DATUM VERGADERING BULAGE(N)
AGENDAPUNTNUMMER
28jljni2007
15
REGISTRATIENUMMER VOORSTEL D&H
l
DATUM BEHANDELING IN D&H
22
! 2007
B0701137
AAN DE VERENIGDE VERGADERING
waterschap
Hollandse Delta VERORDENING BIJZONDER GEORGANISEERD OVERLEG
1. Aanleiding Op 27 en 28 juni worden door de respectievelijke algemeen besturen van de waterschappen Brabantse Delta en Hollandse Delta besluiten genomen over de fusie van de laboratoriumorganisaties. Indien conform de voorstellen wordt besloten dient in verband met de verdere voorbereiding een Bijzondere commissie voor Georganiseerd Overleg te worden ingesteld. Teneinde dit tot stand te brengen dient een Verordening te worden vastgesteld om de bevoegdheden van de lokale GO's over te dragen en een werkwijze te regelen. De vaststelling geschiedt door een gezamenlijk, gelijkluidend, besluit van de algemeen besturen waarover vooraf overeenstemming is bereikt in de lokale GO's 2. Voorstel • •
De verordening BGO conform bijlage vast te stellen In te stemmen met de werkgeversdelegatie in het BGO namens WSHD bestaande uit: mevrouw Van Veen met als plaatsvervanger de heer Geluk en de heren Overwater en Herweijer met als plaatsvervangers mevrouw Vos-Wallenburg en de heer Schurg.
3. Achtergrondinformatie In de commissie MBH WSHD van 13 juni jl is reeds een toelichting gegeven op dit onderwerp. De werknemersdelegaties van Brabantse Delta en Hollandse Delta hadden de behoefte nog eenmaal onderling overleg te voeren over de ontwerpverordening. Dit heeft op 14 juni plaatsgevonden. Naar aanleiding hiervan is de ontwerpverordening op enkele technisch aspecten aangepast. Het bleek vervolgens niet noodzakelijk te zijn het lokale GO hiervoor in vergadering bijeen te laten komen. Te concluderen valt dat de ontwerpverordening de instemming heeft van de lokale GO's.
4. Motief Het is noodzakelijk om in verband met de oprichting van een gefuseerd laboratorium een bijzondere commissie voor GO in te stellen. Deze commissie houdt zich bezig met de rechtspositie en arbeidsvoorwaarden van de medewerkers die worden geplaatst in de nieuwe organisatie. De samenstelling en werkwijze van het BGO wordt geregeld in een verordening, De bevoegdheid om die vast te stellen ligt bij het algemeen bestuur/de Verenigde Vergadering.
DATUM VERGADERING
ONDERWERP
28 JUHi 2007
PAGINA
2 van 2
Verordening BGO
5. Gevolgen a. Financieel: Niet voor wat betreft de vaststelling van deze verordening waterschap
b. Personeel: niet voor wat betreft de vaststelling van deze verordening. c. Juridisch: Niet voor wat betreft de vaststelling van deze verordening d. Duurzaamheid: Geen e. Communicatief: De verordening Bijzonder Georganiseerd Overleg bekendmaken na besluitvorming. Dit wordt via de stuur- en projectgroep fusie verder uitgewerkt. f. Wijze van publiceren: D Niet van toepassing 0 Intranet D Internet D Terinzagelegging D Pers 6. Verdere aanpak/procedure Op 4 juli aanstaande is de eerste vergadering van het BGO gepland. 7. Evaluatie nee
Dijkgraaf en heemraden, secretaris,
r. J.B. van Gerdingen. Bijlagen ( 1) concept Verordening BGO
dijkgraaf,
ing. 3.M. Geluk.
Hollandse Delta
'•A.
Waterschap
Brabantse Delta watprwhujs
Hollandse Delta VERORDENING BIJZONDER GEORGANISEERD OVERLEG De algemene besturen van de waterschappen Hollandse Delta en Brabantse Delta ; Overwegende dat: - in het kader van de voorgenomen fusie van de laboratoria het noodzakelijk is om een Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) in te stellen; - voor de vaststelling van onder meer de samenstelling, taakstelling en werkwijze van het BGO regels worden vastgesteld. Gehoord de commissies voor het Georganiseerd Overleg van de onderscheidene waterschappen! Gezien het voorstel van de dagelijkse besturen van de genoemde waterschappen; Gelet op het bepaalde in artikel 125, eerste lid, sub o van de Ambtenarenwet juncto artikel 13 van de Sectorale Arbeidsvoorwaardenregelingen Waterschapspersoneel. BESLUITEN: tot vaststelling van de navolgende 'Verordening Bijzonder Georganiseerd Overleg';
Hoofdstuk l Artikel l (begripsbepalingen) 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. 'de commissie': de in artikel 13, lid l van de Sectorale arbeidsvoorwaardenregelingen waterschapspersoneel (SAW) bedoelde commissie voor georganiseerd overleg; b. 'de ambtenaren1: de ambtenaren in de zin van artikel l van de Ambtenarenwet juncto artikel 1.1 lid l onder a van de Sectorale Arbeidsvoorwaardenregelingen waterschapspersoneel; c. 'de organisaties': de plaatselijk werkende groeperingen van de landelijke verenigingen van overheidspersoneel, aangesloten bij de centrales, toegelaten tot de landelijke Commissie voor georganiseerd overleg voor waterschapspersoneelsaangelegenheden; d. 'waterschapsbesturen:'de besturen van de waterschappen Hollandse Delta en Brabantse Delta. 2. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde organisaties zijn: a.
