Algemene informatie verkeersbelastingen A. Belasting op inverkeerstelling De belasting op de inverkeerstelling of kortweg de BIV wordt geheven op elke eerste inverkeerstelling op de openbare weg door één welbepaalde persoon. Met andere woorden, ze geldt ook voor de tweedehands voertuigen die door de nieuwe eigenaar voor de eerst maal worden ingeschreven. De BIV is van toepassing op personenauto's, minibussen en motorfietsen ingeschreven in België. De belastingschuld inzake de BIV ontstaat "automatisch" vanaf de inschrijving van het voertuig bij de Dienst Inschrijvingen Voertuigen (DIV). Deze inschrijving geldt als een onweerlegbaar vermoeden van het gebruik op de openbare weg. De belastingplichtige moet hiervoor geen enkele formaliteit vervullen. De belastingplichtige zal van de Vlaamse Belastingdienst vervolgens automatisch een aanslagbiljet ontvangen. Dit aanslagbiljet moet uiterlijk binnen een termijn van twee maanden vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet betaald worden. Sommige categorieën van voertuigen worden vrijgesteld van de BIV, zoals bijvoorbeeld:
de voertuigen die uitsluitend gebruikt worden voor het vervoer van zieke of gewonde personen; de voertuigen van bepaalde overheidsorganismen of internationale organisaties die krachtens hun organieke wet een onvoorwaardelijke vrijstelling genieten van alle belastingen ten bate van de Staat.
B. Verkeersbelasting De verkeersbelasting is een jaarlijkse belasting die wordt geheven op (motor)voertuigen. Het ontstaan van de belastingschuld in de verkeersbelasting is afhankelijk van de aard van het voertuig. Het wagenpark wordt daardoor opgesplitst in twee grote categorieën, namelijk personenwagens en aanverwante voertuigen enerzijds (dit zijn de zogenaamde geautomatiseerde voertuigen) en de aan te geven voertuigen anderzijds (dit zijn de zogenaamde niet-geautomatiseerde voertuigen). Het grote onderscheid tussen deze twee categorieën bestaat eruit dat voor de geautomatiseerde voertuigen de verkeersbelasting automatisch gevestigd wordt op basis van gegevens die afkomstig zijn van de Dienst Inschrijving voor Voertuigen (DIV). Voor de niet-geautomatiseerde voertuigen wordt de verkeersbelasting gevestigd op basis van een aangifte: bij effectief gebruik van dergelijke voertuigen op de openbare weg dient er immers vooraf een aangifte te worden gedaan bij de Vlaamse Belastingdienst.
1. Personenwagens en aanverwante voertuigen: Tot deze categorie behoren:
de personenauto's, de motorfietsen, de lichte vrachtauto's, de kampeeraanhangwagens, de kampeerauto's, de aanhangwagens en opleggers met een MTM tot 3.500 kg; voertuigen voorzien van een andere Belgische nummerplaat dan een tijdelijke plaat, een handelaarsplaat, proefrittenplaat of B-nummerplaat (Belgische Strijdkrachten in Duitsland)
De belastingschuld voor deze categorie ontstaat door de verplichte inschrijving in het "repertorium" of de gegevensbank van de Dienst Inschrijvingen Voertuigen (DIV).De inschrijving geldt hier als het onweerlegbaar vermoeden van het gebruik van het voertuig op de openbare weg. Met andere woorden, de verkeersbelasting is "automatisch" verschuldigd vanaf de inschrijving bij de DIV. De Vlaamse Belastingdienst krijgt deze gegevens door van de DIV en stuurt de belastingplichtige automatisch een aanslagbiljet. Wanneer betalen? De belasting moet uiterlijk worden betaald binnen een termijn van twee maanden vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet aan de belastingschuldige, op het vermelde rekeningnummer van de Vlaamse Belastingdienst en met vermelding van de gestructureerde mededeling. Wanneer het voertuig in de loop van het aanslagjaar in aanmerking komt voor een vrijstelling of wordt geschrapt (door teruggave van de nummerplaat of van het inschrijvingsbewijs), wordt de belasting voor de niet verstreken maanden van het betreffende aanslagjaar berekend. Naar gelang het geval wordt dit bedrag terugbetaald of in mindering gebracht van het nog verschuldigd jaarlijks bedrag, of verrekend op het aanslagbiljet voor de onder eenzelfde nummerplaat ingeschreven ander voertuig.
2. Aan te geven voertuigen: 2.1 Aan te geven voertuigen en verkeersbelasting Tot deze categorie behoren:
de autobussen en autocars, de vrachtauto's en trekker, de aanhangwagens en opleggers met een MTM vanaf 3.501 kg, de aanhangwagens (< 751kg) die niet bij de DIV moeten worden ingeschreven maar getrokken door een voertuig op naam van een rechtspersoon; aanhangwagens voor zweefvliegtuigen; kampeeraanhangwagens en bootaanhangwagens onder de 751 kg; de voertuigen die wegens hun speciale inschrijving (handelaarsplaat of B-nummerplaat) uit de eerste categorie moeten worden uitgesloten.
