Stationsstraat 83.9900 Eeklo Tel: 09 376 14 11 • Fax: 09 376 14 83 e-mail:
[email protected] • website: www.huysmanbouw.be
huysman bouwn.v.
A.I.B. — VINCOTTE
A.V. GENT Bollebergen 2 B (bus 10) 9052
GENT ZWIJNAARDE
Contactpersoon : Bart Van Holm Tel. 09/376.14.35
Eeklo, 1 september '08
BETREFT : Keuring elektriciteit nieuwbouwwoning te BRAKEL, Driehoekstraat — lot 2 (Lenvain-Hernould) Geachte Heer,
Gelieve de keuring elektriciteit voor de nieuwbouwwoning op bovenvermeld adres uit te voeren a.u.b. Bijlage : - plannen + eendraadschema (origineel + 2 dubbels)
Vriendelijke groeten, hoogachtend.
Registratienummer aannemer 446.279.182/06/11/13 BTW BE 0446.279.182 • RPR Gent • AXA Bank 703-0321182-93 • ING 390-0325191-05
vzw - AIB-VINÇOTTE BELGIUM - asbl Explotatiezetel: Jan Olieslagerslaan 35 • 1800 Vilvoorde Tel +32(0)2 674 57 11 . fax +32(0)2 674 59 59 • info©vincotte.be • wvvvv.vincotte.com Maatschappelijke zetel: Diamant Building • Boulevard A. Reyerslaan 80 . 1030 Brussels
N 010772
Safety, quality and environmental services Resi. Code: D Antwerpen - Limburg : Tel.: 03 221 86 11 D Brabant : Tel.: 02 674 57 11
D Oost & West Vlaanderen : Tel.: 09 244 77 11 D Wallonië : Tel.: 081 432 611
PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE Verslag nr.:
Lid nr.:
Aanvrager:
Verantwoordelijke voor de werken: Naam, Voorn
Installatie:
Eigenaar of beheerder:
Naam, Voornaam: Adres:
Ident Kaart nr. •
e
Post nr. + Stad •
BTW nr.: BE
Tel
Basis van het onde oek: O Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (ARE!) ingebruikname O wijziging
g Art 270
O mobiel
O tijdelijk
O Art 271
0 periodiek
O controle
O
O Art 276
0 verzwaring
O overdracht
O
0 ARAB
1,47i, Art 86
O uitbreiding
0 Art 271 bis
eWooneenheid
0 Art 278
C) Huishoudelijke werkeenheid
O Art 88
0 Art
O Art
O Art
® Gemeenschappelijke delen ® Andere
O Art 87
Algemene gegevens elektrische installatie: EAN Gegevens verdeler
â EAN niet meegedeeld
kWh meter nr.:
Meterstand dag:
nacht:
Bescherming aansluiting (A): 0 20 0 25 0 32 r.,40 0 50 0 63 0 80 0 100 0 G egevens installatie
Nominale spanning:
,CD 230V
0 3x230V
O 3N400V
nr.:
O
;2.. A / .....mA
Meterstand. Type aardelektrode:
Maximale nominale stroom (A): 0 20 0 25 0 32 Ç40 0 50 0 63 0 80 0 100 0 Voedingsleiding hoofdbord: X . .7. mm2 - Type: A gemene differentieelstroominrichting: ...
O kWh meter niet geplaatst
0 kWh excl. nacht meter:
)aardingslus Open / baar o
Aantal borden:
Aan al eindstroombanen:
Beschrijving installatie O Zie bijlage Metingen - testen - controles - verzegeling: •Rechtstreekse aanraking Aardingsweerstand:
nrechtstreekse aanraking et:Montage :Algemeen isolatieniveau:
.....
Differentieelstroominrichting:
werd verzegeld
t18n
1aterieel Oeledoorsnede ,Qchema's
MD Ô Col>
0 was verzegeld
)Q.2Aardingscontinuïteit2e-Test DSI
O was niet verzegeld
b kan niet verzegeld worden
Inbreuken - Opmerkingen (voor de betekenis van eventuele codes: zie keerzijde) Inbreuken Visum DNB:
Nieuwe installatie 70 Nihil Inbreuken
Aangestelde DNB:
Bestaande installatie
Naam:
O Nihil Visum:
Opmerkingen O Nihil Besluit(en):
e installatie die
?‹-be nieuwe installatie
-
"
Agent bezoeker:
Voor de directeur generaal: Handtekening
15 001 0 2 20
Naam: Aantal bijlagen:
te vvorden
/.
voldoet kiekeet aan het AREI.
0-De-bestaande_installatie---1.zeide
0601*ol
Agent nr.: uatieschemae
Datum:
éndraadsschema('s):
/ . 0.12
.
.
O '4
Dit proces-verbaal dient bewaard te worden in het dossier van de elektrische installatie en dit dossier dient elke aangebrachte wijziging te verm De Federale overheidsdienst economie dient bij ieder ongeval, rechtstreeks of onrechtstreeks te wijten aan elektriciteit waarbij persone en zijn, ic orden. I") De werken, nodig om de inbreuken te doen verdwijnen, moeten zonder vertraging uitgevoerd warden en alle maatregelen moeten getroffen word opdat de i iivertreding zijnde ins Ilatie. indien ze in dienst blijft, geen gevaar vormt voor personen of goederen. Indien bij het nieuw controlebezoek, na max. 1 jaar, de overtredingen niet verdwenen zijn moet het erkend organisme een kopie van het proces-verbaal van het controlebezoek overmaken aan de Algemene Directie Energie die belast is met het hoog toezicht.
A.ISOLATIE 1101 De algemene isolatieweerstand voor de installatiedelen gebouwd voor 24/06/2000 is onvoldoende en dient op een waarde gebracht te worden die hoger is dan 25.000 Ohm (art.20 AREI). 1104 De isolatieweerstand van deze kring is onvoldoende en dient op een waarde gebracht te worden die hoger is dan 500.000 Ohm (art. 20 AREI).
B.AARDING 1021 De aardgeleider dient stroomafwaarts van de hoofdaardingsklem aangesloten te worden en de beschermingsgeleider van toestellen en/of equipotentiale verbindingen stroomopwaarts. 1201 Een aarding verwezenlijken overeenkomstig de voorschriften (art. 68 - 71 AREI). 1202 Afwezigheid van aardingslus onder de fundering. Een afwijking moet aangevraagd worden aan de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, Bestuur Energie, Koning Albert Il laan 16 1000 Brussel - tel: 02 206 41 11 (art. 86.01 AREI). 1203 De waarde van de spreidingsweerstand van de aarding dient kleiner te zijn dan 30 Ohm (art. 86.07 ARE». 1205 De waarde van spreidingsweerstand is niet aangepast aan de gevoeligheid van de geplaatste differentieelschakelaar (niet-huishoudelijke installatie) (art. 88.05 ARE». 1206 Aarding is verwezenlijkt door gebruik van water- en/of gasleidingen. Een aarding verwezenlijken conform de voorschriften (art. 68 - 71 ARE». 1208 De aardgeleider (verbinding tussen aardelektroden en de hoofdaardingsklem) uitvoeren met een doorsnede van minstens 16 mm' ader uit koper (art.71 AREI) met geel/groene isolatie (art.199 AREI). 1209 De aansluiting van de equipotentiaal- en/of de beschermingsgeleiders is uit te voeren d.m.v. las -of klemverbinding (art.70.04/05 AREI). 1210 Een demonteerbaar aansluitstuk (aardingsonderbreker) dient aangebracht te worden in de aardgeleider teneinde de meting van de verspreidingsweerstand mogelijk te maken (art.28, 70.05 AREI). 1211 Een demonteerbaar aansluitstuk (aardingsonderbreker) moet steeds gemakkelijk toegankelijk zijn (art.15, 86.01 AREI).
