Afscheidsmusical groep 8
1
Scène 1 Hoofdpersoon Ferry Teels ligt in bed. Op het toneel is het nog donker. Er klinken snurkende geluiden. Dan gaat een aantal wekkers af, waarop Ferry afkeurend reageert. Dan komt zijn moeder -stofzuigend en telefonerend- de slaapkamer binnen. Tanja:
(zet wekker en stofzuiger uit) Ik wil dat de facturen morgen uitgedraaid klaar liggen… en geef direct even door, dat ik die meeting van vanmiddag niet zal halen. Dan moet je die lunchafspraak met Karelsen naar half een verzetten.... O ja... die fruitmand naar Hendriksen…. laat die maar zitten. Hij wordt toch volgende week ontslagen. We gaan niet investeren in vertrekkers. (heel lief naar Ferry) Ferry, lieverd, het is tijd. Je moet opstaan.... Mama zal een lekker boterhammetje voor je klaar maken. (dan weer in de telefoon) Ja... dat zei ik, toch. Heb je weer niet geluisterd. Als je zo doorgaat, ga je wel heel snel Hendriksen achterna... (dan weer heel lief naar Ferry) Ferry..., Ferry..., kom eens ... (Toetst agenda in de mobiele telefoon in. Ferry komt slaperig overeind) O, Fer leuk, ik zie dat je vandaag je spreekbeurt hebt.
Ferry:
(Valt direct weer terug in bed.) Oh nee, waar zouden we het ook al weer over doen?
Tanja:
(Kijkt weer op de telefoon.) Nou, hier staat dat het een verplicht onderwerp is, sprookjes. Nou, kom op, je hebt nog een uurtje. (ze belt haar man, Ton) Ton, kun je Ferry even helpen. Hij heeft een spreekbeurt. (Ton komt met zijn telefoon op)
Ton:
Tanja, hoe vaak heb ik je nou al niet gezegd, dat je me in huis niet mobiel moet bellen. Maar waar had je het nou over, een spreekbeurt. Ja, ik kan hem niet helpen. Het is woensdag, en dat is jouw dag. Trouwens ik vlieg om kwart voor tien naar München. (Scheert zich ondertussen. Dan wordt het gesprek afgesloten. Ze toetsen beiden weer nummers in en beginnen een zakelijk gesprek.) Ja, hallo Alex, hoe laat sta jij hier voor de deur..., waar rij je dan nu? Ik had toch gezegd, dat ik om kwart voor tien op München vlieg.
Tanja:
(Belt haar relatiebeheerder voor aandelen) Ja, hallo, zeg over de aandelen. Ik wil vandaag wat meer in de IT doen, en verkoop die olie dan maar. En schrijf dan maar 4000 aandelen Philips. (Tot Ton) Heb jij nog wat nodig van de beurs? (Strikt ondertussen zijn stropdas. Ton heeft ondertussen weer een nieuw nummer gebeld.) V&D? Dat lijkt me niet, die zijn niets meer waard!
Ton:
Ja, Angelique, hallo Teels hier, heb je de tickets bij de balie klaar laten leggen.
Ferry:
Hallo mobiele eenheid. Waar zijn wij nou helemaal mee bezig? Ik heb een spreekbeurt, hoor!
Ton:
Sorry jongen, maar ik moet nu weg. (gaat af)
Tanja:
Download dan even wat van internet. Kijk maar even bij www.sprookjes.nl
Ferry:
(Zet zijn laptop aan) Shit... ik geloof dat ik last heb van een virus. (Valt achterover zijn bed weer in. Tanja vat dit op als een ziekte.)
Tanja:
O nee toch jongen, dat komt eigenlijk niet zo goed uit. Ga eens liggen.
Ferry:
Ja, maar...
2
Tanja:
Nee, ik zal je wel eens lekker instoppen.
Ferry:
Ja maar, dat virus……….
Tanja:
Met een virus moet je altijd goed uitkijken. Ik bel oma wel.
Ferry:
Kun je zelf niet een dagje thuis blijven?
Tanja:
(gaat keihard lachen) Thuisblijven? Nee lieverd, mama kan niet gemist worden op de zaak.
Ferry:
Ja, maar als oma komt, begint ze altijd met die ouderwetse oplapmiddelen
Tanja:
Nou, jongen, dat valt best mee. (kijkt op haar horloge) Ik moet nu echt weg. Nou beterschap jongen. Ik zie je morgen weer, want ik heb vanavond een diner en papa is dinsdag weer thuis, maar die neemt vast wel wat leuks voor je mee uit München. Dag lieverd. Ik bel oma wel als ik in de auto zit. Dan gaat ze vast weer voor je voorlezen.
Ferry:
O ja, als oma voorleest, dan zie je het ook direct voor je (Moeder gaat af) Lied: Ziek zijn is soms best wel lekker. Ziek zijn is soms best wel fijn, maar het moet een ‘beetje’ ziek zijn en het liefste zonder pijn Ach gewoon een heel klein griepje. Hoef je lekker niet naar school. Kun je leuke platen draaien van je eigen popidool.
(solo)
Ziek-zijn hoeft geen ramp te wezen. Ziek-zijn kan soms prima zijn, als je maar een beetje ziek bent, of alleen maar voor de schijn. Bah, daar gaat die stomme wekker. Oh, ik heb opeens zo’n pijn. (solo)
Huiswerk maken gaat nu niet. Wat een pech, wat een verdriet. Lekker lezen in m’n bed. Zo is ziek-zijn Je-Van-Het. Ziek-zijn, ziek-zijn, best wel lekker. Ziek-zijn, ziek zijn, best wel fijn. Ziek-zijn, ziek-zijn, maar ‘t liefste zonder pijn. Ziek-zijn, ziek-zijn, whohohoh!
Mam, ik voel me niet zo lekker. Wat zou dat toch kunnen zijn. Heus naar school gaan, gaat nu niet. Wat een pech, wat een verdriet. Ga dan maar weer naar je bedje. Breng ik strakjes een tabletje.
(solo)
Nee lieve mam, breng me maar een boterham. Ziek-zijn, ziek-zijn, best wel lekker. Ziek-zijn, ziek zijn, best wel fijn. Ziek-zijn, ziek-zijn, maar ’t liefste zonder pijn Ziek-zijn, ziek-zijn whohohoh!
3
Scène 2 Ferry:
Mooi, ik ben dus ziek. Geen spreekbeurt. Dus computer kan uit. (Zet met een triomfantelijk gebaar de computer uit.) Wat gaat oma daar aan doen? Even oefenen. Als ze vraagt, hoe het met me gaat, zeg ik eh... Ja, wat ga ik eigenlijk zeggen? Als ik zeg, dat ik oorpijn heb, stopt ze een bos peterselie in m’n oren. Heb ik koorts, dan zal een stronk prei onder m’n oksel wel helpen. Zeg ik, dat ik hoofdpijn heb, dan zullen komkommerschijfjes op m’n ogen wel helpen. Dus wat mankeer ik dan wel ... (Denkt diep na en roept dan uit.) Ik heb de ziekte van Mcafee..! Daar zal ze niks voor weten, maar ook even oppassen, dat ik niet te snel zeg. Dat het wel met me gaat, want dan krijg ik een koppie slappe thee en een beschuitje en dan zegt ze, probeer het maar weer op school en dan zit ik nog aan m’n spreekbeurt vast. Dus even oefenen. Hallo Ferry, hoe is het met je? Nou oma, het gaat niet zo goed. Nee, dat moet dramatischer .... (heel zielig) Oma, het is vreselijk., ik heb het echt heel zwaar te pakken. Ja zo klinkt het al een heel stuk beter. Oma kan komen. (Hij hoort de deur.) Let op daar gaat ie. Hallo jongen hoe gaat het met je?
Oma:
(Komt binnen met een mand prei, peterselie, komkommer etc.) Hallo jongen, (Ferry playbackt mee.) Hoe gaat het met je? (Wil hem zoenen.) Laat me je eens een dikke pakkerd geven.
Ferry:
Ja, maar oma, misschien is het wel besmettelijk (Maakt afwerend gebaar).
Oma:
Hoe gaat het dan met je?
