Advies uitwerking Park A4 Duurzaamheid en maatschappelijke waarde Klankbordgroep Omwonenden Park A4 23 mei 2012
Advies uitwerking Park A4 Duurzaamheid en maatschappelijke waarde
Klankbordgroep Park A4 23 mei 2012 Vooraf Voor u ligt het vervolgadvies van de klankbordgroep omwonenden voor de uitwerking van Park A4 op het tunneldak van de A4 Midden Delfland, Dit advies is een vervolg op het eerdere, unanieme advies van de klankbordgroep van 14 juni 2011. Dit tweede advies geeft nadere uitgangspunten voor het sociaal-maatschappelijk verantwoord inpassen en gebruiken van het (sport)park met een grote focus op duurzaamheid en duurzame technieken. Het advies geeft mogelijkheden aan voor de verdere uitwerking gebaseerd op landelijke voorbeelden en geeft aan met welke bewonersgroepen en maatschappelijke partijen hierover gesproken is en kan gaan worden. Het duidt op mogelijkheden uit de omliggende wijken, mits aan voorwaarden wordt voldaan. Het advies van 14 juni 2011 is voor de klankbordgroep de leidraad bij de uitwerking en blijft onverkort van toepassing. Het vervolgadvies is vooral een uitwerking van hoofdstuk 2 en 4. Hoofdstuk 2 geeft voorwaarden voor alternatieve indelingen van sportvoorzieningen en recreatief groen en hoofdstuk 4 gaat over de technische uitwerking en duurzame ambities. De verdere uitwerkingen in dit advies zijn aanvullend en/of aanpassingen in verband met voortschrijdend inzicht. Tevens beoogt dit advies uitgangspunten te formuleren die niet als een beperkend advies moeten worden gezien, maar als een stimulans voor de duurzame ambitie. Bij de aanpak van deze verdere uitwerking is gebruik gemaakt van de expertise van adviesbureau Van der Weele en bureau Westers. Een uitgangspunt is om extra uitstoot en milieuaantasting door de verlenging van de A4 te compenseren met innovatieve oplossingen binnen het te realiseren (sport)park. Daarnaast worden adviezen gegeven om het sportpark zelf op een duurzame manier te bouwen, onderhouden en gebruiken. Belangrijk is om ruimtelijke en technische implicaties van begin af aan mee te nemen in het ontwerpproces. In de Stadsvisie Schiedam 2030 heeft de gemeente een aantal aspecten opgenomen met betrekking tot duurzaamheid. Van belang voor de visie sportparken is het reduceren van energiegebruik en opwekken en inzetten van hernieuwbare energie. Naast goede bereikbaarheid voor fietsers en voldoende fietsbeugels en daarmee reductie van het autogebruik, is het van belang oog te hebben voor toepassingen van duurzaamheid. De ontwikkeling van duurzame oplossingen en technieken gaat steeds sneller. Het is goed om in de ontwerp-, realisatie- en gebruiksfase de nieuwste ontwikkelingen mee te nemen. Een ander aspect van duurzaamheid is het zo efficiënt gebruiken van de beschikbare ruimte. Het multifunctioneel gebruiken van velden en gebouw past daarmee uitstekend binnen de ambities van de gemeente op het vlak van duurzaamheid. Vanuit sociaal- economisch oogpunt wordt gekeken naar de maatschappelijke toegevoegde waarde van het park en de sportvoorzieningen daarin. Zo kan sport van grote waarde zijn voor de sociale samenhang, opvoeding en gezondheid. Samenwerking kan bijvoorbeeld gezocht worden in het onderwijs, met buurtactiviteiten en gehandicapten- en ouderenzorg. Bij nagaan van literatuur worden veel uitspraken gegeven op een direct verband tussen sportdeelname en preventie van probleemgedrag (Sandford, Ducombre & Armour, 2008; Morris, Sallybanks, Wills & Makkai, 2003).
“Sustainable Parks can play a role in solving larger urban problems outside their boundaries when they are integrated with the surrounding urban fabric. New aesthetic forms emerge for parks and other urban landscapes.” (Cranz, "Defining the Sustainable Park: A Fifth Model for Urban Parks", Landscape Journal, 23:2-04)
Vandaag de dag is er een sterk toegenomen betekenis van sport en bewegingsvoorzieningen voor een gezonde leefstijl. In de visie op moderne sportparken van de gemeente Schiedam zijn al enkele voorbeelden gegeven welke in deze nota aangevuld worden. Hierbij speelt aanbod, beheer en samenwerking een belangrijke rol. Dat geldt ook voor de taakvelden van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Ook hier kan het Park A4 een bijdrage aan leveren. Het advies in deze nota is dat een actieve rol van omwonenden en maatschappelijke partijen voor het duurzaam ontwikkelen van een goed functionerend park met sportvoorzieningen een doorslaggevende voorwaarde is. Geadviseerd wordt om met bewoners van de aanpalende wijken door te gaan om een gewenst programma van eisen verder te ontwikkelen en te integreren in het park en om te komen tot een goede beheerconstructie.
1
Inhoud 0.
Klankbordgroep Park A4
0.1
Functioneren Klankbordgroep
0.2
Unaniem eerste advies 14 juni 2011 Participatiekaart
1.
Alternatieve indelingen; sportvoorzieningen versus recreatief groen; maatschappelijke waarde van sport
1.1
Verhouding sport en recreatief groen Ongeorganiseerde sport Zuiderpark, Den Haag
1.2
Welke sportverenigingen en verschillende sporten / samenwerking en beheer Samenwerking verenigingen
1.3
Maatschappelijke waarde van sport
1.3.1
Bijdrage aan een gezondere levensstijl Landelijke nota gezondheidsbeleid Bevorderen beweeggedrag voor beweegvriendelijke omgeving
1.3.2
Bevordering van sociale binding en participatie Sportaanbod voor ‘nieuw Nederlandse’ vrouwen Ondersteuning vrijwillig kader door uitkeringsgerechtigden. Sportpark met wijkfunctie Sportpark met buurtfunctie
1.3.3
Sport in combinatie met Wmo initiatieven
1.3.4
Ouderen Een beweegtuin voor ouderen
1.3.5
Jongeren Binding van (allochtone) (v)mbo-scholieren Jeugdsportfonds
2.
Technische uitwerking, duurzame ambitie
2.1
Ophoging / hoogte
2.2
0-meting
2.3
Bouwproces en materialen Minimaliseren transport FSC certificatie Cradle to Cradle principe doorvoeren 2
2.4
Duurzaam ontwerp Flexibel ontwerp en gebruik Gebruik van groen Groene daken
2.5
Energieopwekking, hergebruik en besparing Windturbines Zonneboilers / PV cellen Terugdringen verbruik Warmte hergebruiken
2.6
Duurzaam vervoer van, naar en op het sportpark Carpoolsysteem Gebruik van fiets motiveren Duurzaam vervoer op het park
2.7
Afvalverwerking Minimaliseren afval Geschieden afval
2.8
Gebruik van water Waterbesparende apparaten Hergebruik water en regenwateropvang
2.9
Omgaan met licht Daglichtstroken tunnel Minimaliseren nachtelijke lichtvervuiling
2.10
Uitstoot CO2 en ventilatie CO2 neutrale gebouwen Natuurlijke luchtstromen door tunnel Ventilatiegaten uitkomend in kas Gebalanceerd ventilatie systeem met warmteterugkoppeling
2.11
Duurzaamheid door bewustwording Informatiecentrum Zichtbaar maken gekozen oplossingen
2.12
Meetbaar maken van duurzame doelstellingen Ontwikkeling NEN
Bijlagen Bijlage 1:
Duurzaamheids voorbeelden
3
Hoofdstuk 0. Klankbordgroep Park A4 0.1
Functioneren klankbordgroep
Voorbereidende activiteiten De voorbereiding voor het instellen van een klankbordgroep voor de participatie van omwonenden bij de ontwikkeling van Park A4 is begin 2011 gestart. Dit heeft geleid in juni 2011 tot een unaniem advies voor randvoorwaarden voor verdere ontwikkeling. De klankbordgroep met sleutelfiguren is doorgezet in de tweede helft van 2011. Met sleutelfiguren wordt bedoeld mensen die een achterban vertegenwoordigen, zoals een wijkvereniging, bewonersvereniging, actiegroep of op een andere manier betrokken zijn bij ontwikkelingen van het gebied waar de plannen worden ontwikkeld voor dubbel grondgebruik van de landtunnel, zowel uit Schiedam als Vlaardingen. Tevens heeft een aantal omwonenden zich aangemeld als geïnteresseerde voor deelname aan de klankbordgroep. In de klankbordgroep is ook vertegenwoordigd het Schiedams Overleg Bewoners Organisaties (SOBO), dat een gerichte bijdrage heeft geleverd aan het vastleggen van de resultaten en het adviesraamwerk. Deelnemers Klankbordgroep De heer Eikema (Awareness, voorzitter) Mevrouw Nix (Gemeente Schiedam, secretaris) De heer van der Ende (De la Mar/Voorbergh buurt) Mevrouw Frigge (Vereniging van Huiseigenaren d’Ambachten) De heer Groenendaal (HBV Groenoord) De heer Vermeer (Gemeente Vlaardingen) De heer Mulder (SOBO) De heer Sloot (Bewonersvereniging Hoevenbuurt) Mevrouw Janzen (Bewonersvereniging Eksterlaanflats) De heer Timmers (Actiegroep “Midden Ambachten”) De heer Van Campen (Bewoner van de wijk De Ambachten) De heer Robben (Bewoner van de wijk De Ambachten) De heer Van der Vliet (Vlaardingen) Mevrouw Van Grootveld (VVH d’Ambachten) Mevrouw Meeuwsen (Wijk- en bewonersvereniging Woudhoek) De heer Le Pair (VvE Sibeliusplein) De heer Straus (Stichting Argos Zorggroep–DrieMaasStede) De heer Versnel (Huurdersbelangenvereniging Z-flats) De heer Van der Velden (SOBO) Opdracht Klankbordgroep De opdracht van de Klankbordgroep is om te participeren in het ontwikkelproces van de plannen voor de inrichting van de landtunnel en het gebied eromheen, Park A4. Dit gebeurt door het geven van adviezen, het reageren op ontwerpvoorstellen en het uitwisselen van informatie. Bij deze werkzaamheden is het raadsbesluit van juni 2011 en het daartoe gegeven unanieme advies van de klankbordgroep het uitgangspunt. De Klankbordgroep heeft zich verder in haar nadere advisering laten leiden door de technische uitgangspunten van het casco-ontwerp en verschillende presentaties over de planontwikkeling en de maatschappelijke waarde van sport.
