Activiteiten speciaal voor jongeren 3.7 Zorgadviesteams Activiteit Consultatie van het zorgadviesteam (ZAT) aan ROC’s en instellingen voor voortgezet onderwijs. Achtergrond De zorgadviesteams werken op ROC’s en het voortgezet onderwijs en bieden hulp aan leerlingen die, op welk gebied dan ook, problemen hebben. Daarom is een multidisciplinair overleg (zie netwerkpartners) in het leven geroepen, zodat de leerlingen op elk vlak professionele ondersteuning geboden kan worden. Het gaat om een structureel samenwerkingsverband met instellingen op het gebied van jeugdgezondheidszorg, welzijn, jeugdzorg, leerplicht en veiligheid. GGZ NHN biedt ondersteuning aan deze zorgadviesteams. Deze ondersteuning waarborgt een goede taxatie van al dan niet aanwezige psychosociale, psychische en/of psychiatrische problematiek bij de casuïstieken die zich aandienen. Het multidisciplinaire casusoverleg vormt het vaste hoofdbestanddeel van het ZAT. De meest voorkomende functies van het ZAT zijn: • advisering en consultatie van schoolfunctionarissen; • probleemverkenning door gesprekken, screening en aanvullende diagnostiek; • verwijzing en toeleiding van leerlingen naar externe instellingen; • ambulante begeleiding en hulpverlening aan leerlingen en/of het gezin. Cluster en prestatievelden Wmo Cluster: advies, ondersteuning en signalering. Prestatievelden Wmo: 2 en 3. Omschrijving activiteit Wanneer een docent of mentor van de school zich zorgen maakt over een leerling, verwijst hij/zij de leerling naar het zorgadviesteam. Hier wordt vervolgens de situatie van de leerling besproken. Er wordt besloten hoe en door welke instantie de leerling het beste geholpen kan worden. Indien sprake is van psychische problematiek zal een deskundige van GGZ NHN het hulpverleningstraject in gang zetten en het eerste gesprek met de leerling voeren. Doelgroep De leerlingen van ROC’s en scholieren in het voortgezet onderwijs. Doel en resultaat Het doel is om leerlingen die vastlopen op enig gebied advies te geven om tot een zorgkader of oplossing te komen. Ze worden sneller geholpen en adequaat doorverwezen bij psychische problematiek. Hiermee wordt gezondheidswinst geboekt en schooluitval voorkomen.
29
Samenhang en afstemming met netwerkpartners Het zorgadviesteam bestaat uit medewerkers van de school, schoolmaatschappelijk werk, Bureau Jeugdzorg, een jeugdarts, Parlan, MEE, politie, schuldhulpverlening gemeente en GGZ NHN. Verantwoording en evaluatie Verantwoording en evaluatie gebeurt gezamenlijk en ligt bij de (DIA van) school en de deelnemende instanties. Financiën Kostprijzen worden vastgesteld op basis van CAO-lonen. In een gesprek kunnen prijzen nader worden toegelicht.
30 GGZ NHN - zichtbaar beter
3.8 Keukentafelgesprekken Activiteit Keukentafelgesprekken. Achtergrond Uit onderzoek en uit de praktijk blijkt dat jongeren – met name in plattelandsgemeenten – niet altijd beschikken over een veilige omgeving om problemen te ventileren. Vriendschappen worden in beginsel niet aangegaan op basis van raakvlakken als gelijkwaardigheid, intelligentie, interesses, emotie en respect. Ze vinden hun bestaansrecht in de vanzelfsprekendheid van jaren. Er vindt dus geen vanzelfsprekende, kritische selectie plaats. De vriendschappen worden veelal groepsgewijs beleefd. De vriendengroepen zijn groot, actief en loyaal. Ondanks dat voldoende activiteiten worden ondernomen, gebeurd dit doorgaans in de beslotenheid van de groep. Er wordt weinig ruimte gecreëerd om de wereld verder te exploreren. Problemen worden wel aangehoord, maar men stimuleert elkaar niet om problemen, vraagstukken of gevoelens te uiten. Integendeel, de nadruk van het samenzijn ligt op ‘gewoon’ gezellig doen. Tevens wordt veel alcohol gedronken door de jeugd. De beslotenheid van de groep, het vele alcoholgebruik en de cultuurgebonden ´Westfriese nuchterheid´ vormen tezamen een vergroot risico op een oppervlakkige vriendschapsbeleving en een negatief toekomstbeeld. Uit onderzoek