Accountantsverslag 2013 Voortbouwen
Accountantsverslag 2013 voor gemeente Eindhoven 24 april 2014
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Flight Forum 840, 5657 DV Eindhoven, Postbus 6365, 5600 HJ Eindhoven T: 088 792 00 40, F: 088 792 94 13, www.pwc.nl ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
Aan de gemeenteraad van de gemeente Eindhoven T.a.v. de heer J. Verheugt Stadhuisplein 10 5611 EM Eindhoven 24 april 2014 Referentie:
AEG/e0322602/WK/mvh
Accountantsverslag met betrekking tot de controle van de jaarrekening 2013 Geachte raadsleden, Met genoegen presenteren wij u ons accountantsverslag met betrekking tot de controle van de jaarrekening 2013 van gemeente Eindhoven. Onze controle is uitgevoerd conform ons controleplan 2013 d.d. 7 oktober 2013. Dit verslag gaat in op de belangrijkste bevindingen uit onze controle van de jaarrekening van gemeente Eindhoven. Deze bevindingen zijn besproken met het college van burgemeester en wethouders van gemeente Eindhoven.
Uw jaarrekening geeft een getrouw en rechtmatig beeld Wij verstrekken een goedkeurende verklaring voor zowel getrouwheid als rechtmatigheid bij de jaarrekening 2013.
Vooruitgang in de bedrijfsvoering is zichtbaar; aandacht voor verdere optimalisering blijft van belang De interne beheersing van gemeente Eindhoven is in de basis van een voldoende niveau maar verdere optimalisatie is noodzakelijk om in control te blijven. In de diverse bedrijfsvoeringprojecten is de vooruitgang zichtbaar. Het aanbrengen en vasthouden van een duidelijke prioritering blijft gezien de ontwikkelingen van belang.
De huidige financiële positie biedt basis voor de toekomst De financiële positie biedt basis van de toekomst maar kent wel een aantal aandachtsgebieden zoals het weerstandsvermogen en de bruto
Gemeente Eindhoven, 24 april 2014, AEG/e0322602/WK/mvh
Pagina 2 van 32
schuld/inkomsten. Met de lopende projecten en de decentralisaties in het vooruitzicht adviseren wij u de analyse van de financiële positie te dynamiseren.
Ontwikkelingen 2014 en verder De gemeente staat in 2014 en verder voor een aantal grote uitdagingen. Deze majeure ontwikkelingen (zoals de decentralisaties in het sociaal domein, veranderingen in de arbeidsmarkt) vormen naar onze mening een belangrijk deel van de agenda van de komende bestuursperiode. Graag bespreken we de inhoud van dit verslag met de Raad en de accountantscommissie. Wij willen graag van deze gelegenheid gebruikmaken om u en uw medewerkers te bedanken voor de medewerking die we ervaren hebben tijdens onze werkzaamheden. Met vriendelijke groet, PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel ondertekend door drs. A.E. Gerritsma RA
1.
Bestuurlijke samenvatting
De jaarrekening geeft een getouw en rechtmatig beeld
De huidige financiële positie biedt basis voor de toekomst
Wij verstrekken een goedkeurende verklaring voor zowel getrouwheid als rechtmatigheid bij de jaarrekening 2013. Onze evaluatie van de controleverschillen, de aanvaardbaarheid van de waarderingsgrondslagen en toelichtingen in de jaarrekening leidt tot een goedkeurende controleverklaring. De geconstateerde rechtmatigheidsfouten in de aanbestedingen blijven binnen de gestelde toleranties. Er zijn geen fouten en onzekerheden in de SiSa-bijlage geconstateerd. De door het college gemaakte schattingen bij het opstellen van de jaarrekening zijn evenwichtig. Bewuste keuzes in de grondexploitaties leiden tot een beter inzicht in de grondposities en resultaten. Panden zonder transformatieproces zijn overgeheveld naar materiële vaste activa “strategisch vastgoed”. Daarnaast biedt het MPG 2014 inclusief de splitsing van Meerhoven in deelgebieden inzicht in een meer realistisch beeld van de programmering. Overige risicogebieden in het kader van de reguliere jaarrekeningcontrole zoals de Wet Normering Topinkomens en de classificatie van overlopende posten SiSa-regelingen zijn ondervangen.
Op basis van de Kadernota 2013-2016 is de financiële positie van de gemeente uitgewerkt langs de lijnen van de vier domeinen stabiliteit, wendbaarheid, weerbaarheid en wettelijke kaders. De financiële positie biedt basis van de toekomst maar kent wel een aantal aandachtsgebieden, zoals het kwantificeren van risico’s ten behoeve van het weerstandsvermogen en de verwachte toename van de bruto schuld/inkomsten. Met de lopende majeure projecten en de decentralisaties in het vooruitzicht adviseren wij u de analyse van de financiële positie vast onderdeel van uw P&C cyclus te maken door stap voor stap trendanalyses, gevoeligheidsanalyses en prognoses op te nemen in de P&C documenten en raadsbesluiten bij majeure dossiers.
Vooruitgang in de bedrijfsvoering is zichtbaar; aandacht voor verdere optimalisering blijft van belang De interne beheersing van gemeente Eindhoven is in de basis van een voldoende niveau, maar verdere optimalisatie is noodzakelijk om in control te blijven. Eventuele leemten in de interne beheersing worden nog ondervangen door de verbijzonderde interne controle in plaats van door de lijnorganisatie. Diverse bedrijfsvoering projecten zoals interne beheersing projectmanagement, verbeterplan liquiditeitenbeheersing, sturen op normen, Route 2014 en het implementeren van de aanbevelingen van het HEC-rapport zijn volop onderhanden. De hoeveelheid aan veranderingen als gevolg van nieuwe taken, de lopende transities in de organisatie en de lopende interne bedrijfsvoeringprojecten vraagt om prioritering en een afstemming van de bedrijfsvoering op het gekozen beleid. Bestuurlijke toezeggingen doorkruisen nog weleens deze prioritering en samenhang. Wij hebben het college geadviseerd om een duidelijke prioritering aan te brengen, de onderlinge samenhang van veranderingen in beleid en bedrijfsvoering inzichtelijk te maken en het eigenaarschap van deze veranderingen te beleggen in de organisatie. Van “beleid versus bedrijfsvoering” naar “beleid & bedrijfsvoering”.
PwC
Ontwikkelingen 2014 en verder De gemeente staat in 2014 en verder voor een aantal grote uitdagingen. Deze majeure ontwikkelingen vormen naar onze mening een belangrijk deel van de agenda van de komende bestuursperiode. Route 2014: personele taakstelling van € 12 miljoen ligt op schema met invulling van 312 fte, er wordt actief gezocht naar invulling van de resterende fte. Gemeente Eindhoven loopt voorop in de decentralisaties in het sociaal domein. De vertaling naar de praktijk en financiële consequenties vraagt nog aandacht. Consequenties van keuzes voor de financiële positie consequent opnemen in raadsvoorstellen voor majeure dossiers. IHP: het college zal binnen 2 maanden financieringsmogelijkheden met bijbehorende risico’s aan u voorleggen. Wijzigingen in het BBV t.a.v. de risicoparagraaf en schatkistbankieren zijn nog niet zijn betrokken in uw jaarrekening 2013. Vanaf 2014 verplicht. Wet Markt en Overheid: consequenties voor de ‘economische’ activiteiten worden in kaart gebracht en leiden mogelijk tot aanwijzen door de Raad van activiteiten van algemeen belang. In 2016 krijgt u te maken met vennootschapsbelasting die impact heeft op organisatie van ‘economische’ activiteiten en de inrichting van de financiële administratie. Nieuwe onafhankelijkheidsregelgeving accountants vraagt om een herijking van de relatie met uw accountant. Pagina 4 van 32
2.
Uw jaarrekening geeft een getrouw en rechtmatig beeld
Dit onderdeel bevat de belangrijkste bevindingen die zijn voortgekomen uit onze controle en die in onze professionele oordeelsvorming van belang zijn voor u als raad. Op basis van onze oordeelsvorming zijn we gekomen tot een goedkeurende verklaring.
PwC
Pagina 5 van 32
2.1.
Evaluatie van controleverschillen, waarderingsgrondslagen en toelichtingen leidt tot een goedkeurende verklaring
Wij zullen een goedkeurende controleverklaring verstrekken Wij hebben onze controle van de jaarrekening 2013 van gemeente Eindhoven afgerond en hebben een goedkeurende controleverklaring op de aspecten getrouwheid en rechtmatigheid, onder voorbehoud van goedkeuring van deze jaarrekening door de raad op 3 juni 2014.
Alle controleverschillen ten aanzien van het aspect getrouwheid zijn gecorrigeerd Tijdens onze controle en tot de datum van dit verslag hebben wij geen ongecorrigeerde controleverschillen geconstateerd boven uw rapportagedrempel van € 500.000. Alle controleverschillen (o.a. balansreclassificaties en aanvullingen op de toelichtingen in de jaarrekening) zijn gecorrigeerd. Er bestaan geen tekortkomingen en onzekerheden ten aanzien van het aspect getrouwheid.