4
Bijeenkomsten Klankbordgroep In de tweede fase is de klankbordgroep vijf keer bijeen gekomen: (4/10/2011, 20/12/2011, 14/2/2012, 13/3/2012, 16/5/2012). Oriëntaties en onderzoeken Klankbordgroep Tijdens de bijeenkomsten is de Klankbordgroep meegenomen in het proces van de ontwikkeling van het casco-ontwerp Park A4. Lopende het traject zijn er diverse presentaties gehouden over sport en over de uitvoeringsaanpak. In de laatste bijeenkomst is uitvoerig gediscussieerd over de uitgangspunten van de inrichting. Deze zijn vertaald in een vlekkenplan door de gemeente. Bureau westers heeft dit vlekkenplan gemonteerd in een kaart van de omgeving met de omliggende wijken. Participatiekaart In de bijeenkomst van 16 mei 2012 is de kaart van de omgeving gebruikt als participatiekaart en met de leden van de klankbordgroep inhoudelijk besproken. Dit is gedaan aan de hand van een aantal thema’s, zoals de relatie georganiseerde sport / ongeorganiseerde sport en de relatie van het park A4 met de omliggende wijken. Er zijn punten nagegaan waar directe verbindingen mogelijk zijn, zoals het beoogde wijkservicepunt Van Beethoven. Daarbij zijn de grenzen van het gebied ruimer genomen en zijn verbindingen bedacht met het aanwezige groen in de wijk. Er is dus niet gesproken over de indeling van het park, immers de participatiekaart is nog geen ontwerp. Posities van gebouwen en velden zijn niet exact en als vlekken aangeduid. De verhouding van georganiseerde sport en recreatief groen zoals is afhankelijk van de wijze van uitwerking van randen, concentratie georganiseerde sport, het al dan niet realiseren van het Cruijff Court en het al dan niet aanleggen van de atletiekbaan. Rapportage De rapportage is in twee ronden besproken en de gemaakte opmerkingen door de leden van de klankbordgroep zijn hierin verwerkt. Deze opmerkingen bevestigen het uitgangspunt 50%-50% georganiseerde sport / recreatief groen ten noorden van de Brederoweg.
5
0.2
Unaniem eerste advies 14 juni 2011
Op 14 juni is de eerste adviesnota van de klankbordgroep verschenen met de volgende 5 aandachtsvelden. Binnen de aandachtsvelden zijn in het huidige advies een aantal uitgewerkt. Hieronder speelt de maatschappelijke waarde van de sport en de beheerconstructie een belangrijke rol. 0. Functioneren Klankbordgroep Park A4 Een set spelregels is vastgesteld, die vastlegt wie onderdeel uitmaken van de klankbordgroep, hoe communicatie verloopt, welke besluitvormingsstructuur er is en hoe wordt samengewerkt met partners. 1. Openstaan voor suggesties bewoners, resultaten werkateliers De klankbordgroep betoont maximale openheid voor de uitgangspunten van omwonenden. In de werkateliers is een groot aantal ideeën ingebracht. Er zijn negen planuitwerkingen besproken. Door actieve participatie van de klankbordgroep en het betrekken van de bewoners wordt een groter draagvlak gerealiseerd bij de uitwerking van de plannen. 2. Alternatieve indelingen; sportvoorzieningen versus recreatief groen Voorgesteld wordt een 50%-50% verhouding tussen sportfaciliteiten en recreatief groen. Groene randen, wandel- en struinfuncties, het aanleggen van fietsroutes aan de binnenzijde van het park, het minimaliseren van hoogteverschillen tussen sportpark en woningen en het positioneren van de sporthal zo ver mogelijk noordwaarts van het DrieMaasstede-gebouw. 3. Overlastbeperkende maatregelen, goede beheerconstructie Maximale beperking van overlast is een voorwaarde. Dit borgen door een goede vorm van beheer, met evaluatiemomenten voor bewonersgroepen. Overlastbeperkende maatregelen ten aanzien van geluid, licht en stank centraal stellen. Dat geldt enerzijds voor de vaste technische infrastructuur (licht en geluidinstallaties) en de positionering / zonering van functies, anderzijds geldt dat voor goede tijdsgebonden voorwaarden met een adequaat vergunningenbeleid. Door het sportpark zal de verkeersdrukte toenemen. Extra autoverkeer en sluipverkeer door de wijken moet uitgesloten worden, tevens dienen ontsluitingswegen zo dicht mogelijk langs het tunneltracé te lopen. 4. Technische uitwerking, duurzame ambitie Bij nadere technische uitwerking problemen als grondwaterstand centraal stellen en oplossen (minimaal gelijk aan het niveau van Rijkswaterstaat). Borgen dat ophogingen minimaal plaatsvinden, waarbij een 0-meting voorafgaand aan de ophogingen/bouw een vereiste is. Het advies is om daarbij te streven naar een duurzame benadering van energievoorziening. Een bijzondere vorm van duurzame energievoorziening is een meerwaarde voor de gemeenten Vlaardingen en Schiedam. Mogelijkheden tot uitwerking nagaan zoals zonnepanelen, thermische collectoren (warm tapwater), energiezuinige verlichting en duurzaam materiaalgebruik. 5. Communicatie centraal stellen Voorstel is om een centraal gelegen informatiepunt in te richten, waar men bijvoorbeeld in het stadium van voorbereiding van de uitvoering ook terecht kan voor klachten ten aanzien van overlast. De klankbordgroep stelt voor een centraal gelegen informatiepunt te ontwikkelen, waar bewoners met opmerkingen kunnen komen en met problemen over vrachtverkeer terecht kunnen. De locatie rond de brandweerkazerne aan de Brederoweg is hiervoor een goed centraal gelegen punt.
6
Participatiekaart
Vlekkenplan Park A4, gemeente Schiedam. gemonteerd in omgevingskaart
Bureau Westers.
