Alfacam Group Jaarverslag 2011
1
INHOUD DEEL 1 Financieel verslag van de Raad van Bestuur
3
Brief aan de aandeelhouder
4
Overzicht bedrijfsactiviteiten
5
Corporate governance
6
Interne controle- en risicobeheersystemen in het kader van financiële verslaggeving
12
Jaarverslag van de Raad van Bestuur
13
DEEL 2 Jaarrekening
19
Belangrijke waarderingsregels in overeenstemming met de IFRS
26
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
40
Alfacam Group
68
Informatie voor aandeelhouders
70
Alfacam Group – Fabriekstraat 38 – 2547 Lint – België – T +32 3 454 20 10 – www.alfacamgroup.com –
[email protected] Corporate Communication: Sven Marinus – Investor Relations: Erwin Custers
2
3
BRIEF AAN DE AANDEELHOUDER Beste aandeelhouders, Beste stakeholders, Beste medewerkers, Alfacam Group heeft het moeilijkste jaar in haar bestaan achter de rug. De bancaire crisis heeft haar naweeën op de markt van media- & TV-diensten. Een aantal voorziene projecten werden in het eerste kwartaal 2011 niet gehaald. Dat zwakke begin met een beperkte omzet van € 12,5 miljoen, heeft Alfacam Group, ondanks een sterke tweede jaarhelft met een omzet van € 19,5 miljoen, niet kunnen inhalen. Ook het uitblijven van de verkoop van een tweedehandsopnamewagen (met meerwaarde in 2011) had een negatieve impact op de resultaten. Daarom werd er bewust voor gekozen om nieuwe markten op te starten zoals Brazilië, Saoedi-Arabië en India. Nieuwe markten vragen echter veel opstartenergie en zullen in 2012 en vooral naar 2013 toe hun vruchten afwerpen. De kerncijfers voor 2011 lagen beneden de verwachtingen met een omzet van € 33,2 miljoen en een EBITDA van € 6,0 miljoen. Na het moeilijke jaar 2011, is het alle hens aan dek om in 2012 opnieuw aan te sluiten met betere cijfers voor Alfacam Group en ervoor te zorgen dat het operationeel en financieel een succesvol jaar wordt. Sinds midden december ging het directiecomité voltallig van start met als CEO Sven Marinus, CFO Erwin Custers en Karin Stoop als COO. Het directiecomité, dat de strategische beslissingen vertaald naar het dagelijkse bestuur, kan steeds op de steun rekenen van Gabriël Fehervari naar industriekennis toe en wereldwijde onmisbare contacten. We zijn er ons van bewust dat er bijkomende inspanningen noodzakelijk zijn om ook de middellange en lange termijn van Alfacam te kunnen garanderen en daarbij de maximale aandeelhouderswaarde van het aandeel te kunnen nastreven. In dat licht werd in 2011 reeds gestart met de zoektocht naar vers kapitaal en naar oplossingen om de ratio ‘Eigen Vermogen, Vreemd Vermogen’ beter in evenwicht te brengen. De verliezen en investeringen van het verleden drukken op de resultaten en de liquiditeitspositie. Onze banken steunen ons in dit proces en verleenden daarbij een stand still periode om de lease aflossingen gedurende een paar maanden niet onmiddellijk te moeten terugbetalen. Dit creëert de nodige ruimte om operationeel verder te functioneren en intussen de structurele ingrepen in het belang van alle stakeholders verder uit te werken. De doelstelling voor 2012 is om opnieuw met gezonde marges te werken en strikte kostencontrole, gepaard met operationele efficiëntie en een performante planning en logistiek zijn daarbij de sleutelbegrippen. In 2012 wordt dus in de eerste plaats de focus gelegd op marge en rendabiliteit. Het organigram werd reeds hervormd en is nu georiënteerd naar een klantgerichte organisatie waarbij ook operationeel gewaakt zal worden over de marges per project. Het invoeren van nieuwe meetmethodes, targets en opvolging van KPI’s (Key Performance Indicators), zoals bezettingsgraden van studio’s en productiedagen van duur werkmateriaal moeten voor meer transparantie en zichtbaarheid op managementniveau zorgen en de nodige responsabilisering van het middelmanagement ondersteunen om uiteindelijk de organisatie nog performanter te maken. Hiervoor werden al de eerste stappen genomen in het budgetteringsproces voor 2012 en de verdere implementatie zal progressief binnen Alfacam Group en al haar entiteiten doorgevoerd worden gedurende het jaar. Dit moet ons ook in staat stellen om klaar te zijn de oneven jaren op een rendabelere manier door te komen. Voor 2012 konden we reeds meerdere grote projecten in ons orderboek noteren, zoals diverse EK’s, de zomerspelen, het Eurovisiesongfestival, de Saudi Premier League, het Indisch cricket, … . De entiteit in Brazilië is ondertussen operationeel en ook het Eurocam Media Center blijft grote events, nieuwe bezoekers en nieuwe huurders aantrekken. Naar de toekomst toe, is het reeds goed gevulde orderboek een belangrijke troef, evenals de verworven technologische positie in domeinen zoals het draadloos bedienen van High Definition broadcasting. Graag willen we met het Bestuur alle aandeelhouders bedanken die blijven geloven in Alfacam Group. In naam van het directiecomité en alle bestuurders, danken wij jullie voor het vertrouwen.
Sven Marinus CEO
Hugo Vandamme Voorzitter RvB
4
OVERZICHT BEDRIJFSACTIVITEITEN De Alfacam Group [EURONEXT Brussel: ALFA] groepeert de activiteiten van: DIVISIE: TELEVISIEDIENSTEN Alfacam Group verzorgt televisiefaciliteiten en -diensten aan omroepen en productiehuizen. Ook is het een belangrijke speler op het gebied van draadloze HDTV uitzendingen. Alfacam Group beschikt over een brede omvang van hoogtechnologische OB-wagens en camera’s en andere materialen. Mobiliteit, capaciteit en flexibiliteit zijn de belangrijkste kenmerken van de vloot. DIVISIE: EUROCAM MEDIA CENTER (EMC) Het Eurocam Media Center beschikt over een werkterrein van +/- 160.000 m² en heeft in totaal 16 studio’s in verschillende groottes. Het werkterrein en de studio’s zijn gevestigd te Lint. DIVISIE: CONTENT De content divisie Euro1080 behelst de internationale cultuurzender HD1 en de playoutdiensten binnen Alfacam Group. Deze divisie beheert onder meer een catalogus van internationale culturele programma’s in HDTV en in 3D. Deze worden wereldwijd aangeboden en verkocht voor startende HDTV en 3D platformen.
5
CORPORATE GOVERNANCE U kan het “Corporate Governance Charter” van Alfacam Group terugvinden op www.alfacamgroup.com. NALEVING VAN DE “BELGISCHE CORPORATE GOVERNANCE CODE” De ‘best practices’ inzake deugdelijk ondernemingsbestuur, die Alfacam Group al in het verleden toepaste, werden uitgebreid met de principes van de Belgische Corporate Governance Code, zoals gewijzigd door de Belgische Corporate Governance Code 2009 (gepubliceerd op 12 maart 2009) en neergeschreven in het Corporate Governance Charter, dat door de Raad van Bestuur werd goedgekeurd. De Raad van Bestuur is van mening dat de nauwgezette naleving van de principes in het Corporate Governance Charter ervoor zorgt dat de vennootschap efficiënter en transparanter bestuurd wordt en er een beter risico- en controlebeheer is. Daardoor kan de Raad van Bestuur zijn doel, bestaande uit een waardemaximalisatie voor zowel aandeelhouders, stakeholders alsook institutionele beleggers, realiseren en dat op een verantwoorde wijze. Het Corporate Governance Charter, dat op de website van de vennootschap werd bekendgemaakt, bevat een beschrijving van: -
-
de Corporate Governance structuur van de vennootschap, met het interne reglement van de Raad van Bestuur; het door de Raad van Bestuur uitgewerkte beleid betreffende transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap, met inbegrip van met haar verbonden vennootschappen, en haar bestuurders en leden van het uitvoerend management die niet onder de belangenconflictenregeling vallen; het remuneratiebeleid van de leden van de Raad van Bestuur en van het uitvoerend management; de maatregelen die de vennootschap heeft getroffen om in overeenstemming te zijn met Richtlijn 2003/6/EC en de Belgische implementatiewetgeving betreffende handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (marktmisbruik); het interne reglement van het audit comité; het interne reglement van het benoemings- en remuneratie comité; het interne reglement van het uitvoerend management (rol en verantwoordelijkheden van de CEO en het managementteam).
Dit verslag bevat feitelijke informatie inzake de Corporate Governance van Alfacam Group, waaronder de eventuele wijzigingen in het beleid terzake en relevante gebeurtenissen die tijdens het boekjaar plaatsvonden. Alle punten waarvan de Code vereist dat ze openbaar worden gemaakt, worden hieronder behandeld. CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING Hieronder wordt een overzicht weergegeven van de regels en principes volgens dewelke de Corporate Governance van de vennootschap is georganiseerd overeenkomstig het Belgisch vennootschapsrecht en de statuten van de vennootschap. Het overzicht is gebaseerd op de statuten van de vennootschap en het Corporate Governance charter van de vennootschap zoals dat beschikbaar wordt gesteld op onze website. De Raad van Bestuur van de vennootschap neemt zich voor om de Belgische Corporate Governance Code toe te passen, maar meent dat bepaalde afwijkingen op haar bepalingen, gelet op de specifieke situatie van de vennootschap, gerechtvaardigd zijn. Deze afwijking betreft de vergaderingfrequentie van het benoemings- en remuneratiecomité alsook het auditcomité. a)
Raad van Bestuur
Samenstelling Raad van Bestuur De vennootschap wordt bestuurd door een Raad van Bestuur waarvan de leden worden benoemd door de algemene vergadering. Zij kunnen zowel natuurlijke personen als rechtspersonen zijn (zie statuten). De Raad van Bestuur was in 2011 als volgt samengesteld: Sigmacam nv, vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger Gabriël Fehervari; Karin Stoop; uitvoerend bestuurder; Alain Keppens; niet-uitvoerend bestuurder; HRV nv, onafhankelijk bestuurder en vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger Baron Hugo Vandamme; Kiruna nv, onafhankelijk bestuurder en vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger Luc Van Milders; TTP BVBA, onafhankelijk bestuurder en vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger Erik Vanderhaegen (vanaf 19 mei 2010 tot 31 december 2011). Vanaf 1 januari 2012 bestaat de Raad van Bestuur uit slechts vijf bestuurders. Er is voorlopig geen intentie om de 6de bestuurder te benoemen.
6
De mandaten van de bestuurders nemen een einde na de Algemene Vergadering van aandeelhouders die besluit over de goedkeuring van de jaarrekening, te houden in 2013 of vroeger indien de Algemene Vergadering daarover beslist. Voorzitter van de Raad van Bestuur HRV nv, vertegenwoordigd door de heer Hugo Vandamme, is voorzitter van de Raad van Bestuur. De voorzitter is verantwoordelijk voor de leiding van de Raad van Bestuur en voor de doeltreffendheid van de Raad van Bestuur in al zijn aspecten. Een uitgebreide omschrijving van zijn bevoegdheden vindt u in het corporate governance charter dat beschikbaar wordt gesteld op onze website. Onafhankelijke bestuurders De vennootschap had per einde boekjaar drie onafhankelijke bestuurders. HRV nv, onafhankelijk bestuurder en vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger Baron Hugo Vandamme; Kiruna nv, onafhankelijk bestuurder en vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger Luc Van Milders; TTP BVBA, onafhankelijk bestuurder en vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger Erik Vanderhaegen. Inzake onafhankelijkheid past de vennootschap artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen toe en maakt daarbij gebruik van de overgangsregeling zoals die geldt tot 1 juli 2011. De onafhankelijkheid van een bestuurder zal bovendien worden beoordeeld op basis van de volgende criteria zoals uiteengezet in de Corporate Governance Code. Wanneer een onafhankelijk bestuurder gedurende drie termijnen deel heeft uitgemaakt van de Raad van Bestuur, is hij in principe niet verkiesbaar voor een vierde termijn in de hoedanigheid van onafhankelijk bestuurder, behoudens in door de Raad van Bestuur erkende uitzonderlijke omstandigheden in het belang van de vennootschap. In dergelijk geval zal het voorstel tot herbenoeming als onafhankelijk bestuurder uitdrukkelijk de redenen aangeven op basis waarvan de Raad van Bestuur meent dat zijn onafhankelijkheid behouden blijft.
Werking van de Raad van Bestuur en evaluatieproces van de Raad van Bestuur De Raad van Bestuur vergaderde in het boekjaar 2011 negen maal.
De behandelende ontwerpen waren: Investeringsplannen voor 2012; Budgetontwerp boekjaar 2012 en het vijfjarenplan; Resultaten 2010 en het verslag daarover; Verslagen van het audit- en het remuneratiecomité; Bespreking herstructurering banken, en de daarmee gepaarde kapitaalsverhoging; Bespreking kasplanning; Bespreking kapitaalsverhoging; Bespreking mogelijke verkoop gebouwen; Bespreking financiële positie van EXQI ten opzichte van Alfacam; Bespreking organisatie 2012; Bespreking oprichting directiecomité, zoektocht manager, wissel CFO; Bespreking toenadering tot andere groepen; Bespreking stand van zaken oprichting Alfacam Brazilië; Bespreking communicatie van persartikelen. Alle bestuurders waren steeds aanwezig of vertegenwoordigd via volmacht. Alle vergaderingen werden eveneens grondig voorbereid. De passende documentatie werd ter beschikking gesteld van de Raad, en er werd gedebatteerd over alle punten op de agenda. De economische situatie werd door de raad op de voet opgevolgd, gezien de CEO tevens zetelde in de Raad van Bestuur waren de communicatielijnen tussen de uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders bijzonder kort. De financiële directeur (CFO) woonde alle raden van bestuur bij. De nieuwe CEO en CFO werden vanaf hun aanstelling uitgenodigd bij alle Raden van Bestuur en hebben deze ook effectief bijgewoond.
7
b)
Management
Onderstaande personen werden door de Raad van Bestuur belast met het dagelijks bestuur van de vennootschap: -
Gabriël Fehervari, CEO tot 18 december 2011; Sven Marinus, co-CEO van 1 september tot 18 december, CEO vanaf 19 december 2011; François Van Caesbroeck, CFO tot 31 december 2011; Karin Stoop, COO; Chris Demeulemeester, Operations Manager Alfacam; Bruno Coudyzer, Operations Manager EuroLinX.
De totale bezoldiging van het managementteam bedraagt € 601 k (zonder loon CEO). Het verloningspakket voor het uitvoerend managementteam wordt jaarlijks opnieuw beoordeeld door het remuneratiecomité. Gezien 2011 geen winstgevend jaar was, werden de lonen van het managementteam niet verhoogd. De Raad van Bestuur benoemt en ontslaat de leden van het management. Het management team wordt benoemd op basis van een aanbeveling van het benoemings- en remuneratiecomité. c)
Directiecomité
De Raad van Bestuur heeft op haar vergadering van 7 november 2011 beslist om overeenkomstig artikel 524bis W. Venn en artikel 18 van de statuten een directiecomité op te richten. Op 26 maart 2012 werd bepaald dat aan het directiecomité bepaalde bestuursbevoegdheden (inzonderheid het dagelijks bestuur van de vennootschap), met uitzondering van het algemeen beleid en de bevoegdheden die krachtens het Wetboek van Vennootschappen aan de Raad van Bestuur zijn voorbehouden, worden gedelegeerd. De Raad van Bestuur is belast met het toezicht op voormeld directiecomité. Het directiecomité bestaat uit volgende personen: Sven Marinus (CEO – Algemeen Directeur) Karin Stoop (COO) Erwin Custers (CFO) Sven Marinus werd aangeduid als voorzitter van het directiecomité. Hij mag de vennootschap alleen vertegenwoordigen en verbinden. Het directiecomité vergadert om de twee weken over alle thema’s van het dagelijks beleid. d)
Beleid betreffende transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap en haar bestuurders
Het echtpaar Fehervari-Stoop heeft zakelijke banden met zowel Alfacam Group als met EXQI nv. Wat Alfacam Group betreft lopen de relaties via hun managementvennootschap Sigmacam nv. Sigmacam nv en het echtpaar Fehervari-Stoop zijn tevens belangrijke aandeelhouders van de vennootschap. De vennootschap heeft daarnaast volgende transacties gesloten met verbonden partijen: levering van diensten voor EXQI nv; levering van materiaal voor EXQI nv; huur van materiaal van Sigmacam nv. De levering van technische diensten en materieel aan EXQI nv en het gebruik van materiaal van Sigmacam nv werd door de Raad van Bestuur besproken. Hierbij heeft de raad besloten dat alle verrichtingen gebeurden “at arms lenght” conform gebruikelijke marktvoorwaarden en binnen het kader van een normale bedrijfsvoering. e)
Aandelen en warrants in het bezit van bestuurders en leden van het managementteam van de vennootschap
Sigmacam nv en het echtpaar Fehervari-Stoop houden samen 59,18% van de aandelen van de vennootschap aan. f)
Gespecialiseerde comités binnen de Raad van Bestuur
Algemeen De Raad van Bestuur richt gespecialiseerde comités op, met oog op de analyse van specifieke aangelegenheden en het adviseren van de Raad van Bestuur. De comités zijn louter adviserende organen en de effectieve beslissingsbevoegdheid blijft de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur bepaalt de opdrachten van elk comité op vlak van organisatie, de procedures, het beleid en de activiteiten van het comité. De Raad van Bestuur richt een auditcomité, een benoemings- en remuneratiecomité op en heeft op dit ogenblik niet de intentie om andere comités op te richten aangezien zij van mening is dat de omvang van de vennootschap geen bijkomende comités kan verantwoorden.
8
Auditcomité Het auditcomité van de vennootschap bestaat uit ten minste drie bestuurders, die niet-uitvoerende bestuurders zijn en waarvan minstens de meerderheid onafhankelijke bestuurders zijn. Het auditcomité bestaat uit de volgende leden : Kiruna nv, vertegenwoordigd door Luc Van Milders (voorzitter – onafhankelijke bestuurder en niet-uitvoerend bestuurder); TTP BVBA, vertegenwoordigd door Erik Vanderhaegen (onafhankelijke bestuurder en niet-uitvoerend bestuurder), in functie tot 31 december 2011; Alain Keppens (niet onafhankelijk bestuurder en niet-uitvoerend bestuurder). HRV nv, vertegenwoordigd door Baron Hugo Vandamme (onafhankelijke bestuurder en niet-uitvoerend bestuurder), in functie vanaf 1 januari 2012 ter vervanging van Erik Vanderhaegen Het auditcomité vergadert zoveel maal als noodzakelijk of wenselijk wordt geacht voor een goed functioneren van het auditcomité, maar in ieder geval niet minder dan twee maal per jaar. Het auditcomité besprak onder meer de volgende onderwerpen: Verstrekte garanties; Bespreking van de halfjaarlijkse resultaten en van het halfjaarlijks verslag; Bespreking kwartaalrapporteringen; Bespreking van de tussentijdse verklaring; Bespreking van de persberichten over de jaar- en halfjaarresultaten; Bespreking van de bevindingen van de commissaris; Bespreking van interne procedures en systemen; Bespreking EXQI-transacties (‘at arms length’), rekening courant en participatie.
