Erkend Vakblad voor Erkend Hypotheekadviseurs
OK TOBER 2014
NHG-directeur Arjen Gielen:
‘Adviseur heeft centrale rol in bijzonder beheer’ 9 Het netwerk:
16 ‘Concentreer je op
scheidingsmediator en adviseren en coachen’ Erkend Hypotheekadviseur
22 Help! Een klant met betalingsproblemen
4 10
INHOUD 4
SEH PE Integraal Adviseren: Maak het verschil voor uw klant!
6
Interview met Arjen Gielen (NHG): ‘Een compleet dossier vergroot de kans op maatwerk’.
9
Het netwerk van de scheidingsmediator en de Erkend Hypotheekadviseur
12 Het ouderdomsrisico in een hypotheekadvies
16 21
15 Column ‘Begrijpelijk adviseren’: Van Gods woord tot naaipatronen 16 Interview met Dennes Roes (Findesk): ‘Concentreer je op adviseren en coachen’ 18 De impact van de verruimde schenkingsregeling op restschuldposities 21 Prinsjesdag 2014: de relevante onderdelen uit het koffertje 22 Hoe sta je een klant met betalingsproblemen bij? 24 De casus: Geen vrije besteding verpande kapitaalverzekering
COLOFON Erkend is een uitgave van Stichting Erkend Hypotheekadviseur en wordt verspreid onder Erkenden en andere relaties van de SEH. De inhoud van deze uitgave is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Stichting Erkend Hypotheekadviseur is op geen enkele wijze verantwoordelijk voor schade die ontstaat als gevolg van eventuele onjuistheden en/of zetfouten in Erkend. De artikelen in Erkend oktober 2014 zijn geschreven naar inzichten tot 1 oktober 2014.
2 | Erkend oktober - 2014
Uitgave Stichting Erkend Hypotheekadviseur Postbus 12016 1100 AA Amsterdam ZO T 020 - 428 95 73 F 020 - 428 95 74 E
[email protected] W www.seh.nl Hoofdredactie Barbara Hermsen T 020 56 33 011 E
[email protected]
Samenstelling/eindredactie Oostdam & Partners Henri Drost T 024 324 325 0 E
[email protected]
Fotografie Raphael Drent
Redactieleden Raymond Bakker Jan Martijn Hengeveld Barbara Hermsen Bart de Nie Harrie-Jan van Nunen
Vormgeving Amon Design
Basisontwerp Haagsblauw/Jeroen Leupen
Druk De Swart, Den Haag
BART DE NIE
D I RECT EUR S EH
H
et nieuwe Wft-vakbekwaamheidsstelsel is niet in stilte van start gegaan. Er was en is veel kritiek. Niet zozeer op de inhoud als wel op de examinering. Inmiddels lijkt de markt aan de nieuwe wijze van examineren te wennen en verbeteren de resultaten.
De Wft stelt geen opleidingseis. Dat is voor kennis niet zo erg. Maar dat nog steeds iemand vanaf zijn zolderkamer zonder ooit een klant te hebben gezien of een training te hebben gevolgd een beroepskwalificatie kan halen, zou niet moeten kunnen.
Keurmerken broodnodig voor vakbekwaamheid
De Wft-PE die straks van start gaat, wordt uitsluitend digitaal getoetst. Er zijn geen fysieke bijeenkomsten meer, geen intercollegiale uitwisseling, je kunt geen vragen meer stellen en van anderen leren. Het gaat puur en alleen om het slagen voor het examen. Een examen dat gaat over het verleden dat je allang kent, al was het maar via de verplichting om permanent actueel vakbekwaam te zijn.
Het is voor iedereen duidelijk: als je na 1 januari 2016 klanten wilt adviseren, moet je aan de nieuwe vakbekwaamheidseisen voldoen. Het is dus zaak om de benodigde PEplus-examens en initiële examens te gaan doen. Verder uitstel gaat gegarandeerd tot problemen leiden. Is het niet omdat je mogelijk tijd te kort komt als je een keer zakt, dan wel omdat de examencapaciteit beperkt is. Nog langer uitstel kan ertoe leiden dat er eind volgend jaar geen examenplekken meer beschikbaar zijn. En dan heb je een probleem. Maar is het nieuwe vakbekwaamheidsstelsel nu zaligmakend? Als je kijkt naar de eisen die aan kennis worden gesteld, is er sprake van een goed niveau. Dat geldt ook voor de eisen aan vaardigheden en competenties. Maar bij die laatste twee onderdelen wringt wel de schoen. Niet alleen is het zo dat je vaardigheden en competenties eigenlijk niet digitaal kunt toetsen, je hoeft ze ook helemaal niet te bezitten om toch te kunnen slagen. En dat is heel kwalijk.
Het doel van de operatie was om te borgen dat alle adviseurs aan dezelfde eisen zouden voldoen. Dat is gelukt. Maar daarmee is het kind met het badwater weggegooid. En het kind heet vakmanschap. Het is de stellige overtuiging van de SEH dat vakmanschap niet alleen achter het scherm kan worden opgedaan. Daarvoor is training nodig, leren van collega’s, sparren met vakmensen en trainers. En werken in de praktijk. Daarom houdt de SEH vast aan PE met fysieke bijeenkomsten waar het ontwikkelen van vakmanschap centraal staat. Dat de SEH daar niet alleen in staat, blijkt wel uit het feit dat grote partijen in de markt inmiddels de keuze hebben gemaakt voor de Erkend Financieel Adviseur. De toegevoegde waarde van training op integraal adviseren wordt erkend en herkend. Net als permanente educatie die gericht is op vakontwikkeling. Daarmee wordt de Erkend Financieel Adviseur de nieuwe norm in de sector waar het gaat om verantwoord adviseren van particuliere klanten.
Erkend oktober - 2014 | 3
Afgedwongen door de kritischer consument, de invoering van het provisieverbod en versneld door de digitalisering, is de markt voor financieel advies veranderd. Er worden andere eisen aan u gesteld. Hoe kunt u hier het beste mee omgaan in uw dagelijks werk?
SEH PE Integraal Adviseren
Maak het verschil voor uw klant! V
erbreed uw horizon, speel nog beter in op de adviesvraag van uw klanten en help hen om goed voorbereid en met gevoel voor eigen verantwoordelijkheid naar hun financiële situatie te kijken. En zeer belangrijk, zorg ervoor dat uw klant uw toegevoegde waarde ervaart. SEH helpt u daarbij met het gedegen en praktische SEH PE-programma Integraal Adviseren.
Net dat beetje meer
Let op: de SEH PE kent in tegenstelling tot de Wft een jaarlijkse cyclus. U hebt nog tot 31 december 2014 de tijd om SEH PE 2014 te volgen. Schrijf u dus nu in voor een training via www.seh.nl!
De behoefte aan financieel advies neemt toe. De situatie van veel klanten wordt complexer, bijvoorbeeld omdat flexibele arbeid in de toekomst meer regel dan uitzondering zal zijn en een mooi pensioen op je 65e niet meer vanzelfsprekend is. Hier liggen uw kansen. Creëer samen met uw klant overzicht van de volledige financiële situatie en wensen van de klant, nu en in de toekomst. En zorg voor net dát beetje meer service waarmee u het verschil maakt. Dit is de essentie van de SEH PE 2014 en 2015 en de opleiding tot Erkend Financieel Adviseur.
De Erkend Financieel Adviseur. Bovenwettelijk keurmerk voor kwalitatief financieel advies De titel Erkend Financieel Adviseur is een bovenwettelijk keurmerk, waarmee u uw kwaliteit kunt laten zien aan uw klant. U bent dé persoon voor een kwalitatief hoogwaardig totaaladvies. Als basis stelt de SEH de Wft-diploma’s Adviseur Consumptief krediet en Adviseur Hypothecair krediet. Deze dient u vóór 31 december 2015 te behalen.
4 | Erkend oktober - 2014
Word Erkend Financieel Adviseur, volg de SEH PE. Tijdens het SEH PE-programma in 2014 en 2015 en de opleiding tot Erkend Financieel Adviseur leert u objectief te kijken naar de financiële situatie van uw klant en een integraal financieel advies te geven zonder in ‘productdenken’ te vervallen. Tijdens de tweedaagse training in 2014 leert u alle inhoudelijke aspecten van verschillende klantvragen met verschillende inkomensrisico’s (arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, pensioen en overlijden) te combineren en te verwerken in uw advies en, heel belangrijk, deze begrijpelijk uit te leggen aan uw klant. Ook aan de bovenwettelijke nazorg wordt aandacht besteed. Er wordt tijdens de tweedaagse training vooral veel gewerkt aan uw adviesvaardigheden. In 2015 volgt u nog één dag een training waar het onderwerp budgetteren op het programma staat. Budgetteren ziet op het hele inkomsten- en uitgavenpakket van een klant, nu en in de toekomst. Als u ook de Wft-diploma’s Adviseur Consumptief krediet en Adviseur Hypothecair krediet bezit, mag u zich in 2015 Erkend Financieel Adviseur noemen!
Nog geen Erkend Hypotheekadviseur? Bent u ‘Erkend op termijn’ of alleen geregistreerd bij de SEH? Dan is het belangrijk om uw leerroute na te lezen op www.seh.nl. Omdat u nog niet aan alle erkenningseisen voldoet, kan deze route afwijken van die van Erkend Hypotheekadviseurs. In sommige gevallen moet u bijvoorbeeld de driedaagse SEH-opleiding Integraal Adviseren volgen, die dit najaar van start gaat.
Uw klant digitaliseert: doe er uw voordeel mee! Het aantal online tools voor financieel advies neemt gestaag toe. Uw klant digitaliseert, heeft de behoefte zich online te oriënteren op financiële producten en - mits niet te complex - af te sluiten. Hij is er bovendien aan gewend geraakt om online (vaak zeer persoonlijke) gegevens achter te laten. Is dit een kans of een bedreiging voor financieel adviseurs? Wij zien het als een kans. Er is veel online te halen, ook voor u.
Neem de touwtjes zelf in handen Nu uw klant de adviesfee direct aan u betaalt, is hij kritischer geworden op de prijs voor financieel advies. Kostenefficiënt werken is dus essentieel. U kunt hierop inspelen door zelf de touwtjes in handen te nemen en uw klant aan u te binden. Een paar voorbeelden. Genereer uw klantinformatie door gebruik te maken van mijnpensioenoverzicht.nl, mijnoverheid.nl en social media. Zo valt u uw klant niet ‘lastig’ met het vragen om informatie die al beschikbaar is. Ook kunt u uw klant toegang bieden tot zijn klantdossier, zodat hij zelf zijn gegevens up-to-date kan houden en aan-/invullen.
