ALBEDA ONDERWIJSVERSLAG 2007
HET Albeda onderwijsverslag IS EEN éénmalige speciale uitgave van het albeda blad
REDACTIEADRES Servicegroep Communicatie, Postbus 9451, 3007 AL Rotterdam, T (010) 258 43 75, F (010) 258 43 97, E
[email protected] / OPLAGE 3.500 / UITGAVE College van Bestuur / EINDREDACTIE Josine Geurtsen, Jody Hoogenberg, Tim van der Korput / REDACTIE Inktvis teksten, Lansu+Paulis Communicatiepartners, Tekstschrijvers.nl / CONCEPT & ONTWERP Isis Spuijbroek / OPMAAK Media Options / FOTOGRAFIE Frank Hanswijk en anderen / illustratie illunatics / DRUKWERK OBT Opmeer / DISTRIBUTIE Shared Service Center / augustus 2008
P/02 financiële perikelen
P/03 ZORG VOOR DEELNEMERS
P/03 UITVAL VOORKOMEN
P/04-15 De branches
Een terugblik op de geldproblemen waar het Albeda College in 2007 mee te maken kreeg. Plus de stand van zaken.
Over speciale doelgroepen en de rol van het Trajectbureau.
De doelstelling van 10% reductie in de uitval van deelnemers is gehaald. Het nieuwe doel is een vermindering van de uitval met 40% in vier jaar tijd.
Gaat het over onderwijs, dan gaat het over de twaalf branches. Lees hier per branche over de ontwikkelingen in 2007, de plannen voor 2008 en over bijzondere projecten en initiatieven.
Voor je ligt het Onderwijsverslag over 2007. Dit jaar is besloten om naast het officiële jaarverslag, dat naar het ministerie van Onderwijs, gemeenten en andere onderwijsinstellingen gaat, een magazineversie te maken Voor medewerkers en externe relaties. Met minder tekst en minder cijfers, maar met meer aandacht voor de ontwikkelingen in het onderwijs.
voorwoord In 2007 is de inrichting van de organisatie in branches verder uitgewerkt. De toenemende concentratie van de centrale diensten moest de focus op onderwijs in de branches versterken. In de tweede helft van het jaar werd duidelijk dat het huishoudboekje van het Albeda College onder grote druk stond. De laatste maanden van het jaar is er hard gewerkt om de aard en de omvang van de financiële problemen in kaart te brengen. Het boekjaar 2007 werd afgesloten met een tekort van € 20,9 miljoen. Het Albeda College zal de komende jaren niet alles kunnen doen wat zij vanuit het hart zou willen. De missie blijft overeind, maar bezuinigingen en aanvullende financiering zijn noodzakelijk om het Albeda College weer een gezonde
toekomst te geven. Het primaire proces wordt daarbij zoveel mogelijk ontzien. De kwaliteit van het onderwijs aan onze deelnemers staat immers voorop. 2007 was een ingewikkeld jaar dat hoge eisen stelde aan alle medewerkers. De saamhorigheid en de bereidheid zich mede verantwoordelijk te voelen was indrukwekkend. Je leest hierover meer in dit onderwijsverslag.
Piet Boekhoud Voorzitter College van Bestuur
Elke branche heeft in deze eenmalige uitgave een eigen pagina. Natuurlijk besteden we ook aandacht aan de organisatie in zijn geheel en aan de financiële problemen waar het Albeda College in 2007 mee te maken kreeg. Maar de aandacht gaat vooral uit naar de manier waarop de verschillende branches in het afgelopen kalenderjaar hun onderwijs hebben vormgegeven. Wat waren hun plannen voor 2007? Wat is er van die plannen terecht gekomen? En welke initiatieven hopen ze in 2008 te realiseren? Op elke branchepagina vind je daarnaast een interview met iemand uit die branche over een bijzonder project uit 2007. Want we mogen niet vergeten dat er ondanks alle onzekerheid en frustratie die de financiële situatie met zich meebracht, ook veel goeds tot stand is gekomen.
Als je ook het officiële jaarverslag wilt inzien, dan kan dat uiteraard. Je vindt het op onze website onder www.albeda.nl/partner/jaarverslag.htm of www.albeda.nl/collega/jaarverslag.htm.
Albeda onderwijsverslag 2007
P/ 02
P/ 03
algemeen
Algemeen
albeda college: wie zijn wij?
zorg voor onze deelnemers
Het Albeda College is een interconfessioneel regionaal opleidingencentrum (roc) voor educatieen beroepsonderwijs in de regio Rotterdam-Rijnmond. Wij bieden circa driehonderdvijftig opleidingsmogelijkheden aan jongeren en volwassenen.
Aan specifieke doelgroepen, zoals jonge moeders, allochtonen, deelnemers met een beperkte vooropleiding, mensen met een fysieke en/of psychische handicap en aan ex-deelnemers van het praktijkonderwijs, geeft het Trajectbureau extra begeleiding bij de keuze van een passend onderwijstraject.
Het Albeda College maakt zich sterk voor laagdrempelig onderwijs; daarom is toegankelijkheid een belangrijk thema. Het onderwijs is er voor iedereen in Rotterdam en omgeving, die met een mboopleiding of volwassenenonderwijs een stap op weg naar werk of een hogere opleiding wil zetten. Participatie van onze deelnemers in de maatschappij is ons doel. Het Albeda College zoekt daarbij voortdurend de balans tussen aan de ene kant de vraag vanuit
In 2010 willen we het volgende hebben bereikt: - Het Albeda College is volledig klaar voor de overstap naar competentiegericht onderwijs. - Het voortijdig schoolverlaten is in vier jaar tijd met 40% verminderd. - Er is een verhouding personeel OP/ OBP van 70:30%, zonder personele gevolgen (afgezet tegen 65:35% in 2006).
We willen een gemeenschapsschool zijn en volgen daarom de ontwikkelingen in de samenleving op de voet.
financiële perikelen In de loop van 2007 werd duidelijk dat het Albeda College afstevende op een tekort. De veranderende markt bij Inburgering, de jarenlange voorfinanciering van de sterke groei in deelnemersaantallen, en de voor onze deelnemerspopulatie uit de regio Rijnmond zo noodzakelijke zorgstructuur waren de belangrijkste oorzaken. De extra kosten die de zorgstructuur met zich meebrengt, hebben we tot nu toe vaak uit eigen middelen moeten betalen. Toen de nieuwe organisatiestructuur van branches was doorgevoerd, werd bovendien zichtbaar dat er binnen het Albeda College niet efficiënt genoeg gewerkt werd. We bleken teveel personeel in dienst te hebben en teveel vierkante meters voor huisvesting te gebruiken. We informeerden het ministerie van OCW en de banken van het Albeda College. Adviesbureau Mckinsey deed voor ons een onderzoek en bevestigde de analyse van de eerdergenoemde oorzaken. Educatiebranches Om de problemen bij de Educatiebranches het hoofd te bieden werd na een stemming onder het personeel het vrije taakmodel ingevoerd. Zo werden meer declarabele uren mogelijk. Dit bleek niet genoeg om de lasten voldoende te verlagen. Het aantal medewerkers van de branches Reintegratie & Employability, Toeleiding, Inburgering en van de ondersteunende diensten moest alsnog met 85 fte dalen. In overleg met vakcentrales en de Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) stelden we een Sociaal Plan op. Aan de fase van gedwongen herplaatsing en/of ontslag,
Het Albeda College heeft afspraken met de scholen voor praktijkonderwijs in de regio over centrale aanmelding en dossieruitwisseling van deelnemers. Jaarlijks koppelen we terug aan het praktijkonderwijs of hun ex-deelnemers met succes een mboopleiding volgen.
de deelnemers, het bedrijfsleven en de maatschappij, en aan de andere kant de inhoudelijke kwaliteit van de opleidingen. Sommige onderwijstrajecten doen we samen met bedrijven of gemeenten en deelgemeenten.
- De overall kostenverdeling is 2/3 onderwijs en 1/3 ondersteuning onderwijs. - De onderwijsvisie, ankerpunten en ijkpunten zijn volledig geïmplementeerd door de branches en ondersteunende diensten. - De bedrijfsvoering is versterkt door het verbeteren van de administratieve procedures.
ging een vrijwillige fase vooraf. We wilden de afname van personeel bereiken met vertrekbevorderende maatregelen, zoals de mobiliteitspremie, de pre-FPU, outplacement, scholing en herplaatsing. Interne mobiliteit Toen ook inefficiëntie bij de andere organisatorische eenheden bleek, liep het aantal fte’s dat Albeda-breed zou moeten afvloeien op tot 175 fte. Daarom kwam er een vacaturestop. Om de kennis en de ervaring van onze medewerkers niet te verliezen, probeerden we om ook de interne mobiliteit op gang brengen. In bijzondere gevallen golden de maatregelen uit het Sociaal Plan daarom ook voor medewerkers uit de beroepsbranches. In totaal reserveerden we voor het Plan in 2007 vier miljoen euro. Bedrijfseconomisch plan In september 2007 benoemden we een interim-directeur Auditing, monitoring en control (AMC). Hij kreeg de opdracht de financiële organisatie en de bijbehorende sturing op orde te brengen. De financiële stand van zaken van dat moment werd in kaart gebracht en voorzien van een gedegen eindejaarsverwachting plus een externe accountantscontrole. Hieruit bleek dat het Albeda College daadwerkelijk afstevende op een groot tekort. Ingrijpende maatregelen waren dringend noodzakelijk. Iedere organisatorische eenheid ontwikkelde een bedrijfseconomisch plan (BEP). Hierin staat hoe de einddoelstelling op het gebied van financiën, personeel en huisvesting in 2008 moet worden bereikt.
2008
onze visie op onderwijs De onderwijsvisie en de bijbehorende ankerpunten markeerden het begin van een periode van grote verandering binnen het Albeda College: de weg naar werk en actief burgerschap staat nu centraal. Participatie dus. Het terugdringen van schooluitval vinden we daarom erg belangrijk. Want wie stopt met school heeft minder kans om zijn plek te vinden in de samenleving. De ankerpunten uit onze onderwijsvisie helpen ons om die uitval te verminderen:
Stand van zaken Sociaal Plan In totaal maakten veertig medewerkers (31,241 fte) gebruik van de suppletieregeling FPU. De kosten hiervan bedroegen € 3,580 miljoen. Daarnaast maakten 81 medewerkers (60,085 fte) gebruik van de mobiliteitspremie. Hiermee was een bedrag gemoeid van € 2,152 miljoen. De vertrekbevorderende maatregelen leidden dus tot een vermindering van 91,326 fte. Daarnaast vertrokken in het eerste kwartaal van 2008 nog enige tientallen medewerkers zonder pre-FPU of een mobiliteitspremie. In totaal bedroeg de formatievermindering in deze periode circa 140 fte. Voor het College van Bestuur was dit reden om de looptijd van het Sociaal Plan voortijdig te beëindigen. Goed nieuws, want er vallen dus geen gedwongen ontslagen. De resterende vermindering van het aantal fte’s zal worden bereikt via herplaatsing en het niet verlengen van tijdelijke aanstellingen. De vacaturestop blijft voorlopig van kracht. Op die plaatsen waar de continuïteit van het onderwijs in gevaar komt, maken we hiervoor op termijn een uitzondering.
Masterplan Bedrijfsvoering 2008 - 2010 Naast de afzonderlijke bedrijfseconomische plannen is ook een overkoepelend masterplan opgesteld. Uitgangspunt van het masterplan is dat de tekorten in 2009 weggewerkt
- We nemen de persoonlijke leerroute ‘Op weg naar duurzaam werk en actief burgerschap’ als vertrekpunt. - We laten het leren plaatsvinden in een betekenisvolle (beroeps)context. - We stellen de dialoog tussen docent en deelnemer centraal in de opvoedkundige en onderwijskundige benadering. - We stimuleren de deelnemers om ondernemend te zijn. - En we zorgen voor geïntegreerde begeleiding en zorg tijdens de loopbaan.
moeten zijn. Dit kan alleen gehaald worden als het deelnemersaantal de komende twee jaar op het huidige niveau blijft, we 10% efficiencyverbetering bereiken en de contractactiviteiten tot vijftien miljoen euro terugbrengen. Geen makkelijke opgave. Het College van Bestuur heeft daarnaast besloten dat het onmogelijk is de zorgstructuur op het huidige niveau te handhaven. Aanvullende financiering is op dit punt noodzakelijk. Andere onderdelen van het plan zijn: 1. We zijn van een lastenbegroting naar een taakstellende begroting gegaan. Dat betekent dat de opbrengsten het uitgangspunt zijn bij het maken van projectplannen. 2. Om de doorstroom van deelnemers te verbeteren wordt onder leiding van Pieter Winsemius, lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, onderzocht of Albeda College en Zadkine kunnen gaan samenwerken met het LMC, een stichting van schoolbesturen in en rond Rotterdam. 3. Huisvesting is een ander onderwerp in het Masterplan. Zo wordt nieuwbouw anders georganiseerd en verlaten we enkele locaties. 4. Ook wordt onderzocht of de branches Reintegratie & Employability, Inburgering en Toeleiding kunnen worden samengevoegd in een aparte rechtspersoon, bij voorkeur in samenwerking met Zadkine. De VAVOactiviteiten van het Albeda College en Zadkine zijn al samengevoegd. 5. Tot slot is ook de deelname aan strategische projecten als de SS Rotterdam en enkele huisvestingsprojecten opnieuw beoordeeld.
voorhoedeproject IKZ van het ministerie van VWS met een Zorgadviesteam Plus. Het Albeda College biedt ook plaats aan jongeren die in aanraking zijn gekomen met justitie. Op de Oostzeedijk hebben we bijvoorbeeld een specifiek traject voor (ex-)delinquenten.
