Een woning voor
Allen ?
Achtergrondtekst
Sinds het eind van de jaren negentig heerst in België een wooncrisis die met het jaar ernstiger wordt. In tien jaar tijd verdubbelde het bedrag dat diende neergeteld te worden voor een appartement of een woonhuis. In Antwerpen steeg de gemiddelde verkoopprijs voor een woonhuis in 2007 tot 189.137 euro. De gemiddelde verkoopprijs van appartementen is de laatste jaren gestegen tot 138.620 euro. Daarnaast is er tussen 2001 en 2007 een sterke daling te merken in het aantal appartementen dat voor 75.000 – 100.000 euro verkocht werd. Voor de woonhuizen is dit het geval onder de prijsklasse van 100.000 – 125.000 euro. (Wonen in Cijfers, juni 2008) De private huurmarkt wordt voor velen (o.a. steeds meer jongeren en alleenstaande ouders met kinderen) een noodoplossing. Tegelijk merken we echter een daling in het aantal privaat verhuurde woningen. De druk op de private huurmarkt stijgt. De vraag ligt veel hoger dan het aanbod, wat eigenaars in staat stelt ook slechte panden aan hoge prijzen te verhuren. Alsmaar meer mensen moeten het stellen met een ongezonde, onaangepaste, te dure huurwoning of komen op straat terecht. Vooral de prijzen in het lagere (en dus kwalitatief slechtere) segment stijgen sterker dan gemiddeld. De laagste inkomensklassen krijgen het het zwaarst te verduren. Volgens artikel 23 van de Belgische grondwet heeft iedereen recht op een behoorlijke huisvesting. In de Vlaamse Wooncode art. 3 staat dit recht vertaald als: “iedereen heeft recht op menswaardig wonen. Daartoe moet de beschikking over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid worden bevorderd. Ook het Antwerpse stadsbestuur wil blijven ijveren voor een betaalbare en comfortabele woning voor alle gezinnen in Antwerpen. Toch is het niet mogelijk dit recht op te eisen wanneer men niet over een behoorlijke huisvesting beschikt. Tal van mensen zien zich genoodzaakt te huren bij huisjesmelkers. Het aantal daklozen stijgt. Onder hen treffen we steeds meer vrouwen (1 op 3) aan, vaak met kinderen. Ook het aantal jongeren en allochtone daklozen neemt toe. Er bestaan tal van goede alternatieven en maatregelen, maar geen van deze is voldoende uitgebouwd om de huidige woningnood op te vangen.
1
Een woning voor Allen? Om uit de wooncrisis te geraken moet de overheid dringend werk maken van een ernstig woonbeleid. Dat woonbeleid moet gebaseerd zijn op volgende pijlers: 1. Meer sociale huisvesting 2. Meer ingrepen op de private huurmarkt 2.1. Sociale verdringing vermijden 2.2. Promoten van de sociaal verhuurkantoren 2.3. Verplichting van het conformiteitsattest 2.4. Controle van de huurprijzen 2.5. Invoeren goede huursubsidie 2.6. Harde aanpak huisjesmelkerij 3. Aanpak van de leegstand 4. Een (tijdelijk) onderdak voor alle daklozen
2
1. Meer sociale huisvesting Ongeveer 7 procent van alle woningen in België zijn sociale huurwoningen. Dat is veel minder dan in onze buurlanden Nederland (35%), Frankrijk (17 %) of Groot-Britannië (21%). Antwerpen scoort met 11% sociale huisvesting beter dan andere Vlaamse gemeenten. De stad telde in 2007 een totaal aantal van 26.364 sociale huurwoningen en 644 sociale koopwoningen.1 17.724 huurwoningenhiervan zijn het patrimonium van de nieuwe grote fusiemaatschappij Woonhaven Antwerpen (fusie van Onze Woning, De Goede Woning, Huisvesting en Perisfeer). De stad is de grootste aandeelhouder van deze SHM. In 1999 bedroeg het totaal aantal 23.956. Het patrimonium kende dus een stijging van 1.486 op 8 jaar tijd. (Wonen in Cijfers, juni 2008) Toch staan er in Vlaanderen nog steeds 75 000 huishoudens op de wachtlijst. Ook in Antwerpen is het aanbod veel te beperkt om aan de stijgende vraag te kunnen voldoen. Vooral voor grotere gezinnen is er een enorm tekort. De wachttijd voor een gezin met drie kinderen kan al snel oplopen tot 7 