Als burgerschap niet vanzelfsprekend is Gesprekswijzer met productenoverzicht voor gemeenten en ggz-instellingen
Auteur: Anne-Marie van Bergen Datum: Utrecht, februari 2010 ©
MOVISIE
Voorwoord
Burgers die kwetsbaar zijn vanwege psychische aandoeningen of een verslaving laten participeren in de samen leving: dat is de gezamenlijke opdracht van gemeenten en ggz. Wat dat betreft zijn ggz en gemeenten natuurlijke partners op het terrein van de Wmo. Zoveel blijkt ook wel uit het product dat hier voor u ligt. Op alle velden van de Wet maatschappelijke ondersteuning liggen raakvlakken tussen het gemeentelijke terrein en wat ggz instellingen te bieden hebben. Voor een goede samenwerking is in de eerste plaats noodzakelijk dat gemeenten en ggz aanbieders een gemeenschappelijke taal spreken. Dat laatste blijkt in de praktijk nogal eens een probleem. De evaluatie van de Wmo door het SCP van maart 2010 laat ook zien dat psychisch kwetsbare burgers nog onvoldoende worden ondersteund en hier dus nog de nodige winst te behalen valt. Deze gesprekswijzer is bedoeld om de relatie tussen gemeenten en ggz instellingen verder te ontwikkelen. De inhoud is te gebruiken als informatiebron voor de gesprekken tussen gemeenten en ggz-instellingen of de onder handeling over de in- en verkoop van ggz-zorg door gemeenten. De gesprekswijzer is een gezamenlijk initiatief van GGZ Nederland en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Hij is tot stand gekomen met medewerking van diverse ggz zorgaanbieders en gemeenten, het College van Zorg verzekeringen (CVZ) en het landelijk platform GGZ. Wij wensen u een vruchtbare samenwerking toe.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
GGZ Nederland
Mw mr S.E. Korthuis Lid directieraad
Drs. J.F. de Beer directeur
|2
Inhoudsopgave
1
Inleiding
4
2
Psychische gezondheid in de bevolking
5
2.1
Het vóórkomen van psychische aandoeningen
5
2.2
Het ontstaan van psychische stoornissen
6
2.3
Doelgroepen met behoefte aan maatschappelijke ondersteuning
7
3
Samenwerkingsthema’s voor gemeente en ggz
10
3.1
Preventie
10
3.2
Bijdragen aan maatschappelijk herstel
12
3.3
Toeleiding en bemoeizorg in het kader van de OGGZ
13
4
Met elkaar in gesprek
15
5
Ggz-producten aansluitend op de prestatievelden van de Wmo
16
Bijlage 1
Wat doen ggz-instellingen
107
Bijlage 2
De financieringskaders
111
Bijlage 3
Afkortingenlijst
115
Bijlage 4
Literatuurlijst
116
|3
1 Inleiding Waarom deze gesprekswijzer? • Gemeenten en ggz-instellingen hebben elk vanuit hun eigen rol een verantwoordelijkheid voor de mentale zelfredzaamheid en participatie van de bevolking, in het bijzonder degenen met (dreigende) psychische aandoeningen. • Gemeenten en ggz-instellingen spreken vaak niet dezelfde taal.
Een groot deel van de bevolking heeft op enig moment in het leven last van psychische aandoeningen of verslavings problematiek. Op dat moment kan burgerschap in brede zin: het volwaardig meedoen in de samenleving, onder druk komen te staan. 1 De samenwerking tussen gemeenten en aanbieders van geestelijke gezondheidszorg (ggz) wordt steeds belangrijker. Het ondersteunen van psychisch kwetsbare burgers bij de participatie in de maatschappij is een taak waar gemeenten onder meer in het kader van de Wmo vanuit een wettelijke verplichting vorm aan (moeten) gaan geven. Ggz-aanbieders leveren hun aandeel in de professionele ondersteuning op dat vlak. Dat varieert van duidelijk omschreven gemeentelijke taken als bemoeizorg en collectieve preventie tot activiteiten die gericht zijn op de maatschappelijke ondersteuning in brede zin. Zowel ggz-instellingen als gemeenten constateren dat er gedeelde ambities liggen als het gaat om de mentale zelf redzaamheid en maatschappelijke participatie van de psychisch kwetsbare burger, maar dat de samenwerking nog verbeterd kan worden. De visie en ambities van gemeenten en ggz raken elkaar met name op het vlak van preventie en op de vraag wat er voor nodig is om de transitie te maken van cliënt/patiënt naar burger.
Medewerkers van gemeenten en van de ggz spreken niet altijd dezelfde taal en beschikken niet over dezelfde informatie. GGZ Nederland, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) signaleren dat dit het belang van de kwetsbare burger kan schaden. Daarom is het belangrijk dat gewerkt wordt aan wederzijds begrip en het ontstaan van een gemeenschappelijk begrippenkader. Deze publicatie wil hieraan bijdragen. Zij heeft een informatief karakter en is bedoeld als voorbereiding op een verdere lokale en regionale dialoog.
Leeswijzer • Een beschrijving van de diverse doelgroepen van geestelijke volksgezondheid waar zowel gemeenten als ggzinstellingen een eigen verantwoordelijkheid voor hebben (H2). • De gezamenlijke opgaven voor gemeenten en ggz op dit gebied en wat dat betekent voor de relatie tussen gemeente en ggz (H3). • Aandachtspunten voor de voorbereiding van de dialoog tussen ggz-aanbieder en gemeente (H4). • Een overzicht van bestaande producten van de ggz die aansluiten op de doelstellingen en prestatievelden van de Wmo (H5). Als bijlagen zijn toegevoegd: • een beschrijving van de verschillende onderdelen van de gespecialiseerde ggz (bijlage 1); • een bespreking van de financieringskaders (bijlage 2); • een afkortingenlijst (bijlage 3); • een overzicht van geraadpleegde literatuur (bijlage 4).
1] De geestelijke gezondheidszorg kent eerstelijnszorg, geleverd door huisartsen en eerstelijnspsychologen, en gespecialiseerde zorg,
geleverd door ggz-instellingen. Deze publicatie beperkt zich tot de gespecialiseerde ggz.
|4
2 Psychische gezondheid in de bevolking De geestelijke gezondheidstoestand van de bevolking is van invloed op de mogelijkheden van alle inwoners om mee te doen in de maatschappij. Voor een gemeente is het bewaken, bewaren en bevorderen van de geestelijke volksgezondheid daarom een belangrijke (wettelijke) verantwoordelijkheid zowel vanuit het oogpunt van het bevorderen van maatschappelijke participatie (Wmo, WWB) als vanuit lokaal gezondheidsbeleid (WPG). De relatie geestelijke gezondheidparticipatie is tweezijdig: een psychisch gezond iemand kan gemakkelijker meedoen én het meedoen in de maatschappij heeft een beschermende en herstelbevorderende werking voor mensen met een (dreigende) psychische aandoening en/of een verslaving. Personen met een (dreigende) psychische aandoening of verslaving vormen de doelgroep en het bestaansdoel van de ggz. In dit hoofdstuk geven we informatie over de omvang van psychische problematiek en of en hoe mensen hulp zoeken, over factoren die het ontstaan of verergeren beïnvloeden, over de gevolgen die mensen van psychische aan doeningen en verslaving ondervinden voor hun maatschappelijk functioneren.
2.1
Het vóórkomen van psychische aandoeningen
2
• Ongeveer 40% van de bevolking heeft op enig moment last van een psychische aandoening, ongeveer 25% (1 op de 4) heeft dat het afgelopen jaar gehad. • Niet iedereen heeft hulp nodig. Mensen helpen ook elkaar en zichzelf. • Circa 10% krijgt hulp, bij de huisarts en eerstelijnspsycholoog (circa 6%) of bij de gespecialiseerde ggz (circa 4%). • Circa 4% heeft wel hulp nodig, maar zoekt en/of vindt deze niet. • Ongeveer 1% heeft complexe en ernstige problemen, maar krijgt geen adequate hulp.
De meerderheid van de bevolking is het hele leven geestelijk gezond. In principe kan de gehele bevolking op enig moment in het leven te maken krijgen met psychische aandoeningen. Onderzoek naar het voorkomen van psychische aandoeningen in Nederland geeft aan dat 41% van de bevolking tijdens het leven een of meer malen een psychische aandoening heeft. Ongeveer 1 op de 4 mensen heeft een psychische aandoening of verslaving. Bijna een kwart van de volwassen burgers in Nederland (23%) heeft in het afgelopen jaar belangrijke beperkingen gehad in functioneren als gevolg van dergelijke problemen. Bij jongeren (tot 18 jaar) en ouderen (65 jaar en ouder) ligt dit percentrage gemiddeld iets, maar niet veel lager (op circa 20%). Niet iedereen met psychische problemen zoekt professionele hulp. Als het niet goed met je gaat, zijn er allerlei mogelijkheden om hier steun bij te krijgen of een oplossing te vinden. Je zoekt en krijgt vaak advies en steun van familie, vrienden en bekenden, je vindt informatie, adviezen en steun van lotgenoten via zelfhulpinformatie op internet of bij cliëntenorganisaties, je hebt houvast aan je dagelijkse bezigheden. Ook kun je oplossingen vinden voor de omstandig heden die de klachten veroorzaakten, zoals bij werkloosheid of relatieproblematiek. De klachten verdwijnen of vermin deren in veel gevallen na enige tijd. Als dat niet gebeurt, kan het zijn dat je na verloop van tijd toch hulp zoekt als de 2] Schoemaker, C. (RIVM). Hoeveel mensen hebben psychische problemen? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. http://www.nationaalkompas.nl > Gezondheid en ziekte > Functioneren en kwaliteit van leven > Psychisch functioneren > Psychische gezondheid volwassenen (13 december 2005).
Dorsselaer, S. van, Graaf, R. de, Verdurmen, J., Land, H. van ‘t, Have, M. ten & Vollebergh, W. Trimbos kerncijfers psychische stoornissen – Resultaten van Nemesis. Utrecht: Trimbos-instituut, 2006.
|5
klachten voortduren of verergeren. Van de mensen met klachten geeft 43 % aan geen behoefte te hebben aan professionele hulp, dit is ongeveer 10% van de bevolking. Let op: naast degenen die zelf een geschikte aanpak vinden, kunnen er ook andere redenen zijn om aan te geven geen behoefte te hebben aan hulp: als je slechte ervaringen hebt met hulp verlening, als je argwanend bent tegen iedereen, als je het liefst met rust gelaten wilt worden of als je zelf niet merkt dat het slecht met je gaat. Ongeveer 10% van de bevolking maakt wel gebruik van professionele hulp. Ruim een kwart van de mensen met aandoeningen bezoekt de eerstelijnszorg (huisarts en praktijkondersteuner ggz, eerstelijns psycholoog, algemeen maatschappelijk werk) en circa 16% de gespecialiseerde (tweede- en derdelijns) ggz. Dit is respectievelijk circa 6% en 4% van de bevolking. De gespecialiseerde ggz heeft inclusief de geneeskundige verslavingszorg circa 800.000 cliënten per jaar, ofwel ca. 4% van de bevolking. Het merendeel van de mensen die hulp krijgt bij de ggz, is binnen een jaar weer van zijn klachten af. Ongeveer 1% van de bevolking is langer dan een jaar in behandeling. In Nederland hebben in 2006 107.000 volwassenen ernstige en langdurige psychische aandoeningen, waarbij ze regelmatig of langdurend behandeld worden in een ggz-instelling. Naar schatting 35% van de mensen met ernstige en langdurende aandoeningen heeft geen behandeling, zodat het totaal aantal mensen met langdurende aandoeningen op ongeveer 160.000 komt (bron: Naar herstel en gelijkwaardig burgerschap, visiedocument langdurende zorg, GGZ Nederland, 2008). Ongeveer 4% van de bevolking heeft wel behoefte aan professionele hulp, maar krijgt deze niet. Dit is circa 16% van alle mensen met een aandoening. Er kunnen allerlei redenen zijn waarom je wel hulp zou willen, maar toch geen hulp krijgt: je kunt zo weinig puf hebben, dat je zelf geen actie onderneemt, het kan zijn dat je de weg niet weet, je kunt afgeschrikt worden door een aanmeldingsprocedure, de hulp die voor jou geschikt is, heeft lange wachtlijsten of je probeert wel hulp te zoeken, maar krijgt overal nul op het rekest, omdat je vraag onvoldoende aansluit bij het beschikbare aanbod. Ongeveer 1% van de bevolking heeft complexe en ernstige multiproblemen zonder adequate hulp. De meest kwetsbare groep in de samenleving wordt gevormd door de mensen die ernstige psychische aandoeningen hebben en/of een verslaving en/of verstandelijke beperkingen en ook problemen op andere levensgebieden (zoals schulden, dak- of thuisloosheid, werkloosheid, sociaal isolement). De problemen hangen onderling met elkaar samen en versterken elkaar. Er is integrale hulpverlening nodig die alle domeinen afdekt, maar die is vaak niet beschikbaar. Dit is de doelgroep waarop de bemoeizorg in het kader van de openbare geestelijke gezondheidszorg zich richt.
2.2
Het ontstaan van psychische aandoeningen
Psychische aandoeningen ontstaan door de combinatie van: • (biologische) aanleg; • psychische competenties; • actuele stresserende en/of steunende omstandigheden.
Psychische aandoeningen ontstaan volgens het op dit moment algemeen gangbare biopsychosociaal verklaringsmodel onder invloed van een combinatie van (biologische) aanleg, psychische competenties en actuele stresserende en/of steunende sociale omstandigheden. • De ene mens heeft bij de geboorte al veel meer aanleg dan de andere voor het ontwikkelen van een bepaalde psychische aandoening of verslaving. Dit heeft te maken met (meestal aangeboren) neurofysiologische reacties op prikkels van buitenaf. Behandelingen met medicijnen (psychofarmaca) sluiten op deze factor aan.
|6
• Vervolgens is het afhankelijk van je psychische competentie en persoonlijkheid of je meer of minder vaak in omstandigheden komt waarin je draagkracht kleiner is dan de draaglast die je ondervindt van je omstandigheden. Naast de aanleg dragen eerdere ervaringen en opvoeding veel bij aan de competenties en persoonlijkheid die je ontwikkelt. Dit is van toepassing op volwassenen, maar zeker en juist ook op kinderen. De ervaringen die je als kind opdoet, kunnen je dan, maar ook later als volwassene extra kwetsbaar of weerbaar maken voor het ontstaan van psychische aandoeningen. Opleidingen, preventieve cursussen en trainingen, opvoedingsondersteuning, psychosociale hulp en ook psychologische en psychotherapeutische behandelingen steken in op het vergroten van de psychische competenties en/of het bijsturen van de persoonlijkheidsontwikkeling. • Actuele stresserende of steunende omstandigheden geven uiteindelijk de doorslag voor het wel of niet ontstaan van een stoornis op een bepaald moment. Niet iedereen ondervindt in zijn leven even veel stresserende en belastende zaken. Ook beschikt niet iedereen over vergelijkbare steunbronnen. Bij stresserende (sociale) omstandigheden gaat het ook om zaken die deels via gemeentelijk beleid te beïnvloeden zijn, zoals een ongezonde leefstijl, vereenzaming, onvoldoende opleiding, werkloosheid, slechte huisvesting, armoede en schulden, discriminatie, zware mantelzorg taken, ouders met opvoedproblemen, huiselijk en seksueel geweld en sociale uitsluiting. Ook de beschikbaarheid van steunbronnen zijn mede door gemeentelijk beleid beïnvloedbaar (armoedebeleid, jeugdpreventiebeleid, wijkinrichting, ketensamenwerking wonen/welzijn/zorg, vrijwilligersbeleid en mantelzorgondersteuning, schuldhulpverlening en sociale activering, afspraken met woningcorporaties en welzijnsaanbieders et cetera). Hulpverleners uit de ggz kunnen deel uitmaken van de steunbronnen.
2.3
Doelgroepen met behoefte aan maatschappelijke ondersteuning
Psychische problemen leiden vaak tot minder goed maatschappelijk functioneren en daarmee tot maatschappelijke kosten. Maatschappelijke ondersteuning is daarom belangrijk, vooral voor: • jongeren en gezinnen in risicovolle omstandigheden, waarbij de jongeren blijvend dreigen uit te vallen; • volwassenen met langdurende psychische aandoeningen en/of een verslaving en hun mantelzorgers en kinderen, extra sterk geldt dit voor (dreigend) daklozen met multiproblematiek; • ouderen met psychogeriatrische problemen.
Psychische problematiek kan tot gevolg hebben dat je niet alleen professionele zorg voor je klachten nodig hebt, maar ook behoefte hebt aan maatschappelijke ondersteuning. Psychische problemen kunnen leiden tot minder goed maatschappelijk functioneren, bijvoorbeeld minder goed presteren of verzuim op school of op het werk, moeite met het huishouden, met de opvoeding van de kinderen, spanningen in de relatie, minder energie voor sport en hobby’s, voor het onderhouden van sociale contacten en/of het doen van vrijwilligerswerk. Voor meer kwaliteit van leven, sneller herstel of minder achteruitgang is het dan belangrijk dat je kunt participeren in een sociaal netwerk en zinvolle bezig heden hebt, waarbij sprake is van wederkerigheid. Dat betekent dat je niet alleen zelf steun krijgt, maar dat anderen ook wel eens een beroep op jou doen. Dit is voor iedereen belangrijk, maar het geldt wellicht het sterkst voor jongeren in risicovolle omstandigheden, mensen met ernstige en vaak langdurende psychische aandoeningen en/of een ver slaving en voor ouderen met psychogeriatrische klachten en hun mantelzorgers. Hieronder volgt extra informatie over deze drie doelgroepen.
Jongeren in risicovolle omstandigheden Over jongeren en hun risico’s is bij gemeenten al veel bekend. Jongeren komen in beeld vanwege dreigende maatschappelijke uitval. Denk bijvoorbeeld aan vroegtijdig schoolverlaten en werkloosheid, overlastgevend groepsgedrag en criminaliteit, gebruik van alcohol en/of drugs, schuldenproblematiek, seksuele uitbuiting en tienerouderschap, dakloosheid. Veel van deze jongeren hebben last van psychische aandoeningen of gedrags- of ontwikkelingsproblemen, waarbij
|7
niet altijd duidelijk is of deze het gevolg of de oorzaak zijn van de (spannende) sociale omstandigheden. Bij jongere kinderen zijn het achterblijvende schoolprestaties, gepest worden en/of gedragsmoeilijkheden die een signaal vormen. Vaak blijken deze samen te hangen met ontwikkelingsstoornissen, moeite van ouders met het opvoeden en/of proble matische gezinsomstandigheden (denk bijvoorbeeld aan relatieproblemen en echtscheiding, armoede, huiselijk geweld, psychische problemen of schulden bij de ouders). Een gelijktijdige combinatie van maatschappelijke ondersteuning, liefst voor het hele gezin, en klachtenbehandeling bieden daarbij de beste kansen op een positieve ontwikkeling: zorg en preventie gaan hier hand in hand. Dit is de onderliggende visie van waaruit Centra voor Jeugd en Gezin worden opgezet. De jeugdketen waarin ook ggz-hulpverleners participeren, speelt hier steeds beter op in. Ggz-hulpverleners bieden niet alleen directe hulp en advies voor ouders en kinderen, maar hebben ook een belangrijke rol in de advisering van anderen in de jeugdketen over omgang met de jongere en opvoedingsondersteuning aan de ouders.
Volwassenen met langdurende psychische aandoeningen en/of een verslaving en hun mantelzorgers en kinderen Leven met een psychische aandoening en/of verslaving kan grote sociale gevolgen hebben. Het is vaak moeilijk een betaalde baan te vinden en te houden, je sociale relaties staan onder druk, je fysieke conditie heeft veel te lijden, je bent vaker alleenstaand, je hebt vaak weinig financiële armslag en soms ook schulden. Je kunt moeite hebben met de planning van je dag, het doen van je huishouden, administratie en budgettering, contacten met instanties. Nu is het nog vaak zo dat iemand met een psychische aandoening zich weinig welkom voelt bij algemene voorzieningen als buurthuizen en verenigingen en daar weinig aansluiting vindt. Niet alleen jijzelf, maar ook je mantelzorger(s) en eventuele kinderen ondervinden de gevolgen. Je voelt je er als mantelzorger vaak alleen voor staan, niet in het minst omdat de betrokkene je goede zorgen niet altijd waardeert. Het is voor de buitenwereld minder goed zichtbaar hoe zwaar de zorg is, omdat het minder dan bij iemand met lichamelijke beperkingen gaat om praktische hulp. Als kind kan je je zorgen maken over je ouder, of je schuldig voelen en voor je ouder gaan zorgen op een manier die niet bij je leeftijd en levensfase past. Met langdurende psychische klachten leef je – en je mantelzorger en/of gezin – vaak in een isolement met weinig steun van buiten. Vaak is er sprake van multiproblemen, waardoor het risico ontstaat dat er een overdaad van hulpverleners aanwezig is. De verbetering van de aansluiting van zorg en ondersteuning op de behoeften van deze groep is de komende jaren een belangrijk punt van aandacht voor zowel gemeenten als zorginstellingen. Bijzondere aandacht verdienen daarbij (dreigend) daklozen met langdurige psychische aandoeningen en/of verslavingsproblematiek vanwege het risico op verregaande maatschappelijke en persoonlijke teloorgang. Net als bij risicojongeren is voor hen extra belangrijk dat ondersteuning gericht op zorg, wonen, participatie en inkomen gelijktijdig en op elkaar afgestemd plaatsvinden. De laatste jaren verenigen mensen met psychiatrische klachten zich vaker onderling en ondersteunen elkaar met raad en daad, o.a. via de steunpunten cliëntondersteuning ggz, basisberaden en cliëntenbelangenbureaus. Mensen met ernstige psychische aandoeningen worden vanuit de ggz ondersteund in hun zelfredzaamheid via woonbegeleiding of door 3 multidisciplinaire ACT -teams van waaruit ook schuldhulp, hulp bij administratie, budgetteringsondersteuning en steun bij het vinden en houden van betaald werk wordt geboden. Via dagactiviteitencentra, werk- en kunstprojecten, kwartiermakersfestivals, maatjesprojecten en vriendendiensten participeren ze naar vermogen in de samenleving. Werkers in de ggz ondersteunen hen daarbij, waarbij deze samenwerken met andere organisaties, bij voorkeur in maatschappelijke steunsystemen.
3]
ACT: Assertive Community Treatment, zie bij de productbeschrijvingen.
|8
Ouderen met psychogeriatrische problemen4 Dementie en psychische problemen ten gevolge van andere aandoeningen (zoals beroerte, diabetes, hartproblemen) zijn de meest voorkomende ernstige psychische problemen onder ouderen. Ook depressies en angsten komen vaak voor, alleen, maar ook in combinatie met elkaar of met dementie. Vaak is sprake van comorbiditeit: ouderen ervaren zowel beperkingen ten gevolge van psychische klachten als ten gevolge van lichamelijke aandoeningen. Dit alles speelt het sterkst bij hoogbejaarden. Hoogbejaarde mensen met voortschrijdende cognitieve en gezondheidsklachten oriënteren zich vaak niet meer op de samenleving. Eenzaamheid en sociaal isolement komen veel voor. Als je netwerk erg verschraald is, krijg je vaak ook minder informele zorg. Door het isolement, gebrek aan zinvolle contacten en bezigheden en het ontbreken van perspectief verergeren de psychogeriatrische problemen vaak extra snel. • In totaal zijn er ongeveer 150.000 ouderen in Nederland met ernstige psychiatrische/ psychogeriatrische problemen. Door de dubbele vergrijzing (toename van het aantal oudere ouderen) en de toename van het aantal klachten met de leeftijd, zal het aantal ouderen met psychogeriatrische problemen nog sterker stijgen dan het aantal ouderen op zich. • Van de ouderen met psychogeriatrische problemen woont bijna driekwart zelfstandig. De overigen, veelal degenen met de ernstigste klachten, verblijven langdurig in AWBZ-instellingen. Deze laatsten vallen buiten het bereik van de Wmo. Net als bij volwassenen met langdurende stoornissen hebben ook de mantelzorgers van ouderen vaak behoefte aan ondersteuning. Naast een zelf ook hoogbejaarde partner zijn kinderen, met name dochters, vaak als mantelzorger betrokken. Doordat de zorg langzaam maar zeker steeds zwaarder wordt, raken veel mantelzorgers op enig moment overbelast. Om de zorg vol te kunnen houden, is belangrijk dat je als mantelzorger ook tijd voor jezelf en je eigen contacten en bezigheden kunt nemen. Vormen van dagopvang, of vrijwillige oppas aan huis kunnen de mantelzorger ontlasten en bieden de oudere afleiding en sociale contacten. Op veel plaatsen zijn steunpunten mantelzorg en netwerken van mantelzorgers actief, die zorgen voor onderlinge steun en informatie-uitwisseling.
4] Klerk, M.M.Y. de (red.). Zorg en wonen voor kwetsbare ouderen; Rapportage ouderen 2004. Den Haag: SCP, 2004.
|9
3 Samenwerkingsthema’s voor gemeente en ggz De samenwerkingsthema’s voor gemeente en ggz zijn: 1. Preventie: het bestrijden van risicofactoren voor psychische aandoeningen en verslaving en het toerusten en steunen van de bevolking in het algemeen en (hoog)risicogroepen in het bijzonder, met aandacht voor alle leeftijden en speciaal voor de jeugd. Denk bij dat laatste aan de ontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). 2. Het maatschappelijk herstel en de maatschappelijke ondersteuning voor mensen met ernstige psychische aandoeningen die naast ggz-cliënt, in de eerste plaats en vooral burger zijn. 3. De bemoeizorg en zorgtoeleiding voor mensen met multiproblemen.
3.1
Preventie
• Preventie is al langer een wettelijke taak voor gemeenten, waarbij samenwerking van GGD en anderen met ggz-preventie en preventie verslavingszorg plaatsvindt. • Het gaat voor wat betreft gemeenten om universele preventie: op de algemene bevolking gericht en selectieve preventie: op (hoog)risicogroepen gericht. • Belangrijke thema’s zijn preventie gericht op jeugd, op risicofactoren voor depressie en maatschappelijke uitval (zoals isolement, stress), op mantelzorgers en op verslaving. • De zorgverzekering betaalt alleen voor geïndiceerde preventie: gericht op mensen met al bestaande problemen op het gebied van depressie en alcoholgebruik.
Preventie is al geruime tijd een thema waarin samenwerking bestaat tussen gemeenten, ggz-instellingen en andere partijen op het gebied van zorg, welzijn, wonen, veiligheid, onderwijs et cetera. Verslavingspreventie behoorde al lang tot een taak voor gemeenten. Het opnemen van de collectieve preventie ggz in de Wmo en de overheveling van het budget voor collectieve ggz-preventie vanuit de AWBZ naar de gemeenten als beleidsverantwoordelijke partij heeft de basis voor de samenwerking verstevigd. Voor jeugdpreventie volgt nu een vergelijkbare versteviging. In prestatieveld 2 van de Wmo was al geregeld dat de gemeente verantwoordelijk is voor de preventieve jeugdzorg. Het gaat daarbij om het hele scala van activiteiten: vanaf het aanbieden van laagdrempelige opvoedingsondersteuning dicht bij huis voor alle ouders tot het opsporen en toeleiden van jongeren waarbij sprake is van (dreigend) schooluitval, criminaliteit of ernstige gedragsproblematiek en casemanagement bij gezinnen met complexe multiproblemen. Met de opname van deze taak in de wet op de jeugdzorg wordt de preventieve taak nadrukkelijk bevestigd. Bij het instellen van Centra voor Jeugd en Gezin is expliciet de verplichting geformuleerd dat ook niet-vrijblijvende ketenzorgafspraken gemaakt dienen te worden met partijen die een bijdrage kunnen leveren aan de jeugdpreventie. De preventieve taak van de ggz is breder dan de collectieve ggz-preventie. In de stukken over preventie van het College voor zorgverzekeringen (CVZ) wordt het volgende onderscheid gemaakt. Universele preventie richt zich op de algemene bevolking die niet gekenmerkt wordt door het bestaan van verhoogd risico op ziekte. Universele preventie heeft tot doel de kans op het ontstaan van ziekte of risicofactoren te verminderen. Vaak gaat het hier om collectieve maatregelen, zoals in het kader van gemeentelijk sociaal en gezondheidsbeleid. Denk bijvoorbeeld aan maatregelen in het kader van sociale veiligheid, tegemoetkomingen voor gezinnen onder de armoedegrens voor uitgaven voor sport en maatschappelijke deelname door hun kinderen, regels over alcoholverkoop in sportkantines en drinken op straat. Ook kan het gaan om collectief aangeboden competentieverhogende interventies, zoals sociale vaardigheidstrainingen, budgetteringscursussen of voorlichting over omgaan met stress of met genotmiddelen.
| 10
Selectieve preventie richt zich (ongevraagd) op (hoog)risicogroepen in de bevolking. Selectieve preventie heeft tot doel de gezondheid van specifieke risicogroepen te bevorderen door het uitvoeren van specifieke lokale, regionale of landelijke preventieprogramma’s. Daarbij gaat het vaak om een combinatie van verschillende interventies zoals voorlichtingen, trainingen, coaching en begeleiding (ook digitaal of telefonisch), het organiseren van lotgenotencontact, toerusting van sleutelfiguren en beleidsadvisering. Doel is enerzijds de groep weerbaarder te maken (empowerment, competentieverhogende interventies) en/of sociale steun te organiseren, anderzijds risicofactoren te verminderen. Het opsporen van individuen die al klachten hebben en hen toeleiden naar de zorg is onderdeel van zo’n programma. Hoogrisicogroepen zijn onder andere mantelzorgers en kinderen van mensen met psychische aandoeningen of ver slaving, vereenzamende ouderen, kinderen die op school dreigen uit te vallen. Geïndiceerde preventie richt zich op individuen die veelal nog geen gediagnosticeerde ziekte hebben, maar wel risico factoren of symptomen. Geïndiceerde preventie heeft tot doel het ontstaan van ziekte of verdere gezondheidsschade te voorkomen door een interventie/behandeling. Voor wat betreft preventie van psychische aandoeningen gaat het om interventies gericht op mensen met subklinische depressies en voor mensen met risicovol alcoholgebruik, die nog niet voldoen aan de criteria voor een verslaving. Zorggerelateerde preventie richt zich op individuen met een ziekte of één of meer gezondheidsproblemen. Deze preventie heeft tot doel het individu te ondersteunen bij zelfredzaamheid, ziektelast te reduceren en ‘erger’ te voorkomen. Deze preventie maakt onderdeel uit van de gespecialiseerde geneeskundige zorg. Universele en selectieve preventie worden samen ook wel collectieve preventie genoemd en behoren tot het domein van de openbare volksgezondheid, geïndiceerde en zorggerelateerde preventie behoren tot het domein van de gezondheidszorg. Landelijk zijn op het gebied van de preventieve volksgezondheid vier thema’s geselecteerd als speerpunten voor het lokaal gezondheidsbeleid (roken, overgewicht, alcohol en depressie). In het licht van de geestelijke volksgezondheid zijn daarbij met name preventie van depressies en van overmatig alcoholgebruik van belang. Veel GGD’en werken al samen met instellingen voor ggz en verslavingszorg aan deze thema’s. Ook op het gebied van drugspreventie werken gemeenten, GGD’en en instellingen voor verslavingszorg samen. Drugspreventie kent ook weer raakvlakken met het jeugd(preventie)beleid en het veiligheidsbeleid. Zoals al in 2.1 is aangegeven, draagt veel gemeentelijk sociaal beleid bij aan het verminderen van risicofactoren. Ook instellingen voor ggz en verslavingszorg kunnen bijdragen aan universele en selectieve preventie: interventies gericht op de hele bevolking, hele wijken of op risicogroepen. Denk bijvoorbeeld aan de organisatie van of deelname aan op het algemene publiek gerichte voorlichtingsbijeenkomsten, het verzorgen van lessen op scholen, meedoen in een wijk- of gemeentebrede aanpak van eenzaamheid of in een campagne gericht op gezonde school of gezonde wijk, meedenken bij de ontwikkeling van relevant gemeentelijk beleid. Ook een groot deel van het cursusaanbod van preventieafdelingen van ggz- en verslavingsinstellingen valt hieronder. U vraagt zich wellicht af: waar ligt nu de grens, wat valt nog onder het gemeentelijk preventiebeleid en waar begint de verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraar voor preventie? De zorgverzekeraar beperkt zich tot die interventies op het gebied van geïndiceerde preventie waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat ze het gebruik van zwaardere zorg verminderen. In het pakket van de zorgverzekering zijn op dit moment uitsluitend cursussen en interventies opgenomen gericht op preventie van depressie en op preventie van alcoholverslaving bij hoogrisicogroepen. Hoog risicogroep voor geïndiceerde preventie van depressie is daarbij door het CVZ omschreven als “personen met een subklinische depressie (één kernsymptoom, aangevuld met maximaal drie overige symptomen)” en voor geïndiceerde preventie van problematisch alcoholgebruik als “personen die meer drinken dan verantwoord is, maar daarbij nog niet voldoen aan de criteria van een stoornis in alcoholgebruik”. In de ogen van de leek gaat het dus om mensen die de klacht of het probleem al ervaren. Geïndiceerde preventie valt volgens het CVZ onder de eerstelijns ggz en kan worden verzorgd door ggz-instellingen, wanneer dat met de contracterende zorgverzekeraars is overeengekomen. Van andere interventies die zich richten op groepen waarvan mag worden verondersteld dat ze een verhoogd risico lopen, is (nog) niet aangetoond dat ze het beroep op zwaardere zorg verminderen. Daarom worden ze niet vergoed in het kader van de zorgverzekering. Een gemeente kan hierin een andere afweging maken dan de
| 11
zorgverzekeraar, bijvoorbeeld omdat een gemeente verwacht dat deelname maatschappelijke kosten bespaart of participatie en/of zelfredzaamheid bevordert. Denk bijvoorbeeld aan pestcursussen, stress de baas of omgaan met angst. Zorggerelateerde preventie (voorkomen van erger bij mensen die al een aandoening hebben) maakt deel uit van de diagnosebehandelcombinaties in het kader van de gespecialiseerde geneeskundige zorg aan mensen met psychische aandoeningen en/of verslaving.
