NR 67
JUNI 2012
achtertuin in zuilen 2
VOEDSEL EN DE STAD Voedsel en de stad zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar niet in evenwicht. Dit besef daalt langzaam neer in architectenland. In de science-fiction wringt het al langer tussen voedsel en de stad. Omdat de logistiek ontbreekt om vers eten aan te voeren, wordt er in de fictieve toekomst alleen nog maar astronautenvoer genuttigd. Of er wordt juist naarstig getuinierd op de daken. In The Year of the Flood van Margaret Atwood redt goeroe Adam One de hoofdpersoon Toby uit de klauwen van een handtastelijke werkgever. Toby gaat ervan uit dat Adam One een vriendelijke ouwe hippie is die een groep mafkezen aanstuurt, maar bemerkt alras dat de Gardeners, zoals zij zich noemen, deel uitmaken van een compleet netwerk van mensen die principieel hun eigen voedsel verbouwen. So Toby was not wrapped in some otherworldly sheepfold-like cocoon, as she’d once supposed. Instead she was walking the edge of a real and potentially explosive power. For the Gardeners, it seemed, were no longer a tiny localized cult. They were growing in influence: far from being confined to the Sinkhole Edencliff Rooftop Garden and its neighbouring rooftops and the other buildings they controlled, they had branches in different pleebs, and even in other cities. Zo ver is het in Utrecht nog niet. Al laat Gedeputeerde Staten in Utrecht op initiatief van de Partij voor de Dieren momenteel onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor stadslandbouw in leegstaande kantoren. En prikkelen initiatieven als Utrecht Kiemt en Atelier Eetbare Stad de discussie over voedselproductie in de stad. Post Planjer beweegt zich met dit nummer langs restaurantinterieurs, door het verleden en richting de toekomst van voedsel en de stad. Fotograaf Ruud Bakker bezocht De Moestuin Maarschalkerweerd, een officieel Utrechts stadslandbouwgebied. Fotograaf Mathijs Cremers stelt juist dat de stad landbouw per definitie buitenlaat: ‘Je veegt je voeten voor je binnenkomt’. Daarom is Cremers geïntrigeerd door de populariteit van de volkstuin. ‘Missen we het contact met de groente nu het per stuk is verpakt? Of gewoon het praatje met de man of vrouw die het voor je kocht op de veiling?’, vraagt hij zich af. Een goede vraag, waar in dit themanummer en op zaterdag 23 juni tijdens de Dag van de Architectuur 2012 zeker een antwoord op gevonden kan worden. Martine Bakker
3
INHOUDSOPGAVE
6 i HOVENIERS EN MOESGRACHTEN Mascha van Damme
16 i 'VOEDSEL VORMT ONS LEVEN' Mark Hendriks
28 i OP ZOEK NAAR FRISSE CONCEPTEN Martine bakker
32 i VOEDSEL IS GEEN SPIJKERBROEK Anne Seghers
22 WILHELMINAPARK 24 LE:EN 26 FOOD SPOT
38 KIWI’S PLANTEN IN KANALENEILAND 40 i Een veilingveldje om op te tuinieren Martine bakker
COLOFON Post Planjer is een onafhankelijke kwartaaluitgave en verschijnt sinds 1993. Post Planjer wil laagdrempelig informeren over actuele ontwikkelingen rond de architectuur, stedenbouw en openbare ruimte van Utrecht. De naam van het bulletin verwijst naar de Utrechtse stadsarchitect Jan Planjer (1891-1966). Redactie Martine Bakker, Mathijs Cremers, Mascha van Damme, Timon Doorenbos, Mark Hendriks, Froukje van der Meulen, Anne Seghers aan dit nummer werkte mee Friso Wiersum vormgeving Wilko Edens
42 i URBAN FARMING: DE TOEKOMST VOOR DETROIT EN UTRECHT? Friso Wiersum
adres Achter de Dom 14, 3512 JP Utrecht
[email protected], www.postplanjer.nl fotografie Martine Bakker (40, 41), Ruud Bakker (cover, 19, 30-31, 35, 36-37), Mathijs Cremers (14-15, 20-23, 26, 27, 46, 48), Nikos Doulos (43, 45), Mascha van Damme (24, 25, 32), Gent&MONK (38, 39), Het Utrechts Archief (6, 9, 11-13), Didier Prince (28, 29), Martinique Potharst (2), Utrecht Kiemt (18), Friso Wiersum (42-44) Oplage 2000 verspreiding Post Planjer wordt gratis verspreid in de stad en gratis verzonden naar belangstellenden die zich aanmelden op het redactie-adres. Een vrijwillige bijdrage is natuurlijk welkom. Vaste afhaalpunten zijn Architectuurcentrum Aorta (Achter de Dom) en Informatiecentrum Gemeente Utrecht (Neude).
46 i vrolijk ondernemen in crisistijd Martine bakker
51 i Programma dag van de architectuur
financiering Deze uitgave wordt financieel ondersteund door Gemeente Utrecht, Jurriëns Bouw, de ‘Pijlers en Planjerianen’ en de sponsoren van de Dag van de Architectuur Utrecht. Structurele ondersteuning en giften Vul voor structurele ondersteuning de bon in op pagina 49. Eenmalige giften kunnen worden overgemaakt op banknummer 6991 50 604 t.n.v. Stichting Post Planjer, Utrecht.
6 i HOVENIERS EN MOESGRACHTEN
Erfenis van voedsel in de stad Mascha van Damme
gemeentelijke groente- en fruitveiling in de Heycopstraat, gebouwd in 1927
Kerkelijk centrum, de grootste stad in de middeleeuwen, stad van handel, kazernes en studenten. Een blik op de Utrechtse geschiedenis laat zien dat de stad vele gedaantewisselingen heeft ondergaan. Wie goed kijkt kan nu nog een glimp opvangen van al deze gezichten en sporen zien die verwijzen naar de belangrijke rol die de stad speelde in de voedselvoorziening. Dat begint met tuinders in de omgeving die de voedselproductie voor de stad verzorgden en laat ook een grootschalig veiling van internationale allure zien. Maar waar moet je kijken om dit verleden te ontdekken? Van oudsher vestigden zich in de directe omgeving van de stad zogenaamde ‘hoveniers’, tuinders die groenten en fruit produceerden. Rond 1219 werd in de voorstad Abstede, aan de oostkant van de historische kern van Utrecht, het klooster Sint Servaas gesticht. De abdij werd weliswaar al na enkele jaren overgebracht naar een veilige plek binnen de stadsmuren, maar zij 6
bleef gronden verwerven in Abstede dat zich destijds veel verder uitstrekte dan de huidige en gelijknamige wijk rond de Abstederdijk en de Minstroom. Het land werd ontgonnen en omgezet in weilanden, akkergronden en boomgaarden. De opbrengst werd verkocht op groentemarkten in de stad. Dat ontginnen en handelen deden de nonnen uit het klooster niet zelf. Ze huurden landarbeiders
in of verpachtten de grond aan boeren. Deze hoveniers vestigden zich met hun boerdijen in de omgeving. Het begin van de ontwikkeling van Abstede van landelijk gebied tot hovenierswijk. Langs de Zonstraat is nog een aantal boerderijen te vinden dat herinnert aan het hoveniersverleden. Ook is een enkele hovenierswoning bewaard gebleven, onder andere aan de Bolstraat, Bloemstraat en Wagenstraat. Ze zijn inmiddels beschermd als rijks- of gemeentelijk monument. Projectontwikkeling
Vanaf 1880 verkochten veel hoveniers hun grond, waardoor later rond het nieuw aangelegde Wilhelminapark (1898) chique woonhuizen voor welgestelde burgers konden worden gebouwd. Een aantal hoveniers langs de Minstroom heeft zich lange tijd verzet tegen de onteigening van hun grond. Daardoor werd de vruchtbare grond langs de Minstroom nog lange tijd gebruikt voor het verbouwen van groenten en fruit, in steeds grotere kassen. Bij de herstructurering van de in het slop geraakte wijk in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werden enkele binnen terreinen van voormalige hoveniers- en tuindersbedrijven volgebouwd met nieuwe woningen. De schaal en de vormgeving van de bestaande bebouwing waren maatgevend voor de nieuwbouw, waardoor de buurt voor een deel zijn kleinschalige karakter heeft behouden. Alleen de Homeruslaan is dwars door de bestaande structuur aangelegd en wordt geflankeerd door hogere appartementenbouw. Door (kraak-) acties van buurtbewoners is het volkstuinencomplex aan de Minstroom tussen de Abstederdijk en de Zonstraat het enige dat is overgebleven van de commerciële tuinderij in de omgeving.
eeuw op verzoek van de tuinders in het gebied enkele grachten gegraven. Dit waren de zogenaamde Moesgrachten, drie grachten die in het midden verbonden waren door de Mariagracht, waarover de tuinders hun producten per platte schuit naar de markt in de binnenstad konden vervoeren. De derde Moesgracht vormde het centrum van de bedrijvigheid van aan- en afvarende schuiten met groenten. Deze doorsneed de Croeselaan, een voorname laan met een dubbele rij bomen langs de gracht. De moesgrachten en de Croeselaan waren een van de weinige gerealiseerde onderdelen uit het ambitieuze uitbreidingsplan (1624) van schilder en architect Paulus Moreels. De tuinderijen werden langzaamaan afgewisseld met uitgestrekte buitenplaatsen, zoals Puntenburg en Voorzorg, omgeven door parken, boomgaarden en boerderijen. Het duurde niet lang voordat het aanzien veranderde door de oprukkende fabrieksbebouwing van steenovens, brouwerijen, blekerijen en een lood- en zinkpletterij. Daartussen verrezen kazernes, die Utrecht aan de rand van de stad liet bouwen toen ze met de aanleg van de Nieuwe Hollandse Waterlinie werd aangewezen als garnizoensstad.
