Aqua
ERKENNINGSNUMMER: P209940 - AFGIFTEKANTOOR: 2099 ANTWERPEN X - OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2006
DRIEMAANDELIJKS INFORMATIEBLAD VAN AQUAFIN • 2006/4
Alles stroomt... naar de Noordzee
De nadruk op buurtvriendelijk werken Gemeenten kiezen voor technische expertise
Inhoud 4
OESO gematigd positief over Belgische milieuperformantie
6
Haacht en Kampenhout gaven hun rioleringsstelsel in concessie
Het recente OESO-rapport is tegelijk dwingend
aan Aquafin. Toch houden ze zelf de touwtjes in handen, terwijl
en relativerend. Het bevestigt dat een optimalisatie van de waterzuiveringsinfrastructuur nodig is, maar zwakt de vaak gerapporteerde waterstress in België af.
5
Gemeenten kiezen voor technische expertise
ze voor de uitvoering een beroep doen op specialisten.
8
Alles stroomt... naar de Noordzee Hoewel de zuiveringsinfrastructuur in de kuststreek tot de best
Nadruk op buurtvriendelijk werken
uitgebouwde van het land hoort, heeft het kustwater nog regel-
Aquafin maakt de balans op na één jaar
het binnenland.
Foto cover: Jan Locus
verscherpte Minder Hinder-aanpak.
matig te kampen met vervuiling. Die is vooral afkomstig vanuit
2
Kennis uitdragen voor een beter milieu Het milieu blijft wereldwijd een hoog genoteerd
ten en bij de planning en uitvoering van projec-
wachten staat als we niet snel ingrijpen. Van de
totaalpakket onder de vorm van een concessie.
agendapunt. Logisch, want we weten wat ons te OESO kreeg België afgelopen september een gematigd positief rapport, met echter nog heel wat aandachtspunten. De boodschap is meer dan ooit
‘verder uitbouwen en optimaliseren van de rioleringsinfrastructuur’. In Vlaanderen kan Aquafin
met een nieuw optimalisatieprogramma verder werken aan het bovengemeentelijke netwerk.
Maar de grootste uitdaging ligt zoals bekend
in de handen van de steden en gemeenten. De
nieuwe besturen zullen in de komende zes jaren aanzienlijk moeten investeren om de Europese Kaderrichtlijn Water te halen tegen 2015. Aquafin
kan hen helpen bij het bepalen van de prioritei-
ten. Dit kan zowel modulair, in deeltaken, als in Dat de Vlaamse waterzuiverings- en riolerings-
technologie internationale uitstraling geniet, bewijst de recente interesse vanuit Roemenië en China. Op dit ogenblik onderzoekt Aquafin sa-
menwerkingsplannen met beide landen die, zij het om verschillende redenen, problemen hebben met de waterhuishouding. Fundamenteel meewerken aan een schoner milieu door onze kennis uit te dragen over de grenzen heen, is een kans die we niet willen laten liggen. Luc Bossyns
gedelegeerd bestuurder
12 Droge voeten en gezonde beken sluiten elkaar niet uit
Aquafin voert momenteel een onderzoek met meet-
campagnes uit op het rioleringsstelsel van Herent,
om zo een beter inzicht te krijgen in de werking van overstorten.
14 Onder de zeespiegel In dit nummer dwaalt natuurfotograaf Misjel Decleer
langs de vloedlijn van de Noordzee en wordt hij op sleeptouw genomen door een garnaalvisser.
16 Aquafin valt op in het buitenland
De Vlaamse milieukennis staat tot ver buiten de lands-
grenzen hoog aangeschreven. Ook Aquafin’s knowhow wekte de aandacht van Roemenië en China.
3
Aquafin is aantrekkelijk voor investeerders In november ondertekenden Aquafin en Fortis Bank een nieuwe rollende kredietlijn voor 125 miljoen euro. Die garandeert dat
Aquafin snel kapitaal ter beschikking heeft als dat nodig mocht
zijn. De belangstelling onder de banken om in te tekenen was
heel groot. Een gevolg van de verduidelijkte positie van Aquafin
binnen de watersector en de uitstekende ratings die het bedrijf kreeg van het onafhankelijke kantoor Moody’s.
Moody’s Investors Service analyseert wereldwijd de kredietwaardigheid van bedrijven en bepaalt hoeveel risico een investeerder
loopt als hij zou besluiten geld ter beschikking te stellen. Vorig jaar kreeg Aquafin al een Aa1-rating voor zijn leningen op lange
termijn. Dit jaar kende Moody’s ook een P-1 korte termijn rating toe voor het Commercial Paper programma van Aquafin. Het
gaat om de hoogste scores die in België kunnen behaald worden. Mogelijke investeerders kunnen op het oordeel van Moody’s ver-
trouwen, omdat deze organisatie het doen en laten van Aquafin continu volgt.
Foto: Jan Locus
Aqua I 2006/4
OESO gematigd positief over Belgische milieuperformantie De OESO stelde in september een rapport voor dat het Belgische milieubeleid evalueert en specifieke aanbevelingen geeft voor het Vlaamse Gewest.
Het bevestigt de noodzaak van een optimalisatie van de zuiveringsinfrastructuur, maar zwakt de waterstress in België af.
Echte nieuwigheden over het waterbeleid staan er niet in het
rapport. Toch bevat het ook een aantal interessante kanttekenin-
gen. Zo is er bijvoorbeeld een kritische analyse van de cijfers over het duurzame gebruik van het Belgische zoetwater. In alle internationale rapporteringen scoort België voor deze parameter zeer
slecht omdat we jaarlijks 45 % van alle hernieuwbare hoeveelheden verbruiken, waardoor de waterstress in België hoger zou zijn dan in sommige woestijnlanden. Het OESO-rapport relativeert
dit cijfer voor het eerst. Om te beginnen blijkt de Belg dagelijks veel minder water te verbruiken dan de andere Europeanen (gemiddeld 132 liter ten opzichte van een Europees gemiddelde van 301 liter). Bovendien blijkt de gerapporteerde waterstress
vooral veroorzaakt door de grote hoeveelheden koelwater die
de industrie en vooral de elektriciteitsproducenten gebruiken.