9
REMUNERATIEVERSLAG
Benoemings- en remuneratiecomité Het benoemings- en remuneratie comité bestaat uit tenminste drie bestuurders, die niet-uitvoerend dienen zijn en waarvan de meerderheid onafhankelijke bestuurders zijn. Het benoemings- en remuneratiecomité bestaat uit de volgende leden: HRV nv, vertegenwoordigd door Baron Hugo Vandamme (voorzitter – onafhankelijke bestuurder en niet-uitvoerend bestuurder); Kiruna nv, vertegenwoordigd door Luc Van Milders (onafhankelijke bestuurder en niet-uitvoerend bestuurder); Alain Keppens (niet onafhankelijk bestuurder en niet-uitvoerend bestuurder).
Directiecomité De Raad van Bestuur heeft op haar vergadering van 7 november 2011 beslist om overeenkomstig artikel 524bis W. Venn en artikel 18 van de statuten een directiecomité op te richten. Aangezien het directiecomité op het einde van het boekjaar werd geïnstalleerd, werden er geen aparte vergoedingen betaald in het directiecomité. Raad van Bestuur Het benoemings- en remuneratiecomité formuleert aanbevelingen aan de Raad van Bestuur in verband met de vergoeding van de bestuurders, met inbegrip van de voorzitter van de Raad van Bestuur. Deze aanbevelingen zijn onderworpen aan de goedkeuring door de Raad van Bestuur. De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt bij benoeming voorgesteld aan de Algemene Vergadering. Ze ontvangen enkel een vaste remuneratie ter vergoeding van hun lidmaatschap in de Raad van Bestuur en de adviserende comités waarvan ze lid zijn. De hoogte van de vergoeding wordt enkel bepaald rekening houdend met hun rol in de Raad van Bestuur en verschillende comités en de daaruit vloeiende verantwoordelijkheden en tijdsbesteding. De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen prestatiegebonden remuneratie zoals bonussen, langetermijnvergoedingen, voordelen in natura of pensioenplannen. Evenmin worden aan de niet-uitvoerende bestuurders opties of warranten toegekend. De voorzitter van de Raad van Bestuur heeft voor zijn voorzitterschap, zijn lidmaatschap in het Benoemings- en remuneratiecomité en het Auditcomité een vaste vergoeding van € 20 k euro ontvangen. De overige niet-uitvoerende leden hebben een vergoeding van € 10 k euro op jaarbasis voor hun mandaat in de Raad van Bestuur en van € 500 per mandaat in het Audit- en/of het Benoemings- en remuneratiecomité ontvangen. De leden van de Raad van Bestuur die ook lid zijn van het directiecomité ontvangen geen vergoeding voor hun lidmaatschap in de Raad van Bestuur. Het mandaat van een bestuurder kan op elk moment worden beëindigd zonder enige vorm van vergoeding. Er zijn geen arbeidsovereenkomsten of dienstverleningsovereenkomsten die voorzien in opzeggingsperiodes of opzegvergoedingen tussen de vennootschap en de leden van de Raad van Bestuur die geen lid zijn van het Directiecomité. De prestaties van de bestuurders worden geëvalueerd door de Raad van Bestuur om te verzekeren dat enkel die personen tot bestuurder worden benoemd waarvan de deskundigheid overeenstemt met de internationale ambities van Alfacam Group. Remuneratiebeleid betreffende uitvoerend management De vergoeding van de leden van het uitvoerend management bestaat uit twee geïntegreerde bestanddelen: een vast basissalaris en extralegale voordelen. De extralegale voordelen betreffen slechts een kleine fractie van de totale vergoeding van het uitvoerend management. Het benoemings- en remuneratiecomité evalueert de prestaties van de CEO en bespreekt met de CEO de prestaties van de andere leden van het uitvoerend management op basis van de richtlijnen van het remuneratiebeleid van de vennootschap. Het benoemings- en remuneratiecomité maakt daarna haar aanbevelingen over aan de Raad van Bestuur met betrekking tot de vergoeding van de CEO en de andere leden van het uitvoerend management gebaseerd op de geleverde prestaties en een benchmark analyse van vergoedingen toegekend voor gelijkaardige functies in vergelijkbare ondernemingen. De vennootschap heeft niet substantieel afgeweken van haar remuneratiebeleid tijdens het boekjaar waarover verslag wordt uitgebracht. Remuneratie CEO De CEO was lid van het uitvoerend management en van de Raad van Bestuur. De CEO ontving evenwel geen bijkomende vergoeding voor dit mandaat.
10
De vergoeding van de CEO is samengesteld uit een vast bedrag en extra legale voordelen. Voor 2011 bedroeg de vaste vergoeding € 300 k en de extralegale voordelen € 14 k. In 2011 was er een co-CEO van 1 september tot 18 december 2011. De vergoeding hiervoor bedroeg € 63 k. Remuneratie andere uitvoerende managers Het totale bedrag van de vaste vergoeding die aan de andere leden van het uitvoerend management betaald werd in 2011 bedroeg € 601 k. De leden van het uitvoerend management ontvangen ook extralegale voordelen door middel van een hospitalisatieverzekering, maar vertegenwoordigen slechts een kleine fractie van hun vergoeding. Leden van het uitvoerend management hebben contractuele afspraken met de vennootschap die voorzien is in de uitkering van een vertrekvergoeding bij beëindiging van de samenwerking. Geen bijzondere afspraken werden gemaakt met betrekking tot vertrekvergoedingen bij contractbeëindiging. In 2012 heeft François van Caesbroeck, CFO, een vertrekvergoeding van € 26 k ontvangen. De vennootschap voorziet niet in voordelen in natura, in een pensioenplan of een groepsverzekering voor haar bestuurders, CEO, COO of CFO. De bestuurders en CFO zijn niet verbonden met de vennootschap door een arbeidsovereenkomst, maar hebben een managementovereenkomst met een opzeg van zes maanden. Remuneratiebeleid voor de komende jaren Er worden geen bijzondere wijzigingen verwacht in het remuneratiebeleid voor de komende jaren en de voorgenoemde bepalingen blijven van kracht.
BESLUIT VAN DE CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING De vennootschap is van mening dat ze voldoet aan de principes en bepalingen uit de Belgische Corporate Governance Code en dit volgens het principe “pas toe of leg uit”. De afwijkingen zijn als volgt: -
Het benoemings- en remuneratiecomité vergadert zoveel maal als noodzakelijk of wenselijk wordt geacht voor een goed functioneren van het benoemings- en remuneratiecomité, maar in ieder geval niet minder dan één (1) maal per jaar. Als kleinere beursgenoteerde onderneming wijkt de vennootschap hierdoor af van de aanbeveling (minstens twee (2) maal per jaar) in de Corporate Governance Code.
-
Aangezien er nu een directiecomité in de zin van artikel 524bis e.v. van het Wetboek van Vennootschappen werd opgericht, heeft de Raad van Bestuur externe raadgevers gemandateerd om, in overleg met het directiecomité en de Raad van Bestuur, de voorwaarden en modaliteiten voor de uitoefening van het mandaat als lid van het directiecomité op individuele basis te regelen en vast te leggen in een overeenkomst of reglement. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de CEO worden uiteengezet in het intern reglement van de Raad van Bestuur dat deel uitmaakt van het Corporate Governance charter. Als kleinere beursgenoteerde onderneming wijkt de vennootschap hierdoor af van de Corporate Governance Code.
11
INTERNE CONTROLE- EN RISICOBEHEERSYSTEMEN IN HET KADER VAN FINANCIËLE VERSLAGGEVING De interne controle en risicobeheerssystemen in het kader van het proces van financiële verslaggeving worden gecoördineerd door de CFO. Ze zijn erop gericht om ervoor te zorgen dat de financiële verslaggeving gebeurt op basis van betrouwbare informatie en om de continuïteit van de financiële verslaggeving in overeenstemming met de IFRS-boekhoudnormen te waarborgen.
Het proces van interne controle in het kader van de financiële verslaggeving gebeurt ondermeer door het uitvoeren van steekproefsgewijze controles om te verzekeren dat: Transacties opgeslagen zijn zoals vereist voor het opstellen van de financiële rekeningen in overeenstemming met de IFRS boekhoudnormen; Transacties goedgekeurd werden door de daartoe bevoegde personen van de vennootschap.
De vennootschap kan daarbij geldig verbonden worden voor alle handelingen door twee bestuurders samen onderhandelend, of door bijzonder gevolmachtigden zoals bepaald bij hun aanstelling binnen het dagelijks bestuur van de vennootschap. De Raad van Bestuur kan in dat verband het dagelijks bestuur opdragen aan één of meer bestuurders die dan de titel van gedelegeerd bestuurder dragen en/of aan één of meer directeurs. Tevens is het mogelijk om bijzondere volmachten toe te kennen in het kader van de uitvoering van bepaalde aspecten van het dagelijks bestuur van de vennootschap. Het dagelijks bestuur werd door de Raad van Bestuur opgedragen aan een directiecomité. De CEO – Algemeen directeur treedt op als voorzitter van dit comité. Hij heeft de bevoegdheid de vennootschap alleen te vertegenwoordigen of te verbinden. Indien bepaalde onvolkomenheden worden vastgesteld, dan wordt dit gerapporteerd aan het management om te beoordelen welke gepaste maatregelen genomen kunnen worden.
Het risicobeheer in verband met de financiële verslaggeving gebeurt ondermeer op de volgende wijze: Risico’s waarmee de vennootschap geconfronteerd wordt, worden samen met de verantwoordelijken van de diverse business units van de vennootschap opgespoord en opgevolgd; Door het systeem van maandelijkse afsluiting van de rekeningen wordt gewaarborgd dat de financiële gevolgen van geïdentificeerde risico’s kort worden opgevolgd om snel te kunnen inspelen op eventuele nadelige evoluties; Met behulp van een beveiligingssysteem op basis van antivirussoftware, interne en externe back up van gegevens en het al dan niet toekennen van toegangsrechten tot informatie wordt de bedrijfsinformatie beschermd en de continuïteit van de financiële verslaggeving gegarandeerd. Het directiecomité heeft recent ook een overzicht gemaakt van de gedelegeerde bevoegdheden en verantwoordelijkheden die van toepassing zijn op alle managers en diensthoofden. Deze afbakening van bevoegdheden werd aan alle betrokkenen gecommuniceerd.
12
JAARVERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR Dit jaarverslag dient samen met de geauditeerde geconsolideerde jaarrekening van de Group, hierna vennootschap te noemen, en de bijhorende toelichtingen te worden gelezen. COMMENTAAR OP DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING De geconsolideerde financiële cijfers werden opgesteld volgens de opname- en waarderingsregels die beschreven staan in IFRS (International Financial Reporting Standards) zoals goedgekeurd door de Europese Unie. De vennootschap Alfacam Group werd opgericht op 5 april 2007. Vóór deze datum werden de activiteiten van de vennootschap uitgevoerd door Alfacam (en haar dochtervennootschappen) en Euro1080, waarbij beide bedrijven, overeenkomstig artikel 10 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen, een consortium vormden.
RESULTATEN GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING Bespreking van de financiële resultaten Wijziging 2011-2010
2011 € 000
2010 € 000
Bedrag € 000
%
Bedrijfsopbrengsten
31.692
41.015
-9.323
77
Overige bedrijfsopbrengsten Totale bedrijfsopbrengsten
1.470 33.162
3.504 44.519
-2.034 -11.357
42 74
Cost of sale OB40 Freelancers
0 -4.967
-2.833 -5.742
2.833 776
86
-8.035 -14.145
-7.643 -13.046
-392 -1.099
105 108
6.015
15.253
-9.238
39
18%
34%
-13.102 -889
-11.634 -1.209
-1.468 320
113 74
OPERATIONELE WINST (VERLIES) % van de Totale bedrijfsopbrengsten
-7.975 -24%
2.411 5%
-10.386
-331
Financieel resultaat
-5.466
-5.217
-250
105
-13.441
-2.806
-10.636
479
-465
1.947
-2.412
-24
-13.907 -42%
-859 -2%
-13.048
1.619
83
-4.138
4.221
-2
-13.824
-4.997
-8.828
277
-42%
-11%
VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEIT
Personeelskosten Overige bedrijfskosten EBITDA % van de Totale bedrijfsopbrengsten Afschrijvingen Waardeverminderingen
Winst (verlies) voor belastingen Belastingen op het resultaat Netto winst (verlies) uit voortgezette bedrijfsactiviteiten % van de Totale bedrijfsopbrengsten BEËINDIGDE BEDRIJFSACTIVITEITEN Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten Netto winst (verlies) (geconsolideerde onderneming) % van de Totale bedrijfsopbrengsten
13
EVOLUTIE VAN DE FINANCIËLE RESULTATEN Geconsolideerde resultatenrekening De totale bedrijfsopbrengsten in het boekjaar 2011 bedragen € 33,2 miljoen, tegenover € 44,5 miljoen in 2010, en € 33,9 miljoen in het oneven jaar 2009. De omzet van 2011 werd voornamelijk gerealiseerd in de tweede jaarhelft met onder andere de opstart van de captatie van het voetbal in Saoedi-Arabië vanaf september. Er werden in 2011 geen OB-wagens verkocht, in tegenstelling tot de 2 vorige jaren. De impact daarvan bedraagt ongeveer € 2,0 miljoen per jaar. De belangrijkste verklaring van de daling in EBITDA komt voort uit de stijging in kosten: Er valt een stijging waar te nemen in personeelskosten van € 6,7 miljoen in 2009, naar € 7,6 miljoen in 2010 tot € 8,0 miljoen in 2011. Verder nemen de Overige bedrijfskosten toe van € 8,8 miljoen in 2009, naar € 13,0 miljoen in 2010 tot € 14,0 miljoen in 2011. Daaronder vinden we de opstartkosten terug van nieuwe markten, evenals gestegen logistieke kosten en transport en tijdelijke inhuur van materiaal. In vergelijking met 2010 is de EBITDA in 2011 gedaald van € 15,3 miljoen naar € 6,0 miljoen. De EBITDA-marge op de totale bedrijfsopbrengsten bedraagt 18%, tegenover 34% in 2010. Als gevolg van de hoge afschrijvingskost van € 13,1 miljoen alsook de hoge waardeverminderingen op vorderingen en voorraden van € 0,9 miljoen, resulteert de EBIT op € -8,0 miljoen. De stijging van de afschrijvingen is te wijten aan investeringen in nieuwe wagens en HD camera-apparatuur voor de competitie in Saoedi-Arabië, de wijziging in de waarderingregels, evenals vernieuwingen in de randapparatuur zoals hoogwaardige HD lenzen. Tevens werd een reeds verkochte wagen teruggenomen wegens betaalproblemen van de klant en terug op de balans gebracht, wat ook een impact heeft op de afschrijvingen. Aangezien ook het financieel resultaat t.o.v. 2009 met meer dan € 1,0 miljoen verslechterde, te wijten aan de herfinancieringen van leningen en een verhoogde schuldgraad, van € 4,2 miljoen in 2009, tot € 5,2 miljoen in 2010 tot € 5,5 miljoen in 2011, komt d e EBIT uit op € -13,5 miljoen in 2011 t.o.v. € -2,8 miljoen in 2010 en 2009. Het netto resultaat eindigt op € -13,8 miljoen voor 2011, t.o.v. € -5,0 miljoen voor 2010 en € -2,4 miljoen voor 2009.
In 2011 bedroeg het nettoresultaat per gemiddeld gewogen aandeel voor verwatering € -1,71 per aandeel. Totale bedrijfsopbrengsten per divisie
TELEVISIEDIENSTEN De totale bedrijfsopbrengsten inzake televisiediensten bedragen in 2011 € 29,6 miljoen in vergelijking met € 39,7 miljoen in 2010. In onpare jaren bieden zich minder grootschalige projecten aan en in 2010 haalde Alfacam Group heel wat inkomsten uit uitzonderlijke topevenementen zoals de Olympische Winterspelen in Vancouver en het WK voetbal in Zuid-Afrika. In 2011 stonden er geen vergelijkbare projecten in het orderboek. Voornamelijk de tweede jaarhelft was sterk, door het toevoegen van het Saoedi contract aan de recurrente business, wat ook voor 2012 en in het bijzonder 2013 voor betere resultaten moet zorgen. OB VLOOT Er werden geen nieuwe OB-wagens verkocht en er werden 3 OB wagens (met assistwagens, SNG’s, perifeer materiaal) aan de vloot toegevoegd. (Terugname van een reeds verkochte wagen met betaalstaking en extra productiecapaciteit voor Saoedi-Arabië). De bezettingsgraad van de middelen wordt nauw opgevolgd in 2012 en, waar nodig, is er nog ruimte voor verkoop van middelen.
14
CONTENT In 2011 bedragen de totale bedrijfsopbrengsten van de divisie Content € 0,8 miljoen, tegenover € 1,7 miljoen in 2010, of een daling van 50%. De exclusiviteit van HD content verliest terrein, door de bredere penetratie in de markt en vraagt een nieuwe aanpak om deze opportunistische omzet terug te kunnen opkrikken in de komende jaren. EUROCAM MEDIA CENTER De totale bedrijfsopbrengsten bedragen € 2,7 miljoen in 2011, tegenover € 3,1 miljoen in 2010. Ook hier werd meer omzet geboekt in de tweede jaarhelft met onder meer nieuwe filmproducties, een segment waar op ingezet wordt. Op de Belgische markt kwam er studiocapaciteit bij in de voorbije jaren, waardoor er extra commerciële inspanning nodig is om het Eurocam Media Center te vullen. Daarvoor werd een nieuwe business development manager aangetrokken die vanaf 2012 actief is en dit cijfer terug moet omhoog werken.
ACTIVITEITEN We zijn ervan overtuigd dat de Alfacam Group zijn leidinggevende marktpositie verder zal waarmaken en dat de evolutie van het medialandschap sterk in ons voordeel kan werken.
Geconsolideerde balans
Het totaal eigen vermogen bedraagt op 31 december 2011 € 17,2 miljoen in vergelijking met € 27,2 miljoen in 2010.
