Afspraak 30 – regelwoord
Afspraak 31 – weetwoord
liniaal, actueel
thermometer
Bij deze woorden hoor je een j of een w, maar die schrijf je niet
Bij deze woorden hoor je een t, maar je schrijft th
Afspraak 32a – weetwoord
Afspraak 32b – weetwoord
team
journaal, manege
Leenwoorden uit het Engels moet je uit je hoofd leren
Leenwoorden uit het Frans zj wordt g soms j oo wordt eau oe wordt ou Uit je hoofd leren
Afspraak 33 – weetwoord
Afspraak 34 – regelwoord
rugby
bloemenvaas passagiersschip
Woorden met q,x of y. Het zijn er niet zoveel, maar het zijn moeilijke woorden, die moet onthouden
Afspraak 35 – regelwoord patiënt, zee-egel De trema en het liggend streepje worden gebruikt om de woorden beter te kunnen lezen
Hoor je een s. dan schrijf je die ook. Eindigt het eerste woord in het meervoud op en, dan schrijf je n
Afspraak 21 – regelwoord
Afspraak 22 – weetwoord
opa’s, dictees
dirigent
Bij woorden die in het meervoud een s krijgen komt er na een klinker een ’s behalve bij de ee
Woorden met een i in plaats van ie. Deze woorden moet je onthouden
Afspraak 23 – regelwoord
Afspraak 24a – weetwoord
papegaai
citroen
Bij deze woorden hoor je wel een korte klinker, maar schrijf je toch één medeklinker. Deze woorden moet je onthouden.
In deze woorden hoor je een s, maar schrijf je en c
Afspraak 24b – weetwoord
Afspraak 25 – regelwoord
clown
politie
In deze woorden hoor je een k, maar schrijf je en c
Woorden waarin je tsie of sie hoort, schrijf je tie
Afspraak 26 – regelwoord
Afspraak 27 – regelwoord
gladheid
majesteit
Woorden op heid krijgen achteraan een d. Die hoor je als het woord langer maakt.
Deze woorden hebben niets met de tijd te maken, schrijf daarom teit
Afspraak 28 – regelwoord
Afspraak 29 – weetwoord
telefonisch
chocola
Sommige woorden schrijf met isch. Dat is wanneer je er een e achter kunt zetten
In deze woorden hoor je sj, maar je schrijft ch
Afspraak 13a – regelwoord
Afspraak 13b - regelwoord
muisje, kuiltje
spinnetje, opaatje
Hoor je achteraan –je, -tje of -pje, schrijf dan eerst het woord gewoon
In deze verkleinwoorden gelden ook nog andere regels. DENK ERAAN. Er komen één of twee letters bij
Afspraak 14 – regelwoord
Afspraak 15 – regelwoord
toren
zebra, zee, nee
Hoor je aan het eind van een klankgroep een lange klinker (aa,oo,uu,ee) dan schrijf je maar één a,o,u,e
Hoor je aan het eind van een woord aa,oo,uu,ee, dan schrijf je a,o,u,e. Hoor je ee, dan schrijf je er twee
Afspraak 16 – regelwoord torren, jassen
Afspraak 17a – regelwoord zwembroek stoelpoot
Hoor je aan het eind van een klankgroep een korte klinker (a,o,u,e) dan volgen er altijd twee medeklinkers
Deze woorden bestaan uit twee losse woorden. Let op elk woord apart, schrijf ze aan elkaar
Afspraak 17b – regelwoord
Afspraak 18 – regelwoord
stripboek melkkan
golf/golven haas/hazen
Deze woorden bestaan uit twee losse woorden. Let op elk woord apart, schrijf ze aan elkaar
Als je een woord dat eindigt op een f en s langer maakt, dan wordt de f vaak een v en de s een z.
Afspraak 19 – regelwoord
Afspraak 20 – regelwoord
dertig
heerlijk
Als je aan het eind van een meerlettergrepig woord –ug hoort, dan schrijf je -ig
Als je aan het eind van een meerlettergrepig woord –luk hoort, dan schrijf je -lijk
Afspraak 5 - weetwoord
Afspraak 7 –luisterwoord met bijzondere klank
geit, flauw slurf, werk Je kunt niet horen met welke ei/ij of au/ou je een woord moet schrijven. Dit zijn onthoudwoorden
Afspraak 8 - Weetwoord
Tussen sommige medeklinkers hoor je een u, die je niet moet schrijven
Afspraak ij-woorden Weetwoord
specht, lucht pijl en boog Woorden die op acht, echt,icht,ocht,ucht schrijf je altijd met cht.
Afspraak ou-woordenWeetwoord
ijs, wijs, pijp, gelijk, prijs, grijs., vrij
Afspraak 11a - regelwoord zwarte mieren
touw hout, zout, fout, vrouw, jou, koud, oud
In veel woorden hoor je een u achteraan, maar je schrijft een e
Afspraak 11b - regelwoord
Afspraak 11d – regelwoord
poedel, panter
knabbelen
In veel woorden hoor je een u achteraan, maar je schrijft een e
In sommige woorden hoor je twee keer een u, maar je schrijft een e
Afspraak 12a - regelwoord
Afspraak 12b – regelwoord
eend, krant
honderd, rijkaard
Als je aan het eind van een woord een t hoort, moet je het woord langer maken. dan hoor je een d of t
Woorden met –erd en -aard krijgen achteraan een d
Afspraak 1a - luisterwoord
Afspraak 1c – luisterwoord met bijzondere klank
haas, jas
beer, boor, deur
Zeg het woord hardop, schrijf op wat je hoort
Bij deze woorden kun je de ee, oo en eu niet zo goed horen. Je schrijft ze wel
Afspraak 10– luisterwoord met bijzondere klank
Afspraak 4 – luisterwoord met bijzondere klank
haai, sproei
schaap, schroef
aai, ooi en oei zijn vaste klankgroepen. Je schrijft ze altijd zo.
sch en schr zijn vaste klankgroepen. Je schrijft ze altijd zo.
Afspraak 6– luisterwoord met bijzondere klank
Afspraak 9– luisterwoord met bijzondere klank
slang, bank
meeuw, duw
ng en nk zijn vaste klankgroepen. je schrijft ze altijd zo
Als de w de laatste letter van een klankgroep is, komt er altijd een u voor.
Afspraak 10a – luisterwoord met bijzondere klank–meervoud
Afspraak 11c - regelwoord gevangen, vertel
maaien, kooien, roeien Achter aai, ooi en oei komt alleen -en achter in het meervoud.
In de woorden die beginnen met ge, be of ver hoor je een u vooraan, maar je schrijft een e