blijkt dat dergelijke sociale structuren een risicofactor vormen op het ontwikkelen van psychische problematiek en zelfs suïcidaal gedrag. Ook uit onderzoek van de GGD blijkt dat in West-Friesland 1 op de 6 jongeren rondloopt met gedachten aan zelfdoding. De keukentafelgesprekken kennen hun oorsprong in de rouwverwerking van de zelfdodingen onder jongeren in de regio én de (gerede) angst op herhaling in de vriendengroepen. Bij de keukentafelgesprekken worden vriendengroepen in hun eigen omgeving empowered om de bestaande sociale structuur positief in te zetten. Jongeren met psychische problemen ervaren deze methodiek als een drempelverlagend middel om de stap naar professionele hulpverlening te maken. Cluster en prestatievelden Wmo Cluster: sociale participatie, informatie en advies, services en signalering. Prestatievelden Wmo: 1, 2, 3 en 8. Omschrijving activiteit Het keukentafelgesprek heeft een tweedelig karakter. Enerzijds wordt het reactief ingezet bij traumatische gebeurtenissen zoals bijvoorbeeld zelfdoding. Anderzijds heeft het een grote preventieve waarde als de gesprekken proactief worden aangeboden aan jongeren. De gesprekken worden geleid door een hulpverlener, maar bestaan niet uit therapie. De aanwezigheid van een hulpverlener met kennis van systeembenadering en empowerment draagt bij aan het verdiepen van het groepsgesprek. De gesprekken vinden plaats op een locatie die wordt uitgekozen door de vriendengroep. Doorgaans vinden één tot twee gesprekken van twee uur plaats met de groep. Doelgroep Vriendengroepen van jongeren tussen de 12 en 25 jaar oud.
31
Doel en resultaat Het voornaamste doel is de onderlinge communicatie stimuleren. Zoals eerder geschetst is het niet vanzelfsprekend dat problemen - maar ook dromen en ambities gedeeld worden. Het ‘oppotten’ van problemen draagt negatief bij aan het psychisch welbevinden en kan uiteindelijk ziekmakend zijn. Een ander doel is het signaleren van jongeren met psychische problemen. De jongeren die hebben deelgenomen aan de keukentafelgesprekken rapporteren dat zij het makkelijker vinden om moeilijke vragen te stellen binnen de vriendengroep of om zorgen of twijfels te delen met één of meerdere vrienden. Het resultaat is dat jongeren assertiever worden en sociaal sterker. Beiden dragen bij aan het voorkomen van psychische problematiek. Samenhang en afstemming met netwerkpartners Er wordt anoniem gerapporteerd aan de opdrachtgever. Dit zal meestal de gemeente zijn. Verantwoording en evaluatie Van elk gesprek wordt een verslag gemaakt waarin opgenomen wordt hoeveel jongeren aanwezig waren. De jongeren evalueren het gesprek schriftelijk na vier maanden. Financiën Kostprijzen worden vastgesteld op basis van CAO-lonen. In een gesprek kunnen prijzen nader worden toegelicht.
32 GGZ NHN - zichtbaar beter
3.9 Training Leren signaleren Activiteit Training Leren signaleren. Achtergrond Landelijk onderzoek heeft aangetoond dat de Westfriese jeugd significant meer, vaker en vroeger overmatig alcohol drinkt dan hun leeftijdsgenoten in andere delen van Nederland. Ook wijst regionaal onderzoek uit dat 1 op de 6 jongeren tussen 12 en 19 jaar gedachten aan zelfdoding heeft. Regio West-Friesland kent reeds decennia lang relatief veel suïcides en suïcidaal gedrag. Ook onder jongeren. Een relatie bestaat tussen psychische problematiek en overmatig alcohol- en drugsgebruik. Suïcide en suïcidepogingen worden niet zelden gepleegd onder invloed van alcohol en/of drugs. Er is geen directe verklaring voor de hoge incidentie in WestFriesland te vinden, maar een daadkrachtige regionale aanpak is noodzakelijk. De alcohol- en suïcideproblemen zullen in omvang en ernst toenemen als geen actie wordt ondernomen. Eén van de methoden die hiervoor gebruikt wordt is de Leren Signaleren-methode. Uitgangspunt bij deze methode is dat afhankelijkheid van een middel of daadwerkelijk suïcidaal gedrag niet zomaar ontstaat. Veelal gaat hier een langere periode van problemen én