21-05-2012
7
Hoofdstuk 1. Georganiseerde sportvoorzieningen versus recreatief groen; maatschappelijke waarde van sport en bewegen De verhouding tussen sportfaciliteiten en recreatief groen is een belangrijk uitgangspunt bij uitwerking. De klankbordgroep geeft in dit hoofdstuk mogelijkheden aan voor sport en recreatieve functies van het Park A4 als bijdrage aan het meer bewegen en gezonder leven van bewoners. Door impulsen heeft sport de laatste jaren sterk aan maatschappelijke betekenis gewonnen, zoals door de stimuleringsregeling Buurt-Onderwijs-Sport (BOS-impuls). Het loont de moeite met buurt- en bewonersgroepen de verschillende mogelijkheden preciezer te gaan verkennen. Eerste overleggen zoals met de Activiteiten Groep Groenoord en beoogd wijkservicepunt Van Beethoven vinden plaats. Bij maximalisering van sport lijkt er weinig mogelijkheid om te flaneren en wandelen. Meervoudig gebruik is het streven. Voor zover de klankbordgroep het nu kan overzien, is een verhouding van 50%-50% (sport/recreatief groen) ten noorden van de Brederoweg een verdeling waar de doelstelling van gemeente en die van de omwonenden goed kan worden gerealiseerd. Voor een 50%-50% uitwerking ten noorden van de Brederoweg zullen de randen van het gebied goed moeten worden meegenomen. Met het maximaliseren van de groene randen met wandelen struinfuncties, het aanleggen van fietsroutes aan de binnenzijde van het park, het minimaliseren van hoogteverschillen tussen sportpark en woningen wordt de verhouding verder geoptimaliseerd. Een goed voorbeeld is ook het optimaal integreren van de sporthal. Wanneer deze wordt uitgevoerd met een zogenoemd groen dak ontstaat ook een geheel andere uitstraling, dat is ook het geval wanneer een sportkantine onder een luifel wordt gerealiseerd. Alle in de eerste adviesnota genoemde uitgangspunten omtrent alternatieve indelingen; sportvoorzieningen versus recreatief groen zijn onverkort van toepassing. Juist bij de indeling/ontwerpfase van het sportpark dient ten volle rekening gehouden te worden met de punten 2.1 tot en met 2.12 van het advies van 14 juni 2011. De klankbordgroep streeft naar een maatschappelijk gedragen inpassing in de omgeving, waarbij het toepassen van duurzame bouw– en installatietechnieken kan helpen de overlast voor omwonenden te beperken. Duurzaamheid kan in dat opzicht dan juist probleem oplossend werken in plaats van beperken. Afweging van praktische én duurzame oplossingen dienen voortdurend gemaakt te worden. 1.1
Verbreden functies sportpark met individuele sporten, andere activiteiten, ouderen bewegen, kinderen spelen, maatschappelijke functie.
In het huidige vlekkenplan is in overmaat aandacht voor teamsporten zoals meerdere voetbalvelden, hockeyvelden etc. Er is weinig ruimte gereserveerd voor individuele sporten, looproutes voor ouderen, kinderspeelplaatsen en andere algemeen recreatieve functies die juist het draagvlak in de wijken rondom het sportpark kunnen vergroten vanwege de toegevoegde waarde ervan. Het gaat om een passende verdeling sportfaciliteiten versus recreatief groen + natuur. Door de concentratie van de georganiseerde sport is een 50%-50% verhouding tussen sportfaciliteiten en recreatief groen ten noorden van de Brederoweg mogelijk, maar ook 30%70% is een mogelijkheid voor het totale park. Om draagvlak te creëren bij omwonenden zijn de resultaten van de werkateliers (voorjaar 2011) van cruciaal belang. Deze moeten worden meegenomen in de ontwerpfase van Park A4, zodat omwonenden zien dat met hun inbreng rekening is gehouden. Wanneer zij op een later moment met een nieuw ontwerpronde actief betrokken zijn bij het ontwerp zal dit niet alleen een beter draagvlak bewerkstelligen, maar tevens zal er een betrokkenheid ontstaan met het nieuwe park. Omwonenden krijgen in een vroeg stadium inzicht en bekendheid met wat er allemaal mogelijk is in het park. Dit ter voorkoming van de “onbekend maakt onbemind” gedachte. Relevant is daarbij de gedachte dat omwonenden al wel weten wat zij aan natuur verloren hebben, maar nog geen inzicht hebben van wat zij er voor terug krijgen.
8
Suggesties; - Wandel/flaneerroutes - Meer individuele sporten - Speelplaatsen - Fitness, speeltoestellen (voor ouderen) langs wandelroutes - Sintelbaan - Hondenuitlaatplaats - Schaapsweide De verhouding tussen sportfaciliteiten en openbaar, recreatief groen in de eerste plannen van september 2010 was volgens de klankbordgroep niet juist. Hierdoor was er te weinig mogelijkheid om te flaneren en wandelen door het park en zijn meer velden en picknickplaatsen gewenst en mooie parkjes om een meerwaarde te bieden voor de omwonenden. De oorspronkelijk gehanteerde hoeveelheid sportvelden was te groot en er misten er algemene voorzieningen zoals een hondenuitlaatplaats. Het gebruiken van een atletiekbaan als flaneerroute is een goed voorbeeld van de ambitie om sport en recreatief bewegen te integreren, deze moet dan vrij toegankelijk zijn zonder vereist lidmaatschap. Door de multifunctionele opzet zullen de mensen geprikkeld worden tot een beter beweeggedrag dan enkel sportvelden toepassen. Deze prikkeling zorgt voor een betere gezondheid van bewoners. Ongeorganiseerde sport Het verbreden van het sportpark ligt ook in het bevorderen van ongeorganiseerde sport. Door faciliteiten te bieden, ontstaat hier sport in een recreatieve vorm. Deze visie is ook verwoord in het Visierapport Schiedam: Het sporten en bewegen op eigen gelegenheid, buiten een formeel verband, zoals een vereniging of welzijnsinstelling. Voorbeelden hiervan zijn het voetballen in het park met bekenden, het schaatsen op natuurijs, het wielrennen op eigen gelegenheid of hardlopen.1 Randen gebied en aanpalende gebieden In de klankbordgroep blijkt onduidelijk wat de grenzen van het gebied zijn en hoe de aanpalende gebieden bij onder andere de brandweerkazerne, Driemaasstede en de Van Beethovenflat een rol kunnen spelen in de aansluitingen in de wijk. Hoe randen worden ingericht en met het hoogteverschil wordt omgegaan wordt hierin meegenomen. Aan de hand van de participatiekaart zijn concrete mogelijkheden tot verbinding genoemd. Langs de randen, zoals bij d’Ambachten een zo breed mogelijke groene buffer met grote boompartijen, trimparcours, speelplekken, grote waterpartijen en wandelpaden Verbindingen met de wijk Het park A4 zal een verbinding met stedenbouwkundige ruimten en voorzieningen in de wijk moeten krijgen. Zo is er een Krajicek Playground in Schiedam en twee trapveldjes in Vlaardingen aanwezig in de omliggende wijken van het park A4. De klankbordgroep stelt daarom de vraag of hiermee het Cruijff Court op het park nog nodig is. Dezelfde verbindingsmogelijkheid geldt ook voor het thema gezonde levensstijl/gezond eten. Aan de Vlaardingse kant bestaan moestuinen die kunnen worden betrokken in een kookstudio voor schoolkinderen in het park.
1
Visie op moderne sportparken, gemeente Schiedam 27 februari 2012
9
Het Zuiderpark, Den Haag Stadspark met stedelijke en regionale uitstraling Midden in Den Haag verrijst medio 2015 een (inter)nationaal toppodium voor bewegen en sport: Sportcampus Zuiderpark. Onderwijs, sport en de stad smeden hier een unieke samenwerking. Sportcampus Zuiderpark wordt een bijzondere sportstad waar iedereen kan sporten, leren, meedoen, ontmoeten en samenwerken! De sportcampus maakt allerlei vormen van samenwerking mogelijk op het gebied van bewegen, sport en gezondheid met partijen uit het onderwijs, de sportwereld, het bedrijfsleven en het maatschappelijk veld. Het levert een bijdrage aan een gezonde levensstijl van de bewoners in de omringende wijken. De sportcampus zal een vitaal podium van de stad worden. Dit betekent dat het een zeer toegankelijke locatie is die Hagenaars uitnodigt om te sporten. De zeer aantrekkelijke faciliteiten hebben verleidingskracht die kan zorgen voor een mentaliteitsverandering. Sporten is gezond en draagt bij aan de gezondheid van de wijkbewoners. Voorbeeld: Zuiderpark Den Haag, Stadspark met stedelijke en regionale uitstraling, http://www.sportcampuszuiderpark.nl
1.2
Welke sportverenigingen en verschillende sporten / samenwerking en beheer
Er is behoefte om een beeld te krijgen welke sportvereniging er op het sportpark een plaats krijgen. Wat vinden de verenigingen zelf van het plan, wellicht hebben zij wensen met betrekking tot de hoeveelheid en ligging van de sportvelden in relatie tot een breder maatschappelijk functioneren. Een dialoog met de klankbordgroep omwonenden in een vroegtijdig stadium is een goed middel. Zo gaat het om de mogelijkheden voor toegankelijkheid voor iedereen zonder vereist lidmaatschap en met een beheerder.