De Croeselaan in bedrijf
Aan de andere kant van de stad, rond de Croeselaan, verliep de transformatie wat drastischer en is de landelijkheid van toen ver te zoeken. Hier werden in de zeventiende
groentekar van hoveniersfamilie jongerius
7
8
RWZI, overvecht
de groenten- en vruchtenveiling, opgericht in 1905, verkocht ondermeer aan handelaren in amsterdam en berlijn Bruntenhof 9
Grootschalige veiling
In 1905 werd de Groenten- & Vruchtenveiling opgericht en de groentemarkt van het Paardenveld verplaatst naar de Croeselaan. Van daar werden de Utrechtse groenten in onder meer Amsterdam en Berlijn verkocht. Een deel van de oogst werd vanuit de hoveniershuizen zelf verkocht. De groente- en fruitkar van G.J. Jongerius was een bekende verschijning in het straatbeeld. Jan Jongerius had rond 1920 een hoveniersbedrijf aan het Merwedekanaal. Ter hoogte van zijn bedrijf begon de gemeente Utrecht in 1920 met de aanleg van een industriehaven en in 1927 met een veilinghaven met een door de dienst Gemeentewerken nieuw opgericht gebouw voor groenten- en fruitveiling. Achter een opvallende voorbouw van baksteen was een immense langwerpige hal opgetrokken met een ellipsvormige overkapping. Jan Jongerius wisselde het vervoer van zijn agrarische producten in voor vervoer van andere zaken op zijn kar, zoals petroleum. De voormalige hovenier vertrok op reis naar Amerika waar hij contracten afsloot met Ford en Texaco, Vervolgens bouwde hij een imperium op van garagebedrijven, tankstations, bussen, touringcars en vrachtwagens dat decennialang een begrip was in Utrecht en omstreken. Voor zijn gezin liet hij in 1938 Villa Jongerius bouwen, een woonhuis met Hollywood-allure. Op oude foto’s zijn achter het complex met bedrijfshallen nog de uitgestrekte boomgaarden zichtbaar. De villa wordt momenteel gerestaureerd en krijgt een culturele en culinaire bestemming. In 1931 werd de Moesgracht gedempt en werden aan weerzijden van de Croeselaan rijen huizen gebouwd. De kazernes en fabrieken werden vervangen door kantoren, waardoor het landelijke karakter langzaam onherkenbaar werd uitgewist. Hovenierswoning Mien aan de Van Zijstweg en de Veilinghaven is de laatst overgebleven in het gebied. Haar bestaan ligt zwaar onder druk, al wordt tegen de sloop flink geageerd. Het markante bakstenen veilinggebouw bestaat nog steeds aan het huidige Heycopplein en is in gebruik 10
als kinderdagverblijf. De onherkenbaar ingebouwde hal erachter doet al jaren dienst als sporthal. Slingermuren
Hoewel de locaties van de groentemarkten in de binnenstad, zoals het Paardenveld, niet meer als zodanig zijn te herkennen, zijn hier nog wel verwijzingen te vinden naar de rol van voedsel in de stad. De openbaar toegankelijke steeg achter de Leeuwenbergkerk aan het Servaasbolwerk, te bereiken via de Schalkwijkstraat en de Keukenstraat, wordt aan een kant begrensd door een slingermuur, een bakstenen muur met gebogen muurvlakken tussen vierkante kolommen. De muur stond oorspronkelijk rond een moestuin en beschermde de kwetsbare (perzik-) bloesem van de leifruitbomen tegen nachtvorst. Ze stonden voornamelijk bij buitenplaatsen en kastelen, bijvoorbeeld in de tuin van slot Zuylen. Dit binnenstedelijke exemplaar uit de achttiende eeuw is uniek. Het behoorde bij het pand Nieuwegracht 64; een chique woonhuis dat in 1640 werd gebouwd op de plaats van het opgeheven middeleeuwse Quintijngasthuis. De bijbehorende tuin werd in 1732 een flink stuk uitgebreid en met de slingermuur omgeven. Met de bouw van de panden aan de zuidzijde van de Schalkwijkstraat in 1879 is het noordelijke deel van de muur afgebroken. De oogst aan erfenis van voedsel in de stad is schaars, maar voor wie weet waar hij moet kijken vormt het nog steeds een leesbare laag in de complexe geschiedenis van de stad. Ook de publicatie Vlaaien op de Neude, die tijdens de Dag van de Architectuur wordt gepresenteerd, gaat in op de erfenis van voedsel in de stad.
in het midden de croeselaan met gracht en dubbele rij bomen
uitbreidingsplan paulus moreels, 1624
11
hoveniersboerderij ten westen van de croeselaan vlak voor de sloop vanwege de bouw van de veemarkthal
volkstuinencomplex groenewoud, papendorp
16 i 'VOEDSEL VORMT ONS LEVEN' Interview met Carolyn Steel, auteur van ‘De hongerige stad’ Mark Hendriks
In haar veel geroemde bestseller De hongerige stad stelt Carolyn Steel de verstoorde relatie tussen ons voedsel en onze steden genadeloos aan de kaak. ‘Voedsel mag geen speelbal van marktwerking zijn.’ Wie Carolyn Steel spreekt treft een vrolijke, maar betrokken vakvrouw. De architect uit Cambridge wisselt onheilspellende bespiegelingen op de schokkende en onacceptabele wijze waarop onze voedselvoorziening georganiseerd is af met een idealistische en positieve kijk op het leven. Op een moment zegt ze: ‘Ik hou van het leven. Het is een prachtig en mysterieus 16
iets. We hebben het nu eenmaal, dus laten we ervan genieten.’ Door lekker te eten? ‘Ja, natuurlijk. Maar het gaat verder. De manier waarop we met dat eten omgaan zegt iets over het leven dat we leiden. Ik ben van mening dat we in een onhoudbare situatie zijn aanbeland. Onze voedselketen -
productie, transport, consumptie - staat bol van de misstanden en het is de hoogste tijd voor een hernieuwd voedselsysteem. Om een dergelijk systeem te bedenken moeten we eerst definiëren welk leven we willen leiden.’ In De hongerige stad schrijft u dat dit een goed leven moet zijn. Als lezer denk je dan: ‘maar natuurlijk’. ‘Ik weet het, mijn oproep voor a good life klinkt tamelijk abstract. Het vergt een filosofische en ethische benadering. Ik ben een socialist en kom al gauw uit op toegankelijk onderwijs voor iedereen, goede huisvesting, waardigheid voor elk levend wezen, freedom for all. De zoektocht naar wat dat goede leven kan zijn, staat centraal in mijn nieuwe boek. Ik bouw in ieder geval voort op de zienswijze van de Griekse filosoof Epicurus. Hij vond plezier een essentieel onderdeel van het bestaan en daar mogen we best aan toegeven.’ Mensen eten voor hun plezier een hamburger bij McDonald’s. ‘Begrijp me niet verkeerd: de hamburger is een grote uitvinding. Het gaat om de vraag of het wenselijk is dat een keten als McDonald's langzaamaan het alleenrecht verwerft op de verkoop van dit product. Zodanig dat wanneer de gele bogen in de buurt zijn het voor een lokale ondernemer nagenoeg onmogelijk is een hamburgertentje te beginnen.’ Steels fascinatie voor voedsel stamt uit haar jeugd. Als kind verbleef ze in het hotel van haar grootouders het liefst in de keuken. In elke stad waar ze kwam bezocht ze als eerste de versmarkt. Toen ze als onderzoeker aan de London School of Economics op zoek ging naar een gemeenschappelijke taal waarmee het dagelijkse stadsleven kon worden doorgrond, kwam ze tijdens een dinertje met een collega op het lumineuze idee voedsel als haar lingua franca te nemen. ‘Ineens wist ik het. Voedsel is universeel en sinds het begin van onze beschaving bepalend voor het aanzien van de stad. Juist de stroom van ons eten, vanaf het land, via ons bord tot de
afvalzak, bleek de manier om het dagelijks leven in de stad voor een breder publiek in beeld te brengen.’ Het was ook de manier om maatschappelijke problemen onder de aandacht te brengen, zoals de onzichtbaarheid van die voedselstroom. Waarom is het erg dat we niet meer zien hoe ons eten op ons bord komt? ‘Voedsel vormt ons leven en als je dat voedsel niet meer kan zien, dan kun je je leven niet goed vormen. Doordat the path of food aan ons oog onttrokken is, gebeuren daar zeer onwenselijke dingen op het gebied van dierenwelzijn, energieverspilling, milieuvervuiling. De keten draait alleen nog om het winstgedreven kortetermijnbeleid van grote voedselfabrieken.’ Verandert dat als hun activiteiten zichtbaar worden? ‘De maatschappelijke verontwaardiging zal vele malen groter zijn. Puur omdat mensen in de media geconfronteerd werden met doodgeschoten vossen is onlangs in Engeland de vossenjacht verboden. Dat raakt aan de vraag: wat is goed leven? Voor voedsel geldt momenteel: we kunnen vlees eten en het is lekker goedkoop.’ Terwijl het niet goedkoop is. ‘Helemaal niet. Ik vind dat voedsel een publiek goed is en geen speelbal van marktwerking mag zijn. Voedselproductie moet op een duurzame en ethische manier plaatsvinden en we moeten de producenten van voedsel daar goed voor betalen.’ Dat is het probleem van bijvoorbeeld biologisch voedsel. Willen consumenten wel meer betalen? Veel gezinnen, zeker in Engeland, hebben daar niet eens de middelen voor. ‘Het is niet toevallig dat veel van die gezinnen vaker gebruik maken van goedkoop aangeboden fast food. Om armere gezinnen te voeden moeten we hen geen goedkoop en kwaliteitsarm eten aanbieden, maar de 17
ongelijkheid opheffen. Iedereen heeft recht op voedselkwaliteit. Wederom: wat is goed leven?’ Carolyn Steel houdt van de stad en van het stedelijk leven. De stad is een plek van innovatie, van ontmoeting. Maar we mogen volgens Steel niet vergeten dat de stad zonder het landelijk gebied weinig voorstelt. ‘We kunnen het wel steeds hebben over economische groei, vernieuwing, smart cities en dergelijke, maar wat hebben we daaraan als we straks niets meer te eten hebben?’ Hoe herstellen we de relaties tussen de stad en het land? ‘De Schotse bioloog Patrick Geddes zei het al: het mag niet zo zijn dat de stad alleen maar profiteert van het land. Het land moet ook profiteren van de stad. Het gaat erom
dat we voorkomen dat het platteland een producerende monocultuur wordt voor onze metropolen. Dat kan alleen als we de verbindingen herstellen.’ Het land weer de stad in? ‘Precies. Je ziet het op kleine schaal reeds gebeuren met stadsboerderijen, buurttuinen, groene daken.’ Kunnen zulke kleine en soms vrijblijvende initiatieven een structurele verandering teweeg brengen? ‘De grote kracht van dit soort projecten is dat ze gestart zijn door betrokken stedelingen. De volgens stap is om op andere niveaus zaken wezenlijk te veranderen. Een cultuuromslag, een filosofische shift is nodig. Bel me over drie jaar nog maar eens. Dan weet ik hoe we dat kunnen bereiken.’
