Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
’t Zilte Hof
van de Vlaamse kust
2
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
Inhoudsopgave Samenvatting
05
1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding Aanleiding Beleid & Onderzoek Aanpak / Proces Kernboodschap Opbouw
07 07 07 08 10 11
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Evaluatie Recreatievisie 2000 Inleiding Oorspronkelijk aanbod Afgeleid aanbod Organiserend vermogen Conclusie
13 13 13 14 16 16
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.4.1. 3.4.2. 3.4.3.
Uitgangspunt Recreatievisie 2.0 Inleiding Tijdgeest 2012/2013 Opgave vanuit economisch perspectief Productiviteitsstrategie/aanpak Rode draad/positionering Regionaal concept Productiviteitsstrategie
17 17 17 18 19 19 20 22
4. 4.1 4.2 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.4 4.5 4.6
Programma 2014-2019 Inleiding De ontwikkelingsgerichte gemeente Ontbrekende schakels Foodregio Wellness en vitaliteit Onthaal Evenementen Verblijfsrecreatieparadox Positionering/profilering Portaalsite West Zeeuws-Vlaanderen Podium voor Inspiratie
23 23 23 26 26 27 27 28 28 29 31 32
5. 5.1 5.2
Projecten & Prestaties Inleiding Programma 2014-2019
33 33 33
6.
Financiering
35
Bijlage I II III
Terugblik Recreatievisie 2000 - Een greep uit de gerealiseerde projecten Overzicht belangrijkste trends Voorbeeldcases productiviteitstrategie
37 41 45
3
4
’t Zilte Hof van de Vlaamse kust
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
5
Samenvatting Wat is de aanleiding? Toerisme en recreatie zijn voor de gemeente Sluis zeer belangrijk. Het bevorderen van toerisme en recreatie kan een economische impuls geven aan krimpregio’s. Door de krimp neemt immers het draagvlak voor voorzieningen af en toeristen zorgen voor additionele bestedingen. Slimme oplossingen, waaronder combinaties met recreatie en toerisme, zijn nodig om de kernen leefbaar te houden. Dat vraagt wel om een vitale toeristische sector. Deze vitaliteit is afhankelijk van de productiviteit. De Productiviteitsmonitor West-Zeeuws-Vlaanderen die in het najaar van 2011 is uitgevoerd toont aan dat de sector er relatief goed voor staat, maar dat er ook nog veel potentieel onbenut blijft. De bedrijven presteren namelijk binnen dezelfde condities zeer uiteenlopend. Deze onderbenutting komt tot uiting op drie verschillende niveaus: • • •
Bedrijfsvoering: lage bezetting, seizoenexploitatie; Toeristische kernen: geen optimale benutting van kwaliteiten, beperkte clustering en voorzieningen niet altijd op de juiste/beste plaats; Landschap/ruimte: delen helemaal niet (economisch)benut.
Het opheffen van deze onderbenutting is nodig om te komen tot groei. Echter, groei is zeker in het huidige economische klimaat niet vanzelfsprekend. Sinds de vorige Recreatievisie is de tijdsgeest en het economisch klimaat gewijzigd. Er gelden andere principes, behoeften zijn veranderd en vooral ook financiering van investeringen door Midden en Kleinbedrijf zijn moeilijker geworden. Hierop wil deze Recreatievisie 2.0 inspelen. In deze visie is om die reden veel input van de sector zelf verwerkt. Daartoe hebben meerdere bijeenkomsten met de sector plaatsgevonden. Dit proces heeft veel waardevolle ideeën opgeleverd. Bovendien was het proces als zodanig ook nuttig. De bijeenkomsten hebben geleid tot nog meer eenheid en samenhang in de sector. Er bestaat enthousiasme en vertrouwen. Het voortzetten van deze partnerbijeenkomsten wil de gemeente Sluis dan ook graag ondersteunen.
Wat willen we bereiken? Groei betekent voor West Zeeuws-Vlaanderen geen omvangrijke schaalvergroting, maar het optimaal benutten van de potenties. Met andere woorden: het juiste aanbod met de juiste kwaliteit, op de beste plaats. Dat vraagt focus. Deze recreatievisie maakt dan ook belangrijke keuzes. Gezien de stagnering en afname van de vraag ligt een forse uitbreiding van het kampeer- en vakantiehuizenaanbod niet meer voor de hand. De vraag in de hotelsector groeit daarentegen nog en kan zeker voor bijvoorbeeld Cadzand-Bad een mooi marktuitgangspunt bevatten. Bovenal wordt ingezet op het versterken van bestaande kwaliteiten. Geen nieuwe overdonderende attractie(s), maar het versterken van onze belangrijkste trekkers: de kust en het groene, gevarieerde achterland. Een slimmere inzet van middelen, in samenspraak met de sector is daarbij zeer wenselijk. Er liggen vele mogelijkheden voor het maken van innovatieve verbindingen binnen de sector en met andere economische en maatschappelijke sectoren. Niet meer van hetzelfde, maar onderscheiden op het gebied van originaliteit en kwaliteit. Daar moet deze Recreatievisie een bijdrage aan leveren. Hoe gaan we dat bereiken? We kiezen gezamenlijk een duidelijke positionering: ’t Zilte Hof van de Vlaamse Kust. Om deze positionering verder te concretiseren, is een regionaal concept ontwikkeld met negen zones. Per zone is een bepaalde focus gekozen op basis van de aanwezige kwaliteiten en het aanbod. Door deze focus aan te houden, ontstaat een krachtiger aanbod waarmee de onderbenutting kan worden tegengegaan. Belangrijke elementen daarin zijn het versterken van de belevingswaarde en clusteren van toeristische (en maatschappelijke) voorzieningen en accommodaties. ‘Eten en beleven’ ’t Zilte Hof van de Vlaamse Kust is stijlvol en stoer tegelijk. In het hof zijn ‘eten’ en ‘beleven’ de belangrijkste activiteiten. Het goede leven wordt hier geleefd: voldoende ruimte en rust, natuur, de natuurlijke kust, pure en smaakvolle voeding. De geboden kwaliteit en exclusiviteit geven het aanbod een extra waarde.
6
De cultuur en activiteiten zijn bourgondisch, maar wel gezond. Vitaliteit en actief bezig zijn wordt gewaardeerd. Een concept dat aansluit bij de provinciale marktstrategie beleven van ‘land in Zee’, geen overdonderende attracties, maar gewoon zeeën van tijd en ruimte voor jezelf !
Om toch voldoende richting te geven aan alle acties en projecten die in de periode 2014 – 2019 opgepakt zullen worden, zijn er een vijftal speerpunten of ‘ontbrekende schakels’ benoemd: •
Uitgangspunt het verbeteren van de productiviteit per zone en als gevolg daarvan van de hele regio. Soms kan dat door meer intensief gebruik, soms door het ‘slim’ verbinden van aanbod/voorzieningen (bijvoorbeeld het delen van een zwembad of kampeerwinkel) en inzet van nieuwe management-technieken (bijvoorbeeld management sharing). Grondgedachte is specialisatie: alle betrokkenen (zowel ondernemers als gemeente) doen waar ze goed in zijn en kiezen dus voor hun eigen specialisatie. Daarnaast kan samen met ondernemers opzoek gegaan worden naar kostenbesparingen. Het behalen van deze doelen is een zaak van gemeente en het toeristisch recreatief bedrijfsleven gezamenlijk. De gemeente moet daarin ontwikkelingsgericht zijn, dat wil zeggen: passende en kansrijke projecten facilitairen om de samenhang daartussen te bewaken en ook de regie te voeren. De nadruk moet liggen op een integrale ruimtelijke ontwikkeling vanuit een duurzaam economisch perspectief (toekomstbestendig). Keuzes maken vanuit een gezamenlijke kwalitatief volle groeiambitie. De keuzes van de gemeente zullen bij moeten dragen aan de productiviteit van de sector als geheel (zowel klein als groot). Bij de keuzes die de gemeente maakt (ook in andere beleidsvelden) worden ook de gevolgen en in het bijzonder de kansen voor toerisme en recreatie nadrukkelijk meegenomen. Welke acties gaan we ondernemen? Op basis van het voorgaande is een indicatief activiteitenplan samengevoegd. In ieder zone van het regionaal concept liggen er andere opgaven. Het is niet de bedoeling om in deze Recreatievisie alle acties te benoemen en een volledig overzicht te geven. De dynamische wereld van toerisme en recreatie is aan veel verandering onderhevig. We geven daarom de richtlijnen en kaders aan. Samen met de sector zullen projecten verder moeten worden uitgewerkt.
• •
• •
Foodregio: culinaire kwaliteit van de regio beter benutten (hele keten van productie tot consument); Wellness en vitaliteit: verdere uitwerking van dit thema met Cadzand(Bad) als concentratiepunt; Onthaal: ontwikkeling van een uitstekende en innovatieve infrastructuur en informatie-voorziening, waaronder kustservicepunten, collectief vervoer, uitbouwen routestructuren; Evenementen: stimuleren van evenementen die onze regio beter op de kaart zetten en het DNA versterken en meer beleefbaar maken; Verblijfsrecreatieparadox: ruimte bieden voor creatieve oplossingen om het kwaliteitsniveau van de verblijfsrecreatie op peil te houden (integrale ruimtelijke aanpak).
Hoe gaan we dat financieren? Voor de uitvoering van de Recreatievisie en om de doelstellingen te bereiken, zullen er investeringen gedaan moeten worden. De extra middelen die door de ondernemers worden afgedragen dienen gericht te worden ingezet. In dit kader kan gedacht worden aan het labelen van een deel van de opbrengsten. Labelen ligt het meest voor de hand als er sprake is van extra inkomsten dan wel een verhoging van de tarieven. Uitgangspunt blijft een effectieve inzet van middelen; investeringen waar de sector écht iets aan heeft. Mogelijk kunnen ondernemers daar ook adviserend bij optreden. Samenwerking met de sector blijft dan ook cruciaal. Duidelijk mag zijn dat we samen één doel nastreven: een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen.
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
7
1. Inleiding 1.1
Aanleiding
Tijdgeest vraagt andere invalshoek De Recreatievisie uit 2000 heeft de afgelopen jaren als goede leidraad gefunctioneerd om recreatie en toerisme in de gemeente Sluis op een hoger peil te krijgen. De Recreatievisie was daarbij de paraplu waaronder ook veel andere projecten tot ontwikkeling en uitvoering gekomen zijn. De Recreatievisie gaf de ruimte tot andere initiatieven. Daarmee is een beleidsvisie gebleken die destijds vooruitstrevend was en tegenwoordig maatgevend. Ruimte gevend aan ontwikkelingen, die oorspronkelijk niet voorzien waren in, maar wel passen binnen, de Recreatievisie. De Recreatievisie heeft haar werk gedaan, hier wordt in hoofdstuk 2 (Terugblik Recreatievisie 2000) en in bijlage I nader op ingegaan. Niet alle projecten zijn gerealiseerd, maar zoals gesteld zijn daarnaast ook veel andere projecten binnen het kader van de 10 speerpunten uit de Recreatievisie ontwikkeld en gerealiseerd. De Recreatievisie is aan een herijking toe, ook om de komende jaren de gemeente Sluis nog meer op de kaart te krijgen als toeristische bestemming. Het doel, ruimte geven aan ontwikkelingen die passen binnen het West Zeeuws-Vlaamse product, verandert niet. Maar inhoudelijk is een herijking nodig omdat de tijdsgeest van 2013/14 anders is dan die van 2000. Belangrijk aspect daarin zijn de veranderde economische omstandigheden. Groei in het toerisme is niet vanzelfsprekend. Toeristische bedrijven moeten binnen een sterk concurrerende markt hun omzet op peil zien te houden. Het is in het belang van de gemeente om hier een bijdrage aan te leveren door deze Recreatievisie zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de behoeften van het bedrijfsleven. Door ondernemers is aangegeven dat er behoefte bestaat aan een meer economische invalshoek. 1.2
Achtergronden
Van krimp naar groei Toerisme en recreatie is voor de gemeente Sluis zeer belangrijk. Een economisch gezonde toeristische sector wordt veelal terecht gezien als strategie om een krachtige
impuls te geven in (krimp)regio’s. Dit wordt ook onderkend in de Structuurvisie ‘Goed Leven’ (2012), waarin op hoofdlijnen het ruimtelijk economisch beleid van de gemeente Sluis voor de komende jaren wordt uiteengezet. Deze structuurvisie zet in op de volgende speerpunten: • • • • •
Versterking van het toeristisch recreatief product: natuurlijke kust – landelijk achterland – cultuurhistorische (vesting)steden – kooptoerisme – zorg; Hoogwaardig toeristisch-recreatief voorzieningenniveau voor inwoners en gasten (door kwaliteitsverbetering); Toename van het aantal overnachtingen; Versterking van de toeristische werkgelegenheid; Een betere spreiding door het jaar heen (meer jaarrond voorzieningen).
Behouden en versterken van het voorzieningenniveau en de leefbaarheid Het in stand houden van het maatschappelijke voorzieningenniveau vraagt in de gemeente Sluis veel aandacht. Door de krimp neemt het draagvlak (de vraag) voor voorzieningen immers af. Slimme oplossingen, waaronder combinaties met recreatie en toerisme, zijn hier nodig om de kernen leefbaar te houden. In het WMO beleidsplan ‘Samen Leven’ (2012) wordt hier reeds op ingespeeld en wordt nadruk gelegd op het clusteren en multifunctioneel maken en gebruiken van voorzieningen alsmede het realiseren van mogelijke combinaties van (gesubsidieerde) maatschappelijke en (commerciële) recreatieve functies. Daarbij staat kwaliteit boven kwantiteit; niet het behoud maar het gebruik is leidend voor het aantal voorzieningen. Toeristen maken als ‘tijdelijke inwoners’ ook gebruik van de voorzieningen. Deze toeristen zorgen er voor dat de regio veel meer voorzieningen kent dan die op grond van het aantal inwoners mogelijk zou zijn. Zowel in de structuurvisie als in het WMO beleidsplan wordt voorgesteld om de recreatiesector mee te laten betalen aan het voorzieningenaanbod. Er is een fonds ingesteld voor vereveningsbijdragen ten behoeve van voorzieningen (deels) gericht op toerisme, zoals musea, monumenten, theater en fietspaden. In het toekomstig toeristisch recreatief platform kunnen de bestedingen worden besproken.
8
Het wettelijk kader is de Wet ruimtelijke ordening en de basis om deze bijdrage te kunnen vragen is geregeld in de hiervoor genoemde structuurvisie ‘Goed Leven’. Productiviteit verhogen Om de voorgaande twee punten waar te kunnen maken, zullen de economische potenties die de toeristisch-recreatieve sector in West Zeeuws-Vlaanderen biedt optimaler benut moeten worden. De toeristisch-recreatieve sector zal met andere woorden een hoge productiviteit moeten nastreven. Alleen dan kan er sprake zijn van een krachtige economische impuls met voldoende impact om onder meer de negatieve effecten van de bevolkingskrimp tegen te gaan. Om meer inzicht te krijgen in de huidige prestaties van het verblijfstoerisme in de gemeente Sluis is in het najaar van 2011 een Productiviteitsmonitor uitgevoerd. Deze studie is uitgevoerd door adviesbureau ZKA Consultants & Planners in samenwerking met provincie Zeeland en de gemeente Sluis. De belangrijkste conclusies uit deze productiviteitsmonitor zijn: •
•
• • •
De huidige economische betekenis van het verblijfstoerisme in de gemeente bedraagt circa 90 miljoen euro per jaar, waarvan het overgrote deel namelijk 72 miljoen wordt gerealiseerd in de kustzone. Hieruit blijken ook de productiviteitsverschillen in de gemeente; De kapitaalproductiviteit1 is voor de meeste ondernemers en voor de meeste categorieën (met name voor hotels) bovengemiddeld. De productiviteit van de vakantiewoningensector loopt achter bij de gemiddelde en landelijke norm. In deze sector is een hogere bezetting nodig om de kapitaalproductiviteit te laten groeien; De arbeidsproductiviteit2 is in het verblijfstoerisme vrijwel overal hoger dan gemiddeld in andere sectoren; De netto logiesopbrengst per overnachting stemt overeen met het landelijk gemiddelde. Alleen voor B&B en de toerplaatsen op de campings ligt dit aanzienlijk lager; De bezettingsgraad ligt bij de vakantiewoningen ver beneden het landelijk gemiddelde, mede doordat een groot deel van het aanbod aan recreatiewoningen niet/ nauwelijks toeristisch worden verhuurd. Door de relatief lage kapitaalproductiviteit zijn in deze categorie ook weinig mogelijkheden om te investeren;
Uit de resultaten van de Productiviteitsmonitor in de gemeente Sluis blijkt dus dat de regio er relatief goed voor staat: de productiviteit van de verblijfs-toeristische sector is voor de meeste categorieën heel behoorlijk op niveau. Desondanks presteren bedrijven binnen dezelfde economische en ruimtelijke condities (ligging, landschap, cultuur, etc.) zeer uiteenlopend: sommige bedrijven hebben een productiviteit die driemaal hoger is dan een vergelijkbaar bedrijf op eenzelfde locatie. Dit duidt erop dat er goede mogelijkheden zijn om de sector gezamenlijk naar een hoger niveau te tillen. De opgave is om deze verschillen te verkleinen en tegelijkertijd de totale productiviteit op regionaal niveau te verbeteren. Uit de gevoerde gesprekken en enquêtes blijkt ook dat ondernemers veel vertrouwen hebben in de toekomst (richting 2020). Om dit niveau vast te houden, moet er echter wel ‘iets gebeuren’. Groei is, zeker in het huidige economische klimaat, niet vanzelfsprekend. In een vervolgopdracht is daarom door ZKA samen met ondernemers een strategisch plan uitgewerkt om de groei gericht te stimuleren. De strategie en ‘rode draad’ die hieruit voort zijn gekomen, vormen een belangrijke leidraad voor de nieuwe Recreatievisie. 1.3
Aanpak / Proces
Voor de totstandkoming van deze Recreatievisie is een interactief en een iteratief proces gehanteerd. Belanghebbenden zijn zoveel mogelijk betrokken bij het proces en daarmee uitgenodigd hun visie te geven op de ontwikkeling van de toeristisch-recreatieve sector. Met de ondersteuning van adviesbureau ZKA bij het ontwikkelen van een (regionale) productiviteitsstrategie en kennisbureau Zeeland met marktkansen is het economisch perspectief van de Recreatievisie verder uitgewerkt.
De kapitaalproductiviteit wordt uitgedrukt in netto logies omzet per eenheid (excl. BTW en kortingen). De netto logies omzet is de logiesomzet verminderd met de uitgaven van inkoop en diensten van derden. 2 De arbeidsproductiviteit is de netto omzet per FTE. 1 1
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
Workshop oktober 2012 In de workshops stond de doelstelling centraal van het rapport Recreatie & Toerisme 2.0 alsmede 3 stellingen. •
•
• •
Doelstelling van het rapport Recreatie & Toerisme 2.0 is een gedragen visie te krijgen die de verantwoordelijkheden duidelijk neerlegt bij gemeente en ondernemend West Zeeuws-Vlaanderen, ieder op zijn eigen terrein maar wel met een gezamenlijk doel: meer bezoekers door het jaar heen naar West ZeeuwsVlaanderen krijgen; Stelling 1: De regio bezoekend kan worden vastgesteld dat er heel veel is en dat de eerdere Recreatievisie gewerkt heeft! Zijn er nog wel extra (top)attracties nodig? Volstaat het niet de zogenaamde ontbrekende schakels in te vullen? Stelling 2: Wat ook blijkt is dat de regio veel te weinig bekend is, het verhaal van de Zeeuws Vlaamse kust moet veel meer over de tong gaan; Stelling 3: Het rapport Recreatie & Toerisme 2.0 zou zich moeten richten op een beperkt aantal items en moet zich niet verliezen in 1.000 en 1 projecten.
