A KKERNATUUR VOOR ALLEN . P ROJECTINDICATIE VOOR N IEUWE N ATUUR IN F LEVOLAND 9-1-2014 ©WKG+LBI+ANV AW
AKKERNATUUR VOOR ALLEN BOER, BIJ, VOGEL EN WANDELAAR GENIETEN VAN NIEUWE PIONIERNATUUR IN FLEVOLAND
Een boereninitiatief van Agrarische Natuurvereniging Akkerwaard in samenwerking met ANV Rondom Het Greppelveld en kennisinstellingen. Project in steekwoorden: Bloeiende Flevolandse akkernatuur als magneet voor biodiversiteit en recreanten. De Flevolandse landbouw groeit door naar benutten én beleven van nieuwe natuur op bestaande akkers. Van pionier naar participant, met meervoudige waardering. Het agrarisch gebied kan de kwaliteiten in natuurgebieden versterken; aan de akkervogels is af te lezen dat het werkt.
AANLEIDING EN POSITIONERING De provincie Flevoland zoekt naar initiatieven voor nieuwe natuur in Flevoland. Kernpunt is de verbinding tussen mens en natuur: dichtbij, beleefbaar, divers, toegankelijk en robuust. Deze uitdaging gaan we graag aan! Daarbij laten we de cultuurhistorie van de Flevolandse akkerbouw aansluiten op natuurwaarden. Zo ontstaat een robuust resultaat met wederzijdse meerwaarden voor natuur, duurzame landbouw, biodiversiteit én een aantrekkelijk landschap voor inwoners. Benutting en beleving zijn zo geen gescheiden werelden, maar gaan door innovaties in natuurbeheer en landbouw hand in hand. Als resultaat zien we de akkervogelstand als mooie indicator. Die resultaatgerichtheid willen we dan ook borgen.
Aangepaste teelten, bouwplannen, duurzame landbouw en akkerranden kunnen het landschap mooi, beleefbaar en waardevol maken voor akkervogels, boeren en burgers.
DOELSTELLING EN RESULTAAT Doel: een stelsel van bloeiende akkervogelgebieden bestaande uit kernen, randgebieden en wandelpaden (zie ook de kaart op pag. 5). Resultaat: een bloeiend, boeiend, waardevol en beleefbaar Flevolands pionierlandschap!
1
A KKERNATUUR VOOR ALLEN . P ROJECTINDICATIE VOOR N IEUWE N ATUUR IN F LEVOLAND 9-1-2014 ©WKG+LBI+ANV AW
Toename van biodiversiteit is een indicator (planten, nuttige insecten, akkervogels). Daarbij is de Grauwe Kiekendief een aansprekende kroon op de akkernatuur. Veertig jaar geleden zaten de meeste NL broedparen op de Flevolandse pioniersgronden! In dit projectplan maken we van die kennis gebruik en integreren dat met duurzame akkerbouw, educatie en recreatie.
D ROOMBEELD De pionier werd wakker in het voorjaar van 1975. Hij kijkt in de lucht vanuit zijn kamp en ziet dat de kiekendieven binnenkomen vanuit Afrika. Ieder jaar weten ze de kleurrijke woeste polder weer te vinden, waarvan ze weten dat het bouwen van een nest tot een nieuwe generatie zal leiden. De pionier gaat die dag het veld in over de bijna onbegaanbare wegen. Hij geniet van de ruimte en de rust, en de veldleeuweriken die hoog in de lucht hun gezang willen delen. Vanuit het koolzaad en de luzerne ziet hij kwikstaarten opduiken. Hij weet dat ze het naar hun zin hebben. De pionier weet dat de uitgestrekte graanvelden en het bloeiend koolzaad een akker waardig en een waard voor akkervogels zijn.
OPZET Een stelsel van bloeiende akkervogelgebieden bestaande uit:
Kernen: Sterk aangepaste teelten voor bedreigde akkervogels op de verworven gronden van provincie Flevoland, met in vruchtwisseling zomergranen, luzerne, gras-klaver en “pioniersgewassen” (een nieuwe vorm van grondbeheer die zoveel mogelijk lijkt op de Flevolandse ontginningsgronden die veertig jaar geleden nog de meeste Grauwe Kiekendieven van Nederland huisvestten), allemaal gericht op plek voor broedende en foeragerende vogels. In de gebieden van Het Flevo-landschap een op akkervogels, i.h.b. kiekendieven, toegespitst beheer1.
