Alfrink College Schoolgids 2015-2016
WELKOM Voor u ligt de schoolgids 2015 – 2016. Deze schoolgids is een naslagwerk waarin alle informatie over het Alfrink College vermeld staat. De schoolgids geeft een overzicht van de zaken die in en rondom de school spelen. De meeste documenten die genoemd worden, treft u ook aan op de website van de school. Actuele informatie vindt u op de website van de school en in de AC-tueel. Het Alfrink is een kwaliteitsschool die staat voor goed onderwijs. Op onze school hanteren we een duidelijke en breed gedragen visie op onderwijs: de docent is de regisseur van het onderwijsleerproces. We werken aan een leerklimaat met vertrouwen, respect en verantwoordelijkheid als norm. Hierbij bereiden we leerlingen zo goed mogelijk voor op het vervolgonderwijs. De school handelt vanuit de katholieke traditie en heeft als missie: school zijn we samen, iedereen doet ertoe. Het Alfrink College is een school waar leerlingen en personeel met verschillende culturele achtergronden en (geloofs)overtuigingen elkaar ontmoeten. We leren onze leerlingen omgaan met verschillen en aandacht voor de ander en het andere. Op het Alfrink College kunnen jonge mensen in een goed toegeruste school en een veilige leeromgeving uitgroeien tot gelukkige en waardevolle leden van onze samenleving. Onze leerlingen willen we wijzer de wereld in sturen met genoeg vaardigheden en vertrouwen. Ik wens de leerlingen, de ouders en verzorgers en de medewerkers een fijn en gezond nieuw schooljaar toe.
Mw. drs. G. P. Assenberg rector
2
Alfrink College
RK Scholengemeenschap voor havo, vwo en tvwo Werflaan 45 2725 DE Zoetermeer Telefoon 079-3306666
[email protected] E-mail Website
3
www.alfrink.nl
Inhoudsopgave 2 Welkom
41
4 Inhoudsopgave
44 Financiën
6
50
Door het jaar heen
8 Het Alfrink College, een stukje historie
51
Bijlage Social media
10 Communicatie
53
Waar wij voor staan
12
De opleidingen van het Alfrink College
16
Toets- en cijferbeleid Alfrink College
20
Overgangsnormen en zak-/slaagregeling
25
Buiten het lesrooster om
28 Begeleiding 32
4
De dagelijkse gang van zaken
In dienst van de leerling
Bijlage Klachtenregeling
WAAR WIJ VOOR STAAN Het Alfrink College is een katholieke school die duidelijk voor haar identiteit uitkomt. Tegelijkertijd staat de school ook open voor leerlingen met een andere levensovertuiging die de praktische uitwerking van de identiteit onderschrijven.
• Onze leerlingen willen we helpen bij het ontwikkelen van hun verantwoordelijkheidsgevoel. Zo moeten we onze verantwoordelijkheid nemen voor de studie, voor een veilige omgeving met elkaar en voor mensen buiten onze scholengemeenschap.
De school geeft op een moderne en kwalitatief goede manier onderwijs op havo-, vwo- en tvwo-niveau.
Ons streven is dat de leerlingen zich thuis voelen op school. We willen daarin meer zijn dan een veilige school: we willen een sfeer van persoonlijke aandacht en warmte bieden. Naast de lessen moeten de leerlingen ook de mogelijkheid hebben zich te ontplooien door tal van activiteiten die aansluiten bij hun belevingswereld.
De missie van het Alfrink is: “school zijn we samen, iedereen doet ertoe”. Vier uitspraken over het Alfrink. Waar komt de diepere betekenis van deze uitspraken vandaan? De school is een school op een katholieke grondslag. Deze grondslag omvat mens, maatschappij en wereldbeeld, ontleend aan de katholieke levensovertuiging gebaseerd op Schrift en Traditie. Dat betekent voor onze school dat mensen fundamenteel gelijkwaardig zijn en dat solidariteit elke beperking overstijgt. We hebben daarnaast onze zorg voor de schepping, vertrouwen in de toekomst en doen recht aan de belangen van anderen. Het Alfrink herkent zich in de woorden van kardinaal Alfrink: “Een mens is meer dan alleen maar weten; een mens moet ook zinnig weten te leven.” Onze leerlingen zijn jonge mensen die zich volop ontwikkelen. Wij willen hen helpen en stimuleren om al die waardevolle talenten die zij hebben te gebruiken, opdat zij plezierige, zelfstandige en evenwichtige mensen worden die ook waardevol voor anderen in het leven kunnen zijn. Wat zijn dan onze uitgangspunten? • Onderwijs is voor ons ontwikkeling van kennis, inzicht en vaardigheden; van hoofd, hart en hand. • Wij willen met ons onderwijs leerlingen aanspreken, uitdagen en activeren. • De basis voor een goede omgang is het hebben van respect voor elkaar: met medeleerlingen, docenten en andere personeelsleden gaan we zorgvuldig om. 6
In de voortdurend veranderende samenleving moet er ruimte zijn voor nieuwe zienswijzen. Dat is ook het geval op het Alfrink College. De school is continu in ontwikkeling. Hiervoor is de inbreng van elke medewerker van belang. Zo groot mogelijke zelfstandigheid, van elkaar leren, coaching en communicatie zijn hierbij sleutelbegrippen. Op deze manier geven we vorm aan de lerende organisatie die we graag willen zijn en aan ons streven naar zo goed mogelijk onderwijs. School zonder racisme Het Alfrink College is een school zonder racisme. School zonder racisme is een Belgisch initiatief uit 1988. Op de gevel van de school is een bord aangebracht dat dit weergeeft. Door dit bordje geeft het Alfrink aan dat het zich distantieert van discriminatie en racisme en geeft de school aan dat binnen de muren van het Alfrink College respect het leidend motief in het handelen is. Alle geledingen van de school onderschrijven het Nationaal Onderwijsprotocol. Dat betekent dat iedereen ervoor moet zorgen dat het Alfrink College pestvrij is. Wanneer een leerling het slachtoffer is van pesten, kan hij of zij uiteraard terecht bij de mentor. Dit geldt eveneens wanneer een leerling merkt dat een ander gepest wordt. Ook kan contact worden opgenomen met de afdelingsleider. Natuurlijk worden pestproblemen vertrouwelijk behandeld.
7
HET ALFRINK COLLEGE, EEN STUKJE HISTORIE Het Alfrink College in Zoetermeer begon in 1976 als een kleine roomskatholieke scholengemeenschap voor havo en vwo in een noodgebouw aan de Dumeelaan in Zoetermeer. In dat allereerste jaar telde de school 40 leerlingen en 12 docenten. In de jaren die daarop volgden, was er sprake van een snelle en regelmatige groei.
van 12 scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Rotterdam en Haaglanden. Deze scholen ontwikkelen een gezamenlijk personeelsbeleid en ondersteunen elkaar bij het opzetten van een integraal kwaliteitszorgsysteem. Ook participeert de school in de diverse stedelijke, regionale en landelijke overlegstructuren.
In 1986 vond de verhuizing plaats naar de Werflaan. Door verdere toename van het aantal leerlingen was al spoedig plaatsing van een bijgebouw op het terrein noodzakelijk.
De afgelopen decennia maakte het Alfrink College een ontwikkeling door die ervoor zorgde dat de school een geheel eigen sfeer en aanzien verwierf. In Zoetermeer en omgeving staat de school bekend als een goed georganiseerde school met zorg voor leerlingen en prima resultaten.
In 1999 werd de nieuwbouw gerealiseerd: er kwam een nieuwe vleugel bij die voorzien was van de modernste onderwijsvoorzieningen zoals een mediatheek en een collegezaal. In 2000 startte op het Alfrink College het tweetalige vwo. De leerlingen die deze opleiding volgen, krijgen ongeveer de helft van hun programma in het Engels. De interesse voor deze opleiding is groot. De tvwo-afdeling van het Alfrink College is inmiddels gecertificeerd door het Europees Platform. Ook in 2003 is het Alfrink College uitgebreid: er kwam een achttal lokalen bij en de aula in het hoofdgebouw werd flink vergroot. In 2009 werd de houten noodbouw vervangen door een nieuwe vleugel. In 2010 kreeg die nieuwbouw de naam Dick van der Voort-vleugel (oud-conrector bouwzaken die in november 2009 overleden is). Vanaf het schooljaar 2011-2012 is er een omvangrijk project gestart op onze school: de digitalisering van de onderbouw met als doel dat in de onderbouwklassen de laptop een hulpmiddel is, waarmee het onderwijsleerproces verrijkt wordt. Sinds schooljaar 2014-2015 zijn - op een na - de brugklassen laptopklassen geworden. Dit schooljaar telt de school 1765 leerlingen en 165 medewerkers. Waar andere scholen de laatste tien jaar fuseerden tot grote en brede scholengemeenschappen, bleef het Alfrink zichzelf en herkenbaar. Wel maakt het Alfrink deel uit van Semper Movens, een vereniging
8
Ook participeert het Alfrink in de Opleidingsschool Haaglanden. In deze Opleidingsschool werkt een aantal scholen voor voortgezet onderwijs uit de regio Den Haag, Wassenaar en Zoetermeer samen met de opleidingsinstituten voor leraren in de regio. Door deze gezamenlijke aanpak draagt de Opleidingsschool Haaglanden bij aan de professionalisering van de startende docent en leraar-in-opleiding. Het Alfrink probeert het onderwijs extra impulsen te geven door mee te werken aan landelijke of Europese projecten: • de secties Frans en Duits nemen deel aan projecten rond versterkt taalonderwijs dat het onderwijs in die vreemde talen stimuleert; • internationalisering speelt in het tvwo een belangrijke rol en er is een aantal goede uitwisselingsprogramma’s opgezet; • het Alfrink heeft een goede invulling gegeven aan de verplichte maatschappelijke stage in de bovenbouw; • het Alfrink probeert zoveel mogelijk eerstegraads docenten werkzaam te hebben aan de school; • de school monitort jaarlijks de rendementen van het onderwijs; zo waren in de afgelopen schooljaren de examenresultaten ruim boven het landelijk gemiddelde. • in de meeste onderbouwklassen wordt het onderwijs vorm gegeven met behulp van een laptop; • de school legt verantwoording af van zijn resultaten en zijn handelingen in Vensters voor verantwoording.
9
COMMUNICATIE Communicatie is een belangrijk gegeven binnen de school. In dit hoofdstuk vindt u in hoofdlijnen informatie over hoe het Alfrink met u communiceert. Uiteraard is het belangrijk dat ook van uw kant voor de juiste gegevens zorg gedragen wordt, zodat de school u op tijd de informatie kan verstrekken. Op onze site www.alfrink.nl kunt u bijna alle informatie vinden. Op de homepage staan standaard de belangrijkste actuele nieuwsfeiten en de actuele weekagenda. Via de homepage kunt u verder op zoek naar de informatie die u wenst. Zo kunt u er onder meer de roosters, maar ook de behaalde cijfers van uw kind vinden. Informatie in de vorm van brieven en informatiebulletins wordt u per e-mail toegestuurd. Het is dus belangrijk dat de school beschikt over uw actuele e-mailadres. Via de administratie kunt u dit e-mailadres eventueel aanpassen. Soms is het noodzakelijk om direct met de ouders/verzorgers in contact te komen. Het is dus belangrijk dat de school tevens beschikt over uw actuele telefoonnummer(s). Via de administratie kunt u uw telefoonnummer laten aanpassen. Ieder leerjaar heeft aan het begin van het schooljaar een speciale informatieavond voor ouders. Wij vertellen u dan wat uw kind het komende schooljaar van ons mag verwachten en wat wij van de leerlingen verwachten. Daarnaast maakt u op deze avond kennis met de mentor van uw zoon of dochter. Verder is er een aantal specifieke informatieavonden voor ouders. Hierbij kunt u denken aan informatie over de reizen (in 4 havo en 5 vwo), informatie ten aanzien van de keuze van het vak Latijn (klas 1) en informatie ten aanzien van de profielkeuze (derde klas). Twee maal per jaar zijn er de zogenaamde tafeltjesavonden, waarbij u een aantal docenten van uw zoon of dochter tijdens gesprekjes van zeven minuten op één avond kunt spreken. De Oudervereniging probeert de band tussen school en thuis te versterken en doet dat door het uitgeven van een blad speciaal voor 10
ouders, de AC-tueel. Dit blad verschijnt twee maal per jaar. Daarnaast organiseert de Oudervereniging - tweemaal per jaar (naast de jaarlijkse algemene ledenvergadering) - een speciale thema-avond voor ouders. Als ouder kunt u zelf ook actief deelnemen aan de school. Zo kunt u zich verkiesbaar stellen voor een plaats in de Oudervereniging of in de Medezeggenschapsraad. Ook kunt u lid worden van een klankbordgroep. In deze klankbordgroepen praat de leiding van de afdeling met een afvaardiging van ouders over de zaken die spelen in die betreffende afdeling. Ook van uw kant rekenen wij op een duidelijke en tijdige communicatie. Te denken valt daarbij aan zaken rond ziekmelding van uw kind, bereikbaarheid van u, wijziging van telefoonnummers e.d. Informatievoorziening aan gescheiden ouders Indien de ouders van een leerling gescheiden zijn, is het belangrijk dat er duidelijkheid is over de manier waarop de communicatie en consultatie over de vorderingen en het welzijn van de leerling verloopt. De school heeft daarom een protocol ontwikkeld hoe het Alfrink met deze regels omgaat. De school volgt de wettelijke regels met betrekking tot de informatieplicht jegens gescheiden ouders. Dat betekent dat de school ervan uitgaat dat ouders, die beiden het ouderlijk gezag verkregen hebben, elkaar informeren met betrekking tot zaken rondom hun zoon of dochter. Beide ouders zijn dan ook gezamenlijk welkom bij de ouderavonden en tafeltjesavonden. Cijfers en rapporten zijn via Magister te raadplegen. In overleg met de afdelingsleider kan daarvan worden afgeweken. Verdere informatie vindt u in het protocol dat via de administratie van de school te raadplegen is.
11
DE OPLEIDINGEN VAN HET ALFRINK Het Alfrink College heeft drie verschillende opleidingen. Iedere leerling krijgt daardoor de uitdaging om zich optimaal te ontwikkelen. In de heterogene brugklas zitten leerlingen die aan de voorwaarden voor een havo/vwo-school voldoen. We vormen voor deze leerlingen havo/ vwo- brugklassen. Leerlingen die zich ingeschreven hebben voor het tvwo zitten vanaf het begin bij elkaar. Aan het eind van het tweede jaar krijgen de leerlingen van de heterogene onderbouw het advies havo of vwo. Leerlingen die veel kunnen en veel willen, hebben al bij de inschrijving de keuze gemaakt voor het tweetalige vwo. Zij leren gemakkelijk en hebben een brede belangstelling.
Toelating leerlingen met zorg – passend onderwijs De scholen in Zoetermeer hebben het volgende afgesproken. • •
•
Toelating Leerjaar 1 Leerlingen worden toegelaten op basis van het advies in het onderwijskundig rapport dat door de Zoetermeerse basisscholen gebruikt wordt. Het minimale advies waarmee een leerling toelaatbaar is, is havo.
•
In gevallen van twijfel is het overleg met de basisschool doorslaggevend. Daarnaast geldt dat de leerling uiterlijk 15 maart voorafgaand aan het nieuwe schooljaar aangemeld moet zijn.
•
Toelating in de bovenbouw Leerlingen die na het behalen van het diploma vmbo-theoretische leerweg (voortaan vmbo-tl) hun studie willen voortzetten in 4 havo, worden toegelaten als zij een cijferlijst hebben met een gemiddelde van 6,8. Leerlingen met een havo-diploma kunnen intern overstappen naar 5 vwo als zij een positief advies hebben van hun docenten en een cijferlijst hebben met gemiddeld van 6.5. Leerlingen van buitenaf dienen gemiddeld een 7.0 te hebben.
•
Leerlingen die overstappen naar 5 vwo, mogen in 4 havo niet gedoubleerd zijn of in 5 vwo niet doubleren.
12
•
U meldt uw kind, vóór 15 maart, aan bij de school van uw keuze. Als het advies dat de basisschool heeft gegeven, past bij het onderwijs dat wij aanbieden op onze school én uit het onderwijskundig rapport blijkt dat uw kind geen extra ondersteuning nodig heeft, wordt uw kind ingeschreven als leerling van onze school. Hierover krijgt u uiterlijk binnen 6 weken na de aanmelding bericht. Als u en/of de basisschool vindt dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft om het onderwijs op onze school te kunnen volgen, gaan wij – voordat uw zoon of dochter wordt ingeschreven – met u in gesprek om te bepalen welke ondersteuning uw kind nodig heeft en of wij deze kunnen bieden. Het is daarbij mogelijk dat wij extra informatie vragen of een aanvullend onderzoek willen doen om te bepalen of wij uw kind kunnen bieden wat het nodig heeft. Binnen maximaal 10 weken hoort u van ons of onze school de benodigde ondersteuning kan bieden en wij uw kind kunnen inschrijven. Het is mogelijk dat wij geen mogelijkheid zien uw zoon of dochter de juiste ondersteuning te bieden. In dat geval heeft de school de plicht om samen met u een andere school te zoeken die de benodigde ondersteuning wel kan bieden. Indien nodig vragen wij daarbij advies van het Informatie Centrum Onderwijs Zoetermeer (ICOZ). Het ICOZ is het expertisecentrum van het Regsam, het Regionaal Samenwerkingsverband Voortgezet Passend Onderwijs Zoetermeer. Samen met het ICOZ wordt dan gekeken waar uw zoon of dochter het onderwijs vindt dat het best bij zijn of haar mogelijkheden past.
De onderbouw
leerlingen het vak Algemene Natuurwetenschap (ANW) en Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) en maatschappijleer; voor het havo is dat voor alle leerlingen maatschappijleer en CKV. Daarnaast kunnen leerlingen, afhankelijk van het profiel dat zij gekozen hebben, ook andere nieuwe vakken krijgen.
In klas 1 is er veel aandacht voor het wennen aan het voortgezet onderwijs. De leerlingen maken kennis met de nieuwe vakken en de nieuwe stof. Leerlingen leren de didactische en sociale vaardigheden die nodig zijn voor een succesvol vervolg van hun middelbare schoolperiode.
Ook gaan de leerlingen in de bovenbouw (4 havo of 5 vwo) op studiereis.
In klas 2 gaan de leerlingen ook inhoudelijk aan de slag. Veel aandacht is er voor de sociaal-emotionele ontwikkeling.
De havo-afdeling Het havo is een voorbereidende opleiding voor met name het hoger beroepsonderwijs. De havo-opleiding duurt van klas 3 t/m klas 5.
De onderbouw wordt op het Alfrink College gevormd door klas 1 havo/ vwo, klas 1 tvwo en klas 2 havo/vwo. Klas 1 en 2 havo/vwo vormen samen de brugperiode. Leerlingen van klas 1 tvwo, stromen door naar 2 tvwo (zie ook de tvwo-afdeling).
Aan het eind van de tweede klas worden de leerlingen van de havo/ vwo-onderbouw bevorderd naar 3 havo of 3 vwo. De determinatie aan het eind van de onderbouw geschiedt op basis van de eindcijfers van het overgangsrapport van klas 2. Daarnaast wordt er ook gekeken naar de resultaten van de VAS-toetsen. De bovenbouw Als de leerlingen in leerjaar 3 (eigenlijk een schakeljaar tussen onderbouw en bovenbouw) zijn gekomen, begint zowel op het havo als op het vwo de voorbereiding op het examen en de examenvakken. In klas 3 zitten de leerlingen nog in hun eigen klas (3 havo, 3 vwo of 3 tvwo) en hebben zij een eigen (klassen)mentor. In klas 3 staat het kiezen van een profiel centraal. Vanaf het vierde leerjaar gaan de leerlingen de lessen volgen in zogenaamde clusters: alleen de vakken die alle leerlingen hebben (zoals Nederlands en Engels) worden nog in klassenverband gevolgd. Voor de overige (keuze)vakken zitten de leerlingen steeds in klassen met verschillende groepssamenstellingen. Vanaf het vierde jaar werken de leerlingen binnen zogenaamde profielen. Zo kennen we de profielen Natuur en Techniek, Natuur en Gezondheid, Cultuur en Maatschappij en Economie en Maatschappij. Ook krijgen de leerlingen een aantal nieuwe vakken. Voor het vwo is dat voor alle 13
Een korte karakteristiek van elke afdeling volgt hieronder.