Met de Regionale Expertise Centra werken we samen om de doorstroom van jongeren met een handicap te bevorderen. Door de invoering van de leerlinggebonden financiering (LGF) hebben we de ondersteuning van deelnemers met een handicap door ambulante begeleiders kunnen versterken.
Zorgadviesteams In 2007 hebben we het interne partnerschap tussen de opleidingen en het Trajectbureau versterkt. Dit is vooral zichtbaar in de ontwikkeling van de zorgadviesteams (ZAT). Het opleidingsteam Arbeidsmarktgericht Leertraject participeert in het
jaarlijks bezoek onderwijsinspectie Tijdens het jaarlijkse onderzoek begin 2007 constateerde de inspectie dat zich op dat moment geen overwegende kwaliteitsrisico’s voordeden op het terrein van het primaire proces. Ook de risicoprofielen van de onderwijsbranches bleken op dat moment in orde: er was geen aanleiding voor het uitvoeren van een kwaliteitsonderzoek (KO). De inspectie was onder de indruk van het beeld dat uit de verantwoordingsdocumenten naar voren komt en adviseerde het Albeda College om de onderwijsprestaties nog meer uit te dragen. Daarnaast sprak de inspectie haar waardering uit over het hoge diplomarendement van enkele opleidingenclusters en, tegen de
achtergrond van de regio waarin het Albeda opereert, ook van de instelling als geheel. Succesvol Met betrekking tot kansarme doelgroepen adviseerde de onderwijsinspectie om bij het bepalen van de onderwijsresultaten niet alleen te kijken naar diplomabezit, omdat een substantieel deel van deze deelnemers succesvol doorstroomt naar werk of naar een andere opleiding. De inspectie constateerde dat de dialoog met maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven, de gemeenten en ketenpartners volop plaatsvindt. In zijn algemeenheid sprak de onderwijsinspectie haar vertrouwen uit in de voortgaande borging en verbetering van kwaliteit van ons onderwijs.
verantwoording afleggen De huidige maatschappelijke ontwikkelingen stellen het onderwijs voor een groot aantal uitdagingen. Wij zetten alle zeilen bij om in voortdurende dialoog met de regionale partners de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Ons uitgangspunt is de missie van het Albeda College: een gemeenschapsschool zijn met bondgenoten. De omgeving waarin het Albeda College opereert is zeer divers. Belanghebbenden lopen uiteen van deelnemers, medewerkers, ouders van deelnemers, overheden tot regionale bedrijven en instellingen. Wij maken een onderscheid tussen relaties op instellings-, branche- en opleidingsniveau.
Dialoog Wij organiseren regelmatig, via diverse platforms als werkbanken en regioraden, de dialoog met bondgenoten of belanghebbenden. Zo is er op instellingsniveau met bestuurders uit de regio van gedachten gewisseld over onze kwalitatieve en kwantitatieve prestaties, bijvoorbeeld de inhoud van het curriculum en de stijging van het aantal deelnemers dat de school verlaat met een diploma. Het voortijdig schoolverlaten en de zorg voor kwetsbare doelgroepen zijn complexe problemen die alleen baat hebben bij een gemeenschappelijke aanpak van alle betrokkenen. Ook over beroepspraktijkvorming (BPV) vindt intensief overleg plaats tussen het
Ook externe samenwerkingspartners zijn hierbij betrokken: Bureau Leerplicht, schoolmaatschappelijk werk, jeugdzorg, verslavingszorg en de schoolverpleegkunde. Daarnaast werkten in 2007 circa twintig opleidingen met een ‘licht’ zorgafstemmingsteam, waarin teamleiders en mentoren samen met de schoolmaatschappelijk werker en de trajectbegeleider afspraken maken over de zorg voor deelnemers. Dichtbij Om de zorg zo dichtbij mogelijk te brengen
zijn er bij het Trajectbureau op de Rosestraat spreekuren van de schuldhulpverlening van de Gemeentelijke Kredietbank Rotterdam. Ook is er een spreekuur van het Jongerenloket/ CWI. In het kader van het project Time4you begeleiden gedragstrainers van Stek Jeugdzorg bij tien opleidingsteams jongeren met gedragsproblematiek. Op de Albeda-locatie Sportlaan is een multidisciplinair Asserted Community Treatment (ACT) jeugdteam gestart vanuit de GGZ instellingen om ook jongeren met psychische problemen te kunnen begeleiden. Daarnaast voert het Albeda College samen met ROC Twente een project Eergerelateerde zaken uit in opdracht van het Ministerie van VROM.
uitval voorkomen De extra zorg voor deelnemers is erop gericht het voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Voorlichting is een belangrijk instrument. Want uitval kan worden voorkomen als een jongere een duidelijke beroepskeuze maakt en onderwijs volgt dat aansluit bij zijn niveau en belangstelling. De voorlichting aan aspirant-deelnemers wordt steeds meer maatwerk. Het Albeda College neemt deel aan regionale beurzen als Skills Masters in Ahoy en aan kleinschalige voorlichtingsactiviteiten op vmbo-scholen. Op open dagen geven we toekomstige deelnemers en hun gezinsleden informatie over de opleidingen en beroepsmogelijkheden. Dit jaar zijn ruim veertienhonderd vmbo-deelnemers bij ons op bezoek geweest. Convenant uitval Het eerste convenant van het Ministerie van OCW met de regiogemeenten, het Albeda College en ROC Zadkine, had als doel een extra vermindering van uitval met 10% in de regio Rijnmond. Dit doel is behaald. In december 2007 tekenden we opnieuw
Albeda College en het bedrijfsleven. Samen met een aantal partners tekenden we een convenant dat de partijen verplicht om zich in te zetten voor het verhogen van de kwantiteit en de kwaliteit van de stages. Deelnemerstevredenheid In het najaar van 2007 vond voor de eerste keer een Albeda-breed onderzoek naar deelnemerstevredenheid plaats. Dit onderzoek is per klas digitaal afgenomen. De respons was 55%. Uit dit onderzoek blijkt dat deelnemers zich veilig voelen. Ze zijn tevreden over de sfeer, de toetsing en de BPV. Een kwart van de deelnemers gaf aan behoefte te hebben aan extra begeleiding, variërend van schoolmaatschappelijk werk tot steunlessen.
een convenant. Dit keer is het doel de komende vier jaar de uitval met 40% terug te dringen. Onderwerpen zijn de aansluiting van vmbo op roc, een flexibele instroom en het versterken van de zorgstructuur en de verzuimbegeleiding. Flexibele instroom Om de flexibele instroom te vergemakkelijken is de Toegangspoort ontwikkeld, een samenwerking van de branche AKA en het Trajectbureau: jongeren die nog geen keus hebben gemaakt, kunnen flexibel instromen voor loopbaanoriëntatie. Deelnemers die niet verder willen of kunnen met hun opleiding en geen startkwalificatie hebben, worden gemeld bij het Trajectbureau. De (gedeeltelijk) leerplichtigen gaan naar het loopbaanpunt. Met intensieve loopbaanbegeleiding komen ze tot een loopbaanplan en zetten ze de eerste stappen om hun keuze te realiseren. Deelnemers van achttien jaar en ouder krijgen individuele begeleiding bij het bepalen van een nieuwe richting in hun loopbaan.
Albeda onderwijsverslag 2007
P/ 0 04
P/ 05 0
branche
branche
Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (AKA) 2007 De branche AKA werkte gericht rondom vier thema’s: toegankelijkheid, transparantie, toepasbaarheid en tevredenheid. Toegankelijkheid AKA zette in op strategische samenwerking met vmbo en praktijkscholen om de toegankelijkheid van het onderwijs te bevorderen. Verder zorgde de branche dat de instroomgroepen werden gecontinueerd, zodat instroom op ieder moment in het jaar mogelijk was. De trajecten zijn bovendien zo opgezet dat de deelnemers worden begeleid van startniveau naar uitstroomprofiel richting arbeidsmarkt of doorstroom naar niveau 2. Transparantie AKA vernieuwde de deelnemersregistratie, waardoor geautomatiseerde monitoring en rapportage mogelijk werden. De eerste rapportage die de branche met het nieuwe systeem maakte, bevat de registratie en de analyse van de AKA-uitstroom 20052006. Met het nieuwe systeem krijgt AKA structureel inzicht in het doorverwijzen en herplaatsen van deelnemers. Ook het bestand van geaccrediteerde leerbedrijven beheert de branche sinds 2007 in een geautomatiseerd systeem.
Tevredenheid Tevredenheid over ons onderwijs moet je ook van buitenaf laten beoordelen. Daarom betrekt AKA onafhankelijke deskundigen en relevante externe belanghebbenden bij het beoordelen en het vormgeven van het onderwijs. De branche hield tevredenheidsonderzoeken onder deelnemers, medewerkers en leerbedrijven, en verkreeg hieruit input voor de zelfevaluatie over 2007 en verbeteracties voor 2008. Ook breidde de branche de betrokkenheid van de leerbedrijven bij de examinering uit, onder andere door examinering op de werkvloer en inspraak bij de examencommissie.
bedrijfsleven staat meer open voor AKA-deelnemer Ingrid van Gool is beleidsmedewerker van de branche Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent. Volgens haar staat het bedrijfsleven steeds meer open voor de begeleiding van AKA-deelnemers. Ingrid: “Dat is prettig, want veel AKA-jongeren hebben een ‘voorgeschiedenis’.” De AKA-deelnemers volgen op het Albeda College een eenjarige niveau 1-opleiding. Het merendeel van hen is jonger dan 23 jaar. Ingrid: “Vaak zijn deze deelnemers uitgevallen in het voortgezet onderwijs of lukt het hen door uiteenlopende redenen niet om te slagen op een reguliere roc-opleiding. Daar komt bij dat deze jongeren vaak te maken hebben of hebben gehad met verschillende problemen. Denk bijvoorbeeld aan een onstabiele thuissituatie en schuld- of verslavingsproblematiek. AKA-deelnemers krijgen op het Albeda College alle aandacht die ze verdienen. Voor veel van hen geldt dat ze net een extra duwtje in de rug
kunnen gebruiken.” Het Albeda College biedt AKA-deelnemers volop mogelijkheden. Zij gaan na een korte periode van beroepsoriëntatie op stage. Bijvoorbeeld in sectoren als beveiliging en schoonmaak, maar ook in de zorg en detailhandel. Daarnaast volgen de deelnemers op hun stageplek theorielessen, zoals Nederlands, rekenen en werken met computers. Ingrid is blij dat er in 2007 goede stagecontacten zijn op- en uitgebouwd met werkgevers uit de Rotterdamse regio. Ook met bedrijven uit de detailhandel zijn volgens Ingrid afspraken gemaakt. “Ondermeer met HEMA. Daar vullen deelnemers bijvoorbeeld voorraden aan. Wij koppelen iedere AKA-er aan een vaste medewerker en HEMA heeft zelfs een speciale vakmentor aangetrokken die hen wekelijks begeleidt. Aan goede ondersteuning en begeleiding geen gebrek!”
De doelen voor 2008 groepeert de branche AKA rondom drie thema’s: onderwijsvisie, competentiegericht opleiden en zorgstructuur. Onderwijsvisie De branche wil samenwerkingsverbanden aangaan met speciaal onderwijs, vooral Regionale Expertise Centra, en de strategische samenwerking met vmbo en praktijkscholen uitbreiden en verankeren. Verder wil AKA samen met de medewerkers van niveau 2 doorstroomprogramma’s vormgeven. Ook gaat de branche een EVC-procedure (Eerder Verworven Competenties) ontwikkelen, mede in het kader van de leerwerkplicht en het monitoren van het interne en externe rendement van AKAtrajecten verbeteren.
2007 De branche Business Services bestaat uit drie clusters: Facilitaire Dienstverlening (FD), ICT- academie en Veiligheidsacademie.
2008 Toepasbaarheid Om de lesstof beter aan te laten sluiten op de praktijk zette de branche voor alle uitstroomdifferentiaties leeren proceslijnen uit. Elk uitvoerend onderwijsteam volgde hiervoor een scholingstraject. Het leerwerkbedrijf in verzorgingstehuis Rubroeck werd voortgezet én uitgebreid naar verzorgingstehuis Arcadia. Verder ging AKA samenwerking aan met bedrijven in kansrijke branches voor laagopgeleiden, zoals de thuiszorg en de detailhandel. Het initiatief dat de branche met HEMA startte is hier een voorbeeld van.