C.EQUIPOTENTIAALVERBINDINGEN 1301 Een hoofd-équipotentiaalverbinding is te installeren en te verbinden (art.72, 78.05 AREI). 1302 De aansluitingen van de hoofd-equipotentiaalverbindingen (water-, gasleiding, vertrek- en terugvoerleiding van verwarming) dienen vervolledigd te worden (art.72.01 AREI). 1303 Hoofd-equipotentiaalgeleider(s) met een doorsnede van min. 6 mm' met geelgroene isolatiekleur is (zijn) te voorzien (art.72.02 AREI(. 1304 Bijkomende equipotentiaalverbinding(en) in de badkamer of douche is (zijn) te installeren (art.86.10 AREI). 1305 De plaatsing van bijkomende equipotentiaalverbinding(en) in de badkamer of douche is (zijn) te vervolledigen (art.86.10 ARE». 1306 Bijkomende equipotentiaalverbinding(en) verwezenlijken met geelgroene geleider(s), doorsnede minstens 4 mm" (of 2.5 mm' onder buis) (art.73.02, 199 AREI). 1307 De doorsnede van de hoofd-equipotentiaalverbindingen dient aangepast te worden (art.72.02 ARE». 1308 De continuiteit van de equipotentiaalverbindingen dient verzekerd te worden (art.72.03, 73.03 AREI). 1309 De kleurcode werd niet nageleefd, geleider met geeUgroen isolatiekleur is te voorzien voor de equipotentiaalverbindingen (art.72.03, 73.03 en 199 AREI), 1310 De doorsnede van de bijkomende plaatselijke equipotentiaalverbinding(en) dient aangepast te worden (art.73.02 AREI).
D.DIFFERENTIEEL Een verzegelbare algemene differentieelschakelaar dient geplaatst te worden aan het begin van de installatie (art.86.07 ARE», 1402 Een algemene differentieelschakelaar met een nominale stroom (ln) van minstens 40A en een gevoeligheid van maximum 300 mA dient geplaatst te worden (art.86.07,248.02 AREI). 1405 De nominale stroomsterkte van de differentieelschakelaar dient aangepast te zijn aan de overstroombeveiliging (art.85.02, 116 ARE». 1406 Een afzonderlijke differentieelschakelaar met een gevoeligheid van 30 mA plaatsen voor de installaties van badkamer(s) (art.86.08 AREI). 1407 Een afzonderlijke differentieelschakelaar met een gevoeligheid van 30 mA plaatsen voor wasmachine, vaatwasmachine en/of droogkast en gelijkaardige toestellen (art.86.08 AREI). 1409 De algemene differentieelschakelaar dient aan het begin van de installatie (onmiddellijk stroomafwaarts van kWh-teller) geplaatst te worden, teneinde de bescherming tegen onrechtstreekse aanraking te verzekeren bij gebruik van leidingen van klasse I (vb.: XFVB; VFVB; EXAVB; EVAVB ) (art.68, 86.07 AREI).
15001 0 2 20verso
1401
E.SCHEMA'S
G.DE BESCHERMINGSGELEIDER
1501 Eendraadsschema('s) van de installatie is (zijn) te voorzien (art.16, 268, 269 AREI). 1502 Situatieschema('s) van de installatie is (zijn) te voorzien (art.269 AREI). 1503 Eendraadsschema('s) aanpassen in overeenstemming met de werkelijkheid (art.16, 268-269 AREI). 1504 Situatieschema aanpassen in overeenstemming met de werkelijkheid (art.269 AREI). 1505 De vermelding van de gegevens van de installateur, van de eigenaar en het adres van de installatie ontbreken op de schema's en plannen (art.269 AREI).
1214 De beschermingsgeleider (PE) over de hele installatie verdelen (art.70.06, 86.02, 86.04 AREI). 1215 Beschermingsgeleider(s) (PE) is (zijn) te voorzien in een doorsnede van minstens 4 mm' (aderisolatiekleur; geel/groen) indien niet mechanisch beschermd of met een doorsnede van minstens 2,5 mm' (aderisolatiekleur geel /groen) onder buis (art.70.02 AREI). 1216 De continuiteit van de beschermingsgeleider(s) naar de aarde dient verzekerd te worden (55.70.05 AREI). 1218 Contactdo(o)s(zen): de aardingspen dient aangesloten te worden op de aarding van de installatie (art.86.03 AREI). 1219 Het verbruikstoestel met geleidend omhulsel en enkel basisisolatie (klasse I) moet d.m.v. een beschermingsgeleider (PE- met geel/groene isolatiekleur) aangesloten worden op het aardingsnet (art.30.07, 70.06 AREI).
E. ELEKTRISCHE BORD 1061 De nominale spanning dient duidelijk vermeld te worden op een oordeelkundig gekozen plaats. 1062 Pictogram "levensgevaar" dient op degelijke wijze aangebracht te worden. 1414 Bijkomende differentieelschakelaar(s) met een gevoeligheid van 30 mA plaatsen (waarde van verspreidingsweerstand van de aarding Ra > 30 Ohm), op de bestaande differentieelbeveiliging zijn twee of meer kringen met meer dan 16 contactdozen aangesloten (art.86.07 AREI). 1506 Minstens twee stroomkringen voor de verlichting te voorzien (art.86.06 AREI). 1601 Het schakelbord op ongeveer 1,50 m boven de vloer plaatsen (art.248.03 ARE». 1602 De toegankelijkheid van het schakelbord is te verbeteren (art.248.03 AREI). 1603 Het schakelbord dient vervangen te worden, de beschermingsgraad tegen rechtstreekse aanraking is onvoldoende (art. 248.01 AREI). 1604 Het verdeelbord is te voorzien van een achterwand (art.248.01 AREI). 1605 Deur of afschermplaat van het schakelbord (terug)plaatsen. Aanraking van naakte onder spanning staande delen is mogelijk (art.19, 49.01 en 248 AREI). 1606 De genaakbare, naakte onder spanning staande delen zijn niet op een afdoende wijze afgeschermd (art.19, 49.01 AREI). 1607 De niet-gebruikte invoeringen van het schakelbord of kast dienen afgedicht te worden (art.19, 49.01 en 248 AREI). 1608 Een algemene alpolige scheidingsschakelaar te voorzien (art. 248.02 ARE». 1610 De aanduiding van de stroomkringen en/of apparatuur, aansluitklemmen, enz. dient aangebracht of vervolledigd te worden (art.16, 252 AREI). 1611 De aangebrachte aanduidingen stemmen niet overeen met die van de schema's (art.16, 268 ARE». 1612 Automatische schakelaar(s), contactoren) dienen geplaatst te worden volgens de instructies van de fabrikant (art.9, 252 AREI). 1702 In meerfasige kringen is de smeltveiligheid of éénpolige automaat in de nulgeleider te verwijderen of is de beveiliging van de betrokken kringen te vervangen door alpolige automaten (art.133 ARE». 1703 De stroomkring(en) moet(en) zo uitgevoerd worden dat hij (zij) niet ongewild door andere stroombanen gevoed kan (kunnen) worden, de kringen aangesloten op meerdere stroombanen zijn te scheiden (art.13.01 AREI). 1704 De smeltveiligheidshouders of houders van automatische schakelaars dienen voorzien te worden van calibreerelementen (art.251.01 AREI). 1706 De overbrugde zekering(en) moet(en) vervangen worden (erf.265 AREI). 1707 De overbrugde automa(a)t(en) moet(en) vervangen worden (art.265 AREI). 1708 De nominale stroomsterkte (ln) van de beveiliging dient aangepast te worden aan de toelaatbare stroomsterkte van de stroomafwaarts geïnstalleerde leiding en/of verbruiker (art.116,117, 118 AREI). 1709 De leidingen waarvan de doorsnede van de geleider 1 mm' bedraagt, moeten door smeltveiligheden met een nominale stroomsterkte (ln) van maximum 6A of automaten van maximum 10A beschermd worden (art.278.05 AREI). 1805 De leidingen waarvan de doorsnede van de geleiders minder dan 1 mm' bedraagt, moeten verwijderd of vervangen worden of voorzien te worden van een afdoende beveiliging voor de betrokken toepassing (art.278.05 ARE». 1806 De stroomkring(en) voor de contactdozen moet(en) uitgevoerd worden met leidingen met een minimale doorsnede van 2,5 mm', de minimale doorsnede van 1.5 mm' is enkel toegelaten voor stroombanen die geen contactdozen bevatten (vb. stroombanen enkel voor verlichting) (art.198 AREI). 1807 Gemengde stroomkring(en) - verlichting en contactdo(o)s(zen) moet(en) uitgevoerd worden met leidingen met een minimale doorsnede van 2,5 mm' (art.198 AREI). 1808 De stroomkring (en) voor de aansluiting van elektrische fornuizen, washuizen en wasmachines moet(en) uitgevoerd worden met leidingen met een minimale doorsnede van 6 mm' voor éénfasige of 4 mm' voor driefasige kringen. Een afwijking hierop is mogelijk mits het gebruik van een minimale doorsnede van 2,5 mm' en indien minstens wordt voldaan aan één van de drie onderstaande voorwaarden: - ofwel de geleiders installeren in een buis met diameter van minstens 1" (= 25 mm); - ofwel een reservebuis installeren die uitkomt in de nabijheid van een voedingspunt;- ofwel kabel voorzien gemonteerd in opbouw (art.198 ARE».