15
Op 16 april 2011 vond er een kapitaalsverhoging plaats van € 3,2 miljoen. De kaspositie van de vennootschap werd met € 3,2 miljoen in geld en met € 0,8 miljoen via achtergestelde leningen verhoogd. Voor de inbreng in geld werden er 755.072 nieuwe aandelen uitgegeven tegen een uitgifteprijs van € 4,238 per aandeel. Voor de investering onder vorm van een achtergestelde lening werden er 167.714 warranten uitgegeven tegen een uitoefenprijs van € 4,77 per warrant. Op 14 april 2011 werd er een akkoord gevormd om de bankschulden te herschikken. Er werd een nieuwe kredietfaciliteit aangegaan voor € 20,5 miljoen die voor 80% gewaarborgd wordt door Gigarant nv. De kredietherschikking heeft als doel de druk op de terugbetalingen te verminderen en zo de looptijd van de bestaande kredieten te verlengen tot 2016. Ook de looptijd van de bestaande mezzanineleningen werd verlengd tot maart 2016. Hiervoor kende de Group 420.000 warranten toe tegen een uitoefenprijs van € 4,77 per warrant. INVESTERINGEN (CAPEX) OB-vloot De totale investeringsuitgaven voor 2011 bedragen € 12,0 miljoen, tegenover € 9,9 miljoen in 2010. Het gros van deze investeringen bestaat in de terugname van 1 OB wagen, de aankoop van 2 OB wagens (met assist trucks, SNG en perifeer materiaal voor SaoediArabië en andere grote projecten), alsook de bouw van 2 flight packs voor de uitvoering van het cricketcontract in India. Buiten de saleand-lease back van OB40 werden de extra investeringen met eigen bedrijfskapitaal betaald. Kasstroom
De totale kasstroom uit bedrijfsactiviteiten na verandering in het bedrijfskapitaal voor 2011 bedroegen € 5.805 k, wat een daling is van 39% tegenover 2010, waarin een kasstroom van € 9.471 k werd opgetekend. Ontwikkelingen en positie van de Group Alfacam Group blijft zijn leidinggevende marktpositie verder onderhouden dankzij de talrijke investeringen en het ontwikkelen van andere afzetgebieden in onder meer Latijns-Amerika en Azië. Efficiëntie en technologische innovatie vormen meer dan ooit de pijlers voor succes. Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum Op 21 februari 2012 hebben de vier huisbankiers van Alfacam Group, ING, KBC, Belfius en BNP Paribas Fortis het verzoek van Alfacam Group tot tijdelijke stand still goedgekeurd. De Group had dit verzoek geformuleerd op 21 december 2011 teneinde wat meer ademruimte te creëren voor de aflossingen van haar bankschulden.
16
Aanvankelijk gold deze tijdelijke stand still tot 30 maart 2012 en werden door de banken een reeks voorwaarden geformuleerd waarbij nog een verdere verlenging mogelijk zou zijn. Deze voorwaarden werden actief besproken met het management en ook met de Raad van Bestuur van Alfacam Group. Op de afloopdatum van deze tijdelijke stand still hebben de vier banken hun akkoord gegeven tot een verlenging van deze tijdelijke stand still voor een periode eindigend op 15 juli 2012 tegen enkele opschortende voorwaarden. De belangrijkste voorwaarden zijn: Het betalen op vervaldatum 5 april 2012 van de waarborgpremie aan Gigarant nv, voor de vorig jaar bekomen waarborgregeling van de Vlaamse regering. Beoordeling door de banken van een pakket maatregelen dat de Raad van Bestuur van Alfacam Group zou mededelen. Ondertussen heeft Alfacam de gevraagde waarborgpremie van € 1,0 miljoen tijdig gestort op de vervaldag. Wat de verdere maatregelen betreft, werden bijkomende besprekingen met de banken gevoerd. De banken hebben deze maatregelen voorlopig aanvaard. Zij zijn bereid om € 3,2 miljoen vervroegd vrij te geven. Tegen 15 juni 2012 zal de Raad van Bestuur een meer uitgewerkt plan van maatregelen bezorgen aan de banken. De beurskoers van de aandelen van de vennootschap is steeds onderhevig geweest en zal wellicht onderhevig blijven aan de sterke schommelingen, als reactie op verschillende factoren waaronder huidige fluctuaties of anticipatie op toekomstige fluctuaties van de kwartaalresultaten van de vennootschap, aankondigingen van nieuwe captatieopdrachten van de vennootschap of haar concurrenten of verandering in de financiële ramingen van analisten. Overzicht van risico’s en onzekerheden Financiële risico’s -
De leningen In het kader van leningen bij de vier huisbankiers werden er door de kredietverstrekkers een aantal financiële convenanten aan de Group opgelegd. De belangrijkste convenanten zijn de begrenzingen met betrekking tot de schuldratio, de investeringen en de openstaande vorderingen ten opzichte van EXQI nv en EXQI FM nv. Het niet naleven van deze convenanten creëert de mogelijkheid bij de kredietverstrekkers om de voorwaarden van de leningen te wijzigen. In december 2011 hadden zich een aantal vervroegde opeisingsgronden van de leningen voorgedaan. De kredietverstrekkers hebben zich de voorbije weken akkoord verklaard om de aanwezigheid van deze vervroegde opeisingsgronden niet in te roepen vermits de waarborgregeling met Gigarant van toepassing is en de banken ook de stand still hebben toegestaan tot 15 juli 2012.
-
De liquiditeit Ten gevolge van liquiditeitsproblemen kunnen wij niet voldoen aan alle voorwaarden van de huidige leasecontracten. Daardoor ontstaat het risico dat ook hier de voorwaarden van het contract kunnen wijzigen. De verrichte investeringen in HD en draadloze technologie worden voornamelijk gefinancierd door financiële leasecontracten. Deze financieringen dienen op kortere termijn dan de economische levensduur van de activa te worden terugbetaald. Daarnaast is er meestal een eerste verhoogde aflossing verschuldigd. Er dienen bijgevolg voldoende operationele inkomsten te worden gerealiseerd om de aflossingsplannen na te leven. Indien de liquiditeitsproblemen zouden aanhouden, kan het risico ontstaan dat bepaalde actoren, zoals leveranciers, zullen verkiezen om bepaalde projecten slechts op basis van voorschotten aan te vatten.
-
In 2009 werd een opnamewagen verkocht waarvoor de betaling in schijven werd toegestaan over een periode van 36 maanden. De inning van de per 31 december 2011 resterende openstaande lange en korte termijn vorderingen hangt, zoals alle openstaande vorderingen, af van de financiële terugbetalingscapaciteit van de tegenpartij. De Raad van Bestuur is van oordeel dat er zich momenteel geen gebeurtenissen hebben voorgedaan die de volledige inbaarheid van de vorderingen in vraag stelt. Tijdens 2011 werd een andere opnamewagen teruggehaald wegens niet naleving van de betalingstermijnen. De mogelijkheid bestaat dat de wagen door de klant via juridische weg kan teruggevorderd worden.
-
De voorbije jaren heeft Alfacam Group enkele producties voor de nationale en internationale televisiemarkt gemaakt. De bedrijfsactiviteiten met betrekking tot de producties voor de nationale televisiemarkt en de hiermee verbonden dienstverlening en contracten werden in 2010 beëindigd. De commercialisering en de opbrengsten uit de verkoop van de internationale producties (voornamelijk de productie rond de nieuwe show van Dragone) zal samengaan met de internationale vraag en aanbod naar/van televisieprogramma’s.
-
Het risico op ontwaarding en verkorting van de economische levensduur van het technisch materieel van Alfacam Group hangt samen met de verdere technologische evoluties op wereldvlak. Tot op vandaag slaagt Alfacam Group erin om haar activa met meerwaarden te verkopen, maar deze meerwaarden worden wel kleiner.
17
Risico’s verbonden aan technologische evoluties en concurrentie
De bedrijfsomgeving van de Group wordt gekenmerkt door snelle technologische evolutie, hoge complexiteit en sterke concurrentie. Voor alle groepsvennootschappen geldt dat er concurrerende ondernemingen actief zijn op de markt. Sommige van deze ondernemingen beschikken over substantieel meer financiële middelen dan de Group. Er kan niet worden gegarandeerd dat de concurrenten van de Group er niet in zullen slagen om dezelfde expertise te verwerven op het vlak van HDTV alsook hun dienstenaanbod uit te breiden, al is het onwaarschijnlijk dat een concurrent hetzelfde profiel als de vennootschap zou aannemen. Naast een duidelijke focus op HDTV, wil de vennootschap een toonaangevende speler worden wat betreft een nieuwe evolutie in de mediawereld, onder andere digitale draadloze HDTV-uitzendingen op lange afstand van bijvoorbeeld wielerwedstrijden. Momenteel kan de Group zich duidelijk van de concurrentie onderscheiden door haar technologische voorsprong op het gebied van HDTV en digitale draadloze uitzendingen. Hoewel alles in het werk wordt gesteld om de technologische marktevoluties op de voet te volgen, kan er niet worden gegarandeerd dat ze deze voorsprong op de concurrenten kan behouden. Risico’s verbonden aan cycliciteit en seizoensgebondenheid van de inkomsten en bedrijfsresultaten
De bedrijfsopbrengsten, financiële resultaten en winst van de Group variëren van kwartaal tot kwartaal. Bovendien zijn de bedrijfsopbrengsten in de even jaartallen substantieel hoger dan deze in de oneven jaartallen. Deze cycliciteit is onder andere te verklaren door het feit dat bepaalde speciale topevenementen zoals sommige Europese en wereldkampioenschappen, maar ook de Olympische winter- en zomerspelen steeds in even jaartallen worden georganiseerd. Zomerspelen vinden bovendien meestal plaats in het derde kwartaal en de winterspelen in het eerste kwartaal van het boekjaar. De Group tracht de cycliciteit en seizoensgebondenheid te beperken door zich in de oneven jaartallen te focussen op bijkomende ‘Speciale Evenementen’ en de langetermijnverhuur van OB-wagens. Er is geen garantie dat deze onderhandelingen telkens succesvol kunnen worden afgerond.
Inlichtingen over de omstandigheden die de ontwikkeling van de vennootschap aanmerkelijk kunnen beïnvloeden
Er zijn geen andere omstandigheden te melden dan de reeds vermelde risico’s.
18
Geconsolideerde winst- en verliesrekening Geconsolideerd overzicht van het volledig perioderesultaat Geconsolideerde balans Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen Geconsolideerd kasstroomoverzicht
TOELICHTINGEN BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
19
GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van dit overzicht.
20
GECONSOLIDEERD OVERZICHT VAN HET TOTAALRESULTAAT
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van dit overzicht.
21
GECONSOLIDEERDE BALANS
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van dit overzicht.
22
GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN
De gepubliceerde cijfers van 2010 werden gecorrigeerd daar de bedragen van de warranten werden opgenomen in lijn met IAS 8. Dit had een impact op de overige reserves (€ 1.758 k), de uitgestelde belastingen (€ 905 k) en de achtergestelde leningen (€ 2.662 k). De cijfers vermeld in de verdere toelichtingen zijn de aangepaste cijfers. De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van dit overzicht.
23
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van dit overzicht.
24
In overeenstemming met IAS 7 “Het kasstroomoverzicht” worden investeringen waarvan de financiering gebeurt aan de hand van financiële leasecontracten niet opgenomen onder de kasstromen uit investeringsactiviteiten. In het kasstroomoverzicht worden uitsluitend de door de vennootschap verrichte betalingen aan de leasinggever voor de vermindering van de uitstaande verplichtingen opgenomen onder de kasstromen uit financieringsactiviteiten. In onderstaande tabel worden de investeringen over de boekjaren 2010 en 2011 vermeld die door middel van financiële leaseovereenkomsten werden gefinancierd.
25
BELANGRIJKSTE WAARDERINGSREGELS IN OVEREENSTEMMING MET DE IFRS BEDRIJFSINFORMATIE De geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap (de “vennootschap” : Alfacam Group en haar dochtermaatschappijen) voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2011 werd vrijgegeven voor uitgifte in overeenstemming met de beslissing van de Raad van Bestuur van 12 maart 2012. De moedermaatschappij van de groep is Alfacam Group, Fabriekstraat 38, 2547 Lint. Alfacam Group werd in april 2007 opgericht waarbij vervolgens een inbreng in natura werd verricht van alle aandelen van Alfacam nv en Euro1080 nv. Hierdoor werd in het kader van de beursgang een overkoepelende holding gecreëerd. Voor de oprichtingsdatum van Alfacam Group werden de activiteiten uitgeoefend door het consortium Alfacam-Euro1080. De voornaamste activiteiten van de Group zijn beschreven in de paragraaf ‘Sectorale informatie’ in de ‘Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening’. VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met IFRS (International Financial Reporting Standards) zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Alfacam heeft geen enkele nieuwe IFRS vereiste vroegtijdig toegepast die pas na 2011 moet toegepast worden. GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE JAARREKENING De geconsolideerde jaarrekening wordt voorgesteld in euro, afgerond naar het duizendtal. Ze werd opgesteld op basis van de historische aanschaffingswaarden, uitgezonderd bepaalde items waarvoor IFRS een ander waarderingsprincipe vereist. Deze afwijking van de historische aanschaffingswaarden wordt verklaard in de samenvatting van de voornaamste boekhoudkundige principes. Onderstaande boekhoudkundige principes werden consistent toegepast voor alle periodes die in deze rekeningen worden voorgesteld. GRONDSLAG VOOR CONSOLIDATIE Dochtervennootschappen Dochtervennootschappen zijn vennootschappen waarover de Group zeggenschap uitoefent. Onder zeggenschap wordt verstaan dat de Group, rechtstreeks of onrechtstreeks, het financiële en operationele beleid van een onderneming kan bepalen. De jaarrekeningen van de dochtervennootschappen worden in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf het moment van verwerving tot het einde van de zeggenschap. De overnamemethode, vermeld in IFRS 3R, wordt gebruikt voor verworven ondernemingen. Ondernemingen verworven of verkocht in de loop van het jaar zijn verwerkt in de geconsolideerde financiële staten vanaf de dag van de verwerving of van verkoop. Joint ventures en geassocieerde ondernemingen Een joint venture is een contractuele overeenkomst, waarbij de Group en andere partijen rechtstreeks of onrechtstreeks een economische activiteit opzetten, waarover zij gezamenlijke zeggenschap hebben. Dat betekent dat de strategische, financiële en operationele beslissingen de unanieme toestemming vereisen van de partijen die de zeggenschap delen. Geassocieerde ondernemingen zijn ondernemingen waarin Alfacam Group, rechtstreeks of onrechtstreeks, een invloed van betekenis heeft en die geen dochterondernemingen of joint ventures zijn. Dit is verondersteld het geval te zijn indien de Group tenminste 20% van de stemrechten verbonden aan de aandelen bezit. De opgenomen financiële informatie met betrekking tot deze ondernemingen is opgesteld volgens de grondslagen voor financiële verslaggeving van de Group. De geconsolideerde jaarrekening bevat het aandeel van de Group in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen overeenkomstig de vermogensmutatie methode vanaf de dag dat de gezamenlijke zeggenschap respectievelijk de invloed van betekenis ontstaat tot de dag dat er een einde aan komt. Wanneer het aandeel van de Group in de verliezen van de joint venture of de geassocieerde onderneming groter wordt dan de boekwaarde van de deelneming, wordt de boekwaarde op nul gezet en worden bijkomende verliezen enkel nog opgenomen in de mate dat de Group bijkomende verplichtingen op zich genomen heeft. Niet gerealiseerde winsten uit transacties met joint ventures en geassocieerde ondernemingen worden geëlimineerd ten belope van het belang van de Group tegenover de deelneming in de joint venture respectievelijk de geassocieerde onderneming. De netto boekwaarde van deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen wordt opnieuw geëvalueerd indien er indicaties zijn van een mogelijke bijzondere waardevermindering of van het verdwijnen van de redenen voor eerdere bijzondere waardeverminderingen De deelnemingen gewaardeerd volgens de vermogens mutatiemethode in de balans omvatten ook de boekwaarde van gerelateerde goodwill.
26
Andere financiële vaste activa Participaties (deelnemingen) aandelen en deelbewijzen (< 20%) worden gewaardeerd op hun reële waarde. Indien de reële waarde niet vastgesteld kan worden, wordt er gewaardeerd aan kostprijs. Vorderingen worden tegen nominale waarde gewaardeerd. Op participaties, aandelen en deelbewijzen worden waardeverminderingen genoteerd in geval van waardeverlies of blijvende afschrijving. De vorderingen worden in waarde verminderd indien hun terugbetaling op vervaldag volledig of gedeeltelijk onzeker of in gevaar is. Geëlimineerde transacties bij de consolidatie Opbrengsten, kosten, vorderingen en schulden en niet-gerealiseerde winsten en verliezen van transacties tussen ondernemingen van de Group werden geëlimineerd. Het betreft hierbij transacties tussen de vennootschappen Alfacam Group, Alfacam, Euro1080, EuroLinX, Alfacam France, Alfacam Deutschland, Alfacam Italia, Alfacam Africa, Alfacam Brazil en Billi1. OMREKENING VAN VREEMDE VALUTA De individuele jaarrekeningen van elk groepslid worden gepresenteerd in de munteenheid van de primaire economische omgeving waarin de entiteit actief is (haar functionele valuta). Voor het opstellen van de geconsolideerde rekeningen worden de resultaten en de financiële positie van elke entiteit uitgedrukt in euro (€), met name de functionele valuta van de moederonderneming en de valuta voor het presenteren van de geconsolideerde rekeningen. Transacties in vreemde valuta Transacties in vreemde valuta worden omgerekend naar euro tegen de wisselkoers die geldt op de datum van de transactie. Monetaire activa en verplichtingen die op balansdatum nog uitgedrukt staan in vreemde valuta worden omgezet naar euro tegen de wisselkoers op balansdatum. Valutakoersverschillen die ontstaan bij de omrekening worden in de winst- en verliesrekening onder het financieel resultaat opgenomen. Niet-monetaire activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers van de transactiedatum. Niet-monetaire activa en passiva in vreemde valuta die tegen reële waarden worden opgenomen, worden in euro omgerekend tegen de wisselkoersen die golden op de data waarop de reële waarden werden bepaald. GOODWILL Goodwill is het positieve verschil tussen de aankoopprijs van een vennootschap en het aandeel dat ze heeft in de reële waarde van de verworven identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de dochteronderneming, geassocieerde onderneming of joint venture op het moment van de verwerving. Goodwill wordt initieel opgenomen als een actief aan kostprijs en wordt nadien gewaardeerd aan kostprijs verminderd met eventuele geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen. De kasstroomgenererende eenheid waaraan goodwill is toegekend, wordt getoetst op een bijzondere waardevermindering, jaarlijks en telkens wanneer er een aanwijzing bestaat dat de eenheid mogelijk een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan, door de boekwaarde van de eenheid te vergelijken met haar realiseerbare waarde. Indien de realiseerbare waarde van de eenheid lager is dan de boekwaarde, zal de bijzondere waardevermindering eerst worden toegerekend aan de boekwaarde van de aan de eenheid toegekende goodwill en vervolgens aan de andere activa van de eenheid a rato van de boekwaarde van elk actief in de eenheid. De realiseerbare waarde van een kasstroomgenererende eenheid is de hoogste waarde van de reële waarde na aftrek van de verkoopkosten en haar bedrijfswaarde. Een bijzondere waardevermindering die voor goodwill is opgenomen, kan in een latere periode niet worden teruggeboekt. Bij de verkoop van een dochteronderneming wordt de toegerekende goodwill opgenomen bij de bepaling van de winst of verlies bij verkoop. Ingeval het belang van de vennootschap in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen de kostprijs van de bedrijfscombinatie overschrijdt, wordt het overblijvend surplus na herbeoordeling onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen. BEDRIJFSCOMBINATIES Bij de verwerking van de bedrijfscombinaties wordt de overnamemethode toegepast volgens IFRS 3R. In de geconsolideerde balans neemt de overnemende partij alle identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de overgenomen partij op tegen hun reële waarde op de datum van overname. De resultaten van de verworven activiteiten zijn opgenomen in de winst- en verliesrekening op de datum wanneer het zeggenschap verkregen is. Op de datum van beëindiging van het zeggenschap, wordt deze niet langer meer opgenomen. IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa verworven van derden, worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Kosten voor intern gegenereerde goodwill en merken worden als kost in de winst- en verliesrekening opgenomen op het moment dat deze zich voordoen. Afschrijvingen worden ten laste genomen van de winst- en verliesrekening volgens de lineaire methode over de verwachte gebruiksduur van de immateriële vaste activa. Immateriële vaste activa worden afgeschreven vanaf de datum dat ze gebruiksklaar zijn. De geschatte gebruiksduur is drie à vijf jaar.
