ACCOUNTANTS 9e JAARGANG | NUMMER 3 | NOVEMBER 2005
Bedrijfsleven
ziet weinig
in
Wetsvoorstel WIA
Belastingplan 2006
van de 2006 staat in het teken van verandering De ‘derde dinsdag in september’ stond weer in het teken van een groot aantal wetswijzigingen. In uw adviesfunctie zult u veel te maken krijgen met de op komst zijnde veranderingen, die zowel werkgevers als werknemers diep raken. De meest opvallende is de introductie van de levensloopregeling die werknemers in staat stelt te sparen voor vrije tijd. In dit nummer wordt uitgebreid aandacht besteed aan de uitkomsten van Prinsjesdag en aan de levensloopregeling in het bijzonder. Niet alleen op pensioengebied is er sprake van ingrijpende wijzigingen, ook op het gebied van arbeidsongeschiktheid is, als de Eerste Kamer op 29 december instemt met het wetsvoorstel WIA, een drastische omslag op komst. Immers, voor het eerst in de geschiedenis dient arbeidsgeschiktheid als basis voor de wet WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). Een toelichting op deze wet vindt u ook in dit Accountants Magazine. Verder beschrijft het boekje ‘De geschiedenis van de WAO in Nederland’, dat is uitgegeven door Centraal Beheer Achmea, de geschiedenis van 1967 tot heden. Tot slot een artikel over het nieuwe verzekeringsrecht
Verder in dit nummer:
en daarmee ook het nieuwe levensverzekeringsrecht dat vanaf 1 januari 2006 in werking zal treden. De nieuwe wettekst verduidelijkt vooral een aantal punten, waarover nu nog wel eens werd gediscussieerd. Het
02 09 18
levensverzekeringsrecht is een van de laatste stukken oud recht dat zal verdwijnen in de hele vernieuwingsoperatie van het burgerlijk recht, die ook al in 1947 is
23 24
Van de directie Bedrijfsleven ziet weinig in langer doorwerken Levensloop Totaalpakket biedt eenvoud en gemak Wilt u meer weten Van WAO to WIA
begonnen.
drs. R.C.J. van den Broek directievoorzitter
Colofon
| Het Accountantsmagazine is een uitgave van het Adviesbureau Pensioenen van
Centraal Beheer Achmea, Postbus 700, 7300 HC
Apeldoorn.
|Telefoon redactie (055) 579 4573
|Eindredactie drs. E. van As |Redactie M. Berendsen, mr. J.A. Doorakkers, mr. J.R. Hesse, drs. A. Krijnen en mr. R.G.C. Salden|Vormgeving Achmea Studio 03 |Fotografie H. Joostensz en Fotografie Van Leeuwen, Apeldoorn |Illustratie Erik Nieuwenhuis |Druk Drukkerij Schuttersmagazijn, Hasselt. |Als u geen prijs meer stelt op het toezenden van ons magazine, dan kunt u dit schriftelijk laten weten aan de redactie. Voor recensie-exemplaren, opmerkingen en vragen kunt u terecht bij de redactie. Overname van
02
| Accountantsmagazine | 3 | november 2005
artikelen
is
toegestaan,
bronvermelding
en
een
bewijsnummer
stellen
wij
op
prijs.
04 | Wetsvoorstel WIA De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) wordt vanaf 29 december van kracht. Tenminste, als de Eerste Kamer instemt met het wetsvoorstel WIA. Nederland krijgt dan een compleet nieuw stelsel voor arbeidsongeschiktheid, waarbij de nadruk ligt op het benutten van arbeidsgeschiktheid in plaats van het verstrekken van een uitkering. In dit nummer aandacht voor de financiering van deze wet.
10 | De levensverzekering in het nieuw Burgerlijk Wetboek Het heeft lang geduurd, maar het ziet er nu naar uit dat het nieuwe verzekeringsrecht en daarmee ook het nieuwe levensverzekeringsrecht met ingang van 1 januari 2006 in werking zal treden. Het is een van de laatste stukken oud recht die zal verdwijnen in de hele vernieuwingsoperatie van het burgerlijk recht, die ook al in 1947 is begonnen.
20 | Belastingplan 2006 en andere wijzigingen Veel wijzigingen per 1-1-2006 vloeien voort uit reeds bekende wetswijzigingen. Denk bijvoorbeeld aan de invoering van de zorgverzekeringswet en de bijtelling voor het privé-gebruik van de auto van de zaak in het loontraject. Toch bevat het Belastingplan 2006 enkele verrassende nieuwtjes. In deze bijdrage wordt daar op ingegaan en staan wij tevens stil bij de invoering van nieuw overgangsrecht voor pensioenregelingen
Accountantsmagazine | 3 | november 2005 |
03
mr. W. Lammerse en T. Hefti
Wetsvoorstel WIA
Vanaf 29 december 2005 wordt de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) van kracht. Nederland krijgt dan een compleet nieuw stelsel voor arbeidsongeschiktheid, waarbij de nadruk ligt op het benutten van arbeidsgeschiktheid in plaats van het verstrekken van een uitkering. In dit artikel wordt specifiek aandacht besteed aan de financiering van deze wet. Daarnaast wordt aangetoond dat in dit WIA-stelsel inkomensbescherming geen overbodige luxe is.
De hoofdlijnen van het nieuwe stelsel
die voor 1 januari 2004 ziek waren, blijft de huidige WAO van
Het grote aantal mensen dat een
kracht.
beroep doet op de WAO heeft tot een
Het nieuwe stelsel bestaat uit twee regelingen: de Regeling
lange lijst van maatregelen geleid van
inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de
verschillende opeenvolgende
Regeling werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten
kabinetten. De WIA vormt het sluitstuk
(WGA).
van deze maatregelen.
4
Een nieuw stelsel, waarin enerzijds
Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA)
werkgevers financieel worden
De IVA is bedoeld voor volledig en duurzaam arbeids-
gestimuleerd om gedeeltelijk arbeids-
ongeschikten. Een werknemer is volledig en duurzaam arbeids-
ongeschikten zoveel mogelijk aan het
ongeschikt, als hij niet meer dan 20% van zijn laatstverdiende
werk te houden en anderzijds
loon kan verdienen en herstel niet meer te verwachten is. De
gedeeltelijk arbeidsgeschikten worden
IVA voorziet in een loongerelateerde uitkering van 70% van het
gestimuleerd om zoveel mogelijk te
laatstverdiende loon (gemaximeerd op het maximale SV-loon
(blijven) werken. Voor degenen die echt
(2005: € 43.769,-).
niet meer kunnen werken, is er
Doel van het kabinet is de instroom in de IVA blijvend te
inkomensbescherming. Het nieuwe
beperken tot maximaal 25.000 per jaar. Als dat wordt bereikt
stelsel is alleen van toepassing op
en de loondoorbetaling over de eerste twee ziektejaren beperkt
mensen van wie de eerste ziektedag op
blijft tot in totaal 170%, dan zullen de IVA-uitkeringen
of na 1 januari 2004 ligt. Voor degenen
opgetrokken worden van 70% naar 75%.
| Accountantsmagazine | 3 | november 2005
Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA)
Gedifferentieerde premie
De WGA gaat gelden voor arbeidsongeschikten die voor ten
gewijze premiedifferentiatie. De premie wordt bepaald door het
minste 35%, maar niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt
gezamenlijke risico van de branche. Voor grote werkgevers
zijn. Kern van deze ingewikkelde regeling is dat (meer) werken
wordt de gedifferentieerde premie op basis van het
financieel voordeliger is.
afzonderlijke arbeidsongeschiktheidsrisico bepaald. De lasten
De WGA kent een loongerelateerde periode met een uitkering
van de eerste 4 (5) jaar arbeidsongeschiktheid worden met
van 70% van het verschil tussen het oude (gemaximeerd op het
deze premie gefinancierd. Aan de hoogte van differentiatie zijn
maximale SV-loon) en het nieuwe loon. De duur van de loon-
grenzen verbonden in de vorm van een minimum- en maximum-
gerelateerde periode is afhankelijk van het arbeidsverleden. Na
premie. De gedifferentieerde premie komt ten gunste van de
de loongerelateerde periode komt de vervolgperiode. In deze
Arbeidsongeschiktheidskas (Aok).
Kleine werkgevers kennen per 1 januari 2004 een branche-
periode is het van groot belang dat een gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer voldoende werkt. Alleen dan heeft de
Eigen risicodragen WAO (Pemba)
werknemer recht op een loonaanvulling.
