Advies Modules voor de Verpleegkundige Vervolgopleiding Kinderverpleegkunde, de initiële opleidingen en nascholingsmodules voor kinderverpleegkundigen 1. Module ‘Werken met het (Medische) Kindzorgsysteem’ 2. Module ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan het zieke kind en gezin in de eigen omgeving’
Mei 2016
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Advies modules voor de Verpleegkundige Vervolgopleiding Kinderverpleegkunde, de initiële opleidingen en nascholingsmodules voor kinderverpleegkundigen 1. module Werken met het (Medische) Kindzorgsysteem 2. module Indiceren en Organiseren van zorg aan het zieke kind en gezin in de eigen omgeving
Ontwikkeld vanuit het project 'Impuls opleiding kinderverpleegkundigen’ Een gezamenlijk initiatief van V&VN, V&VN Kinderverpleegkunde en de VGVK gesubsidieerd door
2
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Colofon Auteur: Werkgroep project ‘Impuls opleiding kinderverpleegkundigen’ Contactinformatie
[email protected] Vormgeving en verspreiding: Projectbureau ‘Impuls opleiding kinderverpleegkundigen’ mei 2016 © V&VN Het is toegestaan teksten uit deze uitgave over te nemen, mits de juiste bron is vermeld.
Bronnen Project ‘Impuls opleiding kinderverpleegkundigen’ (2016); ‘Werken met het (Medische) Kindzorgsysteem’ en ‘Indiceren & Organiseren van zorg aan het zieke kind en gezin in de eigen omgeving’, scholingsmodules voor de Verpleegkundige Vervolgopleiding Kinderverpleegkunde en nascholing kinderverpleegkundigen, V&VN Kinderverpleegkunde en VGVK, Utrecht. Disclaimer De modules ‘Werken met het (Medische) Kindzorgsysteem’ en 'Indiceren en organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ zijn ontwikkeld in het project ‘Impuls opleiding kinderverpleegkundigen’, een door ZonMw gesubsidieerd project (2015-2016). Deze kunnen als modules toegevoegd worden aan de Verpleegkundige Vervolgopleiding (VVO) Kinderverpleegkunde. Dit kan als geheel en kan ook op onderdelen. Opleidingsinstellingen hebben een eigen omschreven curriculum voor de VVO Kinderverpleegkunde en kunnen daarin al delen opgenomen hebben uit deze modules. Het is aan het opleidingsinstituut om te bepalen hoe dit in wordt gevoegd in het bestaande curriculum van de VVO Kinderverpleegkunde. Daarnaast kunnen de 2 modules als nascholing worden aangeboden aan kinderverpleegkundigen. De modules betreffen een geheel bedoeld voor de docenten/opleiders. Het is aan het opleidingsinstituut, wanneer zij gebruik maken van de modules, hoe de studentenversie wordt vorm gegeven. Bij de ontwikkeling van de modules is grote zorgvuldigheid nagestreefd. Veranderingen gaan verder en brengen, bij voortschrijdend inzicht, ook nieuwe kennis, procedures, standaarden wet- en regelgeving op het vlak van de zorg aan het zieke kind in de eigen omgeving. Op korte termijn start de ontwikkeling van de standaard ‘Zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’. Deze standaard is, na afronding, de standaardrichtlijn waarop onderwijs en zorg gebaseerd dient te zijn. Deze standaard wordt onder verantwoordelijkheid van V&VN up-to-date gehouden. Tot die tijd worden nieuwe ontwikkelingen in relatie tot het (Medische) Kindzorgsysteem en het Indiceren en Organiseren van zorg aan het zieke kind en gezin in de eigen omgeving de komende jaren gecommuniceerd via de website van het programmabureau (http://www.hetmedischekindzorgsysteem.nl). Elke professional, zowel de kinderverpleegkundige als docent, heeft altijd de verantwoordelijkheid om zich te vergewissen van de laatste stand van zaken omtrent de ontwikkeling.
3
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Voorwoord Het project ‘Impuls opleiding kinderverpleegkundigen’ is een gezamenlijk initiatief van de beroepsvereniging V&VN (Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland), V&VN Kinderverpleegkunde en de brancheorganisatie Vereniging Gespecialiseerde Verpleegkundige Kindzorg (VGVK). De modules ‘Werken met het (Medische) Kindzorgsysteem’ en ‘Indiceren & Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ zijn producten die binnen het project tot stand zijn gekomen met medewerking de patiëntenorganisaties vertegenwoordigd door Stichting Kind & Ziekenhuis, de opleidingsinstituten Vumc Amstel Academie Amsterdam, het Wenckebach Instituut Groningen en Expert Care Nieuwegein, experts uit de achterban van V&VN - V&VN Kinderverpleegkunde en VGVK. De modules zijn, na afronding van het project ‘Impuls opleiding kinderverpleegkundigen’, aangeboden aan de initiële opleidingen voor hbo verpleegkunde en de opleidingsinstituten die de Verpleegkundige Vervolgopleiding Kinderverpleegkunde aanbieden in Nederland, met als advies de inhoud toe te voegen aan opleidingscurriculum voor de VVO Kinderverpleegkunde. Daarnaast zijn de modules aangeboden aan de Onderwijscommissie van het College Zorg Opleidingen (CZO) met het verzoek om Werken met het (Medische) Kindzorgsysteem en Indiceren en Organiseren van zorg aan het zieke kind en gezin in de eigen omgeving in de ‘te behalen eindtermen’ op te nemen voor de VVO Kinderverpleegkunde. Onze dank gaat uit naar degenen die hun tijd en expertise beschikbaar hebben gesteld binnen dit project (zie bijlage 1).
Rosemarie van Troost, voorzitter stuurgroep project 'Impuls opleiding kinderverpleegkundigen'
4
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Inhoudsopgave
Voorwoord ............................................................................................................................. 4 Inhoudsopgave ...................................................................................................................... 5 Verantwoording ..................................................................................................................... 7 Module Werken met het (Medische) Kindzorgsysteem .......................................................... 8 Inleiding ............................................................................................................................. 8 Leerdoelen ......................................................................................................................... 9 Overzicht van de leeractiviteiten in schema ......................................................................10 Leeractiviteiten..................................................................................................................11 1. Introductie .................................................................................................................11 2. Zorg voor kind & gezin centraal .................................................................................12 3. Verwijsboom 'Zorg buiten ziekenhuis.........................................................................13 4. Kinderleefdomeinen...................................................................................................14 5. Kinder- en ouderparticipatie.......................................................................................15 6. Hulpbehoeftescan kind & gezin .................................................................................16 7. Sociaal netwerk, steunsysteem en professionele sociale kaart ..................................17 8. Therapeutisch gesprek ..............................................................................................18 9. Zorgplan kind & gezin ................................................................................................19 10. Beslisboom “Afsluiten zorgplan kind & gezin” ..........................................................20 11. Evaluatie .................................................................................................................21 Toetsing ............................................................................................................................22 Module Indiceren en Organiseren van zorg a.h zieke kind en gezin in de eigen omgeving ...23 Inleiding ............................................................................................................................23 Leerdoelen ........................................................................................................................24 Overzicht van de leeractiviteiten in schema ......................................................................25 Leeractiviteiten..................................................................................................................26 1. Introductie .................................................................................................................26 2. Regel- en wetgeving en bekostiging van de zorg.......................................................27 3. Classificatiesystemen, verpleegproblemen, rapportage en overdracht. .....................28 4. Inzet van sociaal netwerk; steunsysteem en professionele Sociale kaart .................29 5
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
5. Motivational interviewing (MI) ....................................................................................30 6. Indiceren met casuïstiek ............................................................................................31 7. Presentatie indiceren & organiseren casuïstiek .........................................................32 8. Evaluatie ...................................................................................................................33 Toetsing ............................................................................................................................34 Bijlage 1 Projectdeelnemers en betrokkenen ..................................................................358 Bijlage 2 Verder gaan dan patient & family centered care .................................................37 Bijlage 3 Voorbeeld casus Boyd........................................................................................40 Bijlage 4 Sjabloon Hulpbehoeftescan ...............................................................................42 Bijlage 5 Zorgleefplan .......................................................................................................48 Bijlage 6 Voorbeeld casus Julian .....................................................................................50 Bijlage 7 MSVT Aanvraagformulier ...................................................................................55 Bijlage 8 Sjabloon indicatie MSVT ....................................................................................56 Bijlage 9 Dia’s voor presentatie casus...............................................................................58
6
