fd.weekend zaterdag 2 maart 2013
Morgen
ioen: Pens moet wat u ten we
‘Oudere werknemers kunnen veel betekenen. Ze zijn meer ervaren en hebben beter overzicht. In die zin zijn zij efficiënt’ Ouderdomsprofessor Dorly Deeg pagina 10 ➜
Persoonlijk 4 | AOW-hiaat 6 | Demotie 8 | Wetgeving 14
Pensioen op het spel In april zullen veel fondsen de pensioenen verlagen. Intussen wordt naarstig gezocht naar een betaalbare oplossing voor houdbare pensioenen in de toekomst. Zorg & Welzijn neemt het voortouw Elisa Hermanides Amsterdam
A
ls je tijdens je werkzame leven elk jaar met de caravan op vakantie ging naar Zuid-Frankrijk, dan moet dat na je pensionering ook nog kunnen. Met deze gedachte in het achterhoofd heeft Zorg en Welzijn, het op een na grootste pensioenfonds van Nederland, gekozen voor een nieuw pensioencontract. Het fonds neemt het voortouw in de overstap naar een nieuw Nederlands pensioenstelsel, waarin de deelnemer te maken krijgt met een heel ander soort pensioenregeling. Vooropstaat dat het pensioen van de deelnemer gecompenseerd wordt voor de inflatie, wat de laatste jaren bij veel fondsen niet meer is gebeurd. Volgende maand voeren maar liefst 68 van de 415 pensioenfondsen in Nederland – waaronder pensioenreus ABP en metaalfondsen PME en PMT – een pensioenverlaging door. Voor het eerst zullen ruim één miljoen gepensioneerden hun pensioen zien dalen, omdat de fondsen te weinig in kas hebben om aan hun toekomstige verplichten te voldoen. Om die reden zijn de pensioenfondsen bezig te onderzoeken hoe het pensioen in de toekomst betaalbaar en houdbaar kan blijven. Sommige denken dat dat kan door op de huidige weg door te gaan, maar wel met hogere buffers en door het fonds te verzekeren tegen risico’s. Maar er zijn ook pensioenfondsen die het liefst willen overstappen naar een nieuw pensioencontract, waarbij de uitkomst onzekerder wordt, maar de kans op inflatiecompensatie wel groter.
Pensioen moet zijn waarde behouden. Foto: Hollandse Hoogte
‘Het gaat erom dat een mevrouw in de thuiszorg straks kan blijven doen wat zij ook vóór pensionering deed’
Zorg en Welzijn is een van de pensioenfondsen dat graag naar het nieuwe, resultaatafhankelijke pensioencontract zou overstappen. Het besef dat het beter zou zijn om in de toekomst het pensioencontract op een andere manier vorm te geven, ontstond al voor de financiële crisis, vertelt fondsdirecteur Peter Borgdorff. Hij legt uit dat Zorg en Welzijn, verantwoordelijk voor de pensioenen van onder andere verpleegkundigen, als belangrijkste doel heeft een geïndexeerd pensioen uit te keren aan zijn deelnemers, oftewel een pensioen dat de inflatie bijhoudt. ‘Het pensioen moet
idealiter met de loonontwikkeling thuiszorg kan blijven doen wat zij in de sector meegroeien’, aldus ook voor haar pensionering deed’, Borgdorff. Hij wijst erop dat an- zegt hij. 'Als zij altijd al met de caders de waarde van het pensioen ravan naar Frankrijk ging, dan zou achteruitholt. ‘Na twintig jaar het vervelend zijn als ze dat niet zonder indexatie is het pensioen meer kan betalen van haar penside helft minder waard.’ Dat komt oen, doordat het is uitgehold door doordat de prijzen stijgen, terwijl inflatie.’ het pensioen hetzelfde bedrag In 2007 ontstond al het idee blijft. ‘Je kunt dan steeds minder voor een ander soort pensioenkopen van je pensioenuitkering.’ contract. ‘We begonnen ons te Volgens Borgdorff is de kans realiseren dat niet elke klap kan op indexatie in de huidige pensi- worden opgevangen door meer oenregeling met een toegezegd premie te vragen.’ De financiële bedrag kleiner. ‘In euro’s blijft je crisis en de abrupt snelle stijging uitkering dan wel gelijk, maar je kunt er minder mee kopen. Het gaat erom dat een mevrouw in de ➜ Vervolg op pagina 2
Speciale bijlage
03
FD Morgen is een speciale bijlage over pensioen die elk kwartaal verschijnt bij FD Weekend. Deze bijlage is mede mogelijk gemaakt door Aegon. De redactie is onafhankelijk. Zij steunt op een eigen ‘denktank’ van experts op het gebied van pensioenen. In speciale advertenties in deze bijlage licht Aegon zijn eigen relatie tot het pensioen toe.
2 Morgen Pensioen
fd.weekend zaterdag 2 maart 2013
Vervolg van pagina 1 van de levensverwachting maakte volgens Borgdorff pijnlijk duidelijk dat een drastische pensioenhervorming noodzakelijk was. Ook op landelijk niveau ontstond het besef dat het pensioenstelsel toe was aan een grondige renovatie.
Bordspel
Het nadenken over de nieuwe pensioenregeling begon met een pensioenbordspel met fiches, vertelt Borgdorff. ‘Zo bekeken de fondsbestuurders wat verschillende keuzes konden gaan betekenen voor het pensioen van de deelnemers.’ De bestuursleden moesten bedenken hoe het moest met de solidariteit in de regeling, oftewel in hoeverre je van deelnemers kunt vragen dat ze een deel van hun geld willen afstaan aan andere deelnemers. Ook dachten ze na over de gewenste hoogte van de premie, de indexatiedoelstelling en hoe het fonds, als het zou moeten korten, dit over de tijd het beste kon uitsmeren. Al die keuzes werden vervolgens ook via computersimulaties in beeld gebracht. Maar het fonds vond het net zo belangrijk dat deelnemers in de besluitvorming werden betrokken Via een enquête op de site, een onderzoek van TNS Nipo en bijeenkomsten bij werkgevers ging het fonds na hoe zij dachten over hun pensioen. Dat leidde tot verrassende uitkomsten. Onderzoeken tot nu toe hebben er namelijk op gewezen dat mensen vooral hechten aan een zeker pensioen. Maar uit het onderzoek van Zorg en Welzijn bleek juist dat mensen bereid zijn risico te nemen met hun pensioen als ze wordt verteld dat een zeker pensioen op termijn ook een laag pensioen is. Inmiddels is de opzet die Zorg en Welzijn voor ogen heeft helder. De premie blijft met 18% tot 19%
‘Wetgeving moet het verzorgen van een goed pensioen faciliteren, niet dicteren’
van het salaris even hoog als nu, en ook het beleggingsbeleid blijft hetzelfde. Maar er zijn uitzonderingen. Als de gemiddelde leeftijd van het deelnemersbestand verandert, kan de premie bewegen. En als het pensioenfonds in problemen komt, mag de premie ook verhoogd worden, met maximaal 2,5 procentpunt. Het fonds grijpt straks sneller in bij tegenvallers, door eerder te korten op de pensioenen. ‘Dat doen we dan wel in kleine stapjes, door de korting over tien jaar uit te smeren. Daardoor komt het minder hard aan.’ Er wordt altijd geïndexeerd. Als daar niet voldoende vermogen voor is, wordt er weer gekort.
Wat merkt u van de pensioenhervormingen? In rap tempo worden stappen gezet om de pensioenproblemen op te lossen. Zeven versoberingsslagen die ondernemers, gepensioneerden én werknemers treffen Cleo Scheerboom
Ook de communicatie wordt anders aangepakt. In plaats van het communiceren van één pensioenbedrag, staan er straks drie scenario’s in het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) dat jaarlijks deelnemers wordt toegestuurd. Een positief scenario, een negatief scenario en een scenario dat er tussenin ligt en uitgaat van de economische omstandigheden op dat moment. Toch kan het fonds nog niet van start, omdat het afhankelijk is van de invoering van nieuwe pensioenregels door het kabinet. Dan is er nog het juridische vraagstuk van het overbrengen van het oude pensioengeld naar het nieuwe pensioencontract. Aangezien hierbij de pensioenrechten van €130 mrd onteigend moeten worden, kan dit leiden tot rechtszaken van deelnemers. Door de gepensioneerdenvereniging bij de keuze voor het nieuwe pensioen te betrekken, hoopt Borgdorff dit soort rechtszaken te vermijden. Andere pensioenfondsen vragen zich wel eens af waarom Zorg en Welzijn zo’n haast heeft. Is het niet veel handiger te wachten tot de regels duidelijk zijn? Borgdorff wijst erop dat het fonds zijn verantwoordelijkheid neemt en daarbij als voorloper ook veel betrokken wordt bij het ontwikkelen van de nieuwe regels. ‘De wetgeving moet uiteindelijk het verzorgen van een goed pensioen faciliteren, niet dicteren.’
1
Pensioen en AOW gaan later in
Colofon
Foto:ANP
Uitgever Eugenie van Wiechen Hoofdredacteur Jan Bonjer Coördinatie Lien van der Leij Artdirector Mick Peet Vorm en beeld Karin Aalberts Eindredactie Lien van der Leij, Féri Roseboom Aan dit nummer werkten mee: Peter Boer, Tim van Dasselaar, Elisa Hermanides, Gwen van Loon, Cleo Scheerboom, Lizanne Schipper, Peter Strelitski, André de Vos, Arnold Weel Accountmanager market solutions Marion de Bont (020-5928637)
2 Korten op pensioen
Drie scenario’s
Peter Borgdorff: communicatie wordt helderder.
Morgen Pensioen 3
fd.weekend zaterdag 2 maart 2013
Het verhogen van de pensioenleeftijd is een van de meest zichtbare maatregelen om de betaalbaarheid van de oudedagsvoorziening te verbeteren. De AOW-leeftijd is sinds dit jaar met een maand verhoogd. In de komende jaren gaat de pensioengerechtigde leeftijd in stapjes verder omhoog, naar 66 jaar in 2019 en 67 jaar in 2023. Vanaf 2024 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Het kabinet wil overigens de leeftijd sneller opvoeren (zie pagina 6). Ook gaat de leeftijd omhoog voor het pensioen dat via de werkgever wordt opgebouwd (ook bekend als de tweede pijler) . Volgend jaar wordt deze pensioenrichtleeftijd al in één stap verhoogd naar 67. Dat die sneller stijgt dan de AOW-leeftijd is een geste aan de pensioenuitvoerders. Een meer gelijkmatige overgang zou een te grote administratieve druk betekenen. Werknemers die deelnemen in een pensioenfonds bouwen vanaf volgend jaar rechten op voor een pensioen dat vanaf 67 uitkeert. De opbouw tot 2014 is nog steeds gebaseerd op pensioenleeftijd 65 – enkele fondsen uitgezonderd. Vanaf volgend jaar zijn er dus twee systemen van pensioenopbouw naast elkaar. Pensioenuitvoerders buigen zich nu over het samenvoegen van de verschillende afspraken.