Randgebieden: Landbouwgronden rond de kernen waar akkerbouwers hun vergroening (Ecological Focus Areas: EFA’s) inrichten als “stepping stones” voor akkernatuur, aansluitend op de kernen. In de randgebieden worden nieuwe vormen van akkerrandenbeheer uitgeprobeerd die enerzijds akkervogels van broed- en foerageerhabitat voorzien, en tegelijkertijd de bedrijfsvoering (insecticidengebruik 2) helpen verduurzamen. Deze akkerranden kunnen namelijk natuurlijke vijanden van landbouwplagen stimuleren, die in combinatie met geïntegreerde plaagbeheersing kunnen leiden tot volveldse vermindering van insecticidengebruik, wat weer leidt tot meer nuttige insecten zoals bijen, en meer voedsel voor insectenetende vogels.
Wandelroutes & excursies: langs aan te leggen wandelroutes kunnen burgers het pionierslandschap beleven. Ze kunnen er veel leren, of gewoon genieten, spelen en sporten. Langs de verschillende beheersvormen komen informatieborden over de wording van het Flevolandse landschap,
1
Het concept “Vogelakkers” is door de WGK ontwikkeld, en inmiddels erkend door Staatssecretaris Dijksma als vergroeningsmaatregel. Het werkveld van de WGK zit op het raakvlak van kennis en doorvertaling naar de praktijk. Zo zijn de Paddenpoelen al op basis van deze kennis aangepast. 2 LBI beschikt over expertise in het benutten van bloeiende akkerranden voor het terugdringen van insecticidengebruik. Zie het project Bloeiend Bedrijf (www.bloeiendbedrijf.nl), waarin 600 deelnemers ervaring opdoen in het terugdringen van insecticiden door het gebruik van natuurlijke hulpbronnen.
2
A KKERNATUUR VOOR ALLEN . P ROJECTINDICATIE VOOR N IEUWE N ATUUR IN F LEVOLAND 9-1-2014 ©WKG+LBI+ANV AW
“akkervogelkijkhutten” met informatie over akkervogels en “honingbars” met informatie over insecten en de imkerij. Hierbij kan toegewerkt worden naar een aantrekkelijke ´extended area´ aansluitend op de Floriade 2022 aan het Weerwater bij Almere. Het initiatief maakt de cultuurdrager van Flevoland, de akkerbouw, beleef- en genietbaarder voor het omliggend stedelijk gebied en de toerist.
Dit stelsel levert:
Benutbare natuur: bijzondere en bloeiende akkerbouwgewassen, honingbijen en natuurlijke vijanden van plaagsoorten.
Beleefbare natuur: wandelpaden en genietplekken, bloeiende akkerranden en vogels die het beschermen waard zijn (de EU Vogelrichtlijn).
Resultaatgerichtheid staat voorop. Daarom wordt het gehele traject begeleid door kennisinstellingen die bekend staan om hun praktijkgerichte en wetenschappelijke expertise op het vlak van vogelbescherming (Werkgroep Grauwe Kiekendief) en teeltinnovaties met meerwaarde (Louis Bolk Instituut). Door de kennisinstellingen wordt van iedere aanpassing het effect gemeten. INNOVATIE EN BIJBEHORENDE ACTIVITEITEN Akkervogels en insecten zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in het Flevolandse akkervoedselweb. Dat betekent dat akkerbouwers veel mogelijkheden hebben om bedreigde akkervogels te beschermen. De combinatie van insectenbescherming én de bescherming van akkervogels wordt in de Nederlandse praktijk echter nog niet gemaakt! Dit voorstel wordt de eerste praktijktoepassing van deze krachtige combinatie van natuurdoelen (akkervogels, bijen, beleefbaar landschap) met milieudoelen (duurzaam pesticidengebruik en biodiversiteit).
