Activeren investeringen maatschappelijk nut
gemeente Eindhoven CTRL - Control, BI - Bedrijfsvoering/Instrumenten Concept Juni 2015
juni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven CTRL - Control, BI - Bedrijfsvoering/Instrumenten Datum juni 2015
Inhoudsopgave 1 Inleiding en historie 2 Uitgangspunten activeren investeringen Maatschappelijk Nut 2.1 Onderscheid tussen investeringen in openbare ruimte met een maatschappelijk nut en onderhoud. 2.2 Bepalen optimale levensduur 2.3 Dekking van investeringen maatschappelijk nut 2.4 Norm voor maximale kapitaallasten 2.5 Integrale afweging in boekwerk MIP 3 Accountant en overige gemeenten Bijlage 1: Artikelen BBV en nota van toelichting Bijlage 2: Levensduur per activasoort
5 8 8 9 11 12 13 14 15 18
juni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
4
gemeente Eindhoven
juni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
1
Inleiding en historie
Inleiding Eindhoven investeert om de stad op orde te houden. Er is een onderscheid in investeringen in economisch nut, zoals gebouwen en investeringen in maatschappelijk nut, zoals wegen. Investeringen in economisch nut moeten worden geactiveerd en investeringen in maatschappelijk nut mogen worden geactiveerd.
Wat is activeren? Activeren is het op de balans presenteren van de financiële waarde van het aangeschafte of vervaardigde kapitaalgoed vanaf het moment dat de gemeente het 1
economisch risico loopt en dat het kapitaalgoed een meerjarig nut heeft
Welke investeringen vallen onder maatschappelijk nut? Het gaat om investeringen in de openbare ruimte die uitsluitend een meerjarig maatschappelijk nut hebben. Voorbeelden zijn wegen, pleinen, bruggen en openbaar groen. Deze producten genereren geen middelen en er is geen markt voor.
Een stukje geschiedenis In het huidige Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) staat in artikel 59 vierde lid dat investeringen in maatschappelijk nut kunnen worden geactiveerd (zie bijlage 1: BBV en nota van toelichting). Aan de gemeente de keuze om deze investeringen wel of niet te activeren. In 2004 heeft de gemeente Eindhoven ervoor gekozen de investeringen in maatschappelijk nut niet meer te activeren. Eén van de argumenten was dat het niet activeren van investeringen maatschappelijk nut de mogelijkheid geeft om incidentele middelen (voor zover de raad dit noodzakelijk acht) in te zetten voor investeringen zonder een beslag te doen op de structurele ruimte (bron: notitie activeren, waarderen en afschrijven). Om alle financiële consequenties te verwerken in de begroting, is in 2004 de boekwaarde op de balans met € 40 miljoen verlaagd. De verlaging is ten laste van het eigen vermogen (verlaging reserves) gegaan. De afschrijvingen en rentekosten die reeds begroot waren, zijn ingezet als dekking voor de jaarlijkse investeringen. In 2004 is € 3,3 miljoen structureel “vrijgespeeld” voor investeringen in maatschappelijk nut, naast de reeds beschikbare dekking uit reserves, voorzieningen en bijdragen derden.
Nieuwe ontwikkelingen In 2015 speelt de discussie om investeringen maatschappelijk nut te activeren op landelijk en Europees niveau. De commissie vernieuwing BBV bereidt een voorstel voor om investeringen maatschappelijk nut te activeren. Er zijn Europese richtlijnen in ontwikkeling om meer standaardisering van begrotingen van de publieke sectoren in Europa te realiseren (EPSAS). De gemeente kan overigens nu al kiezen om investeringen maatschappelijk nut te activeren, mits dit goed is beargumenteerd en afstemming plaatsvindt met de accountant. Door de stelselwijziging ontstaat er op korte termijn ruimte in de begroting, 1
Bron: nota waardering en afschrijving vaste activa gemeente Arnhem.
gemeente Eindhoven
5
juni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
aangezien de jaarlijkse investeringsbudgetten worden omgezet naar lagere afschrijvingsen rentelasten. Op langere termijn zijn de kosten hoger, omdat ook rentelasten in de begroting worden opgenomen. We maken de keuze om alleen nieuwe investeringen vanaf 2016 te activeren. Bestaande investeringen worden niet geactiveerd. Met bestaande investeringen bedoelen we investeringen die nu al in de projectadministratie in uitvoering zijn. Investeringen waar nog niet op is geboekt en pas in 2016 in uitvoering gaan, worden wel geactiveerd.
