HANDLEIDING
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20 Inhoud Algemeen ....................................................................................................... 2 1. Een kampvuur maken ................................................................................... 3 2. Een kamp bouwen ........................................................................................ 7 3. Koken op vuur .......................................................................................... 10 4. Kamperen in de natuur ................................................................................ 13 5. In de bomen klimmen ................................................................................. 16 6. Modderbaan ............................................................................................. 18 7. Natuurparfum maken .................................................................................. 20 8. Ontdekkingstocht ...................................................................................... 23 9. Touwenparcours ........................................................................................ 25 10. Van bergen rollen ...................................................................................... 27 11. Een vlot maken ......................................................................................... 28 12. Sporen zoeken .......................................................................................... 30 13. Kruidenpannenkoeken bakken ....................................................................... 32 14. Camoufleren ............................................................................................ 35 15. Kriebelbeestjes vangen ............................................................................... 36 16. Over beken springen ................................................................................... 38 17. Natuurcoiffure .......................................................................................... 39 18. Sneeuwbal-/Watergevecht ........................................................................... 40 19. Nachtspel in het bos .................................................................................. 41 20. Woodcraft ............................................................................................... 43
HANDLEIDING
2
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
Algemeen 1.1
Voor meer informatie en vragen over de handleiding
GoodPlanet Belgium Edinburgstraat 26 1050 Brussel Tel.: +32 (0)2 893 08 08 Fax.: +32 (0)2 893 08 01
Bezoekuren Weekdagen: 9u > 12u30 en 13u30 > 17u
JNM JNM-secretariaat Tarbotstraat 61F 9000 Gent tel: 09 223 47 81
[email protected]
1.2
Uitleendienst
Mundo-Bib Edinburgstraat 26 1050 Brussel (Naamse Poort) Verantwoordelijke: An Stijfhals Tel.: 02 893 08 35
[email protected]
1.3
Voor meer informatie en vragen over het parkbeheer en de groendiensten
Leefmilieu Brussel – BIM Havenlaan 86c 1000 Brussel Tel.: +32 (0)2 / 775.75.75 Fax.: +32 (0)2 / 775.76.21
1.4
Openingsuren Weekdagen: 9u30 > 13u en van 14u > 17u Op maandag, dinsdag en woensdag kan je meer gespecialiseerde begeleiding krijgen
Openingsuren Alle werkdagen van 9u > 12u30 en van 13u30 > 17u
Locatie zoeken
Wil je een activiteit plannen, maar weet je niet waar? Onderstaande links1 bieden een duidelijk overzicht van de groen- en speelzones in Brussel. Dankzij de interactieve kaart kan je een groenzone selecteren, de gedetailleerde kaart bekijken en een informatiefiche downloaden.
1
http://geoportal.ibgebim.be/webmap/groene_brussel.phtml?langtype=2067 http://documentatie.leefmilieubrussel.be/documents/Kaart_BIMGroentjes_NL.PDF?langtype=2067
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
De Buitenspeel TOP 20 De mooiste herinneringen aan onze kindertijd, zijn de momenten waarop we vrij in de natuur speelden. Vandaag blijven wij en onze kinderen om allerlei redenen steeds vaker binnen (sociale media, televisie, verstedelijking, veiligheid…). Langzaam maar zeker geraken we vervreemd van de natuur. En toch blijkt Brussel één van de groenste hoofdsteden van Europa… Wat houdt ons nog tegen? Wij –GoodPlanet en JNM- willen kinderen terug in contact brengen met de natuur. Deze checklist, opgesteld vóór en dóór kinderen, kan ons hierbij helpen. Een jaar lang ging GoodPlanet op zoek naar wat de Brusselse kinderen als dé ultieme natuurbeleving beschouwen. Wat blijkt? De Brusselse kinderen dromen van kampvuur, kampen bouwen en kamperen, kriebeldiertjes vangen, natuurcoiffures maken…. Download de checklist op www.goodplanet.be/natuurspelenderwijs en hang ze aan de frigo, boven uw bed, uw bureau of op de achterdeur. Tijd om er op uit te trekken! Deze handleiding helpt je om met de checklist aan de slag te gaan in Brussel. Succes!
“Natuur brengt rust en biedt ruimte voor ontdekkingen. Door de natuur in te trekken, doen kinderen heel wat ervaringen op die hen gezonder, maar ook zelfstandiger maken. Een gevarieerde buitenruimte geeft kinderen de kansen om zich op alle mogelijke manieren te ontwikkelen. Het bevordert de concentratie, stimuleert de creativiteit, de motoriek én de samenwerking met anderen.” < Sara, projectverantwoordelijke bij GoodPlanet
“Het is onze taak om Brusselse kinderen in contact te brengen met de Brusselse natuur.” < Arne, Brede Schoolcoördinator Anderlecht
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
3
HANDLEIDING
4
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
1. Een kampvuur maken 1.5
2
Wat
Een kampvuur maken staat bij heel wat kinderen vanboven op hun verlanglijstje. Sfeer gegarandeerd, maar er valt ook heel wat te leren! Je kan kinderen bijbrengen hoe ze correct hout moeten sprokkelen, wat de waarde is van dood in ecosystemen, hoe ze vroeger voer maakten en hoe ze veilig met vuur kunnen omgaan. Het is een toffe activiteit voor jong en oud!
1.6
Waar
© JNM
In Brussel mag je eigenlijk geen vuur maken buiten gebouwen. Het is bovendien niet toegestaan om je buurt te storen met rook, geuren en andere uitwasemingen. Het is dus verboden om in groenruimten vuur te maken, behalve op de daartoe voorziene plaatsen. Helaas zijn die in Brussel bijna niet te vinden. Dé Boomgaard, gelegen nabij het Laerbeekbos is de ruimte waar de JNM regio Brussel af en toe een kampvuur maakt. Neem contact op met JNM Brussel en vraag hen om extra info. Tour en Taxis, het Neerhof in Dilbeek en De Kriekelaar hebben in het verleden ook al een plekje op hun domein ter beschikking gesteld om een kampvuur te maken. Probeer zeker ook hier een aanvraag in te dienen.
1.7
Wanneer
In principe kan je het hele jaar door kampvuur maken, maar er zijn wel enkele momenten die beter geschikt zijn dan andere… In de zomer is het overdag warm, maar koelt het ’s avonds een beetje af. De zomer is dus een ideale moment om een kampvuur te maken. Let wel op: in langdurige periodes van droogte maak je beter geen kampvuur, omdat de kans op brand dan te groot is. Een ander geschikt seizoen voor kampvuur, is de herfst. Het is dan niet meer zo warm, waardoor je het vuur kan gebruiken om jezelf op te warmen. Is de grond te koud om op te zitten, dan kan je ook boomstronken of planken voorzien.
1.8 • • •
warm Materiaal Emmer water, zand of blusapparaat (als blusmiddel) Tondel of natuurlijke vuuraanmaker (gebruik geen synthetische aanmaakblokjes!) Optioneel: • Schop of spade om graszoden uit te steken • EHBO-kist voor brandwonden te verzorgen (Opgelet smeer niets op de wonde, laat de wonde afkoelen onder lauw water en dek vervolgens de wonde zo schoon mogelijk af!)
2 De Ambrassade vzw, 2014. Op Kamp. [Online] Available at: http://www.opkamp.be/pagina/een-kampvuur-maken [Geopend 12 November 2014].
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
1.9
5
Voorbereiding
Vraag op voorhand altijd bij de terreineigenaars na of het toegelaten is om op zijn of haar terrein een kampvuur te maken!
A. Je maakt geen vuur • • • • • • • •
In een droge weide Onder een boom Wanneer er dichtbij 'windafwaarts' een bos, heideveld, hooiberg of tent is Bij een houtstapel Op humusrijke gronden (het vuur kan namelijk ondergronds beginnen gloeien, uitbreiden en een stuk verderop weer opflakkeren) In de buurt van ontvlambaar materiaal Bij felle wind (meer dan 5 beaufort) Tijdens droge periodes, bijvoorbeeld bij een hittegolf. Let op: Tijdens te lange droogteperiodes is het maken van vuur voor iedereen verboden, dus contacteer voor je het kampvuur aanlegt de lokale boswachter, die kan je vertellen of er op dat moment geen te groot risico op bosbranden bestaat.
B. Je mag wel een vuur maken • • • •
Op een bestaande vuurplaats (deze worden aangewezen) In een droge bedding van een beek Op een beschutte plaats tussen de rotsen Op een kale zandplaats tussen begroeid landschap
1.10 Verloop activiteit A. Basisregels • • •
•
• •
Zorg dat je houtstapel niet hoger dan 2 meter is en beperk de diameter van het vuur tot maximaal 1,5 meter. De stapel reserve brandhout leg je best op een veilige afstand van het kampvuur. Bij een natte of modderige ondergrond leg je het best eerst een laag keien. Let op: gebruik droge keien. Natte keien of keien die lang in het water hebben gelegen, kunnen door de hitte uiteenspatten wanneer het opgezogen water opwarmt tot stoom. Op een droge ondergrond verwijder je eerst de bladeren, dorre twijgen, dennenappels en droog gras. Op een grasveld steek je eerst enkele graszoden uit en legt ze aan de kant (ver genoeg zodat het vuur ze niet uitdroogt). Achteraf leg je de zoden weer op hun plaats. Op een heidegrond leg je je kampvuur het best aan op de zandplaat onder de bovenlaag. Steek hiervoor de heideplaggen uit. Zorg voor een boord rond het vuur door (droge) stenen te leggen of een greppel te graven.
B. Uitvoering •
Brandhout Sprokkel geen hout zonder de toestemming van de terreineigenaar. Spreid je sprokkelactiviteiten over een grotere oppervlakte in plaats van één plek volledig leeg te roven. Zo blijft er zeker voldoende dood hout liggen Dit is namelijk noodzakelijk voor het
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
6
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
leven in de natuur. Zorg voor droog hout dat een “krak” geeft als het gebroken wordt. Groen, levend hout geeft veel rook en brandt heel slecht omdat het vol sap zit. Hak met andere woorden geen levende bomen of struiken om voor je vuur, het is bovendien ook verboden. Dood hout dat op de grond ligt, is vaak nat aan de buitenkant. Toch brandt het beter dan levend hout. Aangezien de kern meestal droog is, kan je vochtig hout splijten. Als je weinig droog hout vindt, gebruik je het droogste hout om je vuur te ontsteken. Zodra het fel brandt, gooi je er het vochtiger hout op. Vraag eventueel houtafval aan een houthandelaar. Verbrand alleen onbehandeld hout. Het is verboden behandeld hout te verbranden. Geschilderd of gevernist hout en verlijmde houtplaten (spaander- en vezelplaten) geven immers veel rook af en bij de verbranding komen giftige gassen vrij. Gooi ongebruikt sprokkelhout verspreid terug in het bos. •
Vuuraanmakers of tondel Papier is géén goede vuuraanmaker. Synthetische aanmaakblokjes gebruik je bij voorkeur niet, deze kosten veel geld en zijn niet milieuvriendelijk. Gebruik zoveel mogelijk natuurlijke vuuraanmakers of tondel. Tondel kan je zelf samenstellen door schors (bijvoorbeeld berkenschors), gestolde harsdruppels, dennennaalden, pluizige zaden (bijv. lisdodde) en droge twijgjes te verzamelen. Van de takjes en de tondel maak je een tipi, die uiteindelijk zal instorten maar een goede opstart is voor je kampvuur.
•
Brandend kampvuur Houd een kampvuur beheersbaar, maak het met andere woorden niet te groot. Ze verslinden een massa hout en verhogen de kans op brandgevaar. Gooi niet teveel hout ineens op het vuur, maar af en toe een paar takken. Zo brandt je kampvuur gelijkmatig verder. Stapel de takken in verschillende richtingen op het vuur en laat er voldoende ruimte tussen. Zo krijgt je vuur meer zuurstof en brandt het beter.