Als een werkgever besluit eigen risicodrager te worden, draagt
Maar wat is voldoende werken? Hierbij speelt een rol wat de
hij zelf het financiële risico van de eerste vier jaar arbeids-
gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer volgens UWV nog (in
ongeschiktheid. De gedifferentieerde premie is dan niet meer
theorie) kan verdienen, zijn zogenaamde “resterende verdien-
verschuldigd. Het risico wordt vervolgens geheel of gedeeltelijk
capaciteit”. Alleen als de werknemer blijft werken en ten
ondergebracht bij een particuliere verzekeraar. Op deze wijze wil
minste de helft van dat bedrag verdient, komt hij in aanmerking
de overheid marktwerking (concurrentie) bereiken. Het aantal
voor de loonaanvulling. Werkt de werknemer niet of
eigen risicodragers was in januari 2005 voor de grote
onvoldoende, dan valt hij terug op een uitkering op minimum-
werkgevers zo’n 1.400 en de kleine werkgevers rond de
niveau (bijstandsniveau).
70.000.
Minder dan 35% arbeidsongeschikt
Financiering van de WIA
Werknemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn,
Door de komst van de WIA per 29 december 2005 wordt het
hebben geen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Zij
systeem van financiering erg ingewikkeld. Dit wordt nog
blijven zoveel mogelijk in dienst bij hun werkgever.
versterkt doordat de wet Pemba niet tegelijkertijd wordt afgeschaft.* Daarbij heeft het kabinet gekozen voor een
Financiering van de WAO
zogenaamd ‘hybride’ stelsel. Dit betekent dat voor de WGA-
De financiering van de WAO is door de wet Pemba (premie-
regeling een werkgever de keuze heeft om dit risico zelf te
differentiatie) in 1998 gesplitst in een basispremie en een
dragen (eigen risicodrager), te verzekeren bij UWV of een private
gedifferentieerde premie. Alleen werkgevers betalen de WAO-
verzekeraar. Het speelveld voor de private markt is echter
premie. De premieberekening verschilt voor grote en kleine
verschillend ten opzichte van het speelveld van de publieke
werkgevers. De grens ter bepaling van deze indeling ligt bij een
sector (UWV).
premieplichtige loonsom van € 642.500,- (2005).
Nieuwe eigen risicodragers WGA Basispremie WAO
Voor 2006 geldt dat alleen grote werkgevers (met een
De basispremie is voor alle werkgevers gelijk en voor 2005
premieplichtige loonsom vanaf € 642.500,-) de keuze hebben
vastgesteld op 5,6%. Zowel de WAO-uitkeringen die voor
om eigen risicodrager te worden voor de WGA. Zij moeten dan
1 januari 1998 zijn ingegaan als de uitkeringen van degenen
voor 28 december 2005 een aanvraag indienen bij UWV. De
die langer dan 4 (was 5) jaar arbeidsongeschikt zijn (vanaf
duur van het eigen risicodragen is voor 2006 vastgesteld op
2003), worden van deze premie betaald.
vier jaar. Als een grote werkgever na 1 januari 2006 eigen risico-
De loondoorbetalingsplicht van werkgevers is verlengd van
drager wil worden, moet de aanvraag hiervoor 13 weken vóór
1 jaar naar 2 jaar, daarmee is de uitkeringsperiode verkort van
1 januari of 1 juli van enig jaar naar de Belastingdienst.
5 jaar naar 4 jaar. Ook de uitvoeringskosten WAO van UWV worden uit de basispremie betaald. Deze premie wordt in het
Bestaande eigen risicodragers WAO
Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) gestort.
Als een werkgever voor 1 januari 2005 eigen risicodrager WAO
* De Pemba wordt per 1 januari 2008 afgeschaft als voldaan is aan twee voorwaarden: 1.
De instroom in de Regeling IVA blijft beperkt tot 25.000 personen (meetpunt halverwege 2007).
2.
De afspraak van het sociale akkoord over de hoogte van loondoorbetaling (5/6 november 2004), wordt in de eerste twee ziektejaren nageleefd.
Accountantsmagazine | 3 | november 2005 |
5
is geworden, zal het eigen risicodragen WGA van rechts-
tijdig bij UWV aangeven. De periode van eigen risicodragen is
wege ingaan. Willen werkgevers dit niet dan moeten zij dit
vier jaar.
voor 28 december 2005 laten weten. Eigenlijk zou de
In 2006 wordt de periode van eigen risicodragen voor 2007 en
werkgever een aparte zekerheidsstelling moeten
volgende jaren bij ministeriële regeling vastgesteld. Per
overleggen om eigen risicodrager WGA te worden. De
1 januari 2007 kunnen kleine bedrijven dan ook weer eigen
bestaande zekerheidsstelling is echter voldoende.
risicodrager WGA worden. De automatische omzettingsregeling geldt wél voor kleine bedrijven. Zij worden in 2006 eigen
Premiestromen
risicodrager WGA, als zij per 1 januari 2005 eigen risicodrager
Om een goed inzicht te geven in de premiestromen is een
WAO waren.
scheiding gemaakt in de regelingen van de WAO en de
Omdat UWV de premie WGA niet kan splitsen in een basisdeel
WIA. Deze scheiding is niet doorgevoerd voor 2006,
en een gedifferentieerd deel, betalen alle werkgevers in 2006
omdat er enerzijds problemen met de administratieve
een gelijke WGA-premie. Is een werkgever in 2006 eigen
financiële systemen van UWV zijn, waardoor de WGA-
risicodrager WGA, dan betaalt dit bedrijf te veel premie aan
premies niet te differentiëren zijn, anderzijds worden de
UWV. Daarom krijgt het bedrijf een korting op de basispremie
IVA-premies en de WAO-premies samengevoegd in 2008.
WGA in 2007 of keert de Belastingdienst in 2007 de te veel
Vanaf 2007 is het wel mogelijk de WGA-premies te
betaalde premie terug.
splitsen. Dit houdt in dat eigen risicodragers voor de WGA te veel premie aan UWV betalen. Het is de bedoeling dat
WAO-hiaat blijft bestaan
eigen risicodragers WGA uit 2006 een korting op de
Vanaf 1993 zijn deze polissen massaal gesloten om het
basispremie krijgen per 2007. Voor het jaar 2006 zou
ontstane inkomenshiaat te dichten. Door de komst van de WIA
een werkgever, in principe een basis- en gedifferentieerde
is het WAO-hiaat voor een groot aantal werknemers komen te
premie moeten betalen voor: de WAO, IVA en WGA.
vervallen. Voor alle werknemers die voor 1 januari 2004 ziek zijn geworden en vervolgens arbeidsongeschikt worden
WAO
verklaard, blijft de WAO wel van toepassing. Ook voor
Omdat de Pemba niet is afgeschaft, blijft de systematiek
(ex-)werknemers met een WAO-uitkering verandert er door de
van toepassing. Bedrijven betalen een identiek
invoering van de WIA niets. De WAO blijft eveneens nog geruime
percentage basispremie WAO. Als zij geen eigen risico-
tijd van toepassing op werknemers die in het verleden een
drager zijn, betalen zij, afhankelijk van hun omvang, de
WAO-uitkering hebben genoten.
gedifferentieerde sectorpremie of de individuele gedifferentieerde premie. De basispremie komt in de Aof
WGA hiaat
en de gedifferentieerde premie gaat naar de Aok.
In het WIA-stelsel ontstaan nieuwe inkomenshiaten. Allereerst het zogenaamde WGA-hiaat dat is te vergelijken met het WAO-
IVA
hiaat. Er zijn echter een paar kleine verschillen met grote
De overheid is verantwoordelijk voor de IVA-uitkeringen.
impact. Zo ontstaat een hiaat als een werknemer niet of
Wanneer de Pemba wordt afgeschaft, dan is, alleen voor
onvoldoende werkt (de resterende verdiencapaciteit wordt
grote bedrijven, per 1 januari 2008 de eerste mogelijkheid
minder dan 50% benut). Daarnaast is de inkomensterugval veel
om eigen risicodrager te worden voor de IVA. Vanwege dit
groter dan bij de WAO.
uitgangspunt is de IVA-premie voor 2005, 2006 en 2007 samengevoegd tot één premie. Er is dus geen sprake van een basis- of gedifferentieerde IVA-premie. De IVA-uitkeringen komen voor 2005, 2006 en 2007 ten
Voorbeeld WAO-hiaat
laste van de Aof. Vanaf 2008, als de Pemba nog van
Klaas heeft een maandinkomen van € 2.000,-. UWV
toepassing is, worden de uitkeringslasten overgeheveld
verklaart hem voor 50% arbeidsgeschikt.
naar de Aok. Vanaf dat moment zal de premie ook worden gesplitst. Na afloop van de eerste vierjaarsperiode
Hij ontvangt een WAO-loondervingsuitkering van
worden de IVA-uitkeringen weer uit het Aof gefinancierd.