Ferry:
Eh. . niet zo best... eh… Het is vreselijk. Ik heb het écht héél zwaar te pakken
Oma:
Waar heb je last van? (pakt de peterselie) Heb je last van je oren? (Ferry schudt nee. Oma pakt prei.) Heb je dan koorts? (pakt komkommer) Of heb je soms hoofdpijn?
Ferry:
Nee, ik heb de ziekte van Mcafee. (oma kijkt vreemd) Dat is een nieuwe ziekte. Daar werken al die ouderwetse middeltjes niet voor.
Oma:
Oh, nou dan maak ik er wel een lekker kopje bouillon. Heeft je moeder je school al gebeld?
Ferry:
(kreunend) Nee... ze had het te druk met haar aandelen.
Oma:
Ik heb het er al vaker met je moeder over gehad, dat ze meer aandacht aan je moest besteden, maar ja... je weet ondertussen hoe dat gaat met die carrière echtparen. Laat ik eerst die meester/juf van je maar eens van je bellen. Waar is mijn mobieltje? (Haalt uit haar tas een ouderwetse telefoon met draaischijf) Ja jongen, je oma gaat mee met de tijd. Wat is het nummer ook al weer van school.
Ferry:
(Noemt eerste drie of vier cijfers van het telefoonnummer van school… 6874……)
Oma:
O ja… 6874090 (noemt en draait het nummer) Geluid ouderwetse telefoon. Zit je nog steeds bij mevrouw van Doorninck in de klas?
Ferry:
Die ken ik niet. We hebben meester Rahmi en juf Judith.
Oma:
Dat is dus mevrouw van Doorninck.
4
Scène 3 Op de andere kant van het toneel staat een bureau met computer en telefoon. Juf Nelly is aan het werk. Juf Nelly: (De telefoon wordt opgenomen). Basisschool de Torenuil, goedemorgen u spreekt met juffrouw Nelly. Oma:
Goedemorgen u spreekt met mevrouw Zandvliet; ik ben de oma van Ferry Teels uit klas 6...
Juf Nelly: (lichtelijk in paniek) Oh, die!? Oma:
Ik wil graag mevrouw van Doorninck spreken.
Juf Nelly: O, juf Judith Oma:
Daar had mijn kleinzoon het ook al over. Dat schijnt modern te zijn om de leerkrachten bij hun voornaam te noemen. In mijn tijd……
Juf Nelly: (onderbreekt haar snel) Ik geef u juf Judith wel even.., maar zij heeft het wel heel druk. (ze roept) Judith, dat mens van .... Eh... de oma van Ferry uit klas 6…eh groep 8. Juf Judith: (Komt aanlopen een neemt de telefoon aan) Hallo... met juf Judith Oma:
Hallo met mevrouw Zandvliet….
Juf Judith: Ferry is zeker ziek mevrouw Zandvliet. Erg toevallig…., hij heeft namelijk vandaag z’n spreekbeurt. Maar bedankt voor uw telefoontje. Oma:
‘t Is toch wat dat arme joch.
Juf Judith: Ja, ik begrijp het... Griep zeker...Hopelijk knapt hij snel op. Bedankt voor uw telefoontje! Oma:
Nou, weet u wat daar goed tegen helpt….
Juf Judith: Ja ik weet het mevrouw, maar ik zet Ferry op de absentielijst. Bedankt voor uw telefoontje. Oma:
Nou, fijne dag dan maar mevrouw van Doorninck….
Juf Judith: Zegt u maar juf Judith hoor, zo noemen de kinderen me ook. U ook een fijne dag en nog bedankt voor uw telefoontje. (Legt de hoorn neer, kijkt zuchtend naar juf Nelly en loopt af). Geluid: klik, tuut tuut) Oma:
(Schrikt een beetje van het neerleggen.) Wat een aardige juf, Ferry, ze was zo blij met dit telefoontje. Ze heeft me wel drie keer bedankt.
Ferry:
(Maakt overwinningsgebaar) Yes! Gelukt (Hij gaat rechtop zitten om een computerspelletje te spelen.) Computergeluiden
Oma:
Dat lijkt me voor een zieke niet zo gezond. (Neemt het computerspel af) Ik heb pas een goed medicijn. (Trekt een enorm groot sprookjesboek tevoorschijn) 5
Scène 4 Lied: In het grote sprookjesbos/Efteling?? Ferry:
(Wijzend op het enorme sprookjesboek.) O fijn voorlezen, daar hebben papa en mama geen tijd voor en de meeste juffen en meesters op school ook niet.
Oma:
Nee jongen het is maar goed, dat je één keer in de zoveel tijd ziek bent, want dan kunnen we de schade inhalen. (Begint voor te lezen.) Er was eens... lang... heel lang geleden een boze stiefmoeder. (sheet kasteeldecor) Harpmuziek (Stiefmoeder komt blij huppelend op). Opnieuw…! Het is een bóze stiefmoeder... Er was eens lang... heel lang geleden een boze stiefmoeder. (stiefmoeder weer op, kijkt overdreven op een felgekleurd sporthorloge In een tijd waarin er nog geen horloges waren. (geïrriteerd) Opnieuw...! Harpmuziek Er was eens lang... heel lang geleden een boze stiefmoeder (stiefmoeder weer op) en die sprak tot haar spiegel.
Stiefmoeder: (zingt) Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, vertel eens… wie is de mooiste van het land? Spiegel:
Oh, koningin, gij zijt schoon, maar Sneeuwwitje is duizendmaal schoner dan gij. (Koningin ontsteekt in woede. Ze roept boos de lakeien.) Lakeien….! Aantreden…! (Lakeien komen al buigend op.)
Lakei 1:
Majesteit, uw nederige dienaren onderwerpen zich geheel aan uw wensen.
Lakei 2:
Want in tegenstelling tot de ons omringende landen, hebben wij nog wel een groot respect voor onze monarchie.
Stiefm.:
Ja, het is wel goed.
Lakei 1:
U wenst majesteit?
Stiefm.:
Ik wil de jager... en wel onmiddellijk! Gaat heen en zoek!
Lakei 2:
Uw wil geschiede naar uw woord. (Lakeien gaan af)
Stiefm.:
Ja, schiet nou maar op!
Lakei 1:
(Lakei 1 komt op) Majesteit, wie we nou toch tegenkwamen op de gang. (Er klinkt muziek van James Bond) (Dan komt lakei 2 met de jager op. Hij heeft een groot geweer bij zich, dat hij onbewust steeds op de stiefmoeder richt, deze wendt dit steeds af.)
6
Jager:
(Presenteert zich als een soldaat) Op de plaats rust! (Staat naast de lakeien en plaatst tijdens de begroeting het geweer op de tenen van de lakei 2.) U heeft gebèèèèèld....!! Wat is uw bevèèèèl...!!
Stiefm.:
Jij gaat nu Sneeuwwitje voor me doden.
Jager:
Sneeeeeeeuwwitje....!! (Op gewone toon tot de lakei 1) Sneeuwwitje.... Dat is toch dat meisje met die rode muuuuuuts?
Lakei 1:
In het geheel niet en sla niet zo’n toon aan tegen onze vorstin.
Jager:
Sorry, (tegen stiefmoeder) eh, sorry Sneeuwwitje. Die van dat speculaashuisje?
Lakei 2:
Wederom onjuist.
Jager:
Of was zij diegene die 100 jaar lag te meuren?
Lakei 1:
Beslist niet. De jongedame in kwestie, Sneeuwwitje, is een bevallige schoonheid die wakker gekust moet worden door een witte prins op een knap paard.
Jager:
(richt geweer) We gaan niet dollen, een witte prins op een knap paard!
Lakei 1:
(wendt het geweer af) Dit was een abusievelijk verspreking. Dus verschoning, Sneeuwwitje moet wakker gekust worden door een knappe prins op een wit paard.
Stiefm.:
Sneeuwwitje, dat is mijn stiefdochter. Dus waar wacht je op, want je weet zeker wel wat de bedoeling is.
Jager:
(Maakt gebaar langs de hals.) Komt voor de slager, majesteit. (Slaat hakken tegen en elkaar en gaat af met..) Een, twee, drie! Een, twee, drie!
Lakei 2:
Dat komt vast voor de bakker. Harpmuziek (Spelers bevriezen. Licht uit. Decorwissel van kasteel naar huisje dwergen. Licht aan op de slaapkamer van Ferry.)