4
Aangezien dit koelwater na gebruik terug geloosd wordt in het
oppervlaktewater, rijst de vraag waarom dit water niet gewoon terug meegerekend wordt bij het beschikbare zoete water. De waterstress zou hierdoor meer dan halveren. Foto: Misjel Decleer
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
groepeert 30 landen: de 15 landen van de EU, Hongarije,Tsjechië, IJsland, Noorwegen, Polen, Slowakije, Zwitserland, Turkije, Canada, Mexico, de VS, Japan, Zuid-Korea, Australië en Nieuw-Zeeland. Tot
de werkzaamheden van de organisatie behoren ook milieuaan-
gelegenheden. Op 25 september 2006 besprak een werkgroep een
evaluatierapport over het milieubeleid van België. Het rapport werd opgemaakt door experts van Mexico, IJsland en Duitsland. Ze vertrokken van de Belgische beleidsdocumenten en recente evaluatierapporten.
Gemeentelijk en bovengemeentelijk synchroniseren
De OESO dringt in haar rapport aan op de versnelde uitbouw van de waterzuiveringsinfrastructuur, waarbij meer aandacht zou moeten gaan naar de synchronisatie van de uitbouw van de gemeentelijke en bovengemeentelijke infrastructuur. Tevens pleit
ze voor de verbetering van het bestaande rioleringsnetwerk om
de verdunningsproblematiek van inkomend afvalwater op onze installaties aan te pakken. Ook dient er meer aandacht te gaan naar de uitbouw van de particuliere en de collectieve waterzuivering van het buitengebied.
Investeringen omhoog
Met een verhoging van de zuiveringsgraad voor stedelijk afvalwater van gemiddeld slechts 2% per jaar heeft de OESO het
moeilijk. De economische analyse van de OESO geeft trouwens aan dat België meer kan besteden aan waterzuivering dan het
nu doet. Onze buurlanden Nederland, Duitsland en Frankrijk geven volgens een ander recent OESO-rapport hieraan immers
2 tot 3 keer méér uit (Water: the experience in OESO countries). Vlaams Minister voor Leefmilieu Kris Peeters gaf als commen-
taar op parlementaire vragen hierover dat het OESO-rapport de
investeringen van 2003 evalueerde en dat juist in dat jaar de
investeringen in Aquafin een absoluut dieptepunt bereikten. De investeringsbedragen van de gemeenten en het Vlaamse gewest zijn inmiddels fel toegenomen. De investeringen van Aquafin stegen alvast van 30 miljoen euro in 2003 naar 160 miljoen
euro vandaag. Ook de Brusselse en Waalse gewesten hebben een
•
tandje bij gestoken om versneld werk te maken van de zuivering van hun stedelijk afvalwater.
Aqua I 2006/4
Nadruk op
buurtvriendelijk werken Een jaar geleden nam Aquafin zijn hele Minder Hinder procedure onder handen, om maximale aandacht te kunnen besteden aan omgevings-
vriendelijk werken. Een enorm proces, maar één met voelbare resultaten. Een goede communicatie en een planmatige aanpak kunnen
len ook de informatiedoorstroming tijdens de werken. Ook het
mijdelijk met zich meebrengen. Zowel intern als extern zette
schadegevallen of ongevallen worden mee in de beoordeling op-
veel van de hinder beperken die de werken van Aquafin onver-
Aquafin vorig jaar terug de puntjes op de i voor de bestaande procedures. Waar nodig werden ook nieuwe afspraken gemaakt
om onze projecten met zo min mogelijk hinder voor de buurt uit te voeren.
‘De projectleiders van Aquafin overleggen uitgebreid met de gemeenten vóór en tijdens de uitvoering van een project. Daarin komen een aantal vaste punten aan bod. Er moet bijvoorbeeld al
heel vroeg gepeild worden naar de behoeften van de lokale han-
delaars,’ vertelt Minder Hinder verantwoordelijke Gaby Rappoort. ‘Ook de buurtbewoners moeten uitgebreider geïnformeerd wor-
den, zowel vóór als tijdens de werken. Dat gebeurt meestal in samenspraak met de gemeente. Om een voorbeeld te geven: de
algemene veiligheidsbewustzijn van de aannemer en eventuele genomen. Uiteraard wordt rekening gehouden met het aantal keren dat een aannemer voor Aquafin gewerkt heeft en met de complexiteit van de uitgevoerde werken.’
Ook de volgende jaren zal de Minder Hinder-aanpak van Aquafin nog verder verfijnd worden, op basis van de feedback van pro-
jectpartners en gemeenten, maar ook van buurtbewoners. ‘Sinds juni voeren we in de buurt tevredenheidsonderzoeken uit als de
werken beëindigd zijn. Daar hebben we tot nu toe vooral uit geleerd dat er nood is aan nog meer communicatie en een beter
•
toezicht op de toegankelijkheid en de afwerking van privé-domein,’ besluit Gaby Rappoort.
voorbije 2 maanden heeft Aquafin meer dan 40 informatievergaderingen georganiseerd. Je kan de uitvoering van een project
trouwens opvolgen via de website van Aquafin. Daarvoor ga je naar www.aquafin.be en klik je op ‘werken per gemeente’.’
Award voor beste aannemer
De hinderbeperkende maatregelen moeten ook op het terrein uitgevoerd worden. Daarvoor is een goede samenwerking met
studiebureaus en aannemers onmisbaar. Aquafin wil daarom jaarlijks een award uitreiken aan de aannemer die het meest
omgevingsvriendelijk gewerkt heeft. Voorlopig komen alleen uitvoerders van rioleringswerken in aanmerking, omdat deze werken het meeste hinder voor de omgeving met zich meebrengen. In september 2007 wordt de award voor de eerste keer uit-
gereikt. Het initiatief kan rekenen op de steun van Kris Peeters, minister van Leefmilieu en Openbare Werken.