(') In het geval dat tijdens dit tweede onderzoek wordt vastgesteld dat er nog overtredingen overblijven, moet het organisme een kopie van het proces-verbaal van het controlebezoek sturen naar de Algemene Directie Energie die belast is met het hoog toezicht op de huishoudelijke elektrische installaties. U hebt de verplichting de Federale Overheidsdienst die Energie onder zijn bevoegdheid heeft onmiddellijk in te lichten over elk ongeluk aan personen overkomen en rechtstreeks of onrechtstreeks te wijten aan de aanwezigheid van elektriciteit.
H.KLEURCODE EN LEIDINGEN 1081 Wij raden U aan de niet gebruikte leidingen te verwijderen. 1083 De niet-gebruikte leidingen verwijderen of aan de uiteinden isoleren. 1801 Vervang de geel/groene geisoleerde geleider gebruikt als actieve geleider (art.199 AREI). 1802 Wanneer een geleider met blauwe aderisolatie gebruikt wordt, moet die voor de 'nulgeleider` gereserveerd worden indien deze aanwezig is in betrokken stroomkring (art.199 AREI). 1809 De leiding(en) is (zijn) te bevestigen met aangepaste bevestigingsmiddelen (ait.143, 209 AREI). 1810 De niet-gepantserde kabel(s) moeten mechanisch beschermd worden waar ze aan beschadiging of schokken blootgesteld zijn (doorgang van muren, plafonds, enz.) (art.201, 209 AREI). 1811 De kabels van het type XVB, WB- en/of CNGVB moeten mechanisch beschermd worden op de aan beschadiging blootgestelde plaatsen tot op minimale hoogte van 10 cm boven het vloerniveau (art.201 AREI). 1813 De aanbevolen trajecten in de muren van lokalen moeten in acht genomen worden bij het inbouwen van niet in buis geplaatste kabels van het type XVB- of WB (art.214.02 ARE». 1815 De geleiders van het type VOB moeten in daarvoor bestemde buizen /kabelgoten geïnstalleerd worden (art.207, 210 AREI). 1818 De elektrische leidingen op voldoende afstand van alle andere niet elektrische leidingen installeren (art.202 AREI). 1819 Het gebruik van contactstop(pen) (stekkers) is enkel toegelaten bij aansluiting van snoeren op de vaste installatie (art.240 AREI).
I. TOESTELLEN 1091 Schakelaar, contactdoos of aftakdoos herschikken en/of opnieuw bevestigen, 1822 De verbindingen verwezenlijken in verbindinas- of aftakdozen, aan de klemmen van schakelaars, contactdozen, in plafonddozen van verlichtingstoestellen (art.207.07 AREI). 1902 Indien de onderbreking van de stroomhaan uitgevoerd wordt door een eenpolige schakelaar moet deze schakelaar de fase onderbreken en niet de nulgeleider (art.250,02 AREI), 1903 De schakelaar die een stopcontact met een nominale stroomsterkte groter dan 16 A bedient moet alle actieve geleiders onderbreken (art. 250 ARE». 1904 De schakelaars en de contactdozen die in de wanden ingebouwd zijn, moeten in aangepaste inwerkdozen of blokken geplaatst zijn (art.249.01, 250.03 AREI). 1906 Contactdozen, conform NBN C61-112, met kinderbeveiliging en aardingscontact plaatsen (art.11, 49.02, 86.03 ARE». 1907 Plaats de op een wand bevestigde contactdozen op een voldoende hoogte ten opzichte van het vloerniveau, met de as van uitsparing op een hoogte van minstens 25 cm in vochtige lokalen en 15 cm in droge lokalen (art.249.01 AREI). 1908 Het materiaal moet gekozen en geplaatst worden overeenkomstig de, uitwendige invloeden (art.19 ARE». 1909 Gebruik materiaal met een beschermingsgraad die minstens IP4X (IPXX-D) is (art.19, 49.01 ARE». 1911 De beschermingsgraad (IP) van het elektrisch materiaal dat in de badkamer geplaatst is, moet aangepast zijn aan het volume waarin dit geinstalleerd is (art. 19 en art.86.10 ARE». 1914 De toestellen zonder aardingsmogelijkheid en enkel basisisolatie zijn niet toegelaten voor gebruik in huishoudelijke en gelijkaardige installaties (klasse 0: art.30.07a, 86.04 AREI). 1915 De vast opgestelde elektrische verwarmingstoestellen zijn niet geinstalleerd (art.270 ARE». 1916 De gegevens van het toestel of de machine zijn onbeschikbaar of onvolledig; gelieve ons de nodige informatie te bezorgen teneinde veiligheidswaarborgen te onderzoeken (art.5-7 AREI). 1917 De irafo('s) is (zijn) niet van het type "veiligheidstrafo"; de installatie die aangesloten is aan de secundaire van de betrokken trafo(s) dient aldus uitgevoerd te worden volgens de voorschriften die van toepassing zijn voor laagspanningsinstallaties (art.28, 32 AREI).
J.BRANDBEVEILIGING 1712 1921
Een overstroombeveiliging aanbrengen in de secundaire kring van de transfo (art.116,127 ARE». De transformatoren) geplaatst in een omgevingstemperatuur die cle toegelaten waarde overschrijdt dien(t)(en) verplaatst te worden of de afkoelingsvoorvaerden zijn te verbeteren (arl.104.03, 252 ARE». 1922 Het toestel in de nabijheid van brandbare materialen dient verplaatst te worden; brandgevaar (art.104 AREI). 1925 Toestellen zonder bodem moeten bevestigd wonden op aangepaste montageplaten (schakelaar, contactdoos, verlichtingstoestel, ...) (art.104, 242, 249 ARE».
vzw - AIB-VINÇOTTE BELGIUM - asbl Explotatiezetel: Jan Olieslagerslaan 35.1800 Vilvoorde Tel +32(0)2 674 5711 • fax +32(0)2 674 59 59 •
[email protected] • www.vincotte.com Maatschappelijke zetel: Diamant Building • Boulevard A. Reyerslaan 80.1030 Brussels
Safety, quality and environmental services Resi. Code: D Antwerpen - Limburg : Tel.: 03 221 86 11 : Tel.: 02 674 57 11 Cl Brabant
D Oost & West Vlaanderen : Tel.: 09 244 77 11 D Wallonië : Tel.: 081 432 611
PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE Verslag nr.:
Lid nr.:
Verantwoordelijke voor de werken:
Aanvrager: Installatie:
Eigenaar of beheerder:
Naam, Voornaam: Adres: Post nr. + Stad' Tel
Naam, Voornaam : . Ident. Kaart nr.:. BTW nr.:BE
Basis van het onderzoek: O Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (ARE!)
O ingebruikname
O wijziging
O mobiel
O tijdelijk
O Art 271
0 periodiek
O controle
O Art 276
0 verzwaring
O overdracht
Art 270
O uitbreiding
JO Art 86
0 Art 271 bis
looneenheid
O Art 87
0 Art 278
Q Huishoudelijke werkeenheid
O ....................
O Art 88
0 Art
® Gemeenschappelijke delen
O ... ......
O Art .
O Art
® Andere
Algemene gegevens elektrische installatie:
Gegevens verdeler
.9EAN niet meegedeeld O kWh meter niet geplaatst
EAN kWh meter nr.:
Meterstand dag: ..
nacht: .
`
Bescherming aansluiting (A): O 20 0 25 0 32 9A0 0 50 O 63 O 80 0 100 0 Gegevens installatie
Nominale spanning:
0 230V
0 3x230V
O 3N400V
O kWh excl. nacht meter: nr.:
?aardingslus 0 pen / baar
Maximale nominale stróom (A): 0 20 0 25 0 32 9440 0 50 0 63 0 80 0 100 0 Voedingsleiding hoofdbord: X ,. f... mm2 - Type: Algemene differentieelstroominrichting:...,
, A/
,....mA
Meterstand • Type aardelektrode:
O
Aantal borden:
Aantal eindstroombanen:
Beschrijving installatie O Zie bijlage Metingen - testen - controles - verzegeling:
Q..Rechtstreekse aanraking O Onrechtstreekse aanraking 4nMontage O Toe Q Aardingsweerstand:.. .... S2
6ifferentieelstroominrichtinq:
0-Algemeen isolatieniveau: .... .,::
Mit
felet
G 1aterieel
O I>/doorsnede O Schema's
0 Controle fotït1 s Q ardíngscontjnuitett Glèst DSI
,werd verzegeld O was verzegeld O was niet verzegeld 0 kan niet verzegeld worden
Inbreuken - Opmerkingen (voor de betekenis van eventuele codes: zie keerzijde) Inbreuken
Visum DNB:
Nieuwe installatie
O Nihil Inbreuken
Aangestelde DNB:
Bestaande installatie
Naam:
O Nihil Visum Opmerkingen
O Nihil Besluit(en):
be nieuwe installatie O .,be;zkeatde, tal
voldoet
aan het AREI.