7
Scène 5 Ferry:
Slaat u dit stuk maar over oma, want dat vind ik zo eng en bloederig met dat uitgesneden hart.
Oma:
Maar wil je dan wel, dat ik nog verder voorlees?
Ferry:
Ja, ga maar direct naar dat huisje van de zeven dwergen. Harpmuziek. (Verplaatsing naar het sprookjestoneel. Sheet interieur Anton Pieckhuisje. Sneeuwwitje is al op. Ze eet wat van een bordje, drinkt uit een beker en gaat tenslotte rusten. Dan komen de dwergen op.) Muziek:Hé-ho. (In vlot tempo zeggen elke van de dwergen één woord van een zin.)
Dwerg 1: Dwerg 2: Dwerg 3: Dwerg 4: Dwerg 5: Dwerg 6: Dwerg 1: Dwerg 2:
Hé wie heeft er van mijn bordje gegeten?
Dwerg 3: Dwerg 4: Dwerg 5: Dwerg 6: Dwerg 1: Dwerg 2: Dwerg 3: Dwerg 4:
En wie heeft er uit mijn bekertje gedronken?
Dwerg 5: Dwerg 5: Dwerg 6: Dwerg 1: Dwerg 2: Dwerg 3: Dwerg 4: Dwerg 5: Dwerg 6:
Hé jongens, moet je daar eens kijken! (wijst naar Sneeuwwitje) Daar ligt een heel lief meisje te slapen
Sneeuwwitje: (wordt wakker) Wie zijn jullie? Dwerg 1: Dwerg 2: Dwerg 3:
Wij zijn de 8
Dwerg 4: Dwerg 5:
zeven dwergen
Sneeuwwitje: Zeven??? (tellend) Ik tel er maar zes. Dwerg 6: Zes??? (op commandotoon) Tellen! Dwerg 1: 1 Dwerg 2: 2 Dwerg 3: 3 Dwerg 4: 4 Dwerg5: 5 Dwerg 6: 6 Alle Dwergen : Oh... Doopey!! Dwerg 1:
Waar halen we een Doopey vandaan? (Kijken als groep de zaal in.)
Dwerg 2:
Oh..., hier zitten zat Doopeys.
Dwerg 3:
Maar wie is nou de juiste.? (Ze overleggen eerst onderling in een rugbyscrum; hierbij wijzen ze enkele mensen in de zaal aan en bespreken deze zogenaamd: “te lang”, “te slim”, “niet knap genoeg”, etc.)
Dwerg 4:
(Alsof hij een groot artiest aankondigt.) We nemen….. Tromgeroffel: (Dan wordt unaniem naar dezelfde persoon gewezen.)
Dwerg 1:
(Ziet een ouder in de zaal.) Hé, Doop, slome, waar blijf je nou? Kom nou! (Ouder komt naar het toneel.)
Dwerg 2:
Doop, jongen, wat zie je eruit!
Dwerg 3:
Ga je maar gauw verkleden.
Dwerg 6:
Kom jongens, we moeten weer aan het werk.
Dwerg 4:
Zorg jij maar voor de schoonmaak, de was en het eten, dan mag je voorlopig wel even blijven. (Alle dwergen gaan af Sneeuwwitje rommelt wat in het huis. Stiefmoeder klopt aan. Ze heeft een fruitmand bij zich. Ze presenteert een appel.)
Sneeuwwitje: Knibbel, knabbel, knuisje, wie klopt daar aan mijn huisje? Stiefmoeder: Dat is een ander sprookje, doe open. (Deur gaat open) Wil je een lekker appeltje? (Presenteert appel.) Sneeuwwitje: Nee; daar trap ik mooi niet in. Ik ken mijn klassiekers, dus geef mij maar een banaan. Stiefmoeder: (Overhandigt een banaan. Sneeuwwitje eet ervan en valt dan neer. De stiefmoeder gaat vals gniffelend af). Dom wicht, nu ben ik weer de mooiste. Spiegeltje, spiegeltje…. ik kom er aan. Even een selfie maken (maakt een selfie en gaat af) (Dan komen de dwergen op.) 9
Lied klinkt. (Doopey heeft een pruik, muts en rode cape. Tijdens het zingen ontdekken ze, dat Sneeuwwitje op de grond ligt.) Heho-Heho- O-O-O-o-ho-hooooo.) (Dwerg pakt de bananenschil op) (Dwergen zingen op de melodie van het Wilhelmus ieder één regel van het lied.) Requiemlied: Och jee zeg, ze is heen gegahaan. De truc met dehe banaan. ‘t_Was vast weer de boze stiefmoede-her, dat oude valse loeder, We-he moe-ten nu met veel vaart op zoek naar onze prins, de prihihihins van haar dromen op zijn wi-hit-te Doopey:
(Een dwerg stoot Doopey aan.) paard
Dwerg 1:
We gaan die prins zoeken.
Dwerg 5:
Ik schakel de politie en dan de radio en de televisie in. Ik post een statusupdate op Facebook en gooi er ook gelijk een Tweet uit!
Dwerg 6:
Maar laten we eerst Sneeuwwitje eens op een waardige plaats neerleggen. (Ze bukken en tillen sneeuwwitje op. Ze leggen haar achter het schimmendoek. Daar bevriezen ze. Schimmen lamp uit. (Ook Doopey bevriest) Harpmuziek
Oma:
Diep bedroefd pakten de dwergen Sneeuwwitje op en legden haar in het grootste bed. Toen gingen de dwergen... (Dan gaat de bel. Oma legt het boek neer en staat op om de deur open te gaan doen.) Wie kan dat nou zijn? Ik ga wel even kijken. (Oma gaat af.)
10
Scène 6 Ferry:
(Staat op.) Hè hè... eens even wat anders... Misschien is er iets op tv. (Zet tv aan.) Leader Holland’s Got Talent Ah, leuk, de herhaling van Holland’s Got Talent!. Ferry gaat in bed zitten en kijkt naar de tv)
Presentator: Welkom dames en heren bij weer een nieuwe aflevering van Holland’s Got Talent. Ook vandaag zit onze show weer bomvol talenten. (richt zich tot………. ) En wat gaan jullie ons vandaag laten zien? Artiest 1:
Wij gaan vandaag een ……. act laten zien.
Aanvullen
Omroeper:
Wij onderbreken deze uitzending voor een politiebericht. De politie van IJsselstein vraagt uw aandacht voor het volgende.
Politieagent: Sinds hedenochtend tien uur zijn wij op zoek naar een knappe prins rijdend op een wit paard. Eenieder die inlichtingen kan verschaffen omtrent zijn huidige verblijfplaats, wordt verzocht contact op te nemen met de politie in het Grote Sprookjesbos of met de plaatselijke politie. Einde politiebericht. Vervolg act Holland’s Got Talent. (Ferry kijkt aandachtig naar de tv, maar hoort dan een deur dichtslaan. Zet snel de tv uit en gaat weer in zijn bed liggen. Oma, de dokter en verpleegster komen op.)
11
Scène 7 Oma:
Gaat u voor.
Verpleegster: Ja, uw dochter belde ons vanmorgen met het bericht, dat haar zoon ziek is. De dokter was eigenlijk bezig met de behandeling van iemand die schoolziek was, (Ferry schrikt) maar volgens uw dochter was het nogal ernstig, dus hebben we die open hartoperatie maar even onderbroken. Dokter:
(Dokter is bijziend en heeft jas met bloedvlekken aan.) Ik zal even de pols voelen (Voelt de pols van oma.) Oh, dat is een beetje zwakke pols.
