Houd uw cholesterol in de gaten!
Alles over de aandoening, de oorzaak en de behandelingsmogelijkheden van cholesterol. Grijp deze kans, het gaat om uw gezondheid!
INHOUD Inleiding
5
Wat is cholesterol?
6
Goede cholesterol en slechte cholesterol
8
Bloedvetwaarden en waarom deze regelmatig moeten worden gemeten
9
Risico van slagaderverkalking: Dichtslibbende bloedvaten
12
Belangrijke doodsoorzaak: Hart- en vaatziekten
14
Risicofactoren - een ongeluk komt zelden alleen
17
Cholesterol onder controle krijgen
18
Rust roest: regelmatig bewegen dus!
26
Geneesmiddelen tegen te hoge cholesterol
29
Checklist cholesterol
34
Checklist risicofactoren
35
Woordenlijst
36
Adres Sandoz
38
3
Deze informatie wordt u aangeboden door:
www.sandoz.be
4
INLEIDING Beste patiënt, "Uw cholesterolspiegel is te hoog!" Uw arts heeft bij u de diagnose 'vetstofwisselingsstoornis' gesteld en u ter behandeling geneesmiddelen voorgeschreven. Waarom moet dit behandeld worden? "Het doet toch geen pijn!", zult u misschien denken. En wat is cholesterol eigenlijk? Cholesterol is op zich geen gevaarlijke stof. Integendeel: de stof is van levensbelang voor ons. Bij gezonde voeding en voldoende beweging reguleert ons lichaam de vet- en cholesterolstofwisseling zelf. Als echter met de voeding jarenlang te veel vet en cholesterol wordt opgenomen, moet met gezondheidsschade rekening worden gehouden. Een verhoogde cholesterolspiegel is één van de belangrijkste risicofactoren voor hart- en vaatziekten, die ook vandaag de dag in België nog een belangrijke doodsoorzaak zijn. Door een gezonde en cholesterolbewuste levensstijl kan u mede ervoor zorgen dat de behandeling een succes wordt. Dat gaat des te beter naarmate u meer over de aandoening, de oorzaken en de behandelingsmogelijkheden weet. Deze brochure is bedoeld om hieraan een kleine bijdrage te leveren. Grijp deze kans, het gaat om uw gezondheid! Een goed resultaat toegewenst met uw behandeling! Vanwege het Sandoz-team
5
WAT IS CHOLESTEROL?
Essentiële bouwsteen Cholesterol - de naam is afkomstig uit het Grieks en betekent 'gal' (Grieks: chole) en 'vast' (Grieks: stereos) - behoort tot de basisstoffen van het menselijk organisme en is een bestanddeel van alle menselijke weefsels. De vetachtige stof komt in nagenoeg alle weefsels van het lichaam voor en is een onmisbare basisbouwsteen bij verschillende stofwisselingsprocessen. Cholesterol speelt een belangrijke rol als: 4 Bestanddeel van de celwand 4 Uitgangsstof voor de opbouw van: 4 galzuren (zonder welke de vertering van bepaalde voedingsmiddelen niet functioneert) 4 vitamine D (nodig voor de opbouw van het bot) 4 verschillende hormonen (zoals oestrogeen en testosteron)
Bronnen: lichaamseigen productie en dierlijke vetten Om ervoor te zorgen dat deze essentiële stof altijd in voldoende hoeveelheden voorhanden is, produceert ons lichaam cholesterol voor het grootste gedeelte zelf. Per dag gaat het hierbij om één tot twee gram, wat de behoefte van het lichaam ook bij een volledig cholesterolvrij dieet dekt. De belangrijkste productieplaats en tegelijk ook de grootste opslagplaats van cholesterol in het lichaam is de lever. Een groot deel van de cholesterol wordt in de lever in galzuren omgezet. Deze komen via de galblaas in de darm terecht en spelen daar een belangrijke rol bij de vertering van de opgenomen vetten. Afgezien van de lichaamseigen productie nemen we ook cholesterol via de voeding op. Hier bevindt de stof zich in voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong, zoals boter, vetrijke worstsoorten en ingewanden.
6
Naast cholesterol spelen ook triglyceriden ('neutrale vetten') een belangrijke rol bij de vetstofwisseling. Deze worden eveneens in de lever gesynthetiseerd of met de voeding opgenomen.Triglyceriden vervullen in het lichaam een belangrijke functie als leverancier en opslagplaats (vetdepots) van energie en als basisbouwsteen voor celbestanddelen, enzymen en hormonen. Transport in het lichaam door lipoproteïnen Cholesterol is een vetachtige stof en is primair niet oplosbaar in bloed. Om toch via het bloed in de verschillende cellen terecht te komen die cholesterol verderverwerken, zijn dragerstoffen nodig. Daarom wordt cholesterol in wateroplosbare eiwitomhulsels verpakt, de zogenoemde apoproteïnen. Door de combinatie van apoproteïne en vet (lipide) ontstaan de wateroplosbare lipoproteïnen, die in de lever worden gevormd en cholesterol via de bloedvaten naar de lichaamscellen transporteren. (afb. 1). Op basis van hun dichtheid wordt onderscheid gemaakt tussen lipoproteïnen met lage dichtheid (Engels: Low Density Lipoprotein = LDL) en met hoge dichtheid (Engels: High Density Lipoprotein = HDL).
Lever - Voornaamste productieplaats van cholesterol Extra cholesterol uit de voeding Transport terug van overtollige cholesterol naar de lever (als HDL)
Lichaamscellen
Transport van cholesterol naar de lichaamscellen (als LDL) Cholesterol LDL HDL
Afbeelding 1:Transport van cholesterol in het lichaam
7
GOEDE CHOLESTEROL & SLECHTE CHOLESTEROL
LDL, de “ slechte ” cholesteroltransporteur LDL brengt cholesterol naar de verschillende organen van het lichaam, waar het via speciale opnameplaatsen (de zogenoemde receptoren) de cellen wordt binnengesluisd. Wanneer het cholesterolaanbod groter is dan de opnamecapaciteit van de cel, kan LDL tegen de vaatwanden worden afgezet. Na verloop van tijd wordt het vat steeds nauwer en ontstaat er slagaderverkalking (atherosclerose). Dit is één van de belangrijkste risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Daarom dient de concentratie LDLcholesterol in het bloed zo laag mogelijk te zijn. HDL, de “ goede ” cholesteroltransporteur HDL's zijn daarentegen nuttige cholesteroltransporteurs. Ze nemen overtollige cholesterol uit de lichaamscellen en het bloed op en brengen dit naar de lever terug. HDL kan ook cholesterol oplossen dat zich reeds aan de vaatwanden heeft vastgezet. Daarmee levert de stof een essentiële bijdrage aan de preventie van vaatverkalking.Vandaar dat geldt: hoe meer HDL, hoe beter.