Doel van dit rapport Dit rapport geeft toelichting op de richtlijnen die van toepassing zijn bij het activeren van investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut.
6
gemeente Eindhoven
juni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
gemeente Eindhoven
7
juni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
2
Uitgangspunten activeren investeringen Maatschappelijk Nut
2.1
Onderscheid tussen investeringen in openbare ruimte met een maatschappelijk nut en onderhoud.
De term vaste activa geeft aan dat de investering een meerjarig karakter moet hebben. Onderhoudsinvesteringen vallen hier niet onder, aangezien door onderhoud aan een “object” geen langere economische levensduur wordt gerealiseerd. Door de stelselwijziging zijn de volgende uitgangspunten van toepassing: Uitgangspunt 1: Onder een investering wordt verstaan het vastleggen van vermogen in een object waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt. Uitgangspunt 2: Onder onderhoud wordt verstaan de kosten van (klein en groot) onderhoud die niet levensduurverlengend zijn, inclusief achterstallig onderhoud. Uitgangspunt 3: Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 en/of een gebruiksduur van minder dan 3 jaar worden niet geactiveerd. Toelichting uitgangspunten: Uitgangspunt 1 definitie investering Onder investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut vallen investeringen in: -
Openbare ruimte (wegen, pleinen, bruggen, fietspaden, verhardingen van paden, openbare verlichting)
-
Groen (parken en plantsoenen)
-
Water (vijvers en sloten, beschoeiing)
-
Verkeersvoorzieningen (verkeersregelinstallaties (VRI), drempels, rotondes)
-
Openbare ruimte bij wijkvernieuwing. Deze wordt opgesplitst in de bovenstaande categorieën.
Uitgangspunt 2: onderhoud versus investering De kosten van klein en groot onderhoud zijn niet levensduurverlengend en mogen dus niet worden geactiveerd. Op basis van het BBV worden de kosten van onderhoud opgenomen in de jaarlijkse exploitatiebegroting van de gemeente via een budget, dan wel via een vooraf gevormde reserve of voorziening (artikel 44, lid 1c van het BBV). Twee voorbeelden: Herinrichting wegen Op dit moment wordt de Huizingalaan onder handen genomen. Er komt een HOV lijn waardoor ook het achterstallig onderhoud wordt weggewerkt. Zijn dit nu investeringen? Antwoord: Ja, de grootschaligheid van de investering en de vernieuwingen waardoor de weg weer langere tijd “meekan” kenmerkt een investering.
8
gemeente Eindhoven
juni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
Onderhoud wegen De winter heeft gezorgd voor gaten in het asfalt en de boomwortels hebben het fietspad hobbelig gemaakt. In april en mei worden de gaten gedicht en het fietspad op diverse plekken geëgaliseerd. Zijn dit investeringen? Antwoord: nee. De aard van de activiteiten geeft aan dat het hier om onderhoud gaat en zijn niet levensduurverlengend. Deze kosten worden in de exploitatiebegroting opgenomen. Uitgangspunt 3:Minimum bedrag en levensduur In de huidige financiële verordening wordt bij investeringen economisch nut een minimaal investeringsbedrag van € 5.000 gehanteerd. Dit heeft tot gevolg dat er veel relatief kleine investeringen in het activasysteem staan. In de financiële verordening zal het minimale bedrag voor investeringen maatschappelijk nut en economisch nut op € 10.000 worden gesteld.
2.2
Bepalen optimale levensduur
Het bepalen van de optimale levensduur is een belangrijk basisgegeven om de jaarlijkse lasten (afschrijvingen en rente: kapitaallasten) te kunnen berekenen. Het bepalen van de economische levensduur van een investering moet zorgvuldig en realistisch gebeuren. Daarbij spreken we ook af wanneer er vervroegd dient te worden afgeschreven. Het BBV adviseert om de levensduur voor investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut kort te houden. Uitgangspunt 4: Bij het bepalen van de economische levensduur van een kapitaalgoed houden we geen rekening met de locatie van het kapitaalgoed (bijvoorbeeld centrumgebied of woonwijk). Uitgangspunt 5: Een investering kan bestaan uit meerdere onderdelen met een verschillende levensduur. De investering wordt dan gesplitst in de verschillende onderdelen. Uitgangspunt 6: Over de boekwaarde van de investeringen wordt jaarlijks de interne rente berekend. Uitgangspunt 7: Investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut worden lineair afgeschreven naar 0. Uitgangspunt 8: Als er herinrichting plaatsvindt en het oude kapitaalgoed is niet volledig afgeschreven, dan wordt de boekwaarde van het ‘oude’ kapitaalgoed vervroegd afgeschreven tot 0. Uitgangspunt 9: Verrekenbare of compensabele BTW wordt niet geactiveerd.
