Agendapunt 4.
Verslag Jaarvergadering 23 juni 2012
Afgevaardigden Regio Noord
Afgevaardigden Regio Oost
Afgevaardigden Regio Centrum
J. Caro
J. Beelen L. Koekoek H. van Schaik
Afgevaardigden Regio NoordHolland
Afgevaardigden Regio ZuidWest
B. Jongerden H. Palm (voorzitter vergadering) W. Top Afgevaardigden Regio Noord-Brabant
F. van der Aar S. Melein K. Mulder
A. Gelauf W. Hornis C. Huiden G. van Zundert
Afgevaardigden Regio Limburg
Adviserende leden
M. Schormans
Bondsbestuur C. Wortel (wnd. voorzitter) M. van Heteren G. Tabeling K. van der Valk M. Verheul T. Wijers H. Woltinge
J. Esveld T. Jille G.G.M. Kortenaar E. Ligtvoet F. de Ruiter W. van Voorthuijsen R. Wilbers Werkorganisatie M. v. Dooremalen B. Mura D. Oosterbeek R. Oskam E. v.d. Peppel M. Rosanow A. Segredaki G.J. Venekamp (directeur)
H. Emmerik R. Mosies H. Thielemans
Overige aanwezigen E. Bakker P. Blommaert R. Taconis M. Taconis R. Verbeek
Agenda 1. Opening en vaststelling agenda 2.
Benoeming leden van het stembureau
3.
Ingekomen stukken en mededelingen
4.
Notulen Bondsvergadering d.d. 24 april 2012, Besluitenlijst en Actielijst
5.
Jaarverslag 2011 5.1 Bondsbestuur 5.2 Werkorganisatie 5.3 Commissie van Beroep 5.4 Tuchtcommissie 5.5 Reglementscommissie 5.6 Financiële commissie
6.
Financiën 2011 6.1 Financieel Jaarverslag 2011 6.2 Verslag bespreking Financieel Jaarverslag 2011 met accountant 6.3 Advies Financiële Commissie
7.
Beleid Badminton Nederland 7.1 Rapportage beleidsuitvoering 2012 en vooruitblik 2013 7.2 Meerjarenplan Badminton Nederland 2013/2016 7.3 Meerjarenplan Topbadminton 2013/2016
8.
Financiën 2013 8.1 Procedure ontwikkeling nieuwe contributiesystematiek 8.2 Vaststelling contributie, competitie- en toernooibijdragen 2013 8.3 Begroting 2013
9.
Reglementswijzigingen 9.1 Wijziging Algemeen Reglement, Hoofdstuk I, artikel 3, lid 3 sub k Wijziging Algemeen Wedstrijd Reglement, Hoofdstuk I, artikel 1 Wijziging Algemeen Wedstrijd Reglement, Hoofdstuk I, artikel 2, lid 1, sub f Wijziging Bondscompetitiereglement, Hoofdstuk VI, artikel 2 Wijziging Bondscompetitiereglement, Hoofdstuk VI, artikel 4
10.
Verkiezing leden Bondsbestuur
11.
Verkiezing leden Commissies
12. 13. 14. 1.
Initiatief beleidsvoorstel wanbetalers (afgevaardigde Jongerden) Rondvraag Sluiting Opening en vaststelling agenda
Voorzitter de heer Palm opent de Jaarvergadering en heet de leden van de commissies, de afgevaardigden en de verenigingen hartelijk welkom. Hij deelt mee dat het quorum aanwezig is. Er kunnen dus besluiten genomen worden. De volgende afgevaardigden hebben zich afgemeld: Wil van Hooijdonk, Ber van Loon, Sander de Ridder en Peter van Soolingen. Op de vraag of de agenda zo aangehouden kan worden als is voorgesteld, reageert de heer Jongerden met het verzoek agendapunt 12, zijn initiatiefvoorstel inzake wanbetalers, naar voren te halen. Hij is er niet zeker van of zijn gezondheidstoestand het toelaat dat hij tot het einde van de vergadering blijft. Voorzitter de heer Palm stelt voor agendapunt 12 te bespreken na agendapunt 4. Aldus wordt besloten. 2.
Benoeming leden van het stembureau
Voorzitter de heer Palm noemt de leden van het stembureau: Jos Esveld, Erik van de Peppel, Tamara Jille en Mischa Rosanow. 3.
Ingekomen stukken en mededelingen
Voorzitter de heer Palm deelt mee geen mededelingen te hebben. Hij geeft waarnemend voorzitter de heer Wortel het woord voor mededelingen namens het bestuur. De heer Wortel geeft aan een statement te willen afgeven namens het bondsbestuur en het bondsbureau. In de afgelopen maanden zijn er intensieve contacten geweest met alle geledingen binnen de bond. Hij is zeer onder de indruk van het vele werk dat door vrijwilligers wordt verricht. De onderscheidingen die zijn uitgereikt, zoals vermeld op pagina 29 van het jaarverslag, zijn dan ook zeer terecht. Het bestuur houdt in het beleid rekening met de inzet van de vrijwilligers. In het verleden had de bond nog wel eens te kampen met vastgelopen meningen. Het bestuur heeft de ambitie te werken met een open organisatie. Daarin zal niet iedereen zijn zin kunnen krijgen, maar het bestuur staat open voor oprechte feedback. Het bestuur zal evaluaties gebruiken als een spiegel. De heer Wortel zegt in deze vergadering graag scherpe debatten mee te maken, maar hij is wars van verborgen agenda’s. Het bestuur streeft ernaar om geld goed en nuttig uit te geven, met de bedoeling de gestelde ambities te realiseren. Waar geen geld is, komen
ambities in de klem. Zo zal de bond de organisatie van het EK 2014 niet op zich kunnen nemen. Over de organisatie van grote evenementen, zoals het Yonex Dutch Open “nieuwe stijl”, wordt overleg gevoerd met het SBT. Hij vindt het plezierig te kunnen melden dat er vorige week met Dunlop Slazenger een akkoord is bereikt over het stopzetten van de juridische procedure inzake het Yonex-contract. Meer mededelingen daarover volgen de komende tijd. De heer Wortel wenst de aanwezigen een goede vergadering. 4.