landbouw bij ziekenhuis leidsche rijn: toekeomstbeeld van atelier de eetbare stad, waar carolyn steel visiting critic is 18
De moestuin maarschalkerweerd 19
volkstuinencomplex groenewoud, papendorp
WILHELMINAPARK Adres: Wilheminapark 65 Bouwjaar: 1925 Architect: G. van der Gaast (1886-1973)
★★✩✩✩
Het park zelf, een ontwerp van Hendrik Copijn en J.A. Loran, was in 1898 officieel geopend door koningin Wilhelmina. In 1925 werd de houten melksalon vervangen door een theehuis, naar ontwerp van de Utrechtse architect Gosse van der Gaast die ook tekende voor het theehuis bij Rhijnauwen. Beide gebouwen zijn gebouwd in de Engelse landhuisstijl met een rieten dak, deels houten gevels en elementen uit de Amsterdamse School. Dat zie je vooral terug in het interieur. De prachtige schouw van de tegelkachel bijvoorbeeld is ontworpen door de bekende keramist Willem Brouwer. De bovenrand is een sculptuur van een reeks olifanten rondom een tempel. De schouw valt nog altijd te bewonderen als decor achter de bar van het
22
restaurant dat er huist. Jarenlang werden de sterren van de hemel gekookt door topkok Jon Sistermans en zijn equipe om er een terug te verdienen in het firmament van Michelin. Dat is hem niet gelukt. In september vorig jaar heeft hij het stokje overgedragen aan een nieuwe eigenaar. Om de crisis en het weinige stervolle restaurantpubliek in Utrecht het hoofd te bieden, is het roer een beetje omgegooid. De keukenbrigade kookt nog steeds heerlijk, maar de zakelijke uitstraling van het interieur heeft plaatsgemaakt voor een sfeervollere aankleding met donkere tafels, lichte stoelen en banken en kleurige prints op de muur. De menukaart is uitgebreid met bistroklassiekers uit de Franse keuken. En misschien wel het belangrijkste; zowel het interieur als het terras zijn nu ook te bezoeken voor slechts een kopje koffie of een klein hapje. Daarmee is deze fantastische plek in het rijksmonumentale park en dito gebouw een stuk toegankelijker geworden voor een breder publiek. MD
In 1911 opende de Volksbond tegen het Drankmisbruik in het Wilhelminapark een melksalon met een prachtig uitzicht over de vijver. De liberale Volksbond was in 1875 opgericht onder de naam Multapatiorís Bond ter bestrijding van bedwelmende dranken door, volgens eigen zeggen: Aankweeking van zelfbeheersing, verspreiding van kennis, verbetering van volksvoedsel en -huisvesting en de bevordering van huisvlijt. De bond liet in diverse steden koffie- en theehuizen bouwen voor geheelonthouders.
wilhelminapark restaurant bar 23
LE:EN Adres: Heuveloord 140 Eten : Aziatische tapas Inrichting: MoHoCo
★★★★✩
LE:EN is opnieuw neergestreken in Rotsoord, achter de watertoren in een voormalige industriehal, net om de hoek van Pastoe. Met de vestiging van een restaurant bereidt het rommelige bedrijventerrein vol verborgen stedelijke verrassingen zich voor op de komst van de nieuwe bewoners in de omgeving. Rondom Rotsoord verrijzen hoge blokken met appartementen, ontworpen door onder meer Cepezed architecten. Met eten en een hippe entourage maakt het afwisselende gebied zich op voor haar transformatie tot de periferie van een nieuwe woongebied. De nieuwe locatie van LE:EN is een industriële doos met een golfplaten dak met lichtstraten en een transparante gevel aan de straat. De hal biedt veel meer ruimte dan de oude behuizing aan de Westerkade. Het interieur van de hal is vrijwel in tact gebleven; het
24
casco, de gevels en de grote open ruimte bleven behouden. Net als bij de vorige LE:EN is veel aandacht uitgegaan naar een hippe styling. Onder de naam MoHoCo hebben de eigenaren de inrichting bedacht, zoals ze dat ook gedaan hebben voor hun andere restaurant Badhu, in een voormalig badhuis aan het Willem van Noordplein. De blikvangers van LE:EN zijn de brede bar, die is vervaardigd van gestapelde betonstenen met een bovenblad van stoeptegels en een dikke laag giethars, en de wandschilderingen met sprookjesachtige Oosterse taferelen. Staal, gedempte grijsen blauwtinten en retro zithoeken met grote leren jaren zeventigbankstellen zetten verder de toon. Onder de insteekverdieping met extra zitplaatsen zijn de toiletten ingebouwd. De Japanse les op het toilet van de oude behuizing heeft plaats gemaakt voor speciaal vervaardig sanitair met Delfts blauwe Chinese draken.
De komst van station Vaartse Rijn krijgt langzaam zijn beslag. De pittoreske ijzeren ophaalbrug is verdwenen en het tijdelijke onderkomen van restaurant LE:EN op de hoek van de Westerkade langs het spoor is gesloopt om plaats te maken voor een extra spoortracé. Het toekomstige station zal een nieuwe impuls moeten geven aan Rotsoord, het achterliggende langgerekte bedrijventerrein langs de Vaartse Rijn.