De belastingschuld ontstaat hier niet automatisch nà de inschrijving, maar pas vanaf de aangifte van het effectief gebruik van het voertuig op de openbare weg. Wanneer betalen? De belasting moet uiterlijk worden betaald binnen een termijn van twee maanden vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet aan de belastingschuldige, op het vermelde rekeningnummer van de Vlaamse Belastingdienst en met vermelding van de gestructureerde mededeling. Dit is een uitgestelde belasting. De aanslagbiljetten worden ofwel in oktober verstuurd indien de aangifte niet stopgezet wordt, ofwel de maand na de stopzetting van de aangifte van het voertuig, indien de aangifte stopgezet wordt in de loop van het belastbaar tijdperk.
2.2 Aan te geven voertuigen en het eurovignet Voor de aan te geven voertuigen dient in bepaalde gevalleen ook een aangifte in het kader van het eurovignet gedaan te worden. Het eurovignet is een recht voor het gebruik van het wegennet door motorvoertuigen en samengestelde voertuigen die uitsluitend bestemd zijn voor het vervoer van goederen over de weg en waarvan de maximaal toegelaten massa (MTM) minimum 12 ton bedraagt.
Het Belgische eurovignet maakt deel uit van een stelsel dat gemeenschappelijk is voor 5 landen van de EU waar het is ingevoerd, met name België, Denemarken, Luxemburg, Nederland en Zweden. Dit houdt in dat dit gebruiksrecht, eenmaal geïnd, de belastbare voertuigen toelaat zonder formaliteiten op het grondgebied van deze vijf landen te rijden. Het eurovignet is verschuldigd vanaf het ogenblik dat de belastbare voertuigen effectief gebruik maken van het wegennet. Er bestaan in principe twee "belastbare" wegennetten naargelang het land van de inschrijving van het voertuig:
het voertuig dat in België is of moet zijn ingeschreven, is belastbaar van zodra het op het Belgische openbare wegennet (in de ruimste zin) rijdt; het voertuig dat in het buitenland is ingeschreven, is belastbaar van zodra het rijdt op het wegennet omschreven in het KB, zijnde de autosnelwegen, de autosnelwegenringen en de nationale wegen die deel uitmaken van het hoofdwegennet.
Om effectief te kunnen gebruik maken van het wegennet, is het nodig om net zoals voor de aan te geven voertuigen vooraf een aangifte voor het eurovignet te doen.
Wanneer betalen? Bij de aangifte aan het loket dient de belastingplichtige het eurovignet onmiddellijk te betalen (via maestro of een circulaire of bankcheque). Hij kan ook via overschrijving betalen, hou er dan wel rekening mee dat de betaling pas in orde is wanneer de betaling effectief op rekening van de Vlaamse Belastingdienst is ontvangen. Voor de volgende jaren zal de belastingplichtige automatisch voor de start van de belastbare periode een uitnodiging tot betaling ontvangen: hij hoeft hiervoor geen actie te ondernemen Zoals voor de "aan te geven"- voertuigen in de verkeersbelasting, ontstaat ook hier de belastingschuld slechts nà een spontane aangifte door de belastingplichtige bij de Vlaamse Belastingdienst. Zolang de ingediende aangifte niet wordt ingetrokken of gewijzigd, blijft deze gelden voor de volgende jaren.
2.3 Hoe dient u een aangifte voor verkeersbelasting en/of eurovignet te doen? U kan een aangifte indienen, stopzetten of wijzigen:
Bij voorkeur, via het digitaal loket van de Vlaamse Belastingdienst: http://belastingen.vlaanderen.be Via formulieren die op de website van de Vlaamse Belastingdienst beschikbaar zijn en die u aan de Vlaamse Belastingdienst bezorgt. Via één van onze loketten waarvan u de adressen op de website van de Vlaamse Belastingdienst vindt.
3. Vrijstellingen Bepaalde categorieën van voertuigen die in principe belastbaar zijn, worden vrijgesteld van de verkeersbelasting. Over het algemeen wordt de vrijstelling verleend omdat het voertuig uitsluitend tot een welbepaald doel wordt aangewend. Enkele vrijstellingen zijn:
De ziekenauto's Taxi's of voertuigen verhuurd met bestuurder (indien vergund) Bussen van De Lijn en het leerlingenvervoer van het GO!onderwijs De voertuigen die uitsluitend worden gebruikt voor een openbare dienst en < 12 ton zijn (zoals het leger, de brandweer, voertuigen voor het ophalen van huisvuil…)
Voertuigen die uitsluitend gebruikt worden door een openbare dienst en meer dan 12 ton zijn, zijn enkel vrijgesteld als deze gebruikt worden voor diensten van algemeen nut:
de landsverdediging
de diensten van de burgerbescherming en de rampeninterventie
de brandweerdiensten en andere hulpdiensten
de diensten die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van de openbare orde
de diensten voor onderhoud en beheer van de wegen
De meeste vrijstellingen zijn vrijstellingen op aanvraag. Dit betekent dat de belastingplichtige die meent in aanmerking te komen voor een vrijstelling dit voordeel slechts zal kunnen verkrijgen of behouden indien hij zijn recht op die vrijstelling zelf bewijst aan de hand van de nodige documenten en attesten. Vaak gaat het om doorlopende vrijstellingen wat betekent dat de aanvrager de vrijstelling blijft behouden zolang hij ook zijn nummerplaat behoudt.