3.2
Bijdragen aan maatschappelijk herstel
• Ook mensen met psychische aandoeningen moeten als burger kunnen meedoen. Hier ligt een gezamenlijke ambitie voor gemeenten en ggz-instellingen. • Dit gaat om ondersteuning bij participatie en maatschappelijke zelfredzaamheid: - begrip en acceptatie, informatie en ontmoetingsmogelijkheden; - toegang tot wonen, werken, onderwijs en welzijn; - toeleiding en ondersteuning in het geval van multiproblemen. • Door wijzigingen in AWBZ en ZVW zal voor de financiering van ondersteunende voorzieningen en begeleiding hierbij vaak een beroep worden gedaan op de Wmo.
Gemeenten, ggz-instellingen en ggz-cliëntenorganisaties zijn het erover eens dat het belangrijk is dat je ook als je psychische aandoeningen of een verslaving hebt, in de eerste plaats gewoon burger bent en als zodanig alle gelegenheid krijgt om mee te doen in de samenleving.
Transitie van cliënt naar burger In de ggz wordt een omslag gemaakt in de wijze waarop naar de cliënt wordt gekeken.5 Niet zozeer het ziektebeeld en de bijbehorende klachten en symptomen staan centraal, maar de cliënt als mens. De ggz wil de cliënt ondersteunen op alle levensgebieden en de cliënt niet alleen als patiënt benaderen maar als burger, met alle bijbehorende wensen en behoeften. Psychisch kwetsbare burgers hebben net als ieder andere burger behoefte aan het hebben van een zinvolle dagbesteding, een sociaal netwerk, een fijn huis om in te wonen, een goede gezondheid et cetera. Overigens gaat het hier niet alleen over volwassen cliënten, maar ook over jeugdigen. Hier ligt een gezamenlijke ambitie voor gemeenten en ggz-organisaties en andere aanbieders van zorg en welzijn. Ook het ministerie van VWS benadrukt deze benaderingswijze. De staatssecretaris promoot dit in de campagne voor Welzijn Nieuwe Stijl. Herkenning en erkenning (d.m.v. informatie, advies en deskundigheidsbevordering) zijn belangrijke elementen, net als ontmoeting (kwartiermaken). Immers, door het bevorderen van begrip en erkenning kan worden voorkomen dat mensen met psychische problemen eerder en vaker dan nodig is, in het gespecialiseerde professionele circuit belanden. Een kleinschalige benadering, dicht bij de burger en een intensieve samenwerking tussen zorg en welzijn is nodig om hierin succesvol te zijn. Gekeken wordt naar de mogelijkheden van doorontwikkeling van initiatieven als Public Mental Health. Activiteiten die in dit kader goed georganiseerd en gefinancierd moeten worden, zijn: informatie en advies (aan cliënt, omgeving en professionals), preventieactiviteiten (o.a. KOPP cursussen, lotgenotencontact) inzet van ervaringsdeskundigheid en het organiseren van ontmoeting (kwartiermaken).
5] GGZ Nederland. Naar herstel en gelijkwaardig burgerschap; Visie op de (langdurende) zorg aan mensen met ernstige psychische aandoeningen. Amersfoort: GGZ Nederland, 2009.
| 12
Rond wonen, onderwijs, werk en welzijn voor iedereen een plek in de samenleving Op het gebied van wonen is dat in de eerste plaats door de centrumgemeenten, in samenwerking met gemeenten in de regio, in de Stedelijke Kompassen vertaald in de ambitie ‘iedereen een dak boven het hoofd’. Een ambitie die overigens nauw raakt aan het beleid rond overlast en verloedering. Hierbij gaat het met name om de OGGz doelgroep (10% van totale groep mensen met ernstige psychische aandoeningen). Ook voor andere mensen met langdurige psychische aandoeningen is het van belang dat er geschikte woonvormen zijn en er mogelijkheden zijn om door te stromen naar reguliere woningen. Op het gebied van werken onderschrijven gemeenten en ggz de ambitie ‘iedereen doet mee’. De benadering die is ontwikkeld met de participatieladder gaat er van uit dat het streven naar sociale stijging niet gereserveerd moet worden voor mensen zonder problemen, maar juist ook moet gelden voor mensen met problemen. Ook voor mensen met psychische problematiek is werk en participatie belangrijk. Dit geldt niet alleen voor volwassenen, maar zeker ook voor de jeugd. Een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt is van wezenlijk belang voor de verdere loopbaan. De gemeente heeft een regierol in de zorgstructuur rond het onderwijs en voorkomen van schooluitval. In de praktijk blijkt het voor mensen met psychische problematiek van jong tot oud echter nog zeer moeilijk om een plek te vinden waar zij kunnen participeren naar vermogen. Op het gebied van welzijn constateren gemeenten en GGZ Nederland dat burgers met psychische problematiek weinig gebruik maken van de algemene voorzieningen die er zijn, en daarbij nauwelijks mengen met buurtgenoten zonder psychische problematiek. Het normale sociale (buurt)netwerk zoals bedoeld in de Wmo (prestatieveld 1) functioneert voor deze groep nauwelijks. Daarom is het belangrijk de komende jaren samen te werken aan kwartiermaken en aan het ontwikkelen van maatschappelijk steunsystemen (MSS). Een MSS is het geheel van voorzieningen en mensen waarvan psychisch kwetsbare mensen gebruik moeten kunnen maken, en de onderlinge samenhang daarvan. Met andere woorden: een netwerkorganisatie waarin gemeenten, ggz, welzijn en andere maatschappelijke partners gezamenlijke doelen formuleren rondom de maatschappelijke participatie van psychisch kwetsbare burgers (breder dan OGGZ-doelgroep). Zij voeren deze rondom individuele cliënten ook gezamenlijk uit. Doelen kunnen zijn: meer mensen aan het werk helpen, verminderen van het sociaal isolement, kwartiermaken, organiseren van wonen-zorg-welzijn et cetera. Ook inzet van ervaringsdeskundigheid is hierbij van belang. En wie betaalt nu wat? Door de wijzigingen in de ZVW en de AWBZ zijn mensen met psychische aandoeningen (met de gemeente als achterwacht) steeds vaker zelf verantwoordelijk voor het regelen van de nodige begeleiding bij maatschappelijke zelfredzaamheid en participatie. Alleen als ze zonder begeleiding niet meer zelfstandig kunnen wonen of opgenomen moeten worden in een instelling, kunnen ze hiervoor (beperkter dan voorheen) begeleiding vanuit de AWBZ of ZVW krijgen, zie hierover bijlage 2. De CIZ-indicatie is voor de AWBZ bindend. Daarom zullen mensen met psychische aandoeningen vaker een beroep doen op ondersteuning via gemeentelijk gefinancierde (al dan niet collectieve) voorzieningen. Het is belangrijk dat de diverse vormen van financiering goed op elkaar aansluiten. Overleg en afstemming tussen gemeente en zorgkantoor/zorgverzekeraar over grensgevallen is gewenst. GGZ Nederland heeft het plan om op basis van bestaande ‘best practices’ een model te ontwikkelen voor persoonsgebonden ketenfinanciering waarbij zorg, gemeenten en zorgverzekeraars gezamenlijke afspraken maken.
3.3
Toeleiding en bemoeizorg in het kader van de OGGZ
• Toeleiding en bemoeizorg voor mensen met multiproblemen zijn een taak van de centrumgemeenten. • Voor de aanpak van multiproblematiek, gericht op de preventie van dakloosheid en verloedering en voor de nazorg en het maatschappelijk herstel zijn alle gemeenten verantwoordelijk. • De ggz participeert in de hierop gerichte Stedelijke Kompassen. • Financiering vergt een gezamenlijke inspanning van centrumgemeenten, AWBZ, ZVW en regiogemeenten.
| 13
Een verantwoordelijkheid waar gemeenten en ggz-instellingen al lang bij samenwerken is de bemoeizorg voor mensen met multiproblemen. Het gaat daarbij om mensen die hetzij zelf geen probleem ervaren of door eerdere teleurstelling en argwaan geen vertrouwen meer hebben in zorgverleners en zich aan iedere hulp proberen te onttrekken. Anderen in hun omgeving signaleren wel een probleem omdat zij bijvoorbeeld overlast geven, hun huur niet betalen, zichzelf verwaarlozen of vervuilen. Voor deze groep dreigt dakloosheid. Via een soms langdurend traject van ongevraagde contactlegging en inspelen op directe noden probeert de hulpverlener zo veel vertrouwen te winnen dat de cliënt zich alsnog laat toeleiden naar, diagnosticeren en indiceren voor zorg. Deze bemoeizorg valt onder prestatieveld 8 van de Wmo: OGGZ. De centrumgemeenten voeren hierover de regie, als onderdeel van de preventie en bestrijding van dakloosheid. In veel regio’s zijn bemoeizorgteams of vangnet en adviesteams actief. Ze zijn multidisciplinair samengesteld uit medewerkers van verschillende instellingen, waaronder ggz en verslavingszorg. In de Handreiking Bemoeizorg (GGZ Nederland, 2004) is de volgende omschrijving opgenomen. “Bemoeizorg is het bieden van (ongevraagde) hulp aan (zorgwekkende) zorgmijders met een (vaak) complexe problematiek, waarbij verbetering van de kwaliteit van leven en reductie van overlast als uitgangspunten dienen. Deze ‘zorg op maat’ hulpverlening maakt gebruik van verschillende, op elkaar afgestemde methodieken en strategieën. De hulpverlening heeft een actief, outreachend en laagdrempelig karakter. De samenwerking tussen verschillende disciplines en organisaties is van wezenlijk belang om deze groep cliënten met de hulpverlening in contact te brengen.” Het gaat om de ongevraagde bemoeienis van hulpverleners met sociaal kwetsbaren die hulp nodig hebben, maar daar zelf niet om vragen of deze hulp niet willen accepteren. De mensen aan wie bemoeizorg wordt geboden kampen veelal met complexe problemen op meerdere terreinen. De uitvoering van bemoeizorg is een verantwoordelijkheid van meerdere organisaties, waarbij dan ook meerdere partijen betrokken zijn. De doelgroep wordt omschreven op basis van de volgende vijf kenmerken (afgeleid van de omschrijving van de G4-gemeenten in het Plan van Aanpak dakloosheid): 1. Aanwezigheid van een psychiatrische stoornis (waaronder verslavingsproblemen) of ernstige psychosociale problemen. 2. Tegelijkertijd, aanwezigheid van meerdere problemen op andere leefgebieden. 3. Leidend tot het niet voldoende in staat zijn om in de eigen bestaansvoorwaarden te voorzien (huisvesting, inkomen, sociale contacten, zelfverzorging et cetera). 4. Gebrek aan mogelijkheden om de problemen zelf op te lossen. 5. Afwezigheid van een adequate hulpvraag. Sinds 2008 werken vrijwel alle centrumgemeenten met een Stedelijk Kompas: een meerjarenplan van aanpak voor de preventie en bestrijding van dakloosheid. Over de uitvoering hiervan zijn vaak convenantafspraken gemaakt met onder andere de organisaties voor ggz en verslavingszorg. Wie betaalt wat? Hierover vindt vaak afstemmingsoverleg plaats met zorgkantoor/zorgverzekeraars over de inzet van AWBZ/ZVW en met de regiogemeenten. De decentrale doeluitkering maatschappelijke opvang, OGGZ en verslavingsbeleid die de centrum gemeenten krijgen, is bestemd voor het realiseren van opvangvoorzieningen en het uitvoeren van de bemoeizorg- en toeleidingstaak. Daarnaast zal een aanvulling uit het gemeentefonds nodig zijn om de begroting van het Kompas sluitend te maken. Ook regiogemeenten hebben hierin een rol. De preventie en nazorg zijn een verantwoordelijkheid van alle gemeenten. Dit sluit aan op de preventieve taken in het kader van de Wmo en de WPG, maar ook op andere gemeentelijke beleidsterreinen (werk, onderwijs , inkomen, veiligheid, jeugd, wonen).
| 14
4 Met elkaar in gesprek • Voor het gesprek tussen gemeente en ggz is voorbereiding gewenst. • Topics waarover informatie gewenst is: doelgroepen, aansluiting op het gemeentelijk (Wmo-) beleid, toelichting op de hulp en de maatschappelijke opbrengsten ervan, samenwerking met andere partijen, cliëntenparticipatie en financiering. • Een factsheet of informatiebrochure is ondersteunend.
In de vorige hoofdstukken zijn de doelgroepen bekeken vanuit het gemeentelijk en het zorgperspectief en zijn de ambities geschetst waar het gemeentelijk beleid en de taken van de ggz elkaar raken. Inhoudelijk zijn daarin de nodige aanknopingspunten voor een gesprek te vinden. Wat kunnen ggz en gemeente doen om elkaar beter te leren kennen? Hoe weet je van elkaar waar de ander in geïnteresseerd is? Het antwoord hierop is niet op elke plaats hetzelfde, afhankelijk van eerdere contacten en de lokale infrastructuur. Wel zijn er wat algemene zaken te zeggen over gespreksonderwerpen en de voorbereiding op een gesprek. Vragen die vaak aan de orde zullen zijn: • Informatie over de doelgroepen: welke groepen uit mijn gemeente maken gebruik van de ggz, hoe veel personen uit mijn gemeente krijgen hulp en wat voor hulp, hoe verhoudt zich dat met wat wij weten uit epidemiologisch gegevens over onze gemeente, wat zijn hun behoeften op het gebied van participatie en ondersteuning, hoe maken ze gebruik van collectief ondersteuningsaanbod? • Informatie over het gemeentelijk (Wmo-)beleid: wat is onze visie op de relatie burger/gemeente/ aanbieders in het licht van de Wmo, welke prioriteiten stellen we, hoe stellen we ons op de hoogte van de behoefte van onze inwoners, hoe betrekken we hen bij het Wmo-beleid? • Informatie over het hulpaanbod: wat voor soort hulp en steun geeft de ggz, wat hebben cliënten eraan, hoe sluit dit aan op de benadering van cliënten als burger? • Informatie over de resultaten van de hulp door de ggz: wat is de maatschappelijke opbrengst? • Informatie over samenwerking met andere aanbieders: met wie wordt samengewerkt en voor welke doelgroep, wat houdt de samenwerking in, is er overlap met ander hulp- of zorgaanbod uit de gemeente, zou meer samenwerking mogelijk zijn, zijn er ook knelpunten? • Informatie over cliëntenparticipatie/betrokkenheid van cliënten bij beleid en uitvoering: hoe vindt dat plaats binnen de ggz-instelling, is er ook contact met een Wmo-raad of ander gemeentelijk participatiekanaal, kan ik vanuit de gemeente ook rechtstreeks contact hebben met cliënten over hun ervaringen, behoeften en wensen? • Informatie over de financiering van hulp door de ggz: welke afspraken zijn er met zorgverzekeraars en zorgkantoor of andere financiers, zijn er knelpunten? De gemeente kan de ggz-aanbieder informeren over het gemeentelijk beleidskader dat aansluit op de ambities en verantwoordelijkheden van de ggz, bijvoorbeeld via relevante passages uit het Wmo-beleidsplan en dergelijke. Ook zal de ggz-aanbieder informatie nodig hebben over de praktische gang van zaken bij een subsidieaanvraag of offertetraject: periodes en termijnen, eventuele te gebruiken formulieren. Veel gemeenten hebben een website waar dit soort informatie te vinden is. Naast het geven van mondelinge informatie kan een factsheet of aantrekkelijk uitgevoerde informatiebrochure een goed hulpmiddel zijn ter ondersteuning van de kennismaking. Een goed voorbeeld daarvan vormen de Wmo-kranten van de GGzE (GGZ Eindhoven en de Kempen), die jaarlijks onder de gemeenten in de regio verspreid worden.
| 15
5 Ggz-producten aansluitend op de prestatievelden
van de Wmo
6
Toelichting op het overzicht In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de typen producten en diensten die ggz-instellingen in huis hebben en die aansluiten op de in de vorige hoofdstukken beschreven doelgroepen en ambities. Het productenoverzicht is bedoeld om inzicht te geven in de mogelijkheden van de ggz-instellingen. Zie het als een catalogus zoals bij een woonwinkel: bedoeld om ideeën en inspiratie op te doen voor de eigen woninginrichting. Om het geheel overzichtelijk te houden, hebben we ervoor gekozen de producttypen te beschrijven en niet elk product afzonderlijk, dus preventieve cursussen, in plaats van elke preventieve cursus afzonderlijk en consultatie aan werkers in zorg, welzijn et cetera en niet elk type werkers en elke advies- of consultatievorm afzonderlijk. Van elk product zijn in de bijlage beschreven: doel, doelgroep en (als dat verschilt) profijtgroep, werkwijze, resultaat/opbrengst, financiering en samenwerkingspartners. De producten worden gepresenteerd per prestatieveld van de Wmo. Sommige producten zijn relevant bij meerdere prestatievelden, er is niet altijd een heldere afbakening mogelijk. We hebben deze producten dan bij alle relevante prestatievelden opgenomen, waarbij de toelichting op het product gelijk blijft. Ook zijn er gevallen waarbij de productbenamingen wel op elkaar lijken, maar er verschillen zijn in bijvoorbeeld doelgroepen of doelen, dat blijkt dan uit de toelichting. Het overzicht is gebaseerd op de bestaande praktijken. Ideeën voor innovaties in het aanbod zijn nog niet opgenomen. Deze kunnen uiteraard wel in gesprekken aan de orde komen. In de bijlage zijn mogelijke bekostigingsbronnen opgenomen. Daar waar staat de Wmo is bedoeld dat het product qua doelstelling en doelgroep aansluit op de omschrijving van verantwoordelijkheden en prestatievelden in de wetstekst en toelichtingen op de Wmo. Dat laat onverlet de gemeentelijke beleidsvrijheid voor wat betreft de Wmo. Her en der is de formulering gebruikt dat een afspraak over bekostiging met de zorgverzekeraar denkbaar is. Dat betekent dat er wettelijk gezien geen sprake is van bekostiging conform de AWBZ of Zorgverzekeringswet. Deze geven aanspraak aan verzekerden op zorg. Welke zorg dat is, is landelijk vastgesteld, zie hierover bijlage 2. Deze kosten van zorg zijn gerelateerd aan individuele verzekerden. Zorgverzekeraars en zorgkantoren hebben geen gelden voor projecten (niet gerelateerd aan zorg voor een individuele verzekerde). Ook consultatie en dienstverlening, deelname in overleggen en veel preventieve interventies vallen buiten de bekostiging door AWBZ en Zorgverzekeringswet. Als zorgverzekeraars ingaan op een verzoek tot (mede)financiering, gaat dat buiten de ZVW-gelden om. De zorgverzekeraar laat zich dan als bedrijf aanspreken op maatschappelijk verantwoord ondernemen en/of ziet een bijdrage als een investering die op langere termijn mogelijk rendement zal opleveren.
6] Producten geïnspireerd door de voorbeelden uit:
GGz Eindhoven en de Kempen. Wmo-krant Psychische problematiek en de Wmo; Informatie van GGzE voor gemeenten en maatschappelijke organisaties. Eindhoven: december 2007.
GGZ Noord-Holland-Noord. Productenboek 2010 Wmo en lokaal gezondheidsbeleid. Heiloo: GGZ Noord-Holland-Noord, 2009.
GGZ Westelijk Noord-Brabant. Productencatalogus maatschappelijke ondersteuning, OGGZ en preventie. Bergen op Zoom: GGZ Westelijk Noord-Brabant, 2007.
Rivierduinen. Productcatalogus WMO Rivierduinen Leiden: Rivierduinen, 2007.
| 16
Prestatieveld 1 Leefbaarheid en sociale samenhang Het prestatieveld ‘bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten’, is ruim en breed geformuleerd. Leefbaarheid laat zich definiëren als: het wonen in een prettige en veilige omgeving, met de mogelijkheid om (thuis of in de buurt) gebruik te kunnen maken van zorg-, welzijns- en gemaksdiensten.
Producten • Dienstverlening en/of consultatie voor werkers in wonen, zorg, welzijn, educatie, arbeid, inkomen, veiligheid enzovoorts (zie ook prestatieveld 5); • Participatie in wijkgerichte/buurtgerichte netwerkoverleggen leefbaarheid (zie ook prestatieveld 5); • Maatschappelijk steunsysteem: coördinatie steunstructuur (zie ook prestatieveld 5); • Kwartiermakersfestival; • Kwartiermaken: toeleiden tot / bemiddelen naar organisaties (zie ook prestatieveld 5); • Dagactiviteitencentra / dagopvang (zie ook prestatieveld 5); • Overleg met buurtbewoners (zie ook prestatieveld 8-bemoeizorg); • Projecten gericht op voorkomen en doorbreken van eenzaamheid en sociaal isolement (zie ook prestatieveld 8); • Algemene publieksgerichte evenementen over ggz-gerelateerde onderwerpen (bijv. Landelijke Dag Psychische Gezondheid, Dag van de Mantelzorg, deelname wijkinformatiemarkten).
Prestatieveld 2 Preventieve ondersteuning jeugd Dit prestatieveld heeft betrekking op jeugdigen – en in voorkomende gevallen hun ouders – bij wie sprake is van een verhoogd risico als het gaat om ontwikkelingsachterstand of uitval zoals schooluitval of criminaliteit, maar voor wie zorg op grond van de Wet op de jeugdzorg niet nodig is dan wel voorkomen kan worden. Dit beleidsterrein geldt als aanvulling op de taken die in andere wetgeving zijn vastgelegd, zoals de Wet Publieke Gezondheid (voorheen WCPV) en de Leerplichtwet.
Producten • Deelname zorgadviesteam / CJG / jeugdnetwerken en -ketens; • Consultatie en advisering aan professionals in educatie, welzijn, zorg, veiligheid m.b.t. jeugd, individueel- of teamgericht; • Trainingen aan professionals: inhoudelijke deskundigheidsbevordering m.b.t. jeugd; • Trainingen aan professionals: train de trainer (bijv. m.b.t. sociale vaardigheden, levensvaardigheden, weerbaarheid tegen pesten, omgaan met drugs); • Voorlichting en trainingen voor jongeren, individueel of in groepsverband (bijv. i.v.m. pesten, weerbaarheid, sociale vaardigheden, eetproblemen, depressie, omgaan met geweld (Let op de kleintjes) of seksuele intimidatie en/of grensoverschrijdend gedrag); • Trainingen, cursussen en/of adviesgesprekken voor ouders, individueel of in groepsverband (bijv. in het omgaan met drukke en opstandige kinderen, in positief opvoeden, in de omgang met depressieve klachten van kinderen); • E-hulpverlening / hulpverlening via internet (zie ook prestatievelden 4, 8-preventie en 9-verslavingspreventie); • Projecten voor Kinderen/jongeren van Ouders met Psychiatrische Problemen of Kinderen/jongeren van Verslaafde Ouders (KOPP- en KVO-projecten) (zie ook prestatieveld 9-verslavingspreventie); • Projecten voor minderjarige vluchtelingen of migranten; • Projecten voor zwerfjongeren; • Deelname aan / organisatie van ACT-teams (Assertive Community Treatment) Kinderen en Jeugd (zie ook prestatievelden 8-bemoeizorg en 9-verslavingszorg).
| 17
Prestatieveld 3 Informatie, advies en cliëntondersteuning Met ‘geven van informatie en advies’ wordt gedoeld op activiteiten die de burger de weg wijzen in het veld van maatschappelijke ondersteuning. Het kan hierbij zowel gaan om algemene voorzieningen zoals (voldoende) informatiepunten, als om meer specifieke voorzieningen zoals een individueel advies, of hulp bij de verheldering van een ondersteuningsvraag.
Producten • • • • •
GGZ informatiecentrum (wegwijs in de hulpverlening); Ondersteuning aan steunpunten cliëntenondersteuning ggz (cliënteninitiatief); Deelname aan zorgloket gemeente of wijkinformatiepunt; Advies aan en deskundigheidsbevordering van loketmedewerkers en/of cliëntondersteuners; Ondersteuning aan PGB-houders.
Prestatieveld 4 Mantelzorg en vrijwilligers Mantelzorg is langdurende zorg die door personen uit diens directe omgeving en niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. De vrijwillige inzet van burgers, zowel informeel en ongeorganiseerd (kleinschalig burgerinitiatief) als in georganiseerd verband (vrijwilligersorganisaties en bijvoorbeeld sport), vormt een onmisbaar deel van de ‘civil society’.
Producten gericht op mantelzorgers Bijzondere doelgroepen waar expertise over aanwezig is: kinderen van ouders met psychiatrische problematiek, zie ook prestatieveld 2, mantelzorgers van mensen met een dementiesyndroom, mantelzorgers van mensen met langdurige psychiatrische problematiek, allochtone mantelzorgers. • Informatie- en inloopbijeenkomsten (bijv. mantelzorgcafé, Alzheimercafé, café voor mensen met niet aangeboren hersenletsel, autismesalon); • Cursussen/trainingen (bijv. omgaan met schizofrenie, depressie, dementie); • E-hulpverlening / hulpverlening via internet (zie ook prestatievelden 2, 8-preventie en 9-verslavingspreventie); • Ondersteuningsgroepen (bijv. voor mantelzorgers van jongdementerenden, mensen met borderline, schizofrenie, dementiesyndroom, autisme, verslaving); • Deelname in steunpunt mantelzorg; • Training en consultatie medewerkers steunpunt mantelzorg; • Familievertrouwenspersonen.
Producten gericht op vrijwilligers • Deskundigheidsbevordering en/of consultatie voor: - algemene vrijwilligersorganisaties m.b.t. ggz-thema’s; - vrijwilligers specifiek gericht op steun aan ggz-doelgroepen; • Organisatie en coördinatie vrijwilligersprojecten gericht op ggz-doelgroepen (bijv. maatjesprojecten voor jongeren met autisme, vriendendiensten voor mensen met psychische beperkingen, bezoek- en oppasdiensten voor demen terenden, activerend huisbezoekprojecten voor verweduwden (zie ook prestatieveld 5); • Ondersteuning van zelfhulpgroepen (ook prestatieveld 5); • Ondersteuning van vrijwilligerswerk door en voor mensen met een psychiatrische beperking (zie ook prestatieveld 5).
| 18
Prestatieveld 5 Participatiebevordering kwetsbare groepen In het vijfde prestatieveld wordt gedoeld op algemene maatregelen die, zonder dat men zich tot de gemeente hoeft te wenden, ten goede kunnen komen aan een ieder die daaraan behoefte heeft. In die zin hoeft de maatregel dus niet bij uitsluiting gericht te zijn op mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem. Het is wel belangrijk dat er bij het nadenken over deze maatregelen nagedacht is over het gebruik door deze groepen, zodat niet achteraf blijkt dat zij bij het gebruik daarvan buiten de boot vallen.
