Afstandsleren sociaal werk 2014-2015
INHOUDSOPGAVE Inleiding
4
De opleiding bachelor in het sociaal werk
5
Studeren in het hoger onderwijs
7
Het concept afstandsonderwijs
8
Veel gestelde vragen bij afstandsonderwijs
13
Opleidingsonderdelen per academiejaar
16
Inhoud van de opleidingsonderdelen
18
Ondersteunende maatregelen
26
Infomomenten
30
Contact
30
INLEIDING Behaal je bachelor in het sociaal werk via afstandsonderwijs! Heb je nog geen diploma hoger onderwijs? Heb je met je HBO5-diploma (vroegere graduaatsdiploma) al heel wat ervaring op zak, maar wil je graag nog een bachelorsdiploma behalen zodat je kunt doorgroeien in je job? Heb je al een bachelor- of masterdiploma gehaald, maar wil je je graag omscholen? Kan je door je leefsituatie de opleiding alleen maar volgen op zelfstandige wijze? De Hogeschool Gent heeft voor jou de oplossing!
4
Afstandsonderwijs laat je toe om op eigen tempo te studeren zonder dat je gebonden bent aan een vaste studieplaats of vaste uren. Op die manier kan je studie, werk en gezin combineren. Het einddiploma dat je behaalt in afstandsonderwijs is uiteraard identiek aan dat van de dagopleiding. We richten ons met dit programma tot volwassenen die zelfstandig aan de slag willen gaan. Motivatie en zelfdiscipline zijn sleutelbegrippen om de opleiding succesvol te beëindigen. Afstandsonderwijs bestaat immers voornamelijk uit begeleide zelfstudie. Dit impliceert dat kennis, inzichten en vaardigheden grotendeels zelfstandig verworven moeten worden. De cursussen en oefeningen zijn digitaal voor jou beschikbaar en de lectoren geven feedback op je vragen, opdrachten en leerproces. Voor elk opleidingsonderdeel zijn er cursussen, handboeken en ander didactisch materiaal ter beschikking. Voor bepaalde opleidingsonderdelen worden verplichte oefen- en lesmomenten ingericht. Daarvoor moet je effectief naar de hogeschool komen. Daarnaast zijn er nog een beperkt aantal andere contactmomenten voorzien waarop er begeleiding en ondersteuning wordt aangeboden: bij aanvang van elk semester worden de praktische afspraken toegelicht, worden de cursusinhouden overlopen en is er ruimte voor vragen. Na afloop van elk semester is er nog een laatste contactmoment voorzien om de examens voor te bereiden.
Van harte welkom en veel succes!
DE OPLEIDING BACHELOR IN HET SOCIAAL WERK Sociaal werk
De opleiding sociaal werk kiest bewust voor een brede gemeenschappelijke basisopleiding, waarbij je in de eerste twee jaren van je opleiding de praktische en theoretische basis van het sociaal werk onder de knie krijgt. Je kan wel jouw interesse in een afstudeerrichting, doelgroep, thema of methodiek meteen verdiepen in je stagekeuze en een aantal keuzemodules. Je specialiseert je in het derde jaar in één van de vier afstudeerrichtingen (maatschappelijk werk, sociaal-cultureel werk, personeelswerk en maatschappelijke advisering).
Annick1 : “De link tussen de studie en mijn werk, met wat ik doe en zie op mijn werk en natuurlijk ook met mijn engagement in mijn vrije tijd maakt dat ik zeer gemakkelijk kan kaderen wat ik leer tijdens de opleiding. Het maakt de studie voor mij veel doelgerichter.”
De vier afstudeerrichtingen De maatschappelijk werker focust zich op de meest uiteenlopende sociale en maatschappelijke probleemsituaties waarin iemand verzeild kan geraken. Het is jouw taak om optimale steun, hulp en advies te verlenen en vaak ook proactief en preventief op te treden. Luisteren, analyseren en een empathisch vermogen zijn noodzakelijke kwaliteiten. Maatschappelijk werkers handelen hierbij altijd in dialoog met de cliënten en alle actoren. In de afstudeerrichting maatschappelijke advisering krijg je een diepgaande ken-
nis van de snel evoluerende sociale regelgeving. Niet alleen de overheid maar ook de grote welzijnsorganisaties hebben meer en meer nood aan professionals die de burger kunnen opvangen, doorverwijzen en ondersteunen. Je bent gericht op arbeidsactivering en verricht bemiddelings- en ombudswerk. Je geeft mee vorm aan het welzijnsbeleid om zo een samenleving uit te bouwen, geënt op sociale rechtvaardigheid en toegankelijkheid van de sociale en juridische diensten voor iedereen.
1
Annick, veertiger, startte de opleiding sociaal werk in afstandsonderwijs. Ze combineert voltijds werk en een gezinsleven met de opleiding.
5
De sociaal-cultureel werker versterkt gemeenschapsopbouw en verbindt (producten van) individu, groep en samenleving met elkaar door middel van de sociaal-culturele methodiek. De sociaal-cultureel werker handelt en experimenteert vanuit een maatschappijkritische ingesteldheid. Levenslang en levensbreed leren en ‘ontmoeting’ zijn typische doelstellingen. Maar ook (inter)culturele uitwisseling en participatie, voorlichting, actiegericht werk en burgerschap. Tot je competenties behoren organiseren, plannen, vergaderen, projecten en cursussen opzetten en werken met groepen.
6
De personeelswerker staat in voor het zoeken en selecteren van personeel, opvolging van de loopbanen van werknemers, bijhouden van personeelsadministratie, ... Bovendien heeft een personeelswerker ook oog voor het creëren van kansen voor diverse groepen. Personeelswerkers worden dan ook ingezet bij de begeleiding, training en loopbaanoriëntering van werkzoekenden, zowel individueel als in groep. Als personeelswerker tracht je steeds organisatie en medewerkers op elkaar af te stemmen vanuit de visie van Human Resources Management.
STUDEREN IN HET HOGER ONDERWIJS Opbouw van een academiejaar?
Alle opleidingen van de HoGent volgen het semestersysteem. Dat betekent dat ieder academiejaar ingedeeld is in twee semesters en dat aan het eind van ieder semester examens worden afgenomen. Tijdens de examenperiode van januari leg je examens af van de opleidingsonderdelen van het eerste semester. In de tweede examenperiode, in juni, leg je examens af van de opleidingsonderdelen van het tweede semester. Daarnaast is er voor alle opleidingsonderdelen een tweede examenkans voorzien in de derde examenperiode van augustus/september ('tweede zittijd').
Opbouw van een opleiding?
Een opleiding bestaat uit opleidingsonderdelen (bijvoorbeeld Filosofie, Sociologie, Stage) en elk opleidingsonderdeel is een bepaald aantal studiepunten waard.
Wanneer je slaagt voor een bepaald opleidingsonderdeel (bijvoorbeeld Filosofie), dan worden deze studiepunten omgezet in credits. Credits zijn dus in wezen verworven studiepunten. Een opleidingsonderdeel waarvoor je een credit hebt gekregen, hoef je niet meer over te doen omdat credits onbeperkt geldig blijven.
Je behaalt het diploma van bachelor in het sociaal werk wanneer je de 180 voorziene studiepunten hebt verzameld.
Annick: “Alhoewel ik eerst dacht: ‘6jaar, zolang vooraleer ik een diploma haal’ doe ik nu stuk voor stuk. En ik zie wel”. “Je moet het nemen zoals het komt, ook de studie”.
7
HET CONCEPT AFSTANDSONDERWIJS Afstandsonderwijs sociaal werk
Zelfstandig studeren en zo een volwaardig bachelorsdiploma behalen in het sociaal werk? Zelf kiezen waar en wanneer je wenst te studeren? Het kan!