gemeente Eindhoven
9
juni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
Uitgangspunt 10: Voor alle investeringen wordt een meerjarige onderhoudsplan opgesteld en is een vervangingsplan aanwezig. Toelichting uitgangspunten Uitgangspunt 4: wel of geen rekening houden met locatie van het kapitaalgoed Als investeringen in maatschappelijk nut worden geactiveerd, dan moet ook de economische levensduur worden bepaald. In de nota van toelichting van het Besluit Begroting en Verantwoording wordt geadviseerd om de economische levensduur van investeringen maatschappelijk nut zo kort mogelijk te houden. Voor het bepalen van de optimale levensduur is niet alleen de technische levensduur van belang. Een weg gaat bijvoorbeeld 40 jaar mee, waarbij iedere 10 jaar groot onderhoud plaatsvindt. Een ander belangrijk criterium is de plaats waar het object zich bevindt. Een weg in een centrumgebied is wellicht meer onderhevig aan herontwikkelingen. We willen echter de systematiek zo eenvoudig mogelijk houden en stellen voor om de locatie van de investering niet mee te nemen bij de bepaling van de economische levensduur. Het is dan wel belangrijk goede afspraken te maken voor vervroegde aflossing bij bijvoorbeeld herinrichting. Bijlage 2 geeft een overzicht van de economische levensduur per soort investering. Uitgangspunt 5: verschillende onderdelen van een investering Indien een investering in openbare ruimte met maatschappelijk nut bestaat uit meerdere elementen, dan worden de elementen afzonderlijk geactiveerd. Een voorbeeld is de inrichting van een park met speeltoestellen. De inrichting van een park heeft een levensduur van 40 jaar, terwijl de speeltoestellen 10 jaar meegaan. Beide onderdelen worden afzonderlijk geactiveerd. Uitgangspunt 6: rentecomponent Bij het coalitieakkoord wordt de interne rente voor een periode van 4 jaar vastgelegd. Deze rente wordt jaarlijks berekend over de boekwaarde van de investeringen. De rente wordt niet geactiveerd, maar ten laste van de exploitatie gebracht (kapitaallasten). De rentekosten zijn extra kosten ten opzichte van de situatie waarbij investeringen in maatschappelijk nut niet worden geactiveerd. Uitgangspunt 7: afschrijvingscomponent Alle nieuwe investeringen worden lineair afgeschreven. Dat wil zeggen met een jaarlijks constant bedrag. De jaarlijkse afschrijving bedraagt de aanschafwaarde gedeeld door het aantal jaren waarin het actief wordt afgeschreven. Uitgangspunt 8: vervroegde afschrijving Vervroegde afschrijving vindt plaats als er sprake is van een duurzame waardevermindering. Dit is in ieder geval van toepassing bij herinrichting. De restant boekwaarde van het ‘oude’ kapitaalgoed wordt in één jaar volledig afgeschreven naar 0. Er moet dekking worden gevonden voor de extra eenmalige afschrijving. Uitgangspunt 9: BTW-component Volgens de richtlijnen omtrent BTW worden de investeringen geactiveerd exclusief BTW, indien deze verrekenbaar of compensabel is.
10
gemeente Eindhoven
juni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
Uitgangspunt 10: vervangings- en onderhoudsplan Voor alle investeringen hebben we het vervangingsplan in beeld, inclusief onderhoudsplan. Een zorgvuldig opgesteld onderhoudsplan zorgt ervoor dat het kapitaalgoed in goede staat blijft. De kans is dan groter dat de geplande economische levensduur daadwerkelijk wordt gehaald.