Goede voorbereiding is het halve werk Als de klant goed voorbereid het adviesgesprek ingaat, scheelt dat u en uw klant kostbare tijd en kunt u uw aandacht op complexere zaken richten. U kunt gebruik maken van een keur aan video’s, waarin op basisniveau onderwerpen worden uitgelegd als pensioen, hypotheken en inkomensrisicoverzekeringen. Plaats deze op uw website, in een persoonlijke e-mail of in een socialmediabericht en breng de informatie op het juiste moment naar uw klant.
Omdat uw klant zich steeds vaker op een adviesgesprek voorbereidt door video’s te bekijken, kunt u binnenkort naast de gratis promotievideo over de Erkend Hypotheekadviseur ook gebruik maken van een videotheek met 22 video’s over onderwerpen als hypotheken, wonen en pensioen. En deze lijst groeit. De SEH biedt Erkend Hypotheekadviseurs de mogelijkheid tegen gereduceerd tarief over deze video’s beschikken. Zo vraagt u op een leuke manier aandacht voor een onderwerp en uw kantoor. Adviseurs die al gebruik maken van de video’s van Eerstestap.nl, krijgen heel positieve reacties van bestaande en nieuwe klanten. Uiteraard kunnen Erkend Hypotheekadviseurs die de videotheek al gebruiken ook gebruik maken van de korting.
Gratis 30 dagen uitproberen Hebt u interesse, vraag dan een gratis proefaccount aan. U beschikt dan direct en zonder verplichtingen over de video’s gedurende 30 dagen. Wanneer ze u bevallen, gaat u pas betalen. Een abonnement op de volledige videodatabase kost € 250 (ex. BTW) per jaar. Erkend Hypotheekadviseurs krijgen 10% korting en betalen € 225 per jaar.
Onbeperkt gebruik videotheek De SEH helpt u hier graag bij. Daarom hebben we in samenwerking met Eerstestap.nl een promotiefilm ontwikkeld over de toegevoegde waarde van u als Erkend Hypotheekadviseur. Deze kunt u kosteloos aanvragen met het aanvraagformulier op onze website. Laat zien wat u voor uw klant kunt doen!
Video’s aanvragen De promotievideo Erkend Hypotheekadviseur kan worden aangevraagd op www.seh.nl. Het abonnement op de videotheek zal in de loop van oktober beschikbaar zijn via de website van SEH.
Erkend oktober - 2014 | 5
I N T E R V I E W
NHG-directeur Arjen Gielen:
‘Adviseur heeft centrale rol in bijzonder beheer’ Hypotheekadviseurs hebben een cruciale rol in het begeleiden van klanten met betalingsachterstanden, vindt Arjen Gielen. De directeur van het Waarborgfonds Eigen Woningen betreurt het daarom dat er onder adviseurs onduidelijkheid bestaat over de manier waarop de NHG-normen worden toegepast. Om daar een einde aan te maken, roept hij adviseurs op vragen en problemen vooral te melden. “Ik heb het liefst individuele feedback: leg de vinger maar op de zere plek of kom met ideeën.”
A
rjen Gielen staat sinds 1 mei aan het roer van het Waarborgfonds Eigen Woningen. De econoom werkte in het verleden onder meer bij het Centraal Planbureau en als inspecteur Rijksfinanciën bij het ministerie van Financiën. De afgelopen zeven jaar was hij raadadviseur van de ministerpresident: eerst van Balkenende, later van Rutte. “Mijn terrein was economische zaken. Als adviseur help je de premier om de eenheid in het beleid te waarborgen. Dat is een puur ambtelijke en zeker geen politieke rol. Met de recessie heb ik wel hectische jaren meegemaakt.” Is het dan niet wennen bij het ‘saaie’ Waarborgfonds Eigen Woningen?
“Ik ben een econoom die zich bezighoudt met maatschappelijke vraagstellingen. Dat doe ik nu ook bij het Waarborgfonds, al liggen de accenten anders. Ik heb hier een directe relatie met geldgevers en consumen-
6 | Erkend oktober - 2014
ten. Ik heb nu minder een adviesfunctie en meer eindverantwoordelijkheid: het fonds goed beheren in veranderende omstandigheden. Dat is ook de reden dat ik op deze baan heb gesolliciteerd. Ik zie veel overeenkomsten: ik zoek de verbinding tussen de financiële markt en de politieke besluitvorming. Ik zit op een andere plek, maar doe dezelfde dingen.”
Continuïteit Gielen volgde Karel Schiffer op, de man die het fonds heeft geleid sinds de oprichting in 1993. Is hij van plan eens flink de bezem door de nationale hypotheekgarantie (NHG) te gaan halen? “Ik zie geen reden om dingen nu heel erg te gaan veranderen. Schiffer was de oprichter en meer een ondernemerstype. Ik ben vooral economisch en inhoudelijk gedreven. Ik ben meer een manager en wil de organisatie als geheel continuïteit geven, gebruik makend van de expertise die er in huis is.”
De financiële toestand van het Waarborgfonds geeft volgens Gielen ook geen aanleiding voor drastische vernieuwing: “Het fonds staat er goed voor. Het doet waar het voor bedoeld is. Het is logisch dat we meer uitkeren in moeilijke tijden, maar tegelijk willen we blijven kijken naar de actuele situatie op de woningmarkt. Niet alles staat vast, maar onze missie wel: het duurzaam en verantwoord mogelijk maken van een hypotheeklening. De wezenlijke vraag is: wat is de visie van Nederland op de woningmarkt? Er is voorlopig gekozen voor rust op die markt. Maar als de politiek het anders wil, ontstaat er vanzelf een discussie, ook over de rol van de NHG. Ik denk echter dat de NHG in deze vorm nog jaren meekan.” Wel is het nodig om de NHG te normaliseren, zegt Gielen. “We gaan terug naar een kostengrens die past bij onze doelstelling. De NHG moet niet de hele markt gaan verzekeren. De kostengrens gaat terug naar het niveau van voor de crisis en vervolgens gaan we die grens koppelen aan de ontwikkeling van de gemiddelde woningprijs.”
Restschulden Het Waarborgfonds krijgt kritiek op de manier waarop het met restschulden omgaat. Waar jarenlang het vergoeden van een restschuld bij gedwongen verkoop soepel leek te verlopen, is die achterdeur van de NHG nu bijna op slot, vinden veel adviseurs. “In feite doen we nog steeds hetzelfde”, reageert Gielen. “De financiële noodzaak om de woning te verkopen is altijd al een vereiste geweest voor het kwijtschelden van een restschuld. We hebben nu een toets ter beschikking gesteld, waarmee geldverstrekkers en adviseurs kunnen toetsen of hun klant kan blijven wonen of dat de verkoop van de woning onvermijdelijk is in de nieuwe inkomenssituatie. Als blijkt dat de toets niet volledig recht doet aan de situatie van de klant, kan er altijd om maatwerk worden gevraagd. De adviseur heeft daarbij een belangrijke rol: hij kan zich een compleet beeld van de situatie van zijn klant vormen. Belangrijk is dat een verzoek om maatwerk goed onderbouwd aan ons wordt voorgelegd.”
‘De NHG moet niet de hele markt gaan verzekeren’
Erkend oktober - 2014 | 7
I N T E R V I E W
Beter dan voorheen Sinds de aangescherpte wettelijke acceptatienormen kreeg het Waarborgfonds vaak het signaal dat mensen na bijvoorbeeld echtscheiding hun woning moesten verkopen omdat de bestaande hypotheek niet binnen de nieuwe normen viel, terwijl ze feitelijk de hypotheek konden betalen en in hun huis wilden blijven wonen. “Daarom hebben we samen met het Nibud en in afstemming met de markt, de overheid en de AFM criteria ontwikkeld waaraan getoetst kan worden of een hypotheeklening duurzaam en verantwoord kan worden voortgezet.”
financiële noodzaak is ontstaan voor verkoop. Die vragen zijn beter te beantwoorden met een goed dossier en een goede onderbouwing van het verzoek.” Het is ook aan het Waarborgfonds om duidelijk te communiceren, erkent Gielen. “Je moet als adviseur bijvoorbeeld wel begrijpen wat wij onder een financiële noodzaak verstaan. Wij leggen dat ook uit, bijvoorbeeld op onze website en tijdens presentaties.” Maar Gielen ziet ook graag vragen vanuit de praktijk. “Met adviseurs hebben wij geen contractuele relatie, dus daar hebben we ook minder contact mee dan met geldgevers en consumenten. Ik heb het liefst individuele feedback: leg de vinger maar op de zere plek of kom met ideeën.”
‘Een compleet dossier vergroot de kans op maatwerk’
Is het wel eerlijk om de NHG-regels voor beheersituaties aan te passen, waarbij veel minder aan verliesdeclaraties hoeft te worden uitgekeerd?
“Tja, zou het eerlijk zijn om de premie te verhogen voor nieuwe hypotheekgaranties omdat wij niet goed op de winkel passen? Ik denk dat wij wél eerlijk zijn. We kijken in individuele gevallen naar de achterstanden en naar wat redelijk is. We kijken gewoon beter dan voorheen. We proberen mensen te helpen in het belang van iedereen die een NHG-premie heeft betaald. Nu weet je als consument veel eerder waar je aan toe bent.”
Een zere plek is dat geldgevers soms te snel akkoord gaan met woningverkoop, terwijl het Waarborgfonds later constateert dat niet aan de criteria is voldaan. “Ook op dat vlak zien wij een positieve ontwikkeling”, zegt Gielen. “En in de gevallen waar het nog voorkomt, kan juist de adviseur een rol spelen. Die kan de schakel zijn die, op basis van de kennis die hij heeft van de situatie van de klant, aangeeft of het verstandig is de woning te verkopen of dat woningbehoud een reële optie is.”
Maatwerk Adviseurs hebben niet altijd in de gaten dat er bij bijzonder beheer ook maatwerk mogelijk is, buiten de inkomens- en vermogenstoets om. “Zorg dat je je dossier zo vroeg mogelijk compleet hebt. Dan is de kans op maatwerk veel groter. Bij het toetsen of iemand zijn woning echt moet verkopen, gaat het om de vraag of er door onvoorziene omstandigheden zoals werkloosheid, relatiebeëindiging of arbeidsongeschiktheid een
Proactief Op het SEH congres in juni deed het Waarborgfonds een oproep aan adviseurs om een meer proactieve rol te spelen bij hypotheekproblemen. “Het gebeurt zeker al en het zet ook door”, zegt Gielen. “Het is een kans voor de adviseur. Wij zijn ons ervan bewust dat het provisieverbod het lastig maakt om juist bij klanten met een betalingsachterstand te adviseren. Daarom hebben wij ook gepleit voor het maken van een uitzondering voor deze gevallen. En wij raden consumenten altijd aan om advies te vragen.”