27
ONDERZOEK EN ONTWIKKELING Onderzoekskosten worden als last opgenomen op het moment dat ze worden gemaakt. Een immaterieel vast actief dat voortvloeit uit de ontwikkelingsuitgaven voor een individueel project wordt alleen opgenomen wanneer de Group kan aantonen dat de voltooiing van het immaterieel vast actief technisch uitvoerbaar is zodat het beschikbaar zal zijn voor gebruik of verkoop, dat
ze voornemens is om het actief te voltooien; ze in staat is om het actief te gebruiken of te verkopen; middelen beschikbaar zijn om de ontwikkeling te voltooien; het actief toekomstige economische voordelen zal generen; het mogelijk is om de uitgaven tijdens de ontwikkeling betrouwbaar te bepalen.
Na de eerste opname van de ontwikkelingsuitgaven wordt het kostprijsmodel toegepast, wat betekent dat het actief wordt geboekt tegen kostprijs verminderd met eventuele cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere ontwaardingsverliezen. De kosten van materialen, diensten, salarissen en andere direct toerekenbare kosten worden geactiveerd. Geactiveerde uitgaven worden afgeschreven over de periode van de verwachte toekomstige verkopen van het daarmee verband houdende project. De boekwaarde van ontwikkelingskosten wordt jaarlijks beoordeeld op bijzondere waardevermindering. De gebruiksduur wordt bepaald op drie jaar. MATERIËLE VASTE ACTIVA Eerste opname De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen historische kostprijs verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De historische kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met andere directe aanschaffingskosten. De kostprijs van zelfgeproduceerde vaste activa omvat de kostprijs van de materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de productieoverhead. Wanneer materiële vaste activa bestaan uit onderdelen met een ongelijke gebruiksduur, worden deze als afzonderlijke posten onder de materiële vaste activa opgenomen. Uitgaven na eerste opname De vennootschap neemt in de boekwaarde van een materieel vast actief de kostprijs op van de vervanging van een deel van dat actief op het moment dat die kosten worden gemaakt; indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het actief aan de vennootschap zullen toekomen; zodra de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. Afschrijvingen Afschrijvingen worden ten laste genomen van de winst- en verliesrekening volgens de lineaire methode, rekening houdend met de verwachte gebruiksduur van het materieel vast actief. De gronden worden niet afgeschreven. De geschatte gebruiksduur voor de verschillende categorieën van materiële vaste activa werd door de vennootschap als volgt vastgelegd: a) Afschrijvingsmethode vóór 1 januari 2011
28
b) Afschrijvingsmethode vanaf 1 januari 2011
In 2010 en voorgaande jaren werd het af te schrijven bedrag van een actief bepaald na aftrek van de restwaarde. Een restwaarde a rato van 30% van de initiële aanschaffingswaarde werd toegepast op opnamewagens en het hieraan verbonden materiaal dat door de vennootschap werd geïnvesteerd vanaf 1 januari 2000. Tevens voerde de vennootschap het beleid om een actief na verloop van de geschatte gebruiksperiode te vervreemden. De gebruiksduur van een actief kon hierdoor dus korter zijn dan de economische levensduur. De restwaarde van 30% werd niet toegepast voor de aankoop van tweedehandsopnamewagens. Vanaf 1 januari 2011 wordt de afschrijvingsmethode van de opnamewagens en het hieraan verbonden materiaal gebracht op 9 jaar in plaats van 5 à 6 jaar. Er wordt bij het bepalen van het afschrijvingsbedrag geen rekening meer gehouden met een restwaarde. Uit de afgelopen 2 jaar is gebleken dat de markt voor opnamewagens en het hieraan verbonden materiaal minder gunstig is, waardoor de restwaarde van 30% niet meer overeenstemt met de economische waarde. Op basis van IAS 8 werd deze wijziging prospectief toegepast. Dit heeft een negatieve impact op het resultaat van € 1,8 miljoen. De netto boekwaarde van de betreffende activa worden door hetzelfde bedrag beïnvloed. De vennootschap is niet in staat om de toekomstige impact te bepalen. Voor de gebouwen die deel uitmaken van het Eurocam Media Center wordt tevens een restwaarde gehanteerd van 55% van de initiële aanschaffingswaarde. Dit bedrag werd bepaald op basis van een schattingsverslag opgesteld door een onafhankelijke externe sch atter verminderd met de verwachte vervreemdingskosten, uitgaande van de veronderstelling dat het actief al de verwachte ouderdom zou hebben en in de staat zou verkeren die aan het einde van de gebruiksduur van 33 jaar wordt verwacht. Minstens aan het einde van elk boekjaar worden de restwaarde, gebruiksduur en verwerkingsmethode van de activa beoordeeld en indien nodig aangepast. Voor 2011 werden de waarderingsregels geanalyseerd en daaruit bleek dat er geen wijzigingen dienden te worden aangebracht. Zelfgeproduceeerde vaste activa zullen vanaf de datum van ingebruikname worden afgeschreven over de verwachte gebruiksduur, zoals aangegeven in de tabel hierboven.
VASTGOEDBELEGGINGEN Een vastgoedbelegging is een onroerend goed (grond, gebouw, deel van een gebouw, of beide) dat wordt aangehouden om huuropbrengsten op lange termijn, een waardestijging, of beide te realiseren, en is niet bedoeld voor levering van diensten in het kader van de gewone ondernemingsactiviteiten van de vennootschap. Vastgoedbeleggingen worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs, inclusief transactiekosten. De boekwaarde omvat de kosten van vervanging van een deel van de bestaande vastgoedbelegging op het moment dat die kosten gemaakt worden en indien aan de opnamecriteria is voldaan. De boekwaarde omvat niet de dagelijkse onderhoudskosten van een vastgoedbelegging. De initiële kostprijs van een vastgoedbelegging via een lease-overeenkomst, geclassificeerd als vastgoedbelegging, wordt initieel opgenomen tegen de reële waarde of tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen, afhankelijk van welk van de twee waarden de laagste is. Na de eerste opname worden vastgoedbeleggingen opgenomen tegen hun historische kostprijs, verminderd met afschrijvingen en eventuele cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. Afschrijvingen worden ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht volgens de lineaire methode op basis van de geschatte gebruiksduur. De vennootschap schrijft de gebouwen onder de vastgoedbeleggingen lineair af over een termijn van 20 jaar waarbij geen restwaarde wordt toegekend. Huuropbrengsten van vastgoedbeleggingen worden op tijdsevenredige basis in de winst- en verliesrekening opgenomen op basis van de duur van de huurovereenkomst. Wanneer een vastgoedbelegging voor eigen gebruik wordt aangewend, wordt het overgeboekt naar de materiële vaste activa. De reële waarde van de vastgoedbeleggingen wordt in de toelichting op de rekeningen vermeld. De reële waarde wordt gebaseerd op de marktwaarde, zijnde het geschatte bedrag waarvoor een onroerende zaak op de waarderingsdatum kan worden verhandeld tussen een koper en een verkoper die terzake goed geïnformeerd, tot een transactie bereid, en onafhankelijk zijn.
29
LEASING Een leaseovereenkomst wordt ingedeeld als een financiële lease indien ze nagenoeg alle aan de eigendom verbonden risico’s en voordelen overdraagt aan de leasingnemer. Alle andere vormen van leasings worden beschouwd als operationele leasings. De vennootschap als leasingnemer Financiële leasings Bij de aanvang van de leaseperiode worden financiële leasings als activa en verplichtingen in de balans opgenomen tegen de reële waarde van het geleasede actief, of, indien lager, tegen de actuele waarde van de minimale leasebetalingen. De minimale leasebetalingen worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de uitstaande verplichting opgenomen, zodanig dat dit resulteert in een constante periodieke rente over het resterende saldo van de verplichting. De financiële lasten worden rechtstreeks ten laste van de winst- en verliesrekening gelegd. Voorwaardelijke leasebetalingen worden als lasten verwerkt in de periodes waarin ze zijn uitgevoerd. Een geleased actief wordt systematisch afgeschreven tijdens de periode van het verwachte gebruik, volgens de afschrijvingsgrondslagen die de leasingnemer toepast voor activa in eigendom. Indien het redelijk zeker is dat de leasingnemer aan het einde van de leaseperiode de eigendom zal verkrijgen, is de periode van het verwachte gebruik, de gebruiksduur van het actief. In het andere geval wordt het actief afgeschreven over de leaseperiode of over de gebruiksduur, indien deze laatste korter is. Operationele leasings Leasebetalingen van operationele leasings worden op tijdsevenredige basis ten laste genomen gedurende de leaseperiode, tenzij een andere systematische wijze van toerekening representatiever is voor het tijdspatroon van de voordelen die de gebruiker geniet. Te ontvangen voordelen als stimulus om een operationele leaseovereenkomst af te sluiten, worden ook op tijdsevenredige basis gespreid over de leaseperiode. De vennootschap als leasinggever Activa die als gevolg van operationele leaseovereenkomsten door de vennootschap in leasing worden gegeven, worden in de balans (1) onder vastgoedbeleggingen (gebouwen) en (2) onder materiële vaste activa (technisch materiaal) opgenomen. Ze worden opgenomen tegen kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Leasingbaten, na aftrek van eventuele aan leasingnemers gegeven voordelen, worden op tijdsevenredige basis opgenomen over de leaseperiode. De directe aanvangskosten die de vennootschap heeft gemaakt, worden toegevoegd aan de boekwaarde van het geleasede actief en over de leaseperiode verantwoord onder lasten op dezelfde basis als de lease opbrengsten.
VOORUITBETAALDE OPERATIONELE LEASE EN LANGLOPENDE VORDERINGEN Vooruitbetaalde operationele leasebetalingen omvatten de vooruitbetaalde huurdagen van een opnamewagen. Deze worden in de winst- en verliesrekening opgenomen overeenkomstig het verstrijken van de huurdagen en rekening houdend met contractuele voorwaarden. Langlopende vorderingen worden bij de eerste opname verwerkt tegen kostprijs verminderd met toerekenbare transactiekosten. Vervolgens worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, waarbij een verschil tussen de kostprijs en het aflossingsbedrag op basis van de effectieve rentemethode in de winst- en verliesrekening wordt opgenomen over de looptijd van de leningen.
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN OP VASTE ACTIVA Voor de financiële, materiële en immateriële vaste activa van de vennootschap wordt in overeenstemming met IAS 36 op elke balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig is. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, dient de realiseerbare waarde van het actief te worden geschat. De realiseerbare waarde van een actief of een kasstroomgenererende eenheid is de hoogste waarde van de reële waarde na aftrek van de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde. Om de bedrijfswaarde te bepalen, worden de geschatte toekomstige geldstromen verminderd tot hun contante waarde met behulp van een disconteringsvoet voor belastingen die de huidige marktbeoordelingen van de tijdwaarde van geld en de aan het actief verb onden specifieke risico’s weerspiegelt. Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief, of de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen worden direct opgenomen in de winst- en verliesrekening. Wanneer een bijzondere waardevermindering later wordt teruggeboekt, wordt de boekwaarde van het actief verhoogd tot de herziene schatting van zijn realiseerbare waarde, maar zodanig dat de verhoogde boekwaarde niet hoger is dan de boekwaarde die zou zij n bepaald als in de voorgaande jaren geen bijzondere waardevermindering voor het actief was opgenomen. Een terugboeking van een waardevermindering wordt direct opgenomen in de winst- en verliesrekening.
30
HANDELSGOEDEREN Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs of, indien lager, tegen hun opbrengstwaarde. De kostprijs wordt administratief als volgt bepaald:
Handelsgoederen (set topboxen, voorraad drank en voeding, tapes): de aankoopkosten worden gebaseerd op een FIFOformule (First In, First out). Afgewerkt product en werk(en) in uitvoering (producties, bouw nieuwe opnamewagen). De kostprijs van directe materialen en arbeid en een gedeelte van de indirecte productiekosten, voornamelijk salariskosten, worden gebaseerd op een normale bedrijfscapaciteit maar exclusief de financieringskosten.
De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs in het normale verloop van de bedrijfsvoering minus de geschatte kosten van voltooiing en de geschatte kosten die nodig zijn om de omzet te realiseren. Op verouderde en traag roterende voorraden worden systematisch waardevermindering geboekt ten einde deze in overeenstemming te brengen met de geschatte opbrengstwaarde in geval deze laatste lager is dan de kostprijs. HANDELSVORDERINGEN EN OVERIGE VORDERINGEN Handelsvorderingen, die doorgaans na 60 à 90 dagen vervallen, worden opgenomen en geboekt tegen het oorspronkelijke factuurbedrag, min een voorziening voor oninbare bedragen. Er wordt een waardevermindering aangelegd wanneer er objectieve aanwijzingen bestaan dat de Group de vorderingen niet zal kunnen innen.
FINANCIËLE INSTRUMENTEN
A) Financiële activa Handelsvorderingen en leningen worden initieel geboekt aan reële waarde, en worden vervolgens gewaardeerd aan de geamortiseerde kostprijs berekend op basis van de effectieve-rentemethode. Passende bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening voor geschatte niet-realiseerbare bedragen, indien er objectieve aanwijzingen zijn dat er een bijzondere waardevermindering is opgetreden. Het verliesbedrag is het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de contante waarde van toekomstige, geschatte kasstromen, contant gemaakt tegen de oorspronkelijk effectieve rentevoet bij de eerste opname. Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contanten, direct opvraagbare deposito’s en andere kortlopende, uiterst liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen, waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardevermindering in zich dragen.
B) Financiële verplichtingen en eigenvermogeninstrumenten Financiële verplichtingen en eigenvermogeninstrumenten uitgegeven door de vennootschap worden geclassificeerd op basis van de economische realiteit van de contractuele afspraken en de definities van een financiële verplichting en een eigenvermogeninstrument. Een eigenvermogeninstrument is elk contract dat het overblijvende belang omvat in de activa van de vennootschap, na aftrek van alle verplichtingen. Leningen en kredietoverschrijdingen worden initieel gewaardeerd aan reële waarde en worden vervolgens gewaardeerd volgens de geamortiseerde kostprijs berekend op basis van de effectieve-rentemethode. Elk verschil tussen de ontvangsten (na transactiekosten) en de vereffening of aflossing van een lening wordt opgenomen over de leningstermijn en dit in overeenstemming met de grondslagen voor financiële verslaggeving met betrekking tot financieringskosten, die toegepast worden door de vennootschap. Handelsschulden worden initieel gewaardeerd aan reële waarde en worden vervolgens gewaardeerd volgens de geamortiseerde kostprijs berekend op basis van de effectieve-rentemethode. De uitgiftekosten in verband met een transactie op het eigen vermogen worden in mindering gebracht op het eigen vermogen, wat impliceert dat de kapitaalsverhogingen voor het volledige bedrag geboekt worden onder kapitaal, en dat de uitgiftekosten in mindering worden gebracht van de uitgiftepremie (agio). Wanneer eigen aandelen ingekocht worden, wordt dit bedrag, inclusief direct toerekenbare kosten, geboekt in mindering van het eigen vermogen. De grondslagen voor financiële verslaggeving met betrekking tot specifieke financiële verplichtingen en eigenvermogeninstrumenten worden hieronder beschreven.
31
IN EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN AFGEWIKKELDE TRANSACTIES Werknemers en bestuurders (inclusief executives) van de Group ontvangen vergoedingen in de vorm van op aandelen gebaseerde betalingstransacties, waarbij werknemers prestaties verrichten als vergoeding voor eigenvermogeninstrumenten. De kostprijs van in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde transacties met werknemers en het ‘service date model’ voor transacties met niet-werknemers wordt bepaald op basis van de marktwaarde op de datum waarop ze worden toegekend. De marktwaarde wordt bepaald door een externe waarde met gebruikmaking van een binominaal model waarover meer bijzonderheden worden verstrekt in de paragraaf ‘Op aandelen gebaseerde betalingsregelingen’ in de ‘Samenvatting van de toelichtingen’. Bij deze waardering van in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde transacties wordt geen rekening gehouden met prestatiegerelateerde voorwaarden, uitgezonderd voorwaarden die gekoppeld zijn aan de prijs van de aandelen van de Group, indien van toepassing. De kostprijs van een in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde transactie wordt opgenomen, samen met de overeenkomstige opboeking van het eigen vermogen, over de periode waarin de prestatiegerelateerde voorwaarden en/of de aan de dienstperiode gerelateerde voorwaarden worden vervuld, eindigend op de datum waarop de desbetreffende werknemer volledig recht krijgt op de toegezegde eigenvermogensinstrumenten (“datum waarop toezegging onvoorwaardelijk wordt”). De cumulatieve kosten die worden opgenomen voor in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde transacties op elke verslagdatum tot de datum waarop de toezegging onvoorwaardelijk wordt, weerspiegelen de mate waarin de wachtperiode is verlopen en de beste raming van de Group van het aantal eigenvermogensinstrumenten dat uiteindelijk onvoorwaardelijk wordt toegezegd. Het in de winst- en verliesrekening opgenomen debet of credit voor een periode vertegenwoordigd de beweging in cumulatieve lasten opgenomen aan het begin en einde van die periode. Er worden geen lasten opgenomen voor toekenningen die uiteindelijk niet onvoorwaardelijk worden toegezegd, behalve voor toekenningen waarbij de onvoorwaardelijke toezegging afhankelijk is van een marktgerelateerde voorwaarde, die worden behandeld als toekenningen die onvoorwaardelijk worden toegezegd ongeacht of aan die marktgerelateerde voorwaarde is voldaan, op voorwaarde dat aan alle andere prestatiegerelateerde voorwaarden is voldaan. Indien de voorwaarden van een in eigenvermogeninstrumenten afgewikkelde toekenning worden gewijzigd, wordt minimaal een last opgenomen alsof de voorwaarden niet waren gewijzigd. Bovendien wordt een last opgenomen voor elke wijziging die ervoor zorgt dat de totale marktwaarde van de op aandelen gebaseerde betalingsovereenkomst stijgt, of die op een andere manier voordelig is voor de werknemer zoals gewaardeerd op de datum van de wijziging. Indien een in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde toekenning wordt geannuleerd, wordt deze behandeld alsof de eigenvermogensinstrumenten onvoorwaardelijk waren toegezegd op de datum van annulering, en wordt een eventuele last die niet is opgenomen voor de toekenning onmiddellijk opgenomen. Indien de geannuleerde toekenning echter wordt vervangen door een nieuwe toekenning die wordt aangewezen als vervangingstoekenning op de datum waarop ze wordt toegekend, worden de geannuleerde en de nieuwe toekenning behandeld alsof ze een wijziging van de oorspronkelijke toekenning waren, zoals in de vorige alinea beschreven. Het verwateringseffect van de uitstaande opties wordt in de berekening van de winst per aandeel weergegeven als een bijkomende aandelenverwatering (‘Kerngegevens voor aandeelhouders’ – ‘Samenvatting van de toelichtingen’).