Verpleegster: Dokter! Dat is niet de patiënt. Die ligt hier in bed... Dokter:
(Gaat op de tast naar Ferry). Laat ik eerst maar eens de hartslag opnemen. (Verpleegster geeft de stethoscoop aan aan de dokter, (Ferry pakt de wekker en houdt de wekker voor zijn borst, stuurt de stethoscoop naar de wekker. Geluid wekker. (Oma is in haar stoel gaan zitten.) Zo, dat is wel een regelmatige hartslag, maar het is wel wat te snel. Het zou kunnen duiden op een virus. Haal eens diep adem jongeman (Ferry haalt met een benauwd en overdreven gevoel adem.) Nee, ik denk inderdaad dat het een virus is. Daar heb ik wel wat pilletjes voor. (Verpleegster pakt een grote zak M&M‘s, legt deze naast de tas om vervolgens een doosje pillen te pakken en wil deze aan de dokter geven. De dokter geeft echter de zak M&M’s al aan Ferry.) Pak de rode pilletjes er maar uit jongen en niet stiekem een ander kleurtje pakken, want ik ben dan wel wat bijziend, maar ik ben niet gek. (Ferry kijkt vrolijk, pakt een hand M&M’s en propt deze in één keer in zijn mond. De verpleegster pakt de zak af en overhandigt hem de strip pillen. Ferry kijkt erg beteuterd) Nou jongeman, het beste... ik ga weer verder met mijn operatie. (Wil de zaal inlopen)
Verpleegster: Dat gaat niet goed. Kom maar hier dokter, deze kant op. Oma:
Ik loop wel even met u mee naar de deur.
Dokter:
(Al lopende) Zorgt u ervoor, dat de patiënt de kuur afmaakt. Ik schat een paar dagen in bed (Ferry begint te juichen) en dan is ie er wel weer bovenop. (Gaat af)
Oma:
(Als de dokter van het toneel is.) Denkt u om het afstapje! (Er volgt geluid van lawaai) Hij is nog doof ook. Nou ja, wie niet luisteren wil, moet maar voelen. (Gaat weer in haar stoel zitten.) Nou ja, Ferry, het valt dus allemaal wel mee. Waar waren we gebleven. (Pakt het sprookjesboek.) Oh ja, diep bedroefd pakten de dwergen Sneeuwwitje op en legden haar in een glazen kist. Toen gingen de dwergen ieder op zoek naar de knappe prins op het witte paard. Harpmuziek. (Schimmenlamp aan, dwergen komen tot leven. Ze komen van achter het schimmendoek weet daarna weer het toneel op.)
12
Scène 8 Dwerg 1:
Laten we de prins gaan zoeken.
Dwerg 6:
Prins?.. prins? Waar hebben we nou een prins voor nodig?
Dwerg 1:
De prins hebben we nodig om haar weer tot leven te zoenen.
Dwerg 2:
We moeten ook zoeken in het grote sprookjesbos.
Dwerg 3:
Laten we Luilekkerland niet vergeten.
Dwerg 5:
En jij Doop……jij gaat helemaal nergens naar toe. Jij blijft hier. En om te voorkomen dat je weer in slaap valt, krijg je een mobieltje, zodat je ons kunt bellen, of wij jou kunnen bellen. (Doopey gaat naar de zaal. Schimmenlamp uit. Sneeuwwitje af. Alle dwergen gaan af. Sheet bosdecor) Vogelgeluiden (Dwerg 3 en 4 komen op)
Dwerg 3:
Loop je al een uur te zoeken, nog geen glimp van een prins.
Dwerg 4:
Ik zie door de bomen het bos niet meer.
Dwerg 3:
Je vindt nog eerder een goede leerkracht voor het basisonderwijs dan een prins (Een hijgende wolf loopt met een TomTom verdwaasd heen en weer over het toneel)
TomTom:
Bij de volgende boom linksaf. (Wolf loopt een stukje.) Neem de afslag (gaat rechtsaf). Keer om (Loopt achteruit terug.) Bij de volgende …….(Geluid sterft weg, omdat de batterijen op zijn.)
Wolf:
Nee hè… de batterijen op ….. (haalt een snoertje uit zijn zak.) Tja, stroom in een bos. Hé. zouden ze hier groene stroom hebben? (Zoekt, maar vindt niets) Dan maar weer een ordinaire kaart. Zóó 2002. (Kijkt op stratengids en loopt achteruit tegen de dwergen op. De dwergen grijpen hem in zijn kladden.)
Dwerg 4:
Waar ben jij nou mee bezig?
Wolf:
Ik zoek oma.
Dwerg 3:
(Rukt de stratengids uit zijn handen.) Waar heb jij op school gezeten? (Zoekt in de gids.) K, L, M, N, O-o-o-o-o oma. Kijk hier staat het. (Slaat de bladzijde om.) Oh, kijk (wijst in boek aan) bij de derde boom links. Dan bij de struiken rechts aanhouden en bij de verkeerslichten rechtdoor.
Dwerg 4:
Het touwtje hangt uit de deur.
Wolf:
Oké, bedankt (Rent in de richting van oma, die in haar schommelstoel schrikt)
Dwerg 3:
Nee, die niet, dat is de verkeerde oma. (tot oma) Sorry hoor oma. (De wolf gaat af)
Dwerg 4:
Hé, kijk daar eens. Een meisje met een rood jasje, een rood mutsje en een mandje... 13
(Roodkapje staat verscholen achter een boom en komt voorzichtig tevoorschijn) Dwerg 3:
Dat zal dan Doornroosje wel zijn.
Dwerg 4:
Nee, joh, die is toch niet bang voor de boze wolf. (Dwergen gaan zingend op lied af, houthakker komt zingend op.) Lied Roodkapje
(Houthakker en roodkapje staan op podium, klas zit vooraan): Wie is er bang voor de boze wolf wie is er bang? "Roodkapje, Roodkapje, Roodkapje Waar ga je heen?" "Naar oma, naar oma, naar oma Al met lijn 1" "Wees je voorzichtig en kijk je goed uit De stad is vol gevaren en met name hier in Zuid Praat niet met een vreemde en let goed op je poen Geen domme dingen doen" "Roodkapje, Roodkapje, Roodkapje Waar ga je heen?" "Naar oma, naar oma, naar oma Dat zeg ik net" "Let goed op de auto's en de skateboards op de stoep Dieven en verkrachters en trap niet in de poep
Niet spelen met de lift in grootmoeders flat Er is pas iemand geplet" "Roodkapje, Roodkapje, Roodkapje Waar ga je heen?" "Naar oma, naar oma, naar oma Ben je doof ofzo?" "Ach moeder, ik zou graag weer verhuizen uit de stad Ik vond het vroeger fijner in dat veilige gat In het bos daar zat die wolf Maar je wist wat je er aan had De stad die ben ik zat" "Roodkapje, Roodkapje, Roodkapje Waar ga je heen?" "Naar oma, naar oma, naar oma Dove!" Wie is er bang voor de boze wolf Wie is er bang?
14
Scène 9 (Op het toneel lopen Hans en Grietje te zoeken. Zij komen Dwerg 1 en 2 tegen.) Hans:
Wat loop je nou toch te zuchten Grietje?
Grietje:
Ja, in dat sprookje van ons staat wel dat we de heks overwonnen hebben en dat we nog lang en gelukkig zullen leven, maar voorlopig kunnen we de weg naar ons huis nog niet eens vinden.
Hans:
Kan ik het helpen. Die vogels hebben bijna al onze broodkruimels opgegeten.
Assepoester: (Is achteruitvegend opgekomen.) Nee, dat heb ik gedaan. Hans:
Wie ben jij dan?
Assepoester: Ik ben Assepoester. En wie zijn jullie? Hans:
Wij zijn Hans en Grietje.
Assepoester: Maar in het sprookje is Hans toch degene die wordt vetgemest? Hoe kom jij dan zo dik? Ben je soms zwanger? Grietje:
Nee, ik heb de heks opgegeten, nou goed? Trouwens wat zie jij er uit?
Hans:
Dus jij bent Assepoester?
Assepoester: Inderdaad, ik heb het ook niet zo gemakkelijk. Grietje:
O, ja, dat was met die stiefzussen, dat glazen muiltje en dat bal.
Hans:
Dus jou zoeken ze ook?
Assepoester: Hoe bedoel je dat? Grietje:
Iedereen lijkt hier iedereen wel te zoeken.
Hans:
We kwamen net een stel dwergen tegen, die op zoek waren naar een knappe prins op het witte paard.
Grietje:
En jij wordt gezocht in verband met een schoentje.
Hans:
Wij zijn op zoek naar ons eigen huis, want we willen nu wel zo langzamerhand gaan genieten van dat lange en gelukkige leven. Kom op we gaan (Hans en Grietje gaan af.)
Assepoester: Op zoek naar een lang en gelukkig leven ben ik ook, maar dat lijkt nog ver weg. Gedicht met achtergrondmuziek (Assepoester hangt op bezem en kijkt droevig voor zich uit terwijl zij het gedicht voordraagt.)