Samenwerking verenigingen - Vereniging voor Vereniging Sportverenigingen ondersteunen elkaar op basis van gelijkwaardigheid. Alle betrokken verenigingen steken de handen uit de mouwen en laten zien te willen investeren in goede onderlinge relaties. Het Vereniging voor Vereniging (VvV) principe is gebaseerd op de veronderstelling dat elke vereniging veel kennis in huis heeft en dat andere verenigingen daar wat van op kunnen steken. Het type activiteiten waarbij verenigingen elkaar kunnen ondersteunen is in principe onuitputtelijk, waar kennis beschikbaar is kan deze uitgewisseld worden. In de huidige praktijk richt onderlinge ondersteuning zich veel op bestuurlijke zaken als; vrijwilligersbeleid, sponsoring, financiële huishouding en algemene verenigingszaken. Daarnaast is het bieden van ‘handjes’ bij concrete activiteiten een goede manier om de andere vereniging te leren kennen. In Den Haag werken zes sportverenigingen van verschillende sociaal-culturele achtergrond samen. Hdm en HRC zijn verenigingen met een sterke (financiële) organisatie, goede infrastructuur en veel bestuurlijke ervaring. De overige verenigingen kenmerken zich juist weer door kennis op sociaal-cultureel gebied. Voorbeeld: Proeftuin Nieuwe Sportmogelijkheden De Sportbank
bron: (NOC NSF)
10
1.3
Maatschappelijke waarde van sport
NOC NSF formuleert leerervaringen die laten zien op welke wijze sport als middel wordt ingezet, bijvoorbeeld ten aanzien van leefbaarheid, sociale cohesie, gezondheid, et cetera. Met de beleidsbrief 'Sport en bewegen in Olympisch perspectief' zet het kabinet het sportbeleid voor de komende jaren uit. Een belangrijk uitgangspunt is het bevorderen van sport en bewegen als bijdrage aan een gezondere levensstijl. Dit uitgangspunt sluit aan bij de landelijke nota Volksgezondheid. Om de stimulatie van sport en bewegen effectief te organiseren, wil de minister samenwerken met gemeenten, sportverenigingen en private partners die toegankelijke sport- en beweegactiviteiten in de buurt stimuleren. Kort samengevat wordt de komende jaren veel aandacht besteed aan: Participatie Groei georganiseerde sport Verbinden met ongeorganiseerde sport Sportclub centraal met divers sport- en beweegaanbod Op verenigingsniveau kan dit (en daarmee de kansen voor een sportvereniging) worden vertaald naar: Een leven lang sporten Groei, meer leden, gezonde vereniging Breed sportaanbod van jong tot oud, van prestatie- tot recreatiesport, van sport specifiek naar doelgroepgericht De sportieve buurt sportvereniging als sociale ontmoetingsplaats voor leden en omgeving Naast fysieke effecten (actieve leefstijl) en mentale aspecten (sportstimulering hebben sport en bewegen ook sociale en sociaal-maatschappelijke effecten. Denk hierbij aan de overdracht van waarden en normen, sociale binding en sociale integratie. Sport heeft een functie voor de maatschappij en wordt als middel ingezet om individu overstijgende doelen te realiseren. Sport heeft de laatste jaren aan maatschappelijke betekenis gewonnen. Denk daarbij aan de Breedtesportimpuls (BSI) en de stimuleringsregeling Buurt-Onderwijs-Sport (BOS-impuls). Een aantal andere trends zorgen ook dat sport en sportverenigingen een belangrijke rol toebedeeld krijgen en nemen bij sociaal-maatschappelijke vraagstukken. Zo’n belangrijke trend is de Brede School, waarbij ook steeds meer sportverenigingen een rol gaan spelen bij bijvoorbeeld de naschoolse opvang of in het sport- en bewegingsonderwijs. Een andere beweging is de herstructurering (stedelijke vernieuwing) zoals Park A4, waarbij de ruimte die sportaccommodaties in beslag nemen onderdeel vormen van de ruimtelijke herindeling. Hierdoor komen er (soms) aanzienlijke middelen vrij om sportaccommodaties opnieuw te ontwikkelen en een meer centrale rol te geven in de sociale infrastructuur in buurten. Een volgende trend is, dat grote sportverenigingen zich meer gaan opstellen als maatschappelijk ondernemers en voor jeugd in achterstandswijken activiteiten ontwikkelen.2 Kortom: sport is ontdekt als belangrijk domein om burgers te laten participeren aan de samenleving, als domein waarbinnen sociale integratie kan plaatsvinden. Sportverenigingen zijn daarbij (her)ontdekt als belangrijk vehikel. Het is te verwachten dat deze aandacht de komende jaren zal intensiveren, mede onder de invloed van Wmo. Het is voor sportverenigingen erg interessant om maatschappelijke betrokkenheid te tonen. Op het moment dat verenigingen zich maatschappelijk betrokken opstellen,levert dat nieuwe leden op, zorgt het voor positieve PR en de vereniging laat zien dat ze maatschappelijk betrokken willen zijn bij hun omgeving.3
2 3
http://www.menukaartsportenbewegen.nl/cat/706/Maatschappelijke_waarde_van_sport NOC NSF
11
Voorbeeld is onder andere aanbod van cricket, In veel Aziatische landen is cricket zeer populair en wordt veel door jongeren op straat gespeeld. Ook in Groenoord-Zuid/Zuid gebeurt dit nu al door deze groep. Hermes en Excelsior-20 promoten gezamenlijk cricket door het geven van Clinics aan scholen.
1.3.1
Bijdrage aan een gezonde levensstijl
Landelijke nota gezondheidsbeleid Uit onderzoek blijkt dat regelmatige lichamelijke activiteit – zoals stevig wandelen of fietsen – de kwaliteit van leven bevordert en tot diverse positieve gezondheidseffecten leidt. Zo kan direct het risico op hartziekten, diabetes, depressie en sommige vormen van kanker worden verlaagd4. Met voldoende sporten en bewegen wordt dus een stevige basis gelegd voor een actieve en gezonde leefstijl. In de Landelijke Nota Gezondheidsbeleid, die binnenkort aan de Tweede Kamer wordt gestuurd, wordt uitgebreid ingegaan op het preventie- en gezondheidsbeleid van dit kabinet. Het kabinet is ervan overtuigd dat preventieve maatregelen die worden opgedrongen niet werken en eerder een tegengesteld effect hebben. De vijf speerpunten (roken, schadelijk alcoholgebruik, overgewicht, diabetes en depressie) in het gezondheidsbeleid worden vastgehouden, maar de focus komt vooral op bewegen te liggen. Het kabinet heeft een positief leefstijlbeleid voor ogen, met ruimte voor eigen keuzes. Hiermee wordt mede invulling gegeven aan de ambitie Vitaal Nederland van het Olympisch Plan.5 Beweegvriendelijke omgeving Tijdens iedere levensfase is het belangrijk dat de omgeving uitnodigt tot meer sporten en bewegen. De inrichting van buurten en wijken kan grote invloed hebben op het sport- en beweeggedrag en daarmee op de gezondheid van mensen en de cohesie en leefbaarheid van buurten. Belangrijke determinanten voor het sport- en beweeggedrag van bewoners zijn (onder andere) de aanwezigheid van groen, speelplekken, parken met trimbanen en oefenvoorzieningen, winkels in de buurt en de verkeersveiligheid. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat het percentage kinderen met overgewicht in groene wijken 15% lager ligt dan in vergelijkbare wijken.6
1.3.2
Bevordering van sociale binding en participatie