8
BLOEDVETWAARDEN EN WAAROM DEZE REGELMATIG MOETEN WORDEN GEMETEN Zijn uw bloedvetten verhoogd? U kan in eerste instantie uw totale cholesterol laten meten. In feite wordt dit aangeraden bij elke volwassene (elke 5 jaar) en is het zelfs absoluut noodzakelijk voor de evaluatie van het risico op slagaderverkalking.Voor de bepaling van de totale cholesterol hoeft u niet nuchter te zijn. Indien de totale cholesterol hoger ligt dan 200 mg/ dl, kan een volledige bloedanalyse worden aangevraagd. Aangezien sommige bloedvetten echter wel verhoogd kunnen zijn na een maaltijd mag men om nauwkeurige resultaten te verkrijgen ongeveer twaalf uur van te voren niets hebben gegeten. In het bloed worden de volgende vetten gemeten: 4 Totale cholesterol 4 LDL-cholesterol (of berekend via een formule) 4 HDL-cholesterol 4 Triglyceriden
De waarden worden meestal aangegeven in milligram per deciliter (mg/dl; 1 deciliter = 100 milliliter).
De hoeveelheid van de bloedvetten is afhankelijk van verschillende risicofactoren zoals leeftijd, geslacht, roken, te hoge bloeddruk, suikerziekte. Bij de evaluatie van uw risico op hart- en vaatziekten wordt zowel met de waarde van de bloedvetten als met de aanwezige risicofactoren rekening gehouden. Concreet, bij een risico op hart- en vaatziekten van meer dan 20 % , berekend op 10 jaar (via speciale kaarten), worden eerst dieetmaatregelen en lichaamsbeweging aangeraden. Indien er na 3 maanden niet voldoende verandering is opgetreden, worden geneesmiddelen toegediend om de bloedvetten te doen dalen (Tabel 1). Indien u echter al een infarct of angina pectoris (hevige pijn in de borst) heeft meegemaakt, wordt aangeraden de behandeling tegelijk met dieetmaatregelen in te stellen. Daarbij wordt gestreefd naar de waarden weergegeven in Tabel 1. Deze bloedvetwaarden zijn gebaseerd op de resultaten van verschillende grote onderzoeken met grote aantallen patiënten. Hieruit bleek dat een verhoogde cholesterolspiegel een belangrijke risicofactor is voor hart- en vaatziekten (coronaire hartziekte, hartinfarct) en beroertes.
9
Totale cholesterol < 190 mg/dl LDL-cholesterol < 115 mg/dl HDL-cholesterol > 40 mg/dl Triglyceriden < 180 mg/dl Tabel 1: Streefwaarden van de bloedvetten bij mensen die cholesterolverlagende geneesmiddelen innemen
Meer risicofactoren? Wanneer er bij u sprake is van verschillende risicofactoren die tegelijk voorkomen zoals hoge bloeddruk, roken, suikerziekte of overgewicht of als u of een lid van uw familie lijdt aan hart- of vaatziekten, gaat het risico nog verder omhoog. Daarom zal uw arts in dit geval nog meer proberen om de streefwaarden van de bloedvetten te bereiken. Hierbij is het bijzonder belangrijk dat de LDL-cholesterol wordt verlaagd, om de slagaderverkalking niet verder te versnellen.
10
Wanneer uw cholesterol te hoog is Wanneer bij het eerste onderzoek verhoogde cholesterolwaarden zijn vastgesteld, zal de arts voor de zekerheid de waarden nog een- of tweemaal controleren. Als de concentraties dan nog steeds te hoog zijn, spreekt men van hypercholesterolemie, wat vertaald zo veel betekent als 'te veel cholesterol in het bloed'. Tot de meest voorkomende oorzaken hiervan behoren: 4 4 4 4 4 4
vet- en cholesterolrijke voeding verminderde schildklierfunctie slecht behandeldesuikerziekte (diabetes mellitus) chronische leveraandoeningen erfelijke (zogenoemde 'familiale') hypercholesterolemie gebruik van verschillende geneesmiddelen zoals hormonale voorbehoedsmiddelen (bv. « de pil ») en vochtafdrijvende geneesmiddelen (diuretica)
Bij de zeldzame familiale hypercholesterolemie kunnen de lichaamscellen slechts zeer weinig cholesterol uit het bloed opnemen. De oorzaak daarvan is een tekort aan LDL-receptoren waaraan de LDL-transportcellen zich binden en de cholesterol zo aan de lichaamscellen afgeven. Dit leidt tot extreem hoge hoeveelheden cholesterol in het bloed en zodoende tot ernstige slagaderverkalking. Hierdoor krijgen de betrokkenen reeds op jongere leeftijd een hartinfarct.
11
RISICO VAN SLAGADERVERKALKING: DICHTSLIBBENDE BLOEDVATEN Te veel cholesterol doet geen pijn Verhoogde cholesterolspiegels in het bloed veroorzaken geen klachten, doen geen pijn en zijn dus ook niet gevaarlijk.Toch? Helaas is dit een verkeerde conclusie, want een jarenlang overschot aan cholesterol leidt via slagaderverkalking tot ernstige complicaties. Atherosclerose: van afzetting tot afsluiting Afzettingen van overtollige cholesterol en andere stoffen (zogenoemde plaques) beschadigen de vaatwand. Dit geldt vooral voor de wand van slagaders, waarin het zuurstofrijke bloed van het hart naar de organen wordt getransporteerd. Hierdoor worden verschillende complexe processen op gang gebracht die er na verloop van tijd toe leiden dat de oorspronkelijk elastische slagader hard wordt en verkalkt (afb. 2).
