van alle kanten weerklonk het ook : „Schiet niet, het zijn uw broeders, schiet niet." En de wacht bleef stil staan, met het geweer op den grond. Buiten zichzelf van woede wilde Giljanofsky het geweer aan een naastbijstaanden matroos ontrukken. Een oogenblik gaf deze toe door het onverwachte aangrijpen, maar spoedig nam hij zijn geweer terug. Giljanofsky deed alsof bijzijn revolver uit zijn zak wilde trekken, en wierp zich nogmaals op een man van de wacht, met hetzelfde gevolg. Weer greep hij naar zijn revolver, die hij niet of ongelad=n bij zich had. De derte maal ge.ukte het hem de kavabijn aan een jong recruu. te ontnemen Dit alles duurde slechts een minuut, maar ang genoeg om Wakulintschuk tot het uiterste te drijven. Terwijl deze in het Kleinrussisch riep: „Hoe ang zullen wij nog hun slaven zijn ?" greep hij I een karabijn en verdween achter een geschuttoren. Giljanofsky hem na, maar nadat hij hem bereikt had, hoorde men 'n geschreeuw van menschen en op den grond ploffen van geweren tot aan de olaats ' waar de officieren,de matrozen en de wacht s te: den. | „Wie hitst hier de matrozen op ?" schreeiwae de commandant Golikoff. „O, ik ken hem, he is dat kanalje van een Matjustschenko," antwoorcde Giljanofsky, en verdween achter den toren ^?:. Wakulintschuk verder te vervolgen. De opslano war in vollen gang en spoedig was de kruher in de macht der matrozen.
, c^3^r23ZZr2ZZ5^» «^gSTTSeSSS) •
D
___—_^
Modern.
6 BeS^Ê^TWAALF
„Waarom trouwen jullie nog niet ?" „Ach we kunnen geen geschikte woning krijgen." „Kun je dan niet bij je schoonouders in gaan wonen ?" „Die wonen zelf al bij hun schoonouders in."
Critiek. De predikant had den schoolmeester een nieuw uitgekomen boek van een beroemd professor geleend en vroeg toen hij het terugbracht, hoe hij het wel vond. Deze schraapte zijn keel en zei gewichtig: ,,lk vind het nog al aardig, maar er zitten heel wat fouten in, b.v. op pag, 298 is een komma vergeten en op pag. 74 staat laten met twee a's. Enfin, ik heb het aJlemaal op den rand aangeteekend." What is in a name? De dikke herbergiersvrouw stood in haar tuintje en keek naar haar pereboompjes. Plotseliag draait ze zich om en roept haar man. ,,Kijk es Kees, je mag wel eens wieden, er groeit gras tusschen de steentjes." ,,Ben je mal vrouw, laat maar gauw biljetten drukken: Zondag a.s. groot weide en boschteest."
Medelijden. Wij hebben thuis een gramotoon, zoo'n echte ouwerwetsche. Mijn vrouw had 't apparaat met den schoonmaak eigenlijk al weg willen doen, maar wij kriigen nog al eens nichtjes en neefjes op bezoek, voor wie de gramofoon een groote attractie is, dus staat zij op zolder en blèrt e.n schettert als we kindervisite hebben. Verleden week liebben we nieuwe buren gekregen en het kleine meisje dat ze meebrachten, zat al gauw met onze neef jes en nichtjes aan de gramof uon. Plotseling komt ze naar beneden hollen. ,,Mijnheer, mijmheerl Heeft u niet een paar dropjes ?" „Dropjes? waarvoor schat?" ,,Ü, mijnheer, die meneer die boven zingt is zoo vreesclijk verkouden." Dan weet je tenminste waar je je aan te honden hebt. De werkvrouw zette haar leege koffiekopje neer, veegde haar neus af en stond op om weer aan het werk te gaan, toen de klok elf uur sloeg. ,,A1 weer elf uur op de. heele wereld", zei ze, haar stofdoek oppakkend. „Neen," zei t' kleine huisvrouwtje, pas van 't gymnasium, ,,niet op de heele wereld. In New-York is het b.v. twaalf uur, in San Fransisco acht uur en in Londen tien minuten over half elf." ,,Nou," zei de werkvrouw, „ik ben dan maar blij dat ik in een stad leef, waar elf uur, elf
uur is."
——^—
Nooit gedacht „Te denken, dat ik een iapje van f 25 — voor dit schilderij z,ou krijgen..." Vnend: „Hoeveel had je er voor gevraagd ?"' Scnilder : „En ... een rijksdaalder." London Opinion
ge vraag Wereldreiziger: „Ja, in Mexico heb ik wat meegemaakt- Ik werd er gevangen genomen voor een guerilla en in de gevangenis geworpen." Meisje; „Voor wat voor een soort gorilla hielden ze u dan?" London Opinion
Dorstigen Dominé: „Uw zoontje schijnt een onleschbaren dorst naar kennis te hebben." Moeder: „Ik hoop het niet. Aan den dorst van zijn vader heb ik al meer dan genoeg. London Opinion
Hij had toch eigenlijk geluk Jantje: „Va-ader, Bobby h... heeft mijn nieuwe cricket bat gebroken." Vader- Hoe kon hij die nou breken?" Jantje: „Met zijn rug, toen ik er op sloeg'' Passing Show
Dat is wei zoo gemakkelijk Commensaal: „juffrouw hebt u geen andere doek voor mij, deze is te klein om mij behoorlijk af te droqen." Kostjuffyouw: Maar man kan je dan niet een beetje minder water gebruiken?" Passing Show
Brutaal. De inbreker was tot drie maanden veroordeeld. Hij vroeg den rechter of deze de straf niet wat uit kon stellen. „Waarom ?". vroeg de rechter. „Wel mijnheer we zitten op 't oogenblik in 't drukst van het seizoen." Een goede kans. „Heb je gehoord dat mevr. van Dalen haar kamers verhuurd heeft aan een Turk ?" „Gelukkig voor haar, dan raakt ze misschien alle drie haar dochters in eens kwijt." Duidelijk. De leeraar, die een „proef" gaat vertoonen. „Let nu ereis goed op, jongens. Zooals je ziet, zie je niets, Waarom je niets ziet ? Dat zal je d?rect zien." Dat is nog slimmer. Pietersen: „'t Is toch wat te zeggen met mijn waschvrouw; daar stuurt zij mij mijn hemden terug, met allemaal verschillende knoopen er aan genaaid." Klaasen: „Hou je maar bedaard, de mijne is nog veel erger, die stuurt mijn knoopen terug met allemaal verschillende hemden er aan genaaid." Toch waar. „Stel je voor, een uur geleden kom ik over de markt en wat denk je dat ik daar zie staan ? Een paard met een houten poot en een glazen oog." „Zeg, denk je mij te nemen ?" „Nou het is waarachtig waar, het stond in den draaimolen." Een hijdehande baas. Werklooze: „Is er al werk voor mij baas ?" Baas; „Ja misschien wel. Ik zie daar een man die vanmorgen niet op zijn werk gekomen is, als hij hier over een half uur nog niet is, zal ik hem naar huis sturen en jou zijn werk geven."
Het onmogelijke gevergd Eerste actrice: „Je kunt je niet voorstellen Elly, hoe de mannen naar me toekwamen.'' Tweede actrice: „Neen dat kan ik zeker niet." London Opinion
De mislukte les. De. familie zat aan tafel, waarop vele goede dingen stonden. De kinderen deden hun best en genoten. Toen vond vader het noodig om wijze lessen te geven. „Jullie hebt het veel beter dan ik, toen ik zoo oud was.
Denk je dat ik ooit suiker in m'n thee kreeg of iets extra op m'n brood, of koek. Niks van dat alles ...." Waarop kleine zus, vier jaar oud, zei: „Nou maar vadertje, dan mag je toch wel blij zijn. dat je bij ons bent gekomen...."