In de kerngebieden wordt een teeltplan uitgevoerd waarin ook zogenaamde “pioniersgewassen” worden ingepast. We gaan daarvoor op zoek naar de unieke Flevolandse natuurkarakteristieken van de
3
A KKERNATUUR VOOR ALLEN . P ROJECTINDICATIE VOOR N IEUWE N ATUUR IN F LEVOLAND 9-1-2014 ©WKG+LBI+ANV AW
ontginningsgronden, waar veertig jaar geleden de meeste Grauwe Kiekendieven van Nederland leefden. De combinatie in vruchtwisseling gaat bovendien nieuwe informatie opleveren op het vlak van vruchtwisseling en bodemkwaliteit, wat aansluit bij vragen van boeren over Flevolandse bodemproblemen zoals bodemdaling, bodemvruchtbaarheid en waterberging. Om kerngebieden beter op elkaar aan te laten sluiten gaan we een vorm van grondruil opzetten, waarbij nieuwe natuur en akkerbouwgronden uitgewisseld worden ten gunste van bodemkwaliteit en akkervogels. Dit op basis van landbouwkundige en ecologische inzichten. Deze ´wisselgronden´ zullen het landschap ook voor terugkerende wandelaars afwisselend houden. VELDLEEUWERIK EN KIEKENDIEF HOREN BIJ HET FLEVOLANDSE LANDSCHAP In de tijd van de ontginningslandbouw en de periode daarna, waren kiekendieven en Veldleeuweriken karakteristieke soorten voor het open pionierlandschap. Beide soorten kwamen in zowel natuurgebieden als in het open cultuurlandschap in ruime aantallen voor. Voor de drie soorten kiekendieven, maar ook voor de nog zeldzamere Velduil (de ‘Grauwe Kiekendief van de nacht’) waren de pas ontgonnen polders zelf van internationale allure; de provincie Flevoland heeft er zelfs haar logo aan ontleend.
Een nest jonge kiekendieven wordt geringd in aanwezigheid van boer en zoon In het oosten van de provincie Groningen hebben natuurbeschermers, beleidsmakers en mensen uit de streek laten zien dat dit soort natuurwaarden reëel zijn. Maatregelen in zowel het agrarisch gebied als ook het koppelen met natuurgebieden blijken een herstel te hebben ingeluid van Blauwe Kiekendief, Grauwe Kiekendief en Velduil. Belangrijk is ook dat het onderwerp leeft in de regio; mensen zijn trots op hun ‘eigen’ vogels. Het ´nestwebcamproject´ i.s.m. RTV-Noord was een daverend succes en zou moeiteloos ook in Flevoland kunnen worden uitgerold. Streekbewoners, geïnteresseerde natuurbeschermers en anderen hebben het wel en wee van ‘hun’ vogels op de voet kunnen volgen. Stel je voor: een gezin met twee kinderen stapt op de fiets in Almere, ziet de weidse akkers in het oosten opdoemen en wordt verwelkomd door het gekwinkeleer van de Veldleeuwerik. Onderweg komen ze in het werkgebied van ANV Akkerwaard een akkervogelkijkpunt tegen en zien over een bloeiende akkerrand waar het zoemt van de zweefvliegen een elegante kiekendief jagen. Met een potje bloemenhoning keren zij vervolgens voldaan huiswaarts.
. DUUR VAN DIT PROJECT We zien de volgende fasering voor ons: 2015-2017:
Initiëring, vormgeven van koppelkansen met andere initiatieven en beleidsopgaven 3, nulmeting, inrichting en monitoring. Uitwerking verdienmodellen in samenwerking met TBO´s4. Bespreken van mogelijke aanpassingen in het omgevingsbeleid.
2018-2022:
Uitrol en voortgezette monitoring. Aansluiting bij Floriade 2022.
Vanaf 2023:
Borging van low cost en high efficiency continuïteit.
3
WGK heeft hierin expertise opgebouwd met het draaien van de GLB-pilot in Oost-Groningen. LBI brengt hier expertise in. Zie bijvoorbeeld Green deal "Samen ondernemen in landbouw en natuur van Het Groene Woud en Kempen-Meierij" etc. 4
4
A KKERNATUUR VOOR ALLEN . P ROJECTINDICATIE VOOR N IEUWE N ATUUR IN F LEVOLAND 9-1-2014 ©WKG+LBI+ANV AW
UITVOERING De agrarische natuurvereniging (ANV) Akkerwaard is initiatiefnemer. Zij wil graag het project uitrollen naar zusterorganisaties die georganiseerd zijn in BoerenNatuur Flevoland. Werkgroep Grauwe Kiekendief en het Louis Bolk Instituut (LBI) zullen dit initiatief begeleiden met praktijkgericht advies, onderbouwing en monitoring. Het Flevo-Landschap is betrokken als terreinbeherende organisatie en eigenaar van natuurgronden. Ook met andere terreinbeheerders zal contact gezocht worden. UITNODIGING Graag presenteren wij dit voorstel aan u als leden van de Provinciale Staten. Wij wisselen graag uit over de koppelingsmogelijkheden die we zien met verschillende beleidsdossiers en initiatieven. Gezamenlijk kunnen we het Flevolandse grondoppervlak en luchtruim van meerwaarde voorzien: bloeiend, boeiend en vogelrijk. Op basis van bestaande contacten wordt verder afstemming / samenwerking gezocht met: lokale imkerverenigingen, IVN Flevoland, Landschapsbeheer Flevoland en Waterschap Zuiderzeeland en Poldermuseum Nieuw Land.