2.3
Dekking van investeringen maatschappelijk nut
De meeste investeringen in maatschappelijk nut worden gedekt uit reserves, exploitatiemiddelen en subsidies. Dit zijn incidentele middelen. Het is niet toegestaan om structurele lasten (hier vallen ook kapitaallasten onder) te dekken uit incidentele middelen. Het BBV maakt voor investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut een uitzondering. Dekking uit reserves mogen in mindering worden gebracht van het investeringsbedrag. Wij kiezen er echter niet voor om de reserves in mindering te brengen van het investeringsbedrag, omdat dan onvoldoende middelen aanwezig zijn bij vervanging. Ter illustratie: de gemiddelde jaarlijkse dekking uit reserves voor investeringen in maatschappelijk nut in de periode 2009-2014 is € 6,9 miljoen. Uitgangspunt 11: Alle vaste activa worden voor het bedrag van de investering geactiveerd. Uitgangspunt 12: In afwijking hierop worden bijdragen van derden die in directe relatie staan met het actief op de waardering daarvan in mindering gebracht. Uitgangspunt 13: Reserves en voorzieningen ter dekking van de investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut worden niet in mindering gebracht op de investering. Uitgangspunt 14: De incidentele ruimte die ontstaat door het activeren van investeringen in maatschappelijk nut wegen we ieder jaar integraal af bij de begrotingsbehandeling. Structurele dekking zetten we om in een stelpost kapitaallasten. Toelichting uitgangspunten: Uitgangspunt 11 en 12: Bruto versus netto investeringsbedrag Door het activeren van investeringen maatschappelijk nut zullen de structurele lasten toenemen, omdat kapitaallasten voor een langere tijd in de begroting zijn opgenomen. In de regel wordt het totale bedrag van de investering geactiveerd. Dit bruto investeringsbedrag wordt verminderd met bijdragen van derden. Deze werkwijze komt overeen met werkwijze bij investeringen in economisch nut. Uitgangspunt 13: dekking uit reserve en voorzieningen Algemene regel is dat dekking uit reserves niet in mindering mag worden gebracht op de te activeren investering. In de nota van toelichting van het BBV is aangegeven dat dekking uit reserves mag worden afgetrokken van de investering alvorens de kapitaallasten worden bepaald. gemeente Eindhoven
11
juni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
We stellen voor om de reserves niet in mindering te brengen op de investering, om te voorkomen dat bij vervanging te weinig dekking is voor toekomstige kapitaallasten. Indien namelijk de kapitaallasten laag zijn vanwege een laag investeringsbedrag, dan moet bij vervanging door een veel hoger investeringsbedrag extra structurele dekking worden gevonden. Uitgangspunt 14: overige dekking De ruimte in de begroting is incidenteel beschikbaar. Dit betekent dat de ruimte niet kan worden ingezet voor investeringen, omdat investeringen structurele kapitaallasten tot gevolg hebben. De beschikbare incidentele ruimte wegen we ieder jaar integraal af bij de begrotingsbehandeling. Een aantal belangrijke regels is dan wel van toepassing: • De incidentele ruimte kan alleen voor incidentele bestemmingen worden ingezet; • De hoogte van de incidentele ruimte en het bestemmingsvoorstel worden jaarlijks integraal afgewogen bij de begrotingsbehandeling. De voormalige structurele storting in de reserve financieringsfonds MIP wordt omgezet in de stelpost kapitaallasten, waardoor kapitaallasten structureel worden gedekt.
2.4
Norm voor maximale kapitaallasten
Op dit moment is de norm voor maximale kapitaallasten in onze begroting 7% (begroting 2016-2019). Deze norm is geïntroduceerd om de flexibiliteit in onze begroting te behouden. Kapitaallasten worden gezien als vaste lasten die, eenmaal opgenomen in de begroting, voor langere tijd in de begroting staan. Door ook de investeringen maatschappelijk nut te activeren, zal de grens van maximale kapitaallasten sneller worden bereikt. Uitgangspunt 15: De norm voor maximale kapitaallasten investeringen wordt indien noodzakelijk vooraf bij de begroting herijkt. Voor het eerst bij de begroting 2017-2020. Toelichting uitgangspunten Uitgangspunt 15: een groeimodel vraagt om een jaarlijkse herijking van de normIn de begroting 2016-2019 is de norm voor maximale kapitaallasten 7%. Deze norm heeft alleen betrekking op investeringen in economisch nut en is geïntroduceerd om de flexibiliteit in onze begroting te behouden. Kapitaallasten worden gezien als vaste lasten die, eenmaal opgenomen in de begroting, voor langere tijd in de begroting staan. Door ook de investeringen maatschappelijk nut te activeren, zal de grens van maximale kapitaallasten sneller worden bereikt. Door het activeren van investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut wordt de begroting ook minder flexibel. Doordat alleen nieuwe investeringen worden geactiveerd, zijn de kapitaallasten in de eerste jaren beperkt, maar groeien uiteindelijk in 40 jaar toe naar maximale kapitaallasten.