Sportaanbod voor ‘nieuw Nederlandse’ vrouwen Voetbalverenigingen met leden van niet Nederlandse afkomst nemen sportactiviteiten voor vrouwen op in het activiteiten programma. De doelgroep ‘nieuw Nederlandse’ vrouwen scoort landelijk gezien erg laag op het gebied van sportdeelname. Er ligt een kans voor sportverenigingen om deze vrouwen toch aan zich te binden door hierbij vooral aan de ouders van hun jonge leden te denken. Deze verenigingen zijn voor de vrouwen al wat meer vertrouwd omdat zij daar regelmatig vanwege hun kinderen komen. In Den Haag werken, onder de noemer van De Sportbank, zes sportverenigingen van verschillende sociaal-culturele achtergrond samen. Deze sportverenigingen hebben een zogenaamde ‘Ladies day’ ontwikkeld om ‘nieuw Nederlandse’ vrouwen toch aan het sporten te krijgen. Voorbeeld: Proeftuin Nieuwe Sportmogelijkheden De Sportbank
bron: (NOC NSF)
4
Wendel-Vos GCW. Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van lichamelijke activiteit? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 2010. 5 Beleidsbrief sport en bewegen in Olympisch perspectief , 29-11-2010 6 Beleidsbrief sport en bewegen in Olympisch perspectief , 29-11-2010
12
Ondersteuning vrijwillig kader door uitkeringsgerechtigden. Uitkeringsgerechtigden doen ervaring op en bieden verenigingen ondersteuning als aanvulling op het vrijwillig kader. Door een samenwerking aan te gaan met de sociale werkvoorziening kunnen verenigingen uitkeringsgerechtigden een leerplek bieden op hun vereniging. Uitkeringsgerechtigden zijn degene die door verschillende omstandigheden een gedeeltelijke of volledige uitkering ontvangen. Verenigingen hoeven minder beroep te doen op huidige leden omdat ze ook uitkeringsgerechtigden kunnen inschakelen. Hierdoor blijft er meer ruimte over voor andere activiteiten die de verenigingen kunnen ontwikkelen en uitvoeren. De overige vrijwilligers van de vereniging hebben hierdoor meer ruimte ook andere taken aan te nemen. Concreet voorbeeld Sportboulevard Enschede heeft in samenwerking met een sociale werkvoorziening in de gemeente Enschede (DCW) twintig personen de gelegenheid geboden om onderhoudswerkzaamheden, kantinebeheer en schoonmaakwerkzaamheden bij de zeven aangesloten verenigingen uit te voeren. Zowel de uitkeringsgerechtigden als de verenigingen hebben er baat bij. Voor uitkeringsgerechtigde/mensen van de sociale werkvoorziening is dit een ideale manier om weer in contact te komen met mensen, daginvulling te hebben en werkervaring op te doen. Dit helpt hen bij het zoeken naar een betaalde baan. Voorbeeld: Proeftuin Nieuwe Sportmogelijkheden De Sportbank
bron: (NOC NSF)
Sportpark met wijkfunctie Van Tuyllpark Het Van Tuyllpark is momenteel een park met verschillende sportverenigingen, Silverdome en Dutch Waterdreams. De gemeente wil van het park een unieke, toonaangevende en een breed publiek aansprekende leisure-locatie maken. Zo profileert Zoetermeer zich nog meer als leisurestad. Ook wordt hiermee werkgelegenheid gecreëerd. Naast de georganiseerde sport is hier ruimte gemaakt voor de ongeorganiseerde sport. In het Van Tuyllpark is op 23 april jl. een nieuwe outdoor Fitness gerealiseerd. Deze fitness-toestellen zijn bestemd voor sporters vanaf 14 jaar en zijn voor iedereen toegankelijk. In de winter wordt een natuurijsbaan gerealiseerd in samenwerking met de Ijsvereniging en de Scouting. Op alle wijktuinen worden activiteiten voor wijkbewoners georganiseerd en Zoetermeerse scholieren, groep 5 van het basisonderwijs, volgen een schooltuinprogramma op de wijktuinen. Voorbeelden: Sportvoorziening met wijkfunctie: A. Vogt, 2012
Sportparken met buurtfunctie Cruyff Courts Een Cruyff Court is een moderne invulling van het aloude trapveldje dat vroeger te vinden was in veel buurten en wijken, maar dat door de jaren heen vaak is opgeofferd voor verstedelijking en uitbreiding. Met de Cruyff Courts wordt de functie die dat oude trapveldje had, weer terug in de wijk gebracht. Voorbeelden: Sportvoorziening met buurtfunctie: A. Vogt, 2012
13
1.3.3
Sport in combinatie met Wmo initiatieven
Zorg- en welzijn zijn beleidsterreinen die van oudsher voornamelijk worden bediend door zorgen welzijnsinstellingen. De laatste jaren komt daar echter een kentering in. Wooncorporaties, bijvoorbeeld, bemoeien zich nadrukkelijker met het domein van de zorg maar ook met leefbaarheid en de aanleg van sport- en speelvoorzieningen. Sport is één van de terreinen die kansen biedt om als gemeente op een creatieve manier vorm te geven aan de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). Er zijn al gemeenten die verbindingen leggen tussen hun Wmo- en sportbeleid. Het gaat daarbij om de activiteiten van gemeenten op het gebied van participatie van jeugd en andere groepen zoals ouderen, mensen met een beperking of mensen die niet of nauwelijks bewegen. Gemeenten kiezen daarbij vaak voor een wijk- , buurt- of gebiedsgerichte aanpak om de leefbaarheid in de leefomgeving te bevorderen. Het is daarom ook niet zo gek dat sportverenigingen een steeds sterkere rol naar zich toe trekken als het gaat om participatie van burgers aan de samenleving. Dat is ook logisch, want deelname aan sport en sportverenigingen is een natuurlijke manier om andere mensen te ontmoeten, om tot sociale integratie tussen verschillende bevolkingsgroepen te komen, om mensen met beperkingen te betrekken bij de samenleving en om jongeren (en hun ouders) bepaalde waarden en normen bij te brengen. Voor grote groepen jongeren (en volwassenen) geeft sport, net als bijvoorbeeld werk, structuur in het leven. Daarnaast is sport een van de grootste bronnen van vrijwilligerswerk en vrijwillige inzet. Door de accommodaties van sportverenigingen in buurten, wijken en dorpen beschikken sportverenigingen bovendien in potentie over een infrastructuur om een rol te kunnen spelen in het lokale sociaal beleid van gemeenten. Binnen de huidige prestatievelden van de Wmo zouden meer gemeenten creatieve verbindingen met sport kunnen maken dan nu het geval is. Door deze integrale benaderingswijze behalen ze de verschillende doelen van de Wmo. Interessant bij de rol die de sportvereniging speelt in de samenlevingsopbouw, is de belangrijke rol van het particulier initiatief, van de grote mate van vrijwillige inzet én de positieve invalshoek die wordt gekozen. Sport is immers vooral ook leuk! Bovendien zijn in de sport bij uitstek rolmodellen te vinden van succesvolle, allochtone Nederlanders, vaak ook afkomstig uit de kwetsbare buurten waar dit soort lokale initiatieven tot bloei komen. Goede voorbeelden zijn er in het land te over. Een aansprekend initiatief is de Haagse Sporttuin. Een voormalig braakliggend terreintje in de Haagse Schilderswijk is omgetoverd tot een multifunctioneel sportcomplexje, waar verschillende sportvelden, een klimwand en een grote hoeveelheid aan sportmateriaal aanwezig zijn om kinderen in de buurt te laten spelen. Dat gebeurt dan ook in samenwerking met de scholen in de buurt, met de buitenschoolse opvang én met betrokkenheid van ruim tien verschillende sportverenigingen die voor de begeleiding zorgen, clinics geven zodoende de kinderen in de Schilderswijk samen aan het sporten krijgen. Elke dag van de week is er een variëteit aan sportieve activiteiten, waarvan gretig gebruik wordt gemaakt door zo’n 1500 kinderen, jong en oud, per week. Een succesformule die door de stad zal worden uitgebreid. Eén van de sleutels van het succes: een gedreven projectleider die de vrijwillige en professionele organisaties weet te enthousiasmeren om de jeugd nieuwe kansen te geven.
