Kwartaalbericht Agrarische sector ING Economisch Bureau
Agrarische export omhoog naar 20% van alle uitvoer Hoogste productiegroei voor melkveehouders De vooruitzichten voor de meeste agrarische sectoren zijn voor 2015 positief. Dit jaar zal het agrarische productievolume stijgen met circa 1,5%, duidelijk lager dan vorig jaar (+4%). Vooral de zuivelsector draagt bij aan de opnieuw bovengemiddelde groei. De melkproductie zal 5% hoger zijn dan in 2014 dankzij de afschaffing van de melkquota per 1 april 2015. De melkprijzen zullen echter gemiddeld bijna 10% lager zijn dan in de voorbije twee topjaren. De totale waarde van de agrarische productie zal dit jaar licht toenemen naar € 28,3 miljard, 1% hoger dan in 2014. De prijzen zullen naar verwachting gemiddeld iets lager uitkomen, maar bovenal zeer volatiel zijn. De hoge volumegroei in 2014 was naast de hogere zuivelproductie ook het gevolg van de hoge kilogram opbrengsten van akkerbouwgewassen dankzij een prima groeiseizoen. De export profiteerde en realiseerde ondanks tegenvallende prijzen en de Russische boycot opnieuw een recordwaarde van € 78,8 miljard. Dankzij een almaar goedkoper wordende euro kan de export ook in 2015 en 2016 records breken. Het aandeel van de agrarische export heeft inmiddels de grens van 20% van de totale Nederlandse uitvoer overschreden. Minder energieverbruik en lagere gasprijzen zijn vooral gunstig voor de glastuinbouw. Veehouders krijgen te maken met licht oplopende voerkosten. Agrarische export gegroeid naar 20% van alle uitvoer In 2014 is de export van agrarische producten gestegen met 1,3% naar € 78,8 miljard1. Het aandeel in de totale uitvoer nam toe van 18% naar 20%. Dit komt ook omdat de totale Nederlandse uitvoerwaarde vorig jaar daalde met 0,4%. De uitvoer nam in 2014 minder sterk toe dan in 2013 (figuur 1), maar presteerde toch boven verwachting. Alleen de exportwaarde van eieren en groenten kromp. De Russische boycot heeft diverse bedrijven pijn gedaan en de prijzen onder druk gezet, maar toch heeft de agri-export het in 2014 beter gedaan dan de totale uitvoer. Wel was er in het tweede 1
Exclusief de soms ook meegerekende landbouwmachines, tractors en machines voor de voedingsindustrie (+2,9% naar € 3,6 miljard). Ongeveer een vijfde van de agrarische export betreft wederuitvoer.
Figuur 1. Ook in 2014 groeide de agri-export
Bron: CBS
halfjaar van 2014 sprake van een afzwakkende exportgroei van vlees en zuivel. De export van bloemen, fruit en granen liet in deze periode echter juist hogere groeicijfers zien, terwijl de exportafname bij eieren en groenten minder fors was. Verzwakking euro stimulans voor agrarische export Medio maart was de euro/dollar koers 1,05, 25% lager dan een jaar eerder. In de loop van 2015 voorziet ING een verdere daling naar 1,00 en voor 2016 wordt een verdere daling naar 0,90 verwacht. Ook de eurokoers ten opzichte van het Britse pond verzwakt. Uiteraard is dit goed voor de export
Figuur 2. Lagere eurokoers gunstig voor export
Bron: ING Economisch Bureau
van agrarische producten naar zowel de VS als het VK, maar ook voor die naar andere landen buiten de Eurozone. Ook de recente opwaardering van de Zwitserse franc biedt mogelijkheden voor uitvoer naar deze groeimarkt, met voorop die van sierteeltproducten. Behalve van de goedkopere euro profiteren onder meer glastuinbouwers van de lagere energieprijzen, die het gevolg zijn van de daling van de olie- en gasprijzen in de afgelopen periode. De andere kant van de medaille voor agrarische ondernemers is dat de inkoop van veevoer duurder wordt. Grondstoffen als soja, graan en tarwe worden namelijk in dollars afgerekend.
reldprijsindices op de zuivelmarkt en de positieve verrassingen van de uitbetalingsprijzen van FrieslandCampina onderbouwen de verwachte melkprijsstijging.