70% x 50% van € 2.000,- = € 700,- per maand.
Als de Pemba van toepassing blijft, is er geen sprake van twee IVA-premies en zullen de IVA-uitkeringen ten laste
Na afloop van deze uitkering krijgt hij een WAO-vervolg-
gebracht worden van het Aof.
uitkering van € 442,68 per maand. 70% x 50% (arbeidsongeschiktheidspercentage) x
WGA
€ 1.264,80 (minimumloon per maand) + een toeslag van
Alleen grote bedrijven kunnen per 29 december 2005
circa € 149,- per maand.
eigen risicodrager WGA worden. Ondernemingen die per 1 januari 2005 eigen risicodrager WAO zijn, worden
Het verschil tussen de loondervingsuitkering en de
automatisch van rechtswege (wettelijk) omgezet in eigen
vervolguitkering is het WAO-hiaat van € 108,-
risicodrager WGA. Als dit niet gewenst is, moet men dit
6
| Accountantsmagazine | 3 | november 2005
Overzicht premiestromen 2006:
2006:
geen eigen
eigen risicodrager
risicodrager Gedifferentieerde premie WAO
2007:
2007:
geen eigen
eigen risicodrager
risicodrager ja
nee
Basispremie WAO
ja
ja
Basispremie WGA
ja
ja
ja
nee
samengevoegd tot
samengevoegd tot
1 premie
1 premie
Gedifferentieerde premie WGA
Ja
nee
De premies worden
De premies worden
samengevoegd tot
samengevoegd tot
1 premie
1 premie
Basispremie IVA
Gedifferentieerde premie IVA
Fondsen Fondsen
Inkomsten
Uitgaven
Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof)
1. basispremie WAO
-
WAO-uitkeringen ingegaan na 1998 en > 4/5 jaar durend.
-
WAO-uitkeringen ingegaan voor 1998. De in 2006 en 2007 te verstrekken IVAuitkeringen die ingaan in 2005, 2006 en 2007.
2. basispremie IVA -
IVA-uitkeringen > 4 jaar durend.
-
Loonaanvullingen voor het meerdere dan de
-
De loonaanvulling > 4 jaar durend.
-
De vervolguitkering > 4 jaar durend.
vervolguitkering < 4 jaar durend. 3. basispremie WGA
-
De in 2006 te verstrekken WGA-uitkeringen die ingaan in 2005 en 2006.
Arbeidsongeschiktheidskas (Aok)
1. gedifferentieerde premie WAO
-
Eerste 5-jaarslasten WAO-uitkeringen.
-
Eerste 4-jaarslasten IVA-uitkeringen.
-
Loongerelateerde WGA-uitkeringen.
(individueel/sectoraal) 2. gedifferentieerde premie IVA (individueel/sectoraal)
Werkhervattingskas (Whk) (nieuw)
1. gedifferentieerde premie WGA
Vervolguitkeringen < 4 jaar durend. Het deel van de loonaanvulling ter hoogte van de vervolguitkering < 4 jaar durend.
Accountantsmagazine | 3 | november 2005 |
7
Voorbeeld WGA-hiaat
Zoals u ziet is het WGA-hiaat meer dan het dubbele van het
Klaas heeft een maandinkomen van € 2000,-. UWV
WAO-hiaat. Daarnaast ontstaan nog eens twee nieuwe
verklaart hem voor 50% arbeidsgeschikt.
inkomenshiaten. Ten eerste kreeg iemand in het WAO-stelsel een uitkering vanaf 15% arbeidsongeschiktheid. Bij de WIA is
Hij ontvangt een WGA-gerelateerde uitkering (inclusief
de toelatingsdrempel gesteld op 35%. Medewerkers krijgen
WW-uitkering) van 70% x € 2.000,- = € 1.400.- per maand.
geen enkele wettelijke uitkering als zij minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn. Stel dat een werknemer voor een kwart
Na afloop van deze uitkering beoordeelt UWV dat Klaas
arbeidsongeschikt is dan is er dus geen enkele inkomens-
onvoldoende werkt.
aanvulling. Ten tweede ontstaat een nieuwe inkomenshiaat voor werknemers met een inkomen boven het maximum dagloon
Klaas ontvangt een vervolguitkering van € 442,68 per
(€ 43.769,- van 2005). Door de rekenmethodiek van de
maand
overheid (aftopping van inkomens op de SV-loongrens)
70% x 50% (arbeidsongeschiktheidspercentage) x
ontvangen deze gedeeltelijk arbeidsgeschikten alleen tijdens de
€ 1.264,80 (minimumloon per maand).
loonaanvullingsperiode de minimale basisuitkering (vervolguitkering) van de WGA. Direct na de ziekteperiode
Het WGA-hiaat tijdens de periode dat Klaas recht houdt op
ontstaat deze forse inkomensachteruitgang.
de WGA-vervolguitkering bedraagt 70% x 50% x (€ 2.000,- – € 1.264,80) is per maand € 257,32.
Voorbeeld hiaat van werknemers boven de SV-loongrens
Minder dan 35% arbeidsongeschikt
Ineke had een maandinkomen van € 8.000,-. Zij is 50%
naar 35% arbeidsongeschiktheid. Met de komst van het
arbeidsgeschikt en heeft dus nog een maandinkomen van
strengere Schattingsbesluit per 1 oktober 2004 zullen meer
€ 4000,- .
werknemers in deze categorie terechtkomen. De overheid geeft
De toelatingsdrempel tot de WIA is verhoogd van 15% (WAO)
dan geen enkele uitkering. Minimumloners hebben in Zij ontvangt een loongerelateerde WGA-uitkering van
tegenstelling tot het WAO-regime nu ook een inkomensterugval
70% x € 3.647,41 (maximaal maandloon) – € 4.000,- = € 0,-
bij een afschatting lager dan 35%.
Na afloop van deze ‘uitkering’ beoordeelt UWV dat Ineke
Overzicht inkomenshiaten
voldoende werkt.
Per 29 december 2005 krijgt een werknemer bij arbeidsongeschiktheid, in potentie, te maken met de volgende
De loonaanvullingsuitkering is € 0,-. Daardoor heeft zij recht
inkomenshiaten:
op een uitkering van € 442,68 per maand
•
ontlenen aan de WAO-wetgeving;
70% x 50% (arbeidsongeschiktheidspercentage) x € 1.264,80 (minimumloon per maand).
WAO-hiaat, ontstaat nog voor degenen die recht kunnen
•
WGA-hiaat (1), ontstaat bij gedeeltelijk arbeidsgeschiktheid en het onvoldoende benutten van verdiencapaciteit;
Zonder verzekering gaat Ineke in inkomen er 50%
•
WGA-hiaat (2), ontstaat bij gedeeltelijk arbeidsgeschiktheid en een inkomen boven het SV-loon;
respectievelijk 45% op achteruit. •
< 35% arbeidsongeschikt, dit hiaat ontstaat direct na de ziekteverzuimperiode van 2 jaar.
Om inkomensbescherming te blijven bieden aan de medewerkers van uw cliënten is een verzekering zeker geen overbodige luxe. Centraal Beheer Achmea biedt oplossingen voor de inkomensterugval bij arbeidsongeschiktheid. Belangrijker dan de inkomensverzekeringen is de preventie- en reïntegratiedienstverlening. Arbeidsongeschiktheid begint bij de eerste ziektedag. In combinatie met verzuimverzekeringen en arbodienstverlening bieden wij optimale zorg op dit terrein! Wilt u met een van onze adviseurs van gedachten wisselen over de WIA? Vult u dan de bijgaande antwoordkaart in.
8
| Accountantsmagazine | 3 | november 2005
Meer dan eenderde van de werkgevers gaat de levensloopregeling, die vanaf 2006 ingaat, actief aanbieden aan zijn werknemers. Ruim 40% ziet de nieuwe regeling als een volwaardig nieuw beloningsinstrument.
Uitkomsten PensioenSurvey 2005-2006
Bedrijfsleven ziet weinig in langer doorwerken Dit is een van de resultaten van de nieuwe PensioenSurvey
geleden was bijna 90% van de pensioenregelingen gebaseerd
2005-2006 van Achmea en PricewaterhouseCoopers, een groot-
op het principe van de eindloonregeling. Nu legt meer dan de
schalig onderzoek naar trends en ontwikkelingen in pensioenen
helft van de ondernemingen een deel van het risico voor de
waar voor de vierde keer een dwarsdoorsnede van het bedrijfs-
hoogte van de pensioenuitkering bij de werknemers neer.
leven aan meewerkte.