De basis van de beoordeling voor de award is een enquête die
wordt ingevuld door de toezichter op de bouwplaats, de projectleider van Aquafin, het studiebureau en de projectverantwoordelijken bij de andere betrokken besturen. ‘Daaruit blijkt onder andere in welke mate de aannemer de bestekvoorschriften heeft
nageleefd in verband met hinderbeperking,’ legt Gaby Rappoort uit. ‘Het gaat dan bijvoorbeeld om het gebruik van aangepast
materieel, de toegankelijkheid van de straat voor voetgangers
en fietsers en de signalisatie. De verschillende partijen beoorde-
Verantwoordelijke Minder Hinder Gaby Rappoort bewaakt de procedures, terwijl ombudsman Julien De Mulder (links) bemiddelt tussen het bedrijf en omwonenden bij klachten. De technische kennis van Mark Van Heck (rechts), groepsleider werftoezicht, is voor beide invalshoeken van onschatbare waarde. Foto: Jan Locus
5
Aqua I 2006/4
Gemeenten kiezen voor
technische expertise Er is weeral een jaar voorbij. Dat betekent dat we ook weer een jaar dichter staan bij 2015, Europa’s deadline voor zuiver water in alle beken en rivieren. Heel wat steden en gemeenten zijn op zoek naar een partner om hen te helpen deze zware opdracht te vervullen. In Vlaams-Brabant ondertekenden zowel Haacht als Kampenhout onlangs een concessieovereenkomst met Aquafin. Zo’n samenwerking garandeert hen immers specialistenwerk, terwijl de autonomie van de gemeente gerespecteerd blijft.
6
De beslissing om met Aquafin in zee te gaan, kwam er in Haacht
Geen onbekenden
gemeenten vergeleken de ingediende offertes naar aanbod en
gemeenten. Ook op bovengemeentelijk niveau zijn we vaak part-
en Kampenhout na een officiële marktbevraging. Beide buurprijs, alvorens de knoop door te hakken. ‘Ons sterk technisch on-
derbouwd dossier heeft tot nu toe telkens de doorslag gegeven om voor Aquafin te kiezen. Gemeenten willen de kat niet langer
uit de boom kijken maar willen met zekerheid weten wat hen te doen staat met het oog op Europa,’ zegt Boudewijn Van de Steene, Commercieel Directeur bij Aquafin.
Een stad of gemeente die een concessieovereenkomst ondertekent
met Aquafin, krijgt daar een uitgebreide service voor in de plaats. Uitgangspunt is steeds een langetermijnvisie. Op basis daarvan
werkt Aquafin een plan uit dat alle noodzakelijke projecten naar
beheer en onderhoud, mét de bijhorende budgetten, voor de komende jaren in kaart brengt. Zo’n gedetailleerd financieel plan is on-
misbaar om de kosten te spreiden en de middelen van de gemeente
Natuurlijk is Aquafin geen onbekende voor de Vlaamse steden en
ners. Boudewijn Van de Steene: ‘In die rol maken lokale besturen
dikwijls voor het eerst kennis met onze knowhow en ervaring. Een logische volgende stap is dat ze hier ook voor hun eigen pro-
jecten een beroep op willen doen. Dat merken we aan de almaar groeiende belangstelling voor onze RioTotaal-producten.’
Het RioTotaal-dienstenpakket staat voor de verschillende facetten in de uitbouw en het beheer van het rioleringsstelsel. Een
stad of gemeente kan kiezen of ze voor één of meerdere deeltaken een beroep doet op Aquafin. Met RioHerrekening analy-
seert Aquafin bijvoorbeeld de werking van het huidige stelsel. Knelpunten worden gelokaliseerd en een optimale werking
wordt gesimuleerd aan de hand
‘Gemeenten willen de kat niet langer uit de boom kijken’
zo efficiënt mogelijk in te zetten. En
van computermodellen. Op basis daarvan doet Aquafin voorstellen voor de verbetering en de verdere
uitbouw van het stelsel. RioPro-
hoewel het Aquafin is die de projecten voorstelt, is het in elk geval
ject ondersteunt de gemeente dan weer in alle formaliteiten die
gemeente doet geen afstand van haar rioleringsstelsel, maar blijft er
besteden, gunnen en opleveren van rioleringsprojecten. Verder
de gemeente die beslist welk project wanneer wordt uitgevoerd. De
eigenaar van. Ook de termijn van de concessie is bespreekbaar, maar om een zekere continuïteit te garanderen, is een periode tussen 10 en 20 jaar gangbaar.
komen kijken bij het aanstellen van studiebureaus en van aanzijn er nog modules voor de opmaak van een investeringsplan of
een onderhoudsschema en voor de exploitatie van de gemeentelijke rioleringsinfrastructuur.
Aqua I 2006/4
Een stad of gemeente die een concessieovereenkomst tekent met Aquafin, krijgt daarvoor een uitgebreide service in de plaats.
Aquafin heeft naast het technische van rioleringswerken ook
onderhoud en/of renovatie om grote gevolgschade te voorko-
zijn Minder Hinder-maatregelen grondig herbekeken en uitge-
milieu (overstorten), verkeer (beschadigd wegdek door verzakte
steeds oog voor het maatschappelijk aspect. Vorig jaar heeft het
breid. Het bedrijf acht inmiddels de tijd rijp om op basis van de bovengemeentelijke ervaringen ook voor gemeentelijke projec-
ten advies te geven rond Minder Hinder. Als extra dienstverlening krijgt een stad of gemeente die met Aquafin samenwerkt voort-
men. Tot gevolgschade rekenen we zowel consequenties naar het
riolen) als last voor de omwonenden (ondergelopen kelders). De output van de oefening is dus uiteindelijk een realistisch onderhouds- en renovatieplan voor de gemeente.’
aan dus een concreet voorstel met hinderbeperkende maatrege-
Hades werd het voorbije jaar succesvol toegepast op de Griekse
dan niet te volgen.
gedeelte van Leuven uitgetest. Ivo Boonen: ‘De bevinding is dat
len. Uiteraard staat het de klant ook hier vrij om het voorstel al
Gerenommeerde technieken
Bij het uitvoeren van studieopdrachten kan Aquafin bouwen op enkele internationaal gerenommeerde technieken, zoals bijvoor-
steden Thessaloniki en Athene. In België werd het model op een door deze oefening tot maar liefst 20 % kan bespaard worden aan
vermeden gevolgschade. Een niet onbelangrijk gegeven voor de het gemeentebudget dus.’
