nthouder
eheel
GO
De
ALCOHOLBELEID : INTENSIVERING HANDHAVING EN VERGROTING DRAAGVLAK NODIG
UITGAVE VAN DE STICHTING ANGOB
FEITEN EN COMMENTAREN OVER ALCOHOL EN DRUGS 114-de jaargang no. 5
september-oktober 2014
Verontrusting over de sterke toename van alcoholproblemen in de zeventiger jaren, resulteerde in 1986 in de ministeriële nota “Alcohol en Samenleving”. Die nota stelde een maatschappijbrede aanpak voor. Sinds 1986 zijn er tal van losse maatregelen genomen op deelgebieden van de alcoholproblematiek. Maatregelen tegen alcoholische overlast, maatregelen voor veiliger uitgaan, maatregelen voor verkeersveiligheid, enz. Die maatregelen hebben weinig zoden aan de dijk gezet. Na de stijging van het hoofdelijk alcoholgebruik met 350 procent tussen 1955 en 1979, is er sinds 1986 een daling van ruim 10 procent opgetreden. De stijging vond in 24 jaar plaats, de veel kleinere daling kostte 28 jaar. Dat de daling zo moeizaam gaat, is voor een deel te wijten aan de tegenwerking van commercieel belanghebbenden. Zij zien hun omzet in gevaar komen. Door steun toe te zeggen aan het matigingsbeleid, zijn zij in gesprek met de overheid gekomen. Zo hebben zij voor elkaar gekregen dat de aanpak van de alcoholreclame door zelfregulering van de alcoholbranche zou plaatsvinden. Zelfregulering die gericht blijkt op zo weinig mogelijk verlies van omzet . De meest recente aanscherping van het alcoholbeleid, is de afgelopen januari ingegane verhoging van de leeftijdsgrens voor bier en wijn van 16 naar 18 jaar. Horeca en supermarkten bleven zich tot het laatst verzetten. Producenten, importeurs en slijters gingen uiteindelijk akkoord. Het nuttig effect van een maatregel, staat of valt met de naleving ervan. De naleving berust op twee pijlers : handhaving en maatschappelijk draagvlak. Maatschappelijk draagvlak ontwikkelt zich langzaam, mede door gewenning. Dat brengt met zich mee dat gedurende een periode direct na de invoering van een maatregel, extra inspanningen voor de handhaving nodig zijn. De oude leeftijdsgrens werd slecht nageleefd. De nieuwe berust op hetzelfde principe. Dus is er hetzij een vergroting van de personele inzet voor de handhaving nodig, hetzij een inzet van nieuwe middelen (bijv. elektronische controle op afstand). Complicerende factor hierbij is het feit dat de handhavingstaak van het rijk naar de gemeenten is overgeheveld. Op voorhand werd dan ook al gewaarschuwd dat de gemeenten nog niet klaar waren om deze taak op zich te nemen. Inmiddels is gebleken dat de naleving van de nieuwe leeftijdsgrens zeer te wensen overlaat. Het maatschappelijk draagvlak is nog onvoldoende ontwikkeld. Er zijn geen speciale campagnes geweest om ouders van 16- en 17-jarigen te doordringen van de medische onwenselijkheid van alcoholgebruik op die leeftijd. Het gevolg is dat veel ouders van kinderen in die leeftijd, nog geen enkel bezwaar hebben tegen alcoholgebruik door hun kinderen. Soms gaan hun kinderen zelfs op “zuipreizen” naar het buitenland. In de carnavalstijd verkondigden diverse carnavalsverenigingen “een pilsje moet kunnen”. Een enquête gaf aan dat 75 procent van de stemmers het eens was met de stelling “bier hoort bij carnaval”. De horeca is inmiddels ook in de aanval gegaan op de nieuwe leeftijdsgrens. Vanuit drie regio’s (Friesland, kop van Noord-Holland, Zuidoost Brabant) is verkondigd dat als de wet niet te handhaven valt, hij afgeschaft moet worden. dr.ir. D. Korf
Gemeenten missen menskracht
HORECA SLAAT ALARM OPROEP VOOR AANPAK ALCOHOL IN NIEUW – ZEELAND In Nieuw-Zeeland hebben alcoholproblemen een Europese omvang bereikt. De overheid heeft tot nu toe weinig gedaan tegen de toename van de problemen. Zij heeft waarschuwingen en plannen voor een aanpak zelfs in de prullenbak laten verdwijnen. Een groep van leiders op heel verschillende terreinen, heeft zich nu met een “Call for Action” tot de regering gericht. Gezamenlijk vertegenwoordigen de 37 ondertekenaars de vier grote kerkgenootschappen van het land, de medische beroepsverenigingen en –opleidingsinstituten, de Heart Foundation en de Cancer Society. Zij vragen in hun “Call for Action” om verhoging van de alcoholaccijns en invoering van een minimumprijs per eenheid alcohol. Twee zaken die ook al eerder in een rapport over de situatie als aanbevelingen waren opgenomen. Daarnaast vraagt de Call for Action om aanpak van de alcoholreclame en van het sponsorschap van alcoholconcerns. “De Call for Action komt voort uit bezorgdheid over de voortdurende schade die alcohol toebrengt aan te veel Nieuwzeelanders”. Aldus dr. G.Robinson, medisch woordvoerder van de actiegroep.
In de tweede helft van juli heeft Horeca Nederland alarm geslagen over het toenemende aantal “huiskamercafé’s”. Die doen de reguliere horeca oneerlijke concurrentie aan. Het gaat niet alleen om de “hokken en keten” van de jeugd, maar in toenemende mate ook om gelegenheden voor volwassenen. De zogenaamde “huiskamercafé’s” zijn, anders dan de hokken en keten, meestal gevestigd in gewone woonhuizen. Soms zijn zij ingericht als echte kroegen, zelfs compleet met biertap en fruitautomaat. De exploitanten beweren vaak dat die alleen voor feestjes met hun vrienden bedoeld zijn. Maar meestal kun je er gewoon een drankje bestellen en afrekenen. En de prijzen zijn er minimaal. De horeca beweert dat de illegale huiskamercafé’s een gevolg zijn van de strengere alcoholwet, die jongeren onder de 18 verbiedt alcohol te drinken. Een bewering waar wij de nodige vraagtekens bij zetten. Jongeren van 16 en 17 zijn de enigen voor wie er iets veranderd is. Maar die hadden al hun keten. Zij hadden dus geen huiskamercafé’s nodig om aan drank te komen. Die huiskamercafé’s zijn meestal breed toegankelijk, je behoeft er geen lid van te worden of tot een bepaalde vriendenkring te behoren. Er vindt gewoonlijk ook geen onderling overleg om je kans op hartziekten te verkleinen moet je naar de groenteman, niet naar de slijter
Alcoholvrij bier nog bescheiden, maar groeiend marktaandeel
MINDER ALCOHOL GEDRONKEN IN 2013 Terwijl de consumptie van alle drie klassen alcoholhoudende drank in 2013 in ons land een daling vertoonde, steeg de consumptie van alcoholvrij bier. Daarmee werd de tendens van de afgelopen jaren voortgezet. Van 2012 op 2013 bedroeg de stijging 5 procent.