1.11 •
• • •
Tips voor begeleiders Maak goede afspraken met de kinderen. Laat niet toe dat iedereen zomaar hout op het vuur gooit of brandende takken uit het vuur haalt. Vertel ze dat er voldoende afstand van het vuur gehouden moet worden en dat men niet 'wind mee' gaat zitten. Vermijd dat men gras, papier en afval op het vuur werpt. Duid één stoker aan die zich ontfermt over het vuur. Laat kinderen nooit alleen bij het vuur
© GoodPla ne
t Belgium
vzw
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
7
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
2. Een kamp bouwen 2.1
Wat
Dieren beschermen zichzelf tegen de buitenwereld door een nest te bouwen. Ook mensen moeten zich beschermen wanneer ze zich in de natuur bevinden en daarom bouwen ze kampen. Kinderen doen bovendien niets liever dan kampen bouwen. Ze kunnen hun fantasie de vrije loop laten gaan en houden zich gemakkelijk een hele namiddag bezig.
2.2
© Good Plan
et Belg
ium vzw
Waar
Je mag in Brussel kampen bouwen in de speelzones van bossen, zoals die in het Zoniënwoud. In sommige parken mag je dit ook, maar dan moet je dit op voorhand nagaan bij de parkwachters. Locaties waar je met zekerheid een kamp kan bouwen zijn het Bessembos, Goede herderpark, Moeraske en het Wilderbos. Maak voor je zoektocht naar een geschikte locatie zeker gebruik van de kaart, waar in het begin van de handleiding naar verwezen werd.
2.3
Wanneer
Een kamp kan je in principe in alle seizoenen bouwen. In de zomer zal je veel droog en stevig hout vinden. In de winter en herfst zal je ook veel hout en/of afgevallen takken vinden, maar dit zal in de meeste gevallen nat en broos zijn. Tot slot heb je ook nog de lente, waarbij je nog steeds veel afgevallen takken van in de winter zal vinden, maar in dit geval zal het wel droog zijn. Een nadeel van de winter is dat het hout je hout zeer broos zal zijn van de regen en de kou. Het voordeel van de winter is dat je dan een ander soort kamp kan bouwen, zoals een iglo.
2.4
Voorbereiding
In de hierboven opgenoemde locaties ligt er meestal voldoende hout, maar indien dit niet het geval is kan je altijd bij de groendienst vragen of ze snoeihout aan de kant willen leggen. Je kan hen ook vragen of het kamp voor een langere periode mag blijven staan, zodat de kinderen er meerdere dagen aan kunnen werken. Spreek ook af dat het kamp achteraf terug afgebroken zal worden, door de kinderen en/of begeleiders.
2.5
Verloop activiteit
A. Basisregels Sprokkel geen hout zonder de toestemming van de terreineigenaar. Spreid je sprokkelactiviteiten over een grotere oppervlakte in plaats van één plek volledig leeg te roven, zo blijft er voldoende dood hout liggen. Dit is noodzakelijk voor het leven in het bos. Breek geen takken af van levende bomen of struiken, zoek liever stevige en grote dode takken. Dunnere en buigzamere takken kan je eventueel gebruiken om tussen de dikke takken te weven.
B. Uitvoering Je kan één of meerdere bomen als basis voor het kamp kiezen, maar je kan ook een tipi maken. In dit geval heb je geen boom nodig als basis, maar wel touw om te sjorren. Het kamp kan ook versierd worden met lappen gras, mos of bladeren. Hieronder vind je enkele
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
8
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
voorbeelden van kampen, deze je kan gebruiken als richtlijn voor je eigen kamp. Let op: laat de kinderen zelf beslissen hoe ze hun kamp willen opbouwen en versieren. • Tipi Als je ervoor kiest om een tipi te maken dan moet je vijf à zes lange takken aan de uiteinden samenbinden. Zet de stokken rechtop in tipi-vorm met de samengebonden uiteinden naar boven. Steek de andere uiteinden in de grond om de tipi op zijn plaats te houden en weef er eventueel dunne en buigzame takken door.
© GoodPlanet Belgium vzw
• Één boom als basis Kiezen de kinderen voor één boom als basis dan ga je als volgt tewerk. Je verzamelt lange en stevige takken en zet die tegen de stam van de boom aan. Zo doe je voort tot je bijna heel de boom rond gegaan bent en nog een kleine opening hebt die als toegang tot het kamp zal dienen.
•
Twee of meer bomen als basis Als de kinderen liever tussen meerdere bomen hun kamp bouwen kan je, indien nodig, extra takken in de grond steken. Vervolgens kan je dunnere en buigzamere takken tussen de boomstammen en extra takken weven. Als je vindt dat de takken hoog genoeg geweven zijn kan je ook nog een dak maken door lichte takken horizontaal op de geweven takken te plaatsen.
•
Aanleunhut Kies 2 stevige bomen als basis en bepaal de afstand hiertussen. Zoek een stevige tak als dwarsliggende steunbalk. Sjor deze tussen de 2 basisbomen. Zoek veel stevig dood hout. Laat deze stokken schuin, naast elkaar, tegen de dwarsbalk steunen. Zoek een aantal dunnere en buigzame takken. Weef deze tussen de schuine takken. Zoek lappen mos, gras én bladeren. Bedek hiermee het houten geraamte om je hut uiteindelijk water -en winddicht te maken.
TIP Als het gesneeuwd heeft is een houten kamp bouwen minder evident. Wat je dan wel kan doen, is een iglo bouwen. Het enige dat je nodig hebt zijn plastic opbergdozen. Stop de sneeuw stevig in de plastic opbergdozen om stenen te maken. Tik de stenen uit de dozen en vorm er een cirkel mee. Plaats een tweede laag sneeuwstenen boven de eerste, maar zorg ervoor dat ze iets meer naar het midden van de cirkel liggen. De eerste laag moet een beetje uitsteken tegenover de tweede. Ga door met het stapelen van lagen, tot de wanden elkaar in de top raken. Vul openingen op met losse sneeuwen controleer of elke laag stabiel is voor je de volgende erop legt. Als het niet lukt de wanden in de top bij elkaar te brengen, maak je een dak van houten planken of een triplex plaat.
2.6 • •
Tips voor begeleiders Zorg dat je altijd een pincet bij de handen hebt om eventuele splinters uit de handen te trekken. Maak vooraf duidelijke afspraken met de kinderen over het sprokkelen van hout en de opbouw van het kamp.
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
•
• •
9
Zijn de kinderen nog jong? Leg ze dan uit dat ze moeten oppassen met lange takken en draaibewegingen als er andere kinderen in de buurt zijn, zodat ze elkaar niet verwonden. Zorg er dus voor dat ze altijd een afstand houden en goed rond kijken voor ze een lange tak verplaatsen. Je kan ze ook voordoen hoe ze grote en zware takken per twee kunnen verplaatsen, maar uiteindelijk komen kinderen hier zelf wel achter. Bij het bouwen van kampen, leren ze samenwerken en oefenen ze motoriek. Laat de kinderen hun fantasie gebruiken bij de opbouw van een kamp en kom er enkel tussen wanneer er zware takken verplaatst moeten worden of er pestgedrag plaatsvindt. Duid eventueel een “werfmeester” aan die toeziet op de bouw van het kamp en beslist in welke volgorde de takken gestapeld worden. Hoe het kamp er zal uitzien spreken de kinderen op voorhand samen af. Laat de kinderen niet met teveel tegelijk aan het kamp bouwen. Zorg dus dat de kinderen af en toe van rol kunnen wisselen.
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
10
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
3. Koken op vuur3 3.1
Wat
Koken op vuur is een groot avontuur! Worstjes, deeg of marshmallows roosteren boven het vuur is een activiteit die een glimlach tevoorschijn tovert op het gezicht van alle kinderen, maar vaak ook op het gezicht van de begeleiders. Je leert de kinderen koken op vuur, met weinig middelen, maar je kan ze evengoed leren wat de gevaren van vuur, aangebrand of rauw eten zijn.
3.2
© JNM
Waar
In Brussel mag je in principe geen vuur maken buiten gebouwen. Het is immers niet toegestaan om je buurt te storen met rook, geuren en andere uitwasemingen. In groenruimten mag je ook geen vuur maken, behalve op de daartoe voorziene plaatsen. Helaas zijn die in Brussel bijna niet te vinden (zie boven ‘kampvuur’). Inien je over een tuintje beschikt, kan je wel een bbq of vuurmand gebruiken om op te koken. In Ukkel is er in Parc de la Sauvagère een bbq die je kan gebruiken als je een verzoek hebt ingediend bij het stadsbestuur. Niets houdt je echter tegen om eens op uitstap te gaan naar een groengebied buiten Brussel. Er zijn zeker boeren die hun land voor zo’n gelegenheid ter beschikking willen stellen.
3.3
Wanneer
In de zomer is het overdag warm, maar koelt het ’s avonds een beetje af, wat de zomer het ideale seizoen maakt voor deze activiteit. De meeste kinderen hebben in de zomer ook veel tijd, vanwege de zomervakantie. Mits aangepaste kledij kan je ook in de lente of de herfst koken op vuur. In de winter is het voor kinderen vaak te koud om te lang stil te zitten. Met een grote groep kinderen, kan onmogelijk iedereen dicht genoeg bij het vuur zitten.
3.4 • • • • • •
3
Materiaal Eventueel: Pot, ketel of pan die je aan een ketting kan hangen / takken om je eten op te spiesen. Vuurschaal of gasvuur (Uitleenbaar in Mundo-Bib) Sterke takken om een contstructie mee te maken of stenen die je in/naast je vuur kan leggen. Ingrediënten: marshmallows, vis, worstjes, aardappelen, deeg, kruiden, eetbare planten… Bananenbladeren of aluminiumfolie. Opgelet: aluminiumfolie is niet milieuvriendelijk! Mes om spies te maken
Schofield, J. & Danks, F., 2013. Het Bosboek. Zeist: Christofoor.
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
11
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
3.5
Voorbereiding
Vraag op voorhand altijd bij de terreineigenaars na of het toegelaten is om op zijn of haar terrein met vuur te koken! Koken op een kampvuur? Cfr. 1. Een Kampvuur maken
3.6
Verloop activiteit
A. Basisregels Wanneer je naar takken zoekt om mee te koken zoek je best naar takken van een niet-giftige boom of struik. Kornoelje is hiervoor ideaal.
B. Uitvoering Je kan op verschillende manieren koken op vuur. Hieronder vind je een kort overzicht van de mogelijkheden die er zijn. •
Een pannenstandaard Bind drie even lange, stevige takken aan één kant aan elkaar vast en zet de andere uiteinden boven het vuur. Hang een koord of een ketting aan de bovenkant van de standaard en hang hier een ketel, pot of pan aan. Je kan hiermee soep of kruidenpannekoeken maken. Kinderen vinden dit fantastisch.
•
Een spit Steek twee gevorkte takken in de grond, aan elke kant van het vuur één. Zoek een stevige en rechte tak van een niet-giftige boom of struik waarvan je één kant tot een scherpe punt slijpt. Leg de tak boven het vuur in de vorken om een spit te maken.
•
Een spies/stok Snijd verse rechte takken van een niet-giftige boom of struik. Schraap de schors ervan en maak van één uiteinde een scherpe punt. Draai een stuk bladerdeeg rond de spies en besprenkel deze met kruiden. Je kan ook de marshmallows, worstjes of vis op een spies rijgen. Hou de spies vlak boven de hete kooltjes. Draai zo nu en dan de spies rond, zodat het voedsel gelijkmatig wordt gebakken.
•
Bananenblad Neem een groot bananenblad (of aluminiumfolie) en wikkel dit rond je aardappel, vis of banaan. Je kan het blad vastspelden door er een klein twijgje door te weven. Leg het pakketje op of onder de hete kolen en wacht af tot je eten gaar is. De gaartijd is afhankelijk van het eten dat je gekozen hebt.
3.7 •
Tips voor begeleiders Maak goede afspraken met de kinderen. Laat niet toe dat iedereen zomaar brandende takken uit het vuur haalt. Vertel ze dat er voldoende afstand van het vuur gehouden moet worden en dat men niet 'wind mee' gaat zitten.
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
© JNM
HANDLEIDING BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
• • • • •
12
Leg de kinderen ook uit dat het mes enkel gebruikt mag worden door de begeleiders en/of door de kinderen die de begeleider heeft aangewezen. Vermijd dat men gras, papier, en verpakkingen op het vuur werpt. Eet geen verbrand eten, dit is slecht voor je gezondheid Laat kinderen nooit alleen bij het vuur Het kan leuk zijn om een spel te organiseren waarbij ze hun etenswaren moeten zoeken of verdienen. Je kan kinderen bijvoorbeeld hun eigen eten laten verzamelen, door het vooraf te verstoppen in de omgeving.