In 3 havo zitten de leerlingen nog in hun eigen klas en hebben alle leerlingen nog gewoon hun (klassen) mentor. In klas 3 staat het kiezen van het profiel centraal. In de mentorlessen wordt de keuze voor het profiel voorbereid. Ook is er veel aandacht voor de studievaardigheden. Er is een aantal vakoverstijgende projecten. Juist omdat 4 havo door de leerlingen altijd als een moeilijk jaar gezien wordt, is het mentoraat in 4 havo anders georganiseerd. Per klas zijn er twee mentoren die de leerlingen begeleiden, waarvan tenminste één van de mentoren de klas ook als gehele klas lesgeeft. In 5 havo begeleidt de mentor de leerlingen naar het eindexamen. In 5 havo is het ook mogelijk de extra module elementair boekhouden te volgen. Zeker voor de leerlingen die een economische opleiding binnen het hbo willen volgen, is dit aan te bevelen. De vwo-afdeling Het vwo is een voorbereidende opleiding voor het wetenschappelijk onderwijs. Na de onderbouw volgt de leerling eerst de derde klas. Dit is een soort schakeljaar tussen onder- en bovenbouw. De bovenbouw is van klas 4 tot en met klas 6.
In 3 vwo zitten de leerlingen in een eigen klas en hebben zij een mentor. Deze mentor verzorgt de mentorlessen. Centraal in deze lessen staat het kiezen van het juiste profiel in klas 4 (zie hierboven). Ook is er veel aandacht voor de (studie)vaardigheden. Naast de reguliere vakken is er ook de mogelijkheid versterkt Duits of Frans te volgen, waarna de leerlingen een extra examen kunnen afleggen: voor Duits heet dit het Goethe-examen, voor Frans het Delf-examen. In het vijfde leerjaar wordt deze weg vervolgd en hebben de leerlingen een speciale vakoverstijgende projectweek, afhankelijk van hun profiel. Ook kunnen de leerlingen kiezen voor maatschappijleer in het Engels of een extra cursus elementair boekhouden. Leerlingen die uitblinken, kunnen kiezen voor een speciaal programma aan een universiteit zoals de Pre University of een hoger examen Goethe of Delf. De tvwo-afdeling De tvwo-leerlingen die in klas 2 komen, zitten tot en met 6 tvwo in de tvwo-afdeling. Het tvwo bereidt net als het reguliere vwo voor op het wetenschappelijk onderwijs. Kenmerken van deze afdeling zijn internationalisering en de grote aandacht die er besteed wordt aan het Engels. De leerlingen worden voorbereid op het Internationaal Baccalaureaat examen English. Dat examen wordt in 6 tvwo afgenomen. Als ze dit examen met goed gevolg afleggen, worden ze gezien als near native speakers. Naast het Engels worden in de bovenbouw ook Engelstalige examens aangeboden voor Biology, Economics en History. Daarnaast is er veel aandacht voor Europese en internationale oriëntatie. Dit gebeurt vaak in de vorm van projecten binnen de vakken of door zogenaamde vakoverstijgende projecten, Opening Minds. Binnen deze projecten is er veel aandacht voor de diverse vaardigheden. Voor de rest loopt het programma van de leerlingen parallel met het programma van de vwo-afdeling.
14
De maatschappelijke stage Tijdens de Maatschappelijke Stage (MaS) in 3 havo en 4 vwo, maken de leerlingen kennis met vrijwilligerswerk. Dit doen zij in de vorm van een stage van 30 uur. De school geeft leerlingen de opdracht op zoek te gaan naar vrijwilligerswerk dat aansluit bij de interesses en vaardigheden van de leerling; de invulling mogen leerlingen dus zelf bepalen. Het enthousiasme van leerlingen, een inspirerende stageplek en gedegen begeleiding vanuit school zijn belangrijke voorwaarden om de MaS met succes te volbrengen. Zonder inzet van de leerling wordt het doel van de MaS niet behaald! School en stagebieder moeten de voorwaarden voor een nuttige inzet regelen, maar uiteindelijk moet de leerling het zelf doen. Leerlingen vinden het vooral leuk als ze merken dat ze tijdens hun stage daadwerkelijk een verschil maken. Dat kan zijn bij het fluiten van een jeugdwedstrijd op de sportvereniging, bij het serveren van maaltijden in het verzorgingstehuis of tijdens het helpen bij de kringloopwinkel.
15
TOETS – EN CIJFERBELEID ALFRINK COLLEGE
Cijferbeleid onderbouw 1. Berekening rapportcijfer Drie rapporten: • het onafgeronde cijfer van rapport 1 gaat mee als proefwerkcijfer naar rapport 2 • het gemiddelde cijfer van periode 2 telt mee voor 40% • het gemiddelde cijfer periode 3 telt mee voor 60% van de overgang (= het cijfer op het overgangsrapport) De periode-indeling: • Periode 1 is een zogenaamde aanloopperiode • Periode 2 telt mee voor 40% cijfer voor overgang • Periode 3 telt mee voor 60% cijfer voor overgang 2. Afronding rapportcijfers Het periodegemiddelde voor alle rapporten wordt vanaf .5 naar boven afgerond. Een docent kan na overleg met de afdelingleider een cijfer lager dan .5 ook naar boven afronden als daarvoor redenen aanwezig zijn. De onafgeronde rapportcijfers kunnen door ouders bekeken worden in Magister. 3. Waarde proefwerken en schriftelijke overhoringen Standaard heeft de waarde van een proefwerk factor 2 en die van een schriftelijke overhoring factor 1. Bij andere vormen van toetsing geeft de sectie vooraf aan welke factor van kracht is. 4. Uniformiteit en helderheid Bovenstaande afspraken gelden voor alle vakken. Daarnaast worden de bovenstaande afspraken via mentorlessen en voorlichtingsavonden met leerlingen en ouders gecommuniceerd. 5. Ziekte docent Voor leerjaar 1 t/m 3 geldt dat indien een docent de les voor de toets ziek is, de toets dan niet doorgaat.
16
6. Toets gemist door leerling Indien de leerling een toets gemist heeft, dan is de leerling verantwoordelijk voor het maken van een afspraak met de docent om de toets in te halen. Toets- en cijferbeleid bovenbouw In de bovenbouw werken alle vakken met een voortschrijdend gemiddelde voor het rapportcijfer. Aan het eind van het schooljaar zijn er twee mogelijkheden: Mogelijkheid 1 Het gemiddelde cijfer dat op het overgangsrapport staat, wordt meegenomen als SE-0/V cijfer naar het volgende schooljaar. Het vak toetst in de vooreindexamenjaren schoolexamenonderdelen en neemt deze resultaten mee in een SE-0/V cijfer naar het eindexamenjaar. De SE-onderdelen worden dan niet nog eens extra in het eindexamenjaar getoetst. Zwaarte van het SE-0/V cijfer bij mogelijkheid 1 Het SE-0 cijfer kan maximaal 40% zijn. Een vak kiest uit de volgende mogelijkheden: SE-0 = 10% - 20% - 30% - 40%. De resultaten van 4 vwo worden rechtstreeks meegenomen in 6 vwo. Mogelijkheid 2 Het rapport wordt berekend aan de hand van een voortschrijdend gemiddelde. Het vak toetst in de vooreindexamenjaren schoolexamenonderdelen, maar neemt deze resultaten niet mee in een SE-0/V cijfer naar het eindexamenjaar. Uitgangspunt is dat overeenkomstige vakken hetzelfde model hanteren. De weging van praktische opdrachten De waarde van een praktische opdracht of een aantal praktische opdrachten is in totaal 20% van het uiteindelijke Schoolexamencijfer. Deze 20% telt onafhankelijk van de andere SE-cijfers mee in het eindcijfer van het schoolexamen in 5 havo en 6 vwo. Uitzonderingen zijn de vakken ANW, NLT, tekenen, handvaardigheid en
maatschappijleer, die een afwijkend hoger percentage hebben. De waarde van toetsen De waarde van een toets is factor 1 of 3. De docent communiceert de waarde van de toets vooraf met zijn leerlingen. Overige zaken met betrekking tot cijferbeleid Naast bovenstaande zaken speelt nog een aantal zaken een rol: 1. In de week voorafgaand aan een toetsweek mogen geen leerproefwerken gegeven worden. Wel is het mogelijk vaardigheidsproefwerken te geven waarvoor geen voorbereiding vereist is 2. Een leerling mag niet meer dan twee proefwerken per dag hebben. Uitzondering op deze regel is de toetsweek. Daarnaast geldt deze regeling niet voor leerlingen die een extra vak hebben. In verband met de grote verscheidenheid aan (keuze-)vakken in de bovenbouw, is het niet altijd mogelijk te voorkomen dat een leerling drie toetsen op een dag heeft. Zeker bij leerlingen die een extra vak volgen. 3. Aantal toetsen per vak per periode. Hierbij spelen twee aspecten een rol: a) Het aantal toetsen dat in een leerjaar wordt gegeven door verschillende docenten binnen één vak is in principe gelijk. b) De N+1 regel wordt als uitgangspunt genomen met uitzondering voor periode 1. Waarbij N het aantal lessen per week is. Een vak zorgt dan voor N + 1 cijfers in een periode. Een minimale hoeveelheid toetsen vaststellen is belangrijk voor de leerlingen; zij moeten de kans krijgen een mislukte toets later in het jaar te kunnen compenseren met andere toetsen. c) De eindexamenklassen vallen buiten deze regeling. 4. In klas 1 is een gewenningsperiode tot aan de herfstvakantie waarin geen cijfer lager dan een 5 wordt gegeven.
17
5. In het kader van de kwaliteitsbewaking is het belangrijk dat er voldoende gemeenschappelijke toetsen per leerjaar zijn. Uitgangspunt is dat er in iedere toetsweek één gemeenschappelijke toets is. 6. Wat betreft het inhalen van gemiste toetsen geldt het volgende: •
Wanneer een leerling een toets heeft gemist, zet de docent dezelfde dag nog het cijfer 1,1 in Magister, ongeacht de reden. Tevens stuurt de docent dezelfde dag een mail naar de jaarcoördinator dat de leerling een toets heeft gemist.
•
Een geldige reden voor verzuim bij een toets is als de ouders vooraf een verzoek tot verlof hebben ingediend (bijvoorbeeld voor een doktersbezoek) of als er vóór 08.15 uur een ziekmelding is doorgegeven.
•
Indien de leerling zonder geldige reden de toets had gemist, meldt de jaarcoördinator dit via de mail aan de docent. De docent vult dan een 1,0 in als definitief cijfer.
•
Ongeacht de reden moet de leerling in principe de toets alsnog maken ten behoeve van het onderwijsleerproces.
•
De docent en leerling maken uiterlijk de eerste les na terugkomst van de leerling een afspraak over het inhaalmoment. Het initiatief voor het maken van de afspraak ligt in principe bij de leerling. Als het inhaalmoment niet op deze wijze wordt geregeld, vervalt het recht op inhalen. De docent vult dan een 1,0 in als definitief cijfer.
•
Er komen twee vaste inhaalmomenten per lesweek. Raadpleeg het rooster.
•
De leerling meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de surveillant.
•
Als er geen werk is voor de leerling vervalt zijn plicht om het werk in te halen. De docent verandert de 1,1 in Magister in ‘vrijstelling’. De leerling behoudt echter gedurende twee weken wel het recht
om de toets te maken. Mocht hij of zij de toets toch nog willen maken, dan neemt de leerling binnen die twee weken weer contact op met de docent om een afspraak te maken. •
Het gemaakte werk wordt nagekeken en beoordeel. De 1,1 wordt weggehaald en het nieuwe cijfer wordt ingevoerd.
•
Als het werk niet is gemaakt, verandert de docent het cijfer in Magister in een 1,0.
Opmerkingen bij het bovenstaande.
18
•
In het geval van een definitieve 1,0 stelt de docent de jaarcoördinator en mentor hiervan op de hoogte via de mail.
•
Het staat docenten vrij om leerlingen toetsen te laten inhalen buiten de procedure zoals hierboven beschreven. Het inhalen van toetsen gebeurt dan echter buiten de les en onder toezicht.
•
Er worden geen toetsen meer gemaakt op de gang of op het studieplein.
•
Tijdens de inhaaluren gelden voor de leerling dezelfde regels als tijdens de toetsweek: geen tas in het lokaal, geen mobiele apparaten, etc.
•
Leerlingen mogen niet te laat komen voor de inhaaluren. Als ze te laat komen kunnen ze het werk niet maken en vervalt het recht op inhalen.
19
OVERGANGSNORMEN EN ZAK-/SLAAGREGELING Onderstaande regels (A en B) gelden voor alle leerjaren, worden het eerst toegepast en worden bij de leerjaren niet meer genoemd. Schoolbrede overgangsregels A. De leerlingen van ieder leerjaar moeten bij de overgang voldoen aan de kernvakkenregel. Dat betekent: de leerling is bevorderd als hij/zij maximaal één vijf heeft voor Nederlands, Engels of wiskunde. De leerling zit in de bespreekmarge als hij/zij één vier of twee vijven heeft bij Nederlands, Engels en/of wiskunde. (Bij 2 x 4/ 3 x 5 / 1 x 4 en 1 x 5 voor Nederlands, Engels en/of wiskunde doubleert de leerling direct). B. Het cijfer voor rekenen telt mee voor de overgang in de leerjare 1 t/m 5v. Hierbij gelden drie kanttekeningen: 1. een leerling met een onvoldoende voor rekenen zit automatisch in de bespreekmarge; 2. in klas 2 telt het rekencijfer wel mee bij de bevordering, maar niet bij de determinatie (de reden hiervan is dat het rekenniveau voor zowel het havo als het vwo aan elkaar gelijk is); 3. het rekencijfer in alle leerjaren tot stand komt via een voortschrijdend gemiddelde; 4. rekenen is geen vak en telt niet mee voor het aantal onvoldoendes en ook niet voor de berekening van het gemiddelde. Algemene regels: 1. De directie kan het opnieuw plaatsen in een bepaald leerjaar weigeren aan een leerling die in de loop van zijn schoolloopbaan tweemaal doubleert.
20
2. Een leerling die tweemaal in hetzelfde leerjaar doubleert, moet de studie aan het Alfrink College beëindigen.
3. De rapportvergadering kan een leerling bindend plaatsen in een andere afdeling. Hieronder volgen de overgangsregels per leerjaar: I. Onderbouw klas 1 en 2 havo/vwo Van klas 1 naar klas 2 en van klas 2 naar klas 3 Een leerling is bevorderd naar klas 2 met inachtneming van het gestelde onder A en B als hij voor alle vakken een voldoende heeft of - maximaal 1 x 5 heeft of - maximaal 2 x 5 heeft waarbij het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken tenminste 6,0 bedraagt of - maximaal 1 x 4 heeft waarbij het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken tenminste 6,0 bedraagt. Een leerling zit in de bespreekmarge als hij 3 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 heeft en het gemiddelde van de eindcijfers van vakken tenminste 6,0 bedraagt. Dat geldt ook voor leerlingen die 2 x 5 of 1 x 4 halen en niet het gemiddelde van 6,0 halen. Bij de determinatie van klas 2 naar klas 3 gelden de volgende normen Er wordt bij de determinatie naar de volgende drie clusters van vakken gekeken: - 1e groep WI, M&N (exacte groep wordt in klas 3 NA, SK, BI, WI); - 2e groep AK, GS; - 3e groep NE, DU, EN, FA. Van elk van de drie groepen wordt het gemiddelde van het onafgeronde rapportcijfer bepaald. De som van de drie gemiddelden bepaalt de determinatie. Extra vak Latijn In klas 1 telt Latijn niet mee bij de overgang. Als een leerling een onvoldoende heeft, mag het vak niet meegenomen worden naar klas 2. In klas 2 betekent een onvoldoende voor Latijn dat een leerling in de bespreekmarge zit.
Determinatie naar 3 havo Als het totaal van de drie groepen onder de 20,0 punten zit.
mee om het gemiddelde uit te rekenen. Het extra vak telt mee voor de overgang, met dien verstande dat er één extra punt tekort mag zijn.
Determinatie naar 3 vwo Wanneer de leerling voor de drie groepen een totaal van 21,0 punten of meer heeft en voor geen van de vakken van de drie groepen lager scoort dan 5,5.
Slagen in 5 havo Leerlingen uit het eindexamenjaar moeten voldoen aan de zak-/ slaagregeling die het Ministerie van OCW heeft vastgesteld. De leerlingen uit 5 havo ontvangen voor 1 oktober van het eindexamenjaar het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA), waarin de zak-/slaagregeling is opgenomen.
Bij de determinatie wordt de volgende bespreekmarge gehanteerd: - wanneer de drie groepen samen een totaal hebben van 20,0 tot 21,0 punten; - wanneer de leerling een totaal van 21,0 punten of meer heeft, maar bij één van de vakken uit de drie groepen het onafgeronde gemiddelde van het rapportcijfer lager dan 5,5 is; - wanneer de leerling een totaal van 21,0 punten of meer heeft, maar klas 2 voor de tweede maal gedaan heeft. II. Havo Van 3 havo naar 4 havo en van 4 havo naar 5 havo Een leerling is bevorderd naar klas 4 of klas 5 met inachtneming van het gestelde onder A en B als hij voor alle vakken een voldoende heeft of - maximaal 1 x 5 heeft of - maximaal 2 x 5 heeft waarbij het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken tenminste 6,0 bedraagt of - maximaal 1 x 4 heeft waarbij het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken tenmiste 6,0 bedraagt. Een leerling zit in de bespreekmarge als hij 3 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 heeft en het gemiddelde van de eindcijfers van alle vakken tenminste 6,0 bedraagt. Dat geldt ook voor leerlingen die 2 x 5 of 1 x 4 halen en niet het gemiddelde van 6,0 halen. Voor de overgang van 4 havo naar 5 havo geldt ook de volgende regel: het afgeronde gemiddelde van de vakken LB en LO telt als één cijfer
21
III. Vwo Van 3 vwo naar 4 vwo, van 4 vwo naar 5 vwo en van 5 vwo naar 6 vwo Een leerling is bevorderd naar klas 4, 5 of 6 met inachtneming van het gestelde onder A en B als hij voor alle vakken een voldoende heeft of - maximaal 1 x 5 heeft of - maximaal 2 x 5 heeft waarbij het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken tenminste 6,0 bedraagt of - maximaal 1 x 4 heeft waarbij het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken tenminste 6,0 bedraagt. Een leerling zit in de bespreekmarge als hij 3 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 heeft en het gemiddelde van de eindcijfers van alle vakken tenminste 6,0 bedraagt. Dat geldt ook voor leerlingen die 2 x 5 of 1 x 4 halen en niet het gemiddelde van 6,0 halen. Voor de overgang van 4 vwo naar 5 vwo en van 5 vwo naar 6 vwo geldt ook de volgende regel: het afgeronde gemiddelde van de vakken LB en LO telt als één cijfer mee om het gemiddelde uit te rekenen. Het extra vak telt mee voor de overgang, met dien verstande dat er één extra punt tekort mag zijn. Van klas 3 vwo naar 4 havo Een leerling is bevorderd naar 4 havo indien hij voor alle vakken: - heeft voldaan aan de kervakkenregel en voor alle vakken een voldoende heeft
of - maximaal 1 x 5 heeft of - maximaal 2 x 5 heeft waarbij het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken tenminste 5,5 bedraagt of - maximaal 1 x 4 heeft waarbij het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken tenminste 5,5 bedraagt. Een leerling zit in de bespreekmarge als hij 3 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 heeft waarbij het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken tenminste 5,5 bedraagt. Slagen in 6 vwo Leerlingen uit het eindexamenjaar moeten voldoen aan de zak-/ slaagregeling die het Ministerie van OCW heeft vastgesteld. De leerlingen uit 6 vwo ontvangen voor 1 oktober van het eindexamenjaar het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA), waarin de zak-/slaagregeling is opgenomen. IV. Tvwo Van klas 1 tvwo naar klas 2 tvwo Een leerling is bevorderd naar klas 2 met inachtneming van het gestelde onder A en B als hij voor alle vakken een voldoende heeft of - maximaal 1 x 5 heeft of - maximaal 2 x 5 heeft waarbij het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken tenminste 6,0 bedraagt of - maximaal 1 x 4 heeft waarbij het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken tenminste 6,0 bedraagt. Een leerling zit in de bespreekmarge als hij 3 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 heeft en het gemiddelde van de eindcijfers van alle vakken tenminste 6,0 bedraagt. Dat geldt ook voor leerlingen die 2 x 5 of 1 x 4 halen en niet het gemiddelde van 6,0 halen. Naast de reguliere overgangsnormen gelden voor de leerlingen uit het tvwo ook nog onderstaande overgangsnormen: 1. onvoldoende skills of onvoldoende EG: uitnodiging tot gesprek 22
over de vraag of wel/niet doorgaan in tweetalig verstandig is. 2. onvoldoende skills en onvoldoende voor EG = overstappen naar de reguliere stroom. Van klas 2 tvwo naar klas 3 tvwo Een leerling is bevorderd naar klas 3 met inachtneming van het gestelde onder A en B als hij voor alle vakken een voldoende heeft of - maximaal 1 x 5 heeft of - maximaal 2 x 5 heeft waarbij het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken tenminste 6,0 bedraagt of - maximaal 1 x 4 heeft waarbij het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken tenminste 6,0 bedraagt. Een leerling zit in de bespreekmarge indien hij 3 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 heeft en het gemiddelde van de eindcijfers van alle vakken tenminste 6,0 bedraagt. Dat geldt ook voor leerlingen die 2 x 5 of 1 x 4 halen en niet het gemiddelde van 6,0 halen. Naast de reguliere overgangsnormen gelden voor de leerlingen uit het tvwo ook nog onderstaande overgangsnormen: 1. onvoldoende skills of onvoldoende EG: uitnodiging tot gesprek over de vraag of doorgaan in tweetalig vwo verstandig is. 2. onvoldoende skills en onvoldoende voor EG = overstappen naar de reguliere stroom. Er wordt bij de overgang naar 3 vwo of 3 tvwo naar de volgende drie clusters van vakken gekeken: - groep 1: MM, SC (exacte groep wordt in klas 3 PH, CH, BY, MM); - groep 2: HI, GE; - groep 3: NE, DU, EG, FA. Van elk van de drie groepen wordt het gemiddelde van het onafgeronde rapportcijfer bepaald. De som van de drie gemiddelden bepaalt de overgang. Overgang naar 3 tvwo Wanneer de leerling voor de drie groepen een totaal van 21,0 punten of meer heeft en voor geen van de vakken van de drie groepen lager scoort dan 5,5.