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Verantwoording “Verschuivingen in de zorg aan het zieke kind zijn niet ingebed in een structurele organisatie.” Dat is de overall conclusie in het rapport ‘Ernstig zieke kinderen hebben recht op gezonde zorg.’ Om te komen tot oplossing van de knelpunten, verwoord in het rapport, is een integraal Kwaliteitsmodel (intensieve) kindzorg ontwikkeld (2013, pag. 19). Het Kwaliteitsmodel is verder uitgewerkt in het (Medische) Kindzorgsysteem 2014 en beschreven in het vervolgrapport ‘Samen op weg naar gezonde zorg voor zieke kinderen’. Met het (Medische) Kindzorgsysteem ligt er een blauwdruk voor de aanpak van het proces van zorgverlening aan het zieke kind en gezin in transitie naar de eigen omgeving waar de zorgverlening wordt voortgezet. In het rapport is beoogd ‘het traject van transitie van zorg en zorg na het ziekenhuis’ in te richten. Het proces leidt tot het indiceren en organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving. Dit betreft een nieuwe bevoegdheid voor HBO-opgeleide kinderverpleegkundigen die in de wijk werkzaam zijn (Aanspraak wijkverpleging). Bij een nieuwe bevoegdheid horen ook nieuwe kennis en vaardigheden die kinderverpleegkundigen zich eigen moeten maken voor toepassing en waarborging van de kwaliteit van zorg. Hiertoe zijn de onderliggende modules voor scholing van de kinderverpleegkundige ontwikkeld. In het project ‘Impuls opleiding kinderverpleegkundigen’ is de kennis en vaardigheden omgezet in een advies voor twee modules die gebruikt kunnen worden voor de Verpleegkundige Vervolgopleiding Kinderverpleegkunde (VVO), voor initiële opleidingen HBO-Verpleegkunde om op de VVO aan te sluiten en als nascholing voor kinderverpleegkundigen: 1) ‘Werken met het (Medische) Kindzorgsysteem’ en 2) ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving'. Module 1 beschrijft vier stappen als systematische werkwijze om tot indicatie en organisatie van zorg te komen. Het bevat de basiskennis die verpleegkundigen nodig hebben in relatie tot de vier zorgdomeinen waar het zieke kind en gezin mee te maken hebben. Dit vormt de basis die het systeem van zorg behandelt zoals uitgewerkt in het rapport ‘Samen op weg naar gezonde zorg voor zieke kinderen’ en bevat de basiskennis waar module 2 op voortbouwt. De module 2 ‘Indiceren en organiseren van zorg aan het zieke kind en gezin in de eigen omgeving’ is er op gericht de kinderverpleegkundige, die bevoegd is om de indicatie te stellen voor zorg aan het zieke kind en gezin in de eigen omgeving, te bekwamen in het indiceren zoals dat vorm heeft gekregen per 1 januari 2015 in de aanspraak Wijkverpleging binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw). De deelnemer wordt geleerd om dit indiceringsproces onderbouwd en transparant uit te kunnen voeren. De doelgroep, benoemd met het zieke kind in deze modules, betreft: alle kinderen met een somatische aandoening in Nederland die onder eindverantwoordelijkheid van de kinderarts of andere medische specialist staan en buiten het ziekenhuis kinderverpleegkundige zorg nodig hebben. Volgens definitie in het rapport ‘Samen op weg naar gezonde zorg voor zieke kinderen’(2014)
7
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Module Werken met het (Medische) Kindzorgsysteem Inleiding De inhoud van deze module is er op gericht om kennis, inzicht en vaardigheden te ontwikkelen ten aanzien van het (Medische) Kindzorgsysteem (M)KS), en de vier fasen van het systeem; de beslisboom, de hulpbehoeftescan, het zorgplan en het afronden van zorg. Het (M)KS is een systeem ter ondersteuning van kinderverpleegkundige zorg in de eigen omgeving waar naast het medische domein ook de domeinen sociaal, ontwikkeling en veiligheid worden betrokken van kind en ouders. Er wordt ingegaan op het belang van en de wijze waarop de participatie van kind en gezin en de eigen regie invulling krijgt als basis van vraaggestuurde zorg in de eigen omgeving. Daarin is communicatie, o.a. middels het therapeutische gesprek, een belangrijke randvoorwaardelijke vaardigheid van de kinderverpleegkundige. Dit komt middels vaardigheidstraining aan de orde. In de bijlage is de casus van Boyd opgenomen, die als rode draad in de module wordt meegenomen. Er wordt gebruik gemaakt van casuïstiek uit de praktijk en opdrachten die in de praktijk uit te werken zijn. Vanzelfsprekend wordt er voldoende ruimte gegeven om problemen te bespreken waar in de eigen praktijk tegenaan gelopen wordt. Medische staat in de module tussen haakjes omdat, door de term Medische te gebruiken, de verwarring kan ontstaan dat het hier sec medische zaken betreft. Het gaat allereerst om de toeleiding naar en het verlenen van verpleging en verzorging van kind en gezin in de eigen omgeving (aanspraak wijkverpleging). Het gaat daarnaast ook om de toeleiding en het verlenen van zorg en ondersteuning in relatie tot de sociale omgeving, de ontwikkeling van het kind/gezin en de veiligheid van kind en gezin. Het (M)KS omvat derhalve de domeinen medische, sociaal, ontwikkeling en veiligheid. Deze module gebruikt de Rechten van het Kind (1989) en het Handvest Kind en Zorg (2014) als uitgangspunt en is gebaseerd op het Expertisegebied kinderverpleegkundige (2015). Deze module is ontwikkeld voor: e 1. Bij- en nascholing voor HBO-opgeleide kinderverpleegkundigen die werkzaam zijn in de 1 lijnszorg als basiskennis in opstap naar het leren Indiceren en Organiseren volgens het Normenkader V&V (2014) en de aanspraak Wijkverpleging. Kinderverpleegkundigen kunnen werkzaam zijn in een kinderzorghuis, verpleegkundig- of medische kinderdagverblijf, op scholen en in de kinderthuiszorgorganisaties. 2. Bij- en nascholing voor HBO-opgeleide kinderverpleegkundigen werkzaam in het ziekenhuis als uitbreiding van de basiskennis en vaardigheden bij ketenzorgverlening in de transitie van zieke kinderen die na opname in het ziekenhuis thuis nog verpleegkundige zorg of begeleiding nodig hebben. 3. Uitbreiding van het curriculum van de Verpleegkundige Vervolgopleiding Kinderverpleegkunde; in navolging van het Expertisegebied kinderverpleegkundige (2015) dat toepasbaar is in alle velden waarin kind en gezin een gezondheidsvraag stellen. De module biedt kennis en vaardigheden die van belang zijn voor alle kinderverpleegkundigen waar kinderen in transitie naar thuis kinderverpleegkundige zorg en begeleiding behoeven. Dit omdat verpleging en zorg aan zieke kinderen niet meer voorbehouden is aan de ziekenhuissetting. Binnen deze leereenheid staat het werken volgens het ((M)KS) centraal. 4. Initiële opleidingen voor HBO-V de gelegenheid bieden in hun curriculum voor de bachelor verpleegkunde aan te sluiten op de Verpleegkundige Vervolgopleiding Kinderverpleegkunde en Transferverpleegkunde.
8
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Leerdoelen Het leerproces in deze module is erop gericht dat de student zelfstandig het (Medische) Kindzorgsysteem kan toepassen bij kinderen met een somatische aandoening die onder eindverantwoordelijkheid van de kinderarts of andere medische specialist staan en buiten het ziekenhuis kinderverpleegkundige zorg nodig hebben. Aan het einde van de module kan de student voor het kind met verschillende aandoeningen: 1. het klinisch beeld weergeven en beredeneren, waarin de kinderleefdomeinen zijn betrokken. 2. de feitelijke problematiek en zelfredzaamheid ten aanzien van de kinderleefdomeinen beredeneren met behulp van de hulpbehoeftescan: 3. het benodigd aanvullend onderzoek uitvoeren om het zorgplan vast te kunnen stellen, met daarin aandacht voor: - draagkracht-draaglast; - zelfredzaamheid; - sociale kaart; - therapeutisch gesprek. 4. het zorgplan Kind & Gezin opstellen vanuit klinische overwegingen, kinderleefdomeinen, classificatiesystemen, wetgeving, Kwaliteitskader Medische Kindzorg, ethiek, religie en behandelingscodes. 5. de uitvoering, evaluatie en bijstelling van het zorgplan kind & gezin beredeneren. 6. de afsluiting van het zorgplan Kind & Gezin beargumenteren en reflecteren op de geleverde zorg volgens het Kwaliteitskader Medische Kindzorg.
9
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Overzicht van de leeractiviteiten in schema
1.
Introductie
½ uur
contact uur ¼ uur
2.
Zorg voor kind & gezin centraal
1 uur
1 uur
2 uur
3.
Verwijsboom “zorg buiten ziekenhuis”
2 ½ uur
4 uur
4.
Kinderleefdomeinen
1 ½ uur
1½ uur ½ uur
2 uur
5.
Kind- en ouderparticipatie
1½ uur
1 uur
2 ½ uur
6. 7. 8.
Hulpbehoeftescan kind & gezin Sociale kaart & sociaal steunsysteem Therapeutisch gesprek
2 uur 1 ½ uur 1 uur
1 uur 1 uur 3 uur
3½ uur 2 ½ uur 4 uur
9.
Zorgplan Kind & Gezin
2 uur
4 uur
Fase 4: Afsluiten Zorgplan Kind & Gezin Evaluatie
1 uur ½ uur
2½ uur ½ uur ¼ uur
1½ uur ½ uur
15 uur
12 ½ uur
27 ½ uur
Leeractiviteit
10. 11.
SBU
zelfstudie
totale SBU ¾ uur
De invulling van de zelfstudie en contacturen is afhankelijk van de doelgroep. Dit is puur een indicatie van het gemiddeld aantal uren en kan naar wens aangepast worden.
10
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Leeractiviteiten 1. Introductie
Inleiding De lessen van de module (Medische) Kindzorgsysteem wordt door verpleegkundigen, uit verschillende velden van zorg, in opleiding tot kinderverpleegkundigen gevolgd. Daarnaast kunnen kinderverpleegkundigen werkzaam in verschillende velden de module volgen als bij- en nascholing. Op die manier wordt inzicht vergroot in de andere werkvelden en wordt de samenwerking in de ketenzorg duidelijker. Leerdoelen Geen Voorbereiding 1. Bedenk vooraf wat jij middels deze module graag wil leren.
11
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
2. Zorg voor kind en gezin centraal
Inleiding De afgelopen jaren is er veel veranderd in de zorg voor het zieke kind en het gezin. Waar vroeger kinder- of ouderparticipatie ongewoon was, staan het kind en gezin nu juist centraal. De velden waarin de kinderverpleegkundige werkzaam is, zijn tevens veranderd, waardoor de zorg voor zieke kinderen in de ziekenhuiszorg zich steeds meer verplaatst naar de zorg thuis. Hierdoor zijn verschillende zorgprofessionals/ disciplines verantwoordelijk voor de zorg aan het kind. Samen met de jeugdgezondheidszorg en de centra voor Jeugd en Gezin wordt de keten van zorgverlening geboden waar het gezin mee te maken krijgt. Hierin is het van belang om de focus op het gewone leven te houden en daarin stabiliteit van het gezinssysteem na te streven. De informatieoverdracht is een belangrijk item in de ketenzorg en wordt tijdens deze les besproken. Leerdoelen De student kan: ▪ De ontwikkelingen in de zorg voor kind en gezin verwoorden. ▪ Uitleggen wat family centered & integrated care en family nursing is. ▪ Zijn/haar visie op de zorg voor kind & gezin beredeneren. ▪ Benoemen welke zorgorganisaties zich bezighouden in de keten van zorgverlening aan kind en gezin. ▪ Voorwaarden benoemen die nodig zijn voor optimale samenwerking en communicatie in de vraaggestuurde ketenzorg. Voorbereiding 1. Lees het volgende document: “Verder gaan dan patient and family centered care” V&VN Kinderverpleegkunde nr. 3 18-21 (bijlage 2) 2. Lees het handvest Kind & ziekenhuis en Kind & zorg op de website van Stichting Kind & Ziekenhuis 3. Lees de conclusie van het rapport ‘Verpleegkundige overdracht voor kinderen is ondermaats’ op pagina 13, 14 en 15. 4. Inventariseer met welke zorgorganisaties/zorgprofessionals jij samenwerkt, binnen je eigen beroepspraktijk, met betrekking tot de vraaggestuurde ketenzorg. Noteer hierbij: Hoe de communicatie verloopt; Wat jouw verpleegkundige rol en verantwoordelijkheid in de communicatie is; Wat er goed gaat en verbetert kan worden in de communicatie.
12
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
3. Verwijsboom 'Zorg buiten ziekenhuis' Inleiding De verwijsboom 'Zorg buiten ziekenhuis' is een beslisboom die de kinderarts en/of kinder- en kindertransferverpleegkundigen helpt om het juiste wetstelsel voor het kind te kiezen en het daarbij behorende vervolgtraject te bepalen. De verwijsboom wordt ingezet bij een polibezoek, bij dagopname of opname in het ziekenhuis en geeft duidelijkheid over het traject na vertrek/ontslag uit het ziekenhuis. Tijdens de les wordt aan de hand van casuïstiek de verwijsboom en wet- en regelgeving rondom indicatiestelling doorgenomen. Leerdoelen De student kan: ▪ Uitleggen wat onder de verwijsboom “zorg buiten ziekenhuis” wordt verstaan. ▪ De verwijsboom'Zorg buiten ziekenhuis' in het ziekenhuis toepassen. ▪ Knelpunten beredeneren die op kunnen treden bij uitkomsten van de beslisboom. ▪ De wet- en regelgeving waar het zieke kind thuis recht op heeft beredeneren, waaronder: − Zorgverzekeringswet (Zvw) (w.o. Medische Specialistische Verpleging Thuis) − Wet langdurige zorg (Wlz) − Jeugdwet (JW) − Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO).