Notulen Bondsvergadering d.d. 24 april 2012, Besluitenlijst en Actielijst
Voorzitter de heer Palm neemt de notulen per pagina door en vraagt de afgevaardigden om reacties. Op bladzijde 14 staat de vraag van de heer Schormans naar de samenstelling van de begrotingspost van € 61.000,- voor toernooien. De heer Schormans geeft aan dat het hier gaat om regiotoernooien en niet om toernooien in het algemeen. De heer Palm laat weten dat de notulen worden aangepast. Er zijn geen andere opmerkingen over de notulen. Voorzitter de heer Palm concludeert dat daarmee de notulen zijn goedgekeurd en vastgesteld. Voorzitter de heer Palm stelt vervolgens het overzicht Stand van zaken afhandeling actiepunten Jaarvergadering aan de orde. De punten waarbij in de kolom status “In behandeling” staat, blijven uiteraard op de agenda. Bij punt 2, Evaluatie sponsorcontract, merkt de heer Palm op dat als het hoger beroep inderdaad niet doorgaat, daarmee de evaluatie afgerond is. Bij punt 5, de gebruikte criteria voor ledentallen, wordt gevraagd welke criteria worden gebruikt. De heer Venekamp zal dat dit tijdens de pauze nader toelichten aan de vragensteller. Bij punt 12, besluit terugbrengen van de coördinatie lijnrechters vraagt de heer Jongerden of dat punt inderdaad is afgehandeld. De heer Venekamp bevestigt dat dit het geval is. Bij punt 17, afgevaardigde Schormans informeren over de samenstelling van de post toernooikosten, merkt de heer Schormans op dat hij bij de bespreking van de begroting op dit punt wil terugkomen. De heer Venekamp zegt dat het punt ‘’informeren van de heer Schormans” wel is afgehandeld en als zodanig genoteerd kan blijven staan in het Stand-van-zaken-overzicht. 12
Initiatief beleidsvoorstel wanbetalers (afgevaardigde Jongerden)
Zoals besloten bij het vaststellen van de agenda wordt na agendapunt 4 agendapunt 12 besproken. Voorzitter de heer Palm geeft de heer Wortel het woord voor een reactie van het bestuur op het initiatiefvoorstel. De heer Wortel zegt begrip te hebben voor het voorstel. Het is door het bestuur voor advies voorgelegd aan de Reglementscommissie. De vraag wanbetalers aan te pakken, wordt zelden aan de bond gesteld. Hij herinnert eraan dat de bond zo nodig een incassodienst ter beschikking stelt, die werkt op basis van no cure no pay. Voorts kan in geval van wanbetaling aangifte worden gedaan bij de Tuchtcommissie. Het bestuur is van mening dat aanpak van wanbetalers de eigen verantwoordelijkheid is van de verenigingen. Zij kunnen ook sancties toepassen. Hij vraagt zich af of de bond tussen verenigingen moet gaan staan als een wanbetaler zich aanmeldt bij een andere vereniging. Wiens belang wordt dan gediend? Bovendien is het vanuit de bond bezien niet altijd duidelijk hoe het zit. Daartoe zal dan onderzoek moeten worden uitgevoerd en dat kost de bondsorganisatie tijd. Omwille van zorgvuldigheid moeten namen van wanbetalers niet zomaar op een zwarte lijst gezet kunnen worden, zeker niet door de verenigingen. Dat kan leiden tot willekeur. De heer Wortel meent dat de voorgestelde procedure lastig en kwetsbaar is en wijst die namens het bestuur dan ook af. In de hierop volgende discussie wordt gezocht naar mogelijkheden om, ondanks het afwijzen van het voorstel door het bestuur, toch aan de wens van de heer Jongerden tegemoet te komen. De heer Van Zundert stelt voor dat als een lid wordt overgeschreven naar een andere vereniging, de beide verenigingen voor akkoord tekenen, zoals dat ook bij voetbal gebeurt. De heer Jongerden vraagt of in zo’n geval de spelerspas tijdelijk buiten werking gesteld kan worden. De heer Palm meent dat dat moet kunnen als duidelijk is dat de vereniging gelijk heeft. De heer Melein zegt het eens te zijn met het bestuur: de bond moet niet tussen twee verenigingen gaan staan. De heer Jongerden zegt zijn voorstel te handhaven. Hij meent dat de bond de verenigingen tegen dit soort praktijken moet beschermen, zeker als door het incassobureau is vastgesteld dat de vereniging gelijk heeft. Namens de Reglementscommissie geeft de heer Kortenaar aan technische bezwaren te hebben tegen het voorstel. Als er onenigheid is tussen verenigingen, dan zijn daar de bezwarenregelingen voor. De heer Palm meent dat het incassobureau moet kunnen vaststellen of de vordering rechtsgeldig is. De heer Jongerden merkt op dat de bond deze kwestie toch goed moet kunnen regelen. Voorzitter de heer Palm vraagt het bestuur te reageren op de gevoerde discussie. De heer Wortel zegt de zorgen te begrijpen, maar de scherpe juridische argumenten tegen het voorstel wegen zwaarder. Hij vraagt zich af of het bondsbureau in dit soort gevallen de nieuwe vereniging kan informeren. Misschien is het goed een meldpunt op te starten,
ongeacht wie er gelijk heeft. Dan wordt geïnformeerd, maar blijft het een private zaak tussen de verenigingen. De heer Melein merkt op dat een dergelijk voorstel al eerder is afgewezen. De heer Wortel geeft aan dat het idee van het melding maken binnen het bondsbureau nog wel nader geconcretiseerd moet worden. Het is de vraag wat er gebeurt met de meldingen. Zijn ze toegankelijk voor iedereen? Moeten verenigingen kunnen navragen of er met een overgeschreven lid ooit kwesties zijn geweest? Mevrouw Van der Aar kan zich vinden in het voorstel van het bestuur. Ze is tegen het voorstel van de heer Jongerden. De heer Schormans zegt tegen te zijn. Namen kunnen tot in eeuwigheid op de lijst blijven staan. Dat is niet goed. Niet doen dus. Bovendien kost het te veel. Voorzitter de heer Palm vraagt of het bestuur de volgende keer met een praktisch voorstel kan komen. De heer Van Schaik meent dat het beter is het voorstel gewoon af te wijzen. Voorzitter de heer Palm stelt voor te stemmen over het voorstel om het bestuur te vragen een praktisch voorstel voor te bereiden. De heer Van Schaik stelt dat het procedureel juist is om dan eerst te stemmen over het voorstel van de heer Jongerden. De heer Jongerden geeft aan dat zijn voorstel wordt afgewezen door het bestuur. Hij meent dat er dus gestemd kan worden over het nieuwe voorstel. Voorzitter de heer Palm brengt het voorstel in stemming: verzoek aan het bestuur om een praktisch voorstel uit te werken en aan de volgende Bondsvergadering voor te leggen. Het stembureau stelt vast dat er 12 stemmen voor het voorstel zijn uitgebracht, waarmee het is aangenomen. 5.
Jaarverslag 2011
5.1 Jaarverslag bondsbestuur Voorzitter de heer Palm neemt het jaarverslag per pagina door. De heer Van Schaik vindt de twee definities van de ledenaantallen verwarrend. Op pagina 27 wordt gesproken over 44.188 leden per 31 december 2011 terwijl op pagina 28 geschreven wordt over een totaal aantal leden van 55.924. Dat laatste getal wordt ook genoemd op pagina 83. De heer Venekamp legt uit dat 44.188 leden een momentopname is, namelijk het aantal per 31 december 2011. Het aantal van 55.924 leden is het aantal dat gedurende het jaar 2011 lid was. Dat had er op pagina 83 bij moeten worden vermeld. De heer Van Schaik constateert dat er in 2011 een bestuurswisseling is geweest en vraagt van welk bestuur dit jaarverslag is. De heer Wortel zegt dat het huidige bestuur verantwoordelijk is voor het uitbrengen van dit verslag.
Voorzitter de heer Palm concludeert dat er verder geen vragen zijn. Daarmee is het Jaarverslag 2011 van het bondsbestuur vastgesteld en goedgekeurd. 5.2 Jaarverslag werkorganisatie De heer Schormans wijst erop dat op pagina 31 vermeld staat dat er twee documenten zijn uitgewerkt en vraagt wat daarmee gebeurt. Zijn vraag wordt ondersteund door mevrouw Van der Aar. De heer Wortel vraagt of het ondernemingsplan bedoeld wordt. De heer Venekamp geeft aan dat delen van het ondernemingsplan zijn overgenomen in het huidige bestuursbeleid. Mevrouw Van der Aar vraagt of de afgevaardigden het hele plan kunnen ontvangen. De heer Wortel vraagt zich af of dat functioneel is en wat mevrouw Van der Aar ermee wil. Mevrouw Van der Aar zegt er nieuwsgierig naar te zijn. De heer Wortel vindt het niet direct nodig en stelt dat het bondsbestuur gestart is met expertsessies, om te leren van de materiedeskundigen. Mevrouw Van der Aar vraagt of ze dan het ondernemingsplan mag inkijken. De heer Van Schaik vraagt of de beide documenten niet gewoon op de website gezet kunnen worden, zodat ze voor iedereen ter inzage zijn. De heer Wortel vindt dat te veel gevraagd. De documenten zijn concept-stukken die nog in ontwikkeling waren toen het huidige bestuur aantrad. De heer Venekamp licht toe dat indertijd een externe adviseur op verzoek van het bestuur een rapport heeft gemaakt over het toekomstige strategische beleid. De hoofdlijnen die in het advies zijn gegeven, zijn ook de lijnen van het ondernemingsplan. De heer Wortel voegt eraan toe dat het formuleren van een beleidsplan betekent dat stukken uit het verleden worden meegenomen en worden getoetst aan voortschrijdend inzicht. Afgevaardigden mogen zonodig de stukken inzien. Hij vraagt dan zorgvuldigheid, in ieder geval als het gaat om onderwerpen die een voorlopig karakter hebben of privacygevoelig kunnen zijn. Voorzitter de heer Palm concludeert dat de vragen helder beantwoord zijn. De heer Van Schaik reageert op het onderwerp trainersopleiding, zoals vermeld op bladzijde 40 en 41. Hij vraagt of het aantal opgeleide trainers naar verwachting was. Mevrouw Verheul zegt niet te weten wat de verwachting was. De heer Venekamp geeft aan dat er in het verleden per jaar vier à vijf trainersopleidingen werden georganiseerd waarop deelnemers uit zichzelf intekenden. In deze tijd is dat niet meer mogelijk. Het bondsbureau speelt zo goed als mogelijk in op wensen van verenigingen en potentiële deelnemers. De heer Van Schaik vindt dat er vooraf een gewenste uitkomst wordt beschreven die wordt getoetst in het jaarverslag. Mevrouw Verheul geeft aan die opmerking mee te nemen naar het volgende jaarverslag. De heer Huiden vraagt hoe het zit met de strategieverenigingen.