12
gemeente Eindhoven
juni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
2.5
Integrale afweging in boekwerk MIP
De integrale afweging via Meerjaren Investeringsplan (MIP) zal wijzigen. Het huidige MIP is vooral een afwegingsinstrument voor nog ongedekte investeringen. Voornamelijk investeringen met maatschappelijk nut, zoals reconstructie wegen, zijn onderwerp van de afweging. Het activeren van de investeringen in maatschappelijk nut leidt tot structurele kapitaallasten die gedekt moeten worden. In toekomstige MIP-boekwerken zal dekking van kapitaallasten onder de aandacht worden gebracht. Het boekwerk MIP is nog steeds een belangrijk instrument om alle investeringen in beeld te houden en de mogelijke gevolgen voor betaalbaarheid en dergelijke te beschrijven. Het karakter van het MIP zal wel wijzigen. In het huidige MIP-boekwerk wordt de integrale afweging toegelicht en verbonden aan de reserve financieringsfonds MIP en de financiële positie van de gemeente. Indien we ervoor kiezen om investeringen maatschappelijk nut te activeren, zal het karakter van het boekwerk MIP wijzigen. In plaats van incidentele dekking zal nu naar structurele dekking worden gezocht. De keuzes die de raad kan maken zullen een relatie hebben met de maximale kapitaallasten. In overweging wordt genomen of de gemeente bepaalde vervangingen wel of niet wil laten doorgaan. Daarnaast zal besluitvorming nodig zijn als de kapitaallastennormen worden bereikt. Ook dan is keuze noodzakelijk of vervanging uitgesteld wordt of niet meer aan de orde is. Het boekwerk MIP zal in de toekomst de volgende elementen bevatten: -
Een totaaloverzicht van alle investeringen, gerangschikt naar inhoudelijke programma’s;
-
Voorstel voor besteding van de financiële ruimte voor (nieuwe) investeringen,
-
Een overzicht van de ontwikkelingen op investeringsgebied van de komende jaren;
voorbereidingskosten en in uitvoering komen van investeringen; -
Een beeld van de totale (vervangings) investeringsopgave en de dekking, waarbij onderscheid wordt gemaakt naar economisch nut, maatschappelijk nut en grondexploitaties;
-
Nieuwe investeringen worden meegenomen in de integrale afweging om de totale investeringsopgave te bepalen. Hierin worden alle vormen van investeringen opgenomen, waaronder investeringen die niet worden geactiveerd (zoals investeringen in luchtkwaliteit);
-
De gemaakte keuze om activa wel of niet te vervangen.
gemeente Eindhoven
13
juni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
3
Accountant en overige gemeenten
Mening accountant Met de accountant is overlegd of de stelselwijziging toegestaan is en of de uitgangspunten overeenkomen met de huidige wetgeving. De accountant is van mening dat de gevormde uitgangspunten in lijn liggen met het huidige BBV. Een belangrijk item van de accountant is de zorg voor een juiste administratieve verwerking. Er moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen de geactiveerde investeringen en de (nog) niet geactiveerde investeringen. Daarnaast moet het onderscheid tussen economisch nut en maatschappelijk nut op de balans in beeld zijn. Indien de administratieve verwerking niet duidelijk en zorgvuldig gebeurt is een rechtmatigheidsfout het gevolg. De accountant staat niet toe dat we investeringen met terugwerkende kracht investeringen gaan activeren. De ingangsdatum van de stelselwijziging is bepalend voor de investeringen die mogen worden geactiveerd. De accountant heeft informatie verstrekt over de Europese ontwikkelingen, De EPSAS. De verwachting is dat de nieuwe ontwikkelingen niet binnen nu en 2 jaar wordt ingevoerd, maar eerder pas vanaf 2020. Daarbij komt dat een overgangsregeling zal gelden voor een aantal jaar, om alle Europese gemeenten in de gelegenheid te stellen de administratie aan te passen aan de nieuwe regelgeving.
Overige gemeenten De meeste gemeenten activeren investeringen in maatschappelijk nut. Aan 100.000+ gemeenten is gevraagd of er geactiveerd wordt en welke richtlijnen er dan zijn. Een meeste gemeenten hebben geantwoord en een aantal gemeenten heeft meer informatie verstrekt over de richtlijnen. Deze ‘tips’ zijn meegenomen in de uitwerking van de uitgangspunten.