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
13
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
4. Kamperen in de natuur 4.1
Wat
Slapen onder de sterren is ook een zeer geliefde activiteit bij de kinderen. Kinderen uit de stad hebben vanwege de luchtvervuiling vaak nog nooit een echte sterrenhemel gezien. Deze activiteit is dus ideaal om samen met hen de natuur in te trekken, je tent op te zetten en te genieten van de pracht en praal van onze sterrenhemel.
4.2
Waar
© JNM
A. Betalend In Brussel? Camping Ciel Ouverte (enkel open van juli tot en met augustus) Tip: Neem de trein en trek er eens op uit! Er bestaan voldoende campings die in de buurt van een station liggen.
B. Gratis Zowel in Vlaanderen als Wallonië bestaat er de mogelijkheid om te kamperen op een bivakzone, waar je één tot twee nachten met een kleine groep kan overnachten. In Brussel bestaat deze mogelijkheid helaas (nog) niet, maar ver buiten Brussel hoef je niet te zoeken. Een andere optie is om aan iemand met een groot terrein zoals bijvoorbeeld een boer/boerin te vragen of je op zijn of haar terrein mag kamperen. Boeren die je kan contacteren hiervoor zijn: Nos Pilifs en Chant des Cailles, beide boerderijen bevinden zich in de buurt van het Scheutbos. Als je zelf over een terrein beschikt kan je natuurlijk ook op je eigen terrein kamperen. Voor meer informatie http://www.bivakzone.be
4.3
over
paalkamperen
en
bivakszones
in
België
zie:
Wanneer
In de zomervakantie hebben kinderen tijd in overschot. Het ideale seizoen om één of meerdere dagen te gaan kamperen en te genieten van de natuur. Het is in de zomer vaak warm genoeg, waardoor de kinderen gewoon een dunne slaapzak kunnen meenemen.
4.4 • • • • • • • •
Materiaal Tent Grondzeil voor onder de tent Haringen en een hamer voor als er veel wind zit Slaapzakken Slaapmatjes Zaklampen Eten en drinken Vuilzakken
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
4.5
14
Voorbereiding
Vraag zeker op voorhand altijd nog eens na bij de terreineigenaars of het toegelaten is om op zijn of haar terrein te kamperen en wat de voorwaarden zijn!
4.6
Verloop activiteit
A. Basisregels Als je de tenten afbreekt en het terrein wilt verlaten zorg je er eerst en vooral voor dat er geen afval achterblijft op het terrein. Je laat met andere woorden je kampeerplek achter zoals je ze gevonden hebt!
B. Uitvoering Zorg dat je met je groep op tijd toekomt op het terrein. Een goed plekje zoeken en de tent opzetten gaat namelijk het best wanneer je voldoende daglicht hebt. Controleer de ondergrond voor je je tent opzet, vermijd plekken waar scherpe stenen; oude haringen; takken en dennenappels liggen. Deze zorgen voor scheuren in het grondzeil en bovendien zal je nachtrust niet optimaal zijn. Als de kampeerplek of het terrein zich op een helling bevindt zet je de tent het best op boven aan de helling, omdat bij hevige regenval het water zich onderaan de helling verzamelt. In de zomer zet je de tent het best op een plek waar voldoende schaduw is om te voorkomen dat je tent een sauna wordt. Als je een goede plek hebt gevonden begin je met het grondzeil uit te leggen en de tent op te zetten. Als er kinderen zijn met slaapmatjes die zichzelf opblazen leg je die het best zo vroeg mogelijk uit in de tent, zodat ze voldoende tijd hebben om zich met lucht te vullen. Eten en drinken leg je in de tent of hang je in een boom, zodat de dieren er niet aan kunnen. Zorg tot slot ook nog voor een sorteersysteem om losliggend afval te vermijden en de opkuis te versnellen. Wanneer je het terrein verlaat zet je de kinderen op armbreedte van elkaar en laat ze vervolgens rechtendoor stappen tot ze het einde van het terrein bereikt hebben. Het is de bedoeling dat ze al het afval, dat op hun lijn of weg ligt, oprapen en in een vuilzak doen. TIP Je kan natuurlijk ook zelf een tent maken! Wat heb je hiervoor nodig? Takken, dekzeil/plastic, touw en tentharingen. Start met twee takken van ongeveer twee meter te zoeken. Per tak maak je aan één uiteinde een scherpe punt. Je steekt de takken op twee tot drie meter afstand van elkaar, met de scherpe uiteinden in de grond. De afstand tussen de takken is afhankelijk van het dekzeil of plastic dat je gebruikt. Bind je touw stevig vast aan elke tak om de nok te maken. Bevestig aan elke tak ook twee steunlijnen, die je met tentharingen stevig vast zet. De tentharingen kan je gemakkelijk zelf maken van takken. Hang het dekzeil of plastic over het nok touw, zodat er aan elke kant evenveel zeil hangt. Bevestig aan elke hoek van het zeil een korte steunlijn, die je vervolgens vastzet met tentharingen. En heb je al eens in een zelfgemaakt kamp geslapen? Zijn de weersvoorspellingen goed, dan kan je dit zeker eens proberen.
4.7 •
Tips voor begeleiders Om afval te vermijden kan je bij de start van het kamperen, een afvalhoekje voorzien waardoor de opkuis achteraf veel sneller zal verlopen. Je kan bij het verlaten van het terrein ook een spel spelen waarbij de kinderen al het afval opruimen.
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
15
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
• •
•
Bij de opbouw van de tent laat je best de oudste kinderen de haringen in de grond slaan, omdat er bij de jongere kinderen een grotere kans is dat ze op hun vingers zouden slaan. Het is niet overal nog toegelaten om een grondzeil te gebruiken omdat dit vaak het gras verstikt. Een andere optie is een worteldoek. Vraag op voorhand bij de terreineigenaars na of het toegelaten is om een grondzeil te gebruiken. Maak duidelijke afspraken met de kinderen over bijvoorbeeld het maken van lawaai en het sorteren van afval. Je spreekt bijvoorbeeld met de kinderen af om ’s nachts stil te zijn zodat de dieren en de mensen die in de buurt worden niet gestoord worden.
© JN M
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
16
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
5. In bomen klimmen4 5.1
Wat
Heel wat dieren klimmen graag in bomen, maar ook kinderen vinden dit fantastisch. Laat de kinderen hun gang gaan, zonder ze overdreven veel regels op te leggen. Je kan ze leren kennismaken met de verschillende boomsoorten, ze het verschil tussen dode, levende of goeie klimbomen leren kennen en tonen hoe ze met respect moeten omgaan met de natuur.
5.2
© GoodPlanet
Belgium vzw
Waar
Bij deze activiteit moet je oppassen waar je in bomen klimt. Het is in Brussel namelijk niet overal toegelaten om in de bomen te klimmen. Hoe absurd onze wetgeving ook is… je kan er een GAS-boete voor krijgen. Gelukkig krijg je meestal eerst een waarschuwing J. In de speelzones van bossen en in sommige parken is het over het algemeen toegelaten. Je kan uiteraard op privéterrein in bomen klimmen. Verder liggen in het Scheutbos twee omgevallen bomen, die je kan gebruiken als klimbomen. In het moeras van Ganshoren vind je een zeer geschikt hazelaarsbosje en in het Josaphatpark en het Moeraske staan ook enkele goede klimbomen. Maak voor je zoektocht naar een geschikte locatie zeker gebruik van de kaart, waar in het begin van de handleiding naar verwezen werd.
5.3
Wanneer
De lente en zomer zijn voor deze activiteit ideaal, omdat het dan niet zoveel regent als in de winter en herfst. Het hout is in deze seizoenen minder nat en glibberig. Glibberige bomen zijn gevaarlijk, omdat de kinderen kunnen uitglijden en minder grip hebben op de takken.
5.4
Voorbereiding
Vraag indien nodig op voorhand aan de terreineigenaar, boswachter of parkwachter van dienst na of het toegelaten is om op zijn of haar terrein in de bomen te klimmen. Lijst van inheemse struiken en bomen die meestal zeer geschikt zijn als klimboom: • Spaanse aak (acer campestre) kan goed tegen intensief klimmen en schaduw, zeer taai hout. Tip: de vruchten kunnen als ’neusklemmetje’ gebruikt worden. • Hazelaar (Corylus avellana), vooral oudere exemplaren. Ook voor schommelen en wippen. • Haagbeuk (Carpinus betulus) kan in doorgeschoten haag een indrukwekkende klimboom worden. is een prima, stevige klimboom. Tip: De propellervruchten zijn ook geschikt om pijl en boog van te maken. • Weichselboom (Prunus mahaleb) kan onder druk van klimmende kinderen opgroeien tot een beeldbepalende boom in de stad. • Vogelkers (Prunus padus): zie Weichselboom.
4
Vlaamse Overheid, 2014. Kind & Samenleving. [Online] Available at: http://k-s.be/medialibrary/Frigoboxboom%20&%20co%20-%20K&S_919.pdf [Geopend 28 November 2014].
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
17
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
• • • • • • •
5.5
Wilg (Salix) is makkelijk te knotten en heeft een groot regeneratievermogen. verschillende geschikte soorten, zowel struik- als boomvormers. Gewone vlier (Sambucus nigra): zie hazelaar. Zomereik (Quercus robur) heeft veel prachtige kromme takken. Groot regeneratievermogen. Kan uitgroeien tot oertype klimboom. Iep (ulmus): vanwege de taaiheid van het hout. Ook geschikt als hakhout. Es (Fraxinus excelsior): zie iep. Mispel (Mespilus germanica) vormt van nature een mooie vruchtboomvorm. Grove den (Pinus sylvestris) is als vrijstaande boom een prototype van een klimboom
Verloop activiteit
A. Basisregels Behandel de bomen met respect! Je gaat geen bomen beschadigen en je trekt ook niet nodeloos veel bladeren af. Je kan, bij wijze van respect, de kinderen vooraf aan de boom laten vragen of ze er mogen inklimmen. Je kan met de kinderen samen enkele klimafspraken opstellen. Zo kan je in samenspraak met hen bepalen hoeveel kinderen er tegelijkertijd in de boom mogen klimmen, hoe hoog er geklommen wordt, welke takken er geschikt zijn en welke niet…
B. Uitvoering Een tof idee is om zelf een boom te planten die later dan zal dienen als klimboom. Je kan bovendien een boom die al op je terrein staat feestelijk inhuldigen tot officiële klimboom. Een boom met een grillige takkenstructuur, zoals die van een spin of een octopus, is makkelijk te beklimmen. Je kunt bovendien telkens nieuwe weggetjes uitproberen. Een oude meerstammige boom is dan weer ideaal om een kamp in te bouwen of een prachtig uitzicht te hebben over het park of bos. Zijn de kinderen jong en onervaren, maak dan op voorhand enkele afspraken en wees consequent wanneer je iemand berispt. Maar zorg boven alles dat het klimmen uitdagend blijft en dat de kinderen genoeg ruimte hebben om zich uit te leven!
5.6 • •
•
•
Tips voor begeleiders Zorg dat je altijd een pincet bij de handen hebt om eventuele splinters uit de handen te trekken. Je kan vooraf klimafspraken maken met de kinderen. De kinderen kunnen de meeste risico’s zelf inschatten (hoogte, aard van de takken, plaatsing van de voeten enz.) Niet alle bomen zijn geschikt om in te klimmen dus kijk op voorhand altijd naar de stevigheid van de takken. Maak duidelijke afspraken (samen) met de kinderen over wat er in de boom gebeurt: - niemand duwen
© Goo dPlan et B e
lgium
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
vzw
HANDLEIDING BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
-
18
niet hangen aan hoge takken help elkaar en vraag hulp als je het niet meer ziet zitten zit niet met teveel tegelijk in de boom houd je altijd op drie punten (twee voeten en een hand, twee handen en een voet) vast vermijd dode takken (geen bladeren, soms geen schors, schimmels) en test eerst even of de tak je kan houden blijf dicht tegen de stam, daar zijn de takken het stevigst klim met je gezicht naar de stam toe hoog klimmen hoeft niet, het is immers geen wedstrijd is klim beter niet als de boom nat is of vol mos zit
6. Modderbaan 6.1
Wat
Kinderen ravotten graag en vinden het leuk om zich vuil te maken. Laat de kinderen dus gaan op die modderbaan!