Wij bieden je de noodzakelijke begeleiding om op afstand succesvol je diploma te behalen. Onze cursussen zijn herwerkt met het oog op zelfstudie; zo heeft elke cursus een overzichtelijke studiewijzer met studietijdraming en talrijke tips. Feedback bij de oefeningen en zelftests geven je controle over je vorderingen. Via e-mail blijf je in contact met je lectoren. Zo krijg je zeker de nodige begeleiding. Je bent ook welkom op de contactmomenten, die bij het begin van elk academiejaar worden bekendgemaakt. Op ons digitaal leerplatform vind je een leerpad, oefeningen, zelftests, aankondigingen, ... kortom alles wat je nodig hebt bij elke cursus.
8
Annick: “De taken en opdrachten die we krijgen, zowel bij de gewone cursussen als bij de praktijkvakken (Maatschappelijk Assistent in de Praktijk) zijn voor mij een meerwaarde: ze verplichten me bezig te zijn met de stof, ik moet oefenen. Anders zou ik het misschien te lang uitstellen om ermee bezig te zijn.”
“De taken die je krijgt hangen samen met wat je doet en zo kan je veel toepassen en begrijp je veel meer. Ook elkaar zien in de praktijklessen is een echte stimulans. Je verwerkt veel stof en krijgt feedback. Dat geeft terug een stimulans. We worden goed begeleid!”
“Ik heb niet het gevoel dat ik veel moet laten, ik plan de momenten dat ik werk en krijg gelukkig wel begrip en steun thuis voor de tijd die ik erin steek’.
Formele toelatingsvoorwaarden
Om te mogen starten in de bachelor sociaal werk, volstaat je diploma secundair onderwijs. Heb je een buitenlands diploma of getuigschrift, dan moet je je altijd vooraf melden bij de centrale studentenadministatie. Wie zich als anderstalige student wil inschrijven, moet niveau B2 (Europees referentiekader) behaald hebben voor Nederlands en dit ook kunnen bewijzen.
Heb je geen diploma secundair onderwijs, dan kan je tóch starten aan de opleiding op voorwaarde dat je slaagt voor een toelatingsonderzoek. Om te mogen deelnemen aan dit toelatingsonderzoek moet je wel minstens 21 jaar zijn én aan de taalvoorwaarden voldoen (zoals hierboven beschreven). Deze leeftijdsvoorwaarde is niet van toepassing voor houders van het getuigschrift secundair-na-secundair. Je start de procedure met een intakegesprek. Een afspraak maken voor een intakegesprek of meer informatie krijgen over het toelatingsonderzoek kan bij:
Charlotte Vandenberghe Kortrijksesteenweg 14 9000 Gent 09 243 34 74
[email protected] Voor toelatingsonderzoek zijn de volgende deadlines van toepassing: maandag 28 april 2014 en maandag 18 augustus 2014, om te kunnen starten in september 2014.
Voor wie is afstandsonderwijs bedoeld?
Afstandsleren is een ideale studievorm voor mensen die zelfstandig kunnen en willen werken, en goed kunnen plannen. Werkenden en afgestudeerden uit het Hoger Onderwijs voor Sociale Promotie/Volwassenenonderwijs zullen hier een goede aansluiting vinden. Ook voor mensen die door hun gezinssituatie geen regulier dagonderwijs kunnen volgen, kan afstandsleren een oplossing zijn . Op de infodagen kom je te weten of afstandsleren ook voor jou de optimale keuze is en tijdens een intakegesprek wordt je programma opgesteld.
Annick: “Je moet goed kunnen plannen voor jezelf. Ik had de studie zwaar genoeg ingeschat (ik heb in het verleden ook al avondschool gevolgd) dus het lukt wel. Maar ik steek er toch 10 à 15 uur per week in. Ik hoop wel dat de examens meevallen want ik kan absoluut niet inschatten of ik het zal kunnen. 't Is ook al zo lang geleden dat ik nog eens een echt examen heb moeten maken.”
Inschrijvingsprocedure en inschrijvingsgeld
Inschrijven voor een nieuw academiejaar kan vanaf eind juni op een aantal vaste momenten (de exacte data en uren vind je op de website). Wens je een beroep te doen op een EVC-procedure (eerder verworven competenties - zie verder), dan kan je pas inschrijven na het afronden hiervan. Wil je pas inschrijven in het tweede semester, dan kan dat vanaf december 2014.
Om je inschrijving op de hogeschool vlotter te laten verlopen, kan je via http://webreg.hogent.be thuis al vooraf webregistreren. Deze webregistratie is vrijblijvend en betekent NIET dat je hiermee bent ingeschreven. Daarvoor moet je nog steeds persoonlijk langskomen.
Wat meebrengen bij inschrijving:
•
je diploma secundair onderwijs
•
eventueel andere attesten of diploma’s
•
je identiteitskaart.
Het inschrijvingsgeld hangt af van je statuut als (niet-)beursstudent en van het aantal opgenomen studiepunten. Voor het academiejaar 2014-2015 bedraagt het inschrijvingsgeld 61,9 euro (vast bedrag) plus 9,3 euro per opgenomen studiepunt.
9
Studieprogramma
10
Via afstandsonderwijs volg je het volledige programma identiek aan de dagopleiding (180 studiepunten), maar kies je zelf hoeveel studiepunten je opneemt per semester. Zo bepaal je zelf je studiebelasting per semester.
Als afstandsstudent stel je zelf tijdens het intakegesprek in overleg met de coördinator je studieprogramma samen, rekening houdend met je beschikbare tijd, behoeften en wensen. Wij zien er uiteraard op toe dat je keuze realistisch en consistent is: je moet nl. rekening houden met de volgtijdelijkheid en gemiddeld stellen we voor om maximaal 30 studiepunten op te nemen per academiejaar en die evenwichtig te spreiden, dus 15 studiepunten per semester. Vanuit de berekening van de studiebelasting (1 uur per opgenomen studiepunt, dus 15 uur studietijd per week voor een belasting van 15 studiepunten) is dit een haalbare invulling als je de studie combineert met werk en gezin.
Welke volgtijdelijkheid is er binnen de opleiding van toepassing?
•
tage 1 kan je pas afleggen nadat je minstens een vastgelegd aantal studiepunten van S het eerste modeltraject behaald hebt én geslaagd bent voor Maatschappelijk assistent in de praktijk: theoretische en praktische bouwstenen 1) en Maatschappelijk assistent in de praktijk: theoretische en praktische bouwstenen 2.
•
tage 2 kan je pas afleggen nadat je alle of bijna alle opleidingsonderdelen afgelegd S hebt. Je moet ook zeker geslaagd zijn voor Stage 1.
Algemeen gebeurt stagelopen onder dezelfde voorwaarden als voor de reguliere dagstudenten, met die uitzondering dat je kan kiezen voor een voltijds of een halftijds traject.
Annick: “We hebben ook vrijwilligerswerk in het eerste jaar bij het vak Maatschappelijk Assistent in de Praktijk. Ik dacht eerst: ‘hoe ga ik dàt er nu nog bijnemen?’. Maar ik doe dat hier in het dorp in een woonzorgcentrum en eigenlijk is dat wel plezant.”
“Je kijkt door de studie anders naar sommige dingen. Ik merk dat ik nu soms een andere blik heb op armoede dan ervoor. Ik kan precies veel meer kaderen en de situatie breder zien dan ervoor.” .
Vrijstellingen aanvragen
Verkorte leertrajecten
Heb je al een bepaald diploma hoger onderwijs in de ruime sociaal-agogische sector op zak: criminologie, kleuteronderwijs, lager onderwijs, secundair onderwijs, orthopedagogie; of behaalde je het HBO5/graduaatsdiploma maatschappelijk werk of sociaal-cultureel werk, dan kan je een verkort traject volgen. Dat betekent dat je niet het volledige programma van 180 studiepunten moet volgen en dat je naargelang je vooropleiding een vastgelegd aantal vrijstellingen krijgt. Al onze verkorte trajecten vind je in de specifieke brochure verkorte leertrajecten. Voor meer informatie hierover kan je terecht bij de studietrajectbegeleider (
[email protected]).