jaar. Bovendien zijn er heel veel mensen die zich om verschillende redenen niet op de wachtlijst zetten, hoewel ze wel in aanmerking zouden komen (administratieve procedure, lange wachtlijsten, gebrek aan grote woningen, enz). Bovendien zijn veel van de huidige Antwerpse sociale woningen erg verouderd en worden ze gerenoveerd. Bij die renovaties worden de ruimtes vergroot en aangepast aan de huidige normen, waardoor het totaal aantal woongelegenheden vermindert. In de eerste twee torens van de Silvertop op het Kiel bijvoorbeeld daalde het aantal appartementen in elk van 228 naar 197 na de renovatie . Het totaal aan geplande renovaties in de periode 2008-2012 zullen samen zorgen voor een daling van het patrimonium met 498 wooneenheden. Hier staat wel tegenover dat er nieuwbouw zal bijkomen. Voor dezelfde periode plant men de bouw van 800 nieuwe wooneenheden (250 hiervan op het Eilandje). Als deze woningen er werkelijk komen, is de uiteindelijke balans licht positief met 302 extra wooneenheden. Dit is echter veel te weinig om de lange wachtlijsten op te lossen Een bijkomende vraag die we ons terecht stellen, is of sociale huisvesting in de toekomst nog betaalbaar blijft voor de laagste inkomens. SHM’s dragen zelf de grootste kosten voor hun patrimonium. Subsidies van de Vlaamse of federale overheid dekken slechts een percentage. Daar komt nog bij dat de reële huurprijs die een groot deel van de zittende huurders betaald steeds meer afwijkt van de basishuurprijs, hetgeen gevolgen heeft voor de financiële situatie van de SHM’s. Om de financiële situatie van de SHM’s gezond te houden, Hierin zitten zowel de sociale koop- als huurwoningen die beheerd worden door de stad, het OCMW, de sociale huisvestingsmaatschappijen, de Antwerpse Bouwcoöperatie, het sociaal verhuurkantoor en het Vlaamse Woningfonds.
1
3
worden de kosten van renovaties doorgerekend aan de zittende huurders en gaan de basishuurprijzen de lucht in. In de Silvertop bedroeg de basishuurprijs voor een appartement met 1 slaapkamer vroeger 189,40 euro. De basishuurprijs voor het goedkoopste 1kamerappartement bedraagt na de renovatie meer dan het dubbel: 478, 50 euro. Daar komt nog bij dat de stad via extra toewijzingsregels ook in de ‘concentratieblokken’ hogere inkomens wil huisvesten, wat een verdere daling veroorzaakt in de woningen voor de laagste inkomens. We ijveren voor meer sociale woningen die toegankelijk zijn en blijven voor de laagste inkomens. We ijveren voor een financieringssysteem waarbij de Vlaamse overheid de sociale huisvestingsmaatschappijen volledig subsidieert voor onderhoud en aanvulling van het patrimonium. De stijging van de basishuurprijs moet losgekoppeld worden van de effectieve renovatiekosten.
2. Meer ingrepen op de private huurmarkt Sociale huisvesting is nog steeds de beste oplossing om het recht op wonen voor iedereen te garanderen. Het oplossen van de huidige crisis en het aanvullen van het bestand aan sociale woningen gebeurt niet van vandaag op morgen. Daarom zijn extra regulerende maatregelen op de private huurmarkt vandaag broodnodig. Ongeveer 30% van de woningen in Antwerpen worden verhuurd op de private huurmarkt. In Borgerhout en vooral ook in Antwerpen loopt het aantal eigenaarbewoners zelfs terug tot 39%. De kwaliteit van de huurwoningen laat het meest te wensen over in Antwerpen Noord en de stationsomgeving. Hier vinden we de meeste woningen met gebreken aan elektriciteit, binnen- en buitenmuren, ramen, dakgoot en dak. Maar weinig van de woningen hebben dubbele beglazing of enige andere vorm van dak- en muurisolatie. Qua comfort treffen we hier het hoogste percentage aan van woningen zonder badkamer en toilet. Antwerpen Noord scoort de kleinste woonruimte (samen met Kiel) en het grootste aantal huizen zonder centrale verwarming (samen met Deurne Noord en Dokske).