14
gemeente Eindhoven
juni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
Bijlage 1: Artikelen BBV en nota van toelichting HOOFDSTUK V WAARDERING, ACTIVEREN EN AFSCHRIJVEN Artikel 59 1. Alle investeringen met een economisch nut worden geactiveerd. 2. Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of indien ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. 3. In afwijking van het eerste lid worden kunstvoorwerpen met een cultuur-historische waarde niet geactiveerd. 4. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut kunnen worden geactiveerd. Artikel 60 Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief kunnen worden geactiveerd indien: a. het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen; b. de technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien vaststaat; c. het actief in de toekomst economisch of maatschappelijk nut zal genereren en; d. de uitgaven die aan het actief zijn toe te rekenen betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Artikel 61 Bijdragen aan activa in eigendom van derden kunnen worden geactiveerd, indien: a. er sprake is van een investering door een derde; b. de investering bijdraagt aan de publieke taak; c. de derde zich heeft verplicht tot het daadwerkelijk investeren, op een wijze zoals is overeengekomen en; d. de bijdrage kan worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de provincie onderscheidenlijk gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering. Artikel 62 1. Alle vaste activa worden voor het bedrag van de investering geactiveerd. 2. In afwijking van het eerste lid mogen bijdragen van derden die in directe relatie staan met een actief op de waardering daarvan in mindering worden gebracht. 3. In afwijking van het eerste lid mogen reserves in mindering worden gebracht op investeringen, als bedoeld in artikel 59, het vierde lid. Artikel 63 1. Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. 2. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. 3. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging gemeente Eindhoven
15
juni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
van het actief kan worden toegerekend; in dat geval vermeldt de toelichting dat deze rente is geactiveerd. 4. Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde. 5. Van activa waarvan de bestemming verandert, wordt de actuele waarde van de nieuwe bestemming in de toelichting op de balans opgenomen. 6. In afwijking van het eerste lid is waardering tegen actuele waarde toegestaan voor de activa van de Nazorgfondsen bedoeld in artikel 15.47 van de Wet milieubeheer. 7. Passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, met uitzondering van voorzieningen die tegen contante waarde zijn gewaardeerd. 8. Eventuele voorzieningen wegens oninbaarheid worden met de nominale waarde van leningen en vorderingen verrekend. Artikel 64 1. De afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. 2. Slechts om gegronde redenen mogen de afschrijvingen geschieden op andere grondslagen dan die welke in het voorafgaande begrotingsjaar zijn toegepast. De reden van de verandering wordt in de toelichting op de balans uiteengezet. Tevens wordt inzicht gegeven in haar betekenis voor de financiële positie en voor de baten en de lasten aan de hand van aangepaste cijfers voor het begrotingsjaar of voor het voorafgaande begrotingsjaar. 3. Op vaste activa met een beperkte gebruiksduur wordt jaarlijks afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur. 4. In afwijking van het eerste en het derde lid kan er op de activa, bedoeld in artikel 59, vierde lid, extra worden afgeschreven. 5. In afwijking van het derde lid is de afschrijvingsduur voor de immateriële vaste activa, bedoeld in artikel 34 onder a, maximaal gelijk aan de looptijd van de lening. 6. In afwijking van het derde lid is de afschrijvingsduur voor de immateriële vaste activa, bedoeld in artikel 34 onder b, ten hoogste vijf jaar. Artikel 65 1. Naar verwachting duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. 2. Voorraden en deelnemingen worden tegen de marktwaarde gewaardeerd indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. 3. Een actief dat buiten gebruik wordt gesteld wordt afgewaardeerd op het moment van buitengebruikstelling, indien de restwaarde lager is dan de boekwaarde.
Nota van Toelichting Wet BBV
Activering en waardering van activa Rond activering is de centrale vraag welke investeringen moeten en welke investeringen mogen worden geactiveerd. Bedrijven activeren investeringen met een meerjarig economisch nut, dat zijn investeringen die gedurende meerdere jaren bijdragen aan de mogelijkheid om inkomsten te verwerven en die via de markt verhandeld kunnen worden.