Vaatwand Vaatlumen Bloedlichaampjes Plaques
Afbeelding 2: Ontwikkeling van artherosclerose in het vat 12
Dit proces - in vaktaal 'atherosclerose' (athero = Grieks voor slijm, stijfsel; skleros = Grieks voor 'hart') vindt niet van de ene op de andere dag plaats, maar voltrekt zich sluipend over een periode van vele jaren. Dit proces begint reeds op jonge leeftijd! Hoe meer LDL-cholesterol zich afzet en de slagaders vernauwt, des te slechter worden de organen van bloed en daarmee van zuurstof en andere voedingsstoffen voorzien. Dit proces schrijdt steeds verder voort, totdat de slagader volledig afgesloten is en het betreffende lichaamsweefsel niet meer van bloed wordt voorzien. Het betrokken orgaan 'weigert nu dienst' en de gevolgen kunnen - afhankelijk van hoe belangrijk het orgaan voor het lichaam is - levensbedreigend zijn. De plaques kunnen ook 'barsten'. In dit geval ontstaat er op deze plaats een bloedprop die het bloedvat compleet of gedeeltelijk afsluit.
13
BELANGRIJKE DOODSOORZAAK : HART - EN VAATZIEKTEN Bijzonder kwetsbaar: de kransslagaders Het hart wordt via drie grote slagaders van bloed voorzien, die de hartspier kransvormig omsluiten. De doorsnede van deze kransslagaders (ook wel coronairen of coronairarteriën genoemd) bedraagt slechts enkele millimeters, zodat bij bijkomende vernauwing door atherosclerose de bloedvoorziening van de hartspier in gevaar wordt gebracht. De patiënt lijdt dan aan coronaire hartziekte (CHZ). CHZ kan symptoomloos zijn, zich openbaren als pijn op de borst (angina pectoris) of in het ernstigste geval tot een hartinfarct leiden. Waarschuwingssignaal angina pectoris In rusttoestand zal de betrokken persoon van de vernauwde coronairen aanvankelijk niets merken. Bij lichamelijke inspanning (dit kan al bij trappen lopen het geval zijn) moet het hart echter meer bloed door de kransslagaders pompen, terwijl het voor deze arbeid niet genoeg zuurstofhoudend bloed krijgt toegevoerd. Er ontstaat dan de typische doffe pijn in het midden van de borstkas, die naar schouders, armen en rug kan uitstralen en vaak met een hevig angstgevoel gepaard gaat. Deze aanvallen van angina pectoris duren meestal slechts enkele minuten en verdwijnen weer in rust.
14
Het eindigt met een hartinfarct of beroerte Vergelijkbare klachten worden door een hartinfarct veroorzaakt. Hierbij is het zuurstoftekort in een spiergebied van het hart zo groot dat het weefsel afsterft en het hart aan pompkracht verliest. Hoe groter het gebied is dat door de ontoereikende bloedvoorziening afsterft, des te uitgebreider is het infarct en des te groter is het gevaar voor de betrokkene (afb. 3). De oorzaak hiervan is de maximale vernauwing van een coronairvat door atherosclerose of (wezenlijk vaker) de afsluiting van de vernauwing door een bloedprop (thrombus). Wanneer het kapsel van een cholesterolafzetting (de plaque) slechts dun is, kan dit gemakkelijk inscheuren. Men spreekt dan van een zogenoemde instabiele plaque. Bij het inscheuren van het dunne kapsel komt het vethoudende materiaal in het bloed terecht en vormt zich binnen enkele seconden een dikke bloedprop die het vat afsluit.
Thrombus Plaque
Kransslagader Infarctgebied
Afbeelding 3: Ontstaan van een hartinfarct 15
Een vergelijkbaar lot kan ook voor de hersenen zijn weggelegd. Wanneer bloedvaten van de hersenen verstopt raken, sterft het weefsel dat geen bloed toegevoerd krijgt af, hetgeen leidt tot een herseninfarct of een beroerte.Wanneer door atherosclerotische veranderingen de beenaders zijn vernauwd, kunnen ook de benen worden aangetast. Bij beweging krijgen de benen niet meer genoeg zuurstof, zodat men reeds na enkele meters vanwege de pijn stil moet staan en moet uitrusten totdat men weer verder kan. Men spreekt daarom ook wel van de 'etalageziekte'. In het ernstigste geval is de schade aan de huid en aan het spierweefsel zo groot dat het been moet worden geamputeerd. Belangrijke doodsoorzaak Atherosclerose is hierdoor de hoofdoorzaak van hart- en vaatziekten, die in België en de Westerse industrielanden nog steeds een belangrijke doodsoorzaak zijn. En één van de belangrijkste risicofactoren voor athero-sclerose is een jarenlang 'teveel' aan cholesterol. Hoe meer cholesterol, hoe groter het gevaar Dit geldt met name voor de coronaire hartziekte. Dit kon bij verschillende grote onderzoeken indrukwekkend worden aangetoond. Hierbij bleek dat het optreden van aandoeningen aan de kransslagaders en de daardoor veroorzaakte complicaties met de hoeveelheid cholesterol in het bloed samenhangt. Met andere woorden: hoe hoger de hoeveelheid totale cholesterol (met name de concentratie LDL-cholesterol) en hoe lager de waarden voor beschermend HDL, des te groter het risico van coronaire problemen.