15
Ik woon bij m’n boze stiefmoeder. Ze is oneerlijk; ‘t gemene loeder Ook m’n stiefzussen die doen mee. Ik haat ze echt; ja alletwee Heel de dag ben ik aan het werken, maar verdriet laat ik niet merken Lig ik voortdurend op m’n knietjes, drinken zij thee met theebiskwietjes En kijk nou naar mijn oude kleren. Ze zijn vies en ruiken flink. Welke man wil mij begeren, als ik zo naar boenwas stink Maar ‘s nachts in mijn dromen, mag ik op een dansfeest komen.
Een knappe prins droom ik erbij en hij kijkt alleen naar mij In mijn baljurk van satijn zal ik daar de mooiste zijn Heel de avond samen dansen, dromend, zwevend op de maat Oneindig lang te mogen sjansen, maar oh jee, het is al laat De fee zei, dat na twaalf uren de droom niet langer meer kan duren. Ik struikel van de trappen. Ik ga haast op mijn snuit . En u zult het vast wel snappen, schiet m’n glazen muiltje uit. Zal ik hem ooit wederzien? Misschien.... misschien
(Veegt nog wat en gaat vervolgens af. )
16
Scène 10 Drie herauten komen met trompetten op. Er klinkt trompetmuziek Heraut 1:
De lakeien van de prins!
Heraut 2:
Gaat u allen staan
Heraut 3:
Een kleine buiging…. en …… u kunt weer plaatsnemen.
Lakei 3:
Dames.. en in dit geval géén heren, ik wil u vragen uw medewerking te verlenen bij het volgende. Gisteren heeft mijn heer, de prins van het Sprookjesbos, een bal gegeven.
Lakei 4:
Daar heeft hij een knappe dame ontmoet. Het enige dat hij nog heeft, nadat deze dame plotseling om twaalf uur verdween, is dit muiltje. (Toont een plastic waterschoen. Er klinkt hoefgetrappel
Lakei 3:
(Dan komt de prins op.) Oh, daar zul je onze koene ridder hebben. (De prins komt met obenen op.) Meester, waar is uw paard?
Prins:
(Kijkt tussen zijn benen.) Paard??? Paard??? Oh, mijn paard. Die heb ik daar neergezet. Daar stond een groot blauw bord met een witte P, de P van paard. Maar goed, hebben jullie al wat gevonden?
Lakei 4:
Nee, zover waren we nog niet.
Prins:
Schiet dan op. ik heb niet de hele dag de tijd.
Lakei 3:
Dames, wilt u allemaal uw linkerschoen uitdoen.
Prins:
(Pakt de schoen over.) Zo…, en wie heeft er dan hier zo’n grote muil? Eens even kijken...kom jij eens hier... (wijst leerkracht of ouder aan en als deze vlak bij het toneel is.) Oh nee laat maar.... Nee.., ze was véél knapper. (wijst drie ouders aan.) U, u en u, kom eens hier. (de ouders komen op het toneel.) Loopt u eens een stukje. (tot de lakei) Nou, er zit weinig koninklijks bij.
Lakei 4 :
Een beetje prins kiest toch voor maxima.
Lakei 3:
Ja, dit lijkt me eerder minima.
Prins:
Past u dan voor de zekerheid maar even (ouders passen de schoen. Ondertussen gaat Sneeuwwitje achter schimmendoek op haar plaats liggen.) Wie de schoen past, trekke hem aan... (na het passen.) Dames, het spijt me, maar ik kan u niet meenemen naar mijn paleis.
Lakei 4:
U mag weer terug naar waar u vandaan kwam.
Prins:
(Twee dwergen komen op. Muziek he-ho) Helaas als prins heb ik hier niets meer te zoeken.
Dwerg 1:
Prins? Prins? Wat hoor ik? Bent u een prins?
Dwerg 2:
Ik dacht het al, want ik zag hier een wit paard staan. 17
Prins:
Ik ben inderdaad een prins.
Dwerg 2:
Wat doet u hier?
Lakeien:
Hij is op zoek naar de vrouw van zijn dromen
Dwerg 1:
Dat komt dan mooi uit, want de vrouw van zijn dromen hebben wij. Loopt u maar even mee. (Dwerg 1 neemt de prins mee. Bosdecor uit. Schimmenlamp aan. Dwerg 2 blijft op het toneel.)
Dwerg 2:
Door een zoen van de prins van haar dromen, zal Sneeuwwitje weer tot leven komen. tromgeroffel (Prins kust Sneeuwwitje, maar deze wordt niet wakker. Dan klinkt..) zeperdgeluid Helaas... u kunt wel weer gaan. U bent niet de prins die wij zoeken.
Dwerg 1:
(Dwerg 1 komt weer op met de prins. ) Dus ook geen reiskosten. Hup, wegwezen. (Prins en herauten gaan af. De lakeien gaan er met het schoentje op een presenteerblaadje achteraan.)
Dwerg 1:
Doopey, je zou toch opletten en ons waarschuwen als je een prins zag. Let je voortaan een beetje beter op?
Dwerg 2:
En denk erom, je moet ons direct bellen, als je een prins ziet. (dwerg 1 en 2 gaan af) (Dwerg 5 en 6 komen op.) Muziek he-ho
Dwerg 5:
Ik heb het wel gehad nou.
Dwerg 6:
Kunnen we die prins niet op het internet zoeken? Bij www.sprookjesprins.nl Harpmuziek (Dwergen bevriezen.)
18
Scène 11 Deurbel (Bij Ferry) Ferry:
Hoor ik nou de bel, oma?
Oma:
Ja jongen, ik ga al.
Ferry:
Yes, weer effe tijd voor mezelf. Muziek. (Muziek wordt onderbroken door een …) Bericht
Voice over:
Wij onderbreken deze uitzending voor extra verkeersinformatie. Op de P13 tussen Paardevoort en Hengstendam is een spookruiter gesignaleerd. Wij raden u aan om rechts te blijven draven, niet in te halen en de spookruiter met gehinnik te waarschuwen. Muziek (Deur gaat open.)
Oma:
Ferry, het is je vriendin Maaike. Kom maar verder Maaike. Je hoeft niet zo te blozen (Een blozende Maaike met roodgeverfde wangen komt op.)
Maaike:
(stuntelig) Ha Ferry.
Ferry:
Ha Maaike.
Maaike:
Ik heb bloemen meegenomen
Ferry:
Voor mij? O wat leuk! (Gaat rechtop in bed zitten en laat merken dat hij Maaike leuk vindt.)
Maaike:
Dat moest van m’n moeder. (Ferry zakt teleurgesteld onderuit.)
Oma:
Zal ik die dan maar even in het water zetten. Dan zijn jullie even alleen, want jullie zullen elkaar wel een hoop te vertellen hebben. (Er volgt een stuntelig gesprek tussen Ferry en Maaike. Met veel stiltes)
Ferry:
Ja... eh
Maaike:
Leuk toch
Ferry:
Ach
Maaike:
Nou maakt toch niets uit!
Ferry:
Zeker!
Maaike:
Ja...
Ferry:
Nou… eh…
19
Maaike:
Ja, ik ook. (Oma komt weer op.)
Oma:
Zo, jullie hebben zeker even bij kunnen praten.
Ferry:
Nou, zeker.
Oma:
En hoe was het op school?
Maaike:
Ze geloven op school niet allemaal dat je echt ziek bent. Maar ik niet hoor. Ik vond het wel jammer, dat je je spreekbeurt niet kon doen.
Ferry:
Ja, ik had het nog zo goed voorbereid.
Maaike:
Juf Judith had een vergadering maar de meester komt vanmiddag ook nog even langs met een stel kinderen. Misschien kun je hem dan direct de voorbereiding van je spreekbeurt laten zien. (Ferry schrikt)
Ferry:
Hè, komt de meester ook nog? Maar ik voel me nog wel een beetje zwakjes en misschien is het wel besmettelijk. (Kijkt paniekerig)
Oma:
Blijf je ook Maaike? Ik was net bezig met voorlezen.
Maaike:
Wat is dat, voorlezen?