Producten • Activering / re-integratie naar maatschappelijke participatie en/of arbeid (zie ook prestatievelden 6, 7, 8-bemoeizorg en 9-verslavingszorg); • Open aanbod trainingen (bijv. sociale vaardigheden, omgaan met vrije tijd, omgaan met sociale relaties en intimiteit, gezonde leefstijl (gezond eten, bewegen, denken en doen), stresshantering en gezonde denkpatronen) • Kwartiermaken: toeleiden tot / bemiddelen naar organisaties (zie ook prestatieveld 1); • Maatschappelijk steunsysteem: coördinatie steunstructuur (ook prestatieveld 1); • Dienstverlening en/of consultatie voor werkers in wonen, zorg, welzijn, educatie, arbeid, inkomen, veiligheid enzovoorts (ook prestatieveld 1); • Deelname aan (buurt)netwerken (ook prestatieveld 1); • Dagactiviteitencentra / dagopvang (ook prestatieveld 1); • Organisatie en coördinatie vrijwilligersprojecten gericht op ggz-doelgroepen (bijv. maatjesprojecten voor jongeren met autisme, vriendendiensten voor mensen met psychische beperkingen, bezoek- en oppasdiensten voor demen terenden, activerend huisbezoekprojecten voor verweduwden (zie ook prestatieveld 4); • Ondersteuning van zelfhulpgroepen (ook prestatieveld 4); • Ondersteuning van vrijwilligerswerk door en voor mensen met een psychiatrische beperking (ook prestatieveld 4).
Prestatieveld 6 Individuele voorzieningen Het zesde prestatieveld betreft de verstrekking van specifieke, op de persoon toegesneden voorzieningen. Voor de hand liggende vormen zijn woonvoorzieningen, sportrolstoelen, begeleiding bij zelfstandig wonen, dagbesteding voor ouderen, maaltijdvoorziening, sociale alarmering, vervoersvoorzieningen, klussendiensten, algemeen maatschappelijk werk of vormen van psychosociale hulpverlening.
Producten • Dagbesteding: dagprogramma op indicatie (bijv. voor ouderen met beginnend dementiesyndroom of depressie; volwassenen met langdurige psychische aandoeningen of verslaving die niet kunnen werken) (zie ook prestatieveld 9-verslavingszorg); • Activering / re-integratie naar maatschappelijke participatie en/of arbeid (zie ook prestatievelden 5, 7-maat schappelijke opvang, 8-bemoeizorg en 9-verslavingszorg); • Woonbegeleiding (zie ook prestatievelden 7-maatschapelijke opvang en 9-verslavingszorg); • Sociaaljuridische ondersteuning thuiswonende ggz-cliënten; • Budgetteringshulp / schuldhulp.
Prestatievelden 7, 8 en 9 Maatschappelijke opvang, OGGZ en verslavingsbeleid Maatschappelijke opvang omvat activiteiten bestaande uit het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door een of meerdere problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Onder het bieden van openbare geestelijke gezondheidszorg wordt nagenoeg hetzelfde verstaan als hetgeen in de Wet Publieke Gezondheid (voorheen WCPV) hieronder wordt verstaan. Ambulante verslavingszorg doelt op activiteiten bestaande uit ambulante hulpverlening, gericht op verslavingsproblemen, en preventie van verslavingsproblemen, inclusief activiteiten in het kader van bestrijding van overlast door verslaving. | 19
Prestatieveld 7 Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld Producten op het gebied van maatschappelijke opvang en vrouwenopvang • Deelname aan ketenoverleg dak- en thuislozen / trajecttoewijzingscommissie centrale toegang Stedelijk Kompas (zie ook prestatieveld 9-verslavingszorg); • Consultatie en/of deskundigheidsbevordering werkers in de maatschappelijke opvang of vrouwenopvang; • Doorgangshuis of opstapwoning; • Woonbegeleiding (zie ook prestatievelden 6 en 9-verslavingszorg); • Activering / re-integratie naar maatschappelijke participatie en/of arbeid (zie ook prestatievelden 5, 6, 8-bemoeizorg en 9-verslavingszorg).
Producten op het gebied van huiselijk geweld • • • •
Deelname aan ketenoverleg en/of casusoverleg huiselijk geweld; Deskundigheidsbevordering ketenpartners keten huiselijk geweld; Let op de kleintjes; Projecten rond ouderenmishandeling;
Prestatieveld 8 Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Producten op het gebied van preventie • Cursussen en trainingen gericht op preventie van psychische, psychiatrische of verslavingsproblematiek. De cursussen richten zich expliciet op de klacht of op risicofactoren of versterken de weerbaarheid van kwetsbare groepen. klachtgericht: depressie (verschillende leeftijdsgroepen en groepen in bijzondere omstandigheden, zoals chronische ziekte, verweduwing, vereenzaming, allochtonen), psychotische symptomen, angstklachten, eetstoornissen, dementie, ADHD, borderline stoornis, verslaving. risicogericht: eenzaamheid, verlies- en rouw bij het verlies van een dierbare, werkstress en burn-out klachten bij 18+, getuige geweld, mantelzorg, middelengebruik. empowermentgericht: weerbaarheid, sociale vaardigheden, assertiviteit. • E-hulpverlening / hulpverlening via internet (zie ook prestatievelden 2, 4 en 9-verslavingspreventie); • Inloopspreekuren (zie ook prestatieveld 9-verslavingspreventie); • Projecten gericht op voorkomen en doorbreken van eenzaamheid en sociaal isolement (zie ook prestatieveld 1); • Projectleiding / uitvoering KEP (Kritische Episodische Psychose).
Producten op het gebied van bemoeizorg / signalering en toeleiding • Deelname meldpuntoverleg OGGZ / ketenoverleg (bijv. overleg dak- en thuislozencircuit, forensisch netwerk en aanpak veelplegers, netwerken in relatie tot aanpak overlast, lokale OGGZ-netwerkoverleggen) (zie ook prestatieveld 9-verslavingszorg); • Deelname Vangnet- en Adviesteams of lokale wijkteams OGGZ; bemoeizorg (zie ook prestatieveld 9-verslavingszorg); • Outreachende contactlegging en bemoeizorg (zie ook prestatieveld 9-verslavingszorg); • Deelname aan / organisatie van ACT-teams (Assertive Community Treatment) (zie ook prestatieveld 9-verslavingszorg); • Consultatie en deskundigheidsbevordering aan werkers in wonen, zorg, welzijn, sociaaljuridische dienstverlening en veiligheid; • Overleg met buurtbewoners (zie ook prestatieveld 1); • Activering / re-integratie naar maatschappelijke participatie en/of arbeid (zie ook prestatievelden 5, 6, 7-maatschappelijke opvang en 9-verslavingszorg).
| 20
Prestatieveld 9 Verslavingsbeleid en -preventie Producten op het gebied van verslavingszorg • Deelname meldpuntoverleg OGGZ / ketenoverleg vanuit verslavingszorg (bijv. overleg dak- en thuislozencircuit, forensisch netwerk en aanpak veelplegers, netwerken in relatie tot aanpak overlast, lokale OGGZ-netwerkoverleggen) (zie ook prestatieveld 8-bemoeizorg); • Deelname Vangnet- en Adviesteams of lokale wijkteams OGGZ; bemoeizorg vanuit verslavingszorg (zie ook prestatieveld 8-bemoeizorg); • Outreachende contactlegging en bemoeizorg (zie ook prestatieveld 8-bemoeizorg); • Deelname aan / organisatie van ACT-team (Assertive Community Treatment) (zie ook prestatieveld 8-bemoeizorg) • Deelname aan ketenoverleg dak- en thuislozen / trajecttoewijzingscommissie centrale toegang Stedelijk Kompas (zie ook prestatieveld 7-maatschappelijke opvang); • Deskundigheidsbevordering en consulteren werkers zorg, welzijn, wonen en veiligheid m.b.t. verslaving c.q. omgaan met verslaafden; • Inloopvoorzieningen, spuitenomruil, gebruikersruimten; • Woonbegeleiding (zie ook prestatievelden 6 en 7-maatschappelijke opvang); • Dagbesteding: dagprogramma op indicatie (zie ook prestatieveld 6); • Activering / re-integratie naar maatschappelijke participatie en/of arbeid (zie ook prestatievelden 5, 6, 7-maatschappelijke opvang en 8-bemoeizorg).
Producten op het gebied van verslavingspreventie • Cursussen en trainingen voor kinderen, ouders en werkers (bijv. over minder roken, cannabisgebruik, omgaan met verslaving); • E-hulpverlening/hulpverlening via internet (zie ook prestatievelden 2, 4 en 8-preventie); • Inloopspreekuren (zie ook prestatieveld 8-preventie); • Projecten voor Kinderen/jongeren van Verslaafde Ouders (KVO-projecten) (zie ook prestatieveld 2); • Voorlichtingsbijeenkomsten/-projecten op het gebied van alcoholpreventie (bijv. ouderen en alcohol, alcohol en sport, alcohol en verkeer).
| 21
Prestatieveld 1 Leefbaarheid en sociale samenhang
Product
Dienstverlening en/of consultatie voor werkers in wonen, zorg, welzijn, educatie, arbeid, inkomen, veiligheid enzovoorts (zie ook prestatieveld 5).
Doel
Verlagen van de drempel tot contact en verbeteren van de relatie tussen 7 deze werkers en mensen met psychische klachten ; de mogelijkheden die werkers hebben tot preventie vergroten (zelf ondersteuning bieden, of signaleren en doorverwijzen).
Doelgroep
Werkers in wonen, zorg, welzijn, veiligheid enzovoorts die in hun werk in contact komen met wijkbewoners die psychische klachten hebben.
Werkwijze
Het geven van voorlichting, advisering, consultatie, cursussen of trainingen, zowel inhoudelijk over psychische klachten als aandachtspunten voor de omgang en aanwijzingen voor de aanpak in concrete werksituaties van de ontvanger.
Resultaat/opbrengst
Werkers kunnen in hun eigen werk mensen met psychische klachten beter bedienen omdat ze beter begrijpen wat met iemand aan de hand is en beter weten hoe ze daar in het contact mee om moeten gaan. De bekendheid met de ggz-hulpverlener vergemakkelijkt tevens samenwerking, consultatie en verwijzing.
Financiering
De gemeente is hiervoor de eerst aangewezen financier. De financiering kan via de ontvangende partij lopen of direct met de aanbieder van consultatie en dienstverlening. Eventueel worden er afspraken gemaakt met andere partijen, zoals woningcorporaties.
Samenwerkingspartners
Vaak zijn de ontvangers van consultatie of dienstverlening tevens samenwerkingspartners.
7] Onder psychische en psychiatrische klachten wordt tevens verslaving gerekend.
| 22
Prestatieveld 1 Leefbaarheid en sociale samenhang
Product
Participatie in wijkgerichte/buurtgerichte netwerkoverleggen leefbaarheid (zie ook prestatieveld 5).
Doel
Zowel preventief als probleemoplossend meedenken over het verbeteren van de leefbaarheidsituatie in de wijk, in het bijzonder van bewoners met psychische beperkingen. Ook consultatie en advisering.
Doelgroep
De profijtgroep zijn alle buurtbewoners, in het bijzonder degenen die sociaal kwetsbaar zijn en moeite hebben zich in de maatschappij staande te houden.
Werkwijze
Aanwezigheid, meedenken, contactpersoon zijn voor en naar collega’s in verband met signalering of signaalopvolging, vervolgacties binnen eigen organisatie in gang zetten en volgen of ze volgens afspraak verlopen.
Resultaat/opbrengst
De onderwerpen die in het netwerk aan bod komen, worden ook bekeken vanuit de ggz-expertise. Signalen vanuit de ggz-hulpverlening worden ingebracht. Waar relevant draagt de ggz bij aan een aanpak. Er zijn korte verwijslijnen naar het ggz-hulpaanbod.
Financiering
De gemeente is hiervoor de eerst aangewezen financier. Eventueel worden er afspraken gemaakt met andere partijen zoals woningcorporaties die belang hebben bij consultatie en dienstverlening, voor zover niet gefinancierd door gemeenten.
Samenwerkingspartners
Ketenpartners van de ggz-instelling in de wijk: werkers in wonen, zorg, welzijn en veiligheid, die in de betreffende wijk/buurt actief zijn.
| 23
Prestatieveld 1 Leefbaarheid en sociale samenhang
Product
Maatschappelijk steunsysteem: coördinatie steunstructuur (zie ook prestatieveld 5).
Doel
Het realiseren van samenwerking met en tussen organisaties zodat zij een bijdrage leveren aan ondersteuning van de profijtgroep bij de participatie in de samenleving (rol als actief burger kunnen oppakken, zonder hulp kunnen meedoen aan de maatschappij, sociale contacten, veiligheid, acceptatie in de directe omgeving).
Doelgroep
Doelgroepen zijn organisaties, beroepskrachten én vrijwilligers op het gebied van wonen, welzijn, zorg, veiligheid, inkomen, arbeid, vrije tijd, educatie. Ook organisaties van ervaringsdeskundigen. De profijtgroep zijn mensen met psychische klachten, die daardoor sociaal kwetsbare zijn en zich niet zonder steun staande kunnen houden in de maatschappij en hun 8 mantelzorgers . Een dergelijke steunstructuur kan ook voor de bredere profijtgroep van sociaal kwetsbaren worden ontwikkeld.
Werkwijze
Maken van samenwerkingsafspraken; coördineren van overleg; publiciteit en registratie; ontwikkelen/bieden ondersteunende activiteiten zoals training en voorlichting.
Resultaat/opbrengst
Een goed functionerend netwerk van personen, diensten en voorzieningen op lokaal niveau dat open staat voor en aansluit op de participatie mogelijkheden en ondersteuningsbehoeften van de profijtgroep.
Financiering
Onder andere gemeente (Wmo), AWBZ en ZVW (deel van individuele begeleiding), woningcorporatie.
Samenwerkingspartners
De leden van de doelgroep en de profijtgroep zijn hierin tevens samen werkingspartner.
8] Deze groep wordt in dit productenoverzicht verder aangeduid als mensen met een psychische beperking.
| 24
Prestatieveld 1 Leefbaarheid en sociale samenhang
Product
Kwartiermakersfestival, zie ook www.kwartiermaken.nl.
Doel
Negatieve beeldvorming over wijkbewoners met psychische klachten beïnvloeden, sociale samenhang tussen buurtbewoners onderling bevorderen. Mensen met een psychische beperking hun rol als actief burger laten oppakken; participatie in de maatschappij bevorderen.
Doelgroep
Mensen met een psychische beperking, en hun zelforganisaties, bewonersorganisaties en maatschappelijke organisaties zoals het welzijnswerk, culturele organisaties, maatschappelijk betrokken ondernemers.
Werkwijze
Deelname aan de organisatie van een (bij voorkeur jaarlijks terugkerend) meerdaags festival waarin tal van culturele activiteiten gepland staan (muziek- en toneelvoorstellingen, tentoonstellingen, workshops) waarin zowel vitale inwoners als inwoners met een psychische (of andere) beperking hun kunstproducten en kunstzinnige vaardigheden tentoonspreiden.
Resultaat/opbrengst
Andere vormen van contact en samenwerking tussen mensen met een psychische beperking, vitale wijkbewoners en organisaties; de capaciteiten en talenten van de deelnemers staan centraal en krijgen waardering. Verder levert het een leuk en gevarieerd sociaal-cultureel programma op.
Financiering
Gemeente in het kader van de WMO. Soms gaat het om een cofinanciering met maatschappelijke organisaties en sponsors uit het bedrijfsleven.
Samenwerkingspartners
De doelgroepen zijn tevens de samenwerkingspartners. Serviceclubs of ondernemerskamers, maar ook politici kunnen een rol spelen als ambassadeur en bemiddelen naar potentiële sponsors.
| 25
Prestatieveld 1 Leefbaarheid en sociale samenhang
Product
Kwartiermaken: toeleiden tot / bemiddelen naar organisaties (zie ook prestatieveld 5).
Doel
Zowel preventief als probleemoplossend meedenken over het verbeteren van de leefbaarheidsituatie in de wijk, in het bijzonder van bewoners met psychische beperkingen. Ook consultatie en advisering.
Doelgroep
Doelgroep zijn in de werkers op het gebied van wonen, welzijn, zorg, veiligheid, inkomen, arbeid, vrije tijd, educatie enzovoorts en hun organisaties. Profijtgroep zijn mensen met een psychische beperking.
Werkwijze
De kwartiermaker vervult een consultatiefunctie en richt zich op het in beweging brengen van organisaties, bewustwording van uitsluitende praktijken, hen stimuleren en zo nodig toerusten in het contact naar leden van de profijtgroep toe en het bieden van praktische ondersteuning bij het zoeken van oplossingen daarvoor.
Resultaat/opbrengst
De profijtgroep krijgt beter toegang tot de genoemde organisaties en hun dienstverlening sluit beter aan op de behoeften van de profijtgroep.
Financiering
Het gaat in principe om een projectmatige aanpak. De Wmo is hier de meest voor de hand liggende bron. Partijen zoals woningcorporaties of zorgverzekeraars kunnen vanuit maatschappelijke betrokkenheid en draagvlak tot cofinanciering overgaan.
Samenwerkingspartners
Naast de bij de doelgroep genoemde organisaties tevens (organisaties van) ervaringsdeskundigen. Bondgenoten kunnen ook gevonden worden in personen of groeperingen die een ambassadeursfunctie willen vervullen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan lokale of provinciale politici, woningcorporaties, vooraanstaande ondernemers of bekende stadsgenoten uit cultuur of sport.
| 26
Prestatieveld 1 Leefbaarheid en sociale samenhang
Product
Dagactiviteitencentra / dagopvang (inloopfunctie) (zie ook prestatieveld 5).
Doel
Het doorbreken van sociaal isolement van de doelgroep en het onder steunen naar optimale maatschappelijke participatie.
Doelgroep
Sociaal kwetsbare inwoners, die sociaal geïsoleerd leven, behoefte hebben aan contact en moeite hebben met het structureren van hun dag en bij wie een traject richting betaald werk niet tot de haalbare mogelijkheden hoort. Ook ouderen met toenemende ouderdomsklachten en/of beginnende dementie behoren hiertoe.
Werkwijze
Het aanbieden van een (collectief) dagprogramma met educatieve, arbeidsmatige, recreatieve, sportieve en culturele elementen, waarbij de bejegening, groepsgrootte en -samenstelling en manier van begeleiden is afgestemd op de mogelijkheden en beperkingen van de deelnemersgroep.
Resultaat/opbrengst
Het sociaal isolement van deelnemers is doorbroken, ze hebben een structuur in de dag, ontdekken talenten en interesses. Indien ze hulp of ondersteuning nodig hebben, vindt signalering en eventuele doorverwijzing adequaat plaats.
Financiering
De Wmo waar het gaat om collectieve opvang (inloopfunctie). Soms cofinanciering mogelijk met zorgkantoor en zorgverzekeraar. De AWBZ voor deelnemers met een AWBZ-indicatie voor individuele begeleiding.
Samenwerkingspartners
Partijen op het gebied van wonen/welzijn/zorg, vrijwilligers-, wijk- en cliëntenorganisaties/organisaties van ervaringsdeskundigen.
| 27
Prestatieveld 1 Leefbaarheid en sociale samenhang
Product
Overleg met buurtbewoners (zie ook prestatieveld 8-bemoeizorg).
Doel
Verlagen van de drempel tot contact tussen mensen met psychische klachten en hun buurtbewoners, investeren in/ verbeteren van de onderlinge relatie, vermindering van overlast.
Doelgroep
Buurtbewoners van mensen met psychische klachten. Profijtgroep zijn de mensen met psychische aandoeningen die in die wijk of buurt wonen.
Werkwijze
Het gaat hierbij om algemeen voorlichtend en adviserend overleg, niet gebonden aan een specifieke cliënt van de deelnemende hulpverlener.
Resultaat/opbrengst
De buurtbewoners voelen zich gehoord, begrijpen beter wat er speelt en weten waar ze met hun vragen terecht kunnen. Contacten tussen mensen met psychische problemen en hun buren verlopen soepeler, er is meer onderlinge bekendheid, ze worden bij activiteiten in de wijk betrokken en er ontstaan minder overlastsituaties. Zowel de buren als de mensen met psychische klachten ervaren hierdoor meer veiligheid.
Financiering
Meestal zal dit overleg gevoerd worden op uitnodiging van een organisatie zoals het welzijnswerk of van de gemeente. Deze bieden/zorgen voor financiering.
Samenwerkingspartners
Bijvoorbeeld leefbaarheidsnetwerk, woningcorporatie, wijkraad of huurderscommissie, opbouwwerk, politie, wijkbeheerder gemeente.
| 28
Prestatieveld 1 Leefbaarheid en sociale samenhang
Product
Algemene publieksgerichte evenementen over ggz-gerelateerde onder werpen (bijv. Landelijke Dag Psychische Gezondheid, Dag van de Mantelzorg, deelname wijkinformatiemarkten).
Doel
Psychische problematiek meer bekendheid geven, voorlichting, advies en informatie geven en kennis vergroten, taboe doorbreken op ggzproblematiek, vooroordelen bestrijden, verbetering signalering, weg wijzen naar hulp.
Doelgroep
Algemeen publiek, familieleden, mantelzorgers, mensen die wel psychische problemen hebben maar (nog) geen hulp zoeken, cliënten van de ggz en ketenpartners.
Werkwijze
Activiteiten gericht op informatieoverdracht en houdingbeïnvloeding over psychische en psychiatrische problematiek, over hulpverleningsmogelijkheden, bijvoorbeeld lezingen, workshops, interviews, toneel- of filmvertoning.
Resultaat/opbrengst
Meer kennis en begrip bij de bevolking over psychische en psychiatrische aandoeningen, een meer steunende en begripvolle houding naar mensen met dergelijke klachten, minder drempels om zelf zo nodig hulp te zoeken of anderen op hulpmogelijkheden te wijzen.
Financiering
De gemeente in het kader van mantelzorgondersteuning en collectieve preventie. Soms is ook cofinanciering met zorgverzekeraars en zorgkantoren mogelijk.
Samenwerkingspartners
Regionale cliëntenorganisaties, ketenpartners wonen, zorg, welzijn, GGD, provincie, zorgkantoor of zorgverzekeraar, landelijke koepels of kennisinstituten.
| 29
Prestatieveld 1 Leefbaarheid en sociale samenhang
Product
Projecten gericht op voorkomen en doorbreken van eenzaamheid en sociaal isolement. (zie ook prestatieveld 8).
Doel
Preventie/verminderen van eenzaamheidsklachten en sociaal isolement bij ouderen en daardoor verminderen van kans op snelle achteruitgang van de geestelijke vermogens en psychische gezondheid en opname in een zorginstelling. Doel van het project is de behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de profijtgroep in kaart te brengen en een daarop aansluitend pakket van interventies, contactmogelijkheden en activiteiten te bieden en de samenwerking en afstemming tussen ketenpartners die daarbij nodig zijn te ontwikkelen.
Doelgroep
Profijtgroep zijn ouderen met eenzaamheidsklachten of met een afbrekend sociaal netwerk en afnemende vitaliteit en mobiliteit, waardoor ze een risico lopen om dergelijke klachten te ontwikkelen. De samenwerkingspartners vormen tevens doelgroepen.
Werkwijze
De bijdrage vanuit de ggz kan bestaan uit overall projectcoördinatie, overleg met en voorlichting, advisering en deskundigheidsbevordering aan ketenpartners/ vrijwilligers, het maken en uitvoeren van afspraken over werkwijze bij signalering en signaalopvolging (bijv. outreachende contactlegging, korte verwijslijnen, specifieke interventies), het bieden van en afstemming over activiteiten voor de profijtgroep.
Resultaat/opbrengst
Een sociale infrastructuur die beter berekend is op het bij de samenleving houden en mee laten doen van het toenemend aantal alleenstaande ouderen, zodat beroep op individuele ondersteuningsvoorzieningen en intramurale woonzorgvormen to veel mogelijk beperkt blijft.
Financiering
De gemeente/de regiogemeenten kunnen voor de projectfinanciering ook andere partijen zoals woningcorporaties, provincie, maatschappelijk betrokken ondernemers, particuliere fondsen interesseren voor een cofinanciering.
Samenwerkingspartners
De ketenpartners: organisaties en werkers op het gebied van wonen, welzijn, zorg, veiligheid, educatie, vrije tijd, inkomen, inclusief vrijwilligersorganisaties en cliëntenorganisaties.
| 30
Prestatieveld 2 Preventieve ondersteuning jeugd
Product
Deelname zorgadviesteam / CJG / jeugdnetwerken en -ketens.
Doel
Doel van de netwerken is jongeren die (dreigen) vast (te) lopen op enig gebied tijdig en adequaat advies, hulp en ondersteuning te bieden om hun ontwikkeling bij te sturen en erger te voorkomen. De ggz draagt hier vanuit de eigen expertise over kinder- en jeugd-psychiatrie aan bij.
Doelgroep
Profijtgroep zijn jongeren tot 18 jaar (en waar relevant hun ouders of verzorgers). Doelgroep en samenwerkingspartners vallen hier samen. Dit zijn (meestal geografisch geordende) jeugdnetwerken 12 min en 12 plus die verbonden zijn of worden aan Centra voor Jeugd en Gezin en aan ROC’s gekoppelde zorgadviesteams.
Werkwijze
Medewerkers van de jeugd-ggz nemen deel, denken mee en geven advies vanuit hun expertise, zijn contactpersoon voor en naar collega’s in verband met signalering of signaalopvolging, zetten vervolgacties binnen de eigen organisatie in gang en volgen of deze volgens afspraak verlopen.
Resultaat/opbrengst
Het netwerk zorgt voor samenwerking tussen diensten binnen en buiten school en komt met de multidisciplinaire input tot een gezamenlijk zorg kader en/of aanpak; de jongeren (en hun ouders of verzorgers) krijgen zo afgestemde hulp om hun problemen op te lossen.
Financiering
Deze netwerken maken deel uit van gemeentelijk jeugdbeleid. Gemeente zal met medefinanciers zoals zorgkantoor, zorgverzekeraar, provincie, justitie en onderwijs afspraken maken over financiering van deelname.
Samenwerkingspartners
Alle organisaties die betrokken zijn bij jongeren. Bijvoorbeeld medewerkers CJG, leerplichtambtenaar, schoolmaatschappelijk werk, Bureau Jeugdzorg, jeugdarts GGD, jeugdzorg, MEE, politie, schuldhulpverlening, jongerenwerk, de gemeentefunctionarissen betrokken bij jeugdbeleid.
| 31
Prestatieveld 2 Preventieve ondersteuning jeugd
Product
Consultatie en advisering aan professionals in educatie, welzijn, zorg, veiligheid m.b.t. jeugd, individueel- of teamgericht.
Doel
Verlagen van de drempel tot contact en verbeteren van de relatie tussen 9 deze werkers en mensen met psychische klachten ; de mogelijkheden die werkers hebben tot preventie vergroten (zelf ondersteuning bieden, of signaleren en doorverwijzen).
Doelgroep
Professionals in educatie, welzijn, zorg, veiligheid m.b.t. jeugd. De profijtgroep zijn jongeren van alle leeftijden en hun ouders die te kampen hebben met (dreigende) psychische problemen, ontwikkelingsstoornissen, gedragsproblemen.
Werkwijze
Het geven van voorlichting, advisering, consultatie, zowel inhoudelijk als aandachtspunten voor de omgang en aanwijzingen voor de aanpak in concrete werksituaties van de ontvanger.
Resultaat/opbrengst
Professionals kunnen zelf beter omgaan met deze jongeren en/of hun ouders in het kader van hun eigen taak; korte verwijslijnen en goede onderlinge bekendheid maken dat verwijzingen en onderlinge afstemming sneller en soepeler verlopen.
Financiering
De ontvangende partij betaalt of er zijn afspraken over financiering door derden, zoals de gemeente (Wmo/jeugdbeleid), onderwijs of de provincie.
Samenwerkingspartners
De doelgroep vormt tevens de samenwerkingspartner. De gemeente functionarissen betrokken bij het jeugdbeleid.
9] Onder psychische en psychiatrische klachten wordt tevens verslaving gerekend.
| 32
Prestatieveld 2 Preventieve ondersteuning jeugd
Product
Trainingen aan professionals: inhoudelijke deskundigheidsbevordering m.b.t. jeugd.
Doel
Ketenpartners uit het jeugdcircuit worden geïnformeerd over psychische/ psychiatrische aandoeningen en de mogelijke oorzaken of gevolgen ervan.
Doelgroep
Professionals werkzaam t.b.v. jeugd en jongeren.
Werkwijze
Het geven van cursussen of trainingen, zowel inhoudelijk over psychische en psychiatrische klachten als aandachtspunten voor de omgang en aanwijzingen voor de aanpak in concrete werksituaties van de ontvanger.
Resultaat/opbrengst
Werkers kunnen in hun eigen werk jeugdigen met psychische klachten en hun ouders beter bedienen, omdat ze beter begrijpen wat met de jeugdige aan de hand is, wat dat betekent voor de opvoeding en beter weten hoe ze daar in het contact mee om moeten gaan. De bekendheid met de ggzhulpverlener vergemakkelijkt tevens samenwerking en verwijzing.
Financiering
De ontvangende partij betaalt of er zijn afspraken over financiering door derden, zoals de gemeente, de woningcorporatie, het rijk of de provincie.
Samenwerkingspartners
Vaak zijn de ontvangers van consultatie of dienstverlening tevens samenwerkingspartners.
| 33
Prestatieveld 2 Preventieve ondersteuning jeugd
Product
Trainingen aan professionals: train de trainer (bijv. m.b.t. sociale vaardigheden, levensvaardigheden, weerbaarheid tegen pesten, omgaan met drugs).
Doel
Professionals in het onderwijs, jeugdzorg of jeugdwelzijn leren hoe zij zelf de profijtgroepen kunnen trainen. Doel van de training aan de profijtgroep is dat deze vaardigheden leren, bewuster omgaan met hun gevoelens, leren meer controle te krijgen over hun gedrag.
Doelgroep
Professionals in onderwijs, jeugdzorg of jeugdwelzijn (bijv. leerkrachten, mentoren, jeugdwerkers, schoolmaatschappelijk werkers, jeugdverpleegkundigen). Profijtgroep zijn kinderen of jongeren die problemen hebben met bijv. contact leggen of omgaan met conflictsituaties, weinig weerbaar zijn (sociale, emotionele en basisvaardigheden in communicatie en probleem oplossing) en/of hun ouders.
Werkwijze
Een train de trainerscursus bestaat uit het bieden van inhoudelijke kennis over het onderwerp en instructie en oefenen in het geven van de training.
Resultaat/opbrengst
Door de brede verspreiding en laagdrempeligheid van het aanbod kunnen veel jeugdigen dit soort trainingen volgen. Dit kan een preventieve werking hebben op het ontstaan van ernstiger psychische problemen, schooluitval, criminaliteit.
Financiering
De ontvangende partij betaalt of er zijn afspraken over financiering door derden, zoals de gemeente (Wmo/jeugdbeleid), onderwijs of de provincie.