16
gemeente Eindhoven
juni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
Zoals in hoofdstuk 3 aangegeven kunnen voor gemeenten twee soorten activa worden onderscheiden: activa vergelijkbaar met het bedrijfsleven, namelijk investeringen voor activa met een meerjarig economisch nut, en investeringen met een maatschappelijk, maar geen economisch nut. Investeringen met een economisch nut zijn alle investeringen die bijdragen aan de mogelijkheid middelen te verwerven en/of die verhandelbaar zijn. Het gaat hierbij nadrukkelijk om de mogelijkheid middelen te verwerven. Dat een gemeente ervoor kan kiezen ergens geen of geen kostendekkend tarief voor te heffen is niet relevant voor de vraag of een actief economisch nut heeft. Een vergelijkbare redenering geldt voor de verhandelbaarheid. Het gaat om de mogelijkheid de activa te verkopen, niet om de vraag of de gemeente het actief ook daadwerkelijk wil verkopen. Dit betekent onder andere dat alle gebouwen een economisch nut hebben; er is immers een markt voor gebouwen. Voor investeringen met een economisch nut is er geen reden af te wijken van boek 2 BW. Dit betekent dat in dit besluit is opgenomen dat activa met een meerjarig economisch nut geactiveerd moeten worden. Ook mogen, in tegenstelling tot de CV 95, reserves niet meer in mindering worden gebracht op deze investeringen. Daarnaast mag er op deze investeringen niet resultaat afhankelijk extra worden afgeschreven. Met andere woorden activa met een meerjarig economisch nut moeten eenduidig worden geactiveerd en vervolgens dient er op consistente wijze op te worden afgeschreven. De enige uitzondering op deze regel zijn de kunstvoorwerpen van cultuur-historische waarde. Activeren van deze voorwerpen zouden de balans te zeer opblazen, zonder dat dit tot extra inzicht leidt. Wat betreft investeringen met een meerjarig maatschappelijk, maar geen economisch nut, rijst de vraag of deze wel of niet geactiveerd moeten of mogen worden. Enerzijds zijn deze activa van groot belang voor gemeenten. Het betreft immers wegen, water, bruggen en dergelijke. Anderzijds gaat het hier typisch om investeringen die meestal niet worden vervangen, maar die daarentegen veel onderhoud met zich meebrengen, met andere woorden voor deze investeringen is het goed verwerken van onderhoud in de begroting en meerjarenraming essentieel. Het al dan niet activeren van dergelijke investeringen draagt niet bijzonder bij aan het inzicht in de financiële positie van gemeenten. Dit afwegende gaat mijn voorkeur ernaar uit investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut niet te activeren. Echter, aangezien dit ertoe zou kunnen leiden dat sommige gemeenten belangrijke investeringen, in bijvoorbeeld, rotondes niet meer zouden kunnen doen, mogen investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut, mits gedaan in de openbare ruimte, worden geactiveerd. Wel is het wenselijk dat de gemeente die dergelijke investeringen activeert deze activa in zo kort mogelijke termijn af schrijft. Dit is de reden waarom op deze investeringen de reserves in mindering mogen worden gebracht en er ook resultaat afhankelijk op mag worden afgeschreven. Uiteraard dient dit wel duidelijk zichtbaar te zijn en op de wijze zoals bepaald in de artikelen 17 en 27, eerste lid, te geschieden. Staatsblad 2003 27 35De artikelen 20, 22, 35, 51, 59, 62 tot en met 65 schrijven voor hoe omgegaan dient te worden met investeringen met een meerjarig economisch of maatschappelijk nut. De voorgeschreven paragraaf onderhoud kapitaalgoederen heeft ook een relatie met dit onderwerp
gemeente Eindhoven
17
uni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
Bijlage 2: Levensduur per activasoort Code
Omschrijving balanscode
Omschrijving soort activum
Levensduur Economisch nut
Levensduur Maatschappelijk nut
Toelichting
1101
Gronden en terreinen
Grond
Oneindig
Oneindig
Op grond wordt niet afgeschreven
Sportparken
25
Kosten aanleg sportparken inclusief civiel technisch (park, verharding paden en riool plus alle velden).
30/15
Kunstgras en all weatherbanen. Onderlaag 30 jaar en bovenlaag 15 jaar.
15
Hekwerken en verlichting en overige voorzieningen 15 jaar.