Ferry: Maaike:
Ja, dat is iets van de vorige eeuw, maar wel gaaf. O, jij zou vandaag je spreekbeurt over sprookjes doen, maar jij was er niet en toen heeft de meester een gedichtje gedaan over Roodkapje..…ik denk dat het nog wel weet ….even kijken…. Roodkapje en de wolf Op een der eerste lentedagen voelde wolf de honger knagen, dus klopte hij bij grootmoe aan. Zij deed open, zag hem staan met scherpe tanden, valse lach. Hij gromde grijnzend: ‘Goedendag!’ De arme grootmoe schrok zich naar: straks eet hij me op met huid en haar Ze sloeg de spijker op zijn kop, want hij vrat haar in één hap op. Maar grootmoeder was taai en schriel, hetgeen de wolf maar slecht beviel. ‘Ze is te weinig’, klaagde hij, ‘dat is toch geen heel maal voor mij. Na zo’n schriel scharminkel moet je als wolf minstens nog een toetje’ Terwijl hij heel boosaardig lachte, Zei hij: Ík denk dat ik zal wachten tot Roodkapje, ’t mals jong ding, terugkomt van haar wandeling’. Grootmoes kleren, moet je weten, Die hij natuurlijk niet had opgegeten Heeft hij opgeraapt en aangetrokken;
20
Haar jas, haar muts en ook haar sokken. Hij kamde en krulde zelfs zijn haar. In grootmoes stoel zat Wolf toen klaar. Het kleine meisje kwam al gauw En vroeg aan Wolf traditiegetrouw: ‘O, Grootmoe, wat heb je een grote oren’ ‘Dan kan ik beter horen” ‘Wat een grote ogen!’zei ze zoet ‘Dan kan ik beter zien wat je doet’ zei de Wolf, terwijl hij naar haar staarde, en watertandde en likkebaardde. Na dat karkas, vol bot en haar, Dacht hij, smaakt zij als kaviaar. Maar Roodkapje knipoogde en zei: ‘O, wat een mooie bontjas heb jij!’ ‘Fout!’riep Wolf haar nijdig toe. ‘Wat heb je een grote tanden, grootmoe, Dat moet je zeggen, ezelskop. Nou ja, dan eet ik je zo maar op’. ’t Kind lacht en trekt in een wipje Een revolver uit haar slipje. Ze richt hem op het grote beest En beng, beng …… die is er geweest! Een week of wat later, ik weer het nog goed, Heb ik in het bos Roodkapje ontmoet. Ik herkende haar bijna niet, dat snap je, zo zonder cape en zonder rood kapje. ‘Hallo!’ riep ze vrolijk, ‘Zie je wel mijn prachtige bontjas van WOLVENVEL!’
Oma:
wat een moderne fratsen…(schudt haar hoofd) Harpmuziek
21
Scène 12 Oma:
De dwergen zijn nog steeds op zoek naar de knappe prins, totdat ze opeens muziek hoorden. Carnavalsmuziek
Dwerg 5:
Zou dat de prins zijn? (Prins komt in polonaise op met een aantal carnavalsvierders in diverse kleding en probeert de zaal in een carnavalsmedley mee te krijgen.)
Prins Carn.:
Alaaf! Ik heb op de radio gehoord, dat jullie op zoek zijn naar een prins. Nou hier ben ik dan. Alaaaf
Dwerg 6:
U een prins????
Dwerg 5:
U ziet er niet echt als een prins uit.
Prins Carn.:
Maar er moest toch hier nog even gezoend worden? Alaaf!
Dwerg 5:
Niks ervan.
Dwerg 6:
Iedere prins moet een kans krijgen. (Gaat met prins Carnaval naar Sneeuwwitje achter het Schimmendoek.)
Dwerg 5:
Door een zoen van de prins van haar dromen, zal Sneeuwwitje weer tot leven komen. Tromgeroffel (Prins Carnaval kust Sneeuwwitje, maar deze wordt niet wakker. Dan klinkt..) Zeperdgeluid Helaas…… u kunt wel weer gaan, u bent niet de prins die wij zoeken. (Prins Carnaval gaat teleurgesteld af)
Dwerg 6:
Hé Doop, gaat het allemaal nog?
Dwerg 5:
Blijf je wel wakker? (Prinses komt op met een emmertje en zoekt.)
Dwerg 6:
Wat ben jij aan het doen?
Prinses:
Ik zoek kikkers.
Dwerg 5:
En verder gaat het wel goed met je?
Dwerg 6:
Kikkers, waar heb je die voor nodig?
Prinses:
Ken jij het sprookje “De Kikkerprins”niet?
Dwerg 5:
Nee, hoe gaat het dan?
Prinses:
Als je de juiste kikker of pad zoent, wordt dat een prins
22
Dwerg 5:
Oh, dus daarom ben je aan de paddo’s.
Dwerg 6:
Laat mij dat eens proberen, want wij zijn ook op zoek naar een prins.
Prinses:
Nee, dat gaat niet, want alleen een prinses kan een kikker tot prins zoenen.
Dwerg 5:
Doe er dan eens een paar voor ons.
Dwerg 5 en 6: (scanderen) Zoenen-zoenen-zoenen-zoenen. (Prinses zoent een aantal kikkers.) Prinses:
Nee, deze is het niet Nee die doet het ook niet.... Nee, ook niet.
Dwerg 6:
Dit is dus niks. Weet je wat, probeer er nog een paar en als je nou wat kikkers over hebt, breng ze dan naar Doop (Wijst naar Doopey in de zaal.)
Dwerg 5:
Dus je weet het Doop. Ze kan kikkers bij je komen brengen. (Prinses en dwergen gaan af.)
Dwerg 3:
(op met dwerg 4) Dat gaat helemaal fout zo. Zouden we wel het goede sprookje hebben?
Dwerg 4:
Ja, hoe kan ik dat nu weten? Het is allemaal al zo lang geleden. Ik haal ook al die sprookjes door elkaar.
Dwerg 3:
Wacht eens. (kijkt naar de zaal) Zij zullen het toch allemaal wel weten. Ik weet wel iemand die ze dat op een leuke manier kan vragen. Tune quiz (Presentator komt op met kroon op zijn hoofd.)
Presentator: Wat geweldig, dat wij alweer de 50ste aflevering mogen uitzenden van “quizzen met kwibussen!” (tegen het publiek) Leuk dat u zich allen vrijwillig heeft aangemeld! (zacht zgn in oortje) Uit welk bejaardentehuis hebben we dit publiek weggetrokken? Het is dan wel omroep Max, maar zo halen we nooit voldoende kijkcijfers! Nou goed. Ik leg het u één keer uit ….(zachtjes) hoop ik. U krijgt steeds een vraag met twee antwoorden. U blijft staan zolang u het goede antwoord heeft gegeven. Omdat het over prinsen gaat, spelen wij het spel “kroontje op, kroontje af”. Een voorbeeld: Is het –kroontje op- het sprookje Ali Rover en de 40 Baba’s of –kroontje af- Ali Baba en de 40 rovers? Het is natuurlijk Ali B en de 40 rovers/ Gesnapt? Gaat u allen staan. Pakt u allemaal uw uitnodiging voor deze avond. Zoals u ziet is dit een kroontje. Kiest u voor het antwoord behorend bij ‘kroontje op’, dan zet u het…………(wacht tot het publiek ‘kroontje op’ roept, spoort ze evt. aan). Heel goed…… en kiest u voor het antwoord behorend bij ‘kroontje af’, dan houdt u het……… …………(wacht tot het publiek ‘kroontje of’ roept, spoort ze evt. aan). (niet heel enthousiast) Nou, dat zal wat worden, zeg…. Goed. Latten we beginnen! Quizmaster controleert steeds de goede antwoorden en laat alleen de mensen staan, die steeds de goede antwoorden geven. Kroontje op: Sneeuwwitje is geschreven door Hans Christian Andersen Kroontje af: Sneeuwwitje is geschreven door de Gebroeders Grimm* Kroontje op: De Bremerstadsmuzikanten zijn een trio, dus met zijn drieën 23
Kroontje af:
De Bremerstadsmuzikanten zijn een kwartet, dus met zijn vieren*
Kroontje op: De zeemeermin geeft haar stem aan de zeeheks in ruil voor haar benen* Kroontje af: De zeemeermin geeft haar zeepaard aan de zeeheks in ruil voor haar benen Kroontje op: De drie biggetjes maken hun huis van steen, stro en klei Kroontje af: De drie biggetjes maken hun huis van steen, stro en hout* Kroontje op: De stiefmoeder verleidt Sneeuwwitje met een appel, een Goudrenet Kroontje af: De stiefmoeder verleidt Sneeuwwitje met een appel, een Elstar Dwerg 3:
Stop maar met die onzin
Dwerg 4:
Dat zijn toch geen vragen.. straks krijgen we nog de vraag of de kruimels van Klein Duimpje van bruin brood of wit brood waren.