16
RISICOFACTOREN EEN ONGELUK KOMT ZELDEN ALLEEN Vaak meerdere risicofactoren tegelijk Naast verhoogde cholesterolspiegels zijn er nog andere belangrijke risicofactoren voor het ontwikkelen van artherosclerose en hart- en vaatziekten. Hiertoe behoren: 4 4 4 4 4
verhoogde bloeddruk roken overgewicht suikerziekte (diabetes mellitus) gebrek aan beweging
Een jarenlang verhoogde bloeddruk beschadigt op lange termijn de bloedvaten en bespoedigt daardoor de ontwikkeling van atherosclerose. Daarnaast moet het hart vanwege de verhoogde druk continu overwerken. Ook nicotine en koolmonoxide in sigarettenrook hebben een zeer ongunstig effect op de vaten, ze beschadigen de binnenwand van de slagaders en bevorderen de vetafzetting in de vaatwand. Dit laatste geldt eveneens voor een constant verhoogde bloedsuikerspiegel bij diabetes mellitus, die de binnenlaag van de kleine bloedvaten beschadigt en de afzetting van vet- en kalksubstanties in de vaatwand (de atherosclerose) versnelt. Bij overgewicht moet het hart een grotere pompprestatie leveren. Daarnaast komt de overvoeding meestal door een verhoogde opname van vet en suiker tot stand. Het gevolg is dan een verhoging van de bloedvetwaarden met de bekende consequenties. Vaak zijn deze risicofactoren met elkaar gecombineerd, hetgeen de mate van atherosclerose en de daaruit resulterende hart- en vaatziekten alleen maar verergert. Zo hebben veel suikerzieken vaak overgewicht en hebben ze een te hoge bloeddruk en verhoogde cholesterolwaarden. Daarom geldt dat terugdringing en/of behandeling van de verschillende risicofactoren de beste voorzorgsmaatregel is.
17
CHOLESTEROL ONDER CONTROLE KRIJGEN
Wat kan ik zelf doen? Het volgende staat dus vast: verhoogde bloedvetwaarden (met name een verhoogde hoeveelheid totale cholesterol en een hoge hoeveelheid LDL-cholesterol) bevorderen de ontwikkeling van atherosclerose en verhogen daardoor het risico op levensbedreigende hart- en vaataandoeningen. Om dit gevaar te beperken, moet dus de cholesterolspiegel worden verlaagd. De belangrijkste bijdrage daaraan levert u zelf. Hierbij komt een consequente en duurzame verandering van leef- en voedingsgewoonten op de eerste plaats. Hierbij is het volgende belangrijk: 4 cholesterolarme, uitgebalanceerde voeding 4 regelmatige beweging 4 terugdringing van bijkomende risicofactoren: 4 overgewicht verminderen 4 bloeddruk verlagen 4 stoppen met roken 4 regelmatige controle van: 4 cholesterolwaarden 4 bloeddruk 4 bloedsuiker Dit gaat zeker niet van vandaag op morgen. Neem er de tijd voor en stel - liefst met uw behandelende arts - een 'programma' op waarmee u de veranderingen in uw dagelijks leven inbouwt.Wanneer het in het begin moeilijk is om het gebraden varkensvlees met sappige korst te laten staan, denkt u maar aan het volgende: een lage cholesterolspiegel is één van de beste levensverzekeringen!
18
Allereerst: gezonde voeding De eerste stap bij de behandeling van verhoogde cholesterolspiegels is het omzetten van uw dieet in gezonde cholesterolbewuste voeding. Hierdoor verlaagt u niet alleen uw bloedvetspiegel, maar normaliseert u tegelijk ook de bloedsuikerwaarden en de bloeddruk en verliest u overgewicht. Bovendien zult u al snel merken dat deze gezonde kost ook goed smaakt. De basisregels zijn gemakkelijk te onthouden en in praktijk te brengen: 4 4 4 4
minder cholesterol minder vet minder suiker meer ballaststoffen
19
Twee keer zo veel cholesterol als nodig is Internationaal wordt aanbevolen per dag hoogstens 300 mg cholesterol op te nemen. Feitelijk consumeren we echter ongeveer het dubbele, namelijk ongeveer 600 mg. Dit is te wijten aan de relatief hoge consumptie van vetrijke en daardoor tegelijk cholesterolhoudende levensmiddelen zoals eieren, boter, kaas en room. Maar ook schaaldieren zoals zeekreeft en krab bevatten veel cholesterol. Niet alle vetten zijn hetzelfde Voedingsvetten zijn een wezenlijk bestanddeel van onze voeding en voorzien het lichaam van 4 energie 4 vetoplosbare vitaminen 4 essentiële vetzuren
Er wordt op basis van de oorsprong onderscheid gemaakt tussen plantaardige vetten (zoals olijf- en zonnebloemolie, kokosvet of margarine) en dierlijke vetten (zoals boter of ganzenvet).Alle vetten, of ze nu van plantaardige of dierlijke oorsprong zijn, hebben dezelfde structuur: ze bestaan altijd uit een glycerinemolecule waaraan drie vetzuuresters zijn gekoppeld.
20
Vetzuren bestaan uit zuurstof, waterstof en een keten van koolstofatomen die qua lengte verschilt. Afhankelijk van het aantal waterstofatomen dat aan een koolstofatoom is gekoppeld, spreekt men van verzadigde (alle bindingen zijn met waterstofatomen bezet) of enkelvoudig danwel meervoudig onverzadigde vetzuren.Verzadigde vetzuren verminderen het aantal LDL-receptoren op de levercel, zodat de lever minder LDL-cholesterol uit het bloed kan opnemen. Het gevolg hiervan is dat de concentratie LDL-cholesterol in het bloed stijgt. Enkelvoudig onverzadigde vetzuren zijn neutraal tot licht cholesterolverlagend en meervoudig onverzadigde vetzuren zorgen voor een toename van het aantal LDL-receptoren waardoor ze de LDL-cholesterol verlagen. In principe kan ieder vet de drie soorten vetzuren bevatten, alleen in verschillende hoeveelheden. Zo is het aandeel aan 'slechte' verzadigde vetzuren in vetten van dierlijke oorsprong hoog, terwijl plantaardige vetten daarentegen bijzonder veel 'goede' enkel- en meervoudig onverzadigde vetzuren bevatten.Of een voedingsvet rijk aan verzadigde vetzuren is, is overigens ook aan de consistentie te zien. Over het algemeen geldt: hoe harder een voedingsvet uit de koelkast komt, des te hoger is het gehalte aan verzadigde vetzuren. Hoe zachter het is, des te meer onverzadigde vetzuren het bevat. Het gebruik van “cholesterol-verlagende” margarines op de boterham is aangeraden bij patiënten met te hoge cholesterol. Deze bevatten plantensterolen of –stanolesters die de opname van de cholesterol sterk kunnen verhinderen.