de ABVAKABOFNV/;
b.
de CNV PubliekeZaak;
Hoofdstuk II Artikel 2 (samenstelling BGO)
1. De commissie is samengesteld uit een vertegenwoordiging van de waterschapsbesturen die zijn betrokken bij de reorganisatie van de laboratoria van beide waterschappen, een vertegenwoordiging van de werknemersorganisaties en een onafhankelijke voorzitter. 2. Voor de vertegenwoordiging van de waterschapsbesturen worden door waterschap Hollandse Delta drie leden en hun plaatsvervangers en door waterschap Brabantse Delta twee leden en hun plaatsvervangers, op voordracht van het dagelijks bestuur, door het desbetreffende algemeen bestuur aangewezen. In totaal betreft het vijf vertegenwoordigers van de waterschapsbesturen. 3. Voor de vertegenwoordiging van de organisaties kan per waterschap, door elk der in artikel l tweede lid genoemde organisaties, een lid en een plaatsvervanger worden aangewezen. De aanwijzing geschiedt door en uit de organisaties. In totaal betreft het vier vertegenwoordigers van de twee waterschappen die zijn aangesloten bij de genoemde organisaties, exclusief de adviseurs van deze organisaties.
Verordening bijzonder Georganiseerd Overleg fusie waterschapslaboratoria dd. 22 mei 2007
-2-
Artikel 3 1. De aanwijzing van de vertegenwoordigers, als bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid geschiedt voor een periode dat deze verordening van toepassing is. 2. Degene, die als vertegenwoordiger of als plaatsvervanger door het waterschapsbestuur is aangewezen, houdt op dit te zijn zodra hij geen lid meer is van het waterschapsbestuur alsmede indien het waterschapsbestuur hem doet weten zijn aanwijzing als vertegenwoordiger of plaatsvervanger is ingetrokken. In deze gevallen wordt zo spoedig mogelijk een opvolger aangewezen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, tweede lid. 3. Degene, die als vertegenwoordiger of als plaatsvervanger door een organisatie is aangewezen, houdt op dit te zijn zodra hij geen lid meer is van de organisatie , alsmede indien de organisatie schriftelijk aan de waterschapsbesturen doet weten dat zijn aanwijzing als vertegenwoordiger of plaatsvervanger is ingetrokken. In deze gevallen wordt zo spoedig mogelijk een opvolger aangewezen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, derde lid. Artikel 4 1. De voorzitter van de commissie alsmede diens plaatsvervanger wordt aangewezen door de werkgeversdelegatie van de commissie. 2. De commissie wijst een ambtenaar aan, niet behorende tot de vertegenwoordiging van de organisaties, tot secretaris van de commissie, alsmede diens plaatsvervanger. Zo nodig stellen de waterschapsbesturen verder personeel voor het secretariaat ter beschikking. 3. De secretaris van de commissie of diens plaatsvervanger kunnen aan de besprekingen deelnemen. Artikel 5 ftaken en bevoegdheden') 1. De commissie beraadslaagt over alle aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van de ambtenaren met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid van de nieuwe organisatie zal worden ingevoerd. . 2. Onder de in het eerste lid van dit artikel bedoelde aangelegenheden dient onder meer te worden verstaan: a. vaststelling van uitgangspunten c.q. doelstellingen voor opstelling van het sociaal statuut; b. de inhoud van het sociaal statuut; c. vaststelling van het plaatsingsreglement; d. alle rechtspositionele aangelegenheden alsmede bezoldigingsaspecten. 3. Voor wat betreft de verhouding en taakafbakening tussen de samenwerkende Ondernemingsraden en het BGO zullen nadere afspraken worden gemaakt waarbij het bovenstaande als uitgangspunt geldt.. Artikel 6 Besluiten met betrekking tot de in artikel 5 genoemde onderwerpen worden door de commissie genomen, en voorstellen daaromtrent aan het bevoegd gezag gedaan nadat daarover in de commissie overeenstemming tussen de werkgeversdelegatie en de werknemersvertegenwoordigers is bereikt. Artikel 7 1. De commissie is bevoegd met betrekking tot de in artikel 5 bedoelde onderwerpen voorstellen te doen aan de waterschapsbesturen. 