Voor het gebouw is een groot terras ingericht dat uitzicht biedt op Pastoe, de watertoren en het aangrenzende speelterrein. Dat maakt LE:EN voor ouders met jonge kinderen een aangename plek. En ook belangrijk: ze serveren er een heerlijke en betaalbare lunch. MD
Le:en 25
FOOD SPOT
Naam: The Food Spot Utrecht A2 Functie: Restaurantverzamelgebouw Capaciteit: 1600 gasten/4500 m2 Locatie: A2 Afslag 6, Proostwetering 80, Leidsche Rijn Ontwikkelaar: TCN voor A2 Wetering Noord, Y. Kuan en S.P. Hu Ontwerp: Verhijen Smeets Architecten Bouw: Bruil Realisatie: 2009-2010
★★✩✩✩
26
te hoeven vouwen, want onder de tafels is ruimte uitgespaard in de vloer. De lounge bar van Takumi heeft een Marokkaanse sfeer. Don Jeng, die ons rondleidt, grapt dat zijn gasten al om een waterpijp hebben verzocht. De overige interieurs van The Food Spot zijn minder uitgesproken. De eerste verdieping wordt bijna geheel in beslag genomen door restaurant Vandaag. Met een rij voor de ingang is dit duidelijk the place to be. Gek genoeg zit hier ook een Suit Supply, waar je pakken kunt kopen. Op de begane grond bevindt zich Steakz – onbeperkt steak eten – en zijn in een aparte fast foodruimte onder meer een visbar, New York Pizza, Subway en Wok-to-go te vinden. Aan de achterdeuren ronken bezorgbrommers. The Food Spot is populair bij de inwoners van Leidsche Rijn. Elk weekend is het dringen op de parkeerplaats, die slechts berekend is op honderdtachtig auto’s. Op doordeweekse dagen kunnen de restaurants juist wel wat meer klandizie gebruiken. Een bord met een mes en vork aan de A2 zou helpen. Voor de mensen in Leidsche Rijn appelleert zo’n mes en vorkteken, liefst in combinatie met een kop en schotel, bovendien aan thuis. Als voormalige stadsrandbewoner zeg ik: ‘Plaatsen dat bord! Want gezelligheid kent geen tijd’. MB
Vroeger stond er langs de A2 in Lage Weide een reclamezuil met daar bovenop een mes en vork en een koffiekopje van Douwe Egberts. De zuil markeerde het wegrestaurant Albert’s Corner. Ik woonde als tiener net over de brug naast de koffiefabriek. Op zaterdagavond reden we met de auto naar het AC-restaurant om te gaan gourmetten. Een onbeperkte stroom sausjes en stukjes vlees viel ons ten deel. Dertig jaar later prijst een enthousiaste Griek aan de overzijde van de A2 zijn etablissement aan. Live muziek! Onbeperkt eten! Live cooking! Hiermee doelt hij niet op gourmetten, want hij wijst op een kok achter een buffet op zuiltjes. Twee muzikanten spelen ‘Great balls of fire’ met een Griekse twist. Wanneer zij de Griekse versie van ‘Zijn het je ogen’ inzetten, zwaaien de klanten hun armen de lucht in. Het Griekse restaurant heet Kalimera en is een van de tien zaken gevestigd in The Food Spot in bedrijvenpark De Wetering. De geluidswal van De Wetering is spectaculair, maar richting de Haarrijnse Plas, waar The Food Spot staat, oogt de architectuur vlak. Het restaurantverzamelgebouw telt twee verdiepingen en onderscheidt zich door de ronde vorm, anders niets. Naast Kalimera op de bovenste verdieping zit Takumi, een Japans restaurant. Hier kun je op echte tatami-matjes zitten zonder je benen
food spot, 10 restaurants in één gebouw langs de a2 27
28 i OP ZOEK NAAR FRISSE CONCEPTEN Interview met Didier Prince, ontwerper
van horecaconcepten Martine bakker
yum saap in de twijnstraat, ontwerp didier prince
Wat zijn horecaconcepten? 'In een horecaconcept komt alles samen, het interieur, de routing, de menukaart, welke drank er geschonken wordt, noem maar op. Ik ben van mening dat een horecagelegenheid niet zonder kan. In de horeca wordt elk dubbeltje gewogen en het is zwaar werk. Als de bar verkeerd staat, scheelt dat een personeelslid per avond. Ik wil daar als vormgever rekening mee houden.' Begon het allemaal begin jaren negentig met restaurant De Woeste Walmen in de Zuilenstraat? Daar heb ik nog gewerkt. Als je mij dan een flyer gaf, voor een feest dat je had georganiseerd, vertrouwde je me altijd toe dat het ‘alleen voor leuke mensen’ was. 28
'Ha ha, dat was ik ja, wat is dat lang geleden! Maar zo’n opmerking ‘alleen voor leuke mensen’ typeert mij eigenlijk nog steeds wel. Ik doe alleen wat bij mij past, maar er moet wel een klik zijn en wat humor graag.' Hoe kwam je in dit werk terecht, wat is je achtergrond? 'Ik ben aan de kunstacademie opgeleid als modevormgever en werk freelance nog wel in de modewereld, maar dat zijn vluchtige klussen. In hoofdzaak werk ik in de horeca. Ik zet mijn eigen zaken op en werk voor opdrachtgevers die een pand op het oog hebben en in meer of mindere mate weten wat ze daarmee willen. Soms nemen ze een van mijn interieurs als voorbeeld, dat kan een
fijn startpunt zijn. Het gaat er uiteindelijk om het nieuwe interieur aan te laten sluiten bij de betreffende persoon en bij de plek. Het is dienend, toegepast werk.' Wat waarderen horecaondernemers in jou? 'Ik kan goed invoelen wat de klanten willen en dat vervolgens vertalen naar de praktijk. Ik stel
hoort. Met het licht kon ik niet zoveel kanten uit, dit is weggewerkt in het plafond. Yum Saap in de Twijnstraat had ook van die beperkingen. Dat vind ik eigenlijk altijd wel prettig. Yum Saap is een rare lange pijpenla, wat doe je daarmee? De vorige ondernemer had het heel anders ingericht, met 75 zitplaatsen. Nu zijn er 60 zitplaatsen, waardoor het lekker ruim voelt. De
bresson aan de oudegracht, ontwerp didier prince
de juiste vragen en maak hun idee concreet. Soms voel ik het beter aan dan zijzelf. En ik ben praktisch, maar doe geen consessies.' Je ontwerpt voornamelijk interieurs in Utrecht. Welke zaken kun je Post Planjer aanraden, waar ben je trots op? 'Wijncafé Lefebvre aan de Neude vind ik een geslaagd project. Het is niet pretentieus, geen hoogdravend ontwerp, maar alles viel op de juiste plaats. Het loopt vanaf het begin uitstekend. Bresson aan de Oudegracht vind ik ook mooi geworden. Dit was een moeilijke, grote, lage ruimte, met hier en daar ook nog een storende balk aan het plafond. Aan die paar balken zijn nog veel meer balken toegevoegd, zodat het nu lijkt alsof het zo
lengte heb ik als typerend element benadrukt door een lange rij met tafeltjes en lange banken aan een kant. Dit is een van mijn eigen zaken. Het moest een Thais restaurant worden zoals je in Bangkok aan kunt treffen, niet zoals de doorsnee Thaise restairants in Nederland die volstaan met toeristische parafernalia. In Tailand is het meestal juist sober en zijn worden eenvoudige, kleurige materialen gebruikt. Ik wilde een fris, laagdrempelig concept voor Yum Saap, geen cliché.' Dit zijn nogal uiteenlopende interieurs. 'Ja, dat moet ook, anders heb ik het niet goed gedaan! Een interieur is altijd een combinatie van de plek, het concept en de opdrachtgever, en die combinatie is altijd anders.' 29
sla voor de lokale markt, De moestuin maarschalkerweerd
32 i VOEDSEL IS GEEN SPIJKERBROEK Anne Seghers
de pesto halte van maaike bertens (werklandschap EEt), in de boomgaard van nieuw rotsoord
Enkele jaren geleden lagen de volkstuinen te verpieteren, maar nu zijn er lange wachtlijsten. De aandacht voor lokale voedselproductie is terug van weggeweest. En bij een wederopstanding hoort ook een nieuwe naam: stadslandbouw. Dit fenomeen, overgewaaid uit de Verenigde Staten, krijgt ook in Nederland voet aan de grond. Maar is stadslandbouw echt de allemansvriend zoals vaak in de media wordt beweerd? En hoe kijkt de gemeente Utrecht naar de mogelijkheden die stadslandbouw te bieden heeft? Een maïsveld op een stuk grond op de Amsterdamse Zuidas, een moestuin op het dak van een voormalig kantoorgebouw in Rotterdam en kassen met groente en fruit in leegstaande gebouwkolossen: 32
voedselproductie in de stad is hard bezig aan een comeback. De eeuwenlange nauwe relatie tussen stedelingen en het vruchtbare platteland leek bijna volledig verdwenen, maar wordt nu voorzichtig weer hersteld. Vóór de
industriële revolutie zorgden stadsbewoners voor de eigen voedselvoorziening door in de eigen tuin eten te verbouwen en bijvoorbeeld varkens te houden. Na deze industriële wende is het produceren van voedsel verworden tot een proces zoals elk ander product, waarbij kostenefficiëntie leidend werd. Het maakte niet uit waar het vandaan kwam, als het maar zo goedkoop mogelijk leverbaar, bestelbaar en produceerbaar was. Kleding kreeg steeds vaker labels met 'made in China' of 'produced in Taiwan' en dit geldt ook voor de maaltijden op ons bord. Verse vis betekent immers vaak: gevangen in Thailand, ingevroren, verscheept naar Nederland en hier, ontdooid, als 'vers' in de schappen. Voedsel is verworden tot een louter economisch product, wat ethisch gevoelig ligt. Dat blijkt uit de enorme hausse die de laatste jaren ontstaan is rond stadslandbouw. Thema's als bewustwording, biologisch gedachtegoed en duurzaamheid waren al langer aan een opmars bezig en komen in dit fenomeen bij elkaar. Het is niet langer enkel de geitenwollensokkenbrigade die zich hiermee bezig houdt: het begrip stadslandbouw raakt ingeburgerd bij de doorsnee stedeling. En zo dringt het besef dat voedsel geen spijkerbroek is steeds verder door, zodat stadslandbouw letterlijk en figuurlijk aan terrein wint. Voedselproductie met een plus