21
Internationale en Belgische aanbevelingen in verband met voeding Er zijn in feite 4 basisregels: 1. De calorieënaanvoer verminderen om het gewicht op peil te brengen, maar wel met behoud van gevarieerde voeding. 2. Het aandeel van de vetten verlagen tot 30 % of minder van de totale calorieënaanvoer met:
a.Verzadigde vetten: 7 à 10 % (en minder dan 7 % in een volgende fase) b. Poly-onverzadigde vetten: 3 à 7 % c. Mono-onverzadigde vetten: tot 15 % En niet meer dan 300 mg cholesterol per dag (of 200 mg cholesterol per dag in een volgende fase)
3. Het aandeel van de koolhydraten verhogen tot 55 % of meer van de totale calorieënaanvoer, met voorkeur voor complexe koolhydraten. De proteïnen zullen tot 15 à 10% van de voeding uitmaken. 4. Alcohol- en zoutverbruik matigen.
(Volgens de AHA- en Belgische richtlijnen (2000))
22
Hoe dagelijks een gezondere voeding benutten? Het is gekend dat er in het gebied rond de Middellandse Zee minder hart-en vaatziekten voorkomen. Traditioneel vormt olijfolie daar de belangrijkste bron van vetten.Tevens worden veel fruit en groenten, meer vis en minder vlees en dierlijke vetten verbruikt. Om onze Belgische voeding wat aan te passen aan de voeding van het mediterrane gebied, zal men vooral de volgende voedingsstoffen aanpassen: MEER: -
groenten (rauw en bereid) fruit graanproducten peulvruchten (bonen, linzen ...) oliehoudende vruchten (noten, ...) gefermenteerde melkproducten (yoghurt)
MINDER
-
vleeswaren gerechten met veel saus boter, room frituurbereidingen (frieten, kroketten) - gebak, snoep - gesuikerde frisdrank
In Tabel 2 wordt weergegeven hoe dagdagelijks een gezonde voeding kan worden samengesteld.
23
PRODUCTEN
BEPERKT VERBRUIK
VLEES
Vet vlees: Varkens-, schapen- en rundsvlees, varkensgehakt. Orgaanvlees, hersenen, nieren, lever, zwezeriken. Bereide vleeswaren: Worsten, salami, terrines, mousses, rillettes, spek, vleespasteien.
VIS
Elke bereiding van vis in blik of gegarneerde visbereiding.
EIEREN
Eierdooiers.
MELKPRODUCTEN
Room, gecondenseerde melk, koffieroom, slagroom. Bereidingen op basis van volle melk (pap, flan, pudding).
KAZEN
Alle vette kazen.
FRUIT EN GROENTEN
Vruchten op siroop, geconfijt fruit, vruchten op alcohol. Pinda’s. Met saus of boter klaargemaakte groenten.
SOEPEN
Vette bouillon, roomsoepen, gebonden soepen, soep in blik.
BROOD EN GRAANPRODUCTEN
Rozijnenkoeken, chocoladekoeken, boterkoeken, croissants, suikerbrood, kramiek, industrieel bereide deegwaren.
AARDAPPELEN
Friet, kroketten, aardappelballetjes, chips, gebakken aardappelen, gratin dauphinois, puree met veel boter.
ZOETWAREN EN SNOEPGOED
Chocolade, choco, pralines, met volle melk bereid ijs, snoep met chocolade, marsepein.
GEBAK
Alle gebak dat bereid of gevuld is met slagroom, boter, chocolade of marsepein. Gebak dat bereid is met eierdooiers of gewone vetten, banketbakkersroom. Blader- of zanddeeg, chocoladekoekjes.
VETTEN
Boter, reuzel, margarine, bak- en braadboter, bakmargarine. Light boter. Cholesterolarme en gedeeltelijke ontvette boter. Dierlijke vetten, geharde plantaardige vetten, kokosolie en palmolie.
DRANKEN
Aperitieven, likeuren, sterke drank, gezouten groentensap, gezoet fruitsap.
KRUIDEN
Zout en kruidenmengsels die zout bevatten (bv. selderiezout).
Tabel 2: Geschikte en ongeschikte voedingsmiddelen bij cholesterolbewuste voeding (overgenomen uit de Belgian Lipid Club, 1999, 3de editie)) 24
AANBEVOLEN VERBRUIK
OPMERKINGEN OF HOEVEELHEDEN
Mager vlees: Kalfs-, paarden-, en mager rundsvlees (bv. steak) varkenshaas, varkensribstuk, kalkoenfilet. Wild en gevogelte (vel en vet verwijderen). Magere ham, kalkoenham, rookvlees, rundergehakt.
Wissel zo vaak mogelijk af en verwijder het zichtbare vet.
Verse of diepvriesvis natuur. Alle magere en halfvette vis (tong, pladijs, kabeljauw, tonijn, schelvis, zalm, forel, karper, baars). Vette vis (paling, makreel, haring, ansjovis, sardines, heilbot, zeebrasem, tarbot, pollak).
Vervang 2 tot 3 maal per week het vlees door gepocheerde, geroosterde, in de oven of in de papillotten bereide vis (geen gefrituurde). Hoewel mosselen, oesters, rivierkreeftjes, sintjacobsschelpen, kaviaar, kreeft, langousten en garnalen veel cholesterol bevatten, zijn ze waarschijnlijk niet atherogeen.
Bak het vlees zonder vetstoffen.
Maximum 3 eieren per week (bereidingen inbegrepen). Magere melk, halfvolle melk, geconcentreerde halfvolle melk, karnemelk, magere yoghurt, mager melkpoeder, yoghurt natuur. Bereidingen op basis van halfvolle melk (pap, flan, pudding, sausen enz.). Platte kaas en magere smeltkazen, magere kaas (minder dan 25% vetstoffen op het droog gewicht). Vers of diepgevroren fruit, fruitsap (vers of in tetrapak). Gepocheerd of gedroogd fruit, noten, fruit in blik op fruitsap of water. Verse of diepvriesgroenten, gedroogde groenten, groentensap, groenten in blik natuur.