6.2
Waar
Een ideale plek hiervoor is de achterkant van de skipiste in Neerpede, het verwilderde stukje in het Scheutbos of een helling in het Moeraske te Evere. Er © Elien Lebu zijn natuurlijke ook nog andere mogelijkheden zoals f het Bessembos of het Laarbeekbos. Vergeet niet na te vragen bij de terreineigenaars of het toegelaten is om op zijn of haar terrein een modderbaan te ‘maken’! Maak voor je zoektocht naar een geschikte locatie zeker gebruik van de kaart, waar in het begin van de handleiding naar verwezen werd. Achterkant skipiste Neerpede Olympische Dreef 11 1070 Anderlecht Met openbaar vervoer Lijn 31: Noordstation-Marius Renard: halte Marius Renard Lijn 81: Montgomery-Marius Renard: halte Marius Renard De skipiste bevindt zich in het park op ongeveer 300m van de halte
6.3
Wanneer
In de herfst regent het veel, waardoor de grond bijna permanent nat en vochtig is. Ideaal voor een modderbaan dus.
6.4 • • •
Materiaal Dikke of stevige kleren Plastic zakken om als slee te gebruiken Optioneel:
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
19
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
• •
6.5
• Water om modder te maken • Zeil om aarde op te leggen als het gras niet beschadigd mag worden Ballen of andere ronde voorwerpen Takken
Voorbereiding
Zorg dat de kinderen kleren aan hebben die vuil mogen worden. Als er de mogelijkheid om zich achteraf te wassen of af te spoelen, zorg er dan ook voor dat ze reservekledij en een plastiek zak voor hun vuile kleren meehebben.
6.6
Verloop activiteit
Kies een dag dat het regent of niet lang geleden geregend heeft zodat de modder of aarde nog nat en glibberig is. Zoek vervolgens een helling waar je niet de kans loopt kwetsbare grasgebieden te beschadigen. Je kan eventueel ook een zeil gebruiken om het gras te beschermen en zelf een modderbaan te maken. Als je de modderbaan zelf maakt gooi je het best zo veel mogelijk aarde op het zeil. Overgiet dit dan met voldoende water om de modder te maken. Gebruik plastic zakken om je zitvlak te beschermen en sneller over de modder te glijden. Je kan in plaats van een modderbaan ook een ballenbaan maken. Hiervoor zoek je eerst enkele takken, waarmee je een baan maakt. Tussen de takken maak je een gootje, waar je de bal in laat rollen.
6.7 • • •
Tips voor begeleiders Maak duidelijke afspraken met de kinderen. Spreek bijvoorbeeld af dat er niet met meer dan twee tegelijk op de modderbaan gegaan wordt om ongelukken te voorkomen. Pas op voor erosie! Te veel dezelfde baan gebruiken zal resulteren in erosie van de helling en dat willen we voorkomen. Let er op dat er geen scherpe takken of steentjes onder het zeil of op de modderbaan liggen.
© GoodP lane
t Belgium
vzw
Lebuf © Elien
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
20
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
7. Natuurparfum maken 7.1
Wat
De kinderen maken hun eigen natuurparfum. Je leert de kinderen ook iets bij over welriekende, stinkende, maar ook zeldzame planten en bloemen.
7.2
Waar
Een natuurparfum kan je in principe overal maken. Tuin, bos, grasveld enz. Het enige waar je op moet letten is dat je, in de meeste parken geen bloemen of planten mag plukken/uittrekken.
7.3
© GoodPlanet Be
lgium vzw
Wanneer
In de lente beginnen heel wat planten terug te groeien en bloeien. De natuur vloeit op dit moment over van de geuren en kleuren. Dit maakt van de lente het ideale seizoen om een natuurparfum te maken.
7.4 • • • • •
7.5
Materiaal Mooie potjes om het parfum in te bewaren Etiketten voor op de potjes te plakken Water Kleine dikke stokken om als kruidenvezel te gebruiken Bloemblaadjes, mooie bladeren of kruiden
Verloop activiteit
A. Basisregels Om te voorkomen dat één bepaald gebied leeggeplukt wordt, moeten de kinderen hun zoektocht naar bloemen, bladeren en kruiden spreiden over het hele terrein. Zoek misschien op voorhand bedreigde bloemen en plantensoorten op, om te voorkomen dat deze geplukt worden.
B. Uitvoering Laat de kinderen zelf in de natuur zoeken naar bloemblaadjes, mooie groene muntbladeren of andere tuinkruiden. Als je het simpel wil houden kan je ook op voorhand een selectie van geurende planten samenstellen. Van rozen kan je bijvoorbeeld rozenwater maken. Hier kan je dan de rest van je geurende planten aan toevoegen. Wanneer je de juiste ingrediënten hebt verzameld, kan je ze verbrijzelen in een potje met behulp van een dikke stok. Giet vervolgens een klein beetje water op het mengsel en laat dit een tijdje trekken. Maak een mooi etiket en plak dit op je potje. En zie hier, je natuurparfum is klaar!
7.6 •
Tips voor begeleiders Maak duidelijke afspraken met de kinderen over welke planten ze wel en niet mogen gebruiken. Zorg dat ze zeker geen giftige planten of planten die irritaties kunnen opwekken gebruiken. Zoek op voorhand ook op welke bloemen of planten bedreigd zijn,
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
21
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
• •
7.7
zodat ze deze zeker niet gebruiken. Je kan ook de ‘ongeschreven wet’ hanteren dat ze enkel een bloem mogen plukken als er minstens 50 andere in de buurt staan. Je kan op voorhand enkele onbedreigde, geurige planten plukken en de kinderen hiernaar op zoek laten gaan (kan een leuk spelletje zijn). Zorg er ook voor dat de kinderen hun zoektocht naar bloemen, bladeren en kruiden spreiden over het hele terrein. Zo voorkom je dat één bepaald gebied leeggeplukt wordt. Je kan eventueel ook de ingrediënten op voorhand klaar leggen in verschillende dozen en ze daaruit laten kiezen.
Extra
Combineer deze activiteit met de aanleg van een eigen kruiden- of bloementuin. •
Normale kruidentuin Wil je een kruidentuin op je terrein, maar heb je geen groene ondergrond? Dit probleem kan je gemakkelijk oplossen door een oude zandbak om te toveren tot een kruidentuin. Wat heb je nodig? Een oude zandbak, een grondzeil of worteldoek, potgrond en zaad. Leg op de bodem van je zandbak een zeil of worteldoek. Vul de zandbak vervolgens met aarde en de kruiden. Je kan natuurlijk ook van nul beginnen en beginnen met zaad. Om verwarring te voorkomen heb je natuurlijk naamplaatjes nodig. Deze kan je maken door de naam van de plant te schilderen op een steen of houten plankje.
•
Kruidentuin aan de wand Een kruidentuin aan de wand is ideaal voor als je weinig ruimte hebt buiten of binnen. Je hebt verschillende soorten hangtuinen. Wat heb je nodig voor een kruidenmat? Mat met zakken, lichte bloempotten, aarde en zaad. Je kan een mat met grote zakken aan de muur bevestigen. In die grote zakken steek je dan je plastieken bloempotjes met kruiden. Een andere optie is om gebruik te maken van je oude plastic flessen. Wat heb je dan nodig? Oude plastic flessen, touw, een schaar, aarde en zaad. Je kan de flessen in twee snijden en per helft twee gaatjes in de randen prikken. De gaatjes zijn bedoelt om een touw door te rijgen, zodat je de zelfgemaakte bloempotten kan ophangen. Een andere optie met plastic flessen is om een verticaal stuk uit je flessen te snijden. Dit doe je door de fles op zijn zij te leggen en een ovaal uit te snijden. Om de fles te kunnen ophangen maak je een gaatje in de nek van de fles en in de achterkant van de fles.
© Swallow’s heart
• Mini-kruidentuin Wil je binnen een kruidentuintje maken, maar heb je niet veel plaats? Dan is dit zeker een optie voor jou. Wat heb je allemaal nodig voor een minikruidentuin? Kruiden, potten, krijtbordverf, tape en een kwast. Plak de potten af met tape zodat er een rechthoekig vlak ontstaat, verf dit vlak met de krijtbordverf. Als de verf helemaal droog is kun je de tape verwijderen. Nu kan je op het zwarte vlak met krijt schrijven welke kruiden er in de potten zitten. Vul de potten vervolgens met de kruiden en wat aarde. Plaats de potten in het licht en klaar is je mini-kruidentuin!
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
22
•
Kruidenspiraal Een kruidenspiraal is ideaal voor als je weinig ruimte hebt. Wat heb je er voor nodig? Een tak, touw, (bak)stenen, aarde vermengd met compostgrond en kruiden. Kies een plekje op je terrein met voldoende zonlicht (minimaal vijf uur zon per dag). Zet een stok in het midden van de plek waar je kruidenspiraal moet komen. Bind een touw van één meter aan de stok en bind aan het andere einde een ander stokje. Trek een cirkel in de grond. Bouw op die lijn een muurtje van bakstenen van ongeveer 30 cm hoog. Maak hem niet helemaal rond, maar draai een beetje voor het einde naar binnen. Maak je muurtje vanaf de tweede ronde één à twee stenen hoger. Doe dit naar het middelpunt toe nog eens, tot je drie etages hebt en de spiraal naar je zin is. Vul alles op met aarde en giet er water over. Laat de grond zakken en vul eventueel aan met wat extra aarde. Pas als hij stevig genoeg is kun je de kruiden aanplanten. Gebruik eventueel cement of leem tussen de stenen, om er zeker van te zijn dat je spiraal stevig genoeg is.
•
Pallettuin Voor een pallettuin heb je potgrond, een pallet, een vel antiworteldoek van ruim twee op twee meter, groenten- en kruidenplantjes, nietjes of krammen en een schietpistool en een oud vel plastiek. Start met je pallet aan de achterkant, zijkanten en onderkant te bekleden met een worteldoek. Dit houdt de grond bij elkaar terwijl het overtollige water toch makkelijk weg kan. Plooi de randen om en zet vast met nietjes of krammen. Leg je pallet op een vel plastiek, dicht bij haar definitieve plek. Vul de kieren met potgrond en zet er je planten in. Plant in de bovenste rand kruiden als salie, tijm, oregano en rozemarijn. Overgiet nu met water. Na ongeveer twee weken zullen je planten genoeg geworteld zijn en mag je de pallet recht zetten, tegen de muur. Controleer elke dag of de aarde nog vochtig is. Giet het water altijd van bovenaan: het water zal langzaam naar beneden doorsijpelen. Als het veel regent, dan kan je pallet te zwaar worden en omvallen. Veranker je pallet dus preventief tegen de muur.
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
23
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
8. Ontdekkingstocht 8.1
Wat
Op avontuur in de natuur! Ga samen met de kinderen op een ontdekkingstocht in de natuur en leer ze het een en ander bij over dieren, insecten, bomen, planten etc. Kijk heel goed om je heen wanneer je op ontdekkingstocht gaat en je zal heel wat nieuws ontdekken.
8.2
Waar
© JNM
Voor een ontdekkingstocht hoef je niet perse ver van huis te gaan. Overal valt wel iets te ontdekken. Als je wat meer uitdaging zoekt voor de kinderen dan kan je natuurlijk naar een bos of park gaan, maar zelfs een stadssafari kan plezant zijn!
8.3
Wanneer
Een ontdekkingstocht kan je op elk moment en in elk seizoen doen. Zelfs in de winter kan je op ontdekkingstocht, denk maar aan sporentocht in de sneeuw, vogels spotten, enz. De lente biedt natuurlijk de meeste uitdagingen, aangezien alle dieren dan terug uit hun winterslaap komen en de planten terug beginnen groeien en bloeien.