Samenwerkingspartners
De doelgroep vormt tevens de samenwerkingspartner. De gemeente functionarissen betrokken bij het jeugdbeleid.
| 34
Prestatieveld 2 Preventieve ondersteuning jeugd
Product
Voorlichting en trainingen voor jongeren, individueel of in groepsverband (bijv. i.v.m. pesten, weerbaarheid, sociale vaardigheden, eetproblemen, depressie, omgaan met geweld (Let op de kleintjes) of seksuele intimidatie en/of grensoverschrijdend gedrag).
Doel
Jongeren krijgen informatie en leren vaardigheden waardoor ze beter ermee om kunnen gaan, leren voor zichzelf opkomen, contact leggen met leeftijdsgenoten. Ter voorkoming of vermindering van psychische klachten / problematiek.
Doelgroep
Jongeren die problemen ervaren, bijvoorbeeld over de omgang met leeftijdsgenoten, eetproblemen, somberheid, angst, middelengebruik, een depressie of andere psychische problematiek.
Werkwijze
D.m.v. gastlessen op scholen, informatie, opdrachten, chatsessies en feedback via internet, oefeningen, rollenspellen, gesprekken met elkaar en/ of hulpverleners, gesprekken/bijeenkomsten met ouders en leerkrachten. Veel van deze cursussen zijn onder wetenschappelijke begeleiding ontwikkeld en een aantal is op effectiviteit getoetst.
Resultaat/opbrengst
De jongeren zijn weerbaarder en kunnen het betreffende probleem beter hanteren. Ook weten ze waar ze terecht kunnen voor hulp. Daardoor zijn ze beter in staat Informatie wordt gegeven en vaardigheden worden geleerd (cognitief, emotioneel, sociaal). Jongeren worden geïnformeerd over bij wie ze terecht kunnen voor hulp.
Financiering
Interventies gericht op jongeren met subklinische depressies worden onder bepaalde voorwaarden vergoed door de zorgverzekering. Trainingen en voorlichtingen kunnen ook worden ingekocht in het kader van het gemeentelijk jeugdbeleid of door de partij die de training wil gaan aanbieden. Een eigen bijdrage is mogelijk, maar kan een drempel vormen.
Samenwerkingspartners
Centra Jeugd en Gezin, jeugdnetwerken, basisscholen, voortgezet onderwijs, ROC, jeugdwelzijnswerk AMW, GGD. De gemeentefunctionarissen betrokken bij het jeugdbeleid.
| 35
Prestatieveld 2 Preventieve ondersteuning jeugd
Product
Trainingen, cursussen en/of adviesgesprekken voor ouders, individueel of in groepsverband (bijv. in het omgaan met drukke en opstandige kinderen, in positief opvoeden, in de omgang met depressieve klachten van kinderen).
Doel
Toename van kennis en vaardigheden van ouders in het omgaan met het gedrag van hun kind (verbetering onderling contact); Voorkomen en verminderen van (ernstige) emotionele, gedrags- en ontwikkelings problemen bij kinderen en jeugdigen.
Doelgroep
Ouder(s) van kinderen met gedragsproblemen en ouders met opvoedingsproblemen.
Werkwijze
Ondersteuning bij een zelfhulpcursus via internet, telefonische onder steuning, individuele- of groepstrainingen, coaching, adviesgesprekken.
Resultaat/opbrengst
De ouders voelen zich zekerder en weten beter hoe ze met hun kinderen kunnen omgaan, ze kunnen met vragen terugvallen op de ggz-medewerker en krijgen vaak ook contact met lotgenoten. Hierdoor zijn ze beter in staat hun kind te begeleiden.
Financiering
Het gemeentelijk jeugdbeleid, eigen bijdragen.
Samenwerkingspartners
CJG en ketenpartners in de jeugdketen. De gemeentefunctionarissen betrokken bij het jeugdbeleid.
| 36
Prestatieveld 2 Preventieve ondersteuning jeugd
Product
E-hulpverlening / hulpverlening via internet. (zie ook prestatievelden 4, 8-preventie en 9-verslavingspreventie).
Doel
Het realiseren van een zeer laagdrempelige mogelijkheid tot preventie van en lichte vroeghulp bij psychische klachten of verslavingsproblematiek. Versterken van de competenties van de doelgroep (kennis, houding, vaardigheden) om daarmee het zelfherstellend vermogen te vergroten, het leren voorkomen van overbelasting.
Doelgroep
Jongeren die overbelasting ervaren of lichte tot matige psychische klachten of verslavingsproblematiek. Deze dreigen hen te belemmeren in zelfredzaamheid of maatschappelijk functioneren en zij willen daar beter mee leren omgaan. Het medium is met name geschikt voor jongeren en mensen die liever individueel, min of meer anoniem en op de momenten dat het hen schikt aan de slag gaan hiermee.
Werkwijze
Mensen melden zich digitaal aan en krijgen een intake om vast te stellen of het aanbod voor hen geschikt is. Per e-mail en/of chatsessies geven ggz-hulpverleners informatie en advies, feedback en opdrachten, wijzen op relevante informatie en verwijzen zo nodig naar ander hulpaanbod. Soms is tevens sprake van een e-group van lotgenoten, waarbij onderlinge uitwisseling en steun een meerwaarde biedt. Een aantal vormen van e-hulp is wetenschappelijk onderzocht en kan een volwaardig alternatief vormen voor “spreekkamerhulp”.
Resultaat/opbrengst
Met de geboden begeleiding kan de doelgroep weer zelfstandig verder. De doelgroep leert beter reageren op stressfactoren in de omgeving, heeft meer greep op de eigen reacties, kan beter een beroep doen op sociale steun in eigen omgeving of bij lotgenoten. Daardoor neemt het zelf herstellend vermogen toe en vermindert de kans op het ontstaan van zodanige klachten dat men zichzelf niet meer goed kan redden en/of maatschappelijk uitvalt.
Financiering
Eigen bijdragen van deelnemers. De regiogemeenten samen in het kader van de Wmo: verantwoordelijkheid voor collectieve preventie en het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie.
Samenwerkingspartners
Organisaties en werkers op het gebied van wonen, welzijn, zorg, veiligheid, educatie, vrije tijd, inkomen, inclusief vrijwilligersorganisaties en cliëntenorganisaties. Doordat e-learning op afstand plaatsvindt, zal het aanbod meestal regionaal of zelfs bovenregionaal gedaan worden. Samenwerking met lokale partijen vindt plaats ten behoeve van signalering en verwijzing en in verband met eventuele nazorg of doorgeleiding naar vervolgactiviteiten.
| 37
Prestatieveld 2 Preventieve ondersteuning jeugd
Product
Projecten voor Kinderen/jongeren van Ouders met Psychiatrische Problemen of Kinderen/jongeren van Verslaafde Ouders (KOPP- en KVO-projecten) (zie ook prestatieveld 9-verslavingspreventie).
Doel
Voorkomen dat kinderen later zelf ook psychische problemen ontwikkelen, vroegtijdig signaleren van eventuele psychische problemen bij deze kinderen, effecten van de problematiek van de ouders op de kinderen zo klein mogelijk houden.
Doelgroep
Kinderen/jongeren en hun ouders (ouders met psychische en/of verslavingsproblemen). Professionals en informele zorgers die bij de jongere of het gezin betrokken zijn.
Werkwijze
Adviesgesprekken, trainingen en lotgenotengroepen voor de kinderen en hun ouders, gezinsondersteuning, betrekken van en consultatie en training aan beroepskrachten. Veel van deze cursussen zijn onder wetenschappelijke begeleiding ontwikkeld en een aantal is op effectiviteit getoetst.
Resultaat/opbrengst
De kinderen krijgen steun/herkenning en handvatten voor het omgaan met de situatie. Ouders krijgen handvatten ter versterking van hun opvoedingsvaardigheden. Het isolement (waarin het gezin c.q. de kinderen kunnen verkeren) wordt doorbroken door steun te organiseren door volwassenen van buiten het gezin (informele netwerk of professionals); kinderen en ouders krijgen de gelegenheid vragen te stellen over de problematiek en de mogelijke gevolgen ervan; er vindt afstemming plaats met hulpverlener(s) van de ouder en met andere bij het gezin betrokken professionals.
Financiering
Gemeente in het kader van het preventief jeugdbeleid.
Samenwerkingspartners
Ketenpartners uit zowel jeugdketen als volwassenenketen. De gemeentefunctionarissen betrokken bij jeugdbeleid en OGGZ.
| 38
Prestatieveld 2 Preventieve ondersteuning jeugd
Product
Projecten voor minderjarige vluchtelingen of migranten.
Doel
Voorkomen dan wel vroegtijdig signaleren van psychische problematiek bij minderjarige vluchtelingen of migranten; bevorderen van hun participatie en integratie in de maatschappij
Doelgroep
Profijtgroep zijn minderjarige vluchtelingen/ migranten en hun ouders.
Werkwijze
Het project bestaat uit een combinatie van het aanbieden van sociaalculturele en sportieve activiteiten, cursussen empowerment, opvoedsteunpunt t.b.v. ouders, jeugdmentoren/maatjes en zal meestal in samenwerking tussen verschillende organisaties worden uitgevoerd.
Resultaat/opbrengst
De jongeren worden weerbaarder en sociaal vaardiger, zijn zich meer bewust van de invloed van twee culturen op hun leven, ze doen ervaring op met activiteiten die aansluiten bij hun talenten en krijgen daarbij positieve feedback, hun ouders weten beter hoe ze met de jongere moeten omgaan en allemaal krijgen ze meer en positief contact.
Financiering
De gemeente, wellicht uit diverse potten en met cofinanciering van bijvoorbeeld provincie en/of maatschappelijk betrokken ondernemers.
Samenwerkingspartners
Jeugdketen, asielzoekerscentra, Nidos, zelforganisaties migranten en vluchtelingen.
| 39
Prestatieveld 2 Preventieve ondersteuning jeugd
Product
Projecten voor zwerfjongeren.
Doel
Bevorderen van de maatschappelijke re-integratie van zwerfjongeren en risicojongeren (terug naar school of werk, wonen, sociaal netwerk, inkomen, accepteren van hulp).
Doelgroep
Zwerfjongeren en risicojongeren (zowel jonger dan 18 als 18-25) die kampen met multiproblematiek waaronder het ontbreken van stabiele huisvesting. Ketenpartners: partijen op het gebied van educatie, wonen, welzijn, zorg, arbeid, inkomen en veiligheid.
Werkwijze
Bijdragen in integrale persoonsgerichte trajecten en deelname in signalerings- en afstemmingsoverleggen, consultatie aan ketenpartners, organisatie van en participatie in jeugd-ACT-teams en/of jeugdvangnetteams.
Resultaat/opbrengst
Via een integraal traject met aandacht voor wonen, schulden, lichamelijke en psychische gezondheid, opleiding, werk en sociale contacten kunnen deze jongeren weer perspectief ontwikkelen en gaan deelnemen in de maatschappij.
Financiering
Centrumgemeenten zullen de aanpak van zwerfjongerenproblematiek coördineren. Financiering zal resultaat zijn van een afstemming tussen centrum- en regiogemeenten, provincie, zorgverzekeraar en/of zorgkantoor (voor ACT-team).
Samenwerkingspartners
De samenwerkende partijen in de ketens voor jeugd en voor OGGZ/ maatschappelijke zorg.
| 40
Prestatieveld 2 Preventieve ondersteuning jeugd
Product
Deelname aan / organisatie van ACT-teams (Assertive Community Treatment) Kinderen en Jeugd (zie ook prestatieveld 8-bemoeizorg en 9-verslavingszorg).
Doel
Laagdrempelige outreachende en integrale hulp realiseren waardoor probleemverergering, overlast en maatschappelijk uitval wordt voorkomen en kwaliteit van leven toeneemt.
Doelgroep
Profijtgroep zijn jongeren (en gezinnen) met multiproblemen waaronder psychische, psychiatrische, ontwikkelings- en/of verslavingsproblemen waarbij langdurige maatschappelijke uitval dreigt te ontstaan en die onvoldoende aansluiting en steun vinden bij de gebruikelijke voorzieningen.
Werkwijze
In deze projecten werken hulpverleners vanuit verschillende disciplines samen in één team en bieden outreachend en intensief hulp op alle levensgebieden. Ze bemiddelen naar instanties, blijven contact houden en pakken alles aan wat nodig is om hun cliënten beter te laten functioneren.
Resultaat/opbrengst
De ondersteuning door het ACT-team geeft de jongeren houvast waardoor het hen vaker lukt om hun leven zo te ordenen dat ze er weer greep op krijgen en er weer perspectief ontstaat (school afmaken, werk, leven binnen budget).
Financiering
Financiering zal resultaat zijn van een afstemming tussen centrumen regiogemeenten, provincie, zorgverzekeraar en/of zorgkantoor.
Samenwerkingspartners
De samenwerkende partijen in de ketens voor jeugd en voor OGGZ / maatschappelijke zorg.
| 41
Prestatieveld 3 Informatie, advies en cliëntondersteuning
Product
GGZ informatiecentrum (wegwijs in de hulpverlening).
Doel
Het geven van advies en informatie over psychische en psychiatrische problemen en hulpverleningsmogelijkheden, enerzijds als cliëntonder steuning: wegwijzer voor mensen die voor zichzelf hulp en informatie zoeken of voor een familielid, anderzijds als bijdrage aan grotere bekendheid over psychische problemen in de maatschappij.
Doelgroep
Mensen die vragen hebben, omdat ze zelf psychische problemen ervaren, familieleden en bekenden, mantelzorgers. Daarnaast ook hulpverleners, verwijzers, scholieren en docenten.
Werkwijze
Laagdrempelig, onafhankelijk informatiecentrum waar mensen terecht kunnen voor informatie, advies en folders. Via inloop, spreekuren, voor lichtingsbijeenkomsten of op afspraak. Er zijn spreekuren van cliënten organisaties en het centrum biedt plaats aan lotgenotengroepen en biedt cursussen aan.
Resultaat/opbrengst
Mensen zijn beter geïnformeerd en vinden daardoor gemakkelijker de hulp die aansluit op hun hulpvraag.
Financiering
Gemeente en zorgverzekeraar.
Samenwerkingspartners
Vaak werken meerdere ggz-instellingen en cliëntenorganisaties hierin samen, Zorgbelang en eventueel de GGD, MEE en/of het Algemeen Maatschappelijk Werk.
| 42
Prestatieveld 3 Informatie, advies en cliëntondersteuning
Product
Ondersteuning aan steunpunten cliëntenondersteuning ggz (cliënteninitiatief).
Doel
Doel van de steunpunten is het bieden van cliëntondersteuning en onder10 steuning bij maatschappelijk herstel met inzet van ervaringsdeskundigen .
Doelgroep
Profijtgroep zijn mensen die in verband met psychische problemen ondersteuning willen bij het zoeken en vinden van geschikte hulp of bij het weer zelf de regie over het eigen leven nemen. Doelgroep zijn de medewerkers van het steunpunt.
Werkwijze
Het steunpunt werkt onafhankelijk en zelfstandig. De ggz biedt soms ondersteuning op het gebied van organisatie en bedrijfsvoering (werkgeverschap, contracten, financieel beheer, procedures, registratie etc.).
Resultaat/opbrengst
De ondersteuning van de ggz geeft de steunpuntmedewerkers de ruimte om zich te concentreren op de inhoud van hun werk.
Financiering
Regiogemeenten, overleg met provincie, en andere potentiële sponsors uit het bedrijfsleven over cofinanciering is denkbaar.
Samenwerkingspartners
Cliëntenorganisaties, Wmo-loket, MEE.
10] Een steunpunt cliëntondersteuning ggz werkt met ervaringsdeskundigen: mensen die zelf psychische of psychiatrische problemen hebben of gehad hebben, hiermee hebben leren omgaan en geleerd hebben vanuit deze ervaring anderen bij hun herstel te ondersteunen. De ervaringsdeskundigen verzorgen inloop, spreekuren en telefonisch en digitaal advies en informatie, groepswerk en cursussen. Medewerkers gaan ook wel op huisbezoek of begeleiden iemand bij het bezoek aan instanties. Een steunpunt is organisatorisch vaak aangehaakt bij een ggz-instelling.
| 43
Prestatieveld 3 Informatie, advies en cliëntondersteuning
Product
Deelname aan zorg / Wmo-loket gemeente of wijkinformatiepunt.
Doel
Zorg dragen voor de signalering van psychische en psychiatrische problematiek, het bieden van cliëntondersteuning en het zorgen voor de kwaliteit van informatie en advies over hulpmogelijkheden daarbij.
Doelgroep
De eerste doelgroep zijn mensen die in verband met psychische problemen ondersteuning willen bij het zoeken en vinden van geschikte hulp. Een tweede doelgroep vormen de medewerkers van het loket/informatiepunt.
Werkwijze
Meestal zal deelname bestaan uit deelname in de backoffice: degene naar wie de loketmedewerker kan verwijzen voor uitgebreidere cliënt ondersteuning. Daarnaast het deelnemen in casuïstiekoverleg en het beschikbaar zijn voor de overige medewerkers voor overleg of advies.
Resultaat/opbrengst
De bezoeker met psychische klachten die het loket of informatiepunt bezoekt wordt op een passende manier ondersteund en krijgt goede informatie, advies, keuzeondersteuning en eventueel toeleiding, zodat hij met zijn hulpvraag op de juiste plek terechtkomt.
Financiering
Inhuur door loket of wijkinformatiepunt, daartoe gefaciliteerd/gefinancierd door de gemeente.
Samenwerkingspartners
Andere aanbieders van wonen, zorg en welzijn.
| 44
Prestatieveld 3 Informatie, advies en cliëntondersteuning
Product
Advies aan en deskundigheidsbevordering van loketmedewerkers en/of cliëntondersteuners.
Doel
De loketmedewerkers en/of cliëntondersteuners begrijpen meer van de situatie en ervaringen van mensen met psychische problematiek en van hun ondersteuningsbehoeften en leren er beter mee omgaan.
Doelgroep
Loketmedewerkers en/of cliëntondersteuners die tijdens hun werk (ook) te maken krijgen met mensen met psychische klachten.
Werkwijze
Het geven van voorlichting, advisering, consultatie, cursussen of trainingen, zowel inhoudelijk over psychische klachten als aandachtspunten voor de omgang en aanwijzingen voor de aanpak in concrete werksituaties van de ontvanger.
Resultaat/opbrengst
Werkers kunnen in hun eigen werk mensen met psychische klachten beter bedienen omdat ze beter begrijpen wat met iemand aan de hand is en beter weten hoe ze daar in het contact mee om moeten gaan. De bekendheid met de ggz-hulpverlener vergemakkelijkt tevens samenwerking en verwijzing.
Financiering
De gemeente is hiervoor de eerst aangewezen financier. Eventueel worden er afspraken gemaakt met andere partijen zoals woningcorporaties die belang hebben bij consultatie en dienstverlening, voor zover niet gefinancierd door gemeenten.
Samenwerkingspartners
Vaak zijn de ontvangers van consultatie of dienstverlening tevens samenwerkingspartners.
| 45
Prestatieveld 3 Informatie, advies en cliëntondersteuning
Product
Ondersteuning aan PGB-houders.
Doel
Ondersteuning bieden bij en leren zelfstandig om te gaan met het PGB.
Doelgroep
PGB-houders die het PGB hebben gekregen in verband met psychische klachten en hun mantelzorgers.
Werkwijze
Individueel advies of training, groepsgewijze training, bemiddelen naar of ondersteunen bij de administratie of de bestedingsplanning.
Resultaat/opbrengst
PGB-houders worden ondersteund bij dan wel leren zelfstandig om te gaan met het PGB-budget. Daardoor kunnen ze optimaal profiteren van hun PGB.
Financiering
Gemeente, overleg met potentiële sponsors uit het bedrijfsleven over cofinanciering is denkbaar.
Samenwerkingspartners
Cliëntenorganisaties, AMW, Sociaal Raadsliedenwerk, MEE, ouderen adviseurs, andere zorgaanbieders, Per Saldo.
| 46
Prestatieveld 4 Mantelzorg en vrijwilligers Bijzondere doelgroepen: kinderen van ouders met psychiatrische problematiek, zie ook prestatieveld 2, mantelzorgers van mensen met een dementiesyndroom, mantelzorgers van mensen met langdurige psychiatrische problematiek, allochtone mantelzorgers.
Product
Informatie- en inloopbijeenkomsten (bijv. mantelzorgcafé, Alzheimercafé, café voor mensen met niet aangeboren hersenletsel, autismesalon).
Doel
Laagdrempelig aanbieden/overdragen van informatie en advies over psychische/psychiatrische aandoeningen, zorgen voor (h)erkenning, voorkomen van overbelasting, vergroten van kennis en inzicht over aandoeningen.
Doelgroep
Mantelzorgers en degene voor wie ze zorgen, overige geïnteresseerden.
Werkwijze
Vrijblijvende inloop, naast bijdragen van deskundigen is ruimte voor lotgenotencontact. De bijeenkomsten worden regelmatig georganiseerd zodat er enige continuïteit is.
Resultaat/opbrengst
Mantelzorgers krijgen handvatten om beter met situaties om te gaan, Hierdoor kunnen zij de zorg beter volhouden zonder overbelast te raken en kunnen zij degene voor wie zij zorgen beter steunen.
Financiering
Gemeente in het kader van de Wmo.
Samenwerkingspartners
Steunpunt mantelzorg, cliëntenorganisaties, ervaringsdeskundigen, organisaties op het gebied van wonen, zorg en welzijn.
| 47
Prestatieveld 4 Mantelzorg en vrijwilligers Producten gericht op mantelzorgers
Product
Cursussen/trainingen (bijv. omgaan met schizofrenie, depressie, dementie).
Doel
De mantelzorgers krijgen informatie over de psychische problematiek, de gevolgen ervan en de hulpverleningsmogelijkheden, ze krijgen aan wijzingen voor de omgang en leren hoe ze overbelasting bij zichzelf kunnen voorkomen.
Doelgroep
Mantelzorgers van mensen met een bepaald psychische of psychiatrisch probleem, die overbelast zijn of dreigen te worden.
Werkwijze
De cursussen worden gegeven aan de hand van een vast draaiboek met daarbij horend cursusmateriaal. Veel van deze cursussen zijn onder wetenschappelijke begeleiding ontwikkeld en een aantal is op effectiviteit getoetst.
Resultaat/opbrengst
De mantelzorgers voelen zich zekerder in de omgang en weten beter hoe ze moeten reageren. Daardoor ontspant de relatie met degene voor wie ze zorgen, waar ze allebei van profiteren.
Financiering
De gemeente in het kader van het beleid gericht op mantelzorgonder steuning en collectieve preventie. Sommige zorgverzekeraars vergoeden dit soort cursussen in het kader van het aanvullend pakket.
Samenwerkingspartners
Steunpunten mantelzorg, mantelzorg- en cliëntenorganisaties, ervaringsdeskundigen, andere aanbieders van zorg, welzijn en wonen.
| 48
Prestatieveld 4 Mantelzorg en vrijwilligers Producten gericht op mantelzorgers
Product
E-hulpverlening / hulpverlening via internet (zie ook prestatievelden 2, 4 en 9-verslavingspreventie).
Doel
Het realiseren van een zeer laagdrempelige mogelijkheid tot informatievoorziening en steun aan mantelzorgers van mensen met psychische klachten of verslavingsproblematiek. Versterken van de competenties van de doelgroep (kennis, houding, vaardigheden), het leren voorkomen van overbelasting.
Doelgroep
Mantelzorgers van mensen met psychische aandoeningen of verslavingsproblematiek, die behoefte hebben aan informatie of steun. Ze (dreigen) overbelast te raken en ze ervaren daardoor zelf belemmeringen in hun maatschappelijk functioneren en zij willen daar beter mee leren omgaan. Het medium is met name geschikt voor jongeren en mensen die liever individueel, min of meer anoniem en op de momenten dat het hen schikt aan de slag gaan hiermee.
Werkwijze
Mensen melden zich digitaal aan en krijgen een intake om vast te stellen of het aanbod voor hen geschikt is. Per e-mail en/of chatsessies geven ggz-hulpverleners informatie en advies, feedback en opdrachten, wijzen op relevante informatie en verwijzen zo nodig naar ander hulpaanbod. Soms is tevens sprake van een e-group van lotgenoten, waarbij onderlinge uitwisseling en steun een meerwaarde biedt. Een aantal vormen van e-hulp is wetenschappelijk onderzocht en kan een volwaardig alternatief vormen voor “spreekkamerhulp”.
Resultaat/opbrengst
Met de geboden begeleiding kan de doelgroep weer zelfstandig verder. De doelgroep leert beter reageren op stressfactoren die te maken hebben met de mantelzorg, heeft meer greep op de eigen reacties, kan beter een beroep doen op sociale steun in eigen omgeving of bij lotgenoten. Daardoor neemt het zelfherstellend vermogen toe en vermindert de kans op het ontstaan van zodanige klachten dat men zichzelf niet meer goed kan redden en/of maatschappelijk uitvalt.
Financiering
Eigen bijdragen van deelnemers. De regiogemeenten samen in het kader van de Wmo: verantwoordelijkheid voor mantelzorgondersteuning en het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie.
Samenwerkingspartners
Organisaties en werkers op het gebied van wonen, welzijn, zorg, veiligheid, educatie, vrije tijd, inkomen, inclusief vrijwilligersorganisaties en cliënten organisaties. Doordat e-learning op afstand plaatsvindt, zal het aanbod meestal regionaal of zelfs bovenregionaal gedaan worden. Samenwerking met lokale partijen vindt plaats ten behoeve van signalering en verwijzing en in verband met eventuele nazorg of doorgeleiding naar vervolgactiviteiten.
| 49
Prestatieveld 4 Mantelzorg en vrijwilligers Producten gericht op mantelzorgers
Product
Ondersteuningsgroepen (bijv. voor mantelzorgers van jongdementerenden, mensen met borderline, schizofrenie, dementiesyndroom, autisme, verslaving).
Doel
Het voorkomen van overbelasting, het doorbreken van mogelijk sociaal isolement en het bieden van sociale steun.
Doelgroep
Mantelzorgers van mensen met een bepaald psychische of psychiatrisch probleem, die overbelast zijn of dreigen te worden.
Werkwijze
Bij ondersteuningsgroepen ligt de nadruk op steun door lotgenotencontact. Er wordt een gelegenheid geboden om in een veilige omgeving emoties en gedachten te uiten en tips en herkenning van anderen te krijgen.
Resultaat/opbrengst
De mantelzorgers ervaren onderling herkenning en ze wisselen tips uit. Hierdoor kunnen ze de zorg langer volhouden, waar degene waar ze de zorg voor hebben ook van profiteert.
Financiering
De gemeente in het kader van het beleid gericht op mantelzorgonder steuning en collectieve preventie. Voor onderdelen kan de zorgverzekeraar aangesproken worden.
Samenwerkingspartners
Steunpunten mantelzorg, mantelzorg- en cliëntenorganisaties, ervaringsdeskundigen, andere aanbieders van zorg en welzijn.
| 50
Prestatieveld 4 Mantelzorg en vrijwilligers Producten gericht op mantelzorgers
Product
Deelname in steunpunt mantelzorg.
Doel
Het bieden van (gespecialiseerde) informatie en advies en ondersteuning bij overbelasting. Bijdragen aan de kwaliteit van informatie, advies en ondersteuning van alle steunpuntmedewerkers.
Doelgroep
De eerste doelgroep zijn mantelzorgers van mensen met psychische problemen die overbelast dreigen te raken. Een tweede doelgroep vormen de medewerkers van het steunpunt.
Werkwijze
Meestal zal deelname bestaan uit deelname in de backoffice: degene naar wie de steunpuntmedewerker kan verwijzen voor meer gespecialiseerd advies. Daarnaast het deelnemen in casuïstiekoverleg en het beschikbaar zijn voor de overige medewerkers voor overleg of advies.
Resultaat/opbrengst
De mantelzorger die het steunpunt bezoekt wordt op een passende manier ondersteund en krijgt passende informatie, advies en ondersteuning, zodat overbelasting voorkomen wordt. Dit komt ook ten goede aan degene voor wie de mantelzorger zorgt.
Financiering
De gemeente is hiervoor de eerst aangewezen financier. De financiering kan via de ontvangende partij lopen of direct met de aanbieder van steunpunt mantelzorg.
Samenwerkingspartners
Steunpunt mantelzorg, mantelzorgorganisaties, andere aanbieders van zorg en welzijn, MEE, ouderenadviseurs.
| 51
Prestatieveld 4 Mantelzorg en vrijwilligers Producten gericht op mantelzorgers
Product
Training en consultatie medewerkers steunpunt mantelzorg.
Doel
De medewerkers worden beter bekend met psychische en psychiatrische problematiek en de speciale belasting die deze voor een mantelzorger meebrengt en hoe ze daarmee kunnen omgaan, ze weten waar ze in hun contacten met mantelzorgers van mensen met psychische problemen op moeten letten en zijn goed geïnformeerd over de hulpmogelijkheden bij (dreigende) overbelasting.
Doelgroep
Doelgroep zijn de medewerkers van mantelzorgsteunpunten. Profijtgroep zijn mantelzorgers van mensen met psychische problemen die contact met hen hebben en degenen voor wie ze zorgen.
Werkwijze
Het verzorgen van een training en/of het begeleiden van casuïstiekbesprekingen, verzorgen van voorlichtingsmateriaal.
Resultaat/opbrengst
De mantelzorger die het steunpunt bezoekt wordt op een passende manier ondersteund en krijgt goede informatie en advies en eventuele verwijzing naar hulp of respijtzorg bij dreigende overbelasting.
Financiering
Inhuur door mantelzorgsteunpunt, daartoe gefaciliteerd/gefinancierd door de gemeente.
Samenwerkingspartners
Andere aanbieders van zorg en welzijn, mantelzorgorganisaties.
| 52
Prestatieveld 4 Mantelzorg en vrijwilligers Producten gericht op mantelzorgers
Product
Familievertrouwenspersonen.
Doel
Het vergemakkelijken van het contact tussen mantelzorgers en hulpverlening. Dit om psychische overbelasting van mantelzorgers te voorkomen en de samenwerking tussen mantelzorgers en hulpverlening te optimaliseren.
Doelgroep
Mantelzorgers van mensen met psychische problemen. De hulpverleners waar mantelzorgers mee te maken hebben in verband met degene voor wie ze zorgen.
Werkwijze
Een (onafhankelijke) familievertrouwenspersonen is beschikbaar om te adviseren en zo nodig te bemiddelen wanneer mantelzorgers vragen hebben over de hulpverlening of het contact moeilijk verloopt. Contacten via mail, telefoon, gesprekken, groepsbijeenkomsten; familiegroepen.
Resultaat/opbrengst
Door de adviezen en bemiddeling van de familievertrouwenspersoon verloopt het contact van de mantelzorger met de hulpverlening beter. De mantelzorger voelt zich beter gehoord en gesteund en kan daardoor de zorg beter volhouden.