Hieruit zijn 3 vraagstellingen geformuleerd: • • •
Welke ontbrekende schakels zijn er nog in West Zeeuws-Vlaanderen? Mist West Zeeuws-Vlaanderen een topattractie en welke zou dat dan moeten zijn? Op welke wijze kunnen er 1 miljoen extra bezoekers naar West Zeeuws-Vlaanderen getrokken worden?
Uit de antwoorden kunnen de volgende aanbevelingen worden afgeleid. Ontbrekende schakels? • Zorg voor één totaalconcept waar de bestaande ‘parels’ binnen passen; • Verbindt de parels met elkaar en met hun omgeving (ruimtelijk en organisatorisch); • Zet de sfeer van het totaalconcept stevig neer; • Maak nieuwe concepten zo ‘eenvoudig’ mogelijk. Zorg dat het wettelijk/juridisch mogelijk is. Zorg voor meer flexibele regels om te ondernemen. Voor nieuwe
• • • • •
9
concepten is naast medewerking van de gemeente ook een ander soort ‘ondernemerschap’ nodig; Flexibel gebruik, denk aan hergebruik gebouwen. Maar ook aan meer medegebruik van natuur en water; Denk buiten de kaders (out of the box); Communiceer over visie, ideeën en plannen; Neem bewoners en ondernemers mee in het belang van recreatie. Maak het slim en meetbaar (smart/accountable). Laat de regio zien hoe hard het recreatie nodig heeft; België is groeimarkt (stevige verbinding met Vlaanderen is belangrijk).
Topattractie? Een overdonderde publiekstrekkers/topattractie is niet echt nodig! De attracties zijn: zee en strand & rust en ruimte in combinatie met een groot voorzieningenaanbod in de directe nabijheid (Brugge, Belgische kust). Als er al iets zou moeten zijn, dan iets echts groots dat echt uniek is in de wereld. Bijvoorbeeld een periodiek terugkerend festival, een duidelijker link met de geschiedenis die overal in de regio te vinden is en meer inzetten op de keten streekeigen producten (bio – eco) > detailhandel > restaurant. • •
De marktwerking is bepalend in publiekstrekkers, attracties en festivals; En vertel het verhaal, de kernwaarden, van deze mooie regio.
1 miljoen bezoekers meer? • Bepaal met elkaar het verhaal van de regio. De parels van de streek zijn de ingrediënten van dit verhaal. Kies een paar sterke parels. Te veel ingrediënten zorgt voor een nietszeggende smaak. Focus op die parels. Zorg dat het verhaal de zintuigen prikkelt. Vertel het verhaal vanuit gezamenlijkheid en eensluidendheid en herhaal, herhaal, herhaal…; • Het verhaal moet waar zijn. Het moet kloppen als mensen een bezoek brengen; • Richten op seizoensgerichte marketing. Sommige mensen komen juist voor de winter en wind;
10
• • • • • • • • • •
Zorg dat communicatie en marketing rondom het verhaal West ZeeuwsVlaanderen één merk wordt; De bevolking, jong en oud, is de ambassadeur van de regio; Zorg dat ook alle ondernemers het verhaal West Zeeuws-Vlaanderen eensluidend gaan uitdragen; Zorg voor gratis wifi in de gemeente Sluis; Zorg voor 1 internetportaal waar alles over recreatief West Zeeuws-Vlaanderen samenkomt; Benut de kracht van zowel de Belgische steden als de rest van Zeeland; Zorg voor een toereikend marketing budget. Vaak is niet meer nodig, maar wel een andere verdeling; Zet bij marketing meer in op social media, belevingscommunicatie, evenementen, etc.; Investeer in allround samenwerking; De gemeente als regisseur en bewaker van het DNA van de gemeente Sluis.
Tenslotte is in de workshops ingegaan op wat het rapport Recreatie & Toerisme 2.0 zou moeten zijn. De kern van de Recreatievisie zou meer een recreatiemarketingplan moeten zijn. Laat de regio er nu eerst maar voor zorgen dat die extra miljoen bezoekers er komen. Ieder voor zich maar wel met een gezamenlijke boodschap waarin de kernwaarden van de regio verteld worden, en dat zijn: “kust en strand, rust en ruimte maar ook veel voorzieningen dichtbij (Brugge), kunst en cultuur (kleine stadjes en grote steden), streekauthentiek (culinair, eco, bio, vers van land en zee)”. Productiviteitsstrategie Als vervolg op de productiviteitsmonitor is een traject gestart om samen met ondernemers een strategie voor productiviteitsverbetering te ontwikkelen. De focus lag daarbij op het realiseren van kostenreducties, maar daarnaast vooral op het verhogen van de omzet.
Gezamenlijk met ondernemers en de gemeente zijn er vier sessies georganiseerd: • • • • 1.4
Sessie 1: startbijeenkomst en afstemming proces (12 juli); Sessie 2: discussie kwaliteiten gemeente Sluis (19 augustus); Sessie 3: discussie strategie en aanzet acties (9 september); Sessie 4: uitwerking actieplan (7 oktober). Doel en kernboodschap
Keuzes maken en focussen Groei betekent voor de gemeente Sluis geen omvangrijke schaalvergroting; er is genoeg in de regio. De opgave is om de potenties optimaal te benutten (juiste kwaliteit, op de beste plaats) en te focussen. Deze focus moet voortkomen uit het DNA (kernwaarde van de regio) en passen bij de bestaande kwaliteiten. De topattractie is en blijft de kust. Het achterland is interessant en aanvullend, maar kan nog beter (gericht) worden benut. Echter, de middelen zijn - zeker gezien de huidige economische omstandigheden schaars. Een slimmere inzet van middelen is gevraagd. Juist daar ligt ook de kracht van West Zeeuws-Vlaanderen. Er liggen vele mogelijkheden voor het maken van innovatieve verbindingen binnen de sector en met andere economische sectoren. Niet meer van hetzelfde, maar onderscheiden op het gebied van originaliteit en kwaliteit. Daar moet deze Recreatievisie een bijdrage aan leveren. Stimuleren van de juiste ontwikkelingen In deze tijd wordt van ondernemers, maar ook van de overheid een andere houding en rol gevraagd. Om toerisme en recreatie daadwerkelijk economisch te versterken binnen de huidige omstandigheden, zal de gemeente naast de traditionele rol als wetgever ook een verbindende en stimuleren rol moeten spelen. Dat betekent uiteraard niet dat de gemeente sterk gaat investeren of bedrijven gaat exploiteren, maar dat er gerichter gekeken wordt naar welke toevoegingen op het toeristisch product er nog wenselijk zijn.
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
Bij ieder initiatief zal de vraag gesteld moeten worden: wat draagt het bij aan onze visie, welke economische meerwaarde biedt het en welke voorwaarden moeten hiervoor ingevuld worden. Enig marktrealisme is hierbij wel een vereiste. Daarnaast is het ook van belang het effect van initiatieven en activiteiten te monitoren: wat heeft het opgebracht en wat gaat het nog opbrengen? Dat houdt ook in dat beleidsvelden die nu nog min of meer los van elkaar opereren (denk aan economie, ruimtelijke ordening, landschapsbeheer, cultuur etc.) meer op elkaar worden afgestemd.
•
•
• Aandachtspunten Resumerend kunnen we op basis van bijeenkomsten en onderzoeken de volgende aandachtspunten benoemen voor de Recreatievisie ‘Recreatie & Toerisme 2.0’ (in willekeurige volgorde): •
• • •
•
Economisch perspectief als uitgangspunt: ontwikkelingen stimuleren vanuit een gezamenlijke toeristisch-economische visie, denken vanuit regionale productiviteit en de potenties optimaal proberen te benutten, zonder initiatieven en verantwoordelijkheden van ondernemers over te nemen. Door vanuit economsich perpectief naar de sector te kijken, ontstaat een meer toekomstbestendige/duurzaam toeristisch-recreatief product; Invullen van de ontbrekende schakels: waar nodig het aanbod compleet maken en aantrekkelijker maken, zonder dat dit 1.000 en 1 (deel)projecten gaan worden; Benutten van culinaire kwaliteiten: de meerwaarde van culinair uitbreiden naar de gehele keten van product via winkel naar restaurant; Bestaand vastgoed optimaal benutten: van krimp een kans maken door in het buitengebied meer in te zetten op waardeontwikkeling zowel in de bebouwde als openbare ruimte. Inzetten op nieuwe economische dragers om de kwaliteit en identiteit van het platteland te versterken door middel van het opzetten van een facilitair programma voor erftransformatie (ref. concept rapport ‘Met oog voor detail: gezichtsbepalend West Zeeuws-Vlaanderen’); Ondernemerschap en gastvrijheid: ruimte geven aan creativiteit en ondernemerschap. Aandacht voor de gastvrijheidmentaliteit bij ondernemers en personeel;
11
Slimme inzet middelen: nieuwe inzet van middelen is niet altijd nodig als bestaande middelen slimmer worden ingezet. Dat geldt zowel voor de gemeente als binnen het bedrijfsleven. Doel is meer marge, door hogere omzet én kostenefficiency; Digitaal infrastructuur: een goed en stabiel mobiel netwerk is in de huidige tijd een basisvoorwaarde en leidt tot veel ontevredenheid als dit ontbreekt. Een verbetering van het mobiele netwerk is daarom cruciaal, evenals het meer (gratis) beschikbaar stellen van wifi-mogelijkheden; We moeten trots zijn op onze regio! Hiervoor is het nodig het verhaal van West Zeeuws-Vlaanderen beter en nadrukkelijker te vertellen. Dit kan onder meer met een virtueel portal of platform voor West Zeeuws-Vlaanderen. Als samen niet gaat, ga er dan wel voor dat een ieder afzonderlijk wel dezelfde kenmerken van de regio neerzet, zodat welke site er ook bezocht wordt, welke brochure ook gelezen wordt, etc., er altijd hetzelfde verhaal ligt. Samen is beter en daarin kan de regievoerende taak van de gemeente liggen. Het is van groot belang dat door de gemeente, ondernemers en inwoners hetzelfde verhaal wordt uitgedragen. Dat vraagt een eenduidige overdracht en draagvlak onder alle partijen.
Het doel en de kernboodschap van Recreatie & Toerisme 2.0 is: een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen. 1.5
Opbouw
Met het voorgaande als input en leidraad is het voorliggende Recreatie & Toerisme 2.0 opgesteld. Deze bestaat uit onderdelen: • • • • •
Terugblik op de Recreatievisie 2000 (wat is bereikt, wat is blijven liggen en welke ‘ontbrekende schakels’ zouden nog moeten worden ingevuld); Uitgangspunten voor de nieuwe Recreatievisie; Het programma 2014 – 2019; Projecten & Prestaties die nu gelijk of later in de tijd opgestart kunnen worden; Financiën.
12
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
13
2. Evaluatie Recreatievisie 2000 2.1
Inleiding
De Recreatievisie heeft als plan vele projecten opgeleverd maar ook als kader vele projecten mogelijk gemaakt. Deze projecten zijn in bijlage I beschreven. Daarnaast wordt ook een korte evaluatie gegeven. In hoeverre zijn alle projecten te kenmerken als geslaagd? En als dit niet het geval is, waaraan heeft dat gelegen? Moeten deze minder geslaagde en niet uitgevoerde projecten alsnog verbeterd en geactualiseerd uitgevoerd worden? Op deze vragen gaan we in tijdens deze evaluatie. Gezamenlijk geeft dit een beeld van de huidige situatie van het toeristisch recreatief product West Zeeuws-Vlaanderen. De evaluatie vindt plaats op basis van de drie deling: 1. Oorspronkelijk aanbod (landschap, infrastructuur, kernen, etc.); 2. Afgeleid/toeristisch aanbod (accommodaties, voorzieningen, etc.); 3. Organiserend vermogen (samenwerking, promotie, etc.); 2.2
Oorspronkelijk aanbod
Kustinfrastructuur- en beleving verbeterd, kustvervoer moet nog invulling krijgen In het kader van de projecten Integraal Kustzonebeheer en Duurzame Kustontsluiting is een groot aantal nieuwe duin- en strandovergangen ontwikkeld en gerealiseerd. Ook voor mensen met een functiebeperking. Binnen het project ‘Robuuste Kust’, waarin het Rijk de kustverdediging ter hand neemt, heeft een kwaliteitsslag plaatsgevonden in het duingebied. Een andere belangrijke stap hierin was de realisatie van hoogwaardige parkeervoorzieningen. De parkeerproblematiek (onder meer wild parkeren) in Cadzand en langs de kust is nog niet integraal opgelost. Het huidig aantal van circa 20 parkeerterreinen langs de kust zou worden teruggebracht tot minimaal 5 parkeeraccommodaties met de daarbij behorende voorzieningen, zoals parkeren in de schaduw, goede voorzieningen om om te kleden, schoon sanitair en duidelijke informatie voorziening. De insteek om deze serviceclusters te realiseren is waarschijnlijk
iets te ambitieus gebleken. En dan met name op het gebied van beheer en service. Het is nog niet mogelijk gebleken om beheer en service jaarrond van de grond te krijgen. En de eerlijkheid gebiedt dat dit in de stille periodes ook niet vanzelfsprekend is. Op het moment dat ook in de stille periodes meer bezoekers aanwezig zijn en daarmee gebruik zullen gaan maken van de diensten van de kustservicepunten zal met een beetje onderlinge samenwerking dit alsnog van de grond kunnen komen. De badwegen, de route naar de kust (R 101 t/m R 105) die op een subtiele manier al iets zou moeten laten zien van het specifieke thema van de badplaats, zijn nog niet gethematiseerd vormgegeven. De route onderlangs de kust is nog steeds een route voor het doorgaand verkeer. De Zeeweg is in de zomerperiode nog niet omgebouwd tot een route voor langzaam- en bestemmingsverkeer. In de afgelopen periode is een aantal onderzoeken uitgevoerd naar onder meer de kusttram. Vooralsnog is het gebleven bij de studies, realisatie is uitgebleven. Uitvoering (streekvervoer) ligt buiten de (financiële) mogelijkheden van de gemeente. De Provincie Zeeland heeft de coast express opgenomen in het coalitieakkoord. In overleg met Vlaanderen wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en haalbaarheid van een aantrekkelijk en functioneel recreatief en collectief vervoerssysteem langs de Noordzeekust, vanuit Knokke naar Breskens en vice versa. Landschap blijven versterken, basis van toerisme en recreatie De natuur en het landschap zijn voor West Zeeuws-Vlaanderen het basiskapitaal voor het toerisme. Door de ontstaansgeschiedenis van het gebied en het uiteenlopende gebruik van het gebied is een bijzonder cultuurlandschap ontstaan. Kleine, authentieke kernen worden afgewisseld door natuur, open polders en de kust. Juist deze variatie maakt het tot een interessante toeristische bestemming. De natuurlijke kust heeft een grote aantrekkingskracht binnen Nederland, maar zeker ook daarbuiten. Het landschap en de achterliggende historie is de afgelopen jaren versterkt, maar kan nog sterker naar voren worden gebracht. Bijvoorbeeld het opnieuw beleefbaar en herkenbaar maken van de Staats Spaanse Linies maakt het landschap in Zeeuws-Vlaanderen uniek.
14
De ‘verhalen’ van het landschap zijn de aandacht waard. Bovendien kan het landschap nog beter economisch benut worden. Als voorbeeld kunnen we hier ook de uitwerking van de Groene Corridor bij Groede nemen. Hier is een goede verbinding ontstaan tussen kust en achterland en met onder meer de ontwikkeling van Groede Podium een innovatieve invulling ontstaan. Hierin is ook de bijdrage van ondernemers essentieel. Ook de overige badplaatsen en hieraan gekoppelde dorpen zijn benoemd tot Groene Corridor en kunnen een dergelijke groene en aantrekkelijke verbinding vormen tussen de kustbeleving en de groene polders. Hiervoor zijn nog aanvullende acties nodig en is ook de ondersteuning van marktpartijen zeer wenselijk. 2.3
Afgeleid aanbod
Verblijfsrecreatie heeft sterke ontwikkeling doorgemaakt In de Recreatievisie (2000) is een verbetering van de kwaliteit van de recreatieve verblijven als beleidsuitgangspunt opgenomen. De kwaliteitsslag op campings is op gang gekomen, maar nog beperkt van omvang. Er is een trend zichtbaar waarbij bestaande campings deels vervangen worden door recreatiewoningen. Hiermee wordt ingespeeld op de vraag naar recreatief verblijf in gebouwde verblijven. Naar verwachting zal deze trend zich voortzetten. In de toekomst zal het dan vooral gaan om kant en klare kampeerproducten in bijzondere verblijven zoals tipitenten, safaritenten etc. Het klassieke kamperen zal in de toekomst nog op een beperkt aantal campings plaatsvinden en vooral ook op de kleinschalig campings (= kamperen bij de boer). Ruimtelijk heeft deze ontwikkeling als gevolg dat er steeds meer ruimte nodig zal zijn voor hetzelfde aantal slaapplaatsen. De ontwikkeling van meer dan 50 recreatieve nachtverblijven per hectare is geëvolueerd naar maximaal 33 eenheden per ha. Voor recreatiewoningen gelden maximale aantallen 10 tot 20 eenheden per ha. Deze ontwikkeling is sneller gegaan dan in de Recreatievisie werd voorzien. Ook nieuwbouw van recreatiewoningen heeft een grote vlucht genomen. Cavelot met 450 woningen en Baanstpolder met 166 woningen zijn gerealiseerd. Er staat in de komende jaren nog een aantal plannen op stapel, zoals Waterdunen en Kustwerk. Er zullen dan in totaal (dus inclusief Cavelot en Baanstpolder) tot 1.500 recreatie-
woningen bij komen. Hiervan is ongeveer de helft vervanging van bestaande accommodatie en de andere helft nieuwbouw. Cadzand- Bad ontwikkelt zich sterk en zet in op profilering als échte badplaats Het ontwikkelingsplan Cadzand-Bad Natuurlijk Stijlvol krijgt steeds meer vorm en een eigen karakter door de bebouwing in 19e eeuwse badplaatsarchitectuur rond de Noordzee. Dit zal ook zijn weerslag gaan vinden in de inrichting van de publieke omgeving en in het bijzonder de Boulevard. De voorgestane kwaliteitsslag zal een echte toegevoegde waarde kunnen ontwikkelen als de profilering, gezonde levensstijl met mogelijkheden voor inspannen en ontspannen, duidelijk en eenduidig wordt. Het project Bad Cadzand Zeeuwse wellness en vitaliteit met internationale allure geeft vorm aan de profilering van de badplaats en draagt bij aan het productiviteitsbeleid van de regio en van Cadzand in het bijzonder. De geplande jachthaven in Cadzand-bad draagt bij aan het aanbod aan gezonde vrijetijdsmogelijkheden. Breskens Maritiem goed voorbeeld van streekeigen ontwikkeling, nog groei mogelijk In de visserijhaven van Breskens vindt een omschakeling plaats van kwantiteit naar kwaliteit en van productiegerichte naar consument en publieksgerichte activiteiten. In fasen is en wordt gewerkt naar de omschakeling van zuiver visserijactiviteiten naar een omgeving met nieuwe publieksgerichte functies en het uitbouwen van ondernemerschap. Maritiem Breskens met zijn toekomstige Visserij Experience is een succesverhaal aan het worden. De horeca en detailhandel zijn aanzienlijk uitgebouwd. Hier heeft derhalve een aanzienlijke waardeontwikkeling plaatsgevonden, waarvan het einde nog niet in zicht is. De ruimtelijke indeling van het havengebied vraagt een mogelijke heroverweging in het kader van de maatschappelijke en economische ontwikkeling. De Middenhavendam is een kansrijke locatie voor recreatieve doeleinden en moet worden heringericht. De kernwaarden visserij en zeezeilen vormen nog te weinig basis voor de vele evenementen die in Breskens worden gehouden (zie ook de volgende alinea over evenementen). In 2013 was Breskens etappeplaats in het prestigieuze zeilevenement ‘Tour de France al la voile’.