Voorbereiding 1. De verwijsboom vooraf doornemen (Hoofdstuk 4, Rapport samen op weg naar gezonde zorg). 2. Verdiep je voorafgaand in de wetgeving, zie www.rijksoverheid.nl 3. OPTIE: Een casus één week vooraf inleveren bij de cursuscoördinator, waarmee je de verwijsboom hebt doorlopen. Geef daarbij aan onder welke wet- en regelgeving jouw casus valt. 4. Lees de casus van Boyd, bijlage 3, door en kijk hoe de verwijsboom loopt. Geef vervolgens aan onder welke wet- en regelgeving de casus valt.
13
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
4. Kinderleefdomeinen
Inleiding Met de hulpbehoeftescan worden de behoeften van het kind en gezin in het traject na het ziekenhuis geïnventariseerd. Uitgangspunt is dat kind en ouders deze hulpbehoeftescan zelf invullen eventueel daarbij ondersteund door een kinderverpleegkunde. De hulpbehoeftescan gaat uit van de eigen kracht van het gezin en is opgebouwd uit vier kinderleefdomeinen: Medische, Ontwikkeling, Sociaal en Veiligheid. In de les wordt ingegaan op de definiëring van de verschillende kinderleefdomeinen. Naast aandacht voor de behoeften ten aanzien van de medische/verpleegtechnische handelingen en de daarop afgestemde verpleegkundige zorg, wordt in de les tevens aandacht besteed aan de behoeften met betrekking tot de ontwikkeling van het kind en/of broers en zussen, de sociale omgeving en de veiligheid (van de omgeving) van het kind en gezin. Leerdoelen De student kan: ▪ De behoeften kind en gezin t.a.v. de vier leefdomeinen (Medisch, Ontwikkeling, Sociaal, Veiligheid) verzamelen, analyseren en interpreteren. ▪ De vier leefdomeinen (Medisch, Ontwikkeling, Sociaal, Veiligheid) toepassen aan de hand van casuïstiek. Voorbereiding 1. De hulpbehoeftescan vooraf doornemen (Hoofdstuk 5.1, Rapport samen op weg naar gezonde zorg) 2. Lees de voorbeeldcasus Boyd (bijlage 3) en bedenk bij elk kinderleefdomein een zorgbehoefte die kind & gezin kunnen hebben en waar zorg op ingezet moet worden. Maak hierbij gebruik van de hulpbehoeftescan (bijlage 4).
14
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
5. Kinder- en ouderparticipatie
Inleiding Kinder- en ouderparticipatie is de erkenning dat ervaringskennis van kind en ouders een onmisbare aanvulling is op de kennis van professionals. Participatie kan verschillende betekenissen hebben variërend van: raadplegen tot invloed hebben, mee beslissen en zelf initiatief nemen. In het VN-verdrag inzake de Rechten van het Kind staat dat kinderen en ouders het recht hebben om te participeren in de zorg. Uit onderzoek is gebleken dat kinderen graag willen participeren, dat zij beschikken over de capaciteiten om te participeren en dat participatie leidt tot betere beslissingen. Daarnaast worden ouders gestimuleerd waar mogelijk en wenselijk de verpleegkundige zorg zelf te verlenen bij hun kind. Dit gebeurt onder toezicht, met training en met coaching van een verpleegkundige. Tijdens de les gaat de docent in op de rechten van het kind, de verschillende manieren van kinderparticipatie. Verder gaat de docent in op de draaglast en draagkracht van kind en gezin. Leerdoelen De student kan: De invloed van kinder- en ouderparticipatie voor het kind en gezin benoemen. Verschillende methodieken van kinderparticipatie binnen casuïstiek toepassen. Benoemen welke wet- en regelgeving van toepassing is met betrekking tot kinderparticipatie. Problemen in draaglast en draagkracht bij kind en gezin analyseren. Beredeneren hoe kinder- en ouderparticipatie vorm krijgt binnen de eigen beroepspraktijk.
Voorbereiding 1. Lees de Rechten van het Kind op de website van Unicef. 2. Verdiep je voorafgaand in de wetgeving WGBO. 3. Lees Deel 1 en Deel 3 van het “handboek Kinderparticipatie in het ziekenhuis”. 4. Verdiep je in het Balansmodel van bakker. 5. Opdracht: • Benoem 3 aandachtspunten t.a.v. kinderparticipatie die jij als zorgprofessional belangrijk vindt. • Benoem 2 voor- en nadelen t.a.v. kinder- en ouderparticipatie en neem een voorbeeld uit je eigen praktijk mee naar de les. https://www.ncj.nl/richtlijnen/jgzrichtlijnenwebsite/details-richtlijn/?richtlijn=9&rlpag=672
15
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
6. Hulpbehoeftescan kind & gezin
Inleiding Wanneer uit de verwijsboom blijkt dat er in het traject na het ziekenhuis een noodzaak blijft bestaan voor het uitvoeren van verpleegkundige handelingen en het kind niet onder de Wlz-regeling valt, dan is het (Medische) Kindzorgsysteem van toepassing. Het kind, het gezin en de zorgverlener geven met behulp van de hulpbehoeftescan aan welke ondersteuning nodig is buiten het ziekenhuis. De kinderverpleegkundige kijkt samen met kind en gezin waar de hulpbehoefte ligt en gaat daarbij uit van de eigen kracht van het gezin. Verder heeft zij een ondersteunende rol om te komen tot zelfmanagement van kind en gezin. In deze les wordt ingegaan op het belang, de inhoud en toepassing van de hulpbehoeftescan kind & gezin. Leerdoelen De student kan: Uitleggen wat wordt verstaan onder hulpbehoeftescan. Op systematische wijze gegevens verzamelen ten behoeve van de hulpbehoeftescan. Beredeneren aan de hand van casuïstiek welke behoeften en zelfmanagement kind & gezin hebben ten aanzien van de vier leefdomeinen. Beredeneren welke professionals betrokken zouden moeten worden naar aanleiding van de hulpbehoeftescan. Voorbereiding 1. De hulpbehoeftescan vooraf doornemen. (Hoofdstuk 5.2 & 5.3, Rapport samen op weg naar gezonde zorg) 2. Lees in het document ‘Zelfmanagementondersteuning behoort tot de kern van verplegen!’ hoofdstuk 2, 7 en 9
16
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
7. Sociaal netwerk, steunsysteem en professionele sociale kaart
Inleiding Ziekte van een kind kan grote gevolgen hebben voor de sociale omgeving. Kunnen ouders hun werk blijven uitoefenen op de manier die ze altijd deden? Blijft er genoeg ruimte en tijd over voor de andere kinderen in het gezin? Kunnen ouders terugvallen op een steunsysteem in hun eigen sociale netwerk of is er professionele ondersteuning gewenst vanuit de sociale kaart in de omgeving? Deze les gaat in op het belang, de inhoud en toepassing van het ecogram om het sociale netwerk, steunsysteem en sociale kaart inzichtelijk te maken voor en met kind en gezin. Hoe deze inzichten gebruikt kunnen worden bij uitwerking in het zorgplan en organiseren van zorg, wordt verder bij 'Indiceren en organiseren' behandeld. Leerdoelen De student kan: ▪ Benoemen welke rol het ecogram in het zorgplan heeft. ▪ Het sociale netwerk, steunsysteem en sociale kaart van kind en gezin inventariseren met behulp van een ecogram. ▪ Het eigen sociale netwerk, steunsysteem en sociale kaart inzichtelijk maken met behulp van een ecogram. ▪ Benoemen welke knelpunten een ecogram inzichtelijk kan maken in relatie tot draagkracht en draaglast van kind en gezin. Voorbereiding 1. Lees het volgende document: http://www.expertisecentrummantelzorg.nl/em/instrument-eenecogram-maken-de-omgeving.html 2. Bezoek de volgende pagina’s http://www.digitale-sociale-kaart.nl/; https://www.ncj.nl/zoekresultaat/?q=socialekaart 3. Opdracht: Breng jouw eigen sociale netwerk, met steunsysteem en sociale kaart met behulp van het ecogram in kaart en neem deze mee naar de les. Gebruik hiervoor de bovenstaande documenten.
17
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
8. Therapeutisch gesprek
Inleiding Family nursing benadert het gezin als systeem en benut onder andere de mogelijkheid van kind en gezin om vanuit de eigen vraagstelling de hulpvraag te formuleren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het therapeutische gesprek als vertrekpunt om te komen tot het formuleren van de hulpvraag. Hiermee kan vanuit vraagsturing invulling gegeven worden aan het zorgplan van kind en gezin. De kinderverpleegkundige moet in de communicatie met kind en ouders leren de hulpvraag op elk van de vier leefdomeinen in kaart te brengen. Tevens moet zij de draaglast en de draagkracht kunnen vaststellen in samenspraak met kind en ouders. Hiervoor worden verschillende gesprekstechnieken aangeleerd. Tijdens de les oefen je hoe je tot een relatie met kind en gezin komt en hierin het therapeutische gesprek aangaat. Leerdoelen De student kan: ▪ een therapeutisch gesprek voeren om hulpbehoefte uit te vragen. ▪ eigen blinde vlekken binnen de communicatie benoemen en hoe hiermee om te gaan. ▪ draaglast en draagkracht vaststellen middels gesprekstechnieken. Voorbereiding 1. Lees in het document ‘Zelfmanagementondersteuning behoort tot de kern van verplegen!’ hoofdstuk 4, 5 en 6. 2. OPTIE: Lever één week van te voren een casus in of neem een casus mee naar de les van een gesprek met kind en gezin, waarbij zich een lastige situatie voor deed.
18
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
9. Zorgplan Kind & Gezin
Inleiding Het zorgplan Kind & Gezin wordt opgesteld naar aanleiding van de ingevulde hulpbehoeftescan kind & gezin, het medische behandel- en zorgplan en de bevindingen naar aanleiding van een huisbezoek door de coördinerende kinderverpleegkundige van een thuiszorgorganisatie. In de les wordt ingegaan op uit welke onderdelen het zorgplan bestaat en hoe deze tot stand komt. Naast voorbeelden van een uitgewerkt zorgplan wordt ook ingegaan op de bekostiging. De verdieping met toepassing vanuit casuïstiek naar indiceren en organiseren van zorg, komt aan de orde in module 2) ‘Indiceren en organiseren’ Leerdoelen De student kan: ▪ Aan de hand van classificatiesystemen verpleegproblemen beredeneren. ▪ Behoeften en voorwaarden op alle kinderleefdomeinen met elkaar afstemmen en in gezamenlijkheid vaststellen. ▪ Doelen en activiteiten vaststellen in het zorgplan Kind & Gezin die voldoen aan het kwaliteitskader. ▪ Benoemen welke verantwoordelijkheden de verschillende zorgverleners binnen de keten van het zorgplan en de indicatiestelling hebben. ▪ Het uitvoeren, evalueren en bijstellen van het zorgplan beredeneren. Voorbereiding 1. Het zorgplan vooraf doornemen. (Hoofdstuk 3 & 6, Rapport samen op weg naar gezonde zorg) 2. Neem de casus van Boyd (bijlage 3) door, formuleer verpleegproblemen en neem deze mee naar de les.