•
s tudenten met een HBO5-diploma/graduaatsdiploma in het maatschappelijk werk of sociaal-cultureel werk krijgen rechtstreeks toegang tot een verkort traject tussen de 90 en 96 studiepunten.
•
s tudenten met een diploma master in de criminologische wetenschappen krijgen rechtstreeks toegang tot een verkort traject van 93 studiepunten.
•
s tudenten met een academische bachelor in de criminologische wetenschappen krijgen rechtstreeks toegang tot een verkort traject van 102 studiepunten.
•
s tudenten met een diploma professionele bachelor in de orthopedagogie krijgen rechtstreeks toegang tot een verkort traject van 72 studiepunten.*
•
s tudenten met een diploma professionele bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs, lager onderwijs of secundair onderwijs krijgen rechtstreeks toegang tot een verkort traject van 108 studiepunten.*
•
studenten met een diploma professionele bachelor in de gezinswetenschappen krijgen rechtstreeks toegang tot een verkort traject van 105 studiepunten.*
•
s tudenten die alle credits behaalden van het 1ste modeltraject van de professionele bachelor orthopedagogie worden voor 45 studiepunten van het eerste modeltraject sociaal werk vrijgesteld. De studieomvang van het verkorte traject bedraagt nog 135 studiepunten. * onder voorbehoud van goedkeuring EVK (eerder verworven kwalificaties)
Heb je een ander diploma hoger onderwijs dat geen toegang geeft tot een verkort traject of heb je vroeger al gestudeerd in het hoger onderwijs en je diploma niet behaald, maar wel een aantal credits verworven, dan is het mogelijk dat je toch in aanmerking komt voor een aantal vrijstellingen op voorwaarde dat er voldoende gelijkenissen zijn tussen het eerder gevolgde opleidingsonderdeel en het opleidingsonderdeel uit het programma van de bachelor sociaal werk. Om na te gaan of je effectief recht hebt op een vrijstelling kan je contact opnemen met de studietrajectbegeleider. Vrijstellingen aanvragen kan tot uiterlijk 15 kalenderdagen na de officiële start van het academiejaar of bij laattijdige inschrijving (= na de start van het academiejaar) binnen de 15 kalenderdagen na inschrijving. Via een mailtje naar de studietrajectbegeleider, Annemie Bucquoye (
[email protected]), krijg je het aanvraagformulier en de toelichting bij de procedure toegestuurd.
11
EVC (eerder verworven competenties)
12
Heb je al een aantal jaren relevante werkervaring in de sociale sector, dan kan je een aantal vrijstellingen aanvragen via de EVC-procedure. EVC staat hierbij voor Eerder Verworven Competenties. Met een EVC-procedure kan je jouw relevante (beroeps) ervaring gebruiken om te bewijzen dat je al competenties bezit die essentieel zijn voor een beginnende bachelor in het sociaal werk.
Denk je hiervoor in aanmerking te komen, dan kan je een studieomvangsvermindering van 36 studiepunten aanvragen. Hiervoor moet je een portfolio samenstellen. Dit is een verzamelmap waarin iemand zijn kwaliteiten aantoont als beroepsbeoefenaar.
Wens je meer informatie over deze procedure, het portfolio of wil je de EVC-gids alvast downloaden, dan kan je surfen naar deze website: http://www.hogent.be/toekomstige-student/flexibele-leerwegen/evc-evk/
of contact opnemen met Charlotte Vandenberghe, EVC-begeleider van de Hogeschool Gent. Dit kan telefonisch op het nummer: 09 243 34 74 of via e-mail:
[email protected].
Je kan best tijdig met je aanvraag starten aangezien de beoordeling ervan 30 werkdagen duurt.
Contactmomenten
Bij het begin van elk semester is er een onthaalmoment gepland van 18u00 tot 22u00. Daarnaast worden voor onderstaande opleidingsonderdelen verplichte contactmomenten voorzien:
Voor de opleidingsonderdelen ‘Maatschappelijk assistent in de praktijk’ zijn telkens een 30-tal contacturen voorzien. Deze kunnen opgevraagd worden bij de coördinator van de opleiding en zijn bij het begin van het academiejaar bekend. Voor 'Werkvelden sociaal werk', een opleidingsonderdeel uit het 2de modeltraject zijn twee dagen van 8u verplichte aanwezigheid voorzien. Voor Communicatie en Interactie (eveneens een opleidingsonderdeel van het tweede modeltraject) zijn er ook een aantal verplichte momenten en voor stage spreekt het voor zich dat men zich dient vrij te maken.
Voor alle andere opleidingsonderdelen moet je niet naar de hogeschool komen.
Examens
De examenperiodes liggen vast in januari en juni, met herkansingsmogelijkheid in augustus/september. Je legt examens af in januari of juni over de vakken die je in het eerste, respectievelijk tweede semester opneemt en dit samen met de reguliere studenten. De examens vinden overdag plaats, in de voor- of namiddag. Om te weten wanneer de examenperiodes precies gepland zijn, kan je de academische kalender downloaden via de website van de hogeschool: http://hogent.be/toekomstige-student/ praktische-info/academische-kalender/. De examenroosters worden telkens een aantal weken voor de start van de examens bekendgemaakt.
VEEL GESTELDE VRAGEN BIJ AFSTANDSONDERWIJS 1. Kan ik opleidingsonderdelen uit het eerste semester ook in het tweede semester volgen of omgekeerd?
Neen, van elk opleidingsonderdeel wordt maar in één semester examen afgenomen. Elk opleidingsonderdeel wordt in één welbepaald semester georganiseerd. De planning staat vermeld in de brochure.
Op http://ibamaflex.hogent.be kan je na inschrijving je studiecontract raadplegen. Op dit studiecontract staat ook duidelijk vermeld welk opleidingsonderdeel in welk semester wordt georganiseerd en geëxamineerd.
2. Moet ik op vaste dagen de les volgen?
Neen, enkel voor de opleidingsonderdelen met contactmomenten zijn er verplichte lesmomenten. Deze momenten zijn eind augustus bekend voor het hele academiejaar.
3. Geldt het systeem van het leerkrediet ook bij afstandsonderwijs?
Ja. Ook als je opleidingsonderdelen opneemt in afstandsonderwijs, zet je hiervoor leerkrediet in. Meer informatie over het leerkrediet vind je op www.studentenportaal.be.
4. Hoe en tot wanneer kan ik mij uitschrijven?
Om je uit te schrijven, stuur je een mailtje naar
[email protected] met daarin de melding: “Ik ben student afstandsonderwijs en wil me graag uitschrijven voor volgende opleidingsonderdeel/-delen….”. Je kan op elk moment uitschrijven maar je moet letten op onderstaande data om geen leerkrediet en geld kwijt te zijn:
In semester 1 heb je 2 uitschrijfdata
1. Uiterlijk 31 oktober uitschrijven = inschrijvingsgeld terug + leerkrediet terug
2. Uiterlijk 30 november uitschrijven = leerkrediet terug, maar wel je inschrijvingsgeld voor de opleidingsonderdelen van het eerste semester kwijt.
In semester 2 heb je maar 1 datum
Uiterlijk 14 maart uitschrijven = inschrijvingsgeld + leerkrediet terug voor de opleidingsonderdelen van het tweede semester
13
5. Hoe betaal ik voor de opleiding? En kan ik ook opleidingscheques gebruiken?
Wanneer je je inschrijft, ontvang je thuis een overschrijving. Je kunt een (deel) van het inschrijvingsgeld met opleidingscheques betalen, maar dit kan ENKEL als je binnen je studieprogramma van dat academiejaar één of meerdere opleidingsonderdelen opneemt met contactmomenten die 's avonds of in het weekend vallen én je moet hierbij minstens aan 32 dergelijke contacturen komen.
