Agenda
Gezamenlijke vergadering A3-raden
Genodigden
• raadsleden van Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland • colleges van B&W de heer T.C. van Gelder 11 december 2012; aanvang 19.00 uur, einde ca. 22.30 uur De Spil, Bleskensgraaf
Voorzitter Datum en tijd Locatie Kenmerk Nr.
Agendapunt en behandelvoorstel
Tijd =Streeftijd
Programmahouder
Huishoudelijk deel van de vergadering 1.
• • •
2.
Benoeming Commissie onderzoek geloofsbrieven en onderzoek geloofsbrieven gekozen raadsleden Molenwaard door Graafstroom.
3.
Inspreekrecht burgers (max. 5 min./spreker): • geagendeerde onderwerpen. • niet geagendeerde onderwerpen.
4.
Primus bij hoofdelijke stemming.
5.
Vaststellen besluitenlijst: • van de vergadering van 23 oktober 2012. Wijzigingsvoorstellen 48 uur van tevoren indienen.
6.
Lijst van toezeggingen.
7.
Lijst ingekomen stukken.
8.
Mededelingen (en actieve informatieverstrekking): • voorzitter; • programmahouders; • raadsleden, afgevaardigden van de raad.
9.
Vragen raadsleden: • informatieve vragen en antwoorden: in beginsel uitsluitend voor zover spoedeisend; • vragen schriftelijk indienen bij de griffie vóór 9.00 u op de dag voorafgaand aan de vergadering.
Opening en welkom. Vaststellen agenda. Vaststellen behandelwijze van de agendapunten.
19.00 u
bgm. vdBorg
2
Nr.
Agendapunt en behandelvoorstel
Tijd =Streeftijd
Programmahouder
Besluitvormend deel van de vergadering Hamerstukken
19.30 u
10.
Instemmen met 2e wijziging GR Omgevingsdienst ZHZ.
weth. Heijkoop
11.
Vaststelling Verordening begraafplaatsen Molenwaard.
weth. Heijkoop
12.
Vaststelling verordeningen/tarieven belastingen en leges 2013.
weth. Vat
Bespreekstukken
19.45 u
13.
Vaststelling financiële doorrekening Meerjaren Perspectief Grondexploitaties en Vastgoedinvesteringen (MPG/V) 2012. • aantal debattermijnen :2 • spreektijd/fractie/termijn : 3 + 1 min. • toelichting en/of verklaring college : 3 + 1 min. • bespreken en vaststellen vervolgbehandeling.
19.45 u
weth. kernprogr.
14.
Vaststelling Eindejaarsnota 2012 gemeenten Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en organisatie De Waard. • aantal debattermijnen :2 • spreektijd/fractie/termijn : 3 + 1 min. • toelichting en/of verklaring college : 3 + 1 min. • bespreken en vaststellen vervolgbehandeling.
20.30 u
weth. financiën
15.
Vaststelling Regionale conceptvisie jeugdzorg. • aantal debattermijnen :1 • spreektijd/fractie/termijn : 2 min. • toelichting en/of verklaring college : 2 min. • bespreken en vaststellen vervolgbehandeling.
21.15 u
weth. Vat
16.
Zienswijze Regionalisering Brandweer. • aantal debattermijnen :1 • spreektijd/fractie/termijn : 3 min. • toelichting en/of verklaring college : 3 min. • bespreken en vaststellen vervolgbehandeling.
21.30 u
bgm. vdBorg
3
Besluitvormende raadsvergadering individueel van de raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
22.00 u
10a.
Instemmen met 2e wijziging GR Omgevingsdienst ZHZ.
11a.
Vaststelling Verordening begraafplaatsen Molenwaard.
12a.
Vaststelling verordeningen/tarieven belastingen en leges 2013.
13a.
Vaststelling financiële doorrekening Meerjaren Perspectief Grondexploitaties en Vastgoedinvesteringen (MPG/V) 2012.
14a.
Vaststelling Eindejaarsnota 2012 gemeenten Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en werkorganisatie De Waard.
15a.
Vaststelling Regionale conceptvisie jeugdzorg.
16a.
Zienswijze Regionalisering Brandweer.
2a.
Onderzoek geloofsbrieven gekozen raadsleden Molenwaard door Graafstroom. Vervolg huishoudelijk deel van de gezamenlijke vergadering
17.
Sluiting.
22.30 u
GRM LSV
NLL
n.v.t. n.v.t.
Raad : 11 december 2012 Agendapunt : 4 Besluitenlijst van de openbare gezamenlijke informerende en besluitvormende vergadering van de raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland op 23 oktober 2012 gehouden in De Spil in Bleskensgraaf.
Aanwezig GRM, LSV, NLL
de voorzitters : de heren D.R. van der Borg, T.W. van Gelder, M. Houtman
GRM
de leden
: de heren H.J. Bikker, M. den Boer, B. de Groot, E. Hamerpagt, A. de Jong, J. de Kruijk, C.F. Meerkerk, G.E. Moret en A.J. van Rees
LSV
de leden
: de heren G.C. van Barneveld, J.C. de Bruijn, C.P. den Haak, mevrouw H.G. van der Have-Schieving, de heren N. Jongerius, C. Kers, J. Kraijo, G. Lems, mw. M. Ooms-de Vos, mw. J. Stravers-van de Graaf, de heren G.A. Vlot, A. van de Werken en mw. A. Wolthuis.
NLL
de leden
: de heren P. van Bruggen, F. Damsteegt, mevrouw R.P.T. van Dieren, de heren P. de Gruijter, J.J. van der Hout, D.C. Laman, P. Meerkerk, F. Özdere, en L.A.J. Veth.
GRM/NLL LSV
de griffier de griffier
: mevrouw T.W. Kanters : de heer A.J.P. Saes
GRM LSV NLL GRM
de wethouders de wethouders de wethouders verslaglegging
: de heren D.A. Heijkoop en P.D. Jonker : de heren A.C. Bikker en C. van der Vlist : de heren A. Hoogendoorn en P. Vat : mevrouw G. Stigter-de Jager
Afwezig GRM
de leden
NLL
de leden
: de heren C.G. Boender, C.A. Egas, M.J. Jabaaij en E. Spaans. : de heren E. Breedveld, H.J. van Ewijk, J.C. Hak en H. Sok
afkortingen: GRM = Graafstroom LSV = Liesveld NLL = Nieuw-Lekkerland DW = De Waard
01. Opening en vaststelling agenda De voorzitter, de heer Van der Borg, opent de vergadering om 20.40 uur. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 02. Inspreekrecht burgers Er zijn geen insprekers. 03. Primus bij hoofdelijke stemming De heer De Kruijk (GRM), mevrouw Wolthuis (LSV) en de heer Veth (NLL) worden aangewezen door het lot. 04. Besluitenlijst d.d. 25 september 2012 De heer De Bruijn plaatst een opmerking bij agendapunt 13a: initiatiefvoorstel herinvoering starterslening. Spreker wil in de notulen laten opnemen dat Gemeentebelangen tegen dit voorstel was. Mevrouw Van der Have stelt dat ook de VVD partij heeft tegengestemd. De besluitenlijst wordt aldus gewijzigd vastgesteld. 05. Lijst van toezeggingen Ter tafel ligt een gewijzigde lijst (bijl. 1). De laatste toezeggingen zijn nu ook van een antwoord voorzien. 06. Lijst ingekomen stukken De voorzitter wijst op de nagekomen brief van de gemeente Hardinxveld-Giessendam. De secretaris gaat naar de informatiebijeenkomst eind oktober. Mede op basis daarvan zal het college beslissen of het nodig is te reageren voor 15 november a.s. De heer De Kruijk merkt op dat er in de kadernota opdracht is gegeven de mogelijkheden van samenwerking te onderzoeken. Spreker heeft toen niet begrepen dat het om grote opschaling of wellicht fusie ging en vraagt het college wat de bedoeling is. De heer Moret wil afspreken dat het college geen positie inneemt of een mening geeft over hoe de gemeente Molenwaard tegenover de verschillende opties van HardinxveldGiessendam staat. De raad moet positie innemen. De heer De Kruijk wil juist wel positie inname van het college. De voorzitter merkt op dat de discussie breder is dan de brief van HardinxveldGiessendam. In de kadernota is de opdracht gegeven te onderzoeken in hoeverre er mogelijkheden zijn om kostenvoordelen te behalen door opschaling. Het college heeft daarop een brief geschreven aan alle gemeenten van de regio. De gemeente Hardinxveld-Giessendam is met een eigen traject bezig. Eind dit jaar zal worden besloten of men kijkt richting Drechtsteden of AV. Het college voelt zich vrij ook andere opties te bekijken om schaalvoordelen te halen. De raad wordt op de hoogte gehouden van het vervolg. 07. Mededelingen De voorzitter is blij dat hij in het kader van Molenwaard Nabij kan melden dat de minister van BZK toestemming heeft gegeven om mee te doen met een pilot om reisdocumenten via een koerier aan te bieden.
Naar aanleiding van de vragen van de heer Vlot wordt een meer ingevulde financiële paragraaf toegezegd. De heer De Kruijk merkt op dat dit soort projecten wordt betaald uit de 3 miljoen die de raden ter beschikking hebben gesteld, waarop de heer Vlot opmerkt dat Gemeentebelangen destijds op punten heeft tegengestemd. 08. Vragen raadsleden De heer De Groot stelt verschillende vragen met betrekking tot duurzaamheid. 1. zonnepanelen op particuliere woningen 2. mogelijkheden van duurzaamheid bij gemeentelijke gebouwen 3. de auto’s vervangen door elektrische auto’s De antwoorden op de vragen liggen ter tafel (bijl. 2). 09. Samenhang strategische Visie en begroting Een van de uitwerkingen van de strategische visie is de opzet van de programmabegroting. Ter tafel ligt de reeds toegezonden notitie. 10. Invulling bewonersoverleggen en ondersteuning bewonersinitiatieven De heer Van de Werken merkt op dat de SGP het heel belangrijk vindt dat de bewoners van Molenwaard ervaren dat men niet verder van het gemeentelijke bedrijf komt af te staan. Er is een grote variatie aan overleggen. De doelen moeten voor elk overleg helder zijn. Werk voortvarend aan dit gemeentelijk perspectief en reserveer ook voor de kern Groot-Ammers tijd en € 3.000. De heer De Jong merkt op dat de ChristenUnie blij is met de vorderingen tot nu toe. De dragende kracht moet vooral een actieve samenleving zijn. Spreker heeft twee suggesties: 1. de betrokkenheid vanuit de gemeenteraad staat buiten kijf, maar de trekkracht zal vanuit de kernen zelf moeten komen. Aan het voorzitterschap van raadsleden is een risico verbonden. Dit moet duidelijk een technisch voorzitterschap zijn. Het is daarom zinvol instructies mee te geven aan raadsleden die aan een overleg deelnemen. 2. met betrekking tot de uitgangspunten voor het toekennen van budget voor bewonersinitiatieven merkt spreker op dat de 8 gestelde criteria de creativiteit lelijk de kop in kunnen drukken. Laten we eerst wat meer ruimte geven en na een jaar evalueren. Tenslotte nog 2 vragen: 1. Worden de budgetten voor bewonersoverleggen beheerd door de gemeente of krijgen de inwoners hierin verantwoordelijkheid? 2. De belangenvereniging Kinderdijk kiest zelf een andere positie. Wat betekent dit voor de betrokkenheid vanuit het gemeentebestuur en de gemeenteraad? En hoe zit het met het budget? De heer Kraijo merkt op dat burgerparticipatie veel meer is dan bewonersoverleggen. De raad van Molenwaard dient zo snel mogelijk gang te maken met het uitwerken van de echte burgerparticipatie. De naam bewonersoverleggen zorgt voor verwarring. Spreker vraagt de term klankbordgroepen te handhaven. Verder vraagt spreker de functie van de kerncontactfunctionarissen te evalueren en wellicht uit te breiden. Voor wat betreft de bewonersinitiatieven het volgende. De toekenning van het budget gebeurt door het college. Het CDA zou graag zien dat er een adviserende rol wordt toegevoegd voor het overkoepelende bewonersoverleg.
Mevrouw Stravers geeft aan dat Gemeentebelangen van harte kan instemmen met de kaders op voorwaarde dat het college aangeeft hoe bewonersdifferentiatie binnen de overleggen gewaarborgd wordt. Niet een raadslid maar een kerncontactfunctionaris zou de rol van voorzitter op zich moeten nemen. In bijlage 2 wordt gesproken over een groep mensen als het gaat om het overleg in Streefkerk. De Streefkerkers vragen zich af bij wie ze zich moeten melden voor contact. Spreekster vraagt om ook voor Groot-Ammers vast een bijdrage te reserveren. De heer Özdere vraagt zich af hoe er voor kan worden gezorgd dat de overleggen en initiatieven een zo breed mogelijk draagvlak krijgen. De PvdA steunt de oproep van het CDA om de naam klankbordgroep te gebruiken niet. Ieder overleg geeft aan zijn eigenheid te willen behouden. Aan het voorzitterschap door een raadslid kan een politiek tintje zitten. De PvdA dient een amendement in. Mevrouw Van der Have doet een oproep aan de bewoners van Groot-Ammers om zich te melden voor hun bewonersoverleg. De samenstelling van de groep moet representatief zijn voor de bevolking, maar dit kan niet worden verplicht. Spreekster heeft voorkeur voor de naam klankbordgroep. Ontstaan er problemen doordat er zoveel verschillen zijn tussen de overleggen? Hoe is de uitwerking? Als een overleg geen geld wil, kunnen wij daar ook geen inbreng hebben. Wat is de mening van het college hierover? Wethouder Hoogendoorn zegt niet in te kunnen stemmen met het tweede punt uit het amendement: “Bewonersoverleggen hebben de inspanningsplicht bij de samenstelling van de groep om deze te laten bestaan uit alle geledingen van de bewoners en leeftijdsgroepen.” De belangenvereniging Kinderdijk heeft ingezien dat ze met een gemeentelijke bijdrage toch hun zelfstandigheid kunnen behouden en wil toch graag aanspraak maken op het gereserveerde bedrag. Spreker voelt er niets voor om voor alle overleggen het woord klankbordgroep te gebruiken. Voor wat betreft de leefbaarheid is de wethouder in gesprek gegaan met de corporaties om te kijken of er een beleidsnotitie kan worden opgesteld. De corporaties overwegen om geld beschikbaar te stellen voor bewonersinitiatieven. De klankbordgroepen zien graag dat een raadslid als voorzitter meedoet in de groep. Nu gebeurt dit vooral als technisch voorzitter zonder sterk te sturen op inhoud en uitkomst. Spreker heeft niet het gevoel dat dit in Graafstroom op politiek gevoelige manier wordt ingevuld. Streefkerk zit nog in de opstartfase. Er zal met de burgers worden gecommuniceerd over het bestaan van dit overleg. Spreker wil de genoemde criteria houden en na een jaar evalueren of er iets gewijzigd zou moeten worden. Verder dient de toekenning van de bedragen overgelaten te worden aan het college en niet aan een overleg over de kernen heen.
Na debat geeft de heer Özdere aan dat de PvdA het tweede punt van het amendement wil schrappen. De inspanningsverplichting is blijkbaar een brug te ver. Het gewijzigde amendement wordt meegenomen bij de besluitvorming (bijl. 3). 11. Begroting Molenwaard 2013- 2016 Achtereenvolgens voeren mevrouw Stravers, de heren Kraijo, De Kruijk, Moret, De Gruijter en Lems het woord. Besloten wordt dat de inbreng van alle partijen als overdrachtsdocument bij de begroting wordt gevoegd (bijl. 4). Ten aanzien van de brandweer wordt toegezegd dat er een zienswijze zal worden opgesteld waarin wordt ingegaan op de extra taakstelling van € 275.000. De zienswijze zal in het eerstvolgende presidium worden besproken. 12. Verlenging contract accountant voor één jaar De heer Meerkerk merkt op dat bij een offerte van € 29.500 en 30.000 inwoners het bedrag per inwoner niet 1 euro kan zijn. 13. 1e wijziging verordening lijkbezorgingsrechten 2012 De heer Veth merkt op dat de teksten per gemeente verschillen. Ook in de tarieven komen verschillen voor (zie b.v. 2.4). De voorzitter zegt toe dat de verordeningen worden nagekeken. De heer Den Haak zegt dat besloten is de huidige begraafplaatsen te handhaven en vraagt wanneer er een voorstel voor urnenmuren tegemoet kan worden gezien. Wethouder Vat geeft aan dat het huidige college dit niet op de rol heeft staan. Besluitvormende raadsvergadering van de raad van de gemeente Liesveld: 10a. Invulling bewonersoverleggen en ondersteuning bewonersinitiatieven Eerst wordt het gewijzigde amendement in stemming gebracht. Het amendement wordt met 8 stemmen voor en 5 stemmen tegen (VVD en GBL) aangenomen. De raad stemt unaniem in met het voorstel. 12a. Verlenging contract met accountant voor één jaar De raad stemt unaniem in met het voorstel. 13a. 1e wijziging verordening lijkbezorgingsrechten 2012 De raad stemt unaniem in met het voorstel.
Besluitvormende raadsvergadering van de raad van de gemeente NieuwLekkerland: 10a. Invulling bewonersoverleggen en ondersteuning bewonersinitiatieven Eerst wordt het gewijzigde amendement in stemming gebracht. De heer Damsteegt merkt op dat de ChristenUnie eigenlijk tegen is, maar omdat zij Molenwaards denken stemmen zij voor. Het amendement wordt met 7 stemmen voor en 2 stemmen tegen (VVD) aangenomen.
De raad stemt unaniem in met het voorstel.
12a. Verlenging contract met accountant voor één jaar De raad stemt unaniem in met het voorstel. 13a. 1e wijziging verordening lijkbezorgingsrechten 2012 De raad stemt unaniem in met het voorstel onder voorbehoud dat de teksten en tarieven correct zijn.
Besluitvormende raadsvergadering van de raad van de gemeente Graafstroom: 10a. Invulling bewonersoverleggen en ondersteuning bewonersinitiatieven Eerst wordt het gewijzigde amendement in stemming gebracht. Het amendement wordt met 6 stemmen voor en 3 stemmen tegen (VVD en CU) aangenomen. De raad stemt unaniem in met het voorstel. 12a. Verlenging contract met accountant voor één jaar De raad stemt unaniem in met het voorstel. 13a. 1e wijziging verordening lijkbezorgingsrechten 2012 De raad stemt unaniem in met het voorstel onder voorbehoud dat de teksten en tarieven correct zijn.
Vervolg huishoudelijk deel van de gezamenlijke vergadering van de drie raden: 14. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 23.10 uur.
Bijlagen: 1. Aangepaste lijst van toezeggingen 2. Antwoorden op vragen SGP inzake duurzaamheid 3. Gewijzigd amendement PvdA 4. Inbreng politieke partijen bij de begroting
Lijst toezeggingen: na raad 25 september 2012 Lijst van nog niet afgehandelde toezeggingen, gedaan in de gezamenlijke vergaderingen van de raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland.
Nr. 1.
Datum 31 mei’11
Toezegging Nota van uitgangspunten lokaal gezondheidsbeleid Betrek de zorgverzekeraars bij de uitvoering.
2.
17 apr’12
3.
15 mei’12
Beheer- en financieringsstrategie van de openbare ruimte - de termijnen m.b.t. vernieuwing zullen per terrein worden bekeken; - in de kadernota zal meer inzicht worden gegeven in de financiële aspecten; - afschrijving van 25 naar 30 jaar: duidelijker verwoorden in definitief voorstel t.a.v. effecten prijs en kwaliteit. Herstructureringsplan Drechtwerk / Avelingen De raad informeren over de ontwikkelingen m.b.t. de inkooprelatie met Drechtwerk/Avelingen en de nieuwe WWnV, en de gevolgen hiervan voor de gemeenten.
4.
26 jun’12
SGP-motie combinatie van wonen en zorg (m.b.t. ouderen)
5.
26 jun’12
Niet-eensluidende besluitvorming amendementen op de Kadernota Hierop wordt in de volgende vergadering (25 sep’12) teruggekomen.
6.
25 sept ‘12
Stichting Alzheimer: meenemen in op te stellen beleid?
7.
25 sept ‘12
8.
25 sept ‘12
Zomernota: brandweer: voordeel € 40.000 in relatie tot sluiting reserve Streefkerk Zomernota: nadere definitie van financieel kader: voordelen algemene reserve, tegenvallers opvangen binnen programma
Afhandeling Er volgt uiterlijk 7 november ter informatie als ingekomen stuk een verslag van de acties uit de Uitvoeringsprogramma in Molenwaard Uiterlijk 2 november zal reactie aan de raad verzonden worden.
Er volgt uiterlijk 15 november een reactie aan de raden met de laatste stand van zaken.
Komt bij uitwerking van beleid terug in de raad, nog geen datum van bekend In het begrotingsboekwerk 2013 2016 wordt zoveel als mogelijk ingegaan op c.q. invulling gegeven aan de diverse amendementen (hiermee afgehandeld) Een afweging zal worden gemaakt of dit onderwerp meegenomen dient te worden in beleid. De raad zal hierover in het eerste kwartaal van 2013 over geïnformeerd worden. Uiterlijk 2 november zal het antwoord aan de raad worden verzonden. Memo volgt november 2012.
2
Nr. 9.
Datum 25 sept ‘12
Toezegging Vaststellen procedure overleg lokaal onderwijsbeleid: artikel 10.1
Afhandeling Uiterlijk 2 november zal het antwoord aan de raad worden verzonden.
AMENDEMENT
Bijlage 3
Ingediend door de gezamenlijke PvdA-fractie
De raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland, bijeen op 23 oktober 2012, gehoord hebbende de beraadslagingen over het Raadsvoorstel; “Invulling bewonersoverleggen en ondersteuning bewonersinitiatieven”. Constateren dat: -
-
In het verlengde van de Toekomstvisie Molenwaard 2030 in het thema burgerparticipatie, nadere voorstellen worden gedaan om daar een invulling aan te geven. In het voorstel zowel bewonersoverleggen als bewonersinitiatieven als onderwerpen worden behandeld en het college met doordachte voorstellen komt. Een breed draagvlak voor burgerparticipatie wenselijk is. In het voorstel het belang van de schakelfunctie van de bewonersoverleggen en bewonersinitiatieven wordt genoemd, dat wij onderschrijven Uit de bijlage 1 van dit voorstel blijkt dat een brede vertegenwoordiging van bewoners nog een verbeterpunt is.
Overwegen dat: -
De bewonersoverleggen en bewonersinitiatieven breed vertegenwoordigde organen moeten zijn, met een solide draagvlak De burgerinitiatieven alleen tot stand kunnen komen op basis van een brede vertegenwoordiging. Deze voorwaarden in het raadsvoorstel niet voldoende tot uitdrukking komen.
Besluiten dat : -
Aan de kaders die zijn gesteld aan bewonersoverleggen het volgende kader toe te voegen:
o
-
Bij de samenstelling van de bewonersoverleggen wordt gestreefd naar een vertegenwoordiging van de dwarsdoorsnede van de bewoners.
Aan de kaders die zijn gesteld aan bewonersinitiatieven het volgende kader toe te voegen:
o
Bewonersinitiatieven hebben alleen kans van slagen als er wordt gestreefd naar een brede vertegenwoordiging van de dwarsdoorsnede van de bewoners.
En gaan over tot de orde van de dag. PvdA fracties Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Begrotingsadvies aan de nieuwe raad van Molenwaard (gegeven op 23 oktober 2012)
De inbreng van Gemeentebelangen Vanavond bepreken we de conceptbegroting van de nieuwe gemeente Molenwaard, een begroting gegoten in een nieuw jasje waarin de ambities van Molenwaard voortgekomen vanuit de strategische visie vertaald zijn in 6 programma’s. Een groeidocument want we missen nog wel vergelijkingscijfers. GBL wil toch haar waardering uitspreken voor de wijze waarop het college de visie van Molenwaard heeft weten te vertalen in een programmabegroting. Een flinke klus. Maar het meest effectief om zo de visie te borgen in het reguliere proces. GBL kan zich echter niet vinden in de invulling van de begroting. De opdracht aan het college was een sluitende meerjarenbegroting! Welnu, min of meer is dat u gelukt maar op welke voorwaarde? Een begroting gebaseerd op kunstgrepen en aannames is ons inziens niet reëel en sluitend. Een kunstgreep van 4, 5 ton uit de algemene reserves voor het jaar 2013 is nog daar aan toe maar de taakstellingen (lees aannames) welke genoemd staan op blz. 10 met een totale omvang van 1,7 miljoen noemen wij een roze wolk gedachte te meer omdat er geen concrete haalbare maatregelen genoemd staan. 5 ton halen uit regionale samenwerking. Bij ons weten is er alleen nog maar een ambitie uitgesproken! En dan de brandweer waar een taakstelling ligt van ruim 3 ton. Afgelopen week heeft Graafstroom zich uitgesproken over de posten van Oud-Alblas en Brandwijk, heeft dit tot taakstelling geleid? Volgens ons komen de meerkosten omdat er niet ingegrepen wordt in 2013 gewoon op het bordje van Molenwaard. En de griffie, hoe denkt u hier en ton te gaan bezuinigen? Er wordt momenteel weliswaar flink geïnvesteerd in griffie en duaal bestuurskracht maar legt u maar eens uit hoe u dit gaat bewerkstelligen. Dan het punt van de OZB verhoging wat u inzet als een melkkoe. GBL heeft sterk de indruk dat u hebt zitten slapen tijdens de laatste kadernota behandeling in juni. Nota bene alle partijen hebben aangegeven geen OZB verhoging toe te staan, alleen inflatieverhoging en wat schetst onze verbazing? U negeert de raad en verhoogt de OZB in 2014 met 2 % en in 2015 nogmaals met 2 %. In totaal inclusief inflatieverhoging komen we dan in 2015 op een totale verhoging van 8%. Als reden geeft u aan dat OZB verhoging nodig is om de robuustheid van de begroting en de financiële positie te verbeteren om toekomstig financiële tegenvallers op te kunnen vangen. Wat bedoelt u nu werkelijk? Wij kunnen alleen concluderen dat dit het melkkoe effect inhoudt! Op het gebied van temporiseren geeft u aan geen daadwerkelijke bezuinigingen door te kunnen voeren. Tijdens de behandeling van de kadernota in juni hebben wij aangegeven dat er geld te besparen valt aan de inrichting en verbouwing van het gemeentekantoor Groot-Ammers. Jammer dat wij daar niets van terug lezen.
Wij stellen voor hier de tekorten te halen waar u nu de verhoging OZB voor wilt gebruiken. Deze opmerkingen geven wij graag de raad van Molenwaard mee om in het voorjaar tot een reële en sluitende begroting te komen. ------------------------------------------------------------------------------------------
De inbreng van het CDA Een aantal adviezen bij het vaststellen van de eerste begroting van de gemeente Molenwaard: Allereerst het advies om de stijgende lijn van de kwaliteit en leesbaarheid van de begrotingsstukken vast te houden. Er is veel werk verzet door de medewerkers van De Waard; .. u weet wel, de voorganger van uw gemeentelijke organisatie Molenwaard…. Grote klasse! Aan u om de verdere uitwerking van met name de kengetallen en meetgegevens ter hand te nemen. Let u wel op continuïteit van de indeling van de begrotingsstukken, de afgelopen jaren is deze nogal eens veranderd waardoor de vergelijkbaarheid tussen de verschillende jaren erg lastig is. Dan over de inhoud van de begroting; De dalende lijn van de risico’s is een groot goed. We lezen in de media dat veel gemeenten met name hun grondrisico’s niet op orde hebben. Gelukkig is dat in Molenwaard niet het geval, resultaat van het solide en sobere beleid en het tijdig ingrijpen van de afgelopen jaren. Het weerstandsvermogen is bijna op 1 gekomen. Houd dat vast! We constateren naar tevredenheid dat ook de verbonden partijen een bijdrage leveren. Wij zijn er van overtuigd dat door regionale samenwerking nog meer efficiencyvoordelen zijn te halen. Wij adviseren dan ook om de oorspronkelijke ambitie om € 100.000 meer te bezuinigen op de ambtelijke ondersteuning vast te houden. Tevens adviseren wij u om werk te maken van een kerntaken discussie. Deze discussie zal moeten leiden tot een structurele afbakening van welke taken de gemeente wel en niet meer gaat uitvoeren. Hierbij moet nadrukkelijk gekeken worden naar de bijdragen van het Rijk voor het uitvoeren van bepaalde taken. Deze dienen in principe voldoende te zijn voor die taken. Het voorbeeld van de brandweer hebben we al eerder aangekaart. Hiervoor ontvangen wij te weinig geld vanuit het Rijk. We adviseren de raad van Molenwaard om akkoord te gaan met de halvering van de bezuiniging op het thema Ondersteuning en Voorzieningen, concrete uitwerkingen moeten zo snel mogelijk opgesteld worden. Behoud van de voorzieningen willen we allemaal, met creativiteit, een ondernemend college en zelfredzaamheid van onze inwoners moeten we ver kunnen komen. Dan het onderwijs. het zogenaamde ‘Passend Onderwijs’ komt eraan. Dit zal door onze scholen opgevangen moeten worden. Een enorme belasting, voor het personeel en de financiën zijn vaak niet toereikend. Een tweede bedreiging voor de scholen is dat ze zelf verantwoordelijk worden voor het buitenonderhoud van de gebouwen. Het CDA vraagt zich af of het niet veel goedkoper kan als het in 1 hand gehouden wordt. Het effect van financiële krapte bij scholen is dikwijls minder leerkrachten en grotere klassen. Wij adviseren u om vinger aan de pols te houden en met goed toezicht in de gaten te houden dat de kwaliteit van het onderwijs niet onder druk komt te staan. De OZB. Het CDA is tegen het voorstel om de OZB boven het inflatiepercentage te verhogen, terwijl de overige woonlasten niet worden verlaagd. Het is niet eens
nodig voor het dekkend maken van de begroting in 2014! Er blijft zelfs een overschot over van ruim € 200.000 over, ruim voldoende om het tekort van 2015 op te vangen. Raad van Molenwaard: wees creatief! Kijk bijvoorbeeld naar de vastgoedportefeuille van de gemeente, verkoop daar waar mogelijk en maak multifunctioneel gebruik van gebouwen die je wilt behouden. De ontwikkelingen met de brede scholen juichen wij van harte toe. Ook het CJG zou binnen de scholen een plekje moeten kunnen krijgen. Ouders weten het CJG niet te vinden op de plek waar ze nu zitten. Terug naar de financiën: Ook na het afschaffen van de OZB verhoging blijft er een klein overschot op de begroting over! Molenwaard: Durf juist ook in deze tijden te investeren in de gemeenschappen van Molenwaard! Wij adviseren u, om de bijzondere opsporingsambtenaren, de BOA’s, hun intrede te laten doen in Molenwaard. Te vaak horen wij dat handhaving van kleine overtredingen te wensen over laat. Landbouwvoertuigen, daar waar ze niet mogen komen, hondenpoep op straat, foutparkeerders, grote irritaties die met een kleine investering van ongeveer € 20.000 per jaar aangepakt kunnen worden. Aan het eind van dit advies nog een kleine opmerking over de bezuiniging op het thema ‘Bestuurskracht’. De bezuiniging van € 100.000 in 2015 is fors, zeker als alles bij de griffie gehaald moet worden. Wij adviseren de raad van Molenwaard om de griffie én het college opdracht te geven om binnen het bredere thema van de bestuurskracht deze taakstelling invulling te geven. Tot slot wensen wij de raad van Molenwaard veel wijsheid en Gods zegen toe bij het opstellen van een solide begroting.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Inbreng van de PvdA Voorzitter, we behandelen vanavond een begroting, waarover we geen besluit mogen nemen. Dat is aan de nieuwe raad van de gemeente Molenwaard. In feite gaan we een advies geven aan een orgaan dat nog niet bestaat. We kunnen natuurlijk wel uitspreken of deze begroting een verantwoorde of juist een niet verantwoorde financiële start is voor de nieuwe gemeente Molenwaard. Wij kunnen akkoord gaan met uw heroverweging van kaders t.a.v. de thema's Ondersteuning en Voorzieningen. Maar voor wat betreft de bijstelling op de bezuiniging van de bedrijfsvoering blijven wij vasthouden aan de lijn van 26 juni jl. Op 26 juni jl. heeft de PvdA ingestemd met de ombuiging van € 700.000, die we een goede stap in de richting vonden. En nu stelt u dat deze ombuiging niet realistisch is en u haalt daar weer € 200.000 vanaf. In aansluiting daarop vinden we regionale samenwerking zeker de moeite waard, maar om nu al te spreken van opschaling en intenties om te fuseren tot één ambtelijke organisatie in de regio vinden we voorlopig te ver gaan. Werkorganisatie De Waard is pas 2,5 jaar bezig, we hebben ons de afgelopen jaren suf gestandaardiseerd en geharmoniseerd, € 8.900.000 voorgeschoten voor de fricties die bij fusie ontstaan en nu voordat het afgerond is wilt u al weer gaan fuseren? En passant wilt u ook de bezuiniging op de bedrijfsvoering van € 700.000 naar € 500.000 terugbrengen. Ons advies hierover is negatief. Twee belangrijke kaders voor ons zijn: een sluitende begroting en geen stijging van de OZB anders dan de inflatiecorrectie. U heeft beide kaders niet uitgevoerd. Er is geen sprake van materieel evenwicht, als je voor 2013 € 450.000 aan de algemene reserve onttrekt. De resterende reserve van € 3,2 miljoen blijft dan wel boven de ondergrens, maar we vinden de marges wel erg minimaal worden. In tegenstelling tot het gestelde kader stellen de colleges toch een stijging van de OZB voor van 2% in 2014 en 2% in 2015. Nog enkele opmerkingen. Wij hadden n.a.v. het gesprek met de provincie een memo verwacht met concrete invullingen van de taakstelling voor 2016 tot € 1,7 miljoen. Er hadden acties ondernomen kunnen worden om het reguliere deel op orde te hebben. Mooi is, dat de ontwikkeling van het weerstandsvermogen is verbeterd. De ratio is van 0,6 tot 0,9 gestegen. We zijn er echter nog niet, want de norm is 1. We zitten omgerekend dus nog 1 miljoen onder de norm. Ook de grondpositie blijft, ondanks het feit dat de reductie van de grondprijzen en het renteverlies nu meevallen, risicovol. Wij hebben een dubbel gevoel bij de nieuwe opzet/structuur van het beheersdeel van deze begroting. Het overzicht met kengetallen en meetgegevens vinden een prima doorkijkje geven en de moeite waard om dit verder te ontwikkelen. Het samenhangend besturen van een verzameling doelen geeft veelal sturingsvoordeel en inzicht in de inspanningen die moeten leiden tot die doelen.
De PvdA vindt dat er door de auditcommissie volgend jaar, samen met de accountant, gekeken moet worden naar de borging van het budgetrecht en de controlerende taak van de gemeenteraad in deze nieuwe opzet c.q. artikel 212 en 213 van de gemeentewet. De voorgestelde bezuiniging op de bestuurlijke organisatie kan niet alleen neergelegd worden bij de griffie. Sinds 26 juni, 4 maanden geleden, is het financiële vooruitzicht voor de jaren 2013 en 2014 bijgesteld met respectievelijk € 356.000,- en € 761.000,Gezien de onzekerheid, die er is, over de maatregelen van een nieuw kabinet t.a.v. de uitkeringen uit het gemeentefonds lijkt het ons helder dat we nu (voor het meer "robuust" maken van de begroting) nog niet akkoord gaan met een extra verhoging van de OZB voor de jaren 2014 en 2015. Daarnaast beschouwen we de programma's en bijbehorende DIN's als overdracht aan de nieuwe raad. Tenslotte: We maken ons zorgen over de forse bezuinigingen, die zichtbaar worden gemaakt in het hoofdstuk “Het Sociale Domein”. ------------------------------------------------------------------------------------------
Inbreng van de VVD De begroting kent dit jaar een andere opzet dan de voorgaande jaren. De VVD vindt de nieuwe opzet een duidelijke verbetering. Er is een goede aansluiting bij de strategische visie, er is meer duidelijkheid voor het gemiddelde raadslid en er is een betere koppeling met de beoogde doelen. Prima. Ook de bereikte harmonisatie in tarieven en andere zaken verdient een compliment. De begroting wordt een advies aan de nieuwe raad van Molenwaard. Op het eerste gezicht lijkt de begroting er keurig uit te zien. Er is een positief saldo van € 48.000 in 2013 en ook de jaren daarna is er gemiddeld genomen een positief saldo. Dus de eerste indruk is goed. Helaas, de schijn bedriegt. De werkelijkheid is anders. De werkelijkheid is dat de jaren 2013 t/m 2016 een ernstig beeld te zien geven. De greep uit de algemene reserve in 2013 van € 450.000, de extra verhoging van de OZB voor de burger en de nog niet ingevulde taakstellingen van 1,7 miljoen en de lage weerstandsratio van 0,9 geven een heel ander idee van het beoogde financiële beleid. De problemen worden vooruitgeschoven. De VVD vindt deze zaken zorgwekkend. De greep uit de Algemene Reserve van € 450.000 in 2013 is zeer onwenselijk als je kijkt naar het weerstandsvermogen. De weerstandsratio is berekend op 0,9. De waarde 1,0 wordt als een minimum beschouwd. Vorig jaar hebben we daarom in de raad op aandringen van de VVD, in dit verband al afgesproken dat meevallers in de algemene reserve zouden worden gestort. Tegenvallers zouden worden opgevangen binnen de programma’s. In de eerder gepresenteerde zomernota blijkt dat dit college geen enkele meevaller in de algemene reserve stort. Het college houdt zich niet aan de afspraak, met als gevolg dat de weerstandsratio ook in het lopende jaar 2012 onvoldoende stijgt. Er is voor 1,7 miljoen aan nog niet duidelijk ingevulde taakstellende bezuinigingen ingeboekt. De VVD heeft er twijfels over of deze bezuinigingen voor 100% worden gehaald. Om dat te bereiken moet er na 1 januari wel een heel krachtdadig college komen, gesteund door een gemeenteraad die het college hierin volledig steunt. De VVD wil de greep uit de algemene reserve in 2013 verlagen van € 450.000 naar maximaal € 300.000. De VVD is, en dat is zeker niet nieuw, tegen de extra verhoging van de OZB na 2013. Ook na 2013 willen we de OZB niet meer verhogen dan met het inflatiepercentage. Verder vinden we de bedragen die uitgetrokken worden voor de contacten met de bedrijven en voor de bevordering van de werkgelegenheid veel te laag. Zeker in deze tijd van economische crisis. De VVD vindt dat er meer middelen vrijgemaakt meten worden ter bevordering van de werkgelegenheid. Voorzitter, de VVD heeft een enorme hoeveelheid technische vragen gesteld. Ik ga nu niet op al die vragen en de antwoorden daarop in. Wel wil ik naar aanleiding daarvan enkele zaken naar voren brengen:
We moeten € 275.000 extra gaan betalen aan de veiligheidsregio voor het centrum in Dordrecht. Wij vinden dit bizar. We gaan regionaal samenwerken uit efficiencyoverwegingen en na het samengaan moeten we nu € 275.000 per jaar extra gaan betalen. Wij gaan hiermee niet akkoord. We verzoeken de drie burgemeesters met klem opnieuw te gaan onderhandelen met de veiligheidsregio om dit terug te draaien. De VVD stelt voor om gebruik te maken van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. De VVD wil de uitgaven financieren door de overschotten van 2014 en 2016 te verminderen en door minder af te dragen aan de veiligheidsregio. ------------------------------------------------------------------------------------------
Inbreng van de SGP De begrotingsbehandeling 2013 is voor ons allen uniek. Vanavond stellen we de begroting niet vast, we praten er alleen over. We hebben van het college desalniettemin een uitgebreid stuk ontvangen, dat al volop Molenwaards is ingevuld, met andere woorden, we staan op de drempel van de nieuwe gemeente. In de afgelopen jaren is daar hard aan gewerkt, door colleges, ambtenaren en ook door ons als raden. In de voorbije jaren hebben de raden twee gemeenten moeten besturen en de belangen van twee gemeenten gediend. Dat heeft een zware wissel getrokken op het uithoudingsvermogen van bestuurders en raadsleden. Het is daarom nu tijd om de grote stap te wagen. Onze fractie heeft er dan ook de behoefte aan om juist in het licht van de start van de nieuwe gemeente de zegen van de Heere af te vragen. Zonder Zijn onmisbare zegen over al ons werk en de toekomst zouden we die stap niet durven wagen. Dankbaarheid is er ook over hetgeen er gepresteerd is in de periode die achter ons ligt. Het resultaat van al die inspanning ligt hier nu voor ons. We zullen deze begroting van ons commentaar voorzien en aan het slot een aantal richtinggevende uitspraken c.q. adviezen willen meegeven. Voorzitter, we willen beginnen met de greep uit de kas van ruim 4.5 ton. In het meerjarenperspectief is deze move begrijpelijk. We zien ook op dit moment geen andere mogelijkheid om op de korte termijn dit bedrag incidenteel uit de begroting te peuren. Het zou ook niet goed zijn om de nieuwe gemeente te laten starten met een draconische bezuiniging. Deze maatregel kan derhalve rekenen op onze instemming. In het meerjarenperspectief hebt u een aantal kaders heroverwogen. Op pagina 8 punt 2.3.2 lezen we dat u de bezuinigingsambitie voor 2016 iets tempert. Tegen die tijd komen we daar nog wel nader over te spreken, een halvering is in ieder geval realistischer. Het 2e kader dat u bijstelt betreft de regionale opschaling. Voortschrijdend inzicht heeft u doen besluiten om ook deze ambitie bij te stellen. Voorzichtigheid in deze is ook de moeder van de porseleinkast. Onze fractie is voorstander van samenwerken waar mogelijk, maar wel met behoud van de autonomie van de gemeente Molenwaard. Tevens zouden we graag een evaluatie zien van de successen en de leerpunten van het proces dat we nu aan het afronden zijn in het belang van onze inwoners. Ons advies is, kijk niet alleen oostwaarts, wellicht ook breder. Vooraf moet duidelijk zijn dat onze fractie niet staat te trappelen bij een bestuurlijke opschaling. De vraag blijft hoe realistisch de 5 ton is die nu in de boeken komt te staan. Nu we toch in de verdere toekomst bezig zijn, de vraag blijft wel in hoeverre de genoemde bezuiniging van 1.7 miljoen in 2016 uitvoerbaar is. Er wordt in toenemende mate een beroep gedaan op de burger. We zijn daar voorstander van. In gesprekken met burgers, valt het ons op dat men realistisch is. Iedereen begrijpt dat de broekriem aangehaald moet worden. Het sympathieke in dit voorstel is, dat in de eerste plaats het mes gezet wordt in de organisatie. Dat zal voor draagvlak zorgen. Onze vraag is, is er al nagedacht over een communicatietraject naar de bevolking? Hoe nemen we de mensen mee in het zelf oppakken van de verzorging van ‘hun’ openbare ruimte? Termen als verschraling en versobering klinken negatief, kies liever voor een positieve, wervende bewoording, die mensen in beweging zet. Laat de burgers met ideeën
komen om de openbare ruimte aantrekkelijker te maken, zodat een ieder er plezier in heeft om dit ook netjes te onderhouden. Kort willen we langs de programma’s lopen en daar de volgende opmerkingen bij maken: Programma 1. Actieve burgers, ondersteunende gemeente. Goed dat er nu concrete stappen gezet worden om de kernen aan zet te krijgen. We vinden het budget echter wat aan de krappe kant, om de kernen in beweging te krijgen. We stellen daarom voor dit budget te verhogen uit de verkoop van de aula’s op de begraafplaatsen aan particuliere partijen. In Nieuw-Lekkerland is in het verleden de aula geprivatiseerd, wat ons betreft mag dit in heel Molenwaard gebeuren. De vrijkomende middelen voor de exploitatie en het onderhoud van deze gebouwen willen we besteden aan het kernenbeleid. We zouden daarom het college willen opdragen deze optie te onderzoeken en met concrete voorstellen naar de raad te komen. Programma 2. Wonen Aan de Inspanning in programma 2 zouden we toe willen voegen: Burgers krijgen ruimte voor preventieve handelingen in het kader van toekomstige mantelzorg. In onze fractie is ook nagedacht over het bouwen van goedkopere woningen voor startende gezinnen. De grondprijs is een belangrijke component. Onze vraag is, als we toch moeten afboeken op de grondprijs, of we dit ‘verlies’ niet ten goede kunnen laten komen aan de koopsom van starterswoningen. Daarnaast hebben wij u als college opgedragen bij het initiatief voorstel starterslening om volkshuisvestingsbeleid voor de lange termijn voor te bereiden, zodanig dat het nieuwe college en de nieuwe raad tot vaststelling en uitvoering over kunnen gaan. Tevens hebben wij u opgedragen om met de woningcorporaties over dit onderwerp in gesprek te gaan. Wij zullen ons als fractie de komende tijd in blijven zetten voor een evenwichtig en duurzaam woningbouwbeleid in alle kernen van de Gemeente Molenwaard, want dit is van cruciaal belang voor de leefbaarheid in onze kernen. Tevens wil de fractie graag een wat steviger actie van de gemeente voor de aanleg van glasvezel. Graag zien we op dit gebied een integrale aanpak als uitdaging. Dijkverzwaring, vervanging van riolering en nog meer werkzaamheden in de grond, kan een aanleiding zijn om de glasvezel mee te nemen. Deze inspanning zou wat ons betreft ingevoegd moeten worden bij de inspanningen de tekst luidt als volgt: “Verbeteren comfort wonen: Bevorderen aanleg van glasvezel of vergelijkbare voorzieningen in heel Molenwaard”. Programma 3. Economische dragers Bij inspanningen op het gebied van toerisme en recreatie zien we graag toegevoegd dat een en ander plaats moet vinden binnen het kader van de eigenheid van het gebied. Een goede verstaander weet dan wat wij bedoelen: rust in brede en smalle opvatting. Geen toeters en bellen, maar laat de mensen genieten van ons mooie gebied. De smalle opvatting betreft de rust op de dag des Heeren, de zondag.