Werkgevers stappen over op met name de middelloonregeling
Ruim de helft van de werkgevers vindt de genomen wettelijke
en in iets mindere mate op de beschikbare premieregeling.
maatregelen om de negatieve gevolgen van de vergrijzing tegen te gaan niet goed. Een meerderheid van 56,4% vindt een
Betaalbaarheid
verhoging van de arbeidsdeelname van werknemers van 55 jaar
Er bestaat overigens brede twijfel over de betaalbaarheid van
en ouder ongewenst. Bijna tweederde (64,6%) verwacht niet dat
de huidige pensioenregelingen. Bijna de helft van de
de mensen binnen de eigen organisatie massaal doorwerken
respondenten geeft aan de werknemersbijdrage te hebben
tot hun 65ste levensjaar. Ruim de helft van de werkgevers
verhoogd of deze de komende jaren te moeten verhogen. Nog
meent dat het afschaffen of het ontmoedigen van de
eens een kwart heeft de indexatie noodgedwongen aangepast.
mogelijkheid om vervroegd uit te treden, leidt tot een hoger
Een andere opvallende uitkomst is dat ruim een kwart van de
ziekteverzuim (en dus verlies aan arbeidsproductiviteit).
bedrijven met een VUT-regeling vooralsnog geen plannen heeft om deze regeling aan te passen. Ondanks de fiscale maat-
Levensloopregeling
regelen daartoe per 1 januari 2006.
Is men redelijk positief over de levensloopregeling in het algemeen, over de administratieve kant zijn de respondenten
Wilt u meer weten over de uitkomsten van de PensioenSurvey
beduidend somberder. Driekwart is ervan overtuigd dat het
2005-2006? Vraag dan de samenvatting van de belangrijkste
extra administratieve rompslomp met zich meebrengt.
resultaten aan. Gebruik hiervoor de bijgevoegde antwoordkaart
Daarnaast maken veel bedrijven zich zorgen over de mogelijkheid
of kijk op www.centraalbeheer.nl/zakelijk.
dat werknemers massaal tussentijds verlof opnemen. Wel zien ze het als een goede mogelijkheid om werknemers in de gelegenheid te stellen eerder te stoppen met werken.
Middelloonregeling Verder blijkt uit de PensioenSurvey dat Nederlandse bedrijven afscheid nemen van riante pensioenregelingen. Een decennium
Accountantsmagazine | 3 | november 2005 |
09
prof. dr. P.M.C. de Lange
levensverzekering in het nieuw Burgerlijk Wetboek
De
Het heeft lang geduurd, maar het ziet er nu naar uit dat het nieuwe verzekeringsrecht en daarmee ook het nieuwe levensverzekeringsrecht met ingang van 1 januari 2006 in werking zal treden. Het is een van de laatste stukken oud recht die zal verdwijnen in de hele vernieuwingsoperatie van het burgerlijk recht, die ook al in 1947 is begonnen.
Het huidige levensverzekeringsrecht kent
verzekering (art. 7:925 lid 2) behoort tot de sommenverzekering
een uiterst summiere wettelijke regeling
(art. 7:964) en daarmee wel degelijk beschouwd moet worden
in het Wetboek van Koophandel en
als een vorm van verzekering (art. 7:925 lid 1). In de literatuur
stamt uit het einde van de 19de eeuw.
is daar wel eens anders over gedacht.
In de praktijk werd met de bestaande wettelijke regels dan ook nauwelijks
Verstrekken van inlichtingen - art. 7:928
meer rekening gehouden. Het huidige
Bij levensverzekeringen wordt vaak een derde verzekerd. Het
levensverzekeringsrecht heeft zich sinds
bepaalde in lid 3 van dit artikel is specifiek voor deze situatie
die tijd dan ook hoofdzakelijk in de
van belang. Bij persoonsverzekeringen met een verzekerde
rechtspraak ontwikkeld. De invulling in
derde van 16 jaar of ouder omvat de mededelingsplicht tevens
het nieuwe BW sluit hierbij vervolgens
de feiten betreffende die verzekerde die deze kent of behoort te
weer goed aan, zodat er op zichzelf geen
kennen en waarvan – naar de verzekerde weet of behoort te
grote en schokkende veranderingen
begrijpen – de beslissing van de verzekeraar afhangt of kan
plaats gaan vinden op 1 januari. De
afhangen. De wetenschap van de verzekeringnemer is in dit
nieuwe wettekst verduidelijkt vooral een
geval niet relevant; de verzekeringnemer loopt het risico dat
aantal punten, waarover nu nog wel
een verzekerde derde zijn mededelingsplicht niet is nagekomen.
eens werd gediscussieerd. De nieuwe
Voor een verzekerde derde jonger dan 16 jaar omvat de
bepalingen zijn te vinden in Boek 7, titel
mededelingsplicht niet de feiten betreffende die verzekerde.
17 van het BW en wel vanaf art. 7:925.
Onjuiste mededelingen van de verzekerde kunnen dan ook niet aan de verzekeringnemer worden tegengeworpen, tenzij de
10
Opbouw van boek 7:17 en de positie van levensverzekering daarin
verzekeringnemer aangeeft de gezondheidsverklaring te kunnen
De wettelijke bepalingen over
kent of behoort te kennen, kan een door hem ondertekende
verzekering zijn vastgelegd in drie
verklaring aan hem worden tegengeworpen.
afdelingen: algemene bepalingen,
Het voorgaande betekent dat indien er sprake is van een
schadeverzekering en sommen-
verzekerde derde van 16 jaar of ouder, deze de verklaring dient
verzekering. In de nieuwe wet blijft
te ondertekenen. Indien er sprake is van een verzekerde derde
gelden dat levensverzekering (art.
jonger dan 16 jaar, dan dient deze verklaring mede te worden
7:975) als vorm van persoons-
ondertekend door de verzekeringnemer.
| Accountantsmagazine | 3 | november 2005
bevestigen. Alleen indien de verzekeringnemer zelf de feiten
In lid 4 wordt onder andere naar de ook voor levensverzekering relevante WMK verwezen. “De mededelingsplicht betreft voorts geen feiten waarnaar ingevolge de artikelen 4 tot en met 6 van de Wet op de medische keuringen in de daar bedoelde gevallen geen medisch onderzoek mag worden verricht en geen vragen mogen worden gesteld.” Van dit artikel kan niet ten nadele van de verzekeringnemer of de begunstigde worden afgeweken indien de verzekering is gesloten door een consument.
goed beschrijven. Zo niet dan kan de verzekeraar zich niet meer op de
Niet (op de juiste wijze) nakomen van de mededelingsplicht art. 7:929
gevolgen van de niet-nakoming van de mededelingsplicht beroepen.
In dit artikel wordt in lid 3 een belangrijke termijn geïntroduceerd van twee maanden. De verzekeraar die ontdekt
Vanwege het specifieke karakter van de
dat de mededelingsplicht door de verzekerde niet is nagekomen
pensioenverzekeringsovereenkomst kan
(of hij dit nu zelf ontdekt of door mededeling van de verzekerde
dit artikel niet toegepast worden op een
is niet van belang), kan alleen een beroep doen op de gevolgen
pensioenverzekering waarop de
hiervan (bijvoorbeeld: opzegging met onmiddellijke ingang)
Pensioen- en spaarfondsenwet (Psw), de
wanneer hij de verzekerde binnen de termijn van twee maanden
Regelen PSW of de Wet verplichte
wijst op de ontdekking van de niet-nakoming en daarbij de
deelneming in een beroepspensioen-
verzekerde wijst op de mogelijke gevolgen hiervan.
regeling (Wet Bpr) van toepassing zijn.
Het is dus noodzakelijk om in voorkomende gevallen deze termijn van twee maanden strikt te hanteren. De brief aan de
Verjaring - art. 7:985
verzekerde moet duidelijk zijn over alle mogelijke gevolgen van
Voor levensverzekering geldt niet de
de schending van de mededelingsplicht en moet deze dan ook
algemene verjaringstermijn bij
Accountantsmagazine | 3 | november 2005 |
11
verzekering van drie jaar, maar dit artikel stelt voor levensverzekeringen de verjaringstermijn op 5 jaar na de dag waarop de vordering opeisbaar is geworden. Maar voor aanvullende sommenverzekeringen geldt de termijn van drie jaar eventueel wel. De algemene regeling van verjaring en einde van de stuiting van art. 7:942 is daarom wel van belang voor levensverzekeringen met een aanvullende ongevallen- of arbeidsongeschiktheidsdekking, welke een sommenverzekering is.