Na de betaling van je overschrijving kan je de opleidingscheques achteraf nog aangetekend opsturen t.a.v. de decaan van de faculteit Mens en Welzijn, Voskenslaan 362, 9000 Gent. De opleidingscheques kan je aanvragen via de VDAB op www.vdab. be.
6. Kan ik als zelfstandige ook opleidingscheques verkrijgen?
Ook zelfstandigen kunnen subsidies krijgen. Meer informatie vind je op de website http://www.agentschapondernemen.be/themas/kmo-portefeuille.
7. Kan ik educatief verlof krijgen voor deze opleiding?
14
Dit hangt af van je werkgever en of je voldoende contacturen hebt. Het aantal contacturen hangt af van de gekozen opleidingsonderdelen. Sommige opleidingsonderdelen hebben meer contacturen dan andere, en nog andere opleidingsonderdelen hebben helemaal geen contacturen. Je hebt minstens 32 contacturen nodig om recht te hebben op educatief verlof, wat wil zeggen dat je enkele praktijkvakken moet opnemen. Als je enkel theoretische vakken volgt, dan kom je niet aan voldoende contacturen.
8. Hoe start ik concreet na mijn inschrijving?
Je krijgt na je inschrijving je gebruikersnaam, wachtwoord en HoGent e-mailadres. Daarmee kan je inloggen op je deze toepassingen:
- je HoGent e-mail
- Chamilo (https://chamilo.hogent. be), de elektronische leeromgeving. Hierop bieden lesgevers studiemateriaal, oefeningen, zelftoetsen, studiewijzers en soms discussiefora aan. Nadat je ingelogd bent, ga je naar het opleidingsonderdeel dat je wil bekijken en klik je door naar het leerpad. Daar krijg je een volledig overzicht van het opleidingsonderdeel en kan je ook zien of er een opdracht moet gemaakt worden.
- Ibamaflex (http://ibamaflex.hogent.be): dit is de website die alle praktische administratieve informatie m.b.t. je studie verenigt. Je vindt er onder meer je studiecontract met semesterverdeling, je inschrijvingsattest en de meest actuele stand van je leerkrediet. Na elke examenperiode kan je via deze site ook je behaalde punten raadplegen.
9. Waar kan ik cursussen en boeken aankopen? Op welk bedrag komt dit per modeltraject?
Zodra de cursussen van het eerste semester beschikbaar zijn, kan je deze online bestellen. Voor het tweede semester word je hier via mail van op de hoogte gebracht.
Via http://cursusshop.hogent.be meld je je aan met je Hogent-account. Daar kan je je cursussen reserveren en betaal je online. Zodra je betaling ontvangen is, krijg je een bevestigingsmail. Na ongeveer 5 werkdagen ontvang je een mail dat je cursussen beschikbaar zijn. Deze kan je dan gaan afhalen in de cursusshop. De openingsuren kan je eveneens vinden via http://cursusshop.hogent.be.
Wanneer je boeken nodig hebt voor bepaalde opleidingsonderdelen, kan je die aankopen op de campus. De boekenlijst kan je vinden op http://leermaterialen.hogent.be. I n modeltraject 1 mag je gemiddeld rekenen op 45€ voor cursussen en 160€ voor boeken, in modeltraject 2 is dit 35€ voor de cursussen en 125€ voor de boeken. In het laatste modeltraject komt dit op 20€ voor de cursussen en 140€ voor de boeken.
10. Hoe geraak ik op Chamilo?
Je surft naar de website https://chamilo.hogent.be en logt in met de inloggegevens die je bij inschrijving hebt gekregen. Je hebt dus eerst je inloggegevens van de HoGent nodig voor je kan inloggen. Dat betekent dat je je eerst moet inschrijven!
11. Hoe kom ik te weten wanneer ik voor mijn praktijkvak naar de les moet komen?
De contactmomenten (= de momenten dat je op school verwacht wordt) worden per opleidingsonderdeel weergegeven in een apart document op Chamilo (onder het opleidingsonderdeel zelf), algemene informatie vind je terug onder ‘Algemene vakken – Afstandsleren Sociaal Werk’ op Chamilo. Deze momenten worden ook medegedeeld of nagestuurd bij je inschrijving.
12. Hoe verlopen de examens?
De examens afstandsonderwijs vallen samen met de examens van de reguliere studenten. Voor het eerste semester vallen de examens in januari, voor het tweede semester in juni. Met uitzondering van de twee stageperiodes heb je voor elk opleidingsonderdeel recht op een tweede examenkans. Deze tweede examenkans valt in de derde examenperiode (' tweede zittijd' eind augustus, begin september). De examens gaan door in de voor- en/of namiddag tijdens weekdagen. De examenroosters worden vijf weken voor de start van de examenperiode op de digitale leeromgeving Chamilo geplaatst. Lees steeds goed in de studiefiche van elk opleidingsonderdeel na welke examenvormen er gebruikt worden. Soms is er een verplichte opdracht die je moet indienen voor de examens. Let erop dat je de opgelegde deadlines altijd respecteert! Om te weten wanneer de examenperiodes precies gepland zijn, kan je kijken op de academische kalender. Je kan die terugvinden op www.hogent.be.
13. Kan ik ook met een buitenlands diploma afstandsonderwijs volgen?
Om na te gaan of je op basis van je buitenlands diploma secundair onderwijs kan inschrijven voor een opleiding in het hoger onderwijs in België, moet je contact opnemen met Katrien Van Acker. Je vindt hieronder haar coördinaten:
Katrien Van Acker Hoofdmedewerker dossiers buitenlandse studenten Kortrijksesteenweg 14 9000 Gent T. 09/243.34.59
[email protected]
15
OPLEIDINGSONDERDELEN PER ACADEMIEJAAR
Welke opleidingsonderdelen kan je opnemen in afstandsonderwijs vanaf 2014-2015? Opleidingsonderdeel
Studiepunten
Semester
Economie
3 stp
S1
Culturele Antropologie
3 stp
S1
Inleiding in de psychopathologie: een biopsycho-sociale benadering
3 stp
S1
Inleiding op het sociaal werk
6 stp
S1
Filosofie
6 stp
S1
Inleiding tot het Belgisch rechtssysteem: grondwettelijk recht en strafrecht
3 stp
S1
Maatschappelijk assistent in de praktijk: theoretische en praktische bouwstenen 1
9 stp
S1
Maatschappelijk assistent in de praktijk: theoretische en praktische bouwstenen 2
9 stp
S2
Politieke en sociale geschiedenis
3 stp
S2
Psychologie
6 stp
S2
Sociologie
6 stp
S2
Inleiding tot het Belgisch rechtssysteem: burgerlijk recht en sociaal recht
3 stp
S2
Uit modeltraject 1:
16
Welke opleidingsonderdelen kan je opnemen in afstandsonderwijs vanaf 2014-2015?
Opleidingsonderdeel
Studiepunten
Semester
Werkvelden sociaal werk
9 stp
S1
Arbeidsrecht
3 stp
S1
Sociale Economie
3 stp
S1
3 stp
S1
3 stp
S1
Aspecten van de psychologie: ontwikkelingspsychologie & sociale psychologie
6 stp
S2
Communicatie en interactie
6 stp
S2
15 stp
S1/S2
Inleiding op onderzoek in het sociaal werk
3 stp
S2
Sociaal werk: sociologische en beleidsmatige visies
3 stp
S2
Sociale filosofie en ethiek
3 stp
S2
Sociaal zekerheidsrecht
3 stp
S2
Uit modeltraject 2:
Keuzemodule 'methodieken': Methodieken maatschappelijk werk Methodieken sociaal cultureel werk Methodieken personeelswerk Methodieken maatschappelijke advisering
Keuzemodule 'problematieken/sectoren': Criminologie met inleiding strafrecht Jeugdbescherming met inleiding jeugdrecht Samenlevingsopbouw en opbouwwerk Psychopathologie
Stage 1
Vanaf academiejaar 2015-2016 zijn alle opleidingsonderdelen van het derde modeltraject in afstandsonderwijs beschikbaar.