M00R HET
BESTE
ROT LOOD
^^^^^^^^-^— ■
Zonder te overdrijven, kunnen we deze vreemde persoon rangschikken onder de categorie der zonderlingen. Zij bezat een onrustigen geest en kon haoe gedachten nooit lang bij de een of andere liefhebberij bepalen. Vanaf haar prilste jeugd was zij gewend, dat allen voor haar grillen zwichtten en daardoor was zij tot de overtuiging gekomen, dat zij geen enkele verplichting had dan jegens zich zelve. Zoo werd zij later ook volkomen onverschillig voor het wel en wee van hare onderdanen, die zij ongeveer als stom vee beschouwde. Zooals zij zelf verklaarde, was zij alleen aan God verantwoording schuldig voor haar daden en God was dan ook de eenige, die haar wel eens ongerust maakte. Om het oordeel der menschen gaf zij niets. De protestanten hebben haar verweten, dat zij het geloof harer voorvaderen heeft afgezworen; de katholieken veroordeelden haar vrije levenswijze, die niet van een orthodox beginsel getuigde. Zij hadden haar eerst heilig willen verklaren, maar haar manieren waren van dien aard, dat dit al spoedig buiten kwestie kwam. „Ge zult 'uw tijd verspillen ,met God te bidden, dat ik heilig worde", schreef zij aan een priester; „want ik bezit geen deugd genoeg, om het ooit te worden en ik ben niet slecht genoeg, om deugd te veinzen. Toen zij, ouder geworden, haar levensgeschiedenis ging schrijven, droeg zij deze niet aan een bepaald persoon op, die zij deze eer waardig achtte, doch deed dit aan God zelf. De kiem van haar vreemdsoortig gedrag had zij van haar voorzaten geërfd. Bij
fl'gUTS^h,
CHRISTINE VAN ZWEDEN
en spotte openlijk met de geneeskunde en de doktoren. Eens echter, toen zij haar moeder in een klein plaatsje in Zweden bezocht had en weer op weg was naar Stockhoilm, viel Christine tijdens een souper in onmacht. En zóó gewoon was men, haar steeds gezond te weten, dat niemand aan een lichamelijke ongesteldheid wilde gelooven en haar bezwijming toeschreef aan een opgewonden gesprek en aan haar te sobere levenswijze. Een ander maal was zij bijna het slachtoffer van een ongeval geworden, dat doodelijk had kunnen zijn. Bij een inspectie van de vloot moest zij over een smalle plank loopen en de haar begeleidende admiraal had het ongeluk te struikelen, in het water te vallen en in zijn val de koningin mede te sleepen. Gelukkig kon men nog bijtijds haar kleed grijpen en haar aan den wal trekken. Hoewel flink nat, trok zij zich van dit „kleine" voorval niets aan, dineerde dienzelfden avond in het openbaar en lachte om haar wedervaren. Eenigen tijd later ontbood zij den abt Boudelot, een groot intrigant bij zich. Zij werd verzot op hem, omdat hij zoo mooi guitaar speelde, verstand van diverse parfums en zelfs van het koken had; doch op het gebied van kunst en letteren was hij niet thuis. Hij bemerkte weldra dat zijn koninklijke vriendin een zenuwlijderes was en trachtte op allerlei wijze haar geest af te leiden, Aan haar opvoeding werd veel zorg be- waarin hij ook werkelijk slaagde. Nog een andere liefhebberij had deze steed; men koos de meest bekende gouverneurs; doch hun moraliteit was niet altijd zonderlinge vrouw, n.1. het bijwonen der evenredig aan den omvang van hun ken- anatomische experimenten; zij assisteerde nis. Men droeg hun op, de prinses een zelf bij de lijkopening. De belangstelling der koningin in deze mannelijke opvoeding te geven, wars van proefnemingen, die nog nieuw in Zweden alle gevoelens, haar sexe eigen. Buitengewoon gemakkelijk leerde Chris- waren, deed er natuurlijk veel goed aan. Op elk gebied blonk zij boven velen tine alle talen, wetenschappen, enz.; vermoeidheid kende zij niet en het gelukkigst uit; zij had van alles verstand: de schilwas zij, wanneer de studie haar in haar derkunst, de beeldhouwkunst, de bouweigen vertrekken riep en zij de gewone kunst, alles bestudeerde zij; grieksch, latijn, entourage van de koningin-moeder ont- hebreeuwsch, philosophic, wis-, schei- en sterrekunde alles had haar belangstelling. vluchten kon. Men kon van haar zeggen, dat zij alles Zij genoot een uitstekende gezondheid
gezien, alles gelezen, alles onthouden had. Den tóen Juni 1654 deed zij afstand van den troon ten behoeve van haar neef Karel Gustaaf. Zij trok toen naar België, bleef een jaar te Brussel en reisde door Tyrol naar Rome. Zij gevoelde zich nu geheel van alle. banden verlost; ging over tot het katholieke geloof en verviel in allerlei dwaasheden. Zoo kleedde - zij zich vaak als man en woonde zelfs in deze vermomming den dienst der jezuïeten in Munster bij. Later, in Antwerpen, trok zij weer vrouwenkleeren aan, waarschijnlijk alleen uit een gril. Den 21 en November 1655 betrad zij het pauselijk grondgebied, waar zij met veel eer ontvangen werd; prachtige eerebogen met mooie opschriften waren opgericht en te paard, gekleed als amazone, deed zij haar intocht in de verschillende steden. Te Rome werd zij, begeleid door twee pauselijke afgezanten, in een schitterende koets naar het Vaticaan gebracht, waar zij door den Paus ontvangen werd. Gedurende meerdere dagen werd haar daar alle mogelijke eer aangedaan; maar zij kreeg al gauw genoeg van dit bestaan, dat haar verveelde. Tijdens den heiligen dienst onderhield zij zich met de kardinalen, die naast haar gezeten waren en schaamde zich niet te lachen, zonder te bedenken, dat zij zich in een kerk bevond. Toen dit den paus ter oore kwam, gaf hij haar een rozenkrans, om dien tijdens de gebeden te gebruiken, doch zelfs daar schonk zij geen aandacht aan. Een besmettelijke ziekte, in Rome uitgebroken, was voor haar een voorwendsel, de stad te verlaten en zij reisde door Frankrijk naar België. Overal op haar doortocht behaalde zij triomfen en te Parijs aangekomen, won zij alle harten door haar innemendheid, hoewel zij zich daar ook weer zeer vreemd gedroeg. Zij zag er uit als „een aardig klein ventje." Zij vloekte en gooide zich in haar stoel, de beenen over elkaar, haar kleeding, waarmede zij zich in het publiek vertoonde, was allerdwaast: een hemd en das, zooals de beeren droegen, een kort rokje, waaronder haar plompe scjjoenen wel hcercnschocisel leken. Bij een voorstelling in de ComédieFrangaisc gedroeg zij zich zoo opvallend, zelfs in tegenwoordigheid van koningin Maria Theresia, dat zij zich totaal onmogelijk maakte. Spoedig verliet zij toen weer de Fransche hoofdstad en trok naar Turijn, waar het hoofd van Savoye haar een weelderige ontvangst bereidde. Weer later vinden wij haar te Fontainebleau, waar plotseling haar schildknaap op tragische wijze vermoord werd. Men zei, dat dit op haar bevel geschiedde; zij trachtte zich nooit van deze beschuldiging vrij te spreken. Haar laatste levensjaren sleet zij als een gewoon burgeres, die zich uit zaken had teruggetrokken en zich alleen nog om haar zenuwpijnen en rheumatiek bekommerde. Tot aan haar dood toe beschouwde deze dwaze vrouw zichzelve als een persoonlijkheid, oneindig ver boven alle anderen verheven. Als verzachtende omstandigheid kunnen wij aannemen, dat zij, vreemd geboren, steeds zoo gebleven is en nooit meer medelijden had met hen, die haar het liefst waren, dan met zich zelve.