Aanwijzing begunstigde - art. 7:966 e.v. Lid 1 geeft de verzekeringnemer verschillende rechten: a. Het zichzelf of een derde aanwijzen als begunstigde. Dat gebeurt door een schriftelijke mededeling aan de verzekeraar. De aanwijzing gebeurt hetzij als hoofdgerechtigde, hetzij als beperkt gerechtigde. Bij het begrip beperkt gerechtigde moet men voor de praktijk denken aan de pandhouder (begunstiging beperkt tot het bedrag van zijn vordering). De aanwijzing naast de hoofdgerechtigde van een beperkt
herroepen of te wijzigen, ook weer via schriftelijke
gerechtigde (zoals de pandhouder)
mededeling aan de verzekeraar.
als begunstigden voor de uitkering verschaft een alternatief voor de
De verzekeraar kan een begunstigingsaanwijzing of wijziging
thans veelal gebruikte partner-
afwijzen indien dit de nakoming van zijn uitkeringsverplichting
verklaring. Immers in geval van het
onredelijk zou bemoeilijken. Gedacht zou kunnen worden aan
opeisbaar worden van de uitkering
de situatie dat er een onredelijk zwaar onderzoek benodigd zou
wordt de pandhouder als beperkt
zijn om de begunstigingsaanwijzing te kunnen uitvoeren. Ook
gerechtigde tot het bedrag van zijn
zou het zich kunnen voordoen dat een begunstigingsaanwijzing
vordering rechtstreeks uit de
te onduidelijk is geformuleerd of dat deze aan een
uitkering voldaan. De hoofd-
onuitvoerbare voorwaarde zou zijn gekoppeld.
gerechtigde (de partner) wordt gesubrogeerd in de rechten van de
Het bewind over een recht op uitkering heeft dezelfde rechts-
pandhouder.
gevolgen als een bij uiterste wilsbeschikking ingesteld bewind (zie Boek 4 afdeling 7 testamentair bewind). De verzekering-
Nieuw is het vormvoorschrift over de
nemer en de begunstigde ten behoeve van wie het bewind is
schriftelijke mededeling (dus niet per
ingesteld, kunnen tot opheffing van het bewind besluiten via
e-mail of op een andere elektronische
schriftelijke mededeling aan de bewindvoerder. Wel kan het
wijze). De schriftelijke vorm is een
recht op onderbewindstelling in de polisvoorwaarden worden
constitutief vereiste.
uitgesloten.
b. Het recht om het recht op de uitkering onder bewind te stellen.
Een aanwijzing tot begunstigde als hoofdgerechtigde tot
Ook dit via een schriftelijke
zekerheid of tot aflossing van een schuld geldt als een
mededeling aan de verzekeraar.
aanwijzing als pandhouder. Dit tenzij de aanwijzing is beperkt
c. Het recht om een begunstigingsaanwijzing of onderbewindstelling te
12
| Accountantsmagazine | 3 | november 2005
tot hetgeen ter zake aan de begunstigde is verschuldigd. Deze bepaling impliceert dat de begunstigde pandhouder tot het
In geval van discrepantie tussen naam en hoedanigheid is de huidige jurisprudentie niet eenduidig. De tweede volzin van lid 2 schept wel duidelijkheid. Het bekende probleem was een begunstiging: “mevrouw x, mijn echtgenote”. Volgens de nieuwe regel gaat de naam voor. Volgens het bepaalde in lid 3 is de hoedanigheid ten tijde van de aanvaarding beslissend. Stel dat als begunstigde is aangewezen “mijn echtgenote”. Op enig moment tijdens de looptijd van de verzekering gaat zij de begunstiging aanvaarden (bijv. in het kader van een echtscheiding). Later hertrouwt de verzekeringnemer en blijft de begunstiging nog steeds in hoedanigheid vermeld, namelijk “mijn echtgenote”. Dan geldt, in afwijking van lid 2 tweede volzin, dat de ex-echtgenote dus de rechtsgeldige begunstigde is. Overigens, veelal zal aanvaarding van een begunstiging plaatsvinden door iemand die na de aanvaarding met name in de polis als aanvaarde begunstigde wordt genoemd. Volgens lid 4 is geroepenheid tot de bedrag van zijn vordering uit de uitkering wordt voldaan. Een
nalatenschap het criterium om als
eventueel surplus wordt uitgekeerd aan de opvolgende
begunstigde te worden aangemerkt. Of
begunstigde.
de erfgenamen de nalatenschap hebben aanvaard, is dus niet relevant.
Het is naar oud recht niet helemaal duidelijk of aanvaarding
Verwerping van de nalatenschap
(expliciet of impliciet) van de begunstiging nodig is. Vooral is
betekent dus tóch dat men recht-
het onduidelijk of aanvaarding nodig is in de situatie dat de
hebbende op de verzekeringsuitkering
verzekering al tot uitkering is gekomen. Dat lid 1 van art. 7:969
blijft (dat is nu al in veel voorwaarden
dat nu expliciet regelt, schept alleen maar duidelijkheid.
het geval). De legitimaris is geen erf-
Aanvaarding is expliciet nodig óók als de verzekeringnemer voor
genaam meer, maar schuldeiser van de
zichzelf heeft bedongen. Gevolg is dus dat als de begunstigde
nalatenschap. Dus op basis van het hier
overlijdt vóór aanvaarding, zijn aanwijzing als begunstigde
bepaalde is hij geen rechthebbende van
vervalt, tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen.
de verzekeringsuitkering.
Na invoering van het nieuwe verzekeringsrecht geldt dat de begunstigde slechts kan aanvaarden door een tot de
De regeling van plaatsvervulling in lid 6
verzekeraar gerichte verklaring (art. 7:969 lid 1, tweede volzin).
is nieuw. De wet spreekt van “kinderen”.
Van dit vormvoorschrift kan niet worden afgeweken.
Zonder nadere definitie in de voorwaarden van het begrip kind, dient
De tekst van lid 2 geeft duidelijkheid over een klassiek
vermoedelijk te worden aangesloten met
begunstigingsprobleem: “Is de begunstigde in hoedanigheid
het begrip “familierechtelijke
aangeduid, dan wordt de aanwijzing vermoed te zijn gedaan ten
betrekking”. Overwogen kan worden een
behoeve van hem die deze hoedanigheid bezit ten tijde dat de
definitie van het begrip “kind” in de
aanwijzing heden onherroepelijk wordt. Indien de begunstigde
polisvoorwaarden op te nemen en
zowel bij naam als in hoedanigheid is aangeduid, wordt de
daarmee aan te sluiten op het
aanwijzing vermoed te zijn gedaan ten behoeve van de bij naam
genoemde begrip “familierechtelijke
aangewezen begunstigde.”
betrekking”.
Accountantsmagazine | 3 | november 2005 |
13
Uitgangspunt is dat de verzekeringnemer
begunstiging tijdens de looptijd van de verzekering met
vanaf het moment van het sluiten van
toestemming van de verzekeringnemer. Aanvaarding van de
de verzekering een voorwaardelijk recht
begunstiging voordat het risico een einde heeft genomen,
op uitkering toekomt (totdat aanwijzing
komt in de praktijk voor wanneer de verzekering een
van een derde plaatsvindt en ook gevolg
onderdeel vormt van de regeling van de financiële gevolgen
toekomt). Indien de begunstigde niet
van echtscheiding of indien de begunstiging strekt tot
een derde is (als de nemer zichzelf als
zekerheid van een vordering (meestal uit geldlening) van de
begunstigde stelt, is er dus geen derdebegunstigde) maakt het
begunstigde pandhouder; b. indien het risico is geëindigd door het overlijden van de
voorwaardelijk recht op uitkering deel uit
verzekerde. Bijvoorbeeld indien de verzekeringnemer/
van het vermogen van de
verzekerde is overleden, de uitkering opeisbaar is of een
verzekeringnemer, zijn nalatenschap en
periodieke uitkering ingaat, maar ook in de situatie dat de
de eventueel door zijn overlijden
uitkering(en) eerst geruime tijd later opeisbaar is (zijn),
ontbonden huwelijksgemeenschap. Er
zoals bij een kapitaalverzekering op vaste termijn het geval
kan dus nog steeds sprake zijn van een
kan zijn; het is dan niet de bedoeling dat in de tussentijd
blanco polis; de uitkering valt dan in ontbonden huwelijksgemeenschap en eventuele nalatenschap.
de begunstiging wordt herroepen. c. indien een uitkering opeisbaar wordt. Deze regel is niet van toepassing op het geval dat de eerste termijn van een reeks uitkeringen ingaat;
Van een onwaardige begunstiging is
d. indien dit uit de overeenkomst voortvloeit. Deze bepaling
sprake wanneer de begunstigde de
ziet op het geval dat de verzekeringnemer wenst dat de
verzekerde om het leven heeft gebracht.
aanwijzing onherroepelijk is indien hij overlijdt vóór het
In dat geval zijn er twee situaties te
risico is geëindigd en/of de uitkering opeisbaar wordt. Er
onderscheiden.
kunnen echter ook andere gebeurtenissen zijn waaraan
1. De begunstigde is niet tevens de
partijen bij een verzekering het gevolg willen verbinden dat
verzekeringnemer. In dat geval wordt
een aanwijzing niet meer kan worden herroepen. Hierbij kan
de gehele uitkering gedaan, maar
men denken aan een onherroepelijkheid die van aanvang af
dan aan de volgende begunstigde.
uit de overeenkomst voortvloeit.