17
INHOUD VAN DE OPLEIDINGSONDERDELEN
18
Inhoud opleidingsonderdelen eerste modeltraject
Inleiding op het sociaal werk
Hoe zijn hulpverlening en vormingswerk ontstaan en geëvolueerd? Welke klemtonen legt het huidige beleid? Hoe vertaalt zich dit in de actuele regelgeving? Wat betekent dit voor de dagelijkse realiteit in het werkveld? Een sociaal werker handelt ook niet zomaar: sociaal-agogische concepten, modellen en methodes helpen hem professioneel te (re)ageren.
Sociologie
Je kunt het menselijk gedrag vanuit veel invalshoeken plaatsen en proberen te begrijpen. Sociologie is er als wetenschap van het sociale op gericht om de so-ciale bepaaldheid van gedrag te zien, te verklaren en te begrijpen. Algemeen kan je stellen dat deze ‘sociological imagination’ een belangrijke bril is voor sociaal werkers.
Culturele antropologie
Zowel in als buiten het sociaal werk komen we dagelijks in contact met diversiteit, verandering, schaalvergroting en dergelijke. Dat zorgt ervoor dat de beelden die we over onszelf en anderen hebben dikwijls veranderen. Culturele antropologie biedt de achtergronden en kaders aan om een noodzakelijk vergelijkend perspectief te kunnen innemen in de wereld van vandaag.
Politieke en sociale geschiedenis
Het menselijk gedrag nu, toen en eventueel in de toekomst kan je vanuit verscheidene invalshoeken proberen te begrijpen. Gisteren of eergisteren is in dat opzicht niet relevanter dan een eeuw geleden. Moet het nog worden beargumenteerd dat voor een toekomstig sociaal werker historisch bewustzijn onontbeerlijk is?
Inleiding tot het Belgische rechtssysteem: grondwettelijk recht en strafrecht
Dit opleidingsonderdeel wil vooral de toekomstige sociaal werkers vertrouwd maken met de instellingen en het rechtssysteem in België. Het opleidingsonderdeel legt de algemene principes van het recht uit, met inbegrip van de staatsstructuur, die men nodig heeft om de andere inhouden te plaatsen. Aansluitend wordt ingezoomd op het grondwettelijk recht en het strafrecht, waarop in volgende modeltrajecten wordt aangesloten.
Maatschappelijk assistent in de praktijk: theoretische en praktische bouwstenen 1
Een sociaal werker oefent zijn beroep uit in diverse sectoren van de samenleving. In dit opleidingsonderdeel zien we hoe fundamentele waarden de kern uitmaken van het beroepsprofiel van een maatschappelijk assistent. Daarna focussen we op de maatschappelijk assistent als maatschappelijk werker. Omgaan met mensen vergt gespreksvaardigheden, creatief denken en handelen. En bij dat alles moet je ook vaak rapporten en verslagen schrijven. Kennis van ICT is daarbij heel handig.
Psychologie
De psychologie probeert modellen te ontwikkelen om vat te krijgen op het menselijk gedrag. Psychologie is belangrijk voor wie in zijn professionele handelen het intuïtieve wil overstijgen en op een doordachte manier zijn handelen wil richten. De psychologie biedt ook steun om een grondiger inzicht te krijgen in de problemenwaar we in de verschillende sectoren van het sociaal werk mee geconfronteerd worden.
Inleiding psychopathologie: een biopsychosociale benadering
Sociaal werkers ontmoeten een grote diversiteit aan mensen in het kader van hulpen dienstverlening. Hierdoor komen zij regelmatig in contact met mensen die een psychische stoornis/problematiek hebben of van wie familieleden daarmee te kampen hebben. Soms hebben sociaal werkers hierbij een begeleidende rol, andere keren dienen zij door te verwijzen. Daarom is het belangrijk dat ze een gefundeerde wetenschappelijke en actuele basiskennis hebben van psychopathologie. Het opleidingsonderdeel biedt een eerste oriëntatie vertrekkend van onder andere het biopsycho-sociaal model.
Economie
Elk individu en elke organisatie hebben oneindig veel behoeftes, maar slechts beperkte middelen om deze behoeftes te bevredigen. Dit leidt tot een zekere spanning en dwingt mensen tot rationele keuzes. Dit opleidingsonderdeel wil het menselijk handelen mee helpen verklaren vanuit een economisch perspectief.
Inleiding tot het Belgische rechtssysteem: burgerlijk recht en sociaal recht
Het opleidingsonderdeel belicht alle juridische facetten van de levensloop en –omstandigheden van een individu. In het deel burgerlijk recht gaan we dieper in op rechtsfeiten en –handelingen waar je in je beroepssituatie mee geconfronteerd zal worden. Een groot deel van de nieuwe regelgeving in verband met sociaal recht is erop gericht om mensen in een zwakkere maatschappelijke positie te beschermen. Ze slagen er echter vaak niet in deze rechten ook in de praktijk af te dwingen. De hulp van sociaal werkers kan hierbij een grote steun zijn.
19
20
Maatschappelijk assistent in de praktijk: theoretische en praktische bouwstenen 2
We richten ons op de competenties en het werkveld van een personeelswerker, een sociaal-cultureel werker en een maatschappelijk adviseur. Daarnaast besteden we aandacht aan het feit dat het beroepsprofiel van de maatschappelijk assistent vertrekt vanuit fundamentele waarden en algemene interventies. Werken met mensen betekent vaak werken met een groep. Een sociaal werker moet dus vaardig groepsdynamische processen kunnen ondersteunen en bijsturen. Tegelijk moet hij efficiënt informatie verwerven en verwerken, waarbij observatie, rapportage en kennis van ICT een hele steun zijn.
Filosofie
In het opleidingsonderdeel filosofie leer je afstand te nemen van de concreetheid van de opleiding en je toekomstige beroep. Het aanleren van een 'filosofische attitude' staat daarbij centraal, net zoals we je kritisch leren reflecteren over mens en maatschappij.
Inhoud opleidingsonderdelen tweede modeltraject
Werkvelden sociaal werk
Maatschappelijk assistenten oefenen hun beroep uit in diverse sectoren van de samenleving. Over de tijd heen heeft dit geleid tot functiedifferentiatie. In de opleiding kristalliseert zich dit uit in een aanbod van vier afstudeerrichtingen. De realiteit van het gehele werkveld volgend richt elke afstudeerrichting zich op een specifiek functioneel domein van het Sociaal Werk: Maatschappelijke Advisering (MAD), Maatschappelijk Werk (MW), Sociaal-Cultureel Werk (SCW) en Personeelswerk (PW).
Arbeidsrecht
Een sociaal werker wordt geacht aan hulp - en/of dienstverlening te doen. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting en de latere plaats van tewerkstelling is de activiteit van een maatschappelijke assistent gericht naar zeer verscheiden hulpvragers en werkterreinen. Maar of je nu werkt in een OCMW, op een personeelsdienst, bij een vakbond, met migranten, jongeren, mensen met een beperking, kansarmen, vluchtelingen, enzovoort... de kans is groot dat je vragen rond arbeidsrecht zal moeten beantwoorden. Vandaar dat een sociaal werker inzicht moet hebben in de verscheidene sociaalrechtelijke regels, in de manier waarop zij tot stand komen en de gevolgen die zij veroorzaken.