Half februari kondigden 68 pensioenfondsen aan te moeten korten op de pensioenen van de deelnemers. Dit afstempelen, dat in april wordt doorgevoerd, is nodig om in 2014 te kunnen voldoen aan de door de Nederlandsche Bank (DNB) vereiste dekkingsgraad. Deze indicator geeft aan of een fonds genoeg in kas heeft om de toekomstige verplichtingen na te kunnen komen. Door de kortingen krijgen gepensioneerden vanaf volgende maand minder pensioen overgemaakt. Van andere deelnemers worden de aanspraken gekort, waardoor zij straks een minder hoog pensioen krijgen. Afstempelen is niet aan de orde voor werknemers van wie het pensioen is ondergebracht bij een verzekeraar. Hun toezeggingen zijn gegarandeerd en het beleggings- en langlevenrisico komt voor rekening van de verzekeraar. Daartoe verplicht de toezichthouder verzekeraars grote buffers aan te houden. Een verzekerde regeling is veilig, maar wel duur. Bij zo’n regeling is meer premie nodig voor een vergelijkbare pensioentoezegging.
3
Minder opbouwen via de werkgever Vanaf volgend jaar haalt de overheid de teugels aan wat betreft het fiscaal vriendelijk sparen in de pensioenregeling van de werkgever. Dit levert geld op voor de schatkist en stimuleert het langer doorwerken. Met ingang van 2014 worden
daarom de maximale opbouwpercentages verlaagd. Kunt u nu nog over uw gemiddelde loon onbelast maximaal 2,25% opbouwen per jaar, in 2014 is dat 2,15%. Voor eindloonregelingen dalen de percentages van jaarlijks 2% naar 1,9%. Ook voor beschikbarepremieregelingen wordt het maximumpercentage verlaagd. En voor mensen die vrijwillig bijsparen in de pensioenregeling van hun werkgever gelden de lagere percentages ook. Spaart u bij in de tweede pijler, dan heeft u vanaf volgend jaar daar minder ruimte voor. Sommige deskundigen verwachten zelfs dat bijsparen straks onmogelijk wordt als het kabinet zijn voornemen doorzet om in 2015 de maximale opbouwpercentages nog verder te verlagen: naar 1,75% voor de middelloonregeling (waarbij u pensioen opbouwt op basis van het gemiddelde loon dat u door de jaren heen verdient) en 1,5% voor een pensioen op basis van eindloon. In dat geval blijft uw geldpotje bij uw pensioenfonds wel gewoon staan— en renderen — maar u zult niet meer in kunnen leggen.
4 Minder ruimte voor lijfrentes
De overheid beperkt ook de mogelijkheden om privé pensioen op te bouwen met belastingaftrek in de derde pijler. Bij een aantoonbaar pensioentekort kunt u de premies voor lijfrente of banksparen aftrekken voor de belasting. Door de bezuinigingen op de AOW en op het werknemerspensioen die nu zijn aangekondigd, zullen veel mensen hun toevlucht zoeken in het fiscaal vriendelijke banksparen, bankbeleggen of lijfrentes. Om te voorkomen dat mensen zo de pensioenversobering omzeilen, voert het kabinet ook op dit vlak kortingen door. Het maximale bedrag dat in aftrek kan worden gebracht bij een pensioentekort wordt in 2014 verlaagd. Hierdoor is bij hetzelfde pensioentekort minder premieaftrek mogelijk.
Bovendien geldt voortaan dat voor dat deel van het salaris boven drie keer modaal (€100.000) geen fiscaal vriendelijke pensioenopbouw is toegestaan.
5 Dga mag afstempelen
Goed nieuws is er wel voor de directeur-groot aandeelhouder met een pensioen in eigen beheer. Anders dan vroeger kan de dga de pensioenaanspraken bij pensionering verminderen als zijn pensioen-bv over onvoldoende vermogen beschikt. Bijvoorbeeld omdat de beleggingsopbrengsten tegenvallen. Sinds dit jaar kan dit eenmalig zonder fiscale consequenties. Een aantrekkelijke optie, want normaal is bij het verminderen van de pensioenafspraken loonbelasting en een boete van 20% (revisierente) verschuldigd. De pensioen-bv moet dan wel kunnen aantonen dat de bezittingen (de beleggingen) niet voldoende zijn om aan de toekomstige verplichtingen te voldoen. Wat telt is de dekkingsgraad, net als bij pensioenfondsen. Er mag pas gebruik worden gemaakt van de regeling bij een dekkingsgraad onder de 75%.
6
Minder oudedagsreserve voor ondernemers Ondernemers mogen jaarlijks een reservering doen voor hun pensioen. Deze storting komt ten laste van de winst en zorgt daarmee
voor een belastingbesparing. De maximale toevoeging aan de oudedagsreserve is altijd een percentage van de winst. Tot nu toe was dit 12 %. In 2014 daalt de maximale dotatie naar 10,9 %. Dit percentage kan in de toekomst verder dalen: bij iedere verdere verhoging van de pensioenrichtleeftijd met een jaar wordt de dotatie met 0,4% verlaagd. Evenals de AOW-leeftijd loopt de pensioenrichtleeftijd op in lijn met de levensverwachting.
7
Van harde naar zachte toezegging De stijgende levensverwachting, lage rente en extreme beweeglijkheid op de financiele markten maken een vaste pensioentoezegging steeds lastiger betaalbaar. Het Pensioenakkoord tussen bonden, werkgevers en overheid pakt dit aan door de mogelijkheid te bieden voor het afspreken van ‘zachte’ pensioenrechten. De huidige toezegging van een vast nominaal bedrag verandert dan in een voorwaardelijke toezegging, afhankelijk van de resultaten bij het fonds. (Zie pagina 1). Het risico verschuift daardoor van pensioenfondsen en ondernemingen naar de werknemer. Die heeft meer ruimte voor individuele keuzes. Een voorbeeld zijn de beschikbarepremieregelingen waarin werkgevers een pensioenbijdrage aan de werknemer toezeggen, maar geen afspraken maken over de hoogte van de uiteindelijke uitkering. Er zijn minder garanties, maar deelnemers profiteren andersom ook van eventuele stijgende beleggingsresultaten. Werknemers zullen zelf moeten kijken of het nodig is extra pensioen op te bouwen boven op AOW en werknemerspensioen.
Raadpleeg uw pensioenoverzicht Diverse pensioenfondsen gaan in april kortingen op de pensioenuitkeringen doorvoeren. Gepensioneerden merken deze straks direct in hun portemonnee. Voor andere pensioendeelnemers geeft www.mijnpensioenoverzicht.nl — te raadplegen met gebruik van uw DigiD — inzicht in de opgebouwde pensioenafspraken via de werkgever en de AOW. (Eventuele inkomstenstromen uit lijfrentes of banksparen worden echter niet getoond.) Vanaf volgende maand is te zien welk effect een eventuele verlaging van de pensioenaanspraken — het zogeheten afstempelen — heeft op uw inkomen voor later. Ook toont de site de aangepaste ingangsdatum van de AOW. Er is kritiek op de bruikbaarheid van het digitale pensioenoverzicht. Zo wordt er geen rekening gehouden met de inflatie. De koopkracht van de getoonde bedragen zal in de toekomst immers lager uitvallen. Een nieuwe versie van het pensioenoverzicht moet de werkelijke waarde van de getoonde bedragen laten zien.
Verbatim ‘We hebben een sterk pensioenstelsel, maar het gaat hier en daar zorgwekkend kieren en kraken’ jetta klijnsMa staatssecretaris sociale Zaken en Werkgelegenheid
‘De gedachte dat iedereen een spaarpot heeft waarop teruggevallen kan worden, strookt niet met de harde realiteit van vandaag’ ton RolVink Pensioenbestuurder FnV in Beweging, over het aoW-hiaat
‘Pensioenfonds moet komen tot een eerlijke verdeling tussen jong en oud ’ geRaRD RieMen Directeur Pensioenfederatie
‘Al met al spat de Nederlandse pensioendroom toch aardig uit elkaar’ theo goMMeR Voorzitter nederlandse orde van Pensioendeskundigen
‘We betalen heel veel premie en ik snap wel dat de regering dat wil terugdringen. De uitwerking is echter bijzonder ongelukkig’ gUUs BoenDeR Bestuurder ortec Finance
4 Morgen Pensioen
fd.weekend zaterdag 2 maart 2013
‘Als je zorgt dat je werkt, komt het goed’ Als werknemer was Ed Mes via zijn werkgever verzekerd voor arbeidsongeschiktheid en pensioen. Maar toen hij voor zichzelf begon zei hij na een halfjaar zijn AOV-polis op. ‘Toen ik vijf weken uit de roulatie was, werd dat prijzig’ Gwen van Loon Heemstede
H
ij werkte jarenlang bij grote bouwbedrijven en had het daar prima naar zijn zin. Hoe groter het project, hoe meer kranen er op het bouwterrein stonden, hoe mooier Ed Mes het vond. Maar toen hij merkte dat het steeds onpersoonlijker werd, met voormannen die soms niet eens de namen kenden van mannen met wie ze al maanden samenwerkten, was voor hem de maat vol. ‘Ik wil hard werken, keihard zelfs, maar het moet wel gezellig zijn.’ Mes (nu 44) besloot zelfstandige in de bouw te worden, nadat hij er met een kennis over had gesproken die zichzelf verhuurde aan een aannemer. ‘Hij zei tegen me: jij denkt en doet al als een zelfstandige, waarom probeer je het niet gewoon?’ Met in zijn achterhoofd de woorden van zijn vader waagde Mes de stap. ‘Als je zorgt dat je werkt, komt het altijd goed.’ Moest je lang wikken en wegen? ‘Het was als een droom die uitkwam. Ik dacht er niet lang over na, ik deed het gewoon. Naïef misschien, maar sommige stap-
pen zet je niet zo bewust. Hoeveel mensen denken bijvoorbeeld echt na wat het betekent als ze kinderen krijgen? Die kunnen heel wat teweegbrengen.’
kapwoning in Hillegom — besloten we om samen in zaken te gaan. De twee huizen hebben we een voor een opgeknapt met het idee de panden daarna te verkopen.’
Hoe ging je te werk? ‘Ik begon met klussen voor aannemers en samen met mijn broer Peter — ook in de bouw — kocht ik een opknappand in de straat waar we beiden wonen. Daar werkten we in de avonduren aan met het idee dat later te verhuren. We hoefden er niet rijk van te worden, maar wilden er het onderhoud van kunnen betalen en in elk geval één week per jaar op vakantie.’
Dat lukte wonderwel: de huizenmarkt was destijds booming en toen het eerste huis verkocht was, stonden kopers voor het andere pand ook meteen op de stoep. Wat zij daarmee verdienden, investeerden ze in nieuwe opknappanden die ze dan ook zouden verkopen of verhuren. In Bloemendaal, Haarlem en Heemstede, werden er huizen aangekocht.
Blijft er uiteindelijk niet meer aan de strijkstok hangen? ‘Jawel, maar voor het zover is, is het bikkelen. Mijn vrouw en ik kregen in die beginperiode net een tweeling en de meisjes bleken huilbaby’s. Je begrijpt: mijn vrouw zat er niet op te wachten dat ik elke avond ook nog even aan de overkant ging klussen met mijn broer en mijn vader. Hij had ook altijd in de bouw gezeten en kon het niet laten.’ Hoe ging het daarna verder? ‘Omdat we op een mooi ander project stuitten – een twee-onder-een-
AdVerTenTie
# "" " % " "#% " " %" $ " "% " "% $ # " "# " # " &" $ " " $ #" #% $ " # " " " " "
Klinkt veelbelovend. ‘Ja. Naast salaris verwachtten we zo een mooi pensioen op te bouwen en geld opzij te leggen voor de eventuele studies van onze kinderen. Maar niet alle mensen met wie we zakendeden, bleken het beste met ons voor te hebben. Met twee panden in Haarlem zijn we flink het schip in gegaan. We zijn nooit op veel geld uit geweest, maar blijkbaar waren we naïef, want we hebben twee keer een zaak gedaan die financieel slecht afliep.’ Riskeerden jullie ooit een faillissement? ‘Dat we er nooit aan ten onder zijn gegaan, hebben we te danken aan geduldige onderaannemers bij onze bouwprojecten. Ze hebben ons nooit het mes op de keel gezet om meteen te betalen, omdat ze er vertrouwen in hadden dat het goed zou komen. Al besef ik dat dat alleen kon, omdat zij op dat moment wel liquide waren. Na die ervaring besloten we ons ook als aannemer te richten op verbouwingen voor particulieren.’