Het is aanbevolen om bij elke maaltijd vers fruit en verse en gekookte groenten te eten.
Magere bouillon, vetarme bouillonblokjes, verse en diepgevroren groentensoep.
Ontvet de bouillon door hem te laten afkoelen en dan het gestolde vet eraf te scheppen.
Volkorenbrood, bruin brood, wit brood, havervlokken, cornflakes. Volle rijst, natuurlijke deegwaren, couscous. Gestoomde of in de pel gekookte aardappelen, puree. Bereidingen met toegelaten oliën of margarine voor speciale voeding. Honing, confituur, gelei, en siroop met mate. Light confituren. Peperkoek, droge koekjes, schuimgebak. Gebak dat bereid is met eiwit en met de toegelaten oliën of margarine voor speciale voeding, taart met gerezen deeg met een vulling van vers fruit, caketaart. Vetten met een goed gehalte mono-onverzadigde vetzuren en een laag gehalte verzadigde vetzuren bijvoorbeeld. Minarines. Safloerolie, zonnebloemolie, sojaolie, koolzaad-olie, maar ook de mono-onverzadigde oliën (arachide- of olijfolie). Koffie, thee, mineraal water, vers fruit- of groentensap.
Gebak moet hoedanook een uitzondering blijven als men gezond wil eten.
Klassiek gebruik, zowel koud als warm (max. 185°C). Matig gebruik van alcoholhoudende dranken, wijn en bier.
Verse tuinkruiden, kruidenmengsels zonder zout. Aromaten.
BIJ EEN TE HOOG TRIGLYCERIDENGEHALTE
• Stelselmatig snel resorbeerbare suikers, zoals die in chocolade, gebak, koekjes, snoepgoed, roomijs en suikerhoudende dranken (limonade, fruitsap, cola,...) vermijden. Daarentegen mag de patiënt wel met mate deegwaren, rijst, aardappelen en vers fruit eten. • Alcoholhoudende dranken moeten verboden worden.
25
RUST ROEST: REGELMATIG BEWEGEN DUS! Het is bewezen: sport en beweging kunnen de vetstofwisseling in belangrijke mate beïnvloeden. Zo blijkt uit verschillende onderzoeken dat door regelmatige training van het uithoudingsvermogen (duurtraining) de 'goede' HDL-cholesterol kan worden verhoogd en de 'slechte' LDL-cholesterol kan worden verlaagd. De oorzaak hiervan is gelegen in het gunstige effect op verschillende enzymen die voor de afbraak van lipoproteïnen verantwoordelijk zijn. Bovendien zorgt sport voor een geestelijk evenwicht en helpt het de bloeddruk te verlagen en overgewicht te verliezen. Om de vetstofwisseling werkelijk te verbeteren dient het energieverbruik door lichamelijke activiteit per week met minstens 1.000 kilocalorieën (kcal) te worden verhoogd (optimaal is 2.000 kcal/week). Dit moet natuurlijk niet aan één stuk gebeuren. Het beste is in totaal 3 x 30 minuten per week. Trap in plaats van lift Niet iedereen kan echter van vandaag op morgen de fitness-studio in of iedere dag een uur gaan joggen. Met blaren op de voeten zou u uw goede voornemens al snel weer kwijtraken. Gun uzelf tijd bij het aanpassen van uw bewegingspatroon en voer uw lichamelijke activiteiten langzaam op. U kunt het beste beginnen met uw dagelijkse bezigheden (tabel 3): 4 Neem de trap in plaats van de lift of de roltrap 4 Stap een bushalte eerder uit of parkeer uw auto niet direct voor de deur en loop het laatste stuk 4 Doe kleine boodschappen met de fiets of lopend
26
Verbruik 150 kcal in minuten Autowassen
45-60
Fietsen (8 km)
30
Ramenwassen
45-60
Dansen
30
Stofzuigen
45-60
Bladeren harken
30
Volleyballen
45
Touwtjesspringen
15
Tuinieren
30-45
Sneeuw scheppen
15
35
Trappenlopen
35
Wandelen
(2,8 km)
Tabel 3: Activiteiten met een verbruik van 150 kcal
Uithoudingssporten hebben de voorkeur Bij de volgende stap zou u de tijd kunnen meten die u nodig hebt om naar het postkantoor of de supermarkt te gaan en deze vervolgens langzaam proberen te verbeteren. U kunt dan met een licht wandel- of hardloopprogramma beginnen dat u steeds een beetje opvoert. Ook zwemmen, fietsen, langlaufen en roeien zijn geschikte uithoudingssporten . Voor welke vorm van beweging u ook kiest, er gelden altijd drie basisregels: 4 Niet minder dan 30 minuten training achter elkaar 4 Liever langzamer en langer dan sneller en korter 4 Geen maximale belasting: geadviseerde inspanningspols niet overschrijden Dit laatste controleert u door uw pols te meten: Als vuistregel voor de inspanningspols geldt: 220 minus uw leeftijd en hiervan 75%.
27
Om ervoor te zorgen dat uw hart en bloedsomloop zo lang mogelijk kunnen 'genieten' van de lichamelijke activiteit, volgen hier een paar tips en trucs. Misschien werkt het als een stok achter de deur als u bijvoorbeeld regelmatig met een partner traint. Bespreek het trainingsschema met uw huisarts Train regelmatig en op bepaalde tijdstippen Zorg voor trainingspartners Train niet met een volle maag, wacht tot minstens twee uur na het eten 4 Train niet iedere dag, neem een tot twee dagen rust om te herstellen 4 Zorg dat u tijdens het trainen genoeg drinkt 4 4 4 4
Andere risicofactoren uitschakelen Met de juiste voeding en sport brengt u niet alleen uw cholesterolspiegel weer op peil. Tegelijk bestrijdt u ook op effectieve wijze andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten zoals een hoge bloeddruk/bloedsuiker en overgewicht. Om vast te stellen of deze maatregelen voldoende zijn, moet u de waarden regelmatig door uw arts laten controleren. Het enige wat er dan nog aan ontbreekt, is dat u stopt met roken en (indien u daar last van hebt) zorgt voor minder stress. Dan hebt u zelf alles gedaan om uw vetstofwisselingsstoornis onder controle te krijgen.