Doorlopend advies Door de omslag naar een beheerrelatie te maken, hebben hypotheekadviseurs de sleutel in handen tot een betere afhandeling van probleemsituaties, vindt Gielen. “Er is meer behoefte aan bijstand gedurende de looptijd van een hypotheek. Voor veel consumenten is het door de veranderde beloningsregels nu veel duidelijker geworden wat de toegevoegde waarde is van de adviseur. Het is nu het moment om de beweging naar doorlopend advies in te zetten.” Gielen begrijpt dat het voor eenmanskantoren lastig is om dat voor elkaar te krijgen, zeker nu de hypotheekmarkt langzaam opkrabbelt. “Je zou je kunnen specialiseren: de een richt zich op het sluiten van hypotheken en de ander op het beheer. Maar advies zowel bij het sluiten van de hypotheek als tijdens de looptijd is natuurlijk een hele waardevolle combinatie.”
8 | Erkend oktober- 2014
N E T W E R K Steeds meer vakspecialisten bundelen hun krachten met die van andere professionals. Dat geldt zeker voor Erkend Hypotheekadviseurs. In de rubriek Netwerk vertellen zij én hun strategische partners over hun werkwijze, hun ervaringen en de opbrengsten van de samenwerking.
Wilfred Abma (Middelkoop Abma Gaertner Financieel Advies) en Marianne Laarakker (Laarakker Mediation):
‘Financiële aspecten scheiding moet je snel helder krijgen’ Van alle huwelijken en geregistreerde partnerschappen eindigt ongeveer een derde in een scheiding. Dat heeft natuurlijk financiële consequenties, zeker als sprake is van een eigen woning. Steeds meer stellen die uit elkaar gaan, nemen een mediator in de arm. “Maar een mediator is geen financieel specialist”, zeggen scheidingsmediator Marianne Laarakker en Wilfred Abma
Erkend Hypotheekadviseur Wilfred Abma. “Daarom werken wij waar mogelijk samen om ook het financiële deel voor iedereen snel helder te krijgen.”
D Marianne Laarakker
e samenwerking tussen Laarakker en Abma dateert van 2009. “Het was het jaar dat ik als zelfstandige startte”, vertelt Marianne Laarakker. “Mijn administratie had ik ondergebracht bij één van Wilfreds compagnons. Dus toen ik tijdens een mediationtraject een keer een hypotheekadviseur nodig had, was het een logische keuze om Wilfred hiervoor te vragen.” Dat betekent overigens niet dat Abma bij elke hypotheekvraag aan tafel zit. “Soms willen mijn klanten hun eigen adviseur bij de mediation betrekken”, zegt Laarakker. “Uiteraard is dat ook prima. Maar als dit niet het geval is, schakel ik Wilfred in voor het hypotheekvraagstuk.” “Marianne is eigenlijk altijd de vragende partij”, knikt Abma. “Logisch, als je gaat scheiden stap je niet eerst naar een hypotheekadviseur.”
‘Niet mijn vakgebied’ “Zowel de financiering van een eigen woning als de fiscale aspecten ervan zijn complexe onderwerpen”, vindt Laarakker. “Nu weet ik in grote lijnen wel wat er speelt, maar het is niet mijn vakgebied. Daarom schakel ik waar mogelijk een specialist in. Zo voorkom je dat je achteraf puin moet ruimen.” Abma geeft een voorbeeld. “Onlangs kwam er een stel bij me dat bij een andere mediator een convenant had laten opstellen, dat al bij de rechtbank lag. In dat convenant werden dingen aangehaald waarvan ik wist dat de hypotheekverstrekker er niet mee akkoord zou gaan. Het kon allemaal wel worden opgelost, maar daarvoor moest een addendum worden opgesteld. En dat kost weer tijd en geld, terwijl het helemaal niet nodig was geweest.”
Erkend oktober - 2014 | 9
N E T W E R K
Eigen factuur “Hoewel we nauw met elkaar samenwerken, voeren we onze eigen administratie”, vervolgt hij. “Dat betekent dat we ieder onze eigen factuur sturen. Meestal doet Marianne de eerste inventarisatie en als het erop lijkt dat één van beide in het huis kan blijven wonen, schuif ik aan voor een gratis kennismakingsgesprek. Ik schat dan in wat mijn werkzaamheden zullen zijn en doe de klant een voorstel. In eerste instantie gaat het om advies, maar desgewenst kan ik later ook de bemiddeling verzorgen.”
Kip-ei-verhaal De meeste stellen die bij een mediator aankloppen en een eigen woning hebben, willen graag dat één van de partners in het huis blijft wonen, is Laarakkers ervaring. “Bijvoorbeeld omdat één van de partners er een emotionele band mee heeft of omdat ze willen dat de kinderen op een vertrouwde plek blijven wonen. Het aanhouden van het huis geeft sowieso meer rust. Maar stap je in dat stadium naar de hypotheekverstrekker, dan zegt die: ‘Kom maar terug als er een convenant is waarin de partneralimentatie is vastgesteld.’ Terwijl ik juist in dat convenant wil opnemen wat er met het huis gebeurt. Zo wordt het dus een kip-ei-verhaal.” “Die partneralimentatie is de interessante factor in de samenwerking met de hypotheekadviseur”, haakt Abma aan. “Je moet er op zo’n moment iemand bij hebben die de normeringen voor een hypotheekverstrekking goed kent en weet wat haalbaar is. Iemand die kan denken in mogelijkheden, die voldoen aan de gedragscode én verantwoord zijn voor cliënten.”
Naast het huis spelen andere inkomens- en vermogensaspecten een rol. “Integraal adviseren, waarbij alle aspecten aan bod komen, is daarom van essentieel belang”, aldus Abma. “Want wat gaat er bijvoorbeeld met het pensioen gebeuren? Indien nodig schakelen we voor die onderwerpen andere specialisten in, zoals een pensioendeskundige of een fiscalist.”
Zoeken naar oplossingen Laarakker: “Partneralimentatie is trouwens ook een norm en dus een rekenmodel. Toch kun je binnen die norm vaak een beetje schuiven. Mensen die een mediator in de arm nemen, zoeken naar oplossingen die het beste zijn voor beide partijen. Dus als de alimentatie net honderd euro te laag is, dan kun je er met een beetje creativiteit vaak toch nog uitkomen, bijvoorbeeld door vermogen en schuld mee te nemen in het totale financiële plaatje.” “Zolang het maar past binnen de gedragscode én financieel gezien verstandig is”, benadrukt Abma. “Soms is iets bancair gezien haalbaar, maar raad ik het toch af.”
Inzichtelijk maken Hoewel er in de afgelopen jaren veel is veranderd, gebeurt het nog steeds dat een scheiding de oorzaak is van latere financiële problemen bij één of beide ex-partners, weet Abma. “Het risico dat stellen die gaan scheiden op de verkeerde dingen bezuinigen, is reëel. Maar als het financiële deel niet vanaf het begin helder wordt neergezet, ontstaat er onduidelijkheid.” Dat kan niet alleen leiden tot financiële problemen na de scheiding, het kan ook een vechtscheiding in de hand werken, stelt Laarakker. “Onduidelijkheid leidt tot stress en stress is
Praktijkvoorbeelden echtscheiding Een Erkend Hypotheekadviseur kan bij een echtscheiding een belangrijke rol vervullen in de verdeling en toewijzing van de eigen woning. Dat bewijzen onderstaande praktijkgevallen. Die lopen uiteen van een verkeerde inschatting van de leencapaciteit, tot een dispuut over de hypotheekrenteaftrek en kwijtschelding van een restschuld. Een juiste redactie in een echtscheidingsconvenant is een absolute voorwaarde om de beoogde doelen van de aanstaande ex-partners te realiseren. Zodra de rechter dit convenant heeft bekrachtigd, zijn de afspraken die erin staan rechtens afdwingbaar. Een verkeerde redactie in het echtscheidingsconvenant kan verstrekkende financiële gevolgen hebben. Om dat te voorkomen is vooroverleg met en advies door een hypotheekadviseur noodzakelijk. Bovendien heeft de financieel adviseur direct contact met zowel de consument als de geldgever. Ook kent hij de voorwaarden om in aanmerking te komen voor kwijtschelding van de restschuld. De adviseur weet dat de NHG vorig jaar de afspraken met geldgevers over de processen betreffende gedwongen verkopen heeft aangescherpt. Hij weet dus ook dat niet alle gevallen van restschulden worden vergoed.
10 | Erkend oktober - 2014
Praktijkvoorbeeld
onvoldoende leencapaciteit
Het meest eenvoudige voorbeeld is de in het convenant vastgelegde afspraak tussen ex-partners dat de woning volledig wordt toegewezen aan de zittenblijvende partner. Het echtscheidingsconvenant wordt op basis hiervan geredigeerd en andere bepalingen worden hierop afgestemd. Zo ook de hoogte van de partneralimentatie. Echter, na tussenkomst van de hypotheekadviseur blijkt dat de overwaarde van de woning onvoldoende leencapaciteit biedt om de aankoop van het deel van de woning van de vertrekkende expartner te kunnen financieren. De weg terug naar de tekentafel is noodzakelijk. En het maken van nieuwe afspraken tussen beide ex-partners is vaak lastig.
de belangrijkste oorzaak van escalatie. Dat alleen is al een reden om de financiën vanaf het begin inzichtelijk te maken. Het is naar mijn mening de taak van de mediator om daarop te wijzen.”
Politieke agenda Het is goed dat er steeds meer aandacht komt voor mediation, vindt Laarakker. “Zo heeft de kinderombudsman dit voorjaar een voorstel gedaan om ten minste één mediationgesprek verplicht te stellen als er minderjarige kinderen zijn. Dat
Praktijkvoorbeeld
economisch eigendom
Een echtpaar, getrouwd in wettelijke (algehele) gemeenschap van goederen, roept bij de echtscheiding tijdig advies in van de hypotheekadviseur. De echtscheiding wordt afgerond, maar de levering van de gehele woning aan de zittenblijvende ex-partner (de vrouw) duurt daarna nog jaren. Tussen beide momenten claimt de vrouw aftrek van de volledige en de 100% betaalde rente. Formeel echter was de vrouw in de tussenperiode maar voor 50% eigenaar van de woning. Uit alle overige feiten en omstandigheden blijkt dat de vrouw sinds het moment van de scheiding economisch eigenaar was van de woning. Deze situatie was ook geregeld in de akte van boedelscheiding, mede op advies van de hypotheekadviseur. In het vooroverleg met de Belastingdienst verwijst de adviseur naar een eerder arrest van de Hoge Raad (kenmerk LJN: BW0614) en krijgt van de Belastingdienst gelijk. In het netwerk van de hypotheekadviseur zit ook een fiscalist, die de betreffende hypotheekadviseur in dit praktijkgeval bijstond.
gaat helaas niet door. Inmiddels ligt er ook een wetsvoorstel van Steur, maar daar zijn de mediators minder van gecharmeerd. Maar wat de uitkomst ook zal zijn, het belangrijkste is dat mediation op de politieke agenda staat.” “Wellicht zou het zelfs verplicht moeten worden om zowel een mediator als een financieel onderlegde professional in een vroeg stadium bij de scheiding te betrekken”, mijmert Abma tot slot. “Dat zou veel leed kunnen voorkomen. Maar of het snel zal gebeuren, betwijfel ik. Wij Nederlanders houden niet zo van verplichtingen...”