Business Services
Invoering competentiegericht opleiden (CGO) De branche gaat het vernieuwde kwalificatiedossier AKA 2008 implementeren. Door extra CGO-scholing voor docenten wil de branche de kwaliteit van uitvoering van AKA-trajecten verbeteren. Daarnaast zet AKA in op de verdere concretisering van de leerlijnen Nederlands, Rekenen, en Leren, loopbaan en burgerschap. Uitbreiding zorgstructuur AKA breidt in 2008 de Zorg- en Advies Teams naar alle Arbeidsgerichte Leertrajecten-teams uit. Wanneer hiervoor de (financiële) mogelijkheden bestaan wil de branche ook de samenwerking met de hulpverlening verder uitbreiden. Zodat zowel het onderwijs als de hulpverlening sterker vanuit de eigen rol een bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van goede trajecten voor risicojongeren.
Project Modelwoning:
Doelstellingen gerealiseerd Business Services wilde in 2007 de betrokkenheid vanuit het werkveld structureel integreren in de branche. Daarom richtte de branche de regioraden ICT en Beveiliging op. In deze regioraden zitten behalve relevante bedrijven ook vertegenwoordigers van lokale overheden en diensten. Een regioraad FD is in ontwikkeling: organisaties benaderen in toenemende mate het cluster FD voor onderwijskundige samenwerking. Een goede studieloopbaanbegeleiding en zorgstructuur is essentieel voor de deelnemer. Want een persoonlijke benadering leidt vaak tot beter gekwalificeerde deelnemers en dus tot
meer rendement. Business Services volgt deelnemers daarom nog meer dan voorheen en betrekt ze bij het onderwijs. Door de effectieve aanpak binnen de diverse clusters en de intensievere samenwerking met het Trajectbureau vindt verzuim steeds minder plaats. Door structureel Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP)- en functioneringsgesprekken met medewerkers te voeren professionaliseerde Business Services het HRM-beleid binnen de branche. De komst van het competentiegericht opleiden, de nieuwe kwalificatiedossiers en het brondocument Leren, loopbaan en burgerschap vragen een omslag van medewerkers op het niveau van gedrag en betekenisgeving. Professionals moeten de kans krijgen hun eigen verantwoordelijkheid te benutten en de sterke punten van hun collega’s te leren kennen en waarderen. Deskundigheidsbevordering is daarom
vanaf 2007 een essentieel onderdeel van het personeelsbeleid. Verantwoording De branche verricht ieder jaar tevredenheidsonderzoeken onder deelnemers en iedere twee jaar onder medewerkers en klanten uit de beroepspraktijk. Daarnaast gaat de directeur jaarlijks in gesprek met deelnemers van de verschillende clusters. Om te voldoen aan de eisen die de samenleving en de beroepspraktijk stellen aan de opleidingen, zijn de regioraden ICT en Beveiliging opgericht. De regioraden komen twee tot vier maal per jaar bijeen en hebben onder andere tot doel om blijvend te monitoren of onderwijs en examinering aansluiten op de beroepspraktijk.
‘ik bereik wat ik wil’ 2008 De komende twee jaar staan in het teken van de voorbereiding op de invoering van het competentiegericht opleiden (CGO) bij alle clusters. Dit gebeurt in 2010. Vanuit de taskforce IT-ontwikkeling 2003 is het cluster ICT hier al langer mee bezig. Het cluster Beveiliging experimenteert sinds twee jaar met CGO.
leren in een woonzorgorganisatie
Het Albeda College en Stichting De Singels, een woonzorgorganisatie in Rotterdam, zijn op 1 januari 2007 begonnen met het project in de zorgcentra Rubroek in Crooswijk en de Provenier in Rotterdam-Noord. Deelnemers die slagen voor dit project maken kans op een aanstelling binnen de zorgorganisatie. Het project helpt tegelijkertijd mee het negatieve imago van de gezondheidszorg te doorbreken en de beeldvorming die senioren en jongeren van elkaar hebben positief te veranderen. Aanpakken “Albeda en De Singels konden het direct goed met elkaar vinden. Beide organisaties
hebben een ‘aanpakken’-mentaliteit”, vertelt Jaco. “De deelnemers werkten in de leslocatie in zorgcentrum Rubroek de eerste zes weken intensief aan hun competenties. Toen de deelnemers aan hun beroepspraktijkvorming begonnen, waren ze dus al helemaal ingeburgerd in de organisatie. Ze kenden al veel begeleiders en bewoners.” Wennen De praktijk-leeromgeving was voor sommige deelnemers best even wennen. “Onze deelnemers komen vaak uit een moeilijke thuissituatie. Jongens en meiden tussen de 16 en 30 jaar zonder diploma. Meestal hebben ze een tijdje geen opleiding gevolgd. En het contact met elkaar is ineens heel intensief”, vertelt Jaco. “Er is geen schoolplein om met andere vrienden op te trekken. Je hebt alleen elkaar. Maar over het algemeen ging het hartstikke goed samen.”
Het kwalificatiedossier voor het cluster Facilitaire Dienstverlening is pas dit schooljaar opgeleverd. Voor dit cluster zal het een grote uitdaging zijn om het gehele onderwijs in 2010 competentiegericht te hebben. Naast de invoering van het CGO zal ook het brondocument Leren, loopbaan en burgerschap een plek krijgen binnen de branche.
Sinds het schooljaar 2006-2007 is de branche Business Services met Particulier digitaal onderzoeker weer een nieuwe niveau 4-opleiding rijker. Volgens ICTdocent Boris Sondagh is de opleiding voor ‘computerspeurneuzen’ er op uitdrukkelijke wens van het bedrijfsleven gekomen. In de zomer van 2008 studeert de eerste lichting af. Binnen de opleiding staat alles wat te maken heeft met onderzoek en vastlegging van gegevens in computersystemen en netwerken centraal. Digitaal onderzoekers speuren op verzoek van een opdrachtgever naar oneigenlijk gebruik van computersystemen en netwerken, zoals het bedrijfsnetwerk. Deze opdrachtgever kan een overheidsinstelling als de politie of de AIVD zijn, maar ook een werkgever die vermoedt dat een oud-werknemer nog inlogt op het bedrijfsnetwerk. Volgens Boris hebben deelnemers niet altijd een goed beeld van de opleiding. “Zij verwachten CSI-achtige taferelen, maar dat is niet waar deze opleiding over gaat. Daarom voeren we voorafgaand aan de opleiding een intakegesprek met deelnemers. Wij doen dit ook om hen duidelijk te maken dat ze eerst een stevige theoretische basis bijgebracht krijgen. Op het gebied van privacywetgeving bijvoorbeeld, maar er komen ook ethische kwesties aan de orde. Zo bestaat er een beroepscode voor onderzoekers. Een particulier digitaal onderzoeker mag nooit zonder meer alle onderzoeksopdrachten uitvoeren.” Toch blijft het volgens Boris nooit alleen bij ‘droge’ theoriekennis alleen. “Dit komt omdat de structuur van de leergang bedacht is in samenspraak met het bedrijfsleven. De opleiding is sterk toegespitst op de beroepspraktijk. Deelnemers krijgen verschillende dilemma’s uit de praktijk voorgeschoteld. Bijvoorbeeld over de werknemer die vertrouwelijke gegevens doorspeelt naar de concurrent. Aansluitend gaan zij dan met elkaar daarover in debat. Competentiegericht onderwijs zoals het is bedoeld.”
Jaco Teljeur op locatie
Het project Modelwoning leidt deelnemers van de opleiding AKA in de richting Zorg en Welzijn op met een vernieuwende methodiek. Jaco Teljeur, coach van het Albeda College is enthousiast over het unieke project in de zorgwereld. “De praktijkomgeving is echt een stimulans.”
computerspeurneuzen in opleiding
Je bent 19 jaar. Je hebt net je diploma Niveau 4 van de ICT-academie van het Albeda College gehaald en gaat je inschrijven op het HBO. Je hebt een eigen ICT-bedrijf. Je rijdt in een mooie Volvo en draagt maatkostuums van Italiaanse makelij. Je ouders vinden het al bijna normaal dat alles lukt wat je aanpakt. Wat kan er dán mis zijn met je? Jan Vaers is 11 jaar als bij hem de diagnose Syndroom van Asperger wordt gesteld. Hij wil teveel en te snel en raakt in de war van veranderingen. Hij heeft geen idee hoe hij moet reageren op zijn omgeving. Groepen zijn
niets voor hem. Hij voelt zich er niet veilig en raakt geïrriteerd door groepsgedrag. Jan heeft ook geen gevoel voor de regels en wetten die er gelden. Sociale vaardigheden zijn hem vreemd.
met zijn computerkennis kan hij hier na wat goede gesprekken beginnen aan een niveau 3 opleiding. Hij begint er zonder diploma’s en zonder dat er ooit een goed schooladvies gegeven is.
ICT-academie Op school geeft dit natuurlijk de nodige problemen en Jan komt in het Speciaal Onderwijs terecht. Geen goede begeleiding, te weinig uitdaging en daardoor te weinig leerstof maken dat hij ook hier niet goed uit de verf komt. Hij leert zichzelf lezen en heeft een bijzonder goed geheugen. Na een soort mavo ziet hij bij de ICT-academie van het Albeda College vervolgens mogelijkheden:
Hoe het nu kan dat zo’n jongen op het Albeda College een niveau 4 opleiding afrondt en doorgaat met de opleiding Bedrijfskundige Informatica aan het HBO? Wilskracht en het lef om uitdagingen juist aan te gaan in plaats van ze uit de weg te gaan. Of, zoals Jan het zegt: “Als ik iets echt wil, dan bereik ik het ook.” En met af en toe een duwtje in de rug en een aantal mensen om hem heen die in hem geloofden, lukte het hem glansrijk.
Albeda onderwijsverslag 2007
P/ 06
P/ 07
branche
branche
gezondheidszorg 2007 Pilots In het schooljaar 2006-2007 startte de branche Gezondheidszorg vijf interne pilots. Eén daarvan was gericht op het verbeteren van de doorstroom vanuit de opleiding AKA naar de beroepsopleidingen, met name de opleiding Helpende Welzijn. Daarnaast voerde de branche mediation voor deelnemers in binnen meerdere opleidingen. Ook bevorderde Gezondheidszorg de deskundigheid van werkbegeleiders uit het werkveld en werden er leerafdelingen in algemene ziekenhuizen en verpleeg- en verzorgingshuizen opgezet. Ten slotte onderzocht de branche hoe je kunt leren van de landelijke experimenten met competentiegericht opleiden (CGO). De experimentele CGO-opleidingen Helpende Zorg & Welzijn, Verzorgende en Mboverpleegkundige lopen nog.
Denktanks Met de Denktanks intensiveerde de branche de samenwerking met het werkveld. Denktanks zijn één plaats voor overleg, discussie en het uitwisselen van informatie. In 2007 waren de onderwerpen: visie, intake en loopbaanbegeleiding, fasering en structuur, examinering en het centraal stellen van de deelnemer. Per opleidingsniveau (1/2, 3 en 4) vonden drie bijeenkomsten plaats. De branche koos bewust voor aparte bijeenkomsten per opleidingsniveau: om recht te doen aan de specifieke kenmerken van elk niveau en de belangen van het werkveld. De resultaten uit de denktanks vormden de basis voor onderzoek naar verschillen en overeenkomsten. Eén van de uitkomsten is het streven om, waar mogelijk, delen van opleidingen of activiteiten te standaardiseren.
Klaar voor de Start Uit ‘Klaar voor de Start’, het kaderstellend document voor de invoering van competentiegericht opleiden, realiseerde Gezondheidszorg de onderdelen onderwijsmodel, onderwijs ontwerpstrategie, examinering en visie. De projectstructuur, zoals opgezet voor de onderwijsvernieuwing, functioneerde in 2007 goed. De fasering en structurering van het onderwijs en de studieloopbaanbegeleiding verkeren echter nog in de conceptuele fase. Tevreden De branche Gezondheidszorg heeft tevreden deelnemers, medewerkers en contacten in het werkveld. Zo blijkt uit de tevredenheidsonderzoeken die de branche zelf uitvoerde, de marketinggesprekken met de aangesloten zorginstellingen, de JOBenquête en de MBO-kaart 2006.
Handel & Commercie 2008
2007
Voor Gezondheidszorg is de uitvoering van ‘Klaar voor de Start’ de belangrijkste uitdaging voor de komende twee schooljaren. De branche hoopt zo in 2010 alle kwalificaties met ‘competentiegericht opleiden’ (CGO) aan te kunnen bieden. Daarom experimenteren nu delen van het onderwijs met CGO en andere nieuwe onderwijsvormen, zoals de elektronische leeromgeving I-care en het werken met ‘prestaties’ en ‘beroepsproducten’. Gezondheidszorg wil medewerkers voorbereiden op hun toekomstige rollen en hun deskundigheid vergroten. Ook zal de branche de onderwijsvoorzieningen (leslokalen en ICT) aanpassen aan de eisen van het CGO. Gezondheidszorg betrekt nadrukkelijk het werkveld bij deze ontwikkelingen: door de contactpersonen in het werkveld gericht te informeren en uit te nodigen voor discussiebijeenkomsten, en hen te laten participeren in het ontwikkelen van lesprogramma’s en examens.
