Achtergrondinformatie
||
Achtergrondinformatie bij de lesbrief ‘Het Egypte van Hollywood’
De publieke fascinatie voor het Oude Egypte is diep geworteld in populaire fictie, op televisie en in film. Wat de meeste mensen over het Oude Egypte weten, komt vaak hier vandaan: van kinds af aan worden zij door de representatie beïnvloed. Met name populaire films rond het thema, zoals ‘Cleopatra’ met Liz Taylor en de succesvolle reeks ‘Mummy’-films, schetsen op het witte doek een beeld van de oude cultuur die door velen voor waar wordt aangenomen. Ook televisieseries dragen daar aan bij, bijvoorbeeld de serie ‘Rome’, afleveringen van ‘Charmed’ en kinderseries als ‘het Huis Anubis’. Wie er oog voor heeft, ontdekt veel overeenkomsten, maar ook veel verschillen in de manier waarop Egyptische elementen voor de film ‘geleend’ zijn. Van goedkope kostuums en quasi-Egyptische voorwerpen op sets met wiebelige decors tot grootschalige producties waarbij zelfs de moeite is genomen om op locatie in Egypte te filmen; allemaal zijn ze op bepaalde punten goed en op andere punten slecht geïnformeerd geweest over de geschiedenis en cultuur van het oude Egypte. In zeer veel gevallen heeft men zich dichterlijke vrijheden veroorloofd om de film aansprekender en spectaculairder te maken. Het is vaak niet de historische juistheid die telt, maar de heersende populariteit en natuurlijk de bezoekcijfers. De herontdekking van Egypte en de opkomst van de cinema De herontdekking van Egypte begint in de 19de eeuw met de opkomst van musea en de wetenschappelijke archeologie. Kennis en begrip groeiden doordat steeds meer mensen als reiziger of museumbezoeker Egyptische voorwerpen met eigen ogen konden bekijken. Nog niet alle aspecten van het Oude Egypte konden wetenschappelijk worden verklaard, zoals de bouw van de piramiden. Dat liet ruimte voor ideeën over bovennatuurlijke fenomenen en uitte zich in het zogenoemde occultisme. Bij het grote publiek bleef de belangstelling voor het Oude Egypte vooral romantisch van aard. In literatuur, architectuur en kunst manifesteerde zich het Oriëntalisme, waarin het Oude Egypte als exotisch, sensueel, mysterieus en tijdloos werd neergezet. Met de opkomst van de cinema aan het begin van de 20e eeuw gingen zowel occultisme als Oriëntalisme in de weergave van Egyptische thema’s een grote rol spelen. De opkomst van de cinema In de 19de eeuw waren beeldende kunst, literatuur, toneel en variété de belangrijkste middelen van vermaak. De ontwikkeling van stilstaande fotografie naar bewegend beeld (letterlijk: motion pictures) rond 1890 betekende een ware revolutie. In het begin werden films vooral vertoond op kermissen en jaarmarkten. Door het gesjouw met apparatuur en de grote vraag bij het publiek ontstond al snel behoefte aan permanente bioscoopzaaltjes. Tegelijk schoten filmmaatschappijen als paddenstoelen uit de grond om in het aanbod te kunnen voorzien. De vroege film (tot 1906) draait vooral om beelden en trucages die de kijker moeten verrassen en versteld doen staan. Als dit nieuwtje eraf is, ontstaat gaandeweg een aanbod met meer verhalende lijnen. Historische thema’s spelen dan een grote rol. Verhalen uit de Oudheid en met name uit het Oude Egypte leenden zich goed voor dramatisering op het witte doek. © Rijksmuseum van Oudheden 2012
Achtergrondinformatie
Oriëntalisme in de fotografie In de fotografie van de tweede helft van de 19de- en begin 20e eeuw speelden verre oorden en vreemde volkeren een grote rol. Fotografen reisden in het Midden-Oosten rond om het dagelijks leven op de gevoelige plaat vast te leggen. Die beelden hadden in Europa en Amerika grote invloed op het beeld dat het publiek van deze streek en haar geschiedenis had. De vroegste filmers volgden tussen 1895 en 1910 in hun voetspoor. Hollywood In het eerste decennium van de 20e eeuw verhuisde de Amerikaanse filmindustrie geleidelijk van filmpionierstad New York naar Hollywood, een wijk van Los Angeles. Rond 1920 hadden zich uit diverse