19
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
10. Beslisboom 'Afsluiten zorgplan Kind & Gezin' Inleiding Op enig moment wordt in evaluatie en voortgangsbespreking vastgesteld dat het zorgplan moet worden afgesloten. De aanleiding hiervoor kan zijn dat het kind uit zorg gaat om verschillende redenen, waarna een eindevaluatie, overdracht en/of transitie zal plaatsvinden. In de les wordt de beslisboom 'Afsluiten zorgplan Kind & Gezin' op casussen toegepast en de gevolgen hiervan besproken. Leerdoelen De student kan: ▪ De beslisboom 'Afsluiten zorgplan Kind & Gezin toepassen op casuïstiek. ▪ Beredeneren wanneer het zorgplan 'Kind & Gezin' kan worden afgesloten en wie hiervoor verantwoordelijk is. ▪ Benoemen wat de afsluiting van het zorgplan voor gevolgen heeft voor kind en gezin. Voorbereiding 1. De beslisboom 'Afsluiten zorgplan Kind & Gezin' vooraf doornemen. (Hoofdstuk 7, Rapport samen op weg naar gezonde zorg)
20
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
11. Evaluatie
Inleiding Zowel voor jou als voor de opleidingsinstellingen is het belangrijk en zinvol om de module (Medische) Kindzorgsysteem te evalueren. Je krijgt de gelegenheid jouw feedback en eventuele tips aan te geven. De opleidingsinstelling zal zeer zorgvuldig met de evaluaties omgaan, die waar nodig, inzichten worden verwerkt in het up to date houden van de module. Voorbereiding 1. Denk na over de volgende vragen: Heb jij alles bereikt wat jij middels deze module had willen leren? Wat heb jij nog gemist in de module?
21
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Toetsing De module kan getoetst worden door middel van een schriftelijke toets met zowel open vragen als meerkeuze vragen. Hierin wordt de kennis van het (Medische) Kindzorgsysteem getoetst. De cursuscoördinator geeft informatie over de procedure, inhoud en duur van de toetsing.
22
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Module Indiceren en organiseren van zorg aan het zieke kind en gezin in de eigen omgeving Inleiding Deze module ‘Indiceren en organiseren van zorg aan het zieke kind en gezin in de eigen omgeving’ is een vervolg op de module 'Werken met het (Medische) Kindzorgsysteem'. Medische staat in de module tussen haakjes omdat, door de term Medische te gebruiken, de verwarring kan ontstaan dat het hier sec medische zaken betreft. Het gaat allereerst om de toeleiding naar en het verlenen van verpleging en verzorging van kind en gezin in de eigen omgeving (aanspraak Wijkverpleging). Het gaat daarnaast ook om de toeleiding en het verlenen van zorg en ondersteuning in relatie tot de sociale omgeving, de ontwikkeling van het kind/gezin en de veiligheid van kind en gezin. Het (M)KS omvat derhalve de domeinen medische, sociaal, ontwikkeling en veiligheid. Deze module gebruikt de Rechten van het Kind (1989) en het Handvest Kind en Zorg (2014) als uitgangspunt en is gebaseerd op het Expertisegebied kinderverpleegkundige (2015). Deze module is ontwikkeld voor: e 1. Bij- en nascholing voor HBO-opgeleide kinderverpleegkundigen die werkzaam zijn in de 1 lijnszorg als basiskennis in opstap naar het leren Indiceren en Organiseren volgens het Normenkader V&V (2014) en de aanspraak Wijkverpleging. Kinderverpleegkundigen kunnen werkzaam zijn in een kinderzorghuis, verpleegkundig- of medische kinderdagverblijf, op scholen en in de kinderthuiszorgorganisaties. 2. Bij- en nascholing voor HBO-opgeleide kinderverpleegkundigen werkzaam in het ziekenhuis als uitbreiding van de basiskennis en vaardigheden bij ketenzorgverlening in de transitie van zieke kinderen die na opname in het ziekenhuis thuis nog verpleegkundige zorg of begeleiding nodig hebben. 3. Uitbreiding van het curriculum van de Verpleegkundige Vervolgopleiding Kinderverpleegkunde; in navolging van het Expertisegebied kinderverpleegkundige (2015) dat toepasbaar is in alle velden waarin kind en gezin een gezondheidsvraag stellen. De module biedt kennis en vaardigheden die van belang zijn voor alle kinderverpleegkundigen waar kinderen in transitie naar thuis kinderverpleegkundige zorg en begeleiding behoeven. Dit omdat verpleging en zorg aan zieke kinderen niet meer voorbehouden is aan de ziekenhuissetting. Binnen deze leereenheid staat het werken volgens het ((M)KS) centraal. 4. Initiële opleidingen voor HBO-V de gelegenheid bieden in hun curriculum voor de bachelor verpleegkunde aan te sluiten op de Verpleegkundige Vervolgopleiding Kinderverpleegkunde en Transferverpleegkunde.
De inhoud van deze module is er op gericht om kennis en vaardigheden op te doen in de rol van HBO-V kinderverpleegkundige. Daarnaast leert men middels het klinisch redeneren tot praktische indicatie en organisatie te komen van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving. Studenten krijgen in deze module verdieping aangeboden ten aanzien van de verpleegkundige theorieën, modellen, classificatiesystemen en de stappen van het (nieuwe) zorgproces. Het in stand houden en bevorderen van zelfredzaamheid, waarbij de gezinsparticipatie en het mobiliseren van het eigen netwerk een grote rol heeft. Ook wordt aandacht besteed aan de motiverende gespreksvoering en verpleegkundige verslaglegging volgens het (M)KS. Dit om in de praktijk tot een goede indicatiestelling en organisatie van zorg te komen voor het zieke kind en gezin in de eigen omgeving.
23
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Leerdoelen Het leerproces in deze module is erop gericht dat de student zelfstandig zorg kan indiceren en organiseren bij het zieke kind en gezin die in de eigen omgeving verblijven. Aan het einde van de module kan de student voor het kind met verschillende aandoeningen: 1. De beslisboom toepassen op basis van het klinisch beeld van het zieke kind en het gezin, waarin de kinderleefdomeinen zijn betrokken, en beredeneren welke wet-, regelgeving en financieringsstroom deze valt. 2. De feitelijke zelfredzaamheid en problematiek ten aanzien van de kinderleefdomeinen beredeneren en kind en ouders ondersteunen bij het invullen van de hulpbehoeftescan. 3. Vanuit de ingevulde hulpbehoeftescan per zorgdomein, met behulp van motiverende gespreksvoering, een zorgplan opstellen met daarin onderbouwing hoe de zelfredzaamheid en het zelfmanagement van het kind en gezin wordt behouden en bevorderd. Met daarin aandacht voor: - draagvlak-draaglast; - signaleren potentiele risico’s; - eigen steunsysteem en sociale kaart; - zorg zo nodig, waar nodig. 4. Het zorgplan Kind & Gezin opstellen en zorg indiceren en organiseren, beredenerend vanuit: klinische overwegingen, kinderleefdomeinen, classificatiesystemen, wetgeving, Kwaliteitskader (Medische) Kindzorg, ethiek, religie en behandelingscodes. 5. De uitvoering van het zorgplan Kind & Gezin evalueren en waar nodig bijstellen, met daarin aandacht voor de richtlijn verpleegkundige en verzorgende verslaglegging 6. Het afsluiten van het zorgplan beredeneren en nabeschouwen/reflecteren op de geleverde zorg volgens het Kwaliteitskader (Medische) Kindzorg.
24
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Overzicht van de leeractiviteiten in schema
1.
Introductie
½ uur
contact uur ¼ uur
2.
2 uur
¾ uur
2 ¾ uur
2 uur
¾ uur
2 ¾ uur
4.
Regel- en wetgeving en bekostiging van zorg Classificatiesystemen, verpleegproblemen, rapportage en overdracht. Sociale kaart
1 ½ uur
1 uur
2 ½ uur
5.
Motivational interviewing
1 ½ uur
3 uur
4 ½ uur
6.
Indiceren met casuïstiek
1 uur
2 uur
3 uur
8.
Presentatie indiceren & organiseren casuïstiek Evaluatie SBU
4 uur
4 uur
8 uur
12½ uur
¼ uur 12 uur
½ uur 24½ uur
Leeractiviteit
3.
9.
zelfstudie
totale SBU ¾ uur
De invulling van de zelfstudie en contacturen is afhankelijk van de doelgroep. Dit is puur een indicatie van het gemiddeld aantal uren en kan naar wens aangepast worden. Ons advies is om de les e Motivational interviewing op de 2 lesdag plaats te laten vinden.
25
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Leeractiviteiten
1. Introductie
Inleiding De lessen van de module ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ zal door verpleegkundigen, uit verschillende velden van zorg, in opleiding tot kinderverpleegkundigen gevolgd worden. Daarnaast kunnen kinderverpleegkundigen werkzaam in verschillende velden de module volgen als bij- en nascholing. Op die manier wordt inzicht vergroot in de andere werkvelden en wordt de samenwerking in de ketenzorg duidelijker. De module volgt op de module 'Werken met het (Medische) Kindzorg Systeem' waarin kennis en vaardigheid is aangereikt over de veranderingen in de gezondheidszorg, die van invloed zijn op jouw rol als kinderverpleegkundige in het veld en hoe je deze kan toepassen in je werk. Om te weten met wie je samen deze module volgt, doen wij een korte introductie. Tijdens deze introductie stellen jullie je als studenten aan elkaar voor.
Voorbereiding 1. Bedenk vooraf wat jij middels deze module graag zou willen leren en wat jij ziet als belangrijke verandering in eigen rol als kinderverpleegkundige in de zorgomgeving. 2. Als voorbereiding op deze module neemt de student een bruikbare casus mee om het gehele proces van indiceren & organiseren door te werken. En neem de documenten mee die in jouw organisatie gebruikt worden bij het indiceren en organiseren van zorg. Te denken valt aan een hulpbehoeftescan, het zorgplan, overdracht formuleren etc. 3. Lees de casus Julian in bijlage 7. Deze wordt door de docent gebruikt als rode draad in de module, naast het ingaan op de casuïstiek van de studenten.
26
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
2. Regel- en wetgeving en bekostiging van de zorg
Inleiding Sinds 1 januari 2015 is de HBO-verpleegkundige, die de opleiding Kinderverpleegkunde heeft afgerond bevoegd tot indiceren & organiseren van zorg aan het zieke kind en gezin in de eigen omgeving. Dit is onderdeel van het overheidsbeleid waarin de, uit de zestiger jaren afkomstige, verzorgingsstaat wordt verlaten en de ontwikkeling wordt ingezet naar een participatiesamenleving. Enerzijds noodzaakt de kostenbeheersing in de zorg daartoe, anderzijds komt het ook tegemoet aan de behoefte aan autonomie en zelfbeschikkingsrecht van de burgers. In deze les gaat de docent in op de meest recente regel- en wetgeving en bekostiging van zorg voor kind en gezin en eventuele komende veranderingen op dit gebied.
Leerdoelen De student kan: • Vanuit een casus beredeneren met welke wet- en regelgeving kind en gezin te maken krijgen om de zorg in eigen omgeving in te kunnen zetten. • De bekostigingssystematiek in de indicatie & organisatie van zorg bij een casus kunnen toepassen. • De veranderingen voor de rol, attitude en werkwijze van de kinderverpleegkundige in de keten van zorgverleners beredeneren.