Rechtsmatigheidsfouten blijven binnen de gestelde toleranties Jaarlijks voert gemeente Eindhoven rechtsmatigheidsonderzoeken uit volgens een met PwC afgestemd intern controleplan. Op basis van deze onderzoeken en de door ons uitgevoerde controlewerkzaamheden, concluderen wij dat de verantwoorde baten, lasten en balansmutaties van gemeente Eindhoven tot stand zijn gekomen conform het door de raad vastgestelde normenkader en de wettelijke regels. De geconstateerde fouten en onzekerheden blijven binnen de door u vastgestelde grenzen. In het volgende overzicht geven wij u inzicht in de geconstateerde fouten en onzekerheden met betrekking tot het aspect rechtmatigheid: Onrechtmatigheden
Fouten
Onzekerheden
€’000
€’000
Europese aanbestedingen 2013
€ 3.745
€ 191
Totaal
€ 3.745
€ 191
Goedkeuringstoleranties Oordeel
€ 9.483
€ 28.449
Goedkeurend
Goedkeurend
plaatsgevonden zonder formele melding van de gunning volgens het 2Baanbestedingsregime.
Er zijn geen fouten en onzekerheden in de SiSa-bijlage geconstateerd Via de SiSa-bijlage bij uw jaarrekening worden diverse rijks- en provinciale uitkeringen verantwoord. Daarmee vormt de SiSa-bijlage de basis voor afwikkeling van deze uitkeringen. Wij hebben de SiSa-bijlage gecontroleerd met inachtneming van de specifieke instructies die door de Rijksoverheid zijn vastgelegd in de ‘Nota verwachtingen accountantscontrole 2013’. Op grond van het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) gelden voor de SiSa andere, zwaardere, rapporteringstoleranties dan u als raad in uw controleprotocol hebt opgenomen. Dit om ministeries in staat te stellen de specifieke uitkeringen vast te kunnen stellen en de Algemene Rekenkamer van informatie te voorzien. Wij hebben bij onze controle van de SiSa-bijlage bij de jaarrekening 2013 geen ongecorrigeerde afwijkingen geconstateerd. In bijlage A.1 gaan wij nader in op de bevindingen per regeling.
De grondslagen voor waardering en resultaatbepalingen het normenkader voor rechtmatigheid zijn aanvaardbaar De jaarrekening is opgesteld door gemeente Eindhoven in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Wij zijn van mening dat de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en het normenkader voor rechtmatigheid die het college van burgemeester en wethouders heeft gehanteerd bij het opstellen van de jaarrekening 2013 en de totstandkoming van transacties aanvaardbaar zijn.
De programmaverantwoording is verenigbaar met de programmarekening Als uw accountant dienen wij ingevolge artikel 213, lid 3 onder d van de Gemeentewet te vermelden of uw jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Op basis van de uitgevoerde werkzaamheden hebben wij geen tekortkomingen of inconsistenties te melden op dit gebied.
Tabel 1 Controleverschillen betreffende rechtmatigheid
De geconstateerde onrechtmatigheden hebben voornamelijk betrekking op fouten uit eerdere jaren. Daarnaast merken wij op dat inhuur van derden heeft
PwC
Pagina 6 van 32
De toelichtingen in de jaarrekening zijn in overeenstemming met de vereisten Wij hebben de toelichtingen in de jaarrekening beoordeeld en zijn van mening dat deze in overeenstemming zijn met de vereisten zoals opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
PwC
Wij zijn onafhankelijk We hebben onze naleving van de externe standaarden, de wereldwijde onafhankelijkheidsstandaarden van PwC en de onafhankelijkheidsregels van gemeente Eindhoven voor onze totale dienstverlening in 2013 bewaakt en bevestigen dat we aan deze onafhankelijkheidsverplichtingen hebben voldaan.
Pagina 7 van 32
2.2.
Bewuste keuzes in de grondexploitaties leiden tot een beter inzicht in de grondposities en resultaten
De voorraden vormen een groot aandeel (36%) van uw balanstotaal. Daarbij is er landelijk veel aandacht voor de waardering van de grondposities. Grondexploitaties komen veel in het nieuws, verkopen vallen veelal tegen en het risicoprofiel van veel projecten neemt veelal toe. Ook gemeente Eindhoven ziet daardoor veel ogen op zich gericht en besteedt zorgvuldig aandacht aan adequate interne procedures, bijsturing van projecten en het bepalen van een gepaste financiële waardering. In onze controle besteden wij eveneens veel aandacht aan de waardering van uw voorraden. Uw voorraden geven het volgende beeld in de jaarrekening 2013: (x € 1.000) Niet in exploitatie genomen bouwgronden (NIEGG) Grond en hulpstoffen Onderhandenwerk; waaronder bouwgrondexploitatie Gereed product en handelsgoederen Vooruitbetalingen Totaal
Stand per 31-12-2013
Stand per 31-12-2012 5.781
33.331
15.456 122.821
19.992 147.169
74 0 144.132
77 0 200.569
Tabel 2 Voorraden
Overheveling panden zonder transformatieproces naar het gemeentelijk vastgoed Met het raadsbesluit d.d. 15 april 2014 hebt u besloten dat een aantal panden in de komende jaren geen transformatieproces meer zullen ondergaan. Als gevolg hiervan zijn deze panden in de jaarrekening 2013 vanuit de NIEGG gerubriceerd onder de materiële vaste activa in een aparte categorie ‘strategisch vastgoed’. De panden zijn bij deze overboeking op 31 december 2013 gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs, of op de lagere marktwaarde. De in eerdere jaren gevormde verliesvoorziening van € 16,4 miljoen is ingezet als dekking voor de definitieve afwaardering van deze panden in de jaarrekening 2013. Gedurende 2013 is de waarde nog verder gedaald en heeft er nog een additionele afwaardering van € 1,7 miljoen plaatsgevonden, die als last in de exploitatie 2013 is opgenomen.
PwC
Wij kunnen instemmen met de gehanteerde parameters Bij het actualiseren van de grondexploitaties, maar ook bij het toetsen van de waardering van de niet in exploitatie genomen gronden maakt het college schattingen. Aan deze schattingen liggen diverse parameters en uitgangspunten ten grondslag. Hierbij dient te worden gedacht aan het inflatiecijfer waartegen toekomstige kosten en opbrengsten worden gecorrigeerd, gehanteerde rentepercentages, de looptijd van het project (inclusief moment van geplande opbrengsten en kosten) en de uitgifteprijs. Deze parameters bepalen in hoge mate het verwachte financiële resultaat. Wij hebben de gehanteerde uitgangspunten en parameters beoordeeld en kunnen hiermee instemmen.
De programmering in het MPG 2014 laat een meer realistisch beeld zien Een belangrijk onderdeel van de grondexploitaties is een inschatting van de in de grondexploitaties opgenomen programmering. Dit wil zeggen de omvang van het verwachte aantal te bouwen woningen, kantoren, bedrijfsruimten en detailhandel in komende jaren. In ons accountantsverslag 2013 hebben wij u gemeld dat het programma-aanbod in de planexploitaties in het MPG 2013 hoger was dan het verwachte benodigde programma. Over-programmering leidt voor gemeente Eindhoven tot risico’s als de grond in eigendom is van de gemeente en nog ter ontwikkeling verkocht moet worden. In 2013 heeft gemeente Eindhoven een aantal maatregelen genomen om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Het gaat hierbij om programmabijstellingen, temporiseringen en de splitsing van de planexploitatie Meerhoven. In het MPG 2014 (hoofdstuk 4) is een analyse van de huidige programmering van de gemeente Eindhoven opgenomen. Uit deze analyse blijkt dat er op dit moment sprake is van een meer realistisch programma. Voor de woning- en kantorenmarkt is er minder sprake van over-programmering. De gemeente geeft hierbij aan mogelijkheden te gaan onderzoeken om het huidige programma verder uit te faseren tot na 2020. In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit is rekening gehouden met de negatieve financiële consequenties als gevolg van een mogelijke uitfasering.
Pagina 8 van 32
Splitsing Meerhoven leidt tot een meer realistische programmering en een beter beheersbaar project
Omvang van de reserve bouwgrondexploitatie is ultimo 2013 -/- € 0,1 miljoen
In het MPG 2014 is besloten om de deelgebieden Landforum, Trade Forum en Park Forum Oost uit de lopende planexploitatie Meerhoven te nemen en deze te rubriceren onder de materiële vaste activa, categorie ‘gronden’. De gemeente Eindhoven heeft hiertoe besloten om onder andere het aanbod in de programma’s kantoren en bedrijventerreinen beter te laten aansluiten op de vraag. Dit besluit leidt er verder toe dat de boekwaarde van de planexploitatie Meerhoven aanzienlijk afneemt met een bedrag van € 58,6 miljoen. Het project is hierdoor beter beheersbaar. De rentedruk op het project is verminderd. De deelgebieden onder de materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs ad € 36 miljoen exclusief renteactivering en apparaatslasten. De in eerdere jaren gevormde voorziening is ingezet ter dekking van de definitieve afwaardering van € 22,6 miljoen op deze gronden.
De reserve bouwgrondexploitatie heeft ultimo 2013 een saldo van -/- € 0,1 miljoen (2012: € 0,1 miljoen), waardoor een aanvulling uit de algemene middelen noodzakelijk is. Voor de komende jaren wordt tevens verwacht dat een jaarlijkse bijdrage uit de algemene reserve noodzakelijk zal zijn, doordat er sprake is van minder positief af te sluiten projecten. Hierdoor zal de omvang van de reserve bouwgrondexploitaties onvoldoende zijn om eventueel extra verliesvoorzieningen en het overig beheerresultaat te dekken. De verwachte benodigde jaarlijkse bijdrage uit de algemene reserve heeft volgens het MPG 2014 een omvang van maximaal € 5,5 miljoen in 2016.