OVERHEIDSSUBSIDIES Overheidssubsidies worden geboekt tegen hun reële waarde wanneer er een redelijke zekerheid bestaat dat ze zullen worden ontvangen en dat de vennootschap zal voldoen aan de voorwaarden die eraan verbonden zijn. Overheidssubsidies worden systematisch opgenomen als baten over de perioden waarin de kosten gemaakt worden waarvoor de subsidies werden aangevraagd. Een overheidssubsidie die wordt ontvangen als compensatie voor reeds opgelopen lasten of verliezen of met het oog op het verlenen van onmiddellijke financiële steun aan de vennootschap zonder toekomstige gerelateerde kosten, wordt opgenomen als een opbrengst van de periode waarin ze te ontvangen is. Investeringssubsidies worden gepresenteerd als over te dragen opbrengsten en worden in de winst- en verliesrekening opgenomen pro rata de afschrijvingen van de betrokken activa. Alle overheidssubsidies worden met uitzondering van intrestsubsidies in de winst- en verliesrekening opgenomen als overige bedrijfsopbrengsten. Intrestsubsidies worden opgenomen onder de financiële opbrengsten.
FINANCIERINGSKOSTEN Financieringskosten worden als last opgenomen op het moment dat ze worden gemaakt. Financieringskosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de verwerving, bouw of productie van een in aanmerking komend actief worden geactiveerd als deel van de kostprijs van dat actief in overeenstemming met IAS 23R financieringskosten.
32
VOORZIENINGEN Voorzieningen worden aangelegd in de balans indien de vennootschap op balansdatum een wettelijke of feitelijke verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, waarvoor het waarschijnlijk is dat er een uitstroom nodig zal zijn van middelen d ie economische voordelen inhouden, en indien deze uitstroom op een betrouwbare manier kan geschat worden. Het bedrag opgenomen als voorziening is de op balansdatum best mogelijke schatting van de uitgave die nodig is om aan de bestaande verplichting te voldoen, eventueel verdisconteerd indien de tijdswaarde van het geld relevant is. EIGEN VERMOGEN – KOST VAN EEN EIGENVERMOGENSTRANSACTIE De transactiekost van een eigenvermogenstransactie wordt geboekt als vermindering van het eigen vermogen, na aftrek van het gerelateerde winstbelastingvoordeel. LANGETERMIJNPERSONEELSBELONINGEN Er bestaan binnen de vennootschap geen toegezegde pensioenregelingen (defined benefit plans) noch toegezegde-bijdrageregelingen (defined contribution plans) noch andere langetermijnpersoneelsbeloningen.
BEDRIJFSOPBRENGSTEN Onderstaande opnamecriteria met betrekking tot de verkoop van goederen en de verkoop van diensten worden gewoonlijk toegepast op iedere afzonderlijke transactie. Voor bepaalde transacties is het echter noodzakelijk om deze criteria toe te passen op de afzonderlijke identificeerbare componenten van de transactie, teneinde de economische realiteit weer te geven. In andere gevallen is het nodig dat de opnamecriteria worden toegepast op twee of meer transacties samen als ze op zo’n manier met elkaar verbonden zijn dat de commerciële gevolgen niet kunnen worden begrepen zonder te verwijzen naar de reeks transacties als geheel.
33
Verkoop van goederen De opbrengsten uit verkopen van goederen (inclusief nieuw gebouwde opnamewagens) worden opgenomen als alle volgende voorwaarden zijn vervuld: de wezenlijke risico’s en voordelen van eigendom worden overgedragen; de vennootschap behoudt geen feitelijke zeggenschap of betrokkenheid die gewoonlijk toekomt aan de eigenaar; het bedrag van de opbrengst kan betrouwbaar worden gewaardeerd; het is waarschijnlijk dat de economische voordelen met betrekking tot de transactie naar de vennootschap zullen vloeien; de reeds gemaakte of nog te maken kosten met betrekking tot de transactie kunnen op betrouwbare wijze gewaardeerd worden. Verkoop van diensten Indien het resultaat van een transactie waarbij diensten worden verricht, betrouwbaar kan worden geschat, worden de opbrengsten van die diensten a rato van de verrichte prestaties op balansdatum in de winst- en verliesrekening opgenomen. Het resultaat van een transactie wordt als betrouwbaar ingeschat indien alle volgende voorwaarden zijn vervuld : het bedrag van de opbrengst kan op betrouwbare wijze worden gewaardeerd; het is waarschijnlijk dat de economische voordelen met betrekking tot de transactie naar de onderneming zullen vloeien; de mate waarin de diensten op de balansdatum zijn verricht, kan op betrouwbare wijze worden gewaardeerd; en de reeds gemaakte kosten voor de transactie en de kosten om de transactie te voldoen, kunnen op betrouwbare wijze worden gewaardeerd. Wanneer het resultaat van de transactie waarbij diensten worden verricht, nog niet op voldoende betrouwbare wijze kan worden ingeschat, worden de opbrengsten alleen opgenomen tot het bedrag van de opgenomen kosten die de vennootschap verwacht goed te maken. Opbrengsten uit samenwerkingsovereenkomsten worden tevens gespreid in resultaat genomen en dit op lineaire basis, rekening houdend met de contractuele duur van de samenwerking. Verkoop van OB-wagens (tweedehandsmateriaal) De opbrengsten uit verkopen van OB-wagens worden opgenomen onder andere bedrijfsopbrengsten als alle volgende voorwaarden zijn vervuld: de wezenlijke risico’s en voordelen van eigendom worden overgedragen; de vennootschap behoudt geen feitelijke zeggenschap of betrokkenheid die gewoonlijk toekomt aan de eigenaar; het bedrag van de opbrengst kan betrouwbaar worden gewaardeerd; het is waarschijnlijk dat de economische voordelen met betrekking tot de transactie naar de vennootschap zullen vloeien; de gemaakte of nog te maken kosten met betrekking tot de transactie kunnen op betrouwbare wijze gewaardeerd worden. Ruilovereenkomsten In het kader van captatieopdrachten sluit de vennootschap op regelmatige basis ruilovereenkomsten af waarbij naast de specifieke vergoeding in geldmiddelen voor de verstrekte tv-diensten tevens de uitzendrechten worden ontvangen. De uitzendrechten die het bedrijfssegment tv-diensten verkrijgt, komen bijna uitsluitend voor onder de vorm van een korting voor multicamera tv-diensten. Rekening houdend met het specifieke karakter van de uitzendrechten en de verleende dienstverstrekking zijn er vaak geen objectieve maatstaven voorhanden om de waarde van de verkregen uitzendrechten te bepalen. Bijgevolg worden de verkregen uitzendrechten niet erkend als een actief op de balans. Tevens worden er geen opbrengsten tussen segmenten verrekend bij de ter beschikkingstelling van de uitzendrechten door het segment multicamera tv-diensten aan het segment content. Ruilovereenkomsten worden uitsluitend in de bedrijfsopbrengsten opgenomen indien de reële waarde van de in ruil ontvangen goederen of diensten betrouwbaar kan worden bepaald.
BELASTINGEN OP HET RESULTAAT De belastingen op het resultaat omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare vennootschapsbelasting en de uitgestelde belastingen. De winstbelasting wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen, tenzij deze betrekking heeft op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen, in welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt. De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst van het boekjaar, berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op balansdatum (of belastingtarieven waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten) en correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting. Uitgestelde belastingen worden geboekt op basis van de “liability-methode”, voor alle tijdelijke verschillen tussen belastbare basis en boekwaarde voor financiële rapporteringsdoeleinden en dit zowel voor activa als passiva.
34
In het algemeen worden uitgestelde belastingverplichtingen opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen in de mate dat belastbare winsten voorhanden zullen zijn om aftrekbare tijdelijke verschillen tegen af te zetten. Dergelijke vorderingen en verplichtingen worden niet opgenomen indien de tijdelijke verschillen voortvloeien uit de eerste opname van goodwill of uit de eerste opname (andere dan in een bedrijfscombinatie) van andere activa of verplichtingen in een transactie die geen enkel effect heeft op de winst vóór belasting, noch op de fiscale winst. Er worden geen uitgestelde belastingverplichtingen opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochtervennootschappen, wanneer het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschillen zijn die in de nabije toekomst niet zullen worden afgewikkeld. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, en dit op basis van belastingtarieven die zijn vastgesteld op balansdatum of belastingtarieven waarvan het wetgevingsproces is afgesloten. Het bedrag van de latente belastingvorderingen wordt verlaagd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd. In 2011 werd voor een bedrag van € 5 miljoen geen actieve latenties verwacht. OMZETBELASTING Verkopen, kosten en activa worden opgenomen exclusief het bedrag van de omzetbelasting, behalve indien de omzetbelasting op een aankoop van activa of diensten niet kan worden teruggevorderd van de belastingautoriteit, in welk geval de omzetbelasting wordt opgenomen als onderdeel van de kostprijs van de verwerving van het actief of als deel van de last, afhankelijk van de situatie vorderingen en te betalen posten worden opgenomen inclusief het bedrag van de omzetbelasting. Het nettobedrag van omzetbelasting dat kan worden teruggevorderd van of dient te worden betaald aan de belastingautoriteit, wordt opgenomen als deel van de vorderingen of te betalen posten in de balans. SEGMENTINFORMATIE Een segment is een duidelijk te onderscheiden onderdeel van de vennootschap dat goederen of diensten levert (bedrijfssegment), of dat die goederen of diensten levert in een bepaalde economische omgeving (geografisch segment), dat een van andere segmenten afwijkend risico- en rendementsprofiel heeft. Bij het verstrekken van segmentinformatie wordt rekening gehouden met de bestuurlijke structuur en rapporteringsstructuur van de vennootschap, waarbij de bedrijfssegmenten als primaire en de geografische opsplitsing als secundaire segmentatiebasis aanzien worden. Ten gevolge van de invoering van IFRS heeft het management beslist lichte wijzigingen aan te brengen aan de presentatie van de segmentinformatie. IFRS 8 verplicht toelichting te geven omtrent het operationele segment en vervangt de vereiste van een primaire (bedrijfs) en secundaire (geografische) segmentrapportering voor de Group. De invoering van deze standaard heeft geen impact op de financiële positie of op het resultaat van de Group. De “Chief Operating Decision Maker” beoordeelt de resultaten van de bedrijfssegmenten. De waarderingsregels van de operationele segmenten zijn ongewijzigd ten opzichte van de laatste jaarlijkse financiële staten. De Group beschikt over de volgende segmenten die gerapporteerd moeten worden: Tv-diensten De televisiediensten omvatten multicameratelevisiediensten en draadloze televisiediensten. De multicameratelevisiediensten omvatten voornamelijk multicameradiensten in hoge definitie en standaarddefinitie voor evenementen op het gebied van onder meer sport en cultuur. EMC Het Eurocam Media Center is een modern multifunctioneel complex met zestien studio’s, die uitermate geschikt zijn voor televisieproducties en bedrijfsevenementen. Het complex beslaat ruim 60.000 m² en is gevestigd op een uitgestrekt domein van 90.000 m². Het Eurocam Media Center huisvest niet alleen Alfacam, Euro1080 en EuroLinX maar ook andere bedrijven die actief zijn in de audiovisuele sector zoals MTV Networks Benelux. Content De content divisie Euro1080 behelst de internationale cultuurzender HD1 en de playoutdiensten binnen Alfacam Group. Deze divisie beheert onder meer een catalogus van internationale culturele programma’s in HDTV en in 3D. Deze worden wereldwijd aangeboden en verkocht voor startende HDTV en 3D platformen. Het management beheert de operationele resultaten gescheiden van zijn operationele eenheden met het doel beslissingen te treffen aangaande de toewijzingen van middelen en het meten van het resultaat. Segmentresultaten worden geëvalueerd op basis van de operationele verlies- en winstrekening in de geconsolideerde financiële resultaten.
35
De resultaten van een segment omvatten posten die rechtstreeks, dan wel op redelijke wijze aan het segment kunnen worden toegerekend. Niet-toegerekende posten bestaan voornamelijk uit posten die op bedrijfsniveau moeten worden toegewezen. De investeringsuitgaven van een segment betreffen het totaal van de in de verslagperiode gemaakte kosten voor de verwerving van act iva van het segment die naar verwachting langer dan één verslagperiode in gebruik zullen zijn. De prijzen voor transacties tussen segmenten, voornamelijk verhuur van kantoren, magazijnen en captaties worden op een zakelijke en objectieve grondslag bepaald. ALGEMENE EN FINANCIËLE RISICO’S We verwijzen in beginsel naar de algemene en financiële risico’s opgenomen in het geconsolideerd jaarverslag van de Raad van Bestuur. Valutarisico’s Omwille van het internationale karakter van de bedrijfsactiviteiten stelt de vennootschap zich bloot aan mogelijke valutarisico’s. Wanneer de vennootschap dit opportuun acht, zal worden overgegaan tot het sluiten van derivatencontracten ter indekking van het valutarisico. Momenteel werden er geen derivatencontracten afgesloten. De vennootschap tracht de met derden op termijn aangegane aan- en verkoopverbintenissen in Euro af te sluiten. Door recente investeringen in buitenlandse entiteiten neemt eveneens het translatierisico toe binnen de Group. Dit is bijvoorbeeld het geval voor Alfacam Brazilië en Alfacam Zuid-Afrika. Dit risico wordt niet ingedekt via financiële instrumenten. De Group voerde in 2011 een sensitiviteitsanalyse uit voor de wisselkoersen EUR/USD en EUR/ZAR. Hierbij werden de openstaande vorderingen en schuldposities van de Group op balansdatum omgerekend met een sensitiviteit van 10%. Indien de wisselkoers met 10% zou stijgen of dalen, is de impact op het resultaat voor belastingen als volgt weer te geven:
Indien de wisselkoers met 10% zou stijgen of dalen, is de impact op de balans als volgt:
Renterisico’s De renterisico’s vinden voornamelijk hun oorsprong in de financieringsactiviteiten. De voornaamste bron van financiering komt voort uit leasingcontracten en investeringskredieten waarbij vaste rentevoeten worden gehanteerd die bepaald werden op het moment van afsluiten van de overeenkomst. Kortetermijnfinancieringen van het bedrijfskapitaal gebeuren daarentegen aan vlottende rentevoeten. Indien de rentevoet met 10% zou stijgen, dan zou de vennootschap € 234 k meer intresten moeten opnemen in de winst- en verliesrekening. Indien de rentevoet met 10% zou dalen, dan zou de vennootschap € 234 k minder intresten moeten opnemen in de winst- en verliesrekening. Kredietrisico’s De vennootschap is onderhevig aan kredietrisico’s bij ‘Speciale Topevenementen’ als bij contracten die meer dan 10% van de omzet omvatten. Voor de Speciale Topevenementen kunnen de kredietrisico’s eerder als beperkt worden beschouwd gezien de kredietwaardigheid van de respectievelijke klanten en de ontvangen voorschotten voor aanvang van de dienstverlening. In 2011 vertegenwoordigden 2 klanten 20% van de totale omzet. Het kredietrisico werd beperkt door voorschotten en door het definiëren van betalingstermijnen in de contracten. De vennootschap is zich bewust dat absolute afdekking niet altijd mogelijk is. Het management volgt de uitstaande handelsvorderingen van dichtbij op. Hierbij houden zij rekening met de inningsachterstand (vervaldaglijsten), de betalingshistoriek en de afdekkingsgraad van de kredietrisico’s. Specifieke provisies voor dubieuze debiteuren worden opgenomen op basis van beste inschattingen door het management op balansdatum.
36
Liquiditeitsrisico’s Het liquiditeitsrisico is gekoppeld aan de evolutie van het bedrijfskapitaal. De wijziging van het bedrijfskapitaal wordt onder controle gehouden via gerichte acties (bijvoorbeeld ontvangen vooruitbetalingen van klanten, sale-and-lease-back transacties, herfinanciering van bestaande financiële leasingovereenkomsten, zorgvuldige cash flow planningen enz …). Zie toelichting pagina 57 en 58. Zoals aangegeven in dit verslag, is de Raad van Bestuur van mening dat, niettegenstaande het bestaan van overdraagbare verliezen voor de afgelopen drie boekjaren, het gebruik van going concern waarderingsregels gerechtvaardigd is. Desalniettemin kunnen de recente operationele verliezen van de vennootschap en de huidige handelsomgeving haar zakelijke en financiële positie substantieel negatief beïnvloeden. Deze verliezen kunnen tot gevolg hebben dat de vennootschap verdere kostenbesparingen dient in te stellen. Daarnaast wordt er gezocht naar vers kapitaal en naar oplossingen om de ratio ‘Eigen Vermogen, Vreemd Vermogen’ beter in evenwicht te brengen. Er is geen garantie dat de financiering, indien nodig, beschikbaar zal zijn aan attractieve voorwaarden. Daarenboven kan iedere schuldfinanciering, indien beschikbaar, voorwaarden bevatten die de vrijheid om zaken te doen beperkt en/of zou de vennootschap in een situatie van schending van voorwaarden kunnen komen in welk geval de schuldfinanciering beëindigd kan worden door de verschaffer en de liquiditeit van de vennootschap in gevaar kan komen. Sinds de laatste maanden van het boekjaar wordt de Group geconfronteerd met een krappe liquiditeitspositie. Liquiditeitstekorten in de komende maanden zijn mogelijk indien bepaalde elementen langs de ontvangstenzijde niet zouden worden gerealiseerd. Om dit te vermijden nemen management en bestuurders regelmatig sturende acties. Er werd een verlenging van de stand still met de banken bekomen tot 15 juli 2012 en de Group heeft zicht op een nieuwe schijf kredietverstrekking vanwege de banken onder de waarborg van Gigarant. Deze schijf zal 3,2 miljoen euro bedragen. De realisatie van het businessplan is afhankelijk van het vinden van bijkomende liquiditeiten voor investeringen en projectkosten. Tevens dient de achterstand in betaling van handelsschulden te worden teruggedrongen met extra liquiditeiten of een tijdig gerealiseerde kapitaalsversterking. Het management en de Raad van Bestuur geven hieraan absolute prioriteit. Andere operationele risico’s Zoals vermeld in de rubriek ‘Interne controle- en risicobeheersystemen in het kader van financiële verslaggeving’ op p.12 worden operationele risico’s op regelmatige basis in kaart gebracht, acties om het risico te remediëren gedefinieerd en implementatie hiervan opgevolgd.