4
2.1. Sociale verdringing vermijden Het is net in deze wijken, waar de kwaliteit van de woningen het slechtst is dat de burgers met het laagste inkomen gehuisvest zijn. In Antwerpen Noord en de stationsomgeving treffen we de grootste percentages aan generatiearmen, werklozen, leefloners en anderstalige nieuwkomers. Hier vinden veel mensen zonder wettig verblijf hun laatste kans op onderdak. Het kan de stad niet verweten worden dat zij niet investeren in achtergestelde buurten.2 Heel wat bouwblokprojecten van AG Vespa en verschillende stadsvernieuwingsprojecten worden hier uitgevoerd. Van de 61 bouwblokprojecten op de website van Vespa gaan er bijvoorbeeld 33 door in Antwerpen Noord. Ook veel stadsvernieuwingsprojecten zijn hier gesitueerd. Denk bijvoorbeeld aan de vestiging van de stadsbib Permeke op het De Coninckplein en de heraanleg van Park Spoor Noord, gekoppeld aan een grondige aanpak van den Dam, of de hele herbestemming van het Kievitplein (stationsomgeving). Het stedelijke grond en pandenbeleid wordt uitgevoerd door AG Vespa. Jaarlijks koopt Vespa een dertigtal leegstaande en verwaarloosde panden op, geeft die een grondige renovatiebeurt of vervangt ze door nieuwbouw, en verkoopt ze nadien aan marktconforme prijzen. De opbrengsten hiervan worden opnieuw ingezet voor de strijd tegen storende kankerplekken in de stad. Daarnaast koopt Vespa ook strategisch gronden en panden aan, met het oog op de ontwikkeling van een bepaald stadsdeel. Dit kadert perfect in het woonbeleid van stad Antwerpen, dat te eenzijdig is gericht op het aantrekken van jonge tweeverdieners. In het bestuursakkoord 2008-2012 stelt de stad dat “het van groot belang is dat gezinnen met kinderen in de stad blijven wonen. Of, nog ambitieuzer, dat deze gezinnen terug in de stad komen wonen. Daarom wil de stad zich de komende jaren in de eerste plaats extra inzetten voor deze doelgroep.” Antwerpen Noord en de stationsbuurt worden beschouwd als imagoverlagende buurten voor de stad, waar onveiligheid groter wordt en de autochtone bewoners wegtrekken.3Door heropwaardering van deze wijken wil men ze opnieuw aantrekkelijk maken voor jonge gezinnen met kinderen. In de huidige beleidsbeslissingen wordt vergeten dat deze wijken momenteel een belangrijke functie vervullen voor het wonen in de stad. Antwerpen Noord is een doorgangswijk. Het percentage huurwoningen is hier veel hoger dan elders in de stad, zeker wat betreft het onderste segment van de huurmarkt. Deze woningen zijn voor vele gezinnen met lage inkomens een laatste toevlucht. Allochtone nieuwkomers starten hier aan hun 2 3
Site Vespa site stad antwerpen 5