■■
i
DANSBONDEN
i
Een vraa^ van een onzer lezers, om de adressen van eenige buitenlandsche dansbonden geeft mij aanleiding een en ander omtrent de organisatie van de danswereld Ie schrijven. Het is helaas met de bonden op dansgebied al net ais met tal van anldere organisaties en vereenigingen: eenheid of unifonniteit is zoowel in het buitenland als hier ver te zoeken. Ons land telt op het oogenblik een vijftal grootere dansorganisaties benevens, eenige kleinere vereenigingen. Tusschen drie van deze vijf bestaat sinds eenigen tijd een goede samenwerking, de vierde loont zich openlijk en bedekt zeer vijandig tegenover haar collega's, terwijl men van de vijfde weinig hoort. In Engeland heeft men allereerst de British Association of Teachers of dancing, seer. E. Drage, 180 Engleheart Road, Cattord, London S. E. 6. Vervolgens de Imperial Society of Teachers of Dancing, voorz., Cecil Taylor. Leeds. In Frankrijk: De Union de Professcurs de Danse de France, seer. M. Payan, 39 Boulevard Strassbourg, Paris. In België : De Belgische bond —waarvan ik den naam niet nauwkeurig ken) p.a. M. Maurice Mottle, 69 Rue de Péage, Anvers (Tolstraat 69, Antwerpen). In Duitschland; de Bund Deutscher Tanzlehrer, vors. Herr Hugo Deguine, Eppendorfer Baum 35—37 Hamburg. De Genossenschaft Deutscher Tanz lehrer, Paul Mürich, Leipzig. Het Verband Deutscher Tanzlehrer, Curt von Paquet Leon, Berlin. Bovendien treedt in den laatstcn tijd bijzonder op den voorgrond de Union Internationale de Chorégraphes, waarvan de hoofdzetel in Marseille is en die in zeventien landen vertakkingen heeft. Het secretariaat voor ons land is p.a. mevr. J. Wolf - Kaan, Louise de Colignystr. 59, Den Haag. Het is de eerste stap naar internationale organisatie, die het conservatisme en de terughoudendheid, die er in de danswereld heerschen, in aanmerking genomen, reeds zeer veel heeft weten te bereiken. ALBERT HERFRED.
|
VRAAG EN ANTWOORD
i
De heer D. P. te O. vraagt ons om| foto's en bijzonderheden omtrent Paul Richter. Wij kunnen hem hierop antwoorden, dat wij reeds herhaaldelijik foto's van dezen artist opnamen, o.a. eenige malen in films, waarbij zeer groote, in beide Nibelungenfilms en later in „Pietro de Zeeroover". Zoodra er een nieuwe film verschijnt, waarin Richter optreedt, hopen wij ook weer foto's van hem te brengen. O. M. te Eindhoven. — In antwoord op uw vraag kan ik u mededeelen, dat het bij verschillende uitgevers-firma's gewoonte is om manuscripten, welke haar zonder voldoende porto voor terugzending worden toegezonden, niet te retourneeren. Wanneer u uw manuscript terug wilt hebben zult u wel het verstandigste doen om persoonlijk bij de firma aan wie n uw brief zondt, deze te gaan terug, halen of dit door een vertrouwd vriend van u te laten doen. De door u genoemde firma bestaat wel. Haar adres kunt u in een interlocaal telefoonboek gemakkelijk vinden.
^■■■^^
INTERVIEWS VAN VETERAAN V Mr. E. G. VAN BISSELICK Het bekende protest C.V.V.—V.U.C, heeft aan het einde van het afgeloopen voetbalseizoen de aandacht van vrijwel alle Nederlandsche voetballers op bovengenoemden, algemeen bekenden voetbalscheidsrechter gevestigd. We meenden daarom, dat hetz'nnutkonhebben Mr. van Bisselick in deze reeks interviews op te nemen.
Holland—West-Duitschland. Noord-Nederlandr— Noord-Duitschland, Amsterdam-Weenen, Amsterdam—Duisburg en Ned.Corinthians—Zuid-Afrika. Toen we zoo opmerkten, dat hij als arbiterdus al heel wat seizoenen meeliep, en we hem vroegen, hoelang hij nog dacht te blijven scheidsrechteren, antwoordde hij ons, dat 't zijn wensch was zijn 25jarig jubileum als N.V.B.fluitist te vieren. De N.V.B.-clubs kunnen dus nog eenige jaren pleizier van hem beleven en dat is maar gelukkig ook, want scheidsrechters als van Bisselick, aan wien men eiken wedstrijd kan opdragen, telt het scheidsrechterscorps van den N.V.B, er helaas niet veel. Dat de clubs zijn optreden als fluitist waardeeren, bleek ons uit het groote aantal souvenirs, dat van Bisselick in al die jaren was geschonken. Zoo ontving hij van H.V.V. een zilveren fluit, een tinnen jnktkoker en een tinnen vaas, H.F.C, vereerde hem met een paar gouden manchetknoopen en Blauw-Wit met een gouden Eversharp.
Van Bisselick werd in 1886 te Breda geboren en begon zijn voetballoopbaan in hetzelfde Columbia, waarvan we in ons interview met van Bel melding maakten en dat zooveelgoede spelers heeft opgeleverd. Toen de jongensclub ontbonden werd, ging van Bisselick niet mee over naar N.O.A.D., daar zijn vader inmiddels was overgeplaatst naar Amersfoort. Van Bisselick kwam daar in U.D.I. en speelde alzoo in de 3e klasse N.V.B. o.a. tegen U.V.V., de club, toen reeds, van Jan Vos. Van Bisselick bezette de middenvoor plaats en, ondanks zijn ietwat tenger postuur, deed hij dit met succes. In 1903 overkwam hem het leed, dat al zooveel voetballers heeft getroffen, hij zakte door de knie Tijdens zijn lidmaatschap van D.V.V. wijdde en had van toen af als geregeld speler vrijwel van Bisselick ook zijn krachten aan het secretariaat afgedaan. Hij besloot te gaan scheidsrechteren en dier vereeniging, hetgeen hij eenige jaren volijverig werd in het seizoen 1903,04 fluitist in den U.P.V.B, waarnam. Sinds 15 jaar is van Bisselick bestuurslid en in 1904 candidaat-scheidsrechter van den N.V.B. van den Haagschen Voetbalbond, in welk bestuur Tevens verhuisde hij in dat jaar naar den Haag hij met Moorman, Moonen en Eymers de oude garde en werd daar lid van D.W. Aanvankelijk speelde uitmaakt. Tevens is hij in genoemden bond voorhij eenige wedstrijden voor het eerste elftal, maar zitter van de protest- en strafcommissie, in welke de knie bezorgde hem zooveel last, dat hij spoedig functies hij zich ook zeer verdienstelijk maakt. vervangen moest worden om, na nog eenige keeren Sinds eenigen tijd is hij dan ook eerelid van den voor de lagere elftallen te zijn uitgekomen, het H.V.B. In het seizoen 1923/24 werd door het voetballen er geheel aan te geven. MeerumTerwogt, Haagsche elftal een toer gemaakt naar Keulen, die destijds zijn krachten nog wijdde aan het Düsseldorf en Essen. Deze toer, waarin W. Tap Nieuwsblad Vooruit, het groen gekleurde Rijs- als middenvoor werd ontdekt, stond onder leiding wijksche blaadje en van uit het landelijk dorp de van van Bisselick. scheidsrechters van den N. V. B. aanstelde, ontdekte • * * van Bisselick als arbiter met groote toekomst. Het volgend seizoen werd hij reeds in de eerste Behalve voetballer en scheidsrechter was van klasse N.V.B, geprobeerd in den wedstrijd Quick— Bisselick indertijd een goed tennisser, hetgeen we Velocitas en toen dit debuut slaagde, werd hem de in een tournooi van de Duinoordsche tennisclub leiding opgedragen van de plaatselijke ontmoeting " aan den lijve ondervonden. Deze wedstrijden, Quick—H.B.S., hetgeen voor zoo'n jong fluitist op het voetbalveld van D.V.V., dus op gras geeen heele onderscheiding was. Van toen af aan speeld, mochten zich vele seizoenen in de gunst der heeft van Bisselick, die inmiddels te Leiden in de Duinoordsche jongelui verheugen en ook van deze rechten was gaan studeeren en dus over nogal wat matches was van Bisselick de leider. vrijen tijd beschikte, heel wat wedstrijden met groot Hij kwam destijds ook uit in de 2e kl. Competisucces gearbitreerd. Ook internationale wedstrij- tie van den Ned. Lawnt. Bond. Tot slot kunnen we den werden aan zijn leiding toevertrouwd, de eerste mededeelen, dat van Bisselick in zijn jonge jaren maal Hongarije—Zweden te Buda-Pest, een allesbe- ook aan athletiek deed en den juniores-prijs won halve gemakkelijke wedstrijd, die, gezien de schit- van een hardloopwedstrijd rondom Amersfoort. terende kritieken die ons werden getoond, door van Ook wielrennen heeft op zijn programma Bisselick uitmuntend werd geleid. Momenteel is gestaan en reeds in Breda reed hij tegen niemand Mr. v. Bisselick hoofdambtenaar aan den Pen- minder dan Jhr. Bosch van Drakensteyn. sioenraad te 's-Gravenhage en beschikt daardoor Aan de Sportpers werkte van Bisselick vroeger niet over voldoenden vrijen tijd om bij veel inter- mede als verslaggever van het Vaderland voor de nationale wedstrijden als arbiter op te treden. rennen op Duindigt, terwijl hij heden ten dage nog Herhaaldelijk heeft hij voor uitnoodigingen moe- correspondent is van Le Sportsman, een Belgisch ten bedanken. blad, gewijd aan paardensport. Als fluitist bij de Zilveren-Voetbalwedstrijden Voor ons echter blijft van Bisselick een van de maakt hij zich echter nog steeds verdienstelijk voetbalscheidsrechters. Hierin heeft hij 't meest en werd deswege door de regelingscommissie dier uitgemunt en wanneer over eenige jaren George wedstrijden, tot eerelid der commissie benoemd. het bijltje erbij neerlegt, zal wederom een zeer Ook belangrijke steden- en semi-internationale merkwaardige figuur van onze velden zijn verwedstrijden werden herhaaldelijk aan zijn leiding dwenen. toevertrouwd, als: den Haag—Brugge, OostVeteraan.