De heer Venekamp zegt toe hem de antwoorden te sturen die hij naar aanleiding van de vorige Bondsvergadering heeft gegeven aan mevrouw Van der Aar die dezelfde vraag stelde. De heer Huiden stelt vast, naar aanleiding van de bijlage op pagina 47, dat er nog veel verenigingen zijn zonder scheidsrechter en vraagt of er dan boetes worden opgelegd. De heer Venekamp geeft aan dat het opleggen van boetes wel mogelijk is, maar tot dusver nooit gedaan werd. Onlangs heeft het bestuur echter besloten dit wel te gaan doen, indien verenigingen in gebreke blijven om scheidsrechters te leveren. Dit zal de komende jaren geleidelijk worden ingevoerd. De heer Jongerden merkt naar aanleiding daarvan op dat hij als scheidsrechter actief is. Je hebt dan de verplichting om minimaal 5x per jaar op te treden, anders raak je je licentie weer kwijt. Zijn ervaring dat je er wel zelf achterheen moet zitten om aan 5x optreden te komen. Hij roept de werkorganisatie op te zorgen dat scheidsrechters voldoende kunnen scheidsen. De heer Venekamp zegt toe erop toe te zullen zien. Jaarverslagen regio’s De heer Huiden merkt op dat elke regio haar eigen verslag maakt en dat daardoor de kwaliteit nogal verschilt. Hij vindt dat de regio Noord het goed heeft gedaan en stelt voor de regio’s een sjabloon aan te bieden voor de jaarverslagen. De heer Wortel meent dat dat een taak is voor de regioteams, in samenwerking met de heer Woltinge. Mevrouw Van der Aar ondersteunt het verzoek van de heer Huiden. Een gelijk format aanhouden, is goed voor het kunnen vergelijken van de regio’s. De heer Van Schaik leest in het verslag van de regio Noord-Holland dat de functie van Regiomanager wordt waargenomen door de heer Venekamp. Hij vraagt of er een noodsituatie is. De regio hoort toch zelf die functie in te vullen? Zeker als je de grootste regio bent. De heer Venekamp stelt dat als er in een regio een bepaalde essentiële functie vacant blijft, het bondsbureau inspringt. De heer Wortel erkent het gelijk van de heer Van Schaik maar vraagt zich af wat het alternatief is. Geen competitie? De regio moet een supervrijwilliger vinden voor de functie van regiomanager. Het is een leuke job, waarin je van alles meemaakt. De heer Gelauf merkt op dat de Regio Zuid-West, waar de heer Venekamp ook waarnemend regiomanager is, gewoon alles zelf doet en de heer Venekamp tweemaal per jaar ziet tijdens overleggen. Uiteraard is zijn regio op zoek naar die supervrijwilliger. De heer Van Schaik constateert dat de functie Hoofd Facilitaire Zaken 0,8 fte bedraagt. Hij vraagt of dat in die functie niet fulltime moet zijn. De heer Wortel zegt dat die functionaris de functie wel voor 100% invult. De heer Venekamp onderschrijft dat en meldt dat deze medewerker, net als anderen, ook buiten kantoortijden actief is.
Voorzitter de heer Palm concludeert dat er verder geen vragen zijn. Daarmee is het jaarverslag van de werkorganisatie vastgesteld en goedgekeurd. 5.3 Jaarverslag Commissie van Beroep Er zijn geen vragen over dit jaarverslag, dat daarmee wordt vastgesteld en goedgekeurd. 5.4 Jaarverslag Tuchtcommissie Er zijn geen vragen over dit jaarverslag, dat daarmee wordt vastgesteld en goedgekeurd. 5.5 Jaarverslag Reglementscommissie Er zijn geen vragen over dit jaarverslag, dat daarmee wordt vastgesteld en goedgekeurd. 5.6 Financiële commissie De heer Caro merkt op blz. 70 op dat er in 2011 geen overleg is geweest tussen de Financiële Commissie en het Bondsbestuur over de begroting 2012. De heer Caro wil weten of dit voor de begroting 2013 wel is gebeurd. De heer Van Voorthuijsen deelt mee dat overleg over de begroting 2013 in 2012 heeft plaatsgevonden, na het verschijnen van de voorliggende stukken en voorafgaand aan deze vergadering. De heer Schormans geeft als technisch puntje mee dat de begroting 2013 de vorige vergadering al is goedgekeurd, maar dat daar pas afgelopen maandag door de FC met het bondsbestuur over gesproken is met betrekking tot samenstelling van de begroting. De heer Van Voorthuijsen zegt dat het ook zijn voorkeur heeft dat dit eerder zou zijn besproken. De heer Wijers zegt dat de aangepaste begroting 2012 is besproken tijdens de laatste Bondsvergadering en dat de begroting 2013 vooralsnog niet aan de orde was, maar vandaag behandeld zal worden. Daarmee wordt ook dit verslag vastgesteld en goedgekeurd. 6.
Financiën 2011
Voorzitter de heer Palm geeft de heer Wijers de gelegenheid om een toelichting op de stukken te geven. De heer Wijers merkt op dat het resultaat iets teleurstellender is dan verwacht. Dat heeft te maken met de rechtelijke uitspraak in de Yonex-rechtszaak. Met Dunlop Slazenger is overeengekomen dat er een schadevergoeding van € 30.000,- wordt betaald. Dat bedrag is in het resultaat van 2011 opgenomen.
