Afwijkende mondgewoonten Postadres Bezoekadres
Untitled-715 1-2
Postbus 250 3640 AG Mijdrecht Croonstadtlaan 111 3641 AL Mijdrecht
T F E I
Logopedie
0297 29 16 16 0297 28 42 81
[email protected] www.derondevenen.nl
13-6-2012 14:41:52
Colofon Dit is een uitgave van gemeente De Ronde Venen Postbus 250 3640 AG Mijdrecht T 0297 29 16 16 E
[email protected] Deze folder is er om u zo helder en duidelijk mogelijk te informeren. U kunt er geen rechten aan ontlenen. Neemt u gerust contact met ons op als u toch nog vragen heeft, of kijk op onze website: www.derondevenen.nl
Untitled-715 4
13-6-2012 14:41:52
juni 2012 | Gemeente De Ronde Venen
Inhoud Inleiding
4
Neusademing / Mondademing
5
Duimen, vingerzuigen en zuigen op een speentje
10
Verkeerd slikken
13
Informatie
14
3
Afwijkende mondgewoonten
1. Inleiding
Deze folder informeert u over afwijkende mondgewoonten. Hieronder wordt verstaan: - Mondademen - Duimen, vingerzuigen of zuigen op een speentje - Verkeerde slikgewoonte Deze gewoonten kunnen nadelige gevolgen hebben voor onder andere de gebitsstand en de spraak. Het is beter zo vroeg mogelijk deze gewoonte te veranderen. In deze folder worden de verschillende mondgewoonten besproken, de gevolgen ervan én ideeën over wat u zelf thuis met uw kind hieraan kunt doen.
4
juni 2012 | Gemeente De Ronde Venen
2. Neusademing / Mondademing
Ademen door de mond
Bij de geboorte ademt iedereen van nature door de neus. Een baby moet tijdens het drinken door de neus ademen anders zou hij stikken. Voor het ademen kunnen we gebruik maken van de mond en de neus. De mond gebruiken we als we snel moeten ademen, bijvoorbeeld bij sporten. Voor een rustige ademing is de neus het meest geschikt. Sommige kinderen ademen ook in rust door hun mond. Waarom is neusademing beter? - De neus verwarmt de ingeademde lucht, omdat de neusweg langer is dan de weg door de mond. De lucht heeft dan dezelfde temperatuur als ons lichaam, voordat zij in de longen komt. - De neushaartjes filteren de lucht, waardoor er minder schadelijke stoffen worden ingeademd en de kans op infecties van de luchtwegen wordt verkleind. - De neusslijmvliezen bevochtigen de ingeademde lucht, waardoor irritatie van keel en luchtwegen voorkomen wordt. - De neusdoorgang is nauwer dan de monddoorgang, waardoor het meer inspanning kost om door de neus te ademen. Deze inspanning geeft een betere, actievere lichaamshouding. - Neusademing bevordert de afvoer van slijm uit de neus, zodat er de kans op chronische neusverstopping of ontsteking kleiner wordt. - Bij neusademing zijn de lippen gesloten en de tong behoort licht aangezogen tegen het gehemelte te liggen. De tong oefent een gelijkmatige druk op de bovenkaak uit, waardoor die uitgroeit in de breedte. Zo kan er voldoende ruimte ontstaan voor de tanden en kiezen. Een goede uitspraak wordt hierdoor bevorderd. - Neusademing vermindert de kans op oorontsteking. Als je slikt hoor je een klikje in je oor. Dit is het openen van de toegang naar je middenoor, waardoor de lucht in het middenoor ververst wordt. Mogelijke oorzaken van mondademen kunnen zijn: - Een medische oorzaak zoals: chronische verkoudheid, allergieën, een scheef 5
Afwijkende mondgewoonten
-
-
neustussenschot, grote neusamandelen of kinderen die vaak ziek zijn kiezen mondademen als de weg van de minste weerstand en maken er een gewoonte van. Een overbeet (naar voren gerichte stand) van de boven- of onderkaak , waardoor de lippen moeilijk op elkaar te houden zijn. Duimen, vingerzuigen of zuigen op een speentje.