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
Economische structuurversterking van de kern Sluis blijft aandachtspunt De compactheid van het authentieke vestingstadje in combinatie met de vele detailhandel- en horecavoorzieningen vormen de aantrekkingskracht voor een bezoek aan de stad Sluis. De natuur, de landschappelijke kwaliteiten en de mogelijkheden voor recreatief medegebruik in het aangrenzende buitengebied (de Zwinregio) versterken deze aantrekkingskracht. Binnen de Zwinregio is er sprake van een complementaire stedenring tussen Knokke-Heist (mondain) en Brugge (cultuurhistorisch) met hun hoogstedelijk karakter en de rustige pittoreske kernen van West Zeeuws-Vlaanderen zoals Retranchement, Sint Anna ter Muiden en Cadzand-dorp in het omringende landschap. Bij de laatste herinrichting van het centrum in Sluis is een samenhangend geheel van inrichtingselementen aangebracht. Dit heeft geresulteerd in een helder, overzichtelijk en verzorgd ruimtelijk beeld met een Zuid Nederlandse/Vlaamse sfeer. Sluis heeft een ruime keuze aan kleine zelfstandige winkel- en horecaformules die uitgebaat worden door families die al decennia lang een winkel of horecabedrijf runnen in Sluis. Dat is ook de kracht van Sluis. Maar ook Sluis krijgt steeds meer te maken met landelijke filiaal bedrijven. Ook dit vergroot de herkenbaarheid en compleetheid van het winkelaanbod. In het verlengde van steden elders dient er voor gewaakt te worden dat de reclame-uitingen in harmonie zijn met de klassieke uitstraling van de gevels. Dit vormt voor de gemeente Sluis een nadrukkelijk aandachtspunt. Alle kernen in de gemeente Sluis zouden zich niet moeten richten op massa en ‘meer van hetzelfde’, maar juist op specialisatie. Enkele ondernemers hebben dit al gedaan en de gemeente wil initiatieven op dit vlak waar mogelijk ondersteunen. Op deze wijze kan immers een compleet winkelaanbod worden aangeboden in een authentieke, sfeervolle omgeving. Op dit moment wordt het cultureel en natuurlijk aanbod nog onvoldoende benut. Het percentage bezoekers dat momenteel de stadswallen, Belfort en/of de molen bezoekt is zeer gering. Het Belfort heeft een transformatie ondergaan. Door zijn centrale ligging en zijn betekenis in de geschiedenis van Vlaanderen kan met name het Belfort een aanjaagfunctie hebben in het creëren van nieuwe product-marktcombinaties.
15
De naam Van Dale is in het gehele Nederlandse taalgebied en daarbuiten (ZuidAfrika) bekend van het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal. In het Belfort wordt niet alleen de geschiedenis van de stad Sluis, de tijdsgeest van J.H. Van Dale maar ook de geschiedenis van het woordenboek vanaf verleden tot heden op een aantrekkelijke manier toegankelijk gemaakt. Masterplan geeft richting aan herstel en versterking Oostburg Binnen de gemeente Sluis is een duidelijke indeling van kernen naar functie van het centrumgebied. De dragende kern Oostburg heeft de functie als boodschappenen winkelgebied voor de gehele gemeente (het krachtige gemeentelijke centrum)3. Ook de verblijfstoerist speelt daarin een belangrijke rol, o.a. gezien de omvang van de in deze kern aanwezige full service supermarkten. In samenhang met de problematiek van de woningmarkt maakt het centrum van Oostburg een negatieve ontwikkeling door. De winkels zijn te zeer verspreid, de routing en ruimtelijke structuur van het winkelcentrum is niet sterk en er is sprake van groeiende leegstand. Het van oudsher hoge voorzieningenniveau staat onder druk. Deze ontwikkeling van het centrum heeft een negatieve invloed op het imago van Oostburg, op de kwaliteit van de leefomgeving en daarmee op de leefbaarheid van de kern. Om deze negatieve ontwikkeling te keren worden in het Masterplan ‘Aantrekkelijk Oostburg’4 indicatoren genoemd die moeten bijdragen aan het herstel en versterking van het (winkel)centrum van Oostburg als regionaal boodschappencentrum (runshopping). Van belang daarvoor is dat voor Oostburg duidelijke keuzes worden gemaakt voor wat betreft de verkeersroute naar en van het centrum, het parkeren en het concentreren van de winkels in een compact en aantrekkelijk winkelcentrum.
3 4
Structuurvisie ‘Goed Leven’, pagina 17 Masterplan ‘Aantrekkelijk Oostburg’ vastgesteld op 21 september 2012
16
Voorts kan de aantrekkelijkheid van het centrum worden versterkt door bijvoorbeeld in te zetten op diensten en speciaalzaken. Je kan hierbij denken aan een winkel in verschillende aardappelrassen en alles wat met het product aardappel te maken heeft. Dit kan worden gezien als onderdeel van het ‘neerzetten’ van de identiteit van Oostburg5. Het is een bewezen feit dat gespecialiseerde en kwalitatief hoogstaande detailhandel een grote aantrekkingskracht heeft op een breed publiek. De kookwinkel is hiervan een uitstekend voorbeeld. Daarnaast zet Oostburg de Eenhoorn centraal als verbindend element voor de marketing en promotie van de kern. Het ambitiedocument ‘wederopbouw Oostburg’ is in november aan de raad gepresenteerd. De kwaliteiten van Oostburg als wederopbouwkern zijn door het Rijk van nationaal belang gekenschetst. 2.4
Organiserend vermogen
Veel ontwikkelingen rond evenementen, maar sterkere afweging en focus gewenst Op het gebied van evenementen is wel veel bereikt, maar de vraag is wel gerechtvaardigd in hoeverre dit allemaal bijdraagt aan de waardeontwikkeling van de streek. Bij evenementen moet worden opgelet dat het niet teveel van hetzelfde wordt. Bij het ontwikkelen van nieuwe evenementen en het uitbreiden van bestaande evenementen, dient in ieder geval de doelgroep als uitgangspunt genomen te worden. Waar is behoefte aan? En hoe kan gekomen worden tot een interessant afwisseling? De evenementen zullen daarnaast bij voorkeur moeten passen binnen en bijdragen aan het eigene van het product. Dit zal uiteraard niet voor alle evenementen kunnen gelden, maar binnen ieder evenement kan met enige creativiteit wel een relatie met de streek worden gevonden. In bijvoorbeeld Groede staat alles in het teken van de historische dorpskern. Groede zou dus in theorie en potentie moeten kunnen wedijveren met Terschelling en zijn Oerolfestival. Nu is dit wellicht te ambitieus, maar de bekendheid zou wel hoger mogen zijn.
5
Rapportage ‘De her-opgang van Oostburg; moed en geestkracht vereist!’ (dr. G. van Keken, 2012)
Promotie nog te weinig dynamisch Tenslotte zijn de nu gebruikte media, folders, websites en zo meer, weinig dynamisch en evenmin interactief. Ook is er geen sprake van eenduidigheid. Het verhaal over West Zeeuws-Vlaanderen is weinig consistent, terwijl het verhaal elke keer gelijkluidend zou moeten zijn. Met een zichzelf steeds herhalend sterk en consistent verhaal worden bezoekers over de streep getrokken. En als het in de praktijk dan ook nog waar blijkt te zijn dan is er sprake van iets bijzonders waar je als bezoeker naar toe moet! 2.5
Conclusie
Er is vanuit de Recreatievisie veel geïnvesteerd in het toeristisch recreatief product. Nagenoeg alle projecten zijn tot uitvoering gekomen. En binnen het kader van de Recreatievisie zijn ook nog veel andere projecten gerealiseerd, zoals bijvoorbeeld Integraal kustzonebeheer, catwalk Breskens, stichting Speelkwartier. De Recreatievisie heeft derhalve zeer zeker aan zijn doelstellingen beantwoord. Wel zijn er zaken die nog onvoldoende aandacht hebben gekregen of mogelijk te ambitieus waren. Een aantal wordt nader geanalyseerd. Het gaat om de infrastructuur (auto) langs de kust en de ontsluiting (onvoldoende gelukt), de verblijfsrecreatie langs de kust (gedeeltelijk succes), Breskens Maritiem (succes, vraagt doorontwikkeling), evenementen (aandachtsveld), Cadzand-Bad (succes, vraagt focus en doorontwikkeling), Sluis (aandachtsveld), waardeontwikkeling van de regio (onvoldoende) en promotie (weinig dynamisch).
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
17
3. Uitgangspunten Recreatievisie 2.0 3.1
Inleiding
De nieuwe Recreatievisie zal met deze huidige situatie als basis een nieuw perspectief moeten bieden. De tijdgeest is veranderd en de economische omstandigheden vragen om ‘slimme’ oplossingen. De overheid zal zich ontwikkelingsgericht moeten opstellen en ondernemers zullen moeten vernieuwen en innoveren om in te spelen op de snel veranderende trends in deze tijd. 3.2
Tijdgeest 2012/2013
Tijdgeest vraagt om keuzes en creativiteit De tijdsgeest waarbinnen het voorliggend rapport Recreatie & Toerisme 2.0 zijn beslag krijgt, 2014 – 2019, wordt gevormd door onzekerheden in welvaart en welzijn. Met minder groei en minder uitgaven. Voor de bezoeker van West Zeeuws-Vlaanderen zal dit inhouden dat hij/zij van minder ver weg komt en minder uitgeeft. Van minder ver weg komen is eigenlijk een kans, want dat houdt in dat er minder gekozen wordt voor exotische en verder weg gelegen bestemmingen en meer voor de vakantiebestemming om de hoek. Dat houdt in dat het achterland uit België, Duitsland, Luxemburg en Nederland des te belangrijker wordt voor West Zeeuws-Vlaanderen. In een straal van 300 kilometer wonen 50 miljoen mensen. Voor de overheid en meer specifiek de gemeente, betekenen minder groei en minder uitgaven dat de kosten strak in de hand gehouden moeten worden en dat nadrukkelijk bezien moet worden wat nog wel gedaan wordt en wat dus niet meer tot de taak van de gemeente behoort. De beperkt aanwezige middelen kunnen maar één keer worden uitgegeven. De huidige tijdsgeest maakt ook creatiever om zo projecten toch te kunnen uitvoeren. Door onder meer de middelen die er zijn niet 1 op 1 te labelen aan één specifiek doel, maar deze multi inzetbaar te maken. En door verbinding en de samenwerking te zoeken en samen de middelen in te zetten. En door middelen die beschikbaar zijn voor een specifiek beleidsveld ook in te zetten voor een ander beleidsveld en daarmee het geld als het ware 2 keer in te
zetten voor 2 doelen. Er zijn inmiddels vele voorbeelden waarin gemeente, provincie en bedrijfsleven samen op trekken en samen de beschikbare middelen inzetten om toch die belangrijke projecten dan wel prestaties uitgevoerd te krijgen. Ook in de Provinciale Economische Agenda zijn samenwerken en elkaar aanvullen sleutelbegrippen en is gekozen voor een gezamenlijke aanpak met het bedrijfsleven om ambities uit te voeren. Boodschap belangrijkste markttrends: innoveren en vernieuwen De vrijetijdssector biedt zowel kansen, grote bevolkingsgroepen wonen dichtbij West Zeeuws-Vlaanderen, als ook uitdagingen. De toerist wordt immers wispelturiger, assertiever, veeleisender en kritischer. Een consument die kwaliteit en duurzaamheid eist, maar ook voor een dubbeltje op de eerste rang wil zitten. De rol van toerisme en recreatie is in de loop van de jaren sterk veranderd. Hieraan liggen sociale, culturele en economische trends en ontwikkelingen ten grondslag. Een overzicht van de trends is te vinden in bijlage II. Deze trends zijn de inspiratiebron en bouwstenen voor nieuwe toekomstige denkrichtingen en nieuwe product- markt- combinaties. Geen enkele trend is op alle consumenten van toepassing en het ‘nieuwe’ zal zeker niet al het oude weg vagen. Denk hierbij aan de opmars van reparatiewinkels en de vele vintageshops. Het inspelen op trends kan wel degelijk leiden tot innovaties en meer omzet. Daarom is het belangrijk om de trends mee te nemen in het voorliggende Activiteitenplan. Maar ook de ondernemers moeten zich laten inspireren door de trends om tot een nieuw merk, product of dienst te komen. Daarbij is het essentieel om de taal van de ‘nieuwe’ consument te spreken. Naast de consumententrends moet de aandacht nog veel meer op de buurlanden komen te liggen. In de campagnes moet gefocust worden op meer kleinschalige hit and run acties via de sociale media, specifiek toegesneden op doelgroepen en met de nodige regionale trots in de campagne. En meer inzetten op digitale media (virtuele 3D belevingskaart van de regio). Tenslotte gaat het om waardebehoud en waardeontwikkeling van gebied en bezoeker. Een waardevol gebied is naast interessant voor bezoekers ook interessant voor investeerders.
18
3.3.
Opgave vanuit economisch perspectief
Waardeontwikkeling belangrijk voor behoud van de kwaliteit van het platteland Alhoewel er dus veel is geïnvesteerd in het toeristisch recreatief product, wordt er nog te weinig waarde ontwikkeld en uitgebouwd. Een waardevol gebied kenmerkt zich door kwaliteit in bebouwde en openbare ruimte, die overigens eenvoudig kan zijn, in kwaliteit van de voorzieningen, openbaar en privaat, in klantvriendelijkheid en service. En dat komt in het gehele gebied terug. In West Zeeuws-Vlaanderen zijn er inmiddels wel enkele goede voorbeelden van erftransformatie, maar incidenteel en het gehele gebied is nog niet mee om te kunnen spreken van waardevol West Zeeuws-Vlaanderen waar de bezoeker graag terug komt. En er zijn voorbeelden genoeg van regio’s waar dit al wel het geval is en waar de waarde van het vastgoed veel hoger is dan in de aangrenzende regio’s. Vaak wordt Toscane als voorbeeld aangehaald, maar dichterbij huis is dit ook het geval. Om de hoek geldt dit voor Knokke, maar Knokke is niet vergelijkbaar met West Zeeuws-Vlaanderen. Een dichter bevolkte regio kent nu eenmaal een hoger voorzieningenniveau dan een dun bevolkte regio. Maar wel vergelijkbaar zijn de Waddeneilanden. Vastgoed in Texel is een stuk duurder dan in Den Helder en dat geldt ook voor de andere eilanden ten opzichte van het vasteland in Friesland en Groningen. Benchmark gemiddelde WOZ-Waarde (2012) Reeks 1: Bergen (NH) € 371.000 Reeks 1: Goeree-Overflakkee € 307.000 Reeks 1: Veere € 271.000 Reeks 1: Texel € 269.000 Reeks 1: Katwijk € 259.000 Reeks 1: Schouwen-Duiveland € 231.000 Reeks 1: Noord-Beveland € 200.500 Reeks 1: Sluis € 180.000 Reeks 1: Den Helder € 154.000
Onderbenutting van het potentieel Uit de productiviteitsmonitor is gebleken, dat het toeristisch-recreatief product over het algemeen goed op orde is, maar er veel verschillen zitten in de prestaties van bedrijven. Deels kan dit verklaard worden door de huidige marktomstandigheden in de verblijfsrecreatie. De verblijfstoeristische sector heeft namelijk te maken met verzadiging en overaanbod, dat door RECRON de ‘verblijfsrecreatie paradox’ wordt genoemd. Kortweg overtreft het aanbod van verblijfsrecreatieve voorzieningen de vraag. Daarnaast vindt op een aantal (verblijfs-)recreatieve bedrijven geen vernieuwing meer plaats. Zeker in het buitengebied betekent dit een risico met betrekking tot de ruimtelijke kwaliteit. Ontwikkelingen zoals uitponding (al dan niet of gedeeltelijk ten gelde maken van bezit) en permanente bewoning dienen voorkomen te worden. Een versterking van de sector is noodzakelijk. Een andere oorzaak van de onderbenutting heeft te maken met het niveau van management en ondernemerschap. De verschillen tussen goed en matig presterende bedrijven binnen de huidige omstandigheden en dezelfde regionale condities (ligging, ruimtelijke kwaliteit, bereikbaarheid, etc.) bewijst immers dat er voldoende potentieel is. Het benutten daarvan heeft ook met ondernemerschap te maken. Echter, er zijn ook andere oorzaken die in combinatie met het voorgaande punt zorgen voor een onderbenutting van het economisch potentieel dat het toerisme heeft in West Zeeuws-Vlaanderen. De voor het toerisme waardevolle ruimten - kernen, strand, natuur - worden namelijk niet optimaal economisch benut, zoals bijvoorbeeld loze onaantrekkelijke ruimten in Cadzand-bad en Breskens en op de recreatieterreinen in het gebied Nieuwvliet/Groede komen veel onnodige dubbele functies voor. Hierdoor worden de voorzieningen niet efficiënt geëxploiteerd. Sommige delen worden zelfs helemaal niet benut zoals bijvoorbeeld het bos van Erasmus. Daar komt bij dat ook het management en beheer van gezamenlijke voorzieningen (strand, zwembaden, bezoekerscentra) efficiënter zou kunnen.
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
19
Bovendien verbindt deze positionering de sterktes van West Zeeuws Vlaanderen: De onderbenutting komt tot uiting op drie verschillende niveaus: • • •
3.4.
Bedrijfsvoering: lage bezetting, seizoenexploitatie; Toeristische kernen: geen optimale benutting van kwaliteiten, beperkte clustering en voorzieningen niet op de juiste/beste plaats; Landschap/ruimte: delen helemaal niet (economisch) benut.
• • • •
Zilt: maritiem, vis, stoer; Hof: groen, natuurlijk, chique, rijk; Vlaams: bourgondisch, culinair, gastvrij, vriendelijk; Kust: strand, zee, vakantie.
Productiviteitsstrategie/aanpak
Om dit ‘morsen’ op te heffen zijn zowel ruimtelijke/stedenbouwkundige als programmatische ingrepen gewenst. Voor West Zeeuws-Vlaanderen is dit uit gewerkt in: 1. Een rode draad: die een duidelijke toeristische positionering voor West ZeeuwsVlaanderen beschrijft; 2. Een regionaal concept: waarin de rode draad wordt gespecificeerd en ruimtelijk vertaald; 3. Een productiviteitsstrategie: een leidraad hoe de productiviteit van de regio als geheel en van bedrijven individueel te verbeteren is. 3.4.1. Rode draad/positionering ’t Zilte Hof van de Vlaamse Kust Om meer richting te geven aan ontwikkelingen is een duidelijke positionering gewenst. Gekozen is voor ’t Zilte Hof van de Vlaamse Kust. Dit is geen slogan voor marketingdoeleinden of een samenvatting van het DNA, maar een rode draad die richting geeft aan productontwikkeling.
‘Eten en beleven’ ’t Zilte Hof van de Vlaamse Kust is chique en stoer tegelijk. In het hof zijn ‘eten’ en ‘beleven’ de belangrijkste activiteiten. Het goede leven wordt hier geleefd: voldoende ruimte en rust, authentieke natuur, de natuurlijke kust, pure en smaakvolle voeding. De geboden kwaliteit en exclusiviteit geven het aanbod een extra waarde. De cultuur en activiteiten zijn Bourgondisch, maar wel gezond. Vitaliteit en actief bezig zijn wordt gewaardeerd.
20
3.4.2. Regionaal concept Regionaal concept geeft focus Om de onderbenutting te verhelpen, is specialiseren en focus ook in de kernen nodig. Hiervoor is een regionaal concept ontwikkeld, waarmee contrasten worden versterkt, er een duidelijkere richting wordt gegeven en beter gebruik wordt gemaakt van de kernkwaliteiten. Op basis van de huidige belevingswaarde en de economische potenties voor toerisme is de regio door ZKA in zones verdeeld. Daarbij is een onderscheid te maken tussen de gradiënten, overgang van het ene gebied naar het andere, van west (kust) naar oost (binnenland) en de gelaagdheid van zuid (grens) naar noord. Voor beide zijn 3 zones te onderscheiden: ‘hoofdgebruik, medegebruik en ondersteunend gebruik’ en ‘een Vlaamse zone, een verblijfs-/tussenzone en een Zeeuwse zone’.