kleine productiemaatschappijen een aantal grote studio’s gevormd zoals Paramount, Warner Brothers, RKO en Columbia. Hollywood werd in korte tijd de filmhoofdstad van de Verenigde Staten. De naam ‘Hollywood’ zou in de 20e eeuw uitgroeien tot synoniem van de Amerikaanse film. Egypte in de Oudheidfilm Het witte doek leent zich uitstekend voor het tonen van spectaculaire sets, grootse scènes en dramatiek. De Oudheid biedt op dat gebied materiaal in overvloed. In oudheidfilms is de beeldvorming van de Oudheid vooral beïnvloed door de kennis van de eigen tijd of de specifieke bedoelingen van de filmmakers. Naast de culturen van Rome, Griekenland en Mesopotamië is vooral het Oude Egypte bij filmmakers geliefd. Het aanbod van films die in het Oude Egypte spelen varieert. Er zijn realistisch neergezette, maar niet per definitie historisch juiste producties. Daarnaast dient Egypte soms als achtergrond in avonturenen fantasyfilms . De bekendste films bieden thema’s die het publiek ook juist van Egypte verwacht: van de piramidebouwer Cheops, de ketterse farao Achnaton en de machtige Ramessidische farao’s tot prins Mozes en de mooie Cleopatra. De filmindustrie laat zich voor het ontwerp van voorwerpen door echte Egyptische voorbeelden inspireren. Zo is de kroon gedragen door koningin Nefretiri (Anne Baxter) in de film The Ten Commandments (1956) gebaseerd op de gierenkroon van koningin Nefertari (1290 - 1254 v. Chr) uit haar graf in de Vallei der Koninginnen. Het giermotief komt vaker voor in de Egyptische kunst. Egypte in de religieuze film In de westerse wereld waarin de filmindustrie is ontstaan, was de Bijbel heel belangrijk. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Bijbelse verhalen filmmakers al vanaf de vroegste film hebben geïnteresseerd. Met name verhalen uit het Oude Testament bleken uitermate geschikt voor verfilming: niet alleen om de wonderen die worden verricht, maar ook om de strijd van goed tegen kwaad, geweld, politiek, intriges en niet te vergeten erotiek. Het hoogtepunt van de Bijbelse film ligt in Hollywood in de jaren ’50. Spectaculaire films op breed doek moesten met de opkomende televisie concurreren. Het zijn vooral films met een zichtbaar christelijke boodschap. Populair zijn het verhaal van Mozes en de uittocht uit Egypte en het verhaal
© Rijksmuseum van Oudheden 2012
Achtergrondinformatie
van Jozef, die onderkoning werd van Egypte. Minder bekend zijn een aantal opmerkelijke producties uit de Arabische wereld en Iran over de rol van Jozef als profeet in de islam. Cleopatra in de film Cleopatra is één van de bekendste personen uit de geschiedenis. Als laatste koningin van Egypte verloor ze haar rijk aan de Romeinen (31 v.Chr.). Al tijdens haar leven verwierf ze faam door haar verhouding met de machtigste mannen van haar tijd: Julius Caesar en Marcus Antonius. Haar zelfgekozen dood, door de beet van een giftige adder, maakte haar tot een legende. Het leven en de dood van Cleopatra inspireerde tot talloze schilderijen, boeken, toneelstukken en films. Tot nu toe werden wereldwijd meer dan 60 films gemaakt waarin Cleopatra centraal staat. Het filmbeeld toont het cliché van schoonheid, luxe, sensualiteit en erotiek. Veel films nemen de kijker mee naar de exotische wereld vol orgieën en schandalen van een onweerstaanbare vrouw. Het is het oriëntalistische beeld dat simpelweg het beste verkoopt. Mannelijk publiek identificeert zich graag met Caesar en Marcus Antonius, vrouwelijk publiek met Cleopatra. Haar imago als verleidster maakte haar vanaf de jaren ’70 ook een populair onderwerp in erotische producties. De historische Cleopatra De bekende ‘Cleopatra’ was feitelijk de zevende koningin met deze naam. Cleopatra VII (69-30 v.Chr.) behoorde tot een Macedonische familie die Egypte regeerde na de dood van Alexander de Grote (336-323 v.Chr.). Het moderne beeld van de koningin is gevoed door het beeld dat al in de Oudheid van haar was ontstaan. Romeinse geschiedschrijvers portretteren