__ t iet. w yoidoet atoldna
14e AREI .
Voor de directeur generaal: Handtekening
Agent bezoeker:
Agent nr.: {'
Naam: __. _.... _... . , Aantal bijlagen:;_Situatieschema('s)': J
F
Datum:
O Eéndraadsschema('s):
r' 0 ",,...,
Dit proces-verbaal dient bewaard te worden in het dossier van de elektrische installatie en dit dossier dient elke aangebra te wiji gipÿ te vermelgaaw-- ' De Federale overheidsdienst economie dient bij ieder ongeval, rechtstreeks of onrechtstreeks te wijten aan elektriciteit waarbij personeA.Oetri)k en zijn, mgeljchtté worden. (' ) De werken. nodig om de inbreuken te doen verdwijnen, moeten zonder vert raging uitgevoerd worden en alle maatregelen n ceten'gh~Croffèri worden'opdat de m;pvertreding zijnde installatie, indien ze in u,e' s ; blijft, geen gevaar vormt voor personen of goederen. Indien bij het nieuw controlebezoek. na max. t jaar, de overtredingen nle: ,erdwenen zijn moet-het erkend organisme een kopie van het proces-verbaal ven r..t controlebezoek overmaken aan de Algemene Directie Energie die belast is met het hoog toezicht.
A. ISOLATIE 1101 De algemene isolatieweerstand voor de Installatiedelen gebouwd voor 24,06/2000 is onvoldoende en dient op een waarde gebracht te worden die hoger is dan 25.000 Ohm (a+t.20 ARE». 1101 De isolatieweerstand van deze kring is onvoldoende en dieet op een waarde gebracht te worden die hoger is dan 500.000 Ohm (art. 20 AREI). B. AARDING 1021 De aardgeleider dient stroomafwaarts van de hootdaardingsklern aangesloten te .orden en de beschermingsgeleider van toestellen er/of eguipotentiale verbindingen stroomopwaarts. 1201 Een aarding verwezenlijken overeenkomstig de voorschriften (art. 68 - 71 AREI). 1202 Afwezigheid van aardingslus onder de fundering. Een afwijking moet aangevraagd dorden aan de F0D Economie, KMO, Middenstand en Energie, Bestuur Energie, Koning Albert II laan 16 1000 Brussel - tel: 02 206 41 11 (art. 86.01 AREI). 1203 De vaardo van de spreidingsweerstand van de aarding dient k1e1ner te zijn dan 30 Ohm (art. 86.07 ARE». 1205 De waarde van spreidingsweerstand is niet aangepast aan de gesoellgheid van de geplaatste d.fferentieelschakelaar (niet-huishoudelijke installatie) (art. 89.05 AREI). 1205 Aarding 9is venvezenlï kt van water- en/of gasleidingen. Een uurdm9venvazenldI door gebruik 9 , ken conform de voorschriften (art. 68 - 71 ARE». 1208 De aardgeleider (verbinding tussen aardelektroden en de hoefdaardinosklem) uitvoeren met een doorsnede van minstens 16 mn' ader wt koper (art.71 AREI) met geeVnroene iso',ete ren.199 ARE). 1709 De oer s-ut;ng van de e".fkooten'o - en/o' de b. cl eimi. gsg .leiders is uit te vouren las -of klemverbinding (art.70,04/05 AREI). 1210 Een demonteerbaar aassluitstuk (aardingeonderbreeer) dien; aangebracht te ,worden !n de aardgeleider teneinde de meting van de verspreic+nee.'. o stand mogelijk te maken (ani 25 70.05 AREI;. 1211 Een demonteerbaar aassluitstuk (aerdingsonder,reken'roet steeds gemakkelijk toegankebe zijn (art.15. 86.01 ARE». C. EQUIPOTENTIAALVERBINDINGEN 1301 Een hoofd-eouicetentiaalverb!ading is te installeren en te verbinden l251.72, 78.05 AREI). 1302 De aansluit noen van de hoofd-equipotenfs eivore nS ragen ,water-, gasleiding, vertrek- en terugvoerieiding van ve:narminoj dienen vervolledigd te worden (art.72,01 ARE». 1303 Hoofd-equipotentiaalgeleider(s) otos een doorsnede van min, 6 mine met geelgroene isolatiekicor is (zijn) te voorzien (art.72.02 ARE». 1304 Bijkomende equipotemiaalverbinding(en) in de badkamer of - douche is (zijn)' te installeren (eet 8510 ARE». 1305 De plaaising van bih,or•ende egsuipotentiaaiverbinding(en) in de badkamer of douche is (zijn) ha vervolledigen (art.86.10 ARE ). 1306 Ejko rende equipot rtla e reindingien)verwezenlijken met geeUgiceeegefeidnr(e)- coursna?r. minstens 4 rnm (e' 2.5 rnm order buis) (art.73.02, 199 AREI;. 1307 De doorsnede van de hoofd-eeu:potentiaalverbindingen dient aan gepast le ;oorden fart.72.02 ARE», • 1358 De continulik t van ce equipotee l alcerrh'dingen dient ve-.. Imrd te .oden (art,7203, 73.03 ARE»; 1309 De kleurcode wercl Thot nageleefd, gele der met geel/groene Debtlekleur s te voorzien.voorde equipotentiaalverbind ragen (art.72.03, 73.03 en 199 AREI) 1310 De doorsnede van de bijkomen e plaateelijke equipotentieelesiii3ttidtrigteitti Ovrl'1t..pnrs't worden (art.73.02 ARE:p. D. DIFFERENTIEEL 1401 Een verzsgclbere aleonene, cl443 , . rli, ri geplaatst tri, ;coulen egn het I; • II: van de installatie (arl.56,07 Allltl). 1402 Een algemene difteront1crlechatr 1.. ire nt (In) van erin anno -10:\ _.n ,., n gevoeligheid van maximum 300 m^, ,::. u! , .1 (art.86.07, 2'i;t.0'l Al tee. 1405 De nominale stroomsterkte van d: rkit, O, rij. ! !rent aa691 e eet Ir :ion, uien ;I., overstroombeveiliging (art.65.02, 116 7u 11:1). 1406 Een afzonderlijke differentieaischeeelae rn..t ussr g•rvooligheid van 30 niA installaties van badkamers) (tri r ' r 3 AREI). 1407 Een afzonderlijke differentiaelsche.kclaar met een gevoeligheid van 30InA plaalson voor c;,r;machine, vaatwasmachine er,/ot dr000l.ast en gelijkaardige toestellen (33456,08 AREI). 1409 De algemene differentieelscherkeiaar dient aan het begin van de Installatie loon- l ,cr.ijk stroomafwearlt; ven kWh-teller) geplaatst te oorden, teneinde d e. bescherming .ogen onrechtstreekse aanraking te verzekeren bij gebru k van leidingen van 'Aasas I (eb.: XFVB; VFVB; EXAVB; EVAVB 1(art68, 86.07 AREI).