Indien deze twee kaarten (met 2x 3 zones) over elkaar geschoven worden, ontstaan 9 focuszones. Binnen deze focuszones zijn verschillen te benoemen ten aanzien van het gebruik, het product, de omgevingskwaliteit, het landschap, ruimte en bijdrage aan productiviteit. Het geheel vormt het regionaal concept. Dit vormt een complementaire aanvulling op bestaande valorisatierapporten voor de kernen die reeds door de gemeente zijn opgesteld. Nog niet alle projecten uit de valorisatierapporten per kern zijn uitgevoerd. Projecten die nog op uitvoering wachten kunnen in dit regionaal concept ingepast worden. Naast het ruimtelijke perspectief dat vaak al goed omschreven is, zal ook bij de uitvoering van deze projecten aandacht moeten zijn voor de economische invalshoek. Uitgangspunt is dat de projecten zo min mogelijk afhankelijk zijn van structurele subsidiestromen.
De bovenstaande indeling is een abstracte en schematische weergave: de gebieden zijn uiteraard niet zo strak afgebakend, maar hebben meer het karakter van zoekgebieden. Per focuszone is een onderscheidende thematiek benoemd, die past bij de kernkwaliteiten/DNA van dat gebied.
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
Per zone kan ook een opgave of speerpunt benoemd worden, waaraan de komende tijd gewerkt moet worden. Belangrijk is vooral dat de productiviteitsstrategie per zone sterk verschilt: in de zones van het hoofdgebruik gaat het om een afwisseling tussen intensieve(re) functies met een hogere productiviteit per m² en extensieve functies met meer schaal, in de zones van het medegebruik en ondersteunend gebruik ligt de nadruk op extensief gebruik in combinatie met een lage productiviteit per m² maar meer schaal. Een goede afwisseling tussen rust en dynamiek zorgt voor een aantrekkelijke toeristische omgeving. Daarin is ook de afwisseling tussen bebouwing en groen van belang. Alle toeristische ontwikkelingen die daarbinnen plaatsvinden, moeten bijdragen aan de verhoging van de belevingswaarde en zichzelf moeten kunnen bedruipen (voldoende, maar liefst hoog productief zijn). In de matrix hiernaast is het gebruik en belevingswaarde per zone uitgewerkt. Iedere zone heeft een eigen functie. Het geheel geeft richting aan de programmering (accommodaties, activiteiten, evenementen, etc.), maar kan voor de gemeente ook als planologisch(e) leidraad en/of toetsingskader gehanteerd worden.
Regionaal concept ter ondersteuning van het meerdaags verblijf in West Zeeuws-Vlaanderen 6
21
Regionaal concept toerisme West Zeeuws-Vlaanderen, uitwerking naar functie en beleving6 Vlaamse zone (grens)
Verblijfszone
Zeeuwse zone
Hoofdgebruik
Cadzand-Bad • Hoogwaardige badplaats • Verzorgingscentrum • Flaneren en beleven • Compact verblijf
Nieuwvliet-Bad • Extensief verblijf • Comfort & service • Strandbeleving en -recreatie
Breskens • Zeeuwse beleving • Stoer en maritiem • Evenementen • North Sea Fish
Medegebruik
Retranchement/Cadzand • Historische beleving • Verdediging, forten, linie • Natuurbeleving (o.a. schansen aan Zwin)
Nieuwvliet/Groede • Renaissance polders • Groene corridor, kreken • Kunst, cultuur, ambacht • Actief, sport/outdoor
Schoondijke • Akkers en polders • Biologische landbouw • Medegebruik (theetuin, winkel, etc.)
Zelfstandig gebruik
Sluis/Aardenburg/Eede • Dagtoeristische attractie • Cultuur & grensbeleving • Recreatief winkelen • Culinair toerisme • Zakelijke diensten
Oostburg • Open akkers en kreken • Woon- en verblijfgebied • Voorzieningencentrum voor zorg, diensten, ‘nuttige’ retail
IJzendijke/Hoofdplaat/Biervlliet • Polder en akkerland • Culinair toerisme • Plattelandsattracties • Toegangspoort • Economische dragers
Regionaal concept toerisme West Zeeuws-Vlaanderen, uitwerking naar productiviteit Vlaamse zone (grens)
Verblijfszone
Zeeuwse zone
Hoofdgebruik
Cadzand-Bad • Hoog p/m2
Nieuwvliet-Bad • Laag p/m2, maar schaal
Breskens • Alleen hoog op hotspots
Medegebruik
Retranchement/Cadzand • Laag p/m2, bijdrage aan andere sectoren
Nieuwvliet/Groede • Laag p/m2, schaal of crossovers nodig
Schoondijke • Laag p/m2, bijdrage aan andere sectoren
Zelfstandig gebruik
Sluis/Aardenburg/Eede • Hoog p/m2, vooral winkelgebied/kern
Oostburg • Toerisme verhoogt marge andere sectoren
IJzendijke/Hoofdplaat/Biervlliet • Afhankelijk van nieuwe initiatieven
22
3.4.3. Productiviteitsstrategie Productiviteitsverbetering in verblijfsrecreatie De verblijfsrecreatiesector moet er in deze moeilijke jaren alles aan doen om de economische vitaliteit te behouden. Het accent komt minder te liggen op groei in zin van capaciteitsuitbreiding, maar meer op verbetering van de marges. Een meer efficiënte en effectieve bedrijfsvoering is nodig. Dit moet resulteren in hogere opbrengsten per gast of verblijfseenheid (kampeerplaats, bungalow of bed) en/of substantieel lagere kosten per gast of per eenheid. Versterken van de economische structuur van het toerisme is daarvoor een voorwaarde. Bovendien zullen vraagstukken integraal opgepakt moeten worden en bij nieuwe ontwikkelingen zal de vraag gesteld moeten worden of de ontwikkeling past bij West Zeeuws-Vlaanderen en datgene wat we graag willen zijn. Dat gebeurt deels al automatisch omdat het toeristisch product samengesteld van aard is: het heeft effecten op natuur, landschap, de openbare ruimte, ondernemersklimaat, capaciteit, bereikbaarheid enzovoorts. Kostenefficiency door management sharing In de huidige tijd is, naast het behoud van omzet, het in de hand houden van de kosten essentieel. Ondernemingen staan voor uitdaging ‘slimme’ kostenbesparingen te realiseren, zonder de kwaliteit te niet te doen. Sterker nog: door te sturen op efficiency kan het kwaliteitsniveau zelfs omhoog gaan. Feit is dat grotere ondernemingen door hun schaal en professionaliteit de algemene en indirecte kosten beter in de hand weten te houden. Kleinere bedrijven (zoals bijvoorbeeld een camping die gerund wordt door een familie) lijken efficiënt te werken, maar de praktijk leert dat juist bij dit soort familiebedrijven er onvoldoende op de kosten gestuurd wordt. Daar komt bij dat bedrijven zich het best kunnen specialiseren in één (hoogstens twee) producten. Te veel divers aanbod leidt tot meer kosten en de kwaliteit en professionaliteit neemt af. Een camping die een zwembad of attractiepark erbij gaat exploiteren is geen garantie voor succes. Ondernemers kunnen zich beter richten op het optimaliseren van de ‘core-business’.
Het verbinden van aanbod en koppelen aan het juiste ondernemerschap is een mogelijke oplossing. Bijvoorbeeld: meerdere kleine campings presteren beter in één exploitatiemodel en strandpaviljoens werken efficiënter als ze onderdeel uitmaken van een grotere keten. Management-sharing is een doeltreffende manier om de kosten te drukken. In de hotelwereld gebeurt dit al meer, maar in de verblijfsrecreatie is het relatief nieuw. Deze constructie gaat ervan uit dat een onderneming door derden kan worden geëxploiteerd en dat de bedrijfsopbrengsten op een of andere manier worden gedeeld tussen eigenaar en exploitant. Het succesvol invoeren van management-sharing vraagt van de MKB- en familiebedrijven een nieuwe houding. Men moet (ook mentaal) scheiding gaan aanbrengen tussen eigendom en de exploitatie. Management sharing is in West Zeeuws-Vlaanderen goed toepasbaar om de verschillen in prestaties tussen de bedrijven te verkleinen en de kwaliteit te verhogen. Specifiek voor ondernemers die hun bedrijf willen beëindigen (bijv. vanwege pensioen) biedt het een goed alternatief voor verkoop. De gemeente kan, indien het gaat om publieke voorzieningen of taken, ook participeren (bijv. kustexploitatie). Een drietal voorbeeldcases zijn uitwerkt in bijlage III.
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
23
4. Programma 2014-2019 4.1
Inleiding
Toekomstbestendig perspectief is leidend De centrale doelstelling voor het programma 2014-2019 luidt: “Waarde creëren met een goede openbare en bebouwde ruimte waardoor de regio haar toeristische waarde blijft behouden en mogelijk kan uitbouwen en waardoor bezoekers naar de regio blijven komen.” Ofwel een zichtbaar, leefbaar en betrokken west Zeeuws-Vlaanderen. Dit kan alleen maar bereikt worden met een gezonde en economisch duurzame toeristische sector. Afgeleid van de centrale doelstelling zullen er ook economische doelen gesteld moeten worden. Dit zullen ambitieuze, maar tegelijkertijd ook zeker realistische doelen moeten zijn. Het betrekken van ondernemers hierbij is dan ook essentieel. In opmaat naar deze Recreatievisie is veelvuldig met ondernemers hierover gesproken. Het behalen van deze doelen is aldus een zaak van gemeente en het toeristisch recreatief bedrijfsleven gezamenlijk. De gemeente moet daarin ontwikkelingsgericht zijn, facilitair en de regie voeren. Het bedrijfsleven moet de ruimte benutten en invulling en uitvoering geven. Het bedrijfsleven is echter niet homogeen, er is een grote verscheidenheid en er is niet één belang. Het belang van een boerderijcamping is anders dan van een hotel, om nog maar niet te spreken van het veelal regionale belang van een winkel of café. Gezamenlijk commitment van het bedrijfsleven mag dan ook niet altijd verwacht worden. Maar waar samen opgetrokken kan worden, moet dat ook zeker gaan plaatsvinden. En de gemeente en/of provincie moeten daarin, als regievoerder en facilitator optreden. Het bedrijfsleven neemt het initiatief. Vanuit het toekomstbestendig perspectief en de speerpunten uit het regionaal concept, zal de gemeente per zone het bedrijfsleven (strategische partners) faciliteren om projecten tot uitvoering te brengen. De gemeente bewaakt de samenhang tussen de projecten. Uiteraard hebben deze projecten per zone een ander karakter en niveau. Het voorgaande wil niet zeggen dat alle projecten en initiatieven ondersteund worden, ze dienen alle bij te dragen aan een verhoging van de belevingswaarde en een verbetering van de regionale productiviteit.
Keuzes maken Tenslotte moeten er keuzes gemaakt worden. De budgetten zijn eerder beperkt. Dat geldt ook voor de taken en verantwoordelijkheden die de gemeente, maar ook het bedrijfsleven aan kunnen. Ook budgettair kan synergie worden gecreëerd als de inzet van middelen van bijvoorbeeld herstructurering, huisvesting of infrastructuur toeristische meerwaarde oplevert. En of via fondsvorming kunnen mogelijk zaken in gang gezet worden. Dat zou moeten leiden tot de centrale keuze om hetgeen er nu al is, waar nodig te verfijnen (invullen ontbrekende schakels), bekend te maken en er voor te zorgen dat de bezoekers het verhaal van de Zeeuws-Vlaamse kust gaan vertellen en er zo voor zorgen dat er jaarrond meer bezoekers naar west Zeeuws-Vlaanderen komen, als dagtoerist of voor een kort of langer verblijf. En misschien wel voor een permanent verblijf. De keuzes die voor 2013-2018 worden gemaakt vallen uiteen in 4 programmadelen: • • • •
Invullen ontbrekende schakels; Kansen voor Krimp/Economische structuurversterking; Portaalsite Zeeuws Vlaamse kust; Podium voor Inspiratie.
In onderstaande uitwerking van deze programmadelen worden suggesties gedaan hoe dit te organiseren en te financieren. 4.2
De ontwikkelingsgerichte gemeente
Beleid vanuit toekomstbestendig perspectief Om groei te (kunnen) bewerkstelligen, is een versterking van de regionale condities voor het toerisme, zoals clusteringen kwaliteitsverbetering van het verblijfsaanbod en voorzieningen, essentieel. Ook de ondernemers hebben aangegeven het voorzieningenniveau in de toeristische kernen niet voldoende te vinden, zowel in
24
termen van kwantiteit als kwaliteit. De nadruk zou volgens de ondernemers minder moeten liggen op ruimtelijke ontwikkeling, maar meer op beleid vanuit het economisch perspectief. Keuzes maken vanuit een gezamenlijke groeiambitie. Belangrijke aandachtpunten zijn daarbij: • •
• •
•
Het actief zoeken en binden van strategische partners waarmee de gemeente haar doelen kan verwezenlijken; Deze partners kunnen extern geworven worden (bijv. ketens), maar het is ook zeker van belang lokale partners te binden. Juist deze lokale partners zorgen voor onderscheidend vermogen; Het planologisch mogelijk maken en stimuleren van professionalisering en upgrading in de verblijfsrecreatieve sector; Het sterker verbinden van het landschap met economische activiteiten. Stimuleer ook de kruisbestuiving tussen toerisme en andere sectoren (landbouw, zorg, toerisme); Blijven denken vanuit het referentiekader van de toerist/bezoeker. Niet van binnen naar buiten denken, maar juist van buiten naar binnen. Kortom: welke waarden worden gewaardeerd en moeten gestimuleerd worden? Dit wil uiteraard niet zeggen dat waarden die niet gewaardeerd worden niet belangrijk zijn.
De gemeente zal zoveel mogelijk ruimte bieden aan toekomstbestendige kwalitatieve ontwikkelingen in de toeristische recreatieve sector, waarbij altijd een integrale afweging plaatsvindt, zowel vanuit ruimte als economie. De gemeentelijke organisatie is ontwikkelingsgericht en plannen worden beoordeeld op hun economische kenmerkenen bijdrage aan het beschreven regionaal concept. De ondernemers en de betrokken financiers zullen zelf het realiteitsgehalte van het plan moeten kunnen aantonen. De gemeente zal vanuit de beschreven uitgangspunten altijd een integrale ruimtelijke en economische afweging maken waarbij ook sectoren als cultuur, natuur en landschap de nodige aandacht krijgen. Alleen projecten en bedrijven die op een langere termijn toekomstbestendig kunnen zijn en passen bij
de kwaliteiten van de regio, kunnen uiteindelijk bijdragen aan de kwaliteit en het onderscheidend vermogen van het toeristisch product. Ook zullen er middelen - zowel in tijd als in geld - beschikbaar moet komen om projecten in de beginfase actief te ondersteunen. Daarbij heeft het de voorkeur ook lokale ondernemers te ondersteunen (zie hoofdstuk 6). Ook in de toeristischrecreatieve sector is er sprake van een steeds verder gaande ketenvorming die het onderscheidend vermogen aantast. In die zin is er een vergelijking te maken met de detailhandel waar ketens (zoals HEMA, Blokker en Kruidvat) het beeld van de winkelstraat bepalen. West Zeeuws-Vlaanderen wil uniek zijn en blijven. Juist in het kleinschalige en authentieke zit de kracht van deze regio. Ondernemers die hier soms al generaties lang in de toeristisch-recreatieve sector werken kunnen dat gevoel sterk overbrengen. Gerichte inzet van middelen Binnen de huidige tijdsgeest van 2012/2013 is realisme in denken en doen essentieel. De middelen zijn beperkt en nog meer dan voorheen geldt dat middelen maar één keer ingezet kunnen worden. In mindere tijden wordt meer aandacht gevraagd van creativiteit. Creativiteit kan leiden tot goede maar ook minder goede ideeën. En veelal door te doen blijkt of een idee inderdaad het beoogde effect heeft gecreëerd. Er zijn middelen nodig om de benodigde ruimte te creëren om dingen uit te proberen. Het is hierbij van belang om scherp te blijven op de resultaten en tijdig bij te sturen zodat geen middelen verloren gaan aan kansloze ideeën. Ondernemend West Zeeuws-Vlaanderen zal het moeten doen. De gemeente zal zich daarbij ontwikkelingsgericht en faciliterend moeten opstellen. Projecten mogelijk maken, daar gaat het om. Naast de wet- en regelgeving kan het dan gaan om tijdelijke ondersteuning aan projecten. Nadrukkelijk tijdelijk en vanuit de revolverende gedachte. Ofwel de middelen die ingezet worden moeten ook weer terug komen om elders ingezet te kunnen worden. Elders in den lande worden hier, juist nu in economisch onzekere tijden, kleine en grote successen mee behaald (bijvoorbeeld de start
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
van het Pivot Life Sience Park in Oss onder regie van de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij). Het gaat niet altijd om nieuwe middelen, maar veelal om aanwending van bestaande middelen. Middelen die beschikbaar zijn voor bijvoorbeeld de herinrichting van een straat of een plein kunnen zo aangewend worden dat de toeristisch recreatieve doelen er ook mee bereikt worden. Bij een voorgenomen herinrichting moet vooraf bezien worden in hoeverre toeristisch recreatieve doelen ingepast kunnen worden en dan kunnen deze gelijk met de herinrichting meegenomen worden. De middelen worden als het ware ‘dubbel’ gebruikt, vanuit de primaire doelstelling, bijvoorbeeld herinrichting, richting de secundaire doelstelling recreatie en toerisme. Naast bestaande middelen uit herinrichting van de openbare ruimte kan ook gedacht worden aan ‘dubbel’ gebruik van parkeerbelasting, volkshuisvesting en herstructurering van woon- dan wel bedrijfsgebieden. Om deze middelen ook voor toeristische projecten in te kunnen zetten is het zaak om dit vanuit de reguliere beleidsvelden mogelijk te maken. Het belang van recreatie en toerisme is dermate groot dat elke keer als er vanuit een regulier beleidsveld geld wordt ingezet er gelijk gedacht zou moeten worden op welke wijze de toeristische sector hier ook in mee kan participeren. Indien elk regulier project ook afgewogen wordt op haar recreatief toeristische impact kunnen bestaande middelen ook ten dienste van recreatie en toerisme worden ingezet. Dit wordt een belangrijke overweging bij het vaststellen van het voorliggende Activiteitenplan. Daarmee wordt zoveel mogelijk voorkomen dat er extra budgetten vrij gemaakt moeten worden om dit Activiteitenplan uitgevoerd te krijgen, geld dat er waarschijnlijk niet is dan wel ten koste gaat van andere belangrijke beleidsvelden. Het zou daarnaast goed zijn om te evalueren welke geldstromen er momenteel lopen rond recreatie en toerisme en wat deze feitelijk opbrengen. Wellicht moeten er nieuwe afspraken worden gemaakt met bestaande partners. Daarnaast kan onderzocht worden welke subsidies beschikbaar zijn en welke aanpalende budgetten (denk aan onderhoud/beheer van water, wegen, groen, etc.) ingezet kunnen worden voor toerisme en recreatie.