Overgang naar 3 vwo Als het totaal van de drie groepen onder de 20,0 punten zit. Bij de bevordering wordt de volgende bespreekmarge gehanteerd: - wanneer de drie groepen samen een totaal hebben van 20,0 tot 21,0 punten; - wanneer de leerling een totaal van 21,0 punten of meer heeft, maar bij één van de vakken uit de drie groepen het onafgeronde gemiddelde van het rapportcijfer lager dan 5,5 is; - wanneer de leerling een totaal van 21,0 punten of meer heeft, maar klas 2 voor de tweede maal gedaan heeft. Van klas 3 tvwo naar klas 4 tvwo Een leerling is bevorderd naar klas 4 met inachtnemeing van het gestelde onder A en B als hij voor alle vakken een voldoende heeft of -- maximaal 1 x 5 heeft of -- maximaal 2 x 5 heeft waarbij het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken tenminste 6,0 bedraagt of -- maximaal 1 x 4 heeft waarbij het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken tenminste 6,0 bedraagt. Een leerling zit in de bespreekmarge als hij 3 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 heeft en het gemiddelde van de eindcijfers van alle vakken tenminste 6,0 bedraagt. Dat geldt ook voor leerlingen die 2 x 5 of 1 x 4 halen en niet het gemiddelde van 6,0 halen. Naast de reguliere overgangsnormen geldt voor de leerlingen uit het tvwo ook nog onderstaande overgangsnorm: 1. onvoldoende skills of onvoldoende EG: uitnodiging tot gesprek over de vraag of doorgaan in tweetalig vwo verstandig is. 2. onvoldoende skills en onvoldoende voor EG = overstappen naar de reguliere stroom.
23
Van klas 4 tvwo naar klas 5 tvwo en van klas 5 tvwo naar klas 6 tvwo Een leerling is bevorderd naar klas 5 of 6 met inachtnemeing van het gestelde onder A en B als hij voor alle vakken een voldoende heeft of -- maximaal 1 x 5 heeft of -- maximaal 2 x 5 heeft waarbij het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken tenminste 6,0 bedraagt of -- maximaal 1 x 4 heeft waarbij het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken tenminste 6,0 bedraagt Een leerling zit in de bespreekmarge als hij 3 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 heeft en het gemiddelde van de eindcijfers van alle vakken tenminste 6,0 bedraagt. Dat geldt ook voor leerlingen die 2 x 5 of 1 x 4 halen en niet het gemiddelde van 6,0 halen. Voor de overgang van 4 tvwo naar 5 tvwo en 5 tvwo naar 6 tvwo geldt ook de volgende regel: het afgeronde gemiddelde van de vakken LB en LO telt als één cijfer mee om het gemiddelde uit te rekenen. Een extra vak telt mee voor de overgang, met dien verstande dat er één extra punt tekort mag zijn. Naast de reguliere overgangsnorm geldt voor de leerlingen uit het tvwo ook nog onderstaande overgangsnorm: 1. IB 4 of lager of onvoldoende EG: uitnodiging tot gesprek over de vraag of doorgaan in tweetalig vwo verstandig is; 2. IB 3 of lager en onvoldoende voor EG : overstappen naar de reguliere stroom. Slagen 6 tvwo Leerlingen uit het eindexamenjaar moeten voldoen aan de zak-/ slaagregeling die het Ministerie van OCW heeft vastgesteld. De leerlingen uit 6 vwo ontvangen voor 1 oktober van het eindexamenjaar het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) waarin de zak-/slaagregeling is opgenomen.
24
BUITEN HET LESROOSTER OM Buiten de gewone schoolactiviteiten zijn er andere activiteiten waarvan leerlingen leren. Of het nu gaat om introductiedagen, reizen of vieringen, al deze activiteiten dragen bij aan het bereiken van de doelstellingen van de school. Soms zijn de leden van de Oudervereniging betrokken bij de uitvoering van deze buitenlesactiviteiten. In dit hoofdstuk besteden we aandacht aan een aantal activiteiten die het Alfrink tot het Alfrink maken: soms zijn deze activiteiten gerelateerd aan de identiteit van de school, soms zijn dit activiteiten die niet tot het directe lesprogramma behoren. Themavieringen Driemaal per jaar worden er op school zogenaamde themavieringen georganiseerd. Deze vieringen zijn bestemd voor alle leerlingen van de school. Met deze vieringen onderstrepen wij onze identiteit. Op een moderne wijze wordt aan de hand van een Bijbelverhaal een thema uitgediept. Door middel van muziek en toneel worden leerlingen bij het thema betrokken. Enkele thema’s van de afgelopen jaren waren naastenliefde, talenten, inspiratie en antiracisme. Goede Doelenactie Speciale aandacht verdient de Goede Doelenactie. Elk schooljaar kiest de school een goed doel. Om dit doel financieel te ondersteunen, staat één dag de school ‘’op zijn kop’’. Op allerlei manieren proberen leerlingen en personeel met een grote diversiteit aan activiteiten (onder andere sponsorloop, dansen, spellen, eigen producten verkopen) geld in te zamelen. Hiermee toont de school zijn betrokkenheid met de minder bedeelden in de samenleving. De kerstweek Elk jaar maakt de school iets speciaals van de weken die voorafgaan aan Kerstmis. Zo wordt de school versierd en in kerststemming gebracht, maar ook wordt één van de gangen als adventsgang ingericht en wordt er elke dag een nisje met een gedicht of een tekening geopend. In de adventsweken komt elke maandag tijdens de eerste les advent en Kerst aan de orde. In de week voorafgaand aan de kerst wordt er een speciale kerstviering georganiseerd die overgaat in de traditionele Lichtjesavond. Op die avond is de school feestelijk verlicht en vinden er allerlei activiteiten plaats. 25
De opbrengst van deze avond komt ten goede aan het Goede Doel van dat schooljaar. Studiereizen In klas 4 havo en 5 (t)vwo gaan leerlingen samen met school op studiereis naar het buitenland. Op dit moment kunnen ze kiezen uit de locaties Berlijn, Londen, Parijs en Rome. De grootte van de groep ligt rond de 65 leerlingen en 5 begeleiders. Reizen vinden plaats met de bus of het vliegtuig (Rome) en we overnachten in meerpersoonskamers in budgethotels. Tijdens de studiereis maken leerlingen opdrachten voor verschillende vakken, zoals culturele en kunstzinnige vorming (CKV), geschiedenis, de talen enz. De betreffende vakken besteden hier tijdens de lessen aandacht aan. De leerlingen geven zich voor deze reizen op in het voorjaar eraan voorafgaand, dus in 3 havo en 4 (t)vwo. Voor leerlingen die om wat voor reden dan ook niet op studiereis kunnen gaan, hebben we een alternatief project: het grote steden project. Leerlingen doen een vergelijkbaar studiereisprogramma in de grote steden in Nederland, maar slapen iedere avond gewoon thuis. Cultuur Het Alfrink College wil de leerlingen vanaf klas 1 in aanraking laten komen met de cultuur in de meest brede zin. In dat kader is de cultuurlijn ontwikkeld. Dit is een doordacht programma van culturele activiteiten, die op een logische wijze met elkaar verbonden zijn. De cultuurlijn gaat uit van het principe dat iedere leerling moet ervaren hoe leuk het is om met cultuur bezig te zijn. Het streven is dan ook de leerlingen in elk leerjaar op de een of andere manier te betrekken bij een cultuurproject dat soms uitmondt in een voorstelling. Op die wijze komen leerlingen in aanraking met de cultuur in de meest brede zin. Rond oktober ontvangen alle leerlingen een cultuurboekje met het aanbod aan buitenschoolse activiteiten en de mogelijkheid om zich hiervoor in te schrijven.
Schoolfeesten Een aantal malen per jaar organiseert de school een disco. Deze feesten staan onder verantwoordelijkheid van de school. Toegang is (na het kopen van een kaartje) slechts mogelijk op vertoon van het schoolpasje. Introducé(e)s zijn niet toegestaan. Het gebruik van alcoholische drank en roken is verboden. Leerlingen die zich bij deze feesten niet weten te gedragen of zich niet aan de regels houden, worden van verdere deelname uitgesloten. Sportactiviteiten Natuurlijk organiseert de school in het schooljaar nog veel andere activiteiten. Zo organiseert de sectie lichamelijke opvoeding verschillende toernooien en wordt er tijdens de voorjaarsvakantie zelfs een skireis georganiseerd. In de bovenbouw organiseert de sectie lo ook diverse clinics: van golfen tot fitness en van karate tot spinning. Alfrink Challenge Eén keer per jaar wordt er een talentenjacht georganiseerd. Deze talentenjacht staat bekend onder de naam Alfrink Challenge. De kosten van dit alles Al deze activiteiten worden in principe niet door een bijdrage van de overheid gefinancierd. Deze activiteiten zijn echter wel van groot belang in het totale onderwijs- en vormingsaanbod van het Alfrink. Daarom vragen wij van de deelnemers (en dus van de ouders of verzorgers) een extra bijdrage in de vorm van een aparte post op het machtigingsformulier. Door deze bijdragen (in de vorm van een aandeel uit de leerlingenbijdrage) zijn deze activiteiten mogelijk. Zie hiervoor ook het hoofdstuk Financiën.
26
27
BEGELEIDING Wij vinden het belangrijk dat leerlingen zich thuis voelen op onze school, omdat wij ervan overtuigd zijn dat er een verband is tussen de resultaten en dat thuis voelen. Hoe willen wij die resultaten verbeteren? Een leerling die goed in zijn vel steekt, zal beter en gemakkelijker presteren. Vandaar dat één van de prioriteiten van het Alfrink College een uitgebreide leerlingbegeleiding is. Basis van onze begeleiding is het mentoraat. Daarnaast kunnen leerlingen rekenen op allerlei vormen van aandacht en hulp: vakgerichte begeleiding, studiebegeleiding, begeleiding op sociaalemotioneel gebied en keuzebegeleiding. De mentor In de onderbouw Elke klas heeft een mentor die bijzondere aandacht heeft voor zijn leerlingen. De mentor probeert zo snel mogelijk een beeld te krijgen van zijn leerlingen wat betreft capaciteiten, motivatie en sociaal welzijn. Bij persoonlijke problemen en studieproblemen is de mentor de aangewezen persoon tot wie de leerling zich kan wenden. In de brugklas verzorgen de mentoren wekelijks een mentoruur waarin zaken als agenda invullen en planning ter sprake komen. De mentoren van de klassen volgen de resultaten van hun leerlingen zo nauwkeurig mogelijk, opdat in de loop van het studiejaar een goede keus kan worden gemaakt voor het onderwijstype dat de leerlingen na het tweede jaar gaan volgen. Plu-leerlingen: leerlingmentor of tutor Leerlingen uit de bovenbouw blijken een uitstekende hulp voor onderbouwers. Deze speciaal geselecteerde en getrainde vierdeklassers maken vooral het begin van het schooljaar voor veel eersteklassers een stuk makkelijker. Er zijn twee soorten plu-leerlingen: • De leerlingmentor. Hij of zij ondersteunt de mentor van een eerste klas en bouwt zo aan een vertrouwensband met de leerlingen van die klas. • De tutor. Hij of zij ondersteunt de onderbouwleerlingen op het gebied van het leren leren. Zo zijn tutorleerlingen aanwezig op het huiswerkplein om te helpen bij het huiswerk en/of vragen over het huiswerk te beantwoorden.
28
In de bovenbouw Ook in de bovenbouw heeft elke groep zijn eigen mentor (4 havo zelfs 2 mentoren per klas) en ook hier is de mentor erop gericht zijn of haar leerlingen zo snel mogelijk te leren kennen en houdt hij samen met zijn of haar leerlingen de resultaten van de leerlingen in de gaten. In de derde klas verzorgen de mentoren klassikaal in nauw overleg met de decanen de profielkeuze. In de bovenbouw wordt de zelfstandigheid van leerlingen gestimuleerd, maar ook daar is de mentor de eerst aangewezen persoon om de leerlingen te begeleiden en in gesprekken richting te geven aan de studie van de leerling. Onderwerpen zijn dan onder andere leren leren, zelfrelfectie, plannen en de balans tussen school en privé. Extra hulp Huiswerkbegeleiding onderbouw In de mentoruren leren de leerlingen onder andere hoe ze huiswerk moeten leren en maken en hoe ze dat moeten plannen. Het blijkt echter dat er in klas 1 en 2 leerlingen zijn die moeite hebben met een of meer aspecten van het huiswerk maken. Voor deze leerlingen is er de mogelijkheid tot individuele hulp. Hierbij helpen docenten individuele leerlingen met hun specifieke huiswerkproblemen. Huiswerkplein Daarnaast bestaat er voor leerlingen van klas 1 en 2 de mogelijkheid om op school onder toezicht van docenten hun huiswerk te maken. Dit huiswerkplein vindt plaats op maandag t/m donderdag. Het huiswerkplein begint na het laatste lesuur van de leerling en duurt tot 16.35 uur (en tijdens de dagen van het 45-minutenrooster tot 15.50 uur). Op het huiswerkplein zijn vaak tutorleerlingen aanwezig voor extra hulp. Test en hulplessen In een van de eerste weken van het eerste jaar maken alle leerlingen een dictee en rekentoets die speciaal ontwikkeld zijn om leerlingen met reken-, lees-, en spelproblemen op te sporen. Leerlingen die onder een bepaalde norm scoren, worden individueel getest en, afhankelijk van het resultaat, verder begeleid.
Lees- en woordbeeldproblemen Ongeveer 5% van de leerlingen van een school als de onze heeft problemen met lezen en spellen. In een aantal gevallen hebben deze problemen te maken met dyslexie. Lees- en spelproblemen blijken gewoonlijk uit: -- een gering enthousiasme voor lezen (de leerling heeft er door het trage tempo alle plezier in verloren); -- een groot aantal spelfouten; -- een slecht handschrift. Kinderen met deze problemen ondervonden op de basisschool nadelige gevolgen bij Nederlands, maar in het voortgezet onderwijs ontstaan nu ook problemen bij de vreemde talen en vakken als aardrijkskunde en geschiedenis. Ook het lezen van teksten bij deze vakken geeft nogal eens problemen. Wanneer uit bovengenoemde testen blijkt dat leerlingen serieuze problemen hebben met lezen en/of spellen, bestaat de mogelijkheid hen gedurende het hele eerste jaar intensiever te begeleiden. Sowieso krijgen de leerlingen wekelijks woorden aangeboden waarvan wij denken dat die voor de leerlingen belangrijk zijn. VAS-toetsen Aan het begin en eind van het eerste, tweede en derde jaar maken alle leerlingen een zogenaamde Voortgang- en Adviestoets. Deze toets toetst de studievaardigheden, het niveau van het Nederlands, het Engels en het niveau van het rekenen. Ouders ontvangen over de uitslag van deze toets een schriftelijke rapportage. Faalangstreductietraining Aan leerlingen die door hun faalangst bij toetsen in de problemen komen, wordt individueel of in kleine groepjes geleerd hoe ze die angst kunnen overwinnen. Het ZorgAdviesTeam Bij ernstige (persoonlijke) problemen kan de mentor in overleg met ouders en leerling contact opnemen met het ZAT (ZorgAdviesTeam). Dit team dat geleid wordt door de zorgcoördinator van het Alfrink en 29
waarin verschillende deskundigen participeren, is gericht op de (sociale) hulpverlening aan leerlingen. Deskundig advies en effectieve hulp is dan mogelijk. Counselors en schoolmaatschappelijk werk In ieder leerjaar zijn er leerlingen die niet lekker in hun vel zitten. Dit kan ook ten koste van hun prestaties gaan. Counseling is bedoeld voor leerlingen die met zichzelf in de “knoop” zitten. Mentoren kunnen leerlingen naar een counselor verwijzen voor problemen in de psychosociale sfeer. Een counselor is een docent die zich gespecialiseerd heeft in het geven van zorg aan leerlingen met problemen van persoonlijke aard. Zij geven leerlingen (en hun ouders) desgewenst advies. Voor meer specifieke hulp of als er professionele hulp ingeschakeld moet worden kan de leerling begeleid worden door het schoolmaatschappelijk werk. Een schoolmaatschappelijk werkster is vier dagen op onze school aanwezig. Ouders kunnen ook een afspraak maken voor bijvoorbeeld een consultatief gesprek. De schoolmaatschappelijk werkster verzorgt tevens de sociale vaardigheidstraining bij ons op school. Verwijsindex Haaglanden Alle Zoetermeerse scholen zijn aangesloten op de Verwijsindex Haaglanden. De Verwijsindex is een systeem waarin scholen, hulpverleners en begeleiders kinderen en jongeren kunnen signaleren waarover zij zich zorgen maken. De Verwijsindex zorgt voor een vroegtijdige signalering van problemen en een goede samenwerking tussen de hulpverlenende partijen. De school zal uw kind aanmelden in de Verwijsindex als er sprake is van zorgen die verder reiken dan de schoolzorg. Alleen algemene gegevens van uw kind, zoals naam en geboortedatum zijn opgenomen in het systeem. Als ouder, verzorger of voogd wordt u geïnformeerd wanneer er een signaal wordt afgegeven. Pas bij een tweede signaal over uw kind – door een andere instelling – weten de begeleiders dit van elkaar. Vanaf dat moment kunnen ze contact met elkaar opnemen om te overleggen hoe ze uw kind het beste kunnen helpen en daarmee voorkomen dat dubbel werk wordt gedaan.
Vertrouwenspersonen Als katholieke school staat het Alfrink College voor respect voor de medemens. Het beleid is er daarom op gericht om agressie, geweld, seksuele intimidatie, racisme en pestgedrag te voorkomen. Door een goede voorlichting aan leerlingen en ouders en een goede aanpak proberen we te voorkomen, dat op school personen slachtoffer worden van ongewenst gedrag. Mochten bovenstaande zaken toch spelen, dan kunt u dit bespreken met een counselor (zie ook bij Counselors en schoolmaatschappelijk werk). Keuzebegeleiding en schooldecanen In de derde klas begeleiden de mentoren en de decanen de leerlingen bij de keuze voor het profiel en de vakken die daarbij gekozen moeten en/ of kunnen worden. Op school worden – per jaar verschillend – activiteiten georganiseerd die leerlingen duidelijk maken voor welk profiel zij moeten kiezen (met het oog op hun ambities). In de vergaderingen adviseren de docenten over de juiste profiel- en vakkenkeuze. Mochten daar op een gegeven moment problemen te verwachten zijn, dan nodigt de decaan de ouders op school uit. In de bovenbouw is dit proces vooral gericht op het kiezen van een vervolgopleiding. De schooldecanen zijn de hele week aanwezig. Leerlingen kunnen bij hen terecht met vragen over profielkeuze en vervolgopleidingen.