2. De begunstigde is tevens de verzekeringnemer. De verzekeraar is
Ook hier geldt weer dat vanwege het specifieke karakter van de
slechts gehouden om de
pensioenverzekeringsovereenkomst dit artikel niet van
afkoopwaarde uit te betalen aan de
toepassing is op een pensioenverzekering waarop de Pensioen-
verzekeringnemer, mits dit als
en spaarfondsenwet (Psw), de Regelen PSW of de Wet
zodanig in de voorwaarden is
verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling (Wet
geregeld. Is dat laatste níet
Bpr) van toepassing zijn.
geregeld, dan kan (als de begunstiging niet doorschuift)
Overdracht van rechten - art. 7:970
sprake zijn van een blanco polis en
In art. 7:970 lid 1, eerste volzin is uitdrukkelijk bepaald dat die
valt de uitkering in de eventueel
(wils)rechten slechts gezamenlijk kunnen worden overgedragen.
bestaande en ontbonden
Deze regeling sluit aan bij wat in de praktijk gebruikelijk is.
huwelijksgemeenschap. De helft van
Daarnaast is afzonderlijke overdracht van een recht op een
de afkoopwaarde geschiedt aan de
uitkering of het vorderingsrecht ter zake van de afkoop- of
onwaardige begunstigde. Het andere
beleenwaarde mogelijk. Heeft de verzekeringnemer een
deel geschiedt aan de ontbonden
bevoegdheid tot belening uitgeoefend en heeft hij daardoor een
huwelijksgemeenschap (de helft van
opeisbare geldvordering jegens de verzekeraar verkregen, dan
de verzekeringsuitkering).
kan hij deze vordering - als iedere andere vordering - overdragen (art. 7:970 lid 1 tweede volzin). Deze afzonderlijke
Onherroepelijk worden van de begunstiging - art. 7:968
overdraagbaarheid kan in de wet of de verzekeringsvoorwaarden
De aanwijzing van een derde als
authentieke of onderhandse akte en mededeling daarvan aan de
begunstigde kan niet meer worden
verzekeraar door een van de bij de overdracht betrokken partijen
herroepen:
(artikel 3:94 lid 1 BW). De positie van de verzekeraar wijzigt
worden uitgesloten of beperkt. Voor overdracht was vereist een
niet. Hij wordt beschermd door de bepaling dat de overdracht a. indien die derde haar heeft
14
| Accountantsmagazine | 3 | november 2005
aan hem niet kan worden tegengeworpen, zolang hem daarvan
aanvaard. Hierbij kan gedacht
geen mededeling is gedaan. Hij kan dus tot het moment van de
worden aan de aanvaarding van de
mededeling bevrijdend betalen aan de verzekeringnemer.
Pandrecht - art. 7:971
de begunstiging beperkt is tot een
Het vestigen van een stil pandrecht op de rechten uit een
bepaald bedrag, geldt het toestemmings-
levensverzekering is volgens de nieuwe bepalingen niet meer
vereiste ook niet voor de aanwijzing van
mogelijk. Indien bij de verdeling van de opbrengst conform
een begunstigde voor het surplus.
artikel 3:253 BW sprake is van een overschot, dan kan de
Ook hier geldt weer de eerder gemaakte
pandhouder dit pas aan de opvolgende begunstigde uitkeren,
opmerking met betrekking tot de
indien deze de aanwijzing heeft aanvaard. Bedacht moet worden
pensioenverzekeringsovereenkomst.
dat in veel begunstigingsredacties de begunstiging van de pandhouder beperkt is tot het verschuldigde.
Definitie levensverzekering - art. 7:975 De definitie is, met uitzondering van een
Uitoefening rechten verzekeringnemer - art. 7:972
opmerking inzake de natura uitvaart-
Wanneer een aanwijzing volgens art. 7:968 onherroepelijk is,
verzekering aldaar, gelijk aan de definitie
dan kan de verzekeringnemer zijn uit de overeenkomst
in de WTV 1993. Aan de invulling
voortvloeiende rechten (zoals het recht op afkoop, belening,
daarvan is gestalte gegeven door de
begunstigingswijziging, overdracht en verpanding) slechts met
rapporten van de Verzekeringskamer uit
schriftelijke toestemming van de begunstigde uitoefenen, of
1993 en 1996. In de definitie is geen
daarover beschikken. Dit geldt ook indien een beperkt recht
verwijzing opgenomen naar een
wordt gevestigd op de rechten die uit de verzekering
verzekerbaar belang dat de verzekering-
voortvloeien; ook dan kunnen bovengenoemde rechts-
nemer moet hebben bij het sluiten van
handelingen niet verricht worden zonder toestemming van de
een verzekering, met name indien deze
beperkt gerechtigde. Het aanwijzen van een subsidiair
wordt gesloten op het leven van een
begunstigde valt niet onder het toestemmingsvereiste. Indien
ander. Daarmee blijft de huidige
Accountantsmagazine | 3 | november 2005 |
15
praktijk van een zekere toetsing van het
gever wil voorkomen dat uitwinning door beslag of faillissement
verzekerbaar belang met het aanvraag-
contractueel wordt uitgesloten. Deze groep zoals de
formulier belangrijk. In het aanvraag-
schuldeisers van de verzekeringnemer, zijn curator, zijn
formulier kan, conform de huidige
bewindvoerder mag dus altijd afkopen, ongeacht de inhoud van
praktijk, een vraag worden opgenomen
de verzekeringsvoorwaarden, mits het gaat om de volgende
naar de relatie tussen de verzekering-
verzekeringen:
nemer en de verzekerde.
–
kapitaalverzekeringen met lijfrenteclausule - dus van vóór de Brede Herwaardering - ongeacht of er wel of geen
Recht verzekeringnemer op afkoop en premievrijmaking - art. 7:978
–
box 3 lijfrenten (lijfrentepremie is níet aftrekbaar),
De verzekeringnemer heeft recht op
–
alimentatielijfrente (premie valt onder persoonsgebonden
contractueel afkoopverbod gold,
afkoop van de rechten uit de verzekering, mits de verzekering stellig
aftrek), –
afvloeiingsregelingen in de vorm van een stamrecht (NB
voorziet in een of meer uitkeringen. Bij
fiscaal is tegenwoordig een verbod van afkoop nodig en is
dit laatste moet worden gedacht aan
revisierente verschuldigd),
verzekeringen als de gemengde
–
kapitaalverzekeringen.
Alleen als het gaat om lijfrenteverzekeringen waarvan de premie aftrekbaar was voor de bepaling van het belastbaar inkomen uit werk en woning, werkt een afkoopbeperking tegen iedereen. De mogelijkheid van premievrijmaking heeft betrekking op verzekeringen die actuarieel een premievrije waarde hebben. Dit heeft dus ook betrekking op een tijdelijke risicoverzekering! Deze heeft immers actuarieel gezien een premievrije waarde (dat is ook het standpunt van de Ombudsman Leven). Thans is het zo dat indien sprake is van wanbetaling voor een tijdelijke risicoverzekering deze uiteindelijk wordt geroyeerd (en dus zonder waarde vervalt). Deze praktijk is dus na de invoering van het nieuwe verzekeringsrecht niet meer mogelijk! De verzekeraar dient de verzekering premievrij voort te zetten. Beneden een bepaalde grens hoeft dit echter niet en vervalt de reservewaarde aan de verzekeraar. De verzekeraar mag niet van deze wettelijke bepaling afwijken in het nadeel van de verzekeringnemer, de begunstigde of de pandhouder indien de verzekering is gesloten door een consument. verzekering, een levenslange verzekering
De meeste verzekeringsvoorwaarden stellen de eis dat de
bij overlijden, een vaste termijn-
verzekering premievrije waarde moet hebben. Verzekeraars
verzekering en dergelijke (voor zover
noemen hierbij veelal een bepaalde ondergrens. De wet gaat uit
afkoop in bijzondere voorwaarden niet is
van een ondergrens, zoals aangegeven in een bij AMvB vast te
uitgesloten, omdat dit fiscaal niet is
stellen grens. Deze ondergrens is alleen relevant voor euro-
toegestaan). Door toevoeging van de
verzekeringen (voor beleggingsverzekeringen is dit niet aan te
woorden “voor zover” wordt duidelijk dat
geven). De verzekeringsvoorwaarden moeten voor wat betreft de
recht op afkoop geen betrekking heeft
opgenomen ondergrens dus gaan aansluiten bij deze wettelijke
op het gedeelte van de verzekering
regeling.