signalen aan vooraf. Juist die voorafgaande periode moet gebruikt worden om in te grijpen en/of hulp te bieden. Leren signaleren geeft handvatten om de problemen en signalen eerder op te merken en hierop actie te ondernemen. Cluster en prestatievelden Wmo Cluster: informatie en advies, signalering en toeleiding. Prestatievelden Wmo: 2, 3 en 8. Omschrijving activiteit Om de training regiobreed aan te kunnen bieden zijn acht hulpverleners opgeleid. Zij hebben zich de methode Leren Signaleren eigen gemaakt en hebben ruime ervaring met het geven van trainingen. De methode richt zich op de volgende vier punten: • Het herkennen van risicofactoren die kunnen leiden tot psychische en/of middelenafhankelijke problematiek; • Het leren signaleren van psychische en/of middelenafhankelijke problematiek bij de Westfriese jeugd tussen de 10 en 21 jaar oud; • Het leren signaleren van de ontwikkeling van psychische en/of middelenafhankelijke problematiek; • Hoe te handelen als een vermoeden bestaat van voorgenoemde problematiek. De training valt grofweg in te delen in drie blokken, waarin deze vier punten worden behandeld: • WETEN: Intermediairen kennen de feiten en cijfers rondom middelengebruik en psychische problematiek in de regio en zijn zich bewust van hun rol van betekenis; • LEREN: Signalen van psychische problematiek en/of middelengebruik herkennen en deze bespreekbaar maken; • HANDELEN: Bruikbare en eenvoudige gesprekstechniek aanreiken voor exploratie van problematiek. Wat te doen bij gerede zorg of twijfel.
33
De methode Leren signaleren is dynamisch en voortdurend uit op verbetering. In samenwerking met de Vrije Universiteit wordt onderzoek gedaan naar het suïcidale gedrag onder jongeren middels de psychologische autopsiemethode. Tevens wordt onderzoek gedaan naar de invloed van de sociale structuur. Beide onderzoeken leveren aangrijpingspunten voor preventie en worden opgenomen in de methode Leren Signaleren. De duur en presentatie van de trainingen wordt zoveel mogelijk aangepast aan de wisselende doelgroep. Doorgaans zal de training aangeboden worden aan groepen van ongeveer twaalf personen. De training wordt begeleid door twee trainers. Een training duurt minimaal twee uur en maximaal 4,5 uur. De training is zowel theoretisch als interactief en is in principe éénmalig. Dit vanwege de blijvende service in de vorm van een meld- en servicepunt dat is verbonden aan de training. De trainingen worden op locatie aangeboden, maar kunnen desgewenst ook plaatsvinden bij GGZ NHN. Doelgroep Iedereen die beroepsmatig óf vrijwillig met jeugd tussen de 10 en 23 jaar oud te maken heeft, komt in aanmerking voor de training Leren signaleren (geen enkele disciplines worden uitgesloten). Doel en resultaat Trainen van professionals en vrijwilligers in Leren signaleren. Creëren van een (fijnmazig) netwerk rond jeugd. Het uiteindelijke doel is dat hierdoor alcohol- en suïcideproblemen onder jongeren eerder worden onderkend, zodat meer en ernstigere problemen worden voorkomen. Samenhang en afstemming met netwerkpartners Er bestaat een nauwe samenwerking met de GGD, Brijder Verslavingszorg en Bureau Jeugdzorg. Het voornoemde meld- en servicepunt is gehuisvest bij de GGD. Daar vindt een eerste screening plaats waarna eventueel wordt doorverwezen naar hulpverlenende organisaties. Over deze samenwerking zijn principe-afspraken gemaakt met gemeenten en participerende organisaties. Het meld- en servicepunt is een voorloper van het CJG. Verantwoording en evaluatie Het aantal trainingen en het aantal getrainde mensen wordt geregistreerd, alsmede de aanmeldingen van jeugd als gevolg van de trainingen. De GGD onderzoekt middels de jongerenenquête E-MOVO of deze gezondheidsbevorderende interventie invloed heeft op het regionale welbevinden. Jaarlijks wordt verantwoording afgelegd aan gemeenten en provincie. Financiën Kostprijzen worden vastgesteld op basis van CAO-lonen. In een gesprek kunnen prijzen nader worden toegelicht.