Stadslandbouw valt het beste te omschrijven als het produceren van voedsel met daaraan gekoppeld een dienst in, om en voor de stad. Juist de combinatie tussen product en activiteit maakt dat stadslandbouw meer is dan een krop sla verbouwen in de achtertuin. De diensten die aan de stedelijke voedselproductie gekoppeld kunnen zijn variëren van onderwijs en zorg tot horeca, groenbeheer of lokale energieproductie. Daarmee behoren zowel de radijsjes in de buurtmoestuin als de buitenteeltplaats aan de stadsrand tot het terrein van de stadslandbouw. Stadslandbouw is dus lokale voedselproductie met een plus, een extra
lading, die voor een grotere betekenis zorgt dan enkel het produceren van iets eetbaars. Het is evident dat stadslandbouw kan bijdragen aan een groenere leefomgeving, maar juist de koppeling met diensten of activiteiten zorgt dat er op meerdere terreinen een toegevoegde waarde kan ontstaan. Zo kan stadslandbouw kennis ontsluiten over lokale producten en over het traject van grond tot mond en logischerwijs bewustzijn kweken over waar voedsel vandaan komt. Maar los van het eindproduct, zoals de bos radijsjes of de rode bietjes, levert ook het proces profijt. Wanneer buurtbewoners samen een moestuin of boomgaard aanleggen, onderhouden en verzorgen, ontstaat hier vanzelf contact en uitwisseling tussen bewoners. Dit versterkt niet alleen de sociale netwerken in een buurt, maar vergroot ook de betrokkenheid van bewoners met hun directe leefomgeving. Tegelijkertijd doen bewoners kennis en vaardigheden op. Dit kan gezien worden als een manier van persoonlijke ontwikkeling en zelfontplooiing die onder andere ingezet kan worden voor reïntegratietrajecten. En ook op het gebied van gezondheid kan stadslandbouw een positieve stimulans brengen. Wonen in een groenere omgeving blijkt immers direct effect te hebben op zowel de mentale als fysieke gezondheid van mensen. Dat stadslandbouw positieve bijwerkingen heeft, staat dus als een paal boven water. Maar stadslandbouw is niet de oplossing voor alles. Het bereik en het effect van stadslandbouw worden vaak onrealistisch groot voorgesteld. Dit komt mede doordat het momenteel erg wordt gepopulariseerd, waardoor iedereen er markt in ziet en alles wat maar enigszins met stadslandbouw verband houdt als succesvol wordt gezien. Hierdoor dreigt het gevaar dat projecten oppervlakkig blijven en snel weer verdwijnen. Om werkelijk voet aan de grond te krijgen, moet oprecht gekeken worden naar wat met stadslandbouw wel en niet kan worden bereikt. Zo is het een waanidee dat Nederlandse steden geheel zelfvoorzienend kunnen worden via lokale 33
voedselproductie. In werkelijkheid kan met stadslandbouw slechts tien procent van de stedelijke voedselbehoefte worden voorzien. Dat is nauwelijks genoeg om het schap biologische groenten in de supermarkt te vullen. Een volledig autarkische stad moet dan ook niet het streven zijn. Utrechts beleid
Zo kijkt de gemeente Utrecht ook naar stadslandbouw. Op dit moment is er geen gemeentelijk beleid op stadslandbouw, maar dat betekent niet dat het thema niet leeft. Als reactie op verschillende Utrechtse initiatieven, zoals ‘Lekker Utregs’ en de grote vraag naar buurtmoestuinen bij het wijkgroenplan Zuid, is de gemeente bezig met het opzetten van een subsidie om experimenten te ondersteunen. Deze subsidie richt zich nadrukkelijk op de bijeffecten van stadslandbouw, zoals het versterken van sociale cohesie, het vergroenen van de leefomgeving en het vergroten van de betrokkenheid van bewoners bij de openbare ruimte. Dit gemeentelijk budget, honderdvijftigduizend euro, is in eerste instantie eenmalig. Als blijkt dat er een grote behoefte is bij Utrechters zal de gemeente proberen hier een structureel budget van te maken. Daarnaast is de gemeente bezig met een ruimtelijk onderzoek naar locaties in de stad waar stadslandbouw kan plaatsvinden. Een buurtmoestuin past bijna overal, maar grotere initiatieven hebben ook een grotere ruimtebehoefte die niet zo gemakkelijk in te passen is. De online kaart waarop de uitkomsten van het onderzoek te vinden zijn, zal niet alleen een inventarisatie zijn van plekken waar voldoende vierkante meters ter beschikking zijn, maar zal ook inzicht geven in de veiligheid van de locatie, mogelijke grondvervuiling en de beschikbare tijdspanne ñ tijdelijk of permanent. Deze kaart werkt enerzijds als een middel om initiatieven die aan het gemeentelijk loket komen te faciliteren in hun zoektocht naar een geschikte plek. Maar anderzijds werkt de kaart ook als een prikkel die bewoners en partijen aanzet tot nieuwe plannen. 34
Stadslandbouw is een trend die een positieve bijdrage levert aan de stad. Maar in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, is voedsel niet het hoofddoel, maar meer een smeermiddel. De kracht zit juist in het verbinden van lokale voedselproductie met grotere stedelijke thema’s, zoals sociale cohesie, duurzaamheid, zorg en gezondheid, werkgelegenheid en milieu. En hoewel Utrecht nog aan het begin staat van haar stadslandbouwcarriere, wordt er hard gewerkt aan een gunstige voedingsbodem voor een bloeiend toekomstperspectief.
Het Utrechtse bureau Terra Incognita voor stedenbouw en landschapsarchitectuur onderzocht de historische relatie van de stad Utrecht met voedsel en kansrijke ontwikkelingen voor het huidige voedsellandschap in en rond de stad. De resultaten van het onderzoek '2000 jaar stadslandbouw Utrecht' worden op 23 juni gepresenteerd tijdens de Dag van de Architectuur. www.terra-i.nl Vlaaien op de Neude, 2000 jaar stadslandbouw in Utrecht, ISBN 7989090268675 Meer informatie over de mogelijkheden die de gemeente Utrecht te bieden heeft: Barbara Rijpkema, projectleider stadslandbouw, T 030 2860000. Enkele Utrechtse intiatieven: www.werklandschap-eet.nl www.lekkerutregs.nl
De moestuin maarschalkerweerd 35
De moestuin maarschalkerweerd
KIWI’S PLANTEN IN KANALENEILAND
Wat: Utrecht Kiemt!, onderdeel van Utrecht Manifest Waar: Viconaterrein, Rotsoord Wanneer: 3 mei t/m 1 juni 2012 Ontwerpers: Casper Schuuring, Frank Stroeken, NoÎl van Doren & Marcel Blekendaal Informatie: www.facebook.com/utrechtkiemt www.utrechtmanifest.nl www.werklandschap-eet.nl
Met het onderdeel 'Utrecht Kiemt!', dat zich afspeelt op het Viconaterrein op Rotsoord, wordt ingespeeld op de stadslandbouwhype. Kunnen we in Utrecht voedsel telen en wat bereiken we daarmee? De discussie over de zin en onzin van voedselteelt in de stad wordt aangewakkerd in de Kwekerij zonder Land, een tijdelijk bouwwerk ontworpen door Casper Schuuring (Gent en Monk architecten). Twee houten schermen, overladen met jonge voedselplantjes als een mini-tuincentrum, en een grote tafel met de kaart van Utrecht als tafellaken vormen een uitnodiging voor bezoekers om mee te denken over stadslandbouw. Kleine tekstblokjes op het tafellaken moeten de discussie uitlokken: laat 38
de zonnige kopse kant van flats in Kanaleneiland begroeien met kiwi- en druivenplanten, gebruik leegstaande kantoren voor het telen van kiemgroente, maak van de (vanwege de crisis met rust gelaten) Rijnenburgpolder een eetbaar recreatielandschap waar je op de fiets langs kraampjes met versgezette filterkoffie en doosjes zelfgekweekte frambozen toert. Voor het symbolische bedrag van twintig cent kan elke bezoeker een voedselplantje meenemen, met de opdracht die ergens in de stad te planten. Gele stickertjes op de kaart van Utrecht geven aan waar de aardbeien, courgettes, druiven en klimbonen terecht zijn gekomen. Vijfentwintighonderd plantjes om uit te delen lijkt wat ambitieus: slechts enkele nieuwsgierige bezoekers mengen zich voorzichtig in het gesprek, wijzen iets aan op de kaart, rekenen een plantje af.
Onder de noemer 'Het Nieuwe Werklandschap' onderzoekt Utrecht Manifest, de biënnale voor social design, hoe vormgeving in kan spelen op nieuwe economische, maatschappelijke en technologische omstandigheden. Hoewel de meeste mensen steeds minder betrokken zijn bij het productieproces, lijkt er nu een 'industriële periode aan te breken waarin wonen en werken weer dichter bij elkaar komen en zelfs door elkaar lopen', aldus de website. Rotsoord, een van de laatste binnenstedelijke bedrijventerreinen in Utrecht en onderwerp van nieuwe stedenbouwkundige plannen, is een toepasselijke locatie voor de verschillende activiteiten van Utrecht Manifest.