Voorbereiding 1. Lees het document ‘Normenkader indiceren en organiseren verpleging en verzorging’ V&VN – Utrecht, juli 2014 en neem eventuele vragen mee naar de les. 2. Kijk in de casus van Julian welke wetten er mogelijk betrokken zijn. 3. De bekostiging Medische Kindzorgsysteem vooraf doornemen (Hoofdstuk 8, Rapport samen op weg naar gezonde zorg).
27
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
3. Classificatiesystemen, verpleegproblemen, rapportage en overdracht.
Inleiding Door veranderde wetgeving is de focus komen te liggen op eigen regie en zelfmanagement van kind en gezin. Dit is bepalend voor de zorg die ingezet gaat worden. De kinderverpleegkundige in de wijk is verantwoordelijk voor het gehele zorgproces, van anamnese en indicatie stellen tot de directe zorg. Om dit totale proces goed te doen verlopen, dient de kinderverpleegkundige goed te kunnen rapporteren en overdragen. Indiceren is geen losstaande activiteit, maar maakt onderdeel uit van het verpleegproces. Het verpleegproces doorloop je met een classificatiesysteem, zoals Nanda en RAI met de gezondheidspatronen van Marjorie Gordon of Lynda Carpenito-Moyet. In deze les wordt ingegaan op de verschillende classificatiesystemen, waarin ze overeenkomen of afwijken, hoe je deze kan toepassen bij het indiceren, daarbij gebruik makend van verpleegproblemen. Toegelicht wordt waarom een kernset Verpleegproblemen door V&VN is ontwikkeld en deze verder toegespitst en aangevuld gaan worden naar een kernset Verpleegproblemen kind en gezin.
Leerdoelen De student kan: • De overeenkomsten en verschillen binnen de classificatiesystemen beredeneren. • Het gebruik van de kernset Verpleegproblemen V&VN en de verhouding tot de classificatiesystemen beargumenteren. • In de diverse classificatiesystemen de verpleegproblemen binnen de kinderleefdomeinen definiëren en toepassen. • Oplossingen voor problemen binnen de verpleegkundige rapportage en overdracht beargumenteren. • De rol van de classificatiesystemen als ondersteuning in de professionalisering van de kinderverpleegkundige in de multidisciplinaire samenwerking beredeneren.
Voorbereiding 1. Lees het document Zoeken naar de Gouden Standaard – Vilans 19 september 2014 2. Lees op de site van V&VN over de kernset. 3. Lees de samenvatting van richtlijn Verpleegkundige en verzorgende verslaglegging, V&VN (Buijse A.M. 2011) 4. Formuleer bij de casus Julian (bijlage 7) per kinderleefdomein 1 (potentieel)) verpleegprobleem. 5. Welk classificatiesysteem wordt er in jouw werkveld gebruikt? Indien er geen gebruikt wordt, waar loop je dan tegen aan in de ketenzorg.
28
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
4. Inzet van sociaal netwerk; steunsysteem en professionele Sociale kaart
Inleiding Bij het indiceren en organiseren van zorg is het van belang om te komen tot een inzet van zorg op basis van het motto ‘zorg zo nodig – waar nodig’. Daarbij is het van belang om goed inzicht te krijgen van het zieke kind, het gezin en zijn omgeving. Nadat een, door kind en gezin ingevulde hulpbehoeftescan is besproken, wordt verder gegaan met het steunsysteem in kaart brengen. Naast het mobiliseren van het zelfmanagement vermogen van kind en gezin, wordt ook onderzocht met kind en gezin hoe het eigen sociale steunsysteem gebruikt kan worden aangevuld met ondersteuning van de professionals uit de sociale kaart. Dit alles met behulp van het ecogram. In de les wordt ingegaan op de toepassing van het ecogram op de eigen ingebrachte casuïstiek.
Leerdoelen De student kan: • Het sociale netwerk, steunsysteem en sociale kaart van kind en gezin inzichtelijk maken met behulp van een ecogram. • De feitelijke problematiek en zelfredzaamheid vanuit de 4 kinderleefdomeinen met als vertrekpunt de hulpbehoeftescan van kind en ouders aangeven; • De potentiële risico’s binnen het sociale netwerk beredeneren met aandacht voor de draaglastdraagkracht en het zelfmanagement vermogen van kind en gezin. • De inzet uit het informele steunsysteem van kind en gezin aangevuld met het professionele steunsysteem vanuit de sociale kaart uit de omgeving adviseren en beargumenteren.
Voorbereiding 1. Breng van jouw eigen casus het sociale netwerk, met steunsysteem en sociale kaart met behulp van het ecogram in kaart en neem deze mee naar de les. Gebruik hiervoor het instrument voor het maken van een ecogram
29
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
5. Motivational interviewing (MI) Inleiding Bij motiverende gespreksvoering gebruikt de kinderverpleegkundige een gerichte gesprekstechniek om te komen tot ‘zorg zo nodig – waar nodig’ en om kind en gezin intrinsiek te motiveren tot zelfredzaamheid en zelfmanagement. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het eigen sociale netwerk en steunsysteem en waar nodig aangevuld met het professionele steunsysteem uit de sociale kaart. Als verpleegkundige wil je een bijdrage leveren aan het behouden of bevorderen van de zelfredzaamheid door instructie, coaching en ondersteuning. Kind en gezin worden in staat gesteld om nieuwe kennis en vaardigheden aan te leren in relatie tot de gezondheidsvraag. Je wilt hen inzicht geven in en begeleiden bij het maken van keuzen en wat zij zelf kunnen doen daarin. In de les krijg je kennis, inzichten en vaardigheden aangereikt om inzicht te krijgen in de feitelijke zorgvraag en hulpbehoefte die kind en ouders aangeven. Naast theorie wordt ook geoefend; de motiverende gespreksvoering als gesprektechniek om het zelfmanagement te bevorderen van kind en gezin en daarbij het steunsysteem in te zetten en te komen tot een zorgplan (de indicatie).
Leerdoelen De student kan: • Het verschil tussen een therapeutisch gesprek en motiverende gespreksvoering beredeneren. • Gespreksvaardigheden motivational interviewing toepassen in gesimuleerde gespreksvoering en de relatie aangaan met kind en gezin. • Draaglast en draagkracht samen met kind en gezin vaststellen in gesimuleerde gespreksvoering; • Weerstand en verschillende emoties observeren en bespreekbaar maken in gesimuleerde gespreksvoering; • Reflecteren op eigen blinde vlekken wanneer de motivational interviewing wordt geoefend en aangeven hoe hiermee om te gaan.
Voorbereiding 1. Bestudeer op de website van Op Eigen Benen handleiding MI voor zorgprofessionals 2. Lees voor meer informatie over MI op de website van het NJI motiverende gespreksvoering 3. Formuleer jouw leerdoel(en) in relatie tot deze gespreksvaardigheid en neem die mee naar de les.
30
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
6. Indiceren met casuïstiek Inleiding Gedurende deze module heeft u verschillende handvatten gekregen om tot indicatie en organisatie van zorg voor kind en gezin te kunnen komen. Het proces en de wijze van indiceren zult u in de toekomst op verschillende casuïstiek moeten toepassen en daarbij de zorg voor kind en gezin zo effectief mogelijk organiseren. In deze les ga je de theorie en inzichten toepassen op de voorbeeldcasus Julian en eigen ingebrachte casuïstiek.
Leerdoelen De student kan: • het gehele proces en de wijze van indiceren en organiseren van zorg aan de hand van verschillende casuïstiek toepassen; • de zorg voor kind en gezin effectief organiseren;
Voorbereiding 1. Vul de indicatieformulieren uit jouw eigen organisatie in voor kind en gezin van jouw casus. Indien je geen eigen casus hebt, gebruik dan de voorbeeldcasus Julian en vul de indicatieformulieren uit bijlage 5, 8 en 9 in. Breng deze mee naar de les. 2. En raadpleeg de website van het CIZ voor informatie over de Wlz; https://www.ciz.nl/Paginas/default.aspx . 3. Formuleer vragen die jij hebt naar aanleiding van de opdracht en je ervaringen in de praktijk.
31
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
7. Presentatie indiceren & organiseren casuïstiek
Inleiding Voor de tweede dag krijg je een casus aangereikt die je volledig uitwerkt naar indicatie en organisatie met behulp van bijlage 4, 5, 8 en 9. Hiermee wordt gekeken of u over inzicht, noodzakelijke kennis en vaardigheden beschikt en komt tot een afgewogen indicatiestelling. Tijdens de les worden de thuiswerkopdrachten nabesproken door presentaties van de studenten. De thuiswerkopdracht betreft het uitwerken van een casus en voorbereiden van een presentatie, waarin alle stappen van het (Medische) Kindzorg Systeem aan de orde komen en daarmee doorloop je het proces van Indiceren en organiseren van zorg.
Leerdoel De student kan: • vanuit een aangegeven casus, het hele proces van het medisch kindzorg systeem fase 1 tot en met 3, middels indiceren en organiseren uitwerken; • het zorgplan Kind & Gezin opstellen en zorg indiceren en organiseren, beredenerend vanuit: klinische overwegingen, kinderleefdomeinen, classificatiesystemen, wetgeving, Kwaliteitskader (Medische) Kindzorg, ethiek, religie en behandelingscodes. • aangeven of en naar wie doorverwijzing noodzakelijk is.
Voorbereiding 1. Je ontvangt van de cursusleider een casus die je dient uit te werken tot een indicatie (zorgleefplan, bijlage 5) en je kunt hierbij gebruik maken van de bijlagen 4, 8 en 9. Het zorgleefplan dien je voorafgaand aan de les in te leveren. 2. Tijdens de les presenteer je jouw uitgewerkte casus aan de hand van korte powerpoint. Bereid met behulp van een aantal standaard dia’s (bijlage 10) een presentatie voor van 10-15 minuten van jouw uitwerking van de casus.
32
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
8. Evaluatie
Inleiding Zowel voor jou als voor de opleidingsinstellingen is het belangrijk en zinvol om de module ‘Indiceren & Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ te evalueren. Je krijgt de gelegenheid jouw feedback en eventuele tips aan te geven. De opleidingsinstelling zal zeer zorgvuldig met de evaluaties omgaan, en waar nodig, inzichten verwerken in het up to date houden van de module.
Voorbereiding 1. Denk na over de volgende vragen: Heb jij alles bereikt wat jij middels deze module had willen leren? Wat heb jij nog gemist in de module?
33
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Toetsing De module kan getoetst worden door middel van het indiceren van een casus met behulp van het zorgleefplan en het presenteren daarvan. Hierin wordt de kennis van het indiceren en organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving getoetst. De cursuscoördinator geeft informatie over de procedure, inhoud en duur van de toetsing.