E. SCHEMA'S 1501 Eendraadsschema('s) van de installatie is (zijn) te voorzien (art.16, 268, 269 AREI). 1502 Situatieschema('s) van de installatie is (zijn) te voorzien (art.269 AREI 1503 Ee,draadsschenra;'s) aanpassen In overeensternming met de werkelijkheid (art.16, 268-269 AREI). 1504 Situatieschema aanpassen in overeenstemming met de vrerkel ckhei d (art.269 ARE9. 1505 De vermelding van de gegevens van de installateur, van de Eigenoot en het adres van de installatie ontbreken op de schema's en plannen (art.269 AREI). F.ELEKTRISCHE BORD 1091 De nominale spanning dient duldo'jk vermeld te .:orden op een oerdeelkundg gekozen piaals. 1062 Pictogram 'levensgevaar" dient op degelijke wryze aangebracht te .00rdan. 1414 Bijkomende d:fferentieelschakelear(s) met een ovens et elJ van 30 mA plaatsen (waarde van verspre:dngsweerstand van de aarding Ra - 30 Ohm), op de bestaande differentieelbeveilig:ng zijn t.;'ee of meer kringara met meer dan 16 contactdozen aangesloten (art.86.07 ARE». 1506 Minstens twee stroomkringen voor de verlichting te oogeier (art.86.06 AREI,. 1601 Het schakelbord op ongeveer 1,50 m boven de vlcr..r plaatsen (art.248.03 A.REí). 602 De toegankelijkheid van het schakelbord'is te verbeteren rait 248.03 ARE). 1803 Het schakelbord dient vereeigert te worden, de beschermingsgraad tegen rechtstreekse aanraking is onvoldoende (art. 248.01 ARE». 1604 Het verdeelbord is te voorzien van een achterwand (art.248.01 AREI). 1605 Deur of afsclærmplaet van het schakelbord (teree)pleetsen. Aanraking van naakte onder spanning staarde delen is mogelijkl(art.19, 49:01 er 248 AREA_ 1606 De geoa at.bere, naakte onder spanning staande -delen zijn nie! op oen afdoende wijze afgeschermd iert.19, 49.01 ARE». 1607 De r et geb c ris e'nvoerngen van het schakelbord of kast olieeen afyed.crut te worden (art,19, 49.01 en 2)15 AREII. 1608 Een algemene 5i5 ige scheidingsschakelaar te voorzien (arl. 248.02 ARE». 1610 De aanduiding van de stroomkringen en/of apparatuur, aansluitklernrren, enz. dient aangebracht of oerwo, edigd te worden (art.16,.252 ARE». 1611 De aangebrachte aanduidingen stemmen niet overeen met die van de schema's lart.16, 268 ARE». 1612 Atítoniatische , t,ekelaer(s)- contactoren) dienen geplaatst te ei orden volgens de Înstrucees van de fabrikant rart.0, 252 ARE». 1702 ln meerfasiee kn',•gen Is da smeltveiligheid of éénpolige automeet in de m u,ge,nider te verwijderen of Is de bevei'rging van de betrokken kringen te vervangen door elpolige automaten (an.133 AREIj. 1703 De sroomkri holen; moet(en) zo uitgevoerd worden dat hij (_q) riet ongewild door andere st-dombanen gevoed kan (kunnen) worden, de kringen aangesloten op meerdere stroombanen oijn te scheiden (a9.13.01 ARE». 1704 De .n c toe! r eiashorsders of houders ;van automatische sch,akerz.as oreren voorzien te worden van carcreere!ementen (ar1.251.01 ARE». 1708 De 0,rebnrgde zekenna(en) meet(en) vervangen worden (art.26a .AREI;. 1507 De overbrugde auto r ei- ten) moet(en) vervangen worden (art.265 ARE». 1708 De nominale stroomsterkte En) van de. beveiliging dien; aangepast te oorden aan de toelaatbare strccrosteide van de. strocmalraarts gaihstallearde leiding en/of verbruiker (art.116,117, 18 ARE». 1709 De leidingen ':vaarvan de decisnede vair de geleider 1 mm' bedraagt, moeten door smeltveiBehelen met een nominale stroomsterkte 11n) vair maximum 6A of automaten van maximum 10A beschermd vierden (a9.278.05 AREA. 1005 Da leidingen •;,aarvan ele doorsnot_ van de geleiders minder dan "1 mm' bedraagt, moeten :rijden; of vervangen worden of voorzeen te worden van oen middendo beveiliging voor de batro'tkon toepassing (art 278.05 AREI). 1806 Da stroomkring(en) voor da contactdozen moet(ore uitgevoerd werden niet leidingen met een nrnimele doorsnede van 25 mmr, de minimale doorsnede val 1.5 mm' is enkel toegelaten eenen obool ibailen dr' gsen contactdozen: bevatten í^b. s'roontbanen enkel voor verlichting) 5198 ARE». 1 00/ Gentenrcin srroeml:r ne(:.;r) • car6drtutg en contactdo(o)s(zen) moeden) uitgevoerd n, 'S ,r met leidingen 'met :.:;re:i;sn::!m do. .i..,rarle van 2,5 min- (19.198 AREIj. d is droom;air l (:r e - enluiiUng van ce ler fcmuizen. vrashuíze=n en .:asmachines um-slaes) uit,levoarrl r: ..ril n..r Ir4fn,jcn rit?ra cc:n miniure e doornnode van 6 min' voor éénPreige raf 4 min voce.d:i ,f;: ...; i ,,,len. Een akeijking hierop is mono h ik rbts het ce'tzmik van can minimate doorspade ern ti il minstens wordt voldaan aan den van de drie o.iderstaandc vaonweard.-n: - ot 'ai de geir-:J_rs installeren in een buis niet diameter van stens 1' (=?.:i mm); - ct::el een reservebuis'u stalleien die uitkomt in de nek leid van een eedineeeent; ofwel kabel voorzien gemonteerd In opbouw (art.198 AREN.
(`) In het geval dat tijdens dit tweede ondersoek wordt vastgesteld slat er nog overtredingen on ' van, muet liet organisme een kopie van hot proces-verbaal nare Het controletezoak sturen naar de Algemene Directie Energie die belastte met tiet hoog toezicht op de huishoudelijke elektrische ?nstellaties. U t -ot t - ver plivhting de Federale Ov..-rheickdiensl die Energie onder zijn bevoegdheid redt onmiddellijk in te lichten over elk ongeluk aan personen overkomen en rechtstreeks of onrechtstreeks te wijten sas de aanw.vzigiroid ven elektriciteit.
G. DE BESCHERMINGSGELEIDER 1214 De beschermingsgeleider (PE) over de hele installatie verdelen (art.70.06, 86.02, 86.04 AREI). 1215 Beschermingsgeleider(s) (PE) is (zijn) te voorzien in een doorsnede van minstens 4 nem" (aderisolatiekleur; co green) indien niet mechanisch beschermd of met een doorsnede van minstens 2,5 mm iaderisolatiekleur geel /groent onder buis (59.70.02 ARE». 1216 De continuïteit van de beschermingsgeleider(s) naar de aarde dient verzakend te worden (ert.70.05 AREI). 1218 Conlactdo(o)s(zen): de aardingspen dient aangesloten tra .:orden op de aarding von de installatie` (19.86.03 ARE». 1719 Het verbruikstoestel met geleidend omhulsel en enke; basisisolatie (klasse I) moet d.m.v. een beschermingsgeleider (PE- met gcelferozne isolatiekleur) aangesloten worden op het aardingsnet (art.30.07, 70.06 AREI). H. KLEURCODE EN LEIDINGEN 1081 Wij ragen U aan de niet gebruikte leitinnen te verwijderen. 1053 De niet-gebruikte leidingen, verwijderen of aan de uiteinden isoleren. 1601 Vervang de geeVgroene gavsoleerde geleider gebruikt als actieve gevleider (tin. i99 AREI). 1802 Wanneer eengeleider r:,et I'I:alwe aderisolatie gebruikt wordt, moet die voor de bul geleider' gereserveerd worden ,ndnen deze [tanoazig is in betrokken stroomkring tart.199 ARE». 1809 De leiding(en) is (gin) te bevestigen niet aangepaste bevestigingsmiddelen lart.143, 208 ARE». 1810 De niet-gepantserde kabel(s) moeten mechanisch beschermd worden maar ce aura beschadiging of schokken blootgesteld zijn (doorgang van muren, plafonds, enz.) (aa 201, 209 ARE». 1811 De kabels van het type WB, WB- en/of CIVGVB moeten mechanisch beschermd worden op de aan beschadiging blootgestelde plaatsen tot op minimale hoogte van 10 cri boven het vloerniveau (art.201 AREI). 1813 De aanbevolen trajecten in de muren van lokalen moeten in acht genomen worden bij het inbouwen van niet in buis geplaatste kabels van het type XVB- of WB (art.214.02 ARE». 