28
GENEESMIDDELEN TEGEN TE HOGE CHOLESTEROL Als lichaamsbeweging en dieet niet helpen Als ondanks consequente verandering van het voedingspatroon en lichaamsbeweging uw cholesterolwaarden (en dan vooral de 'slechte' LDL) niet binnen het normale bereik liggen, kan uw arts u bij uw inspanningen helpen door u cholesterolverlagende geneesmiddelen voor te schrijven.Voor een optimaal resultaat is het belangrijk dat u ondanks deze geneesmiddelen uw cholesterolbewuste levensstijl handhaaft! Welke geneesmiddelen zijn er ? Tegenwoordig beschikken we over een hele reeks goed onderzochte geneesmiddelen die een verhoogde cholesterolspiegel effectief en op goed te verdragen wijze verlagen. Ze worden samen aangeduid als 'lipidenverlagers' (Gr. lipos = vet). Tot de belangrijkste lipidenverlagende geneesmiddelen behoren de zogenoemde cholesterolsyntheseremmers. Deze blokkeren de vorming (synthese) van cholesterol in de lever door een daarbij benodigd enzym te remmen.
29
Ter compensatie komt het (om de cholesterolbehoefte te dekken) tot een toename van de LDL-receptoren in de lichaamscellen. Daarmee kan meer LDL-cholesterol vanuit het bloed in de cel worden gebracht, zodat de cholesterolspiegel in het bloed daalt. Hierdoor wordt voorkomen dat de atherosclerose zich verder ontwikkelt. Middelen uit de groep van remmers van de cholseterolsynthese herkent u aan de uitgang 'statine' (bijvoorbeeld simvastatine of pravastatine). Ze worden daarom ook wel samen met de groepsnaam 'statines' aangeduid. Dit is de groep geneesmiddelen met de sterkste lipidenverlagende eigenschappen. Naast de statines kunnen ook fibraten bij de behandeling van een vetstofwisselingsstoornis worden gebruikt. Fibraten verlagen vooral verhoogde concentraties triglyceriden in het bloed. Dit zijn andere belangrijke vetstoffen die bij het ontstaan van slagaderverkalking een rol kunnen spelen. Statines verlagen de LDL en maken plaques stabiel Verschillende grote onderzoeken met veel patiënten tonen aan dat statines in de praktijk betrouwbaar zijn en het risico op hart- en vaatziekten aanzienlijk kunnen verlagen. Zo zorgen statines voor een duidelijke vermindering van de totale cholesterol en de LDL-cholesterol en reduceren ze daarmee het risico van kransslagaderverkalking of een beroerte significant. Het vermoeden bestaat tegenwoordig dat statines niet alleen LDL verlagen, maar ook instabiele plaques stabieler maken. Deze kunnen dan nauwelijks nog inscheuren waardoor er geen gevaarlijke bloedproppen meer kunnen worden gevormd.
30
Ook op lange termijn goed verdraagbaar Een behandeling met een lipidenverlager is een permanente behandeling. Zodra men namelijk stopt met het geneesmiddel gaan de cholesterolwaarden weer omhoog en daarmee ook het risico op een hartinfarct of beroerte. Statines zijn over het algemeen goed te verdragen en kunnen (bij regelmatige controle door de arts) ook gedurende vele jaren worden geslikt. Niet bang zijn voor statines Als patiënt met een vetstofwisselingstoornis zult u waarschijnlijk de verontrustende berichten rond het cholesterolverlagende geneesmiddel van een grote geneesmiddelenfabrikant (vooral in de VS) hebben gevolgd. Het preparaat - een statine met de werkzame stof cerivastatine - werd in augustus 2001 uit de handel genomen nadat er in zeer zeldzame gevallen ernstige bijwerkingen bij het spierstelsel (soms met dodelijke afloop) waren opgetreden. Het risico scheen duidelijk hoger te zijn wanneer cerivastatine met andere cholesterolverlagende middelen werd gecombineerd die niet tot de groep van de statines behoren. Het geneesmiddel dat in combinatie werd gebruikt, is niet op de markt in België (gemfibrozil).
31
Wat betekent dit voor u als patiënt die een statine voorgeschreven heeft gekregen? Allereerst moet u goed beseffen dat niet alle statines hetzelfde zijn. Bij de keuze van het geschikte geneesmiddel spelen de volgende factoren een rol: 4 Hoe goed is het betreffende statine onderzocht? 4 Hoe sterk verlaagt het middel de LDL-cholesterol? 4 Hoe goed is het te verdragen?
32
Over enkele statines die voor een deel reeds lang op de markt zijn (zoals simvastatine of pravastatine) zijn zeer uitgebreide klinische gegevens uit verschillende studies beschikbaar die aantonen dat de middelen bij langdurig gebruik werkzaam en verdraagbaar zijn. Er is dus geen reden tot paniek. Uw arts zal u voordat u met de statinebehandeling begint, uitgebreid onderzoeken en pas een lipidenverlagend geneesmiddel voorschrijven als u het na afweging van uw persoonlijke risicofactoren zelf noodzakelijk acht. Daarnaast wordt u grondig geïnformeerd over de werking en de mogelijke bijwerkingen. Aarzel niet om vragen te stellen als er iets onduidelijk is.