Morgen Pensioen 5
fd.weekend zaterdag 2 maart 2013
Ed Mes: ‘Hoe het straks zit, zien we dan wel weer.’ Foto: Peter Strelitski
Toekomstprofiel Ed Mes Woont in: Heemstede met zijn vrouw, tweelingdochters (15) en zoon (13). Werkt: vier dagen per week bij The Vintage Store en op vrijdag als zelfstandige in de bouw. ‘Dan heb ik een uitloop naar zaterdag.' Pensioenverwachting: ‘Ik heb een joekel van een pensioengat, maar ik ben er nu en we zijn allemaal gezond. Hoe het straks
vastgoedmarkt stortte in. Alles stagneerde. Vervolgens hebben we gewerkt, gewerkt en gewerkt om aan al onze verplichtingen te kunnen voldoen. Al met al zijn we zo’n zes jaar bezig geweest om er helemaal bovenop te komen. We zaten echt op zwart zaad. Het enige wat in die tijd telde, was dat ik mijn gezin met inmiddels drie spreeuwenbekjes kon voeden. De kinderen hebben nooit iets van onze financiële zorgen gemerkt. Is er geen geld, dan geven mijn vrouw en ik het ook niet uit. Dat is voor ons heel simpel.’ Heb je ooit angst gehad over je toekomstige financiën? ‘Ik ben nooit echt bang geweest dat mijn financiële situatie me de das om zou doen. Ik weet dat ik een joekel van een pensioengat heb, ook omdat we nu geen huurinkomsten meer hebben. Het idee was natuurlijk dat we steeds meer panden zouden verhuren en zo een hoger salaris en pensioen konden opbouwen, maar het liep anders. ’ Ben je in die periode nooit ziek geweest? ‘Ik heb altijd gewerkt. De enige keer dat ik niet op de bouwplaats verscheen en moest verzaken, is toen ik vreselijk last had van nierstenen. Toen was ik bijna vijf weken uit de roulatie op de klus die we deden en hebben we ruim drieenhalve week iemand in moeten huren. Dat was prijzig.’
Kon je de financiële tegenslag zo weer te boven komen? ‘We moesten echt rigoureuze maatregelen nemen en al onze panden verkopen. Onze eigen woningen hielden we. Maar daarmee kwam het niet vanzelf in orde: de
Was je niet verzekerd? ‘In het begin heb ik wel een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) gehad, ongeveer een halfjaar. We betaalden € 400 per persoon per maand aan verzekeringspremies, het merendeel daarvan was voor arbeidsongeschiktheid. Onze redenering was: daar kunnen we beter een pand van opknappen en vervolgens verhuren. Of dat niet risicovol was in de bouw waar een ongeluk in een klein hoekje zit? Ik heb mijn werk nooit als gevaarlijk gezien en dat
‘Niet alle mensen met wie wij zaken deden, bleken het beste met ons voor te hebben’
‘Ik weet dat ik een joekel van een pensioengat heb, ook omdat er geen huurinkomsten zijn’
zit, zie ik dan wel weer.’ Wil doorwerken tot: ‘Zolang ik gezond ben, kan ik werken en geniet ik ervan. Hard werken is geen probleem, zo ben ik groot gebracht. Ik heb er totaal geen moeite mee.’ Nodig: ‘Mijn belangrijkste zorg is dat ik goed voor de kinderen kan zorgen. Soms mijmer ik erover in Frankrijk te gaan wonen.’
geldt voor bijna iedereen die ik ken en die zelfstandig werkt. Je weet toch waar je mee bezig bent.’ Het verhaal van Mes klinkt DirkJan Bos bekend in de oren. Zelfstandigen verzekeren zich vaak niet tegen arbeidsongeschiktheid vanwege de hoge kosten, beaamt de eigenaar van financieel adviesbureau Parfis. ‘Uit de meeste onderzoeken blijkt dat 50% tot 60% zich niet verzekert, vooral eenpitters en jongeren’, zegt hij. Voor werknemers zijn er veel wettelijke regelen en eventueel aanvullende verzekeringen die werkgevers collectief kunnen afsluiten. De premies worden dan door het bedrijf en/of de werknemer betaald. Soms is een AOV in de pensioenregeling opgenomen, zodat de medewerker een aanvullende uitkering krijgt op zijn WIA-uitkering (die ingaat na twee jaar ziekte) of het WGA-gat wordt afgedekt bij wie deels of tijdelijk arbeidsongeschikt is. Maar volgens Bos is dat zeker niet altijd het geval. ‘Vaak verzekert de werkgever arbeidsongeschiktheid los van de pensioenregeling. En in een flink aantal gevallen, vooral in het mkb, wordt het helemaal niet geregeld door de baas.’ Sinds de zomer van 2012 werkt Mes vier dagen per week bij The Vintage Store in Heemstede. ‘Ik had geen lol meer in het plaatsen van kozijnen, wilde het over een andere boeg gooien’, zegt hij. ‘Hier heb ik de mogelijkheid om een bijdrage te leveren aan het hergebruik van vaak nog heel goede spullen. Ik heb meegeholpen de winkel op poten te zetten en ik coach nu mensen van Paswerk (een organisatie die mensen met afstand tot de arbeidsmarkt re-integreert, red.) die spullen voor ons ophalen of in de winkel werken. In dit werk komt het sociale aspect weer helemaal tot leven.’ Om zijn inkomen aan te vullen tot het niveau dat hij de laatste jaren als zelfstandige weer wist te realiseren, werkt Mes vrijdags nog in de bouw. ‘Meestal zijn dat klussen die in een dag gerealiseerd kunnen worden, eventueel werk ik op zaterdag door om het werk af te maken’, zegt hij. ‘De meeste lol haal ik uit het timmerwerk, bijvoorbeeld het op maat maken van kasten. Daarmee is de cirkel rond: mijn opa was ook meubelmaker.’
De expert
Leren voor later Peter van Santen
H
et is voor werknemers steeds meer zaak om het heft in eigen hand te nemen wat hun pensioen betreft. In Nederland gaan we met de werknemerspensioenen onvermijdelijk de kant op van het Amerikaanse systeem, met veel meer eigen verantwoordelijkheid rondom de pensioenvoorziening. Zo zie je hier steeds meer beschikbarepremieregelingen ontstaan, waarbij het pensioenfonds in feite een soort veredeld beleggingsfonds wordt. In de Verenigde Staten is dat al heel ver doorgevoerd. Veruit de meeste regelingen zijn beschikbarepremieregelingen, waarbij alleen de inleg — waar de werkgever al dan niet aan bijdraagt — vaststaat en de hoogte van de uitkering volledig afhankelijk is van de beleggingsresultaten. Daarbij word je als deelnemer geacht te beslissen hoe risicovol je wilt beleggen. Maar niet alleen het werknemerspensioen verandert. Ook de AOW blijft waarschijnlijk niet tot in lengte van dagen zoals die nu is. Het heeft een crisis gekost voordat we zover waren om de AOW-leeftijd te verhogen, maar zelfs dan lijkt het onwaarschijnlijk dat deze volksverzekering in de pas blijft Overheidslopen met de loongroei. Beleidsmakers zullen vroeg beleid moet of laat zich genoodzaakt zich richten op zien om over te stappen op een inkomensafhankelijke financiële AOW, als minimumvooreducatie van ziening. Een vooraf bepaalde, lagere inkogegarandeerde pensioenmensgroepen uitkering is dus geen vanzelfsprekendheid meer. Dat betekent dat mensen zelf in actie moeten komen. Dat doen zij ook, maar tot nu toe zijn het vooral de hogere inkomens die aan toekomstplanning doen door te sparen of door annuïteiten aan te schaffen zoals lijfrenteverzekeringen en koopsompolissen. Terwijl in de economische theorie dergelijke producten gelden als de meest rationele manier om het langlevenrisico af te dekken. Op die manier kun je immers jezelf op een simpele manier verzekeren van een stabiel inkomen totdat je overlijdt, ongeacht of je tachtig jaar oud wordt, of honderd. Waarom worden die producten dan betrekkelijk weinig afgenomen? Voor een groot deel heeft dat te maken met financieel geletterdheid. Uit mijn onderzoek is gebleken dat mensen soms niet eens weten of zij een koopsompolis of lijfrente hebben. Daarnaast is de animo voor annuïteiten afgenomen doordat de kosten die er in het verleden voor werden gerekend, erg hoog waren. Bij de zogenaamde woekerpolissen ging soms dertig cent van iedere ingelegde euro op aan kosten. Maar inmiddels zijn de kosten transparant gemaakt. Nu is het tijd om meer aan voorlichting te doen. Wil je als overheid de aanschaf van annuïteiten stimuleren om te voorkomen dat mensen in hun laatste levensjaren in geldnood raken, dan moet het beleid worden gericht op financiële educatie van de lagere inkomensgroepen. Zeker nu als gevolg van het provisieverbod advieskosten apart in rekening worden gebracht zullen zij overtuigd moeten worden van de noodzaak om iets aan hun financiële toekomstplanning te doen. Peter van Santen promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen op preventief spaargedrag in aanloop naar pensioen. Hij is nu werkzaam bij de Zweedse centrale bank, de Riksbank.
6 Morgen Pensioen
fd.weekend zaterdag 2 maart 2013
Morgen Pensioen 7
fd.weekend zaterdag 2 maart 2013
Laat u niet verrassen door een latere AOW
dat geldt alleen voor mensen met een gezinsinkomen tot 150% van het minimumloon. En dan mogen zij niet te veel spaargeld hebben, want dat wordt ook in de berekeningen betrokken. Dit jaar valt alvast een dikke 85% van de groep buiten de boot, volgens de FNV.
Aflossen Als u al in aanmerking komt voor zo’n overbruggingskrediet, dan moet u dat wel de daaropvolgende jaren aflossen. Gevolg: een schameler pensioen. Hetzelfde geldt voor een andere oplossing die nogal eens wordt geopperd: het naar voren halen van een deel van het ouderdomspensioen. Bovendien duikt dan weer die fiscale domper op: als dat extraatje nog onder de eerste twee belastingschijven valt, moet u er de volle mep aan inkomstenbelasting over betalen totdat de AOW-leeftijd ingaat. Een afrader dus, vindt financieel planner De Bilde. ‘Probeer als het even kan extra inkomsten te genereren’, is zijn advies. Bijklussen dus. Andere simpele oplossingen: bezuinigen of de eigen financiële reserves aanspreken. Eerder stoppen met werken blijft een optie, alleen u levert steeds meer in. Financieel planner De Bilde hanteert de vuistregel dat elk jaar eerder stoppen leidt tot een 8% lager jaarlijks ouderdomspensioen. Een rekenvoorbeeld: zou u vanaf 65 jaar € 60.000 pensioen per jaar krijgen en stopt u met 60 jaar, dan mist u 5 x 8% , oftewel 40% van uw werknemerspensioen. U krijgt dan vanaf uw 60ste jaarlijks € 36.000. En dat is nog zonder de gevolgen van de hogere AOWleeftijd mee te rekenen. Was u van plan om dit of volgend jaar met vroegpensioen te gaan en hikt u aan tegen het AOWgat, dan kunt u het moment van stoppen misschien nog eens heroverwegen. Werk een paar maanden langer door. Dan vallen de inkomsten daarna wat hoger uit dan begroot en kunt u een potje maken waarmee u de tegenvaller opvangt.