1815 De geleiders van het type VOB moeten in daarvoor bestemde buizen /kabelgoten geinstalleerd worden (art.207, 210 ARE». 1818 De elektrische leidingen op voldoende afst rad van aile andere niet elektrische leidingen installeren (art.202 AREI). 1519 Het gebruik van eontaci.=,tool,per,) Isteh sets) s enkel toegelaten toi e' r,, uilinq .han snoeren op de vaste installatie (art .2 11 AREI). I. TOESTELLEN 1091 Schakelaar, contactdoos of e'] 1 ,eer herschikken en/of opnieuie bevestigen. 1822 De verbindingen ' , sezeci,kon In eerbindii,gs- of aftakdozen, >en de kiemmen van schakelaars, contactdozen, in plafonedezen van ,•erlichtingstoestellen rart.207.07 AREI). 1902 Indien de onderbreking van de strceieb,e on uitgevoerd wordt door een eenpolige schakelaar moet deze schakelaar de fase onder .a eit en :t 'et de nulgeleider (ar1.250.02 ARE». 1903 De schakelaar die een stopco rta . tritt:t1 Cteti nominale stroomsterkte groter dan 16 A bedient moet alle actieve geleiders onderbreken (art. 250 ARE». 1904 De schakelaars en de contactdozen die in de wanden ingebouwd zijn, moeten in aangepaste inwerkdozen of blokken geplaatst zijn (art.249.01, 250.03 ARE». 1906 Contactdozen, ca,term NON C61-112, met kinderbeveiliging en aardingscontact plaatsen (art.11, 49.02, 86,03 ARE5. 1907 plaats da op seis t _vcsligde contactdozen op een voldoende hoogte ten opzichte van hel vr ecrniveau, met de as van uitsparing op een hoogte van minstens 25 cm in vochtige lokalen en 15 cm in droge lokalen (art.249.01 ARE». 1908 Het materiaal moet gekozen en geplaatst worden overeenkomstig de uitwendige invloeden (art,19 AREI). 1909 Geberik materiaal met een beschermingsgraad die minstens IP4X (IPXX-D) is (art 19, 49.01 ARE». 1911 De beschernngsgraad (IP) van het elektrisch materiaal dat in de badkamer geplaatst is, moet aangepast z iin aan het volume waarin dit geinstalleerd is (art. 19 en art.86.10 ARE». 1914 De toestellen zonder aardingsmogelijkheid en enkel basisisolatie zijn. niet toegelaten voor gebruik in huishoudelijke en gelijkaardige installaties (Nasse 0: art.30.07a, 86.04 ARE». 1915 De vaat opgestelde elektrische verwarmingstoestellen zijn niet geinstalleerd (19.270 AREI). 1916 De gegevens van net toestel of de machine zijn onbeschikbaar of onvolledig; gelieve ans de nodige informatie te bezorgen teneinde veiligheidswaarborgen te onderzoeken (ar15-7 ARE». 1917 De tralo;'st is (zijn) niet van het type "veiligheidsfrafo"; de installatie die aangesloten is aan de secundair e van de betrokken trafo(s) dient aldus uitgevoerd te oorden volgens de voorschriften die van toepassing zijn voor laagspannirgsinstallaties (art.28, 32 ARE». J. BRANDBEVEILIGING 1712 Een overstroomheveiliging aanbrengen in de secundaire kringwan de transfo (art.116, 127 ARE». 1921 De transtorni; oren) geplaatst in een omgevingstemperatuur die de toegelaten marde oversehnijat divaii(lerl verplaatst te worden of de afkoelingsvooremarden ,e verbeteren 1, 61.10$.0.3, 252 ARE». 193^ Hel toestel in de nabijheid van brandbare materialen dient verplaatst te worden.: brandgevaar (att.10-1 ARE! 925 Toestellen roeer' bodem moeten bevestigd worden op aangepaste montageplaten (schakelaar. ccntaclduos,-verlichtingstoestel, ...) (art.104, 242, 249 ARE».
vzw - AIB-VINÇOTTE BELGIUM - asbl Explotatiezetel: Jan Olieslagerslaan 35.1800 Vilvoorde Tel +32(0)2 674 5711 • fax +32(0)2 674 59 59 •
[email protected] • www.vincotte.com Maatschappelijke zetel: Diamant Building • Boulevard A. Reyerslaan 80.1030 Brussels
Safety, quality and environmental services Resi. Code: ❑ Antwerpen - Limburg : Tel.: 03 221 86 11 O Brabant : Tel.: 02 674 57 11
O Oost & West Vlaanderen : Tel.: 09 244 77 11 D Wallonië : Tel.: 081 432 611
PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE Verslag nr.:
/
Lid nr.:
Aanvrager:
Verantwoordelijke voor de werken:
Installatie:
Naam, Voornaam
Naam, Voornaam: .
Eigenaar of beheerder:
...,.;.
Adres: Post nr. + Stad:
Ident. Kaart nr. : TW nr.: BE
Tel •
/
Basis van het onderzoek: O Algemeen Reglement op de Elektrische installaties (ARE!) O ARAB r J C ingebruikname O wijziging O mobiel O tijdelijk
- Art 270
O uitbreiding
_ Art 271
O periodiek
0 controle
0
(J, Art 276
0 verzwaring
0 overdracht
0
iO Art 86 .,.._ , ..
O
0 Art 271 bis
it Wooneenheid
O Art 87
0 Art 278
Q Huishoudelijke werkeenheid
O Art 88
O Art .._
() Gemeenschappelijke delen
0 Art ........
O Art
C) Andere
Algemene gegevens elektrische installatie: Gegevens verdeler
Gegevens
installatie
EAN
O EAN niet meegedeeld
O kWh meter niet geplaatst
kWh meter nr.:..
Meterstand dag: ...... .....__.. nacht:_ . .. ...._..... 0 kWh excl. nacht meter: Bescherming aansluiting (A): C 20 C 25 O 32 :_ 40 "C- 50 63 3, 30 0 100 0 nr.: ... ...... ..... Meterstand: Nominale spanning:
0 230V
0 3x230V
1I 3N400 V
O
Type aardelektrode:
Maximale nominale stroom (A): 0 20 0 25 0 32 0 40 0 50 0 63 0 80 0 100 0 Voedingsleiding hoofdbord:
X
Algemene differentieelstroominrichting :
mm - Type: A/
mA
0,aardingslus O pen / baar
'0
Aantal borden:
.........
Aantal eindstroombanen:
Beschrijving installatie O Zie bijlage
Metingen - testen - controles - verzegeling: O Rechtstreekse aanraking O Onrechtstreekse aanraking n Montage
O Aardingsweerstand:
O O Algemeen isolatieniveau:.......... MO
Toestellen O Materieel 0 I /doorsnede O Schema's Controle fouttus O Aardingscontinuïteit O Test DSI
Differentieelstroominrichtino: 12 werd verzegeld 0 was verzegeld O was niet verzegeld O kan niet verzegeld worden Inbreuken - Opmerkingen (voor de betekenis van eventuele codes: zie keerzijde) Inbreuken Visum DNB:
Nieuwe installatie
O Nihil inbreuken Aangestelde DNB:
Bestaande installatie
Naam:
O Nihil Visum:
Opmerkingen 0 Nihil Besluit(en): De nieuwe installatie
voldoet voldoet niet aan het AREI.
De bestaande installatie
voldoet voldoet niet aan het AREI
i'1
erm jrr onder voorbehouc
Agent bezoeker:
15 0010 220
Naam : Aantal bijlagen: 'r Situatieschema("s):
In rie regtenncn,,L,,-.
Voor de directeur generaal: Handtekening . Agent er.
Datum: . .
O Eéndraadsschema('s):
Dit proces-verbaal dient bewaard te worden in het dossier van de elektrische installatie en dit dossier dient elke aangebrachte De Federale overheidsdienst economie dient bij ieder ongeval. rechtstreeks of onrechtstreeks te wijten aan elektriciteit wearbn zijn, ingelicht te worden. 1") De werken, nodig om de inbreuken te doen verdwijnen, moeten zonder vertraging uitgevoerd worden en alle maatr zlroteg ex,den opdat de in-overtreding zijnde blijft, geen gevaar vormt voor personen of goederen. Indien bij het nieuw controlebezoek, na max. 1 jean, de overtredint ira; ',,erdwenn z o me ; »t erkend organisme een kopie controlebezoek overmaken aan de Algemene Directie Energie die belast is met het hoog toezicht.
I
e.
ze in dienst van het
A.ISOLATIE 1101 De algemene isolatieweerstand voor de installatiedelen gebouwd vddr 24/06/2000 is onvoldoende en dient op een waarde gebracht te worden die hoger is dan 25.000 Ohm (art.20 AREI). 1104 De isolatieweerstand van deze kring is onvoldoende en dient op een waarde gebracht te worden die hoger is dan 500.000 Ohm fart. 20 ARE)).