Sociale filosofie en ethiek
Studenten kunnen een aangegeven sociaal-filosofische en/of ethische vraagstelling in een historisch en maatschappelijk kader plaatsen. Daarnaast kunnen ze via het aangeven en uitwerken van actuele voorbeelden het belang van de Sociale filosofie en ethiek voor het individueel en maatschappelijk handelen verduidelijken. Studenten kunnen de kernbegrippen uit de cursus (vrijheid, gelijkheid, democratie, zingeving, ethiek, e.d.) omschrijven en linken aan het werk van diverse behandelde auteurs. Ze slagen er in om, gebruikmakend van de aangereikte theoretische kaders, hun eigen positie ten opzichte van deze begrippen te omschrijven. Studenten kunnen de hoofdlijnen en de evolutie van de behandelde ideologieën aanduiden en deze ideologieën plaatsen in de huidige maatschappelijke Belgische en internationale context. Deze cursus zal op een verdiepende manier de student maatschappelijk assistent helpen om de ‘problematiek’ van zijn 'cliënt’ beter te begrijpen en zo tot ‘oplossingen’ te kunnen komen door niet enkel het mens- en wereldbeeld van zijn cliënt beter te begrijpen, maar ook de maatschappij waarin deze cliënt zich bevindt. Bovenal dient de student maatschappelijk assistent zich expliciet bewust te zijn van het eigen mens- en wereldbeeld, impliciet de eigen waarden en normen. Het beroep van de maatschappelijk assistent is immers geen waardenvrij beroep. Deze cursus levert hiertoe een bijdrage.
Stage 1
De stage heeft tot doel de beroepsbekwaamheid en beroepsidentiteit van studenten als toekomstig sociaal werker te ontwikkelen. Dit wordt bereikt door een combinatie van werkbegeleiding en supervisie. Het opleidingsonderdeel is opgebouwd uit een voorbereiding ingevuld met algemene stageoriënterende activiteiten, voorbereidende stage seminaries, stage een supervisietraject gericht op het brengen van (stage) ervaringen en reflecties.
Sociaal werk: sociologische en beleidsmatige visies
Dit opleidingsonderdeel richt zich expliciet op sociale beleidsaspecten van het sociaal Werk, geïnspireerd en uitgedaagd door inzichten uit de sociologie. Het denken over sociaal werk en sociaal beleid in de context van de westerse verzorgingsstaat staat centraal. Sociaal werk wordt hier begrepen als het kruispunt tussen sociale praktijken, sociaal beleid en sociale politiek. Het gaat om het samenspel tussen de overheid, maatschappelijk ontwikkelingen en de bijdrage van het sociaal werkveld (en ook van sociaal werkers). Studenten verwerven inzicht in sociaal beleid. Belangrijk hierbij is het inzicht dat beleid mede gemaakt wordt door het sociaal werkveld en het handelen van de professional (sociaal werkers spelen aldus een rol bij de uitvoering van beleid, doch vooral ook bij beleidssignalering, beleidsbeïnvloeding én het maken van beleid).
21
Aspecten van de psychologie: ontwikkelingspsychologie & sociale psychologie
Het opleidingsonderdeel 'Aspecten van de psychologie' is qua doelstellingen en qua inhoud gekoppeld aan het beroep Maatschappelijk Assistent. Het is immers belangrijk dat een maatschappelijk assistent zich bewust is van de sociaalpsychologische processen bij zichzelf en bij anderen. Zo kan hij/zij ernaar streven om, op basis van een aantal inzichten en referentiekaders, te komen tot een optimale samenwerking met collega's en cliënten. Alleen zo kan een optimaal (groeps)product en (groeps)proces tot stand komen. Daarnaast is één van de basisvoorwaarden om als maatschappelijk assistent professioneel te kunnen handelen, dat men weet wie de mens waarmee hij/zij werkt 'is'. In zijn verschillende ontwikkelingsfasen kenmerkt de mens zich immers door een specifieke identiteit en specifieke taken, die deels eigen zijn aan deze fase in de levensloop. Bovendien dient een maatschappelijk assistent genuanceerd het menselijk gedrag te interpreteren vanuit diverse ontwikkelingstheorieën.
Sociaal zekerheidsrecht
Een sociaal werker wordt geacht aan hulp- en/ of dienstverlening te doen. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting en de latere plaats van tewerkstelling is de activiteit van een maatschappelijke assistent gericht naar zeer verscheiden hulpvragers en werkterreinen. De kans is groot dat men vragen rond sociaal zekerheidsrecht zal moeten beantwoorden. Vandaar dat een sociaal werker inzicht moet hebben in de verscheidene sociaalrechtelijke regels, in de manier waarop zij tot stand komen en de gevolgen die zij veroorzaken. Dit opleidingsonderdeel wil deze doelstellingen concreet vorm geven.
Communicatie en interactie
In functie van de uitvoering van het beroep sociaal werker is het belangrijk dat de student zicht krijgt op een aantal aspecten van het eigen communicatief gedrag binnen een professionele context. Vanuit systeemtheoretische invalshoeken worden hiervoor een aantal theoretische kapstokken aangereikt. In gespreksvaardigheden en groepswerk worden vaardigheden en methodieken aangeboden en geoefend die inhoudelijk deze professionele relaties mee vorm geven. Het opleidingsonderdeel geeft en accentueert hiermee de nodige inzichten, basisvaardigheden en technieken die van belang zijn in het contact met de cliënt/het cliëntsysteem, in de samenwerkingsrelaties binnen de organisatie én met andere settings binnen de ruime context van het sociaal werk. Het opleidingsonderdeel is opgebouwd uit de onderdelen systeemtheorie, groepswerk en gespreksvaardigheden.
22
Sociale economie
Een maatschappelijk assistent verleent professionele diensten om het persoonlijk, interpersoonlijk en maatschappelijk functioneren van mensen te bevorderen. Hij vormt als het ware een brug tussen de mens en de samenleving. Dit impliceert dat hij/zij moet weten hoe die mens en hoe die samenleving in elkaar zitten. Aan dit laatste wil dit opleidingsonderdeel een bijdrage leveren: heel wat maatschappelijke vraagstukken zijn immers van sociaal-economische aard. Denken wij maar aan problematieken zoals loonvorming, inkomensverdeling, arbeidsgeschillen, ontgroening en vergrijzing van de bevolking, omvang en beheersbaarheid van de uitgaven voor sociale zekerheid, werkloosheid, milieuvervuiling versus economische groei en welvaart. In deze en andere sociaal-economische problemen en thematieken wil dit opleidingsonderdeel de student een ruimer inzicht geven zodat de toekomstige maatschappelijk assistent, in zijn/haar streven naar maatschappelijk engagement, een voldoende genuanceerd beeld heeft van de mogelijkheden en begrenzingen van onze maatschappij op sociaal-economisch vlak.
Inleiding op onderzoek in het sociaal werk
In dit opleidingsonderdeel ligt de klemtoon op de sociale en maatschappelijke relevantie van onderzoek. Immers, het soort onderzoek dat relevant is voor een professionele bachelor opleiding is praktijkgericht en beleidsondersteunend onderzoek vanuit een handeling georiënteerd perspectief. We baseren ons voor de theorievorming op reflectie op het concreet ingrijpen in de sociale werkelijkheid en gaan hierbij uit van een synchrone relatie tussen theorie en praktijk. Dit betekent dus theorievorming vanuit kennis van en betrokkenheid bij het sociaal-agogisch werkveld, en omgekeerd wordt het sociaal-agogisch werkveld uitgedaagd door onderzoek. Onderzoek in het domein van de opleiding professionele bachelor in het sociaal werk is gericht op sociale verandering die dan niet gezien wordt als een na te streven ideaal maar wel als een proces dat in overleg en interactie met de betrokkenen (maatschappelijk assistenten, deelnemers, cliënten, andere professies...) vorm kan krijgen. De sociale realiteit ligt dus niet vooraf vast, maar wordt in interactie geconstrueerd. Onderzoek is op die manier een middel om tot actie te komen in het werkveld en van daaruit tot theorievorming in het sociaal werk.