2. De besluiten, die naar aanleiding van voorstellen van de commissie worden genomen, worden aan de vertegenwoordiging van de organisaties medegedeeld. Artikel 8 1. De commissie kan, indien dit voor de behandeling van een bepaald onderwerp nodig wordt geacht, een subcommissie instellen, bestaande uit door haar aan te wijzen voorzitter en leden. De commissie kan desgewenst een 'technisch beraad' instellen. 2. De secretaris van de commissie is tevens secretaris van de subcommissie. Hij kan zich doen bijstaan of vervangen door degenen die ingevolge artikel 4, lid 2, ter beschikking staan. 3. Het bepaalde in artikel 12 is van overeenkomstige toepassing. Artikel 9 (vergaderingen) 1. De commissie vergadert indien de voorzitter dit nodig oordeelt op, in overleg met de leden, door hem te bepalen tijdstippen. Er zal zoveel mogelijk een vergaderschema worden aangehouden. 2. Voorts belegt de voorzitter een vergadering indien ten minste twee leden van de commissie, waaronder mede begrepen de adviseurs van de organisaties, van de commissie hem dit schriftelijk met opgaaf van redenen verzoeken en wel uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het verzoek.
Verordening bijzonder Georganiseerd Overleg fusie waterschapslaboratoria dd. 15 juni i 2007
-3-
Artikel 10 1. De commissie wordt tijdig, in de regel 14 dagen tevoren, ter vergadering opgeroepen. Een oproepingsbrief vermeldt zoveel mogelijk de te behandelen onderwerpen 2. Een vergadering kan slechts plaatshebben indien ten minste de helft van de vertegenwoordiging van de waterschapsbesturen aanwezig is en ten minste de helft van de vertegenwoordigers van de organisaties aanwezig is. 3. Indien wegens onvoltalligheid in de zin van het tweede lid een vergadering niet kan plaatsvinden, worden de aan de orde zijnde onderwerpen door de voorzitter geplaatst op de agenda van een binnen veertien dagen te houden nieuwe vergadering, in welke vergadering die onderwerpen in elk geval kunnen worden behandeld. Artikel 11 1. Elk lid heeft het recht onderwerpen ter behandeling in te brengen door deze, uiterlijk veertien dagen voorafgaande aan de eerstvolgende vergadering van de commissie, schriftelijk op te geven aan de voorzitter. 2. De voorzitter stelt die onderwerpen in de eerstvolgende vergadering van de commissie aan de orde. Artikel 12 1. De vergaderingen van de commissie en de subcommissie(s) zijn niet openbaar. 2. De voorzitter kan ambtenaren alsmede externe adviseurs de vergadering doen bijwonen. Deze personen kunnen alsdan aan de besprekingen deelnemen. 3. De vertegenwoordigers van de organisaties kunnen zich doen bijstaan door een adviseur van het hoofdbestuur van hun organisatie. Zij zijn voorts bevoegd de onderwerpen van de agenda binnen de grenzen van een doelmatige en vertrouwelijke behandeling van zaken aan voorbespreking in eigen kring te onderwerpen. Artikel 13 De voorzitter kan op verzoek van ten minste twee leden of zo dikwijls hij dit nodig acht de vergadering schorsen voor een door hem te bepalen tijd. Artikel 14 Indien in de vergadering moet worden gestemd brengt elke vertegenwoordiging (de werkgevers- en de werknemers delegatie), als bedoeld in artikel 2, eerste lid, één stem uit. Artikel 15 Het in de vergadering behandelde wordt zakelijk weergegeven in de notulen, welke, tenzij in het bij artikel 16 bedoelde reglement anders is bepaald, zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen veertien dagen na de vergadering in afschrift aan de leden worden gezonden. Artikel 16 Door de commissie kan een reglement van orde voor de vergaderingen worden vastgesteld.
Hoofdstuk III Artikel 17 (geschillenregeling) Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. deelnemers aan het overleg: de vertegenwoordiging als bedoeld in artikel 2 van deze verordening; b. Advies- en Arbitragecommissie: de Advies- en Arbitragecommissie ingesteld door het college voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de gezamenlijke colleges van gedeputeerde staten en het bestuur van de Unie van Waterschappen. Artikel 18 De artikelen 19 t/m 23 zijn slechts van toepassing op geschillen inzake aangelegenheden als bedoeld in artikel 5, eerste lid van deze verordening, voor zover die aangelegenheden uitsluitend de rechtstoestand van ambtenaren met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd, betreffen.