beeld Hydroplan. Dat is een methodologie voor het beheer van
Net zoals voor vele andere innovatieprojecten, werkte Aquafin
gisch vlak. Een computermodel geeft aan de hand van een aan-
siteiten en onderzoekscentra. De methodologie kadert trouwens
de gemeentelijke riolering op hydraulisch, structureel en ecolotal in te geven parameters aan wanneer welke rioolstreng moet
onderhouden, gerenoveerd of vernieuwd worden voor een maxi-
male werking. Hades, de nieuwste ontwikkeling van Aquafin, is een vervolg op Hydroplan. Het is een objectieve methode om de kosten van preventief onderhoud af te wegen tegen de kans op schade ten gevolge van niet-onderhouden. ‘Het risico staat in dit model gelijk aan de kost vermeningvuldigd met de kans’, legt
studieverantwoordelijke Ivo Boonen uit. ‘We zoeken met andere
woorden naar het juiste evenwicht tussen voldoende preventief
ook voor de ontwikkeling van Hades samen met Europese univer-
in het Hydroplan EU-concept en de ontwikkeling ervan werd gefinancierd door de Europese Unie. ‘In de waterzuiverings- en
rioleringssector draait Aquafin op Europees niveau mee aan de
top wat betreft innovatie. Juist omdat rioleringsbeheer en riool-
waterzuivering zo’n hot topic is, komen er voortdurend nieuwe, verbeterde technieken op de markt. Wij zijn dan ook trots dat wij
•
als vaste waarde telkens mee aan de wieg kunnen staan’, onderstreept Boudewijn Van de Steene.
7
Aqua I 2006/4
De uitbouw van de infrastructuur voor waterzuivering is begon-
nen aan de kust. In het belang van het strandtoerisme kregen de kustgemeentes al vroeg oog voor de afvoer van hun huishoudelijk afvalwater. Aanvankelijk voerden lange leidingen het
afvalwater enkele honderden meter de zee in, zodat het strand relatief schoon bleef voor de badende toeristen. In 1929 werd
in Knokke de eerste zuiveringsinstallatie in België gebouwd. De
Alles stroomt tweede kwam er eveneens aan de kust, in Nieuwpoort. Na het
toeristische seizoen werden ze gewoon stilgelegd, tot het voorjaar weer de eerste vakantiegangers bracht.
Afgelopen zomer waren er nu en dan weer berichten over vervuiling van het kustwater, vooral na hevig regenweer. Nochtans is de zuiveringsinfrastructuur langs de kust goed uitgebouwd. Een groot deel van de vervuiling is dan ook afkomstig uit het binnenland.
Vanaf de jaren ’60 werd de uitbouw van de waterzuiveringsin-
frastructuur aan de kust meer structureel aangepakt. Eerst door TVZAK, de Tussengemeentelijke Vereniging voor de Zuivering van het Afvalwater van de Kust, maar vooral in de jaren ’70 en ’80 door WZK, de parastatale Waterzuiveringsmaatschappij van het
Kustbekken. Toen Aquafin werd opgericht om de ontbrekende
infrastructuur in heel Vlaanderen versneld uit te bouwen, waren de meeste grote zuiveringsinstallaties aan de kust al gebouwd en de meeste collectoren voor rioolwater naar deze zuiveringsinstallaties aangelegd. Veel van die installaties werden door Aquafin intussen zelfs al gerenoveerd, uitgebreid en aangepast om te voldoen aan de strengste Europese normen.
Koplopers
Dat de strandwaterkwaliteit aan de Belgische kust soms te
wensen overlaat, ligt dus niet aan een gebrek aan zuiveringsinfrastructuur aan de kust. Ook de steden en gemeenten bleven
er verder investeren in de uitbouw van hun rioleringstelsels, waardoor de zuiveringsgraad in de kustgemeenten ondertussen tussen de 92% en 98% ligt. Een score die veel hoger is dan het
gemiddelde in Vlaanderen. De grootste opdracht van Aquafin
ligt er in het onderhoud, de renovatie en de optimalisatie van de bestaande infrastructuur.
Maar waar ligt dan de oorzaak van de piekverontreiniging van het strandwater? Aangezien de rechtstreekse rioollozingen in de zee tot het verleden behoren, kan verontreiniging enkel via de
afwateringspunten van waterlopen en rivieren. De uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur in het binnenland kwam dan ook
later op gang. ‘Afvalwater dat 25 km landinwaarts in de rivieren en kanalen vloeit, bereikt pas enkele dagen later de zee,’ weet
Maarten Everaert, bekkenverantwoordelijke Brugse Polders bij
Aquafin. ‘In het Brugse Polderbekken zijn de pijnpunten bekend.
Aqua I 2006/4
Als het hard geregend heeft, voert de Blankenbergse Vaart dui-
Richting zee
Boudewijnkanaal en het Schipdonkkanaal, ‘In het IJzerbekken
vloed heeft op de strandwaterkwaliteit? ‘Huishoudelijk afval-
delijk meer vervuiling aan. In Zeebrugge is dat het geval voor het
beïnvloedt de waterkwaliteit van het kanaal Gent-Oostende dan
weer in grote mate het kustwater. En in Nieuwpoort stroomt de IJzer in de zee’ vult Dirk Houdenaert, bekkenverantwoordelijke voor de IJzer, aan.
De extra vuilvracht die deze rivieren en kanalen bij regenweer
Hoe komt het dat regenweer in het binnenland zo’n grote inwater bestaat uit een oplosbare en een bezinkbare fractie,’ legt
Maarten Everaert uit. ‘De bezinkbare stoffen zetten zich gedurende een droge periode vast op de waterbodem. Pas bij hevige
regen komen ze los door de toegenomen stroomsnelheid. Ze spoelen dan mee met de watermassa, richting zee.’
aanvoeren, is natuurlijk niet alleen afkomstig van huishoudelijk
Een andere oorzaak is de uitstroom van rioolwater via de nood-
rol. Hoe alle vervuilingsbronnen zich onderling precies verhou-
heid water te groot om alle neerslag onmiddellijk af te voe-
afvalwater. Ook de industrie en de landbouw spelen een grote den, is nu nog niet duidelijk in kaart gebracht. Daar is een taak weggelegd voor de overheid en de nieuwe bekkenbesturen.