Keuzemodule methodieken
Je maakt een keuze uit één van de vier mogelijkheden:
1. Methodieken maatschappelijk werk
methodieken maatschappelijk werk: binnen de diverse werkterreinen van het Maatschappelijk Werk worden heel wat methodieken gehanteerd. De veelheid aan informatie betreffende deze methodieken en de noodzaak om deze informatie persoonlijk te verwerken in functie van de verschillende doelgroepen en problemen maakt dat het belangrijk is dat je als student kennis maakt met een aantal methodieken en hun methoden. Het is belangrijk dat maatschappelijk werkers gericht de verschillende infobronnen betreffende de methodiek kunnen hanteren en deze kritisch kunnen evalueren. Het is ook belangrijk om binnen deze theoretische kaders het strategisch handelen te herkennen. Het persoonlijk handelen kunnen sturen in de toepassing van methoden is een vaardigheid die in het werkveld noodzakelijk is.
23
In dit opleidingsonderdeel willen we dan ook, vertrekkend van de fundamenten en de theorie van het Maatschappelijk Werk (cf. Opleidingsonderdeel Maatschappelijk Assistent in de Praktijk: Theoretische en praktische bouwstenen 1 modeltraject 1; Opleidingsonderdeel Werkvelden Sociaal Werk modeltraject 2), een aantal belangrijke methodieken en hun methoden gerichter gaan verkennen. Gezien de diversiteit binnen het werkveld en de grootte van de leergroep is het niet relevant om een training op te zetten in één bepaalde methodiek. Het opleidingsonderdeel vormt ook de basis waarop verder gebouwd wordt in modeltraject 3 afstudeerrichting Maatschappelijk Werk, waar je als student in contact komt met o.a. stage en diverse andere opleidingsonderdelen. Binnen de verschillende stageplaatsen worden verschillende methodieken en methoden gehanteerd. De theorie uit dit keuzevak kan dan in de praktijk getraind worden.
2. Methodieken sociaal cultureel werk
Het Sociaal-Cultureel Werk beoogt dat individuen en groepen zich ontplooien en zich maatschappelijk actief opstellen. Hiertoe worden in het Sociaal-Cultureel Werk groepen mensen op professionele wijze ondersteund opdat ze zelf actief de kwaliteit van hun bestaan verbeteren en hun deelname op allerlei terreinen vergroten. Sociaalcultureel werkers moeten aldus in staat zijn om geschikte methodieken te hanteren op plaatsen waar mensen werken, zich bijscholen of vormen, wonen, hun vrije tijd vorm geven en elkaar ontmoeten. In dit opleidingsonderdeel verkennen we een aantal van deze (vernieuwende) methodieken uit het uitgebreide sociaal-culturele werkveld.
3. Methodieken personeelswerk
het opleidingsonderdeel heeft tot doel begeleidingsmethodieken eigen aan het personeelswerk te leren kennen vanuit diverse perspectieven: theoretische uitgangspunten, doelstellingen, doelgroepen, methodes en praktijkinzichten. Er wordt vertrokken vanuit het competentiedenken en talentdenken, maar iedere actuele ontwikkelings-, begeleidings- en evaluatiemethode kan aan bod komen.
4. Methodieken maatschappelijke advisering
We leven in een samenleving waar de dienstverlening steeds maar toeneemt. Dienstverlening is een breed begrip dat sterk beïnvloed wordt door maatschappelijke tendensen. Denken we maar aan de verzakelijking, de kwaliteitszorg, het klantgericht werken, het samenwerken tussen organisaties. Maatschappelijke assistenten moeten kunnen functioneren in diverse soorten diensten en organisaties waar de dienstverlening een wezenlijk onderdeel van hun werk uitmaakt. Een maatschappelijk assistent moet in staat zijn op een systematische en doelgerichte wijze vragen, klachten of problemen van de doelgroep op te lossen.
Keuzemodule problematieken/sectoren
1. Criminologie met inleiding strafrecht
Sociaal werkers komen in hun later beroepsveld vaak mensen tegen die zich in juridische problemen bevinden nl. personen die een misdrijf gepleegd hebben. Het is dan ook noodzakelijk dat sociaal werkers een notie hebben van het Strafrecht en de manier waarop het Strafrecht functioneert. Daarnaast is het ook belangrijk dat deze sociaal werkers kijken vanuit een sociologisch, individueel en maatschappelijk perspectief en zicht krijgen op de achterliggende oorzaken van menselijk crimineel gedrag m.a.w. welke persoonlijke, individuele en maatschappelijke omstandigheden aan de basis kunnen liggen van een strafbaar feit.
24
2. Jeugdbescherming met inleiding jeugdrecht
Het is noodzakelijk dat een sociaal werker de beginselen van Jeugdbescherming en Jeugdrecht beheerst. Een aanzienlijk deel van de sociaal werkers komen in contact met jongeren en hun leefwereld. Kennis van Jeugdbescherming en Jeugdrecht zijn bepalend om deze jongeren een professionele hulpverlening te bieden.
3. Samenlevingsopbouw en opbouwwerk
Als sociaal werker ben je steeds betrokken op mens en maatschappij. Of je nu cliënten begeleidt in hun persoonlijk traject, personeelsbeleid vorm geeft in een bedrijf, met partners of klanten samenwerkt in verenigingen of organisaties, preventiewerk doet, in het Algemeen Welzijnswerk terecht komt, rond armoede gaat werken of in Sociaal-Cultureel Werk aan de slag gaat,... telkens staan inspraak en betrokkenheid van de mens centraal. Je werkt met mensen aan en met hun omgeving: de samenleving. Een samenleving beïnvloedt namelijk sterk het welzijn van zijn inwoners. Denk maar aan thema's als arbeid, ecologie, de verzuring, de sociale zekerheid, toegankelijkheid van de gezondheidszorg, leefbaarheid, een multiculturele samenleving, ... Samenlevingsopbouw dekt meer dan het officieel erkende Maatschappelijk Opbouwwerk (Decreet van 1991) en is meer dan een categoriale benadering van kansarme bevolkingsgroepen. Het is enerzijds een deskundige sociaal-agogische interventie, maar ook een manier van denken daarover. Het is een domein, een 'vak', een 'discipline' waarin vooral gekeken wordt naar de betrokkenheid, de rol, de participatie van mensen in het opbouwen en functioneren van samenlevingsverbanden die aan iedereen billijke kansen geven om erbij te horen en zich te ontplooien in solidariteit met anderen. Het gaat om thema's als sociale integratie en sociale cohesie. Dit opleidingsonderdeel stelt studenten in staat structurele oorzaken aan te duiden van individueel onwelzijn, brengt methoden en technieken bij om veranderingsprocessen op te zetten, toont aan hoe maatschappelijke structuren kunnen beïnvloed worden en dit met aandacht voor emancipatorisch denken en werken.
3. Psychopathologie
Sociaal werkers komen in contact met een grote diversiteit van mensen in het kader van hulp- en dienstverlening. Hierdoor ontmoeten zij vaak mensen die lijden aan een psychische stoornis of komen zij in contact met psychopathogene contexten. Soms hebben sociaal werkers hierbij een begeleidende rol, andere keren dienen zij door te verwijzen. Daarom is het belangrijk dat ze een wetenschappelijk gefundeerde en actuele basiskennis hebben van psychopathologie. De link met het beroep Maatschappelijk Assistent wordt hierbij steeds bewaakt.
Inhoud van de opleidingsonderdelen derde modeltraject
Afhankelijk van de keuze van afstudeerrichting wordt het pakket samengesteld. De opleidingsonderdelen worden vanaf 2015-2016 aangeboden.