34 GGZ NHN - zichtbaar beter
3.10 Cursus KOPP/KVO Activiteit KOPP/KVO-groepen voor kinderen van ouders met psychiatrische problemen en/of kinderen van verslaafde ouders. Achtergrond 1,6 miljoen kinderen onder de 22 jaar hebben ouders waarbij een psychische stoornis is gediagnosticeerd (persoonlijkheidsstoornissen niet meegerekend). Van deze kinderen groeit ongeveer een derde gezond op, een derde deel van de kinderen krijgt later milde psychische problemen en een derde deel krijgt later zelf ernstige psychische problemen. Ernstige psychische problemen zijn bijvoorbeeld angststoornissen en stemmingsstoornissen. Door middel van KOPP/KVO-groepen wordt preventief gewerkt aan het verminderen van de risicofactoren en het verhogen van de beschermende factoren die invloed hebben op de ontwikkeling van de kinderen. Cluster en prestatievelden Wmo Cluster: informatie, advies en ondersteuning. Prestatievelden Wmo: 2. Omschrijving activiteit Eerst vindt een kennismakingsgesprek plaats, soms in het bijzijn van de ouders. Daarna volgen acht groepsbijeenkomsten van anderhalf uur. In de bijeenkomsten krijgen de kinderen/jongeren informatie over psychische stoornissen en wordt ingegaan op de oorzaken van psychische ziekten. Veel kinderen kampen namelijk met schuldgevoelens. Daarnaast wordt geoefend met sociale vaardigheden zoals steun vragen en grenzen stellen. Tevens worden twee ouderbijeenkomsten van twee uur georganiseerd. Na afloop is nog een terugkombijeenkomst voor de deelnemers en hun ouders. De activiteit is gebaseerd op good practice en acht tot tien mensen kunnen deelnemen. Er wordt gewerkt met een landelijk gebruikt draaiboek, samengesteld door het Trimbos Instituut. Momenteel vindt landelijk onderzoek plaats om het effect van de training te meten. Doelgroep Kinderen, pubers en jongeren van 8 tot 18 jaar (verdeeld in drie leeftijdsgroepen) waarvan bij één of beide ouders een psychiatrische ziekte, persoonlijkheidsproblematiek en/of verslavingsproblematiek is geconstateerd. Doel en resultaat Het voorkomen van ernstige psychische problemen bij kinderen en jongeren als gevolg van psychische of verslavingsproblemen van één of beide ouder(s). Subdoelen zijn het doorbreken van het isolement, het bevorderen van een reële kijk op zichzelf en op de ouder(s) en het verhogen van de competenties. Het resultaat is dat de kinderen en jongeren makkelijker hun problemen kunnen uitten binnen hun eigen netwerk. Samenhang en afstemming met netwerkpartners De KOPP/KVO-groepen worden vaak in samenwerking met een medewerker van Triversum (regio Kop van Noord-Holland) gegeven. Naar de KOPP/KVO-groepen
35
wordt verwezen door hulpverleners van GGZ NHN, scholen, cliënten van GGZ NHN (zij horen over de groepen voor hun kinderen) en de huisarts. Verantwoording en evaluatie Het aantal deelnemers wordt bijgehouden en tevens wordt geregistreerd uit welke gemeente zij afkomstig zijn. Tijdens de terugkombijeenkomst wordt mondeling geëvalueerd met de kinderen en hun ouders. Financiën Kostprijzen worden vastgesteld op basis van CAO-lonen. In een gesprek kunnen prijzen nader worden toegelicht.
36 GGZ NHN - zichtbaar beter
3.11 Check Chat Activiteit Check Chat Achtergrond Check Chat is ooit opgezet door Triversum. Hiermee is gestopt toen de financiering vanuit de AWBZ werd beëindigd. Sindsdien valt het onder collectieve ggz preventie, een taak van gemeenten. GGZ NHN en de Praktijk, beide instellingen voor kinder- en jeugdpsychiatrie, zijn hier opnieuw mee gestart. Cluster en prestatievelden Wmo Cluster: informatie en advies, ondersteuning en signalering. Prestatievelden Wmo: 1 en 3. Omschrijving activiteit De chat is een laagdrempelige, anonieme vorm van hulpverlening die aansluit bij de huidige wijze van communiceren van de jeugd. Het is bedoeld voor jongeren van 12 jaar tot ongeveer 18 jaar, die problemen hebben zoals: somberheid, schoolproblemen, problemen thuis, gepest worden, zich eenzaam voelen. Maar ook eetproblemen, automutilatie, middelen misbruik en suicidaliteit kunnen aan de orde komen. Onder begeleiding van 2 professionals (1 vanuit SDP en 1 vanuit de GGZ) kunnen