woonloopbaan, en verhuizen stelselmatig naar betere panden naargelang hun situatie in België verbetert. Stadsvernieuwing en heropwaardering van buurten zijn nodig, en op zich kunnen we daar ook achter staan. Alleen mogen die projecten geen sociale verdringing van de meest kwetsbare groepen tot gevolg hebben. Het beleid moet het mogelijk maken dat deze mensen hier nog kunnen blijven wonen. Veel van de opgekochte panden waren voordien huurwoningen. De gerenoveerde woningen worden verkocht aan prijzen die door de gemiddelde huidige bewoner van Antwerpen Noord onbetaalbaar zijn. (De woningen in bouwblokproject Arbortum in de Schaafstraat bijvoorbeeld, worden verkocht aan prijzen van 198.000 tot 281.000 euro, exclusief BTW). Het verdwijnen van goedkopere huurwoningen is niet volledig toe te schrijven aan de stad, maar is eerder een algemene tendens. In die wijken waar de verkoopprijzen van de huizen stijgen, verkopen eigenaars hun eigendommen. Andere oorzaken zijn de steeds strengere reglementering van de huurmarkt waardoor eigenaars afhaken of erfgenamen die verplicht zijn een pand te verkopen omdat ze de successierechten niet kunnen betalen. Wil de stad werkelijk iets doen aan de problemen op de private huurmarkt, dan is een beleid nodig dat de functie van doorgangswijken erkent en ze niet louter beschouwt als een kankerplek die moet worden weggesneden. Het bewijs hiervan is dat bij sociale verdringing de situatie zich verschuift naar elders (momenteel Deurne Noord).Je kan het bestaan van groepen mensen en hun behoeften niet negeren. De stad moet deze wijken in hun huidige functie een kans geven en de werkelijke problemen aanpakken die dit soort wijken onleefbaar maken: huisjesmelkerij, de slechte woonkwaliteit, te hoge drempels om op te komen voor je rechten, inkrimping van de huurmarkt, en bovenal het groot tekort aan sociale woningen. Stadsvernieuwing en heropwaardering van buurten mag geen sociale verdringing tot gevolg hebben. De stad zou de opbrengsten van het rollend fonds ook kunnen gebruiken om betaalbaar wonen in de wijk te realiseren.
6
2.2. Promoten van de sociaal verhuurkantoren Het aanbod van de SVK’s is een goede aanvulling van de sociale huisvesting en een goede aanpak van de private huurmarkt. Zij huren private woningen of nemen ze in erfpacht en onderverhuren ze aan een redelijke huurprijs aan personen die het moeilijk hebben om op eigen kracht een degelijke en betaalbare woning te vinden. Huurders bij een SVK kunnen er zeker van zijn dat de huurwet correct wordt gevolgd, dat ze woonzekerheid hebben en de huurwoning in overeenstemming is met de kwaliteitsnormen. Verder genieten zij huurbegeleiding en andere hulp, onder andere bij het aanvragen van de huursubsidie. Eigenaars van hun kant krijgen de garantie op huurbetaling, onderhoud van de woning, garantie op wederverhuring, een degelijke verzekering en de mogelijkheid voor renovatiepremies. En dit allemaal kosteloos. Momenteel verhuren de Antwerpse SVK’s 300 private huurwoningen. Er staan echter meer dan 1000 gezinnen op hun wachtlijst. Zij zijn steeds op zoek naar goede en betaalbare huurwoningen in Antwerpen. Het SVK-model is echter nog niet voldoende gekend bij de vele eigenaarverhuurders uit het Antwerpse.