5
A KKERNATUUR VOOR ALLEN . P ROJECTINDICATIE VOOR N IEUWE N ATUUR IN F LEVOLAND 9-1-2014 ©WKG+LBI+ANV AW
CONTACTGEGEVENS
ANV Akkerwaard: Mark Geling (voorzitter) (M. Geling, tel.nr.: 06-22561965,
[email protected])
ANV Rondom Het Greppelveld: Coby Dekker-van den Berg (voorzitter) (tevens voorzitter van BoerenNatuur Flevoland). (C. Dekker-van den Berg, tel.nr.: 06-22064874,
[email protected])
Werkgroep Grauwe Kiekendief: Oike Vlaanderen (Ben Koks is tot half februari voor veldwerk in Senegal). (Oike Vlaanderen, tel.nr.: 06-50505417,
[email protected], www.werkgroepgrauwekiekendief.nl )
Louis Bolk Instituut: Merijn Bos, landbouwecoloog (Dr. M. Bos, tel.nr.: 0343-523860,
[email protected], www.louisbolk.org )
Het Flevo-landschap: R. Rijs, hoofd afdeling Beleid & Kwaliteit en plaatsvervangend directeur
6
A KKERNATUUR VOOR ALLEN . P ROJECTINDICATIE VOOR N IEUWE N ATUUR IN F LEVOLAND 9-1-2014 ©WKG+LBI+ANV AW
BIJLAGE: CRITERIA VOLGENS DE MEETLAT Criteria meetlat
Deelaspecten
Projectinvulling
Belevingswaarde 1
In welke mate levert het project beleefbare, functionele en inpasbare natuur op?
Belevingslandschap met kleinschalige recreatieve verblijfsplekken: letterlijk bloeiend, afwisselend en met bijzondere vogels. Zie ook de genoemde ´akkervogelkijkhutten´ en ´honingbars´ i.c.m. wandelpaden Functioneel: het landschap is ook producerend en maakt gebruik van natuurlijke hulpbronnen om insecticidengebruik te reduceren. Inpasbaar: er zijn geen grote ingrepen nodig: juist wordt aangesloten bij de cultuurhistorie van Flevoland als akkerbouwprovincie.
2
In welke mate heeft het project waarde voor dagrecreatie of verblijfsrecreatie of biedt het kansen voor economische ontwikkeling?
Dag- en verblijfsrecreatie: door de voorgestane wandelpaden wordt de infrastructuur ontsloten als basis voor een boeiend en bloeiend verblijf. Daarbij kan ook samenwerking worden gezocht met Poldermuseum Nieuw Land. Aan de relatie met de stad wordt aandacht gegeven. Het is bijvoorbeeld gebleken in het genoemde project Bloeiend Bedrijf dat bloeiende akkerranden vele fotograferende burgers aantrekken en er zelfs dankbriefjes in de bloeiende rand worden gehangen! Aldus ontstaat een magneet voor recreanten waarbij de burger optimaal bereikt wordt De eerste focus ligt op het werkgebied van ANV Akkerwaard. Maar ook het werkgebied van ANV Rondom Het Greppelveld wordt betrokken. Dit bevindt zich in de oostrand van Flevoland en is ook door de provincie aangewezen als speerpunt voor toeristische ontwikkeling (verwevenheid van natuur met agrarische sector). Economische ontwikkeling: juist door het economisch dragerschap van de akkerbouw te verweven met natuur, ontstaat een landschap dat robuust is, want grotendeels zelfdragend.
3
Hoe groot is de afstand van het project tot stedelijk gebied of grote toeristische voorzieningen?