14
Voorbeelden van activiteiten die kunnen worden ingezet zijn: Openstelling van de sportaccommodatie voor buurt(sport)activiteiten; Samenwerking met het (basis)onderwijs bij het aanbieden van naschoolse opvang; Sport- en bewegingsactiviteiten als onderdeel van een gezonde leefstijl (tegengaan overgewicht, preventieve verslavingszorg etc.); Sportopbouwwerk op sportterreinen in de buurt (integratiebeleid); Signaleringsfunctie van sportverenigingen versterken bij huiselijk en sexueel geweld; Ondersteuning bij opvoedingsproblemen door scholing vrijwilligers; Samenwerking met onderwijsinstellingen voor Sport en Bewegen; Meer Bewegen voor Ouderen; Versterking van de rol van breedtesport in het sporten van mensen met een beperking (bijvoorbeeld G-teams stimuleren); Stimulering vrijwilligerswerk onder allochtone Nederlanders bij sportverenigingen. Naast de reguliere middelen die een gemeente vrijmaakt voor Sport en bewegen (onder andere op basis van tijdelijke stimuleringsimpulsen) kunnen middelen en menskracht vrij worden gemaakt langs de volgende wegen:
7
Aanhaken van Sport en bewegen bij reguliere andere gemeentelijke beleidsterreinen: Wmo, Stedelijke Vernieuwing, Integraal Veiligheidsbeleid; Sport als belangrijk domein onder de aandacht brengen van maatschappelijke ondernemers: zorginstellingen, wooncorporaties; Slim opereren bij herstructureringsoperaties: eventueel vrijkomende grondopbrengsten inzetten voor Sport en Wmo; Er zijn veel fondsen (Oranjefonds, VSB-fonds etc.) waar sportprojecten met een sociaalmaatschappelijke betekenis kunnen worden ingediend.7
Bron: Maatschappelijke waarde van sport: A. Vogt, 2012
15
1.3.4
Ouderen
Mensen met een groene woonomgeving voelen zich gezonder. Dat niet alleen: ze zijn ook gezonder, want ze bezoeken minder vaak de huisarts voor bijvoorbeeld depressie, diabetes, COPD en duizeligheid. Vooral mensen met een lagere sociaal-economische status, kinderen en ouderen hebben profijt van meer groen in de woonomgeving.8
Beweegtuin Nijha De Beweegtuin van Nijha, waarmee ouderen worden gestimuleerd om meer te bewegen in de buitenlucht, is onlangs positief beoordeeld als goed beschreven leefstijlinterventie. Deze erkenning kreeg de Beweegtuin van professionele beoordelaars binnen het erkenningstraject van het RIVM Centrum Gezond Leven. Plezier in bewegen staat voorop bij de Beweegtuin voor Ouderen, maar daarnaast wordt ook de fysieke gesteldheid van ouderen, zoals uithoudingsvermogen, coördinatie, kracht en lenigheid, op pijl gehouden of zelfs verbeterd. Ook heeft onderzoek uitgewezen dat bewegen in de Beweegtuin leidt tot meer sociale interactie tussen bewoners. Helder geformuleerde doelstellingen, een goede handleiding en een afgeronde procesevaluatie waren voor de beoordelaars van het RIVM Centrum Gezond Leven aanleiding om de Beweegtuin voor Ouderen van Nijha als goed beschreven leefstijlinterventie te beoordelen. Een gezondheidsbevorderende leefstijlinterventie heeft als doel om gezondheid te bevorderen of ziekte te voorkomen, door het gedrag van burgers – of hun omgeving- te beïnvloeden. Het RIVM Centrum Gezond Leven onderhoudt een erkenningstraject, waarin onafhankelijke beoordelaars bepalen welke ingediende interventies een erkenning krijgen. Hiermee maakt het erkenningstraject duidelijk welke interventies kansrijk zijn om echt effect te hebben en wordt het kaf van het koren gescheiden. De “Beweegtuin voor Ouderen” van Nijha mag zich sindskort één van deze goed beschreven interventies noemen. Voorbeeld: www.nijha.nl
8
http://www.innovatiekringdementie.nl/Artikel/Groen-is-gezond.aspx
16
1.3.5
Jongeren
Het op jonge leeftijd eigen maken van sport en bewegen legt de basis voor vitale burgers die een leven lang actief blijven. Door een nauwe samenwerking tussen sportverenigingen, sportbonden, onderwijs en andere instellingen kunnen veel kinderen kennis maken met uiteenlopende sporten en op die manier binding krijgen met sport. Om meer jongeren te laten sporten en bewegen is een goede samenwerking tussen sport en onderwijs essentieel. Binding van (allochtone) (v)mbo-scholieren Door volgens ‘Amerikaans model’ (drie stappen van kennismaking, verdieping en doorgeleiding) samen te werken met (v)mbo-scholen kunnen sportverenigingen (allochtone) (v)mbo-scholieren aan zich binden. Uit onderzoek en ervaring blijkt dat de uitstroom van (allochtone) (vmbo) jongeren uit de georganiseerde sport groot is. Behoud en alternatieve vormen van werving en binding zijn voor deze doelgroep nodig. Doel is de drempel richting lid worden van een sportvereniging te verlagen. Samenwerking (volgens ‘Amerikaans model’) tussen sportverenigingen en (v)mbo-scholen blijkt een stap in de goede richting. stap 1: kennismaken op school In eerste instantie wordt de sport via ‘professionele’ trainers in de schoollessen gegeven; clubtrainers verzorgen clinics tijdens de regulieren sportlessen (verplichte deelname). stap 2: verdiepen na school (verlengde schooldag) In samenwerking met de verenigingen wordt een buitenschools aanbod gecreëerd; clubtrainers verzorgen naschools aanbod voor geïnteresseerde leerlingen in de vorm van clinics, toernooitjes. Deze activiteiten kunnen plaatsvinden op school of bij de vereniging. stap 3: doorgeleiden naar de vereniging Het ultieme doel is instroom in de reguliere sporttrainingen en lidmaatschap; clubtrainers verwijzen na stap 2 naar de reguliere trainingen van de betreffende sportclub, bijvoorbeeld met een proefabonnement. Voorbeelden van concrete activiteiten: panna(straat)voetbal, meidenvoetbal, grappling, weerbaarheid en zelfverdediging, stoeilessen voor allochtone jongeren, beeball, softbalclinics, girls to Sport, sport- en speldag, jeugdbiljart. Voorbeeld: Proeftuin Sportconnextion Utrecht
bron: (NOC NSF)
Jeugdsportfonds Het jeugdsportfonds biedt kinderen van financieel niet draagkrachtige ouder(s)/verzorger(s) een kans om te gaan sporten. Wanneer een vereniging in een wijk is gesitueerd waar een groot deel van de bewoners zich in lagere sociale milieus bevinden, is het aan te raden gebruik te maken van het Jeugdsportfonds of een andere financiering vanuit de gemeente. Hiermee kunnen gezinnen die sport niet kunnen betalen financieel worden ondersteund- deze kinderen kunnen dan wél lid worden van een vereniging. Kinderen tot 18 jaar die in gezinnen leven met weinig geld kunnen in aanmerking komen voor financiële ondersteuning uit het Jeugdsportfonds voor het sportlidmaatschap en benodigd sportmateriaal en -kleding. De aanmelding van de kinderen is in handen van zogenoemde intermediairs. Intermediairs zijn op een professionele wijze betrokken bij de scholing, opvoeding en begeleiding van kinderen. Bijvoorbeeld schoolartsen, maatschappelijk werkers, leerkrachten, jeugdhulpverleners, wijkagenten of buurtwerkers. Bij Schoolsportvereniging Rotterdam zijn dankzij het Jeugdsportfonds twee keer zoveel kinderen aan het sporten. 50% van de kinderen sport met financiering uit het Jeugdsportfonds. Een groot deel van de kinderen kan via financiering van het jeugdsportfonds wel deelnemen aan het aanbod, daar waar het anders niet mogelijk was geweest. Deze ervaring is voortgekomen uit Proeftuin Nieuwe Sportmogelijkheden Schoolsportvereniging Rotterdam Voorbeeld: Nieuwe Sportmogelijkheden Schoolsportvereniging Rotterdam
bron: (NOC NSF)
17
Hoofdstuk 2. Technische uitwerking, duurzame ambitie Bij technische uitwerking problemen als grondwaterstand centraal stellen en oplossen (minimaal gelijk aan het niveau van Rijkswaterstaat). Borgen dat ophogingen minimaal plaatsvinden, waarbij een 0-meting voorafgaand aan de ophogingen/bouw een vereiste is. Het advies is om daarbij te streven naar een duurzame benadering van energievoorziening. Een bijzondere vorm van duurzame energievoorziening is een meerwaarde voor de gemeenten Vlaardingen en Schiedam. Alle in de eerste adviesnota genoemde uitgangspunten omtrent “Technische uitwerking, duurzame ambitie “ zijn onverkort van toepassing. Met name onderwerpen zoals hoogte grondwaterstand, verzakking, bestaand probleem meenemen, ophoging/hoogte en “0”-meting zijn nog immer van kracht. De verder uitwerking van de techniek en de daarbij aangemerkte duurzame ambitie, zullen in de komende jaren zeker nog belangrijker worden en eventueel aangepast moeten worden aan de laatste stand van de techniek. Een voorbeeld hiervan is het toepassen van LED lamp techniek voor de belichting van de sportvelden en ook voor de voet- en fietspaden. Op dit moment is deze techniek het meest duurzame, maat tevens geeft deze techniek de minste overlast voor de omgeving. Voortschrijding van de technische ontwikkeling op dit gebied zal in de toekomst wellicht nog meer voordelen geven op beide vlakken. 2.1
Ophoging / hoogte
De hoogte van het dak van de tunnel zorgt voor privacyvermindering doordat mensen vanaf het tunneldak de tuinen inkijken. De hoogte van het dak is namelijk +4500 NAP terwijl de voordeur van de huizen op -1500 NAP liggen. Dit verschil is zeer groot. De hoogte kan niet worden aangepast. De klankbordgroep vraagt om maximale aandacht voor inpassing door groen. Voor de gronden rondom de tunnelbak wordt gevraagd het hoogteverschil te minimaliseren. Wanneer gronden worden opgehoogd vanwege technische redenen, dienen er toezeggingen te komen dat de oude toestand wordt teruggebracht. Ophogingen mogen geen negatieve consequenties hebben. 2.2
0-meting
De klankbordgroep is van mening dat er getest en gemeten moet worden wat de huidige stand van zaken is met betrekking tot geluidsoverlast, lichtoverlast, grondwaterpeil, watervervuiling en bodemvervuiling. Dit om mogelijk latere gevolgen van de tunnel en het park te kunnen toetsen. 2.3
Duurzame bouwproces en materialen
Minimaliseren transport (lokaal werken) Door bij de bouw materialen en samenwerkingspartners te selecteren die dichtbij de bouwlocatie liggen wordt het transport geminimaliseerd. Dit levert in eerste instantie lokaal werk op wat positief is voor de wijk en stad. Ten tweede wordt de CO2 uitstoot door het transport veel lager. FSC certificering hout Om er zeker van te zijn dat in het werk toegepast hout afkomstig is uit een FSC-gecertificeerd bos, moet het hout in de hele handelsketen ('Chain of Custody'; CoC) kunnen worden gevolgd. Dat betekent dat alle bedrijven in de keten - waaronder de timmerfabriek en aannemer gecertificeerd moeten zijn. Dit wordt ook wel CoC-certificering genoemd. Advies is dus alleen te werken met bedrijven met een FSC certificering.