De heer Huiden meent dat deze tegenvaller uit de lucht komt vallen. Hij ziet graag voortaan een lijstje van tegenvallers bij de stukken. De heer Wijers geeft aan dat in de stukken een uitgebreid rapport is opgenomen van de verschillen t.o.v. de begroting. De € 30.000,- staat bij Topsport vermeld. De heer Caro merkt op dat de bestemmingsreserve voor het aantrekkelijk maken van badminton voor recreanten is ingezet voor het dekken van het tekort. Hij vraagt of daarmee de doelstelling van die bestemmingsreserve is vervallen. De heer Venekamp zegt dat dat project wel degelijk is uitgevoerd en dat daar vorig jaar in de aanloop naar de Jaarvergadering over is gerapporteerd. De heer Caro concludeert dat dat dan kennelijk is gedaan uit een andere potje, waardoor de bestemmingsreserve vrij kwam om het tekort te dekken. De heer Venekamp zegt dat dit niet zo is. Het op deze wijze laten vrijvallen heeft te maken met de regels van jaarverslaglegging. De heer Jongerden vraagt schertsend of de bond werknemers in dienst heeft die boven de Balkenendenorm zitten en voegt daaraan de serieuze vraag toe of de accountantsverklaring uitgebreid kan worden met adviezen, bijvoorbeeld over wat de corebusiness van de bond moet zijn. De heer Wijers stelt dat de bond de Financiële Commissie heeft voor dat soort adviezen. Adviezen van de accountant kosten geld en dat heeft de bond daar niet voor beschikbaar. De heer Jongerden vraagt of de bond dan zelf richting wil geven aan de noodzakelijke bezuinigingen. De accountant vindt de situatie niet ernstig, maar de heer Jongerden wel, zeker gezien de dalende ledenaantallen. Hij is van mening dat er een gedegen financieel strategisch plan moet komen. De heer Wijers geeft aan dat deze discussie binnen het bestuur gevoerd wordt, samen met de Financiële Commissie. De heer Caro vraagt naar het conflict met de gemeente Zwolle inzake de subsidie voor de Europa Cup 2011 en of dat geld nog binnenkomt. De heer Venekamp geeft aan dat dit onlangs is ontvangen. De heer Caro vraagt voorts naar het risico van onderbesteding van subsidies van NOC*NSF. De heer Venekamp zegt dat er een risico is als de subsidies niet helemaal gebruikt worden. De subsidies worden echter volledig ingezet. De enige uitzondering is de aanvraag voor deelname aan internationale kampioenschappen, die altijd maximaal wordt aangevraagd terwijl niet duidelijk is hoeveel spelers zich kwalificeren. Er kan namelijk niet een aanvraag achteraf worden gedaan. Indien kwalificatie niet plaatsvindt wordt de te veel ontvangen subsidie terugbetaald. De heer Van Schaik mist een kolom ‘Begroting 2011’ om te kunnen vergelijken met de jaarrekening en vraagt deze toe te voegen. De heer Wijers stelt dat het een jaarrekening is die moet voldoen aan accountantseisen. Deze cijfers zijn uiteraard wel ter beschikking.
De heer Caro komt op bladzijde 73 van het verslag bespreking FC, bestuur, accountant, bondsdirecteur en Hoofd Financiële Zaken cijfers tegen die hij in de tekst van de jaarrekening niet kan terugvinden. De heer Wijers geeft aan dat dat juist is. Tijdens de bijeenkomst waar het verslag naar verwijst, is gesproken over de zojuist genoemde € 30.000,-. De FC is akkoord gegaan met de extra kosten. Vandaar dat in dit verslag andere cijfers staan dan in de financiële jaarrekening. De heer Caro vindt de tweede alinea verwarrend. De heer Van Voorthuijsen stelt dat het ook hier gaat om accountantseisen. De heer Wijers voegt eraan toe dat de accountant van mening was dat de tekorten verrekend moesten worden met reserves. Voorzitter de heer Palm stelt vast dat er verder geen vragen zijn en concludeert dat daarmee het Financieel Jaarverslag 2011 is vastgesteld en goedgekeurd. De vergadering verleent decharge aan het bestuur. 7.
Beleid Badminton Nederland
7.1 Rapportage beleidsuitvoering 2012 en vooruitblik 2013 Voorzitter de heer Palm wijst erop dat voor dit agendapunt geen stuk is geproduceerd. Hij nodigt het bestuur uit een toelichting te geven. De heer Wortel zegt dat dit bestuur in oktober 2011 is aangetreden. Veel terug te blikken op 2012 is er dus niet. Het bestuur heeft vooral aandacht gegeven aan inwerken en inlezen, om een beeld te krijgen van wat er speelt. Het is nogal een omslag: van vrijwilliger naar bestuurslid. Het bestuur heeft veel geluisterd en veel gehoord. Het jaarplan 2012 is de richtlijn voor het werken van het bestuur en uitgangspunt voor discussies. De heer Beelen had bij dit agendapunt een presentatie verwacht, als middel voor voortgangscontrole. De heer Wortel merkt op dat het jaarplan 2012 in april 2012 is vastgesteld. Voor een presentatie over de voortgang is de periode dan toch een beetje kort. Alles is in beweging! 7.2 Meerjarenplan Badminton Nederland 2013/2016 Voorzitter de heer Palm stelt de meerjarenplannen aan de orde. Mevrouw Van der Aar vraagt naar aanleiding van pagina 82 of ook gekeken is naar samenwerking met omniverenigingen. De heer Venekamp stelt geïnteresseerd te zijn in allerlei soorten van samenwerking. Hij heeft daar geen cijfers van. Hij meent dat het vooral de verenigingen zijn waar dit soort samenwerking begint. De bond kan dan ondersteuning geven.
De heer Van Schaik verwijst naar pagina 88, waar gesproken wordt over evaluatie producten- en dienstenaanbod, en vraagt waar de bond heen wil op dit gebied. Hij vraagt ook of het ingezette beleid werkt. De heer Venekamp geeft aan dat gerefereerd wordt aan het vorige beleidsplan, waarin een analyse is gemaakt, met de vraag wat voor een bond we willen zijn, wat bieden we aan en wat wordt er afgenomen. Voorheen werden veel verschillende producten en diensten aangeboden die door de verenigingen niet werden afgenomen. Naar aanleiding daarvan is besloten een beperkt aantal producten breed aan te bieden, zoals de Opstapcompetitie en Yonex Kids Games. Verwijzend naar pagina 86 stelt mevrouw Van der Aar dat te snel wordt heen gestapt over het ledenverlies. Zij meent dat er te weinig aandacht is voor het behoud van leden en vraagt of er genoteerd kan worden waarom leden vertrekken. Als dat kan in de centrale ledenadministratie, dan is dat ook handig voor de verenigingen. De heer Venekamp meent dat er qua product weinig verschil is tussen de doelstellingen ledenwerving en ledenbehoud. Hij meent dat innovatie op het gebied van werving vooral een bondstaak is en dat ledenbehoud bij de verenigingen thuishoort. Voor het registreren van de reden van opzegging is geen voorziening aanwezig in LA-Online. Hij wil er best over nadenken of die voorziening wel aangeboden kan worden. Voorzitter de heer Palm zegt dat die toezegging genoteerd dient te worden op de actielijst. Mevrouw Van der Valk merkt op dat reageren op de sterkte-zwakteanalyse ook een taak is voor de verenigingen. De bond moet keuzes maken hoe de verenigingen te ondersteunen. De heer Emmerik wil enige informatie geven over contact met andere bonden. Hem is gevraagd aanwezig te zijn bij de Algemene Ledenvergadering van de Helmondse Badminton Bond. Dat biedt perspectief voor nadere samenwerking. Bij de BBF ligt dat wat lastiger. Wellicht wordt dat gemakkelijker als de samenwerking met de HBB rond is. De heer Beelen vraagt of bij de analyse van kansen en bedreigingen bestaande theoretische modellen zijn gebruikt. Hij adviseert dat wel te doen. Dat is geen kritiek, maar een tip. Voorzitter de heer Palm concludeert uit het geknik achter de bestuurstafel dat die tip wordt meegenomen. De heer Huiden reageert op de ambitie om het imago van badminton om te buigen naar snel, spectaculair en stoer. Hij vindt dit weinig SMART geformuleerd en vraagt of dat nader uitgewerkt kan worden. Er wordt ook gesproken over “respect”. Is dat binnen de bond niet voldoende dan? Waar zitten we en waar gaan we naartoe? De heer Wortel merkt op dat in de maatschappij en dus ook binnen Badminton Nederland sprake is van een zekere verharding. Dat geeft zeker aanleiding om dit op te schrijven, al is het maar om het niet te vergeten. Hij stelt voorts dat het hier om strategische doelen gaat, die per definitie niet SMART worden beschreven. De heer Venekamp voegt eraan toe dat bevorderen van “respect” ook staat in de beleidsprogramma’s van NOC*NSF. Dan is het gewenst dat als bonden ook expliciet te benoemen, ook al speelt dit binnen onze organisatie misschien minder dan elders.