30
31
DE DAGELIJKSE GANG VAN ZAKEN Op onze school volgen ongeveer 1700 leerlingen onderwijs. Dat betekent dat er regels en plichten zijn waaraan iedereen zich moet houden. Die regels zijn er niet om de regels, maar om iedereen in deze school zich veilig te laten voelen. Uitgangspunt daarbij is de opvatting dat wij respect voor elkaar moeten hebben. In dit hoofdstuk wordt kort beschreven welke regels op school belangrijk zijn. Het juridische basisdocument is het Leerlingenstatuut. Dit is te vinden op de site van de school. In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van allerlei regels binnen de school. Regels Met betrekking tot het schoolgebouw gelden de volgende regels. Kluisjes Tijdens de lessen is het dragen of meenemen van sjaals, petten, jassen e.d. niet toegestaan. Deze moeten in een kluis gelegd worden. Leerlingen huren bij de conciërge een kluisje. Leerlingen blijven zelf verantwoordelijk voor het zorgvuldig omgaan met hun eigendommen. Het is onverstandig geld of waardevolle zaken in je tas te laten zitten of je tas onbeheerd achter te laten. Dit geldt ook voor het achterlaten van geld en waardevolle zaken in kleding en tassen in de kleedkamers van licamelijke opvoeding. Overblijfruimtes Tijdens de middagpauze kunnen de leerlingen eten in de overblijfruimtes. Ze kunnen ook naar buiten gaan. Tijdens de pauzes mogen leerlingen in principe niet de trappen op. Tijdens de pauzes mogen leerlingen alleen de lesvleugels in voor gesprekken met docenten, jaarcoördinatoren, afdelingsleiders of decanen als ze dit aan de surveillant kenbaar maken. Verder dienen zij zich te houden aan de aanwijzingen van de surveillanten. Lift In het gebouw zijn twee liften aanwezig. Alleen leerlingen die hiervoor toestemming hebben, van de afdelingsleider, mogen deze gebruiken. Met een briefje van de afdelingsleider kunnen de leerlingen via de schooladministratie een liftsleutel krijgen. Wel zullen zij een borg moeten betalen voor het gebruik van deze sleutel. 32
De personeelskamer De personeelskamer is bestemd voor medewerkers van het Alfrink College. Leerlingen hebben er dus geen toegang. Het is ook niet de bedoeling dat de leerlingen in de pauze allerlei docenten te spreken vragen. Schoolplein en omgeving Op het schoolplein, d.w.z. het terrein binnen de hekken, wordt tijdens de pauzes toezicht gehouden. In verband met de veiligheid is het niet toegestaan om zich op te houden bij de entree aan de voor- en achteringang van het gebouw. Buiten de hekken van het schoolplein kan de school nooit aansprakelijk gesteld worden. Het is leerlingen verboden zich te bevinden op de berm van de spoorbaan. Iedereen wordt dringend gevraagd rekening te houden met de buurt en de buurtbewoners. Mobiele telefoons Binnen de school staat je mobieltje altijd op stil. In de les is gebruik alleen toegestaan met toestemming van de docent. Tijdens de les houdt de leerling zijn mobiel in de tas. Met toestemming van de docent kan de mobiele telefoon gebruikt worden, bijvoorbeeld voor het noteren van het huiswerk. Tijdens de les mag de mobiel niet gebruikt worden als communicatiemiddel met anderen. Deze regels gelden ook voor de studiepleinen. De docent die een leerling betrapt op oneigenlijk gebruik, neemt de mobiel in en geeft die af aan de jaarcoördinator. Deze geeft de leerling een uur strafwerk. Aan het eind van de dag (16.30 uur) krijgt de leerling zijn of haar mobiel terug. Het is verboden in en rondom de school foto’s en/of films te maken van medeleerlingen en medewerkers van het Alfrink College. Orde en netheid Wij vragen de leerlingen ervoor te zorgen dat het schoolgebouw, het schoolterrein en de buurt netjes blijven. Rommel moet in prullenmanden gegooid worden, de toiletten moeten netjes achtergelaten worden enz. Eten en drinken mag alleen in het pauzegebied.
Verder gelden de volgende regels: -- het is niet toegestaan tijdens de les kauwgom te kauwen; -- respecteer andermans eigendommen;
- het is niet toegestaan te kaarten / te spelen om geld;
Aanstootgevende kleding - ook door middel van teksten op shirts bijvoorbeeld - is verboden. In zulk soort gevallen mogen leden van de directie leerlingen naar huis sturen om zich anders te kleden. Corvee Elke week wijst de conciërge leerlingen aan om corvee te doen. Aan het einde van de pauze zorgen zij ervoor dat de overblijfruimten weer opgeruimd worden. Na een week is een andere groep leerlingen aan de beurt. Schooltijden Voor de onderbouw: Lestijden: normaal 45-minutenrooster (vergaderingen) 1e lesuur 08.15 - 09.05 08.15 - 09.00 2e lesuur 09.05 - 09.55 09.00 - 09.45 pauze pauze 3e lesuur 4e lesuur 5e lesuur
10.10 - 11.00 11.05 - 11.55 11.55 - 12.45
10.00 - 10.45 10.50 - 11.35 11.35 - 12.20
pauze pauze
6e lesuur 7e lesuur 8e lesuur 9e lesuur 33
13.15 - 14.05 14.05 - 14.55 14.55 - 15.45 15.45 - 16.35
12.50 - 13.35 13.35 - 14.20 14.20 - 15.05 15.05 - 15.50
Voor de bovenbouw: Lestijden: normaal 45-minutenrooster (vergaderingen) 1e lesuur 08.15 - 09.05 08.15 - 09.00 2e lesuur 09.05 - 09.55 09.00 - 09.45 3e lesuur 09.55 - 10.45 09.45 - 10.30 Voor het rooster vanaf het 4e uur: zie rooster onderbouw. Normaliter werkt de school met het vijftig minutenrooster (eerste kolom). Op elke maandag (eerste half jaar) of donderdag (tweede half jaar) werkt de school echter met een 45 minutenrooster. Na 14.20 uur vergadert het personeel van de school. Aanwezigheid Iedere leerling is verplicht alle lessen en overige door de school verplicht gestelde bijeenkomsten bij te wonen. Het schooljaar start met de introductiebijeenkomst en eindigt met de rapportuitreiking. Alle leerlingen zijn hierbij aanwezig. Bij onrechtmatige afwezigheid bij een toets kan het cijfer 1,0 worden toegekend. Onrechtmatig gemiste toetsen moeten worden ingehaald in verband met de voortgang van het onderwijsleerproces. Beschikbaarheid Leerlingen moeten dagelijks beschikbaar zijn voor schoolwerk tussen 8.15 uur en 16.35 uur, hoewel zij in veel gevallen eerder vrij zullen zijn. Nietschoolse activiteiten, zoals sport en werk kunnen dus pas na 16.35 uur plaatsvinden. Het schooljaar is verdeeld in periodes. De roosters zullen per periode worden aangepast, waardoor de lestijden kunnen veranderen. Roosterwijzigingen via internet Door allerlei zaken kunnen er in een lesweek roosterwijzigingen plaatsvinden. Deze wijzigingen worden op de vrijdag – voorafgaande aan de betreffende lesweek – gepubliceerd via internet.
Omdat we het belangrijk vinden leerlingen zo snel en betrouwbaar mogelijk te informeren, waarschuwen we ’s ochtends via een sms en via internet. Via Magister kun je veel belangrijke schoolzaken inzien: huiswerk, absenties, het rooster, de interne mail en de ELO. Er bestaat een Magister-App waarmee leerlingen en ouders Magister kunnen raadplegen op een i-Pod, een i-Pad, i-Phone of een toestel met Android. Deze App is gemaakt door de makers van Magister. Leerlingen gebruiken deze App veel voor de interne mail en het raadplegen van het rooster. Echter, het rooster in Magister klopt niet altijd. De dagelijkse roosterwijzigingen worden namelijk niet dagelijks gesynchroniseerd met Magister. Dat kan vervelende gevolgen hebben voor leerlingen als er roosterwijzingen zijn die een toetsmoment betreffen. Het rooster op de website is daarom altijd leidend! Dagelijkse roosterwijzigingen zijn daar te vinden en op de digitale borden in het schoolgebouw. Aanvang van de lessen Voor leerlingen is de school tussen 8.00 uur en 16.45 uur open. Tot 8.10 uur hebben de leerlingen alleen toegang tot de hal en aula. Om 8.15 uur beginnen de eerste lessen. Leerlingen die het tweede lesuur beginnen, mogen pas na het signaal van 9.05 uur de lesvleugels in. De te laat procedure: De lessen beginnen precies op tijd. Leerlingen die te laat zijn dienen bij de conciërge een entreebewijs te halen om toegang tot de les te krijgen. De te laat procedure ziet er als volgt uit: -- een leerling die voor de 3e keer te laat komt, meldt zich de volgende dag om 7.30 uur bij de conciërge; -- een leerling die voor de 6e keer te laat komt, meldt zich de volgende 2 dagen om 7.30 uur bij de conciërge; -- een leerling die voor de 9e keer te laat komt, meldt zich de volgende 3 dagen om 7.30 uur bij de conciërge; -- een leerling die voor de 10e keer (en alle volgende keren) te laat komt, meldt zich de volgende dag om 7.30 uur bij de conciërge; -- bij 6 keer te laat volgt een brief naar huis; -- bij 9 keer te laat volgt een telefonisch gesprek met thuis.
34
Het consequent te laat komen kan leiden tot uitsluiting van de lessen of schorsing. Te laat komen of spijbelen: spijbelen of regelmatig te laat: naar Halt! De Halt-procedure is bedoeld voor leerlingen die in een relatief korte tijd vaak te laat zijn en/of spijbelen. In de brochure van bureau Halt staat: Een gemiste les is een gemiste kans! Leerlingen die spijbelen en/of veel te laat komen lopen een grotere kans het onderwijs zonder diploma te verlaten. En leerlingen zonder diploma hebben veel minder kansen op de arbeidsmarkt. Om het niet zover te laten komen, heeft Halt Hollands Midden Haaglanden een lik-op-stukbeleid ontwikkeld samen met de afdeling Leerplicht van de gemeente Zoetermeer en het Openbaar Ministerie: scholen moeten vroegtijdig het spijbelgedrag of het regelmatig te laat komen melden aan de Leerplichtambtenaar en die kan – indien het gedrag niet stopt – de spijbelaar doorsturen naar Halt Hollands Midden Haaglanden. Halt is een instrument om vroegtijdig en snel te kunnen ingrijpen bij schoolverzuim of bij structureel te laat komen. Bovendien kan eventuele achterliggende problematiek van de leerling in een vroeg stadium gesignaleerd worden. De Halt-leerlingen voeren een taak- en/of leerstraf uit van maximaal veertien uur. Natuurlijk moeten ze in de tussentijd naar school. Als de leerling de gemaakte afspraken nakomt, geeft Halt een positief signaal aan de afdeling Leerplicht van de gemeente. De Leerplichtambtenaar seponeert dan de zaak. Dat betekent dat er geen strafvervolging door Justitie plaatsvindt. Huiswerk De leerlingen worden goed voorbereid in de les verwacht. Opgegeven huiswerk moet gemaakt en geleerd zijn. Voor goede onderwijsresultaten is het belangrijk dat dit elke keer nauwgezet gebeurt. Op school kan het huiswerk dagelijks of steekproefsgewijs gecontroleerd worden. Op niet gemaakt of geleerd huiswerk kan een sanctie staan.
Toetsen Toetsen moeten minstens een week van tevoren worden opgegeven. In de week voorafgaande aan de toetsweek (viermaal per jaar) mogen geen toetsen of allerlei werkstukken worden afgenomen, respectievelijk opgegeven. Een uitzondering geldt voor de vakken, waarvan geen toets in de toetsweek wordt afgenomen of waar geen leerwerk voor nodig is (bijvoorbeeld het maken van een tekst). Voor schriftelijke overhoringen gelden geen beperkingen. Een schriftelijke overhoring betreft slechts het huiswerk voor een les en hoeft niet van tevoren te worden opgegeven. Schriftelijke overhoringen kunnen onbeperkt worden afgenomen met een maximum van een per lesuur en met een maximum van 20 minuten. Elke docent bespreekt het gemaakte werk, zodat de leerlingen weten wat zij fout gedaan hebben. Na de laatste toetsweek zijn er geen lessen meer. Er komt dan een speciaal rooster waarin aangegeven wordt welke activiteiten georganiseerd worden. Zo wordt in deze week een aanvang gemaakt met het maken van de profielwerkstukken. Om de leerlingen toch in de gelegenheid te stellen hun werk in te zien organiseert de school na de proefwerkweek een zogenaamd inzagemoment. Zij kunnen dan hun toetsen bij de mentor/vakdocent bekijken. De cijfers van de laatste toetsweek worden niet eerder bekendgemaakt dan op de dag van de teruggave van de toetsen. Het inhalen van de toetsen De verantwoordelijkheid voor het inhalen van gemiste toetsen ligt bij de leerling. In Magister is een gemist proefwerk zichtbaar doordat het cijfer 1,1 is ingevuld. De regel is dat de leerling, zodra hij weer op school is, contact opneemt met de docent van wie hij of zij een toets heeft gemist. De docent bepaalt wanneer het werk wordt ingehaald. Elke week heeft het Alfrink vaste lesuren waarop de toetsen kunnen worden ingehaald. Wanneer deze uren plaatsvinden, wordt aan het begin van een schooljaar gecommuniceerd. De vakdocent zorgt ervoor dat de betreffende toetsen tijdig bij de docent zijn die dit uur begeleidt. 35
Ook hier geldt voor de bovenbouw een afwijkende regeling: zie hiervoor het PTA van de betreffende afdeling. Regels tijdens de toetsweken Tijdens de toetsweek mogen er geen tassen en geen mobiele telefoons mee de klas in worden genomen. Ziektemelding Bij ziekte of bijzondere omstandigheden bellen de ouders dezelfde dag naar de school. Bij langdurige afwezigheid wordt het op prijs gesteld als de ouders contact opnemen met de mentor. Leerlingen die zich overdag ziek voelen en naar huis willen gaan, moeten zich afmelden bij een jaarcoördinator of afdelingsassistent. Als de jaarcoördinator en/of afdelingsassistent afwezig zijn, meldt de leerling zich bij de afdelingsleider. Vervolgens krijgen ontvangt de leerling een briefje om zich af te melden bij de conciërge. Na ziek geweest te zijn levert de leerling een “herstelmelding” in bij de jaarcoördinator. Hierin staan reden en duur van de afwezigheid vermeld. Aan het begin van het schooljaar krijgt iedere leerling twee formulieren uitgereikt. Nieuwe formulieren zijn bij de conciërge en de jaarcoördinator verkrijgbaar en kunnen van de site gehaald worden (onder het kopje “Communicatie” staat meldbriefjes). Verzoeken om verlof Voor bezoeken aan tandarts, dokter e.d. die beslist niet buiten schooltijd kunnen plaatsvinden, neemt de leerling vooraf tijdig een “verzoek om verlof” van de ouders mee, waarin tenminste dag, tijd en reden vermeld staan. Dit formulier moet bij de betreffende jaarcoördinator worden ingeleverd. Aan het begin van het schooljaar krijgt iedere leerling twee formulieren uitgereikt. Nieuwe formulieren zijn bij de conciërge en de jaarcoördinator verkrijgbaar en kunnen van de site gehaald worden (onder het kopje “Communicatie” staat meldbriefjes). Bijzonder verlof In samenspraak met de gemeente Zoetermeer worden ieder jaar de vakanties vastgesteld. Deze staan vermeld op de Alfrink-site. Alleen bij bijzondere omstandigheden zal de afdelingsleider van uw zoon of dochter toestemming geven voor extra verlof dat u als ouder vooraf
schriftelijk aanvraagt bij de afdelingsleider. Eventueel vragen we u een verklaring van een deskundige (arts, sociale dienst) of van de werkgever als bijlage mee te sturen. Als een leerling zonder toestemming afwezig is, dienen wij dit direct door te geven aan de ambtenaar leerplichtzaken. Deze zal dan eventueel verdere maatregelen nemen. Verlof in geval van gewichtige omstandigheden Voor bepaalde gewichtige omstandigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij moet aan het volgende worden gedacht: -- een wettelijke verplichting voor zover die niet buiten de lesuren kan geschieden; -- verhuizing (hoogstens 1 dag); -- bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten 2e t/m 3e graad (1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van de belanghebbende); -- ernstige ziekte van ouders, bloed- of aanverwanten t/m 3e graad (duur in overleg met de schoolleiding); -- overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1e graad (ten hoogste 4 dagen), van bloed- of aanverwanten in de 2e graad (ten hoogste 2 dagen), van bloed- of aanverwanten in de 3e of 4e graad (ten hoogste 1 dag); -- het 25-, 40-, 50-, 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders (1 dag); -- voor andere, naar het oordeel van de rector, belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof. Geen redenen voor verlof Hierbij kan gedacht worden aan: -- familiebezoek in het buitenland; -- het ontbreken van andere boekingsmogelijkheden; -- vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding; -- een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale vakantie te gaan; -- eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers-)drukte; -- deelname aan sportieve of culturele evenementen buiten 36
schoolverband; -- als kinderen uit uw gezin op een andere school zitten en al vrij hebben. Strafmaatregelen Verwijdering uit de les Een leerling die uit de klas wordt verwijderd, meldt zich direct bij de afdelingsassistent of de jaarcoördinator. De jaarcoördinator beslist, na de leerling en de betrokken docent gehoord te hebben, over eventuele disciplinaire maatregelen. Als de jaarcoördinator en/of de afdelingsassistent afwezig zijn, meldt de leerling zich bij de afdelingsleider. Schorsing en verwijdering van school Indien de gebruikelijke correctie- c.q. strafmaatregelen zijn uitgeput, of wanneer deze niet meer in verhouding staan tot de begane overtreding, kan de conrector onderwijs (namens het bevoegd gezag) een leerling met opgave van redenen uitsluiten van de lessen. Dat betekent dat een leerling de les(sen) niet mag bijwonen, maar andere werkzaamheden moet verrichten en opdrachten moet maken onder de verantwoordelijkheid van de afdelingsleider. De conrector onderwijs kan een leerling ook schorsen van de lessen voor een periode van ten hoogste een week. Deze schorsingsmaatregel betekent dat een leerling geen lessen mag volgen en niet op school mag komen. De schorsingstermijn kan direct worden vastgesteld, maar pas ingaan nadat de ouders op de hoogte zijn gesteld. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders bevestigd. Een leerling wordt verwijderd, wanneer de gebruikelijke correctie- en strafmaatregelen en schorsing te lichte sancties voor de begane overtreding zijn. Definitieve verwijdering van een leerplichtige leerling kan alleen plaatsvinden nadat hier met de ouders over is gesproken en de inspectie is ingelicht. Een besluit tot definitieve verwijdering met opgave van redenen wordt aan de ouders schriftelijk meegedeeld. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om te verzoeken het besluit te herzien.
Binnen dertig dagen na dagtekening van de mededeling over de definitieve verwijdering kan schriftelijk worden verzocht om herziening van het besluit. Zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen dertig dagen na ontvangst van het verzoek, neemt het bestuur van de Kardinaal Alfrink Stichting een beslissing. Aan deze beslissing gaat overleg met de inspectie en eventueel andere deskundigen vooraf. De ouders zijn dan ook gehoord en hebben kennis kunnen nemen van de op het besluit betrekking hebbende adviezen of rapporten. Gedurende deze procedure kan het bevoegd gezag de betrokken leerling de toegang tot de school ontzeggen. Een en ander is vastgesteld met inachtneming van de regelgeving in circulaire DGVO/VB-14.666C870095 d.d. 26 augustus 1987. De school hanteert een apart schorsings- en verwijderingsdocument. Dit document is op te vragen bij de administartie van de school Roken, alcohol en drugs Leerlingen mogen in het schoolgebouw niet roken. Aan de achterzijde van het schoolgebouw is een overdekte ruimte waar gerookt kan worden. Dat is de enige plaats waar roken is toegestaan. Het gebruik van en/of in het bezit hebben van en/of het onder invloed zijn van alcohol en/of drugs is op school verboden. Overtreding van bovenstaande regels leidt tot passende maatregelen. Te denken valt aan inname schoolpas, contact opnemen met ouders, schorsing of verwijdering van school. Handel in of uitdelen van drugs leidt in ieder geval tot onmiddellijke verwijdering van het Alfrink College. Leerlingenstatuut Het leerlingenstatatuut vindt u op de site van de school. Overige zaken: Pauzetijden en veiligheid Tijdens beide pauzes is het erg druk in en om de school. De kans dat onveilige situaties ontstaan, is hierdoor vergroot. Daarom is de 37
ochtendpauze van de eerste en tweede klas niet gelijktijdig met die van de overige leerjaren. De veiligheid in en om het schoolgebouw heeft onze voortdurende aandacht. Tijdens de pauzes wordt toezicht gehouden door conciërges en lesassistenten. Een medewerker van Biesieklette houdt van 8.00 uur tot 16.00 uur toezicht in de uitgebreide fietsenstalling (het is geen bewaakte fietsenstalling). Pesten Pesten tolereren wij niet. Of het nu gaat om pesten in en rondom de school of via e-mail, MSN, Facebook of Twitter, altijd zullen wij leerlingen ter verantwoording roepen. In de brugklas bespreekt de mentor het pestprotocol. Ook wijst de mentor de leerlingen op de consequenties. De lessen lichamelijke opvoeding Het eerste lesuur wordt het hele jaar in de zaal gegeven. De aanvangstijd is in afwijking van de normale lestijden om 8.00 uur. Deze les duurt tot 8.50 uur. Tijdens de eerste lessen lo krijgen de leerlingen uitleg over het gebruik van de accommodaties. Buitenlessen Vanaf het begin van het schooljaar tot de herfstvakantie zijn de lessen lo in principe buiten, in het Buitenpark en vanaf 1 april tot het einde van het schooljaar zijn de lessen lo in principe buiten, in het Van Tuyll-sportpark. Bij slecht weer worden de leerlingen gewaarschuwd via een bordje in de conciërgeloge en bij twijfel door middel van een sms-bericht aan de leerlingen. Sportkleding De officiële schoolsportkleding is: lichtblauw shirt met opdruk van het Alfrinklogo en een effen donkerblauwe sportbroek/slidingbroek. Het shirt is alleen te verkrijgen bij de sectie LO. Op het veld zijn sportschoenen verplicht (geen spikes, geen noppen (voetbal)-schoenen). Het dragen van sportschoenen in de zaal wordt aangeraden. Deze moeten schoon zijn en mogen geen zwarte zolen hebben (ook geen non-marking).