Utrecht Manifest probeert de ontwerper en de gebruiker dichter bij elkaar te brengen, maar is daarin niet altijd even succesvol. De informatievoorziening op internet is nogal abstract en de bekendheid en het bereik van de activiteiten zijn beperkt. Utrecht Kiemt! is een sympathiek middel om bewoners van Rotsoord en Hoograven bij de discussie over voedselteelt in de stad te betrekken. Her en der opduikende aardbeien en courgettes zullen de komende tijd uitwijzen wat de effecten zijn geweest. FM
tijdelijke installatie utrecht kiemt, rotsoord 39
40 i Een veilingveldje om op te tuinieren Interview met Ingrid Zoer, directeur van basisschool De Kleine Dichter Martine bakker
schooltuintjes op het terrein van natuur- en milieueducatie aan de plutodreef
Wat wordt er bedoeld met het veilingveldje? 'Dit is een braakliggend stuk grond tegenover onze school. Wanneer de fabriek die er nu nog naast staat sluit, zullen hier woningen worden gebouwd. Zolang er niet gebouwd wordt kunnen wij een deel ervan gebruiken als schooltuin.' Hoe pak je zoiets aan? 'De buurt wilde iets met het veldje. Wij liepen 40
tot nog toe met de kinderen vier kilometer heen en terug naar de schooltuintjes in Park Transwijk. Het buurtcomité heeft het verder geregeld door gebruik te maken van het leefbaarheidsbudget.' Hoe richt de school het terrein in? 'Vooralsnog wordt het een bloementuin. Op 7 juni nemen we de tuin officieel in gebruik door bloemen te zaaien. Dan is het feest
op het veilingveldje. De kleuters hebben al bogen geknutseld, de oudere kinderen hebben plattegronden getekend en leggen de grond er in. De wethouder komt het openen.' Er komen dus nog geen groenten in? 'Pas volgend schooljaar gaan we waarschijnlijk
de tuin. Omdat het om tijdelijk gebruik gaat, verwachten we niet dat de gemeente dit grootscheeps gaat aanpakken. Maar wij zijn er hoe dan ook heel blij mee.' Waarom zijn schooltuintjes zo belangrijk? 'Tuinieren met kinderen is geweldig. En de medewerkers van natuur- en milieueducatie
plutodreef
groente verbouwen. Dan maken we eerst een echt tuinplan. Omdat de bodem vervuild is moeten we de grond ophogen, of bakken gebruiken. Hierover krijgen we advies van een medewerker van natuur- en milieueducatie die in Park Transwijk werkt.' Dat kost dan wel weer meer… 'Met gesponsorde sportactiviteiten hebben we geld opgehaald voor de inrichting van
zijn er heel bevlogen mee bezig. Rond deze tijd is er bijna wekelijks een activiteit. Dan wordt er lekkere soep gekookt of pizza gebakken met de groenten uit de tuintjes. Zo krijgen de kinderen een beeld van de hele voedselketen. Wij hebben de natuur- en milieueducatie dit jaar gemist, omdat we ons in afwachting van de opening van onze eigen tuin niet hadden ingeschreven.'
41
42 i URBAN FARMING: DE TOEKOMST VOOR DETROIT EN UTRECHT? Friso Wiersum
Als zelfs Oprah Winfrey in haar blad O aandacht besteedt aan urban farming in Detroit, dan weet je dat het een groot verhaal is. In het aprilnummer van 2008 schreef ‘O’ over de Catharine Ferguson Academy: een speciale school voor tienermoeders die op deze school het ritme van landbouw leren: de aarde prepareren, zaaien, wieden, bemesten en dan pas oogsten. In een stad die verlaten is door alle reguliere supermarktketens en waar junk food voor veel van de lagere economische klassen daardoor de dagelijkse maaltijd vormt, is alleen al dat groeiproces een les van jewelste. Los van de groenten die er verbouwd worden grazen er ook enkele schapen, klauteren enkele geiten rond in hun eigen rotstuin en leggen de kippen hun eieren. Inderdaad, je waant je er op het platteland en toch staat deze boerderij midden in Detroit. 42
Groei en val van Detroit
Niemand zal nog onbekend zijn met het verhaal van de voormalige Motor City. Groot geworden in de jaren twintig en dertig, toen Henry Ford iedereen die bij hem aan de lopende band kwam werken een dagloon van vijf dollar betaalde, werd Detroit in de jaren veertig van de vorige eeuw het arsenaal van de democratie om in de jaren vijftig weer volop in te zetten op de auto-industrie. In de jaren zestig was Detroit misschien wel de rijkste stad ter wereld. En op zijn minst een stad die tot de mondiale verbeelding sprak: de soul van Motown klonk overal en de Amerikaanse Droom leek in Detroit geen droom, maar werkelijkheid te zijn. De groei van suburbia en de shopping malls werd door de auto-industrie gefaciliteerd: het leven leek goed. Maar zoals zo vaak bleek onder die schone schijn een ander verhaal te schuilen. De grote rassenrellen van 1967 joegen de middenklasse de stad uit. De instorting van de Amerikaanse auto-industrie kwam daar nog eens overheen. In de jaren tachtig en
negentig stond Detroit als de meest criminele, gevaarlijke en desolate stad van de Verenigde Staten te boek. Op dit moment woont er een derde van de bevolking die er eind jaren zestig woonde, liggen hele woonblokken braak en heeft de natuur grote stukken stad overgenomen - urban prairies bepalen het beeld. Met een bijna failliet stadsbestuur en vrijwel geen middenstand in de stad moesten de inwoners zelf aan de slag om nog iets van hun stad te maken. Vrijwel iedereen die nu nog in Detroit woont, doet dat bewust en wil er iets van maken. Die do-it-yourself mentaliteit uit zich op allerlei manieren: van zelf huizen opknappen, tot met een wijkcomité je buurt bewaken, van home education tot urban farming. Hungry City
Al langer bestaat er onvrede bij planologen, ecologen en economen over de manier waarop de groeiende stedelijke wereldbevolking in haar voedselbehoefte voorziet. Reiskilometers, productverpakking en afvalverwerking dragen
hooien middenin detroit 43
huisje op de urban prairie
allemaal niet bij aan het duurzaam beheer van deze planeet. Sinds de publicatie van Hungry City van Carolyn Steel in 2008 is het vraagstuk van voedselvoorziening een trending topic geworden. Steel verwijt de consument zelfs angst voor voedsel dat eerlijk is en niet als bewerkt superproduct in de schappen ligt. Zij pleit onder meer voor lokale voedselproductie, voor meer educatie over voedsel en voor het herstellen van een band tussen voedsel en consument. Niet langer moeten grote agrocommerciële multinationals bepalen wat op ons bord komt, maar wijzelf, gestuurd door lokale omstandigheden en de seizoenen. Dat ideaalbeeld ligt nog ver weg, maar wekt interesse op en wakkert discussie aan over de manier waarop we ons tot ons voedsel verhouden. Ook in Nederland zien we de afgelopen jaren een vergrote interesse in biologisch eten, in zelf tuinieren in moestuinen en in het ongevraagd ingrijpen in de groenvoorziening van de stad, ook 44
wel guerilla gardening genoemd. Tel die fenomenen bij elkaar op en je komt al snel uit op urban farming, of stedelijke landbouw in het wat zakelijkere Nederlands. Het is hier nu een zaak van kleine private initiatieven, van stadsboerderijen die door vrijwilligers worden gerund en van kleine handelaren die op biologische markten stadsgebonden producten verkopen, maar elders in de wereld is het een groeiende bedrijfstak. In Detroit bijvoorbeeld. Eastern Market
Door het gebrek aan winkels en de gigantische leegstand in Detroit voelden ondernemende types zich geroepen zelf hun voedselvoorziening ter hand te nemen. Urban prairies werden omgeploegd en tot landbouwgrond gemaakt. Veel van die urban farms zijn niet bijzonder groot en zorgen naast voedselvoorziening ook voor community development. Als je met buurtgenoten dagelijks een uurtje schoffelt, bouw je vanzelf
een band op. Voor veel van de inwoners van de stad zijn de urban farms wel degelijk een essentiële aanvulling op hun dagelijks voedsel en inkomen. Wie honderd tomatenplanten goed onderhoudt, kan daarmee per oogst wel tweeduizend dollar verdienen. Dat is veel geld in Detroit, waar door de hypotheekcrisis huizen te koop staan voor vijfhonderd dollar. Bijzonderder dan de kleinschalige initiatieven an sich zijn misschien wel de spectaculaire ontwikkelingen als vervolg op urban farming. Het stadsbestuur heeft bijvoorbeeld plannen voor grootschalige stedelijke landbouw met daarbij een rij aan investeerders. Er is tenslotte ruimte zat. De ontwikkeling van Eastern Market, de wekelijkse markt voor lokale producten, tot kennishub voor landbouwvraagstukken is in mijn ogen erg spannend. Dat proces komt namelijk voort uit bottom-up organisatie en illustreert de stelling van Jane Jacobs dat steden floreren als bestuurders de burgers hun gang laten gaan - als de inwoners de baas zijn in een
stad en niet de projectontwikkelaars. Dat zijn lessen die we ter harte kunnen nemen. www.expodium.nl www.newstrategiesdmc.blogspot.com (met links naar de Yes Farm) www.hungrycitybook.co.uk Friso Wiersum is historicus en programmamaker. Hij verbleef van eind oktober tot eind december 2011 in Detroit in het kader van de Detroit Residency Collaboration van Expodium.