Praktijkvoorbeeld
verliesdeclaratie
Ook niet-fiscale situaties kunnen zonder vooroverleg met de hypotheekadviseur tot ongewenste gevolgen leiden, bijvoorbeeld de verkoop van de eigen woning zoals geregeld in het echtsscheidingsconvenant. In deze casus gaat het om een stel in echtscheiding met een NHG-eigenwoningschuld van € 145.000. Na de relatiebreuk wordt de woning verkocht voor € 86.000. De restschuld van € 59.000 wordt vervolgens niet vergoed door de Stichting Waarborgfonds Eigen Woning. Reden is dat de leencapaciteit van een van de twee ex-partners is vastgesteld op € 140.000. Met dat gegeven had de ex-partner in de woning kunnen blijven wonen en zou de restschuld van € 5.000 (€ 145.000 - € 140.000) wel zijn vergoed, aldus het Waarborgfonds Eigen Woning. Omdat beide ex-partners ervoor gekozen hebben om de woning vrijwillig te verkopen tegen een lagere prijs, wordt de restschuld van € 59.000 niet vergoed. Het is dus altijd verstandig voorafgaand aan een beslissing om met verlies te verkopen, te overleggen met de hypotheekadviseur en te kijken naar de voorwaarden van het waarborgfonds.
Erkend oktober - 2014 | 11
Wanneer u iemand een hypotheekadvies geeft, behoort het tot uw zorgplicht om rekening te houden met de betaalbaarheid van de eventueel na pensionering nog resterende lening. Dit lijkt vaak een formaliteit, maar het belang wordt steeds groter. Immers, het ouderdomsrisico neemt steeds verder toe. In dit artikel behandel ik enkele aspecten van dit risico.
Het ouderdomsrisico in een hypotheekadvies G
eldgevers hanteren bepaalde verstrekkingsnormen voor hypotheekklanten wiens pensioenleeftijd minder dan tien
jaar in de toekomst ligt. Uiteraard zijn deze normen ingegeven door de zorgplicht met betrekking tot betaalbaarheid. Wanneer de lening met NHG wordt geadviseerd, gelden de NHGnormen met betrekking tot het vast te stellen pensioeninkomen. Deze NHG-norm is strikt: alleen echte pensioenvoorzieningen (in het kader van de Pensioenwet) tellen mee als inkomen na de pensioengerechtigde leeftijd. Lijfrentekapitaal (verzekerd of bancair) dus niet. Datzelfde geldt voor de oudedagsreserves van ondernemers of ondernemingskapitaal.
Zorgplicht Los van de norm- en regelgeving, waarin is vastgelegd hoe er rekening moet worden gehouden met het inkomen na de pensioendatum, heeft de adviseur de zorgplicht om de risico’s van een lening na de pensioenleeftijd in kaart te brengen. Daarop stemt hij zijn advies immers af.
Jan Martijn Hengeveld is zelfstandig ontwikkelaar van lesmateriaal en geeft trainingen binnen de financiële dienstverlening.
12 | Erkend oktober - 2014
In het ‘ideale’ geval heeft een adviseur te maken met een geldnemer die werknemer is en bij zijn werkgever een pensioenvoorziening heeft in de vorm van een uitkeringsovereenkomst (middelloon- of eindloonregeling). Op het UPO leest hij vervolgens af hoe hoog het inkomen na pensionering zal zijn. Op grond daarvan berekent hij of de maandlast verantwoord is, rekening houdend met de financieringslastpercentages die horen bij een AOW-gerechtigde.
De uitkomst is positief of negatief. Kan de klant de woonlasten nog betalen, dan kan de adviseur dat concreet en cijfermatig aantonen op basis van de huidige stand van zaken. Kan de klant de woonlasten niet betalen na pensionering, dan past de adviseur hierop zijn advies aan: hij kiest bijvoorbeeld voor een kortere looptijd of extra aflossingen. Het kan overigens zijn dat de klant aangeeft het risico te begrijpen, maar het advies niet te willen toepassen. Dat is immers geen verplichting: de klant mag aangeven dat hij bereid is de woning te verkopen, wanneer zou blijken dat hij de maandlast niet meer kan opbrengen. Wanneer u er als adviseur van overtuigd bent dat de klant de consequenties hiervan overziet, legt u dit vast en heeft u aan uw zorgplicht voldaan.
Begrijpt de klant alle risico’s wel echt? De crux zit ’m in de volgende vraag: in hoeverre brengt u de klant echt op de hoogte van alle risico’s? Er zijn namelijk diverse risico’s met betrekking tot het pensioeninkomen. Allereerst blijken pensioeninkomsten, zelfs als het om uitkeringsovereenkomsten gaat, niet zo zeker als we vroeger dachten. Wanneer een pensioenfonds onder de minimale dekkingsgraad komt, worden pensioenuitkeringen mogelijk verlaagd. Daarnaast wordt vanaf 2015 het maximale opbouwpercentage verder verlaagd, waardoor op een UPO van volgend jaar wel eens
een lager op te bouwen ouderdomspensioen zou kunnen komen te staan dan de klant eerder is meegedeeld. Hoewel uw advies op huidige wetgeving is afgestemd, is bovendien te verwachten dat de pensioenrichtleeftijd verder omhoog zal gaan (tot boven de 67 jaar). Dat kan een verdere verlaging van de maximale pensioenopbouwpercentages tot gevolg hebben. Is een klant wel bereid om daadwerkelijk langer door te werken dan de leeftijd waarop hij had gerekend? In de pensioenregeling kan de mogelijkheid zijn opgenomen om eerder te stoppen met werken. Als die wens er is, moet het ouderdomspensioen actuarieel worden herrekend, waardoor de uitkering lager wordt.
Nog onzekerder worden de inkomsten na pensionering wanneer een werknemer in dienst is bij een werkgever met een beschikbare premieregeling. Op het UPO staat het verwachte op te bouwen kapitaal en het ouderdomspensioen dat daarmee mogelijk kan worden aangekocht. Een adviseur kan weliswaar uitgaan van dit verwachte ouderdomspensioen, maar begrijpt de klant ook dat er zowel in de opbouw- als in de uitkeringsfase onzekerheden zijn over de hoogte van dit ouderdomspensioen? Zeker wanneer de beschikbare premie wordt belegd, is de uitkomst erg onzeker. Er kan van diverse rendementen worden uitgegaan, die elk leiden tot een ander pensioenscenario.
Alternatieven voor de tweede pijler Enkele onzekerheden met betrekking tot het tweedepijlerpensioen (pensioen vanuit de werkgever) zijn hiervoor reeds geschetst. Veel werknemers kiezen voor een aanvulling op hun pensioen in de derde pijler (privévoorzieningen). Omvangrijk is bovendien de
Erkend oktober - 2014 |13
groep mensen die in de tweede pijler helemaal geen ouderdomspensioen opbouwen. Dat zijn niet alleen werknemers met een werkgever zonder pensioenregeling, maar vooral zelfstandigen. Een alternatief voor een tweedepijlerpensioen is pensioenopbouw in de derde pijler via lijfrenten. Zuivere lijfrenten (lijfrenten waarbij in de opbouwfase de hoogte van de uitkering al vaststaat) worden tegenwoordig niet of nauwelijks meer aangeboden. De hoogte van een lijfrente-uitkering is daarom onmogelijk te voorspellen. Er zijn allerlei factoren die hierbij een rol spelen, zoals het rendement in de opbouw- en afbouwfase en de vraag of de klant überhaupt wel blijft opbouwen. Bovendien is onzeker welke uitkeringsduur de klant kiest. Onderstaand voorbeeld laat zien dat uitkomsten sterk afhankelijk zijn van het scenario dat wordt gehanteerd.
Conclusie Pensioeninkomen was altijd al onzeker, maar de laatste jaren zijn we nadrukkelijker geconfronteerd met de gevolgen hiervan. De onzekerheid zal verder toenemen. Dit hoeft geen beletsel te zijn voor een goed hypotheekadvies. U constateert de onzekerheden en deelt deze aan de klant mee. U gaat na in
hoeverre de klant de onzekerheden begrijpt en schetst verschillende scenario’s. Wanneer in een bepaald scenario zou blijken dat de woonlasten na pensionering niet verantwoord zijn, betekent dit niet automatisch dat u op basis van uw zorgplicht de lening (ook zonder extra aflossing) niet zou mogen adviseren. De klant kan immers zelf aangeven het risico te begrijpen en te accepteren, mogelijk met als gevolg dat de woning verkocht moet worden bij pensionering. Let wel: we hebben het hier over de zorgplichtaspecten en niet over de norm- en regelgeving van een geldgever of NHG. Waar het verstrekken van een lening die op dit moment onverantwoord is, wettelijk niet is toegestaan, geldt dit verbod niet voor een lening die na een van de inkomensrisico’s onverantwoord zou worden. Het gaat er immers om dat u de risico’s in kaart brengt en uitlegt. U past uw advies hierop aan. Het is dan aan de klant om een keuze te maken. Deze keuze moet wel worden gemaakt op basis van realistische scenario’s. Daarin ligt uw rol in het kader van het oudedagsinkomen: schets de onzekerheden en laat de klant op grond hiervan een beslissing nemen over de lening.
Voorbeeld Martine (45) gaat een hypothecaire lening aan met een duur van 30 jaar. Haar pensioeninkomen (eerste en tweede pijler) is onvoldoende om de maandlasten na haar pensioenleeftijd te kunnen dragen. Maar ze heeft een lijfrentespaarrekening met een actueel saldo van € 20.000. Ze stort jaarlijks € 3.000 in de lijfrentespaarrekening. Met welke lijfrente-uitkering houdt u rekening om na te gaan of de maandlasten na haar pensionering nog wel verantwoord zijn? In een optimistisch scenario gaat u uit van continuering van de stortingen tot haar 67e en een rendement in de opbouwfase van 3,5%. Het expiratiekapitaal laat ze uitkeren voor de duur van 20 jaar, tegen een rekenrente van opnieuw 3,5%. In dat geval behaalt ze een lijfrentekapitaal van € 143.011. Daar kan ze 20 jaarlijkse uitkeringen van € 10.062 van aankopen (geen rekening houdend met kosten). In een wat minder optimistisch scenario hanteert u dezelfde uitgangspunten, maar een rekenrente van ‘slechts’ 2%. De uitkering
14 | Erkend oktober - 2014
die met het op te bouwen lijfrentekapitaal (€ 117.455) kan worden aangekocht, is dan nog maar € 7.183 per jaar (20 jaar lang). In een nog pessimistischer scenario gaat u van deze lage rente uit, maar houdt u geen rekening met volgende stortingen. In dat geval bouwt ze slechts € 30.920 aan lijfrentekapitaal op, waarmee ze 20 jaarlijkse uitkeringen kan aankopen van € 1.890 per jaar. Stel dat Martine, naast haar pensioeninkomen uit de eerste en tweede pijler, een extra inkomen nodig heeft van € 8.000 bruto per jaar om de maandlast na pensionering te kunnen blijven betalen. Is de lening dan verantwoord? Of raadt u haar aan om extra af te lossen? De geschetste onzekerheden in de tweede en derde pijler zijn dus groot. Ze worden nog groter wanneer u te maken heeft met een ondernemer met alleen een oudedagsreserve op de balans, of een directeur-grootaandeelhouder (dga) die aangeeft dat de waarde van zijn BV zelf zijn pensioen is. Ik ga niet in op alle mogelijke scenario’s die bij deze zaken een rol spelen. Het gaat erom dat duidelijk is dat pensioeninkomen simpelweg erg onzeker is.