Financiering
Het aanstellen van een familievertrouwenspersoon kan een kwaliteitseis zijn van een gemeente in het kader van het mantelzorgbeleid. Dan ligt voor de hand dat de gemeente ook (mee)financiert. Het ministerie van VWS heeft aangegeven in de toekomst een landelijke stichting familievertrouwenspersoon te subsidiëren. (is in voorbereiding).
Samenwerkingspartners
Op dit moment is er nog geen landelijke dekking van familievertrouwenspersonen. De bedoeling is dat er een stichting familievertrouwenspersonen opgericht wordt, die familievertrouwenspersonen detacheert bij ggz instellingen.
| 53
Prestatieveld 4 Mantelzorg en vrijwilligers Producten gericht op vrijwilligers
Product
Deskundigheidsbevordering en/of consultatie voor: • algemene vrijwilligersorganisaties m.b.t. ggz-thema’s; • vrijwilligers specifiek gericht op steun aan ggz-doelgroepen.
Doel
Vrijwilligers begrijpen meer van de situatie en ervaringen van mensen met psychische problematiek en leren er beter mee omgaan; vrijwilligers kunnen hen daardoor beter sociaal ondersteunen.
Doelgroep
Vrijwilligers die tijdens hun vrijwilligerswerk (ook) te maken krijgen met mensen met psychische klachten.
Werkwijze
Trainingen waarin informatie wordt gegeven en vaardigheden worden geleerd, zowel inhoudelijk als aandachtspunten voor de omgang en vaardigheden voor de aanpak in concrete contactsituaties in het werk van de vrijwilliger.
Resultaat/opbrengst
Vrijwilligers kunnen beter omgaan met mensen met psychische klachten in het kader van hun eigen taak; contacten verlopen daardoor voor beiden meer bevredigend.
Financiering
Gemeenten kunnen dit in het kader van het vrijwilligersbeleid bekostigen, of ze kunnen vrijwilligersorganisaties een scholingsbudget toekennen zodat deze zelf kunnen kiezen.
Samenwerkingspartners
Vrijwilligerscentrales, ervaringsdeskundigen, cliëntenorganisaties.
| 54
Prestatieveld 4 Mantelzorg en vrijwilligers Producten gericht op vrijwilligers
Product
Organisatie en coördinatie vrijwilligersprojecten gericht op ggz-doelgroepen (bijv. maatjesprojecten voor jongeren met autisme, vriendendiensten voor mensen met psychische beperkingen, bezoek- en oppasdiensten voor dementerenden, activerend huisbezoekprojecten voor verweduwden) (zie ook prestatieveld 5).
Doel
Vrijwilligers bieden sociale steun aan mensen met psychische klachten, en dragen daarmee bij aan het doorbreken van sociaal isolement en het naar wens en vermogen participeren in de maatschappij.
Doelgroep
De profijtgroep bestaat meestal uit mensen met psychische beperkingen die een beperkt sociaal netwerk hebben en graag actiever in de maatschappij willen deelnemen.
Werkwijze
Werving, selectie en training vrijwilligers, matching met aanvragers, kwaliteitsbewaking, publiciteit en verslaglegging.
Resultaat/opbrengst
Mensen met psychische aandoeningen worden gesteund in hun zelfredzaamheid en participatie.
Financiering
Gemeenten.
Samenwerkingspartners
Vrijwilligerscentrales, welzijnswerk en andere organisaties voor zorg en welzijn, cliëntenorganisaties.
| 55
Prestatieveld 4 Mantelzorg en vrijwilligers Producten gericht op vrijwilligers
Product
Ondersteuning van zelfhulpgroepen door de ggz (zie ook prestatieveld 5).
Doel
De ondersteuning van de ggz is met name gericht op de organisatie en planning van de zelfhulpgroepen.
Doelgroep
Mensen met psychische beperkingen die behoefte hebben aan lot genotencontact als steun bij hun herstel.
Werkwijze
De organisatoren van de zelfhulpgroep geven aan welke steun ze nodig hebben, bijvoorbeeld bij publiciteit, fondswerving, programmaontwikkeling. Soms ook training of een inhoudelijk informatieve bijdrage.
Resultaat/opbrengst
Door de ondersteuning kunnen de zelfhulpgroepen zich op de inhoud richten.
Financiering
Gemeenten en in sommige gevallen is cofinanciering met zorgverzekeraars mogelijk.
Samenwerkingspartners
Cliëntenorganisaties, vrijwilligerscentrales, andere organisaties voor zorg en welzijn.
| 56
Prestatieveld 4 Mantelzorg en vrijwilligers Producten gericht op vrijwilligers
Product
Ondersteuning van vrijwilligerswerk door en voor mensen met een psychiatrische beperking (zie ook prestatieveld 5).
Doel
Bevorderen maatschappelijke integratie en participatie.
Doelgroep
Mensen met psychische beperkingen die daardoor geen betaald werk (kunnen) doen en wel op zoek zijn naar een zinvolle bezigheid.
Werkwijze
Planontwikkeling, maken van samenwerkingsafspraken, publiciteit, fondswerving, training en begeleiding van de vrijwilligers.
Resultaat/opbrengst
De vrijwilligers verrichten zinvolle bezigheden en ervaren wat zij kunnen. Dit kan een opmaat zijn naar arbeidsre-integratie.
Financiering
Gemeenten kunnen dit bekostigen, waarbij naast Wmo ook het participatiebudget een optie is, wellicht met cofinanciering van UWV.
Samenwerkingspartners
Cliëntenorganisaties, vrijwilligerscentrales, andere organisaties voor zorg en welzijn, maatschappelijk betrokken ondernemers.
| 57
Prestatieveld 5 Participatiebevordering kwetsbare groepen
Product
Activering / re-integratie naar maatschappelijke participatie en/of arbeid (zie ook prestatievelden 6, 7-maatschappelijke opvang, 8-bemoeizorg en 9-verslavingszorg).
Doel
Ondersteunen, begeleiden, in beweging krijgen van mensen met psychische beperkingen bij het vinden en verrichten van zinvol werk/zinvolle dagactiviteiten ((vrijwilligers)werk, dagactiviteitencentrum) waardoor de participatie en integratie in de maatschappij wordt bevorderd. Doorstroming naar arbeidsre-integratie is een optie.
Doelgroep
Mensen met een psychische/psychiatrische beperking en een (zeer) grote afstand tot de arbeidsmarkt; die door deze beperking tijdelijk niet konden werken of leren en die zich willen oriënteren op passend werk en/of maatschappelijk zinvolle activiteiten.
Werkwijze
Individuele begeleiding, cursussen gericht op het aanleren van arbeids vaardigheden (bijv. computercursussen) of als oriëntatie op mogelijkheden, deelname aan dagactiviteiten of werkprojecten, toeleiden naar activiteiten elders (activiteitenmakelaar), leer-werktrajecten.
Resultaat/opbrengst
De doelgroep wordt geactiveerd en begeleid bij het vinden van een zinvolle dagbesteding / werk / opleiding (passend bij de mogelijkheden, beperkingen en wensen).
Financiering
Gemeenten, waarbij naast Wmo ook het participatiebudget een optie is, wellicht met cofinanciering van UWV en/of sponsors uit het bedrijfsleven.
Samenwerkingspartners
Vrijwilligersorganisaties, re-integratiebedrijf, gemeentelijke sociale dienst, UWV, maatschappelijk betrokken ondernemers.
| 58
Prestatieveld 5 Participatiebevordering kwetsbare groepen
Product
Open aanbod trainingen (bijv. sociale vaardigheden, omgaan met vrije tijd, omgaan met sociale relaties en intimiteit, gezonde leefstijl (gezond eten, bewegen, denken en doen), stresshantering en gezonde denkpatronen).
Doel
Toerusten van de deelnemers op het betreffende gebied voor wat betreft kennis en vaardigheden.
Doelgroep
Mensen die door gebrekkige sociale vaardigheden of psychosociale problemen kwetsbaar zijn voor psychische problemen en hun vaardigheden of participatiemogelijkheden willen verbeteren.
Werkwijze
Trainingen met rollenspellen, opdrachten, etc. Veel van deze cursussen zijn onder wetenschappelijke begeleiding ont wikkeld en een aantal is op effectiviteit getoetst.
Resultaat/opbrengst
De participatie aan de samenleving van deelnemers wordt bevorderd (bijv. doordat de doelgroep een meer zinvolle tijdsbesteding krijgt, sociale contacten kan leggen en eventueel verdiepen, een betere conditie krijgt d.m.v. veranderde eetgewoonten, etc.).
Financiering
De gemeente in het kader van het Wmo-, preventie- en participatiebeleid. Deelnemersbijdragen en in sommige gevallen is cofinanciering met een zorgverzekeraar mogelijk.
Samenwerkingspartners
GGD, Maatschappelijk werk, thuiszorg, welzijnswerk, volwasseneneducatie.
| 59
Prestatieveld 5 Participatiebevordering kwetsbare groepen
Product
Kwartiermaken: toeleiden tot / bemiddelen naar organisaties (zie ook prestatieveld 1).
Doel
Zowel preventief als probleemoplossend meedenken over het verbeteren van de leefbaarheidsituatie in de wijk, in het bijzonder van bewoners met psychische beperkingen. Ook consultatie en advisering.
Doelgroep
Doelgroep zijn in de werkers op het gebied van wonen, welzijn, zorg, veiligheid, inkomen, arbeid, vrije tijd, educatie enzovoorts en hun organisaties. Profijtgroep zijn mensen met een psychische beperking.
Werkwijze
De kwartiermaker vervult een consultatiefunctie en richt zich op het in beweging brengen van organisaties, bewustwording van uitsluitende praktijken, hen stimuleren en zo nodig toerusten in het contact naar leden van de profijtgroep toe en het bieden van praktische ondersteuning bij het zoeken van oplossingen daarvoor.
Resultaat/opbrengst
De profijtgroep krijgt beter toegang tot de genoemde organisaties en hun dienstverlening sluit beter aan op de behoeften van de profijtgroep.
Financiering
De gemeente is hiervoor de eerst aangewezen financier. Eventueel worden er afspraken gemaakt met andere partijen zoals woningcorporaties die belang hebben bij consultatie en dienstverlening, voor zover niet gefinancierd door gemeenten.
Samenwerkingspartners
Naast de bij de doelgroep genoemde organisaties tevens (organisaties van) ervaringsdeskundigen. Bondgenoten kunnen ook gevonden worden in personen of groeperingen die een ambassadeursfunctie willen vervullen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan lokale of provinciale politici, woningcor poraties, vooraanstaande ondernemers of bekende stadsgenoten uit cultuur of sport.
| 60
Prestatieveld 5 Participatiebevordering kwetsbare groepen
Product
Maatschappelijk steunsysteem: coördinatie steunstructuur (zie ook prestatieveld 1).
Doel
Het realiseren van samenwerking met en tussen organisaties zodat zij een bijdrage leveren aan ondersteuning van de profijtgroep bij de participatie in de samenleving (rol als actief burger kunnen oppakken, zonder hulp kunnen meedoen aan de maatschappij, sociale contacten, veiligheid, acceptatie in de directe omgeving).
Doelgroep
Doelgroepen zijn organisaties, beroepskrachten én vrijwilligers op het gebied van wonen, welzijn, zorg, veiligheid, inkomen, arbeid, vrije tijd, educatie. Ook organisaties van ervaringsdeskundigen. De profijtgroep zijn mensen met psychische klachten, die daardoor sociaal kwetsbare zijn en zich niet zonder steun staande kunnen houden in de maatschappij en hun 11 mantelzorgers . Een dergelijke steunstructuur kan ook voor de bredere profijtgroep van sociaal kwetsbaren worden ontwikkeld.
Werkwijze
Maken van samenwerkingsafspraken; coördineren van overleg; publiciteit en registratie; ontwikkelen/bieden ondersteunende activiteiten zoals training en voorlichting.
Resultaat/opbrengst
Een goed functionerend netwerk van personen, diensten en voorzieningen op lokaal niveau dat open staat voor en aansluit op de participatiemogelijkheden en ondersteuningsbehoeften van de profijtgroep.
Financiering
De gemeente is hiervoor de eerst aangewezen financier. Eventueel worden er afspraken gemaakt met andere partijen zoals woningcorporaties die belang hebben bij consultatie en dienstverlening, voor zover niet gefinancierd door gemeenten.
Samenwerkingspartners
De leden van de doelgroep en de profijtgroep zijn hierin tevens samen werkingspartner.
11] Deze groep wordt in dit productenoverzicht verder aangeduid als mensen met een psychische beperking.
| 61
Prestatieveld 5 Participatiebevordering kwetsbare groepen
Product
Dienstverlening en/of consultatie voor werkers in wonen, zorg, welzijn, educatie, arbeid, inkomen, veiligheid enzovoorts (zie ook prestatieveld 1).
Doel
Verlagen van de drempel tot contact en verbeteren van de relatie tussen 12 deze werkers en mensen met psychische klachten ; de mogelijkheden die werkers hebben tot preventie vergroten (zelf ondersteuning bieden, of signaleren en doorverwijzen).
Doelgroep
Werkers in wonen, zorg, welzijn, veiligheid enzovoorts die in hun werk in contact komen met wijkbewoners die psychische klachten hebben.
Werkwijze
Het geven van voorlichting, advisering, consultatie, cursussen of trainingen, zowel inhoudelijk over psychische klachten als aandachtspunten voor de omgang en aanwijzingen voor de aanpak in concrete werksituaties van de ontvanger.
Resultaat/opbrengst
Werkers kunnen in hun eigen werk mensen met psychische klachten beter bedienen omdat ze beter begrijpen wat met iemand aan de hand is en beter weten hoe ze daar in het contact mee om moeten gaan. De bekendheid met de ggz-hulpverlener vergemakkelijkt tevens samenwerking en verwijzing.
Financiering
De gemeente is hiervoor de eerst aangewezen financier. De financiering kan via de ontvangende partij lopen of direct met de aanbieder van consultatie en dienstverlening. Eventueel worden er afspraken gemaakt met andere partijen zoals woningcorporaties die belang hebben bij consultatie en dienstverlening, voor zover niet gefinancierd door gemeenten.
Samenwerkingspartners
Vaak zijn de ontvangers van consultatie of dienstverlening tevens samenwerkingspartners.
12] Onder psychische en psychiatrische klachten wordt tevens verslaving gerekend.
| 62
Prestatieveld 5 Participatiebevordering kwetsbare groepen
Product
Participatie in wijkgerichte/buurtgerichte netwerkoverleggen leefbaarheid (zie ook prestatieveld 1).
Doel
Zowel preventief als probleemoplossend meedenken over het verbeteren van de leefbaarheidsituatie in de wijk, in het bijzonder van bewoners met psychische beperkingen. Ook consultatie en advisering.
Doelgroep
De profijtgroep zijn alle buurtbewoners, in het bijzonder degenen die sociaal kwetsbaar zijn en moeite hebben zich in de maatschappij staande te houden.
Werkwijze
Aanwezigheid, meedenken, contactpersoon zijn voor en naar collega’s in verband met signalering of signaalopvolging, vervolgacties binnen eigen organisatie in gang zetten en volgen of ze volgens afspraak verlopen.
Resultaat/opbrengst
De onderwerpen die in het netwerk aan bod komen, worden ook bekeken vanuit de ggz-expertise. Signalen vanuit de ggz-hulpverlening worden ingebracht. Waar relevant draagt de ggz bij aan een aanpak. Er zijn korte verwijslijnen naar het ggz-hulpaanbod.
Financiering
De gemeente is hiervoor de eerst aangewezen financier. Eventueel worden er afspraken gemaakt met andere partijen zoals woningcorporaties die belang hebben bij consultatie en dienstverlening, voor zover niet gefinancierd door gemeenten.
Samenwerkingspartners
Ketenpartners van de ggz-instelling in de wijk: werkers in wonen, zorg, welzijn en veiligheid, die in de betreffende wijk/buurt actief zijn.
| 63
Prestatieveld 5 Participatiebevordering kwetsbare groepen
Product
Dagactiviteitencentra / dagopvang (inloopfunctie) (zie ook prestatieveld 1).
Doel
Het doorbreken van sociaal isolement van de doelgroep en het onder steunen naar optimale maatschappelijke participatie.
Doelgroep
Sociaal kwetsbare inwoners, die sociaal geïsoleerd leven, behoefte hebben aan contact en moeite hebben met het structureren van hun dag en bij wie een traject richting betaald werk niet tot de haalbare mogelijkheden hoort. Ook ouderen met toenemende ouderdomsklachten en/of beginnende dementie behoren hiertoe.
Werkwijze
Het aanbieden van een dagprogramma met educatieve, arbeidsmatige, recreatieve, sportieve en culturele elementen, waarbij de bejegening, groepsgrootte en -samenstelling en manier van begeleiden is afgestemd op de mogelijkheden en beperkingen van de deelnemersgroep.
Resultaat/opbrengst
Het sociaal isolement van deelnemers is doorbroken, ze hebben een structuur in de dag, ontdekken talenten en interesses. Indien ze hulp of ondersteuning nodig hebben, vindt signalering en eventuele doorverwijzing adequaat plaats.
Financiering
De Wmo waar het gaat om collectieve opvang (inloopfunctie). Soms cofinanciering mogelijk met zorgkantoor en zorgverzekeraar. De AWBZ voor deelnemers met een AWBZ-indicatie voor individuele begeleiding.
Samenwerkingspartners
Partijen op het gebied van wonen/welzijn/zorg, vrijwilligers-, wijk- en cliëntenorganisaties/organisaties van ervaringsdeskundigen.
| 64
Prestatieveld 5 Participatiebevordering kwetsbare groepen
Product
Organisatie en coördinatie vrijwilligersprojecten gericht op ggz-doelgroepen (bijv. maatjesprojecten voor jongeren met autisme, vriendendiensten voor mensen met psychische beperkingen, bezoek- en oppasdiensten voor dementerenden, activerend huisbezoekprojecten voor verweduwden) (zie ook prestatieveld 4).
Doel
Vrijwilligers bieden sociale steun aan mensen met psychische klachten, en dragen daarmee bij aan het doorbreken van sociaal isolement en het naar wens en vermogen participeren in de maatschappij.
Doelgroep
De profijtgroep bestaat meestal uit mensen met psychische beperkingen die een beperkt sociaal netwerk hebben en graag actiever in de maatschappij willen deelnemen.
Werkwijze
Werving, selectie en training vrijwilligers, matching met aanvragers, kwaliteitsbewaking, publiciteit en verslaglegging,
Resultaat/opbrengst
Mensen met psychische beperkingen worden gesteund in hun zelfredzaamheid en participatie.
Financiering
Gemeenten.
Samenwerkingspartners
Vrijwilligerscentrales, andere organisaties voor zorg en welzijn, cliënten organisaties.
| 65
Prestatieveld 5 Participatiebevordering kwetsbare groepen
Product
Ondersteuning van zelfhulpgroepen (zie ook prestatieveld 4).
Doel
De ondersteuning van de ggz is met name gericht op de organisatie en planning.
Doelgroep
Mensen met psychische beperkingen die behoefte hebben aan lotgenotencontact als steun bij hun herstel.
Werkwijze
De organisatoren van de zelfhulpgroep geven aan welke steun ze nodig hebben, bijvoorbeeld bij publiciteit, fondswerving, programmaontwikkeling. Soms ook training of een inhoudelijk informatieve bijdrage.
Resultaat/opbrengst
Door de ondersteuning kunnen de zelfhulpgroepen zich op de inhoud richten.
Financiering
Gemeenten.
Samenwerkingspartners
Cliëntenorganisaties, vrijwilligerscentrales, andere organisaties voor zorg en welzijn.
| 66
Prestatieveld 5 Participatiebevordering kwetsbare groepen
Product
Ondersteuning van vrijwilligerswerk door en voor mensen met een psychiatrische beperking (zie ook prestatieveld 4).
Doel
Bevorderen maatschappelijke integratie en participatie.
Doelgroep
Mensen met psychische beperkingen die daardoor geen betaald werk (kunnen) doen en wel op zoek zijn naar een zinvolle bezigheid.
Werkwijze
Planontwikkeling, maken van samenwerkingsafspraken, publiciteit, fondswerving, training en begeleiding van de vrijwilligers.
Resultaat/opbrengst
De vrijwilligers verrichten zinvolle bezigheden en ervaren wat zij kunnen. Dit kan een opmaat zijn naar arbeidsre-integratie.
Financiering
Gemeente is de eerst aangewezen financier, waarbij naast Wmo ook het participatiebudget een optie is, wellicht met cofinanciering van UWV en/of sponsors uit het bedrijfsleven in het kader van maatschappelijk ondernemen.
Samenwerkingspartners
Cliëntenorganisaties, vrijwilligerscentrales, andere organisaties voor zorg en welzijn, maatschappelijk betrokken ondernemers.
| 67
Prestatieveld 6 Individuele voorzieningen
Product
Dagbesteding: dagprogramma op indicatie (bijv. voor ouderen met beginnend dementiesyndroom of depressie; volwassenen met langdurige psychische klachten of verslaving die niet kunnen werken).
Doel
Het doorbreken van sociaal isolement van de doelgroep en het onder steunen naar optimale maatschappelijke participatie.
Doelgroep
Mensen die in verband met psychische aandoeningen geïsoleerd leven, behoefte hebben aan contact en moeite hebben met het structureren van hun dag en bij wie een traject richting betaald werk niet tot de haalbare mogelijkheden hoort. Ook ouderen met toenemende ouderdomsklachten en/of beginnende dementie behoren hiertoe.
Werkwijze
Het aanbieden van een dagprogramma met educatieve, arbeidsmatige, recreatieve, sportieve en culturele elementen, waarbij de bejegening, groepsgrootte en -samenstelling en manier van begeleiden is afgestemd op de mogelijkheden en beperkingen van de deelnemersgroep.
Resultaat/opbrengst
Het sociaal isolement van deelnemers is doorbroken, ze hebben een structuur in de dag, onderhouden hun vaardigheden, en ontwikkelen zo mogelijk talenten en interesses. Waar haalbaar wordt met deelnemers toegewerkt naar het ondernemen van activiteiten “binnen de maatschappij”. Indien ze andere hulp of ondersteuning nodig hebben, vindt signalering en eventuele doorverwijzing adequaat plaats.
Financiering
Als collectieve voorziening in het kader van de Wmo, voor diegenen die hiervoor geen AWBZ-indicatie kunnen krijgen.
Samenwerkingspartners
Andere aanbieders van zorg en welzijn, vrijwilligers-, wijk- en cliënten organisaties en organisaties van ervaringsdeskundigen.
| 68
Prestatieveld 6 Individuele voorzieningen
Product
Activering / re-integratie naar maatschappelijke participatie en/of arbeid (zie ook prestatievelden 5, 7, 8-bemoeizorg en 9-verslavingszorg).
Doel
Ondersteunen, begeleiden, in beweging krijgen van mensen met psychische beperkingen bij het vinden en verrichten van zinvol werk/zinvolle dag activiteiten ((vrijwilligers)werk, dagactiviteitencentrum) waardoor de participatie en integratie in de maatschappij wordt bevorderd. Door stroming naar arbeidsre-integratie is een optie.
Doelgroep
Mensen met een psychische/psychiatrische beperking en een (zeer) grote afstand tot de arbeidsmarkt; die door deze beperking tijdelijk niet konden werken of leren en die zich willen oriënteren op passend werk en/of maatschappelijk zinvolle activiteiten.
Werkwijze
Individuele begeleiding, cursussen gericht op het aanleren van arbeids vaardigheden (bijv. computercursussen) of als oriëntatie op mogelijkheden, deelname aan dagactiviteiten of werkprojecten, toeleiden naar activiteiten elders (activiteitenmakelaar), leer-werktrajecten.
Resultaat/opbrengst
De doelgroep wordt geactiveerd en begeleid bij het vinden van een zinvolle dagbesteding / werk / opleiding (passend bij de mogelijkheden, beperkingen en wensen).
Financiering
Gemeenten kunnen dit bekostigen, waarbij naast Wmo ook het participatiebudget een optie is, wellicht met cofinanciering van UWV.
Samenwerkingspartners
Vrijwilligersorganisaties, re-integratiebedrijf, gemeentelijke sociale dienst, UWV, maatschappelijk betrokken ondernemers.
| 69
Prestatieveld 6 Individuele voorzieningen
Product
Woonbegeleiding (zie ook prestatievelden 7-maatschappelijke opvang en 9-verslavingszorg).
Doel
Doelgroep kan een zo zelfstandig mogelijk leven leiden en zich staande houden in de maatschappij.
Doelgroep
Mensen die door psychische problemen begeleiding nodig hebben om zelfstandig te kunnen wonen.
Werkwijze
Individuele begeleiding gericht op regie over het eigen huishouden, administratieve ondersteuning en ondersteuning bij weekplanning en regeltaken.
Resultaat/opbrengst
Het huishouden en het regelen van praktische zaken die te maken hebben met het zelfstandig wonen verlopen naar wens. Hierdoor ontstaat rust en daarmee ruimte voor verder herstel en maatschappelijke participatie.
Financiering
Veel mensen met ernstige psychische aandoeningen komen in aanmerking voor een AWBZ-indicatie, zo niet dan financiering via de Wmo.
Samenwerkingspartners
Anderen die deel uitmaken van het persoonlijk steunsysteem van de betrokkene, inclusief vrijwilligers en mantelzorgers.
| 70
Prestatieveld 6 Individuele voorzieningen
Product
Sociaaljuridische ondersteuning thuiswonende ggz-cliënten.
Doel
Doelgroep kan een zo zelfstandig mogelijk leven leiden en zich staande houden in de maatschappij.
Doelgroep
Thuiswonende ggz-cliënten, die vanwege hun klachten ondersteuning nodig hebben bij het afhandelen van sociaaljuridische kwesties.
Werkwijze
Individuele dienstverlening bij zaken als uitkering of woon- of zorgtoeslag aanvragen, klachten of claims indienen, verzekering afsluiten e.d.
Resultaat/opbrengst
Het afhandelen van sociaaljuridische kwesties gebeurt naar wens. Hierdoor ontstaat rust en daarmee ruimte voor verder herstel en maatschappelijke participatie.
Financiering
Gemeente in het kader van de Wmo.
Samenwerkingspartners
Organisaties die sociaaljuridische hulp bieden.
| 71
Prestatieveld 6 Individuele voorzieningen
Product
Budgetteringshulp / schuldhulp.
Doel
Doelgroep kan een zo zelfstandig mogelijk leven leiden en zich staande houden in de maatschappij.
Doelgroep
Thuiswonende ggz-cliënten die vanwege hun klachten ondersteuning nodig hebben op het gebied van hun persoonlijke financiën en waarbij begeleiding door schuldhulpverlening niet goed lukt.
Werkwijze
Individuele begeleiding bij het op orde brengen en houden van de persoonlijke financiën. In overleg met de betrokkene wordt gewerkt aan een stabiele situatie waarin hij optimaal zelf de regie over eigen financiën heeft.
Resultaat/opbrengst
De financiële situatie is onder controle, betrokkene weet waar hij aan toe is en heeft voldoende inkomsten om van rond te komen. Hierdoor ontstaat rust en daarmee ruimte voor verder herstel en maatschappelijke participatie.
Financiering
Gemeente in het kader van de Wmo.
Samenwerkingspartners
Personen en organisaties betrokken bij schuldhulpverlening en bewind voering, inclusief vrijwilligers, ervaringsdeskundigen en mantelzorgers. Stadsbank.
| 72
Prestatieveld 7 Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld Producten maatschappelijke opvang en/of vrouwenopvang
Product
Deelname aan ketenoverleg dak- en thuislozen / trajecttoewijzings commissie centrale toegang Stedelijk Kompas (zie ook prestatieveld 9-verslavingszorg).
Doel
Zowel signalerend als probleemoplossend meedenken over de gewenste integrale persoonsgerichte benadering. Ook consultatie en advisering aan de ketenpartners.
Doelgroep
De profijtgroep zijn dak- en thuislozen, in het bijzonder degenen die psychische, psychiatrische of verslavingsklachten hebben.
Werkwijze
Aanwezigheid, meedenken, contactpersoon zijn voor en naar collega’s in verband met signalering of signaalopvolging, vervolgacties binnen eigen organisatie in gang zetten en volgen of ze volgens afspraak verlopen.
Resultaat/opbrengst
De onderwerpen die in het netwerk aan bod komen worden ook bekeken vanuit de ggz-expertise. Signalen vanuit de ggz-hulpverlening worden ingebracht. Waar relevant draagt de ggz bij aan een aanpak. Er zijn korte verwijslijnen naar het ggz-hulpaanbod.
Financiering
Gemeenten in het kader van Rijksgelden OGGZ, maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid, Wmo.
Samenwerkingspartners
Ketenpartners maatschappelijke zorg.
| 73
Prestatieveld 7 Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld Producten maatschappelijke opvang en/of vrouwenopvang
Product
Consultatie en/of deskundigheidsbevordering werkers in de maatschappelijke opvang of vrouwenopvang.
Doel
Vergroten van kennis van/inzicht in psychische/ psychiatrische aan doeningen en de gevolgen ervan. De mogelijkheden die werkers hebben in de begeleiding vergroten (zelf ondersteuning bieden, of signaleren en doorverwijzen).
Doelgroep
Medewerkers maatschappelijke opvang of vrouwenopvang die in hun werk contact hebben met mensen met psychische problemen.
Werkwijze
Het geven van voorlichting, advisering, consultatie, cursussen of trainingen, zowel inhoudelijk over psychische en psychiatrische klachten als aandachtspunten voor de omgang en aanwijzingen voor de aanpak in concrete werksituaties van de ontvanger.
Resultaat/opbrengst
Medewerkers kunnen in hun eigen werk mensen met psychische klachten beter bedienen omdat ze beter begrijpen wat met iemand aan de hand is en beter weten hoe ze daar in het contact mee om moeten gaan. De bekendheid met de ggz-hulpverlener vergemakkelijkt tevens samenwerking en verwijzing.
Financiering
De gemeente is hiervoor de eerst aangewezen financier. De financiering kan via de ontvangende partij lopen of direct met de aanbieder van consultatie en deskundigheidsbevordering. Eventueel worden er afspraken gemaakt met andere partijen zoals woningcorporaties die belang hebben bij consultatie en dienstverlening, voor zover niet gefinancierd door gemeenten.
Samenwerkingspartners
Vaak zijn de ontvangers van consultatie of dienstverlening tevens samenwerkingspartners.
| 74
Prestatieveld 7 Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld Producten maatschappelijke opvang en/of vrouwenopvang
Product
Doorgangshuis of opstapwoning.
Doel
Tijdelijk verblijf in een beschermde woonomgeving om uit te vinden wat voor iemand de meest geschikte combinatie van wonen, zorg en welzijn is.
Doelgroep
Mensen met psychiatrische problematiek, verslavingsproblematiek en of sociaal maatschappelijke problematiek.