Mogelijke gevolgen van mondademen kunnen zijn: - Kinderen die door de mond ademen krijgen voortdurend koude, vuile, droge lucht binnen. Hierdoor zijn ze sneller verkouden of ziek. Kinderen die verkouden zijn gaan weer meer met hun mond open zitten. Zo houden het mondademen en de verkoudheid elkaar in stand. - Mondademers krijgen een droge mond en slikken dus minder, waardoor het oor minder vaak verse lucht krijgt en vocht niet uit het oor kan. Oorontsteking is een mogelijk gevolg, daardoor heeft het kind last van gehoorverlies. Goed horen is erg belangrijk voor de spraak- en taalontwikkeling. - Bij ‘mondademers’ staat de mond altijd een stukje open, waardoor de spieren van de lippen, tong en wangen slapper worden. Deze spieren zijn belangrijk voor het praten. Doordat deze spieren slap zijn wordt de uitspraak ook vaak slap en/of tussen de tanden (slissen). Hierdoor wordt het kind minder goed verstaanbaar. - Doordat de mond open hangt, slikt het kind minder en loopt het speeksel soms uit de mond (kwijlen). - Voor kinderen die mondademen is het lastig om met de mond dicht te eten, doordat de spieren slap zijn. Hierdoor eet het kind slordig. - Mondademen geeft uitdroging van de mond. Er is geen speeksel meer om de tanden te beschermen tegen schadelijke bacteriën. Tandbederf is het gevolg. Hoe langer het mondademen als gewoonte bestaat des te moeilijker wordt het om het af te leren. Is de bovenkaak eenmaal te smal geworden en staan de tanden naar voren, dan is het moeilijker om weer door de neus te leren ademen.
6
juni 2012 | Gemeente De Ronde Venen
Aanleren van neusademen
Het is belangrijk eerst de oorzaken van het mondademen weg te nemen, voordat het mogelijk is een neusadem aan te leren. Om te leren ademen door de neus moet uw kind oefeningen doen voor de stevigheid van de lippen. Door training van de lipspieren kan uw kind de mond gemakkelijker gesloten houden. Dit is te bereiken door allerlei mondspelletjes te doen. Voor het aanleren van de neusadem zijn een aantal voorwaarden van belang: - Uw kind moet wel door de neus kunnen ademen. Vraag bijvoorbeeld of uw kind kan ruiken. Het kan zijn dat vergrote amandelen of verkoudheid de neusademing bemoeilijken. Zorg ervoor dat uw kind altijd een zakdoek bij zich heeft. - De lipspieren moeten sterk genoeg zijn. Door het mondademen zijn de spieren verslapt en zal de mond open blijven als de spieren niet eerst versterkt worden door mondoefeningetjes. - Controleer tijdens de mondoefeningen of uw kind regelmatig ademt. - Let op de zithouding van uw kind (rug recht, voeten plat op de grond). - Houd het speels. De tips en ideeën zijn bedoeld als spelletjes. Dat wil zeggen dat de kinderen het leuk moeten blijven vinden. - Doe de spelletjes liever iedere dag 5 minuten dan 1 keer per week een half uur. Oefeningen voor het versterken van de spieren: - Zuigen en blazen met een rietje: - Drinken met een rietje - Golven blazen in een bak met water - Een papiertje of een boon tegen het rietje aanzuigen. Wedstrijd: wie kan het verst lopen zonder de boon te laten vallen. - Blaasvoetbal - Gekke bekken trekken: - Klein muizensnoetje maken - Wangen opblazen en ‘leegprikken’ - Tong in wang stoppen - Bellen en ballonnen blazen 7
Afwijkende mondgewoonten
- - -
-
-
- -
-
8
Muziek maken met blaasinstrumenten Liedjes neuriën, fluiten en zingen Touwtje trekken met twee personen: maak een touwtje aan twee kledingknopen vast. Beiden zetten de knoop verticaal TEGEN de tanden en achter de lippen. Sluit de lippen om het touwtje heen en trekken maar. Wie trekt het eerst de knoop bij de ander uit de mond? Flesheffen: bind om de hals van een plastic fles een touwtje met aan het uiteinde een flinke kledingknoop. Vul de fles met een bodempje water. Verder hetzelfde als hierboven. Eierlopen: leg op een lepel een hardgekookt ei of een balletje. De lepel met de mond vasthouden. Dropveter eten met je handen op je rug, alleen met je lippen eten. Ruikspelletje: met de ogen dicht ruiken van bijvoorbeeld toiletspullen, bloemen en