Het gebruik van de SVK’s moet meer gestimuleerd worden. Daar ijveren wij voor: -
promotie van de verhuring via sociaal verhuurkantoor naar eigenaars toe
-
sociale verhuurkantoren extra werkingsmiddelen geven om personeelsbestand, diensten en het aantal beheerde woningen verdert te kunnen uitbreiden
-
overleg met de SHM’s om de doorstroming van huurders naar SHM’s gemakkelijker te laten verlopen (opname in toewijzingsreglement)
2.3. Verplichting van het conformiteitsattest Indien een woning voldoet aan de minimale kwaliteitsvereisten van de Vlaamse Wooncode kan de eigenaar een conformiteitsattest aanvragen. Het attest wordt afgeleverd voor het hele pand waarin de woning gelegen is, maw het volledige pand moet aan de voorwaarden voldoen. Het conformiteitsattest is niet verplicht, de stad Antwerpen eist het echter wel voordat een besluit over de onbewoonbaar- en ongeschiktverklaring van een woning wordt
7
opgeheven. De sterke stijging van het aantal conforme woningen heeft te maken met de toenemende bekendheid bij het publiek en door meer besluiten tot ongeschikt en onbewoonbaarverklaring van woningen. Eigenaars die hun koten op kotweb willen plaatsen moeten in principe ook een conformiteitsattest kunnen voorleggen. (Wonen in Cijfers, juni 2008) Eind 2006 beschikten in Antwerpen ongeveer 3600 wooneenheden over een conformiteitsattest. Het feit dat het conformiteitsattest niet verplicht is voor huurwoningen geeft verhuurders vrij spel. Het is ontoelaatbaar dat eigenaars ongezonde en onveilige krotten kunnen verhuren aan veel te hoge prijzen. Het is mensonwaardig dat huur betaald wordt voor een studio in een kelder zonder ramen, voor een matras waarop je een paar uur mag slapen, voor een appartement waarvan de elektriciteitsdraden bloot langs de muren lopen. Het krot Spot team van stad Antwerpen (sinds 2004) levert op dit vlak goed werk. De systematische controle van huurwoningen op basis van de Vlaamse wooncode is een begin. Het jaarverslag leert ons dat in 86% van de gevallen de eigenaar herstellingen uitvoert die de woonsituatie van de huurders verbeteren. 14% van de gevallen worden overgedragen naar de lijst van onbewoonbaar of ongeschikte woningen. De Vlaamse Wooncode is een goed instrument, maar moet beter benut worden. Het conformiteitsattest, dat een bewijs levert van kwaliteit van de woning, moet verplicht worden voor elk huurpand. De verplichting moet erover waken dat elk huurpand aan vooropgestelde basisvereisten voldoet. Een minimum aan goede isolatie moet hierin worden opgenomen. Het zijn namelijk ook de zwakste huurders die de hoogste energiekosten betalen.
2.4. Controle van de huurprijzen De huurprijzen worden momenteel bepaald door de vrije markt: is de vraag groter dan het aanbod, dan gaat de prijs de lucht in. Het vrijemarktsysteem bedreigt het grondrecht op wonen. De federale overheid moet, in overleg met de gewesten,werk maken van de invoering van een koppeling prijs - kwaliteit, waarbij een basiskwaliteit voorzien blijft. Prijzen mogen stijgen naargelang het extra comfort een woning biedt, niet naargelang het al dan niet voldoen aan vastgelegde basisvereisten.
8
Verhuurders zijn bij wet verplicht de huurprijs en bijkomende lasten duidelijk uit te hangen bij verhuring. De controle hiervan is doorgeschoven naar de gemeenten, maar de middelen om dit te doen zijn achterwege gebleven. De Vlaamse overheid moet de gemeenten van voldoende middelen voorzien om een goede controle te kunnen uitbouwen op de registratie van de huurprijzen.
2.5. Invoeren van een goede huursubsidie Voor de laagste inkomens zal een controle op de huurprijzen niet volstaan. Om het recht op een goede en aangepaste woning ook voor deze mensen te garanderen, is een beter huursubsidiesysteem noodzakelijk. Het huidige systeem laat te wensen over. De jaarlijkse daling van het subsidiebedrag (wat een (re-)activering van de doelgroep beoogt) zorgt ervoor dat huurders in betalingsmoeilijkheden komen. Bovendien is het maximum inkomen van 14.820 euro veel te laag. Ook de andere voorwaarden zijn streng. Slechts een heel beperkte groep van huurders komt in aanmerking. Daarom ijveren we voor de afschaffing van het degressieve systeem en de tijdelijkheid van de subsidie. Het maximum inkomen moet worden opgetrokken, de premies aangepast aan de gezinssamenstelling en de voorwaarden tot toekenning van de subsidie moeten versoepeld worden. Het huidige systeem is bijkomstig gekoppeld aan een verhuis naar een betere en aangepaste woning. Private huurders die zich hebben ingeschreven voor een sociale woning, maar op de wachtlijst komen te staan, moeten gedurende die wachtperiode noodgedwongen op de private markt huren en krijgen hier momenteel geen vergoeding voor. Private huurders die zich hebben ingeschreven voor een sociale woning moeten zolang zij geen sociale woning krijgen toegewezen een wachtvergoeding krijgen.