PwC
Pagina 9 van 32
2.3.
De door het college gemaakte schattingen bij het opstellen van de jaarrekening zijn evenwichtig
We hebben de schattingen die het college heeft gemaakt bij het opstellen van de jaarrekening 2013 beoordeeld en hebben geconcludeerd dat deze zijn gebaseerd op toereikende controle-informatie en evenwichtige schattingen. De onderstaande tabel geeft een overzicht van onze bevindingen met de bijbehorende motivering. Belangrijkste schattingen Waardering vastgoed
Bevindingen 2013 2012
Toelichting We hebben specifieke aandacht besteed aan drie aspecten die de waardering van vastgoed sterk beïnvloeden, namelijk: vastgoed bestemd voor verkoop, de leegstand en vastgoed met een (wijziging in) maatschappelijke functie. Ook hebben we specifieke aandacht besteed aan de waardering van het strategisch vastgoed, dat vanuit de grondexploitaties is gereclassificeerd in 2013 (zie tevens hoofdstuk 2.2). We hebben geen bijzonderheden geconstateerd.
Afschrijvingen
We hebben vastgesteld de afschrijvingstermijnen niet materieel afwijken van de financiële verordening d.d. 20 december 2011. Wel willen we benadrukken dat de in de administratie ingevoerde afschrijvingstermijn van nieuwe investeringen regelmatig afwijken van de verordening. De reden voor de afwijking of de keuze binnen een bepaalde range wordt niet zichtbaar gedocumenteerd.
Waardering financiële vaste activa
De waardering van leningen, deelnemingen en garantieproducten heeft op een consistente wijze plaatsgevonden op basis van de meest actuele financiële informatie van de deelnemingen.
Voorzieningen
Voorziening voor dubieuze debiteuren De omvang van de positie terugvorderingen in 2013 bedraagt circa € 24,4 mln. (2012: € 33 mln.), waarvoor op een systematische wijze een voorziening voor oninbaarheid is getroffen van € 10,3 mln. (2012: € 22 miljoen). De daling is het gevolg van de opschoning van de vorderingen. Verder is een start gemaakt met de ontwikkeling van een dashboard en de managementinformatie. Voorziening FLO in 2013 op basis van het VNG berekeningsmodel De omvang van deze voorziening is ultimo 2013 € 12 mln. De omvang van de voorziening is in 2013 op adequate wijze berekend op basis van het model van de VNG.
n.v.t.
PwC
Voorziening frictiekosten Naar aanleiding van Route 2014 is er een voorziening getroffen betreffende frictiekosten. Deze voorziening is gebaseerd op de volgende belangrijkste uitgangspunten en parameters: de plaatsingsplannen en de organisatie& formatieplannen zijn definitief, inschatting van de uitstroomkans vindt plaats op basis van leeftijd en opleidingsniveau, inkomsten als gevolg van detachering boventallig personeel zijn geschat op 50% kans. Wij hebben de onderbouwing van deze uitgangspunten geanalyseerd en achten de voorziening evenwichtig.
Pagina 10 van 32
Belangrijkste schattingen
Bevindingen 2013 2012
Toelichting Herijking Onderhoudsvoorzieningen We hebben vastgesteld dat de onderhoudsplannen (niet ouder dan 5 jaar) voor de onderbouwing van de onderhoudsvoorzieningen in 2013 zijn geactualiseerd. Het wijzigen van de horizon van 10 naar 20 jaar, de bezuinigingen en een eenmalige storting van € 3,4 mln. in een voorziening voor het Muziekgebouw brengt de overtollige ruimte ad € 10,6 mln. geïdentificeerd in 2012 terug tot een aanvaardbaar niveau in 2013. Inzake het onderhoud eigen huisvesting in verband met de diverse verbouwingen en verhuizingen gepland tot en met 2017. Op basis van het beoordelen van de huidige plannen en een externe taxatie achten wij de inschattingen van het management dat de huidige voorziening € 4,5 mln. moet bedragen evenwichtig.
Te voorzichtig
Controleverschil
PwC
Voorzichtig
Evenwichtig
Optimistisch
Aanvaardbare bandbreedte – gebaseerd op materialiteitsoverwegingen
Te optimistisch
Controleverschil
Pagina 11 van 32
2.4.
Overige risicogebieden in het kader van de reguliere jaarrekeningcontrole zijn ondervangen
Voorafgaand aan onze controle van de jaarrekening hebben wij op basis van onze kennis en ervaring van de organisatie, de actuele interne en externe ontwikkelingen en de bevindingen uit voorgaande jaren een risicoanalyse uitgevoerd om de aandachtsgebieden voor de reguliere jaarrekeningcontrole te bepalen. In onderstaande tabel hebben we aanvullend op de voorgaande paragrafen de overige risicogebieden en onze bevindingen naar aanleiding van de jaarrekeningcontrole uiteengezet. Risicogebieden Classificatie overlopende posten SiSa-regelingen Wet normering Topinkomens (WNT) Ziekteverzuim
EMIR wetgeving renteswap
Overwegingen voor deze observatie Tijdens de jaarrekeningcontrole 2012 hebben we geconstateerd dat het nog te besteden bedrag SiSa-regelingen verantwoord dienen te worden onder de overlopende passiva (in plaats van de reserve ‘Reserveringen’). De WNT is van kracht vanaf 1 januari 2013. De regelgeving is echter complex. In de loop van 2013 en 2014 werd duidelijk dat de normen voor de uitvoering van de WNT niet altijd eenduidig helder waren. De accountantscommissie heeft ons verzocht om de deugdelijke totstandkoming en consistentie omtrent het ziekteverzuim dat in het sociaal jaarverslag wordt gerapporteerd nader te onderzoeken.
In februari 2014 zijn de eerste voorwaarden van de nieuwe Europese regelgeving met betrekking tot European Market Infrastructure Regulation (‘EMIR’), van kracht geworden. Als gevolg van deze wetgeving dient gemeente Eindhoven informatie met betrekking tot de renteswap te rapporteren aan een erkend Europees transactieregister. Ook dient de gemeente haar interne beheersing over derivaten aan te scherpen. Nietnaleving van EMIR kan resulteren in geldelijke boetes.
PwC
Bevindingen naar aanleiding van de jaarrekeningcontrole Geen bevindingen in 2013.
Wij hebben op grond van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) de naleving van de WNT door gemeente Eindhoven vastgesteld. Leidinggevenden en aangewezen medewerkers per sector hebben via 'Mijn Personeelszaken' via hun rol ‘leidinggevende’ of ‘verzuimmelder’ autorisatie om medewerkers van de eigen afdeling ziek- en hersteld te melden. Die melding wordt vervolgens via een automatische koppeling direct verwerkt in uw salaris informatiesysteem. De ziekteverzuimcijfers zoals opgenomen in het concernverslag worden gedraaid via een standaard rapportage uit PIMS. Deze rapportages worden maandelijks door sector P&O gedraaid en gerapporteerd aan sector Control. De gehanteerde definitie van ziekteverzuim betreft de kalenderdagen ziek van een geldig ziektegeval rekening houdend met de geselecteerde periode. We hebben vastgesteld dat de rapportage deugdelijk tot stand komt. De gemeente Eindhoven heeft in het verleden een lening (o/g) met een variabele rente afgesloten voor de herontwikkeling van Strijp S. In 2004 is besloten om de te betalen rente te fixeren door de aankoop van een renteswap (payer swap). Zie ook de toelichting in de niet uit de balans blijkende verplichtingen in de jaarrekening 2013. We hebben vastgesteld dat de impact van EMIR op gemeente Eindhoven beperkt is. De gemeente Eindhoven heeft aan de rapportageverplichting voldaan, de plicht is op 15 januari 2014 aan de Deutsche Bank (verstrekker swap) uitbesteed. Verder hebben we vastgesteld dat de processen over derivaten in de treasury procedure zijn opgenomen. We bevelen het college aan om EMIR specifieker op te nemen in de treasury procedure.
Pagina 12 van 32
3.
Uw interne beheersing is verder te optimaliseren
Tijdens onze interim-controle hebben wij de interne beheersing van gemeente Eindhoven beoordeeld. Dit deel geeft u inzicht in de belangrijkste bevindingen
PwC
Pagina 13 van 32
3.1.
De interne beheersing van gemeente Eindhoven is in de basis van een voldoende niveau…
In navolging van ons controleplan van 2 oktober 2013 hebben wij onze bevindingen over de interne controleomgeving weergegeven in onze rapportage interim-bevindingen 2013 d.d. 18 december 2013. In deze rapportage concluderen wij dat de interne beheersing in de processen voldoende is om tot een betrouwbare gegevensverwerking te komen.