25
ONDERSTEUNENDE MAATREGELEN
26
Individuele onderwijs- en examenmaatregelen
Een individuele onderwijs- en examenmaatregel is een aanpassing op maat om gelijkheid van kansen voor studenten te waarborgen, zodat ze volwaardig kunnen participeren aan onderwijs- en examenactiviteiten. Deze maatregelen worden natuurlijk niet zomaar toegekend en moeten altijd aangevraagd worden. Aanvragen worden getoetst aan vier criteria: noodzakelijkheid, uitvoerbaarheid, verdedigbaarheid en competentiebewaking.
Onderwijs- en examenmaatregelen kan je onder meer aanvragen op basis van een functiebeperking, medische redenen, uitzonderlijke sociale of individuele omstandigheden. Hou er rekening mee dat je over de nodige attesten en bewijsstukken moet beschikken om de individuele onderwijs- en examenmaatregelen te kunnen aanvragen. Meer info op http://www.hogent.be/toekomstige-student/begeleiding/individueleonderwijs-en-examenmaatregelen/ of bij de studietrajectbegeleider Annelies Madou -
[email protected].
Studietoelage van de Vlaamse Overheid
Er zijn drie voorwaarden waaraan je moet voldoen om een studietoelage van de Vlaamse Overheid te verkrijgen, nl. pedagogische, financiële en nationaliteitsvoorwaarden. Surf voor up-to-date informatie naar de website www.centenvoorstudenten.be of kijk op www.studietoelagen.be om je aanvraag in te dienen.
Financiële ondersteuning via Studentenvoorzieningen, Afdeling Zorg
Als je geen recht hebt op een studietoelage van de Vlaamse Overheid of als de toelage onvoldoende is, kan de dienst studentenvoorzieningen, Afdeling Zorg je financieel helpen bij het betalen van je studiekosten (studiegeld, boeken, vervoer, laptop,…). Iedere vraag tot financiering wordt individueel met de nodige discretie behandeld. Een financiële studieondersteuning kan je ook digitaal aanvragen. Kom je niet in aanmerking voor een studietoelage van de Vlaamse Overheid omdat het referentie-inkomen net boven de financiële maximumgrens ligt, heb je misschien recht op een bijna-beurstarief. Neem hiervoor contact op met de Afdeling Zorg. Voor meer informatie surf naar http:// www.hogent.be/studentenvoorzieningen/zorg/overzicht/
Opleidingscheques voor werknemers/bijkomende tegemoetkoming
Je kunt een (deel) van het inschrijvingsgeld met opleidingscheques betalen, maar dit kan ENKEL als je binnen je studieprogramma van dat academiejaar één of meerdere opleidingsonderdelen opneemt met contactmomenten die 's avonds of in het weekend vallen én je moet hierbij minstens aan 32 dergelijke contacturen komen.
Heb je geen diploma van het hoger onderwijs en volg je een opleiding waarmee je een bachelordiploma kan behalen, dan kan je een bijkomende tegemoetkoming krijgen. Werknemers die in aanmerking komen, kunnen de helft van het bedrag dat boven het persoonlijk forfaitair jaarbedrag van de opleidingscheques (€250,00) ligt, terugbetaald krijgen via de VDAB, met een maximum van € 125,00. Het aanvraagformulier vind je op de VDAB-website. Meer informatie: www.vdab. be/opleidingscheques of op het gratis telefoonnummer 0800 30 700 elke werkdag van 8u00 tot 20u00.
Tijdskrediet of loopbaanonderbreking
Deze formule biedt je de mogelijkheid tijdelijk je beroepsloopbaan geheel of gedeeltelijk te onderbreken. Als werknemer moet je tijdskrediet of loopbaanonderbreking schriftelijk aanvragen bij je werkgever. Na akkoord van je werkgever, dien je een aanvraag voor een uitkering in bij de RVA. Gedurende de onderbrekingsperiode van je arbeidsovereenkomst of van je verminderde arbeidsprestaties, geniet je een onderbrekingsuitkering, betaald door de RVA. Daarnaast kan je onder bepaalde voorwaarden bij de Vlaamse Regering aanspraak maken op een aanmoedigingspremie (info over aanmoedigingspremies, bel 1700 of http://www. vlaanderen.be.Meer informatie: •
bij je werkgever
•
bij je vakbond
•
bij de RVA: www.rva.be
Educatief verlof
Educatief verlof is het recht van voltijdse en sommige deeltijdse werknemers in de privésector en van contractuele werknemers bij een autonoom overheidsbedrijf, die bepaalde algemene of beroepsopleidingen volgen, om op het werk afwezig te zijn met behoud van het normale (weliswaar geplafonneerd) loon. Je hebt minstens 32 contacturen nodig om recht te hebben op educatief verlof. in de praktijk betekent dit dat je minstens één praktijkgericht opleidingsonderdeel moet opnemen in je programma.
Meer informatie bij www.werk.belgie.be.
Studeren met een werkloosheidsuitkering
Als werkloze kan je in principe geen werkloosheidsuitkering ontvangen wanneer je ingeschreven bent voor studies met volledig leerplan (minimum 27 studiepunten), behalve als je deze volgt na 17 uur, op zaterdag en als de RVA je een vrijstelling heeft toegestaan.
Meer info: www.rva.be.
27
28
Concrete tips van Annick, cursist:
“Doe’t doordacht, niet zomaar proberen als je aan de studie begint, anders is het volgens mij wat tijdverlies.”
“Probeer op voorhand in te plannen wat en waar je kunt werken voor je studie, en wat je ervoor overhebt. Voor mij is dat goed uitgekomen. Maar de echte omvang van het werk, de stof leer je maar kennen door te starten en ermee bezig te zijn. Ik had alles vrij goed ingepland denk ik, ik heb al wat cursussen in avondonderwijs gevolgd en dat maakte dat ik een beetje ervaring heb. Ik heb nu MAP (Maatschappelijk assistent in de praktijk) en Inleiding sociaal werk in dit eerste semester en ik heb mijn studietijd goed ingeschat: ik werk dagelijks 1 à 1.5 uur, in totaal zo’n 10 à 15uur per week. Natuurlijk met het lezen van de cursussen bij, het maken van de opdrachten voor MAP. Eigenlijk alles inbegrepen. ”
“Ik had het zwaar genoeg ingeschat maar zou er niet meer willen of kunnen in investeren. Ik ben ook zeker dat het in ’t tweede semester beter zal gaan. Ik ben het dan al wat gewoon!”
“Ik merk dat ik veel nadenk over wat ik leer, en ik merk ondertussen dat ik op die manier ook de stof verwerk.”
INFOMOMENTEN Opendeurdag Op zaterdag 26 april 2014, van 10 tot 17 uur, houdt de Hogeschool Gent haar opendeurdag. De faculteit Mens en Welzijn plant die dag heel wat activiteiten. Er zijn informatiesessies over de opleiding, én aparte infosessies over Afstandsonderwijs sociaal werk. Je kan de cursussen inkijken en vragen stellen aan de docenten en studenten.
30
Infomomenten
Op de infosessies stellen alle faculteiten van de Hogeschool Gent hun opleidingen en afstudeerrichtingen voor. Je kan een kijkje nemen op de campus, de cursussen inkijken en vragen stellen aan docenten en studenten.
De infosessies vinden plaats op:
woensdag 12 maart 2014 van 13u30 tot 16u30
zaterdag 28 juni 2014 van 09.30 tot 12.30 uur
zaterdag 6 september 2014 van 09.30 tot 12.30 uur
Meer info over het programma en de locatie vind je op www.hogent.be/fmw
CONTACT Website: http://www.hogent.be/fmw E-mail:
[email protected]
Voor algemene informatie: Eva Vens, coördinator afstandsleren sociaal werk +32 9 243 26 40 -
[email protected]
FACULTEIT MENS EN WELZIJN
HoGent
Voskenslaan 362 9000 Gent
© 2014, HoGent, Faculteit Mens en Welzijn, Kelly Ott - ed 2014.02