Werkwijze
Samen met de cliënt wordt een traject uitgezet waardoor deze op termijn in staat is om geheel of gedeeltelijk zelfstandig te wonen. Tegelijkertijd wordt het verblijf gebruikt als observatieperiode om zicht te krijgen op welke woonplek het meest geschikt zou zijn voor betreffende cliënt: een 1-persoonshuis, wonen in een groep van 4 of van 6. Ook kan gedurende het verblijf in samenwerking met anderen de aanpak van bijvoorbeeld schulden, dagbesteding, zorg en sociale contacten gestart. De begeleider kan daarbij optreden als regisseur op het traject van de cliënt.
Resultaat/opbrengst
De cliënt krijgt een optimale woonsituatie met daaraan gekoppeld ondersteuning op basis van een persoonsgericht traject met ondersteuning op alle levensgebieden waarop dat nodig is.
Financiering
Centrumgemeenten uit doeluitkering en/of gemeenten uit Wmo-beleid. AWBZ indien cliënt een indicatie heeft voor zorg met verblijf.
Samenwerkingspartners
Maatschappelijke opvang en alle partijen op het gebied van wonen, welzijn, zorg, veiligheid, inkomen en arbeid.
| 75
Prestatieveld 7 Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld Producten maatschappelijke opvang en/of vrouwenopvang
Product
Woonbegeleiding (zie ook prestatievelden 6 en 9-verslavingszorg).
Doel
Doelgroep kan een zo zelfstandig mogelijk leven leiden en zich staande houden in de maatschappij.
Doelgroep
Mensen die door psychische problemen begeleiding nodig hebben om zelfstandig te kunnen wonen.
Werkwijze
Individuele begeleiding gericht op regie over het eigen huishouden, administratieve ondersteuning en ondersteuning bij weekplanning en regeltaken.
Resultaat/opbrengst
Het huishouden en het regelen van praktische zaken die te maken hebben met het zelfstandig wonen verlopen naar wens. Hierdoor ontstaat rust en daarmee ruimte voor verder herstel en maatschappelijke participatie.
Financiering
Veel leden van de doelgroep komen in aanmerking voor een AWBZ-indicatie, zo niet dan financiering via de Wmo.
Samenwerkingspartners
Anderen die deel uitmaken van het persoonlijk steunsysteem van de betrokkene, inclusief vrijwilligers en mantelzorgers.
| 76
Prestatieveld 7 Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld Producten maatschappelijke opvang en/of vrouwenopvang
Product
Activering / re-integratie naar maatschappelijke participatie en/of arbeid (zie ook prestatievelden 5, 6, 8-bemoeizorg en 9-verslavingszorg).
Doel
Ondersteunen, begeleiden, in beweging krijgen van mensen met psychische beperkingen bij het vinden en verrichten van zinvol werk/zinvolle dagactiviteiten ((vrijwilligers)werk, dagactiviteitencentrum) waardoor de participatie en integratie in de maatschappij wordt bevorderd. Door stroming naar arbeidsre-integratie is een optie.
Doelgroep
Mensen met een psychische/psychiatrische beperking en een (zeer) grote afstand tot de arbeidsmarkt; die door deze beperking tijdelijk niet konden werken of leren en die zich willen oriënteren op passend werk en/of maatschappelijk zinvolle activiteiten.
Werkwijze
Individuele begeleiding, cursussen gericht op het aanleren van arbeids vaardigheden (bijv. computercursussen) of als oriëntatie op mogelijkheden, deelname aan dagactiviteiten of werkprojecten, toeleiden naar activiteiten elders (activiteitenmakelaar), leer-werktrajecten.
Resultaat/opbrengst
De doelgroep wordt geactiveerd en begeleid bij het vinden van een zinvolle dagbesteding / werk / opleiding (passend bij de mogelijkheden, beperkingen en wensen).
Financiering
Gemeenten kunnen dit bekostigen, waarbij naast Wmo ook het participatiebudget een optie is, wellicht met cofinanciering van UWV en/of sponsors uit het bedrijfsleven.
Samenwerkingspartners
Vrijwilligersorganisaties, re-integratiebedrijf, gemeentelijke sociale dienst, UWV, maatschappelijk betrokken ondernemers.
| 77
Prestatieveld 7 Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld Producten huiselijk geweld
Product
Deelname aan ketenoverleg en/of casusoverleg huiselijk geweld.
Doel
Een betere preventie en aanpak van huiselijk geweld door betere samenwerking tussen partijen op het gebied van wonen, welzijn, zorg, veiligheid, inkomen, educatie en arbeid.
Doelgroep
Ketenpartners aanpak huiselijk geweld. Profijtgroepen zijn mensen die in eigen kring te maken hebben met huiselijk geweld, zowel daders als slachtoffers als getuigen.
Werkwijze
Aanwezigheid, meedenken, contactpersoon zijn voor en naar collega’s in verband met signalering of signaalopvolging, vervolgacties binnen eigen organisatie in gang zetten en volgen of ze volgens afspraak verlopen.
Resultaat/opbrengst
De onderwerpen die in het netwerk aan bod komen worden ook bekeken vanuit de ggz-expertise. Signalen vanuit de ggz-hulpverlening worden ingebracht Waar relevant draagt de ggz bij aan een aanpak. Er zijn korte verwijslijnen naar het ggz-hulpaanbod.
Financiering
Wmo (regionale afspraken), justitie/rijksgelden.
Samenwerkingspartners
Ketenpartners aanpak huiselijk geweld, betrokken beleidsambtenaar gemeente.
| 78
Prestatieveld 7 Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld Producten huiselijk geweld
Product
Deskundigheidsbevordering ketenpartners keten huiselijk geweld.
Doel
Ketenpartners in de aanpak van huiselijk geweld worden geïnformeerd over psychische/psychiatrische aandoeningen en de mogelijke oorzaken of gevolgen ervan (onderlinge relatie problematiek en mogelijk huiselijk geweld).
Doelgroep
Ketenpartners aanpak huiselijk geweld.
Werkwijze
Het geven van voorlichting, advisering, consultatie, cursussen of trainingen, zowel inhoudelijk over psychische en psychiatrische klachten als aandachtspunten voor de omgang en aanwijzingen voor de aanpak in concrete werksituaties van de ontvanger.
Resultaat/opbrengst
Werkers kunnen in hun eigen werk mensen met psychische klachten beter bedienen omdat ze beter begrijpen wat met iemand aan de hand is en beter weten hoe ze daar in het contact mee om moeten gaan. De bekendheid met de ggz-hulpverlener vergemakkelijkt tevens samenwerking en verwijzing.
Financiering
De gemeente is hiervoor de eerst aangewezen financier. De financiering kan via de ontvangende partij lopen of direct met de aanbieder van deskundigheidsbevordering. Eventueel worden er afspraken gemaakt met andere partijen zoals woningcorporaties die belang hebben bij consultatie en dienstverlening, voor zover niet gefinancierd door gemeenten.
Samenwerkingspartners
Vaak zijn de ontvangers van consultatie of dienstverlening tevens samenwerkingspartners.
| 79
Prestatieveld 7 Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld Producten huiselijk geweld
Product
Let op de kleintjes.
Doel
Voor de kinderen: het beginnen met de verwerking van de concrete ervaringen die het kind heeft; het verminderen van de gevolgen van die ervaringen en het opbouwen van bescherming. Voor de ouders: het bieden van ondersteuning bij de opvoeding, gericht op de ouderrol.
Doelgroep
Kinderen die getuige zijn (geweest) van huiselijk geweld.
Werkwijze
De aanpak bestaat uit kinder- en oudergroepen.
Resultaat/opbrengst
Er is aandacht voor de verwerking bij het kind en ook de ouders worden daarbij betrokken. Hierdoor vermindert de kans dat de kinderen hier op langere termijn problemen door ontwikkelen, met kans op schooluitval, criminaliteit et cetera.
Financiering
Wmo en andere middelen in het kader van de aanpak van huiselijk geweld.
Samenwerkingspartners
Ketenpartners huiselijk geweld keten en jeugdketen.
| 80
Prestatieveld 7 Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld Producten huiselijk geweld
Product
Projecten rond ouderenmishandeling.
Doel
Preventie van ouderenmishandeling; verbeteren van de aanpak van ouderenmishandeling.
Doelgroep
Ketenpartners in de ouderenzorg en aanpak huiselijk geweld. Profijtgroep zijn ouderen die door hun verzorgers of gezinsleden mishandeld worden.
Werkwijze
Ketenpartners in de ouderenzorg en aanpak huiselijk geweld. Profijtgroep zijn ouderen die door hun verzorgers of gezinsleden mishandeld worden.
Resultaat/opbrengst
Waar relevant draagt de ggz vanuit de specifieke expertise bij aan preventie en aanpak. Er zijn korte verwijslijnen naar het ggz-hulpaanbod.
Financiering
Wmo en andere middelen in het kader van de aanpak van huiselijk geweld, eventueel ook provincie of particuliere fondsen.
Samenwerkingspartners
Ketenpartners ouderenzorg / wonen, welzijn, zorg; ketenpartners aanpak huiselijk geweld.
| 81
Prestatieveld 8 Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Producten op het gebied van preventie
Product
Cursussen en trainingen gericht op preventie van psychische, psychiatrische of verslavingsproblematiek. De cursussen richten zich expliciet op de klacht of op risicofactoren of versterken de weerbaarheid van kwetsbare groepen (bijv. klachtgericht: - depressie (verschillende leeftijdsgroepen en groepen in bijzondere omstandigheden, zoals chronische ziekte, verweduwing, vereenzaming, allochtonen); - psychotische symptomen; - angstklachten; - eetstoornissen; - dementie; - ADHD; - borderline stoornis; - verslaving. risicogericht: - eenzaamheid; - verlies- en rouw bij het verlies van een dierbare; - werkstress en burn-outklachten bij 18+; - getuige geweld; - mantelzorg; - middelengebruik. empowermentgericht: - weerbaarheid; - sociale vaardigheden; - assertiviteit.
Doel
Preventie van en lichte vroeghulp bij psychische klachten of verslavingsproblematiek. Versterken van de competenties van de doelgroep (kennis, houding, vaardigheden) om daarmee het zelfherstellend vermogen te vergroten, het leren voorkomen van overbelasting.
Doelgroep
Mensen die overbelasting ervaren of lichte tot matige psychische klachten. Deze dreigen hen te belemmeren in zelfredzaamheid of maatschappelijk functioneren en zij willen daar beter mee leren omgaan.
Werkwijze
De trainingen bieden de deelnemers via verschillende werkvormen inzicht in hun eigen sterke en zwakke kanten, ze leren vaardigheden toe te passen, andere manieren van denken en probleem oplossen, ontspanningstechnieken, het vragen van feedback en sociale steun, maar ook praktische kennis zoals van de sociale kaart en wet- en regelgeving. De mate van begeleiding varieert van ondersteuning op afstand bij (individueel te volgen) zelfhulpcursussen, tot groepstrainingen al dan niet gecombineerd met individuele begeleidingssessies. Veel van deze cursussen zijn onder wetenschappelijke begeleiding ontwikkeld en een aantal is op effectiviteit getoetst.
Resultaat/opbrengst
De doelgroep leert beter reageren op stressfactoren in de omgeving, heeft meer greep op de eigen reacties, kan beter een beroep doen op sociale steun in eigen omgeving of bij lotgenoten. Daardoor neemt het zelfherstellend vermogen toe en vermindert de kans op het ontstaan van zodanige klachten dat men zichzelf niet meer goed kan redden en/of maatschappelijk uitvalt.
Financiering
Een aantal depressiecursussen wordt vergoed door zorgverzekeraars. Eigen bijdragen van deelnemers. De gemeente/ de regiogemeenten (bovenlokaal aanbod) in het kader van de Wmo en de preventietaken vanuit het lokaal gezondheidsbeleid: collectieve preventie en het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie.
Samenwerkingspartners
Organisaties en werkers op het gebied van wonen, welzijn, zorg, veiligheid, educatie, vrije tijd, inkomen, inclusief vrijwilligersorganisaties en cliëntenorga nisaties. Samenwerking vindt plaats ten behoeve van signalering en verwijzing, bij de uitvoering en bijeventuele nazorg of doorgeleiding naar vervolgactiviteiten. | 82
Prestatieveld 8 Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Producten op het gebied van preventie
Product
E-hulpverlening / hulpverlening via internet (zie ook prestatievelden 2, 4 en 9-verslavingspreventie).
Doel
Het realiseren van een zeer laagdrempelige mogelijkheid tot preventie van en lichte vroeghulp bij psychische klachten of verslavingsproblematiek. Versterken van de competenties van de doelgroep (kennis, houding, vaardigheden) om daarmee het zelfherstellend vermogen te vergroten, het leren voorkomen van overbelasting.
Doelgroep
Mensen die overbelasting ervaren of lichte tot matige psychische klachten of verslavingsproblematiek. Deze dreigen hen te belemmeren in zelfredzaamheid of maatschappelijk functioneren en zij willen daar beter mee leren omgaan. Het medium is met name geschikt voor jongeren en mensen die liever individueel, min of meer anoniem en op de momenten dat het hen schikt aan de slag gaan hiermee.
Werkwijze
Mensen melden zich digitaal aan en krijgen een intake om vast te stellen of het aanbod voor hen geschikt is. Per e-mail en/of chatsessies geven ggz-hulpverleners informatie en advies, feedback en opdrachten, wijzen op relevante informatie en verwijzen zo nodig naar ander hulpaanbod. Soms is tevens sprake van een e-group van lotgenoten, waarbij onderlinge uitwisseling en steun een meerwaarde biedt. Een aantal vormen van e-hulp is wetenschappelijk onderzocht en kan een volwaardig alternatief vormen voor “spreekkamerhulp”.
Resultaat/opbrengst
Met de geboden begeleiding kan de doelgroep weer zelfstandig verder. De doelgroep leert beter reageren op stressfactoren in de omgeving, heeft meer greep op de eigen reacties, kan beter een beroep doen op sociale steun in eigen omgeving of bij lotgenoten. Daardoor neemt het zelfherstellend vermogen toe en vermindert de kans op het ontstaan van zodanige klachten dat men zichzelf niet meer goed kan redden en/of maatschappelijk uitvalt.
Financiering
Eigen bijdragen van deelnemers. De regiogemeenten samen in het kader van de Wmo: verantwoordelijkheid voor collectieve preventie en het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie.
Samenwerkingspartners
Organisaties en werkers op het gebied van wonen, welzijn, zorg, veiligheid, educatie, vrije tijd, inkomen, inclusief vrijwilligersorganisaties en cliënten organisaties. Doordat e-learning op afstand plaatsvindt, zal het aanbod meestal regionaal of zelfs bovenregionaal gedaan worden. Samenwerking met lokale partijen vindt plaats ten behoeve van signalering en verwijzing en in verband met eventuele nazorg of doorgeleiding naar vervolgactiviteiten.
| 83
Prestatieveld 8 Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Producten op het gebied van preventie
Product
Inloopspreekuren (zie ook prestatieveld 9-verslavingspreventie).
Doel
Het bieden van een laagdrempelige toegang tot advies en informatie ter vroegopsporing en preventie van psychische klachten of verslaving.
Doelgroep
Mensen die vragen hebben of steun zoeken in verband met psychische klachten, verslavingsproblematiek of overbelasting die ze ervaren, die niet goed weten waar ze hiervoor moeten zijn of die opzien tegen ingewikkelde aanmeldprocedures, denk bijvoorbeeld aan allochtonen, mensen met multiproblematiek.
Werkwijze
De mogelijkheid om zonder afspraak vooraf een medewerker van de ggz te raadplegen.
Resultaat/opbrengst
De geboden informatie en advies kan voldoende zijn voor de ontvanger om zelfstandig verder te gaan. Of het vormt de aanzet tot een aanmelding, bij de ggz of bij een ketenpartner.
Financiering
De gemeente, wellicht ook andere partijen zoals woningcorporaties voor een cofinanciering.
Samenwerkingspartners
De ketenpartners: organisaties en werkers op het gebied van wonen, welzijn, zorg, veiligheid, educatie, vrije tijd, inkomen, inclusief vrijwilligersorganisaties en cliëntenorganisaties, in verband met verwijzingen en signaleringen over en weer.
| 84
Prestatieveld 8 Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Producten op het gebied van preventie
Product
Projecten gericht op voorkomen en doorbreken van eenzaamheid en sociaal isolement. (zie ook prestatieveld 1).
Doel
Preventie/verminderen van eenzaamheidsklachten en sociaal isolement bij ouderen en daardoor verminderen van kans op snelle achteruitgang van de geestelijke vermogens en psychische gezondheid en opname in een zorginstelling. Doel van het project is de behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de profijtgroep in kaart te brengen en een daarop aansluitend pakket van interventies, contactmogelijkheden en activiteiten te bieden en de samenwerking en afstemming tussen ketenpartners die daarbij nodig zijn te ontwikkelen.
Doelgroep
Profijtgroep zijn ouderen met eenzaamheidsklachten of met een afbrekend sociaal netwerk en afnemende vitaliteit en mobiliteit, waardoor ze een risico lopen om dergelijke klachten te ontwikkelen. De samenwerkingspartners vormen tevens doelgroepen.
Werkwijze
De bijdrage vanuit de ggz kan bestaan uit overall projectcoördinatie, overleg met en voorlichting, advisering en deskundigheidsbevordering aan ketenpartners/ vrijwilligers, het maken en uitvoeren van afspraken over werkwijze bij signalering en signaalopvolging (bijv. outreachende contactlegging, korte verwijslijnen, specifieke interventies), het bieden van en afstemming over activiteiten voor de profijtgroep.
Resultaat/opbrengst
Een sociale infrastructuur die beter berekend is op het bij de samenleving houden en mee laten doen van het toenemend aantal alleenstaande ouderen, zodat beroep op individuele ondersteuningsvoorzieningen en intramurale woonzorgvormen to veel mogelijk beperkt blijft.
Financiering
De gemeente/de regiogemeenten kunnen voor de projectfinanciering ook andere partijen zoals woningcorporaties, provincie, maatschappelijk betrokken ondernemers, particuliere fondsen interesseren voor een cofinanciering.
Samenwerkingspartners
De ketenpartners: organisaties en werkers op het gebied van wonen, welzijn, zorg, veiligheid, educatie, vrije tijd, inkomen, inclusief vrijwilligersorganisaties en cliëntenorganisaties.
| 85
Prestatieveld 8 Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Producten op het gebied van preventie
Product
Projectleiding / uitvoering KEP (Kritische Episodische Psychose).
Doel
Vroege herkenning van mensen met milde psychotische symptomen en in vroeg stadium begeleiden en behandelen van mensen die een psychose doormaken; mensen in de maatschappij laten doorfunctioneren; behouden van maatschappelijke positie; ondersteuning van het gezinssysteem; afzwakken/uitstellen/voorkomen van een psychose; tijdig behandelen.
Doelgroep
Jongeren van ongeveer 12 tot 36 jaar waarbij een ernstig vermoeden bestaat op denk- en waarnemingsstoornissen in het psychotisch spectrum; de jongere zelf en/of zijn directe leefomgeving (over)last ervaart of er sprake is van een verminderd sociaal functioneren.
Werkwijze
Voorlichting aan stakeholders, educatie aan hulpverleners 1ste lijn, telefonische helpdesk, consultatie aan hulpverleners, vroege interventie naar de jongeren en hun sociale netwerk.
Resultaat/opbrengst
Uit onderzoek in o.a. Australië blijkt dat een gerichte begeleiding bij de eerste verschijnselen, met veel aandacht voor steun bij het behoud van opleiding, werk, sociale contacten en zelfredzaamheid de kans op blijvende beperkingen in zelfredzaamheid en maatschappelijk functioneren sterk vermindert.
Financiering
De gemeente/de regiogemeenten kunnen voor de projectfinanciering wellicht ook andere partijen zoals woningcorporaties, provincie, maatschappelijk betrokken ondernemers, particuliere fondsen interesseren in een cofinanciering.
Samenwerkingspartners
De ketenpartners: organisaties en werkers op het gebied van wonen, welzijn, zorg, veiligheid, educatie, vrije tijd, inkomen, inclusief vrijwilligersorganisaties en cliëntenorganisaties.
| 86
Prestatieveld 8 Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Producten op het gebied van (consultatie en advies bij) bemoeizorg / signalering en toeleiding
Product
Deelname meldpuntoverleg OGGZ / ketenoverleg als partner voor consultatie en advies, doorverwijzen, etc. (bijv. overleg dak- en thuislozencircuit, forensisch netwerk en aanpak veelplegers, netwerken in relatie tot aanpak overlast, lokale OGGZ-netwerkoverleggen en/of Vangnet en Adviesteams) (zie ook prestatieveld 9-verslavingszorg).
Doel
Ketensamenwerking gericht op het bieden van hulp bij multiproblemen: afstemmen en coördineren van hulp- en dienstverlenende activiteiten, bevorderen van onderlinge samenwerking en communicatie, uitwisselen van informatie, knelpunten in hulp- en dienstverlening signaleren, elkaar versterken.
Doelgroep
Profijtgroep zijn mensen met multiproblemen waaronder psychische, psychiatrische en/of verslavingsproblemen waarbij langdurige maatschappelijke uitval dreigt te ontstaan en die onvoldoende aansluiting en steun vinden bij de gebruikelijke voorzieningen. De samenwerkingspartners vormen tevens de doelgroep.
Werkwijze
Deelname aan overleggen waarin samenwerking tussen de verschillende partijen op het gebied van de OGGZ (schakel tussen betrokken partijen en de gemeente) geregeld wordt. In een aantal netwerken vinden tevens casuïstiekbesprekingen plaats en worden afspraken gemaakt op casuïstiekniveau.
Resultaat/opbrengst
Een samenwerkingsstructuur die ervoor zorgt dat mensen met multi problemen tijdig in beeld komen, bij hen passende hulp krijgen op alle levensgebieden waar ze problemen ervaren en dat deze hulp onderling is afgestemd. Zo worden onnodige opnames, maatschappelijke teloorgang en overlast zo veel mogelijk voorkomen.
Financiering
Centrumgemeenten in overleg met regio en met zorgkantoor en zorg verzekeraar.
Samenwerkingspartners
Ketenpartners OGGZ: ggz en beschermd wonen, verslavingszorg, GGD, AMW, Maatschappelijke Opvang, woningcorporaties, wijkagenten.
| 87
Prestatieveld 8 Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Producten op het gebied van bemoeizorg / signalering en toeleiding
Product
Bemoeizorg, zowel door deelname Vangnet- en Adviesteams of lokale wijkteams OGGZ als outreachende contactlegging; (zie ook prestatieveld 9-verslavingszorg).
Doel
Opsporing en toeleiding van de doelgroep naar adequate zorg, met als einddoel verbetering van kwaliteit van leven van de betrokkene en het verminderen van overlast en maatschappelijke teloorgang. De problematiek en omvang van de groep wordt gemonitord ten behoeve van beleid.
Doelgroep
Mensen met multiproblemen waaronder psychosociale, psychiatrische en/ of verslavingsproblemen waarbij langdurige maatschappelijke uitval dreigt te ontstaan, die zelf geen hulp zoeken of die onvoldoende aansluiting en steun vinden bij de gebruikelijke voorzieningen.
Werkwijze
Bemoeizorg kan plaats vinden in samenwerking in een multidisciplinair Vangnet- en Adviesteam of kan door aanbieder zelfstandig geleverd worden. Activiteiten zijn laagdrempelige outreachende contactlegging, vertrouwen winnen, hulp bieden bij urgente problemen, toeleiden naar hulp en/of bemiddelen bij stagnerende zorg. Na toeleiding nog enige tijd monitoren of een duurzame hulpverlening tot stand is gekomen.
Resultaat/opbrengst
Mensen met multiproblemen komen tijdig in beeld, worden toegeleid naar voor hen passende hulp op alle levensgebieden waar ze problemen ervaren en deze hulp is op elkaar afgestemd. Zo worden onnodige opnames, maatschappelijke teloorgang en overlast zo veel mogelijk voorkomen.
Financiering
Centrumgemeenten. Overgang van bemoeizorg naar reguliere hulpverlening in samenwerking met Zorgverzekeraars en zorgkantoren financieren.
Samenwerkingspartners
Ketenpartners OGGZ: gemeente, ggz, verslavingszorg, GGD, AMW, Maatschappelijke Opvang, woningcorporaties, wijkagenten. Overige organisaties op het gebied van wonen, zorg en welzijn, inclusief cliëntenorganisaties, vrijwilligersorganisaties en organisaties van ervaringsdeskundigen in verband met hun bijdragen aan de maatschappelijke re-integratie.
| 88
Prestatieveld 8 Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Producten op het gebied van bemoeizorg / signalering en toeleiding
Product
Deelname aan / organisatie van ACT-teams (Assertive Community Treatment) (zie ook prestatievelden 2 en 9-verslavingszorg).
Doel
Laagdrempelige outreachende en integrale hulp realiseren waardoor probleemverergering, overlast en maatschappelijk uitval wordt voorkomen en kwaliteit van leven toeneemt.
Doelgroep
Profijtgroep zijn mensen met multiproblemen waaronder psychische, psychiatrische en/of verslavingsproblemen die blijvend zorg mijden en waarbij langdurige maatschappelijke uitval dreigt te ontstaan en die onvoldoende aansluiting en steun vinden bij de gebruikelijke voorzieningen.
Werkwijze
In deze projecten werken hulpverleners vanuit verschillende disciplines samen in één team en bieden outreachend en intensief hulp op alle levensgebieden. Ze bemiddelen naar instanties, blijven contact houden en pakken alles aan wat nodig is om hun cliënten beter te laten functioneren.
Resultaat/opbrengst
De ondersteuning door het ACT-team geeft de doelgroep houvast waardoor het hen vaker lukt om hun leven zo te ordenen dat ze er weer greep op krijgen en er weer perspectief ontstaat (relaties, werk, leven binnen budget).
Financiering
Financiering zal resultaat zijn van een afstemming tussen centrum- en regiogemeenten, zorgverzekeraar en/of zorgkantoor.
Samenwerkingspartners
De samenwerkende partijen in de keten voor OGGZ/ maatschappelijke zorg.
| 89
Prestatieveld 8 Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Producten op het gebied van bemoeizorg / signalering en toeleiding
Product
Consultatie en deskundigheidsbevordering aan werkers in wonen, zorg, welzijn, sociaaljuridische dienstverlening en veiligheid.
Doel
Vergroten van kennis van/inzicht in multiproblematiek samenhangend met psychische/ psychiatrische aandoeningen en de gevolgen ervan. De mogelijkheden die werkers hebben in de begeleiding vergroten (zelf ondersteuning bieden, of signaleren en doorverwijzen).
Doelgroep
Medewerkers in wonen, zorg, welzijn, sociaaljuridische dienstverlening en veiligheid die in hun werk contact hebben met mensen met multiproblemen.
Werkwijze
Het geven van voorlichting, advisering, consultatie, cursussen of trainingen, zowel inhoudelijk over psychische en psychiatrische klachten en multi problematiek als aandachtspunten voor de omgang en aanwijzingen voor de aanpak in concrete werksituaties van de ontvanger.
Resultaat/opbrengst
Medewerkers kunnen in hun eigen werk mensen met multiproblematiek beter bedienen omdat ze beter begrijpen wat met iemand aan de hand is en beter weten hoe ze daar in het contact mee om moeten gaan. De bekendheid met de ggz-hulpverlener vergemakkelijkt tevens samenwerking en verwijzing.
Financiering
De gemeente is hiervoor de eerst aangewezen financier. De financiering kan via de ontvangende partij lopen of direct met de aanbieder van consultatie en deskundigheidsbevordering. Eventueel worden er afspraken gemaakt met andere partijen, zoals woningcorporaties.
Samenwerkingspartners
Vaak zijn de ontvangers van consultatie of dienstverlening tevens samenwerkingspartners.
| 90
Prestatieveld 8 Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Producten op het gebied van bemoeizorg / signalering en toeleiding
Product
Overleg met buurtbewoners (zie ook prestatieveld 1).
Doel
Verlagen van de drempel tot contact tussen mensen met psychische klachten en hun buurtbewoners, investeren in/ verbeteren van de onderlinge relatie, vermindering van overlast.
Doelgroep
Buurtbewoners van mensen met psychische klachten. Profijtgroep zijn de mensen met psychische klachten die in die wijk of buurt wonen.
Werkwijze
Het gaat hierbij om algemeen voorlichtend en adviserend overleg, niet gebonden aan een specifieke cliënt van de deelnemende hulpverlener.
Resultaat/opbrengst
De buurtbewoners voelen zich gehoord, begrijpen beter wat er speelt en weten waar ze met hun vragen terecht kunnen. Contacten tussen mensen met psychische problemen en hun buren verlopen soepeler, er is meer onderlinge bekendheid, ze worden bij activiteiten in de wijk betrokken en er ontstaan minder overlastsituaties. Zowel de buren als de mensen met psychische klachten ervaren hierdoor meer veiligheid.
Financiering
Meestal zal dit overleg gevoerd worden op uitnodiging van een organisatie of van de gemeente. Deze bieden/zorgen voor financiering.
Samenwerkingspartners
Bijvoorbeeld leefbaarheidsnetwerk, woningcorporatie, wijkraad of huurderscommissie, opbouwwerk, politie, wijkbeheerder gemeente.
| 91
Prestatieveld 8 Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Producten op het gebied van bemoeizorg / signalering en toeleiding
Product
Activering / re-integratie naar maatschappelijke participatie en/of arbeid (zie ook prestatievelden 5, 6, 7-maatschappelijke opvang en 9-verslavingszorg).
Doel
Ondersteunen, begeleiden, in beweging krijgen van mensen met psychische beperkingen bij het vinden en verrichten van zinvol werk/zinvolle dagactiviteiten ((vrijwilligers)werk, dagactiviteitencentrum) waardoor de participatie en integratie in de maatschappij wordt bevorderd. Doorstroming naar arbeidsre-integratie is een optie.
Doelgroep
Mensen met een psychische/psychiatrische beperking en een (zeer) grote afstand tot de arbeidsmarkt; die door deze beperking tijdelijk niet konden werken of leren en die zich willen oriënteren op passend werk en/of maatschappelijk zinvolle activiteiten.
Werkwijze
Individuele begeleiding, cursussen gericht op het aanleren van arbeids vaardigheden (bijv. computercursussen) of als oriëntatie op mogelijkheden, deelname aan dagactiviteiten of werkprojecten, toeleiden naar activiteiten elders (activiteitenmakelaar), leer-werktrajecten.
Resultaat/opbrengst
De doelgroep wordt geactiveerd en begeleid bij het vinden van een zinvolle dagbesteding / werk / opleiding (passend bij de mogelijkheden, beperkingen en wensen).
Financiering
Gemeenten kunnen dit bekostigen, waarbij naast Wmo ook het participatiebudget een optie is, wellicht met cofinanciering van UWV.