levensmiddelen. Tongoefeningen (eerst voor de spiegel oefenen): - Met je tong naar je neus, kin en oren. - Je tong krullen. - Een gootje in je tong maken. - Je tanden tellen met je tongpunt. - Slingeren met je tong. - Je mond rondom insmeren met chocoladepasta, pindakaas of iets dergelijks en nu maar aflikken. - Pindakaas of iets dergelijks aan de binnenkant van de wangen smeren en aflikken. - Je bord aflikken. - Tandenpoetsen met je tong. - Puntje van je tong maken en een snoepje, muisje of hagelslagje van je bord oppikken zonder het bord met je tong te raken. - Klakken met je tong. - Je tong vastzuigen tegen het gehemelte (tongpunt achter de boventanden plaatsen) en los laten. - Zingen op lalala-dadada-tatata-nanana. Bij deze klanken (l,d,t,n) komt het voorste stuk van je tong vlak achter de boventanden tegen het gehemelte.
juni 2012 | Gemeente De Ronde Venen
-
Lipoefeningen: - Een hele grote mond maken, net als een tijger. - Gekke bekken trekken: zeg ie-oe en aa-oe en ie-aa. - Pruttelen met je lippen (brrrr) - Kushandje geven (lippen gewelfd) - Zoentje op papier geven met ‘lippenstiftlippen’. - Met lippen een spatel vasthouden. - Van een spatel of potlood een snor maken en die vasthouden op je bovenlip. - Varkenssnuit maken. - Fluiten. - Omhoog blazen, zodat je pony begint te ‘dansen’. - Doen alsof je kauwt met open mond en met mond dicht. - Smakken.
Oefeningen om de neusadem te stimuleren: - Tijdens bezigheden waarbij uw kind aandachtig kijkt of luistert (tv kijken, voorlezen, computeren) kan het de lippen gesloten houden door een ijslollystokje of iets anders plats tussen de lippen geklemd te houden. Let er wel op dat uw kind het stokje niet met de tanden vasthoudt, maar met de lippen. Probeer dit steeds iets langer vol te houden: 2 minuten, 5 min., 10 min. enz. Uw kind kan zichzelf zo corrigeren als het stokje uit de mond valt. - Tijdens voorlezen kunt u steeds stoppen als uw kind de lippen van elkaar heeft. U leest pas weer verder als uw kind de lippen weer gesloten heeft. - Oefen tijdens de maaltijd het kauwen met de lippen op elkaar. - Bedenk samen met uw kind een woord, gebaar of geluid om uw kind eraan te herinneren door de neus te ademen. - Plak herinneringstekens op plaatsen waar uw kind vaak komt. Bijvoorbeeld een plaatje van een open mond met een kruis erdoorheen. - Beloon uw kind als het zijn best doet. Zo motiveert u uw kind. Als ouder kunt u verder nog hierop letten: - Zorg ervoor dat de neus zoveel mogelijk open is, dus: neus snuiten of ophalen. Als de neus langdurig verstopt zit, raadpleeg dan uw huisarts of schoolarts. - Kijk of uw kind kan inslapen met gesloten lippen. - Houd het gehoor van uw kind in de gaten en ga zo nodig naar uw huisarts of schoolarts. Vanzelfsprekend houdt u alles in een plezierige sfeer. Geef eventueel zo nu en dan een kleine beloning. 9
Afwijkende mondgewoonten
3. Duimen, vingerzuigen en zuigen op een speentje
Baby’s hebben bij de geboorte zuigbehoefte. Ze pakken vaak hun duim of vingers, soms wordt als alternatief een speentje aangeboden. Tussen het eerste en tweede levensjaar verdwijnt deze zuigbehoefte en wordt het zuigen op vingers of op een speen een gewoonte. Volwassenen vinden het zuigen op de vingers of een speen vaak vertederend en kinderen ervaren veiligheid en geborgenheid in het meedragen van een speelgoedbeest, het sabbelen op een lap en/of het zuigen op hun vingers of speen. Om deze redenen wordt er niet altijd aandacht aan geschonken. Gevolgen van duimen, vingerzuigen of zuigen op een speen: - Het scheef staan van tanden en/of vervorming van de kaak (de zogenaamde ‘open beet’), waardoor uw kind op latere leeftijd mogelijk een beugel zal moeten dragen. - Een afwijkende spraak: de tong kan lui worden, zodat bij het uitspreken van de klanken S, Z, T, D, L, N en soms de R de tong tussen de tanden door komt (slissen). - Een verkeerde tongligging, waardoor een afwijkende slik kan ontstaan (met de tong tegen/tussen de tanden geperst). - Mondademen (ademen door de mond in plaats van door de neus).