HetopvoerenvandeAOW-leeftijdiseen financiëlestropvoorvroegpensioeners. Zelfeenpotjemakenlijktdeverstandigste aanpakomuwpensioengattevullen Lizanne Schipper Haarlem
H
et zwartste scenario: als alleenstaande piloot of brandweerman bent u onlangs op uw 55ste afgezwaaid met functioneel leeftijdsontslag. Uw gewone - lagere - werknemerspensioen gaat in als u 65 bent, in 2021 of later. Volgens de nieuwste kabinetsplannen moet u dan nog de volle twee jaar op uw AOW-uitkering wachten. Dat slaat een financiële krater van meer dan € 25.000. Niet voor iedereen is het effect van de hogere AOW-leeftijd zo dramatisch. Doorsneevutters en prepensioeners zullen eerder aankijken tegen een gat van enkele maanden, nog altijd een tegenvaller van een paar duizend euro. Volgens de huidige afspraken stijgt de AOW-leeftijd stapsgewijs naar 66 in 2019 in 67 in 2023. Maar als het kabinet zijn zin krijgt, wordt dat vervroegd naar respectievelijk 2018 en 2021. Dit is nog even afwachten: het wetsvoorstel wordt naar verluidt pas in 2014 ingediend. Volgens vakbondskoepel FNV, die tegen de plannen te hoop loopt, zijn er circa 80.000 vroegpensioeners die dit jaar 65 worden en een maand AOW missen. Of
eigenlijk anderhalve maand. Vorig jaar is het moment dat voor het eerst AOW wordt uitgekeerd namelijk al verschoven van de 65ste verjaardag naar de laatste dag van de verjaardagsmaand, wat gemiddeld een halve maand scheelt. De komende jaren zal de groep die tegen een AOW-gat aanloopt telkens iets kleiner zijn, doordat mensen de laatste jaren steeds langer hebben doorgewerkt. Zo was de gemiddelde pensioenleeftijd vorig jaar 63,6 jaar, terwijl dat in 2006 nog 61 was. Dat was het jaar dat de VUT-regeling sneuvelde.
Inkomstenbelasting Extra pech voor de vroegpensioener is dat het aantrekkelijke inkomstenbelastingtarief waarvan de 65-plusser traditioneel profiteert, meeschuift met de hogere AOW-leeftijd. Dus wie vanaf zijn 65ste verjaardag oudedagspensioen en/of lijfrente krijgt bijgeschreven, moet over het bedrag tot €33.000 flink wat meer belasting betalen. Pas als de AOW-leeftijd
Dit jaar zullen circa 80.000 vroegpensioeners een maand AOW moeten missen
is bereikt, gaat het gunstiger tarief in. Een tegenvaller waarmee nog nauwelijks rekening wordt gehouden, merkt financieel planner Fons de Bilde in de praktijk. ‘Als je vanaf je 65ste de eerste twee schijven volmaakt met pensioen of lijfrente, reken dan voor elke maand dat je later AOW krijgt op €500 meer belasting per jaar.’ De 65-plusser met een jongere partner die weinig inkomen inbrengt, kan vanaf 2015 bovendien fluiten naar de AOW-partnertoeslag. Maximale aderlating: € 9000 per jaar. Vervelend, maar dat dit gaat gebeuren, is al twintig jaar bekend. En daarmee een heel ander verhaal dan het AOW-gat waarmee nietsvermoedende prepensioeners zich van de ene op de andere dag geconfronteerd zien, vindt de FNV. Voor de vakbondskoepel is het aanleiding de overheid voor de rechter te slepen. Op dit moment worden individuele bezwaarschriften verzameld, waarmee op korte termijn een collectieve rechtszaak wordt aangespannen. Die moet duidelijk maken of de rappe verhoging van de AOWleeftijd ‘billijk en proportioneel’ is. De vakbond hoopt er een betere overgangsregeling voor de huidige vroegpensioeners uit te slepen. Want weliswaar is er een overbruggingskrediet beschikbaar, maar
Financieel planner De Bilde: pensioengat dichten door zelf financiële reserves op te bouwen.
Foto: Corbis
Voor elk jaar dat u eerder stopt met werken, levert u pakweg 8% in aan pensioen
Cijfers Oude dag
42%
Vorig jaar was 42% van de werknemers die met pensioen gingen 65 jaar of ouder. Vanaf 2007 is de pensioenleeftijd steeds toegenomen
82,9 jaar
is de gemiddelde levensverwachting van een pasgeboren meisje in 2011; bij jongetjes is dat 79,2 jaar Bron: CBS
40% van de Nederlanders legt extra geld opzij om zijn pensioen aan te vullen, meestal op een gewone bank rekening
80% van 65 tot 75jarigen heeft toegang tot het internet; van hen surft driekwart bijna dagelijks
13% van gepensioneerden zegt te moeten bezuinigen om rond te kunnen komen
Rende ment van pensioen fondsen is gestegen in laatste 5 jaar
Dekking daalt door snellere stijging verplich tingen
Uit de praktijk Vutters vertellen ‘Vroeg stoppen valt financieel vies tegen’
Marina Schreuders, 63
‘Ik dacht altijd dat ik tot mijn 65ste zou doorgaan. Maar mensen om me heen verklaarden me voor gek dat ik geen gebruik van de VUT zou maken', vertelt Marina Schreuders. Vorig jaar stopte zij als hr-medewerker bij Elsevier. ‘Dat is me financieel vies tegengevallen. Ik had me misschien ook niet helemaal gerealiseerd dat vrije tijd zo veel geld kost. En dan volgend
jaar ook nog dat AOW-gat van twee maanden. Ik wil er wel op uit kunnen gaan, een kopje koffie drinken. Daarom wil ik dit jaar gaan bijverdienen als surveillant bij tentamens. Schandalig dat ouderen nu zo veel moeten inleveren. Zoals de jongeren tegenwoordig kunnen leven, dat hadden wij niet. Het was dubbeltjes draaien. Moet dat nu weer? Ik kom er heus wel uit, ik heb wat opzijgelegd voor onverwachte dingen. Dit zou je onverwacht kunnen noemen. Maar ik blijf het krom vinden.’
‘Ik zag het wel aankomen’
Loek Schipper, 64
‘Ik geloof dat ik ongeveer 70% van mijn laatstverdiende loon binnenkrijg’, zegt Loek Schipper, oud-vertrouwenspersoon bij de gemeente Den Haag. ‘Maar het boeit me eigenlijk niet zo heel erg. Ik kan er goed van rondkomen. De hogere AOW-leeftijd? Ik ben in 2010 gestopt en toen werd daar al over gefilosofeerd. Dus ik zag het wel aankomen. Ooit heb ik een
koopsom aangeschaft, die jaarlijks voor € 2000 aanvulling zorgt. Dat bedrag kan ik dit jaar mooi voor het AOW-gat inzetten. Vóór de gemeenteverkiezing van 2010 wilde ik stoppen. Daarna zouden weer nieuwe wethouders aantreden. Op een gegeven moment heb je in je werkzame leven alles drie keer meegemaakt. Dan is het genoeg. En nu hoeft privé ten minste niet meer alles in het weekend te gebeuren - al heeft mijn leven zich sinds mijn pensionering gauw weer gevuld met vrijwilligerswerk. ’
‘Ik heb het AOW-gat al terugverdiend’
Ab Ruigrok, 62
‘Eind maart stop ik’, zegt werktuigbouwkundig ingenieur Ab Ruigrok. ‘Dat betekent dat ik over een paar jaar met een AOW-gat van drie maanden zit. Maar ik heb het al terugverdiend, want ik werk een paar maanden langer door dan eerst gepland. Vorige zomer heb ik dat voorgelegd aan mijn baas, die vond het prima. Mijn pensioen heb ik grotendeels
zelf geregeld. Ik heb er nog wel wat moeite voor moeten doen om niet aan het bedrijfspensioen te hoeven deelnemen, maar ik ben nu blij toe. Omdat mijn vrouw drie jaar jonger is, missen we straks ook de AOW-partnertoeslag. Dat is voor ons wel op te vangen. Als dat niet zo was, zou ik gewoon blijven werken. Gelukkig hoeft dat niet. Het technische werk blijf ik leuk vinden, maar ik krijg steeds meer managementtaken. Meer papierwerk, meer bureaucratie dat is allemaal niets voor mij.’
Stappen uit waar u recht op hebt 1. Zoek Voor ieder van de 50 jaar voorafgaand aan de AOW-leeftijd dat u in Nederland woont, bouwt u 2% AOW op. Via de site van de Sociale Verzekeringsbank, www.svb.nl, kunt u zien wat u krijgt. Daarnaast bouwt 86% van de werknemers pensioen op via de werkgever. Hoeveel dat is, staat in uw Uniform Pensioen Overzicht (upo, zie hieronder).
goed naar uw overzicht 2. Kijk In uw Uniform Pensioen Overzicht staat aan welke pensioenregeling u deelneemt en hoeveel u tot dusver hebt opgebouwd. Het loont om het overzicht goed door te nemen, u kunt dan zien hoe u er nu voor staat. Hebt u meerdere werkgevers gehad of wilt u weten wat u netto ontvangt? Kijk op www. mijnpensioenoverzicht.nl
aan de 3. Denk toekomst Hoeveel pensioen u later nodig hebt, hangt af van uw uitgaven en uw wensen in de toekomst. Om uw totale pensioensituatie te kunnen overzien, moet u helder inzicht verkrijgen in uw netto pensioeninkomsten (via www.mijnpensioenoverzicht. nl) en de verwachte kosten na pensionering. Het Nibud heeft hiervoor een tool.
en vergelijk: komt u tekort? 4. Kijk Vergelijk uw verwachte inkomsten met uw mogelijke uitgaven. Vergeet daarbij niet dat veranderingen in uw levenssituatie (trouwen, scheiden, van baan veranderen of eerder stoppen met werken) ook van invloed zijn. Een rekentool op www.pensioenkijker.nl geeft u een idee van hoeveel kapitaal u moet sparen als u eerder wilt stoppen.
vult u uw 5. Hoe pensioen aan? U kunt zelf sparen of beleggen. Ook kunt u banksparen of -beleggen via een geblokkeerde rekening bij een bank. Onder bepaalde voorwaarden kunt u de inleg aftrekken van de belasting, ter hoogte van de jaarruimte. Bij een lijfrenteverzekering is de premie aftrekbaar als u een pensioentekort hebt. Ook hier moet u de jaarruimte berekenen.
8 Morgen Pensioen
fd.weekend zaterdag 2 maart 2013
Morgen Pensioen 9
fd.weekend zaterdag 2 maart 2013
Demotie Politie ● De politie-cao biedt de mogelijkheid voor demotie met behoud van de oude pensioenopbouw. De regeling geldt alleen voor 55-plussers op vrijwillige basis. De politievakbond weet niet of veel agenten demoveren. Omdat het pensioengevend salaris hetzelfde blijft, is demotie niet te achterhalen via het pensioenfonds.
je bij demotie salaris inlevert, ook al blijft je pensioen hetzelfde, zal het voor de meeste mensen niet heel aantrekkelijk zijn, zeker niet in het huidige economische klimaat.’