haar als een schoonheid die zich in een mannenwereld staande kon houden. Ze had macht, was berekenend, welbespraakt en had talenkennis. Cleopatra presenteerde zich als erfgename van het Egyptische wereldrijk. Ze identificeerde zich met de godinnen Isis en Aphrodite. Op de Romeinse veldheren Caesar en Marcus Antonius maakte dat een onweerstaanbare indruk. Hoe zij wérkelijk was, is moeilijk na te gaan, hoewel er vele studies aan gewijd zijn. Niemand weet hoe Cleopatra VII er uit zag. Aan verschillende beelden is haar naam toegeschreven maar klopt dat wel? Soms is er verwarring met eerdere koninginnen die ook Cleopatra heetten. Ook de portretten die zekerder zijn tonen slechts een ideale weergave en niet een echte gelijkenis. De vele gezichten van Cleopatra Door de jaren heen wordt Cleopatra uitgebeeld naar het vrouwbeeld van de eigen tijd en cultuur. In 1917 is ze in Amerika een ‘vamp’, in 1934 een gecultiveerde moderne vrouw en in 1946 een naoorlogse huiselijke vrouw. Italiaanse producties in de jaren ’50 en ‘60 maken van haar een wellustige vrouw, die listig en egoïstisch is. Het beeld dat filmster Liz Taylor in 1963 neerzet, komt misschien nog wel het beste overeen met indrukken uit de Oudheid zelf. Cleopatra gebruikte haar schoonheid slechts in een poging om haar rijk te redden van verovering door de Romeinen. Haar motieven waren dus eerder politiek dan sensueel. In 2013 staat de volgende Cleopatra-verfilming gepland, ditmaal met Angelina Jolie in de hoofdrol. De keuze voor een blanke actrice heeft in Amerika tot ophef geleid. Veel Afro-Amerikanen zijn namelijk van mening dat een Afrikaanse koningin in de moderne tijd door een zwarte actrice © Rijksmuseum van Oudheden 2012
Achtergrondinformatie
gespeeld zou moeten worden. Men vergeet dan dat Cleopatra van Macedonisch-Griekse afkomst was en dus zeer waarschijnlijk een blanke huidskleur had. Overigens waren haar onderdanen, de Oude Egyptenaren, niet zwart, net zo min als de huidige bewoners van het land. Het publieke debat over de vertolking van de rol van Cleopatra door een blanke actrice vindt niet alleen plaats in de pers, maar ook op internet-fora, Facebook en Twitter. De toonzetting in de sociale media is vrij fel en ongenuanceerd, waarbij persoonlijke meningen over de kwestie over en weer vliegen. Filmproducer Scott Rudin heeft in 2010 aangekondigd dat de nieuwe Cleopatra-film zal worden gebaseerd op het boek Cleopatra: A Life van Pulitzer Prize-winnares Stacy Schiff. Dit boek negeert eerdere stereotypen. In plaats daarvan schetst het een meer complex beeld van een felle dame die door omstandigheden uitgroeit tot een ondernemende politica. Egyptische archeologie in de film De Egyptische archeologie met haar sensationele ontdekkingen spreekt iedereen tot de verbeelding. De filmindustrie speelt daar graag op in en maakt er zijn eigen filmversie van, waardoor de archeoloog onbedoeld filmster wordt. Verborgen graven, vervloekte mummies, prachtige gouden schatten en magische voorwerpen staan garant voor spannende gebeurtenissen. Met gevaar voor eigen leven trotseren de filmarcheologen gevaarlijke bendes, wraakzuchtige mummies, magische stormen en instortende bouwwerken. Tegelijkertijd worden waardevolle archeologische voorwerpen achteloos door hen losgerukt en meegenomen. Dit alles staat in schril contrast met de wereld van de echte archeologie, waar nauwgezet en grondig werken de regel is. De echte archeoloog bestudeert overblijfselen van oude culturen om het verleden te reconstrueren en te begrijpen. Archeologische voorwerpen worden ter plekke nauwkeurig gedocumenteerd en niet mee naar huis genomen. Dat is een langdurig proces waarbij er voor een buitenstaander niet veel te zien is. Aan deze ‘saaie’ realiteit gaan films liever voorbij. Een voorbeeld: in films hebben lijkkisten vaak een scharnierend deksel of druktoetsen om deze te openen. Echte mummiekisten hebben losse deksels, die met houten klampen en dwarse pinnen werden vastgezet. De archeoloog