De verbijzonderde interne controle ondervangt eventuele leemtes in de administratieve organisatie en ICT -systemen. De interne beheersing, de administratieve organisatie en de IT-systemen vormen de basis voor een betrouwbare en rechtmatige gegevensverwerking. Naar aanleiding van onze interim-controle concluderen wij dat de gemeente voldoende beheersmaatregelen heeft getroffen om de betrouwbare gegevensverwerking mogelijk te maken. De verbijzonderde interne controle ondervangt eventuele leemtes in de administratieve organisatie en ICT systemen. Uiteraard zijn er nog mogelijkheden tot verbetering van de interne beheersing. Deze mogelijkheden hebben wij nader uiteengezet in onze rapportage interim-bevindingen 2013 d.d. 18 december 2013.
Er zijn geen bevindingen ten aanzien van uw IT-omgeving Vanuit wet- en regelgeving is het vereist dat wij een reflectie geven op de betrouwbaarheid en continuïteit van uw geautomatiseerde gegevensverwerking. Uit onze controle blijkt dat er op dit gebied geen zaken zijn die aan u dienen te worden gemeld.
Tijdens onze controle van de jaarrekening 2013 hebben wij geen aanwijzingen van fraude gevonden De verantwoordelijkheid voor de jaarrekening berust bij het college van burgemeester en wethouders. Uit dien hoofde zijn zij verantwoordelijk voor het beschermen van het vermogen van gemeente Eindhoven het voeren van een afdoende financiële administratie en het in stand houden van een geschikt systeem van intern beheersing (waaronder procedures voor het waarborgen van de betrouwbaarheid en continuïteit van geautomatiseerde systemen en het voorkomen en opsporen van fraude, overige onregelmatigheden en fouten en niet-naleving van wet- of regelgeving). Wij hebben onze controle zodanig ingericht dat wij er redelijk, maar niet absoluut, zeker van kunnen zijn dat materiële afwijkingen in de jaarrekening (waaronder materiële afwijkingen als gevolg van fouten of fraude) aan het licht zullen komen. Onze controle bestond niet uit een uitvoerige controle van transacties zoals noodzakelijk zou zijn om fouten of fraude die niet hebben geleid tot materiële afwijkingen in de jaarrekening te kunnen opsporen. Het dient te worden onderkend dat het controleproces inherente beperkingen kent. Als gevolg van de aard van fraude, vooral wanneer daarbij sprake is van verhulling door samenzwering en vervalsing van documenten, is het mogelijk dat bij een controle die is opgezet en uitgevoerd in overeenstemming met algemeen aanvaarde controlestandaarden materiële fraude niet wordt ontdekt. Hoewel doeltreffende interne beheersingsmaatregelen het risico dat fouten en fraude zich voordoen of onontdekt blijven, doen afnemen, wordt dit risico hiermee niet weggenomen. Wij kunnen daarom niet garanderen dat eventuele fouten of gevallen van fraude ontdekt worden. Gegeven de inherente beperkingen van het controleproces en het interne beheersingssysteem kan en mag er niet op vertrouwd worden dat ons onderzoek alle fouten of gevallen van fraude aan het licht zal brengen. Tijdens onze controle van de jaarrekening 2013 hebben wij geen aanwijzingen voor fraude gevonden.
PwC
Pagina 14 van 32
3.2.
… maar verdere optimalisatie is noodzakelijk om in control te blijven
Vooruitgang in sturen en beheersen investeringsagenda Het beleid van de gemeente Eindhoven 2013 bouwt voort op het fundament van de eerder genomen stappen om de grip op de financiële positie te verbeteren. In 2012 heeft de gemeente Eindhoven een grondige analyse van de projectportefeuille uitgevoerd (MKBA). Het eindproduct van de analyse betreft het bijgestelde MIP 2013-2016. Het MIP is leidend voor de start van een nieuw project, de dekking via budgetten en kredieten komt in separate besluitvorming tot stand. U monitort de voortgang van de investeringsagenda in de reguliere P&C cyclus. U wordt op de hoogte gebracht van tussentijdse aanpassingen in het MIP via een raadsvoorstel. Als onderdeel van het verbeterplan liquiditeitenbeheersing zijn in de meerjarige liquiditeitsprognose vanaf 2014 ook de kasstromen met betrekking tot investeringen MIP/MKBA opgenomen. De kasstromen van projecten worden op deze wijze ook door de afdeling Treasury gemonitord. Over de concrete status van het verbeterplan wordt niet periodiek gerapporteerd, we bevelen u aan dit op te pakken.
Rond bestaande trajecten af voordat u met nieuwe begint Onze belangrijkste boodschap vanuit de controle 2013 betreft: ‘Rond bestaande trajecten af voordat u met nieuwe begint’ Concreet betreft het een aanbeveling aan het college om projecten af te bakenen, te prioriteren en te voorzien van een realistische deadline. De veelheid aan projecten ter verbetering van de interne beheersing hebben vooral betrekking op de strategische en tactische informatie voorziening aan de hand van de beschikbare gegevens (versterken van de analyse en sturingsinformatie). Op dit moment lopen onder meer projecten zoals de interne beheersing projectmanagement, verbeterplan liquiditeitenbeheersing, sturen op normen, route 2014 en het implementeren van de aanbevelingen van het HEC-rapport. Vooruitgang in bedrijfsvoering is via deze projecten duidelijk zichtbaar. Zo heeft het verbeterplan liquiditeitsmanagement geleid tot een koppeling met het MIP. Daarnaast werkt Eindhoven aan het registreren van liquiditeitsprognoses in het financieel informatiesysteem. Ten aanzien van het sturen op normen zijn de indicatoren met betrekking tot de financiële positie voor het eerst in de programmabegroting 2014 opgenomen en krijgt het sturen op de financiële positie op deze wijze steeds meer vorm. Om opvolging te geven aan de door
PwC
HEC in 2011 gerapporteerde bevindingen over de I-functie van gemeente Eindhoven is begin 2013 het reorganisatieplan definitief vastgesteld. Naast de wijzigingen in de governance structuur heeft de gemeente ook stappen gezet ten aanzien van haar IT beheerprocessen. Onder meer het wijzigingsbeheerproces is opnieuw ingericht en het incidentmanagement proces is beschreven en ingericht in Topdesk.
Verdere doorontwikkeling van de afdeling IC krijgt vorm in het afdelingsplan 2014 De samenwerking met de (externe) interne controlemedewerkers is goed verlopen. Er is sprake van een open en constructieve dialoog over de afstemming van de controleaanpak, aantallen uit te voeren in de deelwaarneming en opvolging van door de afdeling Internal Control (IC) geconstateerde bevindingen. De interne controle is de afgelopen jaren vooral gericht geweest op financiële rechtmatigheid. Gemeente Eindhoven heeft echter de ambitie de interne controle door te ontwikkelen naar een niveau waarbij naast de reguliere interne controlewerkzaamheden ook specifieke onderzoeken (thema-gericht), zoals het onderzoek naar de procedures rondom het Orgelplein, kunnen worden uitgevoerd, om op die manier meer toegevoegde waarde aan de organisatie te kunnen leveren. Nog meer gericht op het tijdig kunnen bijsturen en voorkomen van verrassingen. Via het afdelingsplan 2014 wordt invulling gegeven aan deze doorontwikkeling. Om de ambitie waar te maken is het van belang om bij het reguliere auditwerk een proces- en systeemgerichte aanpak te hanteren. We hebben met uw interne controlemedewerkers al de mogelijkheden besproken om te komen tot een meer proces- en systeemgerichte aanpak van de afdeling IC. Hierdoor zal de afdeling IC meer tijd over te houden voor themagerichte onderzoeken. Gezien de omvang van de organisatie en de jaarlijkse inkomsten en uitgaven in combinatie met het steeds meer steunen op geautomatiseerde systemen maakt het in onze ogen noodzakelijk om deze doorontwikkeling vorm te geven.
Benoem het eigenaarschap voor het implementeren van wijzigingen in gemeente brede wet- en regelgeving Bij de controle van de jaarrekening hebben wij de gevolgen van de (voorbereidingen op) en invoering van de WNT, de Wet Markt en Overheid en nieuwe aanbestedingswet beoordeelt. Het is ons hierbij opgevallen dat indien er
Pagina 15 van 32
sprake is van betrokkenheid van diverse sectoren het niet duidelijk is wie het eigenaarschap voor het implementeren van nieuwe regelgeving draagt. Hierdoor komt het tijdig implementeren van nieuwe regelgeving onder druk te staan. Bijvoorbeeld de nieuwe Aanbestedingswet is op 1 april 2013 van kracht
PwC
geworden. Wij hebben vastgesteld dat de gemeente het inkoopbeleid en de inkoopprocedure in de uitvoering pas recentelijk heeft aangepast aan de vereisten van de wet.
Pagina 16 van 32
4.
Huidige financiële positie biedt basis voor de toekomst
In ons controleplan 2013 zijn ‘verdere verankering van de vier domeinen van de financiële positie’ als strategische onderwerpen benoemd. In dit hoofdstuk besteden we aandacht aan de voortgang van het sturen op de financiële positie
PwC
Pagina 17 van 32
4.1.