De school in de praktijk In 2007 ontwikkelde de branche samen met het Kenniscentrum Handel een training voor medewerkers om de veranderende rol in de contacten met het bedrijfsleven een professionele invulling te geven. Het project beroepsopleidende leerweg (BOL) op de Winkelvloer/Werkvloer is bovendien flink uitgebreid. Opleidingen die nog sterk locatiegebonden zijn, benaderden de praktijk beter door het gebruik van contextrijke projecten. Verder kwam intensieve samenwerking tot stand met H&M, The Greenery en V&D/de Bijenkorf.
Door leerafdelingen meer stageplaatsen De oprichting van leerafdelingen in ziekenhuizen en zorgcentra leverde niet alleen meer stageplaatsen op, maar bracht ook voordeel voor deelnemers, docenten en cliënten. Tot drie jaar geleden was er een tekort aan stageplaatsen bij de branche Gezondheidszorg. Deelnemers van de opleiding Helpende, Verzorgende of Verpleegkundige vonden met moeite een stageplek in een zorginstelling. Reden om hier structureel iets aan te gaan doen. Door
het opzetten van leerafdelingen in een aantal ziekenhuizen, verpleeghuizen en zorgcentra in de regio Rijnmond verwachtte de branche het aantal stageplaatsen te vergroten. Volgens Anky Romeijnders, sinds mei 2008 directeur van de branche Gezondheidszorg, is dat heel goed gelukt. “In plaats van één deelnemer lopen nu tien deelnemers stage op deze leerafdelingen. Vanzelfsprekend zijn ze allemaal boventallig. Maar ze draaien wel mee van ‘s ochtends 8.00 tot s avonds 23.00 uur, en ook in de weekenden en
Gezondheidszorg start leerunit in Sint Franciscus Gasthuis In het Sint Franciscus Gasthuis te Rotterdam heeft de branche Gezondheidszorg van het Albeda College samen met Hogeschool Rotterdam de Leerunit Orthopedie gestart. De Leerunit is een goed voorbeeld van stagelopen en leren in de praktijk, speciaal voor mbo- en hbo-deelnemers van de verpleegkundige
opleidingen. Een goede samenwerking tussen school en ziekenhuis is essentieel voor een goede afstemming van theorie en praktijk. Docenten van de Hogeschool Rotterdam en het Albeda College zijn daarom twee middagen per week in het Sint Franciscus Gasthuis aanwezig voor onderwijs, intervisie en coaching.
tijdens schoolvakanties. In de praktijk komt dat neer op een bezetting van drie stagiaires per dag.” Behalve vergroting van het aantal stageplaatsen levert deze nieuwe werkwijze nog meer winst op. Docenten begeleiden de stagiaires op de werkplek en ondersteunen desgevraagd de werkbegeleiders in de instellingen. Onderwijsruimtes en computers zorgen voor het juiste leerklimaat. Ook voor de deelnemers hebben de leerafdelingen een duidelijke meerwaarde: omdat ze meedraaien met het personeel,
voelen ze zich meer verantwoordelijk. Door een eigen rooster te maken leren ze plannen en organiseren. Groot voordeel voor de zorginstelling en de cliënten is dat er meer tijd over is voor leuke en ondersteunende activiteiten. Tegelijkertijd ligt het gevaar op de loer dat stagiaires bij personeelstekort worden ingezet. Anky constateerde dat het voor sommige deelnemers in het begin even wennen was. “Vaak moeten ze hun weekendbaantje opgeven, want dat valt niet te combineren. Nu worden deelnemers hier vooraf over geïnformeerd.”
Internationalisering Voor Handel & Commercie is internationalisering een noodzaak. Naast individuele stages in het buitenland gingen grotere groepen voor hun beroepspraktijkvorming (BPV) naar Izmir, Malta, Engeland of Spanje. Het cluster Internationale Handel & Groothandel zette extra in op de kansarme deelnemer met het traject Logistiek medewerker op niveau 2 bij The Greenery. Het traject is zo succesvol dat het als basis zal dienen voor verdere uitbouw naar de opleiding Logistiek teamleider (niveau 3) en Logistiek supervisor (niveau 4).
2008 Empowerment Hoewel de branche geen onderscheid wil maken op basis van etniciteit, is extra aandacht besteed aan allochtone deelnemers. De stageboxgelden zijn deels aangewend om de relatie van het Albeda College met het thuisfront van deze deelnemers te versterken. Huisbezoeken aan alle deelnemers van niveau 1-2 in combinatie met extra uren voor mentoraat en BPV-begeleiding lijken de uitval te verkleinen en het succesvol functioneren van de deelnemers te vergroten. Hier sluit het empowerment-traject op aan. Dit focust op het leren formuleren van en het vasthouden aan een positief zelfbeeld. De eerste fase werd met succes afgerond: 85% van de deelnemers was minimaal zes van de zeven dagdelen aanwezig en is hiervoor beloond met een speciaal certificaat. ABC Het cluster Albeda Business College (ABC) slaagde er in de al bestaande opleiding Commercieel medewerker Bank- en Verzekeringswezen geheel in CGO-structuur aan te bieden. Daarnaast gingen verschillende nieuwe opleidingen van start.
Succesformule tegen schooluitval allochtone deelnemers De methodiek Le-Succès van Abkadar Chrifi is bedoeld om vroegtijdige schooluitval van voornamelijk allochtonen te voorkomen. Sinds begin dit schooljaar maakt het Albeda College gebruik van deze methode. Allochtone deelnemers niveau 1 en 2 van de branche Handel & Commercie worden gestimuleerd om over zichzelf na te denken en een duidelijk plan voor de toekomst te formuleren, inclusief CV. “Ik heb zelf ooit de motivatie gevonden om iets met mijn leven te gaan doen”, vertelt Abkader. Hij leerde dat je door zelfreflectie, inzet, een positieve houding, zelfvertrouwen, discipline, vastberadenheid en geduld een succesvol leven kunt leiden. Abkader: “Een verandering in je leven bereik je niet door je door angst en frustratie te laten regeren.” Hij vertaalde deze filosofie in een praktische en soms ook confronterende methodiek van zeven trainingen. Het korte succes De rol van de trainers is essentieel voor het
slagen van de methodiek. De grondlegger en de trainers zijn van allochtone afkomst en kennen de problematiek van de deelnemers. De trainers ervaren dat het best lastig is om deelnemers de weg naar succes in te laten slaan. “Vaak hebben de jongeren van huis uit niet de stimulans meegekregen om iets te doen met hun leven, om te investeren in hun carrière”, zegt Jamal, broer van Abkader. “Ze zijn eigenlijk onzeker en voelen zich een nobody. Ze kiezen daarom vaak voor het kortdurende succes. Snel scoren. Voor de snelle behoeftebevrediging in de vorm van een mobieltje of drugs. Want de verleidingen van de omgeving zijn groot.” Inspirerend “Deelnemers waren tijdens de eerste sessie nog huiverig”, herinnert Abkader zich. “Logisch, het was net na de zomervakantie en dan komt iemand vertellen over doelen, succes en ambitie. Best heftig. Maar al snel hoorde ik de termen ‘leerzaam’ en ‘inspirerend’. Dat vind ik al heel wat voor deze groep.”
Consolideren en upgraden staan in 2008 centraal. Dat betekent meer aandacht voor deskundigheidbevordering van docenten, die in 2008 twee dagen stage gaan lopen bij diverse bedrijven. Daarnaast wil de branche de externe contacten blijvend onderhouden. Daarom staat het opzetten van een advisory board, bestaande uit contactpersonen uit het bedrijfsleven, hoog op de prioriteitenlijst. Verder gaan in 2008 de eerste
EVC-trajecten (Eerder Verworven Competenties) voor zittend personeel bij the Greenery van start. Het cluster ABC breidt uit met de opleiding International Accountancy and Finance Studies. De opleidingen die al met competentiegericht opleiden werken, worden in 2008 aan een competentiemeting onderworpen. Hierbij zal de branche gebruik maken van het door Bencompetent© ontwikkelde materiaal.
Handel & Commercie zet in op ‘internationaal’ In september 2007 gingen op het Albeda Business College (ABC) drie nieuwe Engelstalige opleidingen van start: International Hospitality and Banqueting Studies, International Travel and Tourism Studies en International Business Studies Emerging Markets. De drie opleidingen hebben gemeen dat ze gericht zijn op de internationale zakelijke markt en bedoeld voor deelnemers die een internationale carrière ambiëren. In de laatstgenoemde opleiding richten studenten zich zelfs speciaal op een van de drie wereldwijde groeimarkten: China en het Verre Oosten, Rusland en Oost-Europa, en Brazilië en Zuid-Amerika. Jacques Haenen, onderwijsmanager Handel & Commercie, vindt de gelijktijdige start van deze nieuwe opleidingen een goede zaak. “Steeds meer Nederlandse bedrijven in de handel en commercie schreeuwen om goedopgeleide Engelssprekende werknemers.
Zeker in een stad als Rotterdam. Wat zouden havenbedrijven als Vopak en Maersk zijn zonder medewerkers die met internationale klanten kunnen omgaan? Uiteraard is het ook in het toerisme en in de reiswereld van essentieel belang dat medewerkers het Engels goed beheersen. Uit het bedrijfsleven horen wij tot nu toe niets dan positieve geluiden over de drie nieuwe opleidingen.” Als andere doorbraak uit 2007 noemt Jacques het project COMINTER, waarin de ontwikkeling en implementatie van een gemeenschappelijk competentieprofiel voor de internationale handel centraal stond. “Uitgangspunt is dat de Nederlandse profielen identiek zijn aan die van andere Europese landen, zodat in het buitenland behaalde onderdelen niet opnieuw geëxamineerd hoeven te worden. Dit heeft als positief gevolg dat deelnemers er sneller voor kiezen om een (deel van een) lesprogramma in het buitenland te volgen of eerder stage gaan lopen over de grens.”
Albeda onderwijsverslag 2007
P/ 08
P/ 09
branche
branche
Horeca & toerisme 2007 Competentiegericht opleiden Horeca & Toerisme heeft zich in 2007 vooral gericht op de invoering van competentiegericht opleiden (CGO) in 2010. Bij meer dan de helft van de nieuw gestarte opleidingen wordt geëxperimenteerd met CGO. Om dit te ondersteunen is structurele, brancheoverstijgende scholing ingezet voor de betrokken medewerkers. Tevens heeft de branche geparticipeerd in onder meer landelijke ontwikkelnetwerken en MBO 2010. Ten opzichte van het Albeda-brede invoeringsplan voor CGO ligt de branche volledig op schema. Horizontale verantwoording Als het gaat om horizontale verantwoording heeft de branche in 2007 regelmatig bijeenkomsten met het bedrijfsleven georganiseerd. Horeca & Toerisme heeft
de bedrijven waar de deelnemers hun beroepspraktijkvorming doen, met regelmaat bezocht. Verder zijn er onder andere ouderavonden en informatiebijeenkomsten georganiseerd. Met onder meer de JOB-enquête en de MBO-kaart zijn de ketenpartners bij het onderwijs betrokken.
inburgering
‘ik wil gewoon die wijnen doen’
Teamplannen De branche heeft zich door een zelfevaluatie, het branchejaarplan en het managementcontract tegenover het College van Bestuur en de eigen medewerkers verantwoord. Nieuw in 2007 is dat teams en managers het beleid vastleggen in teamplannen. Verder is er structureel team- en managementoverleg, waarvan verantwoording een vast onderdeel is. Daarnaast beschikt de branche over een actieve Medezeggenschapsraad.