33
CHECKLIST CHOLESTEROL Waarop moet u letten ? 4 Gezonde, uitgebalanceerde voeding 4 minder dierlijke vetten, daardoor minder verzadigde vetzuren en cholesterol 4 meer vetarme voedingsmiddelen 4 meer plantaardige vetten en voedingsmiddelen met enkelvoudig en meervoudig onverzadigde vetzuren 4 meer ballaststoffen 4 minder suiker 4 Regelmatige beweging 4 Andere risicofactoren uitschakelen 4 bloeddruk verlagen (streefwaarde onder 130/85 mmHg) 4 bloedsuiker verlagen (streefwaarde -nuchteronder 110 mg/dl) 4 overgewicht verminderen (streefwaarde BMI onder 25) 4 stoppen met roken 4 Cholesterolverlagende geneesmiddelen regelmatig en volgens aanwijzingen van uw arts innemen 4 Controle-afspraken nakomen
34
CHECKLIST RISICOFACTOREN Hoe hoog is uw risico op atherosclerose ? 4 4 4 4 4 4 4 4
heeft u verhoogde LDL-cholesterolwaarden ('slechte' cholesterol) heeft u lage HDL-cholesterolwaarden ('goede' cholesterol) heeft u verhoogde totale cholesterol waarden? heeft u een verhoogde bloeddruk? bent u diabeet (lijdt u aan suikerziekte)? rookt u? heeft u overgewicht? heeft een familielid van de eerste graad (ouders, broer/zus, kinderen) voor het 60e levensjaar een hartinfarct gehad?
Wanneer u meer dan één van de bovenstaande vragen met 'ja' beantwoordt, heeft u reeds een verhoogd risico op slagaderverkalking met de daarmee verbonden complicaties. Uw arts zal u vertellen welke maatregelen voor u het meest geschikt zijn. Wanneer is er sprake van overgewicht ? Van overgewicht is sprake wanneer de zogenoemde Body Mass Index (afgekort BMI) boven de waarde 25 ligt. De Body Mass Index wordt met de volgende formule berekend: BMI =
lichaamsgewicht in kilo lichaamslengte in meter x lichaamslengte in meter
Definitie van overgewicht en vetzucht volgens de BMI: 4 BMI 18-25 normaal gewicht 4 BMI 25-30 overgewicht 4 BMI 30-40 vetzucht 4 BMI vanaf 40 morbide obesitas Ter verduidelijking een rekenvoorbeeld: laten we aannemen dat u 68 kilo weegt en 1,75 meter lang bent, dan bedraagt uw BMI 22. Dit ligt binnen het normale bereik. De preciese waarde kunt u onder www.cholesterin.hexal.de laten berekenen. 35
WOORDENLIJST Verklaring van de belangrijkste begrippen rond cholesterol Angina pectoris: 'pijn op de borst'; aanvalsgewijze, stekende pijn in de hartstreek met uitstraling naar schouders en rug, meestal bij lichamelijke inspanning, teken van coronaire hartziekte (CHZ).
Atherosclerose: slagaderverkalking: vernauwing van de slagaders door afzettingen op de vaatwand. Dit leidt tot doorbloedingsstoornissen die in het ernstigste geval een infarct kunnen veroorzaken. Cholesterol: vetachtige molecule die door de lever wordt gevormd en via de voeding wordt opgenomen. Essentiële basisstof voor de opbouw van celwanden, galzuren, vitamine D en verschillende hormonen. Cholesterolsyntheseremmers: behoren tot de groep van lipidenverlagers. Verlagen de productie van cholesterol in de lever door een daarbij benodigd enzym te remmen. Dergelijke geneesmiddelen worden ook wel statines genoemd. Diabetes mellitus: 'suikerziekte'; ziekelijke verhoging van de bloedsuikerspiegel. Vetzuren: bestanddelen van voedingsvetten.Verzadigde vetzuren verhogen de cholesterolspiegel, enkelvoudig en meervoudig onverzadigde vetzuren verlagen deze. Vetstofwisselingsstoornis: bepaalde vetbestanddelen in het bloed zijn tot boven de gezonde waarden verhoogd.Wanneer de cholesterol verhoogd is, spreekt men van hypercholesterolemie.
Fibraten: geneesmiddelen die de triclyceridenspiegel in het bloed verlagen, behoren tot de groep van de lipidenverlagers.
HDL: 'High Density Lipoprotein' lipoproteïne met hoge dichtheid. 'Goede' cholesteroltransporteur. Neemt overtollige cholesterol uit de lichaamscellen, de vaatwanden en het bloed op en brengt dit naar de lever terug. Een hoge HDL-concentratie beschermt tegen atherosclerose.
36
Kransslagaders: coronaire arteriën of coronairen. Slagaders die de hartspier kransvormig omsluiten en van bloed voorzien zijn. Bij atherosclerotische vernauwing ontstaat een coronaire hartziekte (CHZ). Hypercholesterolemie: behoort tot de vetstofwisselingsstoornissen, verhoogde cholesterolspiegel in het bloed. Coronaire hartziekte (afgekort CHZ): verminderde doorbloeding van de kransslagaders door atherosclerotische vernauwing. Kan zich openbaren als angina pectoris of een infarct. Infarct: afsterven van een weefsel door zuurstoftekort, meestal vanwege een vernauwing van de slagaders. Bij het hart wordt gesproken van een hartinfarct, bij de hersenen van een beroerte. LDL: 'Low Density Lipoprotein' lipoproteïne met lage dichtheid. Slechte cholesteroltransporteur. Brengt cholesterol naar de verschillende lichaamscellen en zet zich bij te groot aanbod op de vaatwanden af. Hoge LDL-waarden in het bloed zijn de voornaamste risicofactor voor atherosclerose. Lipidenverlagers: geneesmiddelen voor de behandeling van vetstofwisselingsstoornissen, bv. cholesterolsyntheseremmers. Lipoproteïne: verbinding van vet en eiwit, vorm van transport om de lichaamscellen van niet in het bloed oplosbare lipiden en cholesterol te voorzien.Afhankelijk van de dichtheid wordt onderscheid gemaakt tussen HDL en LDL. Statines: cholesterolsyntheseremmers: zijn werkzame stoffen voor de behandeling van vetstofwisselingsstoornissen. Thrombus: bloedprop die vaten kan doen verstoppen. Hierbij bestaat het risico van een infarct. Triglyceriden: ook wel neutrale vetten genoemd. Belangrijke opslagplaats voor energie en basisbouwsteen van het lichaam. Worden onder andere met de voeding opgenomen. Een te hoge triglyceridenconcentratie bevordert atherosclerose.
37
Sandoz nv Telecom Gardens Medialaan 40 - B-1800 Vilvoorde Tel.: +32 2 722 97 97 - Fax: +32 2 722 97 90 www.sandoz.be a Novartis company