De heer Gelauf vraagt of de ambitie van 100.000 leden wel realistisch is. De heer Beelen haakt daarop in en meent dat doelstellingen realistisch moeten zijn, om teleurstellingen achteraf te voorkomen. Hij vindt een doelstelling van 10% plus per jaar al prachtig. Om de 100.000 leden te halen, is een plus van 20% per jaar noodzakelijk. De heer Venekamp verwijst naar pagina 91. Het gaat om een lange termijn perspectief dat nagestreefd wordt en niet om een doel dat in 2016 moet worden gehaald. Er zijn zeker, afgeleid uit CBS-onderzoek, 200.000 mensen die in een of ander georganiseerd verband badmintonnen en onze eigen verenigingen melden niet alle leden aan. Dus op grond daarvan is er een potentieel. De heer Van Schaik wijst erop dat vorig jaar die potentie ook al genoemd werd. Ook hij is van mening dat de ambitie realistisch moet zijn en vraagt het bestuur erover na te denken. De heer Wortel bevestigt dat het bestuur nadenkt en vraagt of de afgevaardigden een ander getal willen noemen. Komt er een amendement? De heer Van Schaik stelt voor een jaarlijkse groei van 10% te noemen. De heer Wortel voelt ervoor de genoemde ambitie te handhaven. De heer Melein vraagt hoeveel leden de badmintonbond twintig jaar geleden had. De heer Venekamp geeft aan dat het er toen ongeveer 100.000 waren. De heer Melein meent dat we dan ook wel ongeveer twintig jaar nodig zullen hebben om daar weer naartoe te groeien. Mevrouw Van der Aar bepleit ook realistisch te zijn. Ze wil graag een positief gevoel krijgen als de doelstelling inderdaad gehaald is. Mevrouw Hornis bepleit niet alleen te focussen op het aantal leden: sporten is een maatschappelijk belang. De heer Wortel zegt toe met een andere tekst te komen en ook het maatschappelijk belang te benadrukken. De heer Emmerik juicht dat toe en bepleit een realistisch getal te noemen. De heer Van Schaik is van mening dat de strategische doelstellingen niet specifiek zijn geformuleerd. Wat bijvoorbeeld wordt bedoeld met populariseren? Hij wil graag meetbare doelstellingen zien. De heer Wortel reageert met de opmerking dat er verschil is tussen een concreet jaarplan en strategische overwegingen. Een jaarplan wordt concreter geformuleerd. Mevrouw Hornis leest op pagina 94 over buurtsportcoaches. Zij adviseert ervaringen te delen met verenigingen die al met buurtsportcoaches samenwerken. De heer Caro vraagt of er al stapjes gezet zijn op weg naar verbetering van het imago. De heer Wortel zegt dat de interesse van de media voor badminton gering is. Als voorbeeld van de geringe aandacht noemt Wortel de winst van de Nederlandse dames tijden de WK in Wuhan op het team van Taiwan. Dit was indertijd in Azië groot nieuws, maar de bond slaagt er niet in dit in de Nederlandse media te krijgen. Het bestuur heeft de ambitie om budget vrij te maken om zo te werken aan meer publiciteit.
Mevrouw Van der Aar zegt dat als ze de strategische overwegingen leest, ze zich steeds afvraagt hoe we dit gaan doen. De heer Wortel geeft aan dat dit concreet in de jaarplannen aangegeven zal worden. Mevrouw Verheul voegt eraan toe dat de formulering ook ruimte moet bieden voor initiatieven en flexibiliteit. De heer Jongerden merkt op dat hij graag eens met het bestuur van gedachten wil wisselen over een plan voor ledenwerving dat hij ooit, in de zeventiger jaren, eens heeft gemaakt. Mevrouw Verheul zegt graag op een voorstel voor een gesprek te willen ingaan. De heer Van Schaik vraagt met betrekking tot het overzicht financiële en personele middelen en planning op pagina 111 waar bij raming personele inzet de afkorting dd staat. De heer Venekamp geeft aan dat dit staat voor dagdeel, voortkomend uit de CAO sport. In deze CAO wordt uitgegaan van 38 uur. Mevrouw Van der Aar merkt op dat op pagina 99 bij Product Opstapcompetitie het jaar niet staat vermeld. De heer Wortel zegt toe dat dit alsnog toegevoegd zal worden. De heer Van Schaik stelt vast dat op pagina 103 niet benoemd wordt wat de bond wil met trainersopleidingen, qua aantallen en dergelijke. Mevrouw Verheul deelt mee dat dat zal worden aangegeven in de jaarplannen. De heer Jongerden stelt dat de website van de bond trainers zonder licentie vermeldt. De heer Venekamp geeft aan dat op de site in beginsel alleen trainers met een licentie vermeld worden. De heer Jongerden vraagt hoe dat bijgehouden wordt en bepleit dat de bond trainers vasthoudt. De heer Venekamp is het ermee eens dat daaraan gewerkt moet worden. De heer Jongerden adviseert topspelers ook onder dit regime te laten vallen. De heer Venekamp deelt mee dat voor de topspelers een hoger tempo van opleidingen wordt toegepast, omdat zij uiteraard al veel weten. De bond doet aanbiedingen aan trainers die hun licentie hebben laten verlopen door jarenlang geen training te geven. Mevrouw Van der Aar vraagt hoe trainers kunnen doorontwikkelen van SL4 naar SL5. De heer Venekamp antwoordt dat de SL5 alleen door NOC*NSF wordt aangeboden en bedoeld is voor bondscoaches. Het is een pittige opleiding, voor een zeer selecte groep. De heer Jongerden zegt dat de organisatie van de SL4 niet van de grond komt. In welke frequentie wil de bond die opleiding aanbieden? De heer Venekamp merkt op dat dit haast niet meer lukt in groepsverband gezien het geringe aantal aanmeldingen en specifieke wensen van deelnemers. Daarom is de afgelopen jaren gestart met individuele trajecten binnen de structuur van Topbadminton.
De heer Huiden wijst op de ambitie om bij elke wedstrijd op bondsniveau een scheidsrechter met licentie te hebben. Hij vraagt hoe realistisch die ambitie is. De heer Venekamp geeft aan dat deze ambitie bedoeld is voor evenementen, niet voor de competitie. De heer Huiden vraagt of wat op bladzijde 106 staat over herzien van de contributiesystematiek, wel in overeenstemming is met het voorstel voor contributiewijziging. De heer Venekamp merkt op dat de bond geleidelijk naar het nieuwe model wil toegroeien. De heer Wijers voegt eraan toe dat hierop bij de begroting teruggekomen wordt. De heer Schormans vraagt wat er gebeurt als dit stuk wordt goedgekeurd en er bij de begroting een hiervan afwijkend besluit wordt genomen over de contributie. De heer Wortel zegt er geen bezwaar tegen te hebben dit deel van het stuk goed te keuren, onder het voorbehoud van de besluitvorming hierover bij de begroting. Dit stuk wordt dan zo nodig aangepast. De heer Van Schaik wijst op het verlies dat in 2011 gemaakt is. Hij is van mening dat er bezuinigd moet worden en vraagt of er een bezuinigingsbeleid is. De heer Wijers stelt dat er al bezuinigd is, maar dat er geen bezuinigingsbeleid is. Het beleid is gericht op het uitvoeren van de ambities. De heer Huiden vraagt of er niet alsnog bezuinigd moet worden als de ledenaantallen verder dalen. De heer Wijers herhaalt dat bezuinigen niet het beleid is. Mevrouw Verheul benadrukt dat het bestuur heldere keuzes maakt, binnen het beschikbare budget. De heer Beelen verwijst naar pagina 108, waar gesproken wordt over het bestuursmodel en de behoefte om individuele verenigingen actief te laten deelnemen aan de besluitvorming. Hij vraagt of dat betekent dat het huidige systeem van afgevaardigden wordt veranderd. De heer Wortel zegt dat het bestuur hierover nog nadenkt. Het bestuur mist te veel de inbreng van experts/materiedeskundigen. Daarom zijn nu al expertsessies belegd. Mevrouw Van der Aar zegt van het bondsbureau snel antwoord gekregen te hebben op haar vragen over het verschil van betrokkenheid van de afgevaardigden. Zij heeft het voorstel gedaan te werken met 2/3 verenigingen en 1/3 materiedeskundigen. De heer Palm vraagt of het bestuur dit meeneemt. De heer Wortel bevestigt dat het bestuur graag feedback wil hebben vanaf de basis. Hoe dat georganiseerd wordt is een tweede. Het voorstel van mevrouw Van der Aar wordt meegenomen in het nadenken hierover. Voorzitter de heer Palm concludeert dat er over dit agendapunt verder geen vragen zijn. Daarmee is het vastgesteld en goedgekeurd, met in aanmerking neming van de gemaakte opmerkingen. Hij nodigt de aanwezigen uit voor de lunch en vraagt iedereen over een halfuur weer aanwezig te zijn.