waarvan niet zeker is dat zich een
Ook deze bepaling is weer niet toepasselijk op pensioen-
verzekerd risico zal verwezenlijken. Bij
verzekeringen.
een gedeeltelijke afkoop wordt de
16
verzekering dan ook voor dat deel
Belening - art. 7:979
beëindigd. De verzekeraar mag het recht
Het gaat hier uitsluitend om verzekeringen met een spaar-
op afkoop beperken of uitsluiten
element. Het recht op belenen is regelend recht. De
(conform de bestaande praktijk). Echter,
voorwaarden mogen dit wettelijk recht dus beperken of uit-
dit werkt niet tegen de groep, zoals
sluiten. In de praktijk gebeurt dit al met enige regelmaat. De
genoemd in art. 7:986 lid 4). De wet-
wetgever heeft thans ook opgenomen dat de verzekeraar rente
| Accountantsmagazine | 3 | november 2005
en kosten mag verrekenen met de uitkering (thans moet dat in
Het tweede lid bepaalt vervolgens dat
de beleningsakte zijn opgenomen: dit is met name van belang
het eerste lid toepassing mist, indien de
indien schuldenaar en begunstigde niet dezelfde persoon is).
verzekeraar de verzekering bij kennis van
Ook deze bepaling is weer niet toepasselijk op pensioen-
de juiste leeftijd of geslacht niet zou
verzekeringen.
hebben gesloten. Voor deze uitzondering gelden de algemene bepalingen
Wanbetaling - art. 7:980
betreffende de mededelingsplicht weer.
In dit artikel is de specifieke wanbetalingsregeling voor levensverzekeringen vastgelegd. Kennelijk wordt er nog steeds vanuit
Afkoop na opzegging - art. 7:983
gegaan dat de levensverzekeraar niet tot gerechtelijk incasso
Dit artikel regelt de bijzondere gevolgen
zal overgaan. Bij levensverzekeringen is dat inderdaad
van de niet-nakoming van de
gebruikelijk. Maar op zichzelf volgt eigenlijk niet uit de wet dat
mededelingsplicht van art. 7:928 voor
een dergelijke wijze van incasso niet zou kunnen worden
verzekeringen met een afkoopwaarde.
overeengekomen. Tot nu toe bestond er geen specifieke
Deze waarde dient bij de beëindiging toe
wettelijke regeling voor wanbetaling bij levensverzekeringen.
te komen aan de verzekeringnemer (bij
Volgens de nieuwe wettelijke bepaling moet niet alleen de
afkoop) c.q. de begunstigde (bij expiratie
verzekeringnemer worden ingelicht over de gevolgen van wan-
of overlijden). De verzekeringnemer die
betaling, maar ook de begunstigde die heeft aanvaard, de pand-
de verzekering opzegt op grond van art.
houder en de beslaglegger.
7:929, heeft als gevolg van het bepaalde in lid 1 recht op de afkoop-
Omdat de begunstiging van pensioenverzekeringen (in art. 3 lid
waarde van de dag vóór de beëindiging.
1 van de Regelen PSW) dwingend is voorgeschreven ligt het
Indien de verzekeraar bij het einde van
voor de hand om ook deze begunstigden in te lichten.
de verzekering een beroep doet op niet-
Deze bepaling is (gedeeltelijk) van dwingend recht. Als gevolg
nakoming van de mededelingsplicht,
van art. 7:986 kan van deze bepaling niet ten nadele van
ontvangt de begunstigde ingevolge het
verzekeringnemer of begunstigde worden afgeweken bij niet
bepaalde in lid 2 de afkoopwaarde van
bedrijfsmatig gesloten overeenkomsten. Dat betekent daarom
de dag vóór de beëindiging. In bepaalde
dat bij wel zakelijk gesloten overeenkomsten wel een andere
gevallen (zie de leden 2 of 3 van art.
regeling kan worden getroffen.
7:930) ontvangt de begunstigde een
In lid 3 wordt uitdrukkelijk ruimte gemaakt voor het in rekening
hoger bedrag.
brengen van rente en kosten in het geval van wanbetaling. Dat
Het bepaalde in lid 3 zorgt ervoor dat de
is in de praktijk vaak al in de voorwaarden geregeld maar wordt
aanvaarde begunstigde en de pand-
nu ook door de wettelijke bepaling gesanctioneerd.
houder op de hoogte worden gesteld en
De in rekening te brengen rente en kosten zullen in de polis-
vervolgens maatregelen kunnen treffen.
voorwaarden moeten worden gespecificeerd.
Deze bepaling ziet uitsluitend op het bericht ingevolge artikel 7:929.
Onjuiste leeftijdsopgave - art. 7:982
Ook deze bepaling is weer niet
Indien de leeftijd en/of het geslacht van de verzekerde niet
toepasselijk op pensioenverzekeringen.
juist is opgegeven, kan op grond van het hier bepaalde de en/of geslacht. Daarbij worden geen termijnen gesteld. Er is
Afkoop door de pandhouder art. 7:984
hier sprake van een wettelijke conversie, die zowel in het
Bij de uitwinningsregeling zoals
nadeel als in het voordeel van de tot uitkering gerechtigde kan
opgenomen in dit artikel is aansluiting
zijn. Onjuiste opgave van leeftijd of geslacht berust praktisch
gezocht bij de uitwinningsbepalingen in
vrijwel steeds op een vergissing of misverstand. De daardoor
de Faillissementswet en het Wetboek
ontstane wanverhouding tussen premie en verzekerde som is
van Burgerlijke Rechtsvordering bij
aan de hand van de tarieven gemakkelijk te herstellen. De fout
faillissement en beslag.
maatschappij de uitkering(en) aanpassen aan de juiste leeftijd
zal dikwijls pas aan het einde van de verzekering worden ontdekt en indien vóór dat einde de afkoopwaarde of de premievrije waarde moet worden berekend moet ook hier aanpassing plaatsvinden. Omdat de grondslag van de financiering van de uitkeringen op de premiereserve berust, kan de aanpassing slechts bestaan uit wijziging van wat de verzekeraar moet betalen, en niet uit aanpassing van de premie.
| Accountantsmagazine | 3 | november
17
Het
Levensloop Totaalpakket
biedt
eenvoud en gemak Vanaf 1 januari 2006 is de levensloopregeling een feit. Werkgevers zijn dan wettelijk verplicht de levensloopregeling aan hun werknemers aan te bieden. Ook voor uw relaties heeft dit nogal wat consequenties. Velen zien op tegen de administratieve rompslomp nu de controles en uitbetaling onder de verantwoordelijkheid van de werkgever vallen. Wij brengen in kaart hoe Het Levensloop Totaalpakket van Centraal Beheer Achmea werkgevers en werknemers een totaaloplossing biedt waarbij eenvoud en gemak voorop staan.
Meer dan driekwart van de werknemers
ontwikkeld. Hierin staat wanneer de werkgever toestemming
geeft aan de levensloopregeling bij
geeft om verlof op te nemen, hoe lang van tevoren dit moet
voorkeur via de werkgever te regelen.
worden aangegeven of hoe werknemers verlofdagen kunnen
De levensloopregeling is een extra
verkopen en investeren in levensloop, etc. In samenwerking met
arbeidsvoorwaarde waarbij de werkgever
een extern bureau wordt bekeken hoe zij op verzoek een
optimaal gebruik kan maken van de
maatwerkregeling kunnen opstellen of een check op een
kansen die deze regeling biedt: sparen,
regeling kunnen doen die de werkgever zelf heeft opgesteld.
beleggen of verzekeren.
Het Levensloop Totaalpakket: één centrale regeling
Complete oplossing: keuze uit sparen, beleggen of verzekeren Werknemers kunnen zelf aangeven hoe zij willen deelnemen.