2
Over 2013 vertoonde de consumptie van wijn de grootste daling, namelijk min 5,9 procent. Omdat over de afgelopen 15 jaar wijn de grootste stijging had vertoond, viel op voorhand te verwachten dat de recessie hier de grootste teruggang zou veroorzaken. De consumptie van sterke drank loopt al jarenlang ieder jaar wat terug. Over 2013 bedroeg de daling 4,7 procent. Bier tenslotte vertoonde over 2013 de kleinste daling, namelijk 3,7 procent. En dat terwijl bier met 70 liter per hoofd van de bevolking de grootste alcoholleverancier van de Nederlandse consument is. Alles bij elkaar resulteerde uit deze dalingen van de afzonderlijke klassen alcoholhoudende dranken, voor de totale alcoholconsumptie een daling van ruim 5 procent. Omgerekend per hoofd van de bevolking een daling van bijna 7,5 liter pure alcohol naar ruim 7,1 liter. Nog steeds ongezond veel
meer dan de 2 liter van 1955 ! In 2013 bedroeg de totale bierafzet op de Nederlandse markt 11,7 miljoen hectoliter. In 2012 was dat 12,1 miljoen hectoliter. Ondanks de teruggang van het volume, steeg de accijnsopbrengst met 6,5 procent. De tegenstanders van de accijnsverhoging van 1 januari 2013 hebben dus ongelijk gekregen. De totale opbrengst is niet gedaald. De kip met de gouden eieren is (nog) niet geslacht. Tegenover de afname van de totale bierafzet met 3,7 procent, staat een toename van de consumptie van alcoholvrij bier met 5 procent. Overigens blijft alcoholvrij bier met 190.000 hectoliter ver achter bij de 11,7 miljoen hectoliter van alcoholhoudend bier. Een aandeel van 1,6 procent van de totale biermarkt, is nog ver verwijderd van de bijna10 procent die alcoholvrij bier zo’n dertig jaar geleden korte tijd bereikte.
over de inkoop plaats. De exploitanten zijn meestal volwassenen. Kortom, voldoende redenen om de bewering van de horeca naar het rijk der fabelen te verwijzen. Ons inziens zijn de economische crisis en het grote prijsverschil tussen alcohol in de supermarkt en die in de horeca, de voornaamste oorzaken achter de opkomst van de huiskamercafé’s. De horeca verwijt verder de gemeenten veel te weinig te doen tegen illegale drankgelegenheden. Inderdaad beschikken de gemeenten over te weinig menskracht om specifiek het probleem van de zuipketen aan te pakken. Handhaven van de Drank- en Horecawet omvat echter meer dan alleen optreden tegen zuipketen. Ook de reguliere horeca moet gecontroleerd blijven worden. Dat is de afgelopen jaren wel gebleken uit diverse onderzoeken naar de naleving van de leeftijdsgrens. Per slot van rekening is alcohol uit het café net zo schadelijk als alcohol uit de zuipkeet. In de provincies Friesland en Groningen, zijn bij de gemeenten 121 zuipketen bekend. Geschat wordt dat het werkelijke aantal twee- tot driemaal zo hoog is. In de eerste helft van 2014 zijn er 16 van die bekende keten gesloten. Er wordt dus wel degelijk tegen opgetreden. Het verwijt van de horeca is dus niet terecht. Het zal alleen lang duren als er in het huidige tempo wordt doorgegaan.
COLOFON
De GO : tweemaandelijks voorlichtingsblad over alcohol en drugs, uitgegeven door de Stichting ANGOB. ISSN 0166-2880. Postabonnement E 10,- per jaar. Verantwoordelijk eindredacteur: Dr. ir. D. Korf, Dresselhuijsweg 20, 4105 DB Culemborg, tel 0345473239, e-mail:
[email protected] Administratie: W. Matla, Hof van Delftlaan 119, 2613 BL Delft, tel. 015-2126904, giro 849 058. Artikelen voorgaande nummers: www.angob.nl
Nederland neemt massaal een ”slaapmutsje” voordat men naar bed gaat.
ALCOHOL SCHADELIJK VOOR KWALITEIT NACHTRUST
bijna altijd slaaptabletten. Tijdelijk of zelden gebeurt dit door 27 procent. Om zich voor de nieuwe (werk)dag gereed te maken drinkt 25 procent koffie terwijl 18 procent het bij muziek houdt.