Samenwerkingspartners
Vrijwilligersorganisaties, re-integratiebedrijf, gemeentelijke sociale dienst, UWV, maatschappelijk betrokken ondernemers.
| 92
Prestatieveld 9 Verslavingsbeleid en -preventie Producten op het gebied van verslavingszorg
Product
Deelname meldpuntoverleg OGGZ / ketenoverleg vanuit verslavingszorg (bijv. overleg dak- en thuislozencircuit, forensisch netwerk en aanpak veelplegers, netwerken in relatie tot aanpak overlast, lokale OGGZ-net werkoverleggen en/of vangnet en adviesteams) (zie ook prestatieveld 8-bemoeizorg).
Doel
Ketensamenwerking gericht op het bieden van hulp bij multiproblemen: afstemmen en coördineren van hulp- en dienstverlenende activiteiten, bevorderen van onderlinge samenwerking en communicatie, uitwisselen van informatie, knelpunten in hulp- en dienstverlening signaleren, elkaar versterken.
Doelgroep
Profijtgroep zijn mensen met multiproblemen waaronder psychische, psychiatrische en/of verslavingsproblemen waarbij langdurige maatschappelijke uitval dreigt te ontstaan en die onvoldoende aansluiting en steun vinden bij de gebruikelijke voorzieningen. De samenwerkingspartners vormen tevens de doelgroep.
Werkwijze
Deelname aan overleggen waarin samenwerking tussen de verschillende partijen op het gebied van de OGGZ (schakel tussen betrokken partijen en de gemeente) geregeld wordt. In een aantal netwerken vinden tevens casuïstiekbesprekingen plaats en worden afspraken gemaakt op casuïstiekniveau.
Resultaat/opbrengst
Een samenwerkingsstructuur die ervoor zorgt dat mensen met multiproblemen tijdig in beeld komen, bij hen passende hulp krijgen op alle levensgebieden waar ze problemen ervaren en dat deze hulp onderling is afgestemd. Zo worden onnodige opnames, maatschappelijke teloorgang en overlast zo veel mogelijk voorkomen.
Financiering
Centrumgemeenten in overleg met regio en met zorgkantoor en zorg verzekeraar.
Samenwerkingspartners
Ketenpartners OGGZ: ggz en beschermd wonen, verslavingszorg, GGD, AMW, Maatschappelijke Opvang, woningcorporaties, wijkagenten.
| 93
Prestatieveld 9 Verslavingsbeleid en -preventie Producten op het gebied van verslavingszorg
Product
Bemoeizorg, zowel door deelname Vangnet- en Adviesteams of lokale wijkteams OGGZ als outreachende contactlegging; (zie ook prestatieveld 8-bemoeizorg).
Doel
Opsporing en toeleiding van de doelgroep naar adequate zorg, met als einddoel verbetering van kwaliteit van leven van de betrokkene en het verminderen van overlast en maatschappelijke teloorgang. De problematiek en omvang van de groep wordt gemonitord ten behoeve van beleid.
Doelgroep
Mensen met multiproblemen waaronder psychosociale, psychiatrische en/ of verslavingsproblemen waarbij langdurige maatschappelijke uitval dreigt te ontstaan, die zelf geen hulp zoeken of die onvoldoende aansluiting en steun vinden bij de gebruikelijke voorzieningen.
Werkwijze
Bemoeizorg kan plaats vinden in samenwerking in een multidisciplinair Vangnet- en Adviesteam of kan door aanbieder zelfstandig geleverd worden. Activiteiten zijn laagdrempelige outreachende contactlegging, vertrouwen winnen, hulp bieden bij urgente problemen, toeleiden naar hulp en/of bemiddelen bij stagnerende zorg. Na toeleiding nog enige tijd monitoren of een duurzame hulpverlening tot stand is gekomen.
Resultaat/opbrengst
Mensen met multiproblemen komen tijdig in beeld, worden toegeleid naar voor hen passende hulp op alle levensgebieden waar ze problemen ervaren en deze hulp is op elkaar afgestemd. Zo worden onnodige opnames, maatschappelijke teloorgang en overlast zo veel mogelijk voorkomen.
Financiering
Centrumgemeenten. Overgang van bemoeizorg naar reguliere hulpverlening in samenwerking met Zorgverzekeraars en zorgkantoren financieren.
Samenwerkingspartners
Ketenpartners OGGZ: gemeente, ggz, verslavingszorg, GGD, AMW, Maatschappelijke Opvang, woningcorporaties, wijkagenten. Overige organisaties op het gebied van wonen, zorg en welzijn, inclusief cliëntenorganisaties, vrijwilligersorganisaties en organisaties van ervaringsdeskundigen in verband met hun bijdragen aan de maatschappelijke re-integratie.
| 94
Prestatieveld 9 Verslavingsbeleid en -preventie Producten op het gebied van verslavingszorg
Product
Deelname aan / organisatie van ACT-teams (Assertive Community Treatment) vanuit verslavingszorg. (zie ook prestatievelden 2 en 8-bemoeizorg).
Doel
Laagdrempelige outreachende en integrale hulp realiseren waardoor probleemverergering, overlast en maatschappelijk uitval wordt voorkomen en kwaliteit van leven toeneemt.
Doelgroep
Profijtgroep zijn mensen met multiproblemen waaronder psychische, psychiatrische en/of verslavingsproblemen waarbij langdurige maatschappelijke uitval dreigt te ontstaan en die onvoldoende aansluiting en steun vinden bij de gebruikelijke voorzieningen.
Werkwijze
In deze projecten werken hulpverleners vanuit verschillende disciplines samen in één team en bieden outreachend en intensief hulp op alle levensgebieden. Ze bemiddelen naar instanties, blijven contact houden en pakken alles aan wat nodig is om hun cliënten beter te laten functioneren.
Resultaat/opbrengst
De ondersteuning door het ACT-team geeft de doelgroep houvast waardoor het hen vaker lukt om hun leven zo te ordenen dat ze er weer greep op krijgen en er weer perspectief ontstaat (relaties, werk, leven binnen budget).
Financiering
Financiering zal resultaat zijn van een afstemming tussen centrum- en regiogemeenten, provincie, zorgverzekeraar en/of zorgkantoor.
Samenwerkingspartners
De samenwerkende partijen in de keten voor OGGZ/ maatschappelijke zorg.
| 95
Prestatieveld 9 Verslavingsbeleid en -preventie Producten op het gebied van verslavingszorg
Product
Deelname aan ketenoverleg dak- en thuislozen / trajecttoewijzingscommissie centrale toegang Stedelijk Kompas vanuit verslavingszorg (zie ook prestatieveld 7-maatschappelijke opvang).
Doel
Zowel signalerend als probleemoplossend meedenken over de gewenste integrale persoonsgerichte benadering. Ook consultatie en advisering aan de ketenpartners.
Doelgroep
De profijtgroep zijn dak- en thuislozen, in het bijzonder degenen die psychische, psychiatrische of verslavingsklachten hebben.
Werkwijze
Aanwezigheid, meedenken, contactpersoon zijn voor en naar collega’s in verband met signalering of signaalopvolging, vervolgacties binnen eigen organisatie in gang zetten en volgen of ze volgens afspraak verlopen.
Resultaat/opbrengst
De onderwerpen die in het netwerk aan bod komen worden ook bekeken vanuit de ggz-expertise. Signalen vanuit de ggz-hulpverlening worden ingebracht. Waar relevant draagt de ggz bij aan een aanpak. Er zijn korte verwijslijnen naar het ggz-hulpaanbod.
Financiering
Gemeente in het kader van Rijksgelden OGGZ, maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid, Wmo.
Samenwerkingspartners
Ketenpartners maatschappelijke zorg.
| 96
Prestatieveld 9 Verslavingsbeleid en -preventie Producten op het gebied van verslavingszorg
Product
Deskundigheidsbevordering en consulteren werkers m.b.t. verslaving c.q. omgaan met verslaafden.
Doel
Bijdrage leveren aan het voorkomen, vroegtijdig signaleren en terugdringen van verslavingsproblemen; vergroten van kennis en inzicht in verslavingsproblematiek en de gevolgen ervan. De mogelijkheden die werkers hebben in de begeleiding vergroten (zelf ondersteuning bieden, of signaleren en doorverwijzen).
Doelgroep
Werkers in zorg, welzijn, wonen, inkomen, onderwijs, arbeid, vrije tijd en veiligheid.
Werkwijze
Het geven van voorlichting, advisering, consultatie, cursussen of trainingen, zowel inhoudelijk over verslaving als aandachtspunten voor de omgang en aanwijzingen voor de aanpak in concrete werksituaties van de ontvanger.
Resultaat/opbrengst
Medewerkers kunnen in hun eigen werk mensen met verslavingsproblematiek beter bedienen omdat ze beter begrijpen wat met iemand aan de hand is en beter weten hoe ze daar in het contact mee om moeten gaan. De bekendheid met de hulpverlener uit de verslavingszorg vergemakkelijkt tevens samenwerking en verwijzing.
Financiering
De gemeente is hiervoor de eerst aangewezen financier. De financiering kan via de ontvangende partij lopen of direct met de aanbieder van consultatie en dienstverlening. Eventueel worden er afspraken gemaakt met andere partijen, zoals woningcorporaties.
Samenwerkingspartners
Vaak zijn de ontvangers van consultatie of dienstverlening tevens samenwerkingspartners.
| 97
Prestatieveld 9 Verslavingsbeleid en -preventie Producten op het gebied van verslavingszorg
Product
Inloopvoorzieningen, spuitenomruil, gebruikersruimten.
Doel
Contact met doelgroep, verminderen van overlast, verminderen van gezondheidsrisico’s voor gebruikers, toeleiden naar zorg, voorkomen van verergeren van de problematiek c.q. terugval, mogelijkheid voor beïnvloedingsinterventies creëren.
Doelgroep
Mensen met verslavingsproblematiek waarbij verblijf en gebruik in een eigen woonruimte niet mogelijk is.
Werkwijze
Het bieden van een veilige en hygiënische omgeving om drugs te gebruiken, laagdrempelige inloopmogelijkheid met gelegenheid tot persoonlijke verzorging, postadres, gebruik van maaltijden, desgewenst toeleiding naar hulp.
Resultaat/opbrengst
Bijkomende gezondheidsproblemen worden voorkomen, vindplaats biedt gelegenheid tot outreachend contact met en korte lijnen naar hulpverlening.
Financiering Samenwerkingspartners
Centrumgemeenten in het kader van de decentrale doeluitkering. GGZ, GGD, MO, sociale dienst, AMW, schuldhulpverlening, woningcorporaties, wijkagenten, omwonendenorganisaties.
| 98
Prestatieveld 9 Verslavingsbeleid en -preventie Producten op het gebied van verslavingszorg
Product
Woonbegeleiding.
Doel
(zie ook prestatievelden 6 en 7-maatschappelijke opvang) Doelgroep kan een zo zelfstandig mogelijk leven leiden en zich staande houden in de maatschappij.
Doelgroep
Mensen die door verslavingsproblematiek begeleiding nodig hebben om zelfstandig te kunnen wonen.
Werkwijze
Individuele begeleiding gericht op regie over het eigen huishouden, administratieve ondersteuning en ondersteuning bij weekplanning en regeltaken.
Resultaat/opbrengst
Het huishouden en het regelen van praktische zaken die te maken hebben met het zelfstandig wonen verlopen naar wens. Hierdoor ontstaat rust en daarmee ruimte voor verder herstel en maatschappelijke participatie.
Financiering
Veel leden van de doelgroep komen in aanmerking voor een AWBZ-indicatie, zo niet dan financiering via de Wmo.
Samenwerkingspartners
Anderen die deel uitmaken van het persoonlijk steunsysteem van de betrokkene, inclusief vrijwilligers en mantelzorgers.
| 99
Prestatieveld 9 Verslavingsbeleid en -preventie Producten op het gebied van verslavingszorg
Product
Dagbesteding: dagprogramma op indicatie (zie ook prestatievelden 6 en 7-maatschappelijke opvang).
Doel
Het doorbreken van sociaal isolement van de doelgroep en het onder steunen naar optimale maatschappelijke participatie.
Doelgroep
Mensen die in verband met hun verslaving geïsoleerd leven, behoefte hebben aan contact en moeite hebben met het structureren van hun dag en bij wie een traject richting betaald werk niet tot de haalbare mogelijkheden hoort.
Werkwijze
Het aanbieden van een dagprogramma met educatieve, arbeidsmatige, recreatieve, sportieve en culturele elementen, waarbij de bejegening, groepsgrootte en -samenstelling en manier van begeleiden is afgestemd op de mogelijkheden en beperkingen van de deelnemersgroep.
Resultaat/opbrengst
Het sociaal isolement van deelnemers is doorbroken, ze hebben een structuur in de dag, onderhouden hun vaardigheden, en ontwikkelen zo mogelijk talenten en interesses. Waar haalbaar wordt met deelnemers toegewerkt naar het ondernemen van activiteiten “binnen de maatschappij”. Indien ze andere hulp of ondersteuning nodig hebben, vindt signalering en eventuele doorverwijzing adequaat plaats.
Financiering
Als collectieve voorziening in het kader van de Wmo of in het kader van het participatiebudget/WWB, voor diegenen die hiervoor geen AWBZ-indicatie kunnen krijgen.
Samenwerkingspartners
Andere aanbieders van zorg en welzijn, vrijwilligers-, wijk- en cliënten organisaties en organisaties van ervaringsdeskundigen.
| 100
Prestatieveld 9 Verslavingsbeleid en -preventie Producten op het gebied van verslavingszorg
Product
Activering / re-integratie naar maatschappelijke participatie en/of arbeid (zie ook prestatievelden 5, 6, 7-maatschappelijke opvang en 8-bemoeizorg).
Doel
Ondersteunen, begeleiden, in beweging krijgen van mensen met verslavingsproblematiek bij het vinden en verrichten van zinvol werk/zinvolle dagactiviteiten ((vrijwilligers)werk, dagactiviteitencentrum) waardoor de participatie en integratie in de maatschappij wordt bevorderd. Doorstroming naar arbeidsre-integratie is een optie.
Doelgroep
Mensen met verslavingsproblematiek en een (zeer) grote afstand tot de arbeidsmarkt; die door deze beperking tijdelijk niet konden werken of leren en die zich willen oriënteren op passend werk en/of maatschappelijk zinvolle activiteiten.
Werkwijze
Individuele begeleiding, cursussen gericht op het aanleren van arbeids vaardigheden (bijv. computercursussen) of als oriëntatie op mogelijkheden, deelname aan dagactiviteiten of werkprojecten, toeleiden naar activiteiten elders (activiteitenmakelaar), leer-werktrajecten.
Resultaat/opbrengst
De doelgroep wordt geactiveerd en begeleid bij het vinden van een zinvolle dagbesteding / werk / opleiding (passend bij de mogelijkheden, beperkingen en wensen).
Financiering
Gemeenten kunnen dit bekostigen, waarbij naast Wmo ook het participatiebudget een optie is, wellicht met cofinanciering van UWV.
Samenwerkingspartners
Vrijwilligersorganisaties, re-integratiebedrijf, gemeentelijke sociale dienst, UWV, maatschappelijk betrokken ondernemers.
| 101
Prestatieveld 9 Verslavingsbeleid en -preventie Producten op het gebied van verslavingspreventie
Product
Cursussen en trainingen voor kinderen, ouders en werkers (bijv. over verminderen alcoholgebruik, cannabisgebruik, omgaan met verslaving, bespreekbaar maken van verslaving).
Doel
Preventie van en lichte vroeghulp bij psychische klachten of verslavingsproblematiek. Versterken van de competenties van de doelgroep (kennis, houding, vaardigheden) om daarmee het zelfherstellend vermogen te vergroten, het leren voorkomen van overbelasting.
Doelgroep
Mensen die overbelasting ervaren of lichte tot matige psychische klachten. Deze dreigen hen te belemmeren in zelfredzaamheid of maatschappelijk functioneren en zij willen daar beter mee leren omgaan.
Werkwijze
De trainingen bieden de deelnemers via verschillende werkvormen inzicht in hun eigen sterke en zwakke kanten, ze leren vaardigheden toe te passen, andere manieren van denken en probleemoplossen, ontspanningstechnieken, het vragen van feedback en sociale steun, maar ook praktische kennis zoals van de sociale kaart en wet- en regelgeving. De mate van begeleiding varieert van ondersteuning op afstand bij (individueel te volgen) zelfhulpcursussen, tot groepstrainingen al dan niet gecombineerd met individuele begeleidingssessies. Veel van deze cursussen zijn onder wetenschappelijke begeleiding ontwikkeld en een aantal is op effectiviteit getoetst.
Resultaat/opbrengst
De doelgroep leert beter reageren op stressfactoren in de omgeving, heeft meer greep op de eigen reacties, kan beter een beroep doen op sociale steun in eigen omgeving of bij lotgenoten. Daardoor neemt het zelfherstellend vermogen toe en vermindert de kans op het ontstaan van zodanige klachten dat men zichzelf niet meer goed kan redden en/of maatschappelijk uitvalt.
Financiering
Een aantal depressiecursussen wordt vergoed door zorgverzekeraars. Eigen bijdragen van deelnemers. De gemeente/ de regiogemeenten (bovenlokaal aanbod) in het kader van de Wmo en de preventietaken vanuit het lokaal gezondheidsbeleid: collectieve preventie en het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie.
Samenwerkingspartners
Organisaties en werkers op het gebied van wonen, welzijn, zorg, veiligheid, educatie, vrije tijd, inkomen, inclusief vrijwilligersorganisaties en cliëntenorganisaties. Samenwerking vindt plaats ten behoeve van signalering en verwijzing, bij de uitvoering en bijeventuele nazorg of doorgeleiding naar vervolgactiviteiten.
| 102
Prestatieveld 9 Verslavingsbeleid en -preventie Producten op het gebied van verslavingspreventie
Product
E-hulpverlening / hulpverlening via internet (zie ook prestatievelden 2, 4 en 8-preventie).
Doel
Het realiseren van een zeer laagdrempelige mogelijkheid tot preventie van en lichte vroeghulp bij psychische klachten of verslavingsproblematiek. Versterken van de competenties van de doelgroep (kennis, houding, vaardigheden) om daarmee het zelfherstellend vermogen te vergroten, het leren voorkomen van overbelasting.
Doelgroep
Mensen die overbelasting ervaren of lichte tot matige psychische klachten of verslavingsproblematiek. Deze dreigen hen te belemmeren in zelfredzaamheid of maatschappelijk functioneren en zij willen daar beter mee leren omgaan. Het medium is met name geschikt voor jongeren en mensen die liever individueel, min of meer anoniem en op de momenten dat het hen schikt aan de slag gaan hiermee.
Werkwijze
Mensen melden zich digitaal aan en krijgen een intake om vast te stellen of het aanbod voor hen geschikt is. Per e-mail en/of chatsessies geven ggz-hulpverleners informatie en advies, feedback en opdrachten, wijzen op relevante informatie en verwijzen zo nodig naar ander hulpaanbod. Soms is tevens sprake van een e-group van lotgenoten, waarbij onderlinge uitwisseling en steun een meerwaarde biedt. Een aantal vormen van e-hulp is wetenschappelijk onderzocht en kan een volwaardig alternatief vormen voor “spreekkamerhulp”.
Resultaat/opbrengst
Met de geboden begeleiding kan de doelgroep weer zelfstandig verder. De doelgroep leert beter reageren op stressfactoren in de omgeving, heeft meer greep op de eigen reacties, kan beter een beroep doen op sociale steun in eigen omgeving of bij lotgenoten. Daardoor neemt het zelfherstellend vermogen toe en vermindert de kans op het ontstaan van zodanige klachten dat men zichzelf niet meer goed kan redden en/of maatschappelijk uitvalt.
Financiering
Eigen bijdragen van deelnemers. De regiogemeenten samen in het kader van de Wmo: verantwoordelijkheid voor collectieve preventie en het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie.
Samenwerkingspartners
Organisaties en werkers op het gebied van wonen, welzijn, zorg, veiligheid, educatie, vrije tijd, inkomen, inclusief vrijwilligersorganisaties en cliënten organisaties. Doordat e-learning op afstand plaatsvindt, zal het aanbod meestal regionaal of zelfs bovenregionaal gedaan worden. Samenwerking met lokale partijen vindt plaats ten behoeve van signalering en verwijzing en in verband met eventuele nazorg of doorgeleiding naar vervolgactiviteiten.
| 103
Prestatieveld 9 Verslavingsbeleid en -preventie Producten op het gebied van verslavingspreventie
Product
Inloopspreekuren (zie ook prestatieveld 8-preventie).
Doel
Het bieden van een laagdrempelige toegang tot advies en informatie ter vroegopsporing en preventie van psychische klachten of verslaving.
Doelgroep
Mensen die vragen hebben of steun zoeken in verband met psychische klachten, verslavingsproblematiek of overbelasting die ze ervaren, die niet goed weten waar ze hiervoor moeten zijn of die opzien tegen ingewikkelde aanmeldprocedures, denk bijvoorbeeld aan allochtonen, mensen met multiproblematiek.
Werkwijze
De mogelijkheid om zonder afspraak vooraf een medewerker van de ggz te raadplegen.
Resultaat/opbrengst
De geboden informatie en advies kan voldoende zijn voor de ontvanger om zelfstandig verder te gaan. Of het vormt de aanzet tot een aanmelding, bij de ggz of bij een ketenpartner.
Financiering
De gemeente/de regiogemeenten, wellicht ook andere partijen zoals woningcorporaties voor een cofinanciering.
Samenwerkingspartners
De ketenpartners: organisaties en werkers op het gebied van wonen, welzijn, zorg, veiligheid, educatie, vrije tijd, inkomen, inclusief vrijwilligersorganisaties en cliëntenorganisaties, in verband met verwijzingen en signaleringen over en weer.
| 104
Prestatieveld 9 Verslavingsbeleid en -preventie Producten op het gebied van verslavingspreventie
Product
Projecten voor Kinderen/jongeren van Verslaafde Ouders (KVO-projecten) (zie ook prestatieveld 2).
Doel
Voorkomen dat kinderen later zelf ook psychische problemen of een verslaving ontwikkelen, vroegtijdig signaleren van eventuele psychische problemen bij deze kinderen, effecten van de problematiek van de ouders op de kinderen zo klein mogelijk houden.
Doelgroep
Kinderen/jongeren en hun ouders (met verslavingsproblemen). Professionals en informele zorgers die bij de jongere of het gezin betrokken zijn.
Werkwijze
Adviesgesprekken, trainingen en lotgenotengroepen voor de kinderen en hun ouders, gezinsondersteuning, betrekken van en consultatie en training aan beroepskrachten. Veel van deze cursussen zijn onder wetenschappelijke begeleiding ontwikkeld en een aantal is op effectiviteit getoetst.
Resultaat/opbrengst
De kinderen krijgen steun/herkenning en handvatten voor het omgaan met de situatie. Ouders krijgen handvatten ter versterking van hun opvoedingsvaardigheden. Het isolement (waarin het gezin c.q. de kinderen kunnen verkeren) wordt doorbroken door steun te organiseren door volwassenen van buiten het gezin (informele netwerk of professionals); kinderen en ouders krijgen de gelegenheid vragen te stellen over de problematiek en de mogelijke gevolgen ervan; er vindt afstemming plaats met hulpverlener(s) van de ouder en met andere bij het gezin betrokken professionals.
Financiering
Gemeente in het kader van het preventief jeugdbeleid, lokaal gezondheidsbeleid en prestatievelden 2 en 9 van de Wmo.
Samenwerkingspartners
Ketenpartners uit zowel jeugdketen als volwassenenketen. Gemeente functionarissen betrokken bij jeugdbeleid en OGGZ.
| 105
Prestatieveld 9 Verslavingsbeleid en -preventie Producten op het gebied van verslavingspreventie
Product
Voorlichtingsbijeenkomsten/-projecten op het gebied van alcoholpreventie (bijv. ouderen en alcohol, alcohol en sport, alcohol en verkeer).
Doel
Bewustwording over en het beleid en gedrag m.b.t. alcoholverstrekking, -beschikbaarheid en -gebruik beïnvloeden
Doelgroepen
Naast de risicogroep zelf ook de verkopers van alcohol en de handhavers van alcoholbeleid.
Werkwijze
Er zijn diverse goed geëvalueerde projecten gericht op de verschillende doelgroepen. Naast informatieverstrekking zijn oefeningen en ervarings spelen, maar ook bijvoorbeeld het werken met mystery guests en het toewerken naar zelfregulatieafspraken onderdelen.
Resultaat/opbrengst
Door meer kennis, duidelijker regels en meer sociale controle zullen de overmatige consumptie van alcohol en daardoor de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik verminderen.
Financiering
Gemeente in het kader van het lokaal gezondheidsbeleid en prestatieveld 9 van de Wmo.
Samenwerkingspartners
GGD, ketenpartners preventie, gemeentefunctionarissen.
| 106
Bijlage 1
Wat doen ggz-instellingen
Deze bijlage geeft een introductie over de verschillende typen zorg die vallen onder de gespecialiseerde ggz, wat ze doen, hoe de toegang geregeld is en met wie ze samenwerken. Waar relevant besteden we ook aandacht aan de manier waarop deze zorg georganiseerd is. Een afbakening: we gaan niet in op de eerstelijns ggz door huisartsen en praktijkondersteuners ggz, gezondheids psychologen en eerstelijnspsychologen. Ook het bovenregionale aanbod wordt niet besproken. Denk hierbij aan een behandelcentrum voor een specifieke doelgroep zoals doven, oorlogsgetraumatiseerden of mensen met eetstoornissen, of een behandelcentrum voor forensische psychiatrie (waar mensen met een tbs behandeld worden). De ggz richt zich op gespecialiseerde geneeskundige zorg en op begeleiding van mensen met (dreigende) psychische aandoeningen of verslaving. In Nederland zijn 93 ggz-instellingen, die meestal regionaal werkzaam zijn. Geïntegreerde instellingen, de grootste groep, bieden alle of vrijwel alle vormen van gespecialiseerde ggz in de regio. Daarnaast zijn ook instellingen die zich specifiek richten op beschermd en begeleid wonen en ondersteuning bij het dagelijks leven (RIBW), verslavingszorg, ambulante gezondheidszorg (RIAGG), jeugd-ggz of residentiële zorg (APZ). De gespecialiseerde ggz bestaat uit verschillende zorgsoorten, die van elkaar verschillen in doelgroep en doelstelling, samenwerkingspartners, werkwijze en aanbod. We bepreken hier preventie, jeugd-ggz, ggz voor volwassenen, die in het algemeen wordt onderverdeeld in kortdurende zorg, langdurende zorg en verslavingszorg en zorg voor ouderen. Alle onderdelen hebben ook een taak op het gebied van consultatie en dienstverlening. Deze taak wordt apart besproken.
Preventie Preventieve interventies zijn erop gericht om ernstige psychische aandoeningen of verslaving te voorkomen, dan wel tijdig op te sporen en te behandelen, voordat de eerste klachten de kans krijgen uit te groeien tot volledige psychische stoornissen. De ggz-preventie richt zich met haar preventieprogramma’s op drie doelgroepen: de gehele bevolking (universele preventie), mensen die een verhoogd risico lopen een psychische aandoening te ontwikkelen (selectieve preventie) en mensen die al een (onbehandeld) psychisch probleem hebben (geïndiceerde preventie). De preventie richt zich op alle leeftijden. Vaak zijn er afzonderlijke programma’s gericht op jeugd, volwassenen en ouderen. Preventieactiviteiten kunnen zich rechtstreeks op de doelgroep zelf richten, zoals cursussen of trainingen, of e-therapy: persoonlijk e-mailcontact met een behandelaar soms gecombineerd met de mogelijkheid om deel te nemen aan een internetcommunity van mensen die vergelijkbare problemen ervaren of in een vergelijkbare situatie zitten. Preventieactiviteiten kunnen ook gericht zijn op iemand’s omgeving, om het begrip en de ondersteuningsmogelijkheden van het eigen sociale netwerk te vergroten. Het gaat daarbij zowel om het persoonlijk netwerk als om personen die uit hoofde van hun functie met de doelgroep in contact komen, dus familieleden en bekenden, vrijwilligers en beroepskrachten zoals onderwijzers, politieagenten of welzijnswerkers. Meestal zal de interventie dan bestaan uit een vorm van deskundigheidsbevordering of advies en voorlichting en eventueel het nadenken over gewenste uitbreiding of wijziging van bestaand ondersteuningsaanbod, denk bijvoorbeeld aan maatjesprojecten of een vorm van zinvolle dagbesteding. Naast de activiteiten gericht op leden van de doelgroep zelf en/of het netwerk, kan een interventie zich ook als doel hebben het verbeteren van de samenwerking tussen verschillende organisaties of op het (doen) ontwikkelen van collectieve aanpakken van maatschappelijke stressoren zoals leefbaarheidsproblemen, een ongezonde leefstijl, spanningen door schulden of werkloosheid. Verbetering daarvan zullen voor een bredere bevolkingsgroep risicoverlagend werken. Daarbij zal de ggz vrijwel altijd samenwerken met andere lokale organisaties en bijvoorbeeld de GGD.
Jeugd- ggz Ggz-instellingen hebben meestal een afzonderlijk circuit voor hulp aan kinderen en jeugdigen en hun ouders. De leeftijdsgrens die gehanteerd wordt is soms tot 18 jaar, in veel regio’s echter valt ook de hulp aan adolescenten tot ca. 25 jaar onder de jeugdafdeling. In 2007 zijn 238.000 cliënten (ouders en kinderen) in het circuit Jeugd van de ggz
| 107
behandeld. 96% daarvan is ambulant behandeld. Ongeveer de helft hiervan zijn kinderen tot 23 jaar (bron: Zorg op Waarde Geschat; Sectorrapport GGZ 2009, GGZ Nederland, 2009). Toegang tot de jeugd-ggz gaat op verwijzing van het bureau Jeugdzorg en/of een arts of andere behandelaar van een jeugdige. Wettelijk gezien heeft het bureau Jeugdzorg de taak tot indicatiestelling, maar voor een behandeling binnen de jeugd-ggz in het kader van de zorgverzekeringswet kan de verwijzing dus ook door andere behandelaars gedaan worden. De jeugd-ggz werkt samen met de Centra voor Jeugd en Gezin, met Zorgadviesteams en overige partijen in de jeugdketen. Bij de jeugd-ggz wordt zeker bij jongere kinderen vaak het hele gezin cliënt: zowel het kind als de ouders en eventuele broertjes en zusjes. Binnen de jeugd-ggz neemt diagnostiek een belangrijke plaats in, omdat niet alleen de keus voor de meest geschikte hulpverlening maar soms ook voor een advies over het meest geschikte type school of over extra begeleiding op school. Of een kind in aanmerking komt voor extra ondersteuning op school kan afhangen van de uitkomsten van de diagnostiek. Naast hulp individueel of aan het gezin kan een kind of jongere ook een groepsaanbod krijgen. De hulp wordt aangepast aan de leeftijd van het kind. De behandeling van jonge kinderen gaat vaak in de vorm van spelen, met behulp van verhalen, poppen, verkleedspullen en ander speelgoed, tekeningen en andere materialen zoals een zandbak of klei. Soms zal de hulp ook alleen bestaan uit opvoedingsadvisering aan de ouders en/of de school. Voor de hulp aan pubers en adolescenten wordt ook veel gebruik gemaakt van e-therapy en e-learning technieken (internet, chatten, informatie/leren via games, e-mailen). De jeugd-ggz kent ook een deeltijdbehandeling waarin onderwijs en behandeling (gedeeltelijk) worden geïntegreerd en de mogelijkheid tot een klinische behandeling (het kind wordt opgenomen in de instelling). Dit laatste is vooral aan de orde als er sprake is van een ernstig psychiatrisch ziektebeeld en als de behandeling een zodanig gestructureerde omgeving vergt dat dit de ouders en het gezin ver zou overvragen.