25
Naast het ‘dubbel’ gebruik van bestaande middelen wordt ingezet op fondsvorming, zoals dat gebruikelijk is vanuit de Wet op de ruimtelijke ordening en waar de gemeente in haar structuurvisie ‘Goed Leven’ ook de mogelijkheden voor vrij maakt. De gemeente vraagt een vereveningsbijdrage voor bovenplanse projecten gevoed vanuit de recreatiesector. Bij nieuw vestiging geldt zowel het ‘rood voor rood’ als het ‘rood voor groen’ principe. Bij een uitbreiding/kwaliteitsslag van bestaande bedrijven geldt alleen de ‘rood voor groen’ regeling. Deze gelden worden in overleg met de ondernemer ingezet voor recreatie elementen in recreatienatuur. De bestemming van de ‘rood voor rood’ gelden zullen in de toekomst mede worden besproken in de toekomstige partners/ inspiratie bijeenkomsten. Om het Activiteitenplan uitgevoerd te krijgen wordt in principe, behoudens die hiervoor genoemde vereveningsbijdrage dus geen extra/nieuw geld gevraagd maar wel de afweging bij elke beleidskeuze en investeringsbeslissing in hoeverre recreatie en toerisme hierin ook (financieel) kunnen participeren om zo het Activiteitenplan stap voor stap uitgevoerd te krijgen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de vele projecten die in het verleden in het kader van de valorisatieplannen per kern zijn uitgevoerd en de realisatie van het Maritiem Dek in Breskens. Ondernemend West Zeeuws-Vlaanderen moet ondernemen, de gemeente moet hierin stimuleren, faciliteren en de regie nemen en houden. In het publieke domein is de gemeente ook uitvoerder. Samengevat: • • •
Ontwikkelingen en ingrepen in het openbaar gebied; gemeente als uitvoerder; Ontwikkelingen en realisaties in het privaat gebied; gemeente als facilitator en regievoerder (met name beeldkwaliteit); Ontwikkelingen en realisaties in communicatie; gemeente als stimulator, facilitator en regievoerder (met name formuleren en uitdragen van een gezamenlijke eensluidende boodschap) en deels uitvoerder (in de steigers zetten van portaalsite en bewaken van de ‘boodschap’).
26
Wanneer de gemeente faciliteert in het privaat domein kan dat, binnen vigerende wettelijke kaders, ook financieel, maar altijd vanuit 3 aandachtsvelden; proportioneel, revolverendheid en tijdelijkheid. Proportioneel wil zeggen dat de gemeente alleen dan kan overwegen om financieel mee te participeren als het gaat om het laatste duwtje in de rug. De gemeente is geen ondernemer, een bijdrage is dus altijd marginaal van omvang, juist om het laatste stapje mogelijk te maken. Revolverend wil zeggen dat een verleende bijdrage altijd terug moet om zo weer elders ingezet te kunnen worden. Tijdelijk houdt in dat een bijdrage een termijn in zich heeft, het is en moet een duwtje in de rug blijven en geen structurele ondersteuning. Een termijn van maximaal 3 jaar is daarin redelijk. De afweging om middelen in te zetten moet plaats vinden op het gebied van kwaliteit, ruimtelijke inpassing, bedrijfsvoering, financiën en passend binnen het programma van de Recreatievisie en andere visies die zijn vastgesteld. Bij inzet van middelen kan de gemeente een beroep doen op externe deskundigheid, die veelal in de regio aanwezig is (recreatiebelangenverenigingen, welstand, bankwezen). Voor de regiefunctie, op met name kwaliteit, heeft de gemeente de middelen in handen via Welstand, maar primair ook via de inmiddels omschreven gewenste beeldkwaliteit (‘met oog voor detail, gezichtsbepalend West Zeeuws-Vlaanderen’). In dit concept rapport is het karakter, de structuur en de identiteit van de regio uitvoerig omschreven. Op basis hiervan zijn een vormentaal, kleuren en materialen omschreven die moeten leiden tot een streekeigen architectuur. Om te voorkomen dat beeldkwaliteit geen dogma wordt maar een leidraad is het goed om referenties/ voorbeelden te hebben die als inspiratie kunnen dienen voor toekomstige ontwikkelingen. ‘Met oog voor detail’ geeft in termen van beeldkwaliteit aan wat mogelijk is, maar het mist concrete voorbeelden. En voorbeelden spreken nu eenmaal meer tot de verbeelding dan omschrijvingen hoe het zou moeten. Een ontwerpprijsvraag kan een goed middel zijn om inspiratie te genereren voor toekomstige ontwikkelingen. Hier zijn in het recente verleden elders goede ervaringen mee opgedaan.
Het is relatief simpel te organiseren, samen met het provinciale architectuurforum, en de resultaten zijn veelal positief verrassend. En de concrete ontwerpen inspireren initiatiefnemers en projectontwikkelaars, maar ook particulieren, tot concrete projecten (onder het motto ‘goed voorbeeld doet goed volgen’). 4.3
Ontbrekende schakels
Zoals in de inleiding al benoemd dient er voor gewaakt te worden dat dit Activiteitenplan een opsomming wordt van 1.000 en 1 projecten. In alle negen focuszones die zijn beschreven in hoofdstuk 3 kunnen vele en uiteenlopende actiepunten worden benoemd. We willen ons focussen echter op een aantal speerpunte. Derhalve is bij de beschrijving van de ontbrekende schakels gaan we uit van de volgende speerpunten die in alle negen zones anders uitgewerkt kunnen worden: • • • • •
Foodregio; Wellness en vitaliteit; Onthaal; Evenementen; Verblijfsrecreatieparadox.
Ten slotte is het goed te stellen dat het om speerpunten gaat die het toeristisch recreatief product verder vervolmaken en gereed te maken voor de toekomst (2014 – 2019). Speerpunten die ook aansluiten bij de topsectoren en businesscases uit de Provinciale Economische Agenda 2013-2015. 4.3.1
Foodregio
West Zeeuws-Vlaanderen heeft alles in huis om zich te positioneren als een foodregio met een eigen culinair centrum. Het gaat dan om de keten product – detailhandel – restaurant. Er zijn inmiddels allerlei aanzetten met streekeigen producten
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
zoals de aardappel (festival in Oostburg door ZLTO) en de visserij (Breskens). De sterrenrestaurants die koken met streekeigen producten zijn er zelfs in ruime mate. De detailhandel blijft nog wat achter, zeker in vergelijking met andere regio’s. Een uitzondering hierop is de kookwinkel van Bianca Bonte, winnaar van de Global Innovation Award. En van het consequent doorvoeren van het keten denken, ‘think global – act local’, is nog geen of weinig sprake. Dit begint met het in ere herstellen van de oude streekeigen rassen, niet alleen belangrijk vanwege hun specifieke smaak, maar ook omwille van de biodiversiteit. Ook het van jongs af aan bekend maken van de regionale voedselketen met schoolprogramma’s, zoals nu al gebeurt in de Zilte Hof. De kinderen van nu zijn de ambassadeurs van straks. En vervolgens het kweken van de gewassen en dieren door de landbouw en visserij, maar ook door de particulier (eigen inwoner en toerist). Nu is de stadslandbouw voor West Zeeuws-Vlaanderen niet gelijk een treffend voorbeeld, maar wel voor de toeristen die uit de stedelijke regio’s komen. De mogelijkheden die zich voor doen rondom verkoop kunnen veel breder worden benut. Zoals in vele grotere gemeenten al is opgepakt kan een leegstaand markant gebouw (bijvoorbeeld Vismijn in Breskens) worden getransformeerd tot een lokale markt, met stalletjes waar de producten verkocht worden, maar waar ze ook bereid worden (kookworkshops) en waar ze genuttigd kunnen worden. De producten kunnen voeding maar ook nevenproducten als (kook)boeken, fotografie, etc. zijn. De laatste schakel vormen de restaurants, niet alleen de sterren restaurants maar ook al die andere eetgelegenheden die nog meer dan nu de streekeigen kaart kunnen etaleren en dat vervolgens ook breed bekend maken (zie verder onder Portaalsite). Food-toerisme of culinair toerisme gaat over het ervaren van voedsel op een manier die anders is dan het gewoonlijke. Buiten de gebaande paden om de verschillen in voedsel en bereiding op te merken. En de kracht van voedsel in herkomst, bereiding, presentatie en manier van eten te onderkennen.
4.3.2
27
Wellness en vitaliteit
Diverse ondernemers in Cadzand hebben de afgelopen jaren vorm gegeven aan een natuurlijk stijlvol Cadzand- Bad. Deze ontwikkelingen moeten worden doorgezet, zowel in het private als publieke domein. Zoals al aangegeven onder 4.2 (regiefunctie op kwaliteit) is daarbij de stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit van groot belang evenals de kwaliteit van de openbare ruimte. Een volgende stap is het verkrijgen van de ‘Bad’ status, Cadzand Bad niet alleen als badplaats, maar ook als vitaliteitscentrum. Cadzand dat zich inzet op gezond stijlvol leven met voorzieningen op het gebied van wellness en vitaliteit. 4.3.3
Onthaal
Met de onderscheidende identiteit van de Zeeuws-Vlaamse kust, open rustige strand- en duingebieden tussen de badplaatsen, in het achterhoofd zal de onthaalinfrastructuur geoptimaliseerd en uitgebouwd moeten worden en dat onder meer op de navolgende gebieden en locaties. •
•
•
De aankleding van de kustservicepunten moet geoptimaliseerd worden, zowel fysiek als wat betreft dienstverlening. Zoals al eerder is aangehaald zal een jaarronde dienstverlening eerder bereikt worden als er ook meer jaarrond bezoekers naar west Zeeuws Vlaanderen komen en daar moet op diverse fronten op worden in gezet; De aankleding zelf kan versterkt worden door de grotere parkings meer te geleden in kleinere groen omzoomde en met bomen bedekte kustservicepunten. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de menselijk maat en daarmee het direct thuis voelen en aan aangenaam huiswaarts keren na een zonovergoten en warme dag omdat de auto lekker koel gebleven is (en daarmee zal de bezoeker weer sneller terug keren naar de Zeeuws Vlaamse kust); De belevingswaarde van het grensoverschrijdend project Recreatie en Ecotoerisme in de Zwinstreek (REECZ) dient te worden uitgebouwd door de land-
28
•
•
•
•
•
schappelijke en cultuurhistorische waarden op te nemen in dit wandelnetwerk. Hierbij wordt gedacht aan wandelen over vestingwallen, langs boerenerven en kreken, het herstel van kerkenpaden, het toegankelijk maken van onverharde dijken en een verantwoorde ontsluiting van (nieuwe) natuurgebieden; Binnen dit zelfde project (REECZ) kan ook een aantal infrastructurele knelpunten in het ruiterroute-en mountainnetwerk opgelost worden zoals bruggetjes, klaphekjes, oversteekpunten en de aanleg van ontbrekende verbindingen binnen het netwerk; Daarnaast moet ook in de perceptie van de bezoeker de afstand tussen kust en achterland verkleind worden door een landschappelijke aankleding. Alhoewel hier wel op ingezet is met de zogenaamde corridors is deze alleen tussen Groede Dorp en Bad tot stand gekomen. Dit zal ook moeten worden opgepakt in Cadzand en Nieuwvliet (zie ook onder 4.4); Dit geldt ook voor de link tussen Breskens en haar achterland, de Westerscheldekust. De kansen langs de Westerscheldekust worden nog onvoldoende benut. Enerzijds natuurbeleving en anderzijds de kansen voor productie van culinair hoogstaand gewaardeerde producten van de zilte grond (zie ook 4.3.1); Het Belfort heeft inmiddels een succesvolle transformatie ondergaan. Naast het museale informatieve centrum kan het Belfort van Sluis worden uitgebouwd tot een talen en ontmoetingscentrum. Het Nederlands als een kleine maar belangrijke taal in Europa maar ook andere vormen van taal zoals teksttaal, beeldtaal, geluidstaal en lichaamstaal (bijvoorbeeld bij dansvoorstellingen). Naast taalcentrum kan het Belfort ook het centrum zijn voor ontmoeting, voorlichting en opleiding. informatievoorziening; Een laatste ontbrekende schakel is het koppelen van toerisme aan bestaande (sport)accommodaties. Clustering en multifunctioneel gebruik van voorzieningen en ook het maken van combinaties van (gesubsidieerde) maatschappelijke en (commerciële) recreatieve functies.
4.3.4
Evenementen
Evenementen zijn tegenwoordig niet weg te denken bij het op de kaart zetten van een regio. En met name top (sport) evenementen genereren veel naamsbekendheid, bezoekers-stromen en inkomen. De evenementen moeten wel ondersteunend zijn aan het DNA en de kernwaarden van de regio. Daarmee wordt de regio echt op de toeristische kaart gezet. Op veel te veel plaatsen worden echter te veel van hetzelfde evenementen gehouden en dan is het onderscheidend vermogen weg. Evenementen in de gemeente Sluis moeten passen binnen het ‘verhaal’ van de regio. Er is al eerder gesproken over de parels van de regio, maar gelet op de culinaire sterren die de regio rijk is zou beter gesproken kunnen worden over de west ZeeuwsVlaamse sterren. Rondom deze sterren kunnen vele evenementen georganiseerd worden, onder de voorwaarde dat de sterren echt uniek zijn. Unieke sterren kunnen heel groot zijn (de restaurants), maar ook heel klein (haaientanden zoeken). En alles wat daar tussen in zit zoals in Groede (sterker en bekender maken), Cadzand (wellness en vitaliteit), Oostburg (Eenhoornfestival), ook hier sterker en bekender maken, de verdedigingswerken en -linies en Breskens (rondom food en non food in de Vismijn). De ontwikkelingsgerichte gemeente kan hierin kansen duidelijk en zichtbaar maken en de regie voeren (passend binnen het ‘verhaal’ West Zeeuws-Vlaanderen), maar verder geldt ook hier dat ondernemend West Zeeuws-Vlaanderen het moet doen. 4.3.5
Verblijfsrecreatieparadox
Op landelijke schaal dreigt een overaanbod van standplaatsen en recreatieve voorzieningen. Daarnaast is er een dalend aantal overnachtingen en verandert de samenstelling van de doelgroepen (vergrijzing). De productiviteit en rentabiliteit van bestaande bedrijven staat onder druk. Dit geldt met name in de bungalow- en
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
29
kampeersector. Zoals ook eerder in hoofdstuk 3 benoemd, moeten bestaande bedrijven zich kunnen blijven ontwikkelen. Ook hier wil de gemeente het ‘slimmer’ inzetten van bestaande middelen stimuleren, o.a. door het faciliteren en planologisch mogelijk maken van een andere ruimtelijke opzet van bedrijven en nieuwe beheersvormen zoals management-sharing. In diverse sessie hebben ondernemers aangegeven hier in beginsel positief tegenover te staan. Voldoende rentabiliteit is noodzakelijk, zodat investeringen en rendement in evenwicht zijn en blijven. Kwaliteitsverbetering in verblijfsrecreatie leidt naar verwachting tot maatschappelijke meerwaarde: toename investeringen, publiekstoegankelijke voorzieningen, werkgelegenheid en ruimtelijke kwaliteit. De verblijfszone rondom Nieuwvliet/ Nieuwvliet-Bad kan hiervoor goed als pilotgebied dienen. 4.4.
Positionering/profilering
Doelgroepen Om beter grip te krijgen op de gast van nu en de nabije toekomst is de RECRON gestart met de Recron Innovatie Campagne (RIC). In dit project voerde RECRON samen met SmartAgent Company een grootschalig onderzoek uit naar de wensen en behoeften van de Nederlandse vakantieganger. Het onderzoek is gebaseerd op het psychografisch Brand Strategy Research model (BSR®) model en kijkt voornamelijk naar de wensen en voorkeuren van vakantiegangers in plaats van naar leeftijd, inkomen, opleiding en andere demografische kenmerken. Vakantie draait immers steeds meer om emoties, gevoelens, interesses, ervaringen en uiteindelijk de unieke beleving die de gast mee naar huis neemt. Ten opzichte van de rest van Zeeland is het opvallend dat in Zeeuws-Vlaanderen een substantiële groep wordt getypeerd als ‘rustig groen’. Aan de andere kant is ook de groep ‘avontuurlijk paars’ ruim vertegenwoordigd.
Rustig groen Vakantie is voor de rustige groene belevingswereld vooral een kwestie van lekker doen waar men zin in heeft, rust nemen in eigen omgeving, even niets aan het hoofd hebben. De consument uit de groene wereld heeft niet zulke bijzondere wensen. Het gewone en herkenbare is juist fijn, vertrouwd. Dan komt men lekker tot rust. In eigen land is genoeg moois te zien en te ontdekken, men hoeft er niet ver voor te reizen. Men kent de winkels die men tegenkomt en men kan gewoon de eigen taal spreken. Avontuurlijk paars Avontuurlijk paars is de wereld van mensen die graag iets nieuws willen beleven of ontdekken in hun vakantie. Gewoon is niet goed genoeg voor deze groep. Ze gaan op zoek naar een bijzondere ervaring. Dat mag een tikje wild zijn - een boomhut of een survivaltent - maar het bijzondere kan ‘m ook zitten in het beleven van luxe en exclusiviteit. Avontuurlijk paars is meer met zichzelf bezig dan met de anderen. U trekt ze dus eerder met iets individueels dan met het ‘groepsgebeuren’.
30
Marktkeuze Het regionale concept in deze visie richt zich op zonering in een negental zones. Per zone kunnen ontwikkeldomeinen worden uitgewerkt. Zonering vanuit economisch perspectief en daarmee ook vanuit de klant van de toekomst. Omdat de klant niet te vangen is binnen één domein, bieden de negen zones een fraaie afstemming tussen de kwaliteiten van de regio die de eigenheid versterken en recht doen aan de verschillende belevingswerelden van gasten en biedt bovendien kansen om zgn. ‘must haves’ te ontwikkelen. In toerisme zijn dat de bezienswaardigheden waar men in ieder geval ‘geweest moet zijn ‘ofwel ‘ervaren moet hebben’. Een belangrijk bezoekmotief van de gast is de ‘groene natuurlijke’ kust. Voor de Vlaamse gast in tegenstelling tot de bebouwde kust van hun eigen land, voor de Duitse gast staat natuur op nummer één (bron: Kennis Centrum Kust Toerisme). Door dit te koppelen aan de Vlaamse zone én de Zeeuwse zone is het mogelijk de groene natuurlijke zone te behouden en door te ontwikkelen en de andere zones meer productief door te ontwikkelen in kansrijke thema’s. Zo sluit de ontwikkeling bij Cadzand nauw aan bij de trends van de gast, vitaliteit, comfortabel verblijf is bij uitstek een marktkans waar al mee is gestart en dat nadrukkelijk aandacht verdient om de kansen te verzilveren. Breskens verdient als ‘ruige’ vissersplaats doorontwikkeling van het maritieme karakter. Zorg voor meer activiteiten in dit maritieme karakter, waardoor economisch een betere motor ontstaat van bedrijvigheid. De veeleisende consument wil echter wel steeds meer waar voor zijn geld, opwaarderen van identiteitsversterkende evenementen en producten/diensten verdient de voorkeur. Veel is geïnvesteerd in bijvoorbeeld cultuurhistorisch landschap, denk hierbij aan de StaatsSpaanseLinies. Landschappelijk prachtig, toeristisch nog onvoldoende ontsloten en bekend. Nieuwe diensten en producten ontwikkelen zal meer economie op gang brengen en hier ligt ook een kans dit samen met gasten te doen. Ontwikkel met behulp van digitale mogelijkheden samen nieuwe mogelijkheden.
Samenwerking noodzakelijk Om meer producten en diensten te gaan ontwikkelen is samenwerking noodzakelijk. De strategie om managementsharing toe te passen levert nieuwe kansen op. Cultuur, exploitatie van natuur en of strand behoren tot de mogelijkheden. Verbetering van het basisproduct wordt daardoor beter betaalbaar, maar kan ook een extra impuls krijgen, zodat de eigenheid van de plek beter tot zijn recht komt; te worden tot een ‘must have seen’. Samenwerking is een aloud woord, maar is in de toekomst steeds belangrijker. Nu gaan de ondernemers samenwerken in bijvoorbeeld managementshare, maar dat is ook de manier van werken binnen de negen zones. Nieuwe PPS constructies kunnen bijvoorbeeld de ‘wellnessroute in Cadzand’ tot stand brengen. Ook samenwerking op het digitale niveau is van belang. Alleen als individu, ondernemer of gemeente zijn de investeringen niet meer haalbaar. Benut hiervoor platforms als dat van VVV Zeeland (i.o.). De burger in Zeeland is nauwelijks betrokken bij de toeristische ontwikkeling. Hier liggen kansen in de kernen. Toerisme wordt hierdoor veel eigener voor de gast, de gast ontdekt unieke dorpen en kernen. Zij voelen zich welkom , zorgen voor economie en op deze wijze wordt de leefbaarheid verbeterd en/of behouden. Samenwerking tussen ondernemers, overheid en burgers loont, nu op zoek of ook de gast nog mee kan co-creëren. Niches in de markt zijn niet altijd voorspelbaar. Ondernemers zien kansen en willen die graag verzilveren. Vanuit het economisch ruimtelijk kader zoals deze visie voorstaat worden de ondernemers nauw betrokken bij de verdere ontwikkeling en heeft de overheid een belangrijk en hanteerbaar besluitvormingskader. Niches kunnen wel heel versterkend werken. Kortom, de marktkansen bevinden zich vooral op het gebied van cross-sectorale en identiteitsgebonden productontwikkeling. Gezien de stagnering en afname van de vraag is uitbreiding van het kampeer- en vakantiehuizenaanbod niet meer voor de hand liggend.