● Tot 1 januari was demotie een zaak van de regionale korpsen. Een woordvoerder van de landelijke politie vermoedt dat daar geen cijfers worden bijgehouden. ‘Gegeven het feit dat
● Ook al kent het ABP keuzepensioen tussen 60 en 70 jaar, is bij de politie de pensioenleeftijd nog altijd 65. Langer doorwerken om pensioentekort te compenseren, kan dus niet.
Gemeente Waalwijk
Stapje terug en langer door Pensioen hoeft niet te lijden onder demotie. Maar slimme combinaties van minder werken en minder belastend werk, langer doorwerken en deeltijdpensioen komen in de praktijk nog weinig voor André de Vos Utrecht
A
utomatiseringsbedrijf Capgemini wierp begin dit jaar weer eens de knuppel in het hoenderhok. Om de loonkosten omlaag te krijgen, zouden duurdere (lees: oudere) werknemers een forse stap terug moeten doen in salaris. De kans is groot dat er weinig gebruik van wordt gemaakt, zoals bij vrijwel alle voorgaande keren dat demotie door bedrijven is overwogen. Zelfs al willen oudere werknemers een stapje terug doen, het moet financieel wel kunnen. En demotie mag zeker het pensioen niet ondermijnen. Dat laatste hoeft ook eigenlijk niet. Er bestaat al tien jaar een wettelijke regeling die het mogelijk maakt om na demotie pensioen te
blijven opbouwen over het ‘oude’ salaris. Het salaris dus vóór de lagere functie of deeltijdbaan. De wet is meermalen aangepast om te voorkomen dat fiscale regels worden overtreden, bijvoorbeeld doordat het pensioen relatief te hoog wordt ten opzichte van het ‘gedemoveerde’ salaris. Capgemini maakt opmerkelijk genoeg geen gebruik van de demotiepensioenregeling. ‘We weten van het bestaan, maar ze maakt geen deel uit van onze pensioenregeling’, zegt een woordvoerder. De demotieregeling geldt alleen voor werknemers die maximaal tien jaar vóór hun pensioen zitten. Zij kunnen een functie in een lagere salarisschaal accepteren of minder gaan werken, (tot maximaal 50%) en tegelijk hun oude pensioen behouden. Uiteraard moet dan ook de oude pensioenpremie worden betaald. Als
die premie geheel door de werkgever wordt opgebracht, doet dat het financiële ‘voordeel’ van de gedemoveerde werknemer weer deels teniet. Als de werknemer zelf ook een deel van de premie betaalt, gaat zijn pensioenpremie relatief omhoog ten opzichte van zijn nieuwe, lagere salaris. Maar ondanks de speciale pensioenvoorziening kan demotie het pensioen raken. De gedemoveerde werknemer krijgt een lager inkomen en moet dat mogelijk compenseren. Als dat gebeurt door een deel van het pensioen
Na demotie is het mogelijk om nog pensioen op te bouwen over uw ‘oude’ salaris
naar voren te halen, via deeltijdpensioen, daalt het toekomstige pensioen ná de pensioengerechtigde leeftijd. Dat kan de werknemer eventueel opvangen door langer door te blijven werken, maar de netto-effecten moeten dan wel goed worden doorgerekend. En de vraag is of een werkgever een 67-jarige voor twee dagen in de week in dienst wil hebben. ‘Demotie hoeft niet zoveel invloed te hebben op het pensioen, ook als er geen gebruik wordt gemaakt van de demotieregeling’, zegt hoogleraar oudedagsvoorzieningen Gerry Dietvorst. ‘De meeste mensen hebben een middelloonregeling. Als je dan op het eind van je carrière wat minder gaat verdienen, zijn de effecten op je pensioen beperkt. Maar als je minder gaat werken én je laat je pensioen voor een deel eerder uitkeren, dan kan het hard gaan. Als
de pensioenregeling vervolgens geen mogelijkheid biedt om door te werken na 65, kan demotie veel geld gaan kosten. Dus laten we snel afstappen van dat automatisme om mensen op hun 65ste te ontslaan.’ Volgens Dietvorst biedt de huidige fiscale wetgeving voldoende mogelijkheden om negatieve inkomens- en pensioeneffecten van demotie op te vangen. ‘Dat is ook het probleem niet. Veel mensen willen eenvoudigweg geen demotie. Ze zien het als gezichtsverlies. Iedereen zegt: demotie is een goed idee, maar niemand doet het. Je komt niet vrolijk thuis met de mededeling “Ik heb demotie!” De werkgever speelt bij demotie een cruciale rol. De demotieregeling maakt een werknemer relatief iets duurder, maar het kan de loopbaan van een oudere werknemer een nieuwe stimulans geven. Toch
bestaat het mooie leeftijdsbewuste beleid waar veel grote bedrijven over praten, vooral op papier. Aan 55-plussers wordt niet meer gevraagd wat ze met hun carrière willen.’ Volgens het ministerie van Sociale Zaken zijn er 28 cao’s waarin demotie is geregeld. Uitgangspunt is dan meestal dat de werknemer vrijwillig akkoord gaat. Maar pensioen wordt niet automatisch bij de demotieregeling betrokken. ‘Wij vinden de koppeling demotie en ouderen nogal eenzijdig’, zegt Ron Peters van FNV Bondgenoten. ‘In het kader van goed loopbaanbeleid kan demotie soms een optie zijn. Sommige cao’s hebben een fatsoenlijke demotieregeling. Maar niet alleen voor ouderen. Demotie kan juist geschikt zijn voor bijvoorbeeld veertigers in het spitsuur van hun leven, die misschien even een stapje terug willen doen om voor de kinderen te zorgen.’ Peters heeft weinig op met de demotieplannen van Capgemini. ‘Een botte bezuinigingsmaatregel. Zoveel mensen maal zoveel minder salaris bespaart zoveel salariskosten. Onvrijwillige demotie met rare argumenten onderbouwd.’ Pensioendeskundige Thérèse Schets van FNV Bondgenoten weet niet hoe vaak in het kader van loopbaanbeleid regelingen voor demotie en deeltijdpensioen aan elkaar worden gekoppeld om ou-
28
cao’s hebben de mogelijkheid tot demotie geregeld
deren langer, maar minder intensief te laten doorwerken. ‘Ik weet dat er in cao’s afspraken staan, maar ik heb geen idee hoe vaak het in de praktijk voorkomt’, zegt zij. ‘Ik vermoed niet zo veel. Veel mensen die nu minder gaan werken of voortijdig stoppen, kunnen nog gebruikmaken van vroegpensioen of VUT-regeling. Ik heb het idee dat het alleen bij hogere functies gebruikelijker is om af te bouwen en tegelijk langer te blijven doorwerken. Bij lagere inkomensgroepen mogen veel mensen al blij zijn als ze op een of andere manier de 65 halen. We moeten nog wel wat stappen maken, voordat we echt in een situatie komen waarin het voor ouderen ook financieel aantrekkelijker wordt om langer door te werken met minder uren of op een lager niveau.’ ’s Lands grootste pensioenfonds ABP kent zowel een demotieregeling als een zogenoemd
keuzepensioen, waarbij het pensioen tussen 60 en 70 jaar (deels) kan ingaan. Theoretisch de ideale oplossing voor de oudere werknemer die het rustiger aan wil doen en langer wil doorwerken in een lager tempo, zonder financiële offers. Overigens moet de demotieregeling dan wel zijn opgenomen in de cao van de werkgever. Over het gebruik van de demotieregeling heeft het ABP geen cijfers. Over het keuzepensioen wel. Het keuzepensioen geldt vanaf 60 jaar voor deelnemers vanaf het geboortejaar 1950. Dat betekent dat werknemers pas vanaf 2010 van die regeling gebruik kunnen maken. Dat gebruik is vooralsnog beperkt. Van de werknemers uit 1950 waren er vorig jaar 10% met pensioen. Slechts 2% maakte gebruik van de mogelijkheid om parttime met pensioen te gaan. Er zijn geen cijfers over het langer doorwerken dan 65 jaar. Bij Capgemini vinden momenteel zogenaamde kalibratiegesprekken plaats met alle 4800 medewerkers. Daaruit moet blijken welke werknemers meer kosten dan ze opleveren en dus in aanmerking komen voor demotie. ‘Maar pas begin volgend jaar weten we hoeveel mensen kiezen voor demotie’, aldus de woordvoerder. ‘Het is natuurlijk maar een van de opties. Je kunt als werknemer ook proberen je eigen marktwaarde op te krikken.’
De gemeente Waalwijk heeft sinds vorig jaar een uitgebreid demotiebeleid. Als een werknemer een salarisschaal omlaag gaat, blijft zijn pensioenopbouw ongewijzigd. Bij twee salarisschalen demotie moet de werknemer zelf een deel van zijn pensioenpremie over het oude salaris gaan bijdragen, bij meer dan twee schalen volgen individuele afspraken. De gemeente Waalwijk maakt het mogelijk om deeltijdpen sioen in te zetten bij demotie. ‘Het is te vroeg om te bekijken hoeveel hiervan gebruik wordt gemaakt’, zegt hoofd personeelszaken Eric de Laat. ‘De regeling maakt deel uit van
ons strategisch perso neelsbeleid. We moeten bezuinigen op de personeelskosten en dan kan demotie een optie zijn.’ Waalwijk voert momenteel gesprekken met de oudere werknemers waarin wordt gekeken hoe nu hun financiële positie is, hoe de pensioenpositie is en aan hoeveel inkomen straks behoefte is. ‘Voor oudere werknemers is pensioen een belangrijk onderwerp. Wij bieden de mogelijkheid om demotie en deeltijdpensioen te combineren en langer door te werken. Maar een flexibel einde aan je carrière maken is best lastig. Ik denk dat je als werknemer altijd financieel water bij de wijn moet doen.’
advertentie
! " !