Figuur 3. Gemiddelde melkprijzen* in 2015
Langjarig KWIN gemiddelde € 34,50
Tabel 1. Ontwikkeling* productievolume, prijs en productiewaarde agrarische sectoren, 2014 en 2015
Agrarische sector
2014 vol.
prijs
waarde
2015 vol.
prijs.
waarde
4,0
-5,0
-1,0
1,5
-0,5
1,0
2,5 6,0 6,0 3,0
-8,0 -1,0 -4,0 4,0
-5,5 5,0 2,0 7,0
0,0 0,0 -1,0 -1,0
-2,0 0,0 0,0 5,0
-2,0 0,0 -1,0 4,0
0,5 -2,0 2,0 2,5
1,5 3,5 -1,0 -13,0
2,0 1,5 1,0 -10,0
-0,5 1,5 5,0 1,0
-1,0 1,0 -9,0 4,0
-1,5 2,5 -4,0 5,0
Bron: LEI; * 3,7% vetgehalte en 3,35% eiwitgehalte, producentenprijs in euro per 100 kg.
Veehouderij - Varkens - Kalveren - Vleespluimvee - Eieren
Sierteelt - Bloemen - Planten
Melkveehouderij Akkerbouw Groenten en fruit
- Groenten 3,5 -7,5 -4,5 -1,0 5,0 4,0 - Fruit 15,5 -22,0 -10,0 -2,0 5,0 3,0 Bron: LEI en CBS; bewerking en raming 2015: ING; *jaar-op-jaar mutaties
Melkveehouders niet meer aan quotum gebonden Op 1 april verdwijnt het melkquotum en zijn melkveehouders vrij om hun productie op te schroeven. Over het afgelopen jaar hebben ze circa 1% boven quotum gemolken. Gunstig is dat de te betalen superheffing over drie jaar mag worden uitgespreid, wat de druk op de liquiditeit verlicht. De capaciteit van de Nederlandse stallen en zuivelverwerkers is toereikend voor een flinke productiegroei (5% in 2015). Voor 2018 is de verwachting dat 20% boven het niveau van het laatste quotum kan worden gemolken. De impact van het ‘vrije melken’ op de prijsvorming is ongewis. De prijsontwikkeling zal hierdoor en door het toenemende internationale karakter van de zuivelhandel volatieler verlopen dan in het verleden (en dan in figuur 3 geschetst). Al met al verwacht ING dat de gemiddelde melkprijs in 2015 naar verwachting maximaal 9% lager zal uitkomen dan in 2014. Het goede nieuws is dat de prijs (zoals berekend door het LEI; zie figuur 3) in januari waarschijnlijk al het laagste punt heeft bereikt. Het aanbod is door geringe voorraden momenteel krap en de vraagstijging houdt aan. Bovendien ondersteunt de lage eurokoers de afzet. De oplopende we-
Kwartaalbericht Agrarische sector maart 2015 2
De gemiddelde melkprijs kwam in 2014 door de prijsval aan het eind van het jaar uiteindelijk 1% lager uit dan in 2013. Het gemiddelde saldo was volgens het LEI 4% lager. In januari lag het saldo weliswaar onder het langjarig gemiddelde (figuur 4), maar met lagere voerkosten en langzaam weer oplopende opbrengsten kunnen de saldi voor melkveehouders weer oplopen.
Figuur 4. 2015 start goed voor vleeskuikens-, leghennen- en vleesvarkensbedrijven en slecht voor zeugen- en melkveebedrijven
Gemiddeld maandsaldo in € / bedrijf
Bron: LEI Wageningen UR, agrimatie.nl
Wisselend exportperspectief voor akkerbouwers De pootgoedmarkt ontwikkelt zich ook dit seizoen goed, met de prijzen voor Spunta’s begin dit jaar op circa 44 cent per 100 kilo tegenover 28 cent gemiddeld. De markt voor consumptieaardappelen ontwikkelt zich minder goed. De prijs voor consumptieaardappelen in het huidige seizoen (€ 4 per 100 kilogram; figuur 5) blijft ruim onder de kostprijs (€ 10 per 100 kg). Ook de uienprijs presteert dit seizoen ondermaats (figuur 6). Het goede nieuws is dat de gemiddelde akker-
bouwer twee goede jaren achter de rug heeft en dus wat vet op de botten heeft. Doordat akkerbouwers zich meer specialiseren kunnen hun resultaten wel meer fluctueren dan voorheen.