Dynamiseer het “Sturen op normen”
Op basis van de Kadernota 2013-2016 heeft u in het kader van financiën helder en op orde en sturen op normen de indicatoren met betrekking tot de vier domeinen uitgewerkt. De indicatoren komen overeen met de indicatoren gehanteerd in onze analyse in 2012. U hebt in de begroting 2014 per indicator een norm voor 2014 vastgesteld. Op basis van de gegevens in de jaarrekening 2013 laten wij u met behulp van deze domeinen zien hoe de gemeente er een jaar later voorstaat en of de voor 2014 gestelde normen realistisch zijn: Indicator
Norm 2014
Kapitaallastennorm Saldo incidentele baten/lasten Weerstandsvermogen Vaste activa/(EV+leningen) Brutoschuld/inkomsten Kasgeldlimiet Renterisiconorm EMU-norm
< 10% €0 Min. € 80 mln. Min. 100% Landelijk VNG Max € 65 mln. Max. € 120 mln. -/- € 35 mln. Tabel 3 Indicatoren financiële positie
Begroting 2014 10% € 4,4 mln. € 106 mln. > 100% 68% -/- € 143 mln. € 48 mln. -/- € 78 mln.
Realisatie 2013 8% € 4,9 mln. € 75 mln. 104% 59% € 85,2 mln. € 36,2 mln. -/- € 63,6 mln.
Uw wendbaarheid is gekoppeld aan Route 2014 U hebt een norm voor kapitaallasten opgenomen om inzicht te verkrijgen in de wendbaarheid van de financiële positie van gemeente Eindhoven. De norm voor 2014 van 10% is gebaseerd op de lasten in de begroting 2014. De realisatie in 2013 blijft onder de norm. U hebt het kengetal personeelslastennorm bewust niet opgenomen, deze worden separaat gemonitord in het licht van de taakstelling bezuinigingen en route 2014.
Stabiliteit door begrotingsevenwicht Inzake het domein stabiliteit stuurt de gemeente Eindhoven op een structureel sluitende begroting, zowel in het eerste als het laatste jaar van het vierjarenbeeld. We hebben vastgesteld dat de structurele lasten worden gedekt met structurele baten in 2013 en dat er sprake is van een sluitende meerjarenbegroting. De begrotingsdiscipline en sturing van de gemeente Eindhoven zijn toegenomen, aangezien de afwijkingen tussen de realisatie en de bijgestelde begroting geringer waren in 2013 (1,6%) ten opzichte van 2012 (3%).
PwC
Indicator vaste activa in relatie tot eigen vermogen en leningen verdient aanscherping Inzake stabiliteit meet de gemeente op dit moment de vaste activa gedeeld door eigen vermogen plus langlopende leningen. Om een inzicht te verkrijgen in de mate waarin activa op korte termijn middelen genereert om langlopende schulden te kunnen financieren is (materiële vaste activa economisch nut en grondexploitaties) / langlopende leningen) een nauwkeurige maatstaf om uw stabiliteit te monitoren. Voor 2013 is deze indicator 1,9 dat betekent dat gemeente Eindhoven in lijn ligt met het landelijk gemiddelde van 2.
Aandacht voor onzekerheid omvang niet gekwantificeerde risico’s in uw weerstandsvermogen De norm voor het weerstandsvermogen (exclusief grondbedrijf) is door de gemeente Eindhoven vastgesteld op 10% van de vrij besteedbare inkomsten. De gehanteerde norm is evenwichtig. In het weerstandsvermogen 2013 is een bedrag ad € 6,9 mln. opgenomen voor PM posten, dit zijn de risico’s waaraan de gemeente geen omvang heeft gekoppeld. Bij het doornemen van de toelichting bij de risico’s in de bijlage plaatsen wij vraagtekens bij de toereikendheid van de € 6,9 mln. gekoppeld aan de PM posten. Posten met hoge risico’s zoals verbonden partijen, achtervang Meerrijk en vervanging van bruggen maken onderdeel uit van de categorie PM posten. We bevelen het college aan om van deze (en overige posten minimum en maximum risico-inschatting op te stellen en risico’s op basis van deze inschatting te kwantificeren. Hierdoor verkrijgt de gemeente inzicht in het werkelijk weerstandsvermogen en wordt de € 6,9 mln. niet als sluitpost gezien om tot een weerstandsvermogen van € 75 mln. te geraken.
De wettelijke kaders inzake EMU norm en kasgeldlimiet zijn in 2013 overschreden Voor het domein wettelijke kader zijn kasgeldlimiet, renterisiconorm en het EMU-saldo als indicator opgenomen. De kasgeldlimiet is in het vierde kwartaal voor het eerst overschreden (mag maximaal 3 achtereenvolgende kwartalen). Het EMU-saldo is tevens overschreden. Het Rijk en VNG zijn overeengekomen dat deze kabinetsperiode nog geen sprake zal zijn van sancties, we bevelen de gemeente aan om de monitoring van beide indicatoren aan te scherpen. Pagina 18 van 32
PwC
We bevelen het college aan om de norm jaarlijks aan de hand van de geplande activiteiten in de begroting te actualiseren en tussentijds te monitoren op basis van voortgangsrapportages. In de jaarrekening 2013 worden nog niet alle indicatoren voorzien van een (toereikende) toelichting. Er is niet direct duidelijk af te leiden welke norm voor welk domein wordt gehanteerd. Er is in het concernverslag geen aandacht voor het centrum van de vier domeinen. Het centrum vertegenwoordigt de wisselwerking tussen de betreffende indicatoren. Hoge incidentele lasten en baten kunnen bijvoorbeeld de oorzaak zijn van een kasgeldlimiet overschrijding. Meer inzicht in de onderlinge samenhang bevordert het sturen op normen.
Tot slot is de analyse van de financiële positie die het college heeft opgenomen gebaseerd op statische uitgangspunten. Deze uitgangpunten kunnen ons inziens wel inzicht geven over de financiële situatie van een gemeente, maar wij wijzen u erop dat het ook van belang is om meer dynamisch (trendanalyse, gevoeligheidsanalyse) naar de uitgangspunten te kijken. Om een goed oordeel te krijgen over de financiële situatie van uw gemeente is het ook van belang om ook naar toekomstige ontwikkelingen te kijken. Indien u meer inzicht wilt krijgen in uw toekomstige financiële situatie is een diepgaander onderzoek aan te bevelen.
Pagina 19 van 32
5.
Ontwikkelingen in 2014 en verder
In dit deel gaan wij in op een aantal ontwikkelingen op het gebied van regelgeving, financiële verslaggeving en interne majeure projecten die in 2014 en latere jaren gevolgen zullen hebben voor gemeente Eindhoven. Tevens verwijzen wij u naar de capita selecta voor de publieke sector.
PwC
Pagina 20 van 32
5.1.
Geen vertragingen gewenst op uw Route 2014
Als Raad wordt u graag tijdig geïnformeerd over de voortgang van de bezuinigingen. De personele bezuinigingen in de vorm van Route 2014 hebben uw bijzondere aandacht. Het traject omhelst een radicale verandering die volgens een nauwe planning met menselijke maat wordt begeleid. U hebt ons specifiek verzocht om met u mee te kijken naar de huidige positie en of de weg vooruit vrij is van risico’s met een lange termijn impact. In de volgende paragrafen hebben we een aantal risico’s en aanbevelingen uiteengezet.
Heroverweeg frequentie en omvang communicatie over voortgang De voortgang van Route 2014 wordt als volgt gemonitord: De directieraad ontvangt elke twee maanden een analyse van de stand van zaken en advies over mogelijke bijsturen van het projectteam; De stand van zaken besproken door de directieraad wordt geactualiseerd op de themapagina ten behoeve van de interne organisatie. De raad wordt per kwartaal op de hoogte gebracht van status Organisatie & Formatieplannen (O&F plannen). Volgens de doelstelling in Route 2014 dienen alle O&F plannen ultimo 2014 door de directieraad zijn vastgesteld. Naarmate ultimo 2014 nadert bevelen wij u aan om de frequentie en omvang van communicatie te heroverwegen. De focus ligt nu hoofdzakelijk op het totaal overzicht. Door regelmatiger en specifieker in te zoomen op de status van trajecten die niet volgens schema verlopen, verhoogt u de kwaliteit en informatiewaarde ten behoeve van de monitoring.
Taakstelling route 2014 van € 12 mln. is voor 312 fte ingevuld; er wordt actief gezocht naar invulling van de resterende fte We hebben de laatste stand van zaken per 1 maart 2014 beoordeeld. Van de taakstelling van € 12 miljoen en 400 fte is 312 fte ingevuld via voorlopige en definitieve plaatsingsplannen en O&F plannen. Door de economische
PwC
omstandigheden waardoor bijvoorbeeld legesinkomsten tegenvallen, ontwikkelingen in de organisatie en teruglopende projectopbrengsten is het totaal aantal te bezuinigen fte’s inmiddels meer dan de oorspronkelijke 400 fte van Route 2014. Van de plaatsingsplannen zijn er in 2013 vijf (van in totaal 28) definitief afgerond (25 fte). Voor een aantal trajecten is bewust rekening is gehouden met een langere doorlooptijd. De doelstelling is dat ultimo 2014 alle plaatsingsplannen en O&F plannen definitief zijn. De resterende taakstelling van 159 fte dient nog nader te worden ingevuld. De taakstellingen zijn per 1 januari 2014 ingeboekt per sector zodat er door de sectoren actief gezocht wordt naar invulling van de taakstelling. We benadrukken dat het bewaken van de voortgang van belang is om risico’s op lange termijn te voorkomen. Eind 2016 wil de gemeente klaar zijn om volledig flexibel en slagvaardig te werk te gaan, vertragingen kunnen leiden tot tekorten in uw begroting of uw financiële positie nadelig beïnvloeden.