Een afscheid
De secretaris'penninqmeester van den A.N W,B. de heer L. C. Steffelaar, hrdd Zaterdag 7 Augustus zijn laatste voorlezing van het laarversiag tijdens de ooemucht vergadering ie Arnnemfdoenlucnt museum). De heer L.C. Steffelaar zal l Sect. a.s. zijn (unctie. die hij 30 jaar vervulde, neerleggen.
r,
e»«iu-iJ-.-^j A SnemeiaSWedStfliden Van den N.W.B. nederlandschen wielerbond werden Woensdag OD de Veiuwe snelheidswedstrijden op den wee gehouden. Een foto van ,.De Pedaal ridders" bij het inzetten van de laatste 6 K.M.
Door den
■'
Tenniswedstrijden Holland Engeland Op de Noordwtjksche tennisbanen werden van 13 tot 15 Aug. de int. tenniswedstrijden Holland—Engeland gehouden. Links: De Engelschman Austin spelend met H. K.. Lester te Noordwijk. Rechts Een aardige foto van de verschillende deelnemers op de spelerstribune o.a., geheel rechts Mej. Koa Bonman, de lieer Broese van Grounau, Rollin Couquerque, Mevr. Stroik, van Lennep, en Diemer Kool.
Zeilen op het Aikmaardermeer
Door de Zaanlandsche Zeilvereeniqmg weraen 14 en 15 Augustus op het Aikmaardermeer nationale wedstrijden gehouden. Een prachtig geslaagde loto van de Zesmeter Klasse, gewonnen door de H. 7. Admiraal de Ruyter, gezeild door den heer j. R. Carp.
Cabaret in de open iucht
Tholen en Van Lier. de bekende cabfiretzangers gaven vorige week aan het Uddeiermeer een op~enluchtuitvoeri'ng voor den Militairen Motordienst.
^^■^^
5CM©©N!W1IID IN IBIUBIMEN DN B*ilï ZUBDEN
J l/J—l/i ^1 v
VEmSSE^D OORDEEL
In tegenstelling met Italië, van waar uir eens de macht der Romeinen over de geheele wereld trok, is het Griekenland, dat in de historie der oudheid zeker ook een belangrijke rol speelde, niet gelukt zich op het eerste plan te stellen. De pogingen ertoe hebben niet ontbroken. De onrust in den Balkan, de voortdurende strijd der Balkanstaten onderling en gezamenlijk tegen den indringer, Turkije, doen denken aan de schier eindelooze reeks van twisten, welke het Balkanschiereiland in den griekschen tijd teisterde. Van Athene uit is ook de poging gedaan om Turkije, het jonge, zich zuiverende Turkije, te vernietigen. De poging daartoe is mislukt. Het 'volk heeft zijn slachtoffer gezocht en... gevonden. Het vreemde vorstenhuis is thansi, men mag wel zeggen voor goed, van den troon gestooten. De groote kretenzer Venezuelos is niet als leider teruggekeerd en thans probeert een griek 't voorbeeld van den italiaanschen dictator te volgen en voert den strijd tegen allen en alles, tot de te korte rokken der schoone grieksche burgeressen toe. Schoonc grieksche meisjes .... Wat ook veranderd is, de zeldzame bekoorlijkheid, welke eens de grieksche vrouw tot het ideale model van den beeldhouwer maakte is gelukkig niet verdwenen. Van bevriende zijden ontving ik de hierbij gaande foto's van bevallige grieksche meisjes en vrouwen, die meer dan een lange, de meest enthousiaste beschrijving bewijzen, dat het beroemde „klassieke" type gelukkig nog niet uitgestorven is. Deze foto's werden genomen tijdens een bloemcnfeest, waarvan de opbrengst moest dienen om de grieksche luchtvloot te versterken. Er was een enorme belangstelling voor dit corso. Als van oudsi. Vreugde en patriotismc tezamen gebracht, hebben bijkans altijd succes. L. F.. KOS
Oud Grleksch beeldhouwwerk Een
tyoische kop van Zeus, weik stuk zich in net Va'.icaan te Rome bevindt.
oon E. PHILIPS OPPENHEDM Vertaald uit het Engelsch door J DE HOOP SCHEFFER. 2) Op het pleizierjacht, dat zich te miaden van een piaatselijken nevel, door den oceaan sooedi, bevindt zich een reisgezelscnap, bestaande uit vogels van diverse pluimage. Door een weinig bevaren gedeelte van den oceaan trekkende, passeert het jacht enkele onbewoonde eilanden en ontdekt de gastneer plotseling. bij het optrekken van de mist, op een groote kale rots een kruis, dat vlammend tegen de heidere luent uitkomt. De gastneer. gestoord in het geanimeerde ondernoud, dat hij had met Pauline, oe dame, voor wier genoegen de tocht in hoofdzaak ondernomen was, riep den stuurman om hem te vragen of hij ook wist, hoe hel eiland heette waarop dit natuurwonder zich vertoonde en of hij ook wist of het eiland bewoond was. Noen de stuurman, noch ook desgevraagd de kaoitein. konden een bevredigende oolossing vinden.