overlaten op het rioolstelsel. Bij hevige regenval is de hoeveelren naar een zuiveringsinstallatie. De riolering krijgt dan een debiet te slikken dat honderden keren groter kan zijn dan het
debiet bij droog weer. Dit extra water wordt in eerste instantie gestockeerd in de rioleringen zelf. Om wateroverlast te vermij-
9
Foto: Misjel Decleer
... naar de Noordzee
Aqua I 2006/4
den zodra het maximale peil bereikt is, moet het teveel aan wa-
een vermindering van de overstorten op de jachthaven van Blan-
waterloop in de buurt. Dat mengsel van regenwater en afvalwa-
en de infrastructuur van Aquafin, kan er nu 3000 m3 water extra
ter via zogenaamde overstorten geëvacueerd worden naar een
ter heeft wel een impact op de waterlopen. Het aantal lozingen moet dus zoveel mogelijk worden beperkt. Daarvoor moet er een
voldoende grote bergingscapaciteit zijn in het rioolstelsel en een voldoende afvoercapaciteit naar een zuiveringsinstallatie.
De overstortconstructies of noodoverlopen op het stelsel, worden in principe ontworpen om maximum 7 of 10 dagen per jaar
te werken. Op de bestaande stelsels voert Aquafin hydronautstudies uit om de pijnpunten in kaart te brengen. Als een pro-
bleem niet onmiddellijk kan worden aangepakt, doet Aquafin
projectvoorstellen aan de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), met de vraag om deze op te nemen op het rollend meerjaren-
programma voor de optimalisatie van de bovengemeentelijke infrastructuur. ‘Als er bijvoorbeeld onvoldoende bergingscapaciteit is op een bestaande riolering, kan er op termijn, na goedkeu-
ring van de VMM, extra capaciteit worden bijgebouwd aan de overstort,’ verklaart Maarten Everaert. ‘In de omgeving van het
kanaal tussen Brugge en Oostende alleen al, zijn er meer dan
100 overstorten op de bovengemeentelijke infrastructuur. En
daarbij komen nog alle overstorten op het gemeentelijk stelsel, die mee de waterkwaliteit beïnvloeden.’ Op dit moment bouwt
de VMM overigens een meetnet uit om de meest kritische over10
kenberge. Via een optimalisatie van de gemeentelijke riolering in de bestaande riolering gestockeerd worden.’
Minder water in de riool
De werking van de overstorten kan ook fel verminderen door regenwater van het rioolstelsel af te koppelen. Bij aanleg van
nieuwe rioleringen bekijken zowel de gemeenten als Aquafin hoe regen- en afvalwater zoveel mogelijk gescheiden kunnen
worden. Zo heeft bijvoorbeeld de gemeente Ichtegem de Engel-
beek van het rioolstelsel afgekoppeld, tegelijk met de uitvoering
van een project van Aquafin. ‘In stedelijke centra, zoals in Brugge
en Oostende, is dat niet zo evident,’ legt Dirk Houdenaert uit. ‘De vroegere waterlopen zijn er vaak ingeschakeld in het rioleringsstelsel, waardoor er weinig mogelijkheden zijn voor een
gescheiden afvoer van regenwater. Om dat probleem op te lossen, moeten er nieuwe collectoren voor afvalwater worden aangelegd, terwijl de bestaande collectoren behouden blijven voor
de afvoer van regenwater. Dergelijke projecten zijn al ontworpen voor Bredene en Ichtegem. Aquafin onderzoekt momenteel ook de mogelijkheden voor de stad Oostende en een deel van De
Haan. Ook voor Assebroek (Brugge), Zuienkerke en Blankenberge worden soortgelijke studies opgemaakt.’
storten in kaart te kunnen brengen.
Optimalisering en sanering
Een structurele oplossing voor een probleem vraagt vaak om
ringsinstallaties kunnen worden verbeterd. Dirk Houdenaert:
een samenwerking met de gemeente. Maarten Everaert: ‘Een pijnpunt dat we bijvoorbeeld gezamenlijk aangepakt hebben, is
Op een aantal locaties zou de doorvoercapaciteit naar de zuive‘Aquafin heeft de uitbreiding van de verwerkingscapaciteit van
RWZI Wulpen voorgesteld aan de VMM. Een hydraulische uit-
breiding van deze installatie, zou een enorme impact hebben op de overstortfrequenties en -volumes op het Langgeleed en
de havengeul van Nieuwpoort. De renovatie van RWZI Adinkerke is ondertussen wel al op het programma opgenomen.’
Verder moet de aansluiting van de resterende kleinere woon-
kernen op de zuiveringsinfrastructuur ook nog voor verbetering van het kustwater zorgen. De grootste waterzuiveringsinstalla-
tie die nog moet gebouwd worden achter de kustlijn, is er één voor 6000 inwoners van Koekelare. In Jabbeke wordt nu ook vol-
op gewerkt aan de aansluiting van de deelgemeente Snellegem. Bovendien zal de RWZI Jabbeke op termijn nog verder uitgebreid worden. Er zijn ook enkele kleinschalige zuiveringsinstallaties
voorzien, zoals voor de landelijke woonkernen van Moere, Stalhille en Vlissegem.
Om in het binnenland tot dezelfde hoge zuiveringsgraad te ko-
men als langs de kuststrook, zijn nog extra inspanningen nodig. Ook het afvalwater van de woningen die verder van de woonkern
•
liggen, moet verder aangepakt worden. Hier ligt een belangrijke uitdaging, vooral voor de steden en gemeenten. Een goede werking van de pompstations aan de kust is cruciaal voor de kwaliteit van het strandwater. Foto: Misjel Decleer
Aqua I 2006/4
11
Foto: Misjel Decleer
Nieuwe Europese Zwemwaterrichtlijn Op 24 maart 2006 werd de nieuwe Zwemwaterrichtlijn van
wateren. De normen voor kustwater zullen tweemaal strenger
omgezet. De oude Zwemwaterrichtlijn vervalt pas eind 2014,
den aangevuld met een visuele inspectie (teer, rubber, olie) en
kracht. Ze moet binnen de twee jaar in Vlaams recht worden aangezien de nieuwe stapsgewijze wordt ingevoerd. De richtlijn
past in de Kaderrichtlijn Water en versterkt de Nitraatrichtlijn en
de Richtlijn Stedelijk afvalwater. Deze laatste bevat immers een bepaling waarbij voor de dimensionering van rioolwaterzuiveringsinstallaties rekening moet gehouden worden met de toe-
name van de belasting tijdens het toeristische seizoen. De nietnaleving van deze bepaling is een veel voorkomende oorzaak van de bacteriologische verontreiniging van het zwemwater.