Horloges, portemonnees en sieraden Tijdens de les mogen geen horloges en sieraden worden gedragen. Deze kunnen beter thuisgelaten of in een kluisje opgeborgen worden. Ze kunnen ook in bewaring gegeven worden aan de docent(e). Deze kan echter niet aansprakelijk gesteld worden voor beschadiging en/of vermissing. Mobiele telefoons en audioapparatuur, zoals CD- en MP3spelers kunnen niet in bewaring worden gegeven. Ziekte, blessures etc. Indien een leerling van de dokter niet mee mag doen met de gymnastieklessen, is hij/zij verplicht een door een van de ouders ondertekend briefje in te leveren. De docent(e) wil graag de reden van het niet meedoen en de eventuele duur weten. De leerling moet in ieder geval gewoon aanwezig zijn tijdens de les. Videobeelden Op school wordt bij de begeleiding van docenten gebruik gemaakt van videobeelden van lessen. Daarbij staat de docent centraal, maar natuurlijk komen ook leerlingen in beeld. De beelden worden alleen voor de begeleiding van de docent gebruikt en derden hebben geen inzage in het materiaal. Indien ouders er bezwaar tegen hebben dat hun kind in een les gefilmd wordt, kunnen zij dit schriftelijk kenbaar maken bij de directie van de school o.v.v. naam en klas van hun zoon/dochter. Fotomateriaal Bij veel activiteiten wordt gefotografeerd. Dit fotomateriaal kan gebruikt worden voor P.R.-doeleinden. Indien u bezwaar heeft dat uw zoon of dochter in een folder of op de site staat, kunt u dat schriftelijk kenbaar maken bij de directie van de school o.v.v. naam en klas. We zullen dan de foto’s zo snel mogelijk van internet verwijderen. Bibliotheek/mediatheek In de bibliotheek bevindt zich een groot aantal boeken, catalogi, encyclopedieën, tijdschriften, stripboeken en woordenboeken. Er staan boeken die voor de literatuurlijsten gelezen kunnen worden en er is naslagliteratuur. Voor het tvwo zijn we geabonneerd op de krant The Guardian Weekly. Daarnaast zijn er luisterboeken met cd’s die bij een boek behoren 38
(voor de vreemde talen), cd-roms en cd’s, dvd’s en mp3-spelers (voor opnames op school). Verder bevindt zich in de bibliotheek één televisie met videorecorder en dvd-speler, waar individueel (met hoofdtelefoon) een film bekeken kan worden. Leerlingen kunnen van een speciale computer gebruik maken om informatie in de Aura Publieks Catalogus te zoeken. Om materiaal te kunnen scannen en via de mail te versturen of te bewerken is er één computer met scanner beschikbaar. Er is ruimte voor 52 leerlingen om te lezen en te werken. Verder staat er een kopieerapparaat (€ 0,05 per kopie). In de mediatheek staan computers met internetaansluiting, waaraan leerlingen (alleen of met zijn tweeën) school-opdrachten kunnen maken. Iedereen moet inloggen met zijn eigen gebruikersnaam en wachtwoord. Leerlingen hebben toegang tot de Krantenbank, Magister en Literom, Inspiration en Google Earth. Op het netwerk zijn verschillende programma’s geïnstalleerd voor diverse schoolvakken. Het leerlingennetwerk staat open voor alle veranderingen en eisen die het onderwijs van de leerlingen verlangt. De leerlingen kunnen op iedere computer op hun eigen directory bestanden opslaan. Deze bestanden worden aan het eind van het schooljaar gewist. In het schooljaar worden programma’s veranderd of aangepast. Leerlingen kunnen voor bepaalde vakken oefeningen doen of informatie opzoeken. Er zijn twee printers beschikbaar, voor kleuren- of zwart-witopdrachten. Daarnaast zijn er nog twee ruimtes beschikbaar met in totaal 64 computers, waaraan klassikaal en individueel gewerkt wordt. Het lenen van alle materialen Het lenen van boeken en alle materialen is alleen mogelijk met de eigen schoolpas. Leerlingen mogen maximaal drie boeken tegelijk lenen. De uitleentermijn is drie weken. Eindexamenleerlingen en dyslectische leerlingen kunnen zes boeken lenen. De retourdatum wordt met een stempel door het bibliotheekpersoneel in het boek aangebracht. De retour-datum valt nooit in een vakantie of op een vrije dag. De termijn wordt dan verlengd tot de eerste schooldag daarna.
De uitleentermijn kan worden verlengd. De tweede periode van drie weken gaat in op de dag van verlenging. Het verlengen van de uitleentermijn is niet mogelijk als het betreffende boek door een andere leerling is gereserveerd. Leerlingen kunnen boeken reserveren. Boeken lenen, verlengen en reserveren is gratis.Bij het inleveren van een boek dat te laat is, moet direct boete betaald worden. Het boetebedrag is € 0,05 per werkdag. Wanneer leerlingen te laat zijn met het inleveren van hun materialen komen zij op een attentielijst. Dit houdt in dat er geen nieuwe materialen geleend kunnen worden en er niet in de mediatheek gewerkt mag worden. Zodra de te late materialen ingeleverd zijn en de boete betaald is, worden de leerlingen weer van deze lijst afgehaald. Naslagliteratuur (voorzien van een sticker) wordt niet uitgeleend. Regels in de bibliotheek/mediatheek: * tassen, jassen, petten e.d. zijn niet toegestaan; * je mag niet eten en drinken; * je moet je rustig gedragen en zacht praten, zodat anderen er geen hin- der van hebben; * mobiele telefoons, mp3-spelers e.d. moeten uit. De beveiligingspoort kan er op reageren; * boeken die je uit de kast haalt, zet je op dezelfde plaats terug; * op de computer chatten, sms’en en spelletjes spelen is niet toegestaan. Bij het overtreden van de regels kun je door het personeel van de bibliotheek/mediatheek verwijderd worden en kan je schoolpas worden ingenomen. Consequenties voor leerlingen die zich niet aan de regels houden: - eerste overtreding: inname van de schoolpas voor twee weken; - tweede overtreding: inname van de schoolpas tot het eind van het schooljaar. In het begin van het schooljaar krijgen de leerlingen uit de eerste klas introductieles over wat ze in de bibliotheek/mediatheek kunnen vinden, over de regels en dergelijke.
39
In de mediatheek/bibliotheek werkt vast personeel dat ondersteund wordt door vrijwilligers. Voor alle vragen kunnen leerlingen terecht bij de medewerkers van de bibliotheek/mediatheek. Openingstijden De bibliotheek/mediatheek is dagelijks van 08.00 uur tot 16.00 uur geopend. Voor (dagelijkse) mededelingen: zie het berichtenbord bij de ingang van de mediatheek. Vermissing en schade Nadrukkelijk wijzen we de leerlingen op hun verantwoordelijkheid voor hun eigen spullen en die van een ander. Vanaf het moment dat elke leerling een locker heeft, is het niet meer toegestaan spullen in de school te laten slingeren. Leerlingen mogen hun jassen niet meer meenemen naar de gangen en voor de klas neerleggen, maar moeten deze opbergen in de lockers. Tijdens de gymles moeten leerlingen hun kostbaarheden in hun locker achterlaten. Het is niet verstandig om deze achter te laten in de kleedruimte of in een jas in de garderobe. De school en het personeel zijn niet aansprakelijk voor beschadiging en diefstal van fietsen of andere voorwerpen, op eigen terrein of op de sportvelden. Als er aan gebouw, meubilair of bezittingen van anderen schade is toegebracht, dient dat gemeld te worden. Wij verzoeken alle vermissingen en schade, hoe gering ook, te melden bij de school. Bij diefstal doen we aangifte bij de politie. De schoolpas In het begin van het schooljaar krijgen de leerlingen een schoolpas. Bij verlies en/of schade moet de leerling bij de jaarcoördinator een formulier halen voor het aanvragen van een nieuwe schoolpas. De nieuwe schoolpas kost € 5,00.
40
IN DIENST VAN DE LEERLING Het Alfrink is een school waarin diverse organen functioneren met het uiteindelijke doel het onderwijs zo goed mogelijk te organiseren en een zo goed mogelijke leeromgeving te creëren voor onze leerlingen. Of het nu om de Raad van Toezicht, de medezeggenschapsraad (MR) of de oudervereniging gaat: al die mensen staan voor de missie van het Alfrink. Het bestuur, de (kern)directie en de Raad van Toezicht Binnen het Alfrink College is er een scheiding aangebracht tussen bestuur en toezicht. Het bestuur wordt gevormd door de rector, die als voorzitter van de kerndirectie statutair bestuurder is. De kerndirectie bestaat uit 3 leden die elk een beleidsportefeuille voor hun rekening nemen. De directie van de school bestaat uit de leden van de kerndirectie, de vier afdelingsleiders en de veiligheids- en zorgcoördinator. Het bevoegd gezag van scholengemeenschap het Alfrink wordt gevormd door de rector van de Kardinaal Alfrink Stichting, gevestigd op het postadres Werflaan 45, 2725 DE te Zoetermeer. De Raad van Toezicht houdt toezicht op de school. Zesmaal per jaar vergadert de Raad. Een vertegenwoordiger van de Medezeggenschapsraad maakt deel uit van de Raad van Toezicht. De dagelijkse leiding van de school wordt gevormd door de rector en twee conrectoren die tezamen de kerndirectie vormen. De medezeggenschapsraad De inspraak van diverse geledingen (ouders, docenten en leerlingen) van de school is wettelijk geregeld. De medezeggenschapsraad bestaat uit drie vertegenwoordigingen: een zestal leden namens de docenten en medewerkers van het onderwijs ondersteunend personeel (de personeelsgeleding) en een deel waarin de ouders zitting hebben en een deel waarin de leerlingen vertegenwoordigd zijn. In het reglement van de MR zijn de rechten van de geledingen precies omschreven. De Oudervereniging Het Alfrink heeft een actieve Oudervereniging. De Oudervereniging vergadert enige malen per jaar (altijd met een lid van de schoolleiding daarbij) en vergadert in ieder geval eenmaal per jaar met de voltallige schoolleiding. De Oudervereniging is een belangrijk klankbord voor de school: opmerkingen van de oudervereniging worden serieus genomen en 41
zijn vaak de aanleiding voor boeiende discussies. Daarnaast is de Oudervereniging een belangrijke (mede) organisator van diploma-uitreikingen en andere activiteiten. Naast de reguliere ouderavonden (eenmaal per jaar per leerjaar) organiseert de Oudervereniging eenmaal per schooljaar een speciale ouderavond die in het teken staat van een thema. Zo heeft de Oudervereniging in het verleden een thema-avond georganiseerd rond het thema eetstoornissen en rond de elektronische leeromgeving die op school gebruikt wordt. Nadrukkelijk moet vermeld worden dat de Oudervereniging geen klachtencommissie (zie verder hieronder) is. Klankbordgroepen Elke afdeling heeft een zogenaamde klankbordgroep. In de klankbordgroepen zitten ouders die eens per kwartaal overleg hebben met het afdelingsmanagement. Kritische opmerkingen en adviezen worden in deze overleggen uitgewisseld. Zo wil de school in het algemeen en de afdeling in het bijzonder input krijgen voor voortdurende verbetering en ontwikkeling van het onderwijs. Leerlingenstatuut Het leerlingenstatuut, het juridisch document waar de rechten en plichten van alle leerlingen in staan, is in het schooljaar 2014 – 2015 geactualiseerd en is in nauwe samenwerking met de leerlingenraad tot stand gekomen. Dit leerlingenstatuut is door de MR geaccordeerd. U vindt het leerlingenstatuut op de schoolsite. Klachtenregeling Zoals het recht op medezeggenschap wettelijk is vastgelegd, heeft ook het klachtenrecht op scholen voor voortgezet onderwijs een wettelijke basis. Op deze basis is ook de klachtenregeling van het Alfrink gebaseerd. De meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken op school kunnen in eerste instantie door goed overleg tussen de betrokkenen worden opgelost. Indien dit niet lukt, dan is natuurlijk overleg met de schoolleiding mogelijk. Pas wanneer dit niet tot een bevredigende oplossing leidt, is een beroep op de klachtenregeling mogelijk. Daarnaast is het Alfrink College aangesloten bij de landelijke Stichting Geschillen Commissie Bijzonder Onderwijs (Stichting GCB).
De klachtenregeling is beschikbaar voor inzage via het secretariaat van de school en is als bijlage bij deze schoolgids gevoegd. Vertrouwenspersoon Ook heeft de school een vertrouwenspersoon aangesteld: mevrouw H. de Groot- van Wijk. Zij is telefonisch bereikbaar onder nummer 070-3861451 Privacy Het Alfrink kent ook een privacyreglement. Wij nemen de gegevens die ouders of verzorgers de school verstrekken op in de schooladministratie en gebruiken deze bij de begeleiding van leerlingen. Dit mag door het vrijstellingsbesluit van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Geanonimiseerde statistische gegevens van onze leerlingen en medewerkers worden opgenomen in de Onderwijsmonitor van de Gemeente Zoetermeer. De onderwijsinspectie De onderwijsinspectie houdt toezicht op het onderwijs. Ouders en leerlingen met vragen of opmerkingen over het onderwijs kunnen zich wenden tot de Inspectie van het onderwijs (
[email protected] of 088-669 60 60). Bij klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik en psychisch of lichamelijk geweld kan men zich wenden tot het meldpunt vertrouwensinspecteurs (0900-111311). Kwaliteitszorg Via enquêtes onder ouders en leerlingen werkt het Alfrink voortdurend aan de kwaliteit van de school en het onderwijs. Via een brief worden ouders uitgenodigd vanuit huis deel te nemen aan een digitale enquête. Leerlingen gaan in bepaalde uren naar het computerlokaal en/of de mediatheek om daar de enquête in te vullen. Uiteraard worden zowel ouders als leerlingen op de hoogte gehouden van de resultaten en de acties die op grond daarvan worden ondernomen. Speciale aandacht vragen wij hier voor Vensters voor Verantwoording. Dit is een digitaal instrument dat bereikbaar is via de site van de school. Via dit venster krijgt u inzicht in kwalitatieve en kwantitatieve gegevens van de school. 42
Via dit venster kunt u bijvoorbeeld kennis nemen van ons schoolplan of ons zorgplan, leest u hoe de school haar scholingsbudgetten inzet of hoe de schoolkosten zijn samengesteld. Elk jaar wordt het venster vernieuwd. Magister In het schooladministratieprogramma Magister kunnen ouders/verzorgers via internet de behaalde resultaten en de absenties van hun kinderen raadplegen. We gaan ervan uit dat ook leerlingen die 18 jaar of ouder zijn hiertegen geen bezwaar hebben. Als dat niet het geval is, moeten zij contact opnemen met de afdelingsleider.
43
FINANCIËN Algemeen Het Alfrink College onderschrijft de Gedragscode schoolkosten, die de minister van onderwijs heeft afgesloten met organisaties van vertegenwoordigers van ouders om de schoolkosten zo laag mogelijk te houden en het beleid rond de schoolkosten zo transparant mogelijk te houden. Dat betekent enerzijds dat het Alfrink alle (school)kosten zo laag mogelijk houdt (zo is de leerlingenbijdrage de laatste 20 jaar niet verhoogd) en dat elk jaar met de (oudergeleding van de) MR kritisch naar de diverse posten en de hoogte van de bedragen gekeken wordt. Naast de schoolkosten brengt het Alfrink ook nog de tvwo-bijdrage en de kosten voor de reizen in rekening. De (school)kosten worden in rekening gebracht via facturen. Door het werken met machtigingen willen we voorkomen, dat uw zoon of dochter met geld over straat moet en/of dat veel contant geld op de school aanwezig is. Het Alfrink maakt met u de afspraak dat er daarnaast – behoudens de rekening voor de reizen en de tvwo-bijdrage - geen kosten in de loop van het schooljaar zullen ontstaan. Wel kan een aangekondigde bijdrage pas later in het jaar worden gefactureerd. Een uitzondering hierop zijn wellicht de kosten van een klassenavond (onder leiding van een mentor). Gratis schoolboeken en borg Er wordt al enkele jaren gesproken over ´gratis schoolboeken´. Met ingang van het schooljaar 2009–2010 worden verreweg de meeste leermiddelen door de school betaald. Een aantal (ondersteunende) leermiddelen blijft voor rekening van de ouders. U moet hierbij onder andere denken aan woordenboeken, literatuur, atlas, rekenmachine en gereedschap. Het bestellen en leveren van het leermiddelenpakket gaat ook dit jaar volgens de gebruikelijke procedure via de school. De rekening van de leermiddelen, met uitzondering van de hierboven beschreven ondersteunende leermiddelen, gaat naar de school.
Wij laten de ouders geen borg betalen. Wel zullen de boeken na elk jaar nauwgezet gecontroleerd worden. Schade aan en verlies van boeken en overige leermiddelen moet worden vergoed. Schoolkosten Bij aanvang van de schoolloopbaan ontvangt u eerst een overeenkomst en aansluitend een rekening voor de schoolkosten. In deze schoolkosten zijn de bedragen opgenomen voor de verdiepende buitenlesactiviteiten, de leerlingenbijdrage en het bedrag voor het lidmaatschap van de Oudervereniging. In onderstaand tekstgedeelte gaan we nader op deze activiteiten in. Uiteindelijk vindt u in de tabellen het totaaloverzicht per leerjaar. 1. Buitenlesactiviteiten en verdiepende onderwijsactiviteiten Buitenlesactiviteiten zijn onderdelen van het onderwijsprogramma waar uw zoon of dochter aan deel kan nemen en die een verdieping zijn van het onderwijsprogramma en belangrijk zijn voor de ontwikkeling van uw zoon of dochter. Het kan de excursie naar Amsterdam zijn (brugklas) of het kan in de examenklassen ook een bijdrage zijn aan de kosten voor diverse activiteiten die de sectie lichamelijke opvoeding organiseert in het kader van de afsluiting van het programma lichamelijke opvoeding. Deze kosten die in rekening worden gebracht zijn per leerjaar kostendekkend. Mocht een activiteit veel goedkoper (minder dan 10%) uitvallen dan in juni of juli (voorafgaand aan het nieuwe schooljaar) werd voorzien, dan wordt het te veel geïnde bedrag gerestitueerd. 2. Leerlingenbijdrage De leerlingenbijdrage wordt gevraagd voor activiteiten en diensten die de school levert en onze school tot het Alfrink maken. De afgelopen jaren is het Alfrink uitgegroeid tot een kwaliteitsschool. Kwaliteit die herkenbaar is door een aantal zaken: 1. We bieden onderwijsvoorzieningen die ervoor zorgen dat uw zoon of dochter op onze school tot goede resultaten kan komen (bibliotheek, mediatheek, huiswerkplein, begeleiding door tutor en/of plu-leerlingen); 2. W e zorgen voor een veilig leef- en leerklimaat (kluisjes, beveiliging (scoolplein via medewerkers van Biesieklette), camera’s);
44
3. A ls school willen we meer zijn dan alleen maar een leerinstituut. Er moet ook ruimte zijn voor ontspanning en op zijn tijd ruimte voor een feestje (=emotionele en sociale ontwikkeling/feestelijke diplomauitreikingen, disco’s e.d.) Met elkaar vormen we ook een katholieke school: we vieren dat met elkaar en laten aan elkaar weten dat we staan in die katholieke traditie (kerkelijke vieringen en themavieringen, kloosterweekenden). Bovengenoemde zaken worden niet door de overheid bekostigd. De overheid bekostigt alleen maar de loonkosten van een school en de materiële kosten (bijvoorbeeld de schoonmaak en de stenen van het gebouw). Via de leerlingenbijdrage kunnen we de activiteiten die hierboven beschreven zijn bekostigen. Het zijn kosten voor activiteiten of diensten die niet rechtstreeks bij het onderwijsproces horen, maar die een verdieping of verbreding hiervan betekenen en die vanuit het oogpunt van de school belangrijk zijn voor de vorming en de veiligheid van uw zoon of dochter (in en rondom het schoolcomplex). Voor deze activiteiten die wij verrichten (veiligheid school, beveiliging schoolplein, bibliotheek, schoolpas, schoolfeesten, disco’s, leerlingentutoring, plu-leerlingen en diverse extra onderzoeken voor leerlingen) of voor de diensten die wij hiervoor aanbieden (collectieve ongevallenverzekering, schoolpas en examenmanifestatie) ontvangen wij geen vergoeding van de overheid. Wel zijn het activiteiten die onze school tot het Alfrink College maken. 3. De Oudervereniging De Oudervereniging doet nuttig werk voor de school: zij levert hand- en spandiensten bij diverse schoolactiviteiten, organiseert thema-avonden, draagt bij aan het fotojaarboek van de examenkandidaten, verzorgt de AC-tueel, geeft leerlingen en docenten een attentie in geval van speciale omstandigheden en onderhoudt een sociaal fonds waarop ouders via de directie een beroep kunnen doen als zij de speciale activiteiten niet kunnen betalen.