Het project wordt uitgerold in grote delen van het akkerbouwgebied van de ANV’s Akkerwaard en mogelijk aansluitende gebieden. Vanuit meerdere stedelijke kernen (Almere, Zeewolde, Lelystad) zijn gebieden waar de kerngebieden en akkerranden liggen binnen handbereik.
Ecologische waarde 4
In welke mate draagt het project bij aan de versterking van de EHS, het bereiken van internationale natuurdoelstellingen, het bevorderen van biodiversiteit en/of het robuuster maken van Flevolandse natuur?
Versterking EHS: bijdragen aan migratiepaden door netwerk van bloeiende natuur De akkerranden worden daarbij gebruikt door bijv. de Grauwe Kiekendief om te jagen en door Veldleeuweriken om voedsel te zoeken. Het concept kent hogere dynamiek dan de EHS, maar een lagere dynamiek dan gangbare
7
A KKERNATUUR VOOR ALLEN . P ROJECTINDICATIE VOOR N IEUWE N ATUUR IN F LEVOLAND 9-1-2014 ©WKG+LBI+ANV AW
akkerbouw. Daardoor wordt het voor veel soorten een aantrekkelijk leefgebied. Met dit project wordt een revitalisatie beoogd van natuurgebieden als De Burchtkamp (ooit aangewezen als compensatiegebied voor kiekendieven), die door verruiging minder aantrekkelijk zijn geworden voor Kiekendieven. Bereiken internationale doelstellingen: bijv. voldoen aan Vogelrichtlijn en Kaderrichtlijn Water, aansluiten bij de Habitatrichtlijn. Bevorderen van biodiversiteit: breder gewassenpakket, meer (nuttige) insecten incl. bijen, akkervogels, bloeiende akkerranden/gewassen etc. De ervaring leert dat akkerbouwers die meedoen met bloeiende akkerranden en kennismaken met nuttige insecten en geïntegreerde plaagbeheersing nooit meer hetzelfde kijken naar hun gewasbescherming. Preventief insecticidengebruik wordt alleen nog toegepast als ze het écht nodig is. Deze innovatie in bedrijfsvoering is essentieel en versterkt natuurbeheer: het heeft direct effect op de biodiversiteit van akkers en de voedselvoorziening voor akkervogels. Robuuster maken van Flevolandse natuur: minder harde overgangen tussen productielandschap en natuur met wederzijdse meerwaarden. 5
In welke mate draagt het project bij aan het realiseren van het Flevolandse natuurbeleid?
Door initiatiefkracht uit het agrarisch bedrijfsleven i.c.m. Het Flevo-Landschap en kennisinstellingen staat daadwerkelijke realisatie en doorontwikkeling voorop: het gebied of de gebieden zullen in hoge mate bijdragen aan de hoofddoelstellingen van provinciaal natuurbeleid: versterken akkervogels.
6
In welke mate en op welke wijze worden met het project bestaande natuurcompensatieverplichtingen ingevuld?
Voldoen aan verplichting tot Kiekendievencompensatie: ideaal leefgebied voor Grauwe Kiekendieven. Zij broeden in de graanakkers en zoeken voedsel nabij akkerranden en in kerngebieden.
In welke mate is er sprake van een multiplier op de vanuit het programma in te zetten hectares (i.v.v. extra hectares natuur, extra financiële ruimte voor inrichting, etc.)?