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
De vraag voor de hotelsector groeit nog en kan zeker voor bijvoorbeeld Cadzand Bad een mooi marktuitgangspunt bevatten. Natuurlijk is ook hier de kwaliteit én de identiteit als randvoorwaarde van belang; de verwende consument wil betalen als er maar waar voor het geld in zit. Clustervorming in de negen zones biedt kansen op het gebied van: • • •
Betere performance voor ondernemers; Betere aanzuigende werking voor aanleverende diensten en industrie; Goed houvast voor de politiek voor het maken van keuzes.
4.5.
Portaalsite West Zeeuws-Vlaanderen
Het dagje of weekend uit dan wel de vakantie begint tegenwoordig al thuis, met dank aan het internet en de sociale media. En het moet interactief, de regio heeft de bezoeker wat te bieden, maar andersom heeft de bezoeker de regio ook wat te bieden. Interactief, en dus ook virtueel, via een liefst grote vriendenkring, en dus via een sociaal platform, en met een up to date portaalsite. Virtueel West Zeeuws- Vlaanderen Eenduidige en herkenbare profilering van de streek is van belang voor de versterking van het toeristisch-recreatief product en de bijbehorende koopkrachttoevloeiing. Onbekend maakt immers onbemind en daardoor zullen de investeringen die belanghebbenden lokaal, regionaal, nationaal en internationaal doen, niet optimaal renderen. Gebrek aan samenhang in de promotie en versnippering van informatie zorgen ervoor dat West Zeeuws-Vlaanderen op internet lastig te vinden is, waardoor een concurrentieachterstand ontstaat met andere toeristische bestemmingen. Sociaal platform De opgave is om de aantrekkingskracht te organiseren door een heldere en onderscheidende positionering. Begrippen lokale verscheidenheid en onderscheidend
31
vermogen moeten centraal staan. Het belang van de ruimtelijke kwaliteit stijgt en daarmee de noodzaak voor kennis over de regionale identiteit. De informatie die zowel ondernemend West Zeeuws-Vlaanderen als de gasten plaatsen op het web, kan bijdragen aan positieve beeldvorming over de streek. Dit vraagt om een platform van waaruit doelgroepen kunnen worden bereikt maar waar ook interactie en identificatie mogelijk is. Concreet kan hierbij worden gedacht aan: • Virtuele 3D belevingskaart van West Zeeuws-Vlaanderen; • West Zeeuws-Vlaanderen actief volgen via sociale media; • Evenementen via sociale media; • Nieuwe ideeën en initiatieven toetsen via sociale media. Portaalsite Om dit alles goed vorm en inhoud te geven is een portaalsite dat gedragen wordt door alle stakeholders in het toerisme essentieel. Hierin wordt alle toeristisch recreatieve informatie op een aantrekkelijke en informatieve wijze samen gebracht. Voor de portaalsite geldt bij uitstek dat hier veel in samenwerking tussen gemeente, VVV en bedrijfsleven tot stand kan komen. Zowel wat betreft het vullen van de portaalsite als ook in het doorlinken naar de eigen promotie-uitingen, van het desbetreffende bedrijf zelf. Het gaat er om dat iedereen hetzelfde verhaal vertelt, althans vanuit de zelfde basis en aangevuld met eigen ingrediënten. Met name in de kosten en van ontwikkeling en beheer liggen hier enorme kansen door kerntaken van de gemeente op het gebied van e-dienstverlening te koppelen aan het Digitaal Media Platform. In kader van het project Vital Rural Area heeft de gemeente hierin het voortouw genomen en de basis en het gemeenschappelijke verhaal van de gemeente en de Zeeuws-Vlaamse kust ontwikkeld. De verdere ontwikkeling en realisatie van de portaalsite is een gemeenschappelijk belang. Vanuit deze basis kunnen de diverse ondernemers daar zelf vanuit hun eigen bedrijfsfilosofie op verder bouwen.
32
Ervaringen elders leren dat de opstart door gemeenten wordt getrokken of (financieel en facilitair) ondersteund in een externe organisatie. Met in de aanloop een meer dan evenredige ondersteuning vanuit de gemeente. Maar met nadrukkelijk de doelstelling om het een integraal onderdeel te laten zijn van de taken van de VVV nieuwe stijl. 4.6.
Podium voor Inspiratie
In periodes van minder economische voorspoed komt creativiteit boven drijven en kan worden aangewend om net dat verschil te maken waardoor mensen er juist wel voor kiezen om naar west Zeeuws-Vlaanderen te komen en niet naar andere recreatiegebieden in Nederland. Daarom moet creativiteit de ruimte krijgen om de balans richting west Zeeuws-Vlaanderen te krijgen. West Zeeuws-Vlaanderen zou een broedplaats kunnen worden van anders recreëren. Creativiteit ontstaat vaak met anderen in een open vrijblijvende dialoog (workshop, brainstorm). •
• • •
2 keer per jaar inspiratiebijeenkomsten van een halve dag met maximaal 10-15 deelnemers met niet alledaagse thema’s (inspiratie uit een ander gebied, werkterrein); Deelnemers zijn ondernemers uit de gemeente, maar ook ondernemers van verder weg; Inspiratie door iemand van buiten de regio; Informele, inspirerende atelierachtige omgeving.
Partnermeetings/inspiratiesessies Voor het opstellen van deze Recreatievisie 2.0 heeft veelvuldig overleg met de sector plaatsgevonden. De ondernemers voelen zich betrokken bij de ontwikkeling van de streek en er bestaat enthousiasme over de aanpak. Er ontstaan nieuwe ideeën, er ontstaan nieuwe samenwerkingsvormen terwijl ook bestaande samenwerkingen kunnen worden verdiept. De Recreatievisie beoogt de ondernemers zoveel mogelijk te ondersteunen binnen de gestelde kaders.
Om het draagvlak te behouden, de betrokkenheid te vergroten en enthousiasme nog verder aan te wakkeren is het goed om meer structureel partnerssessies te organiseren. De ondernemers die hebben meegewerkt aan deze visie vormen hier de basis van, maar deze groep kan uiteraard worden uitgebreid met andere partners die de inhoud van deze visie onderschrijven. Het voorstel is om minimaal éénmaal per kwartaal vanuit de gemeente een dergelijke partnermeeting te organiseren. Het liefst op locatie, daar waar de toeristische economie daadwerkelijk plaatsvindt. Incidenteel kunnen hier ook externe sprekers worden uitgenodigd voor het bieden van inspiratie en een klankbord.
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
33
5. Projecten & Prestaties 5.1
Inleiding
In de voorgaande hoofdstukken hebben we een beeld geschetst van de huidige stand van zaken en gewenste ontwikkelingsrichting van het toeristisch product van de gemeente Sluis. Conclusie is: er is veel gedaan, maar is ook nog veel te doen. Om de productiviteit van de sector te verhogen en de economische waarde voor de regio als geheel te vergroten, wil de gemeente samen met ondernemers op korte termijn tot een concrete projectenlijst komen. Immers, alleen concrete en haalbare projecten kunnen uiteindelijk inhoud geven aan deze visie. Echter, de keuzes, de speerpunten en prioriteiten zijn in deze visie aangegeven. In dit hoofdstuk wordt een aanzet gegeven van mogelijke projecten die inhoud kunnen geven aan deze Recreatievisie 2.0. Dit betreffen voorstellen en/of ideeën die alle een andere status en omvang kennen. Bovendien is het niet de bedoeling een uitputtende lijst samen te stellen. Op basis van deze visie zullen projecten aangevuld en uitgewerkt moeten worden. Zoals aangegeven worden daartoe de partnermeetings die zijn opgestart in het kader van deze visie gecontinueerd. De werkgroep zal tijdens deze partnermeetings, regelmatig overleg hebben over onderstaande voorgestelde projectlijst. De samenstelling van de werkgroep kan, afhankelijk van de voorliggende vraagstukken, variëren (bijv. ook aangevuld worden met externe partners). Op basis van bijeenkomsten met de werkgroep worden prioriteiten gesteld en de doelstellingen van de individuele projecten nader besproken. Dit houdt de betrokkenheid en het draagvlak bij alle partijen hoog om uiteindelijk tot een zo goed mogelijk resultaat te komen, en de gewenste doelen uit deze Recreatievisie te kunnen behalen.
De meeste projecten kunnen gelijk opgepakt worden, maar gelet op capaciteit en budget kunnen de projecten ook uitgesmeerd worden over de looptijd van het programma. Nogmaals, dit programma is niet uitputtend en wil ondernemers ook vooral de ruimte geven om binnen de kaders van deze visie initiatieven te ontplooien en projecten uit te voeren. Voorgestelde projecten en prestaties zijn: •
•
•
•
•
• 5.2
Programma 2014 - 2019
Het programma 2014 – 2019 geeft een aantal voorbeelden van mogelijke en reeds lopende projecten en prestaties die passen binnen deze visie.
•
Architectuurprijsvraag West Zeeuws-Vlaamse architectuurbeelden (nieuwbouw, herontwikkeling leegstaand (cultuurhistorisch) vastgoed). Kan gelijk in 2013 worden opgepakt door de gemeente; Inventarisatie waar middelen van specifieke beleidsvelden binnen de gemeente te koppelen zijn aan (deel)projecten vanuit dit Activiteitenplan. En in het verlengde hiervan een inventarisatie naar middelen die vanuit provincie en bedrijfsleven ingezet kunnen worden en in hoeverre het samen bestaande middelen beschikbaar stellen tot meerwaarde kan leiden. Dit is essentieel en verdient een snelle opvolging door de verschillende afdelingen binnen de gemeente; Nader vorm en invulling geven aan vereveningsfonds. Ook hier zou direct conform de structuurvisie en WMO beleidsplan uitvoering aan gegeven moeten worden; Project vismijn Breskens ‘Visserijexperience Breskens’uitbouwen. Visproeverij als voorbeeld van Fooddesign. Opzetten van een voedingsketen in de Vismijn Breskens. De opstart kan plaatsvinden in 2013 met een doorloop richting de volgende jaren. De regie ligt bij de gemeente Sluis in directe samenwerking met het bedrijfsleven. De exploitatie is een zaak van het bedrijfsleven; Cadzand-Bad verder ontwikkelen, een krachtige impuls geven en positioneren als een wellness- en vitaliteit destinatie. Indien de kansen zich voordoen moeten deze worden opgepakt door ondernemend Cadzand; Nieuwvliet-Bad, ontwikkelen en realiseren van een wandel- en fietsboulevard. Dit kan in de looptijd van het activiteitenplan samen met bedrijfsleven worden opgepakt; Ontwikkelen van de strandexploitatie in het kader van de Strandnota. Kan op korte termijn worden uitgewerkt;
34
•
•
•
•
• •
•
• •
•
Uitbouw aankleding en dienstverlening kustservicepunten. Dit is een project voor de looptijd van het Activiteitenplan en wordt in gezamenlijkheid met betrokken overheden en bedrijfsleven uitgevoerd; Uitbouw belevingswaarden fiets- en wandelroutes en het versterken van de belevingswaarde van natuur- en cultuurhistorisch erfgoed. Dit kan in de looptijd van het activiteitenplan worden uitgevoerd door provincie en gemeente; Ontbrekende schakels invullen ruiterroute- en mountainbikenetwerk. Evenzo een project voor de komende jaren in gezamenlijkheid met provincie en gemeente; Onder regie van de Provincie ontwikkelen en realiseren van een goede collectieve vervoersverbinding tussen Breskens en Knokke. Behouden en versterken van openbaar vervoersverbindingen met Vlaanderen; Versterken en verbeteren van de verbinding van het langzaam verkeer tussen ‘t Zwin, Zwarte Polder en Waterdunen; Corridors van badplaatsen met het achterland landschappelijk invullen. Deze projecten vergen de nodige inspanning en zullen mogelijk langer doorlopen dan voorzien in het activiteitenplan. De regie ligt bij de gezamenlijke overheden. Het bedrijfsleven moet de plek invullen. Een goed voorbeeld hiervan is het project Groede Podium; Belfort in Sluis verder doorontwikkelen als taal- en ontmoetings- en opleidingscentrum. De gemeente is hier voorwaardenscheppend bij betrokken maar de exploitatie is een taak van het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties (verenigingen, stichtingen en dorpsraden); Waarborgen van het cultuurhistorische karakter in het centrum van Sluis (reclame-uitingen op gevels). Dit kan nu gelijk worden opgepakt door de gemeente; Meer nastreven van het multifunctioneel (toeristisch gebruik) maken en gebruik maken van bestaande (sport)accommodaties en openbare gebouwen. Voor zover de kansen zich voordoen kan dit gelijk nu worden opgepakt. Samenwerking van gemeente en bedrijfsleven; Sterke en bekende kleine en grotere festivals entameren, binnen het ‘merk/
•
•
• •
verhaal’ West Zeeuws-Vlaanderen. De opstart hiervan moet zeker in 2014 gaan plaatsvinden. Samenwerking tussen overheden en bedrijfsleven; Starten en monitoren voorbeeldproject ombouw leegstaand vastgoed in achterland (marktconsultatie en aansluitend indien nodig marktselectie). De opstart hiervan kan in 2014 plaatsvinden, de uitwerking en monitoring hiervan zal mogelijk al in 2014 tot resultaat (terugkoppeling richting gemeenteraad) kunnen leiden. De gemeente heeft in deze pilot een zeer belangrijke regiefunctie, de resultaten zullen moeten worden behaald door het bedrijfsleven; Opstart en ontwikkelen van Media Portaalsite West Zeeuws-Vlaanderen (prestatie om tot 10 % naamsbekendheid van de regio te komen in de doelgebieden België, Zuid Nederland, Randstad en zuidelijk Nordrhein Westfalen). Dit verdient hoge prioriteit en zal gelijk nu van start moeten gaan. De eerste stappen zijn reeds gezet door de gemeente Sluis in het kader van het project Vital Rural Area. In gezamenlijkheid met organisaties en ondernemend West Zeeuws-Vlaanderen wordt het verder uitgebouwd en de koppeling gelegd met het ZIDS systeem van Stichting Promotie Delta; Jaarlijks organiseren inspiratiebijeenkomsten voor ondernemend West ZeeuwsVlaanderen. Dit kan gelijk in 2014 van start gaan. Het initiatief ligt bij de gemeente; Continueren partnerbijeenkomsten om continuïteit van de uitvoering van het Actieplan Recreatie & Toerisme 2.0. te borgen.
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
35
6. Financiering Voor de uitvoering van de Recreatievisie en om de genoemde doelstellingen te bereiken zullen er investeringen in het toeristisch product gedaan moeten worden. Op bedrijfsniveau is dat uiteraard een opgave voor de ondernemers en eigenaren. Op gemeenteniveau ligt hier ook een rol. Om die investeringen ook effectief te laten zijn (dat wil zeggen te laten bijdragen aan de productiviteit van bedrijven), wil de gemeente deze graag afstemmen met de ondernemers. De extra middelen die door ondernemers worden afgedragen dienen gericht te worden ingezet. In dit kader kan gedacht worden aan het labelen van een deel van de opbrengsten. Labelen ligt het meest voor de hand als er sprake is van extra inkomsten dan wel een verhoging van tarieven. Onlangs is de Nota toeristische inkomsten en uitgaven 2013 vastgesteld. Deze nota, opgesteld aan de hand van de handreiking van het Ministerie van Economische Zaken, geeft inzicht in de inkomsten en uitgaven die aan toerisme kunnen worden toegerekend. Bij de uitgaven is niet alleen rekening gehouden met uitgaven voor recreatie en toerisme maar ook met andere uitgaven van de gemeente voor de toeristen, bijvoorbeeld ten behoeve van de publieke ruimte. (tijdelijke) bewoners, verblijftoeristen en dagjesmensen maken immers allemaal gebruik van de publieke ruimte en voorzieningen in een gemeente. Dus de kosten die de gemeenten maken voor het in stand houden en verbeteren van die openbare ruimte (aanleg, inrichting, onderhoud van voorzieningen, maar ook handhaving openbare orde en veiligheid etc.) zijn uitgaven die ook voor deze belanghebbenden worden gedaan. Een deel van deze uitgaven kan dan naar rato van het gebruik, toegerekend worden aan toerisme. Bovenstaande is in een gezamenlijk overleg tussen gemeente en vertegenwoordigers van bedrijfsleven besproken. Door een deel van de extra inkomsten specifiek voor het toerisme en in samenspraak met het bedrijfsleven in te zetten, kan de toeristisch-recreatieve economie gerichter worden versterkt. Deze extra middelen kunnen in een gezamenlijk fonds worden ondergebracht en gelabeld, en waarover de gemeente én de (verblijfs)toeristische ondernemers samen kunnen beschikken.
Een vertegenwoordiging van ondernemers fungeert als adviesorgaan. Idealiter gebeurt dat ook in samenspraak met dagtoeristische ondernemers, horeca en cultuurorganisaties. Uitgangspunt is dat de uitgaven uit dit fonds het toerisme in zijn algemeenheid bevorderen en bijdragen aan het versterken van de positionering en het uitvoeren van geprioriteerde projecten in de negen focuszones. Ten behoeve van de uitvoering van het Actieprogramma uit deze Recreatievisie kunnen de hieraan gerelateerde kosten meegenomen worden in de totale prioriteitenafweging van de gemeente Sluis.
36
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
37
Bijlage I - Terugblik Recreatievisie 2000 - een greep uit de gerealiseerde projecten Inleiding In 2000 hebben de voormalige gemeenten Oostburg en Sluis-Aardenburg de Recreatievisie West Zeeuws-Vlaanderen vastgesteld. Aanleiding was dat het economische belang van de toeristische sector groeit en versterking van deze sector kansen biedt voor de leefbaarheid in de streek. De nota vormde de ruggengraat van het toeristisch recreatief beleid. De doelstellingen voor het toeristisch-recreatieve beleid zijn samengevat in tien speerpunten. In de afgelopen tijd is met diverse samenhangende, innovatieve projecten en deelprojecten gewerkt aan de doelstellingen, die nagenoeg allemaal zijn bereikt. Onderstaand treft u een greep aan uit de gerealiseerde projecten. Rode draden Bij het samenstellen van de Recreatievisie West Zeeuws-Vlaanderen werkten de toenmalige gemeenten en het toeristische bedrijfsleven nauw samen. De rode draden in alle initiatieven en plannen zijn: • • • • • •
Het scheppen van een duurzaam sociaaleconomisch klimaat; Versterken van de identiteit en het karakteristieke cultuurlandschap (basiskapitaal) van het gebied; Nieuwe uitdagingen in de recreatieve sector voor de landbouw; Kwaliteit als vanzelfsprekendheid; Gezinsvriendelijk; Natuurlijke overgangen tussen landschap en bebouwing.