45
De bijdrage voor de Oudervereniging bedraagt: € 17,- totaal voor het eerste kind; € 10,- totaal voor elk tweede kind of meer. Overeenkomst Bij aanvang van de schoolloopbaan krijgt u voor de hiervoor genoemde zaken een overeenkomst aangeboden. Ieder jaar ontvangt u een factuur voor het leerjaar waarin uw zoon of dochter is geplaatst. De school voldoet daarmee aan zijn wettelijke verplichtingen. Wij vragen u dringend deze overeenkomst driemaal te tekenen (eenmaal voor de verdiepingsactiviteiten, eenmaal voor de leerlingbijdrage en eenmaal voor de bijdrage aan de Oudervereniging). In deze overeenkomst staan de bijdragen globaal genoemd (+/- 5%). Later ontvangt u van ons een gespecificeerde factuur die gebaseerd is op de tabellen met activiteiten die verderop staan weergegeven. Mocht u de buitenlesactiviteiten niet (geheel) betalen, dan zijn wij helaas genoodzaakt uw zoon of dochter daarvan uit te sluiten. Wij zullen een alternatief programma op school aanbieden, alleen wanneer dat in verband met subsidievoorwaarden vereist is. Mocht u de leerlingbijdrage niet betalen, dan kunnen we uw zoon of dochter uitsluiten van een aantal diensten. Verantwoording Al jaren verantwoordt de school zich met betrekking tot de opbouw en de hoogte van de schoolkosten aan de accountant. Ook het afgelopen jaar heeft de accountant zijn goedkeuring gegeven aan het beleid van het Alfrink rond de schoolkosten. Vanaf dit jaar zal de directie zich ook naar de oudergeleding van de MR verantwoorden over de besteding van de kosten van de buitenlesactiviteiten en de leerlingenbijdrage. De Oudervereniging zal zich verantwoorden over de gelden die daar zijn binnengekomen en besteed.
De tvwo-bijdrage De tvwo-bijdrage bedraagt voor het eerste, tweede en derde leerjaar € 480,--, voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar € 445,-. Dit bedrag wordt besteed aan extra lessen, lesmaterialen, excursies en andere activiteiten.
Brugklas tvwo:
Overzicht schoolkosten In onderstaande overzichten vindt u de bedragen per leerjaar. De afzonderlijke bedragen zijn per leerjaar getotaliseerd, maar uiteraard worden die activiteiten alleen in rekening gebracht als uw zoon of dochter daaraan deelneemt. Voorbeeld: als er excursies worden vermeld voor geschiedenis, dan gelden die alleen voor de leerlingen die geschiedenis in hun vakkenpakket hebben.
Brugklas havo/vwo:
Excursie Amsterdam (levensbeschouwing en geschiedenis)
20 Excursie Amsterdam
20
Wendagen en afsluiting klas 1
40 Wendagen en afsluiting klas 1
40
Project Residentieorkest
25 Project residentieorkest
25
Excursie Archeon (Latijn)
20 Excursie Archeon (Latijn)
20
Bijdrage tvwo
(levensbeschouwing en geschiedenis)
480 Sportklas
Leerlingenbijdrage
90 Leerlingenbijdrage
90
Oudervereniging
17 Oudervereniging
17
Totaalbedrag
€ 692
2 tvwo Introductie en afsluiting Excursie Blijdorp (M&N) Bijdrage tvwo Leerlingenbijdrage Oudervereniging Totaalbedrag 3 tvwo 25
€ 337
Introductie en afsluiting
20
Hoge Rielen
95
20 Excursie Blijdorp (M&N)
20
480 90 Leerlingenbijdrage 17 Oudervereniging € 627
Totaalbedrag
90 17 € 242
3 havo
Introductie
25
Meerdaagse Ysselsteyn (geschiedenis)
115
Franse dag
20
Franse dag
20
Excursie Humanity House
17
Excursie Humanity House
17
Excursie Humanity House
17
Excursie Keulen (Duits)
30
Excursie Aken (Duits)
30
Excursie Amsterdam (tekenen en hanvaardigheid)
20
Bijdrage tvwo
480
Leerlingenbijdrage
90
Leerlingenbijdrage
90
Leerlingenbijdrage
90
Oudervereniging
17
Oudervereniging
17
Oudervereniging
17
Totaalbedrag
46
Totaalbedrag 2 havo/vwo
20
3 vwo
Introductie
125
€ 679
Totaalbedrag
€ 199
Totaalbedrag
€ 259
4 tvwo Introductie
4 vwo 25 Introductie
Bijdrage tvwo
445
Studiereis Cambridge
525
Introductie
25
Museumbezoek (tekenen en handvaardigheid)
25
Leerlingenbijdrage
90 Leerlingenbijdrage
90
Leerlingenbijdrage
90
LO-bijdrage
10 LO-bijdrage
10
LO-bijdrage
10
Oudervereniging
17 Oudervereniging
17
Oudervereniging
17
Totaalbedrag
€ 1112 Totaalbedrag
5 tvwo
€ 142
5 vwo
Totaalbedrag
€ 167
5 havo
Introductie
25 Introductie
25
Introductie
25
Museumbezoek (tekenen en handvaardigheid) (1x)
25 Museumbezoek (tekenen en handvaardigheid) (1x)
25
Museumbezoek (tekenen en handvaardigheid) (2x)
40
Excursie Rivierengebied (aardrijkskunde)
20 Excursie Rivierengebied (aardrijkskunde)
20
Excursie Rivierengebied (aardrijkskunde)
40
Excursie ruimte voor de rivier (nlt)
20 Excursie ruimte voor de rivier (nlt)
20
Excursie Rijksmuseum Amsterdam (geschiedenis)
20
16
LO-bijdrage
16
Bijdrage tvwo LO-bijdrage
445 16 LO-bijdrage
Leerlingenbijdrage
90 Leerlingenbijdrage
90
Leerlingenbijdrage
90
Oudervereniging
17 Oudervereniging
17
Oudervereniging
17
Totaalbedrag
€ 658 Totaalbedrag
6 tvwo
€ 213
6 vwo
Introductie
25 Introductie
25
Museumbezoek (tekenen en handvaardigheid ) (2x)
40 Museumbezoek (tekenen en handvaardigheid (2x)
40
Excursie Rijksmuseum Amsterdam (geschiedenis)
20 Excursie Rijksmuseum Amsterdam (geschiedenis)
20
Examengeld IB
200
Bijdrage tvwo
445
LO-bijdrage
13 LO-bijdrage
13
Leerlingenbijdrage
90 Leerlingenbijdrage
90
Oudervereniging Totaalbedrag
47
4 havo 25
17 Oudervereniging € 850
Totaalbedrag
17 € 205
Totaalbedrag
€ 228
De tvwo-bijdrage De factuur voor het tvwo krijgt u in april van het lopende schooljaar aangeboden voor het komende schooljaar. De incasso vindt plaats in mei van het lopende schooljaar. Sportklassen De bijdrage voor de sportklassen wordt bij u in rekening gebracht, tezamen met de schoolkosten. Betalingswijze Alle hiervoor genoemde kosten worden bij u in rekening gebracht via een factuur. De incassodata worden op de factuur vermeld. Alle nieuwe leerlingen die in augustus in de brugklas komen, krijgen, voorafgaande aan het nieuwe schooljaar, eenmalig, een machtigingsformulier dat geldig is voor de gehele schoolloopbaan. Eind september ontvangen de ouders een factuur. De incasso van deze factuur vindt plaats in oktober en november. De leerlingen van de klassen 2 t/m 6 ontvangen deze factuur in september. De incasso van deze factuur vindt plaats in oktober en november. Overige kosten De kosten voor de reizen naar de diverse bestemmingen in 4 havo en 5 vwo en de uitwisselingen in tvwo worden apart gefactureerd en vooraf met u afgerekend. Betaling vooraf is een voorwaarde voor de inschrijving. De factuur voor de reizen en uitwisselingen krijgt u in april van een lopend schooljaar aangeboden voor het komende schooljaar. De incasso vindt dan plaats in mei van het huidige schooljaar, terwijl de activiteit zelf pas in het nieuwe schooljaar plaatsvindt. Het voor lichamelijke opvoeding noodzakelijke T-shirt (€ 14,-) moet worden aangeschaft bij de docent tijdens de gymles. In de bovenbouw vragen wij een bijdrage voor de verschillende buitenschoolse clinics die de sectie orgniseert (van golfen tot to fitness en van karate tot spinning).
48
Financiële steun bij de studie Indien het gezinsinkomen niet hoger is dan 115% van de voor wettelijke vertegenwoordiger geldende bijstandsnorm verleent de school gehele dan wel gedeeltelijke kwijtschelding van de leerlingenbijdrage. Hierbij verzoeken wij u een IB60 formulier toe te sturen aan het Alfrink College t.a.v. mevrouw W. de Knegt. Dit formulier kunt u telefonisch bij de Belastingdienst aanvragen. Ongevallenverzekering In de collectieve ongevallenverzekering die de school voor alle leerlingen heeft afgesloten, is onderstaande ongevallendekking - met werelddekkingopgenomen: -- een uitkering bij overlijden van € 5.000,--- een uitkering bij blijvende invaliditeit van maximaal € 70.000,-De verzekering is van kracht tijdens de schooluren en evenementen in schoolverband en gedurende het rechtstreeks gaan van huis naar school en omgekeerd. De verzekering kent geen eigen risico.
49
DOOR HET JAAR HEEN Het geactualiseerde jaarrooster vindt u straks op de site van het Alfrink. In dit hoofdstuk wordt volstaan met een aantal belangrijke data: Vakantie Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasvakantie Meivakantie Pinksteren Grote vakantie
19 oktober t/m 23 oktober 2015 21 december 2015 t/m 1 januari 2016 22 februari t/m 26 februari 2016 28 maart 2016 25 april t/m 6 mei 2016 16 mei 2016 11 juli t/m 19 augustus 2016
Overige vrije dagen en studiedagen Vrijdag 25 september 2015: personeelsdag; geen les na het 5e uur Dinsdag 3 november 2015: studiedag: geen les na het 6e uur Woensdag 11 november 2015: nakijkdag: geen les Maandag 4 januari: 2016: studiedag (o.v.): geen les Donderdag 28 januari 2016: nakijkdag: geen les Buiten deze vakanties wordt behoudens de wettelijke uitzonderingen geen verlof gegeven. De school meldt ongeoorloofd verzuim altijd bij de Leerplichtambtenaar. Rapporten De leerlingen krijgen drie rapporten. Deze rapporten worden uitgereikt na afloop van een trimester. Uitreiken eerste rapport rond: vrijdag 4 december 2015 Uitreiken tweede rapport rond: vrijdag 19 februari 2016 Uitreiken derde rapport: vrijdag 8 juli 2016 Tafeltjesavonden U kunt de resultaten van uw zoon of dochter op de zogenaamde tafeltjesavonden bespreken. Naar aanleiding van het eerste rapport: maandag 7 en woensdag 9 december 2015 Naar aanleiding van het tweede rapport: dinsdag 8 en donderdag 10 maart 2016.
50
Ouderavonden Klas 1 Klas 2 havo/vwo Klas 2 tvwo Klas 3 havo Klas 3 tvwo Klas 4 havo Klas 5 havo Klas 3 vwo Klas 4 vwo Klas 5 vwo Klas 6 vwo Klas 4 tvwo Klas 5 tvwo Klas 6 tvwo
dinsdag 22 september 2015 donderdag 10 september 2015 woensdag 9 september 2015 dinsdag 8 september 2015 woensdag 9 september 2015 dinsdag 15 september 2015 maandag 17 september 2015 maandag 7 september 2015 maandag 7 september 2015 woensdag 21 september 2015 woensdag 21 september 2015 maandag 14 september 2015 donderdag 16 september 2015 donderdag 16 september 2015
Algemene ouderavond (georganiseerd door de Oudervereniging) 3 november 2015. Centraal examen Eerste tijdvak: 2016 (o.v.) Uitslag: Tweede tijdvak: Uitslag:
donderdag 12 mei 2016 – donderdag 26 mei donderdag 16 juni 2016 (o.v.) in de week van maandag 20 juni 2016 dinsdag 5 juli 2016 (o.v.)
Diploma-uitreikingen: Dinsdag 5 juli 2016: vwo Woensdag 6 juli 2016: havo Start nieuwe schooljaar 2015 - 2016 Maandag 22 augustus 2016
Bijlage social media Social media zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij en dus ook niet bij iedereen die betrokken is bij scholen. Wel leert de realiteit dat we voorzichtig moeten omgaan met het gebruik van social media. Zo hebben de medewerkers van het Alfrink afspraken gemaakt over het omgaan met social media. Ook van onze leerlingen en ouders vragen we deze handelswijze.
Doelgroep en reikwijdte
Het Alfrink College vertrouwt erop dat zijn medewerkers, leerlingen, ouders/verzorgers en andere betrokkenen verantwoord om zullen gaan met social media en heeft dit protocol opgezet om een ieder die bij het Alfrink College betrokken is of zich daarbij betrokken voelt daarvoor richtlijnen te geven.
2. De richtlijnen hebben enkel betrekking op schoolgerelateerde berichten of wanneer er een overlap is tussen school, werk en privé.
Uitgangspunten 1. Het Alfrink College onderkent het belang van social media. 2. Deze richtlijnen dragen bij aan een goed en veilig school- en onderwijsklimaat. 3. Deze richtlijnen bevorderen dat de instelling, medewerkers, leerlingen en ouders/verzorgers op de sociale media communiceren in het verlengde van de missie en visie van de onderwijsinstelling en de reguliere fatsoensnormen. In de regel betekent dit dat we respect voor de school en elkaar hebben en iedereen in zijn waarde laten. 4. De gebruikers van social media dienen rekening te houden met de goede naam van de school en van een ieder die betrokken is bij de school. 5. De richtlijnen dienen de onderwijsinstelling, haar medewerkers, leerlingen en ouders tegen zichzelf en anderen te beschermen tegen de mogelijke negatieve gevolgen van de sociale media.
51
1. Deze richtlijnen zijn bedoeld voor alle betrokkenen die deel uitmaken van de schoolgemeenschap. dat wil zeggen medewerkers, leerlingen, ouders/verzorgers en mensen die op een andere manier verbonden zijn aan het Alfrink College.
Sociale media in de school Voor alle gebruikers (medewerkers, leerlingen en ouders/verzorgers) 1. Het is leerlingen niet toegestaan om tijdens de lessen actief te zijn op de sociale media tenzij door de schoolleiding respectievelijk docenten hiervoor toestemming is gegeven. 2. Het is betrokkenen toegestaan om kennis en informatie te delen, mits het geen vertrouwelijke of persoonlijke informatie betreft en andere betrokkenen niet schaadt. 3. De betrokkene is persoonlijk verantwoordelijk voor de inhoud welke hij of zij publiceert op de sociale media. 4. Elke betrokkene dient zich ervan bewust te zijn dat de gepubliceerde teksten en uitlatingen voor onbepaalde tijd openbaar zullen zijn, ook na verwijdering van het bericht. 5. Het is voor betrokkenen niet toegestaan om foto-, film- en geluidsopnamen van schoolgerelateerde situaties op social media te zetten, tenzij betrokkenen uitdrukkelijk toestemming voor plaatsing hebben gegeven. 6. Alle betrokkenen nemen de fatsoensnormen in acht. Als fatsoensnormen worden overschreden (bijvoorbeeld: mensen pesten, kwetsen, stalken, bedreigen, zwartmaken of anderszins beschadigen), dan neemt de onderwijsinstelling passende maatregelen. Zie ook
“Sancties en gevolgen voor medewekers en leerlingen”. Sancties 1. Als leerlingen deze bepalingen overtreden, dan zal de school gepaste maatregelen nemen die afhankelijk van de situatie kunnen variëren van uitsluiting van de lessen tot schorsing en verwijdering. Ook behoudt de school zich het recht voor om bij misbruik van de sociale media aangifte te doen. 2. Bij misbruik van social media door ouders en/of verzorgers worden ouders/verzorgers uitgenodigd voor een gesprek. Ook hier behoudt de school zich het recht voor om aangifte te doen.
52
KLACHTENREGELING ALFRINK COLLEGE Op grond van artikel 24B van de Wet op het Voortgezet Onderwijs, is het Bevoegd Gezag van de school verplicht een regeling voor de behandeling vast te stellen en in te voeren. Uiteraard probeert de school klachten te voorkomen. Toch kan het voorkomen dat er klachten zijn. Het Alfrink College streeft ernaar om de klachten zoveel mogelijk in onderling overleg met de klager op te lossen en op een juiste wijze af te handelen. Bespreek allereerst het probleem met de persoon waar het om gaat, bij onvoldoende resultaat kan het probleem besproken worden met de schoolleider en zo nodig met een lid van de kerndirectie van de school. Als u er niet in slaagt het probleem op te lossen, kunt u altijd terecht bij de vertrouwenspersoon. Deze kan met u nagaan of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Verder kan de vertrouwenspersoon meer informatie geven over de klachtenregeling. Hij of zij bespreekt de klacht niet inhoudelijk met u maar kan u adviseren over de mogelijke vervolgacties of doorverwijzen. Een klacht kan worden ingediend door een (ex)leerling, een ouder/ voogd/,verzorger van een minderjarige (ex)leerling, (een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag of een vrijwilliger die werkzaamheden verricht voor de school, stagiaires en leraren in opleiding, alsmede een persoon die anderszins deel uitmaakt van de schoolgemeenschap. De klacht moet gaan over gedragingen en beslissingen dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen van de aangeklaagde persoon. Het Alfrink College heeft ervoor gekozen om geen interne klachtencommissie op te zetten, maar zich aan te sluiten bij de Stichting Geschillen Commissie Bijzonder Onderwijs (Stichting GCBO). Het Alfrink College draagt er zorg voor dat o.a. via de website en via de schoolgids, het bestaan van de klachtenregeling en de naam van de vertrouwenspersoon, kenbaar wordt gemaakt. Een exemplaar van de 53
klachtenregeling ligt op school ter inzage en is bij het secretariaat van de school op te vragen. De vertrouwenspersoon is mevrouw H. de Groot-van Wijk. Zij is bereikbaar onder telefoonnummer 070-3861451. Het adres van de Stichting Geschillen Commissie Bijzonder Onderwijs is: Postbus 82324, 2508 EH Den Haag T 070-3861697 Email:
[email protected] In dit document treft u aan: 1. De klachtenregeling van het Alfrink College, 2. Bijlage 1: Het reglement van de Stichting Geschillen Commissie Bijzonder Onderwijs. 3. Bijlage 2: Een uitleg over het verloop van de procedure bij de Stichting Geschillen Commissie Bijzonder Onderwijs. Kerndirectie van het Alfrink College
Klachtenregeling van het Alfrink College 1. AANHEF Het bevoegd gezag van het Alfrink College, gelet op de bepalingen van de Wet op het voortgezet onderwijs, gehoord de medezeggenschapsraad, stelt de volgende klachtenregeling voortgezet onderwijs vast. 2. BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a. school: een school als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs; b. commissie: de commissie als bedoeld in artikel 3; c. klager: een (ex-)leerling, een ouder/voogd/verzorger van een minderjarige (ex)leerling, (een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag of een vrijwilliger die werkzaamheden verricht voor de school, alsmede een persoon die anderszins deel uitmaakt van de schoolgemeenschap, die een klacht heeft ingediend, d. klacht: klacht over gedragingen en beslissingen dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen van de aangeklaagde; e. bevoegd gezag: het College van Bestuur van het Alfrink College; f. vertrouwenspersoon: de persoon als bedoeld in artikel 3; g. aangeklaagde: een (ex-)leerling, ouder/voogd/verzorger van een minderjarige (ex)leerling, (een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag of een vrijwilliger die werkzaamheden verricht voor de school, alsmede een persoon die anderszins deel uitmaakt van de schoolgemeenschap, tegen wie een klacht is ingediend; h. Klachtencommissie: Stichting Geschillen Commissie Bijzonder Onderwijs.