In 2008 zal er voor het eerst een bemonsteringsprogramma volgens de nieuwe richtlijn worden opgemaakt. De nieuwe richtlijn geeft aan hoe de monsternames, analyses en evaluaties moeten
gebeuren. Er zullen twee bacteriologische indicatoren opgevolgd
worden. Deze twee geven de best beschikbare koppeling tussen de fecale verontreiniging en gezondheidseffecten in recreatieve
zijn dan voor zoetwater. De microbiologische parameters wor-
indien nodig een onderzoek naar de woekering van macroalgen, fytoplankton en cyanobacteriën.
De zwemwaterkwaliteit wordt in een reeks van 4 jaren beoordeeld. De score gaat van slecht naar aanvaardbaar tot goed of
uitstekend. Een eerste officiële indeling van onze zwemwaters volgt na het badseizoen 2015. Ter bescherming van de volksgezondheid zal dit voor gekende “slechte” zwemwaters nu al gebeuren op basis van historische gegevens. Tegen eind 2015 moet
alle zwemwater minstens een aanvaardbare waterkwaliteit
hebben. Bovendien moeten er actieplannen komen om de kwaliteit van zwemwaters te verbeteren. Een slechte beoordeling 5 jaar na elkaar of een niet haalbaar geacht verbeteringstraject van een slecht zwemwater betekent immers een permanent zwemverbod.
Aqua I 2006/4
Droge voeten & gezonde beken sluiten elkaar niet uit
Als het rioolstelsel te vol geraakt, wordt het teveel aan water als
noodoplossing in een waterloop geloosd. Dat mag natuurlijk niet te vaak gebeuren. Onderzoek op gevoelige locaties moet het inzicht in de dynamiek van een rioolstelsel vergroten.
Als het hard regent en de riolen zich snel vullen, komt het water
moet ons leren om de samenhang tussen alle factoren beter te
sen in de riolering werden daarom overstortconstructies ge-
richtlijn Water, die bepaalt dat tegen 2015 alle oppervlaktewater
gelukkig niet zomaar op straat te staan. Op welbepaalde plaatbouwd, een soort noodoverlopen waarlangs het teveel aan wa-
ter weg kan stromen. Zo blijft de afvoer van water verzekerd en kan worden vermeden dat het op ongewenste plaatsen uit de ri-
olen loopt, of in kelders binnenstroomt via de huisaansluitingen. Dat systeem heeft ook een keerzijde natuurlijk. Het afvalwater 12
dat uit de riool overstort is wel verdund met regenwater, maar verontreinigt toch in zekere mate de ontvangende waterloop. Impact op de beek
‘De code van goede praktijk bepaalt dat een overstort zeven tot
tien keer per jaar mag werken,’ verklaart studieverantwoorde-
begrijpen. Daarmee anticiperen we ook op de Europese kader-
van goede kwaliteit moet zijn. Om aan die richtlijn te voldoen is
het dus niet voldoende om de overstortfrequentie te beperken. We moeten een zicht krijgen op alle elementen die de kwaliteit
van het oppervlaktewater beïnvloeden, onder andere de hoe-
veelheid en de samenstelling van overgestort rioolwater.’ Hoe
vaak een overstort werkt, is nog vrij nauwkeurig te meten. Hoe groot het debiet is dat uit de riool loopt en wat de samenstelling van het rioolwater is, valt veel moeilijker te achterhalen. Ook het
gedrag van het rioolwater tijdens het transport in het stelsel is niet zomaar te voorspellen.
lijke Ludwig Buts. ‘Maar een overstort die twee keer per jaar erg
Het debiet van het huishoudelijk afvalwater in de riool evolu-
dan een overstort die twintig keer per jaar werkt, maar dan korte
en één ’s avonds. De samenstelling gedurende een typedag is
vervuild water loost, kan een groter effect hebben op een beek
tijd weinig vervuild water uitstoot. Onderzoek op rioolstelsels
eert mee met de spitsuren in elk gezin: er is een piek ’s ochtends meestal ongeveer hetzelfde. De invloed van regenwater op het
rioolwater is meer veranderlijk. ‘Dat komt omdat ook sedimen-
ten als zand en leem mee de riool in spoelen,’ weet Ludwig Buts. ‘De impact van de vervuiling die zich vastzet op zand of leem, is minder voorspelbaar. Deze sedimenten kunnen namelijk bezinken en zich vastzetten op bijvoorbeeld scheuren in de riool of
barsten in inspectieputten. Een bui zal een deel verplaatsen, en
een volgende misschien weer. Als het lang niet geregend heeft, zullen de sedimenten grotendeels in de riool blijven zitten. Als het dan plots hard regent en de overstort op de riool in werking
treedt, is de impact van het rioolwater op het beekwater natuurlijk groter dan wanneer het al dagenlang nat weer is.’ Modellen voeden
Sinds 2004 voert de afdeling Onderzoek en Productontwikke-
ling een intensieve studie uit van het rioolstelsel van Herent. Er worden een viertal overstorten en kritische punten bemeten. ‘We houden in de overstorten informatie bij over de waterhoogte, de
graad van troebelheid, de temperatuur en de geleidbaarheid,’ Meten in de riool is een hele uitdaging. Door de impact van het vuil en zand moeten de gebruikte toestellen heel robuust en zelfreinigend zijn. Foto: Jan Locus
vertelt Ludwig Buts. ‘Deze parameters zijn continu meetbaar,
Aqua I 2006/4
In Herent, een deel van het zuiveringsgebied Leuven, zijn sinds 2004 een viertal overstortlocaties uitgerust met meetinstrumenten. Ludwig Buts en Geert Dirckx analyseren de meetgegevens om het model van het rioleringsstelsel verder te verfijnen. Foto: Jan Locus
in tegenstelling tot de klassieke afvalwaterparameters die een
hydrodynamische modellen, maar in de toekomst willen we
elke nacht via gsm doorgestuurd naar een centrale computer in
kunnen rekenen,’ verklaart Ludwig Buts. ‘De werking van over-
staalnamecampagne vereisen. De verzamelde gegevens worden het hoofdkantoor van Aquafin. De data afkomstig van de overstorten worden verder aangevuld met informatie over de werking van de pompstations, debietsmetingen in het rioolstelsel en
neerslaggegevens. Zo willen we een beter begrip krijgen van de dynamiek van een rioolstelsel tijdens droog weer en regenweer.’