B.AARDING 1021 De aardgeleider dient stroomafwaarts van de hoofdaardingsklem aangesloten te worden ende beschermingsgeleider van toestellen en/of equipotentiale verbindingen stroomopwaarts. 1201 Een aarding verwezenlijken overeenkomstig de voorschriften (art. 68 - 71 AREI). 1202 Afwezigheid van aardingslus onder de fundering. Een afwijking moet aangevraagd worden aan de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, Bestuur Energie, Koning Albert Il laan 16 1000 Brussel - tel: 02 206 41 11 (art. 86.01 ARE». 1203 De waarde van de spreidingsweerstand van de aarding dient kleiner te zijn dan 30 Ohm (art. 86.07 ARE!). 1205 De waarde van spreidingsweerstand is niet aangepast aan de gevoeligheid van de geplaatste difterentieelschakelaar (riet-huishoudelijke installatie) (art. 88.05 AREI). 1206 Aarding is verwezenlijkt door gebruik van water- en/of gasleidingen. Een aarding verwezenlijken conform de voorschriften (art. 68 - 71 ARE!). 1208 De aardgeleider (verbinding tussen aardelektroden en de hoofdaardingsklem) uitvoeren met een doorsnede van minstens 16 mm' ader uit koper (art.71 AREI) met geel/groene isolatie (art.199 AREI). 1209 De aansluiting van de equipotentiaal- en/of de beschermingsgeleiders is uit te voeren d.m.v. las -of klemverbinding (art.70.04/05 AREI). 1210 Een demonteerbaar aansluitstuk (aardingsonderbreker) dient aangebracht te worden in de aardgeleider teneinde de meting van de verspreidingsweerstand mogelijk te maken (art.28, 70.05 AREI). 1211 Een demonteerbaar aansluitstuk (aardingsonderbreker) moet steeds gemakkelijk toegankelijk zijn (art.15, 86.01 AREI).
C.EQUIPOTENTIAALVERBINDINGEN 1301 1302
Een hoofd-equipotentiaalverbinding is te installeren en te verbinden (art.72, 78.05 AREI). De aansluitingen van de hoofd-equipotentiaalverbindingen (water-, gasleiding, vertrek- en terugvoerleiding van verwarming) dienen vervolledigd te worden (art.72.01 AREI). 1303 Hoofd-equipotentiaalgeleider(s) met een doorsnede van min. 6 mm' met geel/groene isolatiekleur is (zijn) te voorzien (art.72.02 AREI). 1304 Bijkomende equipotentiaalverbinding(en) in de badkamer of douche is (zijn) te installeren (art.86.10 AREI). 1305 De plaatsing van bijkomende equipotentiaalverbinding(en) in de badkamer of douche is (zijn) te vervolledigen (art.86.10 ARE!). 1306 Bijkomende equipotenliaalverbinding(en) verwezenlijken met geeVgroene geleider(s), doorsnede minstens 4 mm' (of 2.5 mm' onder buis) (art.73.02, 199 AREI). 1307 De doorsnede van de hoofd-equipotentiaalverbindingen dient aangepast te worden (art.72.02 AREI). 1308 De continuiteit van de equipotentiaalverbindingen dient verzekerd te worden (art.72.03, 73.03 AREI), 1309 De kleurcode werd niet nageleefd, geleider met geeVgroene isolatiekleur is te voorzien voor de equipotentiaalverbindingcn (art.72.03, 73.03 en 199 AREI). 1310 De doorsnede van de bij1.eraeuue plaatselijke equipotereinalverbinding(en) dient aangepast te worden (art.73.02 ARE».
D.DIFFERENTIEEL
15 001 02 20verso
1401
Een verzegelbare algemena di .. r ...'.:: :. nt geplaatst te morden rem het begin van de installatie (art.86.07 AR! li 1402 Een algemene differentieclechal m (ln) van minerons 40A en eten gevoeligheid van maximaal 300 n1A r.., t n (art.86.07 " i• erre AI F ». . I. . riant armera r::i i: :;, z:m 1405 De nominale stroomsterkte van cl.: c.;::.;:;. overstroombeveiliging (art.85.02, 116 Ar lee). 1406 Een afzonderlijke differenfieelscl' . '.::r+r i re. ean :::, o ilgl::.i.l van 30 i11A installaties van badkanler(s) (ar 1.81508 Aller). 1407 Een afzonderlijke differenlleelschakelaar met een gevoeligheid van 30 .mA p:..;:.:::n voor wasmachine, vaatwasmachir c: en/of droogkast en gelijkaardige toestellen (art.86.08 AREI). 1409 De algemene differenticaschakelaar dient aan het begin van de installatie (onmiddellijk stroomafwaarts van kWh-teller) geplaatst te worden, teneinde de bescherming tegen onrechtstreekse aanraking te verzekeren bij gebruik van leidingen van klasse I (eb.: XFVB; VFVB; EXAVB; EVAVB ) (art.68, 86.07 AREI).
r'
l'
E.SCHEMA'S
G.DE BESCHERMINGSGELEIDER
1501 Eendraadsschema('s) van de installatie is (zijn) te voorzien (art.16, 268, 269 AREI). 1502 Situatieschema('s) van de installatie is (zijn) te voorzien (art.269 AREI). 1503 Eendraadsschema('s) aanpassen in overeenstemming met de werkelijkheid (art.16, 268-269 AREI). 1504 Situatieschema aanpassen in overeenstemming met de werkelijkheid (art.269 ARE!). 1505 De vermelding van de gegevens van de installateur, van de eigenaar en het adres van de installatie ontbreken op de schema's en plannen (art.269 ARE!).
1214 De beschermingsgeleider (PE) over de hele installatie verdelen (art.70.06, 86.02, 86.04 AREI). 1215 Beschermingsgeleider(s) (PE) is (zijn) te voorzien in een doorsnede van minstens 4 mm' (aderisolatiekleur; geel/groen) Indien niet mechanisch beschermd of met een doorsnede van minstens 2,5 mm' (aderisolatiekleur geel /groen) onder buis (art.70.02 ARE!). 1216 De continuiteit van de beschermingsgeleiders) naar de aarde dient verzekerd te worden (art.70.05 ARE!). 121 iI Contactdo(o)s(zen): de aardingspen dient aangesloten te worden op de aarding van de installatie fart.86.03 ARE». 1219 Het verbruikstoestel met geleidend omhulsel en enkel basisisolatie (klasse I) moet d.m.v. een beschermingsgeleider (PE- met geeVgroene isolatiekleur) aangesloten worden op het aardingsnet (art.30.07, 70.06 ARE!).