34
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Bijlage 1 Projectdeelnemers / betrokkenen Projectverantwoording Christina Woudhuizen, hoofd Innovatie V&VN, Utrecht Stuurgroep Rosemarie van Troost, voorzitter Christa van de Born, VGVK, directeur VKDV De Schavuiten Riet Meijer, VBG, opleider Intensieve Zorg, Erasmus MC Rotterdam Evi van Gerwen, V&VN Kinderverpleegkunde, directeur Kids2Care Goirle Danielle van der Schilden, secretariële ondersteuning V&VN, Utrecht Jacobien Wagemaker, projectleider en voorzitter werkgroep Werkgroep Jolanda de Bruijn, V&VN Kinderverpleegkunde, kinderverpleegkundige ZieZeZo Alkmaar - tot 1 januari 2016 Alberdine van de Hulsbeek, Stichting Kind & Ziekenhuis, Orthopedagoog BRES Vught Petra de Groot, kinderverpleegkundige Intensieve Kindzorg, UMC Groningen Thuis, Groningen – tot 1 januari 2016 Gitta Kaptein, VGVK, medewerker Indicatie Punt, ExpertCare Nieuwegein Marjon Koetje, V&VN Kinderverpleegkunde, kwaliteitsmanager en kinderverpleegkundige, Bijzonder Zorgenkind Surhuisterveen – vanaf 1 januari 2016 Nelia Langeveld, VGVK, Utrecht, Het Lindenhofje Amsterdam – tot 1 januari 2016 Stephanie Oostveen, VGVK, opleidingsfunctionaris ExpertCare Nieuwegein – tot 1 januari 2016 Nena van de Pas, VGVK, opleidingsfunctonaris ExpertCare Nieuwegein – vanaf 1 januari 2016 Marjan Roelevink, VBG, projectleider en senior adviseur (simulatie)onderwijs aandachtsgebied 'Moeder en Kind zorg', Wenckebach Instituut Groningen Sietske Verbree-Vos, V&VN Kinderverpleegkunde, kinderverpleegkundige Martini Ziekenhuis Groningen Marscha de Vos, VGVK, kinderverpleegkundige VKDV De Schavuiten Almere – vanaf 1 januari 2016 Yvonne Woudstra, VBG, opleider Vervolgopleiding Kinderverpleegkunde VUmc Amstel Academie Amsterdam
Klankbord Karin Aarsman, coördinator opleiding, Prinses Maxima kinderoncologisch centrum Utrecht Pamela Abendanon, HBO V-docent Fontys Hogeschool Zwolle Joke van den Berg, lid VBG, opleidingscoördinator VVO, LUMC Thea Bollé, hoofdverpleegkundige afdeling Grote Kinderen, Emmakinderziekenhuis AMC Mariska de Bont, adviseur Verenigingszaken V&VN Utrecht Lijntje Delis, praktijkopleider VVO, VUmc Amsterdam Ans Detert Oude Weme, beleidsadviseur College Zorg Opleidingen (CZO) Utrecht Huub van Dorst, vertegenwoordiger V&VN Kinderverpleegkunde bij het CZO, neonatologie verpleegkundige Amphia ziekenhuis Breda Annet Hoek, praktijkopleider Meander MC Amersfoort Jacqueline Huner, lid BMKT, directeur Flexiekids Alpen a/d Rijn Karoly Illy, bestuurslid NVK, kinderarts ziekenhuis Rivierenland Tiel, Tiel Dorette Jansen – Carton, kwaliteitsmedewerker Patiëntenvereniging VOC, Leidschendam Jacqueline Kok, V&VN Transferverpleegkunde, kindertransferverpleegkundige AMC Amsterdam Martha Leutscher, V&VN Transferverpleegkundigen, kindertransferverpleegkundige, UMCG Conny Molenkamp, kinderoncologie-verpleegkundige en palliatieve zorg, Evean Purmerend
35
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Ingrid Rense, bestuurslid V&VN Kinderverpleegkunde, school/continentie verpleegkundige Rijndam Kinderrevalidatie, Rotterdam Hester Rippen, directeur Stichting Kind & Ziekenhuis, Utrecht Cathelijne van de Sande, lid EADV, kinderdiabetesverpleegkundige Radboudumc Nijmegen Gert-Jan van Steenbrugge, directeur Vereniging Ouders van Couveusekinderen, Leidschendam Stephanie Vallianatos, beleidsmedewerker Stichting PAL, Utrecht Annella Vermaas-Markesteijn, teamleider Kinderafdeling Maasstad ziekenhuis Rotterdam Laura Verweij, bestuurslid VGCA, verpleegkundig specialist Centrum voor Thuisbeademing UMC Utrecht Marscha de Vos, lid VGVK, kinderverpleegkundige, VKDV De Schavuiten Zwolle tot 1 januari 2016
36
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Bijlage 2 Verder gaan dan patient & family centered care (uit Magazine Kinderverpleegkunde, oktober 2014) ▪ ▪
37
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
▪
38
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
▪
39
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Bijlage 3 Voorbeeld casus Boyd leeftijd: 3 maanden Ziektebeeld Boyd is prematuur geboren bij 29 6/7 week. Hij heeft ernstige hartafwijkingen: Transpositie van de Vaten, Mitralisklep atresie en een Hypoplastisch Linker Hart Syndroom. Na de geboorte is Boyd op de IC opgenomen en heeft daar elf weken gelegen met kritieke momenten. Boyd heeft een periode aan de beademing gelegen met monitorbewaking, diverse infusen w.o. voedingsinfuus. Boyd heeft de Norwood-operatie gehad. Ondanks een aantal ingrepen en operaties blijft Boyd last houden van periodes van tachypnoeïsch zijn en cyanose. Zijn saturatie schommelt tussen 65-70%, met momenten van zuurstofondersteuning. Tijdens de nacht gaan er veel alarmen af, veelal storing, maar soms ook reële. Boyd is nog erg vermoeid. Drinken gaat nog minimaal, waarna hij sondevoeding krijgt via neus-maagsonde. Hij krijgt fles kort aangeboden met moedermelk met toevoegingen, rest per sonde. ’s Nachts krijgt hij 1 voeding per sonde. Boyd heeft al een infectie achter de rug en is door zijn lichamelijke conditie nog zeer vatbaar. De wond op zijn borst is gesloten en litteken ziet er goed uit. Om naar huis te kunnen, moet zorg in nabijheid gegarandeerd zijn, samen met monitorbewaking, zuurstof, sondevoeding en medicatie. Boyd heeft zijn eerste vaccinatie later gekregen, volgt nu uitgesteld programma. Heeft ook de RS-vaccinatie gehad. Boyd zal bij de kindercardioloog onder controle blijven, maar heeft ook een kinderarts in een ziekenhuis dichter bij thuis. Boyd gebruikte verschillende medicijnen, waaronder bloedverdunners, middel voor de bloeddruk, natrium en kalium en andere die moeder zo even niet meer weet. Algemeen Boyd is het eerste kind in het gezin. Ze wonen sinds anderhalf jaar in een nieuwbouw twee onder één-kap woning. Er is nog geen zuurstof geregeld voor thuis. Ouders zijn beiden universitair opgeleid en werkten beiden fulltime voor de geboorte van Boyd. Na de geboorte van Boyd hadden ze zich beiden voorgenomen om 1 dag minder te gaan werken, aangevuld met kinderopvang op de resterende 3 dagen. Met de specifieke gezondheidsvraag van Boyd is het nu van belang om tot een andere invulling te komen van werk, privé en opvang voor Boyd. Moeder heeft bij ontslag van Boyd nog 10 weken zwangerschapsverlof. Daarna willen zowel vader als moeder 1 dag ouderschapsverlof gebruiken voor de zorg aan Boyd. Hiermee starten zij thuis met beiden 2 dagen volledig de zorg voor Boyd en 3 dagen werken. Op woensdag moeten ze beiden werken. Ouders zijn zeer gericht op de zorg van Boyd en vinden het moeilijk om de zorg uit handen te geven. Beiden zitten nog volop in de verwerking van de hele situatie, maar zijn nog niet in staat om zich daar echt mee bezig te houden. Ze vinden dat ze vooral door moeten gaan, richten zich op wat er moet gebeuren. Ze hebben contact met maatschappelijk werk, hebben geen behoefte aan psychologische ondersteuning. Grootouders (vaderskant) wonen dichtbij (15 auto minuten), maar voelen zich niet vertrouwd om de verpleegkundige toezicht en zorg over te nemen. Wel ondersteunen ze bij mogelijke 40
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
huishoudelijke taken. Met andere familie is weinig contact of wonen te ver weg. Met buren is nog minimaal contact en vrienden zijn allen aan het werk of druk met gezin. Afhankelijk van de stabiliteit van Boyd na ontslag willen ouders kijken of er aanvullende opvang mogelijkheden zijn. Vader was fanatiek met sporten, maar na geboorte is hij hier niet meer aan toe gekomen. In de toekomst zou hij wel graag weer willen korfballen en ook met de wedstrijden op zaterdag meedoen. Moeder was actief met fitness, maar heeft nog geen behoefte om dit op te pakken. Ouders willen vooral rust en band opbouwen met Boyd. Ouders moeten nog een draai vinden om de zorg thuis toe te gaan passen. Zorgvraag: • • • •
Toekomst overname van zorg voor Boyd als ze beiden werken Ondersteuning bij sonde inbrengen Ontlasting van zorg van moeder Ontlasting van nachtzorg
41
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Bijlage 4 Sjabloon Hulpbehoeftescan
Kinderleefdomein Medisch/Verpleegkundig Is er een diagnose gesteld bij uw kind? Zo ja, welke en zijn daar nog onduidelijkheden over? Welke kinderverpleegkundige handelingen of kinderverpleegkundige zorg zijn/is volgens u bij uw kind nodig buiten het ziekenhuis? In hoeverre kunt u of één van uw gezinsleden deze kinderverpleegkundige handelingen of kinderverpleegkundige zorg zelf uitvoeren of bent u bereid deze aan te leren? Op welke momenten denkt u ondersteuning bij of overname van zorg nodig te hebben bij de kinderverpleegkundige handelingen? Heeft u behoefte aan ondersteuning bij de persoonlijke verzorging? bijvoorbeeld bij mobiliteit/douchen/bad/toilet eten/drinken/ inname medicatie Hoe had u de opvang voor uw kind georganiseerd wanneer hij of zij gezond was geweest? Of hoe had u de opvang geregeld voordat uw kind ziek werd? Welke ondersteuning heeft uw gezin nodig om de zorg voor uw kind goed vol te houden? (denk ook aan de andere kinderen binnen het gezin) Kunt u zeggen welke organisaties op dit moment, of in het verleden, medisch/verpleegkundige zorg bieden of hebben geboden? Bijvoorbeeld Thuiszorg, MKD, VKD, Hospice Is dit voor dit kind of andere kinderen uit het gezin?
42
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Kinderleefdomein Ontwikkeling Gaat/ging uw kind naar: 1. Naar school ja/nee 2. Kinderdagverblijf ja/nee 3. Peuterspeelzaal ja/nee 4. Kinderdagcentrum ja/nee Welke s.v.p. invullen op bijgevoegde lijst Zijn er daar kinderverpleegkundige handelingen of persoonlijke verzorging nodig? Met betrekking tot de motorisch/lichamelijke ontwikkelingen zijn daar bijzonderheden over te melden? Kan de aandoening/ziekte en de zorg die daaraan vast hangt, gevolgen hebben voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind? Als u kijkt naar de cognitieve ontwikkeling ( leervermogen) van uw kind zijn daar bijzonderheden over te melden? Hoe gaat het met de taal/spraakontwikkeling? Ontvangt u voor uw kind over de bovenstaande onderwerpen professionele ondersteuning? Zo ja welke? Of denkt u dat u professionele ondersteuning nodig heeft.