Heldere en systematische beoordeling door directieraad De directieraad beoordeelt de plannen aan de hand van een checklist waarin diverse aspecten (volledigheid, kwaliteit, wet- en regelgeving) van de taakstelling aan bod komen. De resultaten van de beoordeling worden helder teruggekoppeld aan de sector. We bevelen het college aan om ook tussentijdse gevraagde bijsturingsacties die voortkomen uit analyses van het projectteam te documenteren om de opvolging van deze acties te waarborgen.
Pagina 21 van 32
5.2.
Gemeente Eindhoven loopt voorop in ontwikkelingen decentralisaties
Tussentijds hebben wij u geïnformeerd over de stand van zaken van de voorbereiding op de komende decentralisaties binnen uw gemeente in onze rapportage interim-bevindingen. In deze paragraaf geven we een overzicht weer de status van de maatregelen in het sociale domein begin 2014. De aansturing van de ontwikkeling in het Eindhovens sociale domein vindt programmatisch plaats. Er is een programmamanagementteam aangesteld op basis van het Programmaplan transformatie Sociaal Domein. Binnen het programma lopen vier programmalijnen waarvoor programmamanagers zijn aangesteld (met uitzondering van de programmalijn bedrijfsvoering). De vier lijnen zijn: 1. 2. 3. 4.
De 3 D’s. Omvormen van de eigen organisatie (Veranderteam). Het organiseren van de WIJteams op basis van de geplande versnelde uitrol (2013-2014). Bedrijfsvoering.
De 3 D’s betreffen de taken die van het rijk worden overgeheveld naar de gemeente. Ondanks de onzekerheden en de beperkte informatieverschaffing van het rijk over kaders en financiën, volgt gemeente Eindhoven de ontwikkelingen nauwlettend. U hebt kennis genomen van de notitie van het Rijk inzake de 3 D’s en zorgt voor inbedding van deze risico’s in uw organisatie. Verordeningen worden opgesteld na de definitieve vaststelling van de wet. U hebt reeds in het najaar van 2013 ‘’Nadere regels Sociaal Domein: ‘’Samen bouwen aan WijEindhoven’’ opgesteld gericht op subsidieaanvragen en vaststellingen ten behoeve van zelfredzaamheid en eigen kracht. Ten aanzien van het omvormen van de eigen organisatie is een Veranderteam momenteel bezig met het beschrijven van processen, taken, werkwijzen en de cultuur. De directieraad heeft het organisatieformatieplan (OFP) vastgesteld en de hoofdstructuur van de nieuwe organisatie is gereed. De status is reeds in hoofdstuk 5.1 omschreven. De wijkindeling, op basis waarvan de WIJteams zullen gaan opereren, is benoemd en de timing van de start van de WIJteams is bekend. Onlangs is het vijfde WIJteam gestart. Eind 2014 zullen er in totaal 10 WIJteams klaarstaan.
PwC
De WIJteams zullen op het moment van aanvang in de financiële en personeelsadministratie worden afgezonderd en de bijbehorende formatie en budgetten zullen hiernaar worden overgeheveld. Tevens is een structuur opgebouwd voor de informatievoorziening vanuit de WIJteams naar de gemeentelijke informatiesystemen (WIJ portal). Deze portal zal in de komende tijd nog worden doorontwikkeld. Op het gebied van bedrijfsvoering wordt er gewerkt aan een kaderstellende notitie over bekostiging en sturing van het sociale domein. Verder heeft de concerncontroller een notitie opgesteld met betrekking tot waarborgen beheersing decentralisatie sociaal domein. Deze notitie kan worden beschouwd als een checklist om te beoordelen of gemeente Eindhoven in control is met deze transitie. Wij zijn van mening dat gemeente Eindhoven met WIJeindhoven voorop loopt ten opzichte van andere gemeenten. Vanuit onze expertise als accountant leveren wij een bijdrage in de transitie als het gaat om ‘finance en monitoring’. Wij kunnen u verder ondersteunen in de volgende gebieden: signalerende functie en klankbordfunctie als het gaat om de risico’s die wij zien en mogelijke beheersingsmaatregelen; signalerende functie als het gaat om de voortgang van de implementatie; proactief beoordelende functie als het gaat om de verantwoordingsstructuur en borging van de financiële rechtmatigheid.
Er is een bestemmingsreserve voor de implementatie decentralisaties verantwoord Op dit moment ontbreekt een financiële analyse van de totale eenmalige en structurele opbrengsten en kosten van de decentralisaties voor de gemeenten. Hoewel de exacte bedragen nog niet bekend zijn (die komen medio maart) zijn de decentralisatiebudgetten meer dan materieel voor de gemeente. Uw totale
Pagina 22 van 32
budget zal circa 20% worden uitgebreid, de bezuinigingsdoelstelling van 76 miljoen bedraagt 10% van uw totale lasten. Indien maatregelen niet adequaat of te laat worden ingevoerd zullen de (financiële) consequenties in 2015 substantieel zijn. Om de vertaalslag cijfermatig te onderbouwen heeft de gemeente Eindhoven een extern bureau verzocht een Maatschappelijke kosten baten analyse WIJeindhoven (MKBA) WIJeindhoven te maken. De analyse richt zich op de financiële effecten van WIJeindhoven en de robuustheid voor toekomstige ontwikkelingen.
PwC
Op basis van bovenstaande ontwikkelingen heeft de gemeente een inschatting gemaakt van de te maken extra kosten in de komende jaren ten behoeve van een adequate implementatie. U hebt u als raad in 2013 het besluit genomen een bestemmingsreserve van € 9,1 miljoen te vormen in de jaarrekening 2013. In 2013 hebt u een € 5 miljoen overschot in de reserve WMO overgeheveld naar de reserve Sociaal domein waardoor deze ultimo 2013 € 14,1 miljoen bedraagt. De uiteindelijke reserve zal bij de implementatie € 25 miljoen bedragen.
Pagina 23 van 32
5.3.
IHP: het college zal de financieringsmogelijkheden met bijbehorende risico’s binnen 2 maanden separaat aan u voorleggen
Stel gevolgen IHP betreffende financiering en governance tijdig vast De Raad heeft in september 2013 ingestemd met het integrale huisvestingsplan en de intentieovereenkomst (uitwerking realisatie huisvestingopgave) voor voortgezet en speciaal onderwijs. Het opstellen van het IHP vormde een belangrijke aanbeveling van het rapport van de Rekenkamercommissie over onderwijshuisvesting van november 2011. De schoolbesturen en de gemeente hebben gezamenlijk gewerkt aan een visie op onderwijshuisvesting. In het raadsbesluit Integrale onderwijshuisvestingsopgave is een eerst invulling gegeven aan de financiële doorvertaling van het IHP en de intentieovereenkomsten. Naast de afspraken die met de schoolbesturen zijn gemaakt, is in het raadsbesluit een investeringsopgave van € 175 mln. tot 2034 opgenomen. De financieringsmogelijkheden met bijbehorende risico’s zullen binnen 2 maanden door het college aan u worden voorgelegd. In de vergadering van de accountantscommissie van begin februari zijn wij op de hoogte gesteld van uw aandachtspunten en risicogebieden. Graag beoordelen wij namens u of deze aandachtspunten op een goede wijze door de het college zijn ondervangen.
PwC
In de jaarrekening is via een toelichting rekening gehouden met de voorgenomen overheveling onderhoudshuisvesting Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap werkt aan een wetsvoorstel voor de overheveling van het buitenonderhoud primair onderwijs naar schoolbesturen vanaf 1 januari 2015. Met de nieuwe wet worden de taken en het budget voor het buitenonderhoud en aanpassingen aan schoolgebouwen in het primaire en speciaal onderwijs overgeheveld naar de schoolbesturen. Het overhevelen van een deel van het onderhoud zal impact hebben op de actualiteit van uw onderhoudsplan en de hoogte van uw onderhoudsvoorziening. In de rapportage interim bevindingen controle 2013 hebben wij als gevolg van deze mogelijke wetswijziging een aantal aandachtspunten voor het college opgesomd. Het college heeft de eerste stap gezet en toegelicht in het concernverslag. De sector Grond en Vastgoed heeft een aanbesteding gestart voor het opstellen van onderhoudsplanningen. De verwachting is dat de planningen voor bruikleenscholen eind februari 2014 gereed zijn. De onderhoudsplannen vormen de basis voor de aanpassing van de onderhoudsvoorziening. De financiële gevolgen (onderhoudsbudgetten, formatie etc.) van deze wetswijziging zijn nog niet verwerkt in uw IHP en begroting 2014.
Pagina 24 van 32
5.4.
Ontwikkelingen in BBV vervroegd toegepast
U hebt de wijzigingen in het BBV nog niet betrokken in uw begroting 2014; deze hebben tevens effect op uw jaarrekening 2014 Met ingang van 1 juli 2013 zijn de wijzigingen in het Besluit begroting en verantwoording van kracht geworden. Hoewel deze wijzigingen nog niet van toepassing zijn op de jaarrekening 2013 heeft gemeente Eindhoven deze wel al verwerkt in de jaarrekening 2013 en de begroting 2014. In onze rapportage interim controle bevindingen 2013 hebben we al stilgestaan bij de verwerking van de wijzigingen in de begroting, in onderstaande paragrafen focussen we ons op de verwerking in de jaarrekening 2013.