2007 was zeer hectisch voor Inburgering. Het jaar begon met de bekrachtiging van de nieuwe Wet Inburgering, die veel consequenties had voor de branche. De opleidingsmogelijkheden voor zowel nieuwkomers als oudkomers werden beperkt. Daarnaast werden nieuwe eisen gesteld aan de instroom van deelnemers en aan de resultaten die zij moeten halen. De gemeente Rotterdam kwam bovendien in de loop van het jaar met nieuwe kaders, die ingrijpende nieuwe randvoorwaarden en procedures met zich meebrachten. Competentiegericht opleiden De ontwikkeling van goede onderwijsprogramma’s voor de nieuwe inburgeringseisen verliep positief. Veel docenten waren daarbij betrokken en zij
2008 De branche heeft in afwachting van de voorwaarden waarbinnen zij het komende schooljaar mag opereren nog geen concrete doelstellingen benoemd. Het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs en de
2007
2008 hebben de benodigde competenties volop ontwikkeld en deels in de praktijk getraind. Uiteraard werd daarbij aangesloten op de onderwijsvisie van het Albeda College. Het competentiegericht opleiden is altijd al een integraal onderdeel geweest van het NTonderwijs. Om de effectiviteit en efficiency van de organisatie te verbeteren is een aangepaste lesstructuur gerealiseerd en een ander jaartaakmodel. Reorganisatie Na de zomervakantie werd duidelijk dat de gewenste instroom van nieuwe inburgeringcursisten fors achterbleef bij de verwachtingen. Dit gold voor de beide hoofdcontracten, zowel voor de Wet Inburgering als voor de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). Niet alleen het
Albeda College liep tegen dit probleem aan, maar naar later bleek ook andere roc’s. Om medewerkers aan het werk te houden, is via detachering elders werk gezocht voor het personeel. Maar een negatieve exploitatie bleek onvermijdelijk. In november besloot het College van Bestuur hierdoor en op basis van de prognose voor de komende jaren een reorganisatie door te voeren. Niet alleen bij Inburgering, maar ook bij de centrale staf en de branche Toeleiding. Het streven was om in een vrijwillige fase (tot 1 mei 2008) minimaal 85 fte bij de drie bedrijfsonderdelen te laten afvloeien. Dat bracht voor veel collega’s een grote onzekerheid met zich mee.
cursus lezen en schrijven voor dak- en thuislozen
examinering, en het verder implementeren van CGO zal in ieder geval centraal staan. Daarbij zullen de belangen van deelnemers, medewerkers en stakeholders goed worden behartigd.
Met een goed, open en breed gedragen beleid heeft Inburgering zich in 2007 voorbereid op de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van inburgering. Er is echter te weinig aandacht besteed aan het inzichtelijk krijgen van de eigen managementinformatie, vooral door het uitblijven van bepaalde informatie vanuit de centrale stafdiensten. Deze managementinformatie helder krijgen is het eerste doel van de branche voor 2008. De resultaatgerichtheid onder docenten is gegroeid en de onderwijsmanagers voeren hun contractverantwoordelijkheid uitstekend uit. Maar de vereiste beheersmaatregelen zijn nog niet benoemd. Dit moet gebeuren in 2008. Tot slot wil de branche de uitstroomresultaten per contract verbeteren. Een goed voorbeeld in dit verband is het contract Oudkomers 2006. Maar helaas zijn er ook voorbeelden van contracten met teleurstellende resultaten, die een groot financieel risico met zich meebrachten.
robbert nijenhuis
Praktijktraining op werkvloer én in klaslokaal Annette Wartna is coördinator van de opleiding luchtvaartdienstverlening die in november 2007 van start ging. Het succes van de opleiding zit in de kleinschaligheid en de sterke link naar de praktijk. “Wat luchtvaartdienstverlening zo uniek maakt, is de kleinschaligheid. In november zijn we gestart met een groep van zeven deelnemers. Daarnaast heeft de opleiding in korte tijd een krachtig netwerk opgebouwd. Daarin zitten aansprekende partijen uit de luchtvaartindustrie, zoals KLM op Schiphol en AviaPartner en VLM Airlines op Rotterdam Airport. Deze samenwerking behelst meer dan alleen afspraken over stages. De deelnemers kregen bijvoorbeeld rondleidingen op verschillende luchthavens en volgden cursussen op de werkvloer, zoals een calamiteitentraining. Ook worden er trainingen binnen de schoolmuren gegeven. Zo gaf een medewerker van Oriflame Cosmetica al een gastcollege over uiterlijke verzorging. Op het Albeda College leggen docenten continu de link met de praktijk. We hebben zelfs drie rijen vliegtuigstoelen
en een trolleywagen aangeschaft. En er is een praktijkruimte voor deelnemers luchtvaartdienstverlening gecreëerd. Daar oefenen zij hoe je met passagiers moet omgaan en hoe je vlieginstructies overbrengt. Dit soort zaken leer je nu eenmaal niet zo makkelijk uit een boek. Onze deelnemers maken bovendien kennis met Codeco, het check-in systeem van KLM en diverse andere grote buitenlandse luchtvaartmaatschappijen. Hiermee gaan zij later goed voorbereid aan het werk. Luchtvaartdienstverlening is door de directe link naar de praktijk een goed voorbeeld van een competentiegerichte opleiding. Bovendien begint het leren eigenlijk al voorafgaand aan de opleiding. Om te worden toegelaten voeren deelnemers een sollicitatiegesprek in het Nederlands, overleggen zij hun cv en houden zij een Engelstalig praatje. De opleiding slaat zó goed aan dat het deelnemeraantal in het schooljaar 2008-2009 verdubbelt.”
“Wijnen beoordeel je door goed te ruiken. Proeven komt daarna pas.” Aan het woord is aankomend sommelier* Robbert Nijenhuis (21). Hij leert op het Albeda College voor zelfstandig gastheer. Een dag in de week gaat hij naar school, de andere dagen werkt hij bij gerenommeerde restaurants. hij won een prestigieus wijnproefconcours in Duitsland. Ook werd hij in 2007 gekozen tot Mbo-uitblinker van het albeda college. Wanneer is die passie voor wijnen ontstaan? “Mijn vader heeft ook in de horeca gezeten. Van jongs af aan ging ik met hem mee naar wijnproeverijen in de Bordeaux en de Provence. Toen ik vier jaar oud was proefde ik mijn eerste wijn. Ik leerde dus al op vroege leeftijd proeven en ruiken. Langzaamaan is de passie voor dranken ontstaan. Af en toe zette mijn moeder wel enkele vraagtekens bij mijn drankgebruik. Wel logisch als je al zo jong met drank bezig bent.” En toen meteen naar het Albeda College? “Na de middelbare school ging ik eerst naar het Grafisch Lyceum. Ik was namelijk ook wel goed met computers. Maar toen ik me realiseerde dat mijn toekomstige baan vooral een bureaubaan zou worden, ben ik met de opleiding gestopt. De twee dagen die ik in de horeca werkte voor wat extra zakgeld genoot ik zoveel meer dan al die andere dagen op school. Vervolgens heb ik me aangemeld voor de BBL-opleiding zelfstandig gastheerschap. Eigenlijk was ik een maand te laat met inschrijven. Om toch met de opleiding te beginnen, moest ik van het Albeda College snel op zoek naar een
goed leerbedrijf. Voor de grap zei iemand dat ze bij restaurant Parkheuvel nog iemand zochten. Ik heb gebeld en kon nog diezelfde dag beginnen.” Bevalt het op school? “Ja, prima. Ik zit in het laatste jaar van de opleiding. Ik krijg goede begeleiding van Lieske Vos. Zij is vinologe en sommelier. Voor mij is het een uitkomst dat zij hier is en me kan helpen met de dingen die ik doe. Ik wil nu eerst mijn studie afmaken. Vervolgens ga ik bij wijnspecialist Peter Klosse een opleiding volgen. Hij is dé specialist in Nederland op het gebied van proeven, ruiken en beoordelen van wijnen. Bij hem leer je ook waarom een wijn een bepaalde smaak heeft en waarom het zo’n feest in je mond wordt. Deze cursus is voor mij de basis om vinoloog te worden.” “Liefde voor wijn en toewijding vind ik het allerbelangrijkst. Altijd blijven leren. Pas dan word je groot. Een eigen zaak beginnen hoeft van mij niet. Ik denk dat ik dan mijn ambacht verlies. Ik wil gewoon die wijnen doen!” *Sommelier of wijnkelner is de functie in een restaurant van iemand die zich gespecialiseerd heeft in wijn en wijnspijscombinaties.
In september 2007 begonnen veertig laaggeletterde Rotterdamse dak- en thuislozen een cursus lezen en schrijven. De cursus was een uniek initiatief en is een onverwacht groot succes geworden. In april 2008 ontvingen de eerste 32 uit de groep een certificaat. de eerste deelnemers met hun certificaat
De Cliëntenraad van het CVD, een opvanginstelling voor dak- en thuislozen, vond begin 2007 dat de inspanningen van de gemeente Rotterdam om het analfabetisme terug te dringen ook ten goede moesten komen aan dak- en thuislozen. Analfabetisme is onder dak- en thuislozen namelijk een nog groter probleem dan onder ‘gewone’ burgers. De gemeente Rotterdam heeft de uitdaging opgepakt. Samen met het CVD, het Leger des Heils, de dienst SoZaWe van de gemeente Rotterdam en het Albeda College is er een overleg gestart. Begin oktober 2007 is als
experiment de eerste cursus gestart met veertig deelnemers, waarvan er nu 32 hun certificaat hebben behaald. Dat resultaat is opvallend goed: aanvankelijk was met veel uitval rekening gehouden, zoals gebruikelijk bij de cursussen alfabetisering. Het enthousiasme onder de deelnemers bleek echter groot. Carla Chappel is onderwijsmanager NT2: “Het is inderdaad een groot succes geweest. De deelnemers die hun certificaat hebben gehad, hebben nog een verlenging gekregen
tot de zomer. Want ze wilden zélf door na hun twintig lessen en natuurlijk is er altijd nog wel wat bij te leren. Wat ook meespeelt, is het leuke en open sociale contact dat de deelnemers hier tijdens de les met elkaar hebben. En na de les bieden we altijd een lunch aan. Dat is óók een sterke factor!” Carla: “Prinses Laurentien is voorzitter van de Stichting Lezen & Schrijven. Zij kon helaas niet bij de uitreiking zijn, maar de deelnemers kregen wel een persoonlijke felicitatiebrief op naam. Daar waren ze erg
blij mee. De uitreiking was voor sommigen ook best emotioneel. Je moet je voorstellen dat de meesten van hen niet eerder zó in de belangstelling hebben gestaan. Ze hebben door dit certificaat echt iets overwonnen.” Door het enthousiasme van de deelnemers is er nu voldoende draagvlak om in september 60 nieuwe deelnemers uit deze bijzondere doelgroep te laten starten. Een mooi vervolg van dit initiatief.
Albeda onderwijsverslag 2007
P/ 10
P/ 11
branche
branche
Lifestyle, sport & entertainment 2007 Terugkijkend op de doelen voor 2007 zijn heel wat resultaten geboekt. De branche heeft onder andere het intranet bij het cluster Sport & Bewegen gerealiseerd. Dit gebeurde met als doel de informatievoorziening aan deelnemers en docenten te verbeteren door digitale communicatiemiddelen te benutten. Verder is onderzoek gedaan om inzicht te krijgen in de redenen waarom deelnemers uitvallen. Daaruit is gebleken dat sociale en/of persoonlijke problemen, verzuim of een verkeerde opleidingskeuze een belangrijke rol spelen. Met deze informatie blijft het verhogen van het rendement in de komende jaren een belangrijk doel. Ook is de branche bezig geweest om de infrastructuur aan te leggen die nodig is voor de implementatie van de onderwijsvisie en het invoeren van CGO. Personeel is geschoold
re-integratie & employability
2008 en diverse nieuwe contacten zijn gelegd bij gemeenten en hbo-instellingen. Cees Datema-prijs Daarnaast zijn exameninstrumenten ontwikkeld voor de opleidingen die onder de experimentele regeling vallen. Dit heeft geresulteerd in de Proeve van Bekwaamheid in het Productiehuis, die de branche de Cees Datema-prijs opleverde. En er is flinke vooruitgang geboekt bij het optimaliseren van het kwaliteitszorgproces door de instrumenten van zelfevaluatie en examinering te verbeteren. Veel meer medewerkers en deelnemers dan in voorgaande jaren zijn betrokken bij de zelfevaluatie.
Lifestyle, Sport & Entertainment wil in 2008 het Portaal uitbouwen, vullen en in gebruik nemen. Het portaal komt in de plaats van het intranet, ten behoeve van het onderwijs en de communicatie naar deelnemers en medewerkers. Ook wil de branche de betrokkenheid van deelnemers bij de opleiding bevorderen op een wijze die bij hen past. Denk aan excursies, jamsessies en het betrekken van de informele leeromgeving bij het leerproces. Verder gaat de branche de uitval van deelnemers verder terugdringen door de oorzaken aan te pakken die in 2007 uit onderzoek naar voren zijn gekomen. Ook staat een verbetering van de voorlichting aan en de selectie van nieuwe deelnemers op het programma. Daarnaast wil
2007 de branche de dialoog uitbreiden en intensiveren met ketenpartners, zoals werkbanken, onafhankelijke deskundigen, deelnemersplatforms en vmbo en hboinstellingen. De clusters Sport en Entertainment willen zich profileren door in te spelen op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en binnen de hedendaagse culturele dynamiek. Kruisbestuiving en dwarsverbanden tussen de clusters zullen daarbij worden bevorderd. Het cluster Entertainment wil voor de beroepspraktijkvorming (BPV) een geaccrediteerd impresariaat ontwikkelen: Roots & Routes als bemiddelaar tussen kunstvakonderwijs en de beroepspraktijk.