50
Tribune 50 jaar met renovatie na 25 jaar
Voorzieningen aan parkeerterrein
20
20
Betreft openbare parkeerterreinen (omheining en blokkades)
Voorzieningen aan overige terreinen
20
20
Voorzieningen aan / bij bedrijfsgebouwen zoals buitenverlichting, hekwerk, fietsenstallingen, beplanting
Begraafplaatsen
50
1102
Grond erfpacht
Grond erfpacht
oneindig
1107
Gebouwen
Gebouwen
50
18
gemeente Eindhoven
Aanleg (niet ondergrond, op grond wordt niet afgeschreven) Oneindig
Op grond wordt niet afgeschreven Kantoor- en bedrijfsgebouwen. Niet de installaties en inrichting.
uni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
Code
Omschrijving balanscode
Omschrijving soort activum
Levensduur Economisch nut
Gebouwen van hout
15
Noodlokalen, houten units (houten noodlokalen: levensduur 15 jaar, subsidie rijk)
Sporthallen
50
Betreft het gebouw, niet de installaties en inrichting
Zwembaden en watersportaccommodaties
50
Betreft het gebouw, niet de installaties en inrichting
Toelichting
Betreft het gebouw, niet de installaties en inrichting
Kunstijsbaan
50
Parkeergarage
50
Bio-massacentrale (niet zijnde gebouw)
20/10
Feitelijke levensduur afhankelijk van type
Kleedlokalen
50
Betreft het gebouw, niet de installaties en inrichting
Schoolgebouwen
50
Kwekerijen / kassen
25
Jongerencentra, jeugdhonken, gemeenschapshuizen
40
Voorzieningen aan gehuurde gebouwen
Max 25
Af te stemmen op de huurtermijn, maar niet langer dan 25 jaar.
Verbouwingen
Max 25
Tenzij de verwachte levensduur of huurtermijn van het gebouw korter is: dan daaraan koppelen.
Achterstallig onderhoud en saneringen
Max 10
1105
Woonruimten
Woningen
50
1109
Grond- weg- en waterbouwkundige werken
Havens, kanalen
50
gemeente Eindhoven
Levensduur Maatschappelijk nut
19
0
Achterstallig onderhoud in openbare ruimte mag niet worden geactiveerd Alleen gebouw. Op grond wordt niet afgeschreven
uni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
Code
1113
Omschrijving balanscode
Machines, installaties, meubilair en gereedschappen
Omschrijving soort activum
Levensduur Economisch nut
Rioleringen
60
Beschoeiing van metaal
80
Overige beschoeiing
10
Bruggen en viaducten
80
Toelichting
verkeersinfrastructuur
40
Wegen, bestrating, fietspaden
verkeersvoorzieningen
20
Voorzieningen met uitzondering van verlichting Niet zijnde parkeermeters
parkeermaatregelen
10
Openbare verlichting: kabels
10
Openbare verlichting: armaturen en behuizing (evt. LED)
10
Voorzieningen in bossen en parken / hekwerken
10
Installaties en inrichting van gebouwen
25
Liften, centrale verwarming, installaties van bedrijfsgebouwen
Inventaris en meubilair
Max 15
Voor scholen geldt de rijksnorm
Machines
Max 15
Pompen, aggregaten, zaagmachines en compressen. Reprografie apparaten.
Computer hardware, elektronische apparatuur
3 4
Hardware 3 jaar: (balie)printers en plotters Hardware 4 jaar: CPU, laptop, afdelingsprinters/copiers, PDA, IPAD, informatieschermen Hardware 5 jaar: centrale servers, actieve netwerk componenten en routers, centrale printers/copiers en
5
20
Levensduur Maatschappelijk nut
gemeente Eindhoven
uni 2015
Activeren investeringen maatschappelijk nut -
Concept
Code
Omschrijving balanscode
Omschrijving soort activum
Levensduur Economisch nut
Levensduur Maatschappelijk nut
camera’s Hardware 6 jaar: beeldschermen Overig: computerruimte bouwkundig 20 jaar, Noodstroom, blusinstallatie, airco 10 jaar, inrichting 8 jaar
6 20/10/8
Computer software
5
Vervoersmiddelen
gemeente Eindhoven
Kantoorautomatisering, applicatie software
Infrastructuur
15/12
Glasvezel 15 jaar, overige kabels 12 jaar
Telefonie
8/5
Telefooncentrale 8 jaar, telefoontoestellen 5 jaar
Speeltuinen (toestellen)
10
Zwembad op speelterrein 20 jaar
Parkeermeters, parkeerautomaten
20
Verkeersregelinstallaties
1111
Toelichting
10
Containers (grof vuil standplaatsen)
10
Containers (ondergronds bij flats)
30/10/5
Buitenbak 30 jaar, binnenbak en opbouw 10 jaar, elektronica 5 jaar
Bedrijfswagens, tractie
7
Vrachtwagen, huisvuilwagen
Personenauto’s, bestelauto’s
7
Dienstauto’s
Overige vervoersmiddelen
7
Aanhangwagens
21