Presentator: Kroontje op: waren de broodkruimels bij Klein Duimpje… Dwerg 3:
Wegwezen…we zijn op zoek naar een prins, niet naar een kwibus. (presentator en dwergen 3 en 4 af)
24
Scène 13 (Dwerg 1 en 2 en dwergen 5 en 6 komen op met..) He-ho (Ze hebben iemand in het verband bij zich.) Dwerg 1:
Kijk eens wat we in de berm van de P13 hebben gevonden?
Dwerg 5:
Wat is dat dan?
Dwerg 2:
Het was waarschijnlijk die spookruiter, (lachend) maar weet je wat ie zegt?
Dwerg 1:
Nee, laat het hem maar zelf zeggen.
PC:
Wij zijn Pieter-Christiaan.
Dwerg 6:
Wij? Ja, wie ben je nou Pieter of Christiaan?
PC:
Wij zijn Pieter-Christiaan, maar zeg maar Piet.
Dwerg 1:
Nou, die klap is wel hard aangekomen
Dwerg 2:
Hij Pieter-Christiaan; ja hoor dan ben ik Frans Bauer!
PC:
(geeft hem een hand) Aangenaam, meneer Bauer, wij zijn Pieter-Christiaan en ik waarschuw u wat beleefder te doen tegen een prins, want mijn vader hoort alles.
Dwerg 5:
Wat ziet u er uit, hoogheid? Wat is er gebeurd?
PC:
Ik heb me vergaloppeerd. Er reden wel honderd spookruiters aan de verkeerde kant van de weg en toen ben ik geraakt en op m’n achterhoofd gevallen
Dwerg 6:
Ja, dat hadden we al gemerkt.
Dwerg 1:
(twijfelt) Maar stel je nou eens voor, dat het echt een prins is.
Dwerg 2:
Dat kunnen we toch wel even testen. Laten we hem maar eens een paar vragen stellen over de Koninklijke familie waarop alleen een echte prins het antwoord kan weten. Vindt uwe Koninklijke Hoogheid dat goed? (prins knikt)
Dwerg 5:
Vraag 1: Welke tante van je fluistert met bomen.
PC:
Dat is Hare Koninklijke hoogheid tante Irene.
Dwerg 1:
Oké, nog een: Naar welke hond is je opa genoemd?
PC:
Dat is opa Bernhard.
Dwerg 6:
Hoe heet de spreekbeurt van je neef op de Derde Dinsdag in september?
PC:
Dat is de troonrede.
Dwerg 1:
Hij weet wel veel. We geven hem het voordeel van de twijfel. Van ons mag je Sneeuwwitje 25
zoenen. PC:
Wij weten niet of het protocol dit toestaat. Wij zullen dan eerst mamá even moeten bellen. (telefoneert) Ja, mams, hier met Pieter-Christiaan. Wij staan hier met vier dwergen. Nee, echt we verzinnen het niet. Inderdaad vier puntmutsen, ja baarden zie ik ook. Als we ze een kruiwagen geven, is het misschien wel leuk voor in de voortuin. Ze vragen of wij, Pieter-Christiaan, een prinses mogen zoenen. Nee, Laurentien is het niet.... Oké, we begrijpen het. (tot de dwergen) Mijn moeder laat weten, dat haar zoon niet op de uitnodiging mag ingaan. Rest mij u te groeten. (gaat af) (Muziek klinkt van..) He-ho. (Dwerg 3 en 4 komen op. Ze zijn enthousiast.)
Dwerg 3:
Hé, Doop, kom er eens bij. We hebben hem gevonden.
Dwerg 1:
Wie?
Dwerg 4:
Het is een Amerikaan.... Prince Muziek Purple rain
Dwerg 3:
Ladies and gentlemen, we are proud to present from the United States of America... Prince en de Witches! (Prince komt -in paarse kleding en met gitaar- op. Het nummer.. Let’s go crazy wordt gezongen en gedanst door vijf meisjes.)
Dwerg 2:
Do you know Snowwhite?
Prince:
Snowwhite.... Yes I have heard of her.
Dwerg 6:
So you are the real prince?
Prince:
The one and only!
Dwerg 6:
Please come with me and kiss Snowwhite
Prince:
Kiss??? (Lopen achter schimmendoek. Prince kust Sneeuwwitje, maar er gebeurt niks.) Geluidsfragment Kiss
Dwerg 1:
Please do your best.... One more time (Prince kust haar weer, Geluidsfragment Kiss maar er gebeurt niets.)
Prince:
(Komt teleurgesteld het toneel weer op.) l’m sorry... (Gaat af. Dwergen blijven teleurgesteld en bedroefd achter op het toneel.)
Dwerg 2:
Wat nu nog?
Dwerg 3:
We hebben nu toch wel alles geprobeerd.
Dwerg 4:
(Pakt een grote zakdoek.) We zijn allemaal heel bedroefd. (Omdat Doopey niet reageert 26
nog eens nadrukkelijk) We zijn ALLEMAAL bedroefd. Dwerg 5:
Dan blijft er niets anders over, dan dat we Sneeuwwitje naar haar laatste rustplaats brengen. (Onder een stemmig en langzaam gezongen he-ho lopen ze achter het schimmendoek, tillen Sneeuwwitje op en nemen ze haar mee af.)
Dwerg 6:
Doop kijk uit voor die kikker!! (Dan volgt er ..) Lawaai. (Achter schimmendoek vallen de dwergen en Sneeuwwitje).
Dwerg 1:
Oma:
Doop, wat ben je toch een grote sukkel! Harpmuziek. (Achter schimmendoek staat Sneeuwwitje op. De dwergen en Sneeuwwitje lopen juigend in stilte af.) (Terug naar de slaapkamer. ) En zo was Doopey - zonder dat hij het besefte - de redder in nood, want door zijn ongelukkige struikelpartij schoot het giftige stukje banaan uit de keel van Sneeuwwitje. Bij gebrek aan de knappe prins op het witte paard besloot Sneeuwwitje toen maar om bij de dwergen te blijven. Vanzelfsprekend leefden ze nog lang en gelukkig. De bel
27
Scène 14 (De meester komt met een aantal kinderen binnen.) Oma:
(tegen meester) We hadden het net over een knappe prins, maar als ik goed kijk, komt u daar in ieder geval niet voor in aanmerking!
Mr Rahmi:
Nee, ik kom alleen maar even kijken hoe het met onze zieke is.
Klasgenoot 1: Ha, die Ferry, hoe is het met je? (een beetje stiekem) Heb jij die truc met het virus gebruikt om ziek te zijn? Ferry:
Ssssst ik heb echt een virus.
Klasgenoot 2: Ja, op je computer. Maar tegen niemand zeggen hoor, want mijn moeder kent hem nog niet en dan kan ik hem thuis ook nog een keer gebruiken! Klasgenoot 3: (Ziet sprookjesboek) Hé gaaf zeg, heeft je oma sprookjes voorgelezen? Mr Rahmi:
Voorlezen is ook heel goed voor je ontwikkeling.
Ferry:
Ja en we waren net bij het einde van het sprookje aangekomen. (De echte Meester Rahmi en Juf Judith komen op)
Echte Mr Rahmi*:
Echte Juf Judith*:
Dan is dit misschien wel hét moment om jullie te vertellen, dat ook wij aan het eind van een sprookje zijn gekomen, want jullie sprookje op de basisschool is namelijk ook heel binnenkort afgelopen. Of het voor jullie vervolgd wordt met een spookverhaal in het voortgezet onderwijs betwijfel ik, maar ik hoop natuurlijk wel op een happy end!
Voorlopig blazen wij nu net als in een écht sprookje als een olifant met een lange snuit het sprookje van de basisschool voor jullie uit.