Afleren duimen, vingerzuigen of zuigen op een speen
Het is heel goed mogelijk om het zuiggedrag vanaf het vijfde jaar af te leren, zonder nadelige gevolgen voor uw kind. Maar het is niet gemakkelijk: u kunt het afleren vergelijken met afslanken of stoppen met roken. Omdat het duimen een gewoonte is zal de duim vaak ongemerkt in de mond verdwijnen. Zuiggedrag is alleen af te leren als uw kind dat zelf wil! Kies een geschikte periode om het zuiggedrag af te leren ( bijvoorbeeld niet als u 10
juni 2012 | Gemeente De Ronde Venen
net verhuisd bent, als er net een broertje of zusje is geboren, in de sinterklaastijd enz.). Als uw kind nerveus is, in bed plast, stottert of nagelbijt kan het afleren van het zuiggedrag een té grote belasting worden. Voordat u echt met het afleren van het zuiggedrag begint: - Noteer hoe vaak uw kind de duim, vinger of speen gedachteloos in de mond stopt. Schrijf erbij in welke situatie dit gebeurt, bijvoorbeeld bij slapen, (voor) lezen, tv kijken, computeren, spelen, als uw kind moe is of zich verveelt. - Leg uw kind uit waarom het zuiggedrag niet goed is voor het gebit. Dit kan de motivatie om het zuiggedrag af te leren vergroten. - Probeer uw kind te motiveren om samen met u het zuiggedrag af te leren. Uw kind moet duidelijk aangeven het te willen proberen. Hoe leren we het zuiggedrag af?: - Leer het zuiggedrag eerst overdag af en daarna pas ’s nachts. - Spreek met uw kind af dat het in de situaties waarbij het nu op de vingers, duim of een speen zuigt, niet meer mag zuigen. - Maak samen met uw kind een schema waarop het kind iedere dag bij elke situatie kan aangeven met een sticker of een groot, rood kruis of het niet of wel op de duim, vingers of speen gezogen heeft. - Overleg steeds opnieuw de tijdsduur en de situatie waarin het kind niet op de vingers, de duim of het speentje mag zuigen. Begin bijvoorbeeld met 5 minuten tijdens tv kijken en verleng de tijd telkens in overleg met uw kind. Gebruik hierbij eventueel een kookwekker om de tijd aan te geven. - Geef uw kind regelmatig een pluim als u merkt dat het echt zijn best doet om niet te zuigen op de duim, vingers of speen. - Een speentje kunt u eventueel in overleg met uw kind wegleggen in een lade of op een kast, weggeven aan een pasgeboren baby of uw kind de speen zelf laten weggooien in de prullenbak. - Een duim of vingers kunnen behandeld of afgedekt worden met: - Een pleister - Een gebroken spatel die met een pleister om de duim vast zit. - Een zelfgemaakt of gekocht vingerpoppetje. - Een wollen handschoen. - Een poppenkastpop / handpop - Nagellak op de nagels van de vingers of duim waar uw kind op zuigt. - Byte-X (tegen nagelbijten en duimzuigen, verkrijgbaar bij de drogist). 11
Afwijkende mondgewoonten
-
-
-
-
-
-
12