Programma 4. Ondersteuning Het programma ondersteuning verdient onze warme aandacht. Het college heeft nog geen nader uitgewerkte plannen om de mantelzorg te ondersteunen. We willen als fractie graag een dikke streep zetten onder het belang van de mantelzorg. De L. en N. Smitstichting en de Stichting Vrijwillige Hulpdienst Graafstreek kunnen hierin een belangrijke bemiddelende rol vervullen, graag uw aandacht aan deze stichtingen. De nieuwe gemeente Molenwaard dient voor kwetsbare burgers een warme zorgzame gemeente te zijn. Programma 5. Voorzieningen De vastgoedportefeuille is wat ons betreft zorgwekkend en we vinden het eigenlijk ook wel jammer dat we geen beeld hebben van wat er nog aan kosten aan het vastgoed besteed moet gaan worden. Ons voorstel is, stoot zo veel als mogelijk het vastgoed af. Privatiseer waar mogelijk, we hebben in een eerder stadium al de aula’s genoemd, wat ons betreft voegen we daaraan het rouwcentrum, zwembaden, dorpshuizen, voetbalvelden en overige objecten aan toe. De gebouwen die niet voor privatisering in aanmerking komen, willen wij naar de toekomst toe, duurzaam inrichten. Programma 6. Landschap Naast de genoemde zaken die onze steun hebben, willen we als fractie ook een lans breken voor aandacht voor ons kenmerkende rivierenlandschap (slagenlandschap). Door de gemeente heen liggen er gebiedjes die toegankelijk gemaakt kunnen worden voor recreatie, we denken daarbij vooral aan het creëren van wandelpaden. Voorzitter we gaan afronden, hartelijk bedankt voor deze begroting in nieuwe opzet. Hier en daar zijn er nog wat gaten in de tekst in te vullen, we hebben echter begrip voor de omstandigheden waaronder deze begroting is gereed gemaakt. Als fractie willen we u een set richtinggevende uitspraken overhandigen, die wellicht een raadsbrede steun ontvangen, waarmee u de begroting 2013-2016 nog krachtiger maakt. We wensen u van harte Gods zegen toe bij de uitvoering van de plannen!
---------------------------------------------------------------------------------------------------------
Inbreng van de ChristenUnie Vanavond behandelen we de begroting 2013-2016. Niet wij maar de nieuwe raad van Molenwaard zal deze begroting moeten vaststellen. Als CU willen we die nieuwe raad alvast onze denkrichting en adviezen meegeven. Momenteel zien onze inwoners allerlei verkiezingskaravanen door hun straten trekken. Daarbij wordt deze begroting niet rondgedeeld maar krijgen inwoners verkiezingsprogramma’s in handen gedrukt. Wat hebben onze inwoners te verwachten van al die politici die naar hun gunst dingen? Wordt hen regen of zonneschijn beloofd? Of wordt het vooral mistig en guur passend bij de verkiezingsmaand van november? In ieder geval schetst de begroting een toekomstbeeld van jarenlange forse bezuinigingen. Voorlopig elk jaar zo’n half miljoen minder te besteden! De taakstelling die het huidig college voorstelt betekent voor onze inwoners versobering en verschraling, terwijl men tegelijkertijd zelf meer zal moeten bijdragen. Hoewel we minder te besteden hebben, blijft de CU inzetten op het bewerkstelligen van een hechte samenleving waarin men omziet naar elkaar en zorgt voor elkaar. Met het oog daarop zijn de voorgestelde bezuinigingen nog te kort door de bocht en een slag in de lucht. Ligt er nu echt een pakket aan maatregelen die de samenleving voldoende ondersteunt om zaken zelf op te gaan pakken? Er moet veel preciezer duidelijk worden gemaakt waarom de voorgestelde maatregelen de juiste zijn, en ook echt werken, om de zelfwerkzaamheid van de samenleving te activeren en te ondersteunen. Onze fractie is erg terughoudend om per definitie de bezuinigingen maar weer door te schuiven naar onze inwoners. Daarom vindt de CU dat er verder en veel creatiever gezocht moet worden naar bezuinigingsmogelijkheden. Denk aan zaken als: betere aansturing van de verbonden partijen om echt grip te krijgen op de financiële situatie; verminderen bestuurlijke drukte; een effectiever/efficiënter gemeentelijk vastgoedbeheer; slim combineren van functies (denk b.v. aan de politie die ook APV overtredingen kan aanpakken beter samenwerken in gebiedscoalities (denk b.v. aan inzet van Den Haneker of landschapsbeheer). niet alleen met ‘de kaasschaaf’ door de begroting, maar ook de uitvoering van bepaalde taken heroverwegen (kerntakendiscussie); Aan de hand daarvan kunnen bezuinigingen nog worden bijgesteld in het belang van de burger. Dit om aantasting van het voorzieningenniveau, het verenigingsleven, de ondersteuning van kwetsbare groepen, mantelzorgers enz. zoveel mogelijk te voorkomen. Allemaal ondersteunende zaken die nodig zijn om te kunnen leven met elkaar en te zorgen voor elkaar. Overigens geldt in het algemeen dat er nog eens goed gekeken moet worden naar het realistisch gehalte van de begroting. Veel zaken zijn nog behoorlijk indicatief en conceptueel. Een succesvolle uitvoering hangt erg af van de
ondernemendheid en creativiteit van de nieuwe gemeente en haar bestuur die uit het gemeentehuis de kernen in zal moeten gaan. Meer dan ooit is dat de komende raadsperiode van belang. Het vergt een fundamentele cultuuromslag van bestuurlijk administratief handelen naar echt ondernemend handelen. Wij blijven onze zorgen houden over de risico’s in de grondexploitaties. Daar zal meer en frequenter zicht op moeten zijn. Wij onderschrijven de ontwikkelingsrichting zoals aangegeven in de Strategische Visie, met her en der nog wat kanttekeningen. Wat betreft recreatie en toerisme (hoofdstuk 3) adviseren wij de nieuwe raad om dat vooral gebiedseigen activiteiten te laten zijn, die de christelijke identiteit eerbiedigen en de kwaliteiten van de gemeente juist versterken. Dus geen kermis in de polder. Dit moet goed worden geborgd, zowel planologisch als in gemeentelijke verordeningen (bijv APV). Verder vragen wij ons af waarom € 10.000 voor de SWEK is begroot t.b.v. recreatieve ontwikkeling. Dat zou toch bekostigd kunnen worden uit het entreegeld dat geheven gaat worden? Met inbegrip van bovenstaande punten beschouwen we de programma’s en bijbehorende DIN’s als overdracht aan het nieuwe college. Wel roepen we op om het onderwerp ‘duurzaamheid’ nog een volwaardige plek te geven in dat geheel. Wij doen nog geen uitspraak over de heroverweging van de financiële kaders; zoals gezegd moeten bezuinigingsmogelijkheden eerst verder onderzocht worden en de resultaten daarvan op een rijtje worden gezet. Ook kan er nog geen uitspraak worden gedaan over de OZB, immers eerst moet duidelijk zijn hoe 1,7 miljoen bezuinigingen gerealiseerd zouden kunnen worden zonder OZB stijging, alvorens het direct als sluitpost op te nemen. De CU staat voor zo laag mogelijke lasten, en dus slechts in uiterste noodzaak een OZB-stijging boven het inflatieniveau. Wij wensen de nieuwe raad en college en ambtenaren heel veel wijsheid en Gods zegen toe bij het opstellen van de begroting voor 2013.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------
Lijst toezeggingen: na raad 23 oktober 2012 Lijst van nog niet afgehandelde toezeggingen, gedaan in de gezamenlijke vergaderingen van de raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland.
Nr. 1.
Datum 31 mei’11
Toezegging Nota van uitgangspunten lokaal gezondheidsbeleid Betrek de zorgverzekeraars bij de uitvoering. Beheer- en financieringsstrategie van de openbare ruimte - de termijnen m.b.t. vernieuwing zullen per terrein worden bekeken; - in de kadernota zal meer inzicht worden gegeven in de financiële aspecten; - afschrijving van 25 naar 30 jaar: duidelijker verwoorden in definitief voorstel t.a.v. effecten prijs en kwaliteit. Herstructureringsplan Drechtwerk / Avelingen De raad informeren over de ontwikkelingen m.b.t. de inkooprelatie met Drechtwerk/Avelingen en de nieuwe WWnV, en de gevolgen hiervan voor de gemeenten.
2.
17 apr’12
3.
15 mei’12
4.
26 jun’12
SGP-motie combinatie van wonen en zorg (m.b.t. ouderen).
5.
25 sep’12
Stichting Alzheimer meenemen in op te stellen beleid?
6.
25 sep’12
7.
25 sep’12
8.
25 sep’12
Zomernota brandweer: voordeel € 40.000 in relatie tot sluiting reserve Streefkerk. Zomernota nadere definitie van financieel kader: voordelen algemene reserve, tegenvallers opvangen binnen programma. Vaststellen procedure overleg lokaal onderwijsbeleid: artikel 10.1.
Afhandeling Memo s.v.z. uitvoering Nota Volksgezondheidsbeleid; zie lijst ingekomen stukken (LIS) nr. 38. Memo verstuurd; zie LIS nr. 29.
Informatie verstuurd; zie LIS nr. 40.
Komt bij uitwerking van beleid terug in de raad, nog geen datum van bekend. Een afweging zal worden gemaakt of dit onderwerp meegenomen dient te worden in beleid. De raad zal hierover in het eerste kwartaal van 2013 geïnformeerd worden. Memo verstuurd; zie LIS nr. 30.
Dit komt terug in het volgend overleg van de auditcommissie (22 jan’13).
Memo verstuurd; zie LIS nr. 31.
2
Nr. 9.
Datum 23 okt’12
Toezegging Onderzoek regionale samenwerking N.a.v. de brief van de gemeente Hardinxveld-Giessendam de raad op de hoogte houden van ontwikkelingen. Pilot reisdocumenten Toegezegd is een meer ingevulde financiële paragraaf. Bewonersoverleggen en bewonersinitiatieven Communicatie richting inwoners Streefkerk over bestaan van het overleg.
10.
23 okt’12
11.
23 okt’12
12.
23 okt’12
Begroting Molenwaard T.a.v. de brandweer wordt toegezegd een zienswijze op te stellen v.w.b. de extra taakstelling van € 275.000 en de zienswijze aan te bieden aan het A3-presidium.
13.
23 okt’12
1e wijziging verordening lijkbezorgingsrechten 2012 Toegezegd is de tarieven en teksten na te kijken. Verschillen per gemeente.
Afhandeling In dec’12 zal de raad worden geïnformeerd.
Memo verstuurd; zie LIS nr. 28.
Dit punt is onder de aandacht gebracht van het bewonersoverleg Streefkerk. Het is aan het bewonersoverleg om te bepalen op welke wijze en wanneer dit vorm gegeven wordt. De gemeente is hierin faciliterend (toezegging hiermee afgehandeld). Het A3-presidium heeft op 6 nov’12 besloten de zienswijze als apart agendapunt te behandelen in de vergadering van 11 dec’12 (handreiking zienswijze is aan de raad beschikbaar gesteld (toezegging hiermee afgehandeld). Memo verstuurd; zie LIS nr. 37.
Bleskensgraaf, 28 november 2012
INGEKOMEN Vergadering Agendapunt A.
12dec11-06-LIS
STUKKEN
: 11 december 2012 : 7
Voorgesteld wordt de volgende stukken voor kennisgeving aan te nemen:
Nr. 1. 2. 3.
Afzender Ministerie BZK Ministerie BZK Ministerie SZW
4. 5. 6. 7.
Ministerie VJ Ministerie VWS VNG VNG
8. 9.
VNG VNG
10. VNG 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.
VNG VNG Fietsberaad Scouting Nederland Gemeente Korendijk VZHG Veiligheidshuis ZHZ Regio A-V Woerdens Beraad RSD Avelingen Groep SIMAV Gez. colleges
24. 25. 26. 27. 28.
Gez. Gez. Gez. Gez. Gez.
colleges colleges colleges colleges colleges
Onderwerp Circulaire : aanpassing uitkeringsduur Appa Titelbepaling Programmarapportages Inspectie SZW: - Tussen Wajong en werk - Informatie-uitwisseling van de SUWI-keten met andere partijen - Samen de focus op werk Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing nr. 5, okt’12 Meerjarige Jeugdagenda VNG Ledenbrief : Wet Revitalisering Generiek Toezicht VNG Ledenbrief : Modelverordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Elektronische bekendmaking verkeersbesluiten Publicatie : Gezamenlijke veiligheidszorg, volop lokale kansen in nieuw politiebestel Publicatie : Goed bezig, de betekenis van mensenrechten voor gemeenten Bijzondere ledenbrief regeerakkoord Ledenbrief Aanstelling in algemene dienst Fietsverkeer nr. 31, okt’12 Nieuwsbrief okt’12 Motie SVHW Verhuisbericht VZHG Nieuwsbrief nr. 4, nov’12 Informatie/Nieuwsbrief 15 nov’12 Persbericht Visie 2030 A-V wint Groene Hart Kwaliteit Prijs Notitie Bureau Onderwijs en Arbeidsmarkt (BOA) Brochure : Meer kansen, meer banen Samenstelling Dagelijks Bestuur Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Graafstroom 2012 Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Liesveld 2012 Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Nieuw-Lekkerland 2012 Schoolraad Molenwaard Jaarverslag Kernprogramma 2012 Memo beantwoording vragen huisvestingsbeleid Memo beantwoording vragen uitplaatsing voetbalvelden NLL Memo beantwoording vragen reisdocumenten + memo financiering pilot reisdocumenten
Nr. 29. 30. 31.
Afzender Gez. colleges Gez. colleges Gez. colleges
32. 33. 34. 35.
Gez. Gez. Gez. Gez.
colleges colleges colleges colleges
36. Gez. colleges 37. 38. 39. 40. B.
Gez. Gez. Gez. Gez.
colleges colleges colleges colleges
Onderwerp Memo toelichting afschrijvingstermijnen openbare ruimte Memo toelichting op zomernota : brandweer Memo toelichting op artikel 10.1 Verordening Overleg Lokaal Onderwijsbeleid Memo zonnepanelen sportcomplex Woonleefhart Nieuwpoort Memo beantwoording vragen oude gemeentehuis G-A Memo beantwoording vragen afval rondom afvalcontainers Memo initiatiefvoorstel starterslening + Min. BZK : Nota startersleningen Memo beëindiging mediationtraject gemeente versus v.v. Nieuw-Lekkerland Memo wijziging Verordening Lijkbezorgingsrechten 2012 Memo s.v.z. uitvoering Nota Volksgezondheidsbeleid Brief s.v.z. vordering Landsbanki Brief s.v.z. GR Drechtwerk
Voorgesteld wordt de volgende stukken ter afdoening naar de gezamenlijke colleges te sturen:
Geen. C.
Voorgesteld wordt de volgende stukken voor advisering naar de gezamenlijke colleges te sturen:
Geen. D.
Voorgesteld wordt in te stemmen met de volgende stukken:
Geen. De griffiers,
T.W. Kanters en A.J.P. Saes
Raadsvoorstel Bleskensgraaf, 28 november 2012
Raadsvoorstel
*ZD9A20E963C* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Ruimte, Wonen en Duurzaamheid GRM wethouder Heijkoop gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 10 NLL1218662 / VB36982 Tweede wijziging Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
Samenvattend advies De financiële en administratieve taken van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ) worden al jaren uitgevoerd door het Service Centrum Drechtsteden (in het vervolg SCD). Thans is de OZHZ voornemens deze samenwerking gedeeltelijk voort te zetten. Gedeeltelijk, omdat zij de werkzaamheden wat de financiën betreft zelf gaat uitvoeren. De overige taken wil men, conform de mening van het merendeel van de gemeenten, bij het SCD ondergebracht houden. Om dat mogelijk te maken is de vestiging van alleenrecht door de OZHZ nodig. Daarvoor dient de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid te worden gewijzigd. Onderhavig voorstel is bedoeld om uw raad te laten instemmen met de vorengenoemde wijziging. Aanleiding en vraagstelling Al jaren zijn de financiële en administratieve taken van de Omgevingsdienst ZHZ (voorheen Milieudienst ZHZ) ondergebracht bij het SCD. Met de vorming van de Veiligheidsregio en de OZHZ ontstond de noodzaak de juridische basis onder de dienstverlening door het SCD te vernieuwen. Ook rees de vraag of deze samenwerking voortgezet diende te worden. Al eerder had het bestuur van de OZHZ besloten de taken rond de financiën zelf te gaan uitvoeren. Voor de overige taken waren er 2 mogelijkheden namelijk openbaar europees aanbesteden of vestiging van alleenrecht (ook wel uitsluitend recht genoemd) waardoor de dienstverlening door het SCD kan worden geconsolideerd. Om het vestigen van alleenrecht mogelijk te maken, dient de gemeenschappelijke regeling te worden gewijzigd. Zie daarvoor bijgevoegde stukken. Deze wijziging moet door de raden worden vastgesteld. De provincie is voorstander van een Europese aanbesteding. Nu de gemeenten gekozen hebben voor de andere optie middels het alleenrecht, wil de provincie gevrijwaard worden van de risico’s die kleven aan het vestigen van het alleenrecht. Afwegingen Door advocatenkantoor AKD en Pels Rijcken zijn de risico’s van het vestigen van alleenrecht onderzocht. Daaruit is gebleken dat er wel juridische en financiële risico’s aan kunnen kleven, omdat jurisprudentie op dat gebied nog niet is uitgekristalliseerd. Desalniettemin heeft een meerderheid aangegeven voorstander te zijn van het voortzetten van de samenwerking met het SCD en dus niet over te gaan tot Europese aanbesteding, waaraan de provincie voorkeur geeft. Bij de afweging rond de juridische haalbaarheid van het vestigen van het alleenrecht voor de voortzetting van de dienstverlening door het SCD oordeelt de provincie anders dan de 19 regiogemeenten. De provincie geeft voorkeur aan een Europese aanbesteding.
2 Binnen het bestuur van de OZHZ hebben de gemeenten enerzijds en de provincie anderzijds verschillende belangen. Bij de vorming van de OZHZ gold de afspraak dat beide initiatiefnemers (de regio Zuid-Holland Zuid en de provincie Zuid-Holland) zelf de frictiekosten zouden opvangen, die het gevolg zouden kunnen zijn van de overdracht van de taken en het personeel. Deze frictiekosten betroffen de “leegloop” van overhead en ondersteuning, vervroegde afschrijvingen op investeringen en een teveel aan huisvesting. In geval de dienstverlening door het SCD niet zou worden voortgezet, zouden de frictiekosten die aan het SCD betaald zouden moeten worden niet voor rekening van de provincie komen. In het algemeen bestuur van de OZHZ is daarom de volgende afspraak gemaakt. Nu de gemeenten, in geval van stoppen van de samenwerking met de SCD, opdraaien voor de frictiekosten, is het ook aan de gemeenten om te kiezen voor het alleenrecht. De provincie legt zich neer bij deze keuze onder de voorwaarde dat zij gevrijwaard wordt voor de juridische, bestuurlijke en financiële gevolgen van de voorkeur voor het alleenrecht door de gemeenten. In de vergadering van het Algemeen Bestuur van de OZHZ op 11 oktober jl. is besloten tot het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling om het vestigen van het alleenrecht mogelijk te maken en de provincie te vrijwaren van de risico’s daarvan. Dit besluit van het AB dient door elke individuele gemeente te worden bekrachtigd. In artikel 38 van de Gemeenschappelijke Regeling OZHZ is bepaald dat colleges tot een wijzing van de regeling kunnen besluiten, nadat de raden toestemming daarvoor hebben gegeven. Tevens geldt dat van de bevoegdheid om op basis van het alleenrecht een contract te sluiten met het SCD alleen gebruik kan worden gemaakt indien alle gemeenten de vrijwaring hebben afgegeven. Kanttekeningen Met het besluit tot het vestigen van het alleenrecht en de vrijwaring van de provincie is nog niet definitief besloten dat de dienstverlening door het SCD zal worden voortgezet. Daaraan zijn 2 voorwaarden verbonden namelijk dat het SCD een marktconforme offerte uitbrengt en dat alle 19 regiogemeenten de provincie vrijwaren. In december a.s. zal er een businesscase worden gehouden waarbij de offerte van het SCD zal worden besproken en behandeld. Financiële en overige consequenties Het aanpassen van de gemeenschappelijke regeling en het vrijwaren van de Provincie ZuidHolland veroorzaakt geen financiële gevolgen voor de Omgevingsdienst en de ontwerpbegroting 2013 van de gemeente Molenwaard. De aanpassing maakt het immers mogelijk om een situatie van alleenrecht toe te passen. Omdat de aanpassing ook de instemming van de provincie vereist, ligt het voor de hand om de provincie te vrijwaren. Over het toepassen van alleenrecht zal het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst op basis van een actuele businesscase afzonderlijk besluiten. Gevraagd besluit Wij vragen u in te stemmen met de tweede wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, zodat onze colleges die kunnen vaststellen.
De colleges van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland.
De loco-secretaris,
De voorzitter van het gezamenlijk collegeoverleg,
H.J. Lingeman
Ir. M. Houtman
Raadsbesluit Bleskensgraaf, 11 december 2012
Raadsbesluit
*ZD99DE0649C* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Ruimte, Wonen en Duurzaamheid GRM wethouder Heijkoop gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 10 GRM1218660 / VB36608 Tweede wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
De raad van de gemeente Graafstroom, gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012;
besluit:
in te stemmen met de tweede wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012.
De griffier,
De voorzitter,
Drs. T.W. Kanters
D.R. van der Borg
Raadsbesluit Bleskensgraaf, 11 december 2012
Raadsbesluit
*ZD99EBCA878* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Ruimte, Wonen en Duurzaamheid GRM wethouder Heijkoop gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 10 LSV1218661 / VB36655 Tweede wijziging Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
De raad van de gemeente Liesveld, gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012;
besluit:
in te stemmen met de tweede wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012.
De griffier,
De voorzitter,
A.J.P. Saes
T.C. van Gelder
Raadsbesluit Bleskensgraaf, 11 december 2012
Raadsbesluit
*ZD99EC0A76B* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Ruimte, Wonen en Duurzaamheid GRM wethouder Heijkoop gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 10 NLL1218662 / VB36656 Tweede wijziging Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
De raad van de gemeente Nieuw-Lekkerland, gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012;
besluit:
in te stemmen met de tweede wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012.
De griffier,
De voorzitter,
Drs. T.W. Kanters
Ir. M. Houtman
Raadsbesluit
Bleskensgraaf, 11 december 2012
Raadsbesluit
*ZD99CE45A90* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Infrastructuur, Verkeer en Vervoer LSV wethouder Bikker gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 11 GRM1004905/36562 Beheerverordening begraafplaatsen 2013
De raad van de gemeente Graafstroom; gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012; gelet op het bepaalde in de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2013. (Beheerverordening begraafplaatsen 2013)
Gegevens van de regeling: Overheidsorganisatie
Gemeente Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland
Raadsvergadering
11 december 2012
Vastgesteld door
Gemeenteraad
Betreft(aard van de wijziging)
Harmoniseren bestaande regeling
Datum van inwerkingtreding van (een versie van) de regeling Bron bekendmaking van (een wijziging van) de regeling zowel lokaal en op internet www.overheid.nl
1 januari 2013 Het Kontakt, 21 december 2012 Internet, 28 december 2012
Overig
--
Afdeling
Buitenruimte
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
1
2Raadsbesluit HOOFDSTUK 1.
INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen in Graafstroom: - Bleskensgraaf (aan de Meulenbroek ter hoogte van nummer 16); - Brandwijk (aan de Brandwijksedijk t.h.v. nummer 19 achter de Ned. Hervormde Kerk en aan de Kerkweg t.h.v. nummer 7); - Goudriaan (aan de Noordzijde t.h.v. nummer 17 achter en terzijde van de Ned. Hervormde Kerk); - Molenaarsgraaf (aan de Dorpsstraat t.h.v. nummer 28 achter de Ned. Hervormde Kerk); - Ottoland (A t.h.v. nummer 59 achter en terzijde van de Ned. Hervormde Kerk); - Oud-Alblas (aan de Noordzijde t.h.v. nummer 35); - Wijngaarden (aan de Dorpsstraat t.h.v. nummer 24 achter en terzijde van de Ned. Hervormde Kerk en aan het Oosteinde 41a); b. begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen in Liesveld: - Groot-Ammers (Liesveld 2); - Langerak (aan de Lekdijk t.h.v. nummer 151 achter de Ned. Hervormde Kerk); - Nieuwpoort (aan Bij de Waterschuur t.h.v. nummer 19); - Streefkerk (aan de Beneden Tiendweg naast nummer 1); c. begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen in Nieuw-Lekkerland: - Lekdijk tegenover huisnummer 89; - Schoonenburglaan 53a; d. graf: een zandgraf of keldergraf; e. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand; f. asbus: een bus ter berging van as van een overledene; g. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen; h. particulier graf: een eigen graf, familiegraf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen begraven en begraven houden van lijken; 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 3. het doen verstrooien van as. i. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken. j. particulier kindergraf: een eigen graf, familiegraf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen begraven en begraven houden van lijken; 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 3. het doen verstrooien van as. k. algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken en het bijzetten van asbussen met of zonder urnen. l. particulier urnengraf: een eigen graf, familiegraf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 2. het doen verstrooien van as. m. algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen; n. particuliere urnenplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
2
3 o. particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; p. particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken; q. verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid; r. grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of gedenkplaats s. beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt; t. rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier kindergraf, een particulier urnengraf, particuliere urnenplaats, particuliere urnennis of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden; u. gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf, een algemeen kindergraf of een algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden. Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier kindergraf, particulier urnengraf, particuliere urnenplaats, particuliere urnennis en particuliere gedenkplaats. 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: algemeen kindergraf en algemeen urnengraf. HOOFDSTUK 2.
OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS
Artikel 3. Openstelling begraafplaatsen 1. De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend. 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten. 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as. Artikel 4. Ordemaatregelen 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder. 2. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen. 3. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden: a. elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen; b. sneller dan 10 km per uur. 4. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid. Artikel 5. Plechtigheden 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld. 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
3
4 Artikel 6. Opgravingen en ruimen Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast. HOOFDSTUK 3.
VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 7.
Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf 1. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan. 2. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8. Gebouwen 1. Het gebruik van, indien aanwezig, de ontvangstruimten of de aula moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder. 2. De ruimten staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager. Artikel 9. Over te leggen stukken 1. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder. 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet. 3. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende. 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren. 5. Het is verboden om een lijk te begraven met gebruikmaking van een lijkhoes die niet voldoet aan de voorwaarden van het Lijkomhulselbesluit 1998. 6. Het is verboden om in een kist of ander omhulsel voorwerpen of objecten bij te sluiten die niet tot de kist of het lijk behoren , anders dan kleine verteerbare grafgiften. 7. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn. Artikel 10. Tijden van begraven en asbezorging 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van 9.00 uur tot 15.00 uur; op zaterdag van 09.00 uur tot 13.00 uur. Vanaf 13.00 zullen er extra kosten in rekening worden gebracht, echter de uiterlijke tijd voor begraven of asbezorging op zaterdagen is 15.00 uur. 2. Tussen twee begravingen op één dag op één begraafplaats moet minimaal twee uur zitten. 3. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
4
5 HOOFDSTUK 4.
INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN
Artikel 11. Indeling graven en asbezorging 1. Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven: a. particuliere graven, particuliere kindergraven en particuliere urnengraven; b. particuliere urnennissen; c. particuliere urnenplaatsen en particuliere gedenkplaatsen. 2. De gemeente geeft een gebruikersrecht voor: a. algemene graven, algemene kindergraven en algemene urnengraven. 3. De gemeente biedt de mogelijkheid as te verstrooien op aangewezen strooivelden. 4. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging. Artikel 12. Aantal overledenen in algemene graven 1. In de algemene graven en algemene kindergraven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven. 2. In de algemene urnengraven kan een door het college te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet. Artikel 13. Volgorde van uitgifte 1. De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven. 2. Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is. Artikel 14. Termijnen particuliere graven 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van dertig jaar recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven. 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien of twintig jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. 3. Het is toegestaan om op verzoek van de rechthebbende, het recht op een particulier graf voor onbepaalde tijd om te zetten naar een termijn van dertig jaar. De termijn begint te lopen op de datum waarop het verzoek is gehonoreerd door de beheerder. Artikel 15. Grafkelder Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden. Artikel 16. Overschrijving van verleende rechten 1. Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon. 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan. 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
5
6 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd. Artikel 17. Afstand doen van graven Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende. Artikel 18. Einde van de grafrechten 1. De grafrechten vervallen: a. door het verlopen van de termijn; b. indien de rechthebbende afstand doet van het recht; c. indien een van de begraafplaatsen wordt opgeheven. 2. Het college kan de grafrechten vervallen verklaren: a. indien de betaling van de onderhoudskosten – ondanks een aanmaning – niet binnen zes maanden na verzending van de nota is geschied; b. indien de rechthebbende – ondanks een aanmaning – in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt; c. indien de rechthebbende van een graf is overleden en het recht niet binnen één jaar is overgeschreven. 3. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b. en c., en in het tweede lid, vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten. 4. De eventueel op het graf aanwezige grafbedekking kan gedurende een maand vóór het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden. HOOFDSTUK 5.
GRAFBEDEKKINGEN
Artikel 19. Vergunning grafbedekking 1. Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college. 2. De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan. 3. Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen. 4. Het college kan de vergunning weigeren indien: a. niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid; b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats; c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is; d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is. Artikel 20. Het niet toestaan van grafbedekking Het college kan bij nader vast te stellen regels bepalen op welke velden van graven, op de onder artikel 1.a genoemde begraafplaatsen, geen grafbedekking mag worden aangebracht. Artikel 21. Onderhoud door de gemeente Het college voorziet in het één maal per jaar schoonmaken van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen. Artikel 22. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker 1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen of vernieuwen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker. 2. De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
6
7 3. Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. 4. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord, indien aanwezig, bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht. 5. Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden. Het college behoudt zich het recht voor om op kosten van de rechthebbende of gebruiker een herstelactie uit te voeren indien de gevaarzetting daartoe noopt. 6. Het college kan de rechthebbende of gebruiker aansprakelijk stellen voor vervolgschade, indien dit het gevolg is van achterstallig onderhoud of een ondeugdelijke constructie. Artikel 23. Niet-blijvende grafbeplanting en overige objecten 1. Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. 2. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder. 3. Stekers en naamplaatjes zullen voor een periode van 6 maanden door de beheerder ter beschikking worden gesteld. 4. In afwachting van de definitieve grafbedekking worden louter stekers en/of naamplaatjes van de beheerder geaccepteerd. Artikel 24. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd. 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje. 3. Indien de grafbedekking niet binnen dertien weken na de verwijdering is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is. HOOFDSTUK 6.
RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN
Artikel 25. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de gebruiker bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
7
8 2. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd. 3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats(en). 4. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders. 5. De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien. HOOFDSTUK 7.
IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING
Artikel 26. Lijst 1. Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft. 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven. 3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan. HOOFDSTUK 8.
INRICHTING REGISTER
Artikel 27. Register Het register wordt bijgehouden door de toegewezen ambtenaar. HOOFDSTUK 10. SLOTBEPALINGEN Artikel 28. Intrekking oude regelingen De Beheersverordening begraafplaatsen Graafstroom 2004, vastgesteld op 15 december 2003, wordt ingetrokken. Artikel 29. Overgangsbepaling 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de oude verordening genoemd in artikel 29 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening. 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de oude verordening genoemd in artikel 29 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast. Artikel 30. Strafbepaling 1. Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 lid 3, 4 lid 1, 4 lid 2, 4 lid 3a, 4 lid 3b en 5 lid 2 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie. 2. Overtreding van artikel 4 van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. Artikel 31. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, doch uiterlijk op 1 januari 2013.
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
8
9 Artikel 32. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Beheerverordening begraafplaatsen 2013.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012.
De griffier,
De voorzitter,
Drs. T.W. Kanters
D.R. van der Borg
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
9
Bleskensgraaf, 11 december 2012
Raadsbesluit
*ZD99CE696AB* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Infrastructuur, Verkeer en Vervoer LSV wethouder Bikker gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 11 LSV1004906/36563 Beheerverordening begraafplaatsen 2013
De raad van de gemeente Liesveld; gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012; gelet op het bepaalde in de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2013. (Beheerverordening begraafplaatsen 2013)
Gegevens van de regeling: Overheidsorganisatie
Gemeente Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland
Raadsvergadering
11 december 2012
Vastgesteld door
Gemeenteraad
Betreft(aard van de wijziging)
Harmoniseren bestaande regeling
Datum van inwerkingtreding van (een versie van) de regeling Bron bekendmaking van (een wijziging van) de regeling zowel lokaal en op internet www.overheid.nl
1 januari 2013 Het Kontakt, 21 december 2012 Internet, 28 december 2012
Overig
--
Afdeling
Buitenruimte
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
1
2
HOOFDSTUK 1.
INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen in Graafstroom: - Bleskensgraaf (aan de Meulenbroek ter hoogte van nummer 16); - Brandwijk (aan de Brandwijksedijk t.h.v. nummer 19 achter de Ned. Hervormde Kerk en aan de Kerkweg t.h.v. nummer 7); - Goudriaan (aan de Noordzijde t.h.v. nummer 17 achter en terzijde van de Ned. Hervormde Kerk); - Molenaarsgraaf (aan de Dorpsstraat t.h.v. nummer 28 achter de Ned. Hervormde Kerk); - Ottoland (A t.h.v. nummer 59 achter en terzijde van de Ned. Hervormde Kerk); - Oud-Alblas (aan de Noordzijde t.h.v. nummer 35); - Wijngaarden (aan de Dorpsstraat t.h.v. nummer 24 achter en terzijde van de Ned. Hervormde Kerk en aan het Oosteinde 41a); b. begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen in Liesveld: - Groot-Ammers (Liesveld 2); - Langerak (aan de Lekdijk t.h.v. nummer 151 achter de Ned. Hervormde Kerk); - Nieuwpoort (aan Bij de Waterschuur t.h.v. nummer 19); - Streefkerk (aan de Beneden Tiendweg naast nummer 1); c. begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen in Nieuw-Lekkerland: - Lekdijk tegenover huisnummer 89; - Schoonenburglaan 53a; d. graf: een zandgraf of keldergraf; e. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand; f. asbus: een bus ter berging van as van een overledene; g. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen; h. particulier graf: een eigen graf, familiegraf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen begraven en begraven houden van lijken; 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 3. het doen verstrooien van as. i. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken; j. particulier kindergraf: een eigen graf, familiegraf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen begraven en begraven houden van lijken; 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 3. het doen verstrooien van as. k. algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken en het bijzetten van asbussen met of zonder urnen; l. particulier urnengraf: een eigen graf, familiegraf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 2. het doen verstrooien van as. m. algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen; n. particuliere urnenplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
2
3
o. particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; p. particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken; q. verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid; r. grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of gedenkplaats s. beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt; t. rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier kindergraf, een particulier urnengraf, particuliere urnenplaats, particuliere urnennis of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden; u. gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf, een algemeen kindergraf of een algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden. Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier kindergraf, particulier urnengraf, particuliere urnenplaats, particuliere urnennis en particuliere gedenkplaats. 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: algemeen kindergraf en algemeen urnengraf. HOOFDSTUK 2.
OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS
Artikel 3. Openstelling begraafplaatsen 1. De begraafplaatsen is zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend. 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten. 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as. Artikel 4.Ordemaatregelen 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder. 2. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen. 3. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden: a. elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen; b. sneller dan 10 km per uur. 4. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid. Artikel 5. Plechtigheden 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld. 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
3
4
Artikel 6. Opgravingen en ruimen Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast. HOOFDSTUK 3.
VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 7.
Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf 1. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan. 2. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8. Gebouwen 1. Het gebruik van, indien aanwezig, de ontvangstruimten of de aula moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder. 2. De ruimten staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager. Artikel 9. Over te leggen stukken 1. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder. 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet. 3. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende. 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren. 5. Het is verboden om een lijk te begraven met gebruikmaking van een lijkhoes die niet voldoet aan de voorwaarden van het Lijkomhulselbesluit 1998. 6. Het is verboden om in een kist of ander omhulsel voorwerpen of objecten bij te sluiten die niet tot de kist of het lijk behoren , anders dan kleine verteerbare grafgiften. 7. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn. Artikel 10. Tijden van begraven en asbezorging 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van 9.00 uur tot 15.00 uur; op zaterdag van 09.00 uur tot 13.00 uur. Vanaf 13.00 zullen er extra kosten in rekening worden gebracht, echter de uiterlijke tijd voor begraven of asbezorging op zaterdagen is 15.00 uur. 2. Tussen twee begravingen op één dag op één begraafplaats moet minimaal twee uur tussen zitten. 3. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
4
5 HOOFDSTUK 4.
INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN
Artikel 11. Indeling graven en asbezorging 1. Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven: a. particuliere graven, particuliere kindergraven en particuliere urnengraven; b. particuliere urnennissen; c. particuliere urnenplaatsen en particuliere gedenkplaatsen. 2. De gemeente geeft een gebruikersrecht voor: a. algemene graven, algemene kindergraven en algemene urnengraven. 3. De gemeente biedt de mogelijkheid as te verstrooien op aangewezen strooivelden. 4. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging. Artikel 12. Aantal overledenen in algemene graven 1. In de algemene graven en algemene kindergraven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven. 2. In de algemene urnengraven kan een door het college te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet. Artikel 13. Volgorde van uitgifte 1. De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven. 2. Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is. Artikel 14. Termijnen particuliere graven 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van dertig jaar recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven. 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien of twintig jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. 3. Het is toegestaan om op verzoek van de rechthebbende, het recht op een particulier graf voor onbepaalde tijd om te zetten naar een termijn van dertig jaar. De termijn begint te lopen op de datum waarop het verzoek is gehonoreerd door de beheerder. Artikel 15. Grafkelder Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden. Artikel 16. Overschrijving van verleende rechten 1. Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon. 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan. 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
5
6
4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd. Artikel 17. Afstand doen van graven Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende. Artikel 18. Einde van de grafrechten 1. De grafrechten vervallen: a. door het verlopen van de termijn; b. indien de rechthebbende afstand doet van het recht; c. indien een van de begraafplaatsen wordt opgeheven. 2. Het college kan de grafrechten vervallen verklaren: a. indien de betaling van de onderhoudskosten – ondanks een aanmaning – niet binnen zes maanden na verzending van de nota is geschied; b. indien de rechthebbende – ondanks een aanmaning – in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt; c. indien de rechthebbende van een graf is overleden en het recht niet binnen één jaar is overgeschreven. 3. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b. en c., en in het tweede lid, vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten. 4. De eventueel op het graf aanwezige grafbedekking kan gedurende een maand vóór het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden. HOOFDSTUK 5.
GRAFBEDEKKINGEN
Artikel 19. Vergunning grafbedekking 1. Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college. 2. De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan. 3. Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen. 4. Het college kan de vergunning weigeren indien: a. niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid; b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats; c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is; d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is. Artikel 20. Het niet toestaan van grafbedekking Het college kan bij nader vast te stellen regels bepalen op welke velden van graven, op de onder artikel 1.a genoemde begraafplaatsen, geen grafbedekking mag worden aangebracht. Artikel 21. Onderhoud door de gemeente Het college voorziet in het één maal per jaar schoonmaken van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen. Artikel 22. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker 1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen of vernieuwen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker. 2. De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Beheersverordening begraafplaatsen 2013
6
7
3. Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. 4. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord, indien aanwezig, bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht. 5. Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden. Het college behoudt zich het recht voor om op kosten van de rechthebbende of gebruiker een herstelactie uit te voeren indien de gevaarzetting daartoe noopt. 6. Het college kan de rechthebbende of gebruiker aansprakelijk stellen voor vervolgschade, indien dit het gevolg is van achterstallig onderhoud of een ondeugdelijke constructie. Artikel 23. Niet-blijvende grafbeplanting en overige objecten 1. Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. 2. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder. 3. Stekers en naamplaatjes zullen voor een periode van 6 maanden door de beheerder ter beschikking worden gesteld. 4. In afwachting van de definitieve grafbedekking worden louter stekers en/of naamplaatjes van de beheerder geaccepteerd. Artikel 24. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd. 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje. 3. Indien de grafbedekking niet binnen dertien weken na de verwijdering is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is. HOOFDSTUK 6.
RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN
Artikel 25. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de gebruiker bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
7
8
2. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd. 3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats(en). 4. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders. 5. De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien. HOOFDSTUK 7.
IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING
Artikel 26. Lijst 1. Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft. 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven. 3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan. HOOFDSTUK 8.
INRICHTING REGISTER
Artikel 27. Register Het register wordt bijgehouden door de toegewezen ambtenaar. HOOFDSTUK 10. SLOTBEPALINGEN Artikel 28. Intrekking oude regelingen De Begraafplaatsverordening 2007 van de gemeente Liesveld, vastgesteld op 19 juni 2007, wordt ingetrokken. Artikel 29. Overgangsbepaling 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de oude verordening genoemd in artikel 29 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening. 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de oude verordening genoemd in artikel 29 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast. Artikel 30. Strafbepaling 1. Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 lid 3, 4 lid 1, 4 lid 2, 4 lid 3a, 4 lid 3b en 5 lid 2 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie. 2. Overtreding van artikel 4 van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. Artikel 31. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, doch uiterlijk op 1 januari 2013.
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
8
9 Artikel 32. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Beheerverordening begraafplaatsen 2013.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012.
De griffier,
De voorzitter,
A.J.P. Saes
T.C. van Gelder
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
9
Raadsbesluit Bleskensgraaf, 11 december 2012
Raadsbesluit
*ZD99CE7F985* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Infrastructuur, Verkeer en Vervoer NLL wethouder Hoogendoorn gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 11 NLL1004908/36564 Beheersverordening begraafplaatsen 2013
De raad van de gemeente Nieuw-Lekkerland; gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012; gelet op het bepaalde in de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2013. (Beheerverordening begraafplaatsen 2013)
Gegevens van de regeling: Overheidsorganisatie
Gemeente Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland
Raadsvergadering
11 december 2012
Vastgesteld door
Gemeenteraad
Betreft(aard van de wijziging)
Harmoniseren bestaande regeling
Datum van inwerkingtreding van (een versie van) de regeling Bron bekendmaking van (een wijziging van) de regeling zowel lokaal en op internet www.overheid.nl
1 januari 2013 Het Kontakt, 21 december 2012 Internet, 28 december 2012
Overig
--
Afdeling
Buitenruimte
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
1
2 HOOFDSTUK 1.
INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen in Graafstroom: - Bleskensgraaf (aan de Meulenbroek ter hoogte van nummer 16); - Brandwijk (aan de Brandwijksedijk t.h.v. nummer 19 achter de Ned. Hervormde Kerk en aan de Kerkweg t.h.v. nummer 7); - Goudriaan (aan de Noordzijde t.h.v. nummer 17 achter en terzijde van de Ned. Hervormde Kerk); - Molenaarsgraaf (aan de Dorpsstraat t.h.v. nummer 28 achter de Ned. Hervormde Kerk); - Ottoland (A t.h.v. nummer 59 achter en terzijde van de Ned. Hervormde Kerk); - Oud-Alblas (aan de Noordzijde t.h.v. nummer 35); - Wijngaarden (aan de Dorpsstraat t.h.v. nummer 24 achter en terzijde van de Ned. Hervormde Kerk en aan het Oosteinde 41a); b. begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen in Liesveld: - Groot-Ammers (Liesveld 2); - Langerak (aan de Lekdijk t.h.v. nummer 151 achter de Ned. Hervormde Kerk); - Nieuwpoort (aan Bij de Waterschuur t.h.v. nummer 19); - Streefkerk (aan de Beneden Tiendweg naast nummer 1); c. begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen in Nieuw-Lekkerland: - Lekdijk tegenover huisnummer 89; - Schoonenburglaan 53a; d. graf: een zandgraf of keldergraf; e. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand; f. asbus: een bus ter berging van as van een overledene; g. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen; h. particulier graf: een eigen graf, familiegraf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen begraven en begraven houden van lijken; 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 3. het doen verstrooien van as. i. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken. j. particulier kindergraf: een eigen graf, familiegraf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen begraven en begraven houden van lijken; 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 3. het doen verstrooien van as. k. algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken en het bijzetten van asbussen met of zonder urnen. l. particulier urnengraf: een eigen graf, familiegraf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 2. het doen verstrooien van as. m. algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen; n. particuliere urnenplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
2
3 o. particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; p. particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken; q. verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid; r. grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of gedenkplaats s. beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt; t. rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier kindergraf, een particulier urnengraf, particuliere urnenplaats, particuliere urnennis of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden; u. gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf, een algemeen kindergraf of een algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden. Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier kindergraf, particulier urnengraf, particuliere urnenplaats, particuliere urnennis en particuliere gedenkplaats. 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: algemeen kindergraf en algemeen urnengraf. HOOFDSTUK 2.
OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS
Artikel 3. Openstelling begraafplaatsen 1. De begraafplaatsen is zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend. 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten. 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as. Artikel 4. Ordemaatregelen 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder. 2. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen. 3. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden: a. elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen; b. sneller dan 10 km per uur. 4. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid. Artikel 5. Plechtigheden 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld. 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
3
4 Artikel 6. Opgravingen en ruimen Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast. HOOFDSTUK 3.
VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 7.
Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf 1. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan. 2. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8. Gebouwen 1. Het gebruik van, indien aanwezig, de ontvangstruimten of de aula moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder. 2. De ruimten staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager. Artikel 9. Over te leggen stukken 1. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder. 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet. 3. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende. 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren. 5. Het is verboden om een lijk te begraven met gebruikmaking van een lijkhoes die niet voldoet aan de voorwaarden van het Lijkomhulselbesluit 1998. 6. Het is verboden om in een kist of ander omhulsel voorwerpen of objecten bij te sluiten die niet tot de kist of het lijk behoren , anders dan kleine verteerbare grafgiften. 7. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn. Artikel 10. Tijden van begraven en asbezorging 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van 9.00 uur tot 15.00 uur; op zaterdag van 09.00 uur tot 13.00 uur. Vanaf 13.00 zullen er extra kosten in rekening worden gebracht, echter de uiterlijke tijd voor begraven of asbezorging op zaterdagen is 15.00 uur. 2. Tussen twee begravingen op één dag op één begraafplaats moet minimaal twee uur tussen zitten. 3. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
4
5 HOOFDSTUK 4.
INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN
Artikel 11. Indeling graven en asbezorging 1. Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven: a. particuliere graven, particuliere kindergraven en particuliere urnengraven; b. particuliere urnennissen; c. particuliere urnenplaatsen en particuliere gedenkplaatsen. 2. De gemeente geeft een gebruikersrecht voor: a. algemene graven, algemene kindergraven en algemene urnengraven. 3. De gemeente biedt de mogelijkheid as te verstrooien op aangewezen strooivelden. 4. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging. Artikel 12. Aantal overledenen in algemene graven 1. In de algemene graven en algemene kindergraven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven. 2. In de algemene urnengraven kan een door het college te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet. Artikel 13. Volgorde van uitgifte 1. De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven. 2. Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is. Artikel 14. Termijnen particuliere graven 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van dertig jaar recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven. 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien of twintig jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. 3. Het is toegestaan om op verzoek van de rechthebbende, het recht op een particulier graf voor onbepaalde tijd om te zetten naar een termijn van dertig jaar. De termijn begint te lopen op de datum waarop het verzoek is gehonoreerd door de beheerder. Artikel 15. Grafkelder Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden. Artikel 16. Overschrijving van verleende rechten 1. Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon. 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan. 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
5
6 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd. Artikel 17. Afstand doen van graven Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende. Artikel 18. Einde van de grafrechten 1. De grafrechten vervallen: a. door het verlopen van de termijn; b. indien de rechthebbende afstand doet van het recht; c. indien een van de begraafplaatsen wordt opgeheven. 2. Het college kan de grafrechten vervallen verklaren: a. indien de betaling van de onderhoudskosten – ondanks een aanmaning – niet binnen zes maanden na verzending van de nota is geschied; b. indien de rechthebbende – ondanks een aanmaning – in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt; c. indien de rechthebbende van een graf is overleden en het recht niet binnen één jaar is overgeschreven. 3. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b. en c., en in het tweede lid, vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten. 4. De eventueel op het graf aanwezige grafbedekking kan gedurende een maand vóór het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden. HOOFDSTUK 5.