Het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) van de EU stelt per 2016 een vergroeningseis aan de inkomenssteun aan akkerbouwers: 5% van het bedrijfsareaal moet als “Ecological Focus Area (EFA)” ingericht worden. Deze grond kan in dit project door deelnemende akkerbouwers worden ingebracht en tot meerwaarde worden gebracht in de voorgestelde integrale gebiedsbenadering. Deze gebiedsbenadering is temeer mogelijk omdat agrariërs de helft van hun vergroeningsmaatregelen (EFA) kunnen onderbrengen in een collectief (het resterende
Multiplier 7
8
A KKERNATUUR VOOR ALLEN . P ROJECTINDICATIE VOOR N IEUWE N ATUUR IN F LEVOLAND 9-1-2014 ©WKG+LBI+ANV AW
deel moeten agrariërs individueel op hun eigen bedrijf toepassen). Tezamen betekent het een toename van natuurlijke elementen. De toeristische aantrekkelijkheid van Flevoland neemt ook toe met deze bloeiende en vliegende biodiversiteit. Bloeiende akkerranden als “EFA’s” stimuleren natuurlijke vijanden van landbouwplagen. Uit deelname van Flevolandse akkerbouwers in een landelijk project (Bloeiend Bedrijf) blijkt dat slimme combinaties met “geïntegreerde gewasbescherming” bij 67% van de akkerbouwers leidt tot volveldse verduurzaming van het insecticidengebruik! Dat heeft grote voordelen voor de vogelstand, die sterk afhankelijk is van insecten. Tot slot blijft een groot deel van de gronden tot op zekere hoogte agrarisch productief. Aldus wordt hier nadrukkelijk niet gekozen voor dure infrastructurele projecten met blijvende onderhoudskosten in kleine gebeiden, maar juist voor low cost inzet dankzij een eigen verdienmodel op gebiedsniveau. 8
In welke mate draagt het project naast natuurwaarden ook bij aan de integrale ontwikkeling van andere beleidsterreinen zoals landbouw, recreatie, water, cultuur?
Landbouw: behoud productiefunctie, verbeteren bodemkwaliteit Recreatie: beleefbaar landschap. Zie aangehaalde voorbeelden successen bloeiende akkerranden voor burgers. Analoog is het succes van andere ´landschapsinfrastructuur´ als de Tulpenroute of het Pieperpad. Water: reductie insecticidengebruik: gebied draagt bij aan verbeterde waterkwaliteit door functionele biodiversiteit en de vermenigvuldiging van akkerranden in agrarisch gebied (expertise en resultaten beschikbaar). Verbetering watervasthoudend vermogen van de bodem. Cultuur: aansluiten bij de pionierstijd van het Flevolands cultuurhistorisch landschap Beleid: kans om het momenteel vaak concurrerende beleid van verschillend akkerrandenbeheer (FAB, SNL, natuurvriendelijke oevers, schouwpaden, bijenranden etc.) tot een integraal geheel te maken, bijv. tot het ´Flevolandse voedselrijke akkertype´ als volvelds (agrarisch) natuurdoel gericht op akkervogels en hun habitat.
Zekerheid 9
In welke mate is er sprake van maatschappelijke betrokkenheid bij en maatschappelijk draagvlak voor het project?
Maatschappelijke betrokkenheid: inzet is gericht op een genietbaar landschap voor burgers
9
A KKERNATUUR VOOR ALLEN . P ROJECTINDICATIE VOOR N IEUWE N ATUUR IN F LEVOLAND 9-1-2014 ©WKG+LBI+ANV AW
Maatschappelijk draagvlak: maatschappij vraagt om landbouwproductie in overeenstemming met maatschappelijke vereisten. Hier krijgt dit een innovatieve invulling. Door de jarenlange bescherming van nesten van de Grauwe Kiekendief is onder boeren en burgers al veel draagvlak gecreëerd voor de bescherming van zeldzame soorten. Als gezegd is Kiekendief hier opgevoerd als – aaibare/aansprekende- indicatorsoort als kroon op het onderliggende werk. Andere akkervogels zijn echter ook indicatoren evenals nuttige insecten zoals bijen en natuurlijke vijanden van landbouwplagen. 10
Hoe zeker is het dat het project binnen vijf jaar uitgevoerd kan worden?
Snelle start mogelijk en infrastructuur binnen vijf jaar gerealiseerd (zie fasering) dankzij betrokkenheid van akkerbouwers (ANV’s) en terreinbeherende organisatie. Borging van continuïteit en aansluiting op Floriade wordt nadrukkelijk voorzien.
11
In welke mate is het plan faseerbaar of aanpasbaar indien een onderdeel niet uitvoerbaar blijkt te zijn?
Faseerbaar qua in te zetten areaal. Steeds ruimte voor aanschakelen van arealen. Maatregelen ook verplaatsbaar binnen een gebied (dynamiek).
12
In welke mate is sprake van juridisch of financiële risico's of onzekerheden en hoe wordt hiermee omgegaan?
Juridisch: passend in bestemmingsplannen Financieel: ruimte nodig voor begeleiding, monitoring en evaluatie en deel van de inrichting. Doordat wordt ingezet op agrarische betrokkenheid kan efficiënt gewerkt worden, zodat de arealen ook nog een opbrengend vermogen hebben.
10