Een glaasje drank voordat men naar bed gaat, heet in de volksmond een slaapmutsje. Zwitsers onderzoek heeft al in 2009 laten zien dat alcohol ook nadelen voor de slaap heeft. Toch neemt 41 procent van de volwassen Nederlanders nog steeds een alcoholisch drankje voor het slapengaan. De Nederlandse vereniging voor Slaap- en Waakonderzoek (NSWO) organiseerde afgelopen maart de Nationale Slaapweek. Ter gelegenheid daarvan deed zij een persbericht uitgaan met de uitkomsten van een door haar verricht onderzoek naar de gewoonten van Nederlanders rondom het slapengaan. Wanneer wij die uitkomsten naast het Zwitserse onderzoek uit 2009 naar de effectiviteit van alcohol als “slaapmutsje” leggen (wij schreven daar destijds over in dit blad), dan vallen er diverse conclusies te trekken. Voor haar onderzoek enquêteerde de NSWO een kleine 1000 Nederlanders. Van hen bleek 41 procent (vrijwel) dagelijks één of twee glaasjes drank te consumeren in het laatste uur vóór het slapengaan (51 procent van de mannen, 35 procent van de vrouwen). Dit feit leidt tot de conclusie dat de gemiddelde Nederlander óf het Zwitserse onderzoek uit 2009 niet kent, óf zich niets aantrekt van de conclusie ervan. Opvallend was dat 22 procent van de respondenten regelmatig caffeïnehoudende dranken gebruikte kort voor het slapengaan (cola’s 12 procent, koffie 9 procent en energiedrankjes 1 procent). Men trekt zich al evenmin iets aan van wat de wetenschap zegt over caffeïne. Maar liefst 49 procent van de respondenten verklaarde niet tevreden te zijn met de slaap. Dat is in overeenstemming met de conclusie uit het Zwitserse onderzoek dat alcohol schadelijk is voor de kwaliteit van de nachtrust. Alcohol bevordert het inslapen, maar belemmert het doorslapen. Dat is het gevolg van een heel complex van gevolgen van alcoholgebruik, zoals versnelde urineproductie, langer en/of intensiever snurken, beginnende kater, soms nachtmerries en/of zweetaanvallen, enz. De slaap wordt daardoor eerder onrustig. Het gevolg van één en ander is dat men bij het wakker worden niet uitge-
rust is. Van de respondenten klaagt dan ook 31 procent over slaperigheid overdag. Tweederde daarvan doet zelfs een dutje overdag. Aan de andere kant klaagt 22 procent van de respondenten over slapeloosheid. Een percentage dat merkwaardigerwijs precies gelijk is aan het percentage van de caffeïnedrinkers. Een samenhang tussen deze twee ligt voor de hand. Om beter te slapen gebruikt 9 procent van de geënquêteerden regelmatig of
prof. dr. J. Casas, epidemioloog
Gunstig effect rode wijn definitief sprookje gebleken
HOE MINDER ALCOHOL, HOE BETER VOOR HET HART Ook een lage of matige consumptie van alcohol kan het risico op hartziekten of hoge bloeddruk vergroten. Aldus de uitkomst van een grootschalig onderzoek geleid door prof. dr. J. Casas, afgelopen juli gepubliceerd in de British Medical Journal. De opvatting dat gering alcoholgebruik een gunstig effect op hart en bloedvaten zou hebben, moet dus de prullenbak in. Het verwoestende effect van zwaar alcoholgebruik op het hart is al meer dan een eeuw bekend. Sinds een jaar of vijfendertig verschijnen er echter regelmatig onderzoeksrapporten die concluderen dat een laag tot matig alcoholgebruik juist een gunstig effect op hart en bloedvaten zou hebben. Volgens professor Casas, hoogleraar epidemiologie aan de London School of Hygiene and Tropical Medicine, houden veel van die onderzoeken ten onrechte geen rekening met de leefstijl van de proefpersonen. Veel epidemiologische conclusies zijn gebaseerd op wat de proefpersonen hebben medegedeeld over hun alcoholgebruik. Afhankelijk van de (sub)cultuur van die proefpersonen kan dit zowel tot overschatting als tot onderschatting van hun werkelijke alcoholconsumptie leiden. Ook is vaak geen rekening gehouden met sportbeoefening of overgewicht. Casas en medewerkers splitsten de proefpersonen in een groep met het “Westerse gen” voor alcoholafbraak en een groep met het “Aziatische gen”. Laatstgenoemden hebben sneller last van onaangename gevolgen van alcoholconsumptie zoals blozen, duizeligheid en misselijkheid. Zij vormen daardoor een groep met gemiddeld een lagere alcoholconsumptie dan de groep met het Westerse gen. Overigens komt het Aziatische gen ook bij een minderheid ( 7 procent ) van de Europeanen voor, en omgekeerd het
Westerse gen bij een minderheid van de Aziaten. Casas en medewerkers constateerden dat de groep met het Aziatische gen gemiddeld een lagere bloeddruk en een lager vetgehalte van zijn lichaam (BMI) had. Maar ook hun kans op hartziekten bleek 10 procent lager te zijn. Vervolgens werden beide groepen opgesplitst naar lichte, matige en forse drinkers. Bij deze groepen werd gekeken naar het effect van vermindering van de alcoholconsumptie. In alle gevallen resulteerde vermindering van de alcoholconsumptie in een verbetering van de cardiologische gezondheid. Van een gunstig effect van geringe consumptie (maximaal de veel aanbevolen twee glazen wijn per dag gedurende zes dagen per week) was geen spoor te bekennen. Blijkbaar is vermindering van de alcoholconsumptie altijd gunstig, ook voor mensen die al (heel) weinig drinken. Mede-onderzoeker prof.dr. T. Chico, cardioloog aan de universiteit van Sheffield, constateert dat er nog nooit een steekhoudende theorie ter verklaring van een gunstig effect van alcohol of van rode wijn is opgesteld door biologen, farmacologen of medici. En hij voegt hier de goede raad aan toe : om je kans op hartziekten te verminderen moet je naar de groenteman gaan, niet naar de slijter. Dingeman Korf
3
Zwaar drinken kan leiden tot een afkeer van alcohol bij mannelijke nakomelingen
In 2013 wederom minder drankrijders betrapt Agenten bekeuren ieder jaar minder automobilisten die met drank in hun lijf achter het stuur zijn gekropen. In vier jaar tijd daalde het aantal betrapte alcomobilisten met bijna een kwart. Maar hoevelen wisten de controles te omzeilen ?
4
In 2013 werden bijna 35.000 automobilisten beboet omdat zij reden met meer dan 0,5 promille alcohol in hun bloed. Vier jaar eerder waren dat er nog bijna 46.000. Politiewoordvoerder R.Gerretsen formuleert voorzichtig : “Controles en campagnes lijken hun vruchten af te werpen. Verkeersonderzoeker S.Houwing van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) is stelliger in zijn mening : “Er is de afgelopen jaren onmiskenbaar een cultuuromslag geweest”. Volgens de politie rijden de bestuurders bewuster. Aan het aantal controles is niet getornd. Dat laatste mag gelden voor 2013 in vergelijking met 2012, maar het is bekend dat in politiedistrict Zeeland van 2010 tot 2012 het aantal controles met 15 procent daalde. Voormalig verkeersofficier Koos Spee daarover : “Als in Zeeland minder is gecontroleerd, zou het mij niets verbazen als dat overal het geval is geweest”. Houwing is van mening dat de daling van het aantal opgelegde boetes vooral te danken is aan de speciale handhavingsteams die sinds 1999 drankrijders proberen op te sporen, en aan de BOB-campagnes. Ook hebben volgens hem de strengere regels voor beginnende bestuurders die in 2006 werden ingevoerd, en de recente invoering van het alcoholslot een preventieve werking tegen het rijden onder de invloed. Naast bovengenoemde oorzaken, zijn er echter nog diverse andere te bedenken. De economische crisis heeft volgens de horeca geleid tot een vermindering van het uitgaan. En juist na het uitgaan wordt relatief vaak gereden met een slok op. Ook de “vrijdagmiddagborrel” is door de economische crisis teruggedrongen. Evenzo de niet-noodzakelijke zondagse uitjes. Tenslotte de vraag : hoevelen wisten de controles te omzeilen ? Het gebruik van de sociale media is enorm toegenomen. Daarmee valt een controlelocatie van de politie binnen de kortste keren aan een groot publiek bekend te maken. Daarmee wordt de pakkans drastisch verminderd. Ons inziens is het dan ook nog te vroeg om van een cultuuromslag te spreken.