„Neen, Milord, evenmin als iemand anders aan boord. We hebben 't elkaar ook al gevraagd. Ik houd 't voor een natuurgewrocht, 't Kan hier op de kust aardig spoken en ik heb dikwijls stukken rots gezien die door de beukende zee grillig vervormd waren." „Kapitein!" De kapitein stond op de brug en keek op. „Ja, Milord." „Johnson houdt dat kruis daar ginds op de rotsen voor een natuurgewrocht. Wat denk jij ervan?" „'t Is hoogstwaarschijnlijk. Ondenkbaar, dat iemand de moeite ervoor over zou gehad hebben het daar op zoo'n verlaten plek neer te zetten. Ook heb ik nooit gehoord van een schipbreuk of iets anders, dat daartoe aanleiding had kunnen geven. De stuurman kan best gelijk hebben." De kapitein hervatte zijn wandeling op de brug en de stuurman ging aan zijn werk. De man en de vrouw waren weer. samen. Zij nam plaats op haar dekstoel en hij ging op een tabouret naast haar zitten. Nog steeds keek zij hem verbaasd aan. „Hildyard, ik verwacht iets spannends te hooren. Je zet een gezicht alsof je meer op dat eiland zag dan wij. Behoor je soms tot die gelukkige stervelingen die begaafd zijn met — hóe noemen ze dat ook weer? — helderziendheid. Zeg 't. Ik sta erop! Hij weifelde eerst, gehoorzaamde haar daarna. Meestal gehoorzaamde hij haar. 't Was voor hem een tweede natuur geworden. „Nu dan, 't is nogal eigenaardig," peinsde hij hardop, haalde een sigaret uit zijn koker en stak die op. „Pardon, jij rookt niet voor 't eten, meen ik. 't Geeft mij altoos eetlust." „Hildyard, je eetlust kan mij niet schelen. Vertel nu van dat eiland. Je behoeft niet bang te zijn, dat ik je zal uitlachen. Ik ben erg onder den indruk!" „Zoo? Luister dan maar." ft
Hij blies den rook van zijn sigaret weg en werd eensklaps ernstig. Zijn oogen waren gericht op de smalle, witte streep tusschen zee en lucht. De klank van zijn stem was niet veel meer dan een gefluister.
^
.
^^^^"
't Was alsof hij tegen zichzelf sprak. „Vannacht droomde ik. Ik stond op het rotsachtige strand van net zoo'n eiland als dat. Ik was geheel alleen, hoorde slechts het geklots der branding en het gekrijsch der zeevogels. Ik was iemand anders en toch was ik mezelf. Ik was me er van bewust en ik leed. Ik zocht aldoor naar iets, dat ik maar steeds niet kon vinden. Dat overkomt ons lederen dag van ons leven; maar inplaats van in Londen te zijn, was ik op dat eiland. Ik strekte mijn handen uit naar den oceaan. Misschien bad ik — maar dan bad ik in een onbekende taal, tot een onbekenden God!" „Hildyard, spreek je in ernstl Of ijl je?" „Ik weet heel goed wat ik zeg. Toe laat mij doorspreken. Ik wil mijn indrukken weergeven — geheel naar waarheid. Bij gelegenheid ben ik van plan een roman te schrijven en weef dit er dan in. 't Is prachtige stof. Vannacht, zooals ik zei, had ik alles voor oogen. Het kruis, het eiland, alles! Eeuwen geleden, Pauline, vocht een mijner voorouders mee in de Kruistochten. Ter wille van een ongeloovige vrouw-, waarop hij verliefd was, koos hij de partij der Saracaenen en ontwijdde hij het kruis. 't Was ongepast, vooral toentertijd, toeh deed hij 't. Ik geloof, dat hij later aan zijn voeten opgehangen, of gekruisigd word — 't rechte weet ik niet. Hoofdzaak is, dat van dat oogenblik af, geslacht na geslacht, het kruis in mijn familie aldoor een ongeluksteeken is geweest. Vertoonde het zich onverwachts of op eigenaardige wijze, dan was dit steeds de voorbode van een of andere groote verandering: meestal een sterfgeval of ongeluk. Zet maar niet zoo'n- ongeloovig gezicht. Ja, jelui, nicuwerwetsche vrouwen, gelooven nu eenmaal nergens aan. Me dunkt, ik zal maar niet verder vertellen." .,Je zult verder vertellen," commandeerde zij. „Merk je dan niet, dat ik een en al belangstelling ben?" Hij keek haar ongeloovig aan en tikte de asch van zijn sigaret. „Ziehier een paar bewijzen," vervolgde hij. „Ze zijn opgeteekend in het familiearchief en er valt dus niet te twijfelen. Sir Hugh, wiens hart in den slag bij Crécy door een Fransch zwaard doorboord werd, zag een gouden kruis in de lucht. Een eeuw of wat later zag Sir Francis bovenop de Dunkerry-bank een kruis — volgens sommigen zijner metgezellen een galg — toen hij Monmouth tegemoet reed. Als een verstandig man keerde hij om en voorkwam den nek te breken. Mijn overgrootvader, die bij een wedren in Ierland werkelijk den nek brak, snikte toen lii.i den laatsten adem uitblies uit, dat hel eindpunt een kruis was geworden. Er zijn nog meer voorbeelden. Vannacht zag ik ze allen. Stuk voor stuk slopen zij mijn kajuit binnen en toen ik op vriendschappelijke wijze mijn hand uitstak, verdwenen zij weer door de patrijspoortjes, 't Was verschrikkelijk. Daarop stond ik op de rots, aldoor uitkijkende, wachtende met het kruis tegenover mij. 't Was voor mij een waarschuwing." „Waarschuwing? Wahrvoor?" „Dat kon ik niet zeggen, 't Was slechts alsof mijn levensgeschiedenis met vlammende letters in de lucht geschreven stond: — de geschiedenis van een gewoon manneleven — vol ondeugden. Tevergeefs keek ik naar een enkele onzelfzuchtige daad, naar een enkel motief, dat niet verkeerd was. Ach, Pauline, voor ons, man nen, is een treurige tijd aangebroken. We bebben geen plichten meer te vervullen.
geen doel meer voor oogen, dat onze voorouders dreef "naar Palestina. Wij zijn, zooals Pearmain zou zeggen: „verdorde, reukelooze bloesem aan den levensboom!" Die etensbel is een onmiskenbaar signaal van het noodlot. Nog enkele oogenblikken en ik had staan preeken. Komaan, we moeten ons reppen," „Hildyard, ik geloof, dat je maar half en half meent wat je zegt." Hii keek haar aan en lachte. „Je hebt altoos gelijk," zei hij. „Ja, zoo is 't." HOOFDSTUK II. Aan boord-van den „Zeekoning" was het diner altoos nogal uitgebreid; toch, kwam er ten slotte een einde aan. De zacht gesluierde electrische lichten weerkaatsten op de zilveren en kristallen schalen vol vruchten uit de broeikassen of met sierlijk geschikte uitheemsche bloemen. De wijn in de glazen tintelde rood nchtlg. De schemer drong door de patrijspoortjes binnen. De vrouw, die rechts van haar gastheer zat, boog voorover en fluisterde iets in diens oor. „Hildyard, waarom ben je niet altoos zoo opgewekt? Vanavond beu je allercharmantst. 't Doet mij denken — aan die dagen — toen we beiden nog jonger waren." Hij lachte vroolijk, bracht zijn glas aan zijn lippen en boog zich naar baar over. „Ik heb jou niet altoos aan mijn reehlerhand," antwoordde hij. „Lady Bergamot, toe sta niet op." vervolgde hij en liet zijn blik langs de tafel gaan. „Ik heb gezegd van avond de koffie hier rond te dienen, 't Is koud op hel dek en de geur der sigaretten gaat er verloren." Lady Bergamot, die al opgestaan was. ging w-eer zitten. „Met alle pleizier, waarde gasllieer," zi-i /ij. „Ik, voor mij, vind dat jelui allemaal veel te gauw telkens weer naar hel dek vliegen. Ik zit hier zoo reehl behaaglijk. Hoe denkt u erover, mijnheer Pearmain?" „Meer dan behaaglijk, bepaald zalig," getuigde de heer, die naast haar zat. „Toch is 't wel nuttig nu en dan eens herinnerd te worden, dat we niet in Londen zijn. Hildyard heeft zijn keuken, zijn wijnkelder, zijn personeel en alle geriefelijk heden meegebracht van „Esholt-Hove". Als we nu ft iet eens een enkelen keer de zee zagen, zouten we ^liet kunnen begrijpen erdoor in een jacht op en neer geschommeld te worden. Bovendien neem ik 's ochtends wel graag wat lichaamsbeweging. Toch schijnt 't mij wel een beetje dwaas deze atmosfeer te verwisselen met de donkere klamheid van het dek. Parker, een glas Benedictiner!" „U is een smulpaap, mijnheer," schertste Lady Bergamot en haalde haar welgevormde schouders op. „U weet heel goed, dat u Pall Mall niet verlaten zou hebben, indien u de geringste kans gehad zou hebben hier gebrek te lijden." „Een smulpaap," herhaalde hij. peinzend. „Ik weet niet precies wat u er mee bedoelt, maar bet woord heeft geen slechten klank. Mocht smulpaperij een zonde zijn, dan heb ik een bekoorlijke mede-zondares." Even werd gezwegen. Morton Pearmain, die 't laatst aan het woord was. boog voorover en keek door de patrijspoort. (Wordt vervolgd;
—-^^^^^^^^^^^—■■■i
. imnimiimiiiini
»»■«
»
»
Ä.KE)Ä.R. DQQR TlHHIH1llïïtTTtïTtTTTTTT-T
De vreeselijke brand te Oss Zandv._ De overblijfselen van de arbeiderswoning van v. Zandvoort, bij welken brand de vrouw en drie kinderen het leven moesten I;
Dr, Ph. Falkenburg f Zaterdagmiddag werd op de Nieuwe Ooster'begraafplaaTs te Amsterdam het stoffeliik overschot van Dr, Ph. Falkenburg, in leven secretaris der gemeente Amsterdam, ter aarde besteld Een foto van den lijkstoet op de begraafplaats.