BELANGRIJKE BOEKHOUDKUNDIGE INSCHATTINGEN EN BEOORDELINGEN De opstelling van de rekeningen in overeenstemming met IFRS vereist dat het management zich een oordeel vormt, en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. De leden van de Raad van Bestuur geloven sterk in het principe van de continuïteit. Als gevolg van de reeds genomen acties om de liquiditeitspositie te vrijwaren, zoals vermeld hierboven onder de liquïditeitsrisico’s, zijn zij optimistisch over het verdere vervolg van de bedrijfsactiviteiten. Zij hebben daarom de jaarrekening opgesteld onder de principes van going concern. Bijzondere waardevermindering van de goodwill De Group bepaalt minstens één keer per jaar of de goodwill een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Dit vereist een raming van de bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheden waaraan de goodwill is toegerekend. De raming van de bedrijfswaarde vereist dat dat de Group de verwachte toekomstige kasstromen van de kasstroomgenererende eenheid schat en een geëigend verdisconteringspercentage kiest teneinde de contante waarde van die kasstromen te berekenen. Op 31 december 2011 bedroeg de boekwaarde van de goodwill € 258 k. Voor meer informatie verwijzen we naar toelichting 9 Goodwill.
37
Uitgestelde belastingvordering De Group bepaalt of de uitgestelde belastingen in de rekeningen worden opgenomen. Dit gebeurt door een inschatting van de toekomstige resultaten en niet-uitgedrukte latente meerwaarden. Op basis van deze inschatting wordt dan nagegaan of de recupereerbare verliezen kunnen benut worden. De uitgestelde belastingsvordering in de balans bedroeg op 31 december 2011 € 2.656 k. Gebruiksduur OB-wagens Vanaf 1 januari 2011 wordt de afschrijvingsmethode van de opnamewagens en het hieraan verbonden materiaal gebracht op 9 jaar in plaats van 5 à 6 jaar. Er wordt bij het bepalen van het afschrijvingsbedrag geen rekening meer gehouden met een restwaarde. Uit de afgelopen 2 jaar is gebleken dat de markt voor opnamewagens en het hieraan verbonden materiaal minder gunstig is, waardoor de restwaarde van 30% niet meer overeenstemt met de economische waarde. Op basis van IAS 8 werd deze wijziging prospectief toegepast. Dit heeft een negatieve impact op het resultaat van € 1,8 miljoen. Going Concern -
Financiering en liquiditeit In 2011 werd reeds gestart met de zoektocht naar vers kapitaal en naar oplossingen om de ratio ‘Eigen Vermogen, Vreemd Vermogen’ beter in evenwicht te brengen. In 2012 wordt er € 3,2 miljoen door de 4 huisbankiers vervroegd vrijgegeven. Dit ondersteunt de liquiditeitspositie naar aanleiding van de grote projecten in 2012.
-
Operationeel De Group heeft in 2012 de doelstelling om terug met gezonde marges te werken en strikte kostencontroles, gepaard met operationele efficiëntie en een performante planning en logistiek zijn daarbij de sleutelbegrippen. Het invoeren van nieuwe meetmethodes, targets en opvolging van KPI’s (Key Performance Indicators) zoals bezettingsgraden van studio’s en productiedagen van duur werkmateriaal moeten voor meer transparantie en zichtbaarheid op managementniveau zorgen en de nodige responsabilisering van het middelmanagement ondersteunen om uiteindelijk de organisatie nog performanter te maken. Belangrijke grote contracten voor 2012 werden al binnen gehaald onder meer het EK 2012, Zomerspelen 2012, Eurovisie Song Festival 2012 en 400 matchen voor de Saudi Premier League.
-
Bankenrelaties Onze banken steunen ons in de zoektocht naar kapitaal en andere oplossingen en verleenden daarbij een stand still tot 15 juli 2012. Dit creëert de nodige ruimte om operationeel verder te functioneren en intussen de structurele ingrepen in het belang van alle stakeholders verder uit te werken.
-
Budget en realisaties De Raad van Bestuur heeft een budgetherziening goedgekeurd. Zij is ervan overtuigd dat het nieuwe budget op een realistischer en conservatievere manier werd opgebouwd. Het eerste kwartaal van 2012 werd al goed ingezet en zal in lijn liggen met de interne targets die werden gebudgetteerd. In 2012 verwacht de Group ook een verkoop van een tweedehandsopnamewagen. Dit zal een positief effect hebben op onze cijfers.
NIEUWE STANDAARDEN EN INTERPRETATIES WELKE VAN TOEPASSING KWAMEN De invoering van volgende of gewijzigde normen en richtlijnen per 1 januari 2011 hebben geen impact op de boekhoudregels, de financiële positie of op het resultaat van de Group: Verbeteringen aan IFRS (2009-2010) (normaal toepasbaar voor de boekjaren vanaf 1 januari 2011; Aanpassing van IFRS 1 Eerste toepassing IFRS – vrijstellingen op IFRS7 (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2010); Aanpassing van IAS 24 Informatieverschaffing over verbonden partijen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2011). Deze standaard vervangt IAS24 Informatieverschaffing over verbonden partijen zoals uitgegeven in 2003; Aanpassing van IAS 32 Financiële instrumenten: Presentatie – Classificatie van claimemissies (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 februari 2010; IFRIC 19 Aflossing van financiële verplichtingen met eigenvermogensinstrumenten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2010);
Aanpassing van IFRIC 14 IAS 19 – Beperking van activa uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen, minimale financieringsverplichtingen en hun interactie – Vooruitbetalingen van een minimale financieringsverplichting (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2011).
38
Verbeteringen van de IFRS: In april 2009 heeft de IASB haar eerste bundel met wijzigingen op de standaarden gepubliceerd, hoofdzakelijk bedoeld ter eliminering van inconsequenties en ter verduidelijking. Voor iedere standaard gelden overgangsbepalingen. De toepassing heeft geen impact op de boekhoudregels, de financiële positie of het resultaat van de Group. Volgende standaarden en interpretaties zijn nog niet van toepassing voor 2011. De volgende nieuwe normen en interpretaties waren uitgevaardigd op de datum van goedkeuring van deze jaarrekening, maar waren nog niet van kracht op de balansdatum:
IFRS 9 Financiële instrumenten en de daaropvolgende aanpassingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2015); IFRS 10 Geconsolideerde jaarrekening (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013); IFRS 11 Gezamenlijke overeenkomsten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013); IFRS 12 Informatieverschaffing over belangen in andere entiteiten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013); IFRS 13 Waardering tegen reële waarde (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013); Aanpassing van IFRS 1 Eerste toepassing van IFRS – Ernstige hyperinflatie en verwijdering van de vaste overgangsdata voor eerste toepassers (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2011); Aanpassing van IFRS 7 Financiële instrumenten: Informatieverschaffing – Niet langer opnemen in de balans (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2011); Aanpassing van IFRS 7 Financiële instrumenten: Informatieverschaffing – Saldering van financiële activa en verplichtingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013); Aanpassing van IAS 1 Presentatie van de jaarrekening – Presentatie van de andere elementen van het totaalresultaat (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2012); Aanpassing van IAS 12 Winstbelastingen – Uitgestelde belastingen: Inbaarheid van onderliggende activa (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2012); Aanpassing van IAS 19 Personeelsbeloningen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013); Aanpassing van IAS 27 Enkelvoudige (toepasbaar vanaf 1 januari 2013); Aanpassing van IAS 28 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint-ventures (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013); Aanpassing van IAS 32 Financiële instrumenten: presentatie – Saldering van financiële activa en verplichtingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2014); IFRIC 20 Afschraapkosten in de productiefase van een bovengrondse mijn (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013).
Alfacam heeft er voor gekozen om deze normen en interpretaties niet vroegtijdig toe te passen. De Raad van Bestuur oordeelt dat de toepassing van deze normen, interpretaties en wijzigingen aan gepubliceerde normen geen significante invloed zal op hebben op de resultaten van de Group.
39
TOELICHTINGEN BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING GESEGMENTEERDE INFORMATIE Ten gevolge van de invoering van IFRS heeft het management beslist lichte wijzigingen aan te brengen aan de presentatie van de segmentinformatie. IFRS 8 verplicht toelichting te geven omtrent operationele segmenten. De Group beschikt over de volgende segmenten die gerapporteerd moeten worden: TV-Diensten, dit omvat de multicameratelevisiediensten en draadloze televisiediensten Eurocam Media Center, dit omvat het multifunctioneel complex met 16 studio’s te Lint Content, dit behelst de internationale cultuurzender HD1 en de playoutdiensten binnen Alfacam Group. Deze divisie beheert onder meer een catalogus van internationale culturele programma’s in HDTV en in 3D. Voor meer informatie omtrent de definitie van de segmenten verwijzen we naar de waarderingsregels. Het management beheert de operationele resultaten gescheiden van zijn operationele eenheden met het doel beslissingen te treffen aangaande de toewijzingen van middelen en het meten van het resultaat. Segmentresultaten worden geëvalueerd op basis van de operationele verlies- en winstrekening in de geconsolideerde financiële resultaten. De “Chief Operating Decision Maker” beoordeelt de resultaten van de bedrijfssegmenten. Het directiecomité vertegenwoordigt de functie van de “Chief Operating Decision Maker”. Resultaten Boekjaar afgesloten per 31 december 2011
40
Boekjaar afgesloten per 31 december 2010
Balans Het management beheert geen balansen per segment. Enkel investeringen worden aan een segment toegewezen. Dit om de segmentresultaten te evalueren.
Boekjaar afgesloten per 31 december 2011
Boekjaar afgesloten per 31 december 2010
De investeringen kunnen toegewezen worden aan België. Geografische informatie De rapportering aan de Raad van Bestuur en aan het management is gebaseerd op de volgende regio’s per divisie: Europa Buiten Europa
41
De volgende tabel geeft informatie over de totale bedrijfsopbrengst per regio en per divisie: Boekjaar afgesloten per 31 december 2011
De TV-diensten die geleverd werden in het kader van het Saoedi-project en het Indië-project vertegenwoordigen 20% van de geconsolideerde bedrijfsopbrengsten en zijn opgenomen in de categorie Azië.
42
Boekjaar afgesloten per 31 december 2010
De TV-diensten die in 2010 geleverd werden in het kader van de Olympische Winterspelen in Vancouver vertegenwoordigen meer dan 10% van de geconsolideerde bedrijfsopbrengsten en zijn opgenomen onder de rubriek Amerika.
43
1. BEDRIJFSOPBRENGSTEN
De bedrijfsopbrengsten bevatten voor 2010 opbrengsten uit ruilovereenkomsten voor een bedrag van € 1,4 miljoen. Deze overeenkomsten hebben voornamelijk betrekking op partnerships voor de HD-zenders waarbij als tegenprestatie aankopen van technisch materieel werden verricht. In 2011 vertegenwoordigden de ruilovereenkomsten € 0,2 miljoen van de bedrijfsopbrengsten. De studioverhuur en catering Eurocam Media Center is gedaald van € 2.717 k in 2010 naar € 2.097 k in 2011. Zowel de evenementen als de verhuur van de opnamestudio’s kenden een terugval. De toekomstige huuropbrengsten op basis van contracten worden in onderstaande tabel weergegeven:
Deze opbrengsten hebben betrekking op de verhuur van kantoorruimte, productieruimte en het kinderdagverblijf. De meeste contracten hebben een looptijd van 9 jaar. Er werd geen aankoopoptie in de contracten voorzien.
2. OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN
De opbrengsten uit overheidssubsidies, voor een bedrag van € 0,4 miljoen, betreffen dossiers van groei- en ecologiepremies en investeringsubsidies. De gerealiseerde meerwaarden bij de verkoop van vaste activa in 2010 betreffen de meerwaarde naar aanleiding van de verkoop van opnamewagens OB13 en OB29. In 2011 werd er meerwaarden gerealiseerd op de verkoop van verouderd materiaal. De overige bedrijfsopbrengsten bedragen € 322 k in 2011. Deze hebben betrekking op de doorrekening van kosten die gemaakt werden door onze externe klanten. De recuperatieverzekering ten bedrage van € 274 k heeft betrekking op de herstelling van schade aan het gebouw.
44
3. PERSONEELSKOSTEN
De personeelskosten zijn in 2011 gestegen van € 7.643 k naar € 8.035 k. Er werden in 2011 als in 2010 geen personeelskosten opgenomen onder de vaste activa. In 2010 werd er € 465 k opgenomen onder beëindigde bedrijfsactiviteiten. De vergoedingen van het management zijn voor een totaal bedrag van € 0,7 miljoen omvatten het management van de hoofdzetel België, namelijk CEO, COO en CFO. De overige personeelskosten voor een totaal bedrag van € 0,6 miljoen bestaan onder andere uit maaltijdcheques en voordelen in natura. In 2010 waren hier de reële waarden van de warranten inbegrepen. De gemiddelde tewerkstelling en het aantal op het einde van het boekjaar tewerkgestelde werknemers worden in onderstaande tabel in voltijdse equivalenten weergegeven:
4. WAARDEVERMINDERINGEN
De aangelegde waardeverminderingen hebben betrekking op waardeverminderingen op vorderingen en op voorraden. Er werden waardeverminderingen voor de handelsvorderingen aangelegd op geïndividualiseerde basis. De waardeverminderingen op voorraden omvatten voornamelijk een waardevermindering op de Dragone-productie voor een bedrag van € 0,2 miljoen.
45
5. OVERIGE BEDRIJFSKOSTEN
In 2011 werd aan verdere expansie gedaan in de emerging markets zoals Brazilië, Indië en Saoedi-Arabië. Aangezien deze nieuwe markten in het begin werden bediend vanuit een centrale dispatch en een operationele afdeling in België, ontstonden er nieuwe kosten die gerelateerd waren aan de grote afstanden die moesten worden overbrugd. Transportkosten van de materialen namen toe met 36% en reiskosten van personeel en freelancers met 30%. Het inzetten van deze middelen ging ook gepaard met een hogere kost communicatie, die steeg met 14%.
46
6. FINANCIËLE RESULTATEN
Het resultaat van € 1,3 miljoen (intresten overige langetermijnleningen) bestaat uit de rente en de kosten van uitgegeven warranten. De uiteindelijke reële waarde van de warranten kan worden bepaald door het verschil te berekenen tussen de reële waarde van de schuld tegen de marktrente en de hoofdsom. In september 2009 investeerde Gimv € 5,0 miljoen in Alfacam Group onder de vorm van een mezzaninelening. De investering laat de Group toe om de verdere (internationale) groei te financieren. De rentevoet van de mezzanine bedraagt eind 2010 8,5%. In verband met deze mezzaninelening kende de Group op 31 oktober 2009 491.481 warranten toe tegen een uitoefenprijs van € 6,753. In verband met de warranten van de mezzaninelening van € 5,0 miljoen heeft de Group de reële waarde van de warranten berekend op € 3,3 per warrant. Voor 2010 bedraagt de bijkomende financiële kost voor deze warranten € 325 k. Op 24 december 2009 investeerde eveneens ING Bank € 4,0 miljoen in de Group. Voor deze lening werden € 378,5 k intresten geboekt, die mee vervat zitten in de intresten overige langetermijnleningen. Op 1 maart 2010 kende de Group 444.247 warranten toe tegen een uitoefenprijs van € 6,753. In verband met de warranten van de mezzaninelening van € 4,0 miljoen heeft de Group de reële waarde van de warranten berekend op € 3,3 per warrant. De bijkomende financiële kost voor deze warranten bedroeg in 2010 € 294 k. Op 14 april 2011 werd er een akkoord gevormd tussen de Group en de 4 banken (KBC, ING, BNP Paribas Fortis en Belfius) om de bankschulden te herschikken. Er werd een nieuwe kredietfaciliteit aangegaan voor € 20,5 miljoen die voor 80% gewaarborgd wordt door Gigarant nv. De kredietfaciliteit bestaat uit € 16 miljoen nieuwe kredieten, die enkel dienen om de bestaande kredieten terug te betalen en zo te spreiden in de tijd, en uit een permanente garantielijn van € 3 miljoen en een kaslijn van € 1,5 miljoen. De financiële kost voor het waarborgen van de nieuwe kredietfaciliteit bedroeg in 2011 € 649 k. De schuldherschikking heeft als gevolg dat de looptijd van de bovenvermelde mezzanineleningen verlengd werd tot 31 maart 2016. De rentevoet van de mezzanineleningen werd aangepast. Voor Gimv bedraagt de rentevoet 9% en deze wordt jaarlijks gekapitaliseerd. Voor ING wordt 7,75% rente gekapitaliseerd en de rente aan Euribor 3 maand wordt per kwartaal afgerekend. Voor de verlenging van de looptijd van de mezzanineleningen kende de Group 250.000 warranten toe aan Gimv en 170.000 warranten toe aan ING. Deze warranten werden uitgegeven tegen een uitoefenprijs van € 4,77 per warrant. De Group heeft de reële waarde van de warranten berekend op € 1,8 per warrant. In 2011 bedroeg de bijkomende financiële kost voor deze warranten € 357 k. Op 14 april 2011 investeerden het echtpaar Fehervari-Stoop als Gimv nv elk 400 k onder de vorm van een mezzaninelening. De rentevoet bedraagt 5% en de rente wordt jaarlijks gekapitaliseerd. Deze mezzanineleningen worden op 30 april 2016 volledig terugbetaald. Op 6 juni 2011 kende de Group in verband met deze mezzanineleningen 83.857 warranten toe aan het echtpaar Fehervari-Stoop en 83.857 warranten toe aan Gimv. De warranten werden uitgegeven tegen een uitoefenprijs van € 4,77 per warrant. De reële waarde van de warranten werd berekend op € 1,8 per warrant. De warranten hebben een looptijd van 5 jaar. De bijkomende financiële kost voor deze warranten bedroeg in 2011 € 23 k. De intresten met betrekking tot financiële leasings bedroegen € 1.964 k in 2011 tegenover € 2.178 k in 2010. De overige financiële intresten dalen van € 900 k in 2010 naar € 63 k in 2011. Deze intresten hebben voornamelijk betrekking op de nalatigheidsintresten die de leveranciers aanrekenden.
47
7. BELASTINGEN OP HET RESULTAAT De belastingen op het resultaat omvatten:
Onderstaande tabel bevat een aansluiting tussen de effectieve belastingdruk en de uitkomst van de theoretische berekening van de groepswinst vóór belasting vermenigvuldigd met het belastingtarief dat van toepassing is op Alfacam Group. Het theoretisch toegepaste belastingtarief bedraagt 33,99%, wat overeenkomt met het Belgisch vennootschapsbelastingtarief.
Een uitgestelde belastingvordering wordt erkend voor de ongebruikte fiscale verliezen in de mate dat het waarschijnlijk is dat de toekomstige belastbare winst beschikbaar zal zijn waartegen de ongebruikte fiscale verliezen kunnen worden verrekend. 8. BEËINDIGDE BEDRIJFSACTIVITEITEN
In 2010 werden de content activiteiten voor de lokale Belgische televisiemarkt, en meer specifiek de samenwerking met EXQI beëindigd. Deze beslissing lag in het verlengde van de stopzetting van het project EXQI PLUS halverwege 2010. Niettegenstaande EXQI nv eind 2009 werd afgesplitst, werkte Alfacam Group in 2010 nog nauw samen met EXQI nv door de productie van content en de levering van technische diensten. De opzet van de samenwerking was onder meer dat Alfacam Group televisieprogramma’s kon blijven leveren voortkomende uit de joint venture met Elisabeth nv en andere reeds opgestarte projecten. Daarnaast zou Alfacam Group tevens een minderheidsparticipatie nemen in EXQI nv. De stopzetting van het EXQI PLUS project had echter een belangrijke negatieve financiële weerslag op Alfacam Group doordat waardverminderingen op EXQI posities en voorzieningen voor aangegane contractuele verbintenissen dienden te worden aangelegd. Daarnaast werd afgezien van de participatie en werd de joint venture met Elisabeth nv opgebroken.