18
Cradle to Cradle principe doorvoeren Het principe van Cradle to Cradle: Probeer in plaats van minder slecht, goed te zijn. Het keurmerk van Cradle to Cradle kan verkregen worden door certificering. Hier staan vijf stappen centraal. 1. Gebruik geen stoffen waarvan vaststaat dat ze schadelijk zijn (X-lijst) 2. Probeer, in die gevallen waarin 100 procent zekerheid over de onschadelijkheid van een product of stof niet haalbaar is, in ieder geval zo zeker mogelijk te zijn.. 3. Stel een 'positieve lijst' op, met stoffen waarvan bewezen is dat ze onschadelijk en veilig in het gebruik zijn. 4. Gebruik alleen nog producten of stoffen van de positieve lijst. 5. Vind zonodig het product opnieuw uit. Als een kandidaat product de nodige criteria bereikt, wordt het gecertificeerd als Basic, Silver, Gold of Platinum9. Geadviseerd wordt te streven naar een Gold certificaat. Materialen met lage ‘embodied energy’ De “embodied energy” is de totale energie die het kost om het materiaal te produceren. In de grafiek in de bijlage is te zien dat het gebruiken van beton veel energie kost en van aluminium, glas en hout relatief weinig energie. Advies is daarom het gebruik van beton in de gebouwen van het sportpark te minimaliseren en het gebruik van hout en glas te maximaliseren.
2.4
Duurzaam ontwerp
Flexibel gebruik Door het ontwerp van het sportpark en de gebouwen voor het sportpark een open structuur te geven is het mogelijk in de toekomst andere bestemmingen aan gebouwen toe te voegen. Hierdoor zal ingrijpende aanpassing minder snel nodig zijn. Gebruik van groen Adviezen voor het gericht gebruik van groen voor het sportpark. Grote groenpartij (bomen/struiken) aan / op / rond de tunnelmond bij de Ambachtenwijk Plaats dichte bomen aan de zuidwestkant van gebouwen om energiebehoefte voor koeling in de zomer te beperken. Tevens voor bescherming van zeewind in de winter. Gebruik oorspronkelijk Nederlandse bomen en ander groen Moestuinen in het ontwerp meenemen. Dit laten samengaan met de verbinding tussen trapveldjes en Krajicek veld bij de scholen om een gezonde levensstijl voor kinderen te bevorderen. Groene daken Door groene daken is er optimaal oppervlaktegebruik. Tevens dient het groene dak voor een verhoogde isolatiewaarde. Dit principe waar mogelijk toepassen.
2.5
Energieopwekking, hergebruik en besparing
Windturbines In het sportpark en de gebouwen windturbines meenemen in het ontwerp, rekeninghoudend met mogelijke geluidsoverlast. Dit betekent in dit geval kleinere turbines en geen windmolens.
9
http://www.cradletocradle.nl/home/506_hoe-certificeren.htm
19
Zonneboilers en PV-cellen. Zonne-energie kan het best gebruikt worden voor directe opwarming. Op deze manier is het rendement van de zonne-energie het hoogst. Dit kan door gebruik te maken van zonneboilers voor de warmwatervoorziening. Daarnaast zorgen PV cellen voor het omzetten van zonneenergie in elektriciteit. Advies is om beide systemen toe te passen. Deze oplossingen zijn tegenwoordig ook mogelijk op transparante daken, zoals bij het nieuwe Centraal Station van Rotterdam. Warmtepompen Een warmtepomp maakt gebruik van omgevingswarmte om het gebouw op te warmen. In combinatie met een gebalanceerd ventilatiesysteem is dit een duurzame manier voor het verwarmen van gebouwen en voor warmtapwater. Advies is de combinatie als basis uitgangspunt in te zetten bij de gebouwen van het park. Zo mogelijk kan een centraal systeem aangelegd worden tussen de verschillende gebouwen. Terugdringen van energieverbruik: LED verlichting voor lantaarn palen. Sensortechnologie verlichting Daglicht buffering en hergebruik in de avond Hoge isolatiewaarden van gevels, daken, vloeren en openingen Isolatie van duurzame materialen Lage temperatuur verwarming i.c.m. warmtepompen Groene daken als isolatie Warmte eventueel zwembad/sporthal hergebruiken De warmte die vrijkomt bij het gebruik van sporthallen en zwembaden kan via warmtewisselaars en warmtepompen “hergebruikt” worden om andere gebouwen op te warmen.
2.6
Duurzaam vervoer van, naar en op het sportpark
Carpoolsysteem Vanuit sportverenigingen kan actief ingezet worden op het aanmoedigen van carpoolen. Dit vermindert de overlast door een geringere toestroom van mensen. Gebruik van fiets motiveren Bewoners moeten gemotiveerd worden om met de fiets naar het sportpark te komen. Dit kan door kleine toevoegingen of aanpassingen zoals voldoende fietsbeugels geschikt voor antidiefstal beveiligings materiaal Snelheidsbeperkende maatregelen Op de toegangswegen naar het park A4 zullen snelheidsbeperkende maatregelen genomen moeten worden. Dit onder andere bij de Brederoweg. Onduidelijk is hoe hier de toegankelijkheid geregeld is. Een halte voor openbaar vervoer is hier gewenst. Ook nagaan wat de mogelijkheden zijn voor geluidsbeperkende maatregelen bij de toegangswegen. Duurzaam transport op het sportpark Een mogelijk fietsenroulatiesysteem voor vervoer op het park zelf. Men kan een fiets pakken bij aankomst en deze bij terugkomst terug zetten. Zo kunnen de aanrij-routes voor auto’s ook geminimaliseerd worden en wordt beweging gestimuleerd. Het sportpark zelf zal autovrij zijn.
2.7
Afvalverwerking
Minimaliseren afval Er moet met alle partijen die op het sportpark voorzieningen krijgen een plan gemaakt worden voor het actief minimaliseren van afval. 20
Gescheiden afval verzamel punt Door gescheiden te verzamelen kan het afval goed gerecycled worden.
2.8
Gebruik van water
Waterbesparende apparatuur Advies is waterbesparende kranen en douches in sportcomplexen te gebruiken. Ook zullen overige apparaten in restaurants en sportcomplexen waterbesparend moeten zijn. Hergebruik water en regenwateropvang Water gebruikt in wasmachine, douches en keukens (grijs water) zal hergebruikt worden. Dat wil zeggen voor het doorspoelen van toiletten, gebruik van wasmachines en bewateren van groenvoorzieningen. Bij gebruik van regenwateropvang kan ook dit water hiervoor gebruikt worden. 2.9
Omgaan met licht
Daglicht stroken tunnel Het gebruik van daglichtstroken in de tunnel moet onderzocht worden. Dit voor zover dit mogelijk is binnen het ontwerp van de tunnel. Door het gebruik van daglicht is minder verlichting in de tunnel nodig. Minimaliseer nachtelijke lichtvervuiling Zorg ervoor dat het licht op het sportpark ’s nachts volledig gedoofd wordt om nachtelijke lichtvervuiling te voorkomen. Hier hoort ook het afschermen van lantaarnpalen bij.
2.10
Uitstoot CO2 en ventilatie
CO2 neutrale gebouwen Door een combinatie van bovengenoemde maatregelen kan de totale CO2 uitstoot tot 0 gebracht worden. Om dit te behalen zal een gedetailleerd plan gemaakt moeten worden. Natuurlijke luchtstromen door tunnel Door het toepassen van natuurlijke luchtstromen door de tunnel zal het gebruik van mechanische ventilatie in de tunnels afnemen. De mogelijkheden hiertoe dienen onderzocht te worden. Ventilatiegaten tunnel uitkomend in kas Door ventilatiegaten te maken uitkomend in kassen zal de vegetatie in de kas de CO2 verwerken. Ook kan gedacht worden naar CO2 transport naar bestaande kassen in het Westland. In het Westland bestaat al een CO2 netwerk dat CO2 uitstoot van industrie in Pernis nuttig gebruikt10. Gebalanceerde ventilatiesystemen met warmteterugkoppeling Zoals eerder vermeld zal het energieverbruik van alle voorzieningen op het park op elkaar afgestemd moeten worden. Onderdeel hiervan is de gebouwen te voorzien van gebalanceerde ventilatie systemen met warmte terugkoppeling. Zo gaat geen enkele warmte verloren en kan de opgevangen warmte elders gebruikt worden.