als avonturier en schatgraver Bekende archeologen en avonturiers in films zijn Indiana Jones uit Raiders of the Lost Ark (1981) en Rick O’Connell uit The Mummy (1999). Zij banen zich met zevenmijlslaarzen een weg door de oudheden. Geheimzinnige schatkaarten, breekijzers, dynamiet en pistolen zijn de gereedschappen waarmee zij werken. Hun werk is levensgevaarlijk. Met fakkels worden schaars verlichte geheime vertrekken betreden. Naast de Egyptologische wetenschap hebben zij óók kennis van het bovennatuurlijke nodig om Egyptische vloeken en magie het hoofd te kunnen bieden. Het kostuum van de archeoloog uit The Mummy Returns (2001) valt op door zijn patroonband en indrukwekkende wapens. Het straalt de verwachting uit dat hij in een oorlog zal belanden. In films zien we archeologen geregeld in een gewapende strijd verwikkeld met concurrerende archeologen
© Rijksmuseum van Oudheden 2012
Achtergrondinformatie
en schatgravers. De meest geduchte tegenstanders zijn echter levende mummies die zich niet door een enkele kogel laten tegenhouden. Een patroonband met voldoende kogels is daarom hard nodig. In films zijn archeologen in Egypte vaak in tropenkleding te zien, compleet met tropenhelm. Dit beeld is gebaseerd op klassieke kleding uit de jaren '20 en '30. In die tijd was het nog gebruikelijk om speciale tropenkleding mee te nemen als men naar warme gebieden zoals Egypte ging. Zodoende droegen archeologen dergelijke kleding ook. De filmindustrie heeft er een stereotype archeoloog van gemaakt. Zelfs nadat het tropenkostuum al lang uit de mode was geraakt bleef de filmarcheoloog nog zo gekleed. De tropenhelm behoort tot het stereotype beeld van de Europese ontdekkingsreiziger. Dit type helm werd rond 1870 in het Britse leger geïntroduceerd voor gebruik in de tropen. Het drong al snel door tot de legers van andere landen met koloniale belangen in Afrika en Azië. Met een kern van kurk en een linnen overtrek bood de helm bescherming tegen de warme felle zon, voor soldaat, burger én archeoloog. Vanaf de jaren '30 tot in de jaren '70 is de tropenhelm het meest kenmerkende kledingstuk van de filmarcheoloog. In 1981 luidde de film Raiders of the Lost Ark een nieuw tijdperk in. De figuur van Indiana Jones (geportretteerd door Harrison Ford) droeg daarin een leren jas, vilten hoed en zweep. De archeoloog als actieheld werd een icoon van de popcultuur. Dat had niet alleen invloed op films die volgden, maar ook op de Egyptische archeologie zelf. De kenmerkende vilten hoed wordt sindsdien vaak door opgravers gedragen. De Egyptische opgraving in de film In films zijn opgravingen meestal grootschalige ondernemingen waar op tientallen plaatsen tegelijk wordt gegraven. De blanke filmarcheoloog is er heer en meester. Zijn Egyptische werklieden worden doorgaans als dom en ondeskundig neergezet. Toch doen de filmmakers er ook moeite voor om de opgravingen wetenschappelijk te laten lijken. In het voorbijgaan zijn medewerkers druk met meetlinten aan de slag, worden vondsten bestudeerd en tekeningen gemaakt, net als in de echte archeologie. Het Egyptische graf in de film Wanneer hij een graf vindt, zal de filmarcheoloog niet aarzelen om meteen kracht of dynamiet te gebruiken om zich toegang te verschaffen. Eenmaal binnen wordt hij geconfronteerd met duisternis, griezelige ruimtes en eindeloze gangen. De spanning stijgt door de aanwezigheid van een vervloekingstekst. In de uiteindelijke grafkamer vindt hij vervolgens een veelheid aan voorwerpen die door filmmakers vaak zijn afgekeken van het graf van Toetanchamon. Dat graf was echter volstrekt uniek omdat het in de Oudheid nauwelijks geplunderd was. Ook hier is de realiteit dus heel anders. Mummies De Oude Egyptenaren geloofden dat zij na de dood zouden voortleven in het hiernamaals. Ze mummificeerden hiervoor het lichaam van de overledene en bouwden graven als huizen voor de eeuwigheid. Dit idee van onsterfelijkheid is in literatuur en films een heel eigen leven gaan leiden.