Waterfront Breskens De plannen voor Breskens zijn in het kader van Interegg II project MAYA 1 vastgelegd in de Structuurvisie Breskens. Deze structuurvisie is de basis voor de duurzame kwaliteitsimpuls. De belangrijkste conclusies uit de structuurvisie zijn uitgevoerd in het kader van Interegg II project MAYA 2, Plattelands Ontwikkelings Programma en het Europees Economisch Stimuleringsprogramma OP Zuid. De herinrichting van het Spuiplein, inclusief de Grote Kade is uitgevoerd. Ontelbare foto’s zijn er al gemaakt van de kleurrijke vissen van kunstenaar Albert Kramer.
De kinderen gaan helemaal op in hun spel met het water. Een ander voorbeeld is de aanleg van het Maritiem Dek met het sardineblik. Net als op het Spuiplein komt het daar vaak voor dat de ouders nog een drankje bestellen omdat de kinderen zo lekker bezig zijn. En natuurlijk de fotoreportage van de ‘vele zeilwedstrijden’ of van ‘from catch to plate’ of die het ketenproces van de visserij laat zien. Een van de grootste attracties in de streek zijn de uitkijkpunten zowel bij de jachthaven als de trap naar het panoramaterras op het duin. Onder andere via geocatching worden via tientallen bezoekers de onderwaterwereld letterlijk boven water gehaald en beleefbaar gemaakt voor zowel belangstellende toeristen als wetenschappers, bijvoorbeeld door Bresko (www.Bresko.eu) de kunstmatige vis in de jachthaven. Daarmee wordt ingehaakt op de groeiende belangstelling voor duurzaamheid, klimaatverandering en de waarde van de natuur. Zo ook bij de Cracking Art Group staat duurzaamheid centraal in hun vormentaal. Het project catwalk Breskens, borduurt voort op de realisatie van Waterfront Breskens. De looplijn om de afstand tussen het centrum en het havengebied aantrekkelijker te maken is gerealiseerd en wordt verder afgemaakt middels het project Trancoast. Een aantrekkelijke reling en tribune en aantrekkelijke verlichting wordt in juni 2013 opgeleverd. Cadzand-Bad venster op zee In december 2002 heeft de raad van de toenmalige gemeente Oostburg de structuurvisie voor Cadzand-Bad vast gesteld. Deze visie was de basis voor het Ontwikkelingsplan Natuurlijk Stijlvol dat in nauw overleg met ondernemers, inwoners en andere belanghebbenden is opgesteld en in 2007 door de gemeenteraad is vastgesteld. Het plan is door het ministerie van Economische Zaken aangewezen als een voorbeeldproject in Nederland op het gebied van publiek-private samenwerking (PPS). De plannen van projectontwikkelaars voor de bouw van zes appartementencomplexen op de locatie Duinhof-Zuid, zijn gerealiseerd. Ook het plan Cavelot, 450 recreatiewoningen aan de zuidkant van Cadzand-Bad is inmiddels opgeleverd. Verder zijn voor de Groene Wielingen, de Rode Wielingen en de Scheldestraat nog een aantal concrete bouwplannen in ontwikkeling. De aanleg van de jachthaven wordt een feit, een en ander in verband met de aanpak van de kustverdediging op die plek.
38
Ondernemers die investeren in Cadzand-Bad, leveren ook een bijdrage aan de openbare ruimte in de badplaats. Dit zogenaamde vereveningsprincipe maakt het mogelijk om Cadzand-Bad de gewenste natuurlijk stijlvolle uitstraling te geven. Recreatie in de Zwinstreek De gemeenteraad heeft eind 2007 besloten om af te zien van het project. De beëindiging van de intentieovereenkomst met de NV Sluis aan Zee was een directe aanleiding voor de start van een proces om te komen tot nieuwe plannen om aan Sluis een economische impuls te geven. Na diverse consultatierondes en werkbijeenkomsten met betrokkenen is het rapport ‘Economische structuurversterking van de stad Sluis’ opgesteld. Hierin staat welke impulsen de stad nodig heeft en welke ontwikkelingskansen daarvoor opgepakt moeten worden. Het rapport is vastgesteld. Aan de toeristische ontwikkeling van de Zwinstreek wordt invulling gegeven in het grensoverschrijdende project ‘Recreatie en Ecotoerisme in de Zwinstreek’ (REECZ). Natuurgebied Het Zwin wordt met 120 hectare vergroot tot zo’n 300 hectare. Aan Belgische zijde wordt een modern bezoekerscentrum gerealiseerd. Het huidige bezoekerscentrum op Nederlandse bodem krijgt met een bescheiden budget een nieuw ‘jasje’ en wordt een onbemande informatiepost. Beide centra vormen een uitvalsbasis om de bezoekers vooral te stimuleren om Het Zwin en de Zwinstreek te gaan ontdekken. In dit kader is samen met wandelliefhebbers uit de streek en de Stichting Landschapsbeheer Zeeland een 350 km lang grensoverschrijdend wandelnetwerk ontwikkeld. Dit wandelnetwerk is gereed gekomen in de zomer van 2011. Het land achter de duinen De twee pijlers van het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal (vastgesteld in 2004) zijn het geven van een impuls aan de economie en het verbeteren van ruimtelijke omgevingskwaliteiten, zoals natuur, landschap en cultuurhistorie. Via het gebiedsplan is mede uitvoering gegeven aan dit speerpunt uit de Recreatievisie.
•
•
Cletemspolder. Vooruitlopend op de realisatie van de Ecologische hoofdstructuur is de Cletemspolder aan de kust bij Groede een proef- en voorbeeldproject uitgevoerd met landschappelijke kwaliteit en recreatieve mogelijkheden. De dertien hectare van de landbouwpolder zijn ingericht met duinen, grasland, waterpartijen, touwbruggen, stapstenen, kleine bosschages, wandelpaden en uitkijkpunten; ‘Terug naar de kavanne’ is een oud gezegde dat wil zeggen dat het tijd is om naar bed te gaan. In 2000 kon de schaapherder letterlijk terug naar de kavanne toen twee van deze verrijdbare houten hutten werden geplaatst nabij de Marolleput en tussen Zuidzande en Sluis.
Met het plaatsen van de kavannes wordt het cultuur-historische aspect van de schaapskudde benadrukt. De schaapskudde betekende voor het West ZeeuwsVlaamse landschap een enorme verrijking vanwege het ecologisch beheer van dijken en kreekranden. •
Het landschapsplan ‘voormalig eiland van Cadzand’ is vastgesteld en wordt gestaag uitgevoerd.
Versterken van de identiteit van de kernen De kleine pittoreske kernen op het platteland spelen een belangrijke aanvullende rol in het recreatief product in het algemeen en beleving van het platteland (binnenland) in het bijzonder. Deze aanvullende rol kan alleen van betekenis zijn indien zij met hun identiteit een meerwaarde kunnen leveren aan de eigenheid West Zeeuws-Vlaanderen. Wel dient de identiteit van iedere kern verankerd te zijn in het dorp en uniek te zijn. Voorkomen moet er worden dat er meer van het zelfde komt. De voormalige gemeente Oostburg is reeds in 2000 gestart met het project Valorisatie (opwaardering) van de kernen, ook wel ‘Sporentrek’ genoemd. De plannen zijn tot stand gekomen naar aanleiding van wensen en ideeën uit de dorpen zelf. Door een stedenbouwkundige werden alle wensen in een rapport samengevat en in een aantal projecten
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
opgedeeld. Op die manier kreeg Hoofdplaat de loopsteiger in de Westerschelde terug die in 1969 verloren was gegaan. In Cadzand werd de sfeer van het agrarische ringdorp in de verf gezet met nostalgisch straatmeubilair en kleurrijke, kunstzinnige dierfiguren van kunstenaar Albert Kramer. Nieuwvliet, de familiebestemming bij uitstek, werd met onder andere maritieme speeltoestellen en kinderspoorzoeker door het hele dorp nóg leuker voor de kleintjes. In Groede bekijkt Jacob Cats, die veel voor Groede heeft betekend, de moderne Groedenaren en hun sfeervolle heringerichte Markt vanachter zijn tafeltje naast de kerk. In Eede herleeft een spannend en illuster stukje geschiedenis door de ‘smokkelauto’ die op het heringerichte Dorpsplein werd geparkeerd. Waar mogelijk is aansluiting gezocht bij andere projecten. Bijvoorbeeld in Aardenburg, waar de Romeinen en middeleeuwers weer hun intrek namen (ROMA-project). Of in IJzendijke dat Prins Maurits koos als centrale figuur in de valorisatieplannen (project Van Maurits tot Napoleon en Veste IJzendijke beleefbaar). Op zondag 9 mei 2004, de dag na de uitreiking van de four Freedoms Award, werd in Cadzand-dorp de wereldvredesvlam ontstoken. Iedere dorpskern is voorzien van de internationaal bekende bruine borden, de toeristische recreatieve welkomst- en informatieborden. De exploitatie hiervan is ondergebracht bij de respectievelijke ondernemersvereniging of dorpsraad. Mobiliteit In aansluiting op het slagensysteem naar de kust ( Duurzaam Veilig) wordt beoogd de ontsluiting van de kust te verbeteren. In het rapport ‘mobiliteit als attractie’ wordt ingezet op ketenmobiliteit. De overstappunten zoals de kustservicepunt zijn mede aangelegd om de toerist ‘te verleiden’ om hun auto te laten staan en gebruik te maken van andere vervoermiddelen. Naast voldoende parkeerplaatsen is het aanwezige voorzieningenpakket belangrijk. Een belangrijk item is het verbeteren van het huidige openbaarvervoerssysteem langs de kust. De succesvolle zomerbus zou
39
op termijn vervangen moeten worden door de Coast Express. Hiertoe zijn allerlei mogelijke vervoerssystemen onderzocht. Zowel een technisch als een economisch haalbaarheidsondezoek is uitgevoerd. Een pilot op het tracé Breskens-Groede-bad biedt de meeste kansen. De raad heeft beslist om bij alle ruimtelijke projecten langs de kust rekening te houden met de toekomstige planologische inpassing van de Coast Express. Binnen het project Kustfietspad der Lage Landen is de aanleg gerealiseerd van een grensoverschrijdende fietsroute door de provincie Zeeland (Nederland) en provincie West Vlaanderen (België). De fietsroute loopt van Westkappelle (NL) naar Adinkerke. Het 123 km lange traject van het Kustfietspad maakt deel uit van de langste bewegwijzerde fietsroute in de wereld, namelijk de North Sea Cycle Route van in totaal 6.000 km langs de Noordzee kust. Met de nieuwe Kustfietsroute is een comfortabele, attractieve en afwisselende route langs het zo kenmerkende Zeeuwse en Vlaamse landschap gerealiseerd. Langs de route is speciale aandacht voor de landschappelijke kwaliteiten. De ontstaansgeschiedenis van het landschap wordt zichtbaar gemaakt met infopanelen, wat de beleefbaarheid van de route en het gebied vergroot. De aankoop van de grond voor het project Vrijliggend fietspad Retranchementseweg is gesubsidieerd door het project Kustfietspad der Lage Landen. Sinds mei 2006 bestaat het Fietsknooppuntensysteem (FIKS) in heel de provincie Zeeland, dus ook in de gemeente Sluis. Dit initiatief van de Provincie Zeeland biedt de mogelijkheid om zelf routes te ontwikkelen, zodat een opmaat gesneden product kan worden gemaakt door zowel de recreatiebedrijven als de gebruiker. Een aangenaam verblijf op het strand Het Noordzeestrand is de belangrijkste attractie. Hieraan is terecht veel aandacht besteed. Een aangenaam verblijf op het strand vormt daarbij het kernbegrip. Enerzijds het strand van Het Zwin (Cadzand/Retranchement) tot aan Breskens. Anderzijds ook als verscheidenheid met themagerichte stranden, stijlvol Cadzand – familiair Nieuwvliet – cultureel Groede – maritiem-culinair Breskens.
40
Op basis van de Recreatievisie is voor de kustzone Integraal Kustzone Beheer (oktober 2001) ontwikkeld waarin de kustzone en verbreed wordt en ingedeeld wordt in rustigere en drukkere gedeelten. De drukkere gedeelten manifesteren zich rond de badplaatsen en hebben elk hun thema specifieke eigen inrichting. Binnen het kader van Integraal Kustzone Beheer is een aantal projecten benoemd welke zeer verschillend van aard zijn. Er zijn eenvoudige projecten bij zoals in het project Duurzaam strandpakket, het completeren van de essentiële basisvoorzieningen zoals afvalbakken en douches maar ook zeer ambitieuze projecten zoals de themagerichte strandovergangen en de realisatie van badweg, parkeerkamer en strandovergang in een landschappelijke corridor. Maar ook de basis is gelegd voor een duurzaam kustmanagement (strandnota). Een goed kustmanagement, kwaliteit op tijd, is duidelijk aandachts-, oplossings- en ontwikkelingsgericht. Een duurzaam basisproduct met aandacht voor de bezoeker en zijn omgeving vormt de kerntaak van de het toekomstig kustmanagement. Informeel is er nu een aanspreekpunt voor alle partijen die betrokken zijn bij de kust. Het door de gemeente opgerichte serviceteam stelt zich al jaren tot doel om de leefomgeving aan de kust schoon te houden en om langdurige werklozen te leiden naar maatschappelijke participatie. Dankzij de inzet van betrokkenen heeft de gemeente Sluis herhaaldelijk de prijs voor ‘Schoonste stranden van Nederland’ in de wacht gesleept. En staan wij met stip op nummer een. Alle projecten zoals genoemd in het uitvoeringsprogramma van Integraal Kustzone beheer West Zeeuws-Vlaanderen geven een duurzame economische impuls aan de beoogde kwaliteit. Het betreffen duurzame projecten welke een duurzaam gebruik van de kust waarborgen en leiden tot kwaliteitsverbetering van de kust, niet alleen fysiek maar ook wat betreft beleving en bewustwording (het duurzaam omgaan met de kust) en ook financieel economisch. Kind- en Gezinsvriendelijk Op basis van de Recreatievisie heeft een uitwerking (februari 2002) plaatsgevonden om West Zeeuws-Vlaanderen als Kind- en Gezinsvriendelijke regio te positioneren. In deze uitwerking worden impressies gegeven over hoe een Kind- en Gezinsvriendelijk gebied er uit zou kunnen zien en waar rekening mee gehouden moet worden bij de inrichting van de openbare ruimte.
De uitgave van een kindervakantiepocket, de oprichting van de kinderredactieraad voor het digitaal kindermagazine www.timeforkids.nl, de kindvriendelijke abri’s, de verdwaalpalen op het strand en de oprichting van Stichting Speelkwartier zijn enkele voorbeelden van uitgevoerde projecten. De in 2004 opgerichte Stichting Speelkwartier heeft een groot aantal ruim toegankelijke speelomgevingen gerealiseerd. Ontmoetingsplaatsen voor lokale kinderen onderling en vakantievriendjes en toevallige passanten. Concreet is gerealiseerd: Pinoplein in Oostburg, Speelomgeving skatebaan Zwincollege, Romeinse skatetempel in Aardenburg, een speel- en skateboot in Breskens, een multifunctioneel schoolplein in Sluis, een avontuurlijke speelomgeving in Zuidzande, Hoofdplaat en Nieuwvliet en het Maurits speelfort in IJzendijke. Multifunctionele knooppunten In dit kader zijn onder meer de Fiets-Plattelands-Knooppunten en het project Groede Podium gerealiseerd. Ook de ontwikkeling van de Euregiotuinen paste binnen deze doelstelling van de Recreatievisie. •
•
Op de Fiets-Plattelands-Knooppunten maken recreanten kennis met de activiteiten en producten van de boerderij (landbouw/veeteelt). Tegelijkertijd zijn het start- of rustpunten voor fietstochten; Groede Podium. Groede Podium vormt de ruimtelijk-economische verbinding tussen Groede-Bad (kust) en Groede-Dorp (binnenland). Het nodigt strandgangers uit om een bezoekje te brengen aan het dorp, en andersom. Groede Podium werd in april 2009 geopend als het eerste toeristisch bedrijventerrein van Nederland. In dit toeristisch-recreatieve ontwikkelingsproject werd een gebied van circa twaalf hectare openbare ruimte herontwikkeld tot een podium voor natuur en cultuur. Groede Podium bestaat uit vier aparte onderdelen die een samenhangend geheel vormen. Dit zijn het hertenpark met de tien bunkers, de directe omgeving van deze enclave, het gebied nabij de Zwartegatse Kreek waar plas-dras natuur wordt ontwikkeld en de uitbreidingsplannen (kwaliteitsverbetering) van de omliggende recreatiebedrijven.
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
41
Bijlage II - Overzicht belangrijkste trends Nieuw (Newism) Nog nooit was ‘nieuw’ zo belangrijk als nu. Voor toeristen opgegroeid in een ‘Verwachtings-economie’, heeft ‘nieuw’ sowieso een zeer positieve klank. De stroom aan nieuwe betere producten is nu immers eindeloos. En die nieuwe producten kunnen makkelijk (zonder al te veel risico) worden uitgeprobeerd (zeker online). Nieuw heeft ook een status element: nieuw staat gelijk aan interessant, (nog meer) ervaringen en als eerste iets doen of hebben. Newism betekent niet dat alle aandacht van consumenten op het nieuwe gericht zal zijn. Klassieke producten of merken hebben ongekende mogelijkheden, als deze maar constant goede kwaliteit en klasse bieden. Waarde zit in een relevant, consequent en goed verteld verhaal achter een product of dienst. In gemak, traditie, het lokale en maatwerk.
Betekenis in plaats van belevenis Beleving en iets meemaken worden de belangrijkste drijfveren voor het keuzeproces van de consument. De beleveniseconomie is vooral gericht op het vervullen van de emotionele behoeftes van mensen. Binnen dit concept ontstaat een verdere verdieping; consumeren moet niet enkel meer fun zijn maar moet ook een bijdrage leveren aan de persoonlijke ontwikkeling, de betekeniseconomie. Als gevolg van deze verschuiving naar meer immateriële zaken ontstaat meer aandacht voor duurzaamheid, authenticiteit, gezondheid en wellness. De consument streeft naar zingeving, bezieling en zelfontplooiing en is uit op authentieke ervaringen en ontmoetingen. De ondernemer die de rol opneemt van happiness of lifestylemanager is verzekerd van een vitale toekomst.
App je gezond De ‘doe het zelf’ trend speelt een steeds grotere rol. De toerist organiseert graag zelf en weet heel goed wat hij wil. In 2012 dringt de doe het zelfgedachte ook door tot het begrip gezondheid. Steeds meer apps en apparaten richten zich op consumenten die actief met hun gezondheid bezig zijn, preventief, monitoring, verbetering en beheersing. Er zijn momenteel 9000 mobiele ‘health –apps’ beschikbaar. Dit aantal apps zal dit voorjaar gestegen zijn naar 13.000. De grootste gebruikers van gezondheidsapps zijn jong volwassenen: ongeveer 15% van de jonge mensen tussen 18 en 29 heeft zo’n app, onder gebruikers tussen de 30 en 49 is dat 8%.
Gezond en Fit (Wellthy) Een goede gezondheid en je fit voelen is net zo belangrijk als het grootste of nieuwste statussymbool. Daarom verwachten consumenten méér gezondheids- en vitaliteitproducten die de kwaliteit van het leven verbeteren. Dat betekent dat steeds meer toeristen verwachten dat bedrijven hierop inspelen. Vers fruit of sap bij het ontbijt is een vanzelfsprekendheid. Een voorbeeld hiervan is Eco Superior. Het gaat hier om producten die niet alleen duurzaam zijn maar ook op alle fronten beter dan de bestaande. Ook biologische producten kennen een stijgende trend (stijging van 30% in het afgelopen jaar). En Zeeuws-Vlaanderen is daarbij koploper in Zeeland met 16 biologische bedrijven. De herkomst van het product staat hierbij centraal. Ook de top chefkoks uit de regio hebben hun eigen kruiden- groententuin en gaan er prat op dat ze hun seizoensproducten dicht bij huis uit de Zilte Klei halen.