GRAFBEDEKKINGEN
Artikel 19. Vergunning grafbedekking 1. Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college. 2. De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan. 3. Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen. 4. Het college kan de vergunning weigeren indien: a. niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid; b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats; c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is; d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is. Artikel 20. Het niet toestaan van grafbedekking Het college kan bij nader vast te stellen regels bepalen op welke velden van graven, op de onder artikel 1.a genoemde begraafplaatsen, geen grafbedekking mag worden aangebracht. Artikel 21. Onderhoud door de gemeente Het college voorziet in het één maal per jaar schoonmaken van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen. Artikel 22. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker 1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen of vernieuwen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker. 2. De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
6
7 3. Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. 4. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord, indien aanwezig, bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht. 5. Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden. Het college behoudt zich het recht voor om op kosten van de rechthebbende of gebruiker een herstelactie uit te voeren indien de gevaarzetting daartoe noopt. 6. Het college kan de rechthebbende of gebruiker aansprakelijk stellen voor vervolgschade, indien dit het gevolg is van achterstallig onderhoud of een ondeugdelijke constructie. Artikel 23. Niet-blijvende grafbeplanting en overige objecten 1. Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. 2. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder. 3. Stekers en naamplaatjes zullen voor een periode van 6 maanden door de beheerder ter beschikking worden gesteld. 4. In afwachting van de definitieve grafbedekking worden louter stekers en/of naamplaatjes van de beheerder geaccepteerd. Artikel 24. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd. 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje. 3. Indien de grafbedekking niet binnen dertien weken na de verwijdering is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is. HOOFDSTUK 6.
RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN
Artikel 25. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de gebruiker bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
7
8 2. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd. 3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats(en). 4. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders. 5. De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien. HOOFDSTUK 7.
IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING
Artikel 26. Lijst 1. Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft. 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven. 3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan. HOOFDSTUK 8.
INRICHTING REGISTER
Artikel 27. Register Het register wordt bijgehouden door de toegewezen ambtenaar. HOOFDSTUK 10. SLOTBEPALINGEN Artikel 28. Intrekking oude regelingen De Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Nieuw-Lekkerland 2005, vastgesteld op 13 januari 2005, wordt ingetrokken. Artikel 29. Overgangsbepaling 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de oude verordening genoemd in artikel 29 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening. 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de oude verordening genoemd in artikel 29 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast. Artikel 30. Strafbepaling 1. Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 lid 3, 4 lid 1, 4 lid 2, 4 lid 3a, 4 lid 3b en 5 lid 2 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie. 2. Overtreding van artikel 4 van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. Artikel 31. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, doch uiterlijk op 1 januari 2013.
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
8
9 Artikel 32. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Beheerverordening begraafplaatsen 2013.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012.
De griffier,
De voorzitter,
Drs. T.W. Kanters
Ir. M. Houtman
Beheersverordening begraafplaatsen 2013
9
Raadsvoorstel BenW voorstel besluit Bleskensgraaf, 28 november 2012
Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer NLL wethouder Vat gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 12 WRD1219733/36672 (idem in zaaknrs. 1219847/1219848/1219849)
Voorstel Belastingverordeningen 2013
Samenvattend advies: gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland De volgende belastingverordeningen 2013, ieder voor uw eigen gemeente, vast te stellen: 1. Verordening Afvalstoffenheffing 2013. 2. Verordening Belasting op Roerende Woon- en Bedrijfsruimten 2013. 3. Verordening Brandweerrechten 2013. 4. Verordening Hondenbelasting 2013. 5. Verordening Leges 2013. 6. Verordening Kwijtschelding 2013. 7. Verordening Grafrechten (Lijkbezorgingsrechten) 2013. 8. Verordening Onroerende Zaakbelastingen 2013. 9. Verordening Rioolheffing 2013. 10. Verordening Toeristenbelasting 2013. 11. Verordening Vermakelijkheidsretributie 2013. 12. Verordening Lig- en kadegelden 2013 (vanaf 1-1-2013 voor heel Molenwaard). 13. Intrekking Verordening Lig- en kadegeld 2013 (haven Liesveld). Inleiding Om de geraamde belastingopbrengst voor 2013 te realiseren, moeten de belastingverordeningen voor 2013 voor het einde van het jaar worden vastgesteld. Bijzonder aspect dit jaar is het feit dat we op de drempel staan van het ontstaan van de gemeente Molenwaard. Dat maakt deze jaarlijkse handeling een heel klein beetje anders. Wet Arhi
De wet Arhi geeft een aantal regels dat van belang is voor de gemeentelijke voorschriften voor het heffen van belastingen. Aangezien belastingverhogingen niet met terugwerkende kracht mogen worden ingevoerd, is het nodig dat in geval van verhoging van de gemeentelijke belastingen, deze vóór 1 januari 2013 moeten zijn vastgesteld. In januari 2013 moeten dezelfde verordeningen (nogmaals) worden aangeboden aan de “nieuwe” raad. De aanslagoplegging is vastgesteld in februari 2013. Kadernota en Programmabegroting 2013 Bijgaande concept-belastingverordeningen 2013 zijn overeenkomstig de paragraaf “Lokale Heffingen”, zoals opgenomen in de concept-programmabegroting 2013-2016 (besproken in de gezamenlijke raad van 23 oktober 2012). In die begroting is voor álle heffingen uitgegaan van een opbrengstverhoging in 2013 ten opzichte van 2012 van 2%, zijnde de inflatiecorrectie.
Raadsvoorstel Voorstel Belastingverordeningen 2013 (collectief)
Pagina 1 van 3
2
Harmonisatie qua tekst en tarief De belastingverordeningen zijn voor 2013 tekstueel en tarieven (zie bijlage) volledig gelijkluidend. Verder zijn de overige verordeningen tekstueel geharmoniseerd naar wijzigingen van de VNG, uitspraken en wettelijke tarieven. De verordeningen worden collectief ondertekend. Uitvoering gemeentelijke belastingen - SVHW Ook voor belastingjaar 2013 zal de uitvoering door het SVHW worden voortgezet. Communicatie
Wettelijk publicatieplicht. Voor inzage door belanghebbenden worden de verordeningen en de bijbehorende tarieventabellen op de site www.overheid.nl geplaatst. Concreet voorstel De gezamenlijke gemeenteraden worden voorgesteld de belastingverordeningen 2013, ieder voor hun eigen gemeente, vast te stellen. Vervolgproces 11 december 2012 15 januari 2013
vaststelling door de gezamenlijke raden. vaststelling belastingverordeningen gemeente Molenwaard.
Bijlagen - Toelichting Raadsvoorstel – verordeningen en tabellen, incl. Paragraaf Lokale Heffingen 2013. - Belastingverordeningen 2013 (collectief te ondertekenen) en Molenwaard gereed. Bijlage bij dit voorstel Op de volgende pagina treft u een totaaloverzicht van de belastingtarieven 2012-2013. Voorstel Samenvattend stellen wij u voor de belastingverordeningen 2013, ieder voor uw eigen gemeente, vast te stellen.
De colleges van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland.
De loco-secretaris,
De voorzitter van het gezamenlijk collegeoverleg,
H.J. Lingeman
Ir. M. Houtman
Raadsvoorstel Voorstel Belastingverordeningen 2013 (collectief)
Pagina 2 van 3
3
Overzicht belasting tarieven 2012 - 2013 Soort belasting
GRF 2012
LSV 2012
Onroerende zaak belastingen, (percentage van de WOZ-waarde) eigenaren woningen eigenaren niet-woningen gebruikers niet-woningen
0,0828% 0,1959% 0,1534%
0,1069% 0,1585% 0,1252%
0,1114% 0,1018% 0,2441% 0,1885% 0,1874% 0,1581%
Belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten (percentage van de WOZ-waarde) eigenaren woningen eigenaren niet-woningen gebruikersbelasting
0,0828% 0,1959% 0,1534%
0,1069% 0,1585% 0,1252%
0,1114% 0,1018% 0,2441% 0,1885% 0,1874% 0,1581%
310,00
307,00
294,00
296,00
0,35
0,18
0,18
0,37
179,00 237,00 102,00 165,00 -
186,00 237,00 102,00 165,00 -
198,00 232,00 102,00 165,00 -
191,00 240,00 104,00 166,00 -
4.835,00 1.035,00 250,00
4.835,00 1.035,00 250,00
65,00 194,00
69,00 207,00
73,00 219,00
70,00 207,00
Toeristenbelasting per overnachting
1,00
1,00
1,00
1,05
Vermakelijkhedenretributie per bezoeker/passagier
0,75
0,75
0,75
0,75
48,70 43,00 260,00 7,65 2,85%
48,70 43,00 260,00 7,65 2,85%
48,70 43,00 260,00 7,65 2,85%
50,35 43,80 265,00 8,00 2,91%
Rioolaansluitrecht eigenaren woningen en gebouwen Rioolafvoerrecht per m³ gebruiker woningen-gebouwen per m³ Afvalstoffenheffing huishoudens tarief éénpersoonshuishoudens tarief meerpersoonshuishoudens extra container grijs 140 liter extra container grijs 240 liter extra container groen 140 liter extra container groen 240 liter Lijkbezorgingsrechten -recht voor uitgifte graf (twee diep) -recht voor begraven -recht voor vergunning plaatsen gedenksteen Hondenbelasting per hond kennel
Leges -afgifte paspoort -afgifte rijbewijs -voltrekken huwelijk -uittreksel gemeentelijke basisadministratie -algemeen perc. voor afgifte Wabo-vergunning
Raadsvoorstel Voorstel Belastingverordeningen 2013 (collectief)
NLL 2012
MW 2013
4.835,00 4.932,00 1.035,00 1.056,00 250,00 254,00
Pagina 3 van 3
Raadsvoorstel
Behorende bij Raadsvoorstel Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum Vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer NLL wethouder Vat Gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 12 WRD1219733/36949 (idem in zaaknrs 1219847/1219848/1219849)
Toelichting wijzigingen Belastingverordening 2013
Toelichting wijzigingen verordeningen 2013 Aan raad van de gemeente Onderwerp: Toelichting wijziging verordeningen. Hoort bij de vast te stellen Belastingverordeningen 2013. Samenvattend advies Ter uitvoering van de begrotingsbehandeling moeten de belastingverordeningen worden aangepast om voor het belastingjaar 2013 de goede aanslagen en heffingen gerealiseerd te krijgen. Voorgelegd worden de jaarlijks geheel nieuwe vast te stellen verordeningen 2013. Harmonisatie De belastingverordeningen zijn voor 2013 tekstueel en tarieven (zie bijlage) volledig gelijkluidend. Verder zijn de overige verordeningen tekstueel geharmoniseerd naar wijzigingen van de VNG, uitspraken en wettelijke tarieven. De verordeningen worden collectief ondertekend. De verordeningen van de gemeenten die onderdeel uitmaken van Gemeenschappelijke Regeling De Waard (GRDW) zijn met elkaar vergeleken. Harmonisatie stappen voor het laatste jaar voor de herindeling Molenwaard 2013: - samenvoegen en harmonisatie tarieven marktgelden/standplaatsen in de legestabel; - samenvoegen verordeningen grafrechten (Lijkbezorgingsrechten); - samenvoegen van belastingverordeningen 2013 per soort naar één verordening. Bijlagen in dit document: - Tarieventabellen, 2012-2013 verordeningen: Brandweerrechten, Lijkbezorging en Leges. - Paragraaf Lokale Heffingen 2013 (kopie van pagina’s 67 t/m 75). - Notitie verruimde vermogensnorm (SVHW). Bijlagen bij dit document: - Belastingverordeningen 2013 ter inzage
2
Oplossingsrichting(en) Algemeen Het aanpassen van de belastingverordeningen vindt plaats naar aanleiding van vier aspecten, te weten: tariefsaanpassingen, juridische wijzigingen, harmonisatie artikelen en vormgeving. Alle elementen worden in dit voorstel aangehaald en verwoord, mede ook voor de rechtmatigheid. Tariefsaanpassingen In het raadsvoorstel is een overzicht opgenomen van de tarieven. De tarieventabellen zoals brandweerrechten, leges, grafrechten (lijkbezorging) en notitie aanpassing kwijtscheldingsnorm zijn als bijlagen bij deze toelichting bijgevoegd. De tariefsverhogingen voor 2013 zijn gebaseerd op de vaststelling van de meerjarenbegroting, wettelijke tarieven en incidentele adviestarieven van de VNG. Daar waar van toepassing zijn de wettelijke bedragen toegepast, in een aantal gevallen is vanwege afrondingsverschillen het tarief hoger naar boven afgerond op hele bedragen. Juridische aanpassingen De juridische wijzigingen worden, voor zover relevant, in de verordeningen opgenomen, deze zijn in verband met de harmonisatie in kaart gebracht en vastgelegd. Vormgeving De verordeningen en internet publicaties zijn per gemeente eenduidig in vormgeving, lettertype en registratie aangepast. Afweging(en) Onderstaand is per belastingverordening aangegeven tekstwijzigingen zijn aangebracht.
Wijzigingen per verordening Harmonisatie Het onderstaande overzicht geeft een beeld van de momenteel aanwezige verordeningen binnen de Gemeenten die overgaan in de herindeling gemeenten Molenwaard en de harmonisatie. Verordening
Soort
Belastingen
Verordening Afvalstoffenheffing
Belastingen Belastingen
Verordening Belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten Verordening Brandweerrechten incl. tarieventabel
Graafstroom
Liesveld
NieuwLekkerland
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
Belastingen
Verordening Hondenbelasting
ja
ja
ja
Belastingen
Verordening Leges incl. tarieventabel
ja
ja
ja
Belastingen
Verordening Lig- en Kadegelden
-
-
ja
Belastingen
Verordening Grafrechten (Lijkbezorgingsrechten) incl. tarieventabel
ja
ja
ja
Belastingen
Verordening OZB
ja
ja
ja
Belastingen
Verordening Rioolrechten
ja
ja
ja
Belastingen
Verordening Toeristenbelasting
ja
ja
ja
Belastingen
Verordening Vermakelijkhedenretributie
ja
ja
ja
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 2 van 35
3
1.Verordening Afvalstoffenheffing • Tekst wijzigingen in: Artikel 3 Maatstaf van heffingen. • Geen tekst wijzigingen anders dan juridische wijzigingen. • Tarieven aangepast conform raadsvoorstel. 2.Verordening Belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten • Geen tekst wijzigingen anders dan juridische wijzigingen. • Tarieven aangepast conform raadsvoorstel. 3.Verordening Brandweerrechten • Geen tekst wijzigingen anders dan juridische wijzigingen. • Tarieven aangepast conform raadsvoorstel. • In dit voorstel is onderaan een overzicht 2012-2013 tarieven opgenomen. 4.Verordening Hondenbelasting • Geen tekst wijzigingen anders dan juridische wijzigingen. • Tarieven aangepast conform raadsvoorstel. 5.Verordening Grafrechten (Lijkbezorgingsrechten) • Deze verordening is samengevoegd en geharmoniseerd aansluitend aan de geharmoniseerde beheersverordening 2013 en sluiten aan op gemeente Molenwaard niveau. • Tarieven zijn geharmoniseerd en aangepast conform raadsvoorstel (separaat). • In dit voorstel is onderaan een overzicht 2012-2013 een aantal tarieven opgenomen. 6.Verordening Kwijtschelding • Geen tekst wijzigingen anders dan juridische wijzigingen. • Tarieven aangepast conform raadsvoorstel. • In dit voorstel is onderaan notitie van het SVHW opgenomen. 7.Verordening Onroerende-zaakbelasting • Geen tekst wijzigingen anders dan juridische wijzigingen. • Tarieven aangepast conform raadsvoorstel. 8.Verordening Rioolheffing • Geen tekst wijzigingen anders dan juridische wijzigingen. • Tarieven aangepast conform raadsvoorstel. 9.Verordening Toeristenbelasting • Geen tekst wijzigingen anders dan juridische wijzigingen. • Tarieven aangepast conform raadsvoorstel. 10.Verordening Vermakelijkhedenretributie • Tekst wijzigingen in: Artikel 2 belastbaar feit. • Geen tekst wijzigingen anders dan juridische wijzigingen. • Tarieven aangepast conform raadsvoorstel. 11.Verordening Leges en legestabel • Geen tekst wijzigingen anders dan juridische wijzigingen. • Tekst wijzigingen opgenomen in verordening en tarieventabel. • Tarieven aangepast conform raadsvoorstel. • In dit voorstel is onderaan een overzicht 2012-2013 tarieven opgenomen. 12.Verordening Lig- en Kadegelden (NLL/ LSV intrekking) • Gemeente Nieuw-Lekkerland is een private regeling, naar verordening. • Geen tekst wijzigingen anders dan de tarieven. • De verordening blijft gelijk aan het voorgaande jaar. • Gemeente Liesveld heeft een belastingverordening deze wordt ingetrokken per 1-1-2013. Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 3 van 35
4
Bijlagen in dit document - Tarieventabellen, 2012-2013 verordeningen: Brandweerrechten, Lijkbezorging en Leges. - Paragraaf Lokale Heffingen 2013 (kopie van pagina’s 67 t/m 75). - Notitie verruimde vermogensnorm (SVHW).
Bijlagen bij dit document - Ter inzage in aparte map collectief: 1. -Verordening Afvalstoffenheffing 2013 2. -Verordening Belasting op Roerende Woon- en Bedrijfsruimten 2013 3. -Verordening Brandweerrechten 2013 4. -Verordening Hondenbelasting 2013 5. -Verordening Leges 2013 6. -Verordening Kwijtschelding 2013 7. -Verordening Grafrechten (Lijkbezorgingsrechten) 2013 8. -Verordening Onroerende Zaakbelastingen 2013 9. -Verordening Rioolheffing 2013 10. -Verordening Toeristenbelasting 2013 11. -Verordening Vermakelijkheidsretributie 2013 12. -Verordening Lig- en kadegelden 2013 (vanaf 1-1-2013 voor hele Molenwaard) 13. –Intrekking Verordening Lig en kadegeld 2013 (haven Liesveld)
Communicatie Wettelijk publicatieplicht. Voor inzage door belanghebbenden worden de verordeningen en de bijbehorende tarieventabellen op de site www.overheid.nl geplaatst.
Planning Uiterlijke besluitvorming vóór 28 december 2012 is noodzaak om de belastingen te kunnen gaan heffen.
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 4 van 35
1. Bijlagen tarieventabellen Brandweerrechten tarieventabel
Tarieventabel behorende bij de Verordening Brandweerrechten 2013 Gemeenten Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland met ingang van 1-1-2013
2013
%
2012
2%
De bedragen genoemd in deze tabel zijn exclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is. Hoofdstuk 1 Wacht- en controlediensten 1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.2
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot: het verrichten van wacht- en waakdiensten, per personeelslid, per uur het verrichten van controlediensten, per personeelslid, per uur het ter beschikking stellen van personeel als bedoeld in hoofdstuk 6 van deze tabel Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verrichten van wacht- en waakdiensten inclusief het benodigde materieel ten behoeve van een circus, per etmaal
€ €
42,40 101,9% 42,40 101,9%
41,60 41,60
43,25 43,25
€
42,40 101,9%
41,60
43,25
€
234,00 102,2%
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot: het reinigen en persen van brandslangen, per slang het vulkaniseren van brandslangen, per pleister het bendelen van brandslangen, per bendel
€ € €
8,50 102,4% 6,50 104,0% 9,50 101,1%
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beschikbaar stellen, per etmaal, van een: brandslang, per 20 meter en inclusief gebruik koppelingen: handbrandblusapparaat verdeelstuk straalpijp
€ € € €
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verrichten van een rookproef:
€
130,50 102,0%
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot: het vullen van cilinders 1 tot 6 liter/200 bar het vullen van cilinders 1 tot 6 liter/300 bar het vullen van cilinders 7 tot 9 liter/200 bar
€ € €
6,50 104,0% 8,50 102,4% 8,50 102,4%
228,90 238,68
Hoofdstuk 2 Behandeling brandslangen 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3
8,30 6,25 9,40
8,67 6,63 9,69
10,40 8,30 7,30 7,30
10,81 8,67 7,65 7,65
Hoofdstuk 3 Beschikbaar stellen van brandblusmiddelen 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4
10,60 8,50 7,50 7,50
101,9% 102,4% 102,7% 102,7%
Hoofdstuk 4 Verrichten van rookproeven 4.1
127,90 133,11
Hoofdstuk 5 Verrichtingen ten behoeve van de adembescherming 5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3
6,25 8,30 8,30
6,63 8,67 8,67
6
5.1.4 5.1.5 5.1.6 5.1.7 5.1.8 5.1.9 5.1.10 5.1.11 5.1.12 5.1.13 5.1.14 5.1.15 5.1.16 5.1.17 5.1.18 5.1.19 5.1.20
het vullen van cilinders 10 liter/200 bar het vullen van cilinders 10 liter/300 bar het vullen van cilinders 50 liter/200 bar huur ademluchtcilinder huur gelaatstuk huur ademluchttoestel vervangen ontluchtingsmembraan vervangen spreekmembraan vervangen ruit gelaatstuk (incl. arbeid) vervangen veer uitademventiel reinigen en testen gelaatstuk binnenmasker gelaatstuk uitademventiel gelaatstuk beschermkapje gelaatstuk bodyguard, vervangen batterijen HD O-ringen, vervangen AA O-ringen, vervangen
€ € € € € € € € € € € € € € € € €
8,50 10,50 38,50 13,00 13,00 15,00 4,50 19,00 39,00 6,50 8,50 55,00 8,50 13,00 5,50 2,20 4,50
2013
102,4% 101,0% 102,9% 104,0% 104,0% 103,4% 107,1% 101,6% 101,3% 104,0% 102,4% 101,9% 102,4% 104,0% 105,8% 104,8% 107,1%
%
8,30 10,40 37,40 12,50 12,50 14,50 4,20 18,70 38,50 6,25 8,30 54,00 8,30 12,50 5,20 2,10 4,20
2012
8,67 10,71 39,27 13,26 13,26 15,30 4,59 19,38 39,78 6,63 8,67 56,10 8,67 13,26 5,61 2,24 4,59
2%
Hoofdstuk 6 Verrichten van diensten 6.1
6.1.1 6.1.2 6.1.3 6.1.4 6.1.5 6.1.6 6.1.7 6.1.8 6.1.9
Voor zover daarvoor niet elders in deze tabel een tarief is opgenomen, bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het ter beschikking stellen met personeel, per kwartier van: een tankautospuit, inclusief 4 personen een tankautospuit, inclusief 6 personen een bestelwagen (excl. personeel) een poederaanhangwagen (excl. personeel) een schuimaanhanger een tankwagen met een inhoud van meer dan 10.000 liter (excl. personeel) een commandowagen (exclusief personeel) een autoladder een hoogwerker
€ € € € € € € € €
61,50 84,50 26,50 35,00 46,50 32,00 31,00 53,00 53,00
102,0% 101,6% 101,9% 102,0% 101,8% 102,6% 102,6% 101,9% 101,9%
60,30 83,20 26,00 34,30 45,70 31,20 30,20 52,00 52,00
62,73 86,19 27,03 35,70 47,43 32,64 31,62 54,06 54,06
€ € €
17,00 102,4% 52,00 102,0% 34,00 102,1%
16,60 51,00 33,30
17,34 53,04 34,68
€
76,50 102,1%
74,90
78,03
€ €
7,50 102,7% 74,50 102,3%
7,30 72,80
7,65 75,99
€
55,00 101,9%
54,00
56,10
€
55,00 101,9%
54,00
56,10
€ €
235,00 101,7% 9,50 101,1%
Hoofdstuk 7 Overige diensten 7.1 7.1.1 7.1.2 7.1.3
7.1.4 7.1.5 7.1.6 7.1.7 7.1.8 7.1.9
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot: het ter beschikking stellen van een leslokaal, per uur het verrichten van diensten met een motorzaag, inclusief personeel, per uur het verrichten van diensten met een lichtaggregaat, per uur het verrichten van diensten met een lichtaggregaat, inclusief personeel, per uur ter beschikking stellen van noodverlichtingsarmaturen, per armatuur, per etmaal het verrichten van metingen, per meting het verrichten van diensten in geval van storing in een perceel, inclusief personeel en materiaal, per kwartier het verrichten van diensten in geval van opheffing van de afsluiting van een perceel, inclusief personeel en materiaal, per kwartier het verrichten van verwijderings- en schoonmaakwerkzaamheden, exclusief schoonmaakmiddel, per uur verbruik schoonmaakmiddel, per liter
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
231,00 239,70 9,40 9,69
pagina 6 van 35
7
Grafrechten harmonisatie tarieventabellen
TARIEVENTABEL Behorende bij de "Verordening grafrechten 2013" - Gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland Geldend vanaf 1 januari 2013. De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is. Tabel Omschrijving
nr.
Bedrag
Bedrag
2012
2013
+%
Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten 1.1
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven voor een periode van 30 jaar (inclusief onderhoud):
1.1.1
- voor een graf met één grafruimte
€ 3.244,00 € 3.309,00
1,0200
1.1.2
- voor een graf met twee grafruimten
€ 4.835,00 € 4.932,00
1,0201
1.1.3
- voor een grafruimte met drie grafruimten
€ 6.426,00 € 6.555,00
1,0201
1.2
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf wordt geheven € 1.209,00 € 1.233,00
1,0199
€ 1.209,00 € 2.466,00
2,0397
€ 1.209,00 € 1.233,00
1,0199
voor een periode van 30 jaar (inclusief onderhoud): 1.3
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven voor een periode van 30 jaar (inclusief onderhoud):
1.4
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnennis wordt geheven voor een periode van 30 jaar (inclusief onderhoud)
1.5
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnenplaats wordt geheven voor een periode van 30 jaar (inclusief onderhoud):
1.5.1
- per plaats voor 1 persoon
1.5.2
- per plaats voor 2 personen
1.6
Voor het geven van gelegenheid tot het doen begraven en begraven houden van
€ 605,00
€ 617,00
1,0198
€ 1.209,00 € 1.233,00
1,0199
€ 1.867,00 € 1.904,00
1,0198
een overleden persoon van 12 jaar of ouder in een algemeen graf voor een periode van 10 jaar wordt geheven (inclusief onderhoud) 1.7
Voor het geven van gelegenheid tot het doen begraven en begraven houden van een overleden kind beneden twaalf jaar in een algemeen kindergraf voor een periode van 10 jaar wordt geheven (inclusief onderhoud)
1.8
€ 467,00
€ 476,00
1,0193
€ 467,00
€ 476,00
1,0193
Voor het geven van gelegenheid tot het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbus met of zonder urn in een algemeen urnengraf voor een periode van 10 jaar wordt geheven (inclusief onderhoud)
1.9
Voor het verlengen van het uitsluitend recht, bedoeld in de onderdelen 1.1 t/m 1.5 wordt geheven (inclusief onderhoud):
1.9.1
- voor een periode van 10 jaar: een recht gelijk aan éénderde van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een periode van 30 jaar
1.9.2
- voor een periode van 20 jaar: een recht gelijk aan tweederde van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een periode van 30 jaar
1.10
Voor het bijkopen van het aantal jaren van het uitsluitend reht om de wettelijke grafrust te waarborgen, bedoeld in de onderdelen 1.1 t/m 1.5 wordt geheven (inclusief onderhoud): voor een periode van 1 t/m 9 jaar, een recht gelijk aan eendertigste t/m negendertigste deel van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een periode van 30 jaar
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 7 van 35
8
Hoofdstuk 2 Begraven 2.1
Voor het begraven van een overleden persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven
2.2
Voor het begraven van een overleden kind beneden één jaar wordt geheven
€ 259,00
€ 264,00
1,0193
2.3
Voor het begraven van een overleden kind beneden 12 jaar wordt geheven
€ 518,00
€ 528,00
1,0193
2.4
Voor het begraven op zaterdagmiddag van 13.00 tot 15.00 uur, zoals genoemd in de "Beheers€ 286,00
50%
€ 238,00
€ 243,00
1,0210
€ 89,00
€ 91,00
1,0225
€ 249,00
€ 254,00
1,0201
€ 124,00
€ 128,00
1,0323
verordening begraafplaatsen 2013" wordt het recht, bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met
€ 1.035,00 € 1.056,00
1,0203
Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen 3.1
Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven
4.1
Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven
5.1
Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of (niet identiek) vernieuwen van
Hoofdstuk 4 Verstrooien van as
Hoofdstuk 5 Grafbedekking en onderhoud een grafbedekking bedoeld in artikel 19 van de "Beheersverordening begraafplaatsen 2013", wordt geheven 5.2
Voor het laten aanbrengen van een koperen gedenkplaat bij de verstrooiingsplaats, inclusief het onderhoud voor een periode van 10 jaar.
5.3
Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een grafruimte met/zonder grafbedekking, wordt geheven per jaar
5.3.1
- voor een particulier graf
€ 60,00
€ 61,00
1,0167
5.3.2
- voor een particulier graf, waarbij de breedte van de grafbedekking groter is dan 80 cm
€ 60,00
€ 61,00
1,0167
5.3.3
- voor een algemeen graf, particulier/algemeen kindergraf, particulier/algemeen urnengraf, € 33,00
€ 34,00
1,0303
5.4
De rechten als bedoeld in onderdeel 5.3 kunnen worden afgekocht, door voldoening van een
particuliere urnennis of particuliere urnenplaats bedrag bepaald volgens onderstaande tabel. De afkoopsom bedraagt de contante waarde van de op het tijdstip van afkoop nog te verschijnen belastingbedragen, en wordt berekend door vermenigvuldiging van het jaarlijkse belastingbedrag, exclusief de administratiekosten van € 5,00 met de hierna te noemen factor. aantal jaren waarvoor wordt afgekocht 5.4.1
10
10
-
5.4.2
20
20
-
5.4.3
30
30
-
5.4.4
onbepaalde tijd
50
-
Hoofdstuk 6 Lijkschouwing 6.1
Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer wordt geheven
€ 225,00
€ 230,00
1,0222
€ 16,00
€ 16,00
1,0000
€ 183,00
€ 187,00
1,0219
€ 760,00
€ 775,00
1,0197
€ 80,00
€ 82,00
1,0250
Hoofdstuk 7 Inschrijven en overboeken van particuliere graven 7.1
Voor het inschrijven en overboeken van alle particulieren graven, nissen en plaatsen in een daartoe bestemd register wordt geheven Hoofdstuk 8 Opgraven of ruimen
8.1
Voor het opgraven van overblijfselen van overledenen op verzoek van de rechthebbende wordt geheven vermeerderd met de door de gemeente te maken kosten als gevolg van de inschakeling van terzake deskundige derden
8.2
Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in een graf wordt geheven
8.3
Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 8 van 35
9
8.4
Voor het ruimen of samenvoegen lagen van een particulier graf op verzoek van de rechthebbende wordt geheven
€ 183,00
€ 187,00
1,0219
€ 53,00
€ 54,00
1,0189
vermeerderd met de door de gemeente te maken kosten als gevolg van de inschakeling van terzake deskundige derden 8.5
Bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven
8.6
Voorafgaande aan het in behandeling nemen van een verzoek bedoeld in 8.1 en 8.4 wordt de aanvrager het bedrag meegedeeld dat in rekening wordt gebracht voor de inschakeling van externe deskundigen. Hoofdstuk 9 Overige diensten
9.1
Voor het luiden van de klok wordt geheven
€ 40,00
€ 41,00
1,0250
9.2
Voor het gebruik van de schouderdraagbaar wordt geheven
€ 50,00
€ 51,00
1,0200
9.3
Voor het gebruik van de aula of een gedeelte daarvan op de algemene begraafplaats in Streefkerk
€ 209,00
€ 213,00
1,0191
9.4
Voor het gebruik van het mortuarium in Streefkerk gedurende een dag of een gedeelte daarvan
€ 103,00
€ 105,00
1,0194
9.5
Voor het uitvoeren van werkzaamheden niet vallende onder de in deze tabel genoemde artikelen, voor ieder daaraan besteed kwartier wordt geheven
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
€ 21,50
nieuw
pagina 9 van 35
10
Leges tabel Tarieventabel leges Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2013 met ingang van 1-1-2013 en data genoemd in wijzigingsbesluiten
Titel 1 Algemene dienstverlening Hoofdstuk 1 -Burgerlijke stand Hoofdstuk 2 -Reisdocumenten Hoofdstuk 3 -Rijbewijzen Hoofdstuk 4 -Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Hoofdstuk 5 -Verstrekkingen uit het Kiezersregister Hoofdstuk 6 -Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens Hoofdstuk 7 -Bestuursstukken Hoofdstuk 8 -Vastgoedinformatie Hoofdstuk 9 -Overige publiekszaken Hoofdstuk 10 -Gemeentearchief Hoofdstuk 11 -Huisvestingswet Hoofdstuk 12 -Leegstandwet Hoofdstuk 13 -Gereserveerd Hoofdstuk 14 -Standplaatsen Hoofdstuk 15 -Winkeltijdenwet Hoofdstuk 16 -Kansspelen Hoofdstuk 17 -Telecommunicatie Hoofdstuk 18 -Verkeer en vervoer Hoofdstuk 19 -Diversen
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 -Begripsomschrijvingen Hoofdstuk 2 -Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag Hoofdstuk 3 -Omgevingsvergunning Hoofdstuk 4 -Vermindering Hoofdstuk 5 -Teruggaaf Hoofdstuk 6 -Intrekking omgevingsvergunning Hoofdstuk 7 -Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project Hoofdstuk 8 -Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten Hoofdstuk 9 -Sloopmelding Hoofdstuk 10 -In deze titel niet benoemde beschikking
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6
-Horeca -Organiseren evenementen of markten -Prostitutiebedrijven -Splitsingsvergunning woonruimte -Brandbeveiligingsverordening -In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
* wettelijke tarieven
Titel 1 Algemene dienstverlening Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand 1.1 Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: 1.1.1
Huwelijk of registratie van een partnerschap Het gemeenteoverzicht is bepalend voor locatie, dagen en tijden: Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:
1.1.2
Kosteloze huwelijksvoltrekking in gemeentekantoor:
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
2013
aanvulling
pagina 10 van 35
2012
%
11
1.1.3
Kosteloze huwelijksvoltrekking op grond van artikel 4 alleen in het gemeentekantoor: De Waard, Melkwegplein 1 te Bleskensgraaf, op maandag om 09.00 uur en 9.30 uur Huwelijksvoltrekking: * Graafstroom: de Burgerzaal in het Dorpshuis de Spil te Bleskensgraaf * Liesveld: De Vijf Lelies te Streefkerk, Hof van Ammers te Groot-Ammers * Nieuw-Lekkerland: ‘t Waellant Voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op een andere tijd dan
1.1.3.1
waarop dit ingevolge artikel 4 van de wet van 23 april 1879, Staatsblad 72, kosteloos moet plaatsvinden, zijnde de locaties het gemeentehuis*: op maandag - tussen 9.00 en 16.30 uur
1.1.3.2
op dinsdag tot en met vrijdag - tussen 9.00 en 16.30 uur
€ € 1.1.3.3
op zaterdag en zondag of daarmee gelijkgestelde dagen,
1.1.4
1.1.4.1
als bedoeld in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet en op alle overige dagen op andere tijdstippen dan vermeld onder 1.1.3.1, 1.1.3.2 en 1.1.3.3 alleen indien daartoe dringende redenen aanwezig zijn zaterdag, zondag en daarmee gelijk gestelde dagen - tussen 09.00 en 16.30 uur Huwelijksvoltrekking buiten het gemeentehuis (aangewezen): voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap buiten de in art. 1.1.3 genoemde locaties, maar gelegen in de gemeente Graafstroom, Liesveld of Nieuw-Lekkerland op maandag tot en met vrijdag - tussen 9.00 en 16.30 uur
1.1.4.2
op zaterdag en zondag of daarmee gelijkgestelde dagen,
1.1.4.3
op maandag tot en met vrijdag Nieuwpoort
€
€ €
1.1.4.4
- tussen 9.00 en 16.30 uur, in Het Arsenaal of Stadhuis
op zaterdag en zondag of daarmee gelijkgestelde dagen, in Het Arsenaal of Stadhuis Nieuwpoort
1.1.4.6
als bedoeld in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet en op alle overige dagen op andere tijdstippen dan vermeld onder 1.1.4.1, 1.1.4.2, 1.1.4.3 en 1.1.4.4. alleen indien daartoe dringende redenen aanwezig zijn zaterdag, zondag en daarmee gelijk gestelde dagen - tussen 09.00 en 16.30 uur Huwelijksvoltrekking buiten het gemeentehuis (vrije locaties): voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap buiten de in art. 1.1.3 en 1.1.4 genoemde locaties, maar gelegen in de gemeente Graafstroom, Liesveld of Nieuw-Lekkerland op maandag tot en met vrijdag - tussen 9.00 en 16.30 uur
1.1.4.7
op zaterdag en zondag of daarmee gelijkgestelde dagen,
1.1.4.5
€ €
€ €
1.1.5 1.1.5.1
1.1.6 *
1.1.6.1
1.1.8
260,00
1,02
265,00
260,00
1,02
640,00
625,00
1,02
530,00
520,00
1,02
960,00
940,00
1,02
390,00
385,00
1,01
755,00
740,00
1,02
395,00
385,00
1,03
635,00
620,00
1,02
21,50
21,00
1,02
26,50
26,00
1,02
16,50
16,00
1,03
als bedoeld in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet en op alle overige dagen op andere tijdstippen dan vermeld onder 1.1.4.6, 1.1.4.7, alleen indien daartoe dringende redenen aanwezig zijn zaterdag, zondag en daarmee gelijk gestelde dagen - tussen 09.00 en 16.30 uur Andere tijden: Het tarief, zoals dat is opgenomen in 1.1.3. , 1.1.4 en 1.1.4.5 wordt, indien de voltrekking van een huwelijk of het aangaan van een geregistreerd partnerschap plaatsvindt voor 9.00 en na 16.30 uur (tijden), en in overleg verhoogd met 50%. Overig: Indien een gemeenteambtenaar wordt opgeroepen als getuige op te treden bij een huwelijksvoltrekking of het aangaan van een geregistreerd partnerschap, wordt het tarief (wettelijk), zoals dat is opgenomen in artikel 1.1.2, 1.1.3, 1.1.4 en 1.1.4.5 verhoogd met:
€
Het tarief voor het omzetten en/of wijzigen van datum, tijd of locatie €
1.1.7
265,00
Het tarief voor het omzetten van een partnerschap in een huwelijk, indien er sprake is van een ceremonie in één van de trouwlocaties is gelijk aan het in 1.1.2, 1.1.3, 1.1.4 en 1.1.4.5 opgenomen tarief. ter zake van de afgifte van een duplicaat van een trouwboekje of een partnerschapboekje
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
€
pagina 11 van 35
12
1.1.9
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het (wettelijk) tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand, waar o.a. onder horen, van elk:
1.1.9.1 *
- afschrift van akte van de burgerlijke stand
1.1.9.2 *
- meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand
12,10
11,80
1,03
12,10
11,80
1,03
21,70
21,20
1,02
2,10
2,10
1,00
21,50
21,00
1,02
50,35
48,70
1,03
50,35
48,70
1,03
50,35
48,70
1,03
31,85
30,00
1,06
41,90
40,05
1,05
46,60
45,90
1,02
26,50
25,00
1,06
43,80
43,00
1,02
34,10
33,50
1,02
4,05
4,00
1,01
26,50
24,50
1,08
26,50
25,00
1,06
€
8,00
7,70
1,04
€
12,10
11,80
1,03
€ € €
6,25 68,00 0,08
6,15 66,50 0,07
1,02 1,02 1,14
€ €
96,00 190,00
94,00 187,00
1,02 1,02
€ € 1.1.9.3 *
- verklaring van huwelijksbevoegdheid, artikel 49a, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek
1.1.10 *
Het tarief (wettelijk) bedraagt terzake van de afgifte van niet ondertekende bewijzen van inschrijving van een akte in één van de registers van de burgerlijke stand, per bewijs
€
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier
€
€
1.1.11
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten 1.2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.2.1.1 * tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen 1.2.1.2 * 1.2.1.3 *
tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort)
€
tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)
€
1.2.2
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet:
1.2.2.1 *
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van veertien jaar nog niet heeft bereikt
1.2.2.2 *
€
€
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel 1.2.2.1 €
1.2.3 * 1.2.4
De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 en 1.2.2 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van
€
Voor het opmaken van een verklaring van vermissing voor een document bedoeld in dit hoofdstuk
€
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen 1.3.1 * Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs 1.3.2 * 1.3.3 1.3.4
€
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met (wettelijk tarief)
€
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen, per inlichting
€
Het tarief voor het afgeven van een eigen verklaring bedraagt €
1.3.5
Voor het opmaken van een verklaring van vermissing voor een document bedoeld in dit hoofdstuk
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens 1.4.1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd. 1.4.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.4.2.1 tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking 1.4.2.2 * tot het verstrekken een attestatie de vita uitgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand (wettelijk tarief) 1.4.2.3 1.4.2.4 1.4.3 1.4.3.1 1.4.3.2
tot het digitaal aanvragen, per verstrekking per computeroverzicht, op papier of alternatief medium vermeerderd met voor iedere printregel een bedrag van tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar: tot 100 verstrekkingen van 100 tot 500 verstrekkingen
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
€
pagina 12 van 35
13
1.4.3.3 1.4.3.4 1.4.4
van 501 tot 1.000 verstrekkingen van 1.001 tot 10.000 verstrekkingen Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier
€ €
285,00 360,00
281,00 355,00
1,01 1,01
€
22,00
21,00
1,05
1.4.5
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens - voor afstemming via alternatieve media (CD-rom) - per verstrekking na een no-hit
€ €
25,00 2,25
24,00 2,50
1,04 0,90
€
5,30
5,20
1,02
€
4,80
4,70
1,02
€
79,50
78,00
1,02
€ €
31,50 31,50
31,00 31,00
1,02 1,02
€
10,70
10,50
1,02
€
145,00
145,00
1,00
€
1,75
1,70
1,03
€
21,50
21,00
1,02
€ € €
21,50 21,50 21,50
21,00 21,00 21,00
1,02 1,02 1,02
€
21,50
21,00
1,02
€
21,50
21,00
1,02
€
30,05
30,05
1,00
€ €
7,80 7,80
7,65 7,65
1,02 1,02
€
7,80
7,65
1,02
1.4.5.1 1.4.5.2 *
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister 1.5.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens 1.6.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens Hoofdstuk 7 Bestuursstukken cq. Besluiten 1.7.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: 1.7.1.1 1.7.1.2 1.7.1.3 1.7.2
de gemeentebegroting en meerjarenbegroting inclusief de toelichting en de bijlagen een jaarlijks vast te stellen Programmabegroting het jaarlijks vast te stellen Jaarverslag Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
1.7.2.1
een exemplaar van de agenda met bijbehorende stukken, zoals deze aan de leden van de gemeenteraad worden toegezonden ter behandeling in een openbare vergadering, met uitzondering van de in 1.7.1.1, 1.7.1.2 en 1.7.1.3 genoemde stukken 1.7.2.2 een abonnement voor een kalenderjaar op de agenda met bijbehorende stukken, zoals deze aan de leden van de gemeenteraad worden toegezonden ter behandeling in een openbare vergadering, met inbegrip van de in 1.7.1.2 en 1.7.1.3 genoemde stukken 1.7.2.4 een exemplaar van de in 1.7.2.1 genoemde agenda zonder de in 1.7.2.1 genoemde bijbehorende stukken 1.7.2.5 een abonnement voor een kalenderjaar op de in 1.7.2.1 genoemde agenda, zonder de in 1.7.2.1 genoemde bijbehorende stukken Overig 1.7.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.7.3.1 een exemplaar van de algemene plaatselijke verordening (APV) 1.7.3.2 een afschrift van de bouwverordening 1.7.3.3 voor een andere dan de sub 1.7.3.1 en 1.7.3.2 genoemde verordening Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie 1.8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.8.2 de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 1.8.2.1 het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988 Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken 1.9 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.9.1 * het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag van personen (wettelijk tarief) 1.9.2 het legaliseren van een handtekening 1.9.3 tot het verkrijgen van een gewaarmerkte kopie 1.9.4 tot het verkrijgen van een nationaliteitsbewijs, niet bestemd tot reisdocument Hoofdstuk 10 Gemeentearchief 1.10.1 Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen, Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 13 van 35
14
1.10.1.1
1.10.1.2 1.10.1.3 1.10.1.4
1.10.1.5
1.10.1.6
ongeacht het resultaat, in de in het gemeentearchief berustende stukken door een ambtenaar van het gemeentearchief, per kwartier Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een (digitaal) afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk: per pagina: digitaal of op papier van A4-formaat per pagina: digitaal of op papier van een ander formaat (veelvoud van A4formaat) Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift digitaal of een fotokopie van een in het gemeentearchief rustende berustende kaart, tekening of lichtdruk per kaart, tekening of lichtdruk Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een reproductie van een foto uit het fotoarchief per reproductie Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een kopie van een videoband uit het archief van film- en videomateriaal
Hoofdstuk 11 (Volks)-Huisvestingswet 1.11.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.11.1.1 het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet 1.11.1.2 het in behandeling nemen van een urgentieaanvraag op basis van artikel 3.2 van de gemeentelijke Huisvestingsverordening 1.11.2
1.11.3
tot het verkrijgen van een vergunning tot het wijzigen van de samenstelling van de woningvoorraad (door middel van gehele of gedeeltelijke onttrekking, samenvoeging of omzetting van (on)zelfstandige woonruimte) als bedoeld in artikel 30, eerste lid van de Huisvestingswet tot het verkrijgen van een vergunning voor het splitsen van een gebouw in appartementsrechten als bedoeld in artikel 106, eerste en vierde lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek
Hoofdstuk 12 Leegstandwet 1.12 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.12.1 tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet 1.12.2
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet
Hoofdstuk 13
13 Gereserveerd
Hoofdstuk 14 Standplaatsen en marktgelden 1.14.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een (incidentele) standplaatsvergunning als bedoeld "in artikel 5.18 APV": 1.14.1.1 Markgeld per jaar voor een grote (>20m2) standplaats op een minimarkt
€
21,50
21,00
1,02
€
0,55
0,50
1,10
€
13,00
12,75
1,02
€
33,00
32,00
1,03
€
65,00
62,00
1,05
€
26,50
26,00
1,02
€
26,50
26,00
1,02
€
127,50
125,00
1,02
€
127,50
125,00
1,02
€
26,50
6,30
4,21
€
26,50
6,30
4,21
€
22,00
nieuw
€
300,00
nieuw
1.14.1.2
Marktgeld per jaar voor een kleine (<20m2) standplaats op een minimarkt
€
250,00
nieuw
1.14.1.3
Marktgeld per jaar voor een losse standplaats
€
200,00
nieuw
€
36,50
35,50
1,03
€
56,50
56,50
1,00
Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet 1.15 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.15.1 voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet Hoofdstuk 16 Kansspelen 1.16.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: 1.16.1.1
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 14 van 35
15
1.16.1.2
voor een periode van onbepaalde tijd voor één kansspelautomaat
€
226,50
226,50
1.16.1.3
voor een periode van twaalf maanden voor twee kansspelautomaten
€
79,00
79,00
1.16.1.4
voor een periode van onbepaalde tijd voor twee kansspelautomaten
€
317,00
317,00
1.16.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)
€
28,00
28,00
1,00
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen (kleine kansspelen)
€
28,00
28,00
1,00
€
225,00
220,00
1,02
€
183,00
179,00
1,02
€
45,00
43,80
1,03
€
45,00
43,80
1,03
1.16.3
Hoofdstuk 17 Telecommunicatie 1.17.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet. 1.17.1.1 indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met: 1.17.1.2 indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. 1.17.1.3 Indien een begroting als bedoeld in 1.17.1.2 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
Hoofdstuk 18 Verkeer, vervoer, en parkeren 1.18 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.18.1 tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) 1.18.2 1.18.4 1.18.4.1
1.18.4.2 1.18.4.3
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling Voertuigen Gehandicapten tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) tot het verkrijgen van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart tot het verkrijgen van een onderbord voor het reserveren van een invalidenparkeerplaats als bedoeld in artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
1,00
€
41,00
39,80
1,03
€
29,00
28,00
1,04
€
80,00
78,00
1,03
€
0,55
0,50
1,10
€
2,50
2,35
1,06
€
13,00
12,75
1,02
€
32,00
31,00
1,03
€
21,50
21,00
1,02
Hoofdstuk 19 Diversen 1.19.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: (Digitale) Fotokopieën, afschriften, doorslagen, uittreksels 1.19.1.1
1.19.1.2 1.19.1.3
1.19.1.4
1.19.1.5 1.19.1.6
1.19.2
afschriften, doorslagen, fotokopieën (A4-formaat) of uittreksels van stukken voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina per pagina op papier van een ander formaat (veelvoud van A4-formaat) gewaarmerkte afschriften, doorslagen, fotokopieën of uittreksels van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de niet in 1.19.1.1 en 1.19.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk, per stuk Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een bestemmingsplankaart, per stuk Een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen Verkoop van vuurwerk het verkrijgen van een vergunning of ontheffing ingevolge de
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 15 van 35
16
1.19.2.1
1.19.3 1.19.4
1.19.5
Algemene Plaatselijke Verordening voor: Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het bedrijfsmatig ter beschikking stellen, dan wel het ter beschikking aanwezig houden van consumentenvuurwerk (artikel 2:72 APV), bedraagt Overig Gereserveerd Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking bedraagt Het tarief bedraagt voor het doen van een aanvraag van naspeuringen voor ieder daaraan besteed kwartier bedraagt
€
39,50
38,50
1,03
€
26,50
21,00
1,26
€
21,50
21,00
1,02
€
210,00
205,00
1,02
%
50,00
50
1,02
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 2.1.1.1 aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; 2.1.1.2
bouwkosten: De bouwkosten worden bepaald op basis van de meest recente uitgave van taxatieboekjes van Reed Business Information BV (Bouw & Infra). Voor bouwwerken die niet passen binnen dit regime van vaststelling van bouwkosten geldt de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
2.1.1.3 2.1.2
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
2.1.3
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/ principeverzoek/beoordeling conceptaanvraag 2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 2.2.1 om vooroverleg/principeverzoek in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is 2.2.2 om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning: van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld. Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 16 van 35
17
2.3
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
2.3.1 2.3.1.1
Bouwactiviteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.1.1.1
indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen: van de bouwkosten, met een minimum van: indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen: indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen van de bouwkosten: met een maximum van: De bouwkosten worden naar boven afgerond op een veelvoud van
2.3.1.1.2 2.3.1.1.3 2.3.1.1.4 2.3.1.1.5 2.3.1.1.6 2.3.1.1.7
2.3.1.2
% € % % % % % € €
2,91 155,00 2,91 2,75 2,65 2,55 2,45 480.000,00 500,00
1,02 1,03 1,02 1,02 1,02 1,02 1,02 1,02 1,00
55,00
1,00
51,00
1,00
77,00
1,00
123,00
1,00
262,00
1,00
494,00
1,00
Welstandstoets Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de welstandscommissie nodig is en wordt beoordeeld: Bouwsom lager dan € 4.000 Van € 4.000 tot € 25.000
€
55,00 51,00
€
77,00
€
123,00
€
262,00
€
494,00
€
5,00
5,00
1,00
€ € €
618,00 700,00 805,00
595,00 666,00 773,00
1,04 1,05 1,04
€
97,00
89,00
1,09
488,00 0,00 0,00 0,00
1,04 1,00 1,00 1,00
Van € 120.000 tot 230.000
Van € 230.000 tot € 455.000
Van € 455.000 tot een maximum van € 20.000.000 aan bouwkosten
De kosten voor het welstandsadvies worden afgerond naar boven op veelvouden van
Plus 2 ‰ van de bouwkosten Plus 1,1 ‰ van de bouwkosten Plus 1,1 ‰ van de bouwkosten Plus 0,6 ‰ van de bouwkosten Plus 0,25 ‰ van de bouwkosten
€ Van € 25.000 tot € 120.000
2.3.1.3
2,85 150,00 2,85 2,70 2,60 2,50 2,40 470.000,00 500,00
Verplicht advies agrarische commissie Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: - Bouwen op een bestaand agrarisch bouwperceel - Bouwen met overschrijding grenzen bestaand bouwperceel - Bouwen op niet bouwperceel (starters), verzoek tot bedrijfsverplaatsing - Bovenstaande is gebaseerd op realisatie van 1 gebouw en bij verplaatsers op 2 bedrijfsgebouwen. Meerkosten per extra gebouw: - Aanvullend doelmatigheidsadvies binnen 1 jaar na eerste advies - Overige aanvullende adviezen - Adviezen bij onttrekken aan agrarische bestemming - Adviezen agrarische beoordelingscommissie bij bezwaar - Adviezen agrarische beoordelingscommissie bij beroep - Adviezen agrarische beoordelingscommissie bij hoger beroep
€ € € € € €
maatwerk maatwerk 508,00 790,00 790,00 790,00
Achteraf ingediende aanvraag
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 17 van 35
18
2.3.1.4
2.3.2
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of % gereedkomen van de bouwactiviteit: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. Aanlegactiviteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
Met een 10,00 maximum van € 1.000,-
10,00
1,00
€
405,00
395,00
1,03
Planologisch strijdig gebruik Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
€
556,00
545,00
1,02
2.3.3.2
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
€
556,00
545,00
1,02
2.3.3.3
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
€
5.682,00
5.570,00
1,02
2.3.3.4
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
€
715,00
700,00
1,02
€
5.682,00
5.570,00
1,02
5.682,00
5.570,00
1,02
€
5.682,00
5.570,00
1,02
€
556,00
545,00
1,02
€
2.235,00
2.190,00
1,02
€
602,00
590,00
1,02
€
602,00
590,00
1,02
€
602,00
590,00
1,02
2.3.3
2.3.3.1
2.3.3.5 2.3.3.6
2.3.3.7
2.3.3.8
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van € de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
2.3.4
Gereserveerd
2.3.5
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.6 2.3.6.1
2.3.6.1.1 2.3.6.1.2 2.3.6.2
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2008 Gemeenten Liesveld, Graafstroom en Nieuw-Lekkerland aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de op grond van de Erfgoedverordening 2008 Gemeenten Liesveld, Graafstroom en Nieuw-Lekkerland aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 18 van 35
19
2.3.7
2.3.8
2.3.9 2.3.9.1
2.3.9.2
2.3.12 2.3.12.1
2.3.12.2
2.3.13
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stadsof dorpsgezicht Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
Aanleggen of veranderen weg Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: Uitweg/inrit Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: Indien de aanvraag betrekking heeft op het maken van een uitweg of verandering brengen in de bestaande uitweg naar de weg, waarvoor op grond van artikel 2:12, lid 1 sub a, van de Algemene Plaatselijke Verordening een melding is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief:
2.3.14
Andere activiteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
2.3.14.2.1 2.3.14.2.2
als het een gemeentelijke verordening betreft als het een provinciale of waterschapsverordening betreft
2.3.15
Omgevingsvergunning in twee fasen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
2.3.15.1
2.3.15.2
€
108,00
105,00
1,03
€
403,00
395,00
1,02
€
0,00
0,00
€
0,00
0,00
€
403,00
395,00
1,02
€
403,00
395,00
1,02
€
403,00
395,00
1,02
€ €
107,00 107,00
105,00 105,00
1,02 1,02
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 19 van 35
20
2.3.16
2.3.16.1 2.3.16.2
Beoordeling bodemrapport Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag dan wel anderszins een (bodem)rapport wordt beoordeeld: voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
2.3.17 2.3.17.1
Advies Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
2.3.17.2
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
2.3.18 2.3.18.1
Wet geluidhinder Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een ontheffing hogere grenswaarden op grond van de Wet Geluidhinder moet worden afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
€ €
431,00 556,00
410,00 545,00
1,05 1,02
€
556,00
545,00
1,02
2.3.19 2.3.19.1
Verklaring van geen bedenkingen Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
2.3.19.1.1
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
€
556,00
545,00
1,02
2.3.19.1.2
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
€
556,00
545,00
1,02
50
50
Hoofdstuk 4 Vermindering 2.4.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg, principeverzoek of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft en tussen de officiële aanvraag en de conceptaanvraag, principeverzoek of aanvraag om vooroverleg geen kalenderjaar is verstreken, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
Hoofdstuk 5 Teruggaaf 2.5.1 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
2.5.1.1
2.5.2
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: indien de aanvraag wordt ingetrokken voor het verlenen van de vergunning van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit % verschuldigde leges; Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 20 van 35
21
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel % van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 24 maanden/2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, bedraagt:
25
25
%
25
25
€
43,00
42
1,02
€
107,00
105
1,02
€
8.517,00
8.350,00
1,02
€
8.517,00
8.350,00
1,02
€
107,00
105,00
1,02
€
43,00
42,00
1,02
€
105,00
Indien het bedrag lager of gelijk is aan het bedrag genoemd in artikel 2.6. is er geen teruggaaf. 2.5.3
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
2.5.3.1
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
2.5.3.2
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
2.5.4 2.5.4.1 2.5.4.2
Teruggaaf Een bedrag minder dan € 10,00 wordt niet teruggegeven. Geen teruggaaf van het legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen en leges die door derden bij de gemeente in rekening zijn gebracht.