‘Detroit is largely composed, today, of seemingly endless square miles of low-density failure’ Jane Jacobs, the Death and Life of Great American Cities (1961)
de tuin van de catherine ferguson academy
46 i vrolijk ondernemen in crisistijd Interview met Alice Hoogenhout, Stichting Vrienden van het Jongeriuscomplex Martine bakker
de villa jongerius wordt in oude luister hersteld
De Stichting Vrienden van het Jongeriuscomplex is opgericht in december 2006. Het doel van de Stichting is het Jongeriuscomplex, de voormalige garage en het kantoor en woonhuis van Jan Jongerius, te behouden en te restaureren. Hoever is de restauratie van de villa inmiddels gevorderd? 'Volgens de planning is de bouwtijd nog veertien weken. We zijn nu bezig met het afwerken, binnen en buiten.' 46
De villa ligt er nu al prachtig bij. Ik kon mijn ogen er niet vanaf houden toen ik er laatst voorbij fietste. Jullie krijgen zeker veel reacties? 'We krijgen heel veel reacties. Toen ik onlangs vanwege een bijeenkomst even aan het hek stond, kreeg ik allerlei vragen van voorbijgangers. Iedereen wil weten wanneer het open gaat. We hadden graag meegedaan
met de Dag van de Architectuur, maar de aannemer ging failliet, waardoor dit logistiek helaas niet mogelijk was.' Wat is de bestemming van het pand? 'Voorlopig wordt het verhuurd voor vergaderingen en evenementen. En we willen ook eigen activiteiten organiseren. Vanuit het idee van slow food, streekproducten en met een cultureel programma. Dit ligt voor de hand vanwege de achtergrond van Jan Jongerius, die een garage en busbedrijf runde en tankstations bezat, maar opgroeide in een tuindersfamilie.' Zijn jullie straks op vaste tijden open? 'Het pand heeft wel een horecabestemming gekregen. Fulltime open gaan in de huidige economische situatie vinden wij echter iets te riskant. We willen het complex graag in eigen beheer houden om het verhaal van de villa en de familie Jongerius te kunnen blijven vertellen. Maar we hebben gekozen voor een groeimodel. Dus als er iedere zondag veel bezoekers komen, dan groeien we mee met de vraag.' Dat hangt waarschijnlijk ook af van de ontwikkelingen rond de villa? 'Ja, er zijn woningen gepland in dit gebied, maar wanneer die gerealiseerd worden is onduidelijk. Onze volgende focus is het voormalige hoofdkantoor achter de villa. Die willen we geschikt maken voor gebruik. Het pand was door de vorige eigenaar, defensie, helemaal dichtgeplankt. Sinds september is het in ons bezit. In maart 2011 kreeg het, net als de villa, de status van rijksmonument. Een totale restauratie kost heel veel geld. Daarom kijken we voorlopig alleen naar de constructie, naar wat er moet gebeuren om het veilig te maken. De gemeente Utrecht helpt ons daarbij. Als het goed is hebben we voor de zomer een beeld van de kosten. Hopelijk is het haalbaar want het zou jammer zijn om zo’n gebouw leeg te laten staan.' De nadruk lijkt erg te liggen op beide
gebouwen als architectonisch object, minder op de nieuwe functie. In die zin kun je het vergelijken met het Rietveld Schröderhuis. 'Wij vinden het belangrijk om de plek betekenis te geven. De omgeving van de villa is nu een gek gebied waar niemand komt. Wij willen graag dat het weer gaat leven. Daarbij willen we teruggrijpen op de geschiedenis van de familie Jongerius.' Wordt Jan Jongerius aangemerkt als de architect van de villa? 'Daar gaan we wel van uit. Een architect zou nooit zo’n mix van stijlen bedenken. Jan Jongerius deed gewoon wat hij mooi vond. We kwamen er achter dat hij nog tijdens de bouw nieuwe dingen heeft bedacht en verwerkt. Het is constructief gezien duidelijk een geval van voortschrijdend inzicht.' Hoe wisten jullie dat de kozijnen en daklijst destijds rood zijn geweest? 'Dit was te zien op kleurenfilms van feesten in de villa en de tuin, Jan Jongerius was verwoed amateurfilmer. En er is uitgebreid kleurenonderzoek gedaan. Misschien was het rood een verwijzing naar de kleur van Utrecht, al lag de villa destijds in Jutphaas. Maar waarschijnlijk houdt het verband met het rood van Texaco. De rode accenten zitten overigens niet alleen in de villa. In de tuin stond een wit betonnen muurtje met rode buizen erop. De grote toegangshekken en het hekje aan de weg waren rood. En in de betonnen bloembakken stonden rode geraniums! Dit gaan we allemaal herstellen. We zoeken alleen nog fondsen voor de bouwkundige elementen in de tuin. In de hoeken stonden bijvoorbeeld hoge witte betonnen lantaarnpalen met ovale schijven eraan. Die zouden we graag reconstrueren.' De villa en de tuin worden gerestaureerd met subsidies van de gemeente Utrecht, de provincie Utrecht en het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Was het moeilijk om het geld bij elkaar te krijgen? Hoe werd de villa door deze partijen gewaardeerd? 47
voor de restauratie van de achterliggende kantoorhal worden nog fondsen gezocht
'Voor de subsidiegevers was de architectuur doorslaggevend. Utrecht heeft weinig erfgoed uit deze periode. De waarde staat buiten kijf. De fondsen hebben momenteel alleen niet zoveel te vergeven.' In die zin past de villa mooi bij de modernistische gebouwtjes verderop langs het Merwedekanaal, richting Vreeswijk. 'De Merwedekade is een geweldige plek. In de toekomst wordt de kade een fiets- en wandelgebied. Misschien komt er richting het zuiden zelfs een nieuwe voetgangersbrug. Wij hopen een bruggenhoofd te worden tussen Parkhaven en Kanaleneiland. Het Merwedekanaal vormt nu een begrenzing maar kan een mooi binnenstedelijk water zijn.' Wat moet ik mij voorstellen bij de toekomstige activiteiten van de stichting? Wij hopen in de kantoorruimte bijvoorbeeld activiteiten voor kinderen te organiseren rond het thema voedsel. Kinderen eten patat maar weten niet dat dit van een aardappel gemaakt wordt.' 48
Wat is de achtergrond van de Stichting Vrienden van het Jongeriuscomplex? 'Het bestuur en bureau bestaat bijna volledig uit kleinkinderen van Jan Jongerius. Ik ben de enige buitenstaander. Ik coördineer de restauratie en manage de exploitatie van de villa.' Jan Jongerius was een vrolijke man. Lijken zijn kleinkinderen op hem? 'Ja, die vrolijkheid zit er nog steeds in! De hele familie houdt van lekker eten en drinken. En de kleinkinderen bezitten de ondernemersgeest van hun opa. De villa is tijdens de crisis van de jaren dertig neergezet. Nu is het weer crisis, maar dat weerhoudt de stichting er niet van om plannen te ontwikkelen. De spirit van Jan Jongerius is duidelijk voelbaar. We merken dat dit aanstekelijk werkt.'
PLANJERIANEN
Meld u aan en word Planjeriaan! Post Planjer verschijnt vier keer per jaar en
JA! IK WORD planjeriaan.
kan rekenen op een groeiend lezersbestand
Naam
van geïnteresseerden in architectuur en stedenbouw.
Adres Postcode Plaats
Graag willen we ons werk in de toekomst
Telefoon
voortzetten en u over de ontwikkelingen
E-mail
in Utrecht en de regio blijven informeren. Daarvoor hebben we uw steun hard nodig.
K MACHTIG POST PLANJER OM tot wederopzegging met ingang van 2012 jaarlijks 15 EURO VAN MIJN REKENING AF TE SCHRIJVEN.
Meld u aan en word Planjeriaan! Vul de bon
Mijn rekeningnummer is:
in en ondersteun ons met een structurele jaarlijkse bijdrage van 15,- Euro.
Handtekening:
pijler
Meld u aan en word pijler van post planjer! Onder de lezers van Post Planjer bevinden zich talrijke instellingen en bedrijven die graag op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van, architectuur en stedenbouw in Utrecht. Bent u één van deze bedrijven of instellingen met interesse voor ruimtelijke ontwikkeling en draagt u ons initiatief een warm hart toe? Ondersteunt u ons dan met een jaarlijks bedrag van 150,- Euro. Uw naam wordt desgewenst opgenomen in de lijst van pijlers van Post Planjer in elk nummer. Vul onderstaande bon in, bel of stuur ons een e-mail, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.