10 Morgen Pensioen
fd.weekend zaterdag 2 maart 2013
AOW-leeftijd boven de 68 is niet aan te raden Wij worden steeds ouder, maar het pensioen kan niet onbeperkt opschuiven, waarschuwt ouderdomsprofessor Dorly Deeg Lien van der Leij Amsterdam
Z
elf is zij momenteel in gesprek met haar werkgever om na haar 65ste in ieder geval een paar dagen per week te kunnen blijven doorwerken, maar toch is ouderdomsprofessor Dorly Deeg geen uitgesproken voorstander van het verhogen van de pensioenleeftijd. ‘Tot voor kort was ik de mening toegedaan dat de AOW-leeftijd niet omhoog moest’, vertelt zij in haar werkkamer op de vijfde verdieping van het VU medisch centrum. ‘Eerder moet ervoor gezorgd worden dat mensen daadwerkelijk door blijven werken tot 65. Kijk, ik ben hoogopgeleid en heb een leuke baan die veel voldoening geeft. Maar niet iedereen is zo bevoorrecht.’ Niemand kan het zijn ontgaan: sinds begin dit jaar schuift de AOW-leeftijd stapsgewijs omhoog. Was die altijd 65, nu wordt die steeds enkele maanden later. Het kabinet koerst af op een AOWleeftijd van 67 in 2021, die daarna steeds oploopt in lijn met de stijgende levensverwachting. Zo becijferde het CBS onlangs dat in 2060 — weliswaar nog ver weg — we rekening moeten houden met een AOW-leeftijd van 71,5 jaar. Die verhoging van de AOWleeftijd is ingegeven door de ver-
anderende demografie. De Nederlandse bevolking veroudert snel. Economisch gezien zijn er minder actieven die de middelen moeten opbrengen voor het levensonderhoud van een steeds grotere groep inactieven, die bovendien langer leven. Zo bezien lijkt de kabinetsmaatregel volkomen logisch. Maar de kale leeftijdscijfers vertellen niet het hele verhaal, weet professor Deeg. Sinds de vroege jaren negentig staat zij als wetenschappelijk directeur aan het hoofd van het Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA), een langlopend project waarbinnen uitgebreid onderzoek wordt gedaan naar het fysiek, sociaal-emotioneel en cognitief functioneren van ouderen. ‘In 1992 zijn wij begonnen met een eerste landelijk representatieve steekproef bestaande uit ruim 3000 mensen in de leeftijd 55 tot 85, afkomstig uit drie verschillende regio’s’, vertelt Deeg. ‘Iedere drie jaar werden zij opnieuw uitvoerig geënquêteerd. In 2002, dus toen de jongsten respondenten 65 waren, hebben wij een nieuwe steekproef genomen,
In de afgelopen tien jaar is onze gezondheid eerder achteruitgegaan dan vooruit
ditmaal bestaande uit duizend mensen, en in 2012 weer. Wij hebben vergelijkingen kunnen maken tussen het eerste en het tweede cohort en dat levert een schat aan interessante informatie op.’ Zo blijkt dat wij inderdaad ouder worden, maar dat het gezonde deel van dat langer leven niet is toegenomen. Integendeel, het LASA-onderzoek wijst uit dat in de afgelopen tien jaar onze gezondheid eerder achter- dan vooruit is gegaan. Zo zijn oudere mannen nu beduidend vaker te dik en gebruiken zij vaker te veel drank, terwijl het aantal vrouwen die te dik is, weinig beweegt en te veel alcohol gebruikt ook significant is toegenomen. Maar dat niet alleen: ook de incidentie van lichte lichamelijke beperkingen is toegenomen, met name onder laagopgeleiden. Daaronder wordt bijvoorbeeld verstaan het niet meer goed kunnen lopen. Suikerziekte, artritis, longaandoeningen en milde vormen van depressie komen ook vaker voor. ‘Ten opzichte van het vroege cohort nam het percentage vrouwen met lichamelijke beperkingen toe van 23% naar 36%; onder laagopgeleide vrouwen was dat zelfs van 24% naar 54%’, aldus Deeg. Onder mannen bleef in beide cohorten het percentage rond de 25% schommelen. Dit omdat het latere cohort meer mannen kent die nooit hebben gerookt.
Morgen Pensioen 11
fd.weekend zaterdag 2 maart 2013
Dorly Deeg: 'Het is ook aan werkgevers om aanpassingen door te voeren om doorwerken te faciliteren.'
Foto: Peter Boer
Intussen kampt maar liefst 59% van de mensen die werken met een chronische aandoening zoals hartklachten, diabetes of gewrichtsproblemen. Paradoxaal is dat juist een goede ontwikkeling: vooruitgang in de medische zorg en -technologie heeft ertoe geleid dat zij veel beter kunnen omgaan met ziektes. ‘Dat zo veel mensen blijven werken met een chronische ziekte getuigt van hun motivatie’, aldus Deeg . ‘Dan is het ook aan werkgevers om aanpassingen door te voeren om dat doorwerken te faciliteren.’ Simpelweg de pensioenleeftijd omhoog gooien om mensen aan het werk te houden volstaat niet, wil ze maar zeggen. ‘Mensen kunnen wel langer door blijven werken, maar dan moet er wel de mogelijkheid zijn om bijvoorbeeld minder uren te draaien of meer rustpauzes te nemen.’ In het huidige klimaat lijkt dat onwaarschijnlijk. Gebukt onder de crisis proberen bedrijven nu juist hun oudere, duurdere werknemers te lozen. Kortzichtig, oordeelt Deeg. ‘Nu even kennen wij een ruime arbeidsmarkt, maar straks wordt die weer krap. Oudere werknemers kunnen veel betekenen voor een bedrijf. Zij zijn meer ervaren en hebben beter overzicht. Daardoor zijn zij vaak in staat betere beslissingen te nemen dan jongere werknemers. In die zin zijn ze efficiënt en kunnen waardevolle kennis overdragen.’ Is er dan een optimale pensioenleeftijd? Deeg fronst. ‘Het moeilijke van dit onderwerp is dat de mensen die nu al na hun 65ste blijven doorwerken nogal een uitzonderlijk groepje zijn. Je kunt niet teruggrijpen op beroepen waar altijd is doorgewerkt, want er bestaat geen geschiedenis op dit vlak. Kort door de bocht gezegd zijn het nu vooral winkeliers en advocaten die er niet mee stoppen.’ Waarmee de grootste drijfveren om te blijven werken zich gelijk manifesteren: geld en cognitieve uitdaging (zie kader). Wel is het zo dat je de AOW-leeftijd niet onbeperkt in de pas kan laten lopen met de stijging van de levensverwachting. Ergens keert het wal het schip. Deeg: ‘Ik zou wel voorzichtig zijn met leeftijden boven de 68. Want de lichamelijke beperkingen nemen toe en de cognitieve spankracht neemt af.’ www.lasa-vu.nl
AOW Volksverzekering De AOW (Algemene Ouderdomswet) is een volksverzekering. Voor ieder jaar dat u in Nederland woont voorafgaand aan de AOWdatum bouwt u 2% aan rechten op.
Systeemdruk Nu zijn er nog vier werkenden voor iedere AOW’er, maar in 2040 zouden er slechts twee resteren als de AOWleeftijd op 65 jaar zou blijven.
Leeftijd omhoog De AOW-leeftijd gaat stapsgewijs omhoog. Het kabinet wil die in 2018 op 66 jaar stellen en in 2021 op 67. Daarna stijgt die in lijn met de levensverwachting.
Doorwerken Het kabinet wil het aantrekkelijker maken voor AOW’ers om door te werken. Onder andere worden de mogelijkheden voor tijdelijke contracten verruimd.
Omslagstelsel
De AOW wordt gefinancierd middels het omslagstelsel: de uitkeringen worden betaald uit de premies die nu door werkenden worden opgebracht.
Partnertoeslag AOW-gerechtigden met een jongere partner met geen of weinig inkomen krijgen een toeslag op hun uitkering. Per 2015 wordt die toeslag afgeschaft voor nieuwe gevallen.
LASA-onderzoek Meer weten over ouder worden Prikkels tot langer doorwerken
Alles onder controle?
Wat zijn de belangrijkste redenen voor ouderen om door te blijven werken na het bereiken van de officiële uittredingsleeftijd? Het Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) verzamelde zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens onder een steekproef van 55-plussers en zette hun verwachtingen af tegen hun werkelijke situatie drie jaar later. De resultaten werden in augustus 2009 gepubliceerd in het tijdschrift Human Resources for
Vanaf midden vijftig krijgen veel mensen voor het eerst te maken met beginnende ouderdomskwalen. Gezien de gestegen levensverwachting en de betere medische zorg onderzocht LASA of latere generaties beter in staat zijn met gezondheidsklachten om te gaan. Het aanpassingsvermogen werd gemeten aan de hand van de mate waarin mensen nog het gevoel hadden hun leven in de hand te hebben. Uit vergelijkingen tussen
Health. Uit het onderzoek bleek dat opgegeven redenen om door te blijven werken als sociale contacten weinig voorspellende waarde hadden. Financiële prikkels en het hebben van boeiend en uitdagend werk bleken de grootste drijfveren voor het blijven werken in tijdelijk of volledig dienstverband na het bereiken van de officiële pensioendatum. Grootste reden om af te haken was een haperende gezondheid.
Slechte gezondheid is de voornaamste reden om niet door te blijven werken na de officiële uittredingstijd.
Verminderd leervermogen het vroege en het late cohort ouderen bleek dat de nieuwe generatie ouderen vaker last had van chronische aandoeningen. In beide groepen nam het gevoel van regie af bij mensen met gezondheidsproblemen, behalve bij de hartpatiënten in het late cohort. Zo blijkt dat nieuwe generaties over het algemeen niet beter opgewassen zijn tegen gezondheidskwalen dan vroeger. Wel is het gevoel van regie gestegen bij gezonde ouderen.
Incidentele geheugenklachten duiden op afnemend leervermogen bij werkenden, maar niet bij niet-werkenden.
Voor kenniswerkers zal langer werken vaak mede afhankelijk zijn van geheugenfunctie. In een LASAonderzoek werden ouderen in de leeftijd 54-64 gevraagd naar geheugenklachten. Degenen die klachten meldden, deden het merkbaar slechter in geheugentests en scoorden significant lager op leervermogen. Opmerkelijker waren de resultaten bij mensen die zeiden dat hun geheugen hen soms in de steek liet. Daarvan bleek het leer-
vermogen aangetast bij werkende respondenten, maar niet significant bij de niet-werkenden. Zelf opgemerkte geheugenklachten zijn dus een indicator van later geheugenverlies, terwijl incidentele geheugenklachten bij werkenden ook duiden op afnemende geheugenfunctie. Door in te grijpen met geheugentraining, het aanleren van cognitieve strategieën en werkdrukverlichting kan geheugenverlies worden tegengegaan.
De expert
Nieuwe visie Tim van Dasselaar
M
et onvoorstelbaar gemak heeft Nederland sinds Balkenende 2 geaccepteerd dat er gewerkt moet worden tot 65 jaar. En de stap naar 67 jaar lijkt emotioneel ook al genomen te zijn. Toch zouden mensen hier eens bij moeten stilstaan. Door de almaar stijgende levensverwachting kunnen wij over enkele jaren pas met 67 met pensioen. Toegegeven, we zullen met zijn allen ouder worden, maar hoe? Hoe staat onze gezondheid er dan bij? Daar wordt nog weinig over gezegd. De politiek denkt alleen maar in termen van leven of dood. En met de verhoging van de pensioenleeftijd naar minimaal 67 en wellicht nog later, proberen de beleidsmakers te bewerkstelligen dat de periode tussen pensionering en overlijden zo kort mogelijk is. De vraag is of mensen zich dat wel realiseren. De huidige generatie vijftigplussers is opgevoed in de naoorlogse levenslogica. Je leert hard, je werkt hard, luieren is er niet bij. En dan ... een verdiend pensioen. In de pensioenperiode worden allerlei leuke dingen gepland: reizen, vakantie, vrijwilligerswerk, op de Vijftigers kleinkinderen passen en ga zo maar door. En dat alles in moeten nu relatief goede gezondheid onderzoeken want mensen zijn tussen de 60 en 70 jaar natuurlijk nog op welke relatief gezond. manier ze Ik durf te wedden dat de meeste vijftigplussers er gewillen leven woon van uitgaan dat deze tot hun 67ste prettige pensioenperiode simpelweg een jaar of zeven opschuift. Iets langer doorwerken, en dan dient dat Zwitserleven gevoel zich alsnog aan. Maar of dat echt ook zo is? Het valt nog maar te bezien of de pensioengerechtigden van morgen net zo actief zijn als hun ouders, die met 60 jaar met pensioen gingen. Wie dit jaar nog geen 59 wordt - dus na 1 januari 1955 is geboren - gaat zeker met 67 of zelfs later met pensioen. Maar de kans dat zij hun toekomstbeleving daarop hebben afgestemd - dat zij zich echt hebben afgevraagd wat dit voor hen zou kunnen betekenen - is vrijwel nihil. Hun pensioenideeën lopen uit de pas met de werkelijkheid. Want laten we wel zijn, de pensioenperiode wordt niet meer wat het geweest is. De nieuwe generatie gepensioneerden zal minder actief zijn, minder gezond, hun kleinkinderen te groot om op te passen. Met andere woorden, het beeld van de pensioenperiode moet op de schop. Vijftigers moeten afscheid nemen van de naoorlogse levenslogica. Wat daarvoor in de plaats moet komen, is een nieuwe visie op ouder worden. Het wordt niet meer eerst werken en dan pensioen. Het wordt een leven waarin werken en pensioenactiviteiten met elkaar samen oplopen. Concreet betekent dit voor vijftigers dat het tijd wordt om niet meer uit te stellen voor later, maar te onderzoeken op welke manier ze willen gaan leven tot hun 67ste. Hoe ga je werk en vrije tijd combineren? De kans is tamelijk groot, dat de pensioendatum nog verder wordt opgerekt. Dus ligt er een lange periode in het verschiet waarin het leven opnieuw moet worden ingericht. Een leven waarin werken en vrije tijd optimaal kunnen worden gecombineerd. Een plezierige uitdaging lijkt mij dat. Tim van Dasselaar (FFP, MBA, RPA) is registerpensioenadviseur en financieel planner.