Meer transparantie in risico’s, risicobeheersing nog onderbelicht Het BBV kent een toegenomen aandacht voor risicobeheersing en de wijze waarop hier inzicht in wordt gegeven. Dit inzicht kan worden vergroot door in de paragraaf weerstandsvermogen inhoudelijker in te gaan op mogelijke ontwikkelingen (scenario’s) en welke (beleidsmatige) opties er zijn om de financiële consequenties zo goed mogelijk te beheersen. In de jaarrekening 2013 wordt in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing niet expliciet ingegaan op het aspect risicobeheersing zoals in voorgaande alinea is uitgewerkt. We bevelen het college aan om deze verder uit te werken, eventueel in een bijlage. Wel is meer transparantie in de totstandkoming van het benodigde weerstandsvermogen gerealiseerd door de kans en impact van een risico op te nemen in een bijlage. Daarnaast worden nieuwe en vervallen risico’s uitgebreid toegelicht.
PwC
Vereiste toelichtingen verbonden partijen reeds opgenomen We hebben vastgesteld dat in de paragraaf verbonden partijen in de jaarrekening 2013 de meest actuele (financiële) informatie van deze partijen is opgenomen en reeds aan de BBV wijzigingen wordt voldaan. De beheersing van verbonden partijen heeft in onze rapportage interim-bevindingen centraal gestaan. In het voorjaar van 2014 zal een Nota deelnemingenbeleid worden opgesteld, die de Nota verantwoord deelnemen en de Nota verbonden partijen zal vervangen. In hoofdstuk 2.3 de waardering van verbonden partijen beoordeeld.
Gevolgen wijzigingen in BBV inzake Wet Hof en de Wet verplicht schatkistbankieren zijn niet toegelicht In december 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) en de Wet verplicht schatkistbankieren. Deze wetswijzigingen zijn van invloed op uw toekomstige beleid en de wijze van uitzetten van overtollige middelen. Het BBV is met ingang van december 2013 op deze aspecten aangepast en geeft aan dat met ingang van de jaarrekening 2014 enkele verplichte balansposten in de jaarrekening opgenomen dienen te worden. Op dit moment heeft het college deze posten nog niet in de jaarrekening 2013 opgenomen, dit is toegelicht in het concernverslag.
Pagina 25 van 32
5.5.
Wet Markt en Overheid vanaf juli 2014 van kracht, Eindhoven brengt consequenties in kaart
Op 1 juli 2012 is de Wet Markt en Overheid (WMenO), een wijziging van de Mededingingswet, in werking getreden. Overheidsorganisaties die nieuwe economische activiteiten verrichten, moeten sindsdien voldoen aan de gedragsregels uit die wet. Voor bestaande activiteiten geldt een overgangsperiode van twee jaar. Dit betekent dat uw organisatie vanaf 1 juli 2014 aan deze wet moet voldoen.
2. 3. 4.
De WMenO richt zich op overheidsorganen die economische activiteiten verrichten De WMenO geldt voor alle overheidsorganen die een economische activiteit verrichten en dat is eerder het geval dan over het algemeen wordt gedacht. Het belangrijkste kenmerk van een economische activiteit is namelijk het bestaan van concurrentie. Als dezelfde activiteit dus ook door de markt wordt aangeboden, is er al sprake van een economische activiteit in de zin van de WMenO en zijn de gedragsregels die de WMenO voorschrijft (mogelijk) van toepassing. Verder betekent dit dat een dienst van algemeen (economisch) belang een economische activiteit wordt, als daar een markt voor ontstaat. Daardoor wordt de WMenO en zijn gedragsregels mogelijk alsnog van toepassing.
De gedragsregels van de WMenO De WMenO streeft niet naar het ontmoedigen van economische activiteiten door overheden. De wet wil voorkomen dat overheden de markt verstoren. Daarom zijn vier gedragsregels opgesteld die overheden – afhankelijk van de activiteit – in acht moeten nemen. Dit betreffen de volgende gedragsregels: 1.
PwC
Functiescheiding: Er moet een functiescheiding (organisatieonderdelen en personen) zijn tussen economische en publieke activiteiten.
Gegevensgebruik: Gegevens uit publiekrechtelijke bevoegdheden mogen alleen voor economische activiteiten gebruikt worden, als marktpartijen er ook over beschikken. Integrale kostprijsberekening: Overheidsorganisaties moeten de integrale kostprijs die op de markt gebruikelijk is, in hun tarief doorberekenen (marktconform tarief). Bevoordelingsverbod: Een overheidsorgaan mag zijn overheidsbedrijf geen voordelen verschaffen die andere marktpartijen niet ook krijgen.
Die gedragsregels zorgen ervoor dat overheden zich daadwerkelijk als een bedrijf gedragen en andere bedrijven niet benadelen door gebruik te maken van hun positie als overheid.
Overtreding van de gedragsregels heeft gevolgen Vanaf 1 juli 2014 moeten al uw bestaande economische activiteiten – voor zover van toepassing – voldoen aan de gedragsregels. De WMenO negeren, brengt financiële risico’s met zich mee. Hoewel de Autoriteit Consumenten en Markt (ACM) geen boete kan opleggen, wordt de (potentiële) overtreding wel formeel vastgesteld en een last onder dwangsom opgelegd. Private ondernemingen kunnen het besluit van de autoriteit vervolgens gebruiken om de betrokken overheidsorganisatie aansprakelijk te stellen voor geleden schade, bijvoorbeeld vanwege omzetderving. De gemeente Eindhoven werkt al geruime tijd aan het implementeren van de WMenO. Via een risicogerichte aanpak worden de economische activiteiten geïnventariseerd. Een project groep WMenO is ingesteld om de deadline van 1 juli 2014 te behalen.
Pagina 26 van 32
5.6.
Gemeente Eindhoven krijgt in 2016 te maken met nieuwe regelgeving met impact op de VPBplicht
De Europese Commissie heeft op 2 mei 2013 geoordeeld dat Nederland passende maatregelen moet treffen om de bestaande niet-onderworpenheid aan vennootschapsbelasting (Vpb) van overheidsbedrijven af te schaffen in verband met staatssteunaspecten. Overheidsbedrijven die economische activiteiten ontplooien dienen op dezelfde wijze als private partijen aan vennootschapsbelasting te worden onderworpen. Mede door deze toenemende druk vanuit de Europese Commissie, wordt binnen het ministerie van Financiën momenteel gewerkt aan een nieuwe wetswijziging van de Vpb-plicht voor overheidslichamen. Zowel vanuit de systematiek van de Wet Vpb als vanuit de gedachte om oneerlijke concurrentie te voorkomen (en zodoende een gelijk fiscaal speelveld te creëren), is eerder al een voorkeur uitgesproken voor de zogeheten ‘ondernemingsvariant’. Hierbij worden de overheidsactiviteiten die een ‘onderneming in fiscale zin’ vormen, in de belastingheffing betrokken. De staatssecretaris geeft aangegeven deze variant verder te willen verkennen. In essentie betekent dit dat overheden die activiteiten die een ‘onderneming in fiscale zin’ vormen, verplicht zouden moeten afzonderen naar een aparte
PwC
entiteit waardoor deze activiteiten in de heffing worden betrokken. Dit brengt echter allerlei consequenties, afbakeningsproblemen en uitvoeringsperikelen met zich mee. Denk hierbij niet alleen aan de mogelijke openingsbalans perikelen en financiële en administratieve gevolgen, maar bijvoorbeeld ook aan de juridische haalbaarheid van een eventuele afzondering van specifieke activiteiten. De staatssecretaris heeft aangegeven dat het voorstel per 1 januari 2015 tot wet zal worden geheven. De nieuwe wetgeving zal vanaf 1 januari 2016 in werking gaan treden. De invoeringsdatum van 1 januari 2016 lijkt nog ver weg. Maar op dit moment kan nog geen concrete inschatting worden gemaakt van de mogelijke impact van de wijziging van de Vpb-plicht specifiek voor gemeente Eindhoven. Desondanks verdient het de aanbeveling de ontwikkelingen op dit gebied nauwlettend in de gaten te houden en hiervoor een werkgroep te formeren. Afhankelijk van de precieze situatie van gemeente Eindhoven is het niet ondenkbaar dat uw organisatie de tijd hard nodig heeft om op de Vpbplicht voor te sorteren c.q. haar positie te optimaliseren.
Pagina 27 van 32
5.7.
Nieuwe Nederlandse regelgeving inzake onafhankelijkheid heeft impact op relatie met uw accountant
Per 1 januari 2014 geldt de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij controle-opdrachten (ViO). De ViO bevat helderder omschreven regels, die op onderdelen verder gaan dan tot voorheen, en helpt de accountant zijn controlewerkzaamheden objectief uit te voeren. Als accountant van de Raad willen wij de volgende ontwikkelingen op het gebied van de nieuwe wet- en regelgeving met u delen:
Onafhankelijkheidseisen gelijk geschakeld voor alle controleopdrachten Tot op heden gold de eis dat het accountantskantoor (en alle andere netwerkonderdelen) en alle partners en directors daarvan, onafhankelijk moesten zijn ten aanzien van cliënten, waarvoor het accountantskantoor of het netwerk de jaarrekeningcontrole uitvoert. Met betrekking tot andere cliënten, waarvoor het accountantskantoor andere controle-opdrachten uitvoert, gold de eis van onafhankelijkheid alleen voor de leden van het betreffende
PwC
controleteam. De ViO maakt geen onderscheid meer naar de aard van de controle -opdracht en daarmee wordt de reikwijdte aanzienlijk vergroot. Een uitzondering bestaat als er sprake is van een controle-opdracht ten behoeve van een “nader bepaalde kring van gebruikers”, onder voorwaarde dat deze beperkte kring van gebruikers hier vooraf mee instemt. In die gevallen blijft de eis van onafhankelijkheid beperkt tot de leden van het controleteam.