2.6. Harde aanpak van huisjesmelkerij Wie misbruik maakt van een financieel of sociaal verzwakte persoon om aan abnormaal hoge prijzen roerende of onroerende goederen te verkopen of te verhuren in omstandigheden strijdig met de menselijke waardigheid maakt zich schuldig aan het misdrijf "huisjesmelken" (definitie).
9
Voorbeelden hiervan zijn het verhuren van matrassen, het duur verhuren van onveilige en ongezonde woningen of het veel te duur verhuren van domicilieadressen. Deze verhuurders die er (ondanks bijkomende maatregelen) nog altijd in slagen geld te slaan uit huisjesmelkerij, moeten hard aangepakt worden. Ze schenden de naam van de vele verhuurders die zich wel inzetten voor een degelijke private huurmarkt en maken het recht op een goede huisvesting voor de meest kwetsbare huurders onmogelijk. Momenteel worden er veel te weinig huisjesmelkers ook daadwerkelijk berecht, en dan nog vaak voor veel te lichte straffen, zoals geldboetes die voor hen verwaarloosbaar zijn. Om huisjesmelkers daadwerkelijk te berechten heeft het parket vooral nood aan getuigenissen van de slachtoffers. Hier wringt nu net het schoentje. Zittende huurders zijn maar zelden bereid om de eigenaar van het huurpand aan te klagen en zichzelf bekend te maken als slachtoffer van huisjesmelkerij. Een eerste knelpunt hiervoor is het gebrek aan alternatieven voor de slachtoffers. Antwerpen bezit in het totaal slechts 28 transitwoningen. Die zitten vol. Waar moet men naartoe als de woning ongeschikt en onbewoonbaar verklaard wordt? Een tweede knelpunt is het verblijfsstatuut van de getroffen huurders. Een zeer grote groep onder de slachtoffers zijn asielzoekers in procedure en mensen zonder wettig verblijf . Voor de laatste groep zijn de alternatieven nog veel meer beperkt. De Belgische grondwet stelt dan wel dat wonen een grondrecht is voor iedereen, maar maakt het tegelijk mogelijk om voor sommige groepen uitzonderingen te maken die vastgelegd worden in wetten. Voor mensen zonder wettig verblijf zijn dat er nog al wat. Ze kunnen geen aanspraak maken op een transitwoning of (nood)opvang en hebben geen toegang tot de sociale huisvesting, noch de SVK’s (nieuw sociaal huurbesluit). Bij een onbewoonbaarverklaring komen zij vaak in net dezelfde mensonwaardige omstandigheden terecht. Bovendien lopen zij het gevaar het land te worden uitgezet wanneer zij zich kenbaar maken.
10
Het is ontoelaatbaar dat zwakke huurders uit noodzaak geld betalen aan huisjesmelkers, die op dat moment bij wet strafbaar zijn. Om huisjesmelkerij echt aan te pakken is er nood aan: -
effectieve uitvoering van, en strengere straffen voor meer huisjesmelkers
-
meer transitwoningen en alternatieven voor zittende huurders
-
geen vervolging en wel hulpverlening voor mensen zonder wettig verblijf
-
de krotbelasting strikt toepassen
-
bij gebrek aan woonalternatieven moet gratis verblijf van zittende huurders in ongeschikte panden mogelijk gemaakt worden. Onbewoonbare panden zouden niet bewoond mogen worden.
Tenslotte blijkt uit eigen onderzoek dat veel van de ongeschikt- en onbewoonbaar verklaarde panden nog steeds bewoond worden. Er zijn voorbeelden bekend waarbij de bewoners er de ene week worden uitgezet en een paar weken nadien nieuwe huurders weer intrekken, zonder dat enige herstelling werd uitgevoerd. Het gebrek aan herhuisvesting van zittende huurders is een van de grootste knelpunten voor een effectieve aanpak van de huisjesmelkerij. Is het trouwens normaal dat zij dan nog steeds huur blijven betalen aan de huisbaas, die op dat moment voor de wet strafbaar is?
