Altijd elders Hoe wij daar aan die grote houten tafel zaten en dachten te weten wat leven is hier klonken niet slechts de glazen maar spraken stemmen luid over belangen groter dan wij kunnen bevatten. Hij leek de macht van het woord precies te kennen terwijl zijn hand te lang op haar dijbeen lag zijn voeten de nijvere mieren vertrapten en haar handen probeerden de muggen tot bloedens toe te slaan. Iemand verhaalde van verre reizen en schilderde een landschap zo mooi dat we daar allemaal op dat moment wilden zijn. De bomen ruisten, de aarde geurde het breekbare licht weerkaatste in de wijnglazen, een blad dwarrelde als een vlinder op deze tafel er ontpopte zich een nieuw gesprek alsof de stilte niet gehoord mocht worden. Margót Veldhuizen
Rood verlangen Altijd op zoek naar verbintenis zelfs daar waar het nauwelijks te vinden is in de kieren en hoeken van mijn bestaan zie ik, waar ik het niet had verwacht, een paar fietsen, zo nauw verbonden zoals een Siamese tweeling zonder elkaar niet bewegen kan. Dit schreit heel zacht, zo’n eenheid in verbondenheid door doornige takken en plantige tentakels verslingerd aan het leven begroeid en beschermd voor altijd bij elkaar hier op deze plek. Tenminste dat dacht ik op een zonnige dag in april bij Sprakel in ’t bos. Margót Veldhuizen
Nachtelijk feestgedruis Hier fluisterde zelfs het vermoeide gras luisterden de oude bomen en sliepen ook de stenen niet vervuld van stemmen die zichzelf het liefst mochten horen. Zij spraken, smeekten en zongen ver na middernacht rondom de brandende vuurkorven alsof zij teruggekeerd waren naar eeuwen geleden en in het magische vuur een andere wereld zagen terwijl zij dronken alsof zij onverzadigd waren. Wakkere uilen popelden om hun plaats in te nemen maar wachtten op het vertrek van de stemmen. Autoportieren sloegen dicht te hard rinkelden fietsbellen er waren er die zoenden er waren er die te luid lachten. In de vroege ochtend richtte het gras zich weer op begonnen de merels gretig te fluiten verkneukelde het hout zich om de slapende uilen en sloot Café Sprakel de deuren en ramen. Margót Veldhuizen
Jean-Michiel Basquiat Heb mijn taal verloren wil met gesloten oog beter kijken wil met open oog beter dromen stralende, sombere, krakende kleuren helpen de speelse wanhoop en de krijsende darteling van dit leven te doorstaan. Dit eindeloze dal, deze toppen wit als ijskristal deze donkere grotten met stalactieten als vlijmscherpe messen en de peilloze diepte van de oceaan waar de witte sneeuw maagdelijk wacht om mij omhoog te stuwen naar het paradijs, om niet te verdwalen in het westen. Margót Veldhuizen
La dolce barista Er is een brede straat vol platanen er stopt een jongen op een scooter er zit een meisje achterop haar armen stevig om zijn slanke heupen. Espresso, cappucino, americano, caffè latte. Zij stappen de bar binnen en groeten de vriendelijke barista hij bestelt een espresso en een glas water zij krijgt een cappucino met een hartje in het midden. Caffé lungo, ristretto, corretto, caffè macchiato. Zij lacht naar de dolce barista hij vindt dat zij naar hem moet lachen zij roert met haar lepel het hartje stuk hij drinkt snel zijn espresso met veel suiker. Caffè freddo, caffè con panna. Wanneer ze de bar verlaten kijkt zij nog even achterom even later rijdt hij iets te hard weg haar armen niet meer om zijn middel. Caffé amaro.
Margót Veldhuizen
Italiaanse ijssalon Meisjes waren wij lichtelijk heupwiegend op weg naar de Italiaanse ijssalon verbaasd, verwonderd soms wanneer we aangesproken werden likkend aan het zoete, zacht gekleurde ijs dat langs onze slanke vingers droop. Op de fiets terug naar huis waar schoolboeken wachtten om opengeslagen te worden trapten sterke jonge meisjesbenen traag de trappers rond door straten die we dromen konden. Later smaakte het Italiaanse ijs nooit meer zoals toen zo fris en zoet verdwijnend uit onze herinnering. Margót Veldhuizen
Sprakeloos
Onder deze sprakeloze bomen zingend en dansend op het verlegen gras bewegen onze voeten alsof zij hiervoor geboren zijn terwijl wij in ons bestaan van alledag vaak veel te grote stappen nemen vergeten stil te staan en sprakeloos te zijn.
Margót Veldhuizen
Nick Cave Met losse haren vaar ik om je heen als een kleurloos schip zonder mast alsmaar om je heen op de oude zee in een eindeloze, radeloze rondedans. Nu dichterbij dan ooit zou ik je van het doek willen halen zonder mes van het doek willen halen om helemaal hier te zijn. Kom, kom dan, stap dan, zing en swing om ons te laten weten hoe passie smaakt hoe het is om je te verliezen in de liefde voor muziek, een vrouw, of de zee die eindeloos het land raakt en fluisterend of bulderend zich terugtrekt ook als wij niet op de vloedlijn staan.
(met dank aan Debbie Voerman) Margót Veldhuizen
Wat leven is Kom, ga zitten wij wachten al zo lang ga zitten en vertel met zachte stem ronde gebaren en schitterende ogen onder deze bomen hier, in dit gefilterde licht met een glas gouden thee op een zomerse dag wat leven is, nu op dit moment alsof er meer niet is dan dit zitten, kijken en luisteren en theedrinken, met kleine slokjes theedrinken.
Margót Veldhuizen