C O L U M N
Begrijpelijk Adviseren Wessel Visser is directeur van BureauTaal. Hij is gespecialiseerd in begrijpelijke schriftelijke en mondelinge communicatie en werkt voor overheden, financieel dienstverleners, industriële bedrijven en zorginstellingen.
Van Gods woord tot naaipatronen Op woensdag 1 oktober nam Koning Willem-Alexander de eerste Bijbel in Gewone Taal (BGT) in ontvangst. “Als teksten onduidelijk of ingewikkeld zijn, haken veel lezers af. Het belang van leesbare, begrijpelijke teksten is dus belangrijker dan ooit”, schrijft het Nederlands Bijbelgenootschap op zijn website.
D
e eerste reacties wijzen erop dat deze bijbel een bestseller wordt. “Wat word ik hier blij van. Ik begrijp waar de teksten over gaan. Ik haak niet bij de eerste zinnen af, maar kan een heel hoofdstuk zo uitlezen. De teksten spreken mij aan!”, zegt Tamara Moorlag, een gewone bijbellezer, op de website van het Bijbelgenootschap. Ook vakspecialisten zijn onder de indruk, zoals Wido van Peursen, Hoogleraar Oude Testament: “De vertalers van de BGT zijn er uitstekend in geslaagd een bijbel op de markt te brengen die echt door iedereen begrepen kan worden. Een geweldig resultaat! Als bijbelwetenschapper ben ik bijzonder verheugd dat de grote zorg voor de begrijpelijkheid van de vertaling gepaard is gegaan met een eveneens zeer grote zorgvuldigheid om de brontekst zoveel mogelijk recht te doen.”
Naaipatronen Bij de eerste zinnen van een tekst afhaken, is ook onhandig als je met een naaipatroon een bloesje wilt naaien. Dat kostte Knipmode abonnees. Daarom besloot de redactie de teksten van de naaipatronen te vereenvoudigen. De eerste reacties van abonnees op Facebook zijn duidelijk: “Het werkschrift is duidelijk geworden.”, “Superhandig.”, “Het werkschrift is echt weer heel overzichtelijk geworden. Goed gedaan!”
Hema-akten Kortgeleden introduceerde de Hema de Hema Notarisservice. Hiermee kun je online je samenlevingscontract en je testament samenstellen, waarna je op een notariskantoor je handtekening
onder de akte zet. De notarissen die bij de Hema Notarisservice zijn aangesloten hebben de Hema-akten in begrijpelijke taal geschreven. Zodat er geen misverstand kan zijn over de inhoud van de akten. Notarissen die deze akten passeren, moeten in het kader van de wettelijke ‘Belehrungspflicht’ de inhoud van de akten uitleggen aan hun klanten. “Maar dat is met deze akten eigenlijk overbodig, want ze zijn zó begrijpelijk”, zegt een notaris. “Dus lees ik de tekst maar gewoon voor. Dat is het beste.” Andere notarissen hebben vergelijkbare ervaringen: “De tekst van de akten is zo eenvoudig, dat ik goede vragen krijg. Dat gebeurde eerder nooit of bijna nooit.”
Geldzaken We horen vaak dat consumenten niet geïnteresseerd zijn in geldzaken. Dat is niet zo! Uit recent onderzoek van ING blijkt dat driekwart van de consumenten erg geïnteresseerd is in geldzaken. Uit datzelfde onderzoek blijkt dat ook driekwart vindt dat hijzelf verantwoordelijk is voor zijn geldzaken. En niet zijn bank, bijvoorbeeld. Tegelijkertijd vinden veel mensen geldzaken moeilijk. En ook steeds moeilijker worden.
Wat wil uw klant? Klanten willen dat hun financieel adviseur moeilijke dingen begrijpelijk maakt. U moet kleine lettertjes groot maken, want dan kan hij het heft in eigen handen nemen. Daar worden klanten blij van. En wat doen blije klanten? Die vertellen aan hun vrienden waarom ze zo blij zijn.
Erkend oktober - 2014 |15
I N T E R V I E W
Directeur Dennes Roes van Findesk:
‘Automatiseringstrein is op stoom en stopt niet!’ Adviseurs moeten weer datgene gaan doen waar ze goed in zijn: adviseren! Dat is de stellige mening van Dennes Roes, directeur van Findesk. “Door de toegenomen complexiteit en regeldruk vergen administratieve handelingen nu tot wel 80% van hun tijd. Maar ik weet zeker dat de klant van de toekomst niet meer zal betalen voor het kopiëren van een loonstrook.”
A
ls oud-adviseur en trainer bij Dukers & Baelemans komt zijn visie niet uit de lucht vallen. “Ik werk nu zo’n 28 jaar in de branche, eerst in loondienst en later als zelfstandig adviseur. Toen de AFM de cijfermatige onderbouwing van het advies verplicht stelde, ben ik op zoek gegaan naar technische hulpmiddelen. Maar de programma’s die werden aangeboden, waren te zwaar en gaven veel meer informatie dan ik nodig had. Ik heb toen zelf in Excel iets ontwikkeld, waarmee ik binnen veertig minuten de onderbouwing rond had. Dat was al een sprong voorwaarts.” Toen hij in 2010 langs de lijn van het hockeyveld in gesprek raakte met de vader van een teamgenoot van zijn zoon, diende de volgende stap zich aan. “Hij vertelde dat hij een softwarebedrijf had. Dus vroeg ik hem: ‘Ik doe dit nu in ruim een half uur, kan het sneller als jij het automatiseert?’ Zijn antwoord was: ‘Ja, binnen een minuut.’ Zo is het idee voor Findesk ontstaan.”
Wegautomatiseren
Dennes Roes: ‘Concentreer je op adviseren en coachen!’
Roes is een man met een boodschap en een missie. “Ik vind dat alle taken die niet tot de kern van de adviespraktijk behoren, moeten worden ‘weggeautomatiseerd’. Op het gebied van mid- en backofficesystemen zijn er veel oplossingen voor handen, maar ook het front end verdient aandacht. Mijn doel is om het proces van kop tot staart te automatiseren en daarbij met de hele wereld te koppelen.”
16 | Erkend oktober - 2014
Software is daarbij geen doel op zich, maar wel een belangrijk middel. “Het helpt je als adviseur om de processen efficiënter in te richten, waardoor je kunt focussen op je toegevoegde waarde: je kennis en de vaardigheid om passend advies te geven. Adviseurs moeten zichzelf daarom niet de vraag stellen wat software kost, maar wat het oplevert.” De grootste bedreiging is namelijk dat ze niet meegaan in die technologische ontwikkeling, vindt Roes. “Sommige adviseurs die twijfelen of zelfs weigeren om automatiseringsoplossingen te implementeren, voeren als argument aan dat hun portefeuille voornamelijk uit 55-plussers bestaat. Blijkbaar weten zij niet dat juist die groep veel zaken regelt op het wereldwijde web. Sterker nog, het is de meest actieve categorie op internet, na die van jongeren tot 26 jaar!”
Wet van Darwin Ook zal distributie op termijn verdwijnen uit de praktijk van de adviseur, is Roes’ overtuiging. “Er zijn nu al partijen die dat efficiënter en beter kunnen. De klant van de toekomst zal - meer nog dan nu - zijn beslissing laten afhangen van de prijs-kwaliteitverhouding van de dienstverlening die hij inkoopt. Voor adviseurs geldt daarom de wet van Darwin: het is niet de slimste of de sterkste die overleeft, maar degene die zich het beste aanpast. De automatiseringstrein is inmiddels flink op stoom en stopt niet meer. Dus kun je er maar beter voor zorgen dat je aan boord bent.”
‘Adviseurs moeten zichzelf niet de vraag stellen wat software kost, maar wat het oplevert.’
onbewust onbekwaam. Daardoor begrijpen ze niet precies waarvoor zij hun adviseur betalen. Door hen uit te nodigen in een digitaal klantportaal, kunnen ze wat rondneuzen en eenvoudige handelingen zelf verrichten, zoals het uploaden van een salarisstrook. Bijkomend voordeel is dat ze geld besparen door die simpele dingen zelf te doen.” “Naarmate zo’n klant verder in het proces komt, ervaart hij vanzelf dat het een stuk complexer is dan hij dacht. En als hij het als ingewikkeld ervaart, begrijpt hij beter welke rol de adviseur speelt. Hij wordt dus bewust onbekwaam. Dit kun je overigens versterken door over alles wat je doet te communiceren, zeker als het gaat om problemen die je voor hem hebt opgelost.”
Stoppen met zeuren De menselijke component blijft de belangrijkste kracht van de adviseur. Roes: “Klanten zijn niet op zoek naar een financieel product, ze zijn op zoek naar een oplossing. Emotie is daarbij vaak de belangrijkste drijfveer. De rol van de adviseur is dan die van coach en sparringpartner. Daarom zie ik juist voor kleinere kantoren en zzp’ers een gouden toekomst, zij kennen de klant immers persoonlijk. Dat geldt misschien nog wel sterker voor een Erkend Wel moeten softwareontwikkelaars beter luisteren naar hun klanten dan ze nu doen. Roes: “Ze moeten niet bouwen wat zíj vinden dat er moet komen, maar wat de klant vindt dat er moet komen. Toch zit ook daar een spanningsveld. Want als ik een adviseur een leeg velletje papier geef en zeg: ‘Schrijf maar op wat je nodig hebt’, dan blijft het blaadje leeg. Maar als ik hem een deels uitgewerkt concept geef, dan zegt hij: ‘Dit moet anders en dat mis ik nog.’ Samenwerken en samen ontwikkelen leidt dus tot de beste resultaten.”