Voorbeeld: Philips Direct Life is een klein lichtgewicht, draagbaar monitortje dat een gedetailleerd overzicht geeft van de dagelijkse activiteiten van de gebruiker. De data worden overgezet naar zijn persoonlijke DirectLife pagina op internet, die weergeeft hoeveel calorieën hij gedurende de dag heeft verbrand. Gezamenlijk met andere gebruikers worden online community tips uitgewisseld en worden prestaties vergeleken. Toeristische ondernemers kunnen op deze trend inspelen door deze apps actief in te zetten en speciale arrangementen aan te bieden waarbij gezonde voeding of beweging een rol speelt.
Geplande Spontaniteit (Planned Spontaneity) Consumenten willen spontaan ergens naar toe maar dan wel gelijk weten waar ze zijn, en wie of wat in de buurt is. Dat wordt steeds gemakkelijker omdat locatie een vitaal onderdeel is geworden van sociale netwerken en apps (van bestaande providers die locatie-info toevoegen, zoals Facebook’s Places en Google’s Hotspot).
42
Bezoekers met de zelfde interesses kunnen elkaar zo ontmoeten en gezamenlijk dingen ondernemen. Een goed voorbeeld hiervan is LikeOurselves, waarbij mensen met de zelfde interesses met elkaar in contact komen via mobiele groepen die spontaan kunnen ontstaan. Vrij van bezit (Owner – Less ) De ‘owner-less’ trend speelt in op het zoveel mogelijk ervaringen opdoen zonder de verantwoordelijkheden van eigenaarschap. Gedeeld bezit en het leasen van lifestyleproducten openen mogelijkheden om voortdurend mee te gaan in het nieuwste aanbod. Of om telkens nieuwe en zeer uiteenlopende ervaringen op te doen. Of om van luxe te genieten die anders buiten bereik blijft. Programma’s met publieke deelfietsen zijn wereldwijd een succes. Een goed voorbeeld hiervan is Autolib in Parijs, een systeem voor het delen van elektrische auto’s. Koopjes als status symbool Voor consumenten is profiteren van goede deals een manier van leven geworden. Koopjes jagen is een vast onderdeel geworden van het dagelijkse leven van miljoenen consumenten en dus ook toeristen. Koopjes jagen levert de nodige bewondering op van andere consumenten. Het gaat vaak niet meer om het besparen van geld maar om de uitdaging. Het is ook een statussymbool aan het worden. De koopjestrend zal nog verder groeien als gevolg van onder meer: •
•
•
Meer voor Minder: Hoewel veel mensen op dit moment minder te besteden hebben of gewoon minder uitgeven, zoeken toeristen wél voortdurend naar meer ervaringen.; Het Medium is de motivatie: Consumenten die op zoek zijn naar een vakantie worden tegenwoordig voortdurend gewezen op goede deals en kortingen via nieuwe (en dus veel opwindendere en interessante) technologieën (bijvoorbeeld www. vakantieveilingen.nl); Beste van het Beste: Omdat online niet alleen goede aanbiedingen gevonden
kunnen worden maar ook meteen reviews bekeken kunnen worden, weten consumenten zeker dat zij de beste prijs betalen voor het beste artikel of de beste dienst. Makkelijk meepraten Consumenten inschakelen voor de verbetering van de bedrijfsvoering is niet nieuw. In 2013 zullen er steeds meer innovaties ontwikkeld worden die deze crowd scourcing mogelijk maakt op een zo klantvriendelijk mogelijke manier. De meeste mensen vinden het prettig de kans te krijgen om ergens aan bij te dragen, of een deel te zijn van een groter geheel. Maar de realiteit is dat de meeste consumenten, hoewel zij misschien wel willen bijdragen, het te veel gedoe vinden. De ‘IDLE sourcing’ initiatieven zullen daardoor toenemen. Een bekend voorbeeld is TripAdvisor. Via TripAdvisor is het mogelijk restaurants, hotels en activiteiten op te zoeken als je bijvoorbeeld in een onbekende omgeving op vakantie bent. Ondernemers zullen meer gebruik gaan maken van deze Apps om ook zichzelf meer bekendheid te geven. Aanraakscherm wereld (Touch screen wereld) Het aanraakscherm is de manier om in contact te komen met de consument en het aanraakscherm is tevens het middel om in contact te komen met de ‘cloud’, de wolk waarin alles wat de consument wil gebruiken per direct beschikbaar is. Voorbeelden hiervan zijn de aanraakschermen van Adidas en Intel, waarop klanten door zo’n 8.000 verschillende schoenen kunnen browsen, de mogelijkheid om tijdens het winkelen naar sportwedstrijden te kijken op de iPad (Britse supermarktketen Sainsbury met TV-zender Sky) en het bestellen van je eten in de Sichuan restaurantketen via de eigen iPad. Menselijke merken/persoonlijkheid achter het product Consumenten houden juist van producten die menselijk zijn: kwetsbaar en briljant, of juist briljant vanwege hun kwetsbaarheid.
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
Twee ontwikkelingen zijn belangrijk in deze merken-trend: • Menselijke merken: door een groeiende afkeer van het puur commerciële en de invloed van een steeds invloedrijkere online cultuur (met al haar openheid en directheid), laten consumenten karakterloze, saaie merken links liggen en kiezen zij voor merken die persoonlijkheid uitstralen; • Transparantie: Door de grote hoeveelheid recensies, beoordelingen en andere ongecensureerde informatie die online vrijkomt, ontstaat een bijna volledige transparantie, dat betekent dat eventuele tekortkomingen van bedrijven hoe dan ook ontdekt en besproken zullen worden. Bedrijven en merken zullen in 2013 steeds vaker elementen van hun nationale en culturele erfgoed inzetten. Symbolen, tradities en levensstijlen die eerder genegeerd of ronduit ontkend werden, blijken nu een bron van trots voor consumenten op de thuismarkt maar hebben ook op internationale consumenten een enorme aantrekkingskracht. Willekeurige vriendelijke daden (Random Act’s of Kindness (RAK)) Ofwel het benaderen van consumenten met willekeurige vriendelijke daden, een spontane actie die mogelijk leidt tot een band tussen ondernemer en klant. Voorbeeld hiervan is de KLM die vorig jaar onder de titel How Happiness Spreads een campagne heeft ingevoerd waarbij een verrassingsteam op het vliegveld passagiers persoonlijke onverwachte cadeautjes gaf. Advertising is uit, het creëren van een grote vriendenkring is in Gestructureerde, effectieve online branding vraagt om een vernieuwende aanpak. Het plaatsen van online advertenties is onvoldoende in een omgeving waarin miljoenen bestemmingen en merken wereldwijd de aandacht van de consument vragen. Mensen bepalen steeds meer zelf welke informatie ze tot zich nemen en wanneer zij dat doen. Zendergerichte communicatie is daarom steeds minder effectief. Daarbij komt dat mensen reclameboodschappen nauwelijks meer vertrouwen. Zij gaan liever af op ervaringen van gelijkgestemden, die dankzij internet en sociale media op elk moment
43
en wereldwijd kunnen worden gedeeld. Daarmee krijgen ondernemend West ZeeuwsVlaanderen, inwoners en gasten een sleutelrol in de profilering van de regio. Door hen te stimuleren hun ervaringen te delen met anderen, wordt de authentieke boodschap over de streek op een geloofwaardige wijze verspreid.
44
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
45
Bijlage III - Voorbeeldcases productiviteitsstrategie Inleiding Lange tijd is er in veel vrijetijdssectoren sprake geweest van groei. Zeker in de kustgebieden leek het toerisme vanzelfsprekend en een niet ophoudende groeibriljant. Vele investeringen werden gedaan, vooral in het toevoegen van nieuw aanbod. Het aanbod aan bungalowparken (incl. omvormingen van campings) is sinds de jaren negentig spectaculair geweest. Echter, de groei van de vraag is grotendeels tot stilstand gekomen. De vraag nam tot het jaar 2000 nog wel toe, maar na 2002 is het aantal overnachtingen in bungalows ongeveer gelijk gebleven en is het aantal kampeerovernachtingen dramatisch gedaald. Het aanbod daarentegen nam wel toe. Door RECRON is dit de ‘verblijfsrecreatie paradox’ genoemd: de onbalans tussen vraag en aanbod. Waar voorheen schaalvergroting het uitgangspunt was voor economische groei in het toerisme, zijn er tegenwoordig andere strategieën nodig. De omzet staat onder druk, terwijl de kosten de laatste jaren zijn gestegen. Hiermee staan de marges onder druk en is er minder ruimte om te investeren in de kwaliteit van bedrijven. Hierdoor kan het toerisme niet de gewenste economische impuls leveren die nodig is om de krimp te compenseren of zelfs op te heffen. Het gevaar bestaat zelfs dat op lange(re) termijn het toerisme (deels) verdwijnt in sommige delen. Dat zou ten koste gaan van de diversiteit. Om niet alleen afhankelijk te zijn van de financiële slagkracht van externe, grote ketens, is het ook mogelijk met ‘slimme’ strategieën het lokaal ondernemerschap te versterken. Ketenvorming kan ook op lokaal/regionaal niveau plaatsvinden. Dit kunnen samenwerkingen betreffen tussen ondernemingen, maar ook de overheid (in dit geval de gemeente) kan hier in een rol in spelen. Enerzijds kunnen ondernemers taken van de overheid meer (kosten-)efficiënt uitvoeren en deze taken zo inrichten dat ze een grote(re) bijdrage leveren aan de toeristische beleving van de gast. Anderzijds kan de overheid projecten van ondernemers in de beginfase ondersteunen en faciliteren. Om de bedrijfsvoering te optimaliseren en ook op bedrijfsniveau tot kostenvoordelen te komen, is management sharing een interessant model.
Management-sharing is doeltreffende manier om de kosten te drukken. In de hotelwereld gebeurt dit al meer, maar in de verblijfsrecreatie is het relatief nieuw. Deze constructie gaat ervan uit dat een onderneming door derden kan worden geëxploiteerd en dat de bedrijfsopbrengsten op een of andere manier worden gedeeld tussen eigenaar en exploitant. Management sharing is in West Zeeuws-Vlaanderen goed toepasbaar om de verschillen in prestaties tussen de bedrijven te verkleinen en de kwaliteit te verhogen. Voorbeeldcases Onderstaand zijn drie voorbeeldcases uitgewerkt: 1. Management-sharing tussen twee volwaardige campings: er bestaat een verschil in bezettingsgraden tussen campings aan de kust en in het binnenland. De campings aan de kust hebben in het hoogseizoen een tekort aan capaciteit, terwijl de binnenlandse bedrijven ook tijdens deze periode moeilijk een marktconforme bezetting kunnen halen. Samen met een bestaande lokale ondernemer is gekeken naar de mogelijkheden om een verregaande samenwerking te realiseren tussen een camping aan de kust en in het binnenland. Het doel is het beter verdelen van de capaciteit en bezetting; 2. Omvorming van vier kleine campings naar één exploitatiemodel: door de ontwikkelingen die in de inleiding zijn geschetst en de beperkte financieringsmogelijkheden in de huidige tijd, zitten vooral kleine campings ‘vast’ in hun ontwikkeling. Uitbreiding en/of kwaliteitsverbetering is nauwelijks mogelijk. Daarnaast hebben ondernemers die hun bedrijf willen beëindigen, moeite om hun (tegen een reële prijs) te verkopen. Samen met een eigenaar van een kleine camping wordt gekeken naar een creatieve oplossing om dit op te lossen; 3. Kustexploitatiemaatschappij: gezamenlijk beheer van de kustzone in een publiek-private samenwerking tussen de gemeente en de lokale ondernemers.
46
Case: Management-sharing tussen twee volwaardige campings Samen met een professionele en succesvolle kampeerondernemer is gekeken welke synergie (resp. marge-voordelen) een managementcontract tussen twee volwaardige kampeerbedrijven kan opleveren. Daarbij is gelet op zowel opbrengstenverbeteringen als kosten-efficiency. Een goed lopende kustcamping genereert circa € 3.000,- per kampeerplaats (netto 150-170 m2). Een binnenlands bedrijf realiseert tussen de € 1.500,- (minder professioneel gerund) en € 2.500,- (professioneel) per plek van soortgelijke grootte. Bij samenwerking op marketing- en boekingsgebied kan een positief effect van 10-35% worden gerealiseerd. Dat is tussen de € 250,- en € 750,- per plaats. Bij een combinatie van managementtaken kan in het ‘gemanagede’ bedrijf vooral bespaard worden op overheadkosten, algemene managementkosten en marketing/i.t. etc. Kostenbesparingen door gezamenlijke inkoop, onderhoudscontracten en administratief werk zijn beperkt of zelfs marginaal. Bij elkaar wordt een efficiencyvoordeel per standplaats geraamd van gemiddeld circa € 225,-. Bij elkaar kan het margeverschil oplopen van € 500,- tot € 1.000,- per standplaats. Als gerekend wordt met € 750,- zou in heel de kuststrook een efficiencywinst kunnen worden geboekt van ongeveer € 5.0 mln. Dit is gebaseerd op de veronderstelling dat een kwart van de capaciteit al optimaal draait en dat bij 75% van de standplaatsen synergie-winst valt te behalen. Case: omvorming van vier kleine campings naar één exploitatiemodel Op verschillende plaatsen in het binnenland van West-Zeeuws Vlaanderen bestaan clusters van kleine campings (< 100 plaatsen, < 5 ha). Deels bedrijfsmatige exploitaties, vaak ook een nevenactiviteit. Voor één van deze clusters hebben we samen met een betrokken ondernemers een opzet gemaakt van een mogelijk nieuw exploitatiemodel, waarin de vier campings worden samengevoegd tot één bedrijf. De opzet is dat de bedrijven in één gezamenlijke exploitatiemaatschappij terecht
komen, waarvan de huidige eigenaren van de kampeerbedrijven aandeelhouders van worden. Jaarlijks krijgen zij een ‘fee’ en dividend. De huidige eigenaren blijven het eigendom behouden, de bedrijfsmiddelen incl. grond worden niet gekocht maar gepacht. In deze case zijn de mogelijke marge- en kostenvoordelen indicatief uitgewerkt. De huidige omzet- en kostenstructuur van het bedrijf dat de uiteindelijke exploitatie van het nieuwe bedrijf voor zijn rekening zal nemen is als uitgangspunt genomen (camping A). De gemiddelde omzet per kampeerplaats bij dit bedrijf bedraagt € 1.400,- - € 1.500,-. Met de 25 toeristische plaatsen bedraagt de jaaromzet € 35.000,-. De drie naast gelegen campings zijn groter, maar zijn vooral afhankelijk van vast gebruik (seizoens- en jaarplaatsen). De drie andere campings zitten aan het einde van de productlevenscyclus en een deel van de campings is op zoek naar een overnamekandidaat (eigenaren/exploitanten pensioen, geen bedrijfsopvolging). Aantal plaatsen
Omzet per standplaats
Camping A
25
€ 1.500,-
Camping B
133
€ 1.200,-
20%
Camping C
60
€ 1.100,-
25%
80
€ 1.000,-
30%
Camping D
Marge-optimalisatie
298
Bij een gezamenlijke exploitatie ontstaat er een totale capaciteit van circa 300 plaatsen. Met een gemiddelde omzet van € 1.500,- per stand plaats levert dat jaarlijks een omzet van € 450.000,- op. Dit is een verbetering van € 110.000,- ten opzichte van de huidige situatie. Door de schaalvergroting naar 300 plaatsen , ontstaat er ook een basis voor voorzieningen en services. Hierdoor kan de omzet naar verwachting nog met circa 10% stijgen. De totale bruto marge bedraagt in dat geval circa € 500.000,-. De huidige kosten van de vier campings bedragen circa € 150.000,- (excl. ondernemersloon). Hierop is door gezamenlijke inkoop, gedeeld marketingbudget en efficiëntere bedrijfsvoering circa 15% efficiencywinst te behalen.
Activiteitenplan Recreatie & Toerisme 2.0 Een zichtbaar, leefbaar en betrokken West Zeeuws-Vlaanderen
Hierdoor dalen de huidige operationele kosten naar circa € 125.000,-. De management- en overheadkosten zullen stijgen naar circa € 80.000,-. Het bedrijfsresultaat voor rente, afschrijvingen en belastingen (EBITDA) bedraagt daarmee ongeveer € 295.000,-. Hiervan dient het pachtbedrag, de rente (voor de extra investeringen) en (eventueel) het dividend te worden betaald. De extra investeringen kunnen geschat worden op € 400.000,-. De rente is daarmee circa € 20-25.000,-. Als voor de erfpacht circa € 20-30.000,- (afhankelijk van waarde opstallen) gerekend wordt, zal circa € 200.000,- dienen te worden betaald voor de vier campings samen. Indien de rente en de erfpacht van de EBITDA wordt afgetrokken, resteert een dividend van circa € 75.000,-. Uiteraard moet dit verdeeld worden over vier aandeelhouders. De aandeelhouders zijn de huidige eigenaren van de campings. Zij kunnen een taak blijven uitvoeren binnen de nieuwe exploitatie, maar naar verwachting zullen de meeste ondernemers hier niet voor kiezen. Met deze constructie ontstaat een stabiele en professioneel kampeerbedrijf met een marktconforme productiviteit. Het overnameprobleem van individuele ondernemers wordt opgelost. Dit lijkt ons een win-win-situatie voor alle betrokkenen, zeker ook de BV West Zeeuws-Vlaanderen: meer impact en meer kwaliteit. Case 3: kustexploitatiemaatschappij De kust en het typische achterland dat daar bij hoort, zijn het basiskapitaal voor het toerisme in de gemeente Sluis. Een goede kwaliteit van het strand zelf, de infrastructuur en de ondersteunen de diensten dragen direct bij aan de kwaliteit van het toeristisch product. De kustzone is echter een gebied waar vele partijen een belang hebben. Het beheer en onderhoud is een taak van de gemeente en ondersteunende overheidsorganisaties (bijv. het waterschap), terwijl de toeristische sector (van strandpaviljoens tot campings) economisch afhankelijk is van de kwaliteit ervan. Het beleid rond de kust is versnipperd over verschillende gemeentelijke afdelingen en ook hier vooral ruimtelijk ingestoken.
47
In deze cases beschrijven we hoe met een gezamenlijke kunstexploitatie er kostenvoordelen behaald kunnen worden en de kwaliteit van de kust en het strand nog verder verbeterd en gewaarborgd kan worden. Het uitgangspunt vormt duurzaam en integraal kustbeheer. Een hoge kwaliteit met minder kosten. Dit is mogelijk door een gezamenlijke kustexploitatiemaatschappij op te richten. In een publiek-private samenwerking kan de gemeente samen met ondernemers kosten efficiënter gaan werken. De gemeente en de ondernemers nemen een gezamenlijk belang in de stichting. Het voorstel van ondernemend West Zeeuws- Vlaanderen is dat ondernemers primair verantwoordelijk worden voor het beheer en onderhoud. Het beheer van de directe omgeving van recreatiebedrijven en voorzieningen kan vaak bij het reguliere onderhoud worden meegenomen. Tegen gelijkblijvende kosten kunnen de recreatiebedrijven vaak de omgeving onderhouden. Het gebied dat door deze organisatie wordt beheerd en geëxploiteerd betreft in ieder geval de kust (t/m de vloedlijn), het duingebied en de directe ontsluiting en infrastructuur hiervan. Mogelijk kan dit op termijn worden uitgebreid, bijvoorbeeld tot aan de provinciale weg N675. Sinds 1999 kent Walcheren de kustexploitatie Walcheren (SSW) opgericht. Door deze samenwerking is onder andere het kustbeheer en de strandbewaking verbeterd. Ook wordt nagedacht over hoe meer toeristen naar Walcheren kunnen worden getrokken. Met de stichting kan informatie worden uitgewisseld over de inrichting van de kustexploitatie. Mogelijke taken van de kustexploitatiemaatschappij: • • • • •
Onderhoud strand en duinovergangen; Plaatsen en onderhoud van voorzieningen (op/bij het strand); Uitgifte en beheer standplaatsen paviljoens; Ondersteuning bij voorzieningen; Bewaking kustzone en strand.