Vrouwelijk lid Prov. Staten Bij oesluir van 9 Aug. 1926 is door den voor 2:1er van het Cen:raal Stembureau tot wan de Prov. Staten van Noord-Hoiland benoemd verklaard. Mevr. C. Rees- van Ingen te Benninqbroek fgem, Sybecarsoei) zuiks ter voorziening in dt' vacature in dat college, ontstaan dcor het ontslag nemen van den heer C. C. Dekker.
Prof. Dr. M. van Rhlin Finantieele besprekingen De amenkaansche minister van finantiën Mellon vertoefde met vacantie te Rome, doch had tegelijkertijd velschillende besotekingen met den Italiaanschen minister van financiën. De foto hierboven geeft van l.n.r. Graaf Volpi, ital. minister van financiën, Mellon en Mussolini. de italiaansche premier.
Nog niet geheel zeeklaar?
Door de algemeene Synode der Nederl.Herv. Kerk is benoemd tot hoogleeraar in de godgeleerdheid vanwege de Nederl Herv Kerk aan de Rijks-Universiteit te Utrecht(vacature prof. dr. Slotemaker de Bruine) dr. M v. Rhijn, Nederl. Herv. Predikant te Groesbeek.
Al weer een laar geleden I
Vorige week werd te Borculo het feit herdacht, waarop voor een jaar geleden het stadje door den c cloon ram Het nieuwe cassagiersschio van Mij. Nederland, de P.C Hooft dat sedert W, y P werd 9etro"en-Er w"d «n tentoonstelling georganiseerd. Oponzefotojien .„.,;„« ,!,„,.., i_ u.. t i _ j i . A u . i J drie ""ende voorweroen uit den tijd van den cycloon-ramo en wel het schandbord de eemge dagen in het Julianadok te Amsterdam op hat droge ligt. torenhaan en een balk uit de kerk. temidden van vele andere herinnerings-voorwerpen
■
"" — •
Mr p A
' ' '■•■■■■"■••■■■■■*■■■'
Op 't laatst der I6de eeuw trok Siddba Ram», door den eerwaard« Koelloeka en 2 dienaren vergezeld door het Himaiayagebergte ten einde keizer Akbar belangrijke brieven te brengen. Zij komen bi) den kluizenaar Gaurapada. die hen harteli)k ontvangt. Bij het afscheid belooft Siddha Rama zich tot Gourapada te wenden als er in zön leven moeilijkheden mochten voorkomen. Op den verderen tocht deelt Koellaka aan Siddha in 't geheim mede dat de kluizenaar niemand minder is dan dt vroegere koning van zijn land Nandlgoepta. Na een stevigen rit bereiken zij de woonplaats van Siddha's oom, Salhana. alwaar eerstgenoemde zijn verloofde Iravati begroet. Salhana waarschuwt Siddha te waken tegen de heerschluchtige plannen van den grooten Akbar waarin een gevaar ligt voor zijn eigen land. Zij worden gestoord door de komst van den priester Gorakh. de Yogi een invloednik man •an Wien Siddha wordt voorgesteld. Salhana verwijdert zich met den priester, terwijl Siddha naar een nabijgelegen vijver snelt, waar hij Iravati ontdekt had. Aan hun samenzijn wordt een eind gemaakt door eeo verzoek van Salhana. aan Siddha. om met hem en Koelloeka het avondmaal te gebruiken. Iravati gaat naar hare vertrekken. . Den volgenden morgen wordt de rei« voortgezet en de keizerstad bereikt, alwaar de reeds door Koelloeka gehuurde woning wordt betrokken. Het eerste bezoek gold den eersten minister die hem zijn neef Parviz als vriend «n leidsman aanbeveelt. Zij bezoeken samen het keizerlijk paleis. Met Koelloeka gaat hij s avonds naar Feizi. den broeder van den eersten minister, 'n zeer minzaam man. Den volgenden morgen neemt Siddha het bevel over de Radjpoet's over. Na den dienst ontmoet hem een dienares die hem uitnoodigt bij hare meesteres te komen, aan welke uitnoodiging, later door hem gevolg wordt gegeven. Wandelend door den grooten hof. heeft Siddha een onderhoud roet iemand, die. zooab later blijkt, de groote keizer zelf is. Het gesprek wordt afgebroken door de komst van Abdal Kadir. volgeling van den Profeet, met wien de keizer een onderhoud beeft, den godsdienst betreffende. Abdal Kadir waarschuwt den kelter voor mogelijke gevaren die hem van zijn naaste omgeving bedreigen. Onmiddellijk na dit onderhoud wordt Koelloeka aangediend en ook hij waarschuwt den keizer, daarbij nadruk leggend op zijn wantrouwen tegenover Selim. des keizers zoon. Gevolg gevend aan de ontvangen uitnoodiging. ontvangt Siddha van een dame een geheimen brief die door Koelloeka quasi aan eene vriendin moet bezorgd worden. Den volgenden morgen wordt Siddha door zijn vriend farviz afgehaald voor een tocht naar Fattipoer Sikn. de buitenresident.e van den Keizer Siddha bezoekt, een oogenblik alleen zijnde, een Civa-tempel. Hij heeft een gesprek met Gorakh. den Doergapnester, die vragen stelt omtrent Gaurapada. Het gesprek eindigt met eene bedreiging voor Siddha. De Keizer houdt een wapenschouwing- Siddha wordt voorgesteld aan Prins Stllm, welke hem voor een feest in zn paleis uitnoodigt. waar hij tot zn verbazing zn Oom Salhana treft- Met de schoone Rembha. die op 't feest in zijn nabijheid terecht komt, heeft Siddha eeo gesprek, waaruit haar beschaving en goedheid blijken. Eerst laat in den nacht laat Salhana met zijn eigen Palankijn. Siddha naar huis brengen Te zelfder tijd van het feest in Selim's paleis, ontvangt de Keizer in gezelschap van Feizi. bezoek van pater Aquaviva. die bescherming voor zijn godsdienst bij den Keizer zoekt Siddha wordt opmeu» uitgenoodigd bij Relia te [komen, welke hem tracht te bewegen zich Ier gelegener tijd met zijn troepen tegen den Keizer te keeren
————♦——♦«
**
-
-
- ^
VAN
. ■■■■■■■■■■■■■■HTT-TT-T-t
LI^BUM BROUWER *»***■■
— Inderdaad! — sprak Siddha, terwijl hij opstond en 't hoofd op de borst gezonken, eenige passen terugtrad, — een spoedige scheiding zal nog wel het verstandigste zijn. Ik zie het maar al te goed; mijne liefde wordt versmaad. Wat dan nog langer hier te toeven ? — Ach, Siddha! — klonk het droefklagend en in den zoetsten toon der liefelijke welluidende stem, ik kan u nog niet laten gaan! Blijf, al is 't maar eene korte poos; zet u nog eenmaal aan mijne zijde, en verheugen wij ons, nog eenige oogenblikken in die meer rustige gesprekken, waarin ook gij toch als ik te voren zooveel genoegen vondt. En eer Siddha tot bewustzijn van zijne handeling kwam, was hij nogmaals nevens de vrouw gezeten, die heel zijn verstand en zinnen had vermeesterd; en op haar verlangen de luit grijpend, begon hij te zoeken in zijne herinnering naar een der liederen van zijn land, om wier voordracht zij met hare gewone innemendheid hem gebeden had." Maar of hij al zocht, zijn geheugen faalde, en mismoedig legde hij de nuttelooze luit ter zijde. — Ik weet niets meer, — zeide hij, — kan mij niets meer herinneren, ik denk niet meer! Toen vatte hij eensklaps hare beide handen, en trok haar tot zich met thans bijkans onweerstaanbare kracht. — Rezia, — sprak hij, — Rezia! wees mijn bruid! . . ."Voor nu en voor altijd mijn! En zacht fluisterde zij Siddha's naam, en hare armen om zijn hals slaande, zonk zij machteloos aan zijn borst ... Meer dan eens sloop sindsi dien avond, in 't late van den, liefst donkeren nacht, eene mannelijke gestalte langs de cactuslaan, die tot de woning der Armenische leidde, en spoedde zich, -bedachtzaam rondziende, voort... De lotusbloem van Iravati was gekanteld met het ranke voortuig waarop zij zich bevond; een zoele windvlaag had het omgeworpen.