© Rijksmuseum van Oudheden 2012
Achtergrondinformatie
Vaak wordt getoond hoe mummies in de moderne tijd tot leven komen en hoe een oude ziel zijn intrek neemt in een modern lichaam. De Egyptenaren geloofden dat in het sterfelijke lichaam een onsterfelijke ziel huisde. Deze kon na de dood vrij rondvliegen, maar moest altijd naar het lichaam kunnen terugkeren. Dit moest daarom gemummificeerd worden. Nabestaanden konden contact zoeken met de ziel, bijvoorbeeld door een brief te schrijven of offers te brengen. De Egyptenaren geloofden niet dat de overledene weer in het hier en nu tot leven zou kunnen komen, zoals in films te zien is. Het idee dat een mummie tot leven kan komen en een ziel kan reïncarneren, heeft zijn basis in het gedachtegoed van de 19de eeuw. Toen waren veel mensen overtuigd van het bestaan van oude, bovennatuurlijke verschijnselen, ondanks de grote vooruitgang in wetenschap en technologie. Zelfs in moderne mummiefilms hebben de wetenschappers die bovennatuurlijke, zogeheten 'occulte kennis' nog nodig om mummies met succes te bestrijden. Al voor 19de eeuw hielden occulte wetenschappers zich bezig met het vergaren van kennis door studie van astrologie, alchemie en getallenmystiek. Het Oude Egypte werd daarbij gezien als een bron van oude wijsheid waarvan men kon leren. De geheime betekenis die achter Egyptische hiërogliefen werd gezien, vond zijn weg in de symboliek van de vrijmetselaars en de Rozenkruisers. Het bekendste is het 'alziend oog' (van god) dat waarschijnlijk terug gaat op het Oudegyptische 'Horusoog'. Avonturiers, toeristen en archeologen die in de 19de eeuw Egypte bezochten waren gefascineerd door mummies. Liefst namen ze een compleet exemplaar mee van hun Egyptereis. Anders namen ze genoegen met een afgebroken hand, voet of hoofd. De erfgenamen van de reizigers vonden zulke souvenirs vaak luguber en schonken ze aan musea. In het Oude Egypte werden mummiekisten meestal liggend in de graven geplaatst. Musea geven er de voorkeur aan ze soms rechtopstaand te presenteren. Dit heeft een effect op filmmakers die ter voorbereiding zulke musea bezoeken; in films worden mummiekisten door de archeologen meestal rechtopstaand in de graven aangetroffen. De mummies die in musea tentoongesteld worden, zijn bovendien niet allemaal perfect bewaard gebleven. Hun uiterlijk spreekt tot de verbeelding van menig bezoeker en filmmaker. Mummies in de film Films tonen Egyptische mummies vrijwel altijd als angstaanjagende wezens. Vervloekt en voor eeuwig begraven wordt een mummie per ongeluk tot leven gewekt. Vervolgens probeert hij de archeologen die zijn graf geschonden hebben te doden. Een ander populair thema is hoe de mummie probeert om ook zijn geliefde tot leven te brengen. Soms laat hij haar ziel in een moderne vrouw reïncarneren. Deze vrouw is meestal de dochter van de archeoloog, die dit natuurlijk koste wat kost wil voorkomen. Op bizarre wijze behandelen mummiefilms zo dezelfde grote thema’s die ook steeds terugkomen in beeldende kunst en literatuur: liefde en dood, goed en kwaad. Mummies komen in films meestal tot leven doordat mensen spreuken oplezen uit het zogenoemde ‘dodenboek’. Het Oudegyptische dodenboek diende hier echter niet voor. Het was een verzameling © Rijksmuseum van Oudheden 2012
Achtergrondinformatie