8.4 • • • •
8.5 • •
8.6
Materiaal Zoekkaartenboek of herkenningskaart van vogels, bomen, dieren, paddenstoelen (Uitleenbaar in de Mundo-Bib) Verrekijkers (Uitleenbaar in de Mundo-Bib) Vergrootglas Papier en potloden
Voorbereiding Zorg dat de kinderen stevige schoenen of stapschoenen aan hebben en een regenjas meehebben. Als je er een lange ontdekkingstocht van maakt zorg je ook dat de kinderen een lunchpakket mee hebben.
Verloop activiteit
De ontdekkingstocht duurt normaal gezien ongeveer een halve dag, maar je kan er ook een daguitstap van maken. Aangezien er vaak niet voldoende materiaal is kan je de groep splitsen in kleinere groepjes en elke groepje een rugzak met materiaal geven. Je maakt een wandeling door het bos, park, stad of door een weide en gaat met de kinderen de verschillende elementen in de natuur opzoeken. Je kan de kinderen de opdracht geven om een kaart te maken van het gebied en daarop de verschillende elementen die ze tegenkomen op laten tekenen. Als er bijvoorbeeld een vogelnest in de buurt is of een beekje stroomt kunnen ze dit op hun kaart tekenen. Je kan ze ook met een herkenningskaart de verschillende bomen of paddenstoelen laten determineren. Met de verrekijkers kunnen de kinderen vogels observeren
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
24
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
in de velden of kunnen ze in de boomkruinen zoeken naar dieren en wie weet zien ze dan een eekhoorn die naar zijn nestje kruipt!
8.7 •
•
Tips voor begeleiders Maak duidelijke afspraken met de kinderen over hoe ver ze zich van de groep mogen begeven, hoe de straat wordt overgestoken enz. Spreek ook met de kinderen af dat ze zorgvuldig moeten omgaan met het materiaal. Wanneer je op safari gaat in de stad, kan je op zoek gaan naar allerlei diertjes. Je kan onder bloembakken kijken. Een omgekeerde paraplu onder een boom houden en met de blaadjes schudden, verschillende plantjes zoeken en er foto’s van trekken enz. Je kan de kinderen hiervoor safarikledij laten aantrekken. Dat maakt het allemaal nog wat echter.
© GoodP lane
t Belgium
vzw
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
25
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
9. Touwenparcours 9.1
Wat
Zijn de kinderen avontuurlijk aangelegd, dan is dit de ideale activiteit voor hen. Voor de onverschrokken kinderen is er het touwenparcours in de hoogte. Voor de nachtuilen is er een parcours dat je geblinddoekt aflegt.
9.2
Waar
© GoodPlan et Belg
ium vzw
Je hebt voor een touwenparcours een groep bomen nodig of een ondergrond met veel reliëf, het hangt af van welk parcours je gaat doen. Voor een groep bomen ben je het best af in een park, bos of een beekje met bomen aan beide kanten. Maak voor je zoektocht naar een geschikte locatie zeker gebruik van de kaart, waar in het begin van de handleiding naar verwezen werd.
9.3
Wanneer
De lente en zomer zijn voor deze activiteit ideaal. Het hout is in deze seizoenen niet nat en glibberig. Wanneer het regent kunnen de kinderen gemakkelijk van het koord glijden. Het is ook niet ideaal om een geblinddoekt parcours af te leggen, als de kinderen steeds uitglijden over een natte ondergrond.
9.4 • • •
9.5
Materiaal Dikke koorden met een diameter vanaf 1 cm (bijvoorbeeld: polypropyleentouw) Voor een touwenparcours dat de kinderen volgen vanop de grond, volstaat een sjortouw. Blinddoeken
Voorbereiding
Wanneer je een touwenparcours in de lucht wilt maken, ga je op voorhand na of de bomen stevig genoeg zijn en niet plooien wanneer je er tegen duwt. Zorg er ook voor dat je koord stevig genoeg is en niet stukgaat wanneer je erop gaat staan.
9.6
Verloop activiteit
Je kan verschillende soorten touwenparcours maken. Je kan een parcours maken waarbij de kinderen geblinddoekt een touw moeten volgen of je kan een touwenparcours in de lucht maken. •
Touwenparcours in de lucht
Zoek een groep bomen die niet al te ver van elkaar staan. Bind vervolgens het koord om verschillende bomen, span het touw aan en zorg dat de knopen sterk genoeg zijn. Je bepaalt zelf de hoogte van het touw, maar houd in je achterhoofd dat je de kinderen zal moeten kunnen helpen om erop te geraken en eventueel op te vangen op het einde. Hou er ook rekening mee dat je meer begeleiders nodig zal hebben naarmate je het parcours groter en moeilijker maakt. Wanneer je het touw bevestigt start en eindig je met een mastworp, tussendoor mag je dit gerust ook nog doen. Hou bij het opspannen ook altijd rekening met het feit dat het touw zal doorbuigen. Hang je touw dus niet al te laag. Hoe harder je het touw aanspant, hoe gemakkerlijker het is voor de kinderen.
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
26
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
•
Geblinddoekt touwenparcours Voor een touwenparcours met blinddoeken heb je een terrein nodig met veel reliëf. De touwen worden op armhoogte van de kinderen gespannen. De bedoeling van dit parcours is dat de kinderen met een blinddoek op het touw volgen en over heuveltjes, over stronken en eventueel door plassen geleid worden. Zorg dat het parcours uitdagend is! Je kan het parcours achteraf ook laten hangen, maar dan overleg je dit best op voorhand met de terreineigenaars. Je kan het parcours ook afwisselen met omgevallen bomen. Het is leuk om de kinderen zelf hun parcours te laten uitstippelen.
TIP Een extra uitdaging voor het touwenparcours in de lucht, is om een gracht of beekje te zoeken. Je spant het koord dan over de gracht of het beekje, zodat de kinderen boven het water naar de overkant moeten klimmen.
9.7 •
•
Tips voor begeleiders Maak duidelijke afspraken met de kinderen over hoeveel personen er tegelijk op het touw mogen staan. Spreek bijvoorbeeld een beurtrol af om het parcours beurtelings af te leggen. Ga voor je begint bij de kinderen na of er kinderen zijn met hoogtevrees. Deze kinderen hoeven dan niet mee te doen en moeten ook in gaten gehouden worden zodat de andere kinderen hen niet forceren om toch mee te doen.
elg Planet B © Good
ium vzw
© Good Plan
et Belgiu
m vzw
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
27
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
10. Van bergen rollen 10.1 Wat Kijk hoe snel je beneden aan de berg staat, zonder je benen te gebruiken!
10.2 Waar Bergen zullen moeilijk te vinden zijn in Brussel, maar hellingen zijn er zeker genoeg. De achterkant van de skipiste in Neerpede, het Wilderbos, het Scheutbos, het Josaphatpark of het Moeraske zijn hiervoor zeker geschikt. Maak voor je zoektocht naar een geschikte locatie zeker gebruik van de kaart, waar in het begin van de handleiding naar verwezen werd.
10.3 Wanneer Je kan overal en altijd van bergen rollen. In de herfst is het leuk omdat je dan tussen de afgevallen bladeren kan rollen. In de winter is het tof om in de sneeuw te rollen. De zomer en lente zijn natuurlijk ook altijd leuk om van bergen te rollen, omdat je dan tussen het groen en de bloemen kan rollen.
10.4 Voorbereiding Zorg dat de kinderen kleren aan hebben die tegen een stootje kunnen en vuil mogen worden.
10.5 Verloop activiteit Zoek een helling zonder teveel uitsteeksels of obstakels waar je van kan rollen. Wanneer je er zeker van bent dat de baan obstakelvrij is, ga op je buik liggen en je kan er op los rollen!
10.6 Tips voor begeleiders • •
Kijk op voorhand goed na of er op de helling geen takken, scherpe stenen of dennenappels liggen waar de kinderen zich eventueel pijn aan kunnen doen. Spreek met de kinderen een beurtrol af of een ander systeem om zo ongelukken te voorkomen. Zeg ze bijvoorbeeld dat ze niet onmiddellijk na elkaar mogen rollen maar dat ze even moeten wachten of als de helling breed genoeg is op een aftand van elkaar rollen.
© JNM
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
28
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
11. Een vlot maken5 11.1
Wat
Ahoy kapitein! De perfecte activiteit voor de waterratten onder de kinderen (en begeleiders). Een vlot maken is altijd tof om te doen als het warm weer is. Je kan een vlot bouwen op mensenmaat, maar je kan ook een miniatuurvlotje maken met vindmaterialen een een vlottenrace organiseren.
© De Hog e Rielen
11.2 Waar Om een vlottenrace, met de mini-vlotten, te houden zoek je naar een park met een vijver of meer. Een beekje of gracht in je buurt is natuurlijk ook goed. Maak voor je zoektocht naar een geschikte locatie zeker gebruik van de kaart, waar in het begin van de handleiding naar verwezen werd.
11.3 Wanneer Aangezien het in de zomer en lente warm weer is en bijna niet regent, zijn dit de ideale seizoenen om een vlot te maken. De kinderen kunnen nat worden, zonder onderkoeld te geraken.
11.4 Materiaal voor een groot vlot • • • • • • •
4 - 8 Balken (Sjor)touw 4 Tonnen Peddels: zelfgemaakte of plastieken Fietsbanden Takken of schors Bladeren
11.5 Materiaal voor mini-vlotjes • • •
Vindmateriaal: takjes, blaadjes, notedopjes, stevige grassoorten, schors Evt. natuurlijk touw Evt. klei
11.6 Voorbereiding Verzamel al het materiaal op een open plek niet al te ver van de vijver, zodat je het vlot niet al te ver meer moet dragen.
5
Verblijfsdomein de Hoge Rielen, 2014. De Hoge Rielen. [Online] Available at: http://www.dehogerielen.be/sites/default/files/hogerielen/uitleendienst/handleiding%20vlotten%20bouwen_hv_1_260213.pdf [Geopend 14 November 2014].
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
29
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
11.7 Verloop activiteit A. Basisregels Om te voorkomen dat het water als een vuilnisbelt achterblijft en het vol ligt met oude vlotten en ander afval, laat je de vlotten niet liggen op het water. In het geval van een groot vlot, laat je het ook niet aan de waterkant liggen. Als je klaar bent met de activiteit breek je het grote vlot af of neem je de kleine vlotten mee naar huis. Vlotjes dat enkel met natuurlijke materialen werden gebouwd, kan je op het water achterlaten.
B. Uitvoering Er bestaan verschillende soorten vlotten. Je hebt levensgrote vlotten, waar je op kan zitten, maar je hebt ook mini-vlotten waarmee je een vlottenwedstrijd kan houden. •
Mini-vlot Je hebt twee soorten mini-vlotten, je hebt er van schors en je hebt er van samengebonden takjes. Voor het schorsen vlot zoek je een stuk schors met een kleine helling. In de holle kant van het stuk schors maak je een klein putje, waar je zeil komt. Het zeil maak je van een blad, dat je aan een stokje rijgt. Voor een mini-vlot van verschillende takken heb je touw of lange grassprieten nodig. Je begint met twee takjes horizontaal en op een gelijke afstand van elkaar te leggen. Vervolgens leg je al de andere takjes op de horizontale takjes zodat ze kruisen. Bevestig nu al de takjes aan elkaar en schuif je zijl tussen de twee centrale takjes.
•
Groot vlot Voor een vlot van 4 balken maak je met de sjorbalken een dubbel kruis. Zorg ervoor dat je in het midden een vierkant krijgt. Voor een vlot met 8 balken maak je een vierkant met een dubbele rand. De balken sjor je vast met een kruissjorring techniek. Vervolgens bevestig je de tonnen met de fietsbanden aan het vlot. Zorg er tot slot ook voor dat je de balken niet te ver uit elkaar liggen zodat de tonnen er later niet kunnen tussenuit vallen. Voor een vlot zonder tonnen leg je twee balken verticaal tegenover elkaar en daarop leg je dan een hoop balken horizontaal. Deze bevestig je ook allemaal met een kruissjorring techniek aan elkaar. Peddels kan je zelf maken door planken te gebruiken of door lange stokken te zoeken die je gebruikt om je tegen de bodem af de duwen.