En laat ons onderhoud thans liever geëindigd zijn; niet omdat mij dat aangenaam ware, maar omdat ik beter vind, op eens met kloek besluit van elkaar te scheiden, dan onze kennismaking nog verder voort te zetten, en ze dan morgen of een dag later toch onvermijdelijk en tegen onzen wil te zien afgebroken. ACHTSTE HOOFDSTUK. — Nog eens, — sprak Siddha, terwijl Een verzoeker. Rezia, als gebogen onder haar smart zich Nogmaals was de jeugdige kasteleinesse van hem afwendde, — dat nooit, dat in geen gevalI En ik loog ook niet, al aar- van Allahabad aan het balkon van den zelde ik straks een oogenblik toen ik zeide burcht gezeten, en zag uit naar verre gete willen doen wat gij zoudt eischen. Ik bergten, waarvan, nu geruimen tijd reeds geleden, de toen lang verbeide gekomen herhaal het; gebied en ik gehoorzaam! was. Of in hem niets veranderd mocht — Uw woord! — Mijn woord als edelman! Doch waar- zijn, die nu zeker een ijverig deel nam om 't nog verlangd ? Gij weet immers, dat aan de verstrooiingen van het hof en de cjij mij dierbaar zijt boven alles, dierbaar velerlei vermaken der groote stad? Of hij boven het leven en zelfs boven de eer, nog steeds aan haar dacht, en dagelijks wees de mijne, Rezia! de mijne zoolang hare beeltenis bezag, gelijk zij de zijne ? De twijfel, soms baars ondanks/ bij haar ons te leven rest! Iravati niettemin bij — Neen, Siddha! — sprak zij zacht, oprijzend, scheen terwijl zij de hand afweerde, waarmee hij eenig nadenken eene beleediging jegens den de hare zocht- te vatten, — neen! mij voegt man, dien zij niet minder hoogachtte dan het niet zulke taal van u aan te hooren, lief had en die nog bij zijn laatste bezoek noch u, ze tot mij te uiten. Bedenk het, op zoo innige en tevens plechtige wijze ik ben nog niet vrij, en ook gijzelf niet; zijn woord van trouw aan haar verpandde want andere banden, gij verhaaldet 't mij en in zijn brieven ook daarna zijn gelofte nog had herhaald. Maar deze hadden sinds zelf, houden u gevangen. — Andere banden! — riep Siddha drif- eenigen tijd opgehouden. En waarom tig uit, — ik verbreek ze! Of liever, ik keerde hij niet spoedig eens weder, al was 't dan vooreerst maar tijdelijk ? Ongeheb ze al lang verbroken! — Toch mag ik u niet blijven aanhoo- twijfeld hield strenge dienstplicht hem ren, — hemam Rezia. Ga nu, zeg mij vaar- terug, en kon hem zoo aanstonds geen wel en vergeet mij; het is beter voor u verlof worden gegeven tot eene afwezigheid. Als dien anderen morgen werd zij in en... ook voor mij, die gij zegt lief te hare mijmeringen ook weder gestoord door hebben!
■
■
de verschijning van haar vader, den Gouverneur. — Iravati! — sprak deze op den gewonen afgemeten toon, dien hij, waar hem dat paste, wist aan te slaan, — een gast brengt ons heden bezoek . .. Hij was dan gekomen! hij wachtte ginds! — Een gast, — vervolgde Salhana, — dien het u zeker even aangenaam als vereerend zal zijn te ontmoeten. Het is Selim, de Kroonprins, die op verlangen zijns vaders eenigen tijd in Allahabad komt vertoeven. Niet dan met de grootste inspanning wist Iravati hare bittere teleurstelling te verbergen; maar iets te antwoorden scheen haar onmogelijk. — Welnu ? — vroeg Salhana, — is het bericht u niet welkom ? Daar is er menigeen, die heel wat zou geven om de eer te mogen genieten die u wacht. Volg mij nu! Toen Iravati met haar vader de galerij binnentrad, waar op dat oogenblik Selim zich alleen bevond, ging deze haar een paar schreden tegemoet. — Ik ben u verplicht, edele jonkvrouw! — sprak hij — dat gij u de moeite getroost, mij als gast te komen begroeten- Ik heb reeds meer dan eens van u gehoord, en het is mij aangenaam thans persoonlijk met u kennis te mogen maken. — De eer, mij en mijn vader door Uwe Hoogheid bewezen, stel ik bijzonder op prijs! — antwoordde Iravati; — en ik wil hopen dat het stil verblijf in Allahabad u niet te zeer moge tegenvallen in vergelijking met het leven der hofstad, dat aan afwisseling zeker wel heel wat rijker zal zijn. — Indien — sprak Selim, — de edele dochter van den Gouverneur mij nu en dan het genoegen van haar bijzijn gunt, dan ben ik voorzeker niet bevreesd, dat het verblijf mij lang zal vallen. Maar ik hoor u van de residentie spreken; gij kent die toch, wil ik hopen ? — Ik ben nog nooit in Agra geweest, — luidde het antwoord. — Niet? — vroeg Selim; — maar, waardige Salhana! — vervolgde hij, — het wordt dan toch waarlijk tijd dat gij uwe rijkbegaafde dochter eens wat meer van de wereld laat zien dan hier in dezen afgelegen burcht haar vertoond kan worden! ^^ vervolgd)
WIE ZINGT DAAR? DE „NEW EDISON" =
<£ m
3ISMü.SiS. COMPARISON WITH THElUVINC AUTIST s. REVEALS-NO DIFFERENCE ^
Wij noodigen U uit tot een bezoek
KUNSTZAAL EDISON AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM
.
.