‘ik studeer tussen de trainingen door’ Ties Theeuwkens leidt een druk leven. Hij basketbalt op het hoogste niveau bij de Rotterdam Challengers en is lid van het nationale team. Alsof dat nog niet genoeg is, volgt hij ook nog de opleiding Sport en Bewegen op het Albeda college, waar hij in de klas zit met andere (aankomende) topsporters. Heb je altijd al de ambitie gehad om topbasketballer te worden? Ties: “Ik ben pas op mijn elfde begonnen met basketbal. Dat is laat, want de meesten beginnen op hun vijfde al. Maar ja, vanaf het moment dat ik geselecteerd werd voor nationale jeugdteams, wist ik dat ik een goede kans had om de top te bereiken. Vervolgens ben ik in de eredivisie begonnen. Eerst bij Den Helder en nu alweer 2,5 jaar bij Rotterdam.”
Valt topsport voor jou te combineren met een mbo-opleiding? Ties: “Het is lastig. Ik hoop deze maanden mijn studie af te ronden. Maar dat zal nog behoorlijk pittig worden. Ga maar na: we trainen vijf uur per dag. En daarnaast hebben we twee wedstrijden in de week, waarvoor we ook nog veel moeten reizen. Tussen de trainingen door probeer ik te studeren. Maar het is niet altijd even gemakkelijk. Geestelijk valt het wel op te brengen. Maar vorig jaar had ik veel praktijkopdrachten, zoals zwemmen. Dan wordt de fysieke belasting wel erg zwaar. En met mijn lichaam moet ik toch mijn geld verdienen. Eigenlijk gaan topsport en school niet makkelijk samen. Zo zit ik met veel jongens van Feyenoord in de klas. Die zie je een voor een afhaken.”
Hoe verloopt de samenwerking met de school? Ties: “In het begin was het even zoeken. Ook voor de school zelf, omdat de opleiding nieuw was. Dat is nu flink verbeterd. De samenwerking verloopt erg goed: ik krijg vrijstellingen en een aangepast rooster als dat nodig is. Verder vind ik het een goede, sociale school. De leraren staan altijd voor me klaar.” Wil je binnenkort al iets met je studie gaan doen? Ties: “Waarschijnlijk niet. Dan moet ik namelijk een baan vinden die precies voor mij op maat gemaakt is. Dat zal moeilijk worden. Het is ook niet nodig, want ik verdien nu een goede boterham. Ik heb voor de studie gekozen voor na mijn carrière, en omdat ik mijn tijd buiten het sporten nuttig wil besteden. Ik heb geen zin om de halve dag in bed te gaan liggen. Daar houd ik niet van.”
door evc-procedure alsnog diploma Met de EVC-procedure levert het Albeda College een grote bijdrage aan op-, om- en bijscholing van laaggeschoolde en ongediplomeerde ondernemers en arbeidskrachten in de regio. EVC staat voor ‘eerder verworven competenties’. Een zestienjarig meisje komt als bootvluchtelinge uit Vietnam naar Nederland. Ze belandt in een asielzoekerscentrum en krijgt jaren later een verblijfsvergunning. Dan gaat ze aan de slag in de productie, administratie en de horeca. Ze krijgt kinderen en leert ondertussen het kappersvak ‘door gewoon te doen’. Nagels en schoonheidsverzorging pakt ze ook mee. Ze runt een poosje een loempiazaak, ties theeuwkens
werkt bij een kapper en dan besluit ze dat haar moment gekomen is: ze wil haar werkervaring verzilveren, een diploma halen en een eigen kapperszaak beginnen. Veel vluchtelingen melden zich aan voor de EVC-procedure van de kappersopleiding. Volgens onderwijsmanager Atie Hagoort van het cluster Lifestyle gaat het om mensen tussen de 25 en 50 jaar, meestal met een baan en een gezin, die om wat voor reden dan ook geen diploma’s hebben gehaald. Vaak hebben ze wel de benodigde competenties. Atie: “Met behulp van het vierstappenplan van de EVCprocedure worden die getoetst en vastgesteld. We geven voorlichting over de procedure en
maken een quickscan van de aanwezige kennis, vaardigheden en (werk)ervaring. Daarna vullen de kandidaten hun portfolio met zoveel mogelijk bewijzen en hebben ze een beoordelingsgesprek. Met als eindresultaat het felbegeerde kappersdiploma. Als sommige competenties onvoldoende aanwezig zijn, is het mogelijk maatwerkscholing te volgen.” Omgekeerd is er ook winst voor het Albeda. Atie: “Kapsaloneigenaren die hier hun diploma haalden, voelen zich betrokken bij onze school. Ze denken mee over de vormgeving van ons onderwijs en bieden soms zelfs stageplaatsen aan, zoals in het geval van de Vietnamese bootvluchtelinge.”
In 2007 was de uitdaging voor Re-integratie & Employability om de integrale methodiek van de branche te promoten en verder te ontwikkelen. De vraag was hoe enige continuïteit in de omzet kon worden gebracht om de branche ook in de toekomst succesvol te laten zijn. Naast een focus op kansen voor de toekomst is er intensief geoffreerd op verschillende aanbestedingen en contracten. Van de vijf grote offertes die zijn uitgebracht, is uiteindelijk niet één toegewezen. Wel zijn twee kleine re-integratiecontracten en twee employability-opdrachten binnengehaald. Tevens is de branche ingeschakeld voor de uitvoering van een contract tussen het Albeda College en de gemeente Den Haag.
Samenwerkingsverbanden De gemeente Rotterdam heeft het nieuwe beleidskader Werk en Re-integratie 20072010 vastgesteld. De contracten voor beroepskwalificerende scholing zoals ze de afgelopen vijf jaar werden uitgevoerd, zijn vervallen. Ook moet er tegenwoordig eerst een werkgever zijn die de deelnemer in dienst wil nemen, voordat de scholingsbudgetten ter beschikking worden gesteld. Om toch een rol in de scholing van re-integratiekandidaten te kunnen blijven vervullen, heeft de branche de samenwerking met Daad en UWV geïntensiveerd. De samenwerking met arbeidsmarktintermediair Start People is verder uitgebreid met de zogeheten Leerwerkplaza, een mooi initiatief om
deelnemers met een technische opleiding meer kans op werk te geven. Schakelaanbod Samen met Daad en de Laurensgroep is er een zogenoemd schakelaanbod ontwikkeld waarbij uitkeringsgerechtigden worden voorbereid op een baan in de zorg. Na het doorlopen van de schakelcursus en een stage wordt de deelnemer in dienst genomen en kan zich verder kwalificeren door een BBL-opleiding in de zorg op niveau 3. De branche heeft in samenwerking met de opleidingen Facilitair Medewerker en Sport en Bewegen 115 ID-medewerkers van de gemeentelijke Dienst Sport & Recreatie
geschoold. Naast hun tweejarige BBL-opleiding volgden alle deelnemers twee scholingsdagen bij Re-integratie & Employability. Deze dagen waren gericht op werknemersvaardigheden, ondersteunend Nederlands en studievaardigheden. Door deze samenwerking kon 90 procent van de deelnemers aan het tweede jaar van de opleiding beginnen. De verwachting is dat een hoog percentage de opleiding met een diploma afrondt in 2008. Financiën De branche heeft, evenals in 2006, financieel goed gedraaid. 2007 is afgesloten met een hoger positief financieel resultaat dan vastgelegd in de begrotingsbespreking.
samen sterk, in scholing en werk Albeda College en Startpeople starten Leerwerkplaza Sinds juni 2007 werken Startpeople en de branche Re-integratie & Employability van het Albeda College nauw samen. Startpeople heeft zelfs een inhouse vestiging op de Albeda-locatie aan de Triathlonstraat in Rotterdam. Startpeople begeleidt deelnemers samen met het Albeda College naar technisch werk. En het Albeda College zorgt indien nodig voor passende scholing. Een mooi concept met nu al meetbare resultaten. Michel van ’t Hof van het Albeda en Marthijn van Dessel van Startpeople vertellen over Leerwerkplaza. Michel van ‘t hof (rechts) op werkbezoek bij een kandidaat (Imtech N.V. - terrein Shell Pernis)
Werkwijze Het principe van de Leerwerkplaza van het Albeda College en Startpeople is eigenlijk heel simpel. De locatie van het Albeda College bemiddelt personen die in aanmerking komen voor re-integratie. De kandidaten komen onder andere van Daad, re-integratiebedrijven, en het UWV en CWI uit de omliggende gemeenten. Vervolgens houdt een trajectbegeleider van het Albeda College een intakegesprek met deze mensen. Uit dit gesprek blijkt wat de interessegebieden en de scholingsmogelijkheden van de kandidaat zijn. Vaak volgt er nog een praktische en theoretische test. Met deze informatie gaat Startpeople samen met het Albeda College aan
de slag en zoekt naar passend werk. Mocht scholing nodig blijken, dan wordt de kandidaat eerst voorgesteld aan de opdrachtgever. Verloopt dit gesprek positief, dan pas wordt het scholingstraject ingezet. Kortom met zowel verwijzer, kandidaat, Albeda College en Startpeople worden dus eerst heldere afspraken gemaakt, alvorens een scholingstraject wordt ingezet. Na het afronden van het scholingstraject volgt via Startpeople een proefplaatsing bij een van de relaties van de Leerwerkplaza. Tijdens de proefplaatsing met behoud van uitkering, werkt de kandidaat drie tot vier weken in het bedrijf. Bij wederzijdse tevredenheid wordt dit vervolgens omgezet in een contract voor
minimaal een half jaar, maar vaak wordt zelfs een één- of tweejarig contract aangeboden, omdat de kandidaat direct doorgaat met een BBL-opleiding. Voordeel voor iedereen· Michel: “De kandidaten krijgen via Startpeople betaald. Startpeople draagt dus het risico, niet de bedrijven. Op die manier verdwijnt er een drempel voor werkgevers. Bovendien heeft Startpeople budget voor scholing. Zij zetten dat budget in bij hun ‘prefered partner’, het Albeda College. De werkgever merkt door de inzet van scholing dat er wordt geïnvesteerd in de werknemers. De kandidaten worden beter inzetbaar. En de overheid ziet weer iemand van
een uitkering naar een baan doorstromen. Dus iedereen vaart er wel bij.” Voordeel voor Startpeople Marthijn: “Wij willen werkgevers wat bieden. Aanbod. Zeker in de technische sector, omdat in deze branche veel vraag is naar personeel. Via het Albeda College komen we in aanraking met veel geschikte kandidaten. Daarnaast heeft het Albeda een groot netwerk in de sector waar we een beroep op kunnen doen. En met deze samenwerking tonen we als Startpeople onze maatschappelijke betrokkenheid. Want er zullen altijd mensen blijven bestaan die lastiger aan een baan komen. Die willen we graag een duwtje in de rug geven.”
Albeda onderwijsverslag 2007
P/ 012 12
P/P/013 13
branche
branche
secretarieel & Administratie 2007
2008
Betrokkenheid van het werkveld In 2007 is een enthousiaste start gemaakt met het verbeteren van de Nederlandse taalvaardigheid van deelnemers. Ook is het werkveld meer betrokken bij de inrichting van het onderwijs en de examinering. De partners in het werkveld zijn tevreden over het onderwijs, maar de branche wil een duurzamere relatie met deze partners. Daarom is in 2007 samenwerking gezocht met het landelijke stageorgaan ECABO. De stageboxgelden zijn daarbij van groot belang. Beroepspraktijkvorming De branche heeft zich daarnaast in 2007 hardgemaakt voor experimenten met onderwijs buiten de onderwijslocaties. Ook zijn initiatieven ontplooid om duurzame relaties voor beroepspraktijkvorming (BPV) aan te gaan met één grote organisatie of een cluster van organisaties. De samenwerking met het Reuma-verpleeghuis en het
bedrijfsverzamelgebouw De Caballerofabriek in Den Haag zijn daar voorbeelden van. Eigen verantwoordelijkheid Niet alle doelen voor 2007 zijn helemaal gehaald. Teams zouden meer eigen verantwoordelijkheid krijgen voor het behalen van resultaten en het inrichten van het onderwijs. Dit hing samen met de verschillen in doelgroepen en teamcompetenties. Ook zouden teams meer invloed krijgen op het wervingsen aannamebeleid, op scholing en op de wijze waarop functionerings- en beoordelingsgesprekken worden gevoerd. Er zijn goede aanzetten gegeven in deze richting. Maar door gebrek aan financiële middelen en vertraging bij de invoering van het benodigde HRM-beleid is de branche in 2007 bij een aantal doelen minder ver gevorderd dan de bedoeling was.
A T I W A K
De doelen die de branche in 2007 stelde, blijven overeind voor 2008. In 2008 wordt het taalbeleid verder uitgerold door de inzet van taalcoaches (3 fte) die de teams gaan ondersteunen bij het integrale taalbeleid. Ook de betrokkenheid van het werkveld bij het onderwijs zal verder worden vergroot. Hoewel de experimenten om duurzame BPVrelaties aan te gaan met één bedrijf of een bedrijvencluster niet zonder kinderziektes blijken, zijn deze experimenten interessant genoeg om mee door te gaan. Zo wordt in 2008 een soortgelijke samenwerking gezocht met de Creative Factory in Rotterdam. In overleg met de onderwijsteams zijn aan deze doelen nog enkele andere doelen toegevoegd. Betere ontplooiingsmogelijkheden voor medewerkers is daarvan een voorbeeld. Daarnaast is de verbetering van de leeromgeving, begeleiding en zorg op de agenda gezet. Ook zal er meer aandacht zijn voor het verbeteren van het intakebeleid en het voorkomen van lesuitval.