7.3 Meerjarenplan Topbadminton 2013/2016 Voorzitter de heer Palm vraagt het bestuur dit agendapunt in te leiden, aangezien de geschreven inleiding nog ontbreekt. De heer Wortel deelt mee dat hij de aftrap zal verrichten en dat de heer Venekamp op vragen van afgevaardigden zal reageren. Aangezien de technisch directeur momenteel ziek is, wordt dit agendapunt improviserend opgevangen. Er is enige tijdsdruk: voor 1 oktober 2012 moeten alle stukken ingeleverd zijn bij de NOC*NSF. Er moet dus tempo gemaakt worden, maar er moet ook voorzichtig worden omgegaan met privacygevoelige gegevens. Hij vraagt de afgevaardigden zich te beperken tot pagina 128. Daar staan de conclusies. De heer Wortel voegt eraan toe dat het bestuur graag in de eerste week van september overleg heeft met materiedeskundigen over de uitwerking van dit plan. Hij acht het van groot belang dat het plan draagvlak heeft en is daarom bij voorbaat blij met kritische aanvullingen en opmerkingen. Mevrouw Van der Aar vraagt hoe dit plan naar buiten wordt gecommuniceerd. De heer Wortel vraagt wat bedoeld wordt met naar buiten. De heer Tabeling heeft overleg gehad met de jeugdselectie. Dat kan wellicht nog wat strakker. De boodschap wordt individueel geïnterpreteerd. Mevrouw Van der Aar zegt dat de Academie vragen gesteld heeft maar geen antwoorden krijgt. De heer Venekamp zegt dat vervanging geregeld is. Als de vragen aan hem worden doorgestuurd, geeft hij antwoord. De heer Wortel vraagt de afgevaardigden vooral namen te noemen van mensen die waardevol zijn voor de denktank. Voorzitter de heer Palm concludeert dat er verder geen vragen zijn en stelt vast dat hiermee de Aanzet Meerjarenplan Topbadminton 2013/2016 is vastgesteld en goedgekeurd. 8.
Financiën 2013
8.1 Procedure ontwikkeling nieuwe contributiesystematiek De heer Wijers presenteert de aanzet tot de ontwikkeling van een nieuwe contributiesystematiek. De kern ervan is dat beleid van dit jaar wordt voorgezet: een lage contributie voor nieuwe leden en hogere tarieven voor de diensten waarvan gebruik gemaakt wordt. Hij geeft aan dat het bestuur nog niet weet wat het effect is aan contributieverlies door invoering van het lagere tarief en in hoeverre dat verlies wordt gecompenseerd door hogere tarieven voor diensten die worden afgenomen. De doelstelling is: lagere contributietarieven als middel tot ledenwerving, de verenigingen laten betalen voor keuzepakketten en individuele leden laten betalen voor diensten waarvan
ze gebruikmaken, zoals deelname aan toernooien. Hij benadrukt dat het niet gaat om bezuinigingen. Het bestuur is er wel alert op dat de lucht uit de begroting gehaald wordt. Als er minder diensten afgenomen worden, zal de organisatie aangepast moeten worden. Aan de afgevaardigden wordt gevraagd ideeën voor heffingen aan te dragen. Als gevraagd wordt wat de leden hebben aan hun lidmaatschap, moet daar een helder antwoord op gegeven kunnen worden. Dat antwoord kan liggen in bijvoorbeeld korting in geval van deelname aan collectieve verzekeringen. Dat komt allemaal op de menukaart. De heer Wijers benadrukt dat het van belang is deze structuur geleidelijk in te voeren zodat de gevolgen ingeschat kunnen worden. De heer Gelauf vraagt of de contributie voor de bestaande leden verhoogd wordt met de prijsindex. En wanneer wordt verwacht dat alle leden de genoemde € 7,50 contributie betalen? De wedstrijdsport levert een tekort op. Wat betekent dat voor de tarieven? En welke kosten staan er tegenover de wedstrijdsport? De heer Wijers bevestigt dat de contributietarieven voor de bestaande leden aan de prijsindex zullen worden aangepast. Hij verwacht dat de overgang naar een contributie van € 7,50 voor alle bestaande leden zeker zes à zeven jaar zal vragen. Hij benadrukt nogmaals dat het belangrijk is de totaalopbrengst in stand te houden. Voor wedstrijdsport betekent dat dat de deelnemers in principe alle kosten moeten betalen. Misschien kan niet altijd de kostprijs aangehouden worden, maar het principe blijft: de gebruiker betaalt. Mevrouw Van der Aar vraagt wat de pakketten voor de vereniging kosten. Die zijn nu kosteloos. De heer Schormans concludeert dat de lagere contributietarieven leiden tot contributiedifferentiatie, waardoor de verenigingen dus plotseling twee soorten leden hebben. Bovendien kan het zijn dat er extra heffingen komen, boven op de kostprijs, om andere gaten in de begroting te dekken. Hij vindt dat dit dan ook gezegd moet worden. De heer Wijers meent dat het bestuur dat ook benoemt. Het is echter geen kwestie van gaten dekken. De opbrengsten verschuiven van contributie naar verbruikskosten. Die verschillen acht het bestuur niet onoverkomelijk. De heer Schormans vindt dat de leden moeten weten waarom een competitieteam meer kost dan vorig jaar. De heer Wijers vindt dat stuk communicatie een zaak van de verenigingen. De competitie in totaal kost de bond geld. Nu gaat er geld van de contributie naar de wedstrijdsport. De heer Caro zegt even het spoor kwijt te zijn inzake die € 7,50 contributie per nieuw lid. Betekent dat inderdaad dat er dan binnen een vereniging twee soorten leden zijn? De heer Wijers zegt dat de nieuwe contributie van € 7,50 inderdaad uitsluitend voor nieuwe leden geldt. Het bestuur vraagt zich af of € 7,50 niet nog te hoog is om lid te worden van een bond waar je als recreant niks aan hebt. De heer Schormans vraagt of de regionale competities wel geld kosten. In de begroting ziet hij positieve bedragen staan.