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning 2.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project 2.7 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten 2.8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening 2.8.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening
Hoofdstuk 9 Gereserveerd Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking 2.10 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: Hoofdstuk 11 Diversen Overschrijven omgevingsvergunning: 2.11.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning Buiten behandeling stellen omgevingsvergunning: 2.11.2 Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als genoemd onder "Titel 2 -Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning", op grond van artikel 4:5 van de Alg. wet bestuursrecht buiten behandeling wordt gesteld, wordt 15% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht met dien verstande dat zij Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 21 van 35
1,00
22
minimaal bedraagt:
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 22 van 35
23
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Hoofdstuk 1 Horeca 3.1.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet 3.1.2 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of het doen van een melding van een reeds verleende vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet bedraagt het tarief 3.1.3
3.1.3.1
3.1.4
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Dranken Horecawet Indien de aanvraag wordt gedaan in combinatie met een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement, als bedoeld in artikel 2:25 van de APV, bedraagt het tarief: Het tarief bedraagt tot het verkrijgen van een exploitatievergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening artikel 2:28
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten 3.2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement, als bedoeld in artikel 2:25 van de APV, met uitzondering van festiviteiten en vieringen die gerelateerd zijn aan de viering van Oud en Nieuw, Koninginnedag, 4 en 5 mei en Sinterklaas, indien het betreft: 3.2.1.1 een vergunning per (éénmalige of vijfjarige) aanvraag Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven 3.3.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om het verkrijgen van een vergunning of ontheffing ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening voor: 3.3.2 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het exploiteren van een seksinrichting of escortbedrijf (artikel 3:4 APV) bedraagt 3.3.3
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een vergunning voor het exploiteren van een seksinrichting of escortbedrijf (artikel 3:4 APV) bedraagt
€
137,00
135,00
1,01
€
43,70
42,84
1,02
€
25,00
21,42
1,17
€
0,00
0,00
1,00
€
132,00
129,54
1,02
€
22,00
21,50
1,02
€
730,00
730,00
1,00
€
160,00
160,00
1,00
€
130,00
127,50
1,02
€
2.235,00
2.190,00
1,02
€
26,50
21,00
1,26
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte 3.4
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet
Hoofdstuk 5 Brandbeveiligingsverordening 3.5 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking 3.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 23 van 35
24
2. Bijlagen in dit document paragraaf lokale heffingen Nieuw beleid 2013 Voor de heffingen in het algemeen is en blijft als algemeen uitgangspunt: 100%-kostendekkende tarieven. Specifiek voor het tarief van de vermakelijkhedenretributie wordt in dit kader een meerjarige, stapsgewijze verhoging voorzien. Voor de belastingen geldt voor 2013 dat de OZB-opbrengst voor de drie gemeenten niet meer stijgt dan het afgesproken inflatie-percentage van 2%. Daarnaast worden de tarieven 2013 van zowel de heffingen als de belastingen conform het afgesproken harmonisatieproces 2011 t/m 2013 op elkaar afgestemd. Voor het jaar 2013 wordt in dit proces de laatste stap gezet.
6.3 Heffingen Afvalstoffenheffing Iedere gemeente heeft de plicht tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen binnen haar grondgebied. De gemeente kan ter bestrijding van de kosten een heffing instellen. Deze afvalstoffenheffing is onderscheiden naar een tarief voor éénpersoonshuishoudens en een tarief voor meerpersoonshuishoudens. Daarnaast zijn er tarieven voor het gebruik van extra containers. De heffing van het reinigingsrecht van bedrijven voor bedrijfsafval is overgedragen aan de GR Waardlanden. De tarieven worden voor het jaar 2013 met 2% inflatiecorrectie verhoogd. Het tarief voor een tweede groene container is in 2012 afgeschaft ter stimulering van de inzameling van GFT-afval. In het kader van harmonisatie zijn de tarieven van de drie gemeenten in drie nagenoeg gelijke stappen geharmoniseerd tot gelijkluidende tarieven in 2013. Tarief 2012
InflatieCorrectie 2%
Tarief 2013 Molenwaard
Graafstroom: -éénpersoonshuishoudens -meerpersoonshuishoudens
€ 179 € 237
€ 182 € 241
€ 191 € 240
Liesveld -éénpersoonshuishoudens -meerpersoonshuishoudens
€ 186 € 237
€ 189 € 241
€ 191 € 240
Nieuw-Lekkerland -éénpersoonshuishoudens -meerpersoonshuishoudens
€ 198 € 232
€ 202 € 237
€ 191 € 240
Afvalstoffenheffing
De kosten die verband houden met inzamelen en verwerken van afvalstoffen zijn op basis van de begroting 2013 in totaliteit € 2.339.000. Met bovengenoemde tarieven wordt 100% van deze kosten gedekt.
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 24 van 35
25
Rioolheffing Via de rioolheffing worden rechten geheven voor het hebben van een aansluiting op of het gebruik maken van het gemeentelijk rioleringsstelsel. Met de rioolrechten worden de kosten van aanleg en onderhoud van het gemeentelijk rioolstelsel bekostigd. Molenwaard heft een aansluitrecht van eigenaren van op de riolering aangesloten eigendommen en via waterleidingmaatschappij Oasen een afvoerrecht van gebruikers op basis van het waterverbruik van een eigendom. Voor agrariërs is een norm vastgesteld van 500 m³ waterverbruik per melktank. De kostendekkendheid RioleringsPlan (GRP). rioleringsvoorzieningen noodzakelijk zijn om de
van de rioolheffing kan worden vastgesteld op basis van het Gemeentelijk In het GRP wordt aangegeven op welke manier de gemeente de wil verbeteren, uitbreiden, onderhouden en beheren en welke middelen gestelde doelen te bereiken.
Voor 2013 is een actualisering van de rioleringsplannen van de drie gemeenten voorzien. Beleid en beheer zullen daarin worden geharmoniseerd. Eerst na vaststelling van de nieuwe, meerjarige rioleringsplannen ontstaat inzicht in de kostendekkendheid van de rioolheffing. Gemeenten hebben sinds 2008, naast de zorg voor stedelijk afvalwater, ook de zorgplicht voor hemelwater en grondwater gekregen. Deze watertaken zullen in 2011 worden betrokken bij het harmoniseren en actualiseren van het GRP. De kosten daarvan kunnen worden verhaald middels de zogenoemde “verbrede rioolheffing”. Vooruitlopende op de uitkomsten van de geactualiseerde beheerplannen is het rioolrecht al per 1 januari 2010 ongewijzigd omgezet in de nieuwe “rioolheffing”. De tarieven worden voor het jaar 2013 met 2% inflatiecorrectie verhoogd. Tarief
Inflatie-
Tarief 2013
2012
Correctie 2%
Molenwaard
Graafstroom: -aansluitrecht -afvoerrecht per m³
€ 310 0,35
€ 316 € 0,36
€ 296 € 0,37
Liesveld -aansluitrecht -afvoerrecht per m³
€ 307 0,18
€ 313 € 0,36
€ 296 € 0,37
Nieuw-Lekkerland -aansluitrecht -afvoerrecht per m³
€ 294 0,18
€ 300 € 0,36
€ 296 € 0,37
Rioolheffing
N.B. De verhoging/harmonisatie van het rioolafvoerrecht wordt gecompenseerd door een verlaging van het rioolaansluitrecht. De kosten die verband houden met de exploitatie van het rioleringstelsel zijn op basis van de begroting 2013 in totaliteit € 3.806.000. Met bovengenoemde tarieven wordt 100% van deze kosten gedekt.
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 25 van 35
26
Lijkbezorgingsrechten Op basis van de Verordening Lijkbezorgingsrechten worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor de diensten die door de gemeente worden verricht in verband met de lijkbezorging en begraafplaatsen. Ook voor deze rechten is het algemene uitgangspunt van toepassing dat deze 100%-kostendekkend moeten zijn. De tarieven voor 2013 worden verhoogd met de inflatiecorrectie van 2%. Leges Met de harmonisatie van de marktgelden zijn alle legestarieven van de drie voormalige gemeenten op elkaar afgestemd. Conform het algemene uitgangspunt worden de legestarieven voor 2013 met de inflatiecorrectie van 2% verhoogd. De in de Kadernota 2013 opgenomen taakstelling € 50.000 meer legesopbrengst te genereren is ingevuld Brandweerrrechten De drie gemeenten hebben een geheel geharmoniseerde Verordening Brandweerrechten. Op basis daarvan kunnen rechten worden geheven voor het gebruik van materialen van de brandweer en/of dienstverleningen door de brandweer. De tarieven zijn 100%-kostendekkend en worden voor 2013 verhoogd met 2%. Overigens is de jaarlijkse opbrengst nihil. Vermakelijkhedenretributie Hoofdlijn van deze verordening is dat hiermee een retributie kan worden geheven voor “watergerelateerde” vermakelijkheden. Voorbeelden hiervan zijn rondvaarten en verhuur van kano’s, fluisterboten e.d. Het tarief is voor 2012 vastgesteld op € 0,75 per betalende bezoeker/passagier. Het principe van 100%kostendekkendheid is ook op deze retributie van toepassing. Uit een berekening van alle relevante kosten die kunnen worden toegerekend aan de vermakelijkhedenretributie blijkt dat per bezoeker een 100%kostendekking wordt bereikt bij een tarief van € 1,50. Hoewel normaal gesproken het principe is om in een aantal stappen te groeien naar dit kostendekkende tarief, is in deze begroting het tarief niet verhoogd. Voor de begroting kan dit worden heroverwogen nadat meer bekend is over de toekomstplannen van het SWEK. Lig- en kadegelden Voor de aanlegsteiger te Kinderdijk worden lig- en kadegelden geheven. Uit de opbrengst van de heffing worden de kosten betaald voor het instandhouden van deze voorziening. In verband met het afstoten van de haven te Groot-Ammers is de verordening Lig- en Kadegelden voor deze voorziening niet meer van toepassing. De betreffende tarieven worden voor 2013 verhoogd met 2%.
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 26 van 35
27
6.4 Belastingen Onroerende zaakbelasting (OZB) Iedere eigenaar van een woning en iedere eigenaar en/of gebruiker van een bedrijfspand in de gemeenten ontvangt een aanslag onroerendzaakbelasting (OZB). De OZB kent twee belastingen, een eigenarenbelasting en een gebruikersbelasting. Voor de woningen is er alleen een belasting voor eigenaren. De gebruikersbelasting voor woningen/het woningdeel is in 2006 afgeschaft. De eigenarenbelasting wordt opgelegd aan degene die het genot van het belastingobject heeft krachtens zakelijk recht volgens de vermelding in het kadaster. De gebruikersbelasting (die dus niet voor woningen geldt) wordt opgelegd aan degene die het belastingobject gebruikt of er over beschikt. Voor beide belastingen geldt de belastingplicht voor het hele jaar (geen ontheffing). De situatie op 1 januari van het belastingjaar is bepalend. De gemeente bepaalt op grond van de Wet Waardering Onroerende Zaken de waarde van een onroerende zaak. Deze WOZ-waarde wordt jaarlijks aangepast aan de ontwikkelingen op de woningmarkt. De WOZwaarde, die jaarlijks eind februari aan belastingplichtigen wordt meegedeeld, is steeds de waarde van het object op 1 januari van het voorgaande jaar. Er is sprake van tariefsdifferentiatie tussen woningen en niet-woningen. De tarieven voor de nietwoningen liggen hoger dan die voor woningen. Dit is ingegeven door de beperktere waardeontwikkeling van niet-woningen ten opzichte van woningen bij hertaxatierondes. Door te werken met tariefsdifferentiatie kan de lastendruk gelijk verdeeld blijven. Tot en met 2007 golden er maxima voor de OZB-tarieven en was ook de jaarlijkse stijging van de OZB aan een maximum gebonden. Deze limitering is per 1 januari 2008 komen te vervallen. Hiervoor in de plaats is de zogeheten macronorm gekomen. Jaarlijks wordt afgesproken hoeveel de totale OZBopbrengst van alle gemeenten gezamenlijk mag stijgen. Voor 2013 is deze macronorm vastgesteld op 3%. Er bestaat een relatie tussen de waarde van het onroerende zakenbestand van de gemeente en de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De algemene uitkering wordt over de gemeenten verdeeld met behulp van verdeelmaatstaven die verschillen in kosten weerspiegelen, maar er wordt ook rekening gehouden met verschillen in de belastingcapaciteit. De belastingcapaciteit wordt afgeleid van de waarde van de onroerende zaken. Gemeenten met een relatief hoog gewaardeerd onroerende zakenbestand ontvangen een lagere uitkering dan soortgelijke gemeenten met minder waardevolle onroerende zaken. Van de waarde van de woningen wordt 80% meegerekend en van de waarde van bedrijven 70%. Hierop worden de zogenoemde rekentarieven toegepast. Deze rekentarieven zijn globaal afgeleid van de gemiddelde landelijke OZB-tarieven. Het resulterende bedrag wordt gekort op de algemene uitkering. Het OZB-tarief dat de gemeente hanteert heeft overigens geen effect op de berekening van deze aftrekpost binnen de algemene uitkering. In de Kadernota 2013 hebben wij aangegeven dat alleen dán voor een autonome stijging van de woonlasten wordt gekozen als andere mogelijkheden om tot een sluitend meerjarenperspectief te komen zijn uitgeput of wanneer hier bewust voor wordt gekozen in een integrale afweging van verdergaande ombuigingen. De ontwikkeling van de begrotingspositie 2013 is zodanig dat een autonome verhoging van de OZB niet noodzakelijk is. De tarieven voor 2013 verhogen wij daarom alléén met de inflatiecorrectie van 2%. Meerjarig is wel sprake van een stijging. Zie hiervoor het beleidsdeel van de programmabegroting. Uitgangspunt daarbij is dat de gemiddelde waarde-ontwikkeling zodanig wordt gecorrigeerd dat de gemiddelde lastendruk voor de OZB zal stijgen met 2%. Uit de analyse van de waarde-ontwikkeling, die voor de heffing van de OZB voor 2013 van belang is, blijkt een gemiddelde waardedaling van 3,3% voor woningen en van 3,5% voor niet-woningen. Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 27 van 35
28
De OZB wordt geheven op basis van een percentage van de WOZ-waarde van de onroerende zaak. De verhoging van de OZB-tarieven 2012 met 2% leidt tot de volgende tarieven voor 2013:
OZB
Graafstroom
Liesveld
NieuwLekkerland
Molenwaard
2012
2012
2012
2013
-eigenaren van woningen
0,0828%
0,1069%
0,1114%
0,1018%
-eigenaren van niet-woningen -gebruikers van niet-woningen -totaaltarief niet-woningen
0,1959% 0,1534% 0,3493%
0,1585% 0,1252% 0,2837%
0,2441% 0,1874% 0,4315%
0,1885% 0,1581% 0,3467%
Belasting Roerende Zaken De gemeenten heffen een belasting van eigenaren en gebruikers van roerende zaken. Achtergrond van deze belasting is het gegeven dat gebruikers/eigenaren van woonboten (en andere roerende zaken) belang hebben bij de collectieve voorzieningen van de gemeenten. Deze aan de OZB gelijkwaardige belasting wordt geheven van de roerende zaken die duurzaam aan een plaats gebonden zijn én dienen tot permanente bewoning of permanent gebruik. De jaarlijkse opbrengst bedraagt € 900. De heffingssystematiek is vergelijkbaar met de systematiek van de OZB en ook de heffingsmaatstaf wordt vastgesteld op grond van de in de wet WOZ opgenomen bepalingen. De Gemeentewet geeft aan dat de tarieven van deze belasting gelijk moeten zijn aan de OZB-tarieven. Hondenbelasting Sinds 1 januari 2011 wordt een directe belasting geheven van de houder van één of meer honden. De nieuwe (met 2% verhoogde) tarieven zien er als volgt uit: Tarief 2012
InflatieCorrectie 2%
Tarief 2013 Molenwaard
Graafstroom: -per hond -per kennel
€ 65 € 194
€ 66 € 188
€ 70 € 207
Liesveld: -per hond -per kennel
€ 69 € 207
€ 70 € 211
€ 70 € 207
Nieuw-Lekkerland -per hond -per kennel
€ 73 € 219
€ 74 € 223
€ 70 € 207
Hondenbelasting
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 28 van 35
29
Toeristenbelasting De gemeenten heffen een belasting voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeenten in o.a. hotels, pensions en vakantieonderkomens. Belastingplichtige is degene die gelegenheid tot verblijf biedt. In 2013 is de belastingplicht uitgebreid tot diegenen die in de gemeente verblijven zónder inschrijving in de Gemeentelijke Basisadministratie. Het tarief bedraagt per overnachting € 1,00 en wordt voor 2013 verhoogd tot € 1,05.
6.5 Kwijtschelding Kwijtschelding Huishoudens met een inkomen op minimumniveau kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Deze kwijtschelding wordt verleend op basis van 100% van de bijstandsnorm, waarbij ook een vermogenstoets plaatsvindt. Afhankelijk van de inkomens- en vermogenstoets worden de woonlasten voor minima geheel of gedeeltelijk kwijtgescholden. Met ingang van 2012 is het kwijtscheldingsbeleid op basis van landelijke regelgeving verruimd. Binnen Molenwaard kan kwijtschelding worden verkregen voor de afvalstoffenheffing hondenbelasting. De volgende heffingen/belastingen zijn hiervoor uitgezonderd: • Brandweerrechten • Leges • Lijkbezorgingsrechten • Rioolheffing • Toeristenbelasting • Vermakelijkheidsretributie • Lig- en kadegelden
en
de
De afwikkeling van aanvragen om kwijtschelding wordt uitgevoerd door de SVHW te Klaaswaal. In de begroting 2013 is rekening gehouden met een inkomstenderving als gevolg van kwijtscheldingen tot een bedrag van € 30.000.
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 29 van 35
30
6.6 Woonlasten 2012/2013 In de “Atlas van de lokale lasten”, samengesteld door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO), wordt onder andere een overzicht gegeven van de gemeentelijke woonlasten. Het gaat daarbij om de drie belangrijkste gemeentelijke lasten voor een huishouden, te weten de OZB, rioolrecht en de afvalstoffenheffing. In het navolgende overzicht zijn de woonlasten voor 2013 gebaseerd op de voorstellen en tarieven die in deze paragraaf voor de verschillende heffingen en belastingen zijn aangegeven. Graafstroom 2012
Liesveld 2012
NieuwLekkerland 2012
Molenwaard 2013
€ 179 € 237
€ 186 € 237
€ 198 € 232
€ 191 € 240
€ 310 € 16
€ 307 €8
€ 294 €8
€ 296 € 16
€ 48
€ 24
€ 24
€ 48
270.333 € 224
270.333 € 289
270.333 € 301
270.333 € 275
Totaal éénpersoonshuishouden Totaal meerpersoonshuishouden
€ 729 € 819
€ 790 € 857
€ 801 € 851
€ 778 € 859
Stijging t.o.v. 2012: -éénpersoonshuishouden -meerpersoonshuishouden
in % 6,7% 4,9%
in % -/- 1,5% 0,2%
in % -/- 2,9% 1,0%
in % 0,6% 2%
Afvalstoffenheffing -éénpersoonshuishouden -meerpersoonshuishouden Rioolheffing -aansluitrecht -afvoerrecht éénpersoonshuishouden -afvoerrecht meerpersoonshuishouden Onroerende zaakbelastingen: -gemiddelde taxatiewaarde -OZB eigenaren woningen
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 30 van 35
31
6.7 Vergelijkend overzicht woonlasten 2012 Onderstaand geven wij een overzicht van de tarieven van de ons omliggende gemeenten en de duurste en goedkoopste gemeente in Nederland en Zuid-Holland. Het gaat hierbij om de woonlasten uit de Atlas van de lokale lasten 2012, de tarieven die gelden voor het begrotingsjaar 2012 voor méérpersoonshuishoudens. N.B.: De OZB-last is door Coelo gebaseerd op de gemiddelde waarde van een woning in de betreffende gemeente. Onderstaande OZB-last wijkt daarom voor Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland af van bovengenoemde cijfers. De gemiddelde WOZ-waarde van woningen is overigens in Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland resp. € 325.000, € 270.000 en € 220.000. Gemeente
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
OZB
Totaal
Graafstroom Liesveld Nieuw-Lekkerland
€ 237 € 237 € 232
€ 358 € 332 € 319
€ 270 € 288 € 245
€ 865 € 857 € 796
Zederik Giessenlanden Gorinchem HardinxveldGiessendam Sliedrecht Papendrecht Alblasserdam
€ 234 € 237 € 185
€ 240 € 250 € 220
€ 241 € 302 € 227
€ 715 € 789 € 632
€ € € €
€ € € €
€ € € €
€ € € €
Duurste gemeente Nederland (Blaricum) Goedkoopste gemeente Nederland (Bunschoten)
€ 280
€ 183
€ 706
€ 1.169
€ 153
€ 103
€ 244
€ 500
Gemiddelde Nederland
€ 267
€ 177
€ 239
€ 683
245 213 222 264
238 199 228 250
265 172 237 244
748 584 687 758
6.8 Opbrengsten 2012-2013 In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de opbrengsten van de gemeentelijke heffingen en belastingen. Opbrengsten
Afvalstoffenheffing Rioolheffing Lijkbezorgingsrechten Leges Brandweerrechten Vermakelijkheidsretributie Lig- en Kadegelden OZB Belasting Roerende Zaken Hondenbelasting Toeristenbelasting Totaal
Molenwaard 2012
Molenwaard 2013
€ 2.280.000 € 3.744.732 € 681.000 € 1.732.500 €0 € 89.509 € 22.184 € 4.460.000 € 890 € 95.000 € 32.600
€ 2.307.950 € 3.806.640 € 681.000 € 1.638.000 €0 € 108.000 € 20.000 € 4.650.000 € 935 € 113.866 € 33.500
€ 13.138.415
€ 13.359.891
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 31 van 35
32
3. Bijlagen kwijtschelding notitie
Kwijtschelding Notitie over de (on)mogelijkheden van de toepassing van de verruimde vermogensnorm
SVHW Augustus 2012
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 32 van 35
33
1.
Inleiding
Met ingang van belastingjaar 2012 heeft de meerderheid van de deelnemers aan het SVHW de zogenoemde verruimde vermogensnorm ingevoerd via de Verordening kwijtschelding. Inmiddels zijn over de juridische basis hiervan een aantal vragen gerezen. In het navolgende geven wij onze bevindingen weer.
2.
Juridische basis
Op 12 mei 2011 is artikel 255, vierde lid, van de Gemeentewet aangepast in die zin, dat de gemeente voor de toetsing van het vermogen ruimere normen in aanmerking kunnen nemen (Staatsblad 2011, 309). Deze wijziging is ingegaan per 1 juli 2011. Het vierde lid van artikel 255, Gemeentewet, luidt sindsdien als volgt:
Met inachtneming van door Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, te stellen regels kan de raad met betrekking tot de wijze waarop de kosten van bestaan en de wijze waarop het vermogen in aanmerking worden genomen afwijkende regels stellen die er toe leiden dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend. De wijziging hield in dat gemeenten, voor de manier waarop bij de kwijtschelding, het vermogen wordt getoetst, een ruimere norm mogen aannemen dan tot dat moment. Tot op dat moment moesten gemeenten aansluiten bij de Rijksregeling in artikel 12 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. De nieuwe, verruimde normen zouden worden vastgelegd in de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen. Dit is een ministeriële regeling. Het was de intentie, dat de Nadere regels per 1 januari 2012 zouden worden aangepast. Er zou in de Nadere regels worden opgenomen, dat voor de wijze waarop het vermogen wordt bepaald, een maximum zou gelden, zoals geregeld in artikel 34 van de Wet werk en bijstand. Gemeenten zouden dus, per 1 januari 2012, het vermogen kunnen toetsen aan de hand van artikel 34 van de Wet Werk en Bijstand. In juni/juli is dit onderwerp in het AB van het SVHW aan de orde geweest. Besloten is een brief aan de deelnemers te schrijven, met daarin de berekening van de gevolgen van de toepassing van de verruiming. Deze brief is eind juli 2011 aan de deelnemers verzonden. Daarna is deze brief weer in het AB behandeld. De VNG geeft in de ledenbrief van 15 juli 2011 aan er bij het ministerie van BZK op aan te dringen de regels zo spoedig mogelijk aan te passen. Op 23 september 2011 geeft de VNG in de ledenbrief aan, dat er wellicht een beperktere norm komt, die het midden houdt tussen artikel 12 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en artikel 34 van de Wet Werk en Bijstand. Zeker is dat echter op dat moment niet. Op 27 september 2011 hebben wij de deelnemers gemeld, dat de norm wellicht nog gewijzigd kon worden. Eind 2011 hebben nagenoeg alle gemeenteraden van onze deelnemers de vermogensnorm in de Verordeningen kwijtschelding bepaald op de normen van artikel 34 van de Wet Werk en Bijstand. Over de aanpassing van de Ministeriële regeling is eerst weer iets vernomen op 2 maart 2012. In een brief aan de Kamer geeft de Minister aan dat de nadere regels niet worden aangepast. De minister erkent dat het gelijkstellen van de vermogensnorm bij kwijtschelding van lokale lasten aan de vermogensnorm in de Wet Werk en bijstand voor gemeenten belangrijke administratieve voordelen heeft. Zij verwacht echter dat de verruiming van de vermogensnorm de armoedeval verergert. Het streven van het Kabinet is dat werken lonend moet zijn voor alle huishoudens. Het verruimen van de vermogensnorm is daarmee in strijd.
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 33 van 35
34
3.
Consequenties
Feitelijk is er een juridisch vacuüm ontstaan. Er is nu sprake van de rare situatie dat de wet het toestaat om andere normen te hanteren voor de vermogenstoets (art. 255, vierde lid, Gemeentewet). De gemeente moet daarbij, aldus de wet, de Nadere regels in acht nemen. Hierin staat echter niets over de vermogensnorm. Kort gezegd doet de gemeente het dus altijd goed. Wat de gemeente ook regelt qua afwijking, het is altijd in overeenstemming met de Nadere regels, want die schrijven geen maximum of minimum voor. Omdat de aanslagen op 29 februari 2012 zijn opgelegd, en de gemeentelijke Verordeningen kwijtschelding nagenoeg allemaal uitgaan van artikel 34 van de Wet Werk en Bijstand, zijn de ingekomen kwijtscheldingsverzoeken ook op deze wijze afgehandeld. De gemeente overtreedt hiermee geen wettelijke bepaling. Gesteld zou ook nog kunnen worden, dat de burgers recht hebben op de verruimde toets, gelet op de geldende verordening ten tijde van de aanslagoplegging. Het zou logisch zijn, indien de wetgever de verruimingsmogelijkheid van artikel 255, vierde lid, Gemeentewet, weer zou schrappen. Dat staat echter, in het huidige politieke klimaat, niet erg hoog op de agenda. 4.
Advies
Door alle gewijzigde voornemens van rijkswege, is onder de deelnemers van het SVHW wel onduidelijkheid ontstaan. Om die reden hebben wij een en ander in deze notitie nogmaals uiteen gezet. Hoewel wij menen dat met de verruiming geen wet wordt overtreden, willen wij onze deelnemers in overweging geven zich aan te sluiten bij de wens van de Minister. Er wordt dan weer aangesloten bij de “oude” regeling van artikel 12 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. In de door ons aangeleverde concepten voor de verordeningen 2013 hebben wij de aanpassing reeds verwerkt. Klaaswaal, augustus 2012
P. Bervoets J.K. Lanser
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 34 van 35
35
4. Bijlagen apart in een map, ter inzage gemeentelijke belastingverordeningen
Toelichting Raadsvoorstel gemeentelijke belastingen 2013
pagina 35 van 35
Raadsbesluit Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer NLL wethouder Vat gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 12-1 WRD1219733/36678 (idem in zaaknrs 1219847/1219848/1219849)
Verordening Afvalstoffenheffing 2013
De raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland; gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012; gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
besluiten (ieder voor hun eigen gemeente):
vast te stellen de
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2013. (Verordening Afvalstoffenheffing 2013)
Gegevens van de regeling: Overheidsorganisatie
Gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Raadsvergadering
11 december 2012
Vastgesteld door
Gemeenteraad
Betreft (aard van de wijziging)
Bestaande regeling
Datum van inwerkingtreding van (een versie van) de regeling
1 januari 2013
Bron bekendmaking van (een wijziging van) de regeling zowel lokaal en op internet www.overheid.nl.
Het Kontakt, 21 december 2012 Internet, 27 december 2012
Overig
--
Afdeling
Financiën
Verordening afvalstoffenheffing 2013
Pagina 1 van 3
2
Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80). Artikel 2 Belastingplicht 1. De belasting wordt geheven van degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt: a. gebruikmaken van een perceel door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruikmaken door het door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen lid van dat huishouden; b. gebruikmaken door degene aan wie een deel van een perceel in gebruik is gegeven aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven, met dien verstande dat degene die het deel in gebruik heeft gegeven, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven; c. het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld, met dien verstande dat degene die het perceel ter beschikking heeft gesteld, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie het perceel ter beschikking is gesteld. Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief 1. De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar voor: a. éénpersoonshuishoudens € 191,00 b. meerpersoonshuishoudens € 240,00 2. De situatie op 1 januari van een belastingjaar is bepalend of men onder de meerpersoonshuishoudens of éénpersoonshuishoudens valt. Onder een éénpersoonshuishouden wordt verstaan één persoon, die alleen op één adres staat ingeschreven. Meerdere personen, die op één adres wonen, maar wel een eigen huishouding voeren, worden niet aangemerkt als éénpersoonshuishouden. 3. De belasting als bedoeld in lid 1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van iedere a. extra grijze container, boven het aantal van één, met een inhoud van 140 liter met: € 104,00 b. extra grijze container, boven het aantal van één, met een inhoud van 240 liter met: € 168,00 4. De extra containers onder lid 3 worden in bruikleen gegeven voor minimaal 12 maanden. Artikel 4 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 5 Wijze van heffing De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belasting verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, nog volle kalendermaanden overblijven. 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt. Verordening afvalstoffenheffing 2013
Pagina 2 van 3
3
Artikel 7 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen. Artikel 8 Kwijtschelding Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt in afwijking van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100%. Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing. Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De Verordening afvalstoffenheffing 2012 d.d. 13 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2013".
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012. Gemeente Graafstroom De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
D.R. van der Borg
Gemeente Liesveld De griffier,
De voorzitter,
A.J.P. Saes
T.C. van Gelder
Gemeente Nieuw-Lekkerland De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
Ir. M. Houtman
Verordening afvalstoffenheffing 2013
Pagina 3 van 3
Raadsbesluit Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer NLL wethouder Vat gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 12-2 WRD1219733/36685 (idem in zaaknrs 1219847/1219848/1219849)
Verordening Roerende Woon- en Bedrijfsruimten 2013
De raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland; gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland van 28 november 2012; gelet op artikel 221 van de Gemeentewet;
besluiten (ieder voor hun eigen gemeente):
vast te stellen de
Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2013 (Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten)
Gegevens van de regeling: Overheidsorganisatie
Gemeenten Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland
Raadsvergadering
11 december 2012
Vastgesteld door
Gemeenteraad
Betreft (aard van de wijziging)
Bestaande regeling
Datum van inwerkingtreding van (een versie van) de regeling
1 januari 2013
Bron bekendmaking van (een wijziging van) Het Kontakt, 21 december 2012 de regeling zowel lokaal en op internet Internet, 27 december 2012 www.overheid.nl. Overig
--
Afdeling
Financiën
Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2013
Pagina 1 van 5
2
Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. ruimte : een roerende woon- of bedrijfsruimte, welke duurzaam aan een plaats gebonden is en dient tot permanente bewoning of permanent gebruik; b. woonruimte : een ruimte waarvan de vastgestelde waarde in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van de ruimte die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden; c. bedrijfsruimte : een ruimte die niet kan worden aangemerkt als woonruimte. Artikel 2 Belastingplicht 1. Onder belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten worden ter zake van binnen de gemeente gelegen ruimten twee directe belastingen geheven: a. een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een bedrijfsruimte al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen: gebruikersbelasting; b. een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een ruimte het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, verder te noemen: eigenarenbelasting. 2. Bij de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door degene aan wie een deel van een ruimte in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; b. het ter beschikking stellen van een ruimte voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die ruimte ter beschikking heeft gesteld. 3. Degene die een in het vorige lid bedoelde bedrijfsruimte in gebruik heeft gegeven of ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die ruimte of deel daarvan in gebruik is gegeven of ter beschikking is gesteld. Artikel 3 Belastingobject Als één ruimte wordt aangemerkt: 1. een binnen de gemeente gelegen ruimte; 2. een gedeelte van een onder a. bedoelde ruimte dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt; 3. een samenstel van twee of meer onder a. bedoelde ruimten of onder b. bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde persoon in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar horen; 4. het binnen de gemeente gelegen deel van een in onderdeel a. bedoelde ruimte, van een in onderdeel b. bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel c. bedoeld samenstel. Artikel 4 Maatstaf van heffing 1. De heffingsmaatstaf is de waarde die aan de ruimte dient te worden toegekend indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de ruimte in de staat waarin deze zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen. 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt de waarde van een bedrijfsruimte, met uitzondering van ruimten die zijn ingeschreven in een van de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers van beschermde monumenten, bepaald op de vervangingswaarde indien dit leidt tot een hogere waarde dan die ingevolge het eerste lid. Bij de berekening van de vervangingswaarde wordt rekening gehouden met: a. de aard en de bestemming van de ruimte; b. de sedert de stichting van de ruimte opgetreden technische en functionele veroudering waarbij de invloed van latere wijzigingen in aanmerking wordt genomen. 3. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt de waarde van een ruimte in aanbouw bepaald op de vervangingswaarde, bedoeld in het tweede lid. Onder een ruimte in aanbouw wordt verstaan een roerende zaak of gedeelte daarvan waarvoor een bouwvergunning in de zin van de Woningwet is afgegeven en dat door bouw nog niet geschikt is voor gebruik overeenkomstig de beoogde bestemming.
Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2013
Pagina 2 van 5
3
4. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt de waarde van een woonruimte die deel uitmaakt van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, bepaald met inachtneming van een vooronderstelde verplichting om het landgoed gedurende een tijdvak van 25 jaren als zodanig in stand te houden en geen opgaand hout te vellen anders dan volgens de regels van normaal bosbeheer noodzakelijk of gebruikelijk is. Ruimten die dienstbaar zijn aan de woonruimte worden geacht deel uit te maken van die woonruimte. 5. Met betrekking tot een ruimte als bedoeld in artikel 3, aanhef en onderdeel d., wordt de waarde gesteld op een evenredig deel van de waarde die dient te worden toegekend aan de gehele ruimte. Artikel 5 Vrijstellingen 1. In afwijking in zoverre van artikel 4 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, de waarde van: a. glasopstanden, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit cultuurgrond die bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd ten behoeve van de land- of bosbouw. Onder cultuurgrond wordt mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken; b. ruimten die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning; c. ruimten ten behoeve van waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning; d. ruimten die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning; e. werktuigen die van een ruimte kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als ruimten zijn aan te merken. f. bedrijfsruimten voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige bedrijfsruimten die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs; g. ruimten voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt ten behoeve van begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning. 2. De vrijstelling met betrekking tot de in het eerste lid, onderdeel f, bedoelde bedrijfsruimte geldt niet voor de eigenarenbelasting voor zover de gemeente van die ruimten niet het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. 3. In afwijking in zoverre van artikel 4 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de gebruikersbelasting buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de bedrijfsruimte die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 6 Waardepeildatum 1. De heffingsmaatstaf wordt naar de waarde die de ruimte op de waardepeildatum heeft naar de staat waarin de ruimte op die datum verkeert. 2. De waardepeildatum ligt één jaar voor het begin van het kalenderjaar waarvoor de waarde wordt bepaald. 3. Indien een ruimte tussen de waardepeildatum en het begin van het kalenderjaar: a. opgaat in een andere ruimte dan wel in meer ruimten, of b. wijzigt als gevolg van hetzij bouw, verbouwing, verbetering, afbraak of vernietiging, hetzij verandering van bestemming, of
Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2013
Pagina 3 van 5
4 c. een verandering in waarde ondergaat als gevolg van een andere, specifiek voor de ruimte geldende bijzondere omstandigheid, wordt, in afwijking van het derde lid, de waarde bepaald naar de staat van die ruimte bij het begin van het kalenderjaar. Artikel 7 Belastingtarieven 1. Het tarief van de belasting is een percentage van de heffingsmaatstaf: a. bij de gebruikersbelasting 0,1581 %; b. bij de eigenarenbelasting 1. voor roerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0,1018 %; 2. voor roerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,1885 %. 2. Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op gehele euro's. 3. Indien de heffingsmaatstaf beneden de € 12.000,00 blijft wordt geen belasting geheven. Artikel 8 Wijze van heffing De belastingen worden door middel van een aanslag geheven. Artikel 9 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen. Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten. Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De Verordening op de heffing en invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2012 van 13 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013. 4. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2013.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012. Gemeente Graafstroom De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
D.R. van der Borg
Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2013
Pagina 4 van 5
5
Gemeente Liesveld De griffier,
De voorzitter,
A.J.P. Saes
T.C. van Gelder
Gemeente Nieuw-Lekkerland De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
Ir. M. Houtman
Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2013
Pagina 5 van 5
Raadsvoorstel
Raadsbesluit Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer NLL wethouder Vat gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 12-3 WRD1219733/36679 (idem in zaaknrs 1219847/1219848/1219849) Verordening Brandweerrechten 2013
De raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland; gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
besluiten (ieder voor hun eigen gemeente):
vast te stellen de
Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2013 (Verordening brandweerrechten 2013)
Gegevens van de regeling: Overheidsorganisatie
Gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Raadsvergadering
11 december 2012
Vastgesteld door
Gemeenteraad
Betreft (aard van de wijziging)
Bestaande regeling
Datum van inwerkingtreding van (een versie van) de regeling
1 januari 2013
Bron bekendmaking van (een wijziging van) de regeling zowel lokaal en op internet www.overheid.nl.
Het Kontakt, 21 december 2012 Internet, 27 december 2012
Overig
--
Afdeling
Financiën
Verordening brandweerrechten 2013
Pagina 1 van 5
2 Artikel 1 Belastbaar feit 1. Onder de naam “brandweerrechten” worden geheven: a. rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn; b. rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten. 2. Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van: a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand; b. het beperken van brandgevaar; c. het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand; d. al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt; e. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand; f. de bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de wet Rampen en Zware ongevallen. Artikel 2 Belastingplicht Belastingplichtig is: a. degene die gebruik maakt van bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a; b. degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst wordt verleend, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b. Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel; 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 4 Belastingjaar Voor zover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld 1. De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in zoverre in afwijking van artikel 3, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Artikel 6 Wijze van heffing 1. De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. 2. Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Artikel 7 Termijn van betaling 1. De rechten moeten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving. 2. Ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving. Verordening brandweerrechten 2013
Pagina 2 van 5
3 3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing. 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen. Artikel 8 Kwijtschelding Bij de invordering van brandweerrechten kan geen kwijtschelding worden verleend. Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten. Artikel 10 Overgangsrecht 1. De Verordening Brandweerrechten 2012 van 13 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing hiervoor in die periode plaatsvindt. Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013. 3. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Brandweerrechten 2013”.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012. Gemeente Graafstroom De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
D.R. van der Borg
Gemeente Liesveld De griffier,
De voorzitter,
A.J.P. Saes
T.C. van Gelder
Gemeente Nieuw-Lekkerland De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
Ir. M. Houtman
Verordening brandweerrechten 2013
Pagina 3 van 5
4 Tarieventabel behorende bij de Verordening Brandweerrechten 2013 Gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland met ingang van 1-1-2013 De bedragen genoemd in deze tabel zijn exclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is. Tabel
Omschrijving
Bedrag
nr.
1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.2
2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4
4.1
5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.1.5 5.1.6 5.1.7 5.1.8 5.1.9 5.1.10 5.1.11 5.1.12 5.1.13 5.1.14 5.1.15 5.1.16 5.1.17 5.1.18 5.1.19 5.1.20
2013 Hoofdstuk 1 Wacht- en controlediensten Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot: het verrichten van wacht- en waakdiensten, per personeelslid, per uur het verrichten van controlediensten, per personeelslid, per uur het ter beschikking stellen van personeel als bedoeld in hoofdstuk 6 van deze tabel Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verrichten van wacht- en waakdiensten inclusief het benodigde materieel ten behoeve van een circus, per etmaal
€ €
42,40 42,40
€
42,40
€
234,00
Hoofdstuk 2 Behandeling brandslangen Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot: het reinigen en persen van brandslangen, per slang het vulkaniseren van brandslangen, per pleister het bendelen van brandslangen, per bendel
€ € €
8,50 6,50 9,50
Hoofdstuk 3 Beschikbaar stellen van brandblusmiddelen Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beschikbaar stellen, per etmaal, van een: brandslang, per 20 meter en inclusief gebruik koppelingen: handbrandblusapparaat verdeelstuk straalpijp
€ € € €
10,60 8,50 7,50 7,50
Hoofdstuk 4 Verrichten van rookproeven Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verrichten van een rookproef:
€
130,50
Hoofdstuk 5 Verrichtingen ten behoeve van de adembescherming Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot: het vullen van cilinders 1 tot 6 liter/200 bar het vullen van cilinders 1 tot 6 liter/300 bar het vullen van cilinders 7 tot 9 liter/200 bar het vullen van cilinders 10 liter/200 bar het vullen van cilinders 10 liter/300 bar het vullen van cilinders 50 liter/200 bar huur ademluchtcilinder huur gelaatstuk huur ademluchttoestel vervangen ontluchtingsmembraan vervangen spreekmembraan vervangen ruit gelaatstuk (incl. arbeid) vervangen veer uitademventiel reinigen en testen gelaatstuk binnenmasker gelaatstuk uitademventiel gelaatstuk beschermkapje gelaatstuk bodyguard, vervangen batterijen HD O-ringen, vervangen AA O-ringen, vervangen
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
6,50 8,50 8,50 8,50 10,50 38,50 13,00 13,00 15,00 4,50 19,00 39,00 6,50 8,50 55,00 8,50 13,00 5,50 2,20 4,50
Verordening brandweerrechten 2013
Pagina 4 van 5
5 Tabel Omschrijving
Bedrag
nr.
6.1
6.1.1 6.1.2 6.1.3 6.1.4 6.1.5 6.1.6 6.1.7 6.1.8 6.1.9
7.1 7.1.1 7.1.2 7.1.3
7.1.4 7.1.5 7.1.6 7.1.7 7.1.8 7.1.9
2013 Hoofdstuk 6 Verrichten van diensten Voor zover daarvoor niet elders in deze tabel een tarief is opgenomen, bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het ter beschikking stellen met personeel, per kwartier van: een tankautospuit, inclusief 4 personen een tankautospuit, inclusief 6 personen een bestelwagen (excl. personeel) een poederaanhangwagen (excl. personeel) een schuimaanhanger een tankwagen met een inhoud van meer dan 10.000 liter (excl. personeel) een commandowagen (exclusief personeel) een autoladder een hoogwerker Hoofdstuk 7 Overige diensten Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot: het ter beschikking stellen van een leslokaal, per uur het verrichten van diensten met een motorzaag, inclusief personeel, per uur het verrichten van diensten met een lichtaggregaat, per uur het verrichten van diensten met een lichtaggregaat, inclusief personeel, per uur ter beschikking stellen van noodverlichtingsarmaturen, per armatuur, per etmaal het verrichten van metingen, per meting het verrichten van diensten in geval van storing in een perceel, inclusief personeel en materiaal, per kwartier het verrichten van diensten in geval van opheffing van de afsluiting van een perceel, inclusief personeel en materiaal, per kwartier het verrichten van verwijderings- en schoonmaakwerkzaamheden, exclusief schoonmaakmiddel, per uur verbruik schoonmaakmiddel, per liter
Verordening brandweerrechten 2013
€ € € € €
61,50 84,50 26,50 35,00 46,50
€ € € €
32,00 31,00 53,00 53,00
€
17,00
€ €
52,00 34,00
€
76,50
€ €
7,50 74,50
€
55,00
€
55,00
€ €
235,00 9,50
Pagina 5 van 5
Raadsbesluit Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer NLL wethouder Vat gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 12-4 WRD1219733/36680 (idem in zaaknrs 1219847/1219848/1219849) Verordening Hondenbelasting 2013
De raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland; gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012; gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
besluiten (ieder voor hun eigen gemeente):
vast te stellen de
Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2013. (Verordening hondenbelasting 2013)
Gegevens van de regeling: Overheidsorganisatie
Gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Raadsvergadering
11 december 2012
Vastgesteld door
Gemeenteraad
Betreft (aard van de wijziging)
Bestaande regeling
Datum van inwerkingtreding van (een versie van) de regeling
1 januari 2013
Bron bekendmaking van (een wijziging van) de regeling zowel lokaal en op internet www.overheid.nl.
Het Kontakt, 21 december 2012 Internet, 27 december 2012
Overig
--
Afdeling
Financiën
Verordening hondenbelasting 2013
Pagina 1 van 4
2
Artikel 1 Belastbaar feit Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente. Artikel 2 Belastingplicht 1. Belastingplichtig is de houder van een of meer honden. 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is. 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden. Artikel 3 Vrijstellingen 1. De belasting wordt niet geheven ter zake van honden: a. die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden; b. die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden; c. die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onder c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit; d. die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit; e. die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden. f. die gehouden worden door ambtenaren van de politie, ter verrichting van opsporingsdiensten, mits de houder in het bezit is van een geldend diploma der Koninklijke Politiehondenvereniging. 2. De belasting wordt niet geheven ter zake van de vierde en volgende hond(en), indien de belastingplichtige meer dan drie honden houdt. Artikel 4 Maatstaf van heffing De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden. Artikel 5 Belastingtarief 1. De belasting bedraagt per belastingjaar per hond € 70,00. 2. In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland € 207,00 per kennel. 3. Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijk aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag. Artikel 6 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7 Wijze van heffing De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Verordening hondenbelasting 2013
Pagina 2 van 4
3
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,00. 4. Belastingbedragen van minder dan € 9,00 worden niet geheven. 5. Voor de toepassing van de bepalingen in het derde en het vierde lid, wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag. Artikel 9 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen. Artikel 10 Kwijtschelding Bij de invordering van de hondenbelasting wordt in afwijking van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100%. Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting. Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De ‘Verordening hondenbelasting 2012’ d.d. 13 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2013. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening hondenbelasting 2013”.
Verordening hondenbelasting 2013
Pagina 3 van 4
4
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012. Gemeente Graafstroom De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
D.R. van der Borg
Gemeente Liesveld De griffier,
De voorzitter,
A.J.P. Saes
T.C. van Gelder
Gemeente Nieuw-Lekkerland De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
Ir. M. Houtman
Verordening hondenbelasting 2013
Pagina 4 van 4
Raadsbesluit Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer NLL wethouder Vat gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 12-5 WRD1219733/36677 (idem in zaaknrs 1219847/1219848/1219849)
Leges verordening 2013
oorstel De raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland; gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland van 28 november 2012; gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440);
besluiten (ieder voor hun eigen gemeente):
vast te stellen de
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2013 (Legesverordening 2013)
Gegevens van de regeling: Overheidsorganisatie
Gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Raadsvergadering
11 december 2012
Vastgesteld door
Gemeenteraad
Betreft (aard van de wijziging)
Bestaande regeling
Datum van inwerkingtreding van (een versie van) de regeling
1 januari 2013
Bron bekendmaking van (een wijziging van) de regeling zowel lokaal en op internet www.overheid.nl.
Het Kontakt, 21 december 2012 Internet, 27 december 2012
Overig
--
Afdeling
Financiën
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
pagina 1 van 18
2 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. dag: de periode van 0.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt; b. week: een aaneengesloten periode van zeven dagen; c. maand: het tijdvak dat loopt van de 1e dag van de kalendermaand tot de 1e dag van de volgende kalendermaand; d. jaar: het tijdvak dat loopt van de 1e dag van het kalenderjaar tot de 1e dag van het volgende kalenderjaar; e. kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december. Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor: a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten; b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel. Artikel 3 Belastingplicht Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht. Artikel 4 Vrijstellingen Leges worden niet geheven voor: a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald; b. diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; c. het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht , voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets); d. het in behandeling nemen van aanvragen tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag, indien deze verklaring: - voor de aanvrager noodzakelijk is om te kunnen optreden als gastouder voor een niet-eigen kind dat een gastverblijf van enkele weken per jaar wordt aangeboden; - wordt aangevraagd in het kader van een adoptieprocedure voor buitenlandse kinderen; e. het verstrekken van maximaal drie abonnementen op de raadstukken aan elke in de gemeenteraad zitting hebbende politieke groepering, partij of vereniging, met dien verstande dat het aantal abonnementen per groepering, partij of vereniging wordt vastgesteld door burgemeester en wethouders; f. het verstrekken van één abonnement op de raadstukken aan: - elke niet in de gemeenteraad zitting hebbende politieke groepering, partij of vereniging; - op verzoek van de ereburgers van de gemeente; g. het afgeven van beschikkingen op verzoek- en bezwaarschriften terzake van gemeentelijke belastingen; h. het afgeven van beschikkingen op verzoeken om gemeentelijk subsidie; i. het afgeven van stukken, nodig voor het ontvangen van pensioenen, lijfrenten of andere publiekrechtelijke periodieke uitkeringen. j. de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging daarvan betreffende enige gemeentelijke functie of dienstverlening jegens de gemeente; k. het in behandeling nemen van aanvragen tot het verkrijgen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen; l. het afgeven van stukken nodig voor het ontvangen van pensioenen, lijfrenten of andere publiekrechtelijke periodieke uitkeringen.
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
pagina 2 van 18
3 Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de in die tabel gegeven aanwijzingen. 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zoudenzijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisisen herstelwet. 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 6 Wijze van heffing De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. Artikel 7 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6: a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving; b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving. 2. Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de bovengenoemde termijnen. Artikel 8 Kwijtschelding Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 9 Vermindering of teruggaaf 1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling. 2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag. Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen: 1. van zuiver redactionele aard zijn; 2. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft: a. onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand); b. hoofdstuk 2 (reisdocumenten); c. hoofdstuk 3 (rijbewijzen); d. onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens); e. hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens); f. onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag); g. hoofdstuk 16 (kansspelen); een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden. Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
pagina 3 van 18
4 Artikel 12 Overgangsrecht 1. De artikelen en tarieventabel van de ‘Legesverordening 2012’ van d.d. 13 december 2011, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 26 juni 2012 (1e wijziging), wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede de lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten: a. die zich voor die datum hebben voorgedaan. b. waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast, met dien verstande dat de van toepassing zijnde tarieven worden verhoogd met 2 %, waarbij de uitkomst rekenkundig wordt afgerond op twee decimalen. 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt. Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013. 3. Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 2013".
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012. Gemeente Graafstroom De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
D.R. van der Borg
Gemeente Liesveld De griffier,
De voorzitter,
A.J.P. Saes
T.C. van Gelder
Gemeente Nieuw-Lekkerland De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
Ir. M. Houtman
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
pagina 4 van 18
5
Tarieventabel leges Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2013 met ingang van 1-1-2013 en data genoemd in wijzigingsbesluiten
Titel 1 Algemene dienstverlening Hoofdstuk 1 -Burgerlijke stand Hoofdstuk 2 -Reisdocumenten Hoofdstuk 3 -Rijbewijzen Hoofdstuk 4 -Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Hoofdstuk 5 -Verstrekkingen uit het Kiezersregister Hoofdstuk 6 -Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens Hoofdstuk 7 -Bestuursstukken Hoofdstuk 8 -Vastgoedinformatie Hoofdstuk 9 -Overige publiekszaken Hoofdstuk 10 -Gemeentearchief Hoofdstuk 11 -Huisvestingswet Hoofdstuk 12 -Leegstandwet Hoofdstuk 13 -Gereserveerd Hoofdstuk 14 -Standplaatsen Hoofdstuk 15 -Winkeltijdenwet Hoofdstuk 16 -Kansspelen Hoofdstuk 17 -Telecommunicatie Hoofdstuk 18 -Verkeer en vervoer Hoofdstuk 19 -Diversen
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 -Begripsomschrijvingen Hoofdstuk 2 -Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag Hoofdstuk 3 -Omgevingsvergunning Hoofdstuk 4 -Vermindering Hoofdstuk 5 -Teruggaaf Hoofdstuk 6 -Intrekking omgevingsvergunning Hoofdstuk 7 -Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project Hoofdstuk 8 -Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten Hoofdstuk 9 -Sloopmelding Hoofdstuk 10 -In deze titel niet benoemde beschikking
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6
-Horeca -Organiseren evenementen of markten -Prostitutiebedrijven -Splitsingsvergunning woonruimte -Brandbeveiligingsverordening -In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
* wettelijke tarieven
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
pagina 5 van 18
6
Titel 1 Algemene dienstverlening Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand 1.1 Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: 1.1.1
Huwelijk of registratie van een partnerschap Het gemeenteoverzicht is bepalend voor locatie, dagen en tijden: Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:
1.1.2
Kosteloze huwelijksvoltrekking in gemeentekantoor: Kosteloze huwelijksvoltrekking op grond van artikel 4 alleen in het gemeentekantoor: De Waard, Melkwegplein 1 te Bleskensgraaf, op maandag om 09.00 uur en 9.30 uur Huwelijksvoltrekking: * Graafstroom: de Burgerzaal in het Dorpshuis de Spil te Bleskensgraaf
1.1.3
2013
aanvulling
* Liesveld: De Vijf Lelies te Streefkerk, Hof van Ammers te Groot-Ammers * Nieuw-Lekkerland: ‘t Waellant Voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op een andere tijd dan
1.1.3.1 1.1.3.2 1.1.3.3
1.1.4
1.1.4.1 1.1.4.2 1.1.4.3 1.1.4.4
1.1.4.5
1.1.4.6 1.1.4.7
1.1.5 1.1.5.1
waarop dit ingevolge artikel 4 van de wet van 23 april 1879, Staatsblad 72, kosteloos moet plaatsvinden, zijnde de locaties het gemeentehuis*: op maandag - tussen 9.00 en 16.30 uur op dinsdag tot en met vrijdag - tussen 9.00 en 16.30 uur op zaterdag en zondag of daarmee gelijkgestelde dagen, als bedoeld in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet en op alle overige dagen op andere tijdstippen dan vermeld onder 1.1.3.1, 1.1.3.2 en 1.1.3.3 alleen indien daartoe dringende redenen aanwezig zijn zaterdag, zondag en daarmee gelijk gestelde dagen - tussen 09.00 en 16.30 uur Huwelijksvoltrekking buiten het gemeentehuis (aangewezen): voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap buiten de in art. 1.1.3 genoemde locaties, maar gelegen in de gemeente Graafstroom, Liesveld of Nieuw-Lekkerland op maandag tot en met vrijdag - tussen 9.00 en 16.30 uur op zaterdag en zondag of daarmee gelijkgestelde dagen, op maandag tot en met vrijdag - tussen 9.00 en 16.30 uur, in Het Arsenaal of Stadhuis Nieuwpoort op zaterdag en zondag of daarmee gelijkgestelde dagen, in Het Arsenaal of Stadhuis Nieuwpoort als bedoeld in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet en op alle overige dagen op andere tijdstippen dan vermeld onder 1.1.4.1, 1.1.4.2, 1.1.4.3 en 1.1.4.4. alleen indien daartoe dringende redenen aanwezig zijn zaterdag, zondag en daarmee gelijk gestelde dagen - tussen 09.00 en 16.30 uur Huwelijksvoltrekking buiten het gemeentehuis (vrije locaties): voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap buiten de in art. 1.1.3 en 1.1.4 genoemde locaties, maar gelegen in de gemeente Graafstroom, Liesveld of Nieuw-Lekkerland op maandag tot en met vrijdag - tussen 9.00 en 16.30 uur op zaterdag en zondag of daarmee gelijkgestelde dagen, als bedoeld in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet en op alle overige dagen op andere tijdstippen dan vermeld onder 1.1.4.6, 1.1.4.7, alleen indien daartoe dringende redenen aanwezig zijn zaterdag, zondag en daarmee gelijk gestelde dagen - tussen 09.00 en 16.30 uur Andere tijden: Het tarief, zoals dat is opgenomen in 1.1.3. , 1.1.4 en 1.1.4.5 wordt, indien de voltrekking van
€ € €
265,00 265,00 640,00
€ €
530,00 960,00
€
390,00
€
755,00
€ €
395,00 635,00
een huwelijk of het aangaan van een geregistreerd partnerschap plaatsvindt voor 9.00 en na 16.30 uur (tijden), en in overleg verhoogd met 50%.
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
pagina 6 van 18
7
1.1.6 *
1.1.6.1 1.1.7
1.1.8
Overig: Indien een gemeenteambtenaar wordt opgeroepen als getuige op te treden bij een huwelijksvoltrekking of het aangaan van een geregistreerd partnerschap, wordt het tarief (wettelijk), zoals dat is opgenomen in artikel 1.1.2, 1.1.3, 1.1.4 en 1.1.4.5 verhoogd met: Het tarief voor het omzetten en/of wijzigen van datum, tijd of locatie Het tarief voor het omzetten van een partnerschap in een huwelijk, indien er sprake is van een ceremonie in één van de trouwlocaties is gelijk aan het in 1.1.2, 1.1.3, 1.1.4 en 1.1.4.5 opgenomen tarief. ter zake van de afgifte van een duplicaat van een trouwboekje of een partnerschapboekje
1.1.9
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het (wettelijk) tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand, waar o.a. onder horen, van elk:
1.1.9.1 * 1.1.9.2 * 1.1.9.3 * 1.1.10 *
- afschrift van akte van de burgerlijke stand - meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand - verklaring van huwelijksbevoegdheid, artikel 49a, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek Het tarief (wettelijk) bedraagt terzake van de afgifte van niet ondertekende bewijzen van inschrijving van een akte in één van de registers van de burgerlijke stand, per bewijs
1.1.11
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten 1.2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.2.1.1 * tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen
€
21,50
€
26,50
€
16,50
€ € €
12,10 12,10 21,70
€
2,10
€
21,50
€
50,35
1.2.1.2 *
tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort)
€
50,35
1.2.1.3 *
tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)
€
50,35
€
31,85
1.2.2
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet:
1.2.2.1 *
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van veertien jaar nog niet heeft bereikt
1.2.2.2 * 1.2.3 *
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel 1.2.2.1 De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 en 1.2.2 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van
€
41,90
€
46,60
1.2.4
Voor het opmaken van een verklaring van vermissing voor een document bedoeld in dit hoofdstuk
€
26,50
€
43,80
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen 1.3.1 * Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs 1.3.2 *
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met (wettelijk tarief)
€
34,10
1.3.3
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen, per inlichting
€
4,05
1.3.4 1.3.5
Het tarief voor het afgeven van een eigen verklaring bedraagt Voor het opmaken van een verklaring van vermissing voor een document bedoeld in dit hoofdstuk
€
26,50
€
26,50
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
pagina 7 van 18
8 Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens 1.4.1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd. 1.4.2 1.4.2.1 1.4.2.2 *
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking tot het verstrekken een attestatie de vita uitgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand (wettelijk tarief)
1.4.2.3 1.4.2.4
tot het digitaal aanvragen, per verstrekking per computeroverzicht, op papier of alternatief medium vermeerderd met voor iedere printregel een bedrag van tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar: tot 100 verstrekkingen van 100 tot 500 verstrekkingen van 501 tot 1.000 verstrekkingen van 1.001 tot 10.000 verstrekkingen Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier
1.4.3 1.4.3.1 1.4.3.2 1.4.3.3 1.4.3.4 1.4.4 1.4.5
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
1.4.5.1 1.4.5.2 *
- voor afstemming via alternatieve media (CD-rom) - per verstrekking na een no-hit
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister 1.5.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens 1.6.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens
€
8,00
€
12,10
€ € €
6,25 68,00 0,08
€ € € €
96,00 190,00 285,00 360,00
€
22,00
€ €
25,00 2,25
€
5,30
€
4,80
€ € €
79,50 31,50 31,50
€
10,70
€
145,00
€
1,75
€
21,50
€ € €
21,50 21,50 21,50
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken cq. Besluiten 1.7.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: 1.7.1.1 1.7.1.2 1.7.1.3 1.7.2
de gemeentebegroting en meerjarenbegroting inclusief de toelichting en de bijlagen een jaarlijks vast te stellen Programmabegroting het jaarlijks vast te stellen Jaarverslag Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
1.7.2.1
een exemplaar van de agenda met bijbehorende stukken, zoals deze aan de leden van de gemeenteraad worden toegezonden ter behandeling in een openbare vergadering, met uitzondering van de in 1.7.1.1, 1.7.1.2 en 1.7.1.3 genoemde stukken een abonnement voor een kalenderjaar op de agenda met bijbehorende stukken, zoals deze aan de leden van de gemeenteraad worden toegezonden ter behandeling in een openbare vergadering, met inbegrip van de in 1.7.1.2 en 1.7.1.3 genoemde stukken een exemplaar van de in 1.7.2.1 genoemde agenda zonder de in 1.7.2.1 genoemde bijbehorende stukken een abonnement voor een kalenderjaar op de in 1.7.2.1 genoemde agenda, zonder de in 1.7.2.1 genoemde bijbehorende stukken Overig Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: een exemplaar van de algemene plaatselijke verordening (APV) een afschrift van de bouwverordening voor een andere dan de sub 1.7.3.1 en 1.7.3.2 genoemde verordening
1.7.2.2
1.7.2.4 1.7.2.5
1.7.3 1.7.3.1 1.7.3.2 1.7.3.3
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
pagina 8 van 18
9
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie 1.8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.8.2 de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 1.8.2.1
het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken 1.9 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.9.1 * het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag van personen (wettelijk tarief) 1.9.2 het legaliseren van een handtekening 1.9.3 tot het verkrijgen van een gewaarmerkte kopie 1.9.4 tot het verkrijgen van een nationaliteitsbewijs, niet bestemd tot reisdocument Hoofdstuk 10 Gemeentearchief 1.10.1 Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen, ongeacht het resultaat, in de in het gemeentearchief berustende stukken door een ambtenaar van het gemeentearchief, per kwartier 1.10.1.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een (digitaal) afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk: 1.10.1.2 per pagina: digitaal of op papier van A4-formaat 1.10.1.3 per pagina: digitaal of op papier van een ander formaat (veelvoud van A4-formaat) 1.10.1.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift digitaal of een fotokopie van een in het gemeentearchief rustende 1.10.1.5 1.10.1.6
berustende kaart, tekening of lichtdruk per kaart, tekening of lichtdruk Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een reproductie van een foto uit het fotoarchief per reproductie Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een kopie van een videoband uit het archief van film- en videomateriaal
Hoofdstuk 11 (Volks)-Huisvestingswet 1.11.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.11.1.1 het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet 1.11.1.2 het in behandeling nemen van een urgentieaanvraag op basis van artikel 3.2 van de gemeentelijke Huisvestingsverordening 1.11.2
1.11.3
tot het verkrijgen van een vergunning tot het wijzigen van de samenstelling van de woningvoorraad (door middel van gehele of gedeeltelijke onttrekking, samenvoeging of omzetting van (on)zelfstandige woonruimte) als bedoeld in artikel 30, eerste lid van de Huisvestingswet tot het verkrijgen van een vergunning voor het splitsen van een gebouw in appartementsrechten als bedoeld in artikel 106, eerste en vierde lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek
Hoofdstuk 12 Leegstandwet 1.12 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.12.1 tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet 1.12.2
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet
Hoofdstuk
13 Gereserveerd
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
€
21,50
€
21,50
€ € € €
30,05 7,80 7,80 7,80
€
21,50
€
0,55
€
13,00
€
33,00
€
65,00
€
26,50
€
26,50
€
127,50
€
127,50
€
26,50
€
26,50
pagina 9 van 18
10 Hoofdstuk 14 Standplaatsen en marktgelden 1.14.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een (incidentele) standplaatsvergunning als bedoeld "in artikel 5.18 APV":
€
22,00
1.14.1.1
Markgeld per jaar voor een grote (>20m2) standplaats op een minimarkt
€
300,00
1.14.1.2
Marktgeld per jaar voor een kleine (<20m2) standplaats op een minimarkt
€
250,00
1.14.1.3
Marktgeld per jaar voor een losse standplaats
€
200,00
€
36,50
Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet 1.15 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.15.1 voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet Hoofdstuk 16 Kansspelen 1.16.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: 1.16.1.1
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat
€
56,50
1.16.1.2
voor een periode van onbepaalde tijd voor één kansspelautomaat
€
226,50
1.16.1.3
voor een periode van twaalf maanden voor twee kansspelautomaten
€
79,00
1.16.1.4
voor een periode van onbepaalde tijd voor twee kansspelautomaten
€
317,00
1.16.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)
€
28,00
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen (kleine kansspelen)
€
28,00
€
225,00
€
183,00
Hoofdstuk 18 Verkeer, vervoer, en parkeren 1.18 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.18.1 tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)
€
45,00
1.18.2
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling Voertuigen
€
45,00
1.18.4 1.18.4.1
Gehandicapten tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) tot het verkrijgen van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart
€
41,00
€
29,00
tot het verkrijgen van een onderbord voor het reserveren van een invalidenparkeerplaats als bedoeld in artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
€
80,00
1.16.3
Hoofdstuk 17 Telecommunicatie 1.17.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet. 1.17.1.1
indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met:
1.17.1.2
indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
1.17.1.3
Indien een begroting als bedoeld in 1.17.1.2 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
1.18.4.2 1.18.4.3
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
pagina 10 van 18
11
Hoofdstuk 19 Diversen 1.19.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: (Digitale) Fotokopieën, afschriften, doorslagen, uittreksels 1.19.1.1
1.19.1.2 1.19.1.3
1.19.1.4
1.19.1.5 1.19.1.6
1.19.2 1.19.2.1
1.19.3 1.19.4 1.19.5
afschriften, doorslagen, fotokopieën (A4-formaat) of uittreksels van stukken voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina per pagina op papier van een ander formaat (veelvoud van A4-formaat) gewaarmerkte afschriften, doorslagen, fotokopieën of uittreksels van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de niet in 1.19.1.1 en 1.19.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk, per stuk Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een bestemmingsplankaart, per stuk Een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen Verkoop van vuurwerk het verkrijgen van een vergunning of ontheffing ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening voor: Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het bedrijfsmatig ter beschikking stellen, dan wel het ter beschikking aanwezig houden van consumentenvuurwerk (artikel 2:72 APV), bedraagt
€
0,55
€
2,50
€ €
13,00 32,00
€
21,50
€
39,50
Overig Gereserveerd Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking bedraagt
€
26,50
Het tarief bedraagt voor het doen van een aanvraag van naspeuringen voor ieder daaraan besteed kwartier bedraagt
€
21,50
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
pagina 11 van 18
12
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 2.1.1.1 aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; 2.1.1.2
bouwkosten: De bouwkosten worden bepaald op basis van de meest recente uitgave van taxatieboekjes van Reed Business Information BV (Bouw & Infra). Voor bouwwerken die niet passen binnen dit regime van vaststelling van bouwkosten geldt de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
2.1.1.3 2.1.2
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
2.1.3
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/ principeverzoek/beoordeling conceptaanvraag 2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 2.2.1 om vooroverleg/principeverzoek in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is
€
210,00
2.2.2
%
50,00
om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning: van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning 2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
pagina 12 van 18
13 2.3.1 2.3.1.1
Bouwactiviteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.1.1.1
indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen: van de bouwkosten, met een minimum van: indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen: indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen van de bouwkosten: met een maximum van: De bouwkosten worden naar boven afgerond op een veelvoud van
2.3.1.1.2 2.3.1.1.3 2.3.1.1.4 2.3.1.1.5 2.3.1.1.6 2.3.1.1.7
2.3.1.2
Van € 25.000 tot € 120.000 Van € 120.000 tot 230.000 Van € 230.000 tot € 455.000 Van € 455.000 tot een maximum van € 20.000.000 aan bouwkosten De kosten voor het welstandsadvies worden afgerond naar boven op veelvouden van
Meerkosten per extra gebouw: - Aanvullend doelmatigheidsadvies binnen 1 jaar na eerste advies - Overige aanvullende adviezen - Adviezen bij onttrekken aan agrarische bestemming - Adviezen agrarische beoordelingscommissie bij bezwaar - Adviezen agrarische beoordelingscommissie bij beroep - Adviezen agrarische beoordelingscommissie bij hoger beroep
2.3.2
€
55,00
€
51,00
Plus 2 ‰ van de bouwkosten
€
77,00
Plus 1,1 ‰ van de bouwkosten
€
123,00
Plus 1,1 ‰ van de bouwkosten
€
262,00
Plus 0,6 ‰ van de bouwkosten
€
494,00
Plus 0,25 ‰ van de bouwkosten
€
5,00
€ € €
618,00 700,00 805,00
€
97,00
Verplicht advies agrarische commissie Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: - Bouwen op een bestaand agrarisch bouwperceel - Bouwen met overschrijding grenzen bestaand bouwperceel - Bouwen op niet bouwperceel (starters), verzoek tot bedrijfsverplaatsing - Bovenstaande is gebaseerd op realisatie van 1 gebouw en bij verplaatsers op 2 bedrijfsgebouwen.
2.3.1.4
2,91 155,00 2,91 2,75 2,65 2,55 2,45 480.000,00 500,00
Welstandstoets Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de welstandscommissie nodig is en wordt beoordeeld: Bouwsom lager dan € 4.000 Van € 4.000 tot € 25.000
2.3.1.3
% € % % % % % € €
Achteraf ingediende aanvraag Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. Aanlegactiviteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
maatwerk
€ € € € € €
508,00 790,00 790,00 790,00
%
10,00
€
405,00
maatwerk
Met een maximum van € 1.000,-
pagina 13 van 18
14
2.3.3
Planologisch strijdig gebruik Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
2.3.3.1
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
€
556,00
2.3.3.2
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
€
556,00
2.3.3.3
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
€
5.682,00
2.3.3.4 2.3.3.5
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): € indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploi€ tatieplan):
715,00
2.3.3.6
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
2.3.3.7
2.3.3.8
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
2.3.4
Gereserveerd
2.3.5
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.6 2.3.6.1
€
5.682,00
€
5.682,00
€
556,00
€
2.235,00
€
602,00
€
602,00
€
602,00
€
108,00
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2008 Gemeenten Liesveld, Graafstroom en Nieuw-Lekkerland aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
2.3.6.1.1 2.3.6.1.2
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
2.3.6.2
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de op grond van de Erfgoedverordening 2008 Gemeenten Liesveld, Graafstroom en Nieuw-Lekkerland aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
2.3.7
5.682,00
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
pagina 14 van 18
15
2.3.8
2.3.9 2.3.9.1
2.3.9.2
Aanleggen of veranderen weg Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
Uitweg/inrit Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
Indien de aanvraag betrekking heeft op het maken van een uitweg of verandering brengen in de bestaande uitweg naar de weg, waarvoor op grond van artikel 2:12, lid 1 sub a, van de Algemene Plaatselijke Verordening een melding is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.10/11
Gereserveerd
2.3.12 2.3.12.1
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:
2.3.12.2
2.3.13
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief:
2.3.14
Andere activiteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
2.3.14.2.1 2.3.14.2.2
als het een gemeentelijke verordening betreft als het een provinciale of waterschapsverordening betreft
2.3.15
Omgevingsvergunning in twee fasen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.15.1
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
2.3.15.2
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
2.3.16
Beoordeling bodemrapport Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag dan wel anderszins een (bodem)rapport wordt beoordeeld:
2.3.16.1 2.3.16.2
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
€
403,00
€
0,00
€
0,00
€
403,00
€
403,00
€
403,00
€ €
107,00 107,00
€ €
431,00 556,00
pagina 15 van 18
16 2.3.17 2.3.17.1
Advies Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
2.3.17.2
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
2.3.18 2.3.18.1
Wet geluidhinder Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een ontheffing hogere grenswaarden op grond van de Wet Geluidhinder moet worden afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
€
556,00
2.3.19 2.3.19.1
Verklaring van geen bedenkingen Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
2.3.19.1.1
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
€
556,00
2.3.19.1.2
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
€
556,00
%
50
%
25
Hoofdstuk 4 Vermindering 2.4.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg, principeverzoek of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft en tussen de officiële aanvraag en de conceptaanvraag, principeverzoek of aanvraag om vooroverleg geen kalenderjaar is verstreken, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
Hoofdstuk 5 Teruggaaf 2.5.1 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanlegof sloopactiviteiten Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 2.5.1.1
indien de aanvraag wordt ingetrokken voor het verlenen van de vergunning van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
2.5.2
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanlegof sloopactiviteiten Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 24 maanden/2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, bedraagt: Indien het bedrag lager of gelijk is aan het bedrag genoemd in artikel 2.6. is er geen teruggaaf.
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
pagina 16 van 18
17
2.5.3
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
2.5.3.1
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De te- % ruggaaf bedraagt:
25
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. 2.5.3.2
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
2.5.4 2.5.4.1 2.5.4.2
Teruggaaf Een bedrag minder dan € 10,00 wordt niet teruggegeven. Geen teruggaaf van het legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen en leges die door derden bij de gemeente in rekening zijn gebracht.
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning 2.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:
€
43,00
€
107,00
€
8.517,00
€
8.517,00
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking 2.10 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
€
107,00
Hoofdstuk 11 Diversen Overschrijven omgevingsvergunning: 2.11.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning
€
43,00
€
105,00
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project 2.7 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten 2.8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening 2.8.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening
Hoofdstuk 9 Gereserveerd
2.11.2
Buiten behandeling stellen omgevingsvergunning: Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als genoemd onder "Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning", op grond van artikel 4:5 van de Alg. wet bestuursrecht buiten behandeling wordt gesteld, wordt 15% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht met dien verstande dat zij minimaal bedraagt:
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
pagina 17 van 18
18
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Hoofdstuk 1 Horeca 3.1.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet
€
137,00
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of het doen van een melding van een reeds verleende vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet bedraagt het tarief
€
43,70
3.1.3
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet
€
25,00
3.1.3.1
Indien de aanvraag wordt gedaan in combinatie met een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement, als bedoeld in artikel 2:25 van de APV, bedraagt het tarief:
€
0,00
Het tarief bedraagt tot het verkrijgen van een exploitatievergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening artikel 2:28
€
132,00
€
22,00
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het exploiteren van een seksinrichting of escortbedrijf (artikel 3:4 APV) bedraagt
€
730,00
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een vergunning voor het exploiteren van een seksinrichting of escortbedrijf (artikel 3:4 APV) bedraagt
€
160,00
€
130,00
€
2.235,00
€
26,50
3.1.2
3.1.4
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten 3.2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement, als bedoeld in artikel 2:25 van de APV, met uitzondering van festiviteiten en vieringen die gerelateerd zijn aan de viering van Oud en Nieuw, Koninginnedag, 4 en 5 mei en Sinterklaas, indien het betreft: 3.2.1.1
een vergunning per (éénmalige of vijfjarige) aanvraag
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven 3.3.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om het verkrijgen van een vergunning of ontheffing ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening voor: 3.3.2
3.3.3
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte 3.4
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet
Hoofdstuk 5 Brandbeveiligingsverordening 3.5 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking 3.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Legesverordening 2013 – incl. tarieventabel
pagina 18 van 18
Raadsvoorstel
Raadsbesluit Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer NLL wethouder Vat gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 12-6 WRD1219733/36681 (idem in zaaknrs 1219847/1219848/1219849) Verordening Kwijtschelding 2013
De raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland; gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012; gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen, alsmede artikel 28, eerste lid, onder b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990; overwegende dat het gewenst is om regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen;
besluiten (ieder voor hun eigen gemeente):
vast te stellen de
Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen 2013 (Verordening Kwijtschelding 2013) Gegevens van de regeling: Overheidsorganisatie
Gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Raadsvergadering
11 december 2012
Vastgesteld door
Gemeenteraad
Betreft (aard van de wijziging)
Bestaande regeling
Datum van inwerkingtreding van (een versie van) de regeling
1 januari 2013
Bron bekendmaking van (een wijziging van) de regeling zowel lokaal en op internet www.overheid.nl.
Het Kontakt, 21 december 2012 Internet, 27 december 2012
Overig
--
Afdeling
Financiën
Verordening kwijtschelding 2013
Pagina 1 van 3
2
Artikel 1. Uitgesloten van kwijtschelding Bij de invordering van de volgende belastingen en heffingen wordt geen kwijtschelding verleend: - Verordening Brandweerrechten 2013; - Verordening Leges 2013; - Verordening Grafrechten (Lijkbezorgingsrechten) 2013; - Verordening Toeristenbelasting 2013; - Verordening Vermakelijkheidsretributie 2013; - Verordening Onroerende-zaakbelastingen 2013; - Verordening Roerende Zaak Belasting 2013; - Verordening Rioolheffing 2013 (artikel 3, eerste lid, onder a, eigenarendeel). Artikel 2. Percentage kosten van bestaan Bij de invordering van de volgende belastingen en heffingen wordt in afwijking van artikel 16, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100 percent: - Verordening Afvalstoffenheffing 2013; - Verordening Hondenbelasting 2013; - Verordening Rioolheffing 2013 (artikel 3, eerste lid, onder b, gebruikersdeel). Artikel 3. Definitie begrip vermogen In afwijking van artikel 12 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt onder vermogen verstaan het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Wet werk en bijstand (WWB). Artikel 4. Kwijtschelding in geval van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent Met betrekking een natuurlijke persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent die een verzoek om kwijtschelding indient, is in plaats van de afdelingen 3 en 4 van hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 van overeenkomstige toepassing de afdeling 2 van hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, ten aanzien van de in artikel 2 genoemde belastingen en heffingen die geen (geheel of gedeeltelijk) verband houden met de uitoefening van dat bedrijf of beroep. Artikel 5. Inwerkingtreding en citeertitel 1. De ‘Verordening kwijtschelding 2012’ van 13 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van deze verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening kwijtschelding 2013’. 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 4. De datum van ingang van deze verordening is 1 januari 2013, met dien verstande dat zij slechts van toepassing is op belastingaanslagen ter zake van het belastingjaar 2013.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012. Gemeente Graafstroom De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
D.R. van der Borg
Verordening kwijtschelding 2013
Pagina 2 van 3
3
Gemeente Liesveld De griffier,
De voorzitter,
A.J.P. Saes
T.C. van Gelder
Gemeente Nieuw-Lekkerland De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
Ir. M. Houtman
Verordening kwijtschelding 2013
Pagina 3 van 3
Raadsbesluit
Raadsbesluit Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer NLL wethouder Vat gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 12-7 WRD1219733/36675 (idem in zaaknrs 1219847/1219848/1219849) Verordening Grafrechten 2013
De raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland; gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
besluiten (ieder voor hun eigen gemeente):
vast te stellen de
Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2013. (Verordening Grafrechten 2013)
Gegevens van de regeling: Overheidsorganisatie
Gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Raadsvergadering
11 december 2012
Vastgesteld door
Gemeenteraad
Betreft (aard van de wijziging)
Harmonisatie bestaande regeling
Datum van inwerkingtreding van (een versie van) de regeling
1 januari 2013
Bron bekendmaking van (een wijziging van) de regeling zowel lokaal en op internet www.overheid.nl.
Het Kontakt, 21 december 2012 Internet, 27 december 2012
Overig
--
Afdeling
Financiën
Verordening Grafrechten 2013
pagina 1 van 6
2 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen (voorheen gemeente Graafstroom): - Bleskensgraaf (aan de Meulenbroek ter hoogte van (t.h.v.) nummer 16); - Brandwijk (aan de Brandwijksedijk t.h.v. nummer 19 achter de Ned. Hervormde Kerk en aan de Kerkweg t.h.v. nummer 7); - Goudriaan (aan de Noordzijde t.h.v. nummer 17 achter en terzijde van de Ned. Hervormde Kerk); - Molenaarsgraaf (aan de Dorpsstraat t.h.v. nummer 28 achter de Ned. Hervormde Kerk); - Ottoland (A t.h.v. nummer 59 achter en terzijde van de Ned. Hervormde Kerk); - Oud-Alblas (aan de Noordzijde t.h.v. nummer 35); - Wijngaarden (aan de Dorpsstraat t.h.v. nummer 24 achter en terzijde van de Ned. Hervormde Kerk en aan het Oosteinde 41a); b. begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen (voorheen gemeente Liesveld): - Groot-Ammers (Liesveld 2); - Langerak (aan de Lekdijk t.h.v. nummer 151 achter de Ned. Hervormde Kerk); - Nieuwpoort (aan Bij de Waterschuur t.h.v. nummer 19); - Streefkerk (aan de Beneden Tiendweg naast nummer 1); c. begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen (voorheen gemeente Nieuw-Lekkerland): - Lekdijk tegenover huisnummer 89; - Schoonenburglaan 53a; d. graf: een zandgraf of een keldergraf; e. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand; f. asbus: een bus ter berging van as van een overledene; g. urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen; h. particulier graf: een eigen graf of familiegraf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: - het doen begraven en begraven houden van lijken; - het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; - het doen verstrooien van as; i. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken; j. particulier urnengraf: een eigen graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: - het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; - het doen verstrooien van as; k. algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen; l. particuliere urnennis: een eigen nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; m. particuliere urnenplaats: een eigen plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; n. verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid; o. grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats. Artikel 2 Belastbaar feit Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. Artikel 3 Belastingplicht De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt. Verordening Grafrechten 2013
pagina 2 van 6
3 Artikel 4 Vrijstellingen De rechten worden niet geheven voor oorlogsgraven van de Oorlogsgravenstichting. Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 6 Belastingjaar 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar. 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht. Artikel 7 Wijze van heffing 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in 5.3 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag. 2. Andere rechten dan die bedoeld in 5.3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten De onderhoudsrechten, bedoeld in 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten Andere rechten dan die bedoeld in 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen. Artikel 10 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving. 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn. Artikel 11 Kwijtschelding Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten. Artikel 13 Overgangsrecht 1. De “Verordening op de heffing en invordering lijkbezorgingsrechten 2012” d.d. 23 oktober 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Verordening Grafrechten 2013
pagina 3 van 6
4 Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 2. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, is voor een graf, waar op 31 december 2012 nog geen onderhoudsrecht is betaald, geen onderhoudsrecht verschuldigd totdat er wijzigingen in de grafbedekking en/of gebruiker/rechthebbende optreedt. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening grafrechten 2013".