54
3. BEHANDELING VAN DE KLACHTEN De vertrouwenspersoon Artikel 2: Aanstelling en taken vertrouwenspersoon 1. Het bevoegd gezag beschikt over tenminste één vertrouwenspersoon die functioneert als aanspreekpunt bij klachten. 2. Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de vertrouwenspersoon. 3. De benoeming vindt plaats op voorstel van de benoemingsadviescommissie. 4. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De vertrouwenspersoon gaat na of de gebeurtenis aanleiding zou kunnen geven tot het indienen van een klacht. Hij/zij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie. 5. De vertrouwenspersoon verwijst de klager, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar andere instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg. 6. Indien de vertrouwenspersoon bij herhaling slechts aanwijzingen, doch geen concrete klachten bereiken, kan hij/zij deze ter kennis brengen van het bevoegd gezag. 7. De vertrouwenspersoon geeft gevraagd of ongevraagd advies over de door het bevoegd gezag te nemen besluiten. 8. De vertrouwenspersoon neemt bij zijn/haar werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij/zij in die hoedanigheid verneemt. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn/haar taak als vertrouwenspersoon heeft beëindigd. 9. De vertrouwenspersoon brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag schriftelijk verslag uit van zijn/haar werkzaamheden.
Paragraaf 2: De klachtencommissie Artikel 3: Instelling en taken klachtencommissie 1. Het bevoegd gezag heeft zich, na verkregen instemming van de medezeggenschapraad, aangesloten bij de landelijke klachtencommissie voor het katholiek onderwijs. 2. Deze klachtencommissie geeft gevraagd of ongevraagd advies aan het bevoegd gezag over: a. (on)gegrondheid van de klacht; b. het nemen van maatregelen; c. overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten. 3. De klachtencommissie neemt, ter bescherming van de belangen van alle direct betrokkenen, de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht bij de behandeling van een klacht. De leden van de klachtencommissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in die hoedanigheid vernemen. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als lid van de klachtencommissie heeft beëindigd. 4. De klachtencommissie brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden, voor zover deze de school betreffen. 5. De klacht wordt behandeld op basis van het Reglement Landelijke Klachtencommissie katholiek Onderwijs (LKC KO). Het volledige reglement van de landelijke klachtencommissie Katholiek Onderwijs is terug te vinden in Bijlage 1 en op de website: http:// www.geschillencies-klachtencies.nl/194-reglement-landelijkeklachtencommissie-katholiek-onderwijs-lkc-ko 6. Het adres van de Stichting GCBO: Stichting Geschillen Commissie Bijzonder Onderwijs
Postbus 82324, 2508 EH Den Haag T 070-3861697 Email:
[email protected] Website: www.gcbo.nl
55
Paragraaf 3: Besluitvorming door het bevoegd gezag Artikel 4: Beslissing op advies 1. Binnen vier weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie deelt het bevoegd gezag aan de klager, de aangeklaagde en de klachtencommissie schriftelijk gemotiveerd mee of hij het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen neemt en zo ja welke. De mededeling gaat vergezeld van het advies van de klachtencommissie en het verslag van de hoorzitting, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten. 2. Deze termijn kan met ten hoogste vier weken worden verlengd. Deze verlenging meldt het bevoegd gezag met redenen omkleed aan de klager, de aangeklaagde en de klachtencommissie. 3. De beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt door het bevoegd gezag niet genomen dan nadat de aangeklaagde in de gelegenheid is gesteld zich mondeling en/of schriftelijk te verweren tegen de door het bevoegd gezag voorgenomen beslissing. 4. SLOTBEPALINGEN Artikel 5: Openbaarheid 1. Het bevoegd gezag legt deze regeling op elke school ter inzage. 2. Het bevoegd gezag stelt alle belanghebbenden op de hoogte van deze regeling. Artikel 6: Evaluatie De regeling wordt binnen vier jaar na vaststelling door het bevoegd gezag, de vertrouwenspersoon, de klachtencommissie en de medezeggenschapsraad geëvalueerd. Artikel 7: Wijziging van het reglement Deze regeling kan door het bevoegd gezag worden gewijzigd of ingetrokken, na overleg met de vertrouwenspersoon en de klachtencommissie, met inachtneming van de vigerende bepalingen.
De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht met betrekking tot vaststelling of wijziging van deze regeling. Artikel 8: Overige bepalingen 1. In gevallen waarin de regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag. 2. Het Reglement Landelijke Klachtencommissiekatholiek onderwijs (LKC KO) zoals dat luidt ten tijde van de indiening van de klacht, maakt deel uit van deze regeling. 3. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘klachtenregeling onderwijs’. 4. Deze regeling treedt in werking op 1 augustus 2014 De regeling is vastgesteld op 15 mei 2014
Bijlage 1 Reglement Landelijke Klachtencommissiekatholiek onderwijs (LKC KO) REGLEMENT LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS (LKC KO) REGLEMENT: van de Landelijke klachtencommissie voor het katholiek primair en speciaal onderwijs, beroepsonderwijs, volwasseneneducatie en voortgezet onderwijs ARTIKEL 1. BEGRIPSBEPALING Dit reglement verstaat onder de klachtencommissie: de klachtencommissie als bedoeld in artikel 14 van de Wet op het primair onderwijs dan wel als bedoeld in artikel 23 van de Wet op de expertisecentra dan wel als bedoeld in artikel 24b van de Wet op het voortgezet onderwijs dan wel als bedoeld in artikel E-27 van de CAOBVE. ARTIKEL 2. INSTELLING EN INSTANDHOUDING VAN DE LKC VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. ARBEIDSREGIO’S VAN DE LKC KO De LKC voor het katholiek onderwijs is ingesteld en wordt in stand gehouden door de Bond KBO en de Bond KBVO. ARTIKEL 3. AANSLUITING BIJ DE LKC KO 1. Bij de LKC KO kunnen andere schoolbesturen dan besturen van scholen voor katholiek onderwijs zijn aangesloten. 2. De aansluiting van het schoolbestuur bij de klachtencommissie geschiedt door middel van de indiening van een door het bevoegd gezag ondertekende verklaring bij de Bond KBO respectievelijk de Bond KBVO; uit deze verklaring dient te blijken dat het bevoegd gezag de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad van de school over de aansluiting op de door de wet en het medezeggenschapsreglement voorgeschreven wijze heeft geraadpleegd.
56
3. De aansluiting brengt voor de bevoegde gezagsorganen de verplichting mee zich aan de bepalingen van dit reglement te houden. 4. Tenminste drie maanden voor het eindigen van het kalenderjaar kan het bevoegd gezag door middel van een daartoe strekkend schrijven – aangetekend te richten aan de desbetreffende besturenbond - de aansluiting van het bevoegd gezag beëindigen; uit dit schrijven dient te blijken dat het bevoegd gezag de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad over de beëindiging van de aansluiting heeft geraadpleegd. Beëindiging van de aansluiting ontslaat het bevoegd gezag niet van het nakomen van de op het ogenblik van de beëindiging reeds bestaande verplichtingen tegenover de Bond KBO respectievelijk de Bond KBVO of tegenover de klachtencommissie. ARTIKEL 4. SAMENSTELLING LKC KO 1. De klachtencommissie kent tenminste twaalf leden waaronder tenminste twee voorzitters. De voorzitters zijn elkaars plaatsvervanger. De klachtencommissie beschikt over juridische en onderwijskundige deskundigheid. De klachtencommissie streeft ernaar dat zij in de gevallen waarin dit noodzakelijk is over deskundigheid op sociaal pedagogisch terrein beschikt. 2. De voorzitters en de leden van de klachtencommissie worden benoemd door de Bond KBO en de Bond KBVO. ARTIKEL 5. VEREISTEN VOOR HET LIDMAATSCHAP VAN DE LKC KO 1. Voorzitter en lid van de klachtencommissie, die de klacht behandelt, kan niet zijn hij, die werkzaam is bij of deel uitmaakt van het bevoegd gezag van de school of instelling waaraan het advies wordt uitgebracht. 2. Voorzitter en lid van de klachtencommissie, die de klacht behandelt, kan niet zijn hij, die anderszins deel uitmaakt van de schoolgemeenschap waarop de klacht betrekking heeft. 3. Voorzitter van de klachtencommissie is bij voorkeur iemand die de hoedanigheid van meester in de rechten heeft verkregen op grond van een met goed gevolg afgelegd doctoraal examen in het Nederlands recht aan een Nederlandse universiteit of hogeschool. 4. De voorzitter en de commissieleden worden benoemd voor een termijn van 4 jaar. De voorzitter en de commissieleden zijn herbenoembaar. De klachtencommissie stelt hiervoor een rooster van aftreden op . 57
5. Wanneer een lid gedurende de zittingstermijn de leeftijd van 70 jaar bereikt, is hij/zij niet meer herbenoembaar voor een nieuwe termijn. ARTIKEL 6. BEKENDMAKING AAN BEVOEGDE GEZAGSORGANEN EN GELEDINGEN 1. De Bond KBO en de Bond KBVO dragen zorg voor bekendmaking aan de bevoegde gezagsorganen van de samenstelling, het kantooradres van het secretariaat en het reglement van de klachtencommissie. 2. Het bevoegd gezag zorgt er voor dat de voor de school geldende klachtenregeling, de samenstelling, het kantooradres van het secretariaat en het reglement van de klachtencommissie op een voor eenieder toegankelijke plaats in het gebouw van de school of instelling ter inzage wordt gelegd. 3. Deze kennisgevingen worden bij wijzigingen steeds onverwijld aangepast. ARTIKEL 7. TAAK VOORZITTER De voorzitter is belast met het leiden van de zittingen en de beraadslagingen van de klachtencommissie. De voorzitter bepaalt de datum, het tijdstip en de plaats van de zittingen en de beraadslagingen van de klachtencommissie. ARTIKEL 8. SECRETARIAAT 1. De klachtencommissie wordt ondersteund door een secretariaat. 2. De klachtencommissie wordt bijgestaan door een secretaris die belast is met het opstellen van de stukken die van de klachtencommissie uitgaan, het opmaken van de processen-verbaal der zitting, het bijhouden van een register van de ingekomen stukken en de behandelde klachten, het beheer van het archief en alle voorkomende werkzaamheden die door de voorzitter of de klachtencommissie nodig worden geacht. 3. Stukken die moeten worden ingediend bij de voorzitter of de klachtencommissie dienen te worden toegezonden aan het bekend gemaakte kantooradres van het secretariaat.
ARTIKEL 9. BIJEENKOMSTEN KLACHTENCOMMISSIE EN JAARVERSLAG 1. Voor de behandeling van een klacht, bestaat de klachtencommissie uit een voorzitter en twee commissieleden. 2. De samenstelling van de commissie vindt zoveel mogelijk plaats op basis van deskundigheid ten aanzien van de onderwijssector waaruit de klacht voortkomt. 3. De secretaris van de klachtencommissie is qualitate qua lid van de commissie met dien verstande dat hij/zij bij plotselinge ontstentenis van een commissielid als lid van de commissie aan de behandeling deelneemt. 4. De klachtencommissie houdt tenminste eenmaal per jaar een huishoudelijke vergadering. 5. De klachtencommissie brengt eenmaal per jaar - in de maand mei verslag uit van haar werkzaamheden. ARTIKEL 10. GEHEIMHOUDING Het is de leden en de secretaris van de commissie verboden: a. hetgeen zij als zodanig te weten zijn gekomen openbaar of aan derden bekend te maken; b. de gevoelens bekend te maken welke in besloten vergaderingen of zittingen van de commissie over aanhangige klachten zijn geuit; c. over aanhangige klachten of over klachten die naar hun vermoeden of weten bij hen aanhangig gemaakt zullen worden, anders dan in commissieverband, contacten met derden te hebben en/of inlichtingen in te winnen. ARTIKEL 11. INDIENING KLAAGSCHRIFT 1. Een klacht wordt ter behandeling aan de klachtencommissie voorgelegd door de indiening van een klaagschrift door de klager bij de voorzitter van de klachtencommissie. 2. Een klaagschrift bevat: • een omschrijving van de klacht en de gronden waarop deze berust; • de naam en het adres van de klager; • de naam en het adres van de aangeklaagde; • de naam en het adres van het bevoegd gezag en van de school of instelling; • de dagtekening. 58
Een klaagschrift is ondertekend door klager. Bij een klaagschrift worden alle op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd. 3. Indien het klaagschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor de goede behandeling van de klacht noodzakelijk is, dient de klager zorg te dragen voor vertaling. 4. Ondertekening van een klaagschrift kan ook door een gemachtigde geschieden. Indien redelijkerwijs niet van een klager gevraagd kan worden dat deze ervoor zorg draagt dat de klacht op schrift wordt gesteld, wordt terstond door de secretaris een verslag opgesteld van de mondeling ingediende klacht. De klager tekent het verslag voor akkoord en ontvangt een afschrift hiervan. 5. Het klaagschrift moet worden ingediend bij de commissie binnen één jaar, gerekend vanaf de dag na die waarop de feiten waarop de klacht betrekking heeft, hebben plaatsgevonden dan wel vanaf de dag waarop de klager ervan kennis heeft genomen. 6. De commissie laat niet-ontvankelijkverklaring vanwege termijnoverschrijding achterwege indien zij van oordeel is dat, alle omstandigheden van het geval meewegend, de klager de klacht heeft ingediend, zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs van klager kan worden verlangd. 7. Indien het klaagschrift binnen de termijn als genoemd in lid 5 van dit artikel bij de school of instelling dan wel een andere instantie is ingediend, wordt niettemin aangenomen dat aan het bepaalde in lid 5 is voldaan. 8. Bij onjuiste indiening als bedoeld in het zevende lid van dit artikel wordt het klaagschrift, nadat daarop de datum van ontvangst is aangetekend, met de daarbij overgelegde stukken zo spoedig mogelijk doorgezonden aan de commissie onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de klager. 9. Indien het klaagschrift niet voldoet aan de eisen gesteld in het tweede lid van dit artikel, wijst de voorzitter de klager op het verzuim en stelt deze in de gelegenheid binnen een termijn van twee weken dit verzuim te herstellen met de mededeling dat indien niet aan dit verzoek wordt voldaan, de commissie de klacht niet-ontvankelijk kan verklaren. 10. Alle aan de commissie over te leggen stukken dienen goed leesbaar te zijn en dienen in vijfvoud te worden ingediend.
11. De secretaris tekent op de ingekomen stukken de datum van ontvangst aan en zendt bericht van ontvangst aan de indiener daarvan. 12. Indien de klacht kennelijk bij een andere commissie moet worden aangebracht, zendt de secretaris het klaagschrift, nadat daarop de datum van ontvangst is aangetekend, zo spoedig mogelijk door aan de bevoegde commissie, onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de klager.
verschijnen voor het geven van inlichtingen of het beproeven van een vereniging. 4. Van het geven van inlichtingen of het beproeven van een vereniging als bedoeld in lid 3 van dit artikel wordt door de secretaris een proces-verbaal opgemaakt.
ARTIKEL 12. DOORZENDING EN BERICHTGEVING KLAAGSCHRIFT 1. De secretaris zendt zo spoedig mogelijk na ontvangst van het klaagschrift dan wel zo spoedig mogelijk na ontvangst van het hersteld klaagschrift een exemplaar daarvan, vergezeld van de in artikel 11, lid 2, laatste volzin van dit reglement bedoelde afschriften, aan de aangeklaagde. 2. De secretaris deelt na ontvangst van het klaagschrift dan wel hersteld klaagschrift, aan het bevoegd gezag van de betrokken school of instelling mee dat een klacht bij de klachtencommissie is ingediend.
ARTIKEL 15. BEPERKTE KENNISNEMING STUKKEN 1. De klachtencommissie kan, indien de vrees bestaat dat kennisneming van de stukken door een partij haar lichamelijke of geestelijke gezondheid zou schaden, bepalen dat deze kennisneming is voorbehouden aan een gemachtigde, die advocaat of arts is of die daarvoor van de klachtencommissie bijzondere toestemming heeft gekregen. 2. De klachtencommissie kan, indien kennisneming van de stukken door een partij de persoonlijke levenssfeer van een ander onevenredig zou schaden, bepalen dat deze kennisneming is voorbehouden aan een gemachtigde, die advocaat of arts is of die daarvoor van de commissie bijzondere toestemming heeft gekregen.
ARTIKEL 13. INDIENING VERWEERSCHRIFT 1. De klachtencommissie stelt de aangeklaagde in de gelegenheid om binnen een termijn van vier weken na toezending van het klaagschrift en de daarbij behorende afschriften, een verweerschrift in vijfvoud bij de commissie in te dienen. Bij elk exemplaar voegt de aangeklaagde afschriften van de op de klacht betrekking hebbende stukken. 2. Verlenging van de termijn van vier weken is slechts mogelijk in uitzonderlijke gevallen. 3. Na de ontvangst van het verweerschrift zendt de secretaris onverwijld een exemplaar daarvan, vergezeld van de hierbij behorende bijlagen, aan de klager. ARTIKEL 14. INWINNEN INLICHTINGEN EN VERSCHIJNING VAN PARTIJEN VOOR-AFGAAND AAN HOORZITTING 1. Ter voorbereiding van de behandeling ter zitting van de klacht kunnen door of namens de klachtencommissie bij de klager, de aangeklaagde en anderen schriftelijk alle gewenste inlichtingen worden ingewonnen. 2. Klager en aangeklaagde worden hiervan op de hoogte gesteld. 3. De commissie kan partijen oproepen om voorafgaand aan de behandeling in een hoorzitting, in persoon dan wel bij gemachtigde te 59
ARTIKEL 16. VEREENVOUDIGDE BEHANDELING EN BEZWAAR 1. Totdat de klager en de aangeklaagde zijn uitgenodigd om op een hoorzitting van de commissie te verschijnen, kan de voorzitter van de klachtencommissie het onderzoek naar de klacht sluiten indien voortzetting van het onderzoek niet nodig is omdat de commissie kennelijk onbevoegd is of de klacht kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is. 2. De voorzitter baseert de uitspraak op de stukken die door partijen aan de klachtencommissie zijn overgelegd. Het bepaalde in artikel 11 lid 6 van dit reglement is van overeenkomstige toepassing. 3. Tegen de uitspraak, als bedoeld in het eerste lid, kunnen partijen binnen 14 dagen na de dag waarop de uitspraak aan partijen is toegezonden bezwaar aantekenen bij de commissie. Het bepaalde in artikel 11, leden 2 tot en met 10, van dit reglement is van overeenkomstige toepassing. 4. Indien de commissie van oordeel is dat het bezwaar niet-ontvankelijk of ongegrond is, gaat zij niet eerder tot het verklaren daarvan over dan nadat zij bezwaarde in de gelegenheid heeft gesteld het bezwaar mondeling toe te lichten. 5. Indien de commissie het bezwaar niet-ontvankelijk of ongegrond verklaart, blijft de uitspraak van de voorzitter waartegen bezwaar is
gemaakt in stand. 6. Indien de commissie het bezwaar gegrond verklaart, vervalt de uitspraak waartegen bezwaar is gemaakt en wordt het onderzoek naar de klacht door de klachtencommissie heropend en voortgezet. ARTIKEL 17. SCHRIFTELIJKE BEHANDELING, REPLIEK EN DUPLIEK 1. Met eenstemmig goedvinden van de commissie, de klager en de aangeklaagde kan de behandeling van de klacht schriftelijk geschieden. 2. In dat geval wordt de klager in de gelegenheid gesteld te reageren op het door de aangeklaagde ingediende verweerschrift, waarna de aangeklaagde in de gelegenheid wordt gesteld te dupliceren op de door de klager ingediende conclusie van repliek. 3. De voorzitter stelt de termijnen van repliek en dupliek vast. ARTIKEL 18. VASTSTELLING HOORZITTING 1. De voorzitter bepaalt op zo kort mogelijke termijn de plaats waar en de dag en het uur waarop de mondelinge behandeling van de klacht in een hoorzitting zal plaatsvinden. 2. Deze behandeling zal in beginsel plaatsvinden binnen twee maanden na ontvangst van de klacht. 3. Aan partijen wordt daarvan tijdig kennis gegeven door een schriftelijke oproep. Bij de oproep wordt meegedeeld welke personen deel uitmaken van de commissie die de klacht ter zitting behandelt. ARTIKEL 19. WRAKING OF VERSCHONING 1. Voor de aanvang van de behandeling ter zitting dan wel ter zitting kan op verzoek van de klager of de aangeklaagde een lid van de klachtencommissie worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden die het vormen van een onpartijdig oordeel door het desbetreffende commissielid zouden kunnen bemoeilijken. 2. Op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in het eerste lid van dit artikel kan een commissielid verzoeken zich te mogen verschonen. 3. Over de wraking of de verschoning wordt zo spoedig mogelijk beslist door de overige leden van de commissie. 4. Bij staking van stemmen wordt de wraking of de verschoning geacht te zijn toegewezen.