jongeren vragen stellen en hun verhaal vertellen aan hulpverleners en elkaar. De meerwaarde van het chatten in een groep is het feit dat jongeren onderling tips en ervaringen uitwisselen die helpend zijn; lotgenootschap is een belangrijke meerwaarde. Het kan zijn dat de chat een ondersteuning is bij de huidige hulpverlening/therapie. Het chatten zelf kan al verlichting geven en de draagkracht vergroten. Daarnaast kunnen hulpverleners tijdens de chat gerichte informatie geven over het aanbod in de kinder- en jeugd-GGZ in de regio van GGZ NHN. Vanuit de hulpverleners wordt oplossingsgericht gewerkt, worden afspraken gemaakt en doelen gesteld. Ook kan sprake zijn van laagdrempelige toeleiding naar professionele hulpverlening. De chat is geopend op elke dinsdag, met uitzondering van de schoolvakantie, van 19.00 uur tot 21.00 uur. Doelgroep Jongeren die niet lekker in hun vel zitten. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan jongeren die neerslachtig zijn, moeilijk vrienden maken, erg beïnvloedbaar en/of angstig zijn of jongeren die regelmatig met de gedachte spelen dood te willen gaan. Dit initiatief is gericht op jongeren in het werkgebied van GGZ NHN. Doel en resultaat • Het bieden van ondersteuning en coaching bij klachten; • Psycho-educatie: bijvoorbeeld uitleg over gevoelens van somberheid en schuldgevoelens; • Laagdrempelig: tijdens het chatten zijn de jongeren anoniem, waardoor zij het minder eng vinden om over gevoelens te praten; • Lotgenotencontact: de gedachte dat je niet de enige bent die problemen heeft is vaak opzich al helpend;
37
• Eerste stap naar de hulpverlening: jongeren met ernstige problemen die normaal niet zo snel hulp zoeken, kunnen hierin gemotiveerd worden door de medewerkers van de chat. Samenhang en afstemming met netwerkpartners De Praktijk en GGZ NHN werken samen. De activiteit is bekend bij netwerkpartners en wordt steeds weer bekend gemaakt. Verantwoording en evaluatie De hoeveelheid jongeren die deelnemen aan de chat en de thema’s die aan de orde komen, worden geregistreerd. Financiën Kostprijzen worden vastgesteld op basis van CAO-lonen. In een gesprek kunnen prijzen nader worden toegelicht.
38 GGZ NHN - zichtbaar beter
3.12 Agressie Regulatie Activiteit Agressie Regulatie. Achtergrond Agressie Regulatie is bedoeld voor jongens en meisjes in de leeftijd van 16-23 jaar met forse agressieproblematiek. De jongeren hebben (intensieve) behandeling nodig voor het leren reguleren van hun agressieve gevoelens en gedrag. De jongeren hebben in ieder geval last van reactieve agressie, maar kunnen daarnaast ook proactieve agressie vertonen. De jongeren kunnen de controle over hun agressieve gevoelens verliezen als zij provocatie ervaren en reageren dan gewelddadig. Het agressieve gedrag is veelal een reactie op narcistische krenkingen en/of het idee hebben respectloos te worden behandeld. De agressie is vaak onderdeel van psychosociale en/of psychiatrische problematiek. Het agressieve gedrag is gerelateerd aan een geringe impulscontrole, weinig beheersingsvaardigheden, weinig zelfcontrole, zich snel aangesproken en bedreigd voelen, beperkte vaardigheden voor het adequaat hanteren van conflicten, een tekort aan probleemoplossende vaardigheden en rigide en negatieve cognities. Cluster en prestatieveld Cluster: hulpverlening en begeleiding, ondersteuning en signalering. Prestatievelden: 1 en 3. Omschrijving activiteit Agressie Regulatie bestaat uit een groepstraining. De interventie maakt gebruik van een cognitieve gedragsmatige aanpak met dramatherapeutische technieken, waarbij continu aandacht is voor het motiveren en vergroten van het geloof in eigen kunnen om zo de leerbaarheid te vergroten. Er wordt gewerkt aan het verminderen van stress en agressieve gevoelens, beheersingsvaardigheden, impulscontrole, het vergroten van het zelfinzicht, inzicht in triggers en het veranderen van disfunctionele cognities. Ook is de interventie gericht op het verbeteren van de zelfcontrole, de wijze van informatieverwerking, het richten van de aandacht en het verminderen van negatieve interactiecirkels tussen de jongere