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012. Gemeente Graafstroom De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
D.R. van der Borg
Gemeente Liesveld De griffier,
De voorzitter,
A.J.P. Saes
T.C. van Gelder
Gemeente Nieuw-Lekkerland De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
Ir. M. Houtman
Verordening Grafrechten 2013
pagina 4 van 6
5
TARIEVENTABEL Behorende bij de "Verordening grafrechten 2013 - Gemeente Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland Geldend vanaf 1 januari 2013. De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is. Tabel Omschrijving
Bedrag
nr.
1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.2 1.3 1.4 1.5 1.5.1 1.5.2 1.6
1.7
1.8
1.9 1.9.1 1.9.2 1.10
2.1 2.2 2.3 2.4
Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven voor een periode van 30 jaar (inclusief onderhoud): - voor een graf met één grafruimte - voor een graf met twee grafruimten - voor een graf met drie grafruimten Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf wordt geheven voor een periode van 30 jaar (inclusief onderhoud): Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven voor een periode van 30 jaar (inclusief onderhoud): Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnennis wordt geheven voor een periode van 30 jaar (inclusief onderhoud) Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnenplaats wordt geheven voor een periode van 30 jaar (inclusief onderhoud): - per plaats voor 1 persoon - per plaats voor 2 personen Voor het geven van gelegenheid tot het doen begraven en begraven houden van een overleden persoon van 12 jaar of ouder in een algemeen graf voor een periode van 10 jaar wordt geheven (inclusief onderhoud) Voor het geven van gelegenheid tot het doen begraven en begraven houden van een overleden kind beneden 12 jaar in een algemeen kindergraf voor een periode van 10 jaar wordt geheven (inclusief onderhoud) Voor het geven van gelegenheid tot het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbus met of zonder urn in een algemeen urnengraf voor een periode van 10 jaar wordt geheven (inclusief onderhoud) Voor het verlengen van het uitsluitend recht, bedoeld in de onderdelen 1.1 t/m 1.5 wordt geheven (inclusief onderhoud): - voor een periode van 10 jaar: een recht gelijk aan éénderde van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een periode van 30 jaar - voor een periode van 20 jaar: een recht gelijk aan tweederde van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een periode van 30 jaar Voor het bijkopen van het aantal van het uitsluitend recht om de wettelijke grafrust te waarborgen, bedoel in de onderdelen 1.1 t/m 1.5, wordt geheven (inclusief onderhoud): voor een periode van 1 t/m 9 jaar een recht gelijk aan eendertigste t/m negendertigste deel van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een periode van 30 jaar Hoofdstuk 2 Begraven Voor het begraven van een overleden persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven Voor het begraven van een overleden kind beneden één jaar wordt geheven Voor het begraven van een overleden kind beneden 12 jaar wordt geheven Voor het begraven op zaterdagmiddag van 13.00 tot 15.00 uur, zoals genoemd in de “Beheersverordening begraafplaatsen 2013” wordt het recht, bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met 50%
€ 3.309,00 € 4.932,00 € 6.555,00 € 1.233,00 € 2.466,00 € 1.233,00
€ 617,00 € 1.233,00
€ 1.904,00
€ 476,00
€ 476,00
€ 1.056,00 € 264,00 € 528,00
3.1
Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven
€ 243,00
4.1
Hoofdstuk 4 Verstrooien van as Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven
€ 91,00
Verordening Grafrechten 2013
pagina 5 van 6
6
5.4.1 5.4.2 5.4.3 5.4.4
Hoofdstuk 5 Grafbedekking en onderhoud Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of (niet identiek) vernieuwen van een grafbedekking bedoeld in artikel 19 van de Beheersverordening begraafplaatsen 2013, wordt geheven Voor het laten aanbrengen van een koperen gedenkplaat bij de verstrooiingsplaats, inclusief het onderhoud voor een periode van 10 jaar. Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een grafruimte met/zonder grafbedekking wordt geheven per jaar: - voor een particulier graf - voor een particulier graf, waarbij de breedte van de grafbedekking groter is dan 80 cm - voor een algemeen graf, particulier/algemeen kindergraf, particulier/algemeen urnengraf, particuliere urnennis of particuliere urnenplaats De rechten als bedoeld in onderdeel 5.3 kunnen worden afgekocht, door voldoening van een bedrag bepaald volgens onderstaande tabel. De afkoopsom bedraagt de contante waarde van de op het tijdstip van afkoop nog te verschijnen belastingbedragen, en wordt berekend door vermenigvuldiging van het jaarlijkse belastingbedrag, exclusief de administratiekosten van € 5,00 met de hierna te noemen factor. aantal jaren waarvoor wordt afgekocht - vermenigvuldigingsfactor 10 20 30 onbepaalde tijd
6.1
Hoofdstuk 6 Lijkschouwing Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer wordt geheven
5.1
5.2 5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3 5.4
7.1
8.1
8.2 8.3 8.4
8.5 8.6
9.1 9.2 9.3 9.4 9.5
€ 128,00
€ 61,00 € 61,00 € 34,00
10 20 30 50
€ 230,00
Hoofdstuk 7 Inschrijven en overboeken van particuliere graven Voor het inschrijven en overboeken van alle particuliere graven, nissen en plaatsen in een daartoe bestemd register, wordt geheven Hoofdstuk 8 Opgraven of ruimen Voor het opgraven van overblijfselen van overledenen op verzoek van de rechthebbende wordt geheven vermeerderd met de door de gemeente te maken kosten als gevolg van de inschakeling van terzake deskundige derden Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in een graf wordt geheven Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven Voor het ruimen of samenvoegen van lagen van een particulier graf op verzoek van de rechthebbende wordt geheven vermeerderd met de door de gemeente te maken kosten als gevolg van de inschakeling van terzake deskundige derden Bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven Voorafgaande aan het in behandeling nemen van een verzoek bedoeld in 8.1 en 8.4 wordt de aanvrager het bedrag meegedeeld dat in rekening wordt gebracht voor de inschakeling van externe deskundigen. Hoofdstuk 9 Overige diensten Voor het luiden van de klok wordt geheven Voor het gebruik van de schouderdraagbaar wordt geheven
€ 16,00
€ 187,00
€ 775,00 € 82,00 € 187,00
€ 54,00
€ 41,00 € 51,00
Voor het gebruik van de aula of een gedeelte daarvan op de algemene begraafplaats in Streefkerk Voor het gebruik van het mortuarium in Streefkerk gedurende een dag of een gedeelte daarvan Voor het uitvoeren van werkzaamheden niet vallende onder de in deze tabel genoemde artikelen, voor ieder daaraan besteed kwartier wordt geheven
Verordening Grafrechten 2013
€ 254,00
pagina 6 van 6
€ 213,00 € 105,00 € 21,50
Raadsbesluit Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer NLL wethouder Vat gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 12-8 WRD1219733/36683 (idem in zaaknrs 1219847/1219848/1219849) Verordening onroerende-zaakbelastingen 2013
De raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland; gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;
besluiten (ieder voor hun eigen gemeente):
vast te stellen de
Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2013 (Verordening onroerende-zaakbelastingen 2013).
Gegevens van de regeling: Overheidsorganisatie
Gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Raadsvergadering
11 december 2012
Vastgesteld door
Gemeenteraad
Betreft (aard van de wijziging)
Bestaande regeling
Datum van inwerkingtreding van (een versie van) de regeling
1 januari 2013
Bron bekendmaking van (een wijziging van) de regeling zowel lokaal en op internet www.overheid.nl.
Het Kontakt, 21 december 2012 Internet, 27 december 2012
Overig
--
Afdeling
Financiën
Verordening onroerende-zaakbelastingen 2013
Pagina 1 van 4
2
Artikel 1 Belastingplicht 1. Onder de naam 'onroerende-zaakbelastingen' worden ter zake van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven: a. een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen: gebruikersbelasting; b. een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, verder te noemen: eigenarenbelasting. 2. Bij de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven; b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld. 3. Met betrekking tot de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. Artikel 2 Belastingobject 1. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken. 2. Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 3 Maatstaf van heffing 1. De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het kalenderjaar in artikel 1. 2. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken. Artikel 4 Vrijstellingen 1. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van: a. ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken; b. glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond; c. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
Verordening onroerende-zaakbelastingen 2013
Pagina 2 van 4
3 d. één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen; e. natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden; f. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken; g. waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; h. werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; i. werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken. j. onroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs; k. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen; l. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; m. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning. 2. De vrijstelling met betrekking tot de in onderdeel j van het eerste lid bedoelde onroerende zaken voor de eigenarenbelasting geldt niet voor zover de gemeente van die zaken niet het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. 3. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de gebruikersbelasting buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 5 Belastingtarieven 1. Het tarief van de belasting is voor een percentage van de heffingsmaatstaf Het percentage bedraagt voor: a. bij de gebruikersbelasting niet-woning 0,1581 %; b. bij de eigenarenbelasting 1. voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0,1018 %; 2. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,1885 %. 2. Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op gehele euro's. 3. Indien de heffingsmaatstaf beneden de € 12.000,00 blijft wordt geen belasting geheven. Artikel 6 Wijze van heffing De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.
Verordening onroerende-zaakbelastingen 2013
Pagina 3 van 4
4
Artikel 7 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslagen worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen. Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerende-zaakbelastingen. Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De ‘Verordening onroerende-zaakbelasting 2012’ d.d. 13 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013. 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening onroerende-zaakbelastingen 2013'.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012. Gemeente Graafstroom De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
D.R. van der Borg
Gemeente Liesveld De griffier,
De voorzitter,
A.J.P. Saes
T.C. van Gelder
Gemeente Nieuw-Lekkerland De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
Ir. M. Houtman
Verordening onroerende-zaakbelastingen 2013
Pagina 4 van 4
Raadsbesluit Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer NLL wethouder Vat gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 12-9 WRD1219733/36684 (idem in zaaknrs 1219847/1219848/1219849) Verordening Rioolheffing 2013
De raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland; gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland van 28 november 2012; gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;
besluiten (ieder voor hun eigen gemeente):
vast te stellen de
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2013 (Verordening rioolheffing 2013). Gegevens van de regeling: Overheidsorganisatie
Gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Raadsvergadering
11 december 2012
Vastgesteld door
Gemeenteraad
Betreft (aard van de wijziging)
Bestaande regeling
Datum van inwerkingtreding van (een versie van) de regeling
1 januari 2013
Bron bekendmaking van (een wijziging van) de regeling zowel lokaal en op internet www.overheid.nl.
Het Kontakt, 21 december 2012 Internet, 27 december 2012
Overig
--
Afdeling
Financiën
Verordening rioolheffing 2013
Pagina 1 van 4
2
Artikel 1 Begripsomschrijving Deze verordening verstaat onder: a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan; b. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente; c. onder voorziening of combinatie van voorzieningen wordt mede verstaan een open water; d. onder gemeentelijke riolering wordt mede de in het kader van het Gemeentelijk Rioleringsplan door of vanwege de gemeente geplaatste individuele afvalwaterbehandeling (IBA) begrepen; e. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater; f. verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van de watermaatschappij betrekking heeft. Artikel 2 Aard van de belasting Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater. Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht 1. De belasting wordt geheven: a. van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel, en b. van de gebruiker van een perceel van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, verder te noemen: gebruikersdeel. 2. Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. 3. Met betrekking tot het gebruikersdeel, wordt als gebruiker aangemerkt: a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebuikt; b. ingeval een gedeelte van een perceel – niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 – voor gebruik is afgestaan, degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan. Artikel 4 Zelfstandige gedeelten Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt. Artikel 5 Maatstaf van heffing 1. Het eigenarendeel wordt geheven naar een vast bedrag per perceel. 2. Het gebruikersdeel wordt geheven naar het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit het perceel wordt afgevoerd. 3. Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in het belastingjaar naar het perceel is toegevoerd of is opgepompt. 4. Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een: a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of b. bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen. De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling. Verordening rioolheffing 2013
Pagina 2 van 4
3 5. Indien wordt aangetoond dat de toegevoegde waterhoeveelheid niet op de riolering is geloosd en indien deze hoeveelheid tenminste 20% van de toegevoerde hoeveelheid water bedraagt, met dien verstande dat dit ten minste 100 m³ is, wordt de op de voet van het derde lid bepaalde hoeveelheid afvalwater verminderd met de op andere wijze afgevoerde waterhoeveelheid. 6. Indien kan worden aangetoond dat 2.000 m³ afgenomen water of meer in het productieproces achterblijft en lid 5 van dit artikel niet van toepassing is, wordt een korting verleend naar rato van het werkelijke percentage water dat in het productieproces achter blijft ten opzichte van de werkelijk afgenomen waterhoeveelheid. 7. In het geval waarin het waterverbruik van een woning niet aan de hand van een “eigen” watermeter door de watermaatschappij kan worden vastgesteld, wordt het waterverbruik bepaald op een gemiddelde van 50 m³ water per persoon per jaar. Artikel 6 Belastingtarieven 1. Het eigenarendeel bedraagt per perceel per jaar 2. Het gebruikersdeel bedraagt per m³ afvalwater
€ €
296,00. 0,37.
Artikel 7 Belastingjaar 1. Met betrekking tot het eigenarendeel is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar. 2. Met betrekking tot het gebruikersdeel is het belastingjaar gelijk aan de verbruiksperiode. Artikel 8 Wijze van heffing 1. Het eigenarendeel wordt bij wege van aanslag geheven. 2. Het gebruikersdeel wordt geheven bij wege van het vorderen van een bedrag. Het gevorderde bedrag wordt vermeld op een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Als kennisgeving wordt aangemerkt de afrekening van de Oasen N.V. te Gouda. 3. In het geval voor het gebruikersdeel niet kan worden meegelift op de afrekening van de watermaatschappij, wordt het recht geheven bij wege van aanslag. Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld 1. Het eigenarendeel is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar. 2. Het gebruikersdeel is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht. 3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het jaar aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 4. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het jaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 5. Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt. Artikel 10 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste twee en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. Het gebruikersdeel, waarbij het voorlopig gevorderde bedrag per kwartaal via de voorschotnota’s wordt geheven en het definitief gevorderde bedrag via de afrekening wordt geheven, moet worden voldaan binnen een termijn van een maand na dagtekening van de voorschotnota’s en de afrekening van de Oasen N.V. te Gouda. Verordening rioolheffing 2013
Pagina 3 van 4
4 4. In het geval het gebruikersdeel op grond van artikel 8, derde lid, bij wege van aanslag wordt geheven, moet deze worden betaald in één termijn, welke vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet. 5. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing. 6. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste tot en met het vijfde lid gestelde termijnen. Artikel 11 Kwijtschelding Geen kwijtschelding wordt verleend voor de belasting als bedoeld in artikel 3, eerste lid onderdeel a (eigenarendeel). Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing. Artikel 13 Inwerkingtreding en citeerartikel 1. De ‘Verordening rioolheffing 2012’ van 13 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013. 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2013'.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012. Gemeente Graafstroom De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
D.R. van der Borg
Gemeente Liesveld De griffier,
De voorzitter,
A.J.P. Saes
T.C. van Gelder
Gemeente Nieuw-Lekkerland De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
Ir. M. Houtman
Verordening rioolheffing 2013
Pagina 4 van 4
Raadsbesluit Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer NLL wethouder Vat gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 12-10 WRD1219733/36686 (idem in zaaknrs 1219847/1219848/1219849) Verordening Toeristenbelasting 2013
De raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland; gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012; gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
besluiten (ieder voor hun eigen gemeente):
vast te stellen de
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2013. (Verordening toeristenbelasting 2013) Gegevens van de regeling: Overheidsorganisatie
Gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Raadsvergadering
11 december 2012
Vastgesteld door
Gemeenteraad
Betreft (aard van de wijziging)
Bestaande regeling
Datum van inwerkingtreding van (een versie van) de regeling
1 januari 2013
Bron bekendmaking van (een wijziging van) de regeling zowel lokaal en op internet www.overheid.nl.
Het Kontakt, 21 december 2012 Internet, 27 december 2012
Overig
--
Afdeling
Financiën
Verordening toeristenbelasting 2013
Pagina 1 van 4
Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantieen andere recreatieve doeleinden, b. mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, tourcaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn voor dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden; c. niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden; d. vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan. Artikel 2 Belastbaar feit. Ter zake van het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven. Artikel 3 Belastingplicht 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen. 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt. 3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt. Artikel 4 Vrijstellingen De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf: 1. Van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen; 2. Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers. Artikel 5 Aanmeldingsplicht De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet. Artikel 6 Maatstaf van heffing De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.
Verordening toeristenbelasting 2013
Pagina 2 van 4
3
Artikel 7 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing 1. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot: a. vakantieonderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op het aantal slaapplaatsen, b. (mobiele)kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald op: − 2 personen indien het aantal slaapplaatsen drie of minder bedraagt; − 3 personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan drie bedraagt; c. (mobiele)kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen bepaald op de som van het aantal kampeeronderkomens bestemd voor verblijf van maximaal drie personen, vermenigvuldigd met 2 en het aantal kampeeronderkomens bestemd voor verblijf van meer dan drie personen, vermenigvuldigd met 3; 2. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt: a. ingeval verblijft wordt gehouden in vakantieonderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten dan wel op vaste standplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van: − - ten hoogste zes maanden bepaald op 40; − - meer dan zes maanden doch ten hoogste negen maanden bepaald op 50; − - meer dan negen maanden doch ten hoogste twaalf maanden bepaald op 60; b. ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen bepaald op 365. 3. Het aantal mobiele kampeeronderkomens als bedoeld in het eerste lid, letter c, wordt vastgesteld op het gemiddelde van een zestal tellingen gedurende het belastingjaar, waarbij iedere telling valt binnen een afzonderlijke periode van twee maanden. Artikel 8 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing In afwijking van het bepaalde in artikel 7 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 7 berekende aantal. Artikel 9 Belastingtarief Het tarief bedraagt per overnachting € 1,05. Artikel 10 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 11 Wijze van heffing De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 12 Aanslaggrens Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen. Artikel 13 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn. Artikel 14 Kwijtschelding Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 15 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelastingen.
Verordening toeristenbelasting 2013
Pagina 3 van 4
4
Artikel 16 Verblijfsregister De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar een vanwege de gemeente kosteloos ter beschikking gesteld register van nachtverblijf bij te houden. Het model van het register dat voor de onderscheiden belastingobjecten verschillend kan zijn, wordt door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld. Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De ‘Verordening toeristenbelasting 2012’ d.d. 13 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening toeristenbelasting 2013”.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012. Gemeente Graafstroom De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
D.R. van der Borg
Gemeente Liesveld De griffier,
De voorzitter,
A.J.P. Saes
T.C. van Gelder
Gemeente Nieuw-Lekkerland De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
Ir. M. Houtman
Verordening toeristenbelasting 2013
Pagina 4 van 4
Raadsbesluit Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer NLL wethouder Vat gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 12-11 WRD1219733/36682 (idem in zaaknrs 1219847/1219848/1219849)
Verordening Vermakelijkheidsretributie 2013
De raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland; gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Gemeentewet;
besluiten (ieder voor hun eigen gemeente):
vast te stellen de
Verordening op de heffing en de invordering van vermakelijkheidsretributie 2013 (Verordening vermakelijkheidsretributie 2013).
Gegevens van de regeling: Overheidsorganisatie
Gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Raadsvergadering
11 december 2012
Vastgesteld door
Gemeenteraad
Betreft (aard van de wijziging)
Bestaande regeling
Datum van inwerkingtreding van (een versie van) de regeling
1 januari 2013
Bron bekendmaking van (een wijziging van) de regeling zowel lokaal en op internet www.overheid.nl.
Het Kontakt, 21 december 2012 Internet, 27 december 2012
Overig
--
Afdeling
Financiën
Verordening vermakelijkheidsretributie 2013
Pagina 1 van 3
2
Artikel 1 Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: a. vermakelijkheid: een activiteit waarbij wordt of mede wordt beoogd het publiek amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak te verschaffen of waarbij het publiek dit amusement, deze verstrooiing, deze ontspanning of dit vermaak zoekt, ondergaat, vindt, pleegt te vinden of kan vinden, een en ander in of op daartoe bestemd of geschikt voor een ieder of voor iedere groep van personen na betaling toegankelijke inrichtingen, terreinen, wateren, etc. b. vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het dragen of vervoer te water van personen of voor het dragen of vervoer van al dan niet met het drijvend lichaam één geheel uitmakende voorwerpen; c. rondvaart: een tocht met een vaartuig volgens een bepaalde of afgesproken route die in hoofdzaak gericht is op het tonen van specifieke gemeentelijke karakteristieken. Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam “vermakelijkheidsretributie” worden rechten geheven ter zake van het, tegen betaling of vergoeding van welke aard dan ook en voor welk onderdeel van de vermakelijkheid dan ook, geven van een vermakelijkheid waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur wordt getroffen. Artikel 3 Belastingplicht Belastingplichtig is degene die op of in, binnen de gemeente gelegen voor een ieder toegankelijk water, dan wel op of in de molens, gemalen en andere inrichtingen die behoren tot het molengebied in Kinderdijk, de vermakelijkheid verschaft, organiseert of de gelegenheid daartoe biedt of op wiens naam of voor wiens verantwoordelijkheid de vermakelijkheid plaatsvindt. Artikel 4 Maatstaf van heffing De rechten worden berekend naar het aantal betalende bezoekers, deelnemers of passagiers van de in artikel 1 en 2 bedoelde vermakelijkheid. Artikel 5 Tarieven De rechten bedragen € 0,75 per betalende bezoeker, deelnemer of passagier. Artikel 6 Belastingtijdvak Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7 Wijze van heffing De rechten worden bij wege van voldoening op aangifte geheven. Artikel 8 Aangifte en betaling 1. De betaling wordt gelijktijdig met het doen van aangifte gedaan binnen één maand na het einde van het belastingtijdvak. 2. Een naheffingsaanslag moet worden betaald uiterlijk één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet. 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen. Artikel 9 Kwijtschelding Bij de invordering van de vermakelijkheidsretributie wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van vermakelijkheidsretributie.
Verordening vermakelijkheidsretributie 2013
Pagina 2 van 3
3
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De ‘Verordening vermakelijkheidsretributie 2012’ d.d. 13 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013. 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening vermakelijkheidsretributie 2013'.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012. Gemeente Graafstroom De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
D.R. van der Borg
Gemeente Liesveld De griffier,
De voorzitter,
A.J.P. Saes
T.C. van Gelder
Gemeente Nieuw-Lekkerland De griffier,
De voorzitter,
T.W. Kanters
Ir. M. Houtman
Verordening vermakelijkheidsretributie 2013
Pagina 3 van 3
oorstel
Raadsbesluit
Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum Vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer wethouder Vat gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 12-12 WRD1219733/36687 (idem in zaaknrs 1219847/1219848/1219849) Verordening Lig- en kadegeld Steiger te Kinderdijk 2013
De raad van de gemeente Nieuw-Lekkerland; gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012; gelet op de bepalingen van de Gemeentewet; gelet op het bepaalde in het Reglement steiger Kinderdijk 2007; besluit: vast te stellen de
Verordening op de heffing en invordering van liggeld voor schepen aan de gemeentelijke steiger te Kinderdijk 2013 (Verordening op de heffing en invordering van liggeld voor schepen aan de gemeentelijke steiger te Kinderdijk 2013) Gegevens van de regeling: Overheidsorganisatie
Gemeente Nieuw-Lekkerland
Raadsvergadering
11 december 2012
Vastgesteld door
Gemeenteraad
Betreft (aard van de wijziging)
Bestaande regeling
Datum van inwerkingtreding van (een versie van) de regeling
1 januari 2013
Bron bekendmaking van (een wijziging van) de regeling zowel lokaal en op internet www.overheid.nl.
Het Kontakt, 21 december 2012 Internet, 27 december 2012
Overig
--
Afdeling
Financiën
Verordening van liggeld voor schepen aan de gemeentelijke steiger te Kinderdijk 2013
Pagina 1 van 2
2 ALGEMENE BEPALINGEN: Artikel 1 Maatstaf In deze verordening wordt verstaan onder: a. oppervlak van een schip: de grootste lengte van de romp vermenigvuldigd met de grootste breedte van de romp zoals aangegeven in de meetbrief voor binnenvaartuigen; b. passagiersschip:
een schip dat is ingericht voor het vervoer van grotere groepen personen;
c. schip:
een vaartuig dat zich mechanisch of met zeilen voortbeweegt, geen beroepsvaart zijnde;
d. steiger:
de gemeentelijke steiger te Kinderdijk;
e. walstroom:
de op de steiger aangebrachte elektriciteitsvoorziening ten behoeve van een passagiersschip.
TARIEVEN: Artikel 2 Tarief Het tarief voor het aanleggen van een schip aan de steiger bedraagt per keer dat wordt aangelegd € 0,11 per m² oppervlak. Artikel 3 Tarief walstroom Het tarief voor het gebruik maken van walstroom bedraagt € 29,00 per uur. Artikel 4 Omzetbelasting Alle bedragen genoemd in deze verordening zijn exclusief omzetbelasting. Artikel 5 Wijze van heffing De tarieven worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Artikel 6 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van liggeld en het gebruik van walstroom. Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De “Verordening op de heffing en invordering van liggeld voor schepen aan de gemeentelijke steiger te Kinderdijk 2012” van 13 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten of reserveringen die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013. 3. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de heffing en invordering van liggeld voor schepen aan de gemeentelijke steiger te Kinderdijk 2013".
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012. De griffier,
De voorzitter,
Drs. T.W. Kanters
Ir. M. Houtman
Verordening van liggeld voor schepen aan de gemeentelijke steiger te Kinderdijk 2013
Pagina 2 van 2
Raadsbesluit Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer wethouder Van der Vlist Gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 12-13 WRD1219733/VB36946
Intrekken Verordening Lig- en kadegelden 2012
oorstel De raad van de gemeente Liesveld; gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012; gelet op de bepalingen in de Gemeentewet;
besluit:
tot intrekking van de Verordening op de heffing en de invordering van lig- en kadegelden gemeente Liesveld 2012.
De Verordening Lig- en Kadegelden 2012 van 13 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2013. Met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor deze datum hebben voorgedaan.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012. De griffier,
De voorzitter,
A.J.P. Saes
T.C. van Gelder
Intrekking Verordening Lig en Kadegelden gemeente Liesveld per 1-1-2013
pagina 1 van 1
Raadsvoorstel Bleskensgraaf, 28 november 2012
Raadsvoorstel
*ZD99D29939B* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Ruimte, Wonen en Duurzaamheid GRM wethouder Heijkoop gezamenlijke vergadering A3-raden 11 december 2012 13 GRM1010939 / VB36593/1 Resultaten financiële doorrekening MPG/V 2012
Samenvattend advies Vaststellen uitgangspunten en resultaten doorrekening MPG/V 2012 en saldo van de winst- en verliesnemingen ten laste brengen van de risicoreserve Kernprogramma. Aanleiding Met de gemeenteraden is afgesproken om de financiële doorrekening van de projecten van het Kernprogramma jaarlijks te actualiseren. Het proces is op 29 augustus 2012 met het PFO Kernprogramma doorgesproken. Separaat treft u conform hetgeen besproken de eerste resultaten van de doorrekeningen, zijnde het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties en Vastgoedinvesteringen (MPG/V). De nieuwe doorrekening zal uiteindelijk in de raadsvergadering van 11 december 2012 worden vastgesteld (gelijktijdig met de Eindejaarsnota 2012). Algemene uitgangspunten Onderstaand de parameters die zijn gehanteerd bij de doorrekening. Tegelijk met de Eindejaarsnota wordt het MPG/V 2012 ter vaststelling aan de raden aangeboden. Hierbij worden dan ook de parameters, waarmee in de doorrekening van de projecten rekening wordt gehouden, door de raden vastgesteld. De manier waarop deze parameters berekend worden is vastgelegd in het besluit rondom het maatregelprogramma. Deze parameters vormen de basis voor de doorrekening. De parameters bepalen de ondergrens voor kavelprijzen bij de grondverkoop. De kaders Voor de kosten- en opbrengstenstijging wordt uitgegaan van het 10-jarig gemiddelde zoals gehanteerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Voor de opbrengstenstijging kijkt het CBS naar de ontwikkeling van de woningprijzen. Voor de kostenstijging naar de ontwikkeling van de kosten van grondstoffen (gebaseerd op de GWW-index, index voor Grond, Weg en Waterbouw). De rente wordt gebaseerd op de rente over langlopende geldleningen en de verwachte rente over kortlopende geldlening en is daarmee gelijk aan de rente die wordt gehanteerd binnen de algemene dienst. Verder is het mogelijk een projectrente toe te passen voor projecten met een looptijd van meer dan 5 jaar en een financieringsbehoefte van meer dan € 5 mln. Voor deze projecten kan het rentepercentage dan ook lager uitvallen gezien de daadwerkelijke rentepercentages in de huidige markt. Het college kan de raad voorstellen van deze principes af te wijken.
2 Opbrengstenstijging In de loop van 2011 en 2012 is gebleken dat de economische situatie verder is verslechterd. De opbrengstenstijging over de laatste 10 jaar is nog positief, 1,1%. Maar in de periode 2000-2010 was de opbrengstenstijging nog 4,2%. Dit geeft aan dat de opbrengstenstijging in korte tijd is gedaald. In de periode april 2011 – april 2012 zijn de prijzen zelfs met 5,7% gedaald. Voeg daarbij de wens van de accountant om geen opbrengstenstijging meer te hanteren en het is dan ook logisch om de komende jaren de opbrengstenstijging op 0,0% te zetten. Dit heeft financiële gevolgen voor de projecten, maar voor een groot deel kunnen deze gevolgen worden opgevangen (onbestemde winsten, bezuinigingen op het bouw- en woonrijp maken en een bijstelling van de parameter kostenstijging). De verwachting is dat de markt weer zal aantrekken waardoor wel rekening kan worden gehouden met een opbrengstenstijging vanaf 2015. Kostenstijging Voor de kostenstijging geldt het precies andersom. Het 10-jarig gemiddelde komt uit op 4%. Maar gezien de aanbestedingsvoordelen is het wenselijk om ook hier af te wijken van het 10jarig gemiddelde en voor de komende jaren ook deze parameter op 0,0% te zetten en vanaf 2015 gelijk op te laten lopen met de opbrengstenstijging. Rente De rente blijft gelijk aan de rente van de algemene dienst en ligt op 4%. Voor een aantal projecten kan gebruik worden gemaakt van de projectrente. Dit geldt voor de volgende projecten: Langerak-zuid, Woonleefhart Nieuwpoort/Langerak, De Boomgaard Groot-Ammers en Kooikerspad Streefkerk. Dit zijn langlopende projecten(looptijd meer dan 5 jaar) en een hoog investeringsvolume(groter dan 5 mln.).In 2012 is geleend voor 3% waardoor voor deze projecten rekening wordt gehouden met een rentepercentage van 3%. Samenvattend Concreet worden de volgende parameters voorgesteld: - opbrengstenstijging: 0,0% in 2013/2014, 2,5% vanaf 2015; - kostenstijging: 0,0% in 2013/2014, 2,5% vanaf 2015; - rente: 4,0%; - projectrente: 3,0%. Wijzigingen ten opzichte van MPG 2011 De nu gepresenteerde doorrekening is tot stand gebracht zonder externe ondersteuning wat een grote kostenbesparing tot gevolg heeft gehad. Deze slag maakt het ook goed mogelijk om gedurende het jaar goed inzicht te bieden in de gevolgen van bepaalde keuzes voor het resultaat van de exploitaties. De gehanteerde parameters wijken af van de gebruikte parameters in 2011. Aanleiding hiervoor is de slechte marktsituatie. Vanwege de langer durende recessie is de afzet van zowel woningen als bedrijfsgronden gestagneerd. Verder is een aantal woningbouwprojecten, net als bij het MPG 2011, verder uitgefaseerd waardoor er in de huidige markt niet teveel woningen moeten worden verkocht. Uitfaseren heeft een negatief effect op de exploitatie. Daarom zijn ook de budgetten van bouw- en woonrijp maken kritisch tegen het licht gehouden en bekeken waar besparingen mogelijk zijn door een soberdere uitvoering of gebruik te maken van aanwezige materialen (voorbelasting ene project gebruiken voor andere project). Enkele projecten zijn niet meer doorgerekend omdat deze projecten reeds zijn afgesloten: - Hof van Ammers; - Voetbalveld Souburgh.
3 Financiële resultaten doorrekening 2012 Separaat is u een totaaloverzicht van de financiële resultaten van het MPG/V 2012 verstrekt. Uit dit overzicht blijkt dat voor het merendeel van de projecten geen verassingen ontstaan. Wel heeft aanpassing van de parameters, fasering van de woningbouw en enkele onverwachte kosten bij een aantal projecten een negatief effect waardoor een verliesname in 2012 onontkoombaar lijkt. Deze nieuwe verliesnames kunnen grotendeels worden opgevangen door winstname uit andere projecten waardoor de risicoreserve Kernprogramma op een redelijk niveau blijft. Voor de volgende projecten is een winst- of verliesname voorzien: Project 1. Dorpshart Bleskensgraaf 2. Bleskensgraaf-oost 5. Hofwegen 39 6. Gemeentehuis Bleskensgraaf 10b. Aan de Wetering 10c. Slagen van Graafland 14a. Bedrijventerrein Gelkenes-west 25. Vlietstraat Nieuwpoort TOTAAL saldo
Resultaat 2012 € 84.591 € 246.077 - € 100.132 - € 634.000 - € 112.650 - € 200.000 € 1.014.030 - € 136.696 € 161.220
Winst- en verliesname € 84.591 € 246.077 - € 100.132 - € 330.668 - € 112.650 - € 200.000 € 285.000 - € 136.696 - € 264.478
Reservering € 84.591 € 246.077 -€ 330.668
€ 650.000 € 650.000
Ad 5. Op dit pand rust een hoge boekwaarde. Verder zijn er kosten voor een sanering waardoor het niet de verwachting is dat de opbrengsten toereikend zullen zijn. Ad 6. Grootste verliesname betreft het voormalige gemeentehuis in Bleskensgraaf. Voor dit verlies, zijnde € 634.000, is op 9 juli 2012 krediet verleend door de gemeenteraad van Graafstroom. Dekking van dit verlies geschiedt enerzijds uit de winstname uit de twee projecten “Bleskensgraaf Oost” en “Dorpshart Bleskensgraaf” als onderdeel van Vitaal Bleskensgraaf en door een storting uit de Investerings- en Jaarlastenreserve voor een bedrag van € 303.332. Deze reserve wordt ,conform het raadsbesluit, weer aangevuld met een jaarlijkse bijdrage van € 800 per jaar tot 2052. Ad 10b. Na veel discussie is een overeenkomst gesloten met de ontwikkelaar. De slechte marktomstandigheden waren aanleiding een lager grondbod te accepteren mits nog wel in 2012 werd afgerekend. Ad 10c. Wij zijn geconfronteerd met zeer vervuilde grond waardoor de saneringskosten hoger uitvielen dan geraamd. Verder is de doorlooptijd van het project opgeschoven waardoor er rentekosten zijn. Ad 25c. Op dit pand rust een relatief hoge boekwaarde. Intentie is dat dit pand wordt verkocht als kluswoningen. Hiermee en doordat de buitenruimte in eigendom blijft van de gemeente is de opbrengst naar beneden bijgesteld. Verloop risicoreserve Kernprogramma Het saldo van de risicoreserve Kernprogramma bedraagt per 1 december 2012 € 2.200.000. Deze is gevormd uit het saldo per 1 januari 2012 plus de stortingen vanuit het rekeningsaldo 2011 en de storting vanuit de reserve Rioleringen. Hiermee is € 75% van de berekende risico’s afgedekt. Met de uitname van het hierboven aangegeven verlies ad. € 264.478 zal het saldo van de risicoreserve dalen tot een bedrag van € 1.935.522. Bij de jaarrekening 2012 zullen voorstellen worden gedaan over aanvulling van deze reserve tot het beoogde weerstandsratio.
4 Voorstel Wij stellen voor de uitgangspunten en resultaten doorrekening MPG/V 2012 vast te stellen en het saldo van de winst- en verliesnemingen ten laste te brengen van de risicoreserve Kernprogramma. De colleges van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland.
De loco-secretaris,
De voorzitter van het gezamenlijk collegeoverleg,
H.J. Lingeman
Ir. M. Houtman
Raadsbesluit Bleskensgraaf, 11 december 2012
Raadsbesluit
*ZD9A219B18E* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Ruimte, Wonen en Duurzaamheid GRM wethouder Heijkoop gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 13 GRM1010939 / VB36985 Resultaten financiële doorrekening MPG/V 2012
De raad van de gemeente Graafstroom, gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012;
besluit:
-
vast te stellen de uitgangspunten en resultaten doorrekening MPG/V 2012; het saldo van de winst- en verliesnemingen ten laste te brengen van de risicoreserve Kernprogramma.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012.
De griffier,
De voorzitter,
Drs. T.W. Kanters
D.R. van der Borg
Raadsbesluit Bleskensgraaf, 11 december 2012
Raadsbesluit
*ZD9A218A79E* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Ruimte, Wonen en Duurzaamheid GRM wethouder Heijkoop gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 13 LSV1010938 / VB36984 Resultaten financiële doorrekening MPG/V 2012
De raad van de gemeente Liesveld, gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012;
besluit:
-
vast te stellen de uitgangspunten en resultaten doorrekening MPG/V 2012; het saldo van de winst- en verliesnemingen ten laste te brengen van de risicoreserve Kernprogramma.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012.
De griffier,
De voorzitter,
A.J.P. Saes
T.C. van Gelder
Raadsbesluit Bleskensgraaf, 11 december 2012
Raadsbesluit
*ZD9A2162FE3* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Ruimte, Wonen en Duurzaamheid GRM wethouder Heijkoop gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 13 NLL1010941 / VB36983 Resultaten financiële doorrekening MPG/V 2012
De raad van de gemeente Nieuw-Lekkerland, gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012;
besluit:
-
vast te stellen de uitgangspunten en resultaten doorrekening MPG/V 2012; het saldo van de winst- en verliesnemingen ten laste te brengen van de risicoreserve Kernprogramma.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012.
De griffier,
De voorzitter,
Drs. T.W. Kanters
Ir. M. Houtman
Raadsvoorstel Bleskensgraaf, 28 november 2012
Raadsvoorstel
*ZD99FC210DE* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer GRM Wethouder Heijkoop gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 14 GRM1220269 / VB36926 Eindejaarsnota 2012
Samenvattend advies De gemeenteraden worden voorgesteld, ieder voor hun eigen gemeente: - kennis te nemen van de Eindejaarsnota 2012 gemeenten Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland en GR De Waard; - in te stemmen met de voorgestelde wijzigingen op de begroting 2012; - in te stemmen met de voorgestelde overheveling van budgetten naar 2013. Aanleiding en vraagstelling Zoals beschreven in de financiële verordening van de gemeenten Graafstroom , Liesveld en Nieuw-Lekkerland vindt jaarlijks tweemaal een financiële update plaats. Over de tweede helft van het jaar wordt dit gedaan in het nu voorliggende document, de Eindejaarsnota. Hiermee wordt ingegaan op de financiële ontwikkelingen binnen de drie De Waard-gemeenten en werkorganisatie De Waard. De lopende exploitatie wordt geanalyseerd, evenals de reserves en voorzieningen en lopende kredieten en doorrekeningen vinden plaats van het Kernprogramma en de grondexploitaties. Financiële en overige consequenties De resultaten van deze Eindejaarsnota zijn als volgt: Graafstroom € -189.550 Liesveld € 279.786 Nieuw-Lekkerland € 553.507 GR de Waard € 0 Molenwaard € 643.743 Voorgesteld wordt in te stemmen met de voorgestelde budgetwijzigingen en kennis te nemen van de budgetwijzigingen van werkorganisatie De Waard. Op dit moment hoeft nog geen dekking aangegeven te worden. Een eventueel positief saldo of een eventueel tekort dat zich zou voordoen zou via de jaarrekening bestemd of gedekt kunnen worden. Een eventueel tekort van één of meerdere gemeenten bij de jaarrekening moet gedekt worden uit de algemene reserve. De colleges van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland. De loco-secretaris,
De voorzitter van het gezamenlijk collegeoverleg,
H.J. Lingeman
Ir. M. Houtman
Eindejaarsnota 2012 gemeenten: Graafstroom Liesveld Nieuw-Lekkerland Werkorganisatie De Waard
werkt... aan meer mogelijkheden voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard
blad nr 1.
Inhoudsopgave 1 2
Nota van aanbieding Eindejaarsnota Graafstroom 2.1 Exploitatiebudgetten 2013 2.2. Investeringskredieten 2.3. Bestemmingsreserves 2.4. Nog uit te voeren werkzaamheden 2.5. Planning & control instrumenten Samenvattend advies 3 Eindejaarsnota Liesveld 3.1. Exploitatiebudgetten 2012 3.2. Investeringskredieten 3.3.Bestemmingsreserves 3.4. Nog uit te voeren werkzaamheden 3.5. Planning & control instrumenten Samenvattend advies 4 Eindejaarsnota Nieuw-Lekkerland 4.1. Exploitatiebudgetten 2012 4.2. Investeringskredieten 4.3.Bestemmingsreserves 4.4. Nog uit te voeren werkzaamheden 4.5. Planning & control instrumenten Samenvattend advies 5 Eindejaarsnota Werkorganisatie De Waard 5.1. Exploitatiebudgetten 2012 5.2. Investeringskredieten De Waard 2012 en 2013.
werkt... aan meer mogelijkheden
2 3 3 3 3 4 4 4 7 7 7 7 7 8 8 13 13 13 13 13 14 14 18 18 20
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard
1
blad nr 2.
Nota van aanbieding
Voor u ligt de Eindejaarsnota 2012. Deze rapportage geeft u inzicht in de financiële ontwikkelingen van het lopende boekjaar. Deze nota gaat, voor de laatste keer per gemeente, steeds in op de volgende aandachtspunten: 1. Exploitatiebudgetten 2. Investeringskredieten 3. Bestemmingsreserves 4. Nog uit te voeren werkzaamheden 5. Planning & control instrumenten In deze eindejaarsnota is, zoals u inmiddels gewend bent, ook de rapportage van werkorganisatie De Waard opgenomen. Ook dat is voor het laatst. Volgend jaar zullen we spreken over een Eindejaarsnota voor de gemeente Molenwaard waarin rapportages over de bedrijfsvoering “gewoon” een hoofdstuk in het beheerdeel zal zijn. Dit is de tweede rapportage over het lopende boekjaar. De eerste, de Zomernota, is vastgesteld in september jl. Deze Eindejaarsnota beperkt zich zoals gebruikelijk, in tegenstelling tot de Zomernota, tot financiële mee- en tegenvallers. De ultieme verantwoording over 2012 volgt in de Jaarrekening. De Eindejaarsnota voor de vier organisaties laat per saldo de volgende bijstellingen zien: -€ 189.550 N Graafstroom Liesveld € 279.786 V Nieuw-Lekkerland € 553.507 V Werkorganisatie De Waard
€0
Bij elkaar komt dat neer op het volgende tussenresultaat voor deze Eindejaarsnota:
Molenwaard
€ 643.743 V
Verwacht oorspronkelijk begrotingsresultaat was: Verwacht begrotingsresultaat ten tijde van de Zomernota was:
€ 121.381 V € 146.041 V
Dit wordt dus, met de kennis van nu:
€ 789.784 V
Belangrijkste oorzaken voor dit onverwachte positieve resultaat zijn de meevallende uitkering Gemeentefonds (ruim 200K) meevallende legesinkomsten (ruim 250K m.n. door een tweetal aanvragen van het waterschap voor een omgevingsvergunning i.r.t. dijkverzwaring). Om te beoordelen wat deze tussenstand meerjarig betekent is het van belang te weten of er structurele effecten zijn. Alle structurele effecten uit zowel de Zomernota als uit deze Eindejaarsnota zijn reeds verwerkt in de concept-begroting 2013-2016 (oktober 2012). U wordt voorgesteld in de stemmen met de Eindejaarsnota’s en de saldi te verwerken in het begrotingsresultaat 2012 en de begroting overeenkomstig de aangegeven mutaties te wijzigen. Tegelijkertijd met de Eindejaarsnota wordt u de voortgangsrapportage “Meerjarenperspectief Grondexploitaties en Vastgoedinvesteringen” gepresenteerd samen met de financiële resultaten van de doorrekening ervan. Die doorrekening laat een per saldo verliesneming t.l.v. de risicoreserve “Grondexploitatie” zien van € 325.810 N. Die onttrekking zou aanleiding kunnen zijn u bij de vaststelling van de Jaarrekening 2012 een voorstel te doen een extra storting in die risicoreserve te doen. De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland, De secretaris,
werkt... aan meer mogelijkheden
De voorzitter van het gezamenlijk collegeoverleg,
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard
2
blad nr 3.
Eindejaarsnota Graafstroom
Op basis van de aangegeven uitgangspunten doen wij u hierbij de Eindejaarsnota 2012 toekomen. Deze nota gaat in op de volgende aandachtspunten: 1. 2. 3. 4. 5.