ALCOHOLISME TOCH NIET ERFELIJK ? Alcoholverslaving komt regelmatig voor in opeenvolgende generaties binnen dezelfde familie. Sinds de ontdekking van de genen, is men dan ook op zoek geweest naar het gen dat leidt tot alcoholverslaving. Dat is niet gevonden. En nu hebben Amerikaanse onderzoekers zelfs gevonden dat zwaar drinken kan leiden tot een afkeer van alcohol bij mannelijk nageslacht. Vooralsnog overigens alleen bij muizen. Alcoholisme, door de onderzoekers “alcohol use disorder” (AUD) genoemd, komt veel voor in de Westerse wereld. Alleen al in de Verenigde Staten bedragen de maatschappelijke kosten 223 miljard dollar per jaar ! Geen wonder dat er met name in de VS al jaren intensief gezocht wordt naar een genetische basis van de aandoening. Die zoektocht heeft een beperkt aantal afwijkende genen opgeleverd, die elk voor slechts een gering deel bijdragen aan het risico voor alcoholisme. Het lijkt zo langzamerhand dan ook waarschijnlijk dat één allesbepalend gen voor alcoholisme niet bestaat. Recent wetenschappelijk onderzoek op verschillende gebieden van de biologie, heeft laten zien dat niet alleen aangeboren eigenschappen overgeërfd kunnen worden, maar dat onder bepaalde omstandigheden sommige verworven eigenschappen eveneens overgeërfd kunnen worden. Dat is de zogenaamde “epigenetische erfelijkheid”. Die is met betrekking tot morfine bij knaagdieren enige tijd geleden aangetoond. Twee hoogleraren van de universiteit van Pittsburgh, G.Homanics en A.Finegersh, besloten naar aanleiding daarvan, een onderzoek te starten naar de mogelijkheid van epigenetische overerving van vatbaarheid voor alcoholverslaving. Zoals te doen gebruikelijk, startten zij hun onderzoek met muizen als proefdieren. Onverwacht resultaat Een groep mannelijke muizen werd in tweeën gesplitst. De ene helft werd gedurende een gewenningsperiode blootgesteld aan alcoholdamp in de lucht die zij inademden. De hoeveelheid alcohol werd zo ingesteld dat het alcoholgehalte in het bloed ongeveer 0,5 promille bedroeg. De andere helft ademde schone lucht in. Vervolgens werden de muizen gepaard met vrouwtjesmuizen die alcoholvrij waren opgegroeid. De nakomelingen van de twee groepen mannetjesmuizen bleken voor wat betreft de zonen te verschillen. Bij de dochters waren geen verschillen te constateren. Een niet verwachte verrassing. Bij de mannelijke nakomelingen onderling, was de verrassing nog groter. De onderzoekers hadden verwacht dat de nakomelingen van de “alcoholische vaders” een sterke voor-
keur voor het consumeren van alcohol zouden hebben. Het tegendeel bleek echter het geval te zijn. Bij een keuzeproef, waarbij de muizen moesten kiezen tussen water en water met vijf procent alcohol, kozen de zonen van alcoholische vaders vaker voor water dan de zonen van alcoholvrije vaders. Wanneer er alleen maar water met 5 procent alcohol beschikbaar was, dronken de zonen van alcoholische vaders minder dan de zonen van alcoholvrije vaders. Daarnaast bleken de zonen van alcoholische vaders gevoeliger voor bepaalde negatieve effecten van alcoholgebruik zoals de dempende werking op het zenuwstelsel en de verstoring van de spiercoördinatie. De auteurs vermoeden dat de verminderde trek in alcohol een beschermingsmechanisme vormt tegen de gevolgen van de vergrote gevoeligheid voor negatieve effecten. Biochemisch gezien was hiernaast ook sprake van vermindering van de methylering van het DNA. Oud ervaringsfeit ? Wanneer de effecten die bij muizen zijn geconstateerd, ook optreden bij mensen dan zou dit volgens een commentaar in de Daily Mail betekenen dat forse drinkers een vergrote kans hebben op zonen die geheelonthouder zijn. Inderdaad treffen wij onder geheelonthouders van oudsher relatief vaak personen aan waarvan de vader alcoholproblemen had. Op het eerste gezicht gaat de redenering dus op. Echter, die geheelonthouders zijn lang niet uitsluitend mannen. Volgens het onderzoek van Homanics en Finegersh zouden het echter wel uitsluitend mannen moeten zijn. Bovendien hadden en hebben velen van hen een beredeneerde verklaring voor hun geheelonthouderschap. Bijvoorbeeld zoals het hoofdbestuurslid uit de veertiger tot zestiger jaren Jan P. Visser het verwoordde “mijn moeder hield mij altijd voor : jongen, wordt nooit zoals je vader”. Dus geen genetisch bepaald geheelonthouderschap, maar een emotioneel gefundeerd. Het percentage geheelonthouders met een alcoholische vader lijkt overigens af te nemen. Met de toename van wetenschappelijk inzicht (biologisch, medisch, toxicologisch) winnen verstandelijk gefundeerde argumenten terrein. Dingeman Korf
Uitlokken van comazuipen Drie jonge vrouwen hebben zich vorige maand bewusteloos gedronken tijdens de KEI-week van studenten van de Groningse universiteit. Naar schatting van de politie betreft het vrouwen tussen de 17 en 20 jaar. De drie vrouwen waren deelneemsters aan de kroegentocht van de KEI-week. Die kroegentocht is een jaarlijks terugkerende activiteit. Groepjes deelnemers en deelneemsters trekken ’s nachts langs verschillende café’s in de stad Groningen. Ieder bezocht café levert een stempel op. Volle stempelkaarten kunnen ingewisseld worden voor een cadeau van de KEI-organisatie. Het bestuur van de KEI-organisatie zegt bij monde van haar voorzitter het te betreuren dat de gezondheid van de vrouwen in gevaar is gekomen. Maar hij heeft het alleen over gevaar voor de gezondheid. Niet over gevaar voor de studieresultaten. Verder beweert hij dat de organisatie er alles aan doet om dit soort incidenten te voorkomen. Als de KEI-organisatie er echt alles aan wil doen om dergelijke incidenten te voorkomen, dan zou zij de kroegentocht onmiddellijk moeten afschaffen. Nu worden de deelnemers uitgelokt om een groot aantal kroegen te bezoeken. Indirect is dat uitlokking van het drinken van een aanzienlijk grotere hoeveelheid alcohol dan de WHO verantwoord acht. Die kroegentocht kan echt niet door de beugel.