Oma:
Wordt er tegenwoordig niet meer zingend afscheid genomen van de basisschool?
Allen:
Tuurlijk! (Alle kinderen komen op het podium) Slotlied (Melodie “The wild rover”) evt. aanpassen
28
Slotlied (Melodie “The wild rover”) De show is gestolen, het eind is in zicht. Ik heb al die jaren veel arbeid verricht. Soms zat het wat tegen, vaak ging het heel goed. En door veel wijze lessen, weet ik nu hoe het moet. Refrein: We gaan afscheid nemen. Onze tijd is voorbij. En dat vinden we jammer, maar we zijn ook wel blij. Ik word een brugklasser, ‘k maak ’n nieuwe start. Nu samen groep 8, maar straks ieder apart. Met nieuwe vriendinnen en vrienden op school
en bergen met huiswerk en vast ook veel lol Refrein We gaan afscheid nemen. Onze tijd is voorbij. En dat vinden we jammer, maar we zijn ook wel blij. Ik zal nooit vergeten hoe fijn het hier was met de kinderen, de meester en juf in de klas. Een fijne herinnering en ‘k denk met plezier straks terug aan de tijd op de basisschool hier. Refrein We gaan afscheid nemen. Onze tijd is voorbij. En dat vinden we jammer. Ja het is echt voorbij.
29
Rolverdeling: Tanja Ferry Ton Oma Juf Nelly Juf Judith
___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________
Stiefmoeder Spiegel Lakei 1 Lakei 2 Jager Sneeuwwitje Dwerg 1 Dwerg 2 Dwerg 3 Dwerg 4 Dwerg 5 Dwerg 6
___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________
Presentator HGT Act HGT
Omroeper Politieagent
___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________
Dokter Verpleegster
___________________________ ___________________________
Wolf Roodkapje Houthakker
___________________________ ___________________________ ___________________________
Hans Grietje Assepoester
___________________________ ___________________________ ___________________________
Heraut 1 Heraut 2 Heraut 3 Lakei 3: Lakei 4: Prins
___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________
Voice over/TOMTOM ___________________________ Maaike ___________________________ Prins Carnaval ___________________________ 30
Carnavalsvierders
Klasgenoot 1 Klasgenoot 2 Klasgenoot 3
___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________
Technische dienst
___________________________ ___________________________
Prinses Presentator Quiz Pieter-Christiaan Prince Dansgroep The Witches
___________________________ ___________________________
___________________________ ___________________________
31
REKWISIETENLIJST (exclusief kleding) 1. stofzuiger 2. mobieltjes 3. laptop 4. scheerapparaat 5. boodschappentas 6. prei 7. komkommer 8. peterselie 9. ouderwetse telefoon 10. DS 11. sprookjesboek 12. horloge 13. spiegel 14. geweer 15. gedekte tafel 16. fruitmand (appel/banaan) 17. wekker 18. stethoscoop 19. zak M&M’s 20. stratengids 21. 3 herautenhoorns 22. plastic waterschoen 23. presenteerblad 24. ….kroontjes 25. bos bloemen 26. emmer en “kikkers”
……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ………………………………..
32
KLEDING: Tanja Ferry Ton Oma Juf Nelly Juf Judith
mantelpakje, hakken pyama pak, stropdas rok, blouse, vest, hakken, bril, shopper spijkerbroek, trui, bril (korte krullenpruik?) spijkerbroek, t-shirt, gympen?
Stiefmoeder Spiegel Lakei 1 Lakei 2 Jager Sneeuwwitje Dwerg 1 Dwerg 2 Dwerg 3 Dwerg 4 Dwerg 5 Dwerg 6
zwarte jurk, cape, haar strak, make-up volledig grijs witte maillot, korte broek, witte blouse, langere jas, witte pruik witte maillot, korte broek, witte blouse, langere jas, witte pruik groene kleding, jas, hoed geel/blauwe jurk, rood haarbandje (zwarte pruik?) broek, jasje, riem (kussen onder jasje), puntmuts broek, jasje, riem (kussen onder jasje), puntmuts broek, jasje, riem (kussen onder jasje), puntmuts broek, jasje, riem (kussen onder jasje), puntmuts broek, jasje, riem (kussen onder jasje), puntmuts broek, jasje, riem (kussen onder jasje), puntmuts
Presentator HGT Act HGT
spijkerbroek, (leren) jasje, haar overdreven in de gel onderling afstemmen
Omroeper Politieagent
rok of nette broek, blouse politiepolo, zwarte broek
Dokter Verpleegster
nette broek, overhemd, doktersjas, stethoscoop witte broek en wit shirt
Wolf Roodkapje Houthakker
bruine kleren, oren, staart rood/wit jurkje, rode cape spijkerbroek/overall, geruite blouse, baard, hoed
Hans Grietje Assepoester
blouse, korte broek jurk (kussen eronder) voddige rok, shirt, schort, doekje in het haar
Heraut 1 Heraut 2 Heraut 3 Lakei 3: Lakei 4: Prins
maillot, korte broek, wit shirt, cape, (trompet) maillot, korte broek, wit shirt, cape, (trompet) maillot, korte broek, wit shirt, cape, (trompet) zwarte maillot, korte broek, donkere blouse, langere jas, witte pruik zwarte maillot, korte broek, donkere blouse, langere jas, witte pruik blauwe broek, wit jasje, sjerp, kroon
Voice over/TOMTOM nvt Maaike eigentijdse kleding_ Prins Carnaval pak, cape, kroon met veren, staf 33
Carnavalsvierders
carnavalskostuums
Prinses Presentator Quiz Pieter-Christiaan Prince Dansgroep The Witches Klasgenoot 1 Klasgenoot 2 Klasgenoot 3
prinsessenjurk, kroontje spijkerbroek, (leren) jasje, haar overdreven in de gel gewone kleding, daarover heel veel verband paars pak, witte blouse, laarzen, gitaar, zwarte (krullen) pruik onderling afstemmen
Technische dienst/ decorwissel
eigentijdse kleding eigentijdse kleding eigentijdse kleding
zwarte boek, zwart shirt
34
GELUIDENLIJST: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48.
wekkers lied “Ziek zijn” (kinderen voor kinderen 5) telefoongeluid computergeluiden lied “In het grote sprookjesbos” (Willem Duyn e.a.) harpmuziek harpmuziek James Bond tune harpmuziek harpmuziek “Hé-Ho” tromgeroffel “Hé-Ho” harpmuziek deurbel housemuziek housemuziek lawaai harpmuziek vogelgeluiden “Hé-Ho” “Roodkapje” (Pater Moeskroen) achtergrondmuziek gedicht trompetmuziek hoefgetrappel “Hé-Ho” tromgeroffel geluid zeperd tune quiz “Hé-Ho” deurbel harpmuziek radiomuziek radiomuziek harpmuziek carnavalsmuziek carnavalsmuziek tromgeroffel zeperdgeluid “Hé-Ho” “Hé-Ho” “Purple Rain” van Prince “Lets go crazy” tromgeroffel zeperdgeluid lawaai harpmuziek deurbel 49. slotlied
35
DECOR:
Scène 1-2 Op het podium staan rechts een bed en een stoel. De achterwand van het decor is aan deze kant versierd als slaapkamer. Scène 3 Links op het podium staan een bureau met computer en telefoon en een bureaustoel. De achterwand van het decor is versierd als kantoor van juf Elly (evt. Torenuil-logo). Scène 4 Het bureau en de stoel worden afgehaald en de achterwand ‘kantoor’ wordt vervangen door een achterwand ‘bos’ en daarvoor(?) een wandje met ‘kasteel’. Er komt een spiegelframe links op het podium te staan. Scène 5 Spiegelframe wordt afgehaald. Achterwand ‘bos/kasteel’ wordt vervangen door ‘huisje van de zeven dwergen’. (Voor de blauwe paal komt een plaat van een kast te staan?) Schimmendoek? Scène 6 Achterwand ‘huisje van de zeven dwergen’ wordt vervangen door achterwand ‘bos’. Voor de blauwe paal komt een boom te staan. Projectiescherm tv-uitzending/politieoproep? Scène 13 Schimmendoek Scène 14 Projectie groepsfoto aan eind?
36