F.ELEKTRISCHE BORD 1061 De nominale spanning dient duidelijk vermeld te worden op een oordeelkundig gekozen plaats. 1062 Pictogram "levensgevaar" dient op degelijke wijze aangebracht te worden. 1414 Bijkomende differentieeischakelaar(s) met een gevoeligheid van 30 mA plaatsen (waarde van verspreidingsweerstand van de aarding Ra > 30 Ohm), op de bestaande differentieelbeveiliging zijn twee of meer kringen met meer dan 16 contactdozen aangesloten (art.86.07 ARE!). 1506 Minstens twee stroomkringen voor de verlichting te voorzien (art.86.06 ARE!). 1601 Het schakelbord op ongeveer 1,50 m boven de vloer plaatsen (art.248.03 ARE». 1602 De toegankelijkheid van het schakelbord is te verbeteren (art.248.03 AREI}. 1603 Het schakelbord dient vervangen te worden, de beschermingsgraad tegen rechtstreekse aanraking js onvoldoende (art. 248.01 ARE!). 1604 Het verdeelbord is te voorzien van een achterwand (art.248.01 ARE!). 1605 Deur of afschermplaat van het schakelbord (terug)plaatsen. Aanraking van naakte onder spanning staande delen is mogelijk (art.19, 49.01 en 248 ARE!). 1606 De genaakbare, naakte onder spanning staande delen zijn niet op een afdoende wijze afgeschermd (art.19, 49.01 AREI). 1607 De niet-gebruikte invoeringen van het schakelbord of kast dienen afgedicht te worden (art.19, 49.01 en 248 AREI). 1608 Een algemene alpolige scheidingsschakelaar te voorzien (art. 248.02 ARE!), 1610 De aanduiding van de stroomkringen en/of apparatuur, aansluitklemmen, enz. dient aangebracht of vervolledigd te worden (art.16, 252 AREI). 1611 De aangebrachte aanduidingen stemmen niet overeen met die van de schema's (art.16, 268 ARE!). 1612 Automatische schakelaar(s), contactor(en) dienen geplaatst te worden volgens de instructies van de fabrikant (art.9, 252 ARE!). 1702 In meerfasige kringen is de smeltveiligheid of éénpolige automaat in de nulgeleider te verwijderen of is de beveiliging van de betrokken kringen te vervangen door alpolige automaten (art.133 ARE!). 1703 De stroomkring(en) moet(en) zo uitgevoerd worden dat hij (zij) niet ongewild door andere stroombanen gevoed kan (kunnen) worden, de kringen aangesloten op meerdere stroombanen zijn te scheiden (art.13.01 ARE». 1704 De smeitveiligheidshouders of houders van automatische schakelaars dienen voorzien te worden van calibreerelementen (art.251.01 ARE!). 1706 De overbrugde zekering(en) moet(en) vervangen worden (art.265 ARE!). 1707 De overbrugde automa(a)t(en) meet(en) vervangen worden (art.265 ARE!). 1708 De nominale stroomsterkte (In) van de beveiliging dient aangepast te worden aan de toelaatbare stroomsterkte van de stroomafwaarts geinstalleerde leiding en/of verbruiker (art.116,117, 118 ARE!), 1709 De leidingen waarvan de doorsnede van de geleider 1 mm' bedraagt, moeten door smeltveiligheden met een nominale stroomsterkte (In) van maximum 6A of automaten van maximum 10A beschermd worden (art.278.05 AREI). 1805 De leidingen waarvan de doorsnede van de geleiders minder dan 1 mm' bedraagt, moeten verwijderd of vervangen worden of voorzien te worden van een afdoende beveiliging voor de beirold<en toepassing (art.278.05 AREI). 1803 De stroomkring(en) voor de contactdozen moet(en) uitgevoerd worden met leidingen met een minimale doorsnede van 2,5 mm', de minimale doorsnede van 1.5 mm' is enkel toegelaten voor stroombanen die g''.^n contactdozen bevatten (vb. stroombanen enkel voor verlichting) (ar el ARE». 180/ Gemengde stroom!ain,;; ) • v: lichting en contactdo(o)s(zen) moet(en) uitgevoerd worden niet leidingen niet .. snede van 2,5 mm' (art.198 ARE». I )., reroomknng t.:) . .. .': i• .:q van eleekh ieche fornuizen, washuizen en wasmachines m;r: t(en) uilgevoe •: iedireern neet een minimale doorsnede van 6 mm' voor éénf•,>i.je of 4 mm' voor:':: : •:igen. Een afwijking hierop is mogelijk mits het gebruik van een minimale doorsnede ver 2,5 nstr' en indien minstens wordt voldaan aan één van de drie onderstaande voorwaarde , - ofwel de geleiders installeren in een buis met diameter van minstens t" (e 25 mm); - ofwel een reservebuis installeren die uitkomt in de nabijheid van een voedingspunt;- ofwel kabel voorzien gemonteerd in opbouw (art.198 ARE».
(') In het geval dat tijdens dit tweede onderzoek wordt vastgesteld dat er nog overtredingen oc ' ;:en, moet het organisme een kopie van het proces-verbaal van het controlebezoek sturen naar de Algemene Directie Energie die belast is met het hoog toezicht op de huishoudelijke elektrische installaties. U hei ' . verplichting de Federale Overheidsdienst die Energie onder zijn bevoegdheid heeft onmiddellijk in te lichten over elk ongeluk aan persoren overkomen en rechtstreeks of onrechtstreeks te wijten aan de aanwvrigheid van elektriciteit.
H.KLEURCODE EN LEIDINGEN 1081 Wij raden U aan de niet gebruikte leidingen te verwijderen. 1083 De niet-gebruikte leidingen verwijderen of aan de uiteinden isoleren. 1801 Vervang de geeVgroene geïsoleerde geleider gebruikt als actieve geleider (art.199 ARE!). 1602 Wanneer een geleider met blauwe aderisolatie gebruikt wordt, moet die voor de 'nulgeleider' gereserveerd worden indien deze aanwezig is in betrokken stroomkring (art.199 ARE!). 1809 De leiding(en) is (zijn) te bevestigen met aangepaste bevestigingsmiddelen (art.143, 209 ARE!). 1810 De niet-gepantserde kabel(s) moeten mechanisch beschermd worden waar ze aan beschadiging of schokken blootgesteld zijn (doorgang van muren, plafonds, enz.) (art.201, 209 AREI). 1811 De kabels van het type XVB, WB- en/of CNGVB moeten mechanisch beschermd worden op de aan beschadiging blootgestelde plaatsen tot op minimale hoogte van 10 cm boven het vloerniveau (art.201 AREI). 1813 De aanbevolen trajecten in de muren van lokalen moeten in acht genomen worden bij het inbouwen van niet in buis geplaatste kabels van het type XVB- of WB (art.214.02 AREI). 1815 De geleiders van het type VOB moeten in daarvoor bestemde buizen /kabelgoten geïnstalleerd worden (art.207, 210 ARE!). 1818 De elektrische leidingen op voldoende afstand van alle andere niet elektrische leidingen installeren (art.202 ARE!). 1819 Het gebruik van contactstop(pen) (stekkers) is enkel toegelaten bij aansluiting van snoeren op de vaste installatie (art.240 AREI).
I.TOESTELLEN 1091 Schakelaar, contactdoos of aftakdoos herschikken en/of opnieuw bevestigen. 1822 De verbindingen verwezenlijken in verbindings- of aftakdozen, aan de klemmen van schakelaars, contactdozen, in plafonddozen van verlichtingstoestellen (art.207.07 AREI). 1902 Indien de onderbreking van de stroombaan uitgevoerd wordt door een eenpolige schakelaar moet deze schakelaar de fase onderbreken en niet de nulgeleider (art.250.02 ARE!). 1903 De schakelaar die een stopcontact met een nominale stroomsterkte groter dan 16 A bedient moet alle actieve geleiders onderbreken (art. 250 ARE!). 1904 De schakelaars en de contactdozen die in de wanden ingebouwd zijn, moeten in aangepaste inwerkdozen of blokken geplaatst zijn (art.249.01, 250.03 AREI). 1906 Contactdozen, conform NON C61-112, met kinderbeveiliging en aardingscontact plaatsen (art.11, 49.02, 86.03 AREI). 1907 Plaats de op een wand bevestigde contactdozen op een voldoende hoogte ten opzichte van het vloerniveau, met de as van uitsparing op een hoogte van minstens 25 cm in vochtige lokalen en 15 cm in droge lokalen (art.249.01 ARE». 1908 Het materiaal moet gekozen en geplaatst worden overeenkomstig de uitwendige invloeden (art.19 ARE ). 1909 Gebruik materiaal met een beschermingsgraad die minstens IP4X (IPXX-D) is (art.19, 49.01 AREI). 1911 De beschermingsgraad (IP) van het elektrisch materiaal dat in de badkamer geplaatst is, moet aangepast zijn aan het volume waan dit geinstalleerd is (art. 19 en art.86.10 AREI). 1914 De toestellen zonder aardingsmogelijkheid en enkel basisisolatie zijn niet toegelaten voor gebruik in huishoudelijke en gelijkaardige installaties (klasse 0: art.30.07a, 86.04 ARE!). 1915 De vast opgestelde elektrische verwarmingstoestellen zijn niet geinstalleerd (art.270 ARE!). 1916 De gegevens van het toestel of de machine zijn onbeschikbaar of onvolledig; gelieve ons de nodige informatie te bezorgen teneinde veiligheidswaarborgen te onderzoeken (art.5-7 ARE». 1917 De trafo('s) is (zijn) niet van het type "veiligheidstraIo': de installatie die aangesloten is aan de secundaire van de betrokken trafo(s) dient aldus uitgevoerd te worden volgens de voorschriften die van toepassing zijn voor laagspanningsinstallatles (art.28, 32 AREI). J. BRANDBEVEILIGING 1712 Een overstroombeveiliging aanbrengen in de secundaire kring van de transfo (art.116,127 ARE!). 1921 De transformator(en) geplaatst in een omgevingstemperatuur die de toegelaten waarde overschrijdt dien(t)(en) verplaatst te worden of de afkoelingsvoorwaarden zijn te verbeteren (art.104.03, 252 ARE!). 1922 Het toestel in de nabijheid van brandbare materialen dient verplaatst te worden; brandgevaar (art.104 AREI). 1925 Toestellen zonder bodem moeten bevestigd worden op aangepaste montageplaten (schakelaar, contactdoos, verlichtingstoestel, ..J (art.104, 242, 249 ARE!).