en ouder(s)/verzorger(s). Het oplossen van problemen en gedragsalternatieven wordt geoefend aan de hand van fictieve en zelfingebrachte probleemsituaties. Nieuw gedrag wordt aangeleerd via rollenspelen, imitatie, modelling en positieve bekrachtiging. De groepstraining wordt om de week aangeboden en heeft de duur van anderhalf uur. Gemiddeld vinden 13 bijeenkomsten plaats, met vooraf een intake van 45 minuten per deelnemer. Doelgroep Agressie Regulatie is bedoeld voor jongens en meisjes in de leeftijd van 16-23 jaar met forse agressieproblematiek. De jongeren hebben (intensieve) behandeling nodig voor het leren reguleren van hun agressieve gevoelens en gedrag. Doel en resultaat De interventie heeft primair als doel zelfregulatie van een jongere met forse agres-
39
sieproblematiek te verbeteren om zo de kans op recidive te verkleinen. Dit door het verminderen van dynamische individuele risicofactoren gerelateerd aan de agressieregulatie problematiek. Samenhang en afstemming met netwerkpartners Op veel plekken kan problematiek gesignaleerd worden en kunnen jongeren bij GGZ NHN aangemeld worden voor training. Zo ook kunnen de zorgadviesteams van scholen verwijzen naar GGZ NHN. Terugkoppeling vindt plaats aan contactpersoon van verwijzende instantie. Verantwoording en evaluatie De aanwezigheid van deelnemers tijdens de bijeenkomsten wordt geregistreerd. Tevens wordt bijgehouden uit welke gemeente de deelnemers afkomstig zijn en aan het eind van de training wordt geëvalueerd. Financiën Kostprijzen worden vastgesteld op basis van CAO-lonen. In een gesprek kunnen prijzen nader worden toegelicht.
40 GGZ NHN - zichtbaar beter
3.13 Cursus 'Grip op je dip' Activiteit Cursus 'Grip op je dip'. Achtergrond Iedereen voelt zich wel eens somber, bijvoorbeeld als iets onplezierigs gebeurt. Soms blijft die somberheid langer bestaan. Alles lijkt kleurloos geworden en plezier in het leven ontbreekt. Vaak doen zich dan ook allerlei klachten voor, zoals piekeren, het hebben van schuldgevoelens, moeheid, slaapproblemen, problemen met eten of hoofdpijn. Sommige mensen weten zelf waar die somberheid vandaan komt en voor anderen is de oorzaak niet duidelijk. De cursus is bestemd voor mensen die actief willen leren hoe ze met hun klachten kunnen omgaan. Cluster en prestatievelden Wmo Cluster: informatie en advies en hulpverlening. Prestatievelden Wmo: 3 en 5. Omschrijving activiteit In de cursus wordt uitgegaan van de huidige situatie. Vaardigheden worden aangeleerd die kunnen helpen bij het overwinnen van sombere gevoelens. De volgende onderwerpen worden behandeld: somberheid, spanning en ontspanning, plezierige activiteiten, assertiviteit en anders leren denken. Zelfwerkzaamheid is belangrijk in de cursus. De cursus bestaat uit een kennismakingsgesprek, tien tot twaalf wekelijkse bijeenkomsten van twee uur en een terugkombijeenkomst. Per cursusgroep kunnen maximaal tien mensen deelnemen. Doelgroep De ‘grip of je dip’ cursus wordt aangeboden voor jongvolwassenen van 18 tot 25 jaar. Eenzelfde cursus wordt aangeboden voor overige doelgroepen. Deze cursus heet ‘In de put, uit de put’ zie hiervoor 3.1. Men komt in aanmerking bij klachten zoals somberheid, bij lichte tot matige depressieve klachten of wanneer iemand langer dan twee weken ‘nergens meer zin in’ heeft. Doel en resultaat Het doel is het aanleren van vaardigheden om sombere gevoelens te helpen overwinnen. Na afloop van de cursus zijn de deelnemers in staat beter met deze gevoelens om te gaan. Samenhang en afstemming met netwerkpartners De cursus kan in samenwerking met het AMW of bijvoorbeeld het Horizoncollege (jongvolwassenen) georganiseerd en gegeven worden. Een spv (GGZ NHN) en een maatschappelijk werker (AMW) of een medewerker van het Horizoncollege begeleiden de cursus. Verantwoording en evaluatie De aanwezigheid van de deelnemers tijdens de bijeenkomsten en uit welke gemeenten zij afkomstig zijn worden geregistreerd. Aan het einde van de cursus vindt een evaluatie plaats.
41
Financiën Kostprijzen worden vastgesteld op basis van CAO-lonen. In een gesprek kunnen prijzen nader worden toegelicht.