‘Bij de rechtbank werken, daar zijn veel doorstroommogelijkheden.’
KIEST
JURIDISCH
Waarom heb je voor de opleiding Juridisch gekozen? ‘In de laatste klas van de mavo deed ik een toets over strafrecht. Daardoor kreeg ik interesse in het rechtssysteem. Ik wil er graag meer van weten, er is nog zoveel over te leren. Met deze opleiding kun je in vier richtingen je diploma’s behalen; openbaar bestuur, zakelijke dienstverlening, personeelswerk en sociale zekerheid. Een mooie basis voor mijn toekomst.’
2008 – 2009
Wat vind je van de opleiding? ‘Pittig, maar leuk. Ik moet veel leren en me goed concentreren om alles te kunnen begrijpen. Ik ga vijf dagen per week naar school. De theorievakken bestaan uit onder andere staatsrecht, juridische beroepsvorming, Nederlands en Engels. In de praktijklessen bouwen we een kantoor waar we klanten helpen met juridische vragen. En ik heb stage gelopen bij een advocatenkantoor, dat was ook heel leerzaam.’
Waarom kies je voor dit beroep? ‘Omdat het zo breed en algemeen is, ik kan er alle kanten mee op. Ik zie het niet zitten om iets specifieks te kiezen en het later toch niet leuk te vinden wat ik doe. Dit beroep heeft alles te maken met je dagelijks leven. Denk bijvoorbeeld aan de belastingformulieren die we allemaal in moeten vullen.’ Wat zijn je toekomstdromen? ‘Bij de rechtbank werken, daar zijn veel doorstroommogelijkheden. En het heeft het meest met ons rechtssysteem te maken.
Doorleren lijkt me ook wel leuk, maar ik weet nog niet precies wat. Ik doe ook graag modellenwerk, dus misschien kan ik daar meer mee doen in de toekomst.’ Waarom heb je voor het Albeda College gekozen? ‘Het is een gezellige school. Ik ben een keer langs gegaan voor een kennismakingsgesprek en ik voelde me meteen thuis. De leraren en leerlingen waren heel open en vriendelijk. Ik kreeg goede voorlichting over de opleiding. Ik ging naar huis met een positieve indruk en het bevalt me nog steeds goed.’
techniek 2007
deelnemers inspireren elkaar in caballerowerkfabriek Deelnemers inspireren elkaar in Caballero-werkfabriek René Moesman maakt als onderwijsmanager afspraken met bedrijven over de begeleiding en inzet van deelnemers. Het Albeda College heeft daarvoor onder meer bedrijven op het Caballero-complex in Den Haag benaderd. In de vorige eeuw was het de thuishaven van de beroemde sigarettenfabrikant. Tegenwoordig is het Caballerocomplex een broedplaats van een veertigtal startende ondernemers én jong deelnemertalent van het Albeda College. Het merendeel van hen volgt een duaal traject en een secretariële of boekhoudkundige opleiding. Om de deelnemers op het complex onder te brengen, trekt het Albeda College samen op met BViT, een bedrijf dat zich ook op het terrein bevindt. De bedrijven die benaderd worden voor stageplaatsen zijn niet alleen actief in de ict, maar bijvoorbeeld ook in de communicatie. Alle ondernemingen zijn erkend als leerbedrijf, kleinschalig (met maximaal twintig personeelsleden in dienst) en hebben de bereidheid om deelnemers te laten ruiken aan het echte werk. “Het unieke aan dit project is dat we meerdere deelnemers tegelijkertijd kunnen plaatsen en laten rouleren tussen verschillende type ondernemingen”, vertelt René. “Dat kan uiterst handig zijn. Neem een vaardigheid als notuleren. Deze kan een deelnemer niet opdoen bij een eenmanszaak omdat er geen gezamenlijke overleggen zijn. Voor organisatorische competenties geldt dat zij deze juist wél weer makkelijker aanleren in een eenmanszaak. Door in verschillende bedrijven mee te lopen krijgen deelnemers zonder twijfel veel meer mee dan tijdens een stage bij één werkgever.” Het opleidingsniveau van de ‘Caballerodeelnemers’ loopt uiteen van niveau 2 tot en met 4 en ook het leerjaar verschilt. Juist omdat de jongeren verschillende achtergronden hebben, is er volgens René nog een bijkomend voordeel. “Zij kunnen elkaar inspireren, motiveren en van elkaar leren.” Volgens de onderwijsmanager plukt ook het Albeda College zelf de vruchten van het project. “Wij bouwen op deze manier een heel mooi bedrijfsnetwerk op.”
Samenwerking met het werkveld Veel energie is gestopt in een intensievere samenwerking met het werkveld, in het bijzonder met het bedrijfsleven en de instellingen voor vmbo en hbo. Intern is de aandacht uitgegaan naar optimalisering van de beleids- en controlecyclus op teamniveau en verbetering van de operationele processen. Zoals gepland zijn de resultaten van de tevredenheidsonderzoeken onder deelnemers en leerbedrijven naar de ondervraagden teruggekoppeld. Competentiegericht onderwijs Per augustus 2007 is het aantal opleidingen dat op basis van CGO wordt aangeboden met zeven uitgebreid. Omdat competentiegericht opleiden een beroep doet op andere
RDM campus Bert van Pelt is namens het Albeda College projectleider van de RDM Campus, die is gevestigd in het pand van de voormalige Rotterdamse Droogdok Maatschappij (RDM). De campus is een initiatief van het Albeda College, de gemeente, Hogeschool Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam. “Het jaar 2007 was cruciaal voor de RDM Campus omdat het definitieve startsein voor uitbreiding werd gegeven. Al jaren volgen deelnemers van de opleiding metaalbewerken lessen op het complex. Vanaf november 2008 krijgen zij gezelschap van andere techniekdeelnemers van Metaal-elektro vakken en van de opleiding Maintenance. Ook betrekken studenten van Hogeschool Rotterdam het voormalige fabriekspand. Het terrein zal in november ongeveer achthonderd deelnemers herbergen. En er gaan zich onder hetzelfde dak ook innovatieve bedrijven uit de maakindustrie vestigen. Voor hen is maar liefst twaalfduizend vierkante meter gereserveerd. Voor mij stond 2007 vooral het teken van het enthousiasmeren van branches, het opzoeken van mogelijke samenwerkingspartijen en het acquireren van interessante, innovatieve bedrijven. Als lid van het ontwikkelteam RDM Campus maakt het Albeda College zich sterk om bedrijven in het Dock gevestigd te krijgen en met hen ‘kenniscontracten’ af te sluiten. De bedrijven die deze ondertekenen zijn actief in de maakindustrie en ontwikkelen of maken nieuwe producten met werkende of stagelopende studenten en deelnemers. Jongeren doen direct praktijkervaring op bij interessante ondernemingen binnen de Innovation Dock muren. Een voorbeeld van zo’n bedrijf is Formula Zero. Dit bedrijf ontwikkelt kartwagens die rijden op waterstof en met behulp van brandstofcellen. Als een bedrijf het stadium van serie of massaproductie bereikt, dan moet het een ander onderkomen zoeken. Ook dat is geregeld in het kenniscontract. Wij kiezen er bewust voor dat de bedrijvigheid in het complex kleinschalig blijft en gericht is op innovatieve ontwikkelingen.”
2008 kwaliteiten van docenten, zijn zij individueel en per team geschoold.
de context van het beroep en door specifieke vormen van begeleiding moeten meer nieuwe medewerkers bij Roteb instromen. Zittend personeel wordt gestimuleerd zich binnen het bedrijf verder te ontwikkelen, waardoor het verloop wordt beperkt.
RDM Campus De branche vindt dat vraag en aanbod van arbeid alleen samen met het bedrijfsleven kunnen worden afgestemd. Daarom is het afgelopen jaar met externe partners hard gewerkt aan de ontwikkeling van de RDM Campus, gelegen in de Rotterdamse Stadshavens, onder het motto Research, Design en Manufacturing Mobiliteit Het cluster Mobiliteit heeft samen met Roteb Lease een nieuw concept ontwikkeld voor medewerkers van Roteb. Zij kunnen bij de branche Techniek een opleiding bedrijfsautotechnicus volgen. Door te leren in
Bouw & Wonen Het cluster Bouw & Wonen heeft in 2007 op één van de Albeda-locaties een nieuwe eigentijdse leerruimte gecreëerd. Daardoor is het nu veel beter mogelijk om te leren van en met elkaar. En om de praktijk dichter bij de opleiding te brengen, worden nu ook de leerbedrijven betrokken bij de beoordeling van de deelnemers op school.
Voor 2008 wil de branche de (kennis)netwerken met externe partners onderhouden en verder uitbreiden. Techniek zal zich naar de omgeving toe nog duidelijker profileren als een instelling die kwalitatief goede opleidingen aanbiedt, waarmee bedrijven hun in- en doorstroomstrategie kunnen ondersteunen. Uitgangspunt daarbij is niet de opleiding, maar het loopbaanperspectief van de deelnemer. Met ingang van augustus 2008 wordt CGO integraal ingevoerd voor alle opleidingen op niveau 2. Daarom blijft competentieontwikkeling binnen de teams aandacht krijgen. Verder wordt de begeleiding van de deelnemers tijdens de beroepspraktijkvorming geïntensiveerd. De faciliteiten die daarvoor nodig zijn, zullen substantieel worden uitgebreid.
racen op zandvoort Op het circuit van Zandvoort worden regelmatig races gehouden met ‘opgepimpte’ personenauto’s. Ook de succesvolle coureurstweeling Tim en Tom Coronel behoren tot de coureurs.
Tim Coronel met de Albedadeelnem
ers
Het project was het idee van de producenten van UR, een Tv-programma waarin verschillende vakrichtingen van roc’s in the picture staan. Ze waren op zoek naar een geschikt onderwerp voor de vakrichting techniek. Ze kwamen op het idee om voor coureur Tim Coronel een auto om te laten bouwen tot raceauto, waarmee hij deel kon nemen aan de races op Zandvoort. Huub Vermeulen, zelf autocoureur, eigenaar van de rensportschool op Zandvoort én organisator van eerdergenoemde races, raakte enthousiast en sponsorde het project. Voor de werkplaats en de vakmensen werd het Albeda College benaderd. Het beschikt over een prachtige locatie op de Van Graftstraat in Rotterdam, voorzien van een nieuwe werkplaats met alle denkbare apparatuur.
In een speciaal project bouwden deelnemers en docenten van het Albeda College voor Tim Coronel een gewone BMW in vijf dagen helemaal om tot een raceauto voor op zandvoort.
In vijf opnamedagen moest de auto volledig omgebouwd en opgeleverd worden. Lesroosters werden omgezet. Deelnemers werkten dagenlang permanent aan de auto. En er waren voortdurend docenten beschikbaar voor de vakkundige vinger aan de pols. De auto kwam af.
Een ge wone
rode B MW...
en
puit
rs l ove e e n o essi Prof
De logo’s worden aan gebracht
De race Op de dag van ‘De Race’ op Zandvoort werden de deelnemers uitgenodigd om tijdens de kwalificatieronde mee te rijden. Ondanks een moeilijke startpositie eindigde hij als vijfde in een veld van 32 auto’s. Een bijzondere ervaring voor deze groep jongeren om hun ‘eigen auto’ zo over het circuit te zien gaan. De gebruikelijke champagnedouche voor de groep was een passend slot van een mooi avontuur.
it
u t circ Op he
Albeda onderwijsverslag 2007
P/ 014 14
P/P/015 15
branche
branche
WElzijn & onderwijs
toeleiding 2007 Onder invloed van de experimenteerregeling Beroepsonderwijs werd aangesloten op de ontwikkelingen rond competentiegericht onderwijs. Ook zijn doorstroomcompetenties ingevoerd voor de aansluiting vanuit het voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (VAVO) op vervolgtrajecten in het mbo en hbo. Verder heeft elk team gewerkt aan één of meer Albeda-innovaties, die allemaal een relatie hadden met de invoering van de Albeda-onderwijsvisie. Tot slot is door de invoering van de nieuwe Wet Inburgering het NT2-bestel binnen Toeleiding omgebouwd naar een bestel van Burgerschapstrajecten. Taalverwerving is hierbij geen doel meer, maar een middel,
Internationale ervaring opdoen met Xplore Silvan Jongeren en volwassenen zonder startkwalificaties gaan praktisch nooit op stage in het buitenland. De branche Toeleiding organiseerde een project in het buitenland, met financiële hulp van het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. Officieel luidde de doelstelling van het project Xplore Silvan ‘het vergroten van draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking’. In de praktijk kwam dat neer op kennismaken met de cultuur en leefwijze van de mensen in het stadje Silvan in Turks Koerdistan. Volgens beleidsadviseur Cor Flach hakte de reis er flink in bij de deelnemers: “Het was een regelrechte confrontatie met armoede, gebrekkige voorzieningen, geen wegen en veel militairen.” Naast de nodige inentingen bestond de voorbereiding van de 21 deelnemers uit een uitgebreide kennismaking met elkaar en met de reisbestemming. Daarna vertrok de groep voor drie weken naar het onherbergzame gebied, onder begeleiding van Cor en twee docenten. Daken en ramen vernieuwen, schilderen, afgeschreven computers uit Nederland aansluiten en een watertank plaatsen. Non-stop hielpen ze mee met het opknappen van een paar dorpsschooltjes. Tijdens hun verblijf hielden alle deelnemers een uitgebreid verslag bij. Cor: “Iedereen was zeer betrokken bij de kinderen, die onder heel andere omstandigheden naar school gaan.” Ondanks de nodige ongemakken was de reis voor alle deelnemers een positieve ervaring. Cor: “Uit de reacties en de evaluaties sprak trots dat ze deze klus geklaard hadden. En ook het besef dat je kansen moet pakken.” Het thuisfront werd met foto’s, dia’s en video’s uitgebreid getrakteerd op een verslag van deze bijzondere reis. “Elke deelnemer moest zijn ervaringen aan minimaal 150 mensen doorvertellen. Allemaal verzorgden ze voordrachten, onder meer voor hun eigen opleiding.”