43
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Kinderleefdomein Sociaal Heeft de ziekte van uw kind gevolgen voor uw kind met betrekking tot zijn/haar vrije tijdsbesteding/hobby’s Heeft de ziekte van uw kind gevolgen voor uw eigen werkzaamheden? (betaald/onbetaald) Hoe had u uw werkzaamheden geregeld als uw kind gezond zou zijn? Welke ruimte kan de werkgever bieden in de vorm van ouderschaps/zorgverlof? Heeft de ziekte van uw kind gevolgen voor uw vrije tijd of de aandacht voor broertjes en/ of zusjes? Kunt u uw sociale netwerk inzetten? Te denken valt aan: - Opa’s en Oma’s - Andere familieleden - Vrienden/kennissen/buren
Heeft u voor uzelf/partner professionele ondersteuning nodig, of wordt er professionele ondersteuning geboden? Zo ja, door wie?
44
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Kinderleefdomein Veiligheid In wat voor type woning woont het gezin? Zijn er volgens u aanpassingen in uw huis nodig voor het verlenen van de (kinderverpleegkundige) zorg voor uw kind? Zijn er volgens u hulpmiddelen in huis nodig voor het verlenen van de zorg aan uw kind? Kunt u zeggen met welke organisaties op dit moment, of in het verleden, uw gezin contact heeft? a. Gemeente b. Centrum Jeugd en Gezin c. Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. d. Politie e. Anders………
45
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Bijlage 5 Zorgleefplan Naam student: Opleidingsschool:
Big nummer:
Naam cliënt: Geboortedatum: Naam Eerst Verantwoordelijke Verpleegkundige: Omschrijving Zorgvraag zoals in Casus beschreven:
Doel van de zorgvraag volgens casus:
Activiteiten volgens casus:
Indien keuze voor een classificatiesysteem – welke?: Domein medisch met omschrijving impliciete en expliciete zorgvraag: Wetgeving waaronder de zorgvraag valt: Doel(en):
1. 2. 3.
Activiteit(en): 1. 2. 3.
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Domein ontwikkeling met omschrijving impliciete en expliciete zorgvraag: Wetgeving: Doel(en):
1. 2. 3.
Activiteit(en): 1. 2. 3.
Domein Sociaal met omschrijving impliciete en expliciete zorgvraag: Wetgeving: Doel(en):
1. 2. 3.
Activiteit(en): 1. 2. 3. Domein Veiligheid met omschrijving impliciete en expliciete zorgvraag:
Wetgeving: Doel(en):
1. 2. 3.
Activiteit(en): 1. 2. 3. Aantal zorgminuten: 1e evaluatiedatum……………. Paraaf ………………..
2e evaluatiedatum ……………. paraaf …………………
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Bijlage 6 Voorbeeld casus Julian (met antwoordformulier) Casus is zo opgezet dat ook het verloop meegenomen kan worden in de les; indicatie, herindicatie, evaluatie etc. Beginsituatie 1 Leeftijd: 5 weken oud. Ziektebeeld Julian werd geboren met 35 weken en heeft een slechte start gehad. Julian is opgenomen op de high care en kreeg monitor bewaking en sondevoeding. Julian heeft dysmorfe kenmerken, waardoor er een verdenking is van een syndroom. Welk syndroom is niet duidelijk. Diagnostiek is afgenomen en de geneticus is langs geweest om te beoordelen. De uitslag zal helaas nog enkele maanden op zich laten wachten. Julian heeft ongeveer een week aan de monitor gelegen tot de vitale functies stabiel waren. Julian is hypotoon. Het drinken gaat erg moeizaam, daarom krijgt hij de rest nog via neusmaagsonde. Moeder is er de hele dag bij en wijkt niet van zijn zijde. Ongeveer op a tèrme leeftijd willen ouders Julian graag mee naar huis. Algemeen Moeder heeft een moeilijke zwangerschap gehad. Het was eigenlijk niet de bedoeling om zwanger te worden. Tijdens de eerste weken heeft ze nog een jodium slok gehad i.v.m. schildklier problemen. Moeder heeft zich erg veel zorgen gemaakt tijdens de zwangerschap. De specialisten hebben haar verzekerd dat de jodiumslok geen negatieve gevolgen voor de vrucht zouden hebben. Indien dat wel het geval was, hadden de ouders de zwangerschap willen afbreken. Ouders hebben 2 gezonde dochters van 6 en 8 jaar oud, die zich zonder problemen ontwikkelen. Kinderen gaan naar de basisschool met continu rooster. Moeder neemt weinig adviezen aan. De contacten met maatschappelijk werk verlopen moeizaam. Moeder regelt alles en vader volgt haar in haar beslissingen. Vader werkt fulltime. Moeder heeft een arbeidscontract voor 12 uur bij peuterspeelzaal, maar heeft nu nog zwangerschapsverlof. De sondevoeding materialen worden besteld en ouders hebben geleerd sondevoeding te geven. Zorgvraag: • Ondersteuning bij overgang naar zorg thuis • Ondersteuning bij sonde inbrengen Situatie 2: Julian is 4 maanden en ligt in het ziekenhuis. Afgelopen weken is Julian herhaaldelijk opgenomen in verband met luchtweginfecties. Echter ook als sociale indicatie, omdat ouders overbelast zijn. Ouders claimen dat ze Julian geen moment alleen kunnen laten, omdat ze bang zijn dat hij stikt in verband met zijn hypotoon zijn. De artsen zien, naar aanleiding van de observaties en de monitor bewaking in het ziekenhuis, geen noodzaak om monitoring
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
thuis te continueren. Wel laat Julian een achterstand in zijn ontwikkeling zien. Hij is nu net zijn handjes en voetjes aan te ontdekken door ernaar aan het kijken en wrijft met dichte vuistjes tegen zijn hoofd. Hij wil niet op zijn buik liggen en tilt zijn hoofd nog weinig op. Julian drinkt ongeveer de helft van zijn flessen, rest krijgt hij nog per neus-maagsonde. Hij is door de regelmatige luchtweginfecties nog niet gestart met fruit/groentehapjes. Julian krijgt ondersteuning van een logopediste. De verpleegkundigen van de kinderthuiszorg komen buiten de ziekenhuisopnames bij moeder 1x daags ½ uur ter ondersteuning bij ADL van Julian en zo nodig als de sonde eruit ligt. De bedoeling was dit af te bouwen, maar voor ontlasting van de ouders is dit nog aangehouden in de ochtend. Moeder heeft dan tijd om de andere 2 kinderen te ondersteunen bij de ADL en naar school gaan. Vader is moeilijk in staat te voldoen aan de eisen van zijn werk door de zorg thuis en de werkgever dreigt met ontslag. Moeder zit in de ziektewet, moet geregeld naar arbo-arts en toewerken naar hervatting van haar werkzaamheden. Werkgever werkt hier goed in mee. Moeder eist van verpleegkundigen om meer zorg te regelen. Ze wil een persoonsgebonden budget, zodat ze haar ouders kan betalen voor oppassen op Julian. Hierdoor kan zij de andere kinderen naar sport en school brengen. Julian meenemen in een kinderwagen of Maxi-Cosi is volgens haar geen optie, omdat hij dan kan stikken. Doordat ouders niet met Julian de deur uit durven en ze bang zijn voor infectiegevaar, is het sociale netwerk beperkt tot alleen hulp van haar ouders en de verpleegkundigen van de thuiszorg. De andere kinderen kunnen geen vrienden meer meenemen naar huis om te spelen, maar kunnen wel veel bij hun vriendjes spelen. Tijdens een multidisciplinair overleg met kinderarts, kinderverpleegkundige van het ziekenhuis, huisarts, maatschappelijk werk en kinderthuiszorg is besloten dat er duidelijk sprake is van overbelasting van ouders en dat er gekeken moet worden naar extra ondersteuning. Situatie 3: Julian is nu 5 maanden oud. Vanuit het multidisciplinair overleg en indicatiestelling (toen Julian 4 maanden oud was) is er geregeld dat er naast de thuiszorgorganisatie nu ook anderen ingezet worden voor ondersteuning van het gezin. Ouders hebben dit een maand geprobeerd, maar moeder is er niet tevreden mee. Dit heeft een relatie met een geval van misbruik bij kinderen in de familie door hulpverleners. Moeder heeft weinig vertrouwen in de zorg door anderen en geeft ze hierdoor geen ruimte om de zorg goed te kunnen uitvoeren. Er is een uitslag gekomen uit het genetisch onderzoek. Er is sprake van een ontwikkelingsachterstand en multiple dysmorfieën bij duplicatie 9Q en deletie17Q, waarbij Julian een zeer grote kans heeft om een ernstige verstandelijke beperking over te houden. Moeder blijkt hiervan drager te zijn. Julian laat nog weinig groei in zijn ontwikkeling zien en blijft hypotoon. Voedingsproblematiek is nog steeds van kracht. Moeder geeft aan de zorg voor Julian niet geheel zelfstandig aan te kunnen en wenst meer zorg en ondersteuning. De kinderarts, maatschappelijk werk en thuiszorg zien als enige manier om ouders te helpen hun de weg te wijzen welke mogelijkheden er zijn.