Verordening bijzonder Georganiseerd Overleg fusie waterschapslaboratoria dd. 15 juni * 2007
-4-
Artikel 19 Indien een of meer van de stemgerechtigde deelnemers aan het overleg tijdens het overleg tot het oordeel komt dat dit overleg niet zal leiden tot een uitkomst die de instemming heeft van de vertegenwoordigingen van het overleg, brengen zij dat oordeel binnen zes dagen, nadat zij daarvan in het overleg blijk hebben gegeven schriftelijk ter kennis van de overige deelnemers aan het overleg. Artikel 20 1. Binnen tien dagen na de kennisgeving, als bedoeld in artikel 19 van deze verordening, schrijft de voorzitter een vergadering van de commissie uit. De vergadering moet worden gehouden binnen zeven dagen nadat deze is uitgeschreven. 2. Tenzij door de commissie wordt besloten het overleg voort te zetten, dan wel te beëindigen, wordt in de vergadering nagegaan of overeenstemming bestaat over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is en of een oplossing van dat geschil zal worden gezocht door middel van voortzetting van het overleg nadat het advies is ingewonnen van de Advies- en Arbitragecommissie, dan wel door onderwerping van het geschil aan een arbitrale uitspraak van die commissie. 3. Tot het inwinnen van advies zijn, ieder voor zich, de vertegenwoordiging van het waterschapsbestuur en de vertegenwoordiging van de organisaties bevoegd 4. Voor onderwerping van het geschil aan arbitrage is overeenstemming vereist tussen alle deelnemers aan het overleg. Het bepaalde in artikel 14 is hierbij van overeenkomstige toepassing. Artikel 21 1. Binnen zes dagen na de vergadering bedoeld in artikel 20 wordt het verzoek om advies ter kennis gebracht van de voorzitter van de Advies- en Arbitragecommissie. Het verzoek wordt ondertekend door de stemgerechtigde deelnemers aan het overleg die zich vóór inwinning van het advies hebben uitgesproken en bevat ten minste het onderwerp en de inhoud van het geschil. Indien in de vergadering, bedoeld in artikel 20 van deze verordening, geen overeenstemming is bereikt tussen alle deelnemers aan het overleg over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is, brengen de overige deelnemers aan het overleg hun visie op het onderwerp en de inhoud van het geschil eveneens binnen zes dagen na eerdergenoemde vergadering ter kennis van de voorzitter van de Advies- en Arbitragecommissie. 2. Binnen zes dagen na de vergadering, bedoeld in artikel 20 van deze verordening, wordt het verzoek om arbitrage ter kennis gebracht van de voorzitter van de Advies- en Arbitragecommissie. Het verzoek daartoe wordt ondertekend door alle deelnemers aan het overleg en dient tenminste te bevatten: a. het onderwerp en de inhoud van het geschil; b. de standpunten van alle deelnemers aan het overleg omtrent onderwerp en inhoud van het geschil. Artikel 22 Binnen veertien dagen na ontvangst van het advies wordt het overleg over het geschil voortgezet. Artikel 23 De arbitrale uitspraak van de Advies- en Arbitragecommissie heeft bindende kracht.
Hoofdstuk IV Artikel 24 Een afschrift van deze verordening alsmede de agenda en notulen van de vergadering van de commissie wordt verstrekt aan de Ondernemingsraad van de onderscheidene waterschappen die zijn betrokken bij de reorganisatie van de laboratoria.
Hoofdstuk V (slotbepalingen) Artikel 25 1. In de gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen de waterschapsbestu ren hierover nadat overeenstemming is bereikt met de commissie. Artikel 26 1. Deze verordening kan niet worden gewijzigd dan nadat het voorstel tot wijziging in de commissie is behandeld. 2. De commissie heeft het recht voorstellen omtrent wijziging voor te leggen aan de waterschapsbestu ren.
Verordening bijzonder Georganiseerd Overleg fusie waterschapslaboratoria dd. 15 juni t2007
-5-
Artikel 27 1. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening Bijzonder Georganiseerd Overleg Samenvoeging Laboratoria Hollandse - en Brabantse Delta'. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking van de vaststelling ervan en vervalt op de datum waarop werkgever en werknemers in de nieuw te vormen organisatie een besluit hebben genomen t.a.v. de invulling van een lokaal arbeidsvoorwaardenoverleg. Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta d.d. 27 juni 2007 De secretaris De voorzitter
ir. H.T.C, van Stokkom
J.A.M. Vos
Aldus besloten in de openbare vergadering van de Verenigde Vergadering van waterschap Hollandse Delta d.d. 28 juni 2007 De secretaris De voorzitter
J.B. van Gerdingen
ing. J.M. Geluk
Verordening bijzonder Georganiseerd Overleg fusie waterschapslaboratoria dd. 15 juni 12007