Bewust onbekwaam Automatisering kan ook helpen om de klant te laten inzien welke toegevoegde waarde de adviseur biedt. “De meeste klanten van financieel adviseurs zijn
Hypotheekadviseur, die hem helpt om zijn droomhuis bereikbaar te maken.” “Als branche moeten we nu stoppen met zeuren en onze schouders eronder zetten”, besluit Roes. “Dat betekent ook: keuzes maken. Want als je zelf niet kiest, kiezen anderen voor jou. En als dat gebeurt, zit je niet langer zelf achter het stuur. Concentreer je daarom op adviseren en coachen, laat klanten eenvoudige dingen zelf doen, realiseer je dat distributie zal verdwijnen uit de adviespraktijk en dat alle administratieve processen op termijn worden geautomatiseerd. Zoek daarom de samenwerking met softwareontwikkelaars, zodat je invloed kunt uitoefenen en daardoor krijgt wat je nodig hebt.”
Erkend oktober - 2014 | 17
In antwoord op Kamervragen over de schenkingsregeling bij een koophuis heeft staatssecretaris Wiebes op 8 september aangekondigd dat de “tijdelijke verruiming vrijstelling schenkbelasting” na 1 januari 2015 niet wordt verlengd. Met die vrijstelling kan iedereen nu nog tot e 100.000 (schenk)belastingvrij schenken. Hoewel er (nog) geen cijfers over bekend zijn, is de regeling populair. Dat blijkt wel uit de beantwoording van de Kamervragen.
Verruimde schenkingsregeling en de impact op restschuldposities D
e verruimde schenkingsregeling wordt hoofdzakelijk om budgettaire reden niet verlengd vanaf 2015. De staatssecretaris focust te eenzijdig op eventuele derving van belastingen voor de Rijksoverheid. Hij gaat voorbij aan positieve effecten van de tijdelijk verruimde schenkingsregeling. Zoals het maatschappelijk belang van het (gedeeltelijk) vervroegd aflossen van schulden van ‘huizen onder water’. Of het effect van de regeling op de verhuismobiliteit.
Crisismaatregel
Raymond Bakker is als fiscalist en complianceadviseur werkzaam voor diverse pensioen- en hypotheekorganisaties. Hij is daarnaast actief binnen het CDFD bij de ontwikkeling van het vakbekwaamheidsbouwwerk en staat als vakdeskundige financiële dienstverlening geregistreerd in de Deskundigenindex (DIX) voor de rechtspraak.
Vorig jaar is fiscaal de mogelijkheid gecreëerd om tot 1 januari 2015 door een ieder onbelast een bedrag van maximaal € 100.000 te schenken, als die schenking wordt gebruikt voor de aankoop of verbouwing van een eigen woning of voor het aflossen van een eigenwoningschuld of een restschuld van de ontvanger. Het bijzondere van deze verruimde schenkingsregeling in het kader van de eigen woning is:
de bestaande, eenmalig verhoogde vrijstelling tot 1 januari 2015 is verhoogd naar € 100.000; iedereen (dus ook anderen dan alleen de ouders) kan belastingvrij schenken; ongeacht de leeftijd van de ontvanger.
Vanaf 1 januari 2015 worden de verruimde voorwaarden geschrapt en keren we terug naar de oorspronkelijke voorwaarden, zoals: de eenmalig verhoogde vrijstelling met een cijfermatig maximum van € 52.752
18 | Erkend oktober - 2014
de kring van personen waarbinnen belastingvrij geschonken kan worden, is beperkt tot schenkende ouders aan ontvangende kinderen. de ontvanger valt in de leeftijdscategorie tussen de 18 en 40 jaar.
50.000 aangiftes Met de tijdelijk verruimde vrijstelling schenkbelasting was beoogd een impuls te geven aan de woningverkoop en de schuldreductie in een periode van crisis op de woningmarkt. Die opzet lijkt geslaagd. Mede door deze schenkingsregeling is voorzichtig herstel van de woningmarkt zichtbaar, bijvoorbeeld in de toename van het aantal transacties en de prijsstabilisatie van de woningen. Echter, de eerdere prijsdalingen laten hun sporen nog na. Momenteel zijn er ongeveer 1,1 miljoen huishoudens waarvan de woning ‘onder water’ staat: de waarde van de woning is lager dan de hoogte van de hypotheek. De vraag is of het terugdraaien naar de oorspronkelijke vorm in 2015 beperkingen gaat opleveren in de toepassing van de schenkingsregelingen. Oftewel: worden er nu hogere bedragen dan eerst geschonken, en zo ja, ook buiten de kring ouders-kinderen? Blijkbaar wel, want volgens de staatsecretaris heeft de Belastingdienst tot nu toe 50.000 aangiftes met een beroep op de schenkingsvrijstelling ontvangen, terwijl over de gehele periode 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2014 bij de raming was uitgegaan van 20.000. Op basis van informatie van tien notariskantoren
(aangesloten bij Netwerk Notarissen) blijkt dat de gemiddelde schenking € 60.000 bedroeg, het in de helft van de gevallen om € 100.000 ging en in 45% van de gevallen wordt geschonken voor het aflossen van een bestaande schuld.
Conclusie Volgens het rekenvoorbeeld is er op de korte termijn voor de overheid een financieel voordeel, indien de schenking wordt gedaan door de ouders. Er is een financieel nadeel bij een schenking door een andere persoon dan de ouders.
De fiscale uitwerking De ontvanger (in fiscaal vakjargon “de begiftigde”) bespaart bij een schenking van maximaal € 100.000 aan schenkbelasting minimaal € 9.477 (schenking door ouders) en maximaal € 29.372 aan schenkbelasting. Maar de besparing gaat verder. Als de schenking wordt gebruikt om de bestaande eigenwoningschuld vervroegd af te lossen, dan is er over het bedrag van de vervroegde aflossing geen hypotheekrente meer verschuldigd. Ook voor de schatkist interessant, omdat er minder inkomstenbelastingteruggaaf is. Keerzijde voor de overheid is dat er belast box 3-vermogen van de schenker wordt omgezet in onbelast box 1-vermogen in de eigen woning. Het navolgende rekenvoorbeeld geeft de financiële positie van de overheid aan.
Re ke nv o o r b e e l d Stel, er is een (deels aflossingsvrije) eigenwoningschuld van € 400.000. De woning is in 2006 gekocht, net voor de crisistijd, en de actuele WOZ-waarde is € 300.000. De rente is (en blijft) 4%. De belastingdruk in de IB is gemiddeld 40%. De woningbezitter krijgt in 2014 een (belastingvrije) schenking van € 100.000 van: 1. ouders, en/of: 2 2e graad familie: 76-jarige, alleenstaande (suiker)oom zonder kinderen. De schenking wordt gebruikt om het restschuldrisico te verkleinen door het aflossingsvrije deel van de hypotheekschuld boetevrij af te lossen.
Iedereen blij!? De verruimde schenkingsregeling van maximaal € 100.000, ongeacht wie er schenkt en zonder leeftijdsbegrenzing, kan een wezenlijke bijdrage leveren in de omvang van het restschuldrisico. Het is geen luxe variant, zoals bijvoorbeeld schenken als onderdeel van de koopprijs om een (te) dure woning te kopen. Nee, het is een voorziening om de huidige woning boven water te krijgen en dus om een betere ‘loan to value’ te krijgen. De toepassingsvariant gedeeltelijke aflossing is van wezenlijk belang voor de doorstroming op de woningmarkt. Huishoudens met een huis dat onder water staat stellen eventuele verhuisplannen vanwege het te verwachten verkoopverlies uit of af. Bovendien is een restschuld als verkoopverlies in de praktijk bij een volgende aankoop van een eigen woning nauwelijks mee te financieren. De (meeste) geldverstrekkers werken mee – zolang de tijdelijk verruimde schenkingsregeling duurt – door geen boeterente in rekening te brengen bij vervroegde aflossing van schulden van eigen ‘woningen onder water’. Voor bestaande woningeigenaren ontstaat er door de schuldverlaging en de daarmee samenhangende forse lastenverlichting (woonlasten vormen immers een substantieel deel van het inkomen) de mogelijkheid om het vrijkomende bedrag voor ande re consumptieve of spaardoelen te bestemmen.
Uitwerking Schenking J 100.000 door: Ouder Oom
Derving overheid Derving overheid Derving schenkbelasting1 erfbelasting2 box 3-heffing ieder jaar3: H 4.7724 H 8.0135 H 6936 10 11 H 29.372 H 29.372 H 693
1 Indien de schenking wordt verricht zonder de verruimde schenkingsregeling van € 100.000 2 Door nu te schenken is de omvang van het vermogen en daarmee de (eventuele) erfenis met dit bedrag lager. 3 Belast box 3-vermogen van de schenker wordt omgezet in onbelast box 1 eigen woning. 4 € 100.000 minus de reguliere schenkingsvrijstelling van € 52.281 (cijfer 2014) x 10% schenkbelasting. 5 Bedrag aan erfbelasting volgens cijfers 2014. 6 Jaarlijks (€ 100.000 - heffingsvrij vermogen fiscale partners € 42.278 x 1,2%) is € 693.
Minder IB-restitutie per jaar: H 1.6007 H 1.600
Besparing netto overheid per jaar: H 907 H 907
Break even point overheid: na 5 1/4 jaar8 of 9 jaar9 niet binnen 22 jaar12
7 8 9 10
Geen IB-teruggaaf 40% van € 4.000 is jaarlijks € 1.600. € 4.772 schenkbelasting : € 907 inkomstenbelasting is 5 1/4 jaar. € 8.013 erfbelasting : € 907 inkomstenbelasting is 9 jaar. De vraag is of zonder de schenkingsregeling het bedrag zou zijn geschonken door de oom. 11 Idem strekking voetnoot 10, bij een verondersteld legaat van oom. 12 € 29.372 : € 907 is meer dan 22 jaar. Na 22 jaar is de periode van 30 jaar renteaftrek bereikt (2006-2036). Het belastingnadeel voor de overheid is na 22 jaar € 29.372 - € 19.954 (22 x € 907) = € 9.418.
Erkend oktober - 2014 | 19
Eric Wiebes: ‘Belastingdienst ontving al 50.000 aangiftes met een beroep op de schenkbelasting’
Alternatieve vrijstelling Een alternatief is om verruimde schenkingsregeling in de aflossingsvariant structureel te maken en wel als volgt: schenkingen van maximaal € 100.000 (of desnoods € 52.752, jaarlijks te indexeren); door een ieder (dus niet alleen ouders) en zonder leeftijdsbegrenzing van de ontvanger; voor woningen onder water tot het bedrag van de actuele WOZ-waarde, of ter aflossing van een gerealiseerde restschuld bij verkoop van de woning. Ook de buitencategorie (en dus niet alleen ouders) moet in staat worden gesteld om onder die voorwaarden belastingvrij te kunnen schenken.