SUPERMARKTONDERNEMER DAAGT ALBERT HEIJN VOOR DE RECHTER OM LEEFTIJDSCONTROLE Bij de laatste wijziging van de Drank- en Horecawet zijn onder andere de straffen voor het verstrekken van alcohol aan minderjarigen flink aangescherpt. Een ondernemer heeft er dus belang bij dat hij de leeftijd van jonge klanten goed kan controleren. Een franchisenemer van Albert Heijn voelt zich door het moederbedrijf belemmerd bij die controletaak. Al een jaar of vijftig wordt er geklaagd over de slechte naleving van de leeftijdsgrens voor het kopen van alcohol. En al even lang worden er systemen bedacht om ontduiking van de leeftijdsgrens tegen te gaan. Diverse winkelketens, maar ook het CBL (Centraal Bureau Levensmiddelen) hebben systemen bedacht. Bijna al die systemen vertonen één groot manco : zij zijn afhankelijk van de medewerking van de caissière. Die beslist of de koper zich moet legitimeren. Zij heeft dus ook de mogelijkheid om vrienden ongecontroleerd door te laten. En daarmee wordt zij kwetsbaar voor intimidatie. Er is in Nederland echter al enkele jaren een systeem op de markt dat de controle niet door de caissière laat uitvoeren, maar door onafhankelijke derden in een controlekamer op afstand. De controle wordt daarmee anoniem gemaakt. Vriendjespolitiek en intimidatie worden daardoor uitgesloten. Dat is het systeem van Ageviewers.
KWART AMSTERDAMSE STUDENTEN DRINKT GEEN ALCOHOL Het beeld dat alle studenten zuipschuiten zijn, is aan correctie toe. Volgens recent onderzoek zou maar liefst ruim een kwart van de Amsterdamse studenten nooit alcohol drinken. Degenen die wèl drinken, doen dat overigens fors. Onderzoek door de dienst O+S van de gemeente Amsterdam heeft uitgewezen dat 26 procent van de studenten aan de twee universiteiten en de hogeschool van de stad, geen alcohol drinkt. Daarnaast drinkt 10 procent van de studenten slechts zelden. De resterende 64 procent drinkt over het algemeen fors. Ter vergelijking : volgens het laatste CBS-onderzoek zou 14 procent van de Nederlanders tussen 19 en 30 jaar nooit alcohol gebruiken. Het percentage niet-drinkers onder de Amsterdamse studenten ligt dus bijna tweemaal zo hoog als het landelijk gemiddelde voor hun leeftijdsgroep. Niet-drinkende studenten zijn overigens geen verschijnsel van de afgelopen jaren. Zij waren er 125 jaar geleden ook al. Maar het nu gevonden percentage is hoog te noemen, en
hoopgevend voor de toekomst. Bijna de helft van de niet-drinkende studenten doet dit om gezondheidsredenen, ongeveer éénderde om religieuze redenen en éénvijfde vindt drank niet lekker. Blijkbaar zijn de kosten van drank voor niemand een reden om niet te drinken. De studenten die wèl drinken, doen dat meestal fors. Ruim éénvijfde van hen is elke week wel een keer dronken. En maar liefst 34 procent van hen is één of meer keren per maand dronken. Met andere woorden : meer dan de helft van de drinkers bezorgt zichzelf hersenschade tijdens zijn of haar studie. De overheid wil dat Nederland een kenniseconomie wordt. Als het haar daarmee ernst is, zou zij veel meer moeten doen tegen het alcoholgebruik onder studenten.
Het werkt als volgt. Zodra de kassa alcoholhoudende drank scant, stopt de afhandeling van de koop. Er verschijnt op een schermpje de vraag of de koper akkoord gaat met inschakeling van het systeem Ageviewers. Gaat de koper akkoord, dan bekijkt een leeftijdsexpert bij de controlekamer in Breda het beeld van de klant. Is de klant onmiskenbaar boven de leeftijdsgrens, dan wordt de kassa vrijgegeven en kan de transactie doorgaan. Lijkt de koper te jong, of heeft de leeftijdsexpert twijfels, dan wordt de koper gevraagd zijn identificatiebewijs te tonen voor de camera. Blijkt dat in orde te zijn, dan gaat de koop alsnog door. Zoniet, dan krijgt de koper geen drank. De effectiviteit van het systeem ligt boven de 95 procent. Het systeem van Ageviewers is al in gebruik bij diverse slijters en bij enkele onafhankelijke supermarkten. De grote ketens van supermarkten echter, weigeren vooralsnog om het systeem in te voeren of aan te bevelen aan hun franchisenemers. Dat is AH-franchisenemer Pollemans uit Etten-Leur in het verkeerde keelgat geschoten. Hij vindt dat Albert Heijn het hem onmogelijk maakt om zijn wettelijke verplichting van handhaven van de leeftijdsgrens, effectief na te komen. Pollemans heeft Albert Heijn voor de rechter gedaagd, en eist dat AH hem in staat stelt het controlesysteem van Ageviewers in te voeren. Medewerking van het moederconcern is onontbeerlijk, omdat er een koppeling moet worden gemaakt tussen de winkelkassa en de controlekamer in Breda. Voor die koppeling heeft AH tot nu toe toestemming geweigerd. Volgens de supermarkten is het systeem van Ageviewers klantonvriendelijk en duur. Maar de Koninklijke Slijters Unie beveelt het systeem juist aan bij haar leden. Het is neutraal en bijzonder effectief. Handmatig controleren van ID-kaarten is sterker klantonvriendelijk. De advocaat van Pollemans heeft inmiddels van franchisenemers van Jumbo en Spar vernomen dat ook zij door een boycot van Ageviewers door het moederconcern worden getroffen. Verder heeft tot nu toe niet één supermarkt van een bij het CBL aangesloten keten Ageviewers geïnstalleerd. Het heeft er alle schijn van dat de boycot van Ageviewers door het CBL is georganiseerd. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) onderzoekt momenteel of sprake is van kartelvorming om Ageviewers buiten de deur te houden. Dingeman Korf
5
Doden Vinkeveen door alcohol Op zaterdagavond 5 juli vond op de Vinkeveense Plassen een aanvaring plaats tussen een speedboot en een sloep. Twee mannen uit Leusden die in de sloep zaten, kwamen daarbij om het leven. De bestuurder van de speedboot voer door. De volgende dag werden achtereenvolgens de speedboot en de bestuurder ervan opgespoord. De laatste bleek een 49-jarige man uit Oosterbeek te zijn. Hij werd in hechtenis genomen wegens verlaten van de plaats van een door hem veroorzaakt ongeval. Tevens werd hem een bloedproef afgenomen. De vier passagiers op de speedboot van de vorige avond, werden door de politie verhoord. Het afgenomen bloedmonster werd opgestuurd naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) voor nader onderzoek. Al direct bleek dat de man de dag na het ongeval (nog) alcohol in zijn bloed had. Uit de hoeveelheid daarvan berekende het NFI dat ten tijde van het ongeval de bestuurder tussen de 1,4 en 2,6 promille bloedalcoholgehalte gehad moest hebben. Tussen de drie en vijf keer het wettelijk maximaal toelaatbare promillage ! Mede op grond hiervan werd het voorarrest van de man met twee weken verlengd. Van de man uit Oosterbeek is bekend dat hij een liefhebber is van hoge snelheden, zowel met zijn auto als met zijn boot. Gezien de beschadigingen aan speedboot en sloep, is de botsing behoorlijk heftig geweest. Zo heftig dat de twee mannen in de sloep het niet overleefden. Een hoge snelheid van de speedboot staat dus vast. Aan de rechter is het straks om uit te maken of de botsing als “onvoorzichtigheid de dood ten gevolge hebbend” of
En dit...