JA! IK WORD donateur van post planjer. Bedrijf Naam Adres Postcode
Plaats
Telefoon E-mail
IK MACHTIG POST PLANJER OM tot wederopzegging met ingang van 2012 jaarlijks 150 EURO VAN MIJN REKENING AF TE SCHRIJVEN. Mijn rekeningnummer is:
Handtekening:
49
POST PLANJER Achter de Dom 14 3512 JP utrecht
POST PLANJER Achter de Dom 14 3512 JP utrecht
UTRECHT VOEDSEL EN DE STAD
De Dag van de Architectuur staat in het teken van Architectuur en Voedsel. een weekend met smakelijke expedities en rondleidingen, open huizen, lezingen, exposities, films en food. geniet en ontdek de eetbare stad Utrecht. Kijk voor het volledige programma op www.aorta.nu ToegANg grATis
(m.u.v. streekdiner en picnic)
EXPEDITIES OPEN HUIZEN STREEKDINER FILM LEZINGEN
NUTRECHT
DOUWE EGBERTS
VEILINGHAVEN
grafisch ontwerp: het Bos, Utrecht
CAROLYN STEEL DE HONGERIGE STAD CEREOLFABRIEK Hoofdlocatie: CAB-gebouw (Nutrecht) Overige locaties: Douwe Egberts / Cereolfabriek / Veilinghaven Informatiecentrum Stationsgebied / Architectuurcentrum Aorta ’t Hoogt / Ekko / Griftsteede
51
programma DARE#7 Make a difference! EXPOSITIE EN DISCUSSIE Masterstudenten Interior Design & Urban Space Design van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht presenteren hun eindexamenwerk. Internationale studenten onderzoeken hoe ontwerp het verschil kan maken in het publiek domein. opening vr 22 juni 16.00-18.00, // presentatie en discussie 18.00-19.30 uur expositie za 23 juni 10.00-17.00 uur Architectuurcentrum Aorta // Achter de dom 14 Urban Harvesting URBAN PICNIC EN FILM Een urban picnic en filmavond op bijzondere locaties in Utrecht met Expodium. Food Jazz and DJ’s bereiden een picknick met groentes en kruiden uit Kanaleneiland. Gevolgd door filmvertoning Detroit: Wild City en discussie met Kt Andresky, aanjager in de urban farming en kunstscene van Detroit. aanmelden
[email protected] Expodium / Auriollaan 98 / 18.00-22.00 uur / 5 euro. (aanschuiven bij de film kan ook en is gratis: Nutrecht / CAB Rondom 90AA / 20.30-22.00 uur) Douwe Egberts RONDLEIDING Benieuwd naar Utrechts koffiebranderij van dichtbij? Douwe Egberts opent voor een dag haar deuren. Onder het genot van een koffie of thee maakt u kennis met de rijke historie, de bijzonder oude fabrieksgebouwen en koffieproducten van Douwe Egberts. aanmelden via
[email protected] / duur: ca. 1 uur za 23 juni // 10.30 / 11.30 / 12.30 / 13.30 / 14.30 uur Douwe Egberts // Vleutensevaart 35 Cereolfabriek RONDLEIDING De iconische en uitgebrande Cereolfabriek wordt een cultuurcluster. Architect Bastiaan van de Kraats (Bureau 1meter98) maakte daarvoor het ontwerp. Tijdens een hard hat tour onder zijn leiding kunt u een kijkje nemen in de doorleefde fabriekspanden. aanmelden via
[email protected] / duur ca. ¾ uur za 23 juni 11.00 // 11.45 // 12.30 // 13.45 // 14.30 uur Cereolfabriek // Kanaalweg 91 Veilinghaven en de U-trechters RONDLEIDING De haven aan het Merwedekanaal werd aangelegd voor de groente- en fruitveiling. Tegenwoordig maakt de gerevitaliseerde haven deel uit van de nieuwe wijk Parkhaven. Architect Michael van Leeuwen maakte het ontwerp voor de markante U-trechters en het havengebouw. 52
programma Hij leidt u vandaag eenmalig rond aanmelden via
[email protected] / duur ca. 1 uur za 23 juni // 11.00 uur U-trechters // Veilinghavenkade 2 – 8 Nutrecht en +bindfabriek OPEN HUIS Tegenover station Zuilen ligt het CAB gebouw van Sybold van Ravesteyn. De stichting Nutrecht werkt samen met +bindfabriek aan een duurzame revitalisatie van het monumentale gebouw. Het CAB gebouw huisvest straks werkateliers, oefenruimtes en locatie voor evenementen. Nutrecht is als hoofdlocatie van de Dag van de Architectuur de hele dag geopend voor publiek. za 23 juni 11.00 – 18.30 uur. Nutrecht / CAB Rondom 90aa Stationsgebied NU OPEN HUIS PRESENTATIES RONDLEIDING Nieuwsgierig naar het nieuwe Stationsgebied? Breng een bezoek aan het infocentrum voor de laatste ontwerpen. Stijn Rademaker van Ector Hoogstad Architecten presenteert vandaag het ontwerp voor Stationsplein Oost. Een verhoogd plein met daaronder ruimte voor 12.500 fietsen tussen het Centraal Station en Hoog Catharijne. za 23 juni // 11.00 -17.00 uur presentatie Stationsplein Oost 11.00 en 13.00 uur / presentatie Stationsgebied 12.00 en 14.00 uur / rondleiding 14.30 uur Infocentrum Stationsgebied // Vredenburg 40 Atelier Eetbare Stad WERKATELIER Ontwerpers, culinair ondernemers en voedselidealisten bouwen onder leiding van Terra Incognita aan een eetbaar toekomstperspectief voor Utrecht. Architect Carolyn Steel, auteur van de Hongerige Stad is als visiting critic aanwezig. Aanmelden voor 12 juni via
[email protected] za 23 juni // 12.00 – 14.00 uur Nutrecht // CAB Rondom 90aa Expeditie Pluk je Stad STADSEXPEDITIE Struinen langs parken en plantsoen, proeven van bermen en kanaaloevers. Tijdens deze stadsexpeditie laat wildplukker Edwin Florès zien dat je van Utrechtse bodem heel goed kunt eten. aanmelden via
[email protected]. za 23 juni // 12.00 – 13.30 uur Nutrecht // CAB Rondom 90aa 53
programma Expeditie Cartesius STADSEXPEDITIE Stichting Stadslandbouw Utrecht neemt u mee op expeditie langs braakliggende terreinen en leegstaande panden in het Cartesiusgebied om op zoek te gaan naar plekken waar voedselproductie een impuls kan geven aan de ontwikkeling van het gebied. aanmelden via
[email protected]. za 23 juni 11.00-12.30 / 13.00-14.30 uur Nutrecht / CAB Rondom 90aa Cartesiusmarkt INITIATIEF VOOR CARTESIUS Het bedrijventerrein en havengebied Cartesius bevindt zich aan de vooravond van een gebiedstransformatie. Veel initiatiefnemers zien mogelijkheden voor het gebied. Op deze markt brengt +bindfabriek ze samen, en laten zien hoe het gebied een impuls kan krijgen. za 23 juni // 11.00 – 17.00 uur Nutrecht // CAB Rondom 90aa De Hongerige Stad SLOTMANIFESATIE De afgelopen jaren eeuw is de productie en distributie van voedsel uit ons stedelijk straatbeeld verdwenen. De Britse architect Carolyn Steel en de Amerikaanse kunstenaar en stadsactiviste KT Andresky vertellen over de herintroductie van voedselproductie en distributie in onze steden. Frank Stroeken (Terra Incognita) presenteert het boek Vlaaien op de Neude, 2000 jaar stadslandbouw in Utrecht. aanmelden via
[email protected]. za 23 juni // 15.30 - 18.00 uur NUtrecht // CAB Rondom 90aa Streekdiner Utrecht ETEN Proeven van de producten die Utrecht te bieden heeft. Dat doen we op het Streekdiner Utrecht. Proeverij De Pronckheer bereidt een verassend lokaal en overheerlijk drie gangendiner met producten uit de streek. Aanmelden voor 18 juni via
[email protected] za 23 juni // 18.30 uur Nutrecht // CAB Rondom 90aa Smaakmakers ETEN EN DISCUSSIE JHK Architecten organiseert samen met Stichting Eet Mee! running dinners in Utrechtse wijken. Onder leiding van een architect nemen bewoners en gasten de kwaliteit van de woning onder de 54
programma loep. Zie, hoor en proef wat de smaak van Utrecht is. aanmelden via
[email protected] diverse locaties // 16.30 uur Voedsel Dichtbij DIVERS PROGRAMMA Voedselevenement in het Griftpark met een divers programma voor jong en oud. Doe mee aan de plukwandeling, volg een demonstratie van een imker, proef lokale lekkernijen of bezoek de zoete kindertheatervoorstelling. zo 24 juni // 13.00 – 17.00 uur Griftsteede // Van Swindenstraat 129 Detroit: Wild City & Garden Stories FILM Detroit: Wild City toont hoe de ondergang van de auto-industrie Detroit heeft veranderd in een verlaten ruïne. Nu trekken Urban pioneers en stadsboeren naar de verwoeste wijken. Garden Stories is een inspirerende film over creatieve voedselteelt in de grote stad. aanmelden via www.hoogt.nl zo 24 juni // 19.00 – 21.30 uur Filmtheater ’t Hoogt // Hoogt 4 Detroit: Desolation, desire and some buildings EXPOSITIE In Ekko exposeert Friso Wiersum foto’s van zijn residentie in Detroit. De stad, ooit groot geworden op de welvaartsgolven van de auto-industrie, is nu een plek waar de achtergebleven bevolking en avontuurlijke nieuwkomers proberen een nieuwe vorm van stedelijk samenleven te vinden. vr 1 juni – zo 1 juli UAR AUDIOTOURS Wilt u op de Dag van de Architectuur niets missen? De architectuurapplicatie UAR leidt u langs bijzondere open huizen en plekken met een voedselverhaal. Download UAR op uw smartphone. Volg de route Voedsel en de Stad en neem onderweg deel aan het programma. Met de route Stationsgebied van de toekomst volgt u de laatste ontwikkelingen in het Stationsgebied. za 23 juni (blijft ook op andere dagen beschikbaar)
55