De meetcampagne loopt nog te kort om grote conclusies te kunnen trekken. ‘Wel werd al snel duidelijk welke overstorten veel en welke weinig werken,’ duidt Ludwig Buts. ‘We merken ook dat
overstorten niet alleen werken bij hevige regenbuien, maar ook
werken met conceptuele modellen, die tot honderd keer sneller storten kan vaak beperkt worden door ingrepen op het stelsel
zelf. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om stukken stelsel te scheiden, of om meer berging te voorzien. Soms blijkt een overstortconstructie ook niet echt noodzakelijk en kan ze gewoon toe gemaakt worden. Om de impact op de natuur te verminderen van het water dat toch overstort, zijn er ook maatregelen buiten het
stelsel mogelijk. Zo kan er een bufferbekken of een nazuivering
worden gebouwd, om ervoor te zorgen dat het rioolwater niet te snel of toch properder naar de beek loopt.’
kunnen veroorzaakt worden door bijvoorbeeld verstoppingen in
Ook veelbelovend is het onderzoek dat Aquafin voert naar de
landschap en de geringe helling van de rioleringen, treedt er in
Vlaanderen. Daarbij wordt het rioolstelsel van op afstand ge-
het stelsel. Snel ingrijpen is daar de boodschap. Door ons vlakke onze stelsels bovendien vaak terugstroming van water op. Tijdens hevige stormen stijgt het water in het stelsel, waardoor er dan opwaarts een overstort in werking treedt.’
Met de meetgegevens van Herent kan het bestaande hydraulische model van het stelsel verder worden verfijnd. ‘Om het aan-
tal keren dat er rioolwater overstort te verminderen, doen we
verschillende simulaties, waarin we telkens mogelijke scenario’s met elkaar vergelijken. Momenteel gebruiken we gedetailleerde
mogelijkheden voor ‘real time control’ van het rioolstelsel in
volgd en gestuurd, bijvoorbeeld door pompen aan te schakelen of kleppen te sluiten als het debiet in de riool op een bepaald punt te groot wordt. Ook op die manier kan de werking van over-
•
storten worden gereduceerd. Daarop komen we terug in een volgend nummer.
13
Aqua I 2006/4
Onder de zeespiegel Tekst en fotografie: Misjel Decleer
Op een grauwe novembermorgen lijkt de zee me inderdaad koude soep. Ze is grauw door de weerspiegeling van het grijze wolkendek en door het gruis van zand en klei dat opwoelt in de branding. Bij laagtij verraadt die soep echter een wirwar van zeeleven.
Paardenanemoon
14 ‘k Heb er het getijenboekje op nagepluist en dat geeft laagtij om
8.23 uur. De zon is al even boven de horizon. Ik besluit om nu de golfbreker, palend aan de pier van Oostende, af te lopen zover ik kan. De grote brokken balzalt die tot voor enkele jaren nog volledig door wieren waren overgroeid, liggen er nu over een grote
zone naakt bij. Vele tientallen patella’s staan er verspreid op de
gladde stenen. Het zijn stevige kegelvormige schelpen, die grazen op groen- en roodwieren en meewerken aan het voorkomen van zeesla en darmwier. Tot voor enkele jaren waren ze zo goed als
verdwenen. Nu liggen de lege, ruwe hoedjes met hun gladde binnenkant op de vloedlijn weer voor het rapen. Ze delen hun leefge-
bied met de bolle, spiraalvormige alikruiken waarvan zo’n zestal
Kleine Pieterman
spleten van de golfbrekers of tussen de mosselkolonies hangen
Een losse brok beton, overgroeid door Japanse oesters en gekerf-
paardenanemonen.
grond voor mijn aquarium. Wanneer ik het blok optil, ontdek ik
soorten in wisselende aantallen voor onze kust voorkomen. In de
slijmerige bruinrode aanhangsels met een tepelvormig einde:
Japanse inwijkelingen
Op een klodder mosselen poogt een strandkrab zijjlings te ontsnappen aan mijn blik. Haar bruin dekschildpatroon met contrasterende witte banden en vlekken valt echter te veel op. Het getande schild dat naar de staart toe versmalt, onderscheidt
haar van de Japanse penseelkrab, een recente inwijkeling die
stormenderhand onze kust heeft ingepalmd en op veel plaatsen de strandkrab heeft verdrongen.
de zeepokken, trekt mijn aandacht. Een mooie en goede achter-
aan de onderkant een echte kolonie harige porceleinkrabbetjes, nauweljks een centimeter groot, zeer plat en uitstekend geca-
moufleerd, met naar verhouding zeer grote scharen. Ze vallen pas op wanneer ze langzaam in beweging komen, terwijl ze met lange sprietvormige antennes de omgeving aftasten. Ik vind er nog
tientallen onder andere stenen. Maar ook geschubde zeerupsen, pissebedden, slibanemoontjes, een groene bladkieuwworm, en-
kele kolonies slibkokerwormen, rood- en purperwieren en enkele soorten zeepokken passeren de revue.