Feiten & cijfers
De expert
Denken aan morgen
Pensioen à la carte
Voorlichtingscampagnes benadrukken de eigen verantwoordelijkheid voor pensioen
Pensioenschijf van vijf
De vorig jaar gelanceerde pensioenschijf van vijf verbreedt de traditionele kijk op de oudedagsvoor ziening. Wie onvoldoende pensioen heeft opgebouwd, kan spaargeld inzetten of langer doorwerken
1
Circa 86% van de 2 Werknemerspensioen Nederlandse werknemers bouwt pensioen op via de werkgever. Dit wordt ook wel de tweede pijler genoemd.
Via lijfrentes een verzekering 3 Lijfrente waarmee u kapitaal opbouwt – banksparen
of bankbeleggen kunt u fiscaal vriendelijk extra pensioen opbouwen, de zogenoemde derde pijler.
vermogen Hieronder wordt 4 Overig verstaan spaargeld en beleggingen, maar ook het vermogen in een huis met afgeloste hypotheek.
na pensionering Mensen met weinig 5 Werk overig vermogen kunnen kiezen om na pensionering een tijdje door te werken.
Grijze druk
Dankzij de naoorlogse geboortegolf bereikten in 2011 een recordaantal Nederlanders de 65jarige leeftijd. Op 1 januari 2012 waren er 232.000 65jarigen, waarmee het aantal 65plussers toenam tot 2,7 miljoen op een totale bevolking van 16,7 miljoen. Daardoor is de 'grijze druk' – de verhouding tussen 65plussers en de zogenaamde 'productieve' leeftijdsgroep van 2065 – toegenomen, tot 27%. Die druk piekt op 49% in 2040. Een AOWleeftijd van 67 doet de grijze druk afnemen naar 43%.
2040
Leeftijd 100
Leeftijd 100
2,7 mln
65 jaar of ouder
90
100
Mannen x1000
50
0
4,6 mln
65 jaar of ouder
90
80
80
70
70
60
60
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0 150
Michael Visser
W
AOW Deze volksvoorziening voorziet in een basispensioen eerste pijler voor iedereen die in Nederland woont. Via www.svb.nl kunt u uitrekenen waar u recht op hebt.
2012
Foto: Bart Willemsen
Morgen Pensioen 13
fd.weekend zaterdag 2 maart 2013
ie is er niet bekend met de schijf van vijf voor gezond en gevarieerd eten? Terwijl de algemene kennis over de drie pijlers van ons pensioenstelsel — AOW, werknemerspensioen en lijfrentes — nog steeds op een heel laag pitje staat. Mensen zijn onzekerder geworden over hun pensioen, maar het blijft voor hen een weinig boeiend onderwerp. Bovendien is het denken in drie pijlers niet meer van deze tijd. We kunnen niet meer blindvaren op een rotsvast pensioen. Onze oudedagsvoorziening zullen we uit meerdere inkomstenbronnen moeten halen. Dat zette mij aan het puzzelen: hoe kun je het denken over pensioen verbreden en visueel overbrengen op mensen? Naar aanleiding van de voedingsschijf heb ik de pensioenschijf van vijf geopperd. De twee extra schijven zijn inkomen uit vermogen en inkomen uit werk na pensionering- ons menselijk kapitaal. Ik ben ervan overtuigd dat we steeds meer zelf moeten doen voor een goed pensioen. Een belangrijke gedachte achter de pensioenschijf is spreiding. Uit CBS-gegevens blijkt dat het bruto-inkomen van de gemiddelde 65+-huisIk ben ervan houden slechts gemiddeld overtuigd dat voor 40% uit AOW bestaat, en 35% uit aanvullend pensioen we steeds opgebouwd via de werkgever of een lijfrente-uitkering. De meer zelf overige 25% bestaat uit inkomoeten doen men uit vermogen of arbeid. voor een goed Er zijn dus gelukkig vrijwel altijd extra inkomsten naast pensioen de AOW. De pensioenschijf wil mensen daar bewuster van maken. Daarom was ik blij verrast toen het Nibud en voorlichtingsplatform Wijzer in Geldzaken mij benaderden met het verzoek of zij mijn idee konden ontwikkelen tot een praktische tool voor consumenten. Sinds die vorig jaar tijdens de Pensioen3daagse werd gelanceerd, is de tool duizenden keren geraadpleegd. Stapsgewijs loop je verschillende inkomstenbronnen door. Dat wordt vertaald naar een indicatief nettomaandbedrag, waardoor je inzicht krijgt in wat je na pensionering kunt verwachten. Het prettige ervan is dat het gekoppeld wordt aan een budgetberekenaar van het Nibud, die mensen hopelijk aanzet tot nadenken wat straks hun uitgaven zullen zijn. Dan kun je beter inschatten of het toekomstige inkomen wel voldoet. Ik hoop dat daarmee het ook afgelopen is met dat blindstaren op 70% van het laatstverdiende loon. Pensioen is immers dynamisch en individueel. Op naar een smakelijk pensioen à la carte!
0 0
50
150
100
150
Vrouwen x1000
Een goed moment om in te stappen
6
100
Mannen x1000
Ik neem het FD incl.toegang tot FD.NL weken op proef voor slechts
18
50
0
0
50
100
150
Vrouwen x1000
Michael Visser is onderzoeker bij het Competence Centre for Pension Research aan Tilburg University.
Naam en voorletters ............................................................................................................................................................ M/V Bedrijfsnaam (indien van toepassing) ..........................................................................................................................................
Onderstaande alleen invullen indien gekozen is voor automatische betaling
Adres ...................................................................................................................................................................... zakelijk/privé Bank- of gironummer
Aansluitend neem ik een van onderstaande abonnementen op Het FD Totaal:
Postcode .................................... Plaats .........................................................................................................................................
Stuur de bon in een envelop zonder postzegel naar: automatisch acceptgiro Het FD, antwoordnr. 2272, 1000 PA Amsterdam of Ma t/m za Kwartaal € 136,00 € 148,50 ga naar www.fd.nl/proef. Het FD gaat zorgvuldig met FD.nl Jaar € 462,50 € 475,00 om met uw persoonsgegevens.
Factuuradres (indien anders dan bezorgadres).......................................................................................................................................
Telefoon (bezorgcontrole) ....................................... E-mail ............................................................................................................... Postcode...................................... Plaats......................................................................................................................................... (Bedrijfs)naam................................................................................................................................................................................
Rekeninghouder...................................................... Handtekening ........................................................
14 Morgen Pensioen
Pensioen werknemer op de schop De riante regelingen van vroeger blijken onhoudbaar. De eerste stappen naar versobering zijn al gezet. Wat kunnen wij concreet verwachten? Lien van der Leij Amsterdam
M
eer betalen, langer inleggen en uiteindelijk minder vangen. Dat lijkt in een notendop de uitkomst van de vele aanpassingen in het pensioenstelsel die nu en in de komende jaren worden doorgevoerd. Want we gaan niet alleen langer doorwerken, we gaan tijdens het werkende leven ook jaarlijks minder aanvullend pensioen opbouwen tegen voorlopig eenzelfde of wellicht zelfs hogere premie. Toch verdient dat beeld wel enige nuancering, oordelen pensioendeskundigen. ‘Dat is niet het hele verhaal’, zegt Jeroen Koopmans, managing partner bij actuarissen Lane, Clark & Peacock. ‘Wat er nu wordt voorgesteld, is niet zo vreemd als je kijkt naar de pensioenopbouw die in het verleden mogelijk was. Het is alleen dat mensen altijd willen vasthouden aan de bestaande mogelijkheden.’ De eerste maatregel gericht op het bestendigen van het Nederlandse pensioenstelsel is dit jaar al ingegaan. De AOW-leeftijd wordt stapsgewijs opgevoerd naar 66 in 2019 en 67 in 2023. Volgens het regeerakkoord moet dat nog sneller: het kabinet koerst op een AOW-leeftijd van 67 per 2021. Dat leidde meteen al tot consternatie vanwege het bij sommigen ontstane AOW-hiaat (zie pagina 6). Veel minder bekend echter is dat de pensioenrichtleeftijd — de leeftijd waarop het opgebouwde werknemerspensioen tot uitkering komt — al volgend jaar naar 67 gaat. Sommige pensioenfondsen hebben de leeftijdsverhoging zelfs al dit jaar ingevoerd, al dan niet omdat zij daartoe verplicht zijn om noodzakelijke kortingen te kunnen uitsmeren over meerdere jaren. Heeft uw fonds de pensioenrichtleeftijd verhoogd, dan bete-
kent dat dat de premie die u vanaf nu inlegt, uitgaat van een uittreden op 67 jaar. U spaart dus twee jaar langer voor uw pensioen. Daar komt nog bij dat het kabinet het maximale opbouwpercentage — het percentage van het loon dat u ieder jaar fiscaal vriendelijk aan aanspraken opbouwt — volgend jaar gaat verlagen. Kunt u nu nog over uw gemiddelde loon maximaal 2,25% per jaar opbouwen, volgend jaar gaat dat naar 2,15% om in 2015 verder te dalen, naar 1,75%. Het wetsvoorstel daartoe wordt naar verwachting dit voorjaar ingediend. Al met al kan dit betekenen dat uw toekomstig pensioen uiteindelijk duizenden euro’s per jaar lager uitvalt. ‘Globaal gerekend ten opzichte van de huidige regels houdt een deelnemer bij 2,15% opbouw gemiddeld 15 à 20% minder over als hij toch wil stoppen met 65 jaar’, aldus Koopmans van Lane, Clark & Peacock, dat als actuarieel adviesbureau pensioenfondsen, ondernemingen en verzekeraars bijstaat. ‘Maar als het opbouwpercentage verder wordt verlaagd in 2015 kan het pensioenbedrag op de leeftijd van 65 ruim 30% lager uitvallen.’ Omdat reeds opgebouwde rechten blijven bestaan, tikt de nieuwe wetgeving veel harder door voor jonge deelnemers (zie voorbeeldpersonen). Jongeren lopen immers langer mee in het nieuwe, versoberde regime. Ook zal de uiteindelijke impact van de maatregelen afhangen van het opbouwpercentage dat nu door uw pensioenfonds wordt gehanteerd. ‘Vergeet niet dat lang niet iedereen 2,25% per jaar aan aanspraken opbouwt’, merkt Wim Witjes van de Pensioenfederatie op. ‘Dat is immers het fiscale maximum.’ De pensioenjurist bij de koepel voor ondernemings-, beroeps- en bedrijfstakpensioenfondsen wijst op nog een gevolg van de op handen zijnde aanpassing. ‘Formeel betekent het dat iedere deelnemer
fd.weekend zaterdag 2 maart 2013
Morgen Pensioen 15
fd.weekend zaterdag 2 maart 2013
Scenario’s Oud en nieuw
Voorsorteren
Hoe werken de kabinetsvoorstellen door in uw pensioen? Onderstaande voorbeelden gaan uit van een middelloonregeling met maximale opbouw van 2,25% dalend naar 1,75%. Er wordt onder andere gerekend met een jaarlijkse salarisstijging van 2% en dito inflatie, waarvan de helft wordt gecompenseerd. Inbegrepen wordt steeds een enkele gehuwden-AOW, al bestaat in de nieuwe regels geen mogelijkheid om AOW te vervroegen naar 65.