toverspreuken die de overledene tijdens de reis naar het hiernamaals moest beschermen tegen allerlei gevaren. De overledene zou ze tijdens de reis zelf oplezen. De teksten waren vaak geïllustreerd met afbeeldingen, die de toverkracht ervan moesten versterken. Het dodenboek had in het Oude Egypte de vorm van een boekrol, een lange reeks aaneengeplakte vellen papyrus. Er zijn er waarschijnlijk duizenden van gemaakt. In de film The Mummy (1999) is echter sprake van maar één uniek exemplaar. Dit bevat spreuken om doden tot leven te wekken en heeft de vorm van een zwaar middeleeuws boekwerk met sluitingen. Alleen met een speciale sleutel kan het boek geopend worden. Maar niet alle rekwisieten in films worden zelf bedacht of gemaakt. Soms worden ook kopieën van echte historische voorwerpen gebruikt. De Oude Egyptenaren verwijderden bij de balseming van het overleden lichaam de ingewanden uit de buik- en borstholte. Die werden apart geconserveerd en in vier potten bewaard: de kanopen of lijkvazen. Meestal hebben deze deksels in de vorm van de koppen van een mens, een baviaan, een valk en een jakhals: een aanduiding van de vier goden die de ingewanden beschermen. In plaats van de gebruikelijke vier kanopen kreeg de geliefde van Imhotep, Anck-Su-Namun, er in de film The Mummy (1999) maar liefst vijf mee in haar graf. De vijfde heeft de kop van een leeuw, maar is uit het Oude Egypte niet bekend. Voor Egyptologie-liefhebbers is het een van de meest storende elementen in de film. In de film The Mummy (1999) worden de archeologen achtervolgd door een zwerm vleesetende scarabeeën. De Oude Egyptenaren kenden de scarabee in meer positieve zin: als amulet in de vorm van een mestkever. Dit symbool voor wedergeboorte en nieuw leven werd veel op mummies neergelegd. De hartscarabee lag op de borst, de buikscarabee werd in de buikholte gelegd na het verwijderen van de ingewanden. De vloek Geen mummiefilm is compleet zonder vloek. Dit idee is gevoed door de plotselinge dood van Lord Carnarvon, de geldschieter van de expeditie die leidde tot de ontdekking van het graf van Toetanchamon in 1922. Het bracht een niet meer te stoppen geruchtenstroom op gang. De Oude Egyptenaren kenden inderdaad zoiets als een vloek, maar die was eerder afschrikkend bedoeld. Met zo’n soort ‘vloek’ werden eventuele schenders van een graf gewaarschuwd dat ze hiervoor uiteindelijk door de goden worden beoordeeld. Ze wisten dat iemand niet ter plekke dood zou neervallen. Voor veel filmmakers, maar bijvoorbeeld ook schrijvers, vormt dit thema een dankbaar onderwerp voor hun werk. Voor een wetenschappelijke weerlegging van dergelijke theorieën kunt u luisteren naar een lezing van conservator collectie Oude Egypte van het Rijksmuseum van Oudheden op: http://home.wxs.nl/~skepsis/piramiden.html Egyptische magie in de film Voor de Oude Egyptenaren was magie een bron van bovenaardse wijsheid. De goden hadden met magie de wereld geschapen. De mens kreeg de taak deze door de tussenkomst van priesters in balans te houden. Magie werd ook voor persoonlijke doeleinden gebruikt om iets te bereiken. © Rijksmuseum van Oudheden 2012
Achtergrondinformatie
Daarbij werd gebruik gemaakt van voorwerpen die door hun vorm, een afbeelding of tekst magische kracht bezaten. De gebruiker wist precies wat ermee gedaan kon worden. In films zijn magische teksten en objecten nogal geheimzinnig, vol hiërogliefen en met onbekende krachten. Om de spanning vast te houden rekken filmmakers het moment waarop er iets mee gebeurt. Een vast thema is het oplezen van zogenaamde Oudegyptische woorden. Het filmpersonage kan ervan onder invloed raken of de oude bovennatuurlijke kracht ervan aanwenden: ten