Behandeling en begeleiding van Volwassenen Bij de geneeskundige zorg en begeleiding van volwassenen wordt vaak het onderscheid gehanteerd tussen kortdurende en langdurende zorg. Verder onderscheiden we in het volwassenencircuit verslavingszorg en OGGZ/bemoeizorg. De zorg voor ouderen (65 jaar en ouder) is meestal in een apart circuit geregeld.
Kortdurende zorg Bij kortdurende zorg gaat het om geneeskundige zorg (behandeling) of begeleiding. Deze zorg kan ambulant geboden worden (d.w.z. de cliënt verblijft gewoon thuis), in deeltijd (dagbehandeling) of gecombineerd met verblijf (opname in een psychiatrisch ziekenhuis). Ook combinaties zijn mogelijk (opname met ambulante nazorg bijvoorbeeld). Het doel is herstel of voorkoming van verergering. Elke cliënt heeft een behandelplan. De behandeling kan bestaan uit verschillende onderdelen, denk aan diagnostiek, medicamenteuze behandeling, individuele gesprekken, groepswerk en trainingen, gesprekken met de cliënt en de partner en/of een of meer gezinsleden, contacten met derden in verband met de cliënt, gespecialiseerde therapievormen. In zo’n behandeling werken vaak meer disciplines samen. De psychiater, arts of klinisch psycholoog is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van de gehele behandeling. De verwijzing gebeurt meestal door de huisarts. In het merendeel van de gevallen is de geneeskundige zorg binnen een jaar afgerond. Dan is de cliënt in veel gevallen zo ver hersteld dat hij of zij weer volledig zelfstandig in al zijn maatschappelijke rollen kan functioneren (werken, ouderschap en relatie, burgerschap). Als iemand langdurige of chronische klachten heeft en daarvoor gedurende langere tijd geneeskundige zorg nodig heeft, blijft deze organisatorisch onder de kortdurende zorg vallen tenzij de cliënt verblijft in een psychiatrisch ziekenhuis (zorg met verblijf). Dit heeft te maken met de financiering.
Langdurende zorg Langdurende zorg is bedoeld voor mensen met ernstige langdurende psychische gezondheidsklachten die gedurende een periode van langer dan een jaar gespecialiseerde zorg door de ggz nodig hebben. In sommige gevallen zullen zij langdurig opgenomen zijn in een psychiatrisch ziekenhuis of in een beschermde woonvorm, in veel gevallen wonen zij zelfstandig maar hebben wel professionele ondersteuning nodig bij het invullen van het dagelijks leven. Bij langdurende zorg gaat het niet uitsluitend of in de eerste plaats om de geneeskundige zorg gericht op de aandoening zelf, maar vooral om begeleiding en ondersteuning die ervoor zorgen dat iemand ondanks zijn klachten een
| 108
zo zelfstandig mogelijk leven kan leiden, waarbij hij of zij zo veel mogelijk naar eigen wensen kan wonen, sociale contacten onderhouden en beschikken over een zinvolle dagbesteding. De daarop gerichte onderdelen van de lang durende zorg vallen soms onder de verantwoordelijkheid van de behandelend arts, psycholoog of psychotherapeut en zijn soms in afzonderlijke onderdelen georganiseerd, al dan niet behorend tot afzonderlijke organisaties (begeleid en beschermd wonen , dagactiviteitencentra, werkprojecten, vriendendiensten e.d.). Hulpverleners die in de langdurende zorg werken, zijn niet alleen bezig met de directe begeleiding van de cliënt zelf, maar hebben ook taken gericht op anderen in het netwerk en de leefomgeving van de cliënt, om ervoor te zorgen dat deze de voor de cliënt nodige ondersteuning kunnen bieden. Haast altijd zijn samenwerking en overleg nodig omdat meer hulp- en dienstverleners betrokken zijn. Soms zijn al meer organisaties vanuit de ggz betrokken (RIBW, verslavingszorg, brede ggz-instelling). Daarnaast hebben zorgverleners uit de ggz contact met andere professionals en maatschappelijke organisaties zoals de sociale dienst, schuldhulpverlening, welzijnswerk, gezondheidscentra of de woningcorporatie. Ook zullen vaak familieleden, buurtgenoten en vrijwilligers betrokken zijn bij de ondersteuning. Onder langdurende zorg vallen producten als ACT (assertive community treatment; een intensieve teamgewijze outreachende begeleiding van mensen met ernstige psychische klachten die zelfstandig wonen), diverse vormen van woonbegeleiding, dagbestedingscentra en werkprojecten, kwartiermaken en organisatie van maatschappelijke steunsystemen en vriendendiensten. De langdurige zorg kent verschillende financiers, afhankelijk van de aard van de geboden hulp, zie hierover hoofdstuk 3.
Verslavingszorg De geneeskundige zorg en begeleiding van mensen met een verslaving valt ook onder de gespecialiseerde ggz. Vaak is deze zorg in afzonderlijke afdelingen of in een aparte organisatie ondergebracht, die tevens de verslavingspreventie verzorgt, deelneemt in bemoeizorg en maatschappelijke verslavingszorg biedt zoals gebruikersruimtes, inloopspreekuren, spuitenomruil. Instellingen/afdelingen voor verslavingszorg werken vaak intensief samen met andere ggzonderdelen, omdat bij een grote groep cliënten zowel sprake is van problematisch middelengebruik als van psychische problemen. Voor deze zgn. dubbel diagnosegroep wordt in steeds meer regio’s specifiek aanbod ontwikkeld. Medewerkers van de verslavingszorg nemen vanuit hun specifieke expertise deel in bemoeizorgteams en ACT-teams.
OGGZ/bemoeizorg Medewerkers van de ggz zetten zich ook in voor mensen die wel ernstige psychische aandoeningen hebben, maar zich hiervoor niet laten diagnosticeren en behandelen. Het gaat daarbij om mensen die hetzij zelf geen probleem ervaren of door eerdere teleurstelling en argwaan geen vertrouwen meer hebben in zorgverleners en zich aan iedere hulp proberen te onttrekken. Anderen in hun omgeving signaleren wel een probleem omdat zij bijvoorbeeld overlast geven, hun huur niet betalen, zichzelf verwaarlozen of vervuilen. Via een soms langdurig traject van ongevraagde contactlegging en inspelen op directe noden probeert de hulpverlener zo veel vertrouwen te winnen dat de cliënt zich alsnog laat toeleiden naar/diagnosticeren en indiceren voor zorg. Hulpverleners die bemoeizorg bieden zijn soms daarvoor gedetacheerd in een multidisciplinair team dat bijvoorbeeld bij de GGD is ondergebracht. Daarnaast is het bieden van bemoeizorg een taak die aansluit op het werk in de langdurende zorg. Bij bemoeizorg in het kader van de OGGZ gaat het om de ongevraagde bemoeienis van hulpverleners met sociaal kwetsbaren die hulp nodig hebben, maar daar zelf niet om vragen of deze hulp niet willen accepteren. Dit is in de praktijk ‘bemoeizorg’ gaan heten. De mensen aan wie bemoeizorg wordt geboden kampen veelal met complexe problemen op meerdere terreinen. Bij de uitvoering van bemoeizorg zijn dan ook meerdere partijen betrokken. Bemoeizorg is een verantwoordelijkheid van meerdere organisaties. De doelgroep wordt omschreven op basis van de volgende vijf kenmerken (afgeleid van de omschrijving van de G4-gemeenten): 1. Aanwezigheid van een psychiatrische stoornis (waaronder verslavingsproblemen) of ernstige psychosociale problemen; 2. Tegelijkertijd, aanwezigheid van meerdere problemen op andere leefgebieden; 3. Leidend tot het niet voldoende in staat zijn om in de eigen bestaansvoorwaarden te voorzien (huisvesting, inkomen, sociale contacten, zelfverzorging etc.); | 109
4. Gebrek aan mogelijkheden om de problemen zelf op te lossen; 5. Afwezigheid van een adequate hulpvraag.
Ggz voor ouderen (65 jaar e.o.) Een aantal psychiatrische klachten hangt samen met het ouder worden. Denk aan cognitieve stoornissen ten gevolge van achteruitgang van de hersenen door bijvoorbeeld ziekte van Alzheimer of ten gevolge van een hersenbloeding of infarct. Ook zijn ouderen door het wegvallen van zinvolle bezigheden, geliefde personen of gezondheid soms extra kwetsbaar voor psychische klachten zoals depressies en reageren ouderen vaak anders op psychofarmaca dan jongere volwassenen. Vandaar dat de ggz voor ouderen in het algemeen als gespecialiseerde afdeling voor psychogeriatrie en gerontopsychiatrie is opgezet. In principe is er voor ouderen hetzelfde behandelaanbod als voor andere volwassenen. Omdat veel ouderen ook lichamelijke klachten hebben, zijn vaak meer hulp- en zorgverleners in beeld. De ggz voor ouderen werkt al van oudsher intensief samen met deze andere hulpverleners, zoals de huisarts, de thuiszorg en het ouderenwerk, verzorgings- en verpleeghuizen en met mantelzorgers.
Consultatie en dienstverlening In lang niet alle gevallen is het nodig dat iemand met psychische klachten behandeling of begeleiding krijgt van een gespecialiseerde ggz-instelling, zij kunnen ook begeleid worden door bijvoorbeeld huisartsen, maatschappelijk werkers. En mensen die behandeling of begeleiding ontvangen, hebben daarnaast contact met allerlei andere maatschappelijke partijen, zoals scholen, woningcorporaties, welzijnswerk, vrijwilligers, thuiszorg, hun arboarts. Daarom is belangrijk dat deze partijen met vragen over het omgaan met mensen met psychische klachten bij de ggz terecht kunnen, voor adviezen of deskundigheidsbevordering, voor meedenken over de manier waarop zij in hun eigen werk het beste kunnen inspelen op de specifieke behoeften van cliënten met psychische klachten. De ggz biedt deze mogelijkheid in de vorm van consultatie en dienstverlening: het op verzoek van derden vanuit eigen deskundigheid adviseren, meedenken of coachen ten behoeve van de activiteiten van de andere partij die ten goede komen aan mensen met psychische klachten. Consultatie en dienstverlening is een (extra) taak voor medewerkers van alle ggz-onderdelen. Het is dus niet afzonderlijk georganiseerd.
| 110
Bijlage 2
De financieringskaders
De ggz wordt in praktijk via verschillende budgetten bekostigd, zie onderstaand schema waarin de in de vorige bijlage onderscheiden zorgtypen terugkomen.
Activiteit
Financiering
Preventie van psychische aandoeningen en/of verslaving
Wmo: universele en selectieve preventie; prestatie velden 2, 4 (mantelzorgers) en 8 ZVW: geïndiceerde preventie van depressie, vergoeding op basis van verrichtingen). Markt/eigen bijdragen (o.a. programma Arbeid).
Verslavingspreventie
ZVW: geïndiceerde preventie bij problematisch alcoholgebruik; vergoeding op basis van verrichtingen Via centrumgemeenten (decentrale doeluitkering maatschappelijke opvang, OGGZ en Verslaving) Wmo-beleid (prestatieveld 9). Markt/eigen bijdragen.
Kortdurende geneeskundige zorg bij psychische aandoeningen of verslaving, gericht op herstel of voorkomen van verergering (ambulant of maximaal een jaar klinisch); voor jongeren, volwassenen en ouderen
Zorgverzekeringswet (ZVW) (bij eerstelijns GGZ; vergoeding op basis van verrichtingen, voor de gespecialiseerde GGZ: vergoeding conform diagnose-behandelcombinaties).
Langdurende zorg en begeleiding van mensen met ernstige psychische aandoeningen of verslaving (volwassenen en ouderen) (ook woonondersteuning, dagbesteding en werkprojecten, kwartiermaken, ontwikkeling maatschappelijk steunsystemen, maatjesprojecten en vriendendiensten)
AWBZ (functie begeleiding, indien CIZ-geïndiceerd) Wmo in het kader van o.a. participatieondersteuning (prestatievelden 1, 3, 4, 5, 6 en 8). Zorgverzekeringswet (behandeling en bijbehorende begeleiding).
Verslavingszorg zoals gebruikersruimten, spuitenomruil, inloopspreekuren
Via centrumgemeenten (decentrale doeluitkering maatschappelijke opvang, OGGZ en Verslaving); prestatieveld 9 Wmo.
Openbare geestelijke gezondheidszorg: • bemoeizorg (contactlegging en toeleiding naar zorg • consultatie en advies over OGGZ-cliënten
Wmo (centrumgemeente: OGGZ, OGGZ-middelen toegevoegd aan decentrale doeluitkering maatschappelijke opvang, OGGZ en verslaving). Wmo: alle gemeenten in het kader van prestatieveld 8.
Dienstverlening en consultatie
In principe: de afnemer betaalt (markt/afnemende organisaties, gemeente kan faciliteren).
| 111
Bekostiging uit zorgverzekeringswet De zorg gericht op herstel of voorkoming van verergering en ook geïndiceerde preventie van depressie en van proble matisch alcoholgebruik worden betaald uit de Zorgverzekeringswet. In aantallen cliënten gaat het allereerst om kortdurende zorg voor mensen waarbij de behandeling binnen een jaar afgerond is. Maar ook een groot deel van de zorg voor de groep mensen met langdurende aandoeningen wordt uit de ZVW gefinancierd. Het gaat daarbij om zorg en ondersteuning die in het kader van de behandeling wordt geboden. Dat strekt zich uit van behandeling, psychotherapie en andere therapieën tot daaraan gekoppelde sociaalpsychiatrische en/of agogische begeleiding op de verschillende levensgebieden. De zorg van ggz-instellingen is gespecialiseerde ggz en wordt vergoed op basis van vaste diagnosebehandelcombinaties, zoals dat ook geldt voor gespecialiseerde medische zorg bij lichamelijke klachten. De diagnose van het type en de ernst van de stoornis bepalen welk soort behandelingen de cliënt vanuit de zorgverzekeringswet vergoed kan krijgen. Deze diagnose wordt in principe vastgesteld door de huisarts. De diagnosebehandelcombinaties zijn gebaseerd op tussen behandelaars, cliëntvertegenwoordigers en wetenschap overeengekomen behandelrichtlijnen. In deze richtlijnen is voor elke diagnosegroep vastgelegd welke typen interventies geschikt en effectief zijn voor welke klachten. Daarbij is het streven steeds om de lichtst mogelijke behandeling aan te bieden die het gewenste effect heeft en om de cliënt daarbij waar mogelijk keus te geven tussen verschillende behandelalternatieven. Aan iedere diagnosebehandelcombinatie (DBC) hangt een bepaald prijskaartje. De betaling gebeurt achteraf, op basis van gegevens over de gerealiseerde behandeling. Iedere DBC heeft een maximumprijs. De instelling/behandelaar kan bij een bepaalde diagnose wel minder behandeling bieden en declareren dan dit maximum, maar nooit meer (bron: inkoopgids DBC’s ggz, te raadplegen op www.cvz.nl). De meeste preventieve interventies op het gebied van de ggz worden niet door de zorgverzekering vergoed. Alleen geïndiceerde preventie van depressie en problematisch alcoholgebruik is verzekerde zorg in het kader van de Zorgverzekeringswet (bronnen: de CVZ-rapporten Van preventie verzekerd (2007), Preventie van depressie: verzekerde zorg? (2008) en Preventie van problematisch alcoholgebruik (2009)). In deze rapporten geeft het CVZ aan wie (doelgroep) voor deze preventie geïndiceerd kan worden en welke interventies (op basis van bepaalde therapeutische principes) voldoen aan de stand van de wetenschap en praktijk. Verder is gesteld dat het gaat om eerstelijnszorg (eerstelijns psychologische zorg (EPZ)). Hiermee is niet gezegd dat ggz-instellingen deze preventieve interventies niet kunnen leveren, maar als zij het wel leveren dan als EPZ (met bijbehorend declaratiesysteem - geen DBC's - en eigen bijdrage). Het zijn overigens de verzekeraars die bepalen met wie zij welke zorg contracteren en die in hun polis aangeven tot welke soort aanbieder hun verzekerden zich dienen te wenden. Het CVZ heeft geen lijst van te verzekeren preventieve interventies op het gebied van depressie en problematisch alcoholgebruik opgesteld. Aan de hand van de rapporten/standpunten kunnen verzekeraars zelf bepalen welke zorg zij ten laste van de zorgverzekering kunnen vergoeden.
Bekostiging uit AWBZ 14
Voor zover het geen zorg betreft die in het kader van de behandeling wordt geboden, wordt de langdurende zorg door de gespecialiseerde ggz vaak betaald uit de AWBZ via het regionale Zorgkantoor. Dit geldt voor de begeleiding van mensen met een CIZ-indicatie op basis van de grondslag psychiatrie en voor opnames (zorg met verblijf) die langer dan een jaar duren. Als er bij een thuiswonende cliënt geen indicatie (meer) is voor behandeling, maar wel voor AWBZbegeleiding dan wordt dit bekostigd uit de AWBZ. Beschermd wonen: verblijf met begeleiding (geen behandeling/ geneeskundige zorg) valt vanaf de eerste dag van opname onder de AWBZ (indicatie: verblijf met begeleiding). De termijn van een jaar is hierbij niet van toepassing. Anders is dit, als er wel sprake is van opname in een ggz-kliniek, dus behandeling (geneeskundige zorg) met verblijf: dan valt het eerste jaar ten laste van de Zvw en daarna is sprake van voortgezet verblijf (verblijf met geneeskundige zorg) dat ten laste van de AWBZ komt. Het Zorgkantoor heeft een regionaal budget voor zorginkoop en dient daarvan AWBZ-zorg in voldoende mate, diversiteit (betekent alle soorten die vallen onder de AWBZ) en kwaliteit in te kopen. Het Zorgkantoor is ervoor verantwoordelijk dat alle cliënten uit die regio de zorg kunnen ontvangen waar ze voor geïndiceerd zijn en dat ze daarbij in principe keus hebben tussen verschillende
14] Zorgverzekeraars hanteren de omschrijving ‘geneeskundige zorg’ in plaats van behandeling en aan behandeling gekoppelde begeleiding. Deze omschrijving wordt hier niet gebruikt omdat de term geneeskundig voor veel mensen alleen wordt geassocieerd met behandeling door artsen.
| 112
zorgverleners. Het Zorgkantoor kan meer doen met het regionale budget door te onderhandelen met aanbieders over de kostprijzen. In principe worden voorafgaand aan het jaar afspraken gemaakt met aanbieders over de omvang en aard van het aanbod dat zij zullen bieden en het budget dat zij daarvoor krijgen. Verschillen tussen de overeengekomen en de gerealiseerde productie worden na afloop van het jaar vastgesteld en verrekend. Te weinig gerealiseerde productie betekent dat het Zorgkantoor terugbetaling van het overschot in het budget zal vorderen. Behalve als daar in de loop van het jaar aanvullende afspraken met het Zorgkantoor over gemaakt zijn, blijft het vooraf overeengekomen budget wel het maximum dat vergoed wordt. De AWBZ kent diverse zorgfuncties, zoals begeleiding, persoonlijke verzorging, verpleging en verblijf. Voor (ambulante) ggz-cliënten gaat het met name om de functie begeleiding. Denk hierbij aan begeleiding die geen deel uitmaakt van een eventuele behandeling. De cliënt wordt op basis van indicatieonderzoek van het CIZ ingedeeld bij een cliëntprofiel met daaraan gekoppeld de zorgfuncties waar hij een beroep op kan doen en een zorgzwaarteklasse. De klasse is bepalend voor het aantal uren of dagdelen dat de cliënt per week of maand zorg kan krijgen vanuit de AWBZ-bekostiging. Het CIZ beoordeelt de cliënt op negen functioneringsgebieden, te weten: 1. sociale zelfredzaamheid 2. bewegen en verplaatsen 3. geheugen- en oriëntatiestoornissen 4. psychisch functioneren (cognitie, emotie, beoordelingsvermogen) 5. gedragsproblemen 6. persoonlijke verzorging 7. huishoudelijk leven 8. vermogen tot maatschappelijke participatie 9. psychisch welbevinden Hulp door een ggz-instelling wordt geïndiceerd voor mensen met een psychiatrische diagnose, die matige tot ernstige beperkingen ondervinden op een of meer van de eerste vijf genoemde functioneringsgebieden. Matig tot ernstig betekent daarbij dat zij zonder begeleiding op die vlakken opgenomen moeten worden in een instelling.
Pakketmaatregel AWBZ Sinds 1 januari 2009 kunnen alleen cliënten worden geïndiceerd voor begeleiding die ernstige of matige beperkingen hebben op de functioneringsgebieden sociale zelfredzaamheid, mobiliteit, geheugen en oriëntatiestoornissen, psychisch functioneren (cognitie, emotie, beoordelingsvermogen), gedragsproblemen. Voor mensen die op basis van de grondslag psychiatrie een beroep doen op de AWBZ vallen hierdoor twee groepen uit de boot: psychiatrisch patiënten in de wereld van de maatschappelijke opvang waarbij het niet lukt om hen te diagnosticeren en mensen met langdurende psychische aandoeningen die voor wat betreft hun klachten stabiel zijn, maar wel moeite hebben met maatschappelijk functioneren (bron: Onderzoek effecten pakketmaatregelen, HHM, 2008). Als er ook geen indicatie is voor begeleiding als onderdeel van behandeling op grond van de zorgverzekeringswet, is men aangewezen op andere vormen van ondersteuning, zoals uit het eigen sociale netwerk of bijvoorbeeld via de voorzieningen die onder de Wmo vallen. Het bieden van ondersteuning op het gebied van maatschappelijke participatie en het zelfstandig voeren van een huishouding heeft zeker een meerwaarde voor de eigen regie en het (maatschappelijk) herstel van mensen met ernstige psychische aandoeningen. Het is een uitdaging om voor hen laagdrempelige ondersteunings-vormen te behouden.
| 113
Bekostiging via decentralisatie-uitkering MO, OGGZ en VZ Met ingang van 1 januari 2009 is de bekostigingssystematiek voor o.a. OGGZ en Verslavingszorg voor alle 43 centrum gemeenten gelijk: zij vallen onder het decentralisatiebudget Maatschappelijke Opvang, OGGZ en Verslaving. Centrum gemeenten gebruiken deze middelen voor het bekostigen van maatschappelijke opvang/daklozenzorg, voor OGGZ-taken en voor zaken die vallen binnen het gemeentelijk verslavingsbeleid: niet geneeskundige verslavingszorg en verslavings preventie (de prestatievelden 7, 8 en 9 van de Wmo). In aanvulling daarop zetten centrumgemeenten meestal ook algemene middelen in voor de realisatie van ambities op deze prestatievelden (bijv. Wmo, WWB, Grote steden beleid). In een aantal regio’s zijn afspraken met de regiogemeenten dat ook deze een bijdrage leveren uit eigen middelen. Deelname van medewerkers van ggz-instellingen aan OGGZ vangnet- of bemoeizorg (signaleren, contactleggen en toeleiden, inclusief de ketensamenwerking die daarbij hoort) wordt meestal uit dit budget bekostigd.
Bekostiging uit gemeentefonds (middelen voor o.a. Wmo) De collectieve preventie in het kader van de GGZ is een taak voor alle gemeenten. Zij hebben hiertoe enige jaren geleden een verhoging van het budget in het gemeentefonds gehad. Naast de geïndiceerde preventie van depressie en alcoholverslaving waarvoor ggz-instellingen via de zorgverzekeringswet betaald worden, nemen ggz-instellingen vaak ook deel in regionale of lokale samenwerking gericht op het bieden van universele preventie of bieden zij preventieactiviteiten aan gericht op risicogroepen. Over de inzet en bekostiging van deze preventieactiviteiten maken gemeenten al dan niet in regionaal verband desgewenst afspraken met ggz-instellingen. Daarnaast bieden ggz-instellingen een aantal producten gericht op het bevorderen en de ondersteuning van participatie in brede zin en van zelfredzaamheid van mensen met psychiatrische beperkingen, die in het verleden via de AWBZ-ondersteunende begeleiding betaald werden. Het gaat om producten die qua doelstelling, het benaderen van de cliënt als burger en de manier van werken (ook inzet van vrijwilligers en met een grote cliëntenbetrokkenheid) aansluiten op de Wmo en het gedachtegoed daarachter. Het is een gemeentelijke verantwoordelijkheid te bewaken dat cliënten voor wie de AWBZ-indicatie wegvalt ook in de toekomst een juiste vorm van ondersteuning kunnen krijgen. Desgewenst kunnen gemeenten daarbij ook een beroep doen op de ggz-instellingen.
Bijdragen van derden Er kan een partij zijn die een (financieel) belang heeft bij snelle en goede zorg voor mensen met psychische aandoeningen of een verslaving of die een bijdrage wil leveren aan de lokale maatschappelijke ondersteuning vanuit de optiek van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Denk bijvoorbeeld aan werkgevers, maar wellicht ook woningcorporaties met veel vastgoed in de gemeente, zorgverzekeraars die veel verzekerden hebben in een bepaalde regio of een particulier fonds. Als het gaat om projectfinanciering zijn ook provinciale subsidieregelingen denkbaar.
Eigen bijdragen Cliënten betalen vaak zelf naar vermogen mee aan de zorg en ondersteuning die ze ontvangen. ZVW, AWBZ en Wmo kennen allemaal eigen bijdragen voor bepaalde voorzieningen.
| 114
Bijlage 3
Afkortingenlijst
ACT:
Assertive Community Treatment
APZ:
Algemene psychiatrische ziekenhuizen
AWBZ:
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
CIZ:
Centrum indicatiestelling zorg
CJG:
Centrum voor Jeugd en Gezin?
CVZ:
College voor zorgverzekeringen
DBC:
Diagnosebehandelcombinatie
EPZ:
Eerstelijns psychologische zorg
GGD:
Gemeentelijke / gemeenschappelijke gezondheidsdienst
Ggz:
Geestelijke gezondheidszorg
KOPP:
Kinderen/jongeren van Ouders met Psychiatrische Problemen
KVO:
Kinderen/jongeren van Verslaafde Ouders
MO:
Maatschappelijke opvang
MMS:
Maatschappelijk steunsysteem
OGGZ:
Openbare geestelijk gezondheidszorg
PGB:
Persoonsgebonden budget
RIAGG:
Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg
RIBW:
Regionale Instelling voor Beschermd Wonen
RIVM:
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
ROC:
Regionaal opleidingencentrum
SCP:
Sociaal en Cultureel Planbureau
VNG:
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
VWS:
(ministerie van) Volksgezondheid, Welzijn en Sport
VZ:
Verslavingszorg
WCPV:
Wet collectieve preventie volksgezondheid
Wmo:
Wet maatschappelijke ondersteuning
WPG:
Wet Publieke Gezondheid
WWB:
Wet Werk en Bijstand
ZVW:
zorgverzekeringswet
| 115
Bijlage 4
Literatuurlijst
CIZ en Hoeksma, Homans & Menting. Onderzoek effecten pakketmaatregelen. Driebergen/Enschede: CIZ en HHM, 2008. Dorsselaer, S. van, Graaf, R. de, Verdurmen, J., Land, H. van 't, Have, M. ten & Vollebergh, W. Trimbos kerncijfers psychische stoornissen – Resultaten van Nemesis. Utrecht: Trimbos-instituut, 2006. Duine, T.J. & Bos, G.J. Preventie van problematisch alcoholgebruik. Diemen: College voor zorgverzekeringen, 2009. GGz Eindhoven en de Kempen. Wmo-krant Psychische problematiek en de Wmo; Informatie van GGzE voor gemeenten en maatschappelijke organisaties. Eindhoven: december 2007. GGZ Nederland. Handreiking Bemoeizorg. Amersfoort: GGZ Nederland, 2004. GGZ Nederland. Naar herstel en gelijkwaardig burgerschap; Visie op de (langdurende) zorg aan mensen met ernstige psychische aandoeningen. Amersfoort: GGZ Nederland, 2009. GGZ Nederland. Zorg op Waarde Geschat, Sectorrapport GGZ 2009. Amersfoort: GGZ Nederland, 2009. GGZ Noord-Holland-Noord. Productenboek 2010 Wmo en lokaal gezondheidsbeleid. Heiloo: GGZ Noord-Holland-Noord, 2009. GGZ Westelijk Noord-Brabant. Productencatalogus maatschappelijke ondersteuning, OGGZ en preventie. Bergen op Zoom: GGZ Westelijk Noord-Brabant, 2007. Klerk, M.M.Y. de (red.). Zorg en wonen voor kwetsbare ouderen; Rapportage ouderen 2004. Den Haag: SCP, 2004. Kroes, M.E., Mastenbroek, C.G., Couwenbergh, B.T.L.E., Eijndhoven, M.J.A. van, Festen, C.C.S. & Rikken, F. Van preventie verzekerd. Diemen: College voor zorgverzekeringen, 2007. Rivierduinen. Productcatalogus WMO Rivierduinen Leiden: Rivierduinen, 2007. Schoemaker, C. (RIVM). Hoeveel mensen hebben psychische problemen? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. http://www.nationaalkompas.nl > Gezondheid en ziekte > Functioneren en kwaliteit van leven > Psychisch functioneren > Psychische gezondheid volwassenen (13 december 2005. Speijer, A.E.R.M. Preventie van depressie: verzekerde zorg? Diemen: College voor zorgverzekeringen, 2008.
| 116
COLOFON Datum Mei 2010 Uitgave GGZ Nederland, april 2010 www.ggznederland.nl Publicatienummer: 2010-360 Tekst MOVISIE Auteur: Anne-Marie van Bergen Copyright GGZ Nederland, Amersfoort Vormgeving Lawine grafisch ontwerp
| 117