LE1DSCHESTR A AT 84 LANGE POTEN 15 WITTE DE W1THSTRAAT 88
^
■IP
^MBH
^^^
■HH-BH-
Een aardis drietal Door de Kynologcnclub Zeist en Omstreken werd 15 en 16 Aug. een int hondententoonsielling qehouden. open voor aile rassen. Hierboven de Terriers genaamd Jum Jum, Blue Gem en Spriglette, weikl drietal een kampioensprijs Dchaalde. Eig. Mevr. P. M, C. Toepoei van Rouweroy van Nieuwaal.
f Wat de dokter zegt Galbulten en muggebelen. Een lezer vraagt mij naar de doelmatigste bestrijding van bovengenoemde plagen. Hel kan zijn nut hebben daar iets over te schrijven, omdat deze warme tijd van het jaar wat dit punt betreft het meeste last geeft. Van de muggebeten is niet veel te vertellen. De beste bestrijding is. de beten zoo goed mogelijk te voorkomen,, door muggen te weren en de aanwezige te vernietigen. Toen ik 't over malaria had, heb ik daar al eens meer wat van gezegd. De beten zelf kan men bijv. aanstippen met geest van salmiak, terwijl verder natuurlijk gewaarschuwd dient te worden tegen 't krabben, dat den jeuk eerder erger dan beter maakt en dat bij openkrabben van de bult bovendien ontsteking kan veroorzaken. Met de galbulten is het wat ingewikkelder gesteld. Men weet dat deze op de huid te voorschijn komen als roode, warm aanvoelende bulten of ook wel grootere, onregelmatig begrensde verheven plekken op de huid. Het midden van zoo'n bult is niet rood, maar witachtig (net als een vlooienbeet, waar ze precies op kunnen lijken). Zoowel vorm als grootte en aantal zijn zeer verschillend, van vrij kleine spaarzaam aanwezige bultjes tot groote, wel handpalmgroote plekken, waarmee het heele lichaam bezaaid kan zijn, toe. Ook komt het wel voor, dat op den top van de bult een blaasje verschijnt, gevuld met een helder vocht. Dan gaat de ziekte natuurlijk veel lijken op waterpokken. Galbulten zijn een onschuldig verschijnsel, maar worden hinderlijk, doordat ze in den regel erg jeuken. Voor een volwassene is dat erg onpleizierig, maar 't kan. verder niet zooveel kwaad, al stoort het b.v. den slaap wel eens bedenkelijk.
Maar kinderen gaan natuurlijk verwoed aan het krabbelen, vooral 's nachts als ze. zonder toezicht zijn, met het gevolg, dat ze gewoonweg bedekt kunnen zijn met schrammen, terwijl die opengekrabde bulten natuurlijk ook vaak gaan zweren. Daarbij komt bij het kind ook slapeloosheid, onrustigheid, lastigheid, zoodat de overigens onschuldige geschiedenis dan toch zeer hinderlijk wordt. Wat veroorzaakt de galbul ten ? Dat is nog zoo eenvoudig niet te zeggen. Allerlei factoren hebben er invloed op. In de eerste plaats heeft de een er neiging voor, de ander niet.
Sommige kinderen vooral heb ben er voortdurend mee . te kampen, andere hebben het nooit. Dan het jaargetijde: met de warmte ziet men de gevallen sterk toenemen. Ook de omgeving: er zijn personen, die er b.v. aan zee direct zooveel last van krijgen, dat ze er daardoor absoluut niet kunnen verblijven. De voeding heeft verder een merkwaardigen invloed. Er zijn spijzen die de eigenaardigheid hebben bij daarvoor vatbare personen heftige aanvallen op te wekken, bekend zijn hiervoor o.a. mosselen. Kort na het mosselen eten wordt zoo iemand niet lekker en krijgt een geweldig aantal van die
.galbulten", met den daaraan verbonden jeuk. Dit is iets geheel anders dan vergiftiging door mosselen; het treedt bij verder volkomen goede mosselen en ook bij aardbeien opj wat tegenwoordig weer duidelijk merkbaar is. Ten slotte kunnen ook bepaalde medicijnen dergelijke aanvallen veroorzaken, waardoor het ons wel eens overkomt, dat we iemand met zoon geneesmiddel denken te helpen, maar inplaats daarvan enkele uren later met spoed worden geroepen, omdat de patient nu heelemaal in de misère is door een hevigen gal buitenuitslag en zich levendig ongerust maakt. Voor zoo iemand moeten we dan een ander geneesmiddel zoeken; dan gaat de aanval vlot over. De behandeling volgt al eenigszins uit de oorzaken: vermijden van eetwaren, waarvoor men meent gevoelig te zijn: beperken van het gebruik van vet; gebruik van meer schrale spijzen als groenten, vruchten (geen aardbeien natuurlijk), karnemelk (geen melk). Ook enkele inwendig te gebruiken geneesmiddelen komen in aanmerking; welke en de dosis staat ter beoordeeling van den medicus. Plaatselijk is voor de bulten goed: deppen met water en azijn, liever nog flink inpoederen en ook bestrijken met stijf selpap, waarover dan weer poeder gestrooid kan worden. TI L. S.
c/e/vassc/?e/t Dit nachtjaponnetje van [' zijde en kant, dat U voldoende op prijs stelt om het eigenhandig te wasschen - moet U wasschen met Lux, het zachtste reinigingsmiddel ter wereld. Doe eenvoudig wat fijne ruitvormige Lux schilfertjes in heet water. Zij lossen op tot een overvloedig sop, dat zacht is voor zijde, wol, crêpe - alle dingen, die U het meest op prijs stelt - en ook voor Uw handen. Overtuig U dat U inderdaad Lux ontvangt - in het bekende pakje. Er zijn vele imitaties, doch dit zijn steeds dikke reepjes gewone zeep. Lux is niet te vervangen; zie dus toe dat U Lux krijgt. De Levers Zeep Mij. - Vlaardingen. Alleen in pakjes
No. 7503o
No. 75294
/Otf p*^
No. 75036 Aardia kart sporljasje voor viyella of suède stof. gegarneerd me; dezelfde siof in eene andere tini. Verkrijg, baar in bustemaat 85,90,95, lOOof UOcM. Benoodigd van 75 cM. breede stof 3,25 M. è 3,50 M.,van 75 cM. br.garneerstof 75cM. No. 75294. F.lcganle lange aaolel voor een breed figuur. De plooien in het zijpaneel zijn zeer modern en geven vrijheid van beweging. Verkrijgbaar in bustemaat 85. 90. 95. 100, 110 of 126 cM. Benoodigd van 95 cM. breede stof 5 M. è 5.25 M. of van 135 cM. breede stof 3,50 M.
Van de^-e afbeeldingen, die met toestemming der firma Weldon Ltd. te Londen, zijn gereproduceerd, zijn fr. oer oost geknipte patronen verkrijgbaar, tegen toezending van f 0.75 en vermelding van het no. aan mevr. Miliy Simons. 2e Scnuytstraat 261, Den Haag,
J&oe c/e -£t/Jt v/b/f/es /ft faef wa/er.
1
Oïyi>»e. Pa nis. Onig an, enz. U.
165-6 :•" ■i-' .s r
^^^^—^^^^—^—^—
•a—a ~
I
TMANösïOYEJLE
a
l
|
■o—e
a —a—D—a—13
TEKST VAN ANNIE DE HOOO-NOOY
,_ Zeer licht
":'-|VJ1.i-f'.^1rrnZe lie.pennietz'n bei.denZh ke.ken(iaa.fde vloed
ze
ët\]ge.v/cr.den $tra.r\d Zn ßroe.ventoeneen kw\].t eint äro.ae wit.te zand. m- '
En in dat kuiltje zaten
Ze kusten na die eerste
Ze langen tijd bijeen :—
Elkaar nog menig keer —
Ze schertsten en ze lachten,
Hij fluistert lieve woordjes
t Werd duister om hen heen. Ze spraken van het leven
Haar telkens, telkens weer.... Totdal opeens haar kopje
En van de min — en toen Voor zij het kon beletten
Zich aan zijn schouder vleit — En droevig zucht ze ; .Jongen,
Gaf hij — de eerste zoen !
k Moet gaan. 't wordt heusch m'n tijd."
Maar bij het afscheid nemen Bekent ze plots, heel stout: k Vergat je wat te zeggen. M'n schat.... ik ben.... getrouwd." Toen vatte hij haar handjes — En wijl z' haar oogen look — Sprak hij: „'t Geeft niets, hoor kindje. Want ik — ik ben het óókll"
n
I
a
E
□•
&**%%£***
voor voor voor voor voor voor
—
den Uw den Uw den Uw
Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden, Kunst-liefhebber, HOME.
a—-o—a—c—a
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft WIL een "EDISON" of NIETS CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE BIJ DE
KUNSTZAAL "EDISON" AMSTERDAM DEN HAAG . ROTTERDAM
. . . LE1DSCHESTRAAT 84 . - . . . LANGE POTEN 15 WITTE DE WITHSTRAAT 68
I I O I o
O
Nq155