. . . . was een geval van alcohol achter het autostuur. Een 24-jarige vrouw uit Culemborg richtte afgelopen augustus op een vroege zaterdagavond met haar auto een ravage aan. Zij reed zonder rijbewijs in een auto die zij zonder toestemming van de eigenaar had meegenomen. Ook was ze stomdronken. Over een lengte van bijna een kilometer had zij diverse verkeersborden en lantaarnpalen omver gereden. Toen zij tot stilstand was gekomen, was de politie snel ter plaatse. Op het politiebureau blies de vrouw 1,9 promille. Bijna viermaal het wettelijk maximaal toegestane promillage ! Zij kreeg twee processen-verbaal, namelijk voor rijden onder de invloed en voor doorrijden na een aanrijding. Later komt er nog een rekening voor herstel van de aangerichte schade . . . . . 6
* * *
als doodslag beoordeeld moet worden. Varen met meer dan 0,5 promille alcohol is op zichzelf al een strafbaar feit, en kan als strafverzwarende factor in rekening gebracht worden. Wat de rechter ook oordeelt, het verlies van twee mensenlevens valt niet meer goed te maken. De nabestaanden hebben het onverwachte verlies levenslang te dragen.
In 2013 minder cliënten naar verslavingszorg Vorig jaar zochten 66.000 mensen hulp bij een instelling voor verslavingszorg. Dat betekende een vermindering van 2 procent tegenover 2012. Alcoholverslaving blijft het meest voorkomend, met cannabis op de tweede plaats. Aldus stichting Informatievoorziening Zorg (IVZ). Ruim 45 procent van de hulpvragers die aankloppen bij de reguliere verslavingszorg heeft problemen met alcohol. Dat waren in 2013 ruim 30.000 personen. Alleen in de jongste categorie, die onder de 25 jaar, ligt het wat anders. Daar is cannabis, met 51 procent van de cliënten het grootste probleem. Verslaving is nog steeds vooral een probleem van mannen. Driekwart van de verslaafden die hulp krijgen van de reguliere instellingen is man. Verder komen problemen met meerdere drugs naast elkaar frequent voor. Maar liefst 41 procent van de cliënten van de instellingen heeft problemen met meer dan één drug.
De populatie van heroïneverslaafden wordt steeds ouder. In 2013 was 20 procent van hen ouder dan 55 jaar. Aan de spectaculaire stijging van het aantal GHB-verslaafden in de jaren 2007 – 2012 (van 60 naar ruim 750) lijkt in 2013 een einde te zijn gekomen. In 2013 meldden zich 769 GHBverslaafden bij de hulpverlening.
. . . . was een geval van alcohol achter het brommerstuur. Een 38-jarige man uit Ingen (Gld) belandde op een late vrijdagavond met zijn brommer in een sloot. Na melding van een ongeval, trok de hulpdienst naar de plaats waar het gebeurd was en hielp de man uit de sloot. De even later arriverende politie constateerde dat de drenkeling zwaar beschonken was. Hij was zo dronken dat hij dat hij amper op zijn benen kon staan. Bovendien weigerde hij mee te werken aan een ademtest. Dus werd hij meegenomen naar het bureau. Daar bleek zijn bloedalcoholgehalte ver boven de grens van 1,3 promille te liggen. Hij mocht dus zijn rijbewijs inleveren. De officier van justitie beslist later over eventuele teruggave of opnieuw examen doen . . . . .
van de winkel waar de dief betrapt was een duidelijk signalement. De man werd dan ook gemakkelijk opgespoord. De dief had spullen uit verschillende winkels bij zich. Hij beweerde die betaald te hebben. Maar de winkels ontkenden dat. Winkeldiefstal plus openbare dronkenschap waren voldoende om hem in de cel te zetten . . . . .
* * *
. . . . was een geval van stelen onder de invloed van alcohol. Het gebeurde in winkelcentrum ’t Forum in Assen. De dader was een 44-jarige man uit Beilen. Hij werd betrapt, maar wist te ontkomen. De politie werd gealarmeerd en kreeg
Bij het aantal van 66.000 meldingen van verslaving, dienen wij wel te bedenken dat dit cijfer uitsluitend de reguliere verslavingszorg betreft. Het betreft dus een minimum aantal, want de hulp door huisartsen, door particuliere therapeuten en in privéklinieken is hier niet bij meegeteld.
* * *
. . . . was een geval van alcoholische geweldpleging. Het gebeurde afgelopen juli in Den Haag. Een uitgaansavondje was ontaard in een ruzie die buiten werd uitgevochten. Daarbij vielen gewonden. Daar werd een ambulance voor gebeld. Toen die arriveerde was de ruzie ineens vergeten. De ruziemakers trachtten te verhinderen dat het ambulancepersoneel zijn werk deed. Daarbij vielen klappen. Reden om de politie te alarmeren. Die arresteerde twee raddraaiers, waarna het ambulancepersoneel zich met de gewonden kon bezighouden. Het zal je maar overkomen dat je gewond op straat ligt en de hulpverleners met geweld bij je vandaan gehouden worden . . . . .
anno 2014 drinken wij nederlanders ondanks alle matigingscampagnes viermaal zo veel als in 1954. zestig jaar vooruitgang ?