11.8 Tips voor begeleiders •
•
•
Als je van plan bent om een groot vlot te bouwen, vraag je zeker op voorhand na bij de ouders of de kinderen of iedereen kan zwemmen. Indien dit niet het geval is zou ik een gebied kiezen waar het water niet te hoog staat voor de kinderen, maar toch hoog genoeg is voor het vlot. Je kan natuurlijk ook vestjes of bandjes voorzien. Maak vooraf duidelijke afspraken met de kinderen over wat er allemaal gedaan mag worden op het water en wat niet. Je laat de kinderen niet alleen achter bij het water.
© De Hoge Rielen
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
30
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
12. Sporen zoeken6 12.1 Wat Dé activiteit voor de speurneuzen onder de kinderen (en begeleiders). Zoek samen met de kinderen naar sporen in de natuur en geef een woordje uitleg bij ieder spoor dat je samen vindt.
12.2 Waar
© GoodPlan et
Je moet niet al te ver zoeken om sporen te vinden, je kan er in je tuin alleen al heel veel vinden.
Belgium vzw
12.3 Wanneer Het hangt er natuurlijk van af wat voor sporen je zoekt, maar in principe kan je deze activiteit in elk seizoen uitvoeren.
12.4 Materiaal • • • •
Sporengids (Uitleenbaar in de Mundo-Bib) Notitieboekje en potlood Paraplu of wit laken Eventueel een afgietsel set • Afgietsel met gips: reepjes plastiek of karton, paperclips om de reepjes in een cirkel vast te zetten, snelwerkend gips, water, mengkom, stokje om te mengen, touw of ijzerdraad, krantenpapier, pincet • Afgietsel met was (niet voor in de sneeuw): parafine of kaarsresten, oude kookpan, (gas)brander, reepjes plastiek of karton, paperclips, krantenpapier, pincet
12.5 Verloop activiteit A. Uitvoering Ga op zoektocht in de natuur naar voet-, vraat- of gewone sporen van dieren. Als je weet war je naar moet zoeken zijn de meeste sporen heel gemakkelijk te vinden. Kijk maar eens naar een struik, blaadjes van bomen of boomschors en wie weet vind je daar al sporen van een insect op terug. Probeer de sporen te linken aan het juiste dier of insect. Je kan achteraf ook een afgietsel maken van de sporen die je hebt gevonden. •
Sporenval Zoek een stukje grond waarvan je vermoed dat er dieren komen. Strijk de grond plat en leg een kader van stokken rond je stukje grond. Als je wilt kan je ook een klein beetje dierenvoer in je kader leggen maar dan is de spanning of er spoor te vinden zal zijn er toch een beetje van zijn. De volgende dag keer je terug om te kijken of er een spoor is in je kader.
6
Natuurpunt, 2012. Zoogdierenwerkgroep. [Online] Available at: http://www.zoogdierenwerkgroep.be/studie/methoden-en-technieken [Geopend 21 November 2014].
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
31
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
• Vraatsporen Dieren laten allerlei vraatsporen achter, waardoor je weet dat ze ergens geweest zijn zonder je ze zelf gezien hoeft te hebben. Sommige dieren laten duidelijke vraatsporen achter zoals een bever die een bomen omknaagd. Bij andere dieren is het iets minder duidelijk, maar eens je weet waar je moet op letten, kan je een heleboel sporen vlotjes determineren.
© GoodPlanet Belgium vzw
•
• Haarvallen Je kan op plaatsen waarvan je denkt dat er konijnen, vossen of dassen in de buurt zijn, stukjes tweezijdige plakband bevestigen aan een laaghangende tak. ’s Anderendaags kan je kijken of er haartjes aan zijn blijven plakken. Is er prikkeldraad aanwezig? Kijk dan of je geen haarsporen vindt.
Zelf sporen maken Als je echt geen sporen kan vinden kan je ook zelf sporen maken. Je kan dan met je handen of voeten een afdruk maken in de modder, sneeuw of het zand. Een andere optie is het maken van een afdruk van een echt of een uitgevonden dier met bladeren, takken en twijgjes.
TIP Maak een afgietsel van je sporen, zodat je ze thuis kan ophangen als trofee. Zoek een spoor of maak een spoor en verwijder voorzichtig met een pincet bijvoorbeeld kleine takjes, blaadjes of andere dingen die in het spoor gevallen kunnen zijn. Maak met de kartonnen reepjes en de paperclips een kartonnen rand die je in de ondergrond steekt zodat er geen gips kan ontsnappen. Het gips mengsel maak je door een hoeveelheid water in je mengkom te gieten die voldoende is om de grond binnen de kartonnen boord tot twee cm hoog te bedekken. Om te voorkomen dat je afgietsel achteraf breekt giet je een dikkere laag gips naarmate de diameter van je kartonnen cirkel groter is. Blijf het gipspoeder bij het water toevoegen, terwijl je voortdurend roert, tot je de juiste dikte verkrijgt. Maak je het gipsmengsel te dik, dan zal je niet alle fijnste details van het spoor kunnen registreren. Giet het mengsel voorzichtig in het spoor om te voorkomen dat het spoor vervormt. Je kan nu een touwtje of ijzerdraad bovenop het mengsel leggen zodat je achteraf je afgietsel kan ophangen. Het drogen of uitharden duurt 15 minuten tot een uur. Voor een wasmengsel moet je een hoeveelheid was in de kom smelten met de gasbrander. Je zorgt dat je genoeg mengsel hebt om de grond minimum 1 cm hoog te bedekken binnen de rand die je rond het spoor gezet hebt. Giet de gesmolten was voorzichtig over het spoor en laat dit afkoelen. Het drogen of uitharden gaat normaal sneller dan bij gips. Wikkel de uitgeharde gips- of wasvorm in krantenpapier om het mee te nemen naar huis. Een afgietsel van een spoor in sneeuw maken vergt wat extra voorbereidingen. Als het nog steeds vriest dan kan je wat water over het spoor vernevelen zodat je een glad oppervlak krijgt. Als het niet meer vriest dan loopt het gips tussen de gaatjes van de sneeuwkristallen. Dooit het, dan strooi je best eerst wat droog gips over het spoor vooraleer je het mengsel erop giet. Giet het mengsel van gips en water niet onmiddellijk over het spoor, want bij de reactie die tussen het gips en het water optreedt, komt warmte vrij. Die warmte zou de afdruk in de sneeuw kunnen vervormen.
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
32
12.6 Tips voor begeleiders •
•
Als je een afgietsel van de afdruk wil maken is het best dat je op voorhand duidelijke afspraken maakt met de kinderen. Wanneer je een afgietsel maakt met was zorg je altijd dat er een begeleider bij is. Sporen van vossen en honden gelijken op elkaar, aangezien de vos een hondachtige is. Er is is echter een klein maar duidelijk verschil. De zoolkussentjes van de middenste tenen van een vos liggen helemaal voor de zoolkussentjes van de buitenste tenen. Er is dus geen overlapping (je kan er een imaginaire lijn doortrekken). Bij de honden liggen de zoolkussentjes van de buitenste tenen gedeeltelijk op dezelfde hoogte als die van de middenste tenen. De afdruk van een vossenpoot is ook slanker dan die van een hond.
Bron: http://home.scarlet.be/webvos/pages/sporen.htm
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
33
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
13. Kruidenpannenkoeken bakken7 13.1 Wat Voor de smulbekken onder ons is er ook nog een activiteit, namelijk kruidenpannenkoeken bakken. Het is niet alleen lekkere en gezellige activiteit, maar ook ideaal om te combineren met de aanleg van een eigen kruidentuin. Je leert de kinderen iets bij over eetbare planten en bloemen en over hoe je een eigen kruidentuin aanlegt en onderhoudt.
13.2 Waar Wanneer je een vuurschaal of draagbaar gasvuur hebt kan je in principe overal je kruidenpannenkoeken bakken. Natuurlijk is het niet overal toegelaten om dit te doen, dus vraag op voorhand na bij de terreineigenaars of het toegelaten is. Als je het niet zeker bent, is een andere optie het park- of bosreglement eens door te nemen. Als je geen vuurschaal of draagbaar gasvuur hebt kan je natuurlijk ook op je eigen terrein of in je lokaal de kruidenpannenkoeken bakken.
13.3 Wanneer Lente en zomer zijn het meest geschikt om eetbare planten te vinden, maar in de rest van het jaar kan je uiteraard ook pannenkoeken bakken.
13.4 Materiaal • • • • • • • • • •
250 g zelfrijzende bloem 4 eieren ½ l melk olie (of boter) 1 kl mosterdzaden 4 el tuinkruiden (tijm, salie, peterselie, dragon..., gehakt) Eetbare planten (Sint-Janskruid, wilde marjolein, vlier, brandnetel…) Zout Pan Vuurschaal of gasvuur (Uitleenbaar in de MundoBib)
© GoodPlan et Belgium vzw
13.5 Voorbereiding Hieronder vind je een kort overzicht van eetbare planten en bloemen voor in je kruidenpannenkoeken: • Adderwortel (Polygonum bistorta) • Basilicum (Ocimum Basilicum) • Bieslook (Allium schoenoprasum) • Boekweit (Fagopyrum esculentum) 7
Libelle, 2014. Libelle lekker. [Online] Available at: http://www.libelle-lekker.be/recepten/eten/6715/kruidenpannenkoeken [Geopend 21 November 2014].
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
34
Calendula (Calendula officinalis) Daslook (Allium ursinum) Dragon (Artemisia dracunculus) Duizenblad (Achillea millefolium Grote brandnetel (Urtica dioica) Kervel (Anthriscus cerefolium) Koriander (Coriandrum sativum) Laurier (Laurus nobilis) Lavas (Levisticum officinale) Lavendel (Lavandula) Luzerne (Medicago sativa) Madeliefje (Bellis perennis) Moerasspirea (Filipendula ulmaria) Munt (Mentha) Muskuskaasjeskruid (Malva moschata) Oost-Indische kers (Tropaeolum majus) Oregano of wilde marjolein (Origanum vulgare) Paardenbloem (taraxacum officinale) Peterselie (Petroselinum crispum) Rozenblaadjes (Rosa) Rozemarijn (Rosmarinus officinalis) Salie (Salvia) Viooltjes (Viola) Vlierbloesems (Sambucus nigra) (Wilde) tijm (Thymus serpyllum) Winterpostelein (Claytonia perfoliata)
13.6 Verloop activiteit 1. Hak de tuinkruiden fijn. 2. Vermeng de bloem en een mespuntje zout. Doe er de losgeklopte eieren bij. Roer stevig om. Schenk er de melk bij en roer tot een glad beslag. Laat het beslag 30 minuten rusten op kamertemperatuur. 3. Doe de mosterdzaadjes, de gehakte tuinkruiden en de mengeling van eetbare planten bij het beslag. Klop het nog eens goed door. 4. Verhit een nootje boter of een klein beetje olie in een grote koekenpan. 5. Bak middelgrote, niet te dikke pannenkoeken. Vouw ze in vieren. Serveer ze meteen. TIP Combineer deze activiteit met de aanleg van een eigen kruidentuin. Cfr. 7. Natuurparfum maken voor meer informatie over het aanleggen van een eigen kruidentuin.
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
35
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
14. Camoufleren 14.1 Wat Dieren en insecten camoufleren zich om een te worden met de natuur, zodat vijanden hen niet kunnen vinden. Ook mensen gebruiken deze techniek. Probeer samen met de kinderen een te worden met de natuur.
14.2 Waar Het toffe aan jezelf camoufleren is dat je het overal kan doen. Hoe minder bomen of struiken er in de buurt zijn hoe groter de uitdaging wordt.
© deboo min
.eu
14.3 Wanneer De tofste seizoenen om je te camoufleren zijn de lente, zomer en herfst. In de herfst kan je afgevallen bladeren en takken gebruiken om je te camoufleren. In de lente en de zomer kan je bloemen, bladeren en mos gebruiken.
14.4 Materiaal • •
Natuurelementen: takken, bladeren, twijgjes, bloemen, aarde… Eventueel: groene of bruine kleren om extra op te gaan in de natuur
14.5 Voorbereiding Leg de kinderen uit welke elementen of planten ze wel en niet mogen gebruiken voor de camouflage. Zo kan je bijvoorbeeld voorkomen dat ze per ongeluk een giftige, stekelige of branderige plant gebruiken om op het gezicht te smeren. Laat de kinderen bijvoorbeeld kennismaken met braam, brandnetel en bereklauw.