48
Op de balans van Alfacam Group worden vorderingen opgenomen die betrekking hebben op de EXQI vennootschappen waarvoor in 2010 een 100% waardevermindering ten belope van € 2.782 k werd aangelegd. In 2011 werd de waardevermindering teruggenomen voor een netto van € 131 k. Dit is het gevolg van de compensatie van de vordering met de schulden ten opzichte van EXQI nv. Daar Alfacam Group borg staat voor bepaalde contracten die zij vroeger in het kader van de opstart van de EXQI-activiteiten heeft aangegaan werden hiervoor in 2010 voorzieningen ter waarde van € 1.305 k aangelegd. In 2011 werd deze voorziening afgebouwd naar € 844 k.
49
9. GOODWILL
Deze rubriek omvat de verschillen die tot uiting kwamen naar aanleiding van de eerste consolidatie van Alfacam Deutschland per 31 december 2003. De goodwill is onderworpen aan een jaarlijkse bijzondere waardeverminderingstest. Deze toetsing, die voornamelijk gebaseerd is op de in het business plan opgenomen kasstromen, gaf geen aanleiding tot het boeken van een bijzondere waardevermindering op de goodwill. Bijgevolg is de goodwill gedurende de voorbije boekjaren ongewijzigd gebleven. 10. IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
De immateriële vaste activa bevatten onder andere software die gebruikt wordt voor de planning, facturatie en boekhouding van de ondernemingsactiviteiten. In 2011 werd er voor een totaal bedrag van € 27 k geïnvesteerd. In 2011 werden er geen interne ontwikkelingskosten geactiveerd. De netto boekwaarde van de betreffende activa worden door hetzelfde bedrag beïnvloed.
50
11. MATERIËLE VASTE ACTIVA
Vanaf 1 januari 2011 wordt de afschrijvingsmethode van de opnamewagens en het hieraan verbonden materiaal gebracht op 9 jaar in plaats van 5 à 6 jaar. Er wordt bij het bepalen van het afschrijvingsbedrag geen rekening meer gehouden met een restwaarde van 30%. Uit de afgelopen 2 jaar is gebleken dat de markt voor opnamewagens en het hieraan verbonden materiaal minder gunstig is, waardoor de restwaarde van 30% niet meer overeenstemt met de economische waarde. Op basis van IAS 8 werd deze wijziging prospectief toegepast. Dit heeft een negatieve impact op het resultaat van € 1,8 miljoen. Toevoegingen De totale investeringsuitgaven voor 2011 (gebouw, voertuigen, draadloze investeringen, server related investeringen en technisch materiaal) bedroegen € 12,0 miljoen tegenover € 9,9 miljoen in 2010. Alfacam heeft voor een totaalbedrag van € 11,8 miljoen geïnvesteerd in technisch materiaal bestemd voor de divisie TV-diensten. Dit technisch materiaal bevat voor € 6,1 mio de leasing van 2 tweedehandswagens die gebruikt worden voor het uitvoeren van het Saoedi-project, het India-contract en de Zomerspelen 2012. Verkopen en buitengebruikstellingen De verkoop van technisch materiaal omvat naast de verkoop van los materiaal eveneens de verkoop volledig uitgeruste opnamewagens. In 2011 werden geen opnamewagens verkocht.
51
Overdracht naar/van overige categorieën De zonnepanelen werden overgedragen naar een andere categorie in 2010. De zonnepanelen werden in voorgaande boekjaren opgenomen onder andere materiële vaste activa. Gebouwen, technisch materiaal en andere activa onder financiële leasing De vennootschap heeft voornamelijk financiële leaseovereenkomsten afgesloten voor investeringen in gebouwen en technisch materiaal. De financiële leasecontracten worden gewaarborgd door de geleasede activa. De Group heeft aan het einde van iedere leaseovereenkomst de optie om de activa te kopen tegen een voordelige prijs. Op 31 december 2011 bedroeg de boekwaarde van de activa van technisch materiaal € 34,7 miljoen in vergelijking met € 37,7 miljoen per 31 december 2010. Deze activa onder leasing hebben hoofdzakelijk betrekking op technisch materiaal met uitzondering van de onroerende leasing waarvan de nettoboekwaarde per einde 2011 € 7,0 miljoen bedroeg (€ 7,1 miljoen per 31 december 2010). Op 15 september 2010 bedroeg de reële waarde van het gebouw volgens het expertverslag in going-concern € 33,0 miljoen. Verstrekte zekerheden De activa onder leasing dienen als onderpand voor de bekomen financiële leasingfinancieringen. De door de vennootschap verstrekte zekerheden voor de onroerende leasing van het gebouw en de investeringskredieten voor de opbouw van het Eurocam Media Center omvatten hoofdzakelijk hypothecaire inschrijvingen en hypothecaire volmachten op de onroerende goederen. Volgende tabel geeft een overzicht van de verstrekte zekerheden:
12. VASTGOEDBELEGGINGEN
52
De vastgoedbeleggingen van de Group omvatten het gedeelte van het onroerend goed gelegen in de Fabriekstraat 38, 2547 Lint, waaraan geen veranderingswerken werden aangebracht om het deel te laten uitmaken van het Eurocam Media Center. Dit gedeelte van het onroerend goed wordt aangehouden om huuropbrengsten op lange termijn, een waardestijging, of beide te realiseren, en is niet bedoeld voor levering van diensten in het kader van de gewone ondernemingsactiviteiten van de Group. Voor de waardebepaling van het Eurocam Media Center verwijzen we naar de toelichting Materiële vaste activa (11). 14. OVERIGE ACTIVA In 2009 heeft Alfacam voor de verkochte wagens OB27 en OB14 een uitgestelde betaling toegestaan, waardoor de verkoopsom over een periode van resp. 36 en 48 maanden zou worden betaald. Deze uitgestelde betaling werd geboekt onder de rubriek overige activa en is per einde 2011 goed voor € 140 k van de totale € 264 k. Het overige deel zijn betaalde waarborgen. De uitgestelde betaling met betrekking tot de verkochte wagens heeft per einde 2011 enkel betrekking op OB27. Per 31 december 2010 bedroeg de uitgestelde betaling voor de hierboven vermelde verkochte wagens € 2.048 k.
53
14. UITGESTELDE BELASTINGVORDERINGEN EN -VERPLICHTINGEN Voor vennootschappen van de Group met overgedragen fiscale verliezen werd de waarschijnlijkheid onderzocht of er in de toekomst belastbare winst beschikbaar zou zijn waarmee de niet-aangewende fiscale verliezen en belastingkredieten zouden kunnen worden gerecupereerd. Onderstaande tabel vat deze mutaties samen:
De in de balans opgenomen uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden als volgt naar soort verdeeld voor de boekjaren afgesloten op 31 december 2011 en 2010.
Met uitzondering van de uitgestelde belastingvorderingen van het Belgische systeem voor notionele intrestaftrek zijn de opgenomen uitgestelde belastingvorderingen onbeperkt in de tijd overdraagbaar. In 2011 waren er verliezen die niet in de balans opgenomen werden, maar wel bruikbaar zullen zijn op langere termijn. De Group bepaalt of de uitgestelde belastingen in de rekeningen worden opgenomen. Dit gebeurt door een inschatting van de toekomstige resultaten en niet-uitgedrukte latente meerwaarden.
54
15. VOORRADEN
De daling van de tv-programma’s van € 371 k naar € 180 k is het resultaat van de waardevermindering op de productie van Dragone, dewelke nog steeds in onze verkoopsportfolio zit.
16. HANDELS- EN OVERIGE VORDERINGEN
De handelsvorderingen worden verkregen na aftrek van een waardevermindering voor dubieuze debiteuren van € 2.688 k per 31 december 2011, tegenover € 1.919 k per 31 december 2010. De boekwaarden van de handels- en overige vorderingen zijn gelijk aan hun reële waarde. Op 31 december 2011 lagen de handelsvorderingen € 3.063 k hoger doordat de handelsvordering voor het Saoediproject reeds gefactureerd werd en waarvan de opbrengsten voor € 2,8 mio in 2012 opgenomen worden. Eind 2011 bedroeg de totale vordering tov EXQI nv en EXQI FM nv € 2.736 k ten opzichte van € 2.785 k in 2010. De Group besloot om een 100% waardevermindering te boeken op de totale vordering omdat er onzekerheid bestaat over de inning van deze vordering. Op 31 december 2011 hadden de handelsvorderingen (exclusief EXQI nv) met een nominale waarde van € 2.873 k een bijzondere waardevermindering ondergaan en werd er voor € 2.688 k een waardevermindering gevormd. In 2010 bedroeg de nominale waarde van de handelsvorderingen waaraan de bijzondere waardevermindering werd getoetst € 2.334 k en bedroeg de waardevermindering € 1.919 k.
55
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de dubieuze handelsvorderingen. De waardeverminderingen op de handelsvorderingen worden op individuele basis aangelegd.
De ouderdomsanalyse van de handelsvorderingen per jaareinde is als volgt:
17. GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN
De geldmiddelen en kasequivalenten van de vennootschap bevatten voornamelijk gelddeposito’s aangehouden bij verschillende Belgische banken. De boekwaarde van de geldmiddelen en kasequivalenten is gelijk aan hun reële waarde, gezien de onmiddellijke opvraagbaarheid van deze financiële instrumenten. De hoge bankpositie van € 2.605 k in 2010 is het gevolg van bij de bank geblokkeerde rekening ten belope van € 1,6 miljoen. Dit betreft een voorschot voor de Zomerspelen 2012 in Londen.
56
18. EIGEN VERMOGEN Aandeelhouderschap Het huidige aandeelhouderschap van Alfacam Group ziet er als volgt uit:
22%
1%
44%
0%
Echtpaar Fehervari - Stoop Sigmacam nv
12%
Star Fund (ING Groep) GIMV nv
6%
Adviesbeheer Gimv B&G 2004 NV
15%
Adviesbeheer Gimv B&G 2007 NV Overige aandeelhouders
Op 16 april 2011 vond er een kapitaalsverhoging van € 3.200 k plaats. De cash positie van de vennootschap werd verhoogd door inbreng in geld ten bedrage van € 3.200 k en door toekenning van achtergestelde leningen ten bedrage van € 800 k. De vennootschap Gimv nv schreef in voor € 1.440k, de vennootschap Adviesbeheer Gimv Buyouts & Growth 2007 schreef in voor € 160 k en het echtpaar Fehervari-Stoop schreef in voor € 1.600 k. Voor de inbreng in geld werden er 755.072 nieuwe aandelen uitgegeven tegen een uitgifteprijs van € 4,238 per aandeel. De nieuwe aandelen zijn van dezelfde soort als de bestaande aandelen en zijn aan dezelfde fractiewaarde uitgegeven als de bestaande aandelen namelijk € 2,5 per aandeel. De nieuwe aandelen genieten dezelfde rechten en voordelen als de bestaande aandelen. De overige reserves (€ 3.259 k) bestaan uit: A) Aandelenoptieplannen voor werknemers: overige reserves (€ 290 k): Op 23 april 2007 heeft de buitengewone vergadering van aandeelhouders van de vennootschap, op voorstel van de Raad van Bestuur, beslist een aantal warrants uit te geven gelijk aan maximaal 1% van de som van de bestaande en de nieuwe aandelen. De warrants worden progressief definitief verworven door de warranthouders, namelijk 34% vanaf de eerste verjaardag van de toekenning, 67% vanaf de tweede verjaardag van de toekenning en 100% vanaf de derde verjaardag van de toekenning. De warrants zijn niet overdraagbaar inter vivos. De warrants kunnen slechts worden uitgeoefend in de mate dat zij definitief verworven zijn en ten vroegste vanaf 1 januari volgend op de derde verjaardag van de toekenning van de warrants aan de warranthouders. De reële waarde van de warranten werd bepaald aan de hand van de Black-Scholes formule. Vorige jaren werd er een kost geboekt van € 290 k. Bij de berekening werden de onderstaande parameters gebruikt:
Uitoefenprijs Verwachte looptijd van de opties in jaren Volatiliteit (%) Risicovrije rentevoet (%) Dividendrendement (%)
15,75 5 30% 4,54% 0%
B) Warranten mezzanine leningen (€ 2.960 k): In 2009 investeerde Gimv € 5 miljoen en ING € 4 miljoen in Alfacam Group onder de vorm van een mezzaninelening. De investering laat de Group toe om de verdere groei te financieren. De rentevoet van de mezzanine bedraagt eind 2010 8,5%. In verband met deze mezzanineleningen kende de Group op 31 oktober 2009 491.481warranten toe aan Gimv en op 1 maart 2010 444.247 warranten toe aan ING. De warranten werden uitgegeven tegen een uitoefenprijs van € 6,753. In verband met de warranten van de mezzanineleningen heeft de Group de reële waarde van de warranten berekend op € 3,3 per warrant aan de hand van de BlackScholes formule. Hierbij werd rekening gehouden met een volatiliteit van het aandeel van 46%, een risicovrije rentevoet van 2,75% en een looptijd van de opties van 5 jaar.
57
Op 14 april 2011 werd er een akkoord gevormd tussen de Group en de 4 banken (KBC, ING, BNP Paribas Fortis en Belfius) om de bankschulden te herschikken. Er werd een nieuwe kredietfaciliteit aangegaan voor € 20,5 miljoen die voor 80% gewaarborgd wordt door Gigarant nv. De schuldherschikking heeft als gevolg dat de looptijd van de bovenvermelde mezzanineleningen verlengd werd tot 31 maart 2016. De rentevoet van de mezzanineleningen werd aangepast. Voor Gimv bedraagt de rentevoet 9% en deze wordt jaarlijks gekapitaliseerd. Voor ING wordt 7,75% rente gekapitaliseerd en de rente aan Euribor 3 maand wordt per kwartaal afgerekend. Voor de verlenging van de looptijd van de mezzanineleningen kende de Group hiervoor 250.000 warranten toe aan Gimv en 170.000 warranten toe aan ING. Deze warranten werden uitgegeven tegen een uitoefenprijs van € 4,77 per warrant. De Group heeft de reële waarde van de warranten berekend op € 1,8 per warrant aan de hand van de Black-Scholes formule. De looptijd van de opties is 5 jaar. Op 14 april 2011 investeerden het echtpaar Fehervari-Stoop als Gimv nv elk 400 k onder de vorm van een mezzaninelening. De rentevoet bedraagt 5% en de rente wordt jaarlijks gekapitaliseerd. Deze mezzanineleningen worden op 30 april 2016 volledig terugbetaald. De Group kende in verband met deze mezzanineleningen 83.857 warranten toe aan het echtpaar Fehervari-Stoop en 83.857 warranten toe aan Gimv. De warranten werden uitgegeven tegen een uitoefenprijs van € 4,77 per warrant. De reële waarde van de warranten werd berekend op € 1,8 per warrant aan de hand van de Black-Scholes formule. De warranten hebben een looptijd van 5 jaar.
C) Valuta-omrekeningsreserve (€ -43 k): De valuta-omrekeningsreserve wordt gebruikt om valuta-verschillen op te nemen die voortvloeien uit de omrekening van de jaarrekening van Alfacam Afrika en Alfacam Brazilië.
Uitgiftepremie of Agio (€ 2.276 k) De uitgiftepremie bestaat uit de geboekte uitgiftepremie van 2006 voor een bedrag van € 2.412 k en de kosten naar aanleiding van de beursgang. De kosten gerelateerd aan de beursgang ten bedrage van € 2.007 k werden rechtstreeks geboekt onder het eigen vermogen. Dit resulteerde in een vermindering van de uitgiftepremie van € -1.412 k (na het in mindering brengen van de uitgestelde belastingen). In 2009 resulteerde de kosten, naar aanleiding van de kapitaalvermindering bij Alfacam Group, in een vermindering van de uitgiftepremie van € 36 k. Op 16 april 2011 vond er een kapitaalsverhoging plaats ten bedrage van € 3.200 k. Hierdoor werd de uitgiftepremie verhoogd met € 1.312 k.
Kerngegevens voor aandeelhouders
19. FINANCIELE LEASEVERPLICHTINGEN, LANGETERMIJNLENINGEN EN FINANCIËLE VERPLICHTINGEN OP KORTE TERMIJN De fair value van de leningen in de zin van IFRS 7 wordt voor het opstellen van het jaarverslag, geacht gelijk te zijn aan de boekwaarde van de leningen omwille van het feit dat de meerderheid van de openstaande leningen recent zijn hernieuwd in het kader van de Gigarant overeenkomst.
58
De financiële schulden op lange termijn worden als volgt gedetailleerd: Langetermijnverplichtingen
*Zie pagina 23: cijfer werd gewijzigd na publicatie
Financiële leaseverplichtingen, langetermijnleningen en financiële verplichtingen op korte termijn
Langlopende financiering De belangrijkste langlopende leningen van de Group worden voornamelijk gebruikt voor de financiering van OB-wagens voor een totaal bedrag van € 20.073 k en de infrastructuur van het Eurocam Media Center voor een totaal bedrag van € 12.611 k. Andere langlopende financieringen bestaan uit de mezzaninelening toegekend door de Gimv, ING Bank en het echtpaar FehervariStoop. Een deel van de langlopende financiering bestaat uit leasingovereenkomsten voor auto’s en materiaal voor een totaal bedrag van € 172 k. In 2009 hebben Gimv en ING Bank ingetekend op een achtergestelde mezzaninelening voor een totaalbedrag van € 9 miljoen. De intresten op de mezzaninelening van ING Bank werden gekapitaliseerd ten bedrage van € 382 k. In het kader van de Gimv mezzaninelening werd in totaal 491.481 warrants uitgegeven, tegen een uitoefenprijs van € 6,753. De warrants van ING Bank, voor een totaal van 444.247, werden definitief toegekend bij de buitengewone algemene vergadering van 1 maart 2010. De warrants kunnen op elk moment worden uitgeoefend tijdens een periode van vijf jaar na uitgifte. Deze financiering draagt een interest in contanten en loopt tot 2012. Op 14 april 2011 werd er een akkoord gevormd tussen de Group en de 4 banken (KBC, ING, BNP Paribas Fortis en Dexia) om de bankschulden te herschikken. Er werd een nieuwe kredietfaciliteit aangegaan voor € 20,5 miljoen die voor 80% gewaarborgd wordt door Gigarant nv. De schuldherschikking heeft als gevolg dat de looptijd van de bovenvermelde mezzanineleningen verlengd werd tot 31 maart 2016. De rentevoet van deze financieringen werd aangepast. Voor Gimv bedraagt de rentevoet 9% en deze wordt jaarlijks gekapitaliseerd. Voor ING wordt 7,75% rente gekapitaliseerd en de rente aan Euribor 3 maand wordt per kwartaal afgerekend. In 2011 werd er voor € 887 k intresten gekapitaliseerd. Voor de verlening van de looptijd van de mezzanineleningen kende de Group kende hiervoor 250.000 warranten toe aan Gimv en 170.000 warranten toe aan ING. Deze warranten werden uitgegeven tegen een uitoefenprijs van € 4,77 per warrant. Op 14 april 2011 investeerden het echtpaar Fehervari-Stoop als Gimv nv elk 400 k onder de vorm van een mezzaninelening. De rentevoet bedraagt 5% en de rente wordt jaarlijks gekapitaliseerd. In 2011 werd er voor € 28 k intresten gekapitaliseerd. De mezzanineleningen worden op 30 april 2016 volledig terugbetaald. De Group kende in verband met deze mezzanineleningen 83.857 warranten toe aan het echtpaar Fehervari-Stoop en 83.857 warranten toe aan Gimv. De warranten werden uitgegeven tegen een uitoefenprijs van € 4,77 per warrant. De warranten kunnen elk moment uitgeoefend worden tijdens een periode van vijf jaar na uitgifte.