4. Niet belastbare voertuigen Naast de vrijgestelde voertuigen zijn er ook niet belastbare voertuigen. Voor deze voertuigen hoeft de belastingplichtige geen aangifte te doen noch voor eurovignet noch voor verkeersbelasting aangezien zij uit hun aard niet belastbaar zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld over:
Voertuigen-werktuigmachines Bibliobussen en discobussen
Landbouwtractor Pompwagen Kermiswagen Borstelwagen
Bepaalde voertuigen zijn niet belastbaar inzake eurovignet, maar wel belastbaar inzake verkeersbelasting. Deze voertuigen hebben dus wel een aangifte nodig voor de verkeersbelasting, maar niet voor het eurovignet. Het gaat onder meer om:
Chapevoertuig Marktwagen Mobiele werkplaatsen Botsabsorbeerder
Voertuig met kiepinstallatie Strooiwagen
5. Opdeciemen en doorstorting naar steden/gemeenten
De Vlaamse overheid heft een opdeciem op de verkeersbelasting ten voordele van de gemeenten op basis van artikel 42bis WIGB1. Deze opdeciemen bedragen steeds 10% van de verschuldigde verkeersbelasting en worden doorgestort aan de gemeenten op basis van de plaats van inschrijving van de voertuigen. Er worden doorstortingen uitgevoerd voor geautomatiseerde voertuigen (GV) en niet-geautomatiseerde voertuigen (NGV). Na ontvangst van het aanslagbiljet heeft de belastingplichtige twee maand de tijd om te betalen. Wanneer de ontvangst op rekening van Vlabel komt dan dient die gekoppeld te worden aan de juiste vordering. In het geval de betaling werd verricht met de juiste gestructureerde mededeling dan vindt de koppeling onmiddellijk plaats. In het geval er geen gestructureerde mededeling gebruikt wordt dan dient de bestemming van de betaling manueel uitgezocht te worden. Wanneer een ontvangst kan toegewezen worden aan een vordering in maand X dan gebeurt de doorstorting van de opdeciemen aan de gemeente in maand X+1. Bij de doorstortingen dient tevens rekening gehouden te worden met het feit dat er ontheffingen op aanslagen kunnen worden toegekend die kunnen resulteren in terugbetalingen aan belastingplichtigen. Wanneer een ontheffing wordt toegekend dan vermindert uiteraard ook het aandeel opdeciemen van een aanslag. De doorstortingen van de ontvangen opdeciemen worden maandelijks verminderd met de toegekende ontheffingen die resulteren in een terugbetaling. Wanneer het bedrag aan ontheffingen die aanleiding zullen geven tot een terugbetaling hoger ligt dan de geïnde opdeciemen in een bepaalde maand dan wordt er voor die maand niets doorgestort en wordt het negatief saldo verrekend met de ontvangsten van de volgende maand. Er gebeurt dus 1
Artikel 42bis
De Vlaamse Belastingdienst kent aan de gemeenten de voor hun rekening verwezenlijkte ontvangsten voor orde toe, verminderd met de ontheffingen die voor hun rekening worden uitbetaald tijdens de maand van de inning van die ontvangsten. Wanneer de ontheffingen die in de loop van een maand zijn betaald ten laste van een gemeente meer bedragen dan de ontvangsten die door de Vlaamse Belastingdienst gedurende diezelfde maand voor rekening van die overheid werden geïnd, vormt dat excedent voor genoemde administratie een in hoofde van de gemeente terugvorderbare schuldvordering. De voormelde schuldvordering wordt ingevorderd door ambtshalve inhouding op de toekenning van de ontvangsten van de maand die volgt op die van de verrekening van de ontheffingen. Indien het bedrag van de ontvangsten toegekend gedurende de maand die volgt op die van de verrekening van de ontheffing ontoereikend is om het bedrag van de schuldvordering dat overblijft te vrijwaren, wordt dat saldo van de schuldvordering ingevorderd door ambtshalve inhouding op de toekenning van de ontvangsten van de daaropvolgende maand. Deze verrekening wordt herhaald tot de schuldvordering is aangezuiverd. De Vlaamse Regering stelt de nadere regels vast die nodig zijn voor de toepassing van dit artikel.]
een inhouding van het negatief saldo op de ontvangsten van de volgende maand. Deze verrekening wordt indien nodig herhaald tot het negatief saldo kon ingehouden worden.