De heer Wijers verwijst naar bladzijde 152. Allerlei doorbelastingen zitten daar nog niet eens bij in. Er zullen onderdelen zijn die je niet kostendekkend krijgt. De vraag blijft of je het dekken van dat tekort wel bij de recreanten moet leggen. De heer Gelauf weet dat de volleybalbond, de NeVoBo, zo’n structuurwijziging wel in één keer heeft doorgevoerd. Hij vraagt of het bestuur daarover contact gehad heeft. Als dat niet het geval is, dan adviseert hij dat alsnog te hebben. Hij voorspelt dat de leden bezwaar gaan maken tegen verschillende tarieven binnen de vereniging en dat de besturen met de bezwaren worden opgezadeld. De heer Wijers stelt dat het niet gemakkelijk is alles een-op-een door te belasten. Hij heeft geen contact gehad met de NeVoBo. Hij is wel benieuwd wat het effect is van de wijziging in één keer doorvoeren. De heer Huiden zegt ook niet te hebben begrepen dat er straks twee soorten leden zijn. Hij vraagt zich af of dat juridisch wel kan. En hoe lang blijf je nieuw lid. De heer Venekamp verwijst naar pagina 137 waar dit uitgelegd wordt. De heer Wijers meent dat prijsdiscriminatie zo ongeveer de enige discriminatie is die mag. De heer Huiden vraagt wat er gebeurt als een vereniging alle leden tegelijk afmeldt en dan weer als nieuwe leden invoert. De heer Wijers meldt dat dit niet is toegestaan zoals vermeld in de tekst van het voorstel. De heer Huiden is van mening dat aan de leden duidelijk gemaakt moet worden wanneer ze weer allemaal dezelfde contributie betalen. De heer Caro is van mening dat het wel mag. Het gaat tenslotte om aanslagen die opgelegd worden aan verenigingen. Hij vindt dat het bestuur kiest voor verhoging van heffingen in plaats van bezuinigingen. Hij kiest toch liever voor bezuinigingen. De heer Wijers benadrukt nogmaals dat het niet gaat om verhogen, maar om verschuiven van contributieheffing naar heffingen voor afname van diensten. Bezuinigen zou betekenen minder dienstverlening. Voorzitter de heer Palm concludeert dat hiermee agendapunt 8.1 voldoende besproken is en stelt agendapunt 8.2 aan de orde. 8.2 Vaststelling contributie, competitie-, en toernooibijdragen 2013 De heer Beelen zegt het spoor nu bijster te zijn. Het bestuur wil meer leden binnenhalen via een laag instaptarief en om dat budgetneutraal te doen, worden de kosten neergelegd bij de wedstrijdspelers. Hij vindt dat er nu wel heel veel bij de wedstrijdspelers wordt neergelegd. De heer Wijers bestrijdt dat. Het compenseren van het verlies aan contributie wordt niet exclusief bij de wedstrijdspelers neergelegd. Compenseren wordt gedaan via diverse heffingen, zoals de toernooiheffingen. De heer Schormans stelt voor de contributie voor nieuwe leden van € 7,50 op € 8,50 te brengen. Dan wordt alvast een deel van het tekort gedekt. Hij vindt dat de competitie wel erg gepakt wordt en ziet liever een hoger tarief voor toernooien.
De heer Wijers hoopt op termijn zelfs lager dan € 7,50 uit te komen om zo meer nieuwe leden te werven. Het bestuur zoekt naar meer diensten die aangeboden kunnen worden die geld opleveren, zodat de contributie laag gehouden kan worden. De heer Schormans vindt het verschil te groot tussen de € 7,50 voor nieuwe leden en € 26,voor bestaande leden. De heer Wijers wil graag van de afgevaardigden weten wat men vindt van dit voorstel. Het bestuur wil meer leden en probeert dat te bereiken door deze differentiatie. De heer Schormans wijst erop dat de effecten voor grote en kleine verenigingen nogal verschillen. Mevrouw Van der Aar stelt dat een gezin, zoals het hare, straks zo’n € 180,- per jaar meer kwijt is. En dat juist voor een groep die heel goed bezig is. Voorzitter de heer Palm vraagt agendapunt 8.2 goed te keuren en vraagt of over het geheel of per onderdeel gestemd moet worden. De heer Wortel benadrukt dat het totaalbedrag gelijk moet blijven. Dat betekent over het geheel stemmen of voor verlaging van tarieven alternatieve dekking aanwijzen. Voorzitter de heer Palm concludeert dat de afgevaardigden over dit onderwerp willen stemmen. Hij waarschuwt dat als dit voorstel wordt afgestemd, de begroting evenmin goedgekeurd kan worden. De heer Wijers zegt dat amendementen best mogen, als er maar alternatieve dekking wordt aangegeven. Voorzitter de heer Palm vraagt wie van de aanwezigen een amendement wil indienen. De heer Van Schaik zegt te willen amenderen, maar de kennis voor het formuleren ervan niet te hebben. De heer Caro stelt te willen bezuinigen in plaats van te verhogen. De heer Schormans, daarin bijgevallen door mevrouw Van der Aar, zegt dingen anders te willen, maar amenderen lukt zo snel niet. De heer Wortel stelt dat het bestuur, en naar zijn overtuiging ook de vergadering, heeft gekozen voor differentiatie. Als de vergadering tarieven wil wijzigen dan kan dat, maar dan moet compensatie aangewezen worden, of minstens de richting naar een compensatie. De heer Schormans noemt enkele compensatiemogelijkheden. De heer Wijers geeft aan dat compensatie gezocht moet worden binnen dit voorstel, niet in andere begrotingsposten. Wijzigingen moeten meteen doorgerekend kunnen worden. De heer Van Schaik vindt het een probleem dat diverse leden hebben aangegeven de overgang in één keer te willen doorvoeren. Voorzitter de heer Palm stelt dat gestemd gaat worden over het gehele voorstel of over aanpassingen op een onderdeel. De heer Beelen stelt voor in de begroting het bedrag ongewijzigd te laten en een paar weken de tijd te nemen om verschuivingen voor te stellen. De heer Wortel merkt op dat mutaties dan wel gecompenseerd moeten worden. De heer Beelen geeft aan dat ook te bedoelen. Er kan dan de nodige tijd genomen worden om na te denken over aanpassingen.
Voorzitter de heer Palm meent dat de amendementen van tevoren bedacht hadden moeten worden. De stukken zijn namelijk vier weken geleden gepubliceerd. Hij stelt voor nu te stemmen over het totale voorstel, tenzij er alsnog een amendement komt met een gedekt tekort. De heer Huiden vraagt wat er gebeurt als het voorstel wordt afgewezen. De heer Wijers geeft aan dat dan teruggevallen wordt op de contributieregeling met de hogere tarieven. Voorzitter de heer Palm constateert dat er geen amendementen worden ingediend en brengt het voorstel in stemming. Het stembureau stelt vast dat het voorstel is aangenomen, met de stemmenverhouding 12 voor, 5 tegen en 1 onthouding. 8.3 Begroting 2013 Voorzitter de heer Palm geeft de afgevaardigden de gelegenheid het bestuur te bevragen over de Begroting 2013. De heer Caro vraagt, naar aanleiding van de tekst op pagina 141, naar de subsidies van NOC*NSF. Wat er gaat gebeuren op topsportgebied? De heer Wijers zegt daarop niet te kunnen anticiperen, omdat over de uitkomsten nog geen enkele duidelijkheid is gegeven door NOC*NSF. Indien de opbrengst lager is zal het bestuur hierop anticiperen. De heer Melein vraagt of het tekort op Topsport niet naar een lager bedrag gebracht moet worden en of er niet te veel overheveling is van wedstrijdsport naar topsport. De heer Wijers stelt dat het bestuur het begrote bedrag wil handhaven. Hij meent dat de verhouding wedstrijdsport-topsport nu inzichtelijker is gemaakt. Het is inderdaad zo dat wedstrijdsport soms bijdraagt aan topsport. De heer Venekamp verwijst naar bladzijde 153. De heer Beelen vraagt of er ijkpunten zijn om tijdens het boekjaar het verloop te kunnen volgen. De heer Wijers zegt dat elk jaar het verloop wordt gevolgd. Dat gebeurt nu vooral door middel van managementrapportages die door het bondsbureau worden opgesteld. De begroting sluit bewust met een overschot, omdat het bestuur wat speelruimte wil hebben. Veel is immers nog ongewis. Voorzitter de heer Palm trekt de conclusie dat er verder geen vragen zijn over de begroting. Daarmee is de begroting 2013 vastgesteld en goedgekeurd. 9.
Reglementswijzigingen
Zonder commentaar gaan de afgevaardigden akkoord met de reglementswijzigingen.
10.