Familielening als alternatief
Maar ook om de situatie van (dreigende) betalingsachterstand te vermijden. Voor de geldverstrekkers ontstaat er een lager debiteurenrisico en tegelijkertijd een betere balanspositie. En de overheid ziet de totale omvang van de uitstaande hypotheekschuld dalen. Kortom iedereen blij! Toch wordt deze belastingfaciliteit vanaf 2015 minder door beperkende voorwaarden, waardoor een van de katalysators als oplossing van de restschuldproblematiek wordt beperkt en daarmee ook de doorstroom op de woningmarkt.
Financiële ondersteuning in het kader van de eigen woning is niet alleen beperkt tot de fiscale schenkingsregeling. Vermogende ouders of andere familieleden kunnen ook geld uitlenen. Ook hier is het fiscale overgangsrecht met betrekking tot de bestaande eigenwoningschuld op peildatum 31 december 2012 van toepassing. Ofwel, het oversluiten van een (deel van de) eigenwoningwoning van de bank/geldverstrekker naar een lening van de familie kan volgens het fiscale overgangsrecht onder gelijkblijvende condities. Niet noodzakelijk is - bij een oversluitende oud regime lening een annuïtaire of lineaire aflossing om de rente fiscaal te kunnen aftrekken. Overigens is men vrij om wel deze aflossingsvorm te regelen. Met toepassing van de jaarlijkse schenkingsvrijstelling kunnen de financiële lasten beperkt blijven of teruggebracht worden tot zelfs nihil.
Uitwerking Ouders hebben een vrij beschikbaar vermogen op een spaarrekening van € 175.000. De spaarrente is (slechts) 1,25%. Inflatie en box 3-heffing maken dat ze interen op hun vermogen. Los van hun wens om een hoger rendement te krijgen, willen de ouders het vermogen liever gefaseerd schenken aan de kinderen dan interen en ze willen ook hun kind met een ‘onderwaterwoning’ helpen.
In het eerste jaar betaalt het kind € 2.400 aan netto rente en € 4.545 aan aflossing, totaal € 6.945. Aan het eind van het jaar krijgt ieder kind het jaarlijkse bedrag belastingvrij geschonken (in 2014 € 5.229). Aan woonlast resteert in 2014 netto € 1.716 exclusief de boeterente13. Dat is € 684 lager dan de netto rente over dit deel van de banklening.
Stel, de ouders willen een restschuldrisico van € 100.000 op de eigen woning van een van hun kinderen uitlenen ter gedeeltelijke vervanging van de bestaande banklening (oversluiten). De zakelijke rente wordt vastgesteld op 4% (categorie niet-direct opeisbare lening). Afgesproken wordt dat deze familielening in gelijke delen jaarlijks wordt afgelost over een periode van 22 jaar.
Vanwege de jaarlijks afnemende schuld wordt de financiële last in de toekomst lager en ook door de indexatie van de jaarlijkse schenkingsvrijstelling. Bovendien is de schuld na maximaal 22 jaar afgelost. Of eventueel bij eerder overlijden van de ouder(s) onder verrekening van het erfdeel (eventueel legaat in testament).
20 | Erkend oktober - 2014
13 Een alternatief is om de familielening gefaseerd in boetevrije aflossingsbedragen over te sluiten.
P R I N S J E S DAG 2 014 Op 16 september 2014 (Prinsjesdag) heeft de regering haar plannen voor 2015 bekendgemaakt. De minister van Financiën heeft het koffertje met de Miljoenennota en de Rijksbegroting 2015 aan het parlement aangeboden. In dit artikel vatten we de belangrijkste punten uit de overheidsplannen samen, voor zover die van belang zijn voor de Erkend Hypotheekadviseur.
Wat zat er in het koffertje? Tarieven inkomstenbelasting Het tarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting wordt verhoogd van 36,25% naar 36,5%. Verder worden de grenzen van elk van de schijven verhoogd (geïndexeerd); de tarieven van de 2e, 3e en 4e schijf veranderen niet. Andere relevante wijzigingen betreffen de algemene heffingskorting, de arbeidskorting, de alleenstaande-ouderkorting, de combinatiekorting en het kindgebonden budget.
met een restschuld blijven zitten. Sinds 2014 is het mogelijk om restschulden onder strikte voorwaarden mee te financieren onder de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). De rente over alle restschulden die tot 2018 ontstaan, is nu nog maximaal 10 jaar aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Het kabinet verlengt dat tot 15 jaar. Een restschuld telt niet mee in berekening van de Loan-to-Value (LTV).
Verhuisregeling
Hypotheekrenteaftrek
In het kader van de kredietcrisis was de verhuisregeling uitgebreid. Deze verlengde termijn wordt níet teruggebracht naar twee jaar, maar blijft nu permanent drie jaar. Mensen die hun oude woning niet verkocht hebben, behouden de mogelijkheid om drie jaar (plus het lopende kalenderjaar) de hypotheekrente in mindering te brengen op hun inkomen. Dit geldt ook voor een woning in aanbouw of verbouwing (een toekomstige eigen woning). Het voorbeeld laat zien dat iemand zeven jaar lang twee woningen in box 1 kan hebben.
VOORBEELD Tim woont in een eigen woning. Hij koopt op 1 januari 2015 een nieuwbouwwoning aan. De woning wordt opgeleverd in 2018 en Tim trekt er op 31 december 2018 in. Al die tijd is zowel zijn oude als de toekomstige woning aangemerkt als eigen woning. Op 31 december 2018 zet hij zijn oude woning te koop. Zolang deze niet verkocht wordt, blijft de oude woning tot en met 31 december 2021 aangemerkt worden als eigen woning. In totaal heeft Tim precies zeven jaar lang twee woningen in box 1 gehad, namelijk heel 2015 tot en met heel 2021. Ook de regeling dat een te koop staande woning na tijdelijke verhuur weer terugkeert naar box 1 wordt structureel. Deze regeling zou vervallen op 1 januari 2015, maar blijft dus gehandhaafd. Mensen kunnen een voormalige, te koop staande eigen woning dus tijdelijk verhuren, zonder dat de bijleenregeling wordt toegepast.
Rente restschulden Het kabinet komt mensen tegemoet die na verkoop van hun huis
Een gevolg van een eerdere wetswijziging is dat vanaf 2015 het maximale tarief waarover hypotheekrente kan worden afgetrokken 51% wordt. De afbouw van 0,5% per jaar wordt voortgezet, zoals eind 2013 al was vastgelegd. De netto maandlast voor belastingplichtigen met een eigen woning en een inkomen in de hoogste tariefschijf, neemt dus toe. Het is nog niet bekend of het tarief van het eigenwoningforfait opnieuw wordt aangepast. Een andere reeds bekende wijziging is een verdere verlaging van de LTV-ratio naar 103% (2014: 104%).
Laag BTW-tarief verbouwingen Het lage btw-tarief op arbeidsloon bij verbouwing en renovatie van woningen geldt een half jaar langer: tot 1 juli 2015.
Energielabel Vanaf begin 2015 krijgen alle huizenbezitters een voorlopig energielabel. Volgens het kabinet krijgen woningbezitters hierdoor een goed beeld van de energieprestatie van hun woning en van de mogelijke maatregelen om energie te besparen. Dit voorlopige energielabel volstaat overigens niet als de eigenaar de woning wil verkopen of verhuren: dan moet er (tegen betaling) een ‘definitief energielabel’ worden aangevraagd.
Energiebesparing Het kabinet voert zijn afspraken uit het Energieakkoord verder uit. Er gaat een financiële regeling van start voor energiebesparingsprojecten door Verenigingen van Eigenaren (VvE’s). Voor eigenarenbewoners is er sinds 2014 al het Nationaal Energiebespaarfonds. Voor verhuurders zijn er al een subsidieregeling en een fonds voor leningen voor energiebesparing.
Erkend oktober - 2014 | 21
In het eerste halfjaar van 2014 is het aantal mensen met betalingsproblemen opgelopen tot 760.000, een stijging met 19.000. Het BKR heeft beraamd dat op dit moment zo’n 8,9% van de geregistreerde consumenten op hun lening een betalingsachterstand heeft van meerdere maanden. De kans is dan ook groot dat u binnen uw klantenkring meerdere relaties heeft die te kampen hebben met (dreigende) financiële problemen.
Verkoop je woning maar! I
n de praktijk blijkt dat veel van deze consumenten niet naar hun financieel adviseur (of aanbieder van een financieel product) gaan. Wellicht speelt schaamte hierin een rol. Destijds heeft de consument immers aangegeven de hypotheek makkelijk te kunnen betalen. Maar angst voor een adviesnota kan eveneens een reden zijn. Het is niet zo vreemd dat deze mensen vaak aankloppen bij de gemeente; ze komen dan terecht op de afdeling schuldhulpverlening.
opvangen, maar dan ontstaat alsnog een probleem. Tot slot merk ik dat veel mensen zeer verknocht zijn aan hun woning. De eigen woning is hun laatste heiligdom! Ik heb inmiddels meerdere malen gehoord dat consumenten zichzelf iets gaan aandoen, wanneer ze niet in de woning kunnen blijven wonen.
Banken erkennen een betalingsprobleem pas, wanneer er sprake
‘Te rijk’
Harrie-Jan van Nunen MFP begeleidt als commercieel directeur van De Financiële Makelaar 850 onafhankelijke hypotheekadviseurs in het maken van hypotheekoffertes. Hij is actief als opleider, hoofdredacteur van vakblad De Hypotheekadviseur, Master in Financial Planning en in 2006 uitgeroepen tot Erkend Hypotheekadviseur van het jaar.
is van een achterstand
Sinds een aantal jaren heb ik regelmatig contact met zo’n afdeling van de gemeente ‘s-Hertogenbosch. Zij verwijzen consumenten door die - door de overwaarde op hun woning - “te rijk zijn” voor de schuldhulpverlening en daardoor ook niet in aanmerking komen voor de WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen). Deze mensen hebben hun eigen specifieke verhaal. Soms zijn het gewezen ondernemers, die nog een belastingclaim hebben. Of consumenten bij wie een doorlopend krediet in verband met de leeftijd ‘ineens’ versneld moet worden afgelost. Of consumenten bij wie de financiën als gevolg van ouderdom of ziekte niet meer onder controle zijn. Deze groep rest de opdracht om hun woning vrijwillig te verkopen of de hypotheek te verhogen. Beide geen eenvoudige oplossingen!
Makkelijk gezegd “Verkoop je woning maar”, is makkelijker gezegd dan gedaan. Wanneer je in de huidige markt versneld je woning moet verkopen, kan een overwaarde zomaar omslaan in een verkoopverlies. Bovendien zie ik dat de meeste mensen een hypotheeklast hebben die fors lager is dan een gemiddelde huur die ze moeten gaan betalen na verkoop. Weliswaar kunnen ze vanuit de overwaarde mogelijk nog een tijdje het verschil
22| Erkend oktober - 2014
Pro deo-advies Dus krijg ik op dat moment de taak om te kijken of de hypotheek kan worden verhoogd of aangepast, zodat er weer een financieel solide basis ontstaat. Deze werkzaamheden verricht ik pro deo. Hoewel het
sinds kort mogelijk is dat een aanbieder mij hiervoor een vergoeding geeft (zie kader ‘Ontheffing provisieverbod’), wil ik mij niet laten beïnvloeden of een aanbieder wel of niet bereid is dit te doen en of me mogelijk sturing oplegt. Ik doe dit vanuit de overtuiging anderen te helpen en indirect om het imago van de branche te verbeteren. Iets wat best nog iets vaker mag gebeuren!