Geef een kleine beloning als uw kind een stapje verder is gekomen. Spreek daar van te voren iets over af en neem niet te grote stappen. Het moet voor uw kind wel haalbaar zijn. Bedenk een woord, geluid of gebaar als herinneringsteken om niet op de vingers te zuigen of te duimen. Hang/plak herinneringstekens (stickers of post-it briefjes) op plaatsen waar het kind vaak komt. Plak ze bijvoorbeeld in een hoek op de tv , op de afstandsbediening, op alle deuren in huis, op het speeltafeltje, of ergens in de auto. Ga bij het tv kijken of voorlezen gezellig gearmd of hand in hand zitten. Laat uw kind bij voorlezen het boek vasthouden met twee handen. Stop met voorlezen zodra de de vingers of de duim in de mond gaat, al bent u midden in de zin bezig (spreek dit van te voren wel af). Lees verder als de duim weer uit de mond gaat. Het stoppen is tevens een herinneringsteken. Haal de duim, vingers of speen zo mogelijk uit de mond als het kind slaapt en sluit de kaak en de lippen. Een middel om zuiggedrag af te leren is een oral screen. Dit is een soort mondplaatje met een ring eraan vast, net als bij een fopspeen. Dit mondplaatje heeft geen corrigerende werking op het gebit, maar dient alleen als alternatief voor de zuiggewoonte en het helpt de gewoonte af te leren. De oral screen ligt los in de mondholte, achter de lippen en voor de tanden. Het wordt door de spieren van de lippen op de plaats gehouden.
juni 2012 | Gemeente De Ronde Venen
4. Verkeerd slikken
Bij een goede slikbeweging komt de tong boven tegen het gehemelte. Kinderen die verkeerd slikken persen de tong tussen de tanden door, zoals een baby de tong naar voren duwt tijdens het zuigen. Oorzaken van verkeerd slikken kunnen zijn: - Mondademen. - Duimen, vingerzuigen, speenzuigen. - Langdurig gebruik van een tuitbeker of een flesje na het tweede levensjaar. Hierbij zie je immers ook vaak dat de tong onder in de mond ligt en tussen de tanden doorkomt. Gevolgen van verkeerd slikken kunnen zijn: - Slechte stand van het gebit, doordat de tong tegen de tanden duwt. De tong is één van de sterkste spieren van het lichaam. We slikken wel meer dan duizend keer op een dag, omdat we ook ons speeksel steeds doorslikken. - Door vooruitstaande tanden wordt lipsluiting moeilijker en wordt de kans op mondademen groter. - Spraakstoornissen, b.v. slissen Een goede slik gaat als volgt: - Tongpunt net achter de voortanden aan de bovenkaak. - Het middelste gedeelte van de tong tegen het gehemelte. - De kiezen zijn tijdens het slikken losjes op elkaar. - De lippen zijn tijdens het slikken gesloten. Het aanleren van een goede slikgewoonte is niet gemakkelijk. Mocht na het afleren van duimen of mondademen uw kind nog verkeerd slikken dan kunt u contact opnemen met de logopedist op de school van uw kind.
13
Afwijkende mondgewoonten
5. Informatie
Heeft u nog vragen of treedt er geen verbetering op, neem dan contact op met de logopedist van de school. Dit kan via de leerkracht van uw kind of door te bellen naar het telefonisch spreekuur. Gemeente De Ronde Venen Logopedie peuterspeelzalen en basisonderwijs Croonstadtlaan 111 Postbus 250 3640 AG Mijdrecht Telefoonnummer : 0297 29 17 64 Telefonisch spreekuur : maandag van 16.15 tot 17.15 uur.
14
juni 2012 | Gemeente De Ronde Venen
15
Afwijkende mondgewoonten Postadres Bezoekadres
Untitled-715 1-2
Postbus 250 3640 AG Mijdrecht Croonstadtlaan 111 3641 AL Mijdrecht
T F E I
Logopedie
0297 29 16 16 0297 28 42 81
[email protected] www.derondevenen.nl
13-6-2012 14:41:52