2.7. Aanpak van de leegstand Een Antwerpse woning komt op de leegstandslijst terecht vanaf het moment dat het 1 jaar lang niet bewoond werd zonder geldige reden. Vanaf dan heft de stad een leegstandstaks. Die bedraagt 138 euro / m2 / verdiep. Elk bijkomend jaar dat er niets aan de woning gebeurt komt daar nog 15% van het bedrag bij. Bovendien betaal je vanaf het tweede jaar leegstand de leegstandstaks van de Vlaamse overheid er bovenop. Dit kan serieus oplopen. In principe zouden alle panden op de leegstandslijst of de lijst van onbewoonbaar- en ongeschikt verklaarde woningen leeg moeten staan. In 2007 stonden voor heel Antwerpen 275 woningen op de leegstandslijst, 56 stonden genoteerd als verwaarloosd, 74 woningen als leegstaand én verwaarloosd, en 1.187
11
woningen als ongeschikt en onbewoonbaar. (Wonen in cijfers, juni 2008) Op buurtniveau is het merendeel van de leegstaande en verwaarloosde woningen gelegen in Antwerpen Noord, Eilandje (Willemdok als uitschieter) en Stadhuis-Sint-jacob. Een rekensom naar aantal woonheden zou dit aantal nog fors optrekken. Voor Antwerpen Noord bijvoorbeeld, komt dit momenteel op 44 leegstaande woningen met 57 woongelegenheden en 145 ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde panden met in totaal 528 wooneenheden. We stelden vast dat veel van de woningen op de leegstandslijst in feite gerenoveerd en bewoond, of afgebroken, of in renovatie waren. Het gaat hier zowel over de renovatie naar een eengezinswoning, als het volledig platleggen van panden voor nieuwbouw appartementen. Een ander deel stond te koop. Eerder werd al aangegeven dat ook veel woningen die ongeschikt en onbewoonbaar verklaard werden nog steeds bewoond zijn. Anderzijds ontbreken verschillende leegstaande panden op de lijst, waaronder die in de sociale huisvesting. Op de Geelhandplaats in Antwerpen Noord bijvoorbeeld, hebben van de 172 appartementen er 18 het hele jaar leeggestaan. Om de leegstand effectief aan te pakken, is een volledig en juist overzicht van het aantal leegstaande woningen nodig. De lijsten moeten up to date gehouden worden en alle gegevens bevatten. Daarnaast moet het stadsbestuur blijven zoeken naar alternatieven voor de leegstand, en deze ook effectief toepassen. De “wet Onkelinx” en het “openbaar beheersrecht” geven aan openbare besturen de mogelijkheid om leegstaande panden op te eisen (in sociaal beheer te nemen). Maar die mogelijkheden worden nauwelijks gebruikt. Het sociaal beheer is een administratief en juridisch zeer complex instrument. Het wordt momenteel vooral gebruikt als drukkingsmiddel en is op deze manier voor de stad evenwel een zeer efficiënt wooninstrument. Een extra aanvullig is het principe ‘bewaking door bewoning’. In Engeland en Nederland wordt al veel meer gebruik gemaakt van dit bewoningssysteem dat eigenaars in staat stelt hun leegstaande panden te laten bewonen tot de eigenlijke bestemmingswijziging plaatsvindt. In België wordt dit met mondjesmaat meer bekend. Op deze manier worden extra woongelegenheden gecreëerd aan lage huurprijzen. Het nadeel bij de verhuring door prive-eigenaars, is dat er een grote flexibiliteit van de huurder wordt verwacht, aangezien de opzegtermijn slechts twee weken bedraagt.