Nieuws
Stichting ANGOB
Verschijning G O Voor het eerstkomende nummer van dit blad is 13 november gepland als verschijningsdatum. Copij voor dat nummer graag uiterlijk 23 oktober bij de redacteur.
IN MEMORIAM
A. van Putten - Evers Op maandag 30 juni ontvingen wij het bericht dat Annie van Putten-Evers was overleden. Ruim 70 jaar was zij lid van onze ANGOB. Jarenlang vertegenwoordigde zij de afdeling Hilversum op onze jaarlijkse Algemene Vergadering. Zij zal bij ons in gedachten blijven als een vriendelijke en bij de ANGOB zeer betrokken vrouw. Aan een lang, vol en rijk leven is nu een einde gekomen. Met dankbaarheid zullen we ons haar blijven herinneren. Rob Peereboom Secretaris Stg.ANGOB
IN MEMORIAM
Bob Levi Op zaterdag 9 augustus overleed op 87-jarige leeftijd Bob Levi. Jarenlang was Bob lid van het hoofdbestuur van de ANGOB. Daarnaast was hij bestuurslid van de Stichting Angob Vakantieoord. Op de uitvaartplechtigheid werd in woord en beeld een schets gegeven van zijn leven. Hieruit kwamen overduidelijk zijn sociale betrokkenheid en zijn kameraadschappelijkheid naar voren. Eigenschappen die wij als bestuursleden van de ANGOB en de Stichting ons zullen blijven herinneren. Ook zijn liefde voor ´t Spoek werd meerdere malen genoemd. Met dank voor alles wat Bob voor ons betekend heeft zal hij in onze gedachten blijven voortleven. Rob Peereboom Secretaris Stg.ANGOB
Stichting ANGOB
BEGUNSTIGERSBIJEENKOMST 2014 De jaarlijkse begunstigersbijeenkomst van Stichting ANGOB, wordt ook dit jaar gehouden op de derde zaterdag van september. De bijeenkomst heeft statutair tot doel om de begunstigers ( = donateurs) van de Stichting te informeren over de gang van zaken met betrekking tot de Stichting gedurende het afgelopen jaar. Daarnaast geeft voorzitter Dingeman Korf ook een overzicht over de belangrijkste gebeurtenissen op alcoholgebied in de samenleving. Daarmee schetst hij de achtergrond waartegen de activiteiten en stellingnamen van de Stichting gezien moeten worden. Tot slot is de bijeenkomst ook nog een gelegenheid voor onderlinge contacten en discussies. Het programma voor 20 september ziet er als volgt uit. Vanaf 10.45 u heten wij u welkom op het Spoek met een kopje koffie of thee. Om 11.30 u vangt het statutair verplichte programmapunt aan : het informeren van de begunstigers over de gang van zaken bij de Stichting in 2013. Een beknopt jaarverslag ligt ter plaatse ter beschikking. Vervolgens een overzicht over de belangrijkste gebeurtenissen op alcoholgebied in 2013, waarbij die van de eerste helft van 2014 natuurlijk niet ongenoemd zullen blijven. Daarna gelegenheid tot het stellen van vragen. Omstreeks 12.45 u volgt de broodmaaltijd die de Stichting haar begunstigers gratis aanbiedt. ’s Middags houdt beheerder Ton van der Gaag een praatje over zijn ervaringen in de eerste twee jaar van zijn beheerderschap. Daarna tijd ter vrije besteding, bijvoorbeeld voor een wandelingetje over de camping of door het bos, of voor persoonlijke vragen aan één van de bestuursleden. Voor deelname aan de maaltijd dient u zich in verband met de catering van te voren aan te melden bij secretaris Rob Peereboom, Bergeonstraat 1 , 1851 KB Heiloo, tel. 072 – 53 35 192, of mobiel 06-22-345 065 , per e-mail bij :
[email protected]
SAB-prijs 2014 Stichting SAB is een onafhankelijke stichting die tot doel heeft het ondersteunen van kleinschalige particuliere projecten gericht op vermindering van de alcoholproblematiek in de samenleving. In 2014 looft Stichting SAB een prijs uit voor een origineel en vernieuwend bewustwordingsproject met betrekking tot alcohol. Dit jaar gericht op de problematiek onder ouderen. De uitreiking van de prijs zal plaatsvinden op een discussiedag van ZON-MW op donderdag 20 november aanstaande. Prof. dr. R. Oude Voshaar zal een lezing houden over alcohol en ouderen. De voorzitter van Stichting SAB zal aandacht schenken aan het 50-jarig bestaan van de SAB. Wie hierbij aanwezig wil zijn stelle zich in verbinding met Dingeman Korf.
Verschillende commissies EU werken elkaar tegen
EUROPESE UNIE SUBSIDIEERT WIJNPROMOTIE De Europese Unie verstrekt subsidies voor zowel het landbouwbeleid als het gezondheidsbeleid. Die twee blijken elkaar tegen te werken. Want onder “landbouw” ressorteert ook de productie van wijn. De Eurocommissaris voor Landbouw wil de afzet van wijn stimuleren. De Eurocommissaris voor Gezondheid wil de consumptie van alcohol (inclusief wijn) terugdringen. De wijnproducerende EU-lidstaten geven jaarlijks vele miljoenen euro’s EU-geld aan hun wijnindustrie. Subsidies bedoeld voor afzetbevorderende activiteiten zoals het veroveren van nieuwe markten. Gezamenlijk ontvingen die landen in de periode 2009 – 2013 een bedrag van 522 miljoen euro. In de begroting voor de periode 2014 – 2018 wordt een bedrag van 1100 miljoen (1,1 miljard) voorgesteld. De Europese Rekenkamer stelt in een op 1 juli uitgegeven persbericht dat zij dat bedrag veel te hoog vindt. Bovendien zijn in de periode 20092013 subsidies verkeerd besteed geworden. Namelijk niet voor het veroveren van nieuwe afzetgebieden, maar voor het consolideren van bestaande. De ontvangende firma’s gebruikten de ontvangen subsidies ter besparing op hun eigen uitgaven gericht op hun bestaande markten. Het effect van de subsidies was daardoor nihil. De export van wijn naar niet-EU landen is over de periode 2009 – 2013 zelfs afgenomen. Ons inziens zou de Europese Unie er beter aan doen de vervanging van wijndruiven door andere gewassen te stimuleren, in plaats van in te zetten op vergroting van afzet van het volgens zeer recente inzichten onbetwistbaar gezondheidsschadelijke product wijn.