14.6 Verloop activiteit Je kan de kinderen vooraf vragen om voor deze activiteit zoveel mogelijk groene kledij aan te trekken. Laat de kinderen zichzelf camoufleren met takken, bladeren, twijgjes, aarde en bloemen. Als je de activiteit in groep wilt doen kan je enkele kinderen uit de groep kiezen die je dan helemaal camoufleert. Gebruik hiervoor enkel materiaal dat je vindt in het bos. Achteraf kan je verschillende spelletjes spelen, waarvoor het handig is om gecamoufleerd te zijn.
TIP Er bestaan tal van leuke spelen waarvoor je best gecamoufleerd bent. Wanneer de kinderen zich kunnen camoufleren om daarna een sluipspel, vlaggenroof, verstoppertje of stratego te spelen, zal de motivatie des te groter zijn.
© GoodPlanet Be lgiu
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
m vzw
HANDLEIDING
36
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
15. Kriebelbeestjes vangen 15.1 Wat Zo veel kriebelbeestjes! Vang samen met de kinderen zo veel mogelijk kriebelbeestjes. Probeer ze allemaal te determineren aan de hand van een herkenningskaart of zoekkaart. Leer de kinderen iets bij over de kriebelbeestjes en laat ze achteraf terug vrij in de natuur.
© deb oom
in.eu
15.2 Waar Kriebelbeestjes vind je overal, de meeste vind je in of onder dood hout, onder stenen, op planten, in struiken en in bomen.
15.3 Wanneer Je zal in elk seizoen kriebelbeestjes kunnen vangen, toch is het een aanrader om in de herfst, zomer of in de lente op zoek te gaan. In deze seizoenen zijn de kriebelbeestjes het meest actief, dus zal je er automatisch ook meer vinden. In de winter verstoppen ze zich in spleten van huizen, bomen of kruipen ze in hun holletje, diep onder te grond om de winter te kunnen overleven. Aangezien ze tijdens de wintermaanden geen eten vinden en zouden kunnen doodvriezen, laten we ze dan best met rust.
15.4 Materiaal • • • • • • •
Zoekkaartenboek of herkenningskaart van insecten en waterbeestjes (Uitleenbaar in de Mundo-Bib) Loepjes of loeppotjes (Uitleenbaar in de Mundo-Bib) Papier en potloden Schepnetjes (Uitleenbaar in de Mundo-Bib) Bakje of emmer Schepje en zeefje Insectenzuiger (zie verder)
15.5 Voorbereiding Om te voorkomen dat je de insecten per ongeluk doodt, ga je de insecten niet met je handen oppakken. Je toont de kinderen hoe ze met een blaadje de beestje kunnen vangen en waar ze vooral moeten zoeken. Om veel insecten tegelijk te vangen ga je met een omgekeerde paraplu of met een wit laken onder een boom of struik staan. Één iemand geeft een tik tegen de boom zodat de insecten eruit vallen en op je laken of in je paraplu vallen. Ze worden achteraf terug ook terug vrijgelaten in de natuur.
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
37
15.6 Verloop activiteit A. Uitvoering Je kan op verschillende plaatsen kriebelbeestjes vangen, maar je kan je ook op verschillene diersoorten focussen. Zo kan je bijvoorbeeld een wedstrijdje houden en zoveel mogelijk regenwormen vangen, die je dan achteraf ook weer vrijlaat natuurlijk. •
Insectenonderzoek Voor een insectenonderzoek heb je de insectenherkenningskaart en de loepjes of loeppotjes nodig. Je gaat de kriebelbeestjes proberen vangen en als dit gelukt is steek je ze in een loeppotje. Hoe vang je kriebelbeestjes? Ga met een laken of omgekeerde paraplu onder een boom of struik staan en laat iemand anders aan de boom of struik schudden. Je laken of paraplu zal nu hopelijk vol liggen met kriebelbeestjes. Je kan ze ook vangen met een klein blaadje, waarmee je de beestjes opraapt. Probeer ze zo weinig mogelijk met de vingers aan te raken. Gebruik de herkenningskaart om te bepalen welk kriebelbeestjes je gevangen hebt en noteer dit op een papiertje.
•
Wateronderzoek Voor een wateronderzoek heb je de schepnetjes, bakjes of emmers, loepjes en een herkenningskaart nodig. Met het schepnet ga je zoveel mogelijk waterbeestjes proberen vangen en in je bakje of emmer, dat gevuld is met helder water, overzetten. Met het loepje en de herkenningskaart kan je nagaan wat voor waterbeestjes je juist gevangen hebt. Dit kan je dan op een papiertje opschrijven.
TIP Tof om te combineren met deze activiteit, is het maken van een insectenzuiger. Dit is niet zo moeilijk om te maken. Je zoekt een plastic of glazen potje en maak twee gaatjes in het deksel. In deze gaatjes steek je een rietje of dun plastic buisje. Je zuigt aan een van de buisjes en het insect gaat er langs het andere buisje in. Deze insectenzuigers zijn ook uitleenbaar in de Mundo-Bib. Je kan de kinderen ook een slakkenrace laten organiseren. Zoek twee of 3 slakken en zet ze in het midden van een bord. Geef ze een naam en kijk wie als eerste de rand van het bord bereikt. Succes!
15.7 Tips voor begeleiders • • •
•
•
Toon aan de kinderen hoe ze de diertjes moeten oppakken. Maak duidelijke afspraken met de kinderen over hoe ze moeten omgaan met het materiaal. Zijn de potjes doorzichtig? Geef dan enkel de potjes mee aan de kinderen, want ze durven de dekseltjes wel eens verliezen. Je kan ook een potje vastbinden rond de nek van de kinderen. Als je niet voldoende materiaal hebt voor ieder kind, dan splits je de groep best in kleinere groepjes van twee tot drie kinderen. Elk groepke krijgt een zakje met materiaal mee. Je kan ook sommige potjes ook met een touwtje rond de nek bevestigen.
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
©
HANDLEIDING
38
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
16. Over beken springen 16.1 Wat We kunnen over beken springen of een wandeling maken langs of door de beek. Echte avonturiers helpen elkaar om de beek over te steken, met of zonder touw.
16.2 Waar
© GoodPlanet Be
Er zijn in Brussel heel wat grachten, vijvers en beekjes. Bijvoorbeeld: HetMoeras van Ganshoren, het Koning Boudewijnpark, het Moeraske, het Josaphatpark, het Scheutbos, ... Maak gebruik van de kaarten waarnaar verwezen werd in het begin van de handleiding om een beekje in je buurt te vinden.
lgium vzw
16.3 Wanneer De beste seizoenen om over beken te springen zijn uiteraard de zomer en de lente, omdat het dan mooi en warm weer is.
16.4 Voorbereiding Zoek een beek, gracht of waterstroompje waar je over kan springen. Ga op voorhand altijd na of de beek, gracht of het waterstroompje waar je over wilt springen niet te diep is voor de kleinere kinderen. Vraag indien nodig aan de kinderen of ze hun laarsjes / watersandalen meedoen. Wil je de beek oversteken aan de hand van touwen, voorzie dan stevige touwen, zoals omschreven bij ‘touwenparcours’.
16.5 Verloop activiteit Je kan de beek blootvoets, met laarsjes of sandalen blijven volgen (canyoning), je kan er met de hele groep tegelijk proberen over springen, je kan elkaar helpen om de overkant te bereiken of via een takken- of apenbrug de oversteek maken. Kortom… Er zijn tal van mogelijkheden! Het kan leuk zijn om aan deze activiteit een groepsspel of teambuildingsspel te koppelen. Zo kan je bijvoorbeeld een spel spelen, waarbij de zone aan de overkant van de beek de veilige zone of de ‘gevangenis’ is.
f © Elien Lebu
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
39
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
17. Natuurcoiffure 17.1 Wat Dit is de ideale activiteit voor als je je oude kapsel beu bent. Ga samen met de kinderen opzoek naar natuurelementen waarmee je een natuurcoiffure kan maken.
17.2 Waar Een natuurcoiffure kan je overal maken, het enige dat je nodig hebt is je materiaal.
© GoodP lan
et Belgiu
m vzw
17.3 Wanneer Je kan natuurcoiffures het hele jaar door maken, maar in de herfst kan je afgevallen bladeren, takken en modder gebruiken. In de lente en de zomer kan je dan weer bloemen, mos, bladeren, klimop en takken gebruiken voor je natuurcoiffure.
17.4 Materiaal • • • • • •
Touw, lint of rekker, speltjes Takken Bladeren Twijgjes Bloemen Evt. kippengaas
17.5 Voorbereiding Leg de kinderen uit welke planten ze wel en niet mogen gebruiken voor de natuurcoiffure. Spreek ook met de kinderen af dat ze hun zoektocht naar materiaal spreiden over het hele terrein. Zo kan je voorkomen dat ze bijvoorbeeld teveel bloemen van dezelfde plant gaan gebruiken.
17.6 Verloop activiteit
m © GoodPlanet Belgiu
vzw
Laat de kinderen een kroon of kapsel maken met takken, bladeren, twijgjes en bloemen. Een kroon kan je maken door jonge en flexibele takken te vlechten, dit gaat het best met wilgentakken. Je kan ook een kroon maken van een klimopstengel of een tak van een druivelaar. Versier je kroon met bladeren en bloemen of andere natuurlijke en seizoensgebonden materialen. Een natuurcoiffure kan je maken door lange en smalle bladeren of bloemen in je haar te vlechten. Om een hert na te maken kan je twee blaadjes in je haar bevestigen als oren en lichte takken of twijgjes met vertakkingen zoeken om op je hoofd te vast te knopen als gewei.
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
40
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
18. Sneeuwbal-/Watergevecht 18.1 Wat Ben je klaar voor het gevecht? Probeer een gevecht te houden met enkel elementen uit de natuur, geen emmers of waterpistolen dus.
18.2 Waar De beste plek om een water- of sneeuwbalgevecht te houden is op een open veld. Als je het spannend wil maken kan je het gevecht ook laten doorgaan in een park of bos, waar er veel hindernissen zijn. Maak voor je zoektocht naar een geschikte locatie zeker gebruik van de kaart, waar in het begin van de handleiding naar verwezen werd.
18.3 Wanneer Het watergevecht plaats je het best in de zomer, aangezien het dan warm genoeg is hiervoor. Logischerwijs houd je dan in de winter het sneeuwballengevecht.
18.4 Materiaal Watergevecht: • Waterpistool • Emmertjes of potjes Sneeuwballengevecht: • Handschoenen
© JNM
18.5 Verloop activiteit A. Uitvoering De kinderen kunnen gewoon met elkaar spelen en zich amuseren met water of sneeuw. Je kan de groep ook in twee splitsen en ze in teams tegen elkaar laten spelen. Een spel dat je kan spelen met grote groepen is bijvoorbeeld een vlaggenspel. De kinderen moeten hun eigen kamp of iglo (Cfr. 2. Een kamp bouwen) verdedigen en de vlag van het andere team stelen. Tegenstanders versla je door ze te raken met water of een sneeuwbal. De kinderen die geraakt zijn moeten terugkeren naar hun kamp en mogen van daaruit opnieuw vertrekken / of een opdrachtje vervullen in een gevangenis. Een kind dat met de vlag aan het lopen is en geraakt wordt moet de vlag achterlaten waar hij of zij geraakt is. Het team van wie de vlag is kan dan de vlag terug naar het kamp brengen. Het team dat het eerst de vlag van het andere team heeft gestolen en naar zijn eigen kamp heeft teruggebracht, is de winnaar.
18.6 Tips voor begeleiders •
•
Als je kiest voor een sneeuwballengevecht spreek je met de kinderen af dat ze geen ijsblokken of ijsbrokken mogen steken in hun sneeuwballen omdat dit heel gevaarlijk kan zijn. Er wordt enkel gesmeten met sneeuw. Je kan strobalen gebruiken om een saai terrein wat interessanter te maken. De kinderen kunnen de strobalen gebruiken om zich achter te verschuilen of om hun kamp te maken.