Jan Jongejans
Millie Modaal
Mark Modaal
Gert Grootverdiener
Jaarsalaris:
Jaarsalaris:
Jaarsalaris:
Jaarsalaris:
Krijgt uitgekeerd*
Krijgt uitgekeerd*
Krijgt uitgekeerd*
Krijgt uitgekeerd*
Was
Was
Was
Was
25 jaar
€ 22.000
49%
45 jaar
€35.000
56%
64%
68%
55 jaar
€35.000
63%
71%
€144.000**
42%
64%
heeft Millie al opgebouwd
€8000
€12.000
€40.000
€38.500
€38.500
€35.000
€157.500
verdient Jan, inclusief carrièrestappen, als hij straks met pensioen gaat
64%
van zijn eindloon krijgt Jan volgens de huidige regeling, als hij met 65 jaar met pensioen gaat
57%
krijgt Jan volgens de nieuwe regels bij doorwerken tot 67 jaar
49%
wordt dat als Jan toch stopt met 65
verdient Millie, inclusief carrièrestappen, als ze met pensioen gaat
68%
krijgt Millie volgens de huidige regeling als ze met 65 jaar met pensioen gaat
66%
krijgt Millie volgens de nieuwe regels bij doorwerken tot 67 jaar
56%
wordt dat als Millie toch stopt met 65
heeft Mark al opgebouwd
verdient Mark zonder verdere carrièrestappen bij zijn pensionering
71%
van zijn eindloon krijgt Mark volgens de huidige regeling als hij met 65 jaar met pensioen gaat
73%
krijgt Mark volgens de nieuwe regels bij doorwerken tot 67 jaar
63%
wordt dat als Mark toch stopt met 65
heeft Gert opgebouwd
verdient Gert, inclusief promoties, bij pensionering
‘Als je erover nadenkt, is het logisch dat je later minder nodig zult hebben’
lokkelijk perspectief voor de fondsen. ‘Voor de communicatie en de overzichtelijkheid zien we het liefst dat alles collectief actuarieel wordt herrekend naar 67 jaar’, aldus Witjes van de Pensioenfederatie. ‘Ga je eerder dan 67 met pensioen, dan gaat er iets vanaf; ga je later, dan je krijg je navenant meer.’ Maar in de praktijk zullen niet alle pensioenfondsen kiezen voor een dergelijke herrekening, verwacht hij. ‘Er zitten namelijk juridische haken en ogen aan. Het ziet ernaar uit dat onder de pensioenfondsen het beeld divers zal zijn. Jammer, want pensioen verdient een duidelijk verhaal.’ Voor grootverdieners is er nog meer slecht nieuws. Het kabinet heeft besloten de pensioenopbouw over een jaarsalaris boven €100.000 voor dat deel niet langer
fiscaal te faciliteren. Bij een salaris van vier keer modaal betekent dat ten opzichte van de huidige situatie ongeveer een halvering van de mogelijke pensioenopbouw. Wie denkt deze gaten met behulp van de fiscus te kunnen dichten door banksparen of lijfrentes komt bedrogen uit. De mogelijkheden voor het fiscaal vriendelijk opbouwen van pensioen in de zogenoemde derde pijler worden namelijk ook ingeperkt. ‘Het privépensioen in de derde pijler ademt mee met het werknemerspensioen’, beaamt Gerry Dietvorst, hoogleraar toekomstvoorzieningen aan de Universiteit van Tilburg. ‘Dus wordt volgend jaar de fiscale ruimte om zelf iets te doen aan je pensioen ook aangepakt. Vooral om eventuele vluchtroutes af te snijden.’ Soortgelijke exercities zijn al
Wat wordt het effect van al deze voorgestelde maatregelen op uw pensioen? Het antwoord zal een tijdje op zich laten wachten, zeggen deskundigen uit de sector. Het pensioenoverzicht dat u jaarlijks ontvangt, uw UPO, loopt immers bijna een jaar achter. Zo ontvangt u uiterlijk eind september 2014, wanneer de lagere pensioenopbouw al negen maanden loopt, een overzicht over 2013. In 2015 krijgt u een eerste
van zijn eindloon krijgt Gert volgens de huidige regeling op zijn 65ste
48%
krijgt Gert volgens de nieuwe regels bij doorwerken tot 67 jaar
42%
wordt dat als Gert toch stopt met 65
indicatie van het gecombineerde effect van de hogere pensioenrichtleeftijd en het lagere opbouwpercentage, maar pas in 2016 is alles volledig weerspiegeld in het indicatieve brutopensioen per jaar. Wel eist Sociale Zaken dat pensioenfondsen die dit jaar korten, het effect van die kortingen verwerken in het UPO over 2013. Ook dienen zij onverwijld de gegevens door te geven aan www. mijnpensioenoverzicht.nl
advertentie
Foto's: iStock
eerder uitgevoerd, zegt hij. ‘Bijvoorbeeld in 2006 toen VUT en prepensioen werden geschrapt, werden er ook maatregelen getroffen in de lijfrentesfeer.’ De Tilburgse professor, tevens verbonden aan verzekeraar Interpolis, zegt een voorstander te zijn van de voorgestelde maatregelen. ‘Ik ben niet tegen een lagere pensioenopbouw. Als je erover nadenkt, is het logisch dat je later minder nodig zult hebben. Volgens de nieuwe hypotheekregels moet er voortaan binnen 30 jaar worden afgelost. Daardoor gaan de lasten omlaag. Ouderen kunnen het dus doen met minder pensioen.’ Ook Lane, Clark & Peacock kan meegaan in het denken van het nieuwe kabinet. ‘Wij zien wel iets in een daling naar 1,75%’, aldus Koopmans. ‘Je moet je bedenken dat dit tot in de jaren negentig een
Pensioenfederatie. ‘Maar dat zal nooit meer zijn dan een paar duizend euro.’ Nog een argument om dit jaar in actie te komen: de reserveringsruimte zal worden berekend op basis van de nu nog geldende jaarruimteformule. Navraag bij de Belastingdienst leert dat nog niet bekend is of in toekomstige berekeningen van de reserveringsruimte de jaren vóór 2014 volgens de huidige regels zullen worden opgenomen.
UPO-verwarring
64%
*Als percentage vanvan het het laatstverdiende loon. Voorbeeldberekeningen: Lane, Clark &Lane, Peacock *als percentage laatstverdiende loon. voorbeeldberekeningen: Clark & Peacock
straks met meerdere pensioenleeftijden te maken krijgt — een voor de reeds opgebouwde rechten, die ingaan op zijn 65ste, en één gebaseerd op de nieuwe situatie tot 67 jaar, waarbinnen ook nog wordt gedifferentieerd.’ Zo kan het zijn dat u straks met 65 een deel van uw pensioen krijgt uitgekeerd en met 67 het overige deel, waarbij er ook nog onderscheid wordt gemaakt tussen de 2,15% jaarlijkse opbouw van 2014 en de 1,75% van 2015 en daarna. Administratief is dat geen aan-
Dit jaar kunt u dus nog de schade beperken. Daarbij zet u eerst uw beschikbare jaarruimte (het verschil tussen de maximale toegestane pensioenopbouw en wat u daadwerkelijk heeft opgebouwd) volledig in. Daarnaast zet u uw reserveringsruimte – niet benutte jaarruimtes tot 7 jaar terug – maximaal in. Als de nieuwe regels van kracht zijn, zal er voor de meeste pensioendeelnemers immers nauwelijks fiscale ruimte overblijven. ‘Wordt er in een pensioenregeling een franchise (deel waarover geen pensioen wordt opgebouwd, red.) gehanteerd die significant hoger is dan het wettelijk minimum, dan ontstaat er ruimte’, aldus Wim Witjes van de
45 jaar
heeft Jan opgebouwd aan pensioen
€0
De beperking van de fiscale aftrek voor banksparen, lijfrentes of bankbeleggen en voor bijsparen in uw werknemersregeling gaat pas volgend jaar in.
** Gert Grootverdiener verdient evenveel als premier Mark rutte
heel gebruikelijk percentage was. De fiscale kaders werden later pas opgerekt, als compensatie voor het stopzetten van regelingen als VUT en prepensioen.’ Eigenlijk is het versoberen van de fiscale kaders voor pensioenopbouw ‘helemaal niet zo’n ramp’, oordeelt Koopmans. ‘Je moet bedenken dat pensioen is bedoeld als oudedagsvoorziening, niet als middel voor vermogensopbouw. Dat is het inmiddels voor een grote groep wel geworden. De huidige 65- tot 70-jarigen zijn de meest ver-
‘Naar verwachting kunnen de pensioenpremies op termijn weer iets omlaag'
mogende groep in de Nederlandse samenleving. Bovendien moet je niet vergeten dat het nog mogelijk blijft om te sparen voor je oude dag. Dat kan dan niet meer fiscaal aantrekkelijk, maar daar staat wel flexibiliteit tegenover.’ Omdat veel pensioenfondsen momenteel niet of amper genoeg in kas hebben om toekomstige verplichtingen na te komen, gaat de versobering van het pensioen vooralsnog niet gepaard met premieverlagingen. Sommige fondsen zien zich zelfs genoodzaakt om in 2014 nog een (bescheiden) premieverhoging door te voeren. ‘Maar wij denken niet dat het zo zal blijven’, aldus Koopmans. ‘Het pensioen nieuwe stijl pakt immers straks goedkoper uit. Naar verwachting kunnen de pensioenpremies op termijn weer iets omlaag.’
& & # ' # & $* !# # ) ! %' ! % ! ! !# & ! % %' ! (! ' & # % % # '#
& ,%+% + ) * ) % ) *, ,% %& ! " &! * !"!*, # ) ) ) ) + + ! !%)# ) ,) )$ % %& !!% * ,%+% ! !%% . !+% * " &! )% &&& # * )%#
&)) % & ,%+% ) +!!% ! *, ,% %& ) !%% # " * %# +!!% ) ! . &! &) ,% *, ,% %& .) % * !"!*, " &! # !! ) . &" ,%) ) , , % *, ,% %& " &! ,*&)% #
*, % ) +%$ ! +!!% *)% +! ,% , ) ! ,%! + ! !) " &! *) # +! + ) * )%!*, & !! )%* !" -!*)*#!'! % #