12
We denken eveneens aan verschillende vormen van Solidair Wonen, waarin mensen uit kansengroepen de mogelijkheid krijgen om samen te wonen met anderen om zo het wonen betaalbaar te houden. Kortom, de stad heeft als taak te zoeken naar alternatieven van de leegstand op zowel de sociale als de private markt. De regelgeving omtrent sociaal beheer moet vereenvoudigd worden, zodat dit wooninstrument ook echt kan worden toegepast. Lange leegstand in sociale huisvesting zonder duidelijke redenen is gezien de wachtlijsten onaanvaardbaar. De SHM’s moeten hierover een opener beleid voeren. Het principe dat eigenaars in staat stelt hun leegstaande woningen of panden te laten bewonen, moet door de stad verder onderzocht worden. Indien de stad of Woonhaven Antwerpen hiervan gebruik zou maken, kunnen zij voor zichzelf extra criteria opstellen. Op die manier kunnen vele stadsgebouwen en woningen in de sociale huisvesting die nu al jaren leegstaan terug op de woningmarkt gebracht worden. De mogelijkheden van Solidaire Woonvormen moeten verder onderzocht en toegepast worden.
2.8.
Een (tijdelijk) onderdak voor alle daklozen
Een dakloze is iemand die ongewild en onverwachts door een crisissituatie, een calamiteit of het onvermogen tot een oplossing toevlucht neemt tot de straat, openbare ruimtes en/of opvangcentra en dus niet over een gegarandeerd onderkomen voor de nacht beschikt en niet de middelen heeft om daar op eigen kracht voor te zorgen. (Van Regenmortel, Demeyer, Vandenbempt en Van Damme, 2006; Van Doorn, 2002; Feantsa, 2005) Feantsa schat het aantal daklozen in België op 17.000. De laatste jaren zien we een sterke vervrouwelijking. 1 op de 3 daklozen is een vrouw. Er zijn ook meer jongeren en meer allochtonen. (Onder de allochtone daklozen vinden we een groot aantal jonge vrouwen, vooral van de tweede en derde generatie die te maken krijgen met intrafamiliaal geweld en de stap zetten om hun man te verlaten.) Door een falend federaal asielbeleid zijn er ook steeds meer mensen zonder wettig verblijf, voor wie dakloosheid vaak het enige is wat nog rest.
13
Het Antwerpse bestuursakkoord garandeert de sociale grondrechten voor ieder die zich op het grondgebied van de stad bevindt. In principe moet de gemeentelijke overheid dus zorgen voor onderdak voor al haar daklozen, al is het een tijdelijk onderdak. We onderscheiden hierbij drie vormen van onderdak. Enerzijds de langere opvang totdat de persoon in kwestie een eigen woning gevonden heeft. Anderzijds de nachtopvang en de crisisopvang. Overal is er op dit moment een groot plaatstekort. Ook binnen de reguliere daklozenopvang is geen plek voor mensen zonder wettig verblijf. Het stadsbestuur moet zorgen voor een woning voor Allen al is dat maar een tijdelijk onderdak. De Stad moet het aantal opvangplaatsen voor daklozen fors uitbreiden. Zowel de opvangplaatsen voor langere termijn, de crisisopvang, als de nachtopvang. Wij vragen aan de sta om het ‘Winterplan’, waarbij er gedurende de koude maanden extra beden worden voorzien in de nachtopvang, af te schaffen en die extra bedden het hele jaar door te voorzien. Daklozenopvang moet ook toegankelijk blijven voor mensen zonder wettig verblijf.
De Antwerpse Actie Wonen verenigt een actieve groep Antwerpse middenveldorganisaties die werken aan de realisatie van het grondrecht wonen, ieder binnen zijn eigen werkveld en op zijn eigen manier. Alle onderschrijvende Antwerpse middenveldorganisaties engageren zich om te blijven ijveren voor de effectieve realisatie van bovenstaande beleidsaanbevelingen. •
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad
•
Vzw Rot op huisjesmelkers
•
De Acht
•
ACW - Antwerpen
•
CAW Metropool Straathoekwerk
•
Daklozen Aktie Komitee
•
Sociaal Verhuurkantoor Antwerpen
14
•
Huurdersbond Antwerpen
•
Antwerps Platform GeneratieArmen
•
De Loodsen
•
Payoke
15