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
41
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
19. Nachtspel in het bos
8
19.1 Wat Een tocht in het duister, een spel voor de onbevreesde kinderen in de groep. Ga ’s wanneer het donker is / wordt naar het bos om een wandeling te maken of een spel te spelen. Laat de kinderen kennismaken met het nachtleven in de natuur.
19.2 Waar Ga voor deze activiteit naar een bos, een weiland met lang gras of een veilig park. Maak voor je zoektocht naar een geschikte locatie zeker gebruik van de kaart, waar in het begin van de handleiding naar verwezen werd.
© Margaux Boeraeve
19.3 Wanneer Een nachtspel kan je in elk seizoen spelen, al is het in de zomer het warmst om ’s avonds buiten te spelen. Op het einde van de lente en in het begin van de zomer (omstreeks 21 juni) zijn de nachten echter het kortst. In het begin van de lente of tijdens de herfstmaanden duren de nachten veel langer en kan het spel vroeger beginnen.
19.4 Materiaal • • • • • •
Zaklampen Gekleurde bokalen Kaarsjes en lucifers Kaartjes in verschillende kleuren Papier Potloden
19.5 Verloop activiteit •
Tocht in het duister Maak ’s nachts een wandeling met de kinderen door het bos. Het enige dat je nodig hebt zijn je oren. De kinderen moeten heel stil zijn en luisteren naar hun omgeving. Probeer te raden wat de oorsprong van het geluid is. Is het een dier of is het de wind die door de takken raast? Wanneer je deze activiteit in de zomer doet is het tof om een batdetector mee te nemen. Een batdetector wordt gebruikt om vleermuizen op te sporen via hun geluidsgolven.
•
Zoektocht Maak een lijstje van voorwerpen, zoals dennenappels en noten, die de kinderen moeten zoeken in het donker. Wanneer iedereen denkt zijn voorwerpen verzameld te hebben, ga
8
Mediaraven, 2012. Spelen Jong gespeeld is oud gedaan. [Online] Available at: http://www.spelensite.be/spel/aliens-in-het-bos [Geopend 21 November 2014].
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
42
je met de hele groep naar een plek met voldoende licht. Daar ga je kijken wie de meeste en juiste voorwerpen verzamelt heeft. •
Verstoppertje Deze versie van verstoppertje is extra moeilijk, je speelt namelijk in een donker bos. Wie kan zich het best verstoppen in het donkere bos?
•
Aliens in het bos Verdeel de kinderen over vier groepen. Per groep krijgen ze een kleur. Ze krijgen een bokaal in de groepskleur mee met daarin een kaarsje en lucifers. Ze zoeken per team een plekje in het bos voor hun kamp, waar ze hun bokaal in neerzetten. In het midden van het bos zit een alien en die heeft ook een bokaal met een kaarsje en een kom dat zijn UFO is. Het is de bedoeling dat dit kaarsje wordt uitgeblazen. Maar als de alien naar jou schijnt met zijn zaklamp, moet je terug. De persoon die het kaarsje kan uitblazen zonder gezien te worden, legt zijn groepskaartje in de UFO van de alien. Welke groep er op het einde de meeste kaartjes in de UFO heeft liggen, is de winnaar. Als je het nog uitdagender wil maken laat je nog andere aliens (begeleiders) rondlopen in het bos. Zij kunnen ook de kaarsjes van de groepen gaan uitblazen. Iemand van de groep kan dit verhinderen door op de alien te schijnen. Maar wanneer de groepskaars is uitgeblazen, ontvoert de alien iemand van de groep. Het ontvoerde groepslid moet dan eerst een opdracht uitvoeren vooraleer hij of zij terug mag naar de aarde.
•
Wereldreis Verdeel de kinderen over twee groepen, team één zijn de reizigers en team twee is de douane. Elk kind krijgt een ticket, dit is gewoon een blanco papiertje waar de kruisjes en nulletjes op gezet zullen worden. Na een tijdje wisselen de teams van rol zodat ze allemaal de kans hebben gekregen om zowel reiziger als douane te zijn. Aan beide kanten van het bos zit een loketbeheerder, die of een kruisje of een nulletje zal zetten op je ticket, wanneer je het hebt gered om naar de overkant te komen. Je zal afwisselend een kruisje en een nulletje krijgen. Tussen de reizen door lopen er douaniers met een zaklamp rond in het bos. Wanneer zij met hun zaklamp op je schijnen dan wordt je laatst behaalde kruisje of nulletje doorstreept. Diegene die op het einde van het spel het meeste kruisjes en nulletjes heeft op zijn ticket heeft gewonnen.
19.6 Tips voor begeleiders •
Sommige kinderen, zeker de kleinere kinderen zijn bang in het donker. Probeer deze kinderen tijdens de spelletjes zoveel mogelijk functies te geven waarbij er iemand bij hun is of waarbij ze bij een lichtbron zitten.
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
43
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
20. Woodcraft9 20.1 Wat Met vindmaterialen, takken, pluimpjes of bladeren kan je vanalles maken. Van zodra we hier hout voor gebruiken, spreken we van woodcraft. Samen met de kinderen maak je kunstwerkjes, dromenvangers, katapulten, pijl en boog, popjes, zwaarden enz... Tijdens deze activiteit kan je kinderen meer leren over de verschillende soorten hout en hun verteringsproces of het hanteren van een mes.
© GoodPlanet Belgium vzw
20.2 Waar Het gemakkelijke aan woodcraft is dat je het overal kan doen. Je hebt alleen voldoende materiaal nodig.
20.3 Wanneer De herfst is het ideale moment om deze activiteit te doen, gezien de hoeveelheid dode bladeren en dood hout. Periodes dat er gesnoeid wordt zijn ook goed natuurlijk.
20.4 Materiaal • • • • • • •
Takken: dunne, dikke, buigzame, sterke… Touw Dunne ijzerdraad Schaar of tang voor ijzerdraad Mes Klein zaagje (of zakmes met zaag) Klei
20.5 Voorbereiding Gebruik geen giftige planten of bessen. Als je met een mes werkt zorg je ervoor dat het mes een veiligheidssluiting heeft. Ga op voorhand na of er voldoende vindmateriaal in het groengebied ligt. Als de takken al te oud zijn, zijn ze niet meer bruikbaar.
20.6 Verloop activiteit A. Basisregels Spreid je sprokkelactiviteiten over een grotere oppervlakte in plaats van één plek volledig leeg te roven. Zo blijft er zeker voldoende dood hout liggen Dit is namelijk noodzakelijk voor het leven in het bos. Snijd of breek ook geen takken van levende bomen of struiken, vraag liever aan de groendienst of ze het snoeihout kunnen achterlaten op een afgesproken plaats.
B. Uitvoering Je kan enorm veel dingen maken van takken, hieronder een kort overzicht van enkele van de mogelijkheden. Meer voorbeelden vind je in ‘Het Bosboek’ van Jo Schofield en Fiona Danks.
9
Schofield, J. & Danks, F., 2013. Het Bosboek. Zeist: Christofoor.
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING
44
BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
•
Toverstaf Voor een sterrenstaf heb je een jonge tak nodig, van bijvoorbeeld een wilg. De tak moet ongeveer 1 meter lang zijn. Op ongeveer 30 centimeter maak je een knik in de tak en vervolgens maak je op 5 – 10 centimeter van elkaar nog eens drie knikken. Buig de onderste knikken zo dat er een omgekeerde vier ontstaat. Steek de punt van de tak van achteren naar voren door de driehoek zodat er een ster met twee punten ontstaat. Maak een lus terug, door de punt aan de rechterkant van achteren naar voren door de driehoek te steken, en je hebt een ster. Wind het dunne eind van de wilgenteen om het handvat van de toverstok en maak een knoop om hem vast te zetten. Versier de sterrenstaf op je eigen manier. Voor een toverstok zoek je een tak die jou aanspreek en gebruik een mes om een patroon te maken door te bast ervan te snijden. Snijd het einde van de tak in een punt en je hebt een toverstaf.
•
Pijl en boog Zoek een tak die stevig genoeg is maar toch nog een beetje meegeeft zodat je de boog kan vormen. Houtsoorten die vroeger gebruikt werden voor bogen te maken zijn taxus, iep en es. Andere houtsoorten die iets makkelijker zijn om mee te werken zijn bamboe en wilg. Maak op ongeveer twee centimeter afstand van de uiteindes een kleine inkeping waar je vervolgens het touw in vastknoopt. Span het touw zodanig aan dat de tak een boog vormt. Zorg ervoor dat je één uiteinde van het touw terug kan losmaken (adhv een lusje), zodat je de boog ook kan ontspannen en gemakkelijk kan opbergen. Een pijl maak je door een dunne lange tak aan één kant tot een scherpe punt te snijden en langs de andere kant maak je een kleine gleuf voor de pluimen of blaadjes.
m vzw © GoodPlanet Belgiu
• Katapult Zoek een stevige gevorkte tak. De beste houtsoorten hiervoor zijn eik, kastanje en esdoorn. Je hebt ook een rekker of iets anders dat elastisch is nodig zoals een oude fietsband. Snijd de tak in de grootte die je wenst. Snijd de bast eraf en maak het hout zo glad mogelijk. Maak vervolgens in beide bovenkanten een inkeping waar je de rekker zal aan bevestigen. Gebruik besjes die geen vlekken maken of andere vruchtjes om mee te schieten. Schiet niet met steentjes, om ongelukken te vermijden.
Instrumenten Je kan met takken ook een xylofoon, een ratelstok of trommelstokken maken. Je hebt hiervoor dikke en stevige takken nodig. Ideaal hiervoor zijn eik, kastanje, notelaar, beuk en esdoorn. Een xylofoon kan je maken door twee lange takken verticaal van elkaar te leggen en daarop meerdere korte en dikke takken horizontaal legt. De horizontale takken bind je met een touw vast aan de verticale takken met telkens een kleine afstand tussen elke tak. Voor een ratelstok moet je een gevorkte tak en noten of schelpen zoeken. Maak kleine gaatjes in de noten of schelpen en rijg deze aan een koord. Het koord bind je vervolgens aan de beide vorkuiteinden. Trommelstokken zijn gewoon twee dikke stokken van gelijke dikte, waarmee je op flessen of je handgemaakte xylofoon kan slaan. •
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS
HANDLEIDING BRUSSELSE BUITENSPEEL TOP 20
45
•
Stokdieren Verzamel kleine takken en bladeren. Hiervoor Maak met deze takken kleine dieren of monsters. Bevestig de takken aan elkaar met touw of klei.
•
Houten zwaard Zoek een tak van ongeveer 60 centimeter en een kleinere tak van ongeveer 15 centimeter. Beukenhout is ideaal voor je zwaard mee te maken. Markeer de plek waar het handvat moet komen en maak een gleuf van ongeveer vijf millimeter diep. Draai nu het mes omhoog om de stok te splijten en snijd dan een strook weg naar de punt van het zwaard toe. Doe hetzelfde voor de achterkant. Snijd met een scherp mes een afgeronde punt aan het uiteinde van je tak. Snijd de kleinere tak in twee en leg aan elke kant van het zwaard een helft. Bind beide helften vast met een stuk touw.
•
Bezemsteel voor een heks Wat is een heks zonder bezemsteel? Zoek dus een lange en stevige tak. Verzamel heel veel twijgen van bijvoorbeeld een berk en bind deze samen aan één uiteinde van de tak. Bevestig deze met touw, raffia of stengels van een struik. Herhaal dit proces tot je een goede dikke bezem hebt.
20.7 Tips voor begeleiders • •
• •
Zorg dat je altijd een pincet bij de handen hebt om eventuele splinters uit de handen te trekken. Maak duidelijke afspraken met de kinderen over het gebruik van het mes en de tang of schaar. Toon de kinderen die jij oud genoeg acht hoe ze veilig moeten omgaan met een mes. Snijd van je weg, snijd nooit op je schoot en als je een mes moet aanreiken, dan doe je dat met het handvat naar die persoon toe. Zorg dat je een verbandendoos bij hebt voor als er toch nog een ongelukje gebeurt met het mes of de tang. Gebruik geen cuttermessen, waarvan stukjes mes kunnen afbreken, maar stevige messen met een handvat.
NATUUR SPELENDERWIJS < EEN PROJECT VAN GOODPLANET EN JNM MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR BRUSSEL | GOODPLANET.BE/NATUURSPELENDERWIJS