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Casus Julian met aandachtspunten vetgedrukt voor docent en ingevuld antwoordformulier Beginsituatie 1 Leeftijd: 5 weken oud Ziektebeeld Julian werd geboren met 35 weken en heeft een slechte start gehad. Julian is opgenomen op de high care en kreeg monitor bewaking en sondevoeding. Julian heeft dysmorfe kenmerken, waardoor er een verdenking is van een syndroom. Welk syndroom is niet duidelijk. Diagnostiek is afgenomen en de geneticus is langs geweest om te beoordelen. De uitslag zal helaas nog enkele maanden op zich laten wachten. Julian heeft ongeveer een week aan de monitor gelegen tot de vitale functies stabiel waren. Julian is hypotoon. Het drinken gaat erg moeizaam, daarom krijgt hij de rest nog via neusmaagsonde. De neus-maagsonde moet elke 6 weken vervangen worden. Tot nu toe laat Julian hem goed zitten. Moeder is er de hele dag bij en wijkt niet van zijn zijde. Ongeveer op a tèrme leeftijd willen ouders Julian graag mee naar huis. Algemeen Moeder heeft een moeilijke zwangerschap gehad. Het was eigenlijk niet de bedoeling om zwanger te worden. Tijdens de eerste weken heeft ze nog een jodium slok gehad i.v.m. schildklier problemen. Moeder heeft zich erg veel zorgen gemaakt tijdens de zwangerschap. De specialisten hebben haar verzekerd dat de jodiumslok geen negatieve gevolgen voor de vrucht zouden hebben. Indien dat wel het geval was, hadden de ouders de zwangerschap willen afbreken. Ouders hebben 2 gezonde dochters van 6 en 8 jaar oud, die zich zonder problemen ontwikkelen. Kinderen gaan naar de basisschool met continu rooster. Moeder neemt weinig adviezen aan. De contacten met maatschappelijk werk verlopen moeizaam. Moeder regelt alles en vader volgt haar in haar beslissingen. Vader werkt fulltime. Moeder heeft een arbeidscontract voor 12 uur bij peuterspeelzaal, maar heeft nu nog zwangerschapsverlof. De sondevoeding materialen worden besteld en ouders hebben geleerd sondevoeding te geven. Zorgvraag: • Ondersteuning bij overgang naar zorg thuis • Ondersteuning bij sonde inbrengen
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Situatie 2: Julian is 4 maanden en ligt in het ziekenhuis. Afgelopen weken is Julian herhaaldelijk opgenomen in verband met luchtweginfecties. Echter ook als sociale indicatie, omdat ouders overbelast zijn. Ouders claimen dat ze Julian geen moment alleen kunnen laten, omdat ze bang zijn dat hij stikt in verband met zijn hypotoon zijn. De artsen zien, naar aanleiding van de observaties en de monitor bewaking in het ziekenhuis, geen noodzaak om monitoring thuis te continueren. Wel laat Julian een achterstand in zijn ontwikkeling zien. Hij is nu net zijn handjes en voetjes aan te ontdekken door ernaar aan het kijken en wrijft met dichte vuistjes tegen zijn hoofd. Hij wil niet op zijn buik liggen en tilt zijn hoofd nog weinig op. Julian drinkt ongeveer de helft van zijn flessen, rest krijgt hij nog per neus-maagsonde. Hij is door de regelmatige luchtweginfecties nog niet gestart met fruit/groentehapjes. Julian krijgt ondersteuning van een logopediste. De verpleegkundigen van de kinderthuiszorg komen buiten de ziekenhuisopnames bij moeder 1x daags ½ uur ter ondersteuning bij ADL van Julian en zo nodig als de sonde eruit ligt. De bedoeling was dit af te bouwen, maar voor ontlasting van de ouders is dit nog aangehouden in de ochtend. Moeder heeft dan tijd om de andere 2 kinderen te ondersteunen bij de ADL en het naar school gaan. Vader is moeilijk in staat te voldoen aan de eisen van zijn werk door de zorg thuis en de werkgever dreigt met ontslag. Moeder zit in de ziektewet, moet geregeld naar arbo-arts en toewerken naar hervatting van haar werkzaamheden. Werkgever werkt hier goed in mee. Moeder eist van verpleegkundigen om meer zorg te regelen. Ze wil een persoonsgebonden budget, zodat ze haar ouders kan betalen voor oppassen op Julian. Hierdoor kan zij de andere kinderen naar sport en school brengen. Julian meenemen in een kinderwagen of Maxi-Cosi is volgens haar geen optie, omdat hij dan kan stikken. Doordat ouders niet met Julian de deur uit durven en ze bang zijn voor infectiegevaar, is het sociale netwerk beperkt tot alleen hulp van haar ouders en de verpleegkundigen van de thuiszorg. De andere kinderen kunnen geen vrienden meer meenemen naar huis om te spelen, maar kunnen wel veel bij hun vriendjes spelen. Tijdens een multidisciplinair overleg met kinderarts, kinderverpleegkundige van het ziekenhuis, huisarts, maatschappelijk werk, logopediste en kinderthuiszorg is besloten dat er duidelijk sprake is van overbelasting van ouders en dat er gekeken moet worden naar extra ondersteuning. Situatie 3: Julian is nu 5 maanden oud. Vanuit het multidisciplinair overleg en indicatiestelling (toen Julian 4 maanden oud was) is er geregeld dat er naast de thuiszorgorganisatie nu ook anderen ingezet worden voor ondersteuning van het gezin. Ouders hebben dit een maand geprobeerd, maar moeder is er niet tevreden mee. Dit heeft een relatie met een geval van misbruik bij kinderen in de familie door hulpverleners. Moeder heeft weinig vertrouwen in de zorg door anderen en geeft ze hierdoor geen ruimte om de zorg goed te kunnen uitvoeren. Er is een uitslag gekomen uit het genetisch onderzoek. Er is sprake van een syndroom, waarbij Julian een zeer grote kans heeft om een ernstige verstandelijke beperking te hebben. Moeder blijkt hiervan drager te zijn. Julian laat nog weinig groei in zijn ontwikkeling zien en blijft hypotoon. Voedingsproblematiek is nog steeds van kracht.
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Moeder geeft aan de zorg voor Julian niet geheel zelfstandig aan te kunnen en wenst meer zorg en ondersteuning. De kinderarts, maatschappelijk werk en thuiszorg zien als enige manier om ouders te helpen hun de weg te wijzen welke mogelijkheden er zijn.
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Bijlage 7 MSVT Aanvraagformulier
Uitvoeringsverzoek medisch specialistische zorgverlening verpleging voor kinderen vanuit ziekenhuis naar thuiszorgorganisatie Verzoek van: Naam specialist: Handtekening:
AGB-code: Datum:
En: Naam thuiszorgorganisatie: Faxnummer: Inzake: Sticker patiënt + BSN nummer Adres levering zorg indien anders dan hierboven vermeld: Adres: Postcode + woonplaats: Tel: Verzoek tot het leveren van verpleging conform geldende protocollen Gevraagde handeling: Voorbeeld Insuline therapie Bloedglucose meten: Frequentie: Frequentie: Koolhydraten tellen: Frequentie Frequentie: Insuline toedienen pomp: Frequentie: Frequentie: Insuline injecteren SC; Frequentie: Dosering:
Begeleiding ouders: Frequentie: Bijwerkingen:
Ingangsdatum:
Datum einde:
Voorbeeld Pomptherapie Inbrengen neus/maagsonde Frequentie: Pomp instellen en sondevoeding x ml. Geven volgens opdracht Frequentie:
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Bijlage 8 Sjabloon indicatie MSVT (verpleging in de thuissituatie onder verantwoordelijkheid van de medisch specialist) Zorgverzekeringswet (Zvw) Naam ziekenhuis………………………..……..…….. AGB code……………… Gegevens/ sticker patiënt/cliënt: en uitvoerend thuiszorgorganisatie
Datum 1ste aanvraag:………………………...…..………
Naam:…………...................................................................................... geslacht: M / V
Zorgverzekeraar………...…….……….…..…………………….
Voorletters:……..… geboortedatum……..……. Telefoonnummer:…………………….………
nummer verzekering…………..……….………...……..…...….
Adres: ………….......................................................................huisnummer........................
BSN:……………………........................................................
Postcode:………..…...………..…Woonplaats:………..……….………….…............................
Thuiszorgorganisatie:……..………………..……..……..………
Criterium: Onderstaande uit te voeren handelingen vallen alleen onder MSVT wanneer de uitvoering onder verantwoordelijkheid van de medisch specialist valt. Hoogcomplex
√
nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13a 13b 13c
Hoogcomplex
14 15 16 17
Laagcomplex
1 2 3 4 5 6 7 Laagcomplex
8 9 10
Infuustechnologie, toedienen medicatie/vocht/bloed normtijd
inzetten/starten medicatietoediening via een pomp (morfine, dormicum) het toedienen of aansluiten van intraveneuze medicatie toedienen te prepareren medicatie via rechtstreekse intraveneuze injectie of via een lopend infuus inbrengen perifere catheter aanwezigheid gedurende de toediening van medicatie, bv antibiotica of chemo en aansluiten en afkoppelen aansluiten en afkoppelen elastomeerpomp/infuuspomp aanprikken PAC of aankoppelen CVC of PICC t.b.v. toedienen van medicatie / vocht afsluiten medicatie en/of flushen, plaatsen van slot (heparineslot/ NaCl slot) bij CVC, PICC of PAC en verwijderen grippernaald bij een PAC verzorging insteek/uittrede plaats PAC, CVC, PICC of perifeerinfuus TPV aan en of afkoppelen intrathecaal medicatie toediening / wissel bacteriefilter oplossen / bereiden medicatie bloedtransfusie voorbereiding aanwezigheid bij inloop bloedtransfusie per zak afsluiten en materiaal retour lab
60 30 20 30 60-180 45 30 30 30 30 60 30 60 60-180 60
Overige verpleegkundige handelingen uitzuigen trachea, mond/keelholte verwisselen van de buitencanule drainage maag/ thorax peritoneaal dialyse
Wond- en/of stomazorg verzorging wonden/niet-intacte huid rondom onnatuurlijke lichaamsopeningen wondverzorging zalven niet-intacte huid aanleggen druk/steunverband na wondverzorging per lokalisatie VAC therapie stomazorg bij complicaties spoelen van een drain /katheter in een niet natuurlijke lichaamsopening Overige verpleegkundige handelingen compressief zwachtelen 1 been / 2 benen inbrengen peritoneaal sonde (PEG, Mickeybutton) subcutane injecties (voor kinderen) Bloedsuiker prikken voor dagcurve bij kinderen Inbrengen neus/maagsonde bij kinderen
Indien extra tijd geïndiceerd boven normtijd, toelichting reden:
20 30 20 ?
15 30 10 15 30-45 30 20 15/25 45 10 10 30
Afwijkende tijd
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Aantal zorgmomenten …………………..X per
□ dag
/ □ week / □ anders nl……………………………..…….…..
startdatum……………………….…………………………..… (verwachte) einddatum:…………………………………… Indien verwachte einddatum niet is te stellen, is verwachte einddatum gelijk aan de maximale termijn van 3 maanden. In uitzonderingsgevallen kan gebruik worden gemaakt van een indicatie voor maximaal 6 of 12 maanden. Zie hiervoor de bijgevoegde handleiding indicatie MSVT. De uitzonderingssituatie dient onderbouwd te zijn in het overdrachtsformulier zorg en/ of uitvoeringsverzoek (wat van toepassing is) en kort toegelicht op dit indicatieformulier. Indicatiestelling: 6 / 12 maanden na startdatum, reden: ……………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Bereikbaarheid ziekenhuis
…………………….………. ……
Specialist
………………….………..………
□ zie het uitvoeringsverzoek
Identificatie: Afdeling/specialisme………….…………….……..…………AGB code:………………………………………..…………………………….…… Naam specialist………………………..….…………….………….………..….Handtekening………………………….………….………………………… ………………………..……………..… Indien van toepassing
Datum 2e verlenging………….……… (herziene verwachte) einddatum ……………..……… (max 3mnd)
Betreft uitzonderingssituatie, daarom verlenging: □ max 6 mnd / □ max 12 mnd na vervaldatum 1ste verlenging: reden ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………. .
Handtekening:……………………………………………………………………….
Advies Modules VVO Kinderverpleegkunde en initiële opleidingen ‘Werken met het (medische) kindzorg systeem’ en ‘Indiceren en Organiseren van zorg aan kind en gezin in de eigen omgeving’ mei 2016
Bijlage 9 Dia’s voor presentatie casus Dia 1 casusbeschrijving Beschrijf hier jouw casus kort en bondig
Dia 2 hulpvraag Beschrijf hier wat er in de casus aan hulpvraag wordt geformuleerd? Beschrijf waar potentiele hulpvragen/behoeften bestaan?
Dia 3 wetgeving Beschrijf hier onder welke wetgeving de hulpvraag valt.
Dia 4 indicatie Vat het zorgplan kort samen een geef de uiteindelijke indicatiestelling erbij weer.
Dia 5 lastige punten Vragen/lastige punten die jij hebt t.a.v. de indicatiestelling bij deze casus voor medestudenten