goede om te redden of ten kwade om de totale macht te krijgen. Egyptische goden hebben in veel films een grootse kracht die direct kan worden aangewend. De god Anubis helpt in de film The Mummy Returns (2001) met zijn bovennatuurlijke leger de Schorpioenkoning aan de macht; de farao in Night at The Museum 2 (2009) hoopt met het onderwereldleger van de god Horus de wereld te overheersen. In werkelijkheid was voor de Oude Egyptenaren de magie van de goden alleen indirect toegankelijk. Ze probeerden hun gunst te krijgen door godenbeeldjes aan de tempels te schenken of amuletten te dragen. In films zien we soms magische tabletten waarmee bovennatuurlijke machten kunnen worden ontketend. Ze zijn misschien geïnspireerd door de Oudegyptische offertafels: stenen tafels waarop eten en drinken voor de goden of de doden werd uitgestald. De offergaven staan daarop soms in reliëf afgebeeld, zodat de afbeelding langs magische weg in echt voedsel zou kunnen veranderen. Meer magie kon met een offertafel echter niet bedreven worden. Fictie en werkelijkheid De filmindustrie trekt in veel films de magische elementen uit hun Oudegyptische context, vergroot ze uit en hecht er nieuwe betekenis aan. Tegenover het authentiek Egyptische dodenboek wordt een niet-historische tegenhanger gepresenteerd: het Boek van de Levenden, dat spreuken met omgekeerde magie bevat. Een Oudegyptisch tablet krijgt een toetsenbord met hiërogliefen waarmee zijn magie kan worden bediend. In de bioscoop worden de vooroordelen over het Oude Egypte telkens weer bevestigd en aangevuld door de creativiteit van filmmakers. Volgens de Egyptenaren is de wereld geschapen door de zonnegod. De machten van de ‘oerchaos’ zijn echter nog niet overwonnen. Zo is er sprake van voortdurende strijd tegen kwade machten. Mensen moeten de goden hierbij helpen met magische rituelen in de tempels en door het brengen van offers. Op deze manier was de confrontatie met het kwaad in het Oude Egypte niet zo direct als in films, waar kwade krachten zichtbare tegenstanders zijn die de hoofdpersonen direct in gevaar brengen. Egypte in de futuristische film In de 19de eeuw geloofde men dat de moderne wetenschap nooit alle aspecten van het Oude Egypte zou kunnen verklaren. Voortdurende speculaties over de piramidebouw en getallenmystiek hebben ertoe geleid dat ook tegenwoordig sommige mensen menen dat de wetenschap er finaal naast zit. Ze hangen bijvoorbeeld de theorie aan dat de Egyptische goden eigenlijk buitenaardse wezens waren. Deze zouden de Egyptenaren met geavanceerde technologie hebben geholpen en zodoende in de Egyptische mythologie terecht zijn gekomen. © Rijksmuseum van Oudheden 2012
Achtergrondinformatie
De invloed van dergelijke theorieën is terug te vinden in futuristisch getinte films (zoals Stargate (1994)). Archeologen worden daarin geconfronteerd met voorwerpen die gemaakt zijn met een hogere graad van kennis dan de Oudegyptische. Dit leidt uiteindelijk tot een confrontatie met de buitenaardsen. Egyptische personages, voorwerpen en afbeeldingen worden lukraak gekozen en vermengd met aspecten uit andere culturen. De aantrekkingskracht van het Oude Egypte ligt hier vooral in het bovennatuurlijke, dat -hoewel uit z’n verband gerukt- op het witte doek ontzagwekkend overkomt.
≥ Deze teksten zijn afkomstig uit de tentoonstelling Het Egypte van Hollywood, tussen 13 oktober 2012 en 17 maart 2013 te zien in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
© Rijksmuseum van Oudheden 2012