2008 naast het verwerven van andere duale competenties. Reorganisatie Veel van deze initiatieven zijn helaas overschaduwd door de ontwikkelingen rond dit NT2-bestel. Door de invoering van de nieuwe Wet Inburgering nam het aantal inschrijvingen van nieuwe inburgeraars af. Los van de NT2-problematiek groeide langzaam het inzicht dat het Albeda College soms teveel moest toeleggen op de uitgebreide zorgtrajecten waar vooral Toeleiding om bekend staat. Dit leidde er uiteindelijk toe dat het College van Bestuur besloot met de vakcentrales tot een sociaal plan te komen.
Omdat veel energie en tijd is gaan zitten in het oplossen van de financiële problemen en de uitvoering van het Sociaal Plan zijn lang niet alle doelen voor 2007 gehaald. De volgende doelen staan dan ook weer voor 2008 op de lijst: - Loopbaanmogelijkheden voor deelnemers optimaliseren. - Competentiegericht onderwijs verder voorbereiden en implementeren. - Uit- en doorstroomrendement verbreden, nameten en analyseren. - Tevredenheidsonderzoek uitbreiden naar praktijkgevers, opdrachtgevers en ketenpartners. De branche bereidt zich daarnaast intensief voor op de invoering van het Participatiefonds in 2009 en de marktwerking die daarvan een gevolg zal zijn. Dit gebeurt onder meer door het productportfolio te herwaarderen. Het
2007 Participatiefonds is de samenvoeging van de Wet Inburgering, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Wet Werk en Bijstand en het E-deel uit de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. Verder heeft Toeleiding nog de volgende nieuwe doelen gesteld: - MBBL-varianten aanbieden. - Meer aandacht besteden aan certificeringtrajecten. - E-coaching doorvoeren. - Samenhangend protocol opstellen voor begeleiding en zorg van intake tot uitstroom. - Contacten met externe betrokkenen en belanghebbenden structureren. - Contextrijke multidisciplinaire leerwerkzones betrekken. - Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en persoonlijk actieplan (PAP) doorvoeren.
‘Begrip hebben en volhouden. Dát is nodig.’
Kans op een baan Maljuna Frato is gestart met subsidie uit
Jos: ”Medewerkers van de Riagg zijn fulltime op de Albeda-locatie Oostzeedijk gestationeerd. De deelnemers aan Maljuna Frato – op dit moment ongeveer driehonderd – hebben allemaal een mentor, aangesteld door de Riagg. Een steun en toeverlaat, die zorgt voor rust en bijvoorbeeld een onderkomen. En die de weg wijst naar de opleidingsmogelijkheden. Met de kans op een baan. Als de opleiding lukt, is die kans zelfs heel groot. Want daarover zijn duidelijke afspraken gemaakt met werkgevers
plannen en initiatieven met de stafdiensten is nog voor verbetering vatbaar, evenals het afstemmen van de planvorming op team- en brancheniveau. Tot slot wilde de branche in 2007 de samenwerking met het werkveld op operationeel en strategisch niveau vergroten. De infrastructuur voor de contacten met het werkveld is inderdaad vormgegeven. Verder zijn, ondanks de groei van het aantal deelnemers, voldoende stageplaatsen gevonden. Verantwoording De invoering van het competentiegerichte
onderwijs vraagt van de branche een continue afstemming met de betrokkenen. Bij deelnemerspanels is feedback gevraagd op de ideeën en producten van de branche. Met het werkveld is overlegd over de ontwikkelingen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Intern verantwoordt de branche zich door de beleidscyclus, waarin de teamjaarplannen en het branchejaarplan centraal staan. Binnen de branche en richting het College van Bestuur wordt gebruik gemaakt van een managementcontract. De jaarlijkse zelfevaluatie is gebruikt om te laten zien in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd.
debatteren over fitna Samen met debatcentrum Arminius, de internationale debatorganisatie Idea, Hogeschool Rotterdam en twee welzijnsorganisaties in Kralingen en Feijenoord is het afgelopen jaar het project R’debate opgezet. Een groepje Albedadocenten en deelnemers uit het tweede en derde jaar kregen een opleiding tot debattrainer, waarna ze op hun beurt alle eerstejaars een debattraining gaven. Tijdens het debatfestival op 29 maart 2008 voor jongerenteams in Rotterdam, gingen uiteindelijk twee deelnemers van het Albeda College met de hoofdprijs naar huis. Volgens Tjaako Minnema, teamleider Sociaal Cultureel Werk, heeft R’debate
In 2008 bouwt de branche voort op de basis die in 2007 is gelegd. De invoering van CGO is daarbij het hoofdthema. Kernwoorden zijn contextrijk leren, maatwerk voor de deelnemers en doorlopende leerlijnen. Over deze ontwikkelingen wil Welzijn & Onderwijs voortdurend in contact staan met het werkveld, om voordeel te halen uit de daar aanwezige kennis over het beroep. Maar ook met de eigen medewerkers wil de branche over deze onderwerpen in gesprek blijven, zodat zij hun werkprocessen kunnen aanpassen aan het competentiegericht onderwijs. Het vergroten van het taal- en rekenniveau van de deelnemers is een speerpunt, evenals het zorgen voor voldoende en goed personeel.
op verschillende fronten zijn meerwaarde bewezen. “Deelnemers hebben geoefend op inhoud, stijl, presentatie en het voeren van een pleidooi, en docenten konden hun vaardigheden in het begeleiden van debatten vergroten. Door professionals uit te nodigen over onderwerpen als schuldhulpverlening, huiselijk geweld en pesten werd bovendien de maatschappij binnen de school gehaald.” Tweede- en derdejaars brachten hun vaardigheden direct in praktijk. Zij organiseerden debatten met jongeren op hun stageplek. Tjaako: “Een mooi voorbeeld is een debat met jongeren van Welzijn Feijenoord over ‘hoe gedraag jij je op straat?’. In Den Haag organiseerde een deelnemer een debat in een jongerencentrum naar aanleiding van de film Fitna van Geert Wilders.” R’debate heeft het nodige in gang gezet, want volgend jaar is het voor tweede- en derdejaars verplicht om een debat te organiseren. En er komt een methodiekbeschrijving uit met een lessencyclus.
innovatiegelden jos lamé
het Europees Sociaal Fonds (ESF). Riagg Rijnmond en het Albeda College vonden elkaar al vroeg als partner in het project.
De tweede doelstelling was verbetering van de interne kwaliteitszorg. Op dit gebied heeft de branche een eigen plan voor kennisdeling gemaakt. Het afstemmen van
Luisteren, je mening onder woorden brengen, argumenteren en samenwerken. Debatteren is een belangrijke waarde en vergroot de participatie in de samenleving. Voor de opleidingen Sociaal cultureel werk en Sociaal pedagogisch werk was dat reden om hieraan extra aandacht te besteden.
“Dit project is voor jongelui die écht in de problemen zitten. En de Albeda-locatie Oostzeedijk doet er werkelijk alles aan om er een succes van te maken. Laagdrempelig zijn, interesse tonen, duwtjes in de rug geven, niet loslaten. Met goede activiteiten en aangepaste opleidingen.” Jos Lamé, directeur Riagg Rijnmond, is enthousiast over het project Maljuna Frato. Werkloos, dakloos, zonder inkomen. In de schulden, verslavingsproblemen en psychische moeilijkheden. En regelmatig in contact met justitie. Een korte typering van de groep jonge mensen waarop het project Maljuna Frato – Esperanto voor ‘grote broer’ – zich richt. Met als doel volstrekte uitzichtloosheid ombuigen naar een dagelijks leven met wat meer zelfvertrouwen, richting en een baan. Het is een project van Riagg Rijnmond, dat daarin op essentiële punten nauw samenwerkt met de locatie Oostzeedijk van het Albeda College.
De branche heeft in 2007 gewerkt aan zowel de interne organisatie als aan de relatie met externe stakeholders. Eén van de doelstellingen voor 2007 was de implementatie van de onderwijsvisie en de voorbereiding op de invoering van competentiegericht onderwijs (CGO). In de vorm van onderwijsprogramma’s en een projectplan is de basis gelegd voor een meer gestructureerde invoering van CGO.
2008
en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.” Onderzoek De praktische activiteiten in het Maljuna Frato-project worden ondersteund door onderzoek. Het onderzoek richt zich op interacties tussen personen uit verschillende culturen en hoe die contacten tot botsingen kunnen leiden. Er wordt samengewerkt met verwante projecten in Milaan en Lissabon. Deze onderzoeken zijn onderdeel van het Europese Equal-project, dat streeft naar gelijke kansen op de arbeidsmarkt.
Wat doen de locaties van het Albeda College met het innovatiegeld dat ze toegewezen krijgen? Eén van de opleidingen die in 2007 innovatieprojecten aan het College van Bestuur presenteerde, was de opleiding SPW, niveau drie en vier, op de Rosestraat. In een lokaal was die dag op video de kunstenaar Ben Augustus te zien. Ben - met Pokemon-trui - heeft het syndroom van Down en werkt op het atelier van de Herenplaats. Deelnemers van SPW 4 waren daar tijdens een projectweek geweest. Vervolgens werd Ben uitgenodigd om op de Rosestraat de deelnemers te helpen bij het
schilderen van zelfportretten. Daarvan zijn opnamen gemaakt die op TV Rijnmond zijn uitgezonden. Schilderen met Ben was een vrijwillige activiteit; deelnemers konden zelf kiezen of ze hieraan wilden meedoen. “Natuurlijk wilde ik meedoen”, zegt deelnemer Bart. “Je doet zo toch weer extra ervaring op en het is goed voor je portfolio. Het was ook interessant dat de rollen waren omgedraaid. Wij werden nu begeleid door een verstandelijk beperkte in plaats van andersom. Dat was heel leerzaam. Zo leer je de doelgroep ook op een andere manier kennen.”
Heftig Op de gang was een expositie te zien van het project ‘Heftig’. Deelnemers hebben zich tijdens de projectweek verdiept in een aantal heftige thema’s, zoals drugsgebruik, kindermishandeling en loverboys. Wat de deelnemers die week hadden geleerd, moesten ze vertalen in een kunstwerk; als vorm van reflectie. Vier deelnemers vertellen over het contact met Stichting Pandora, die zich inzet voor mensen met psychische of psychiatrische problemen. En over de drugsverslaafde die kwam vertellen in de klas (“Het was muisstil toen hij sprak. Dat is het normaal nooit.”) Of over het bezoek aan de rechtbank. Tot slot lieten ze nog hun eigen heftige kunstwerken zien.
Vooroordelen en zelfvertrouwen Centraal bij dit soort projecten staat ervaring met - eventueel - toekomstige doelgroepen in een reële situatie. “Ook worden de deelnemers geconfronteerd met hun eigen vooroordelen”, vertelt een docente. “Ze leren niet alleen het werkveld, maar ook zichzelf goed kennen. Bovendien krijgen ze er meer zelfvertrouwen van.” De docenten benadrukken dat zij de deelnemers wel sturen in wat belangrijk is en wat ze zelf kunnen aanpakken. Deelnemers worden dus niet aan hun lot overgelaten in deze nieuwe onderwijsvorm. “De enige kritiek is dat we te weinig ruimte hebben om de projecten optimaal te kunnen uitvoeren”, aldus de docente.
P/ 16
JOHN
HÜSNIYE YAHYA
TRUIDA
PENPAK
ERNESTO
www.AlbEdA.nl