59
Kortlopende financiering De kortlopende financiering bestaat enerzijds voor € 12.793 k uit nieuwe kredieten die voor 80% gewaarborgd worden door Gigarant nv. Deze nieuwe kredieten worden gespreid opgenomen over 20 maanden zodat de druk op de kasuitgave van de bestaande kredieten verlicht wordt. Anderzijds bestaat de kortlopende financiering uit kasfaciliteiten en gewone leningen. Het grootste deel van deze financieringen betreft straight loans toegestaan aan Alfacam nv, Euro1080 nv en Alfacam Group.
Garanties BNP Paribas kende in 2009 een garantielijn toe aan Euro1080 voor een totaal bedrag van € 1.075 k. Deze garantie heeft tot doel het stellen van een bankgarantie ten gunste van UEFA ten einde de uitzendrechten te bekomen van de UEFA Europa League voor de komende drie seizoenen. Per einde 2011 bedroeg deze garantielijn nog € 270 k. Daarnaast kende BNP Paribas een garantielijn toe ten bedrage van € 348 k ten gunste van een schuldeiser in het kader van de zender EXQI. Ook KBC gaf een garantie ten gunste van OBS (Olympische Spelen Londen) voor een totaal bedrag van € 1,5 miljoen. Alle toegestane garanties zijn off balance. Covenanten De financiële covenanten die opgelegd werden naar aanleiding van de nieuwe kredieten gewaarborgd door Gigarant zijn: Capex; Solvabiliteit Total debt; EXQI. In december 2011 hadden zich een aantal vervroegde opeisingsgronden van de mezzanine leningen voorgedaan door de financiële covenanten niet werden nageleefd. De kredietverstrekkers hebben zich in maart 2012 akkoord verklaard om de aanwezigheid van deze vervroegde opeisingsgronden niet in te roepen vermits de waarborgregeling met Gigarant door de bevoegde instantie reeds werd goedgekeurd. De naleving van de financiële convenanten zal halfjaarlijks worden getoetst. De niet-naleving van de financiële covenanten kon de rubricering van schulden als lange termijn niet behouden blijven overeenkomstig IAS 1.65 en 1.66. De covenanten hebben betrekking op een totale schuld van € 58.028 k. Per 31 december 2010 bedroeg de totale achterstand van de leningen bij de vier banken (ING, KBC, Belfius en Fortis BNP Paribas) waarmee covenanten werden afgesproken € 6.511 k. Op 15 april 2011 werd een akkoord ondertekend bij deze vier banken om de terugbetaling van de leningen te spreiden. Er werd ten belope van € 20,5 miljoen nieuwe kredieten gewaarborgd door Gigarant. De kredieten, die enkel dienen om de bestaande kredieten terug te betalen en zo te spreiden in de tijd, zijn voor € 13 miljoen opneembaar in 2011 en voor € 3 miljoen in 2012. Het resterend bedrag is een permanente garantielijn van € 3 miljoen en een kaslijn van € 1,5 miljoen. De achterstand bedroeg per 31 december 2011 € 534 k. In april 2012 werd er een toestemming bekomen voor een stand still tot en met 15 juli 2012. Tevens is er een akkoord voor een vervroegde terbeschikkingstelling van de resterende schijf van € 3,2 miljoen beloofd mits betaling van de waarborgpremie van € 1,0 aan Gigarant, die ondertussen werd uigevoerd en mits het voldoen aan enkele andere voorwaarden. Doelstellingen en beleid inzake het beheer van financiële risico’s 31 december 2011
60
31 december 2010
De financiële schulden op korte termijn omvatten voorschotten, straight loans en rekening-courantkredieten die worden gekenmerkt door een vlottende rentevoet. Voor 2011 omvatten de financiële schulden op korte termijn ook de totale uitstaande schulden bij de 4 banken (ING, KBC, Belfius en BNP Paribas Fortis) evenals de mezzanineleningen. De betrokken partijen hebben geen toestemming gegeven voor de standstill en de niet-naleving van de financiële covenanten. De in de balans opgenomen bedragen van de langetermijnleningen en leaseverplichtingen en de kortetermijnschulden vertonen geen significante verschillen ten opzichte van hun werkelijke waarde. Het bedrag van de financiële leasingschulden is bij de aanvang van de lease gelijk aan de marktwaarde van het gehuurde eigendom of, indien lager, aan de contante waarde van het minimum aantal betalingen dat moet worden uitgevoerd in het kader van het leasecontract. De activa onder leasing dienen als onderpand voor de bekomen financiële leasingfinancieringen. De door de vennootschap verstrekte zekerheden voor de onroerende leasing van het gebouw en de investeringskredieten voor de opbouw van het Eurocam Media Center omvatten hoofdzakelijk hypothecaire inschrijvingen en hypothecaire volmachten op de onroerende goederen. Alfacam heeft vooral contracten met vaste rentevoeten waardoor het intrestrisico is beperkt. Volgende tabel geeft een overzicht van de verstrekte zekerheden:
In de loop van 2009 werden hypothecaire volmachten en volmachten mbt pand handelszaak omgezet in hypothecaire inschrijvingen en handelspanden goed voor samen € 12.808 k. De verstrekte zekerheden zijn in 2011 gewijzigd doordat de hele structuur werd herbekeken naar aanleiding van de verstrekking van de nieuwe leningen in april 2011. De notionele bedragen die moeten worden betaald in het kader van leasecontracten zijn vast. Leasebetalingen omvatten geen voorwaardelijke huur. De toekomstige betalingen van de financiële leasingverplichtingen worden per 31 december 2011 en 2010 in volgende tabellen vermeld:
De Group heeft financiële leasings- en huurkoopcontracten voor verscheidene materiële vaste activa en auto’s. Deze leasingovereenkomsten hebben een koopoptie aan voordelige voorwaarden. Deze tabel herinnert aan de minimale betalingen van het kapitaal- en rentegedeelte van de financiële leasings.
61
20. ONTVANGEN VOORUITBETALINGEN
De ontvangen voorschotten voor captatieopdrachten hebben in 2010 als in 2011 betrekking op de Olympische Spelen in London.
21. VOORZIENINGEN
Daar Alfacam Group borg staat voor bepaalde contracten die zij vroeger in het kader van de opstart van de EXQI-activiteiten heeft aangegaan werden in 2010 voorzieningen ter waarde van € 1.305 k aangelegd. In 2011 werd er voor € 391 k voorziening teruggenomen ten gevolge van het verstrijken van contracten.
62
22. HANDELS- EN OVERIGE SCHULDEN
De schulden met betrekking tot bezoldigingen, bedrijfsvoorheffing en sociale lasten bestaan voornamelijk uit aangelegde voorzieningen voor vakantiegeld, de openstaande facturen van de lonen van december en de eindejaarspremie. De schuld ten aanzien van Sigmacam betreft nog openstaande facturen ten bedrage van € 34 k. De uitgestelde bedrijfsopbrengsten omvatten enerzijds de gespreide overdracht van de meerwaarde op de verkoop van de captatiewagens voor € 286 k en anderzijds de overdracht van de omzet naar volgend boekjaar voor € 4.317 k. Onder Overige, voor een totaalbedrag van € 1.603 k, staan voornamelijk BTW (€ 367 k), buitenlandse belastingen en taxen (€ 484 k) en overlopende rekeningen (€ 515 k). De handelsschulden zijn gestegen van € 6.752 k in 2010 naar € 7.058 k in 2011.
TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN
De managementvergoeding ten bedrage van € 724 k betreft de vergoeding van drie verschillende functies, namelijk CEO, CFO en COO.
63
De vennootschap heeft daarnaast volgende transacties gesloten met verbonden partijen: levering van diensten voor EXQI nv; levering van materiaal voor EXQI nv; huur van materiaal van Sigmacam nv. De levering van technische diensten en materieel aan EXQI nv en het gebruik van materiaal van Sigmacam nv werd door de Raad van Bestuur besproken. Hierbij heeft de Raad besloten dat alle verrichtingen gebeurden “at arms lenght” conform gebruikelijke marktvoorwaarden en binnen het kader van een normale bedrijfsvoering. Uiteraard werd de beslissing om EXQI vooruit te helpen genomen om de continuïteit te waarborgen in een periode van besprekingen met verschillende overnemers, en dit teneinde de belangen van de vennootschap te vrijwaren. De IFRS-disclosures betreffende de remuneratie van de managers, werden specifiek toegelicht in het remuneratieverslag p. 10. Management Op 14 april 2011 tekende het echtpaar Fehervari-Stoop in op een achtergestelde mezzaninelening ten belope van € 800 k. De financiering loopt tot 30 april 2016. De intresten op de mezzaninelening worden gekapitaliseerd aan een rentevoet van 5%. In het kader van deze lening werden er 83.857 warranten toegekend aan het echtpaar Fehervari-Stoop. De uitoefenprijs bedraagt € 4,77 per warrant. De warranten kunnen op elk moment uitgeoefend worden tijdens een periode van vijf jaar na uitgifte. Er werden geen andere extra voordelen toegekend aan het management. Raad van Bestuur Gedurende 2011 werd er € 90 k betaald als vergoeding aan de bestuurders en dit conform de regels bepaald in het hoofdstuk ‘Corporate Governance’. Er werden geen warranten of andere extra vergoedingen toegekend aan (een) bestuurder(s) in 2011. Voor meer informatie over remuneratie van bestuurders en uitvoerend management verwijzen we naar ‘Corporate Governance’ op pagina 6 van dit jaarrapport.
VERBINTENISSEN Operationele leasing Verbintenissen werden aangegaan met betrekking tot de operationele leasings waarbij de vennootschap de leasinggever of leasingnemer is. De gezamenlijke toekomstige minimale leasebetalingen in het kader van niet-opzegbare operationele leasings zijn:
Zoals weergegeven in de toelichting van de overige bedrijfskosten bedragen de leasebetalingen (huur), opgenomen in de winst- en verliesrekening, circa € 710 k voor 2011 in vergelijking met € 868 k in 2010. De operationele leaseovereenkomsten werden afgesloten voor personenwagens, kantoormeubilair en kantoormateriaal. Op 31 december 2011 waren er geen belangrijke operationele leasingovereenkomsten andere dan de operationele leasings (huren) hieronder vermeld. Deze kosten zijn opgenomen in overige bedrijfskosten (operationele leasings).
64
Buitenlandse vestigingen De huurovereenkomst voor het kantoor in Northriding (Zuid-Afrika), betreft een gehuurde oppervlakte van circa 1.205 m², en verstrijkt op 31 mei 2013, met een jaarlijkse huur van 652,8 k Rand.
De huurovereenkomst voor het kantoor in Unterföhring (Duitsland) betreft een gehuurde oppervlakte van circa 50 m², en verstrijkt na schriftelijke opzegtermijn van drie maanden, met een jaarlijkse huur van € 4 k.
De huurovereenkomst voor het kantoor in Milaan (Italië) betreft een gehuurde oppervlakte van circa 650 m², met een jaarlijkse huur van € 17 k. Per 1 juni 2011 werd het contract herzien en bedraagt de jaarlijkse huur € 6 k voor een gehuurde oppervlakte van circa 50 m². De huur verstrijkt tweemaandelijks.
De huurovereenkomst voor het kantoor in Vitrolles (Frankrijk) betreft een gehuurde oppervlakte van circa 500 m², met een jaarlijkse huur van € 41 k. Per 16 september 2011 werd een nieuw contract getekend. De jaarlijkse huurprijs zal vanaf 1 januari 2012 verhoogd naar € 56 k, en verstrijkt op 31/08/2020. De gehuurde oppervlakte zal verhoogd worden naar circa 650 m².
De huurovereenkomst voor het kantoor in Rio de Janeiro (Brazilië) betreft een gehuurde oppervlakte van circa 1.200 m², en verstrijkt op 6 mei 2012, met een jaarlijkse huur van 300 k BRL.
De ad hoc- en kortetermijninhuur en -verhuur van technisch materiaal worden niet als operationele leaseovereenkomsten beschouwd.
Overige verbintenissen De vennootschap heeft gedurende vijf jaar de verplichting om elektriciteit af te nemen bij haar elektriciteitsleverancier. Deze verplichting loopt tot 31 december 2012.
65
DOCHTERVENNOOTSCHAPPEN: De dochtervennootschappen en hun procentueel belang per einde boekjaar worden in de volgende tabel weergegeven:
Op 27 september 2011 richtte de Group Alfacam Brazilië op. Het doel van de nieuwe dochteronderneming is de diensten van Alfacam efficiënter op de Zuid-Amerikaanse markten te brengen. Alfacam mikt hierbij op de grote culturele en sportevenementen die in de regio zullen plaatsvinden. In 2010 stond Alfacam al in voor de opnames rond het WK Voetbal in Zuid-Afrika.
Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum: Op 21 februari 2012 hebben de vier huisbankiers van Alfacam Group, ING, KBC, Belfius en BNP Paribas Fortis, het verzoek van Alfacam Group tot tijdelijke stand still goedgekeurd. De Group had dit verzoek geformuleerd op 21 december 2011 teneinde wat meer ademruimte te creëren voor de aflossingen van haar bankschulden. Aanvankelijk gold deze tijdelijke stand still tot 30 maart 2012 en werden door de banken een reeks voorwaarden geformuleerd waarbij nog een verdere verlenging mogelijk zou zijn. Deze voorwaarden werden actief besproken met het management en ook met de Raad van Bestuur van Alfacam Group. Op de afloopdatum van deze tijdelijke stand still hebben de vier banken hun akkoord gegeven tot een verlenging van deze tijdelijke stand still voor een periode eindigend op 15 juli 2012 tegen enkele opschortende voorwaarden.
66
De belangrijkste voorwaarden zijn: Het betalen op vervaldatum 5 april 2012 van de waarborgpremie aan Gigarant nv, voor de vorig jaar bekomen waarborgregeling van de Vlaamse regering. Beoordeling door de banken van een pakket maatregelen dat de Raad van Bestuur van Alfacam Group zou mededelen. Ondertussen heeft Alfacam de gevraagde waarborgpremie van € 1,0 miljoen tijdig gestort op de vervaldag. Wat de verdere maatregelen betreft werden bijkomende besprekingen met de banken gevoerd. De banken hebben deze maatregelen voorlopig aanvaard. Tegen 15 juni zal de Raad van Bestuur een meer uitgewerkt plan van maatregelen bezorgen aan de banken. MANDATEN EN BEZOLDIGING VAN DE COMMISSARIS De Commissaris van de Onderneming is Deloitte Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door de heer Dirk Cleymans. Voor Alfacam Group kunnen de mandaten, bijkomende opdrachten en bezoldigingen als volgt worden samengevat:
67
ALFACAM GROUP De volgende pagina’s zijn uittreksels uit de wettelijk voorgeschreven jaarrekening van Alfacam Group. De grondslagen inzake administratieve verantwoording en verslaggeving van Alfacam Group verschillen in belangrijke mate van de grondslagen inzake administratieve verantwoording en verslaggeving die werden gebruikt voor de geconsolideerde jaarrekening. De wettelijk voorgeschreven jaarrekening volgt de Belgische wettelijke voorschriften, terwijl de geconsolideerde jaarrekening de IFRS volgt. Enkel de geconsolideerde jaarrekening zoals die in de vorige pagina’s is beschreven, geeft een waarheidsgetrouw en oprecht beeld van de financiële situatie en de prestaties van de Group. Het jaarverslag van de Raad van Bestuur aan de gewone jaarlijkse algemene aandeelhoudersvergadering en de jaarrekening van Alfacam Group, alsook het verslag van de commissaris zullen binnen de wettelijk voorgeschreven termijn worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. Deze documenten zijn op verzoek verkrijgbaar bij Alfacams Investor Relations departement en kunnen gedownload worden op www.alfacamgroup.com. Het wettelijk voorgeschreven verslag van de commissaris is zonder voorbehoud en bevestigt dat de wettelijk voorgeschreven enkelvoudige jaarrekening van Alfacam Group voor het op 31 december 2011 afgesloten jaar een waarheidsgetrouw en oprecht beeld geeft van de financiële situatie en resultaten van de vennootschap in overeenstemming met alle wettelijke en regulerende voorschriften.
68
Wettelijk voorgeschreven resultatenrekening verkorte vorm (volgens de Belgische standaarden)
Resultaat verwerking
69
INFORMATIE VOOR AANDEELHOUDERS 1. INFORMATIE OVER HET AANDEEL
2. EVOLUTIE VAN DE KOERS VAN HET AANDEEL
10 8 6 4 2
1/12/2011
1/11/2011
1/10/2011
1/09/2011
1/08/2011
1/07/2011
1/06/2011
1/05/2011
1/04/2011
1/03/2011
1/02/2011
1/01/2011
0
3. JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING De jaarlijkse Algemene Vergadering zal plaatshebben op woensdag 16 mei 2012 om 10u00 in het Eurocam Media Center, Fabriekstraat 38, 2547 Lint, België. 4. DEELNAME De aandeelhouders die wensen deel te nemen aan de jaarlijkse Algemene Vergadering om hun stem uit te brengen, moeten uiterlijk op 9 mei 2012 geregistreerd zijn in het aandelenregister dat wordt bijgehouden door KBC Bank en ING. Uiterlijk op 10 mei 2012 moeten zij aan Alfacam Group bevestigen dat zij de vergadering zullen bijwonen. 5. FINANCIËLE KALENDER De bekendmaking van de financiële informatie voordat die op de markt wordt verspreid, zal als volgt gebeuren: Resultaten geheel 2011: Publicatie jaarverslag 2011 op website: Resultaten halfjaar 2011: Jaarlijkse aandeelhoudersvergadering (Algemene Vergadering) : (Eurocam Media Center, Fabriekstraat 38, 2547 Lint, België)
26 maart 2012 16 april 2012 27 augustus 2012 16 mei 2012 om 10u00
6. RELATIES MET DE BELEGGERS Er werden verscheidene groeps- en individuele vergaderingen gehouden met financiële analisten en beleggers. Het jaarverslag betreffende het boekjaar 2011 is beschikbaar in het Nederlands en het Engels. Corporate communicatie: Sven Marinus, Chief Executive Officer, tel. 03 454 20 10 Relaties met de beleggers: Erwin Custers, Chief Financial Officer, tel. 03 454 20 10,
[email protected]
70