42 GGZ NHN - zichtbaar beter
3.14 Het 1-2-3 gesprek voor jeugdigen en hun netwerk Activiteit Het 1-2-3-gesprek, utgevoerd door GGZ NHN, is bedoeld voor het maken van een snelle inschatting voor scholen e.a. Preventie, consultatie en taxatie in drie gesprekken waarbij toeleiding naar zorg niet het doel, maar wel mogelijkheid is; een aanbod van 3 gesprekken op korte termijn in geval van zorgkinderen/leerlingen/zorgjongeren. Achtergrond Het is van belang om kinderen/jongeren met psychische problemen snel op te sporen en hen, samen met hun systeem (gezin, intermediairs en/of hulpverleners), adequaat te helpen hier oplossingen voor te vinden. Cluster en prestatieveld Cluster: informatie en advies, signalering en toe leiden naar hulpverlening indien nodig. Prestatieveld WMO: 2. Omschrijving activiteit Bij kinderen op de basisschool kunnen zowel agressie, hyperactiviteit, opstandig gedrag als ongehoorzaam zijn voorkomen. Ook zwakke prosociale vaardigheden, latere gedragsproblemen en moeite met sociale aanpassing bij zowel jongens als meisjes zijn te voorspellen. Externaliserend probleemgedrag kan onderverdeeld worden in agressief gedrag, zoals vechten en pesten en regel overschrijdend gedrag als stelen, een vuurtje stoken en spijbelen. Doel van de gesprekken is de kans op het ontwikkelen van een gedragsstoornis verkleinen Alle jongeren zijn gevoelig voor stemmingsproblemen ten gevolge van de ontwikkeling die zij doormaken van jongere naar volwassene. Deze problemen kunnen zich in verschillende gradaties voordoen. Uit onderzoek blijkt dat 1 op de 6 jongeren in de leeftijd van 12-19 jaar een sombere stemming heeft gepaard gaand met gedachten aan zelfdoding. We weten dat experimenteren met middelen bij deze leeftijdsfase hoort, maar het is niet verstandig om middelen te gebruiken als het niet goed met je gaat. Kenmerkend voor jongeren is dat zij weinig steun ervaren van hun leeftijdgenoten, uitgaan, drinken en feestvieren wordt veel gedaan, maar zorgen worden vaak niet met elkaar besproken. Als de stemmingsproblemen te groot worden heeft dat effect op alle leefgebieden: thuis, op school, bij sociale contacten en hobby’s. Zowel jongeren als ouders hebben hier vragen over evenals intermediairs zoals schoolbegeleiders en jeugdhulpverleners. Tijdens de preventieve 1-2-3- gesprekken kunnen deze partijen bij GGZ NHN, centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie terecht met vragen over de klacht/het probleem van een kind of jongere en vooral hoe deze samen met het systeem de oplossingsvaardigheden kunnen vergroten. De werkwijze is oplossingsgericht en het doel (psychische) gezondheidsbevordering bij kinderen/jongeren. Frequentie: per casus maximaal 3 gesprekken. Doelgroep Kinderen en jongeren van 0 - 23 jaar samen met hun systeem.
43 GGZ NHN - zichtbaar beter
Doel en resultaat Psychische gezondheidsbevordering bij kinderen en jongeren. Wat is het bereik? De activiteit is gericht op kinderen en jongeren in West-Friesland. De scholen voor Voortgezet onderwijs zullen de grootste verwijzer zijn, nadat een jongere in een Zorgen Adviesteam (ZAT) is besproken. Het Jongerenwerk in de regio’s kunnen ook een beroep doen op deze dienst, evenals een CJG CJG, basisscholen en kinderdagverblijven. Wat is het resultaat? De jongeren hebben na deze gesprekken beter zicht op hun situatie en zijn in staat om daadwerkelijk aan de slag te gaan met het vergroten van hun oplossingsvaardigheden en het versterken van hun weerbaarheid. Zij beschikken over informatie waar zij terecht kunnen voor raad en advies. De ouders hebben na deze gesprekken handvatten gekregen om de relatie met hun kind te optimaliseren. Zij weten dat de verbinding tussen ouders en jongere belangrijk is, waarbij ouders uitgelegd wordt dat jongeren zich losmaken, maar dat het noodzakelijk is dat de verbinding tussen ouders en jongere intact blijft. De intermediairs hebben na de gesprekken handvatten om in te grijpen in het proces van vroegtijdig signaleren, begeleiden of het laten behandelen van jongeren met ernstige psychiatrische problematiek. In maximaal