Rotatie van key assurance partners en “cooling-off” Voor controleopdrachten geldt dat de key assurance partner(s) altijd na zeven jaar moet roteren; daarnaast geldt dat hij/zij gedurende een periode van twee jaar geen enkele bemoeienis mag hebben met enige assurance-opdracht voor de betreffende organisatie. Nieuwe onafhankelijkheidsregelgeving accountants vraagt om een herijking van de relatie met uw accountant.
Pagina 28 van 32
A. A.1.
Bijlagen Single audit Single information (SiSa)
Wij hebben in onze controle specifieke werkzaamheden verricht om een oordeel te kunnen geven over de getrouwheid en rechtmatigheid van de financiële verantwoordingsinformatie in de bijlage inzake SiSa bij de jaarrekening 2013 van gemeente Eindhoven. Onze werkzaamheden varieerden van het beoordelen van de interne beheersing tot het uitvoeren van detailcontroles. In de bijlage bij de jaarrekening zijn twee typen indicatoren opgenomen: Indicatoren (bedragen en andere kwantitatieve gegevens, veelal prestatie-indicatoren), die van invloed zijn op de financiële vaststelling. Indicatoren, zonder invloed op de financiële vaststelling. Voor de eerste indicator geldt dat er een relatie is tussen de jaarrekening en de bijlage. Wij hebben op deze indicatoren een reguliere rechtmatigheidscontrole uitgevoerd en indien specifiek gevraagd, is de deugdelijke totstandkoming van de indicator beoordeeld. De tweede indicator heeft normaliter geen directe relatie met de gemeentelijke jaarrekening. Deze indicatoren zijn noodzakelijk voor het departementale jaarverslag. Bij deze indicatoren hebben wij alleen de deugdelijke totstandkoming van de indicator beoordeeld en dus niet de rechtmatigheid vastgesteld. Voor de bevindingen uit onze controle gelden op grond van het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (‘BADO’) zwaardere rapporteringtoleranties dan voor andere onderdelen van de reguliere jaarrekening.
PwC
In dit rapport van bevindingen hebben wij per specifieke uitkering fouten en onzekerheden, boven een vastgestelde financiële grens, opgenomen voor zover deze niet door de gemeente zijn gecorrigeerd. De financiële grens is afhankelijk gesteld van de omvangsbasis van de regeling. De omvangsbasis wordt gebaseerd op de gevraagde indicator. Bij een gevraagde indicator van ‘bestedingen gedurende het jaar’ wordt de omvangsbasis bijvoorbeeld gevormd door de bestedingen in de regeling. De financiële grens is per specifieke uitkering: € 12.500 indien de omvangsbasis kleiner dan of gelijk is aan € 125.000; 10% indien de omvangsbasis groter dan € 125.000 en kleiner dan of gelijk is aan € 1.000.000; € 125.000 indien de omvangsbasis groter is dan € 1.000.000. De rapporteringstolerantie heeft geen consequenties voor de omvang en aard van de controle van specifieke uitkeringen. Het gaat alleen om het rapporteren van de waargenomen fouten en onzekerheden voortkomende uit de accountantscontrole. Op basis van de Nota verwachtingen accountantscontrole uitgegeven door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties rapporteren wij door middel van onderstaande voorgeschreven tabel de geconstateerde fouten of onzekerheden per regeling.
Pagina 29 van 32
Nr.
Naam specifieke uitkering of overige
Totale fout of onzekerheid per specifieke uitkering
D1
Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten
N.v.t.
€0
N.v.t.
D9
Onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014 (OAB)
N.v.t.
€0
N.v.t.
E3
Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (inclusief bestrijding spoorweglawaai)
N.v.t.
€0
N.v.t.
E6
Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) 2005-2009
N.v.t.
€0
N.v.t.
E10
Tijdelijke subsidieregeling Innovatieprogramma Mooi Nederland
N.v.t.
€0
N.v.t.
E11B
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) SiSa tussen medeoverheden
N.v.t.
€0
N.v.t.
E27B
Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden
N.v.t.
€0
N.v.t.
E28C
Regionale mobiliteitsfondsen tussen SiSa medeoverheden
N.v.t.
€0
N.v.t.
Quick wins binnenhavens
N.v.t.
€0
N.v.t.
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_Gemeentedeel 2013
N.v.t.
€0
N.v.t.
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_Totaal 2012
N.v.t.
€0
N.v.t.
G2
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_gemeente 2013
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
G3
Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen) _gemeente 2013
N.v.t.
€0
N.v.t.
G5
Wet Participatiebudget (WPB) _gemeente 2013
N.v.t.
€0
N.v.t.
G7
Verzameluitkering SZW
N.v.t.
€0
N.v.t.
H1
Ministeriële regeling heroïnebehandeling
N.v.t.
€0
N.v.t.
E30 G1 G1c-2
PwC
Totale omvang van de fout of de onzekerheid (in Euro’s)
Toelichting fout/onzekerheid
Pagina 30 van 32
A.2. Bevindingen Brabantstad Naam project
Totale fout of onzekerheid per specifieke uitkering
Totale omvang van de fout of de onzekerheid (in Euro’s)
Toelichting fout/onzekerheid
E1.01
Aalsterweg
N.v.t.
€0
N.v.t.
E1.02
Eindhoven Airport A2
N.v.t.
€0
N.v.t.
E1.03
Meerenakkerweg
N.v.t.
€0
N.v.t.
E1.04
Glow / Strijp S zicht het licht
N.v.t.
€0
N.v.t.
E2004
Glow / Strijp S zicht het licht
N.v.t.
€0
N.v.t.
E1.05
Eindhoven één in werk (HRM/leerwerkservicepunt)
N.v.t.
€0
N.v.t.
E2011
Eindhoven één in werk (droomfabriek)c
N.v.t.
€0
N.v.t.
E1.06/E2010
Internationale school Eindhoven
N.v.t.
€0
N.v.t.
E2010
Internationale school Eindhoven
N.v.t.
€0
N.v.t.
Designhuis
N.v.t.
€0
N.v.t.
E1.08
Internationalisering prog. Van Abbe en muziekcentrum
N.v.t.
€0
N.v.t.
E2006
Internationalisering prog. Van Abbe en muziekcentrum
N.v.t.
€0
N.v.t.
E1.09
Licht en kunst A2
N.v.t.
€0
N.v.t.
E2007
Licht en kunst A2
N.v.t.
€0
N.v.t.
E1.10
STRP
N.v.t.
€0
N.v.t.
E1.11/ E2005
DDW
N.v.t.
€0
N.v.t.
E1.12/ E2014
Deltaplan vroegtijdig schoolverlaten
N.v.t.
€0
N.v.t.
E1.13/ E2015
Centrum jeugd en gezin
N.v.t.
€0
N.v.t.
E2016
Veiligheidshuis
N.v.t.
€0
N.v.t.
E1.15
Vermaatschappelijke van de Zorg/ Slimme zorg
N.v.t.
€0
N.v.t.
E1.16
Biocentrale Ottenbad
N.v.t.
€0
N.v.t.
Verbinding Groene Woud
N.v.t.
€0
N.v.t.
E1.18
Luchtkwaliteit
N.v.t.
€0
N.v.t.
E2001
Etnisch ondernemerschap
N.v.t.
€0
N.v.t.
Nr
E1.07/E2009
E1.17 / E2017
PwC
Pagina 31 van 32
Naam project
Totale fout of onzekerheid per specifieke uitkering
Totale omvang van de fout of de onzekerheid (in Euro’s)
Toelichting fout/onzekerheid
E2002
Brabant Schoolnet
N.v.t.
€0
N.v.t.
E2003a
Herstructurering fysieke infrastructuur (Mariënhage)
N.v.t.
€0
N.v.t.
E2003B
Herstructurering fysieke infrastructuur (Strijp S)
N.v.t.
€0
N.v.t.
E2003C
Herstructurering fysieke infrastructuur (Strijp S Klokgebouw)
N.v.t.
€0
N.v.t.
E2008
STRP
N.v.t.
€0
N.v.t.
E2012
Strijp S
N.v.t.
€0
N.v.t.
E2013
Stationsgebied
N.v.t.
€0
N.v.t.
E2018
Biomassacentrale Meerhoven
N.v.t.
€0
N.v.t.
E2019
Verduurzamen openbare verlichting (Ledverlichting)
N.v.t.
€0
N.v.t.
E2022
Versterking Talenten, Productie en Presentatie (Voorheen TAC)
N.v.t.
€0
N.v.t.
E2021
Kanaalzone
N.v.t.
€0
N.v.t.
Nr
PwC
Pagina 32 van 32