Verkiezing leden bondsbestuur
Voorzitter de heer Palm vraagt de afgevaardigden besluiten te nemen, zoals geformuleerd op het oranje vel, na bladzijde 158. Hij merkt daarbij op dat de taakverdeling binnen het bestuur een verantwoordelijkheid van het bestuur zelf is, maar dat het bestuur wel heeft aangegeven welke taken de te benoemen bestuursleden gaan vervullen. 10.1 Het aantal bestuurszetels brengen naar 8 De afgevaardigden stemmen daarmee in. 10.2.1 Goedkeuring benoeming van de heer Clemens Wortel tot voorzitter voor de reglementaire termijn van twee jaar. De heer Van Zundert meldt een mail gestuurd te hebben aan het bestuur waarmee hij aangeeft het onjuist te vinden als er familierelaties zijn tussen bestuursleden en andere functionarissen binnen de bond. De heer Wortel zegt op die mail al geantwoord te hebben. De daarin aangedragen voorbeelden zijn voorbeelden van oud gedrag. Er zijn heel veel relaties binnen Badminton Nederland. Dat is geen probleem als de betreffende mensen rolzuiver en glashelder zijn. Voorzitter de heer Palm vraagt de vergadering of men schriftelijk wil stemmen. Dat is niet het geval. De afgevaardigden laten via applaus hun goedkeuring van de benoeming van de heer Wortel blijken. 10.2.2 Goedkeuring benoeming mevrouw Marloes van Heteren tot bestuurslid voor de reglementaire termijn van drie jaar. Ook voor dit voorstel geven de afgevaardigden via applaus hun goedkeuring. 10.2.3 Goedkeuring benoeming de heer Rémon Verbeek tot bestuurslid voor de reglementaire termijn van drie jaar. Voorzitter de heer Palm vraagt de heer Verbeek zich voor te stellen aan de afgevaardigden. De afgevaardigden betuigen opnieuw via applaus hun instemming met het voorstel. Voorzitter de heer Palm geeft daarop het woord aan de zojuist benoemde voorzitter, de heer Wortel. De heer Wortel dankt de afgevaardigden voor hun vertrouwen. Hij zegt zijn benoeming op te dragen aan zijn drie grote voorbeelden, toppers uit de badmintonwereld. 11.
Verkiezing leden commissies
Voorzitter de heer Palm stelt twee voorstellen aan de orde: 11.1 Goedkeuring herbenoeming Louis Hoofd tot lid Reglementscommissie 11.2 Goedkeuring herbenoeming Wouter van Voorthuijsen tot lid van de Financiële Commissie Voor beide voorstellen geven de afgevaardigden hun goedkeuring met applaus. 12.
Initiatief beleidsvoorstel wanbetalers
Dit agendapunt is behandeld na agendapunt 4. 13.
Rondvraag
De heer Beelen vraagt of voortaan alle stukken over plannen en voornemens naar alle afgevaardigden gestuurd kunnen worden. De heer Wortel zegt daarmee in te stemmen als het om beleidskeuzes gaat. Hij nodigt afgevaardigden die meer willen weten uit om in dat geval naar het bondsbureau te komen. De heer Caro komt nog even terug op de herziening van de contributieregeling en merkt op dat de afgevaardigden afgevaardigden zijn namens de verenigingen. De contributieherziening gaat in per 1 januari 2013. Hij ziet graag dat zo’n onderwerp eerder in het jaar aan de orde komt, zodat de verenigingen eerder kunnen reageren en tijdig hun administratie kunnen aanpassen. De heer Wortel zegt dat een kadernota dan een optie kan zijn. Hij is van mening dat de reacties dan wel heldere tegenvoorstellen moeten zijn. 14.
Sluiting
Voorzitter de heer Palm concludeert dat er verder geen vragen zijn, zodat de vergadering kan worden gesloten. Hij wenst de afgevaardigden wel thuis en een fijne vakantie.
Besluiten- en actiepuntenlijst Jaarvergadering 23 juni 2012 Besluiten De heren Esveld, Van de Peppel, Rosanow en mevrouw Jille, zijn met instemming van de vergadering benoemd tot leden van het stembureau. De notulen van de Bondsvergadering van 24 april 2012 zijn ongewijzigd vastgesteld. De besluitenlijst naar aanleiding van de Bondsvergadering van 24 april 2012 is ongewijzigd vastgesteld. Het verzoek aan het bestuur om een voorstel beleid wanbetalers uit te werken voor de Bondsvergadering 2013 is door de vergadering aangenomen. Het jaarverslag van het Bondsbestuur over 2011 is door de vergadering goedgekeurd. Het jaarverslag van de Werkorganisatie over 2011 is door de vergadering goedgekeurd. Het jaarverslag van de Commissie van Beroep over 2011 is door de vergadering goedgekeurd. Het jaarverslag van de Tuchtcommissie over 2011 is door de vergadering goedgekeurd. Het jaarverslag van de Reglementscommissie over 2011 is door de vergadering goedgekeurd. Het jaarverslag van de Financiële commissie over 2011 is door de vergadering goedgekeurd. Het financieel jaarverslag over 2011 is door de vergadering goedgekeurd. Het verslag van de bespreking FC, bestuur, accountant, bondsdirecteur en hoofd FZ, is voor kennisgeving door de vergadering aangenomen. De vergadering verleent het bestuur decharge voor het in 2011 gevoerde financiële beleid.
Het Meerjarenplan Badminton Nederland 2013/2016, is met inbegrip van de gemaakte opmerkingen door de vergadering goedgekeurd. De Aanzet Meerjarenplan Topbadminton 2013/2016 is door de vergadering goedgekeurd. De contributie, competitie –en toernooibijdragen 2013 zijn door de vergadering vastgesteld en goedgekeurd. De begroting 2013 is door de vergadering vastgesteld en goedgekeurd. De voorgestelde wijziging van Hoofdstuk I, artikel 3, lid 3 sub k van het Algemeen Reglement, is met algemene stemmen door de vergadering aangenomen. De voorgestelde wijziging van Hoofdstuk I, artikel 1 van het Algemeen Wedstrijdreglement, is met algemene stemmen door de vergadering aangenomen. De voorgestelde wijziging van Hoofdstuk I, artikel 2, lid 1, sub f van het Algemeen Wedstrijdreglement, is met algemene stemmen door de vergadering aangenomen. De voorgestelde wijziging van Hoofdstuk VI, artikel 2 van het Bondscompetitiereglement, is met algemene stemmen door de vergadering aangenomen. De voorgestelde wijziging van Hoofdstuk VI, artikel 4 van het Bondscompetitiereglement, is met algemene stemmen door de vergadering aangenomen. Het voorstel om het aantal bestuurszetels terug te brengen naar 8, is door de vergadering goedgekeurd. De heer Wortel is benoemd tot voorzitter van het bestuur voor de reglementaire periode van 2 jaar. Mevrouw Van Heteren is benoemd tot bestuurslid voor de reglementaire periode van 3 jaar. De heer Verbeek is benoemd tot bestuurslid voor de reglementaire periode van 3 jaar. De heer Hoofd is benoemd tot lid van de Reglementscommissie voor de reglementaire periode van 3 jaar. De heer Van Voorthuijsen is benoemd tot lid van de Financiële Commissie voor de reglementaire periode van 3 jaar.
Actiepunten Een praktisch voorstel inzake beleid wanbetalers uitwerken en aan de Bondsvergadering in februari 2013 voorleggen. Het aantal werkelijk opgeleide trainers meenemen in het jaarverslag 2012. Afgevaardigde Huiden de informatie over strategieverenigingen sturen. De jaarverslagen voor regio’s standaardiseren door één format te gebruiken. Nadenken over een voorziening in de ledenadministratie, waarin de reden van opzegging van een lid kan worden aangegeven. Aanpassen van de tekst in het meerjarenplan 2013/2016, waaronder: - het herformuleren van het streefaantal van 100.000 leden; - het toevoegen en benadrukken van het maatschappelijk belang, waaronder ervaringen van verenigingen die met buurtsportcoaches werken; - bij het product van de Opstapcompetitie op blz. 99 het jaar toevoegen; - het overzicht op blz. 111 helderder maken; - het gewenste aantal op te leiden trainers in de jaarplannen meenemen; - voorstel maken van nieuwe vormen van besluitvorming binnen de bond.