Figuur 5. Prijs consumptieaardappelen* uiterst teleurstellend
Bron: LEI; * in euro´s per 100 kilogram
Figuur 6. Uienprijs* seizoen 2014/15 beneden gemiddeld
Bron: LEI en www.ui-info.nl; * in euro´s per 100 kilogram
De exportmarkt ontwikkelt zich nog altijd uitstekend. In 2014 groeide de uitvoer van consumptie- en industrieaardappelen met 9% naar 371.000 ton. Opvallend is dat het exportaandeel van de EU landen daalde van 75% naar 57%. Het aandeel van Afrika steeg van 16% naar 25%, dat van Azië van 3,5% naar 9% en van Amerika van 5% naar 7%. De pootgoedexport steeg met 1% naar 359.000 ton, met ook hier Afrika en Azië als groeimarkten en de EU als krimpmarkt. Goed begin 2015 voor telers tomaten en komkommers ING voorziet voor 2015 voor groentetelers een gematigd prijsherstel van 5% (tabel 1). Het nieuwe seizoen is nog pril, maar de aanvoer van komkommers en tomaten uit Spanje viel tegen, wat tot op heden goed uitpakt voor de prijsvorming, Bovendien is het areaal in Nederland iets kleiner dan vorig jaar. Ook de eerste exportcijfers zijn positief. Het ex-
Kwartaalbericht Agrarische sector maart 2015 3
portvolume voor tomaten is in januari met 26% gegroeid. Glastuinders die alleen gas inkopen profiteren bovendien van de lage energieprijzen. In navolging van de halvering van de olieprijzen daalden ook de gasprijzen met circa 20%. Medio maart 2015 is het niveau met 21 cent per m3 bijna 15% lager dan een jaar eerder. Door deze lagere kostenpost en betere prijzen ligt voor telers van komkommers en tomaten margeherstel in het verschiet. Voor paprikatelers is 2015 minder veelbelovend begonnen. Het areaal is toegenomen en de prijzen zijn vooralsnog matig. Vorig jaar was er sprake van een 7,5% prijsdaling van groenteprijzen. Deze daling werd overigens niet door de Ruslandboycot veroorzaakt, maar vooral door het hoge aanbod in mei. Over heel 2014 was de exportgroei 7,5%, waarbij de afzet van komkommers en paprika’s sterker toenam dan die van tomaten. Of de gemiddelde prijsdaling voor fruittelers van ruim 20% vorig jaar dit jaar kan worden goed gemaakt, hangt af van diverse onvoorspelbare factoren, zoals het weer en de geopolitieke situatie in Rusland. Vooralsnog gaat ING uit van een volumedaling van 2% en een prijsstijging van 5% (tabel 1). De fruitopbrengsten waren in 2014 zeer hoog. Dit leidde rond de oogst tot lage prijzen en mede daardoor nam het exportvolume toe met 30%. Dit was vooral te danken aan de uitvoer van peren (+54%), want de appelexport kromp met 10%. De export van fruit komt in 2015 moeizaam op gang. Voor peren was de exportkrimp in januari 4%. Het wegvallen van de belangrijke Russische afzetmarkt kan nog steeds niet volledig worden gecompenseerd door uitvoer naar andere landen. De appelexport zette de negatieve trend van vorig jaar door en daalde met 14%. Export sierteelt in eerste kwartaal onder druk Een afnemend aantal sierteeltbedrijven weet in 2015 door een hogere productie-intensiteit het totale volume toch nog licht te verhogen. Bij de planten stijgt het volume iets, voor de snijbloemen verwacht ING een marginale productieafname (tabel 1). De prijzen staan vooral voor snijbloemen onder druk. Volgens exporteurs waren de prijzen lager dan een jaar geleden. In maart zorgde Internationale Vrouwendag voor tegenvallende afzet richting Oost-Europa en vooral Rusland. In februari viel de Valentijnsdag omzet tegen vanwege het samenvallen met carnaval in onder andere Duitsland en Frankrijk. 2015 begon slecht voor de plantenexport. In januari daalde de exportwaarde met 10%. In 2014 groeide de uitvoer van pot- en tuinplanten met 5% tot € 2,1 miljard en die van bloemen met 2% tot € 3,3 miljard. Het recordniveau van 2012 werd hiermee geëvenaard. Polen, Zwitserland en Frankrijk waren de voornaamste groeimarkten. België en vooral Rusland waren de krimpers. Rusland zakte van de 5e naar de 8e plaats in de Top 10 van belangrijkste afzetmarkten (figuur 7). De sterke waardevermindering van de roebel ten opzichte van de euro en de crisis in Rusland zijn hiervan de oorzaken.