Open en eerlijk De eerste stap die ik met de mensen zet, is het in kaart brengen van alle schulden, de oplossingsrichting almede het volledig in kaart brengen van de hypotheek (aflossingsvorm, fiscale positie, rente, restantduur rente, verpande spaarproducten, etc.). Meestal resulteert dit in een bedrag dat nodig is om de schulden het hoofd te bieden en de positie ten goede te keren. Vaak betreft dit niet meer dan tussen de tien en twintig duizend euro. Volledige eerlijkheid en openheid zijn hierbij overigens een must: alleen dan zal een eventuele oplossing uitkomst bieden. Zo heb ik een keer meegemaakt dat een familie een lening van zo’n € 7.000 euro (via een oud tante) had verzwegen. Deze kwam er pas uit, toen de bank een toezegging had gedaan voor het herfinancieren van
de andere schulden. Als reden gaven ze op, dat ze bang waren dat de bank hun schuldpositie te groot zou vinden om ze te helpen. Het resulteerde er vervolgens in dat de bank zijn eerdere aanbod introk, omdat ze onvoldoende vertrouwen hadden in de openheid van zaken. Ik ben van mening dat de bank, wanneer deze lening direct was gemeld, ook deze schuld had meegenomen. Nu leidde het er toe dat de woning moest worden verkocht.
vervolgens af te zien van de boeterente, wat met goede argumenten zeker bespreekbaar is! Verder is het aanpassen van de aflossingsvorm een goede optie. Met het geld uit verpande verzekeringen/rekeningen kan namelijk veel worden gedaan. Vooral bij oudere mensen is het aflossingsvrij maken van de hypotheek vaak helemaal niet zo risicovol.
Nazorg Banken erkennen probleem te laat Een probleem waar ik vaak tegen aanloop, is dat een bank het probleem niet ziet. Banken erkennen een (dreigend) betalingsprobleem pas wanneer sprake is van een achterstand op de hypotheek. Terwijl consumenten ondertussen hun uiterste best blijven doen om de hypotheek maar te betalen, ten koste van al het andere. En dan kom je in een spagaat. De afdeling bijzonder beheer kan of wil niet helpen, terwijl de aanvraag binnen het reguliere acceptatietraject ook niet past. Moet je de consument dan adviseren om de hypotheek maar niet meer te betalen?!? Op dat moment probeer ik ruggensteun te krijgen, bijvoorbeeld van de gemeente. Gezamenlijk proberen we de deuren alsnog te openen. Hoewel het steeds makkelijker gaat, zit er een enorm verschil tussen de ene en de andere aanbieder en vaak ook nog heel willekeurig. Zelfs banken die roepen dat ze veel oog hebben voor deze doelgroep, laten in de praktijk nog wel eens steekjes vallen!
Eenvoudiger dan je denkt Hoewel ik lang niet iedereen een oplossing kan bieden, is een oplossing vaak eenvoudiger dan menigeen denkt. Het verhogen van de lening lijkt de meest eenvoudige oplossing, maar is het vaak niet. Het verhogen van de lening verhoogt namelijk de maandelijkse lasten, terwijl er met de verhoging ook een structurele besparing moet worden gerealiseerd. Vaak wordt dit gevonden in het wegvallen van andere financiële verplichtingen. Maar als de verhoging noodzakelijk is voor de inkoop van zorg, dan ontbreekt bijvoorbeeld deze mogelijkheid. In dat geval vraag ik aan de bank of ze bereid is om de hypotheekrente opnieuw vast te zetten voor een periode van bijvoorbeeld vijf of tien jaar. In de meeste gevallen geeft dit direct een lagere rente en dus een lagere maandlast, zonder dat het risico van een renteverhoging op korte termijn op de loer ligt. Ook verzoek ik de bank
Met alleen het brengen van de financiële oplossing ben je er meestal nog niet. Het is belangrijk dat mensen in de periode erna worden begeleid. De meeste gemeenten hebben contacten met budgetcoaches en vrijwilligersorganisaties, die mensen helpen hun financiën weer op orde te krijgen. Zonder dit laatste zou mijn oplossing wel eens van te korte duur kunnen zijn. Ik sluit af met een praktijkvoorbeeld, hoe dankbaar consumenten zijn. Het betrof een kok, die door een tijdelijk ondernemerschap aan de financiële afgrond zat. Hij werkte inmiddels weer zes dagen in de week in loondienst bij een gerenommeerd restaurant en had een spaarhypotheek van € 170.000. De WOZ-waarde van zijn woning was bijna € 200.000 en zijn spaarverzekering kende een afkoopwaarde van ruim € 35.000. Met de bank is afgesproken de spaarverzekering af te kopen en de hypotheek om te zetten naar een aflossingsvrije hypotheek. Met deze afkoopwaarde werden de directe schuldeisers (waaronder de belastingdienst) afgekocht en met de overige schuldeisers werd een betalingsregeling getroffen, zodat hij over anderhalf jaar tot twee jaar weer helemaal boven Jan zou zijn. De man zag weer licht aan het eind van de spreekwoordelijke tunnel. Zo veel zelfs dat hij besloot om zich als oproepkok beschikbaar te stellen voor de ene dag die hij nog vrij had. Op de eerste dag nadat hij als oproepkok had gewerkt, meldde hij zich ’s ochtends aan de balie. Hij had vijftig euro voor me, de fooi die hij die avond had ontvangen. Als dank voor wat ik voor hem had gedaan. Die vijftig euro is dan toch veel meer, dan welke andere betaalde nota ook!
ONTHEFFING PROVISIEVERBOD Vanaf 1 januari 2015 hoeven klanten geen aparte rekening te betalen voor advies over een oplossing voor (voorzienbare) betalingsachterstanden bij hypotheken. Dit wordt geregeld in een uitzondering op het provisieverbod voor financiële dienstverleners. De uitzondering geldt enkel voor advisering aan consumenten met (voorzienbare) betalingsproblemen op het gebied van hypothecair krediet.
De uitzondering is bedoeld om acute problemen bij consumenten te voorkomen of te helpen oplossen. Ze geldt voor alle financiële dienstverleners, zoals banken, verzekeraars en adviseurs. Banken en verzekeraars kunnen zelfstandig adviseurs inschakelen én betalen om noodzakelijke hulp bij (voorzienbare) betalingsachterstanden bij hypotheken te bieden. Onduidelijk is óf en hoe aanbieders invulling aan deze mogelijkheid gaan geven.
Erkend oktober - 2014 |23
D E
C A S U S
De feiten Klanten gaan in 2000 een hypothecaire lening aan van e 270.000. Daarnaast sluiten ze een kapitaalverzekering af, met een verzekerd kapitaal van e 123.703. In 2010 verhogen ze de financiering met een overbruggingskrediet. De geldgever wil daarop dat de levensverzekering wordt verpand. Het stel gaat hiermee akkoord. Maar zij wensen met de uitkering uit de kapitaalverzekering te zijner tijd niet alleen een deel van de hypothecaire lening af te lossen. Een medewerker van de bank e-mailt hierop het volgende: “Tenslotte: op 1-5-2013 komt de polis vrij. U wilt dan graag de box 3-leningen aflossen en geen aflossing op de e 270.000 box 1 lening. […] De vraag is hoe dat tzt geregeld wordt. Dit kan nu nog niet worden vastgelegd en zal te zijner tijd moeten worden afgestemd.”
Geen vrije besteding verpande kapitaalverzekering box 3
Wanneer op 1 mei 2013 de kapitaalverzekering expireert, vordert de geldgever toch de hele opbrengst ter aflossing van de hypothecaire lening met een beroep op de verpandingsakte. Klanten willen echter e 10.000 van de uitkering gebruiken voor aflossing van hun schuld aan de fiscus. De bank gaat hier niet in mee. Klanten stappen daarop naar klachteninstituut Kifid.
Uitspraak Tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening biedt geen soelaas, waarop de Geschillencommissie een bindend advies afgeeft. De commissie wijst de vordering af. In de verpandingsakte staat immers dat de geldgever gerechtigd is de uitkering te gebruiken ter aflossing van de hypothecaire geldlening. Er is niet expliciet toegezegd dat de geldgever
van dit recht zou afzien, ondanks de e-mail van de medewerker. Bij de klant kan op grond van alleen deze e-mail ‘onvoldoende gerechtvaardigd het vertrouwen’ zijn ontstaan dat de geldgever níet het hele uitkeringsbedrag zou aanwenden ter aflossing van de hypothecaire lening.
Leermomenten
Bron Kifid-uitspraak: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-300 van 7 augustus 2014 Overige relevante recente Kifid-uitspraken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-196 van 13 mei 2014 Niet Bindende Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-21 van 10 januari 2014
24 | Erkend oktober - 2014
In de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw zijn vele honderdduizenden hypothecaire leningen afgesloten, die moeten worden afgelost uit een verpande kapitaalverzekering. Veel van deze kapitaalverzekeringen zijn niet omgezet naar een KEW (cq SEW of BEW), waardoor er geen fiscale verplichting is de uitkering te gebruiken ter aflossing van de eigenwoningschuld. Het komende decennium expireren veel van deze kapitaalverzekeringen. Bij klanten kan destijds de indruk zijn gewekt dat de verpandingsakte slechts pro forma was opgesteld: de bank had de verpanding op het moment van aangaan van de schuld nodig als extra zekerheid, maar het verpandingsrecht zou mogelijk niet altijd worden uitgeoefend. Klanten kunnen daardoor de indruk hebben gekregen vrijelijk te kunnen beschikken over deze box 3uitkeringen. Destijds zag het er ook naar uit
dat dit zo zou zijn: de huizenprijzen zouden toch wel stijgen en de hypotheekrente bleef onbeperkt aftrekbaar. Bovendien waren de verstrekkingsnormen op basis van inkomen nog erg ruim. Tegenwoordig ligt de nadruk steeds meer op het aflossen van hypothecaire schulden. Geldgevers zullen daarom steeds meer geneigd zijn de uitkering daadwerkelijk volledig te gebruiken ter aflossing van de hypothecaire lening, zelfs als de resterende lening verantwoord zou zijn binnen de huidige verstrekkingsnormen op grond van inkomen en onderpand (LTI en LTV). Een adviseur doet er verstandig aan in een onderhoudsgesprek rekening te houden met de mogelijke misvattingen van klanten over de vermeende bestedingsvrijheid van dergelijke uitkeringen in de toekomst.