60
ARTIKEL 20. DE HOORZITTING 1. De klacht wordt behoudens in het geval als bedoeld in de artikelen 16 en artikel 17 mondeling behandeld in een besloten zitting van de commissie, bestaande uit de voorzitter en twee leden. In uitzonderlijke gevallen kan bij plotselinge ontstentenis van een commissielid de mondelinge behandeling in een besloten zitting plaatsvinden door de voorzitter en een commissielid. 2. De voorzitter heeft de leiding van de zitting. Hij geeft elk van de partijen de gelegenheid haar standpunt toe te lichten. De voorzitter schorst de zitting dan wel sluit het onderzoek. 3. Meerderjarige partijen worden in elkaars aanwezigheid gehoord, tenzij zich het bepaalde in lid 4 van dit artikel voordoet. Ingeval een minderjarige partij is, worden partijen in beginsel buiten elkaars aanwezigheid gehoord. 4. Klager en/of aangeklaagde kunnen de voorzitter verzoeken om buiten elkaars aanwezigheid te worden gehoord. 5. Een dergelijk verzoek dient schriftelijk en met redenen omkleed te worden ingediend. Na de ontvangst van het verzoek zendt de secretaris een afschrift hiervan aan de wederpartij. 6. Indien de voorzitter van oordeel is dat er voldoende grond aanwezig is om partijen buiten elkaars aanwezigheid te horen, hoort de commissie partijen buiten elkaars aanwezigheid. De commissie brengt partijen er voor de hoorzitting schriftelijk dan wel mondeling van op de hoogte dat zij buiten elkaars aanwezigheid zullen worden gehoord. 7. De commissie kan het bevoegd gezag van de school of instelling uitnodigen bij de hoorzitting aanwezig te zijn. ARTIKEL 21. VERTEGENWOORDIGING TER HOORZITTING, GETUIGEN EN DESKUNDIGEN 1. Een partij kan zich ter zitting door een gemachtigde doen vertegenwoordigen of zich door een raadsman/-vrouw doen bijstaan. Daarnaast kunnen klager en aangeklaagde zich laten vergezellen door één hun vertrouwd persoon. 2. De commissie kan van een gemachtigde die geen advocaat is en de klager dan wel de aangeklaagde ter zitting vertegenwoordigt, een schriftelijke machtiging verlangen.
3. De commissie kan personen als getuige of deskundige voor de zitting doen oproepen. Namen van de getuigen en deskundigen worden aan klager en aangeklaagde meegedeeld. 4. Een partij kan op eigen kosten getuigen en/of deskundigen ter zitting meebrengen, met dien verstande dat zij de namen van die personen uiterlijk vijf werkdagen voor de zitting schriftelijk opgeeft aan de commissie. De commissie kan afzien van het horen van door de klager of aangeklaagde meegebrachte of opgeroepen getuigen en/of deskundigen. 5. Getuigen en deskundigen worden door de voorzitter ondervraagd. Vragen kunnen ook worden gesteld door de andere leden van de commissie en, met toestemming van de voorzitter, door diens tussenkomst, door de klager en de aangeklaagde of hun gemachtigden. 6. Ingeval een minderjarige getuige wordt gehoord, kan de commissie bepalen dat het horen buiten aanwezigheid van een of meer partijen plaatsvindt. 7. Ingeval een minderjarige getuige buiten aanwezigheid van partijen is gehoord, ontvangt elk der partijen zo spoedig mogelijk na vaststelling van het proces-verbaal van het getuigenverhoor, een afschrift daarvan en worden zij in de gelegenheid gesteld daarop binnen een bepaalde termijn schriftelijk te reageren. Na de ontvangst van de reacties, zendt de secretaris afschriften daarvan aan de wederpartij. 8. Ingeval een minderjarige getuige buiten aanwezigheid van partijen is gehoord, wordt de behandeling ter zitting voortgezet op een zodanig tijdstip dat partijen redelijkerwijs kennis hebben kunnen nemen van de afschriften van het proces-verbaal van het horen van de getuige. Indien partijen te kennen hebben gegeven geen prijs te stellen op voortzetting van de behandeling ter zitting en de commissie van oordeel is dat het onderzoek volledig is geweest, wordt de behandeling niet voortgezet. ARTIKEL 22. TOLKEN Indien klager, aangeklaagde, een getuige of een deskundige, de Nederlandse taal onvoldoende beheerst, kan deze zich op eigen kosten doen bijstaan door een tolk.
61
ARTIKEL 23. HEROPENING ONDERZOEK Indien de commissie van oordeel is dat het onderzoek niet volledig is geweest, kan zij het heropenen. De commissie bepaalt daarbij op welke wijze het onderzoek wordt voortgezet. De secretaris doet zo spoedig mogelijk mededeling hiervan aan partijen. ARTIKEL 24. BERAADSLAGING EN ADVIES 1. De commissie beraadslaagt en beslist in een besloten vergadering waarbij alle leden die deel uitmaken van de commissie die de klacht behandelt, aanwezig zijn, bijgestaan door de secretaris. 2. De commissie baseert haar advies op de stukken van het geding en op het verhandelde tijdens het vooronderzoek en het onderzoek ter zitting. 3. De commissie beslist met meerderheid van stemmen. ARTIKEL 25. ADVIES 1. De commissie brengt advies uit binnen vier weken na de sluiting van het onderzoek dan wel na de afronding van de schriftelijke behandeling als bedoeld in artikel 17 van dit reglement. Deze termijn kan door de voorzitter met vier weken worden verlengd. 2. De adviezen van de commissie zijn gedagtekend en houden in: • de namen en woonplaatsen van de partijen en de namen van gemachtigden, • de gronden waarop het advies berust, • het oordeel met betrekking tot de ontvankelijkheid of nietontvankelijkheid en de gegrondheid of ongegrondheid van de klacht, de eventuele aanbeveling ten aanzien van de door het bevoegd gezag te treffen maatregelen, • de namen van de leden van de commissie die het advies hebben vastgesteld. 3. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend, en wordt toegezonden aan partijen en aan het bevoegd gezag van de desbetreffende school of instelling. 4. Bij het advies van de commissie wordt een beperkt verslag van de hoorzitting gevoegd.
ARTIKEL 26. INTREKKING KLACHT De klager kan bij schriftelijke, gedagtekende en ondertekende kennisgeving of mondeling ter zitting aan de commissie meedelen dat de klacht wordt ingetrokken. Indien reeds verweer is gevoerd, kan de klacht slechts worden ingetrokken met instemming van de commissie, gehoord de wederpartij’ ARTIKEL 27. BIJZONDERE PROCEDURE VOOR SPOEDEISENDE GEVALLEN 1. Indien een zaak een spoedeisend karakter heeft, kan de voorzitter van de commissie, op verzoek van de klager of de aangeklaagde, besluiten de klacht versneld te behandelen, en het bepaalde in de artikelen 11, 12, 13 en 18 geheel of gedeeltelijk buiten toepassing te laten. 2. De voorzitter bepaalt alsdan zo spoedig mogelijk de plaats waar en de dag en het uur waarop de klacht in een hoorzitting zal worden behandeld en doet daarvan onverwijld mededeling aan partijen. 3. Blijkt aan de commissie bij de hoorzitting, dat de klacht niet voldoende spoedeisend is om een versnelde behandeling te rechtvaardigen, of dat een versnelde behandeling van de klacht een onevenredig nadeel met zich zou brengen in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dan bepaalt de commissie dat aan het bepaalde in de artikelen 11, 12, 13 en 18 alsnog onverkort toepassing wordt gegeven. 4. De commissie brengt in zaken die een spoedeisend karakter hebben zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen twee weken na de hoorzitting advies uit. ARTIKEL 28. TERMIJNEN EN SCHOOLVAKANTIES Met uitzondering van de termijn, genoemd in artikel 11, vijfde lid, van dit reglement, worden voor de berekening van de in dit reglement vermelde termijnen, de aan de desbetreffende school of instelling geldende schoolvakantiedagen niet meegerekend, behoudens in, naar het oordeel van de voorzitter van de commissie, spoedeisende gevallen. ARTIKEL 29. TERMIJNEN Op de in deze regeling genoemde termijnen is de Algemene Termijnenwet van toepassing.
62
ARTIKEL 30. ONVOORZIENE GEVALLEN In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de voorzitter, gehoord de overige leden van de klachtencommissie. ARTIKEL 31. BEJEGENING DOOR COMMISSIE, VOORZITTER OF LID VAN DE COMMISSIE 1. Partijen dan wel het bevoegd gezag kunnen een klacht indienen over de wijze waarop de commissie, de voorzitter van de commissie of een lid van de commissie hen heeft bejegend bij de behandeling van een klacht. 2. De voorzitter van de commissie behandelt een klacht over de bejegening door een lid van de commissie. 3. De plaatsvervangend voorzitter van de commissie behandelt een klacht over de bejegening door de commissie of de voorzitter van de commissie. 4. De (plaatsvervangend) voorzitter onderzoekt de klacht over de bejegening en doet schriftelijk verslag van zijn bevindingen aan de klager en aan de commissie. ARTIKEL 32. WIJZIGING REGLEMENT 1. Dit reglement kan worden gewijzigd: a. op voorstel van de klachtencommissie; b. op voorstel van de Bond KBO en/of de Bond KBVO. 2. In geval sprake is van een voorstel van de klachtencommissie genoemd in het eerste lid onder a, vindt overleg plaats van de klachtencommissie met de Bond KBO en/of de Bond KBVO. 3. Ingeval sprake is van een voorstel van de Bond KBO en/of de Bond KBVO genoemd in het eerste lid onder b, wordt overlegd met de klachtencommissie. 4. Indien onderling overeenstemming is bereikt wordt het gewijzigde reglement vastgesteld. Dit reglement is in werking getreden op 1 januari 2000 en gewijzigd per 1 november 2003, 1 januari 2007, 1 augustus 2009 en 5 april 2011 en 1 februari 2012. Aldus tot stand gekomen in onderlinge overeenstemming tussen de Bond KBO en de Bond KBVO én de Landelijke klachtencommissie voor het katholiek onderwijs.
TOELICHTING OP ARTIKEL 12, LID 2: De commissie vindt dat hiermee voldaan is aan de strekking van artikel 7,lid 8 van de model-klachtenregeling ten aanzien van de berichtgeving omtrent de ontvangst van de klacht. Overigens blijkt naleving van de termijn van vijf werkdagen als genoemd in artikel 7, lid 8 van de modelklachtenregeling in de praktijk problematisch te zijn. TOELICHTING OP ARTIKEL 18: In artikel 11, lid 1 van de model-klachtenregeling is bepaald dat de hoorzitting plaatsvindt binnen vier weken na ontvangst van de klacht. Uitgaande van de gestelde termijnen in dit reglement is de termijn van vier weken niet haalbaar.
63
Bijlage 2: Verloop procedure bij de klachtencommissie Procedure Klachtencommissies 1. Een klacht indienen bij een Klachtencommissie 2. Wie kan klagen over wie 3. Binnen welke termijn 4. Hoe indienen 5. Inhoud klacht 6. Ontvangstbevestiging 7. De commissie neemt uw klacht in behandeling 8. Schriftelijke behandeling 9. Voorafgaand aan de hoorzitting 10. Getuigen of deskundigen 11. Gescheiden horen 12. De hoorzitting 13. De kosten van de procedure 14. Het advies van de Klachtencommissie 15. Reactie van het schoolbestuur 1. Een klacht indienen bij een Klachtencommissie U kunt alleen een klacht indienen bij een Klachtencommissie van de GCBO als de school hierbij is aangesloten. Op de website van de school of in de schoolgids staat of dat zo is. Bespreek uw klacht eerst met degene om wie het gaat, of met de schoolleiding. De Klachtencommissie vindt het belangrijk dat dit eerst is gebeurd. 2. Wie kan klagen over wie Iedereen die op een of andere manier bij de school betrokken is, kan een klacht indienen. Dat zijn niet alleen de (oud-)leerlingen en hun ouders, maar ook leraren, de directeur of de rector. Uw klacht moet gaan over iemand die ook bij de school betrokken is: de directeur of rector, het schoolbestuur, een leerkracht, leerling, ouder, vrijwilliger, stagiaire, conciërge, overblijfkracht of ander ondersteunend personeel.
64
3. Binnen welke termijn Een klacht over iets dat zich meer dan een jaar voor het indienen van de klacht heeft voorgedaan neemt de Klachtencommissie in beginsel niet in behandeling. Alleen in bijzondere gevallen kan de Klachtencommissie hierop een uitzondering maken, bijvoorbeeld als de klager psychisch niet in staat was de klacht eerder in te dienen of eerst geprobeerd heeft de klacht op een andere manier op te lossen. 4. Hoe indienen U dient uw klacht in door een ondertekende brief te sturen naar het secretariaat van de geëigende Klachtencommissie. Stuurt u de klacht per e-mail in, dan dient u dit ook nog per gewone post te doen. 5. Inhoud klacht Voeg bij uw klacht alle papieren die met uw klacht te maken hebben en vermeld in uw brief of e-mail in ieder geval: • uw naam en adres; • een precieze omschrijving: over wie gaat uw klacht, wat is er precies gebeurd, wanneer is het gebeurd en wie waren er nog meer bij betrokken; • de naam en het adres van de school en eventueel de persoon over wie uw klacht gaat; • plaats, datum en handtekening. Ontbreken een of meer van deze gegevens, dan krijgt u van de voorzitter van de Klachtencommissie een bepaalde termijn om deze alsnog aan te leveren. Doet u dat niet binnen die termijn, dan kan de commissie besluiten om de klacht niet te behandelen. 6. Ontvangstbevestiging U krijgt zo snel mogelijk de bevestiging dat de Klachtencommissie uw klacht heeft ontvangen. Dat betekent nog niet dat de commissie uw klacht in behandeling neemt. Daarover beslist de commissie apart. 7. De commissie neemt uw klacht in behandeling Het duurt meestal 2 weken voordat de Klachtencommissie met de behandeling van uw klacht begint. De commissie vraagt u bijna altijd om
ook een vragenformulier in te vullen. Als eerste stuurt de commissie uw klaagschrift met eventuele bijlagen naar de verweerder en in ieder geval naar de directie en het schoolbestuur. De commissie vraagt de directie, het schoolbestuur en eventueel de aangeklaagde wat zij al hebben gedaan om de klacht in de school op te lossen. Het antwoord moet binnen veertien werkdagen bij de commissie binnen zijn. 8. Schriftelijke behandeling Als de Klachtencommissie het niet nodig vindt om een hoorzitting te houden, kan ze de klacht schriftelijk behandelen. Als u het daar niet mee eens bent of de aangeklaagde daar bezwaar tegen heeft, kan de voorzitter van de commissie besluiten om toch een hoorzitting te houden. Dat doet hij alleen als hij de bezwaren terecht vindt. Bij een schriftelijke behandeling krijgt de aangeklaagde 14 werkdagen de tijd om op de klacht te reageren. Daar moet u als klager binnen 2 weken weer een reactie op geven. Dat heet de repliek. Tenslotte kan de aangeklaagde nog een weerwoord geven, de zogeheten dupliek. 9. Voorafgaand aan de hoorzitting Besluit de Klachtencommissie een hoorzitting te houden, dan bepaalt zij, ongeveer 4 tot 6 weken nadat de aangeklaagde op uw klacht heeft gereageerd, hiervoor een datum. Tijdens een hoorzitting krijgen u en de aangeklaagde de kans om zich uit te spreken over de klacht. Stuur de informatie die u belangrijk vindt voor de hoorzitting, tot uiterlijk 6 werkdagen vóór de geplande datum naar de commissie. Hoorzittingen worden meestal gehouden in centraal gelegen plaatsen in Nederland. 10. Getuigen of deskundigen Als klager en als aangeklaagde kunt u zich op de hoorzitting laten ondersteunen door getuigen of deskundigen. Uiterlijk 3 dagen voor de zitting dient u hun naam of namen aan de commissie door te geven; getuigen kunnen niet anoniem blijven. Ook de voorzitter van de commissie kan getuigen of deskundigen oproepen. Als hij dat doet, krijgt u dat van tevoren te horen. Een getuige is iemand die op een of andere manier bij de klacht betrokken is. Dat kan iemand zijn van binnen of buiten de school die bij een
65
gebeurtenis aanwezig is geweest of iemand die een soortgelijke ervaring heeft gehad. Een deskundige is iemand die door zijn of haar beroep verstand heeft van het onderwerp waar uw klacht over gaat. Bijvoorbeeld een schoolarts, iemand van de onderwijsbegeleidingsdienst of van een onderzoeksbureau. Het kan zijn dat de commissie het niet nodig vindt om getuigen of deskundigen te horen. Ook kan de commissie tijdens de hoorzitting tot de conclusie komen dat ze al genoeg informatie heeft en dat ze de aanwezige getuigen of deskundigen daarom niet (verder) aan het woord laat. 11. Gescheiden horen ls daar genoeg reden voor is, houdt de commissie aparte hoorzittingen voor de klager en de aangeklaagde. De klager of de aangeklaagde kan daarom vragen. De commissie beslist. De commissie kan ook op eigen initiatief besluiten om klager en aangeklaagde apart te horen. Dit gebeurt altijd als de klacht over seksueel misbruik of seksuele intimidatie gaat of als de klager of aangeklaagde minderjarig is. Als er aparte hoorzittingen zijn, mogen de klager en de aangeklaagde een gemachtigde sturen die wel aanwezig mag zijn op de andere hoorzitting waar hij zelf niet is. In verband met het principe van hoor- en wederhoor is de commissie zeer terughoudend in het honoreren van een verzoek tot gescheiden horen. 12. De hoorzitting Hoorzittingen zijn niet openbaar: alleen degenen die iets met de klacht te maken hebben, mogen erbij zijn. Tijdens de hoorzitting bestaat de commissie uit een voorzitter en twee leden. Wie dat zijn, hangt af van het onderwerp waar de klacht over gaat. Tijdens de zitting krijgen de klager en de aangeklaagde de kans om hun zegje te doen over de klacht en om vragen van de commissie te beantwoorden. Aan het einde van de zitting krijgt zowel de klager als de aangeklaagde de gelegenheid een laatste woord te spreken. U mag iemand anders, een gemachtigde, namens u het woord laten voeren. Als u zelf niet op de zitting bent, moet uw gemachtigde een papier bij zich hebben waarin u verklaart dat die persoon namens u het woord zal voeren. Als u een advocaat namens u laat spreken, hoeft dat niet. De
voorzitter kan trouwens besluiten om de vragen toch aan uzelf te stellen, ook al hebt u een gemachtigde meegenomen. De eventuele getuigen of deskundigen worden altijd door de voorzitter gehoord. Het kan zijn dat de voorzitter u en de aangeklaagde de gelegenheid biedt om zelf – maar alleen via de voorzitter – vragen aan de getuigen en deskundigen te stellen. Zowel u als de aangeklaagde mag een vertrouwd iemand naar de zitting meenemen. Die persoon is er om u of de aangeklaagde persoonlijk te ondersteunen. Hij of zij mag tijdens de zitting niet het woord voeren, tenzij de voorzitter dat goed vindt. 13. De kosten van de procedure De Klachtencommissie brengt de klager geen kosten in rekening. Iedere partij draagt de eigen (proces)kosten. Neemt u getuigen of deskundigen mee naar de zitting of laat u zich bijstaan door een tolk, dan draagt u de kosten hiervoor dus zelf. De commissie kan een partij niet in de proceskosten van de andere partij veroordelen. 14. Het advies van de Klachtencommissie Na de hoorzitting of schriftelijke behandeling besluit de Klachtencommissie achter gesloten deuren welk advies ze zal geven. De meerderheid van de commissie moet het eens zijn met het advies. U ontvangt het advies binnen 4 weken na de hoorzitting of het afronden van de schriftelijke behandeling. De voorzitter kan die termijn met maximaal 4 weken verlengen. Dat kan nodig zijn als de commissie vindt dat ze niet genoeg informatie heeft. Dan komt er een nieuwe zitting of de commissie vraagt de klager, de aangeklaagde of anderen schriftelijk om meer informatie. De klager en de aangeklaagde krijgen het advies tegelijkertijd. In het advies zegt de commissie in ieder geval of ze vindt dat de klacht terecht is. Verder kan de commissie het bestuur adviseren om naar aanleiding van de klacht bepaalde maatregelen te nemen. U kunt niet tegen het advies in beroep gaan.
66
15. Reactie van het schoolbestuur De commissie stuurt het advies ook naar het bestuur van de school. Het bestuur moet binnen 4 weken aan de klager en aan de Klachtencommissie een brief sturen. Daarin moet het bestuur duidelijk maken wat het van het advies vindt en of het naar aanleiding daarvan maatregelen zal nemen. Als het bestuur van plan is maatregelen te nemen, dan moet het aangeven welke dat zijn.
67