Aqua I 2006/4
Zeepaddestoel
15 Wie de zee wil fotograferen, haalt onvermijdelijk een nat pak.
krabben, grondels, pladijsjes, tongen, mesheften en nonnetjes,
in contact brengt met een garnaalvisser. Ik wil meteen meevaren,
dolven, smelten en pietermannetjes), komt de buit in manden
Enkele dagen later is het zover, wanneer reder Willy Versluys me maar mijn gebrek aan geduld komen me duur te staan. Als ik bij zonsondergang aanmonster in Zeebrugge, na een zonovergoten dag, kijkt de visser me met gefronste wenkbrauwen aan. ‘Veel
kwel en een stevige noordwester !’ ‘Maar ’t ziet er zo schitterend
uit ?!’ ‘Ok, we zullen met een kraantje je spullen aan boord hijsen’ Enkele minuten later ben ik gelaarsd en geolied en wordt het anker gelicht. In de haven en beschut tussen de kademuren glijdt
de boot zachtjes door het water. Eens ’t zeegat in begint alles te
zeekatten, pitvissen, harnasmannetjes, zeedonderpadden, slak-
terecht. Ze wordt meteen gezouten en gekookt tot ze mooi roze gaat kleuren. Mijn interesse gaat vooral uit naar de volle emmers bijvangst. Enkele soorten probeer ik in leven te houden voor mijn
aquarium. De rest kieper ik zo vlug mogelijk overboord, in de hoop dat ze het er levend afbrengen. IJdele hoop, zo blijkt. Veel soorten zijn stressgevoelig en de meesten hebben te lang samengedrukt gezeten in de netten.
rollen en te stampen als een stuurloze dobber op wild water.
Van wat er uiteindelijk levensvatbaar is, wordt het leeuwenaan-
Niet voor consumptie
tientallen de boot volgen. Ze prederen hier bijna uitsluitend op
Aan zo’n 12 knopen per uur stevent de boot richting Oostende. Zodra de boot zo’n 9 mijl uit de kust is, worden de beide korren
overboord gehesen. Zo’n anderhalf uur wordt er gesleept en dan worden de kabels ingerold. Een fors gevuld net wordt aan boord
gehesen en uitgekieperd. Duizenden zwemkrabben kruipen door
elkaar, terwijl vissen tevergeefse zwembewegingen uitvoeren
deel weggegrist door de kleine mantelmeeuwen die met vele vissersboten om hun maag te vullen of hun jongen groot te
brengen. Het was me tijdens de zomer al opgevallen dat de kleine mantelmeeuwen, die massaal broeden in de voorhaven, hun jongen voornamelijk voerden met bodemvissen. Ze overleven dus bij gratie van een onvoldoende selectieve vangst.
met lichaam, staart of vinnen.
Wanneer ik ‘s ochtends de steile trap langs de kade opklim en
Wat me opvalt, is dat het overgrote gedeelte van de vangst niet
De zee was al wat in mijn benen gekropen. Goe volk, maar foto-
voor consumptie bestemd is. Via een ingenieus systeem van
trommels die de garnalen filteren van de bijvangst (slangsterren,
weer vaste grond onder de voeten voel, begin ik even te duizelen.
•
grafie is toch meer mijn ding.
Aqua I 2006/4
Aquafin valt op in het buitenland Minister van Leefmilieu Kris Peeters benadrukte onlangs dat Vlaanderen meer moet uitpakken met zijn milieutechnologie in het buitenland. Aquafin viel alvast op tijdens missies in Roemenië en China.
aanbestedingsdocumenten, zijn enkele vaardigheden die Aquafin de Roemenen kan aanbieden. De onderhandelingen voor de
overeenkomst zijn in een eindfase en genieten de volle steun van minister Peeters.
China
Ook de economische missie vorig jaar in China, onder leiding van Vlaams minister van Buitenlandse handel Fientje Moerman en
Minister-president Yves Leterme, leverde Aquafin ondertussen opportuniteiten op. Tijdens de missie van oktober 2006, zijn een aan-
tal gesprekken gevoerd met de regio Hebei, om er methodologieën van zonering, masterplan en hergebruik van afvalwater te imple-
menteren. De concrete voorstellen die nu worden opgemaakt, zullen door onze partner in Hebei geïntroduceerd worden bij het
regionale bestuur, om financiële ondersteuning te ontvangen.
Samen met minister Kris Peeters namen Aquafin en enkele an-
dere Vlaamse milieubedrijven en overheidsinstellingen midden
november deel aan het tweede Roemeens-Vlaamse seminarie. Kandidaat EU-lidstaat Roemenië heeft nog steeds problemen om zijn saneringsinfrastructuur overeen te stemmen met de Europese normen. Omdat de Vlaamse milieukennis in het bui-
tenland hoog aangeschreven staat, participeert Aquafin in een
Naar aanleiding van het Creativity World Forum in Gent, bracht
een delegatie van Qingdao, een Chinese provincie aan de Gele Zee met ongeveer 7,5 miljoen inwoners, recent een bezoek aan
België. Op het forum ondertekende de afgevaardigde WU Tiejung, samen met minister Fientje Moerman een ‘Memoran-
dum of understanding’, dat de toetreding bevestigt van de Chinese provincie tot een samenwerkingsverband van verschillende regio’s op het vlak van creativiteit en innovatie. De delegatie bezocht ook enkele installaties van Aquafin.
internationale projectgroep, geleid door Ecolas, om een contract
Qingdao ligt in een economisch bloeiende regio, maar kampt
meense ambtenaren. Een goede projectplanning opstellen, be-
te maken, wil het kennis en ervaring uitwisselen met Aquafin.
binnen te halen voor een 13 maanden durende training van Roeoordelen en prioriteren van projectvoorstellen en evalueren van
met een tekort aan water. Om een duurzame groei mogelijk De provincie is vooral geïnteresseerd in de toepassing van membraantechnologie voor verdergaande zuivering en in het hergebruik van gezuiverd afvalwater.
Met een klik op de werf
Colofon
U kan de uitvoering van de
Verantwoordelijke uitgever: Luc Bossyns, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar
opvolgen via www.aquafin.be,
Noodnummer (buiten werkuren): 0800 16 603
rioleringsprojecten van Aquafin onder ‘werken per gemeente’.
Vormgeving: Van Looveren & Gobert_11-06
Ombudsman van Aquafin: tel. 0472 450 450, e-mail:
[email protected] Aquafin NV, tel. 03 450 45 11, fax 03 458 30 20, e-mail:
[email protected], www.aquafin.be Gratis abonnement op schriftelijke aanvraag.
Aqua wordt gedrukt op milieuvriendelijk papier (Arctic The Volume).
16
Gedelegeerd bestuurder Luc Bossyns en Commercieel directeur Boudewijn Van De Steene stelden Aquafin voor aan de Roemeense minister van Milieu.