2.11
Duurzaamheid door bewustwording
Informatiecentrum duurzaamheid Een groot deel van duurzaamheid gaat ook om bewustwording van bewoners. Advies is om op het park een informatiecentrum duurzaamheid te realiseren om te laten zien wat het park allemaal doet aan duurzaamheid. Zo zal het dienen als voorbeeld voor de mensen.
10
Organische CO2 voor Assimilatie van Planten (OCAP), Koninklijke Volker Wessels Stevin N.V.
21
Zichtbaar maken gekozen oplossingen watertappunt direct bij regenwater opvang zonnecellen op transparant dak, zodat ze te zien zijn.
2.11 Meetbaar maken van duurzame doelstellingen Duurzaamheid is een multi-dimensioneel begrip met aspecten die samenhangen met sociale, maatschappelijke en milieutechnische doelstellingen. Ook is het een onderwerp dat is omgeven met vage doelstellingen, modieuze wendingen en is het onduidelijk welke lading het werkelijk dekt. Al snel rijst de vraag wat de waarde van duurzame gebiedsontwikkeling is als deze niet meetbaar te maken zijn. Door te voldoen aan een standaard voor duurzame gebiedsontwikkeling kunnen de effecten van de inspanning min of meer objectief worden beoordeeld. In debat, promotie en gesprek betekent dit een groot voordeel: het wordt een concreet en toetsbaar begrip dat hanteerbaar is. Ontwikkeling NEN Praktisch: NEN is bezig met het ontwikkelen van normstellingen die duurzame gebiedsontwikkeling meten. Advies is hierop aan te sluiten. Het meetbaar maken van doelen sluit vermoedelijk aan op de ambities van politici om haalbare doelen te stellen, waarbij van tevoren meetmethoden en doelen worden vastgesteld. Het ambiëren van gebiedslabel AA zou, bij wijze van spreken, zo’n ambitie kunnen zijn 11 12.
11 12
http://www.duurzaamgebouwd.nl/society/20120109-duurzame-gebiedsgebonden-ontwikkeling http://www.dgbc.nl – Dutch Green Building Council
22
Bijlage 1: Voorbeelden voor duurzaamheid en maatschappelijke sport
Voorbeeldproject: Central Post Rotterdam
Juiste functiemix, herontwikkeling, dichtbij OV, klimaatgevel, sloop geminimaliseerd, thermisch isolerend glas en hoogwaardige isolatie, stadsverwarming, daglichtafhankelijke verlichting, energiezuinige verlichting, 40% C02 reductie
Voorbeeldproject: Centraal Station Rotterdam
Groortste zonneceldak van Europa (transparant zodat tevens geen verlichting nodig is), 50%CO2 reductie
Voorbeeldproject: Schiphol
LED verlichting, actief onderzoek naar bewustwording, aanwezigheidsdetectie, natuurlijk licht, windkracht, warmte-koude opslag, optimalisatie logistiek, winst door betere afstelling en regeling, eerste park op een internationaal vliegveld, optimalisatie bezoekers OV, bedrijfsvervoer via elektrische auto’s, Biodiesel, afvalscheiding, recyclebaar interieur nieuwe shops. Energieopwekkende deuren.
Voorbeeldproject: Water Cube Beijing
Duurzaam materiaal gevel, zonnepanelen op dak, hergebruik warmte, minimaliseren materialen, recyclebaar materiaal 1
Voorbeeldproject: Waterplein Rotterdam
Opvang regenwater voor gebruik in openbare ruimte. (niet alleen probleem oplossen maar gebruik maken van mogelijkheden)
Voorbeeldproject: Central Parc Sydney
Water recycling, daktuinen, regenwateropvang, zonnepanelen, CO2 neutraal, multifunctionele ruimten. 2
Flaneren en recreatief groen
Het gebruiken van een atletiekbaan als flaneerroute is hier een goed voorbeeld van. Door de multifunctionele opzet zullen de mensen geprikkeld worden tot een beter beweeggedrag dan enkel sportvelden toepassen. Deze prikkeling zorgt voor een betere gezondheid van bewoners.
Jeugd sportfonds
Wanneer een vereniging in een wijk is gesitueerd waar een groot deel van de bewoners zich in lagere sociale milieus bevinden, is het aan te raden gebruik te maken van het Jeugdsportfonds of een andere financiering vanuit de gemeente. Hiermee kunnen gezinnen die sport niet kunnen betalen financieel worden ondersteund - deze kinderen kunnen dan wél lid worden van een vereniging. 3
Ontwerp tunneldak A4
De klankbordgroep is van mening dat er getest en gemeten moet worden wat de huidige stand van zaken is met betrekking tot geluidsoverlast, lichtoverlast, grondwaterpeil, watervervuiling en bodemvervuiling. Dit om mogelijk latere gevolgen van de tunnel en het park te kunnen toetsen.
Embodied Energy
In de embodied energy wordt duidelijk hoeveel energie nodig is bij het gebruik van bepaalde materialen. Hierin zijn o.a. productie, montage en levensduur meegenomen. 4
Gebruik van daglicht in combinatie met PV cellen
PV cellen kunnen ook gebruikt worden in combinatie met transparante daken, zo is dubbel profijt, en er is natuurlijk daglicht binnen, en er wordt energie opgewekt. Bijkomend voordeel is de bewustwording doordat mensen de cellen kunnen zien.
Groene daken
Door groene daken is er optimaal oppervlaktegebruik. Tevens dient het groene dak voor een verhoogde isolatiewaarde.
5
Beweegtuin voor ouderen
De Beweegtuin, waarmee ouderen gestimuleerd worden om meer te bewegen in de buitenlucht, is onlangs positief beoordeeld als leefstijlinterventie. Deze erkenning kreeg de Beweegtuin van Nijha van professionele beoordelaars bij het RIVM Centrum Gezond Leven. De Beweegtuin van Nijha is daarmee de eerste interventie waarbij de fysieke inrichting van de buitenruimte centraal staat bij het stimuleren van bewegen. 1
Belevingstuin
Een belevingstuin laat bij voorkeur alle seizoenen zien. ‘Dus werk met planten en bomen die in het seizoen wisselen,’ adviseert Anke. ‘Een appelboom bijvoorbeeld. Of neem de klimplant wilde wingerd die in de herfst knalrood wordt. Zorg ervoor dat de bewoners de seizoenen kunnen beleven met hun zintuigen. 2 1 2
http://www.nijha.nl/themasite-senioren/fitplus-toestellen/beweegtuin-goed-beschreven-leefstijlinterventie/ http://www.innovatiekringdementie.nl/Artikel/Relaxen-in-de-belevingstuin.aspx
6
Van Tuyllpark
Naast de georganiseerde sport is hier ruimte gemaakt voor de ongeorganiseerde sport. In het Van Tuyllpark is op 23 april jl. een nieuwe outdoor Fitness gerealiseerd. Deze fitness-toestellen zijn bestemd voor sporters vanaf 14 jaar en zijn voor iedereen toegankelijk. In de winter wordt een natuurijsbaan gerealiseerd in samenwerking met de Ijsvereniging en de Scouting.
Richard Krajicek Foundation Playground
De Richard Krajicek Foundation zet zich in voor sport- en speelgelegenheden in aandachtswijken en organiseert sportieve activiteiten. De missie van de Richard Krajicek Foundation : "Ruimte voor Sport, Ruimte voor Jeugd"
7
Cruyff Courts
Een Cruyff Court is een moderne invulling van het aloude trapveldje dat vroeger te vinden was in veel buurten en wijken, maar dat door de jaren heen vaak is opgeofferd voor verstedelijking en uitbreiding. Met de Cruyff Courts wordt de functie die dat oude trapveldje had, weer terug in de wijk gebracht.
Zuiderpark
Er zijn verschillende speeltuinen in het Zuiderpark. Voor de volwassenen staan er bankjes omheen, zodat je altijd je kinderen in de gaten kunt houden!
8
Zuiderpark
Op de mooie grote grasvelden van het Zuiderpark Den Haag kan je basketballen of voetballen. Maar dit is ook de plek waar Parkpop wordt gehouden en Milan Festival. En 's winters kan er soms zelfs geschaatst worden!
9