Exploitatiebudgetten Investeringskredieten Bestemmingsreserves Nog uit te voeren werkzaamheden Planning & control instrumenten
2.1 Exploitatiebudgetten 2013 Deze Eindejaarsnota resulteert voor de exploitatie 2012 in een negatieve beïnvloeding van het jaarresultaat met € -189.550 (N). Hierin zijn alle mutaties tot 1 oktober 2012 in opgenomen. Dit tekort wordt met name veroorzaakt door minder inkomsten uit de bouwleges: € 300.000 met deze inkomsten hadden we een positief resultaat kunnen vermelden. Hoewel de grondexploitaties neutraal in de exploitatie zitten en dus geen netto effect hebben op de uitkomst van deze Eindejaarsnota dienen we wel te vermelden dat er verliesnames worden genomen op een aantal projecten Met de Zomernota hebben wij u een negatieve bijstelling getoond van € -40.048 (N). Het oorspronkelijke begrotingsresultaat bedroeg € -36.857 (N). Op dit moment kunnen wij u dus een te verwachten rekeningresultaat 2012 presenteren van € -266.455 (N). Een overzicht van alle aanpassingen vindt u op de volgende pagina’s. Verder treft u ook een toelichting aan op alle budgettaire wijzigingen. Risico’s Een aantal budgetten en onderwerpen hebben een grotere mate van onzekerheid in zich. De budgetten op onderwerpen als de WMO, Leerlingenvervoer en Sociale Zaken zullen naar alle waarschijnlijkheid geen grote afwijkingen meer geven met het opstellen van de jaarrekening. Er is getracht – met de inzichten van nu – een zo’n zuiver mogelijk saldo te prognosticeren over het gehele jaar 2012.
2.2. Investeringskredieten De kerktoren in Goudriaan is dit jaar gerestaureerd. Oorspronkelijk werd hier een bedrag van € 109.113 voor gevoteerd. De uitgaven waren slechts € 51.046. Een totaal verschil van € 58.067. Dit zorgt ervoor dat de kapitaallasten vanaf 2013 (het eerste jaar van afschrijven) met € 2.322 zullen dalen. Een voordeel voor de exploitatie vanaf 2013.
2.3. Bestemmingsreserves Voor de programmabegroting 2012 wordt in navolging van de bestaande situatie het volgende uitgangspunt gehanteerd. Voor alle bestemmingsreserves worden jaarlijks de niet-bestede middelen van de budgetten die hierop betrekking hebben aan deze reserves toegevoegd. Anderzijds worden extra uitgaven ten laste van de daarvoor ingestelde reserves gebracht. De niet-bestede middelen worden bij de jaarrekening gestort in een bestemmingsreserve. Dit voorstel betekent dat op efficiënte en effectieve wijze wordt voldaan aan de rechtmatigheideisen van het budgetrecht van uw raad en tevens wordt hiermee de beoogde harmonisatie in de beleidsuitvoering gerealiseerd. Deze budgettair neutrale aanpassingen plaats bij de jaarrekening. Het bijstellen van de budgetten en de daarmee samenhangende toevoegingen van c.q. onttrekkingen aan reserves die administratietechnisch worden bijgesteld, blijken uit de bijlage.
werkt... aan meer mogelijkheden
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard
blad nr 4.
2.4. Nog uit te voeren werkzaamheden Algemeen uitgangspunt is dat bij de Eindejaarsnota budgetten kunnen worden overgeheveld naar het volgend jaar als met redenen omkleed kan worden aangegeven waarom de betreffende werkzaamheden niet (tijdig) zijn uitgevoerd. Deze worden apart gemeld in deze Eindejaarsnota. Er wordt gevraagd deze budgetten (opnieuw) beschikbaar te stellen in 2013.
2.5. Planning & control instrumenten Het jaarverslag 2012 verwachten wij in de maand juni 2013 met de accountantsverklaring aan de raad te kunnen aanbieden. Dit zal de laatste jaarrekening van de gemeente Graafstroom zijn.
Samenvattend advies Wij stellen u voor in te stemmen met de Eindejaarsnota 2012 en het negatieve saldo van € -189.550 toe te voegen aan het begrotingsresultaat 2012 en de begroting overeenkomstig te wijzigen.
2. Eindejaarsnota-in-één-oogopslag van de gemeente Graafstroom Negatief
Positief
Programma 1 Bestuur, Openbare Orde en Veiligheid: Geen bijstellingen Programma 2 Infrastructuur, Verkeer en Vervoer: Lagere kapitaallasten wegenbeheer 2012 Lagere verrekening kapitaallasten met voorziening wegenbeheer 2012
94.000 94.000
Lagere kapitaallasten civiele kunstwerken
I I
9.000
I
Programma 3 Economie en Toerisme: Geen bijstellingen Programma 4 Externe Dienstverlening: Minder toerekening van interne uren aan investeringen en projecten
80.000
I
Programma 5: Sociale en Maatschappelijke Ontwikkelingen: Extra subsidie TOON ivm financiele situatie
3.750
I
Investeringen sociaal (stelpost uit de Kadernota)
25.000
I
Voorlopig voordeel W MO 2012
25.000
I
25.000
I
Programma 6: Ruimte, Wonen en D uurzaamheid: Opbrengsten bouwleges blijven achter
300.000
Advieskosten milieu Meeropbrengst afvalstoffenheffing Uitkomsten doorrekeningen MPG 2012
15.000 S 403.464
Dekking Risicoreserve Grondbedrijf/Reserve Investeringen/Jaarlasten toevoeging aan reserve Investeringen/Jaarlasten
I
I 403.464
800
I S
Programma 7: Financieel Beheer: Algemene uitkering uit het gemeentefonds
98.000
Meeropbrengst hondenbelasting
15.000 S
Meerkosten afhandeling schades
17.000 899.014
Totaal bijstellingen van deze Eindejaarsnota :
werkt... aan meer mogelijkheden
I S
709.464 -189.550
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard
blad nr 5.
Financiele bijstellingen Eindejaarsnota 2012 voor de gemeente Graafstroom Omschrijving
Negatief
Positief
Toelichting
Programma 1: Bestuur, Openbare Orde en Veiligheid: Geen bijstellingen Programma 2: Infrastructuur, Verkeer en Vervoer: Lagere kapitaallasten wegenbeheer 2012 Lagere uitname voorziening wegenbeheer 2012
94.000 Doordat voor 2012 geplande projecten eerst later worden afgerond zijn de hiervoor geraamde kapitaallasten in 2012 éénmalig lager.
94.000
In relatie tot de lagere kapitaallasten is de uitname uit de voorziening wegenbeheer hiervoor lager.
Lagere kapitaallasten civiele kunstwerken
9.000 Doordat voor 2012 geplande investeringen eerst later worden afgerond zijn de hiervoor geraamde kapitaallasten in 2012 éénmalig lager.
Programma 3: Economie en Toerisme: Geen bijstellingen
Programma 4: Dienstverlening en externe oriëntatie: Minder toerekening van interne uren 80.000 aan investeringen en projecten
Uit de door de eigen medewerkers verantwoorde tijd blijkt dat minder uren kunnen worden toegerekend aan investeringen, bouwgrond- en kernprogrammaprojecten. Gaat naar verwachting voor het jaar 2012 om een bedrag van € 80.000.
Programma 5: Sociale en maatschappelijke ontwikkelingen: Extra subsidie TOON ivm financiele 3.750 situatie
Door de financiele situatie van TOON is er een initiatief voorstel vanuit de regio aangenomen om een extra incidentele subsidie te verstrekken in 2012. Dit bedrag is volgens een vaste verdeelsleutel tot stand gekomen (participatie binnen TOON). Alle drie de Molenwaard-gemeenten leveren hierdoor een extra bijdrage in 2012.
Investeringen sociaal (stelpost uit de Kadernota)
25.000 In de Begroting 2012 is een bedrag van € 100.000,-- opgenomen ten behoeve van het Investeringsprogramma Sociaal Maatschappelijke Ontwikkeling. Omdat de investeringen uit dit programma in 2012 voorbereiding en overleg o.a. met externe partners heeft gevergd, wordt dit bedrag in 2012 niet volledig uitgegeven. Naar verwachting zal er een bedrag van omstreeks € 75.000,-- resteren. Deze middelen vloeien in het jaarresultaat. Het structurele investeringsbedrag van € 100.000,-- wordt met ingang van 2013 voldoende geacht om de noodzakelijke inspanningen te realiseren.
Voorlopig voordeel WMO 2012
25.000 Uit de voortgangsrapportage van de WMO in 2012 zal naar verwachting bij alle 3 de gemeenten een positief saldo resteren. De verschillen zitten met name in de PGB uitgaven, de uitgaven voor rolstoelen en woningaanpassingen en de mantelzorgondersteuning. Daarnaast zijn de inkomsten uit de eigen bijdragen hoger dan geraamd. Vooral in Liesveld zijn deze verschillen groter dan bij de andere twee gemeenten en is het verschil t.o.v. de oorspronkelijke raming groter.
Programma 6: Ruimte, Wonen en Duurzaamheid: Opbrengsten bouwleges blijven achter 300.000
De opbrengsten van de bouwleges in Graafstroom blijven dit jaar achter. Bouwvolumes zijn laag en er worden veel minder reguliere aanvragen gedaan. In tegenstelling tot de andere twee gemeenten heeft Graafstroom geen incidentele opbrengsten dit jaar. Als we een doorrekening maken voor het gehele jaar dan zal er naar verwachting € 300.000 minder binnen komen dan begroot.
Advieskosten Milieu
25.000 Dit jaar zijn er veel minder kosten geboekt als het gaat om inhuren van extern milieuadvies.
Meeropbrengst afvalstoffenheffing
Uitkomsten doorrekeningen MPG 2012
15.000 De opbrengst aan afvalstoffenheffing is (inclusief een afrekening met SVHW over 2011) hoger dan in de begroting 2012 geraamd. 403.464
Zie toelichting rapportage kernprogramma
Dekking Risicoreserve Grondbedrijf
Dekking Reserve Investeringen/Jaarlasten
403.464 Zie toelichting rapportage kernprogramma
800
Op basis van het raadsbesluit van 9 juli 2012 en in relatie tot de rapportage over het kernprogramma wordt structureel € 800 extra toegevoegd aan de reserve Investeringen/Jaarlasten.
Programma 7: Financieel Beheer: Algemene uitkering gemeentefonds 2012
98.000 Uit de september-circulaire 2012 blijkt dat de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor het jaar 2012 € 98.000 hoger is dan in de juni-circulaire 2012 is aangegeven.
Meeropbrengst hondenbelasting
Meerkosten afhandeling van schades
Totalen Resultaat Eindejaarsnota 2012
15.000 Door een in de pers aangekondigde en gehouden controle op het bezit van honden is de opbrengst aan hondenbelasting hoger dan geraamd. In de concept begroting 2013 -2016 zijn deze opbrengsten reeds meegenomen. 17.000
899.014
De afhandeling van schades als gevolg van vandalisme en schade-gevallen aan schoolgebouwen zijn de voor rekening van de gem eente blijvende kosten fors hoger dan het hiervoor in de begroting geraamde budget van € 15.000. 709.464 -189.550
werkt... aan meer mogelijkheden
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard
blad nr 6.
Budgetten Graafstroom overhevelen naar 2013 Naam budget Brandweer; uitgaansuniformen
Bedrag Motivatie 18.531 Voor de aanschaf van uitgaansuniformen van de brandweer is bij de jaarrekening 2011 een budget van 2011 overgebracht naar 2012. In verband met het faillissement van de leverancier heeft de levering in 2012 niet plaats kunnen vinden. De verplichting tot levering van de uniformen is door een nieuwe leverancier overgenomen en de hiervoor beschikbaar gestelde middelen worden daarom nogmaals overgebracht naar het volgend jaar.
Impulsgelden; Brede School, Sport en Cultuur
Uitgaven EKD
41.872 Er is een haalbaarheidsonderzoek gestart naar de mogelijkheden tot het realiseren van zogenaamde combinatiefuncties. Daartoe wordt een budget ontvangen van het Rijk in het kader van de Impuls Brede School, sport en cultuur. Ondanks de aanvankelijke terughoudendheid bij de gemeenteraden en het in eerste instantie vervallen van een gemeentelijk budget in de gemeentebegroting daarvoor, wordt dit onderzoek voortgezet. Dit omdat het mogelijk alternatieven oplevert in relatie tot de ontwikkelingen bij TOON en het bibliotheekwerk in Molenwaard en de lokale bezuinigingstaakstelling. Om die reden worden de beschikbare en tot heden niet bestede rijksmiddelen overgeheveld naar 2013. PM
Advieskosten Jeugd en jongerenwerk
Nog voor het einde van het jaar zullen de eerste betalingen worden gedaan ten aanzien van het EKD. De verwachting is echter wel dat ook in 2013 er kosten zullen zijn. Wij vragen de raad daarom het resterende budget op 31-12-12 over te hevelen naar 2013. Liesveld en Nieuw- Lekkerland hebben in 2011 ook middelen doorgeschoven naar 2012. Bij Graafstroom zaten deze middelen in de Algemene Reserve.
6.750 In 2013 zal het restant van dit budget pas worden aangwend. In 2012 zal een deel van het budget overblijven, het verzoek is om dit budget over te hevelen naar volgend jaar.
Middelen voor VVE
PM
De gemeenten ontvangen gelden voor het versterken van het peuterspeelzaalwerk, invoering en aanbieden van VVE en gelden voor onderwijsachterstandenbeleid. Deze gelden mogen slechts aan deze doelen worden besteed en moeten anders worden teruggegeven. In 2011 zijn er amper uitgaven geweest op deze posten. Een groot deel van de gelden is daarom voor de zekerheid meegeschoven naar 2012. Een gedeelte van de onbenutte gelden zal dit najaar 2012 nog worden besteed aan het aanbieden van VVE plekken en de opleiding van leidsters en aaschaf VVE-programma's. Mochten niet alle gelden worden benut dan wordt voorgesteld € 50.000 op Molenwaard-niveau door te schuiven naar 2013. In Graafstroom werd in 2011 voor € 15.909 doorgeschoven naar 2012. Totaal is er in 2012 € 42.381 beschikbaar.
Kwalitatieve verbetering peuterspeelzaalwerk
PM
Nog voor het einde van het jaar zullen de eerste betalingen worden gedaan ten aanzien van dit beleid . De verwachting is echter wel dat ook in 2013 er kosten zullen zijn. Wij vragen de raad daarom het resterende budget op 31-12-12 over tehevelen naar 2013. In 2011 werd reeds een bedrag van € 39.100 doorgeschoven naar 2012.
TOTAAL
werkt... aan meer mogelijkheden
67.153
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard
3
blad nr 7.
Eindejaarsnota Liesveld
Op basis van de aangegeven uitgangspunten doen wij u hierbij de Eindejaarsnota 2012 toekomen. Deze nota gaat in op de volgende aandachtspunten: 1. 2. 3. 4. 5.
Exploitatiebudgetten Investeringskredieten Bestemmingsreserves Nog uit te voeren werkzaamheden Planning & control instrumenten
3.1. Exploitatiebudgetten 2012 Deze Eindejaarsnota resulteert voor de exploitatie 2012 in een positieve beïnvloeding van het jaarresultaat met € 279.786 (V). Hierin zijn alle mutaties tot 1 oktober 2012 in opgenomen. Met de Zomernota hebben wij u een positieve bijstelling getoond van € 85.845 (V). Het oorspronkelijke begrotingsresultaat bedroeg € 18.880 (V). Op dit moment kunnen wij u dus een te verwachten rekeningresultaat 2012 presenteren van € 384.511 (V). Een overzicht van alle aanpassingen vindt u op de volgende pagina’s. Verder treft u ook een toelichting aan op alle budgettaire wijzigingen. Risico’s Een aantal budgetten en onderwerpen hebben een grotere mate van onzekerheid in zich. De budgetten op onderwerpen als de WMO, Leerlingenvervoer en Sociale Zaken zullen naar alle waarschijnlijkheid geen grote afwijkingen meer geven met het opstellen van de jaarrekening. Er is getracht – met de inzichten van nu – een zo’n zuiver mogelijk saldo te prognosticeren over het gehele jaar 2012.
3.2. Investeringskredieten Het verloop van de investeringskredieten geeft over het algemeen geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
3.3.Bestemmingsreserves Voor de programmabegroting 2012 wordt in navolging van de bestaande situatie het volgende uitgangspunt gehanteerd. Voor alle bestemmingsreserves worden jaarlijks de niet-bestede middelen van de budgetten die hierop betrekking hebben aan deze reserves toegevoegd. Anderzijds worden extra uitgaven ten laste van de daarvoor ingestelde reserves gebracht. De niet-bestede middelen worden bij de jaarrekening gestort in een bestemmingsreserve. Dit voorstel betekent dat op efficiënte en effectieve wijze wordt voldaan aan de rechtmatigheideisen van het budgetrecht van uw raad en tevens wordt hiermee de beoogde harmonisatie in de beleidsuitvoering gerealiseerd. Deze budgettair neutrale aanpassingen plaats bij de jaarrekening. Het bijstellen van de budgetten en de daarmee samenhangende toevoegingen van c.q. onttrekkingen aan reserves die administratietechnisch worden bijgesteld, blijken uit de bijlage.
3.4. Nog uit te voeren werkzaamheden Algemeen uitgangspunt is dat bij de Eindejaarsnota budgetten kunnen worden overgeheveld naar het volgend jaar als met redenen omkleed kan worden aangegeven waarom de betreffende werkzaamheden niet (tijdig) zijn uitgevoerd. Deze worden apart gemeld in deze Eindejaarsnota. Er wordt gevraagd deze budgetten (opnieuw) beschikbaar te stellen in 2013.
werkt... aan meer mogelijkheden
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard
blad nr 8.
3.5. Planning & control instrumenten Het jaarverslag 2012 verwachten wij in de maand juni 2012 met de accountantsverklaring aan de raad te kunnen aanbieden. Dit zal de laatste jaarrekening van de gemeente Liesveld zijn.
Samenvattend advies Wij stellen u voor in te stemmen met de Eindejaarsnota 2012 en het positieve saldo van € 279.786 toe te voegen aan het begrotingsresultaat 2012 en de begroting overeenkomstig te wijzigen.
2. Eindejaarsnota-in-één-oogopslag van de gemeente Liesveld N egatief
Positief
Programma 1 Bestuur, Openbare Orde en Veiligheid: Geen bijstellingen Programma 2 Infrastructuur, Verkeer en Vervoer: Lagere kapitaallasten wegenbeheer 2012 Lagere verrekening kapitaallasten met voorziening wegenbeheer 2012
19.000
I
22.500
I
285.000
I
19.000
Lagere kapitaallasten rondweg Groot-Ammers
I
Programma 3 Economie en Toerisme: Winstname Gelkenes-West Toevoeging Risicoreserve Grondbedrijf
285.000
I
150.000
I
5.000
I
Programma 4 Externe Dienstverlening: Minder toerekening van interne uren aan investeringen en projecten Programma 5: Sociale en Maatschappelijke Ontwikkelingen: Extra subsidie TOON ivm financiele situatie Investeringen sociaal (stelpost uit de Kadernota) Voorlopig voordeel W MO 2012 Schade aan zwembad de Dompelaar
38.570
Correctie korting op budget schoolzwemmen (Optisport)
16.738
Voordeel kapitaallasten Gymzaal Nieuwpoort
25.000
I
150.000
I I I
61.594
I
Programma 6: Ruimte, Wonen en Duurzaamheid: Opbrengsten bouwleges vallen hoger uit
100.000
I
Advieskosten milieu
20.000
I
Meeropbrengst afvalstoffenheffing
25.000 S
Reserve "nog uit te voeren werkzaamheden" Bestemmingsplannen Uitkomsten doorrekeningen MPG 2012
45.000
I
449.346
I
44.000
I
449.346
Dekking Risicoreserve Grondbedrijf
I
Programma 7: Financieel Beheer: Algemene uitkering uit het gemeentefonds Meeropbrengst hondenbelasting Meerkosten afhandeling schades
15.000 S 18.000 981.654
Totaal bijstellingen van deze Eindejaarsnota :
werkt... aan meer mogelijkheden
S 1.261.440 279.786
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard
blad nr 9.
Financiele bijstellingen Eindejaarsnota 2012 voor de gemeente Liesveld Omschrijving
Negatief
Positief
Toelichting
Programma 1: Bestuur, Openbare Orde en Veiligheid: Geen bijstellingen Programma 2: Infrastructuur, Verkeer en Vervoer: Lagere kapitaallasten wegenbeheer 2012 Lagere uitname voorziening wegenbeheer 2012
19.000 Doordat voor 2012 geplande projecten eerst later worden afgerond zijn de hiervoor geraamde kapitaallasten in 2012 éénmalig lager.
19.000
In relatie tot de lagere kapitaallasten is de uitname uit de voorziening wegenbeheer hiervoor lager.
Lagere kapitaallasten grond rondweg Groot-Ammers
22.500 De rentelasten over de aangekochte grond aan de Peppelweg zijn voor 2012 geraamd, maar worden eerst met ingang van 2013 toegerekend.
Programma 3: Economie en Toerisme: Winstname Gelkenes-West Toevoeging Risicoreserve Grondbedrijf
285.000 Zie toelichting rapportage kernprogramma 285.000
Zie toelichting rapportage kernprogramma
Programma 4: Dienstverlening en externe oriëntatie: Minder toerekening van interne uren 150.000 aan investeringen en projecten
Uit de door de eigen medewerkers verantwoorde tijd blijkt dat minder uren kunnen worden toegerekend aan investeringen, bouwgrond- en kernprogrammaprojecten. Gaat naar verwachting voor het jaar 2012 om een bedrag van € 150.000.
Programma 5: Sociale en maatschappelijke ontwikkelingen: Extra subsidie TOON ivm financiele 5.000 situatie
Investeringen sociaal (stelpost uit de Kadernota)
Door de financiele situatie van TOON is er een initiatief voorstel vanuit de regio aangenomen om een extra incidentele subsidie te verstrekken in 2012. Dit bedrag is volgens een vaste verdeelsleutel tot stand gekomen (participatie binnen TOON). Alle drie de Molenwaard-gemeenten leveren hierdoor een extra bijdrage in 2012.
25.000 In de Begroting 2012 is een bedrag van € 100.000,-- opgenomen ten behoeve van het Investeringsprogramma Sociaal Maatschappelijke Ontwikkeling. Omdat de investeringen uit dit programma in 2012 voorbereiding en overleg o.a. met externe partners heeft gevergd, wordt dit bedrag in 2012 niet volledig uitgegeven. Naar verwachting zal er een bedrag van omstreeks € 75.000,-- resteren. Deze middelen vloeien in het jaarresultaat. Het structurele investeringsbedrag van € 100.000,-- wordt met ingang van 2013 voldoende geacht om de noodzakelijke inspanningen te realiseren.
Voorlopig voordeel WMO 2012
150.000 Uit de voortgangsrapportage van de WMO in 2012 zal naar verwachting bij alle 3 de gemeenten een positief saldo resteren. De verschillen zitten met name in de PGB uitgaven, de uitgaven voor rolstoelen en woningaanpassingen en de mantelzorgondersteuning. Daarnaast zijn de inkomsten uit de eigen bijdragen hoger dan geraamd. Vooral in Liesveld zijn deze verschillen groter dan bij de andere twee gemeenten en is het verschil t.o.v. de oorspronkelijke raming groter.
Schade aan zwembad de Dompelaar
38.570
Zwembad De Dompelaar in Groot-Ammers heeft te maken gehad met waterschade in de technische ruimte De schade werd niet gedekt door de verzekering. De volgende punten moesten worden uitgevoerd: Vervanging/reparatie pompen Flowmeter Besturingskast t.b.v. pompen op metalen frame Bekabeling naar pompen WCD’s (6 dubbele) Begeleiding werkzaamheden door regio TD Optisport
Correctie korting op budget schoolzwemmen (Optisport)
16.738
Bij het opstellen van de begroting van 2012 is per ongeluk een correctie doorgevoerd op een budget waar ook schoolzwemmen (bijdrage aan Optisport) van werd betaald. Het betrof een foutieve verwerking. Met het opstellen van de begroting van 2013 is deze correctie hersteld, vandaar ook het incidentele karakter.
Voordeel kapitaallasten Gymzaal Nieuwpoort Programma 6: Ruimte, Wonen en Duurzaamheid: Opbrengsten bouwleges
Advieskosten Milieu
61.594 Door vertraging van de bouw vallen de rentelasten dit jaar lager uit.
100.000 Het overschot aan leges wordt ingegeven door een tweetal aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen van een waterkerende constructie vanaf Kinderdijk tot het Schoonhovense veer. De dijk voldoet namelijk niet aan de wettelijke veiligheidsnormen. De dijk wordt over 10 km versterkt. De vergunning wordt aangevraagd voor het plaatsen van de waterkerende constructies. Zowel de gemeente Liesveld als de gemeente Nieuw- Lekkerland hebben hierdoor hogere inkomsten dit jaar. 20.000 Dit jaar zijn er veel minder kosten geboekt als het gaat om inhuren van extern milieuadvies.
Meeropbrengst afvalstoffenheffing
25.000 De opbrengst aan afvalstoffenheffing is (inclusief een afrekening met SVHW over 2011) hoger dan in de begroting 2012 geraamd.
Reserve "nog uit te voeren werkzaamheden" Bestemmingsplannen
45.000 Met de Eindejaarsnota van 2011 is het volledige budget voor het opstellen van de bestemmingsplannen in Liesveld overgeheveld naar 2012. Dit jaar zal alles worden afgerond en naar verwachting zal een bedrag van € 45.000 resteren. Dit vloeit terug naar de algemene middelen en is een voordeel voor de exploitatie.
Uitkomsten doorrekeningen MPG 2012
449.346
Dekking Risicoreserve Grondbedrijf
werkt... aan meer mogelijkheden
Zie toelichting rapportage kernprogramma
449.346 Zie toelichting rapportage kernprogramma
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard Programma 7: Financieel Beheer: Algemene uitkering gemeentefonds 2012
Totalen Resultaat Eindejaarsnota 2012
10.
44.000 Uit de september-circulaire 2012 blijkt dat de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor het jaar 2012 € 44.000 hoger is dan in de juni-circulaire 2012 is aangegeven.
Meeropbrengst hondenbelasting
Meerkosten afhandeling van schades
blad nr
15.000 Door een in de pers aangekondigde en gehouden controle op het bezit van honden is de opbrengst aan hondenbelasting hoger dan geraamd. In de concept begroting 2013 -2016 zijn deze opbrengsten reeds meegenomen. 18.000
981.654
De afhandeling van schades als gevolg van vandalisme en schade-gevallen aan schoolgebouwen zijn de voor rekening van de gemeente blijvende kosten fors hoger dan het hiervoor in de begroting geraamde budget van € 15.000. 1.261.440 279.786
werkt... aan meer mogelijkheden
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
blad nr
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard
11.
Budgetten Liesveld overhevelen naar 2013 Naam budget Brandweer; uitgaansuniformen
Bedrag Motivatie 10.439 Voor de aanschaf van uitgaansuniformen van de brandweer is bij de jaarrekening 2011 een budget van 2011 overgebracht naar 2012. In verband met het faillissement van de leverancier heeft de levering in 2012 niet plaats kunnen vinden. De verplichting tot levering van de uniformen is door een nieuwe leverancier overgenomen en de hiervoor beschikbaar gestelde middelen worden daarom nogmaals overgebracht naar het volgend jaar.
Impulsgelden; Brede School, Sport en Cultuur
Uitgaven EKD
41.872 Er is een haalbaarheidsonderzoek gestart naar de mogelijkheden tot het realiseren van zogenaamde combinatiefuncties. Daartoe wordt een budget ontvangen van het Rijk in het kader van de Impuls Brede School, sport en cultuur. Ondanks de aanvankelijke terughoudendheid bij de gemeenteraden en het in eerste instantie vervallen van een gemeentelijk budget in de gemeentebegroting daarvoor, wordt dit onderzoek voortgezet. Dit omdat het mogelijk alternatieven oplevert in relatie tot de ontwikkelingen bij TOON en het bibliotheekwerk in Molenwaard en de lokale bezuinigingstaakstelling. Om die reden worden de beschikbare en tot heden niet bestede rijksmiddelen overgeheveld naar 2013.
PM
Advieskosten Jeugd en jongerenwerk
Middelen voor VVE
werkt... aan meer mogelijkheden
Nog voor het einde van het jaar zullen de eerste betalingen worden gedaan ten aanzien van het EKD. De verwachting is echter wel dat ook in 2013 er kosten zullen zijn. Wij vragen de raad daarom het resterende budget op 31-12-12 over tehevelen naar 2013. In 2011 is reeds € 53.936 doorgeschoven naar 2012. 10.153 In 2013 zal het restant van dit budget pas worden aangwend. In 2012 zal een deel van het budget overblijven, het verzoek is om dit budget over te hevelen naar volgend jaar.
PM
De gemeenten ontvangen gelden voor het versterken van het peuterspeelzaalwerk, invoering en aanbieden van VVE en gelden voor onderwijsachterstandenbeleid. Deze gelden mogen slechts aan deze doelen worden besteed en moeten anders worden teruggegeven. In 2011 zijn er amper uitgaven geweest op deze posten. Een groot deel van de gelden is daarom voor de zekerheid meegeschoven naar 2012. Een gedeelte van de onbenutte gelden zal dit najaar 2012 nog worden besteed aan het aanbieden van VVE plekken en de opleiding van leidsters en aaschaf VVEprogramma's. Mochten niet alle gelden worden benut dan wordt voorgesteld € 50.000 op Molenwaardniveau door te schuiven naar 2013. In Liesveld werd in 2011 voor € 25.454 doorgeschoven naar 2012. Totaal is er in 2012 € 49.135 beschikbaar.
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard Kwalitatieve verbetering peuterspeelzaalwerk
PM
TOTAAL
werkt... aan meer mogelijkheden
blad nr
12.
Nog voor het einde van het jaar zullen de eerste betalingen worden gedaan ten aanzien van dit beleid . De verwachting is echter wel dat ook in 2013 er kosten zullen zijn. Wij vragen de raad daarom het resterende budget op 31-12-12 over tehevelen naar 2013. (in 2011 is sreeds € 48.269 doorgeschoven naar 2012)
62.464
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
blad nr
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard
4
13.
Eindejaarsnota Nieuw-Lekkerland
Op basis van de aangegeven uitgangspunten doen wij u hierbij de Eindejaarsnota 2012 toekomen. Deze nota gaat in op de volgende aandachtspunten: 1. 2. 3. 4. 5.
Exploitatiebudgetten Investeringskredieten Bestemmingsreserves Nog uit te voeren werkzaamheden Planning & control instrumenten
4.1. Exploitatiebudgetten 2012 Deze Eindejaarsnota resulteert voor de exploitatie 2012 in een positieve beïnvloeding van het jaarresultaat met € 553.507 (V). Hierin zijn alle mutaties tot 1 oktober 2012 in opgenomen. Dit positieve effect wordt voornamelijk veroorzaakt door een incidentele – niet geraamde opbrengst van de bouwleges van € 450.000. Met de Zomernota hebben wij u een negatieve bijstelling getoond van € -21.137 (N). Het oorspronkelijke begrotingsresultaat bedroeg € 139.358 (V). Op dit moment kunnen wij u dus een te verwachten rekeningresultaat 2012 presenteren van € 671.728 (V). Een overzicht van alle aanpassingen vindt u op de volgende pagina. In de bijlage vindt u de toelichting op alle budgettaire wijzigingen. Risico’s Een aantal budgetten en onderwerpen hebben een grotere mate van onzekerheid in zich. De budgetten op onderwerpen als de WMO, Leerlingenvervoer en Sociale Zaken zullen naar alle waarschijnlijkheid geen grote afwijkingen meer geven met het opstellen van de jaarrekening. Er is getracht – met de inzichten van nu – een zo’n zuiver mogelijk saldo te prognosticeren over het gehele jaar 2012.
4.2. Investeringskredieten Het verloop van de investeringskredieten geeft over het algemeen geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
4.3.Bestemmingsreserves Voor de programmabegroting 2012 wordt in navolging van de bestaande situatie het volgende uitgangspunt gehanteerd. Voor alle bestemmingsreserves worden jaarlijks de niet-bestede middelen van de budgetten die hierop betrekking hebben aan deze reserves toegevoegd. Anderzijds worden extra uitgaven ten laste van de daarvoor ingestelde reserves gebracht. De niet-bestede middelen worden bij de jaarrekening gestort in een bestemmingsreserve. Dit voorstel betekent dat op efficiënte en effectieve wijze wordt voldaan aan de rechtmatigheideisen van het budgetrecht van uw raad en tevens wordt hiermee de beoogde harmonisatie in de beleidsuitvoering gerealiseerd. Deze budgettair neutrale aanpassingen plaats bij de jaarrekening. Het bijstellen van de budgetten en de daarmee samenhangende toevoegingen van c.q. onttrekkingen aan reserves die administratietechnisch worden bijgesteld, blijken uit de bijlage.
4.4. Nog uit te voeren werkzaamheden Algemeen uitgangspunt is dat bij de Eindejaarsnota budgetten kunnen worden overgeheveld naar het volgend jaar als met redenen omkleed kan worden aangegeven waarom de betreffende werkzaamheden niet (tijdig) zijn uitgevoerd. Deze worden apart gemeld in deze Eindejaarsnota. Er wordt gevraagd deze budgetten (opnieuw) beschikbaar te stellen in 2012.
werkt... aan meer mogelijkheden
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
blad nr
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard
14.
4.5. Planning & control instrumenten Het jaarverslag 2012 verwachten wij in de maand juni 2012 met de accountantsverklaring aan de raad te kunnen aanbieden. Dit zal de laatste jaarrekening van de gemeente NieuwLekkerland zijn.
Samenvattend advies Wij stellen u voor in te stemmen met de Eindejaarsnota 2012 en het positieve saldo van € 534.907 toe te voegen aan het begrotingsresultaat 2012 en de begroting overeenkomstig te wijzigen.
2. Eindejaarsnota-in-één-oogopslag) van de gemeente N ieuw- Lekkerland Negatief
Positief
Programma 1 Bestuur, Openbare Orde en Veiligheid: Geen bijstellingen Programma 2 Infrastructuur, Verkeer en Vervoer: Afrekening subsidie provincie fietspad Kinderdijk-Nieuw-Lekkerland
30.492
I
Lagere kapitaallasten wegenbeheer 2012
73.000
I
15.000
I
Lagere verrekening kapitaallasten met voorziening wegenbeheer 2012
73.000
Lagere kapitaallasten civiele kunstwerken
I
Programma 3 Economie en Toerisme: Geen bijstellingen Programma 4 Externe Dienstverlening: Minder toerekening van interne uren aan investeringen en projecten
70.000
I
Programma 5: Sociale en Maatschappelijke Ontwikkelingen: Openbaar basisonderwijs excl. Huisvesting
11.966
Bijzonder basisonderwijs excl. Huisvesting (onderdeel huur)
22.895
Inkomsten huur Dóuwe school
8.000
I I I
Inkomsten huur Jan van Arkelstraat (gymlokaal)
22.000
I
Exploitatiekosten Brede School
65.000
S
Huuropbrengsten gymzaal Brede School en Londovergoeding Extra subsidie TOON ivm financiele situatie
45.000 S 3.750
I
Investeringen sociaal (stelpost uit de Kadernota)
25.000
I
Voorlopig voordeel W MO 2012
25.000
I
VV Nieuw- Lekkerland : derving huurinkomsten / kosten mediation
28.000
I
St. BibliotheekNetwerk ZHZO
12.096
I
Voormalig personeel sporthal "De Klipper"
29.000 S
Programma 6: Ruimte, Wonen en Duurzaamheid: Opbrengsten bouwleges vallen hoger uit Advieskosten milieu Meeropbrengst afvalstoffenheffing
450.000
I
5.000
I
35.000 S
Programma 7: Financieel Beheer: Algemene uitkering uit het gemeentefonds
74.000
Meeropbrengst hondenbelasting Meerkosten afhandeling schades
11.000 292.846
Totaal bijstellingen van deze Eindejaarsnota :
werkt... aan meer mogelijkheden
I
5.000 S S 846.353 553.507
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
blad nr
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard
15.
Financiele bijstellingen Eindejaarsnota 2012 voor de gemeente Nieuw- Lekkerland Omschrijving
Negatief
Positief
Toelichting
Programma 1: Bestuur, Openbare Orde en Veiligheid: Geen bijstellingen Programma 2: Infrastructuur, Verkeer en Vervoer: Afrekening provincaal subsidie voor fietspad Kinderdijk-Nieuw-Lekkerland
Lagere kapitaallasten wegenbeheer 2012 Lagere uitname voorziening wegenbeheer 2012
30.492 De financiële afwikkeling van de subsidie van de provincie voor de aanleg van een fietspad (FP 268) tussen Kinderdijk en Nieuw-Lekkerland resulteert in een nog niet geraamde bate van € 30.492. Dit financieel voordeel is ontstaan door de interne uren van de organisatie, die in de financiële administratie niet zijn toegerekend, maar wel als subsidiabele uitgaven zijn geaccepteerd. 73.000 Doordat voor 2012 geplande projecten eerst later worden afgerond zijn de hiervoor geraamde kapitaallasten in 2012 éénmalig lager.
73.000
Lagere kapitaallasten civiele kunstwerken
In relatie tot de lagere kapitaallasten is de uitname uit de voorziening wegenbeheer hiervoor lager.
15.000 Doordat voor 2012 geplande investeringen eerst later worden afgerond zijn de hiervoor geraamde kapitaallasten in 2012 éénmalig lager.
Programma 3: Economie en Toerisme: Geen bijstellingen Programma 4: Dienstverlening en externe oriëntatie: Minder toerekening van interne uren 70.000 aan investeringen en projecten
Uit de door de eigen medewerkers verantwoorde tijd blijkt dat minder uren kunnen worden toegerekend aan investeringen, bouwgrond- en kernprogrammaprojecten. Gaat naar verwachting voor het jaar 2012 om een bedrag van € 70.000.
Programma 5: Sociale en maatschappelijke ontwikkelingen: Openbaar basisonderwijs excl. 11.966 Deze raming had nog betrekking op de betalingen van de "bruidschat" die in 5 jaar zou worden Huisvesting uitgekeerd. De volledige uitkering heeft inmiddels plaatsgevonden en dit bedrag is een restant dat uit de begroting gehaald kan worden. Bijzonder basisonderwijs excl. Huisvesting (onderdeel huur) Inkomsten verhuur Dóuwe school
22.895 Aan huur Sportfondsen is over 2012 totaal € 14.000,-- verschuldigd. Het resterende bedrag dat overblijft zal niet meer worden gebruikt. 8.000
Door de overgaang naar de nieuwe Brede School is de verhuur van dit pand tot stilstand gekomen. Het gebrek aan baten voor 2012 zal ongeveer € 8.000 bedragen.
Inkomsten verhuur gymzaal Jan van Arkelstraat
22.000
De inkomsten van de gymzaal waren in 2011 al lager dan begroot. Met de overgang naar de Brede School komt er nog een extra periode bij waardoor geen inkomsten meer zullen binnekomen. Totaal gaat het om € 22.000, gelden die nergens binnen de begroting worden opgevangen door gecompenseerde verhuur.
Exploitatiekosten Brede School
65.000
Voor Brede School Het Carillon zijn in de begroting 2012 geen exploitatiekosten geraamd. Ten tijde van het opstellen van de begroting waren deze nog onvoldoende in beeld. Eind mei 2012 is Het Carillon in gebruik genomen. De kosten voor het beheer en onderhoud van Het Carillon worden voor 2012 geraamd op € 65.000. Het groot onderhoud en het contractonderhoud zijn in deze raming niet opgenomen omdat het gebouw in 2012 nog volledig onder garantie valt. Vanaf 2013 zal worden gereserveerd voor onderhoud. Tegenover deze kosten staan inkomsten bestaande uit een gedeeltelijke overdracht van de zogenaamde Londovergoeding van O2A5 naar de gemeente en uit huuropbrengsten van de gymzaal. Dit wordt geraamd op respectievelijk € 30.000 en € 15.000. De extra kosten zijn vooral een gevolg van de bibliotheekfaciliteit die in de Brede School is ondergebracht. Voorheen vielen de kosten van de bibliotheek onder de exploitatie van het gemeentehuis. Door het vervallen van de functie gemeentehuis vallen deze kosten nu onder de Brede School. In de inmiddels opgestelde meerjarenbegroting 2013- 2016 zijn alle kosten en opbrengsten reeds opgenomen.
Huuropbrengsten gymzaal Brede School / en Londovergoeding Extra subsidie TOON ivm financiele situatie
45.000 Zie toelichting Exploitatiekosten Brede School 3.750
Door de financiele situatie van TOON is er een initiatief voorstel vanuit de regio aangenomen om een extra incidentele subsidie te verstrekken in 2012. Dit bedrag is volgens een vaste verdeelsleutel tot stand gekomen (participatie binnen TOON). Alle drie de Molenwaard-gemeenten leveren hierdoor een extra bijdrage in 2012.
Programma 6: Ruimte, Wonen en Duurzaamheid: Opbrengsten bouwleges
Advieskosten milieu
450.000 Het forse overschot aan leges wordt ingegeven door een tweetal aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen van een waterkerende constructie vanaf Kinderdijk tot het Schoonhovense veer. De dijk voldoet namelijk niet aan de wettelijke veiligheidsnormen. De dijk wordt over 10 km versterkt. De vergunning wordt aangevraagd voor het plaatsen van de waterkerende constructies. Zowel de gemeente Liesveld als de gemeente Nieuw- Lekkerland hebben hierdoor hogere inkomsten dit jaar. 5.000 Dit jaar zijn er veel minder kosten geboekt als het gaat om inhuren van extern milieuadvies.
Meeropbrengst afvalstoffenheffing
35.000 De opbrengst aan afvalstoffenheffing is (inclusief een afrekening met SVHW over 2011) hoger dan in de begroting 2012 geraamd.
werkt... aan meer mogelijkheden
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard Programma 7: Financieel Beheer: Algemene uitkering gemeentefonds 2012
Totalen Resultaat Eindejaarsnota 2012
16.
74.000 Uit de september-circulaire 2012 blijkt dat de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor het jaar 2012 € 74.000 hoger is dan in de juni-circulaire 2012 is aangegeven.
Meeropbrengst hondenbelasting
Meerkosten afhandeling van schades
blad nr
5.000 Door een in de pers aangekondigde en gehouden controle op het bezit van honden is de opbrengst aan hondenbelasting hoger dan geraamd. In de concept begroting 2013 -2016 zijn deze opbrengsten reeds meegenomen. 11.000
292.846
De afhandeling van schades als gevolg van vandalisme en schade-gevallen aan schoolgebouwen zijn de voor rekening van de gemeente blijvende kosten fors hoger dan het hiervoor in de begroting geraamde budget van € 15.000. 846.353 553.507
werkt... aan meer mogelijkheden
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
blad nr
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard
17.
Budgetten Nieuw- Lekkerland overhevelen naar 2013 Naam budget Uitgaven EKD
Bedrag PM
Motivatie Nog voor het einde van het jaar zullen de eerste betalingen worden gedaan ten aanzien van het EKD. De verwachting is echter wel dat ook in 2013 er kosten zullen zijn. Wij vragen de raad daarom het resterende budget op 31-12-12 over te hevelen naar 2013. In 2011 werd reeds een bedrag van € 52.156 naar 2012 doorgeschoven. 26.981 In 2011 is er Molenwaard-breed een werkgroep gestart voor de implementatie van de wet OKE. Voorts is er recent een nulmeting gehouden voor het doelgroepenbeleid. Daarnaast dient de subsidieregeling voor het peuterspeelzaalwerk te worden geharmoniseerd. Hiermee is nog geen begin gemaakt omdat dit onderdeel niet werd betrokken bij de harmonisatie van de algemene subsidieverordening. Beide onderwerpen, de implementatie van de wet OKE en de harmonisatie van de subsidieregeling vormen een samenhangend beleid dat in 2012 zal zijn geëffectueerd. De niet-bestede middelen dienen dan ook naar 2012 te worden overgeheveld.
Kwalitatieve verbetering peuterspeelzaalwerk
Middelen voor VVE
PM
De gemeenten ontvangen gelden voor het versterken van het peuterspeelzaalwerk, invoering en aanbieden van VVE en gelden voor onderwijsachterstandenbeleid. Deze gelden mogen slechts aan deze doelen worden besteed en moeten anders worden teruggegeven. In 2011 zijn er amper uitgaven geweest op deze posten. Een groot deel van de gelden is daarom voor de zekerheid meegeschoven naar 2012. Een gedeelte van de onbenutte gelden zal dit najaar 2012 nog worden besteed aan het aanbieden van VVE plekken en de opleiding van leidsters en aaschaf VVE-programma's. Mochten niet alle gelden worden benut dan wordt voorgesteld € 50.000 op Molenwaard-niveau door te schuiven naar 2013. In Nieuw- Lekkerland werd in 2011 voor € 22.272 doorgeschoven naar 2012. Totaal is er in 2012 € 46.315 beschikbaar.
Impulsgelden; Brede School, Sport en Cultuur
44.896 Er is een haalbaarheidsonderzoek gestart naar de mogelijkheden tot het realiseren van zogenaamde combinatiefuncties. Daartoe wordt een budget ontvangen van het Rijk in het kader van de Impuls Brede School, sport en cultuur. Ondanks de aanvankelijke terughoudendheid bij de gemeenteraden en het in eerste instantie vervallen van een gemeentelijk budget in de gemeentebegroting daarvoor, wordt dit onderzoek voortgezet. Dit omdat het mogelijk alternatieven oplevert in relatie tot de ontwikkelingen bij TOON en het bibliotheekwerk in Molenwaard en de lokale bezuinigingstaakstelling. Om die reden worden de beschikbare en tot heden niet bestede rijksmiddelen overgeheveld naar 2013.
restant budget De Compagnie
33.277 Bouwfonds heeft twijfels over de verkoopbaarheid van de woningen in de huidige markt. Bouwfonds en gemeente hebben beiden belang bij de woningbouwontwikkeling en trekken gezamenlijk op om de juiste strategie te bepalen. Er is daarom in mei 2012 een preview gehouden en gesprekken met aspirant kopers om te markt te bepalen. De uitkomst is nog niet bekend. Bouwfonds gaat pas in verkoop met de woningen als ze zicht hebben op de afzet van de woningen. Omdat het plan nog niet van start is gegaan zijn er dit jaar geen kosten gemaakt door de gemeente in het kader van externe adviezen en dergelijke. Deze kosten worden wel gemaakt indien de ontwikkeling daadwerkelijk van start gaat. Het verzoek is om dit budget door te schuiven naar 2013.
TOTAAL
105.154
werkt... aan meer mogelijkheden
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
blad nr
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard
5
18.