drie gesprekken per casus bij GGZ NHN (of elders op locatie) komen diverse thema’s en vragen aan de orde. Door het geven van voorlichting en door begeleiding en consultatie wordt de situatie in beeld gebracht en besproken. Samenhang en afstemming met netwerkpartners • ‘Vindplaatsen van jongeren’ • Scholen voortgezet onderwijs via ZAT • Basisscholen • Samenwerkingsverband basisscholen • Jongerenwerk in alle gemeenten • CJG in alle gemeenten Het is belangrijk dat de mogelijkheid tot verwijzing laagdrempelig is. Bijvoorbeeld dat de ZAT voorzitter een medewerker van GGZ NHN kan bellen om te overleggen, de jongere zelf een afspraak kan maken en/of dat de ouders een afspraak kunnen maken. Er zal zoveel mogelijk naar bevinding van zaken moeten worden gehandeld. Verantwoording en evaluatie Het aantal gesprekken, de n.a.w. gegevens en de leeftijden worden geregistreerd. Financiën Per casus worden er gemiddeld drie gesprekken gevoerd door een sociaal psychiatrisch verpleegkundige (voor 1 casus 6 uur). Kostprijzen worden op basis van CAOlonen vastgesteld. Meer informatie over deze activiteit Contactpersoon: Marijke Vellekoop E-mail:
[email protected] Telefoon: 06 20 33 81 38 44 GGZ NHN - zichtbaar beter
3.15 Cursus ‘Met lef ’, leren omgaan met (faal)angst Activiteit Cursus: ‘Met lef’, leren omgaan met angstklachten. Achtergrond Elke dag komt men in contact met andere mensen; op het werk, in de supermarkt of op een verjaardag. Dit kunnen familieleden of bekenden zijn, of totale vreemden. Sommige mensen zijn vaak angstig, gespannen en onzeker in deze contacten met anderen. Het voeren van een gesprek of het geven van een mening kan dan heel lastig zijn. In een studie moet men presteren. Sommige mensen zijn bang om te falen, dicht te klappen, waardoor men helemaal blokkeert. Deze klachten kunnen het succesvol volgen van een studie in de weg staan. De cursus ‘Met lef’ is bestemd voor mensen die actief willen leren hoe ze met deze klachten kunnen omgaan. Cluster en prestatievelden Wmo Cluster: informatie en advies en hulpverlening. Prestatievelden Wmo: 3 en 5. Omschrijving activiteit Het doel van de cursus ‘Met lef’ is het leren omgaan met de angst en onzekerheid, zodat iemand met meer plezier het contact met anderen kan aangaan, of dat men niet blokkeert bij het moeten presteren bij toetsen en examens. Stap voor stap worden deelnemers zich bewust van welke angstige gedachten ze meestal hebben. Daarnaast wordt er gewerkt aan meer zelfvertrouwen. Er worden oefeningen en vaardigheden aangeboden die kunnen helpen in contacten met anderen en andere ‘angstige’ situaties. Tevens kunnen deelnemers in de cursus ervaringen uitwisselen. Door actief bezig te zijn met de opdrachten, leren deelnemers hun angst en onzekerheid aan te pakken. Voorafgaand aan de cursus vindt een kennismakingsgesprek plaats. In dit gesprek wordt informatie gegeven en gekeken of de cursus aansluit bij de verwachtingen. De cursus bestaat uit acht bijeenkomsten, na enkele maanden nog een terugkombijeenkomst en wordt door twee hulpverleners gegeven. De groepsgrootte is 10-15 deelnemers. Doelgroep De cursus is bedoeld voor mensen die zich angstig en gespannen voelen in het contact met anderen en/of last hebben van faalangst en willen leren om deze klachten te verminderen. Doel en resultaat Het doel is het aanleren van vaardigheden om angstige gevoelens te helpen overwinnen. Na afloop van de cursus zijn de deelnemers in staat beter met deze gevoelens om te gaan. Samenhang en afstemming met netwerkpartners De cursus kan gegeven worden binnen de setting van een opleiding, bijvoorbeeld IN HOLLAND of het Horizoncollege. Verantwoording en evaluatie De aanwezigheid van de deelnemers tijdens de bijeenkomsten en uit welke gemeenten zij afkomstig zijn worden geregistreerd. Aan het einde van de cursus vindt een evaluatie plaats. Financiën Kostprijzen worden vastgesteld op basis van CAO-lonen. In een gesprek kunnen prijzen nader worden toegelicht. Studenten betalen een eigen bijdrage voor de cursus die wordt verrekend met de kostprijs. 45 GGZ NHN - zichtbaar beter