7
Riskant beleid voor matiging alcoholconsumptie
OM DE ANDERE DAG EEN GLAASJE ? De Britse semi-overheidsinstelling voor volksgezondheid “Public Health England”, heeft een nieuwe strategie uitgedacht om riskant gebruik van alcohol terug te dringen. Het principe van de nieuwe strategie is : “one day on, one day off”. Ons inziens een strategie waar weinig resultaat van te verwachten valt. Vóór de tweede wereldoorlog adverteerde jeneverfabrikant Bols met de slagzin “elken dag één glaasje”. Na 1960, toen het drankgebruik ieder jaar toenam, verzuchtten drankbestrijders wel eens “was het maar bij dat ene glaasje gebleven”. Elken dag één glaasje bleek namelijk uit te lopen op elke dag een serie glaasjes. Een motto als “om de andere dag drinken”, en dat ook nog zonder aan te geven hoeveel, zal ons inziens door de liefhebbers van een drankje net zo aan de laars gelapt worden als de oude slagzin van Bols.
Europeaan drinkt meeste alcohol
WERELDWIJD 3,3 MILJOEN ALCOHOLDODEN Alcoholgebruik heeft in 2012 meer dan 3,3 miljoen mensen het leven gekost. Zij stierven bijvoorbeeld aan alcoholische kanker, leverziekten, verslaving en geweld. Aldus een persbericht van de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) mei jongstleden. Wereldwijd neemt de alcoholconsumptie nog steeds toe. Vooral in Afrika verloopt die toename relatief snel. Maar in de Westerse landen wordt nog steeds het meeste gedronken. En daarbij staat Europa voorop. De WHO pleit voor krachtiger maatregelen om de negatieve gevolgen van het consumeren van alcohol terug te dringen. “Er is geen ruimte meer om toegeeflijk te zijn” waarschuwt WHO-expert O.Chestnov. Het publiek onderschat de risico’s van alcohol. De alcoholconcerns willen hun omzet behouden en doen liefst niets. De regeringen moeten daarom ingrijpen met een effectief matigingsbeleid. Gemiddeld drinkt iedere wereldbe-
woner van16 jaar of ouder jaarlijks 6,2 liter pure alcohol. Bijna 40 procent van de bevolking zit boven het gemiddelde. Wanneer wij het vergelijkbare cijfer van de Nederlandse alcoholconsumptie in 2012 hier tegenover zetten, dan zien wij dat Nederland met bijna 7,5 liter in 2012 flink boven het wereldgemiddelde zit. De daling van bijna 7,5 naar ruim 7,1 liter die onlangs bekend werd gemaakt, brengt geen verandering in dat feit. Nederland blijft boven het wereldgemiddelde. De oproep van de WHO, een officiële organisatie van de Verenigde Naties, geldt dus zeker ook voor Nederland. Dat zij minister Schippers ter overdenking aanbevolen.
Alcoholbranche kreeg ongelijk
OPBRENGST ALCOHOLACCIJNS BIJNA 7 % HOGER In het eerste kwartaal van 2014 leverden de accijnzen op alcoholhoudende dranken volgens het CBS 217 miljoen euro op. Dat was 14 miljoen euro méér dan in het eerste kwartaal van 2013. Een stijging van maar liefst 6,9 procent.
8
Op 1 januari 2014 zijn de accijnzen op vrijwel alle alcoholhoudende dranken met 5,75 procent omhoog gegaan. De stijging van de opbrengst is dus groter dan de stijging van de accijns ! Wat verder opvalt is het feit dat de stijging vrij regelmatig gespreid is over de drie categorieën alcoholhoudende drank. De opbrengst van de accijns op sterke drank nam met zes miljoen toe, die op bier met vijf miljoen en die op wijn met drie miljoen.
Het argument van de alcoholbranche tegen de accijnsverhoging is daarmee onjuist gebleken. Die branche had een dusdanige daling van de consumptie voorspeld, dat de totale accijnsopbrengst omlaag zou gaan. Met andere woorden : de regering zou door verhoging van de accijnzen de kip met de gouden eieren gaan slachten. Dat is dus volledig onjuist gebleken. De alcoholbranche heeft weer eens uit het gebruikelijke demagogische vaatje getapt.
Dagelijks alcoholgebruik werkt sterk gewoontevormend. Daardoor vergroot het de kans op alcoholverslaving en schept het een voedingsbodem voor tal van chronische ziekten die zich langzaam ontwikkelen. Het lijkt dus een goede zaak te zijn wanneer de drinkers na elke dag met alcohol, een dag zonder alcohol zouden inlassen. Voorwaarde is echter wel dat de drinkers op de dagen met alcohol, niet méér gaan drinken dan zij anders gedaan zouden hebben. Met andere woorden dat zij hun jaarlijkse alcoholconsumptie zouden halveren. Dat lijkt ons een weinig reeële veronderstelling. Elke grens brengt het risico mee dat er voor de betrokkene een zwartwit beeld ontstaat, goed aan de ene zijde en slecht aan de andere zijde. Als uitgangspunt voor een campagne is daarom een aanbeveling als “drink nooit alcohol op twee opeenvolgende dagen” uiterst riskant. Hij kan fervente liefhebbers van een glaasje tot de conclusie brengen dat zij veilig zijn zolang zij zich maar aan die regel houden, ongeacht de hoeveelheid die zij drinken. In extremo kan hij een alcoholist die om de andere dag dronken is, zelfs het argument geven “met mij is niets aan de hand, ik ben om de andere dag nuchter”. Bij half-verslaafden kan het motto er gemakkelijk toe leiden dat zij op de alcoholdagen méér gaan drinken. Zo onder het argument “gisteren heb ik mij goed aan de regel gehouden, dus vandaag mag ik mijzelf wel belonen met een extra glaasje”. Als zij erg naar alcohol hunkeren, kan die beloning direct na het opstaan al genomen worden. Dan worden de “alcoholdagen” gemakkelijk dagen van halve of hele dronkenschap. Een strategie van om de andere dag alcohol, zal dus weinig of geen effect hebben op half-verslaafden. En die hebben het juist het hardste nodig om te minderen. De lichte en matige drinkers kunnen zich er veel gemakkelijker aan houden, maar voor hen is het advies veel minder belangrijk. Kortom, er wordt met een dergelijke campagne gewerkt aan het verkeerde eind van het probleem. Het lijkt er bijna op dat de nieuwe, twijfelachtige strategie van Public Health England is uitgedacht door alcoholconcerns. Die hebben er belang bij om mee te werken aan ineffectieve campagnes. Zij maken goede sier door mee te werken, en vermijden omzetverlies doordat de campagne niets uitricht. Op zijn Engels gezegd, zij doen aan “window dressing”. Er is trouwens al eens eerder geklaagd dat Public Health England te veel aan de kant van de industrie zou staan. Dingeman Korf