Eindejaarsnota Werkorganisatie De Waard
Overeenkomstig de doelstelling in de beleidsbegroting 2012-2015, waarin is aangegeven dat De Waard een sluitende begroting presenteert voor het jaar 2012, verwacht De Waard op basis van de inzichten per 1 oktober 2012 deze doelstelling te realiseren.
5.1. Exploitatiebudgetten 2012 Deze eindejaarsnota is alleen op het onderdeel project ‘Molenwaard Nabij’ bijgesteld ten opzichte van de zomernota. Het betreft de aanpassing die in de afzonderlijke rapportage ‘Plan van aanpak dienstverleningsconcept 2e tranche’ inmiddels ter behandeling is aangeboden. Voor het overige behoeven de prognoses geen aanpassing. Nr. Beleidsniveau Lasten 1 Directe personeelskosten
Prognose Begroting na Mutaties EJN Eindejaarsnota zomernota 2012
Beleidsbegr. 2012 10.497.743
10.578.134
10.578.134
577.000 735.522 1.645.605
575.500 735.522 1.754.510
575.500 735.522 1.754.510
5 Rentelasten 6 Afschrijving excl. huisvesting 7 Onvoorzien
300.000 138.175 20.000
300.000 142.879 20.000
300.000 142.879 20.000
8 Burgerzaken (excl. personeelslasten)
329.275
362.775
362.775
200.000 26.000 100.000 910.333 44.000 15.523.653
200.000 26.000 100.000 888.466 0 15.683.786
-291.305
200.000 26.000 100.000 597.161
-291.305
15.392.481
519.000 12.515.242 910.333 13.944.575 -1.579.078
500.000 12.666.242 50.000 888.466 14.104.708 -1.579.078
-291.305 -291.305 0
500.000 12.666.242 50.000 597.161 13.813.403 -1.579.078
1.675.000 -95.922
1.675.000 -95.922
0
0
2 Indirecte personeelskosten 3 Huisvestingskosten incl. afschr 4 Overige goederen en diensten
10 11 12 13
14 15 16 17
Uitvoering Wet Onroerende Zaken (WOZ) Interactieve beleidsontwikkeling (kadernota) Doorontwikkeling organisatie (kadernota) Projectkosten Molenwaard Nabij ( HNWerken) Ruimte voor inwoners Sub-totaal lasten Baten Burgerzaken opbrengsten Bijdragen gemeenten bedrijfsvoering Overige bijdragen Bijdragen Molenwaard Nabij ( zie lasten) Sub-totaal baten Resultaat voor bestemming (- = nadelig)
18 Onttrekking aan reserve 19 Storting in reserve huisvesting Resultaat na bestemming
1.675.000 -95.922 0
0
Budgetoverheveling. Binnen de onbezette vaste formatie over 2012 is bewust gekozen € 66.000 (ter grootte van 1 fte) te reserveren voor extra inzet voor implementatie van de strategische visie. Die implementatie vindt voor een relatief klein deel plaats in 2012. De extra personele inzet, en de lasten die daarmee gemoeid zijn, drukken met name 2013. Daarom het voorstel een bedrag van € 66.000 bij de jaarrekening over te hevelen naar 2013.
werkt... aan meer mogelijkheden
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
blad nr
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard
19.
Toelichting: 13. Projectkosten Molenwaard Nabij ( voorheen Het Nieuwe Werken). Bij het samenstellen van de beleidsbegroting 2012- 2015 zijn de eerste verkenningen rond Het Nieuwe Werken in de begroting opgenomen. Op 15 mei 2012 hebben de raden ingestemd met het Plan van aanpak 1e tranche Dienstverleningconcept 'Molenwaard Nabij' en in totaal een bedrag beschikbaar gesteld van € 888.466. Inmiddels is de rapportage aangeboden voor de 2e tranche. Deze post heeft overigens geen gevolgen voor het resultaat over 2012. Project Molenwaard Nabij ( voorheen Het Nieuwe Werken)
Begroting 2012
Project Molenwaard Nabij Pijler: Burgerparticipatie ( exploitatie) Pijler: Bestuursstijl (exploitatie) Pijler: Anders werken ( exploitatie) Pijler: Dienstverlening (exploitatie) Pijler: Huisvesting (exploitatie) Pijler: ICT ( exploitatie) Pijler: Communicatie ( exploitatie) Overig
Prognose Eindejaarsnota 2012
Zomernota 2012
Exploitatie:
910.333
25.000 25.000 106.000 198.466 115.000 244.000 50.000 125.000 888.466
0 0 60.700 187.430 140.031 109.000 25.000 75.000 597.161
910.333
888.466
597.161
113.000 -27.500 232.333 592.500
Bijdragen gemeenten Molenwaard Nabij
De totale bijdrage van de gemeenten is gesteld op maximaal € 3000.000
De werkelijke uitgaven over 2012 ( verwacht per 1 oktober 2012) komen lager uit dan geraamd in mei ( 597K i.p.v. begrote 888K). Belangrijkste oorzaken: lagere exploitatielasten in pijlers ICT en @nders werken, deels door het later uitvoeren van activiteiten, deels door meevallende kosten. 15. Gemeentelijke bijdragen bedrijfsvoering.
Specificatie bijdrage: Bedrijfsvoering Graafstroom Liesveld Nieuw-Lekkerland Totaal Bedrijfsvoering
Begroting 2012 4.570.907 4.070.829 3.873.506 12.515.242
Prognose Begroting na Eindejaarsnota zomernota 2012 4.621.241 4.621.241 4.121.162 4.121.162 3.923.839 3.923.839 12.666.242 12.666.242
Ten opzichte van de zomernota derhalve geen afwijkingen. 17. Bijdragen programma ‘Molenwaard Nabij’. Specificatie bijdrage: Molenwaard Nabij voorheen HNW) Graafstroom Liesveld Nieuw-Lekkerland Totaal Molenwaard Nabij (voorheen HNW)
(
Begroting 2012 309.513 309.513 291.307 910.333
Begroting na zomernota 302.078 302.078 284.310 888.466
Mutaties EJN -99.043 -99.043 -93.218 -291.304
Prognose Eindejaarsnota 203.035 203.035 191.092 597.161
Zie tevens de toelichting onder punt 13.
werkt... aan meer mogelijkheden
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
blad nr
Eindejaarsnota 2012 - Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Werkorganisatie de Waard
20.
5.2. Investeringskredieten De Waard 2012 en 2013. Bij de zomernota is aangegeven u nader te informeren over de bestedingen van de te onderscheiden kredieten. De geraamde investeringen in 2012 , met name binnen pijlers ICT en Dienstverlening ( Andere Overheid) , zijn gunstiger dan in eerder stadium ( expertrapporten) werd verwacht. Het overzicht hierna geeft u inzicht in de verwachte uitgaven. Balans: Investeringsprgramma 2012 en 2013 Investeringsprgramma
Begroting na zomernota
Prognose Eindejaarsnota 2012
Investeringen in 2013 o.b.v. inzichten okt 2012
Investeringsprogramma beleidsbegroting: Molenwaard Nabij: Pijler Huisvesting 2012 Pijler ICT 2012 Pijler Dienstverlening 2012 Project Molenwaard Nabij 2012 en 2013 Molenwaard Nabij Andere Overheid en Basisregistraties 2012 Totaal Molenwaard Nabij *1 Hard- en software 2012 *2 Vervanging materieel en vervoer gemeenten *3
95.000 346.000 168.500 609.500
24.000 76.000 111.500 211.500
90.000 696.000 1.100.000 1.886.000
499.000 1.108.500 150.000 289.000
10.000 221.500 100.000 289.000
1.886.000 50.000 59.000
Totaal investeringsprogramma 2012 en 2013
1.547.500
610.500
1.995.000
Toelichting op de bedragen investeringsprogramma 2012 en 2013 *1 Andere Overheid/Basisregistraties is in het project Molenwaard Nabij geïntegreerd in pijler Dienstverlening (komt overeen met Plan van aanpak 2e tranche oktober 2012 ). *2 Door de bouw van de virtuele kantooromgeving wordt terughoudend geïnvesteerd in hard en software. In de begroting 2013 is geen extra investeringskrediet meer voorzien. Voorgesteld wordt om de niet bestede ruimte van 2012 beschikbaar te houden voor onvermijdelijke onvoorziene investeringen in 2013. *3 Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat de vervanging 2012 binnen het investeringskrediet wordt uitgevoerd. Het investeringsbedrag voor 2013 is gebaseerd op de vervanging van de hoge drukspuit, de snippermachine alsmede een vervoermiddel.
Omdat ten tijde van het samenstellen van de begroting 2013-2016 ( augustus 2012) de investeringen van het project Molenwaard Nabij nog niet voorhanden waren, worden deze nu in de Eindejaarsnota 2012 gepresenteerd en tevens vastgesteld.
werkt... aan meer mogelijkheden
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland
Raadsbesluit Bleskensgraaf, 11 december 2012
Raadsbesluit
*ZD99EC91C79* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer GRM wethouder Heijkoop gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 14 GRM1220269 / VB36657 Eindejaarsnota 2012
De raad van de gemeente Graafstroom, gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012;
besluit:
1. kennis te nemen van de Eindejaarsnota 2012; 2. in te stemmen met de in de Eindejaarsnota 2012 voorgestelde wijzigingen van de begroting 2012 tot een bedrag van € -/- 189.550,00; 3. in te stemmen met de in de Eindejaarsnota 2012 voorgestelde overheveling van budgetten naar 2013.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012.
De griffier,
De voorzitter,
Drs. T.W. Kanters
D.R. van der Borg
Raadsbesluit Bleskensgraaf, 11 december 2012
Raadsvoorstel
*ZD9A3699402* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer GRM wethouder Heijkoop gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 14 LSV1220268 / VB37025 Eindejaarsnota 2012 Liesveld
De raad van de gemeente Liesveld, gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012;
besluit:
1. kennis te nemen van de Eindejaarsnota 2012; 2. in te stemmen met de in de Eindejaarsnota 2012 voorgestelde wijzigingen van de begroting 2012 tot een bedrag van € -/- 189.550,00; 3. in te stemmen met de in de Eindejaarsnota 2012 voorgestelde overheveling van budgetten naar 2013.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012.
De griffier,
De voorzitter,
A.J.P. Saes
T.C. van Gelder
Raadsbesluit Bleskensgraaf, 11 december 2012
Raadsbesluit
*ZD9A368FF49* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Financieel Beheer GRM wethouder Heijkoop gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 14 NLL1220267 / VB37024 Eindejaarsnota 2012
De raad van de gemeente Nieuw-Lekkerland, gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012;
besluit:
1. kennis te nemen van de Eindejaarsnota 2012; 2. in te stemmen met de in de Eindejaarsnota 2012 voorgestelde wijzigingen van de begroting 2012 tot een bedrag van € -/- 189.550,00; 3. in te stemmen met de in de Eindejaarsnota 2012 voorgestelde overheveling van budgetten naar 2013.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012.
De griffier,
De voorzitter,
Drs. T.W. Kanters
Ir. M. Houtman
Raadsvoorstel Bleskensgraaf, 28 november 2012
Raadsvoorstel
*ZD99E72C6A4* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Sociaal Maatschappelijke Ontwikkeling NLL wethouder Vat gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 15 GRM1218148 / VB36635 Conceptvisie 'Jeugdigen en gezinnen versterken'.
Samenvattend voorstel Wij stellen u voor de conceptvisie ‘Jeugdigen en gezinnen versterken’ ongewijzigd vast te stellen, als basis voor het te ontwikkelen ontwerp en transformatieplan jeugdzorg voor de 19 gemeenten in Zuid-Holland Zuid. Aanleiding: bestuursopdracht Transformatie jeugdzorg ZHZ Op 5 juni jl. hebben de colleges van Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland de bestuursopdracht Transformatie jeugdzorg Zuid-Holland Zuid vastgesteld. Daarover bent u per raadsinformatiebrief geïnformeerd. Deze bestuursopdracht is het gevolg van de voorgenomen decentralisatie van de zorg voor jeugdigen per 1 januari 2015. Deze voorgenomen decentralisatie is na de val van het kabinet Rutte niet controversieel verklaard. De 19 gemeenten in ZHZ continueren daarom de gezamenlijke voorbereidingen op de komst van onze nieuwe taken op het gebied van zorg voor jeugdigen. De bestuursopdracht moet leiden tot een gezamenlijke visie, ontwerp en transformatieplan voor de 19 gemeenten in ZHZ. Gemeenten worden verplicht jeugdbescherming en jeugdreclassering bovenlokaal te organiseren. Daarnaast worden zij geadviseerd specialistische zorg voor jeugdigen bovenlokaal te organiseren. De gezamenlijke visie, het ontwerp (gepland in de eerste helft van 2013) en transformatieplan (gepland medio 2013) vormen de basis waarop de 19 gemeenten elk lokaal besluiten welke taken zij lokaal willen uitvoeren en welke bovenlokaal. Vervolgens zullen gemeenten lokaal en bovenlokaal de uitvoering van de zorg voor jeugdigen moeten gaan voorbereiden, zodat zij hun nieuwe verantwoordelijkheid per 1 januari 2015 kunnen nemen. Pas op basis van het transformatieplan kan worden bepaald op welk schaalniveau en met welke gemeenten/partners bovenlokale taken uitgevoerd kunnen worden. Voordat we aan het beantwoorden van deze vraag toekomen, zullen de 19 gemeenten op basis van de visie eerst gezamenlijk een ontwerp van inhoud en vorm van de zorg voor jeugdigen moeten maken. Bij het maken van keuzes over het schaalniveau voor de uitvoering van taken, is vervolgens het uitgangspunt dat wat lokaal kan, lokaal gebeurt en daar waar de uitvoering van taken het lokale vermogen overstijgt, bovenlokale samenwerking gezocht wordt. Daarbij wordt in ZHZ-verband ‘meerschalig’ gedacht. Lokaal kunnen gemeenten zorgen voor aansluiting met onder andere hun huidige Wmo-taken op het gebied van opvoed- en opgroeiondersteuning (zoals informatie, advies, signalering en lichte pedagogische hulp).
2 Er zullen bovenlokale taken zijn die mogelijk op het niveau van de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden uitgevoerd kunnen worden (bijvoorbeeld in samenhang met de decentralisatie van de Awbz-functie ‘begeleiding’). Voor de uitvoering van specialistische zorg voor jeugdigen, de jeugdbescherming en jeugdreclassering moet wellicht aan samenwerking van de 19 gemeenten in ZHZ of een nog grotere schaal worden gedacht. Conceptvisie ‘Jeugdigen en gezinnen versterken’ Zoals hiervoor is aangegeven, worden gemeenten verplicht, respectievelijk geadviseerd, een deel van de zorg voor jeugdigen bovenlokaal te organiseren. Voor een goede bovenlokale samenwerking is allereerst een gezamenlijke visie nodig. Deze visie moet enerzijds het vertrekpunt vormen voor het maken van gezamenlijke afspraken over het ontwerp van de zorg voor jeugdigen en over de gewenste samenwerking. Anderzijds dient de visie nadrukkelijk ruimte te bieden voor lokale invulling van de uitvoering van de zorg voor jeugdigen. De conceptvisie biedt de mogelijkheid de zorg voor jeugdigen beter en efficiënter te organiseren. In tegenstelling tot het huidige stelsel, kan op basis van de conceptvisie eerder ondersteuning en zorg op maat worden geboden en een betere samenwerking rond jeugdigen en gezinnen worden gerealiseerd. Mits gemeenten daarvoor in de nieuwe Jeugdwet voldoende beleidsvrijheid krijgen van het Rijk. Vooraf gestelde voorwaarden aan de visie In de bestuursopdracht is aangegeven dat er een gezamenlijke visie op de transformatie van de zorg voor jeugdigen moet worden geformuleerd, die voldoet aan de volgende eisen: 1. de visie gaat uit van het strategisch visiedocument van de G32 op de transitie van de jeugdzorg en daarmee van de volgende uitgangspunten: opvoeden versterken; ondersteuning van professionals; ondersteuning in de directe leefomgeving; en samenhangend aanbod; 2. de visie komt tot stand met behulp van inbreng van de 19 gemeenten, maatschappelijke partners (uit de jeugdzorg en aanpalende beleidsterreinen), provincie, zorgkantoor/zorgverzekeraars en vertegenwoordigers van de doelgroep (jeugdigen en gezinnen); 3. de visie is ‘meerschalig’ (buurt/wijk, gemeente, subregio, regio, bovenregionaal) te operationaliseren; 4. de visie maakt duidelijk welke samenhang er bestaat met aanpalende beleidsterreinen: decentralisatie Awbz-begeleiding; Wet werken naar vermogen (wanneer deze door het kabinet wordt doorgezet), Wmo-kanteling, Passend onderwijs en doorontwikkeling Veiligheidshuis. Ook sluit de visie naadloos aan op de visie op de Awbz-begeleiding die eerder naar gemeenten zou worden gedecentraliseerd (of dit laatste ook daadwerkelijk het geval zal zijn, is op dit moment nog onduidelijk). Totstandkoming conceptvisie De conceptvisie is voorbereid door de stuurgroep ‘Transitie en transformatie zorg voor jeugdigen ZHZ’. In deze stuurgroep zijn twee wethouders uit elke subregio in ZHZ vertegenwoordigd, om de verbinding met de subregionale situaties te waarborgen. Bij de totstandkoming van de conceptvisie is als volgt voldaan aan de in de bestuursopdracht geformuleerde eisen: 1. Over de vier centrale thema’s uit de G32-visie zijn samen met onze maatschappelijke partners op het gebied van zorg voor jeugdigen (provinciale jeugdzorg, jeugd-GGZ en jeugdLVG), kennisateliers georganiseerd om tot aanscherping van de visie te komen. Er zijn kennisateliers georganiseerd over de volgende thema’s: eigen kracht; generalist versus specialist; stroomopwaarts; en zorg nabij organiseren. Met behulp van de opbrengst van deze kennisateliers is de G32-visie aangescherpt. 2. Aan de kennisateliers hebben cliënten en hun ouders, professionals, bestuurders van instellingen, provincie en gemeenten deelgenomen. Naast een scherper inzicht hebben de kennisateliers bijgedragen aan een gedeeld beeld over de benodigde transformatie van de zorg voor jeugdigen. De aangescherpte visie is vervolgens getoetst in gesprekken met cliënten en ouders, professionals, bestuurders van instellingen en gemeenten. Daarnaast is contact gelegd met een zorgkantoor/zorgverzekeraar en is de visie op hoofdlijnen gedeeld.
3 3. Specifiek voor de subregio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden is de conceptvisie besproken in het ambtelijk overleg Jeugd, tijdens een themamiddag Jeugd voor de portefeuillehouders Jeugd en Onderwijs, tijdens portefeuillehoudervergaderingen Jeugd en tijdens de visietafel voor stakeholders. Aan de visietafel hebben deelgenomen: cliënten van Bureau jeugdzorg en MEE en vertegenwoordigers van Rivas, huisartsen, de Oud Gereformeerde Gemeente Hardinxveld-Giessendam, Diaconaal Maatschappelijk Werk, het speciaal voortgezet onderwijs, het voortgezet onderwijs, de regionale sociale dienst, de politie, coördinator Centrum voor Jeugd en Gezin, Bureau jeugdzorg, ds. Petrus van der Veldenschool uit Nieuw-Lekkerland, MEE, Bureau jeugdzorg, Molukse gemeenschap Leerdam, Stichting Jeugd- en Jongerenwerk Midden-Holland, Youth for Christ en het Ds. G.H. Kerstencentrum. 4. De visie doet uitspraken over zowel taken die lokaal als bovenlokaal kunnen worden uitgevoerd; van ondersteuning die dichtbij het gezin geleverd kan worden tot ingrijpen wanneer de veiligheid van kinderen in het geding komt. Doordat de visie op hoofdlijnen is geformuleerd, biedt deze ruimte voor lokale en/of subregionale aanvulling. De aangescherpte visie is door gemeenten lokaal en in de regio AV getoetst aan de behoeften die leven. 5. Daarnaast is de aangescherpte visie in de AV afgestemd op de andere decentralisaties (Awbz-begeleiding en Wet werken naar vermogen). Dit is gebeurd door de visie voor te leggen aan de projectorganisatie Samenwerking in Participatie (SIP), waarin alle AV-gemeenten en de besturen van de Avelingen Groep en de Regionale Sociale Dienst zijn vertegenwoordigd. Tijdens alle gevoerde gesprekken bleek dat de visie wordt gedeeld door vertegenwoordigers van alle betrokken partijen (van cliënten tot ouders, professionals, bestuurders van instellingen en gemeenten). De opmerkingen die zijn gemaakt in de gesprekken zijn zo goed mogelijk verwerkt in de conceptvisie. De Wmo-participatieorganen zijn vervolgens in de gelegenheid gesteld te reageren op de conceptvisie. Advies en afwegingen De conceptvisie sluit aan bij de uitgangspunten in de strategische visie. Ook strookt deze met de sociaal-maatschappelijke doelstellingen in de begroting. Voor een goede bovenlokale samenwerking is het van belang dat deze conceptvisie ongewijzigd door de 19 gemeenten in ZHZ wordt vastgesteld. Gezien het doorlopen proces lijkt dit mogelijk. De conceptvisie biedt ruimte voor subregionale en/of lokale aanvulling. Wij stellen u voor de conceptvisie ‘Jeugdigen en gezinnen versterken’ ongewijzigd vast te stellen, als basis voor het te ontwikkelen ontwerp en transformatieplan jeugdzorg voor de 19 gemeenten in Zuid-Holland Zuid.
De colleges van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland.
De loco-secretaris,
De voorzitter van het gezamenlijk collegeoverleg,
H.J. Lingeman
Ir. M. Houtman
‘Jeugdigen en Gezinnen Versterken’ Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit
Inleiding Per 1 januari 2015 worden de gemeenten verantwoordelijk voor de zorg voor jeugdigen. Hieronder vallen de jeugd-ggz (zowel AWBZ als Zorgverzekeringswet), jeugd-lvg (jeugdigen met een licht verstandelijke beperking), provinciale jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdreclassering en jeugdbescherming. Duidelijk is dat de zorg voor jeugdigen betrekking heeft op verschillende typen cliënten met verschillende typen ondersteuningsvragen. De decentralisatie van deze taken biedt kansen om de zorg voor jeugdigen te verbeteren. Doordat wij ons als gemeenten dichtbij jeugdigen en gezinnen bevinden, kunnen wij tijdige ondersteuning, zorg op maat en betere samenwerking rondom jeugdigen en gezinnen organiseren. Wij willen de zorg voor jeugdigen effectiever en efficiënter inrichten en erop sturen dat de middelen vooral worden ingezet worden voor de uitvoering, voor ondersteuning van jeugdigen en gezinnen. Voor betere zorg voor jeugdigen is niet alleen een transitie (decentralisatie van taken en verantwoordelijkheden), maar ook een transformatie (vernieuwing van de organisatie van de zorg en de werkwijze daarbij) nodig. Voor de transformatie is onder andere een cultuurverandering van ‘probleemgestuurde’ zorg voor jeugdigen naar een ‘herstel van het gewone leven’ vereist. Voor de transitie en transformatie hebben wij een visie ontwikkeld als ‘stip op de horizon’. 1
Deze visie is gebaseerd op landelijke pedagogische inzichten en de visie van de G32 op de zorg voor jeugdigen. Daarnaast is de visie gevoed door kennisateliers die wij in Zuid-Holland Zuid hebben 2 georganiseerd, waarin belangrijke thema’s uit de visie nader zijn verkend . Tenslotte is de visie gedeeld en besproken met cliënten(organisaties), professionals en bestuurders van instellingen voor zorg voor jeugdigen, andere maatschappelijke partners op het gebied van opgroeien en opvoeden, WMO-adviesraden en een afvaardiging van raadsleden. In dit document beschrijven wij achtereenvolgens de visie en de daarbij behorende uitgangspunten voor de transitie en transformatie van de zorg voor jeugdigen voor de 19 gemeenten in Zuid-Holland Zuid en geven wij u achtergrondinformatie over de knelpunten in het huidige stelsel.
1
Zoals onder andere het rapport Opvoeden Versterken van prof. dr. T.A. van Yperen en drs. P.M. Stam Tijdens deze kennisateliers zijn de volgende thema’s verkend: kracht versterken, specialist-generalist, naar de voorkant halen van specialistische expertise en zorg in de leefomgeving en zorg in de leefomgeving van kinderen en gezinnen organiseren.
2
2
Visie Waar doen we dit voor? We willen dat jeugdigen kansen krijgen zich te ontwikkelen en naar vermogen mee te doen in de samenleving. Wat willen we daarvoor? 1. Kracht a. Versterken van veilig en positief opgroei- en opvoedklimaat Met het merendeel van de jeugdigen en gezinnen gaat het goed. 20% van de gezinnen met 3 kinderen ervaart eenvoudige of meer complexe problemen bij het opvoeden en opgroeien. We willen dat het voor deze ouders gewoon is om hulp te vragen in hun sociale netwerk en dat zij geen drempel ervaren bij het raadplegen van professionals in de leefomgeving. We willen dat deze professionals naast het bieden van preventieve ondersteuning, in staat zijn om tijdig te signaleren of een situatie ‘pluis of niet pluis’ is, zodat op tijd kan worden geïntervenieerd en problemen kunnen worden voorkomen. b. Primaire verantwoordelijkheid bij de ouders We gaan ervan uit dat ouders de verantwoordelijkheid voor het opvoeden van hun kinderen nemen en dat zij dan ook primair de regie op hun eigen ondersteuning voeren. We willen immers dat hun ondersteuningsvraag centraal staat. We beseffen dat dit niet in alle gevallen mogelijk zal zijn. c. Uitgaan van de eigen kracht van ouders en jeugdigen We willen uitgaan van de eigen kracht van ouders en hun kinderen en waar nodig, dit verder versterken door hen vaardigheden aan te leren. Wanneer dit niet mogelijk is, willen we dat daar waar nodig en mogelijk het sociale netwerk versterkt wordt om het gezin te ondersteunen. Wanneer de problematiek echter ook het vermogen van het sociale netwerk om het gezin te ondersteunen overstijgt, willen we dat tijdig passende professionele ondersteuning wordt geboden. 2. Integraliteit a. Ondersteuning dichtbij de leefomgeving van jeugdigen en gezinnen We willen dat ondersteuning zoveel mogelijk in de leefomgeving van jeugdigen en gezinnen wordt geboden om de aansluiting met deze leefomgeving niet te onderbreken. We beseffen dat dit niet altijd haalbaar of wenselijk is. b. Integrale ondersteuning: ‘één gezin, één plan, één begeleider’ We willen dat gezinnen met meer en complexe vragen volgens het principe van ‘één gezin, één plan en liefst één begeleider worden ondersteund, waarbij de begeleider het gezin als het ware aan de hand meeneemt. Dit betekent onder andere dat er geen breuk mag bestaan tussen ondersteuning voor 18- en 18+. En daarnaast dat ondersteuning uit domeinen als onderwijs, werk, schuldsanering, wonen en veiligheid in samenhang met de ondersteuning voor de jeugdigen en het gezin wordt uitgevoerd. c. Veiligheid: indien nodig opschalen Wanneer de veiligheid van het kind in het geding komt of is, willen we dat er op tijd en passend wordt ingegrepen. Daarbij willen we dat nadrukkelijk het principe ‘een gezin, één plan, één begeleider’ wordt gehanteerd. Bij ondersteuning buiten de opvoedcontext, dat in principe van tijdelijke aard is, wordt gezocht naar aansluiting bij de leefomgeving gericht op de toekomst. 3. Maatwerk a. Verschillende typen vragen betekent verschillende typen oplossingen We beseffen dat er grote verschillen bestaan tussen typen ondersteuningsvragen die jeugdigen en gezinnen kunnen hebben. We willen dat er bij het bieden van de ondersteuning rekening wordt gehouden met de specifieke situatie van de jeugdigen en het gezin. b. Ondersteuning zo kort als mogelijk en zo zwaar als nodig is We willen dat alle vragen van eenvoudig tot complex zo kort en eenvoudig als mogelijk en zo zwaar als nodig worden beantwoord. We onderkennen dat soms direct zware of juist 3
Bron: Sociaal en Cultureel Planbureau (2009): De jeugd een zorg.
3
langdurige ondersteuning nodig is. We willen dat samen met jeugdige en gezin wordt bepaald hoe het perspectief op participatie met ondersteuning of zorg wordt bereikt.. c. Specialistische zorg We onderkennen dat er jeugdigen en gezinnen zijn voor wie specialistische expertise nodig is. We willen dat deze expertise beschikbaar en toegankelijk is, liefst in de leefomgeving van jeugdigen en gezinnen.
4
Uitgangspunten Op basis van deze visie gaan we in de ontwerpfase nadenken over hoe we de verbetering van de zorg voor jeugdigen kunnen uitwerken. Hierbij maken we gebruik van wat al goed gaat, maar laten we de inhoud (kind en gezin) leidend zijn boven de vorm (structuren). Ook zal verder uitgediept worden hoe de regierol door de gemeente het beste vorm kan krijgen. In de ontwerpfase willen we de volgende uitgangspunten leidend laten zijn: a. Lokaal regelen wat lokaal kan, opschalen indien nodig Uitgangspunt is dat wat lokaal kan, lokaal geregeld wordt. Op deze manier kan de leefomgeving van ouders en kinderen het best versterkt worden. Wanneer het wettelijk verplicht of noodzakelijk is om de kwaliteit van bijvoorbeeld specialistische zorg te waarborgen, zal (sub)regionaal samengewerkt worden. b. Goed toegeruste professionals We willen professionals vertrouwen en ruimte bieden om jeugdigen en gezinnen effectief, efficiënt en zo nodig integraal te ondersteunen. We willen dat professionals het belang van jeugdige en gezin voorop stellen. Privacy mag, binnen de grenzen van wetgeving, geen belemmering vormen voor het ondersteunen van jeugdigen en gezinnen volgens het uitgangspunt van één gezin, één plan, één begeleider of wanneer de veiligheid van de jeugdige in het geding komt of is. c. Ga als gemeente niet op de stoel van de professional zitten We willen als gemeente het ‘wat’ invullen (kaders formuleren) en het ‘hoe’ (uitvoering) overlaten aan de professionals. We willen als gemeente niet op de stoel van de professional gaan zitten en ons niet mengen in de uitvoering van de jeugdhulp, maar nemen bij escalatie onze wettelijke verantwoordelijkheid. d. Gemeentelijke regievoering nodig We erkennen dat voor samenwerking in het kader van ‘één gezin, één plan, één begeleider’ gemeentelijke regievoering nodig is. Tevens erkennen we dat de gemeente ook bij (sub)regionale samenwerking eindverantwoordelijk blijft. e. Sturen op prestaties in plaats van op productie Op dit moment zitten er in het financieringssysteem verkeerde prikkels die stimuleren tot extra productie. Dit willen wij veranderen door met instellingen andere prestatieafspraken te maken, bijvoorbeeld in termen van tevredenheid en zo mogelijk het bevorderen van eigen kracht en meedoen van jeugdigen en gezinnen. f. Leren van incidenten We gaan actief sturen op goede ondersteuning van jeugdigen en gezinnen en daarbij horende successen, maar we kunnen niet garanderen dat er geen incidenten met jeugdigen en gezinnen meer voorkomen. Waar mensen werken, worden fouten gemaakt en het is onwenselijk dat professionals 24 uur per dag in het gezin zijn. Juist om ruimte te creëren voor goede ondersteuning is het van belang dat we van incidenten leren en voorkomen dat we op basis van incidenten de ondersteuning van jeugdigen en gezinnen bureaucratiseren en de ruimte voor professionals inperken. g. Zonder beleidsvrijheid geen decentralisatie Als we binnen de kaders van het Rijk onvoldoende beleidsvrijheid krijgen, zijn we niet in staat om de verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor jeugdigen op een goede manier over te nemen en de kwaliteit van de ondersteuning voor jeugdigen en gezinnen te waarborgen. Dit is de inzet voor onderhandelingen met het Rijk.
5
Achtergrond Het moet anders! Volgens wetenschappers lijkt er in Nederland een paradox te zijn: aan de ene kant horen de kinderen 4 in Nederland tot de gelukkigste in Europa , terwijl de laatste jaren een sterke groei in de zorg voor 5 jeugdigen is te zien . Deze groei kan deels verklaard worden door een geringere acceptatie van 6 afwijkend gedrag door de samenleving . Uit actuele inzichten over de zorg voor jeugdigen blijkt dat problematiseren van de jeugd in combinatie met de neiging tot ‘exporteren van jeugdigen met problemen’ de belangrijkste verklaringen zijn voor het feit dat de vraag naar zorg voor jeugdigen 7 jaarlijks met 10% stijgt . Er wordt te snel doorverwezen naar professionele instellingen, de verantwoordelijkheid van de ouders wordt te snel door professionals overgenomen en de sociale 8 omgeving wordt onvoldoende benut . Daarnaast kan deze groei ook verklaard worden door de inrichting van ons huidige jeugdzorgstelsel: ondanks de betrokken medewerkers zien we problemen te laat, handelen we niet snel genoeg, is het speelveld te vol en als gevolg daarvan hebben we te maken met veel afstemmings- en aansluitingsproblemen. Daarnaast is door een opeenstapeling van oorzaken als gevolg van angst voor incidenten (het zogenaamde Savannah-effect), de hulp aan gezinnen vaak nog onvoldoende toereikend doordat te veel gewone problemen grootschalige zorgproblemen worden en de kracht van de het gezin, het sociale netwerk en de leefomgeving onvoldoende worden benut. Hierdoor is de hulp aan de gezinnen vaak te gefragmenteerd, vindt de begeleiding vaak buiten het gezin en de sociale 9 omgeving plaats en zijn gezinnen vaak (te lang) afhankelijk van professionele hulpverlening. Wanneer deze trend zich doorzet, worden jeugdigen en gezinnen niet alleen structureel onvoldoende geholpen, maar wordt de zorg voor jeugdigen in de toekomst ook onbetaalbaar. Het moet daarom anders! De gemeente is beter in staat integrale zorg nabij te bieden. Per 1 januari 2015 worden alle taken op het gebied van zorg voor jeugdigen overgeheveld naar de gemeenten... Dit biedt kansen om de ondersteuning van jeugdigen en gezinnen beter in te richten. Er wordt verwacht dat gemeenten beter in staat zijn om integrale ondersteuning nabij jeugdigen te organiseren en samenhang te zoeken met allerlei andere vormen van ondersteuning van jeugdige en gezin die lokaal in buurten en wijken worden uitgevoerd. Denk daarbij bijvoorbeeld aan opgroei- en opvoedingsondersteuning (CJG), maatschappelijk werk, jongerenwerk, maatschappelijke zorg, schuldhulpverlening, onderwijs en arbeidsmarkttoeleiding. Recht op een goede opvoeding in plaats van recht op zorg De huidige wet op de jeugdzorg biedt jeugdigen en/of gezinnen recht op zorg, wanneer Bureau Jeugdzorg een indicatie voor zorg heeft afgegeven. Met de decentralisatie van de jeugdzorg wordt dit recht op de jeugdzorg omgezet naar recht op een goede opvoeding. Deze verschuiving sluit aan bij artikel 18 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind: “Beide ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Het belang van het kind staat hierbij voorop. De overheid respecteert de eerste verantwoordelijkheid van ouders en voogden, geeft hen ondersteuning en creëert voorzieningen voor de zorg van kinderen, ook voor kinderopvang als de ouders werken”. Deze verschuiving betekent dat gezinnen niet meer vanzelfsprekend recht op zorg hebben, maar dat de gemeente de jeugdigen en gezinnen zo nodig faciliteert om problemen zelf op te pakken met zoveel mogelijk zorg uit de eigen omgeving, en dat de gemeenten in geval van crisissituaties wel voldoende beschikbare opvang garandeert.
4
De Pers.nl, Kinderen in Nederland blijven het gelukkigst, gepubliceerd op 15 januari 2010 Persbericht Sociaal Cultureel Planbureau, Sterke groei gebruik jeugdzorg, Den Haag 18 oktober 2011 Werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg (2010). Jeugdzorg dichterbij. 7 Goed geregelde jeugdzorg?, Jo Hermanns; jeugdbeleid op locatie, Jo Hermanns, 5 november 2010, Opvoeden versterken, Tom van Yperen en Peter Stam, december 2010. 8 Jeugdbeleid op locatie, 5 november 2010; Opvoeden verleerd, oratie Jo Hermanns. 5 6
9
Raad voor de Maatschappelijke Ontwikkeling (2012). Ontzorgen en normaliseren. Naar een eerstelijns jeugd- en gezinszorg. Nederland, Den Haag: RMO.
6
Raadsbesluit Bleskensgraaf, 11 december 2012
Raadsbesluit
*ZD9A059F37F* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Sociaal Maatschappelijke Ontwikkeling NLL wethouder Vat gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 15 GRM1218148 / VB36940 Conceptvisie 'Jeugdigen en gezinnen versterken'
De raad van de gemeente Graafstroom, gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012;
besluit:
de conceptvisie ‘Jeugdigen en gezinnen versterken’ ongewijzigd vast te stellen, als basis voor het te ontwikkelen ontwerp en transformatieplan jeugdzorg voor de 19 gemeenten in ZuidHolland Zuid.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012.
De griffier,
De voorzitter,
Drs. T.W. Kanters
D.R. van der Borg
Raadsbesluit Bleskensgraaf, 11 december 2012
Raadsbesluit
*ZD9A043DF72* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Sociaal Maatschappelijke Ontwikkeling NLL wethouder Vat gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 15 LSV1218149 / VB36938 Conceptvisie 'Jeugdigen en gezinnen versterken'
De raad van de gemeente Liesveld, gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012;
besluit:
de conceptvisie ‘Jeugdigen en gezinnen versterken’ ongewijzigd vast te stellen, als basis voor het te ontwikkelen ontwerp en transformatieplan jeugdzorg voor de 19 gemeenten in ZuidHolland Zuid.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012.
De griffier,
De voorzitter,
A.J.P. Saes
T.C. van Gelder
Raadsbesluit Bleskensgraaf, 11 december 2012
Raadsbesluit
*ZD9A05AA52E* Programmanaam Bestuurlijk woordvoerder Vergaderkenmerk Datum vergadering Agendapunt Kenmerk Onderwerp
Sociaal Maatschappelijke Ontwikkeling NLL wethouder Vat gezamenlijke vergadering A3-raden dinsdag 11 december 2012 15 NLL1218150 / VB36941 Conceptvisie 'Jeugdigen en gezinnen versterken'
De raad van de gemeente Nieuw-Lekkerland, gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders van Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland van 28 november 2012;
besluit:
de conceptvisie ‘Jeugdigen en gezinnen versterken’ ongewijzigd vast te stellen, als basis voor het te ontwikkelen ontwerp en transformatieplan jeugdzorg voor de 19 gemeenten in ZuidHolland Zuid.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2012.
De griffier,
De voorzitter,
Drs. T.W. Kanters
Ir. M. Houtman
Memo
Aan Van Datum Onderwerp Kenmerk
de gemeenteraden van Nieuw-Lekkerland, Liesveld en Graafstroom de griffie 28 november 2012 zienswijze Regionalisering Brandweer mem-zienswijze-agendapnt-16
Geachte leden van de raad, Het AB Veiligheidsregio ZHZ biedt de gemeenteraden de mogelijkheid een zienswijze in te dienen t.a.v. het gewijzigde Regionaal Dekkingsplan en de Overeenkomst taakuitvoering brandweerzorg. Om u van dienst te zijn eventueel een zienswijze in te dienen, bieden wij u aan: - concept-zienswijze opgesteld door de colleges; - zienswijze CDA Molenwaard. De onderliggende stukken van Veiligheidsregio ZHZ liggen ter inzage. Wij verzoeken u uw reactie (per A3-fractie) schriftelijk in te dienen bij de griffie uiterlijk 6 december 2012 om 12.00 u. Wij zullen dan de reacties bundelen tot 1 zienswijze, die op 11 december ter instemming voorligt.
De A3-griffies
CONCEPT Algemeen Bestuur Veiligheidsregio ZHZ Postbus 350 3300 AJ DORDRECHT
Bijlage(n)
Datum verzending Auteur
Zaaknr. Onderwerp
12 december 2012 Dhr. M. Jongkind
(Zienswijze) Regionalisering brandweer
Geachte leden van het Algemeen Bestuur,
Via deze brief reageren we op uw brief van 3 oktober waarin u de mogelijkheid biedt aan de gemeenteraden om zienswijze in te dienen en aan de colleges besluitvorming vraagt ten aanzien van het gewijzigde Regionaal Dekkingsplan en de “Overeenkomst taakuitvoering brandweerzorg”. Hierbij namens de gezamenlijke gemeenteraad van Liesveld, Graafstroom en NieuwLekkerland de zienswijze op de ontvangen stukken. Ernstig bezwaar blijft bestaan tegen de hoogte van de overheadkosten en de gevolgen die dit heeft voor de gemeente Molenwaard i.o., namelijk een extra last in de begroting van circa 275.000,- euro. Als gevolg hiervan blijft het gevoel bestaan dat opschaling geen geld oplevert maar juist geld kost. In samenhang met de hoogte van de overheadkosten wordt ten aanzien van de gekozen systematiek voor het inbrengen van personeel vanuit de gemeenten de aantekening ondersteund die vanuit Molenwaard in het Algemeen Bestuur is gemaakt. Immers uitgangspunt had moeten zijn dat de volledige beschikbare vacatureruimte gelijkmatig over de subregio`s verdeeld zou worden en niet pas na invulling van een fors aantal vacatures vanuit diverse gemeenten en diensten. Nu is het veel moeilijker om tot een goede match te komen omdat veel vacatures al ingevuld waren met als gevolg dat de overhead kosten niet of maar moeizaam omlaag gebracht kunnen worden door Molenwaard. Door de raden wordt geconstateerd dat een mooie slag is gemaakt ten aanzien van de hoogte, zijnde 3.45 miljoen euro, van de totale overhead (box 5) in plaats van de in eerdere voorstellen genoemde 4 miljoen euro. Ten aanzien van de financieringsystematiek worden de eerdere oproepen en pleidooien vanuit Molenwaard ondersteund om te komen tot een financiering op basis van het gemeentefonds. Met tevredenheid wordt dan ook geconstateerd dat door het Algemeen Bestuur is besloten om met voorstellen te komen voor een nieuwe financieringsystematiek per 2016 waarbij ook nadrukkelijk een verdeling op basis van het gemeentefonds wordt onderzocht. Als laatste punt wordt door de gemeenteraad aangegeven dat met instemming kennis wordt genomen van het voornemen om te komen tot de genoemde bezuinigingsscenario`s. De gemeenteraad hechtte er aan de genoemde percentages netto zijn. Melkwegplein 1 2971 VR Bleskensgraaf
Postbus 5 2970 AA Bleskensgraaf
T: 0184 - 80 50 00 F: 0184 - 80 54 99
E:
[email protected] I: www.dewaardwerkt.nl
De Waard werkt voor de gemeenten ● Graafstroom ● Liesveld ● Nieuw-Lekkerland
2
Tot slot kunnen we meedelen dat de colleges van de gemeenten Liesveld, Graafstroom en Nieuw-Lekkerland hebben ingestemd met het gewijzigde Beleidsplan / Regionaal Dekkingsplan Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid 2012-2015 en dit document aan te merken als regionaal kwaliteitsniveau brandweerdekking. Verder kan worden ingestemd met de “Overeenkomst taakuitvoering brandweerzorg” en wordt deze gezien als akte van overdracht van brandweertaken en brandweerbevoegdheden. Een ondertekend exemplaar van deze overeenkomst is bijgevoegd bij deze brief. Via deze brief hopen we u voldoende geïnformeerd te hebben indien u vragen heeft kunt u contact opnemen met Marien Jongkind via 0184-805195 of
[email protected]. Hoogachtend, Het gezamenlijk college van burgemeesters en wethouders van Nieuw-Lekkerland, Graafstroom en Liesveld, de loco-secretaris,
de voorzitter,
H.L. Lingeman
ir. M. Houtman
CDA Molenwaard Zienswijze op het besluit: overnemen van brandweertaken- en bevoegdheden van de Gemeenten in Zuid-Holland Zuid’ Op raadsvergadering van de gemeente Molenwaard i.o. 23 oktober 2012 heeft de heer Slofstra een korte toelichting gegeven op het te nemen besluit per 1-1-2013 dat brandweertaken in het kader van de Wet op de Veiligheidsregio overgaan naar ZHZ. De CDA fractie van de gemeenteraad Molenwaard i.o. (Graafstroom – Liesveld en Nieuw-lekkerland) wil de volgende zienswijze meegeven aan de colleges van Molenwaard. CDA fractie Molenwaard vindt: Gesteld wordt dat de bezuiniging op de brandweerorganisatie ZHZ ingezet wordt op 10% in vier jaren. Gestreefd dient te worden naar minimaal 20% bezuiniging op de exploitatie, maar dan wel uitsluitend op het onderdeel overhead; Kosten van vrijwilligers worden niet betrokken bij bezuiniging van enig soort Het percentage kostenverdeling ten behoeve kostenverdeling (bijdragen) voor de deelnemende gemeente wordt anders gemaakt, als volgt: opgave Slofstra 23-10-2012 verdeling op inwoners verdeling op fte eenheden
50% 50%
voorstel CDAfractie Molenwaard 75% 25%
Voor het overige, de zienswijze bij de telwaarde van het aantal Fte’s ten behoeve van de berekening kosten voor deelnemende gemeenten dient als volgt te zijn Vrijwilligers tellen niet voor 1/3 fte mee in de telwaarden van het aantal fte´s, maar vrijwilligers tellen mee voor 1/10 fte in de telwaarden aantal fte´s, omdat vrijwilligers in doorsnee zeer beperkte activiteiten uitvoeren ten opzichte van 1 fte beroepsbrandweermedewerker. Ook de totale loonkosten per fte komen met de door ons voorgestelde verdeling beter in het lood. Toelichting De benchmark waarop de kadercijfers van de beoogde brandweerorganisatie ZHZ op gebaseerd zijn, zijn opgemaakt in een tijdperk dat Nederland dacht een overvloed aan geldmiddelen te hebben. Inmiddels is de samenleving en de Overheid erachter gekomen dat het geld schaars is. Deze gevolgen dienen ook betrokken te worden bij de inrichting en bekostiging van de brandweerorganisatie in ZHZ. Het is nu eenmaal lastig uit te leggen dat de organisatie een nieuw kantoor krijgt terwijl op de werkvloer een kazerne dicht moet. CDA fractie Molenwaard 5 november 2012 Ehm
16c-CDAzienswijze-RegBrandweer.doc