Figuur 7. Export sierteelt naar Rusland fors onderuit
Bron: VGB
Saldi voor vleesvarkenshouders nog steeds in diep dal Sinds de tweede helft van 2014 zijn de opbrengsten voor vleesvarkenshouders gedaald, sterker dan de kosten. De saldi2 bereikten daardoor een dieptepunt. Het gemiddelde saldo was 13% lager dan in 2013. De dalende tendens lijkt gekeerd (figuur 8), maar de kosten voor voer zullen mede door de dure dollar niet veel meer dalen en over de prijsontwikkeling is weinig optimisme (-2% dit jaar, zie tabel 1). 2015 lijkt dus wederom een jaar te worden met magere rendementen. De Russische importboycot van varkensvlees na vaststelling van varkenspest in Polen en Litouwen een jaar geleden is nog niet voorbij, ook al zijn er signalen dat versoepeling van het verbod dichterbij komt. ING verwacht dat het gemiddelde saldo van zeugenhouders in 2015 rond het langjarig gemiddelde (€ 21.000 per maand) uit zal komen en zeker niet boven het hoge saldo van 2014 (€ 24.600). Dit hoge saldo was het gevolg van gunstige biggenprijzen en vooral van lagere voerkosten. In 2014 waren de voerprijzen lager dan in 2013, variërend van 7% voor soja tot 17% voor mais. De sojaprijzen stijgen echter al sinds
Figuur 8. Nog altijd lage saldi* varkenshouders
Figuur 9. Eind aan daling voerprijzen
Bron: LEI Wageningen UR, agrimatie.nl
augustus en die voor mais, tarwe en varkensbrok sinds het vierde kwartaal (figuur 9). Veehouders moeten rekening houden met licht oplopende voerprijzen in de rest van 2015. Gunstige prijstrend voor pluimveehouders Het gemiddelde saldo van legpluimveehouders was in 2014 3,5 keer zo hoog als in 2013, maar lag nog wel 20% onder het langjarig gemiddelde. Dankzij oplopende eierprijzen (figuur 10) en laag blijvende voerkosten en ondanks een aantal uitbraken van vogelgriep kennen de saldi de laatste maanden een oplopende trend. Voor geheel 2015 verwacht ING een gemiddelde prijsstijging van circa 5% en een minimale volumedaling. Vleeskuikenhouders hadden een prima jaar, met saldi die 55% boven dat van 2013 en 27% boven het langjarig gemiddelde lagen. De prijzen van vleespluimvee vallen dit jaar nog tegen als gevolg van verminderde export na de vogelgriepuitbraken. ING verwacht in 2015 een in vergelijking met 2014 gemiddeld gelijkblijvend prijspeil en een lichte productieafname.
Figuur 10. Eierprijzen* begin 2015 beter dan in 2014, maar iets onder het langjarig gemiddelde
weken
Gemiddeld maandsaldo in € / bedrijf
Bron: LEI, agrimatie.nl; * 12-maands voortschrijdend gemiddelde 2
12-maands voortschrijdend gemiddelde.
Kwartaalbericht Agrarische sector maart 2015 4
Bron:www.pluimveebeurs.com;* in €/100 stuks, excl.. BTW, NOP richtprijs bruine scharreleieren 62-63 gram
Meer weten? Kijk op ING.nl/zakelijk Of bel met Cor Bruns, Sectormanager Agrarisch 06 5431 3314
[email protected] Kees van Vliet, Sectormanager Agrarisch 06 5579 8831
[email protected] Henk van den Brink, Sectoreconoom Agrarisch 06 1930 3153
[email protected]
Wilt u nieuwe publicaties per e-mail ontvangen? Ga naar ING.nl/kennis Volg ons op Twitter: INGnl_Economie Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 17 maart 2015