Het Levensloop Totaalpakket wordt
Sparen voor verlof op korte termijn met een uitstekende rente
ondersteund door een aantal diensten
op de spaarrekening. Sparen voor een doel dat wat verder ligt
die het de werkgever en werknemer
met de mogelijkheid te beleggen in verschillende aantrekkelijke
gemakkelijk maken. Voorbeelden hiervan
fondsen. Maar verzekeren kan ook. De verwachting is dat veel
zijn internetondersteuning, een
werknemers de regeling willen gebruiken om eerder te stoppen
rekentool, het verzorgen van
met werken. De verzekeringsvariant met een extra bonus en
klantcommunicatie, een werkgevers- en
een garantierendement is dan een uitstekende oplossing.
werknemersdesk. Maar ook werknemerskortingen en -diensten die
Geen rompslomp: optimale ondersteuning via internet
interessant zijn tijdens het verlof.
Voor werkgevers die de levensloopregeling bij Centraal Beheer Achmea onderbrengen, wordt een beveiligd gedeelte op de
18
Er wordt ook een standaard
internetsite www.centraalbeheer.nl gereserveerd. De werkgever
levensloopreglement voor de werkgever
krijgt zo inzicht in het al opgebouwde saldo per rekening van de
| Accountantsmagazine | 3 | november 2005
deelnemers. Bovendien heeft hij direct controle op de maximum
Zelf keuzes maken
spaarbedragen. Daarnaast is er ook een uitgebreid overzicht
Centraal Beheer Achmea biedt ook de
met de meest gestelde vragen en antwoorden en één totaal-
werknemers die via de werkgever deel-
overzicht van het personeelsbestand.
nemen aan het Levensloop Totaalpakket ondersteuning via internet. Zij kunnen
Een speciale werkgevers- en werknemersdesk
zich aanmelden voor de levensloop-
Centraal Beheer Achmea heeft een speciale werkgevers- en
regeling en aangeven hoe zij willen
werknemersdesk Levensloop ingericht. Een team van
deelnemen: sparen, beleggen en
deskundigen beantwoordt telefonisch of via e-mail vragen en
verzekeren of een combinatie hiervan.
geeft advies over de levensloopregeling. Verder kan, zowel bij de introductie van de levensloopregeling als daarna, de totale
Collectiviteitsvoordeel
communicatie met werknemers verzorgd worden.
Besluit uw relatie de levensloopregeling collectief bij ons onder te brengen, dan
Verlof opnemen
profiteren medewerkers van collectiviteit-
Werknemers mogen maximaal 12% van het brutoloon gebruiken
voordelen. Wij stimuleren bijvoorbeeld
voor de levensloopregeling. In totaal kunnen werknemers 210%
lang sparen met een rendements-
van het bruto jaarsalaris bij elkaar sparen. Als werknemers de
garantie en een extra bonus.
verlofperiode in laten gaan, wordt het opgebouwde tegoed van de Levensloop Rekening gestort op de vaste tegenrekening van
Extra arbeidsvoorwaarde
de werkgever. Het resterende bedrag na de verplichte
Het Levensloop Totaalpakket biedt
inhoudingen, wordt overgemaakt aan de werknemer. Na opname
voordelen waarmee de werkgever een
van een ‘verlof’ mag het tegoed weer volledig worden
mooie extra arbeidsvoorwaarde biedt
aangevuld.
voor zijn werknemers. Zonder kosten en
Deelnemen aan de levensloopregeling is een wettelijk recht,
moeite en met maximale grip op verlof-
verlof opnemen niet. Daarvoor heeft de werknemer
opnames.
toestemming van de werkgever nodig.
Accountantsmagazine | 3 | november 2005 |
19
mr. J.R. Hesse
Belastingplan 2006 en andere wijzigingen Veel wijzigingen per 1 januari 2006 vloeien voort uit reeds bekende wetswijzigingen. Denk bijvoorbeeld aan de invoering van de zorgverzekeringswet en de bijtelling voor het privé-gebruik van de auto van de zaak in het loontraject. Toch bevat het Belastingplan 2006 enkele verrassende nieuwtjes. In deze bijdrage wordt daar op ingegaan en staan wij tevens stil bij de invoering van nieuw overgangsrecht voor pensioenregelingen die op 1 januari nog niet aangepast zijn aan de Wet VPL.
Een fiscale eenheid in de loonbelasting (samenhangende groep)
geeft hiervoor een voor bezwaar vatbare beschikking af.
Bekend zijn de fiscale eenheid voor de
Belangrijke punten van deze ‘samenhangende groep’ zijn dat
omzet- en vennootschapsbelasting.
werknemers binnen de samenhangende groep eenvoudig van
Eenvoud (geen onderling betalings-
werkgever kunnen wisselen, zonder dat de identiteit opnieuw
verkeer voor de omzetbelasting) en
hoeft te worden vastgesteld. Ook is een nieuwe loonbelasting-
administratief gemak (één aangifte) zijn
verklaring niet nodig. En de spaarloonregeling kan eveneens
hiervan belangrijke voordelen. Deze
zonder problemen doorlopen. Dit laatste is een belangrijk
fiscale faciliteit bestaat echter niet voor
voordeel ten opzichte van de huidige regels. De werknemer kan
de loonbelasting.
immers ‘gewoon’ doorsparen.
In het Belastingplan 2006 worden nu
20
voorstellen gedaan om te komen tot één
Zorgtoeslag geen belastbaar inkomen (3.104 Wet IB2001)
gezamenlijke afdracht van loonbelasting,
Onderdeel van de gehele operatie die voortkomt uit de invoering
premie volksverzekeringen en premies
van de zorgverzekeringswet is de zorgtoeslag. Personen met
werknemersverzekeringen voor meerdere
een inkomen onder een bepaald niveau ontvangen via de
werkgevers.1 Voorwaarde hierbij is dat
Belastingdienst maandelijks een toeslag. Omdat sprake is van
de betreffende aangiften ook gelijktijdig
een periodieke uitkering, zou hierover belasting betaald moeten
gedaan worden. Er wordt formeel
worden. Dit is echter niet wenselijk zodat de wetgever – om
gesproken van een ‘samenhangende
iedere discussie te voorkomen – wettelijk geregeld heeft dat
groep’. De praktijk zal zorg moeten
deze zorgtoeslag onbelast blijft. Hoewel dit niet verder
dragen voor de invulling van dit begrip.
aangegeven wordt, ga ik er van uit dat de zorgtoeslag in
Voor 2006 staat deze mogelijkheid
mindering gebracht moet worden op de ziektekosten als
slechts open voor die concerns die dit
buitengewone lasten. Tot dit bedrag drukken de kosten immers
na overleg met de inspecteur ook al
niet.
deden onder het oude regime. Voor alle
In dat kader is het begrip ‘buitengewoon’ ook aangescherpt.
anderen geldt deze nieuwe mogelijkheid
Men komt pas aan aftrek toe als de ziektekosten boven een
per 1 januari 2007. De Belastingdienst
bepaalde drempel uitkomen. Voor 2005 was deze 11,2% van
| Accountantsmagazine | 3 | november 2005
het gezamenlijke verzamelinkomen met een minimum van
Waarmee deze wetswijziging op zich
€ 773,- en een maximum van € 6.020,-. Dit maximum komt per
sympathiek is, maar voor de lager
1 januari 2006 echter te vervallen, zodat bij een verzamel-
betaalden – waar de AOW een groot deel
inkomen van – bijvoorbeeld – € 80.000,- rekening gehouden
van de totale pensioenvoorziening is –
moet worden met een drempel van € 8.960,-. Dit is een
geen echte oplossing is om eerder met
behoorlijke inperking van deze toch veel gebruikte faciliteit.
pensioen te kunnen.
Vervroegd ouderdomspensioen en gemis AOW
VUT omzetten in ouderdomspensioen
Wanneer het ouderdomspensioen ingaat vóór de 65-jarige
Het huidige kabinet heeft langer
leeftijd mist de gepensioneerde voor de periode tot aan de 65-
doorwerken hoog in het vaandel staan.
jarige leeftijd de AOW, waar bij de opbouw van zijn pensioen wel
Dit heeft bijvoorbeeld geleid tot de
rekening mee is gehouden. Het totale pensioen voor 65 jaar is
introductie van de ‘spaarvut’ voor de
dan aanmerkelijk lager dan het pensioen vanaf 65 jaar.
werknemer die op 31 december 2004
Tot nu toe werd dit opgelost met het toekennen van een tijdelijk
55 jaar of ouder is – en waarvoor de
ouderdomspensioen ter compensatie van het gemis aan deze
werkgever de Vutregeling behoudt.
AOW. Die mogelijkheid is bij de invoering van de wet VPL
Wanneer deze werknemer doorwerkt na
vervallen, waarbij de al opgebouwde rechten uiteraard
de eerst mogelijke Vutdatum ‘spaart’ hij
gerespecteerd worden. Om toch een aanvaardbaar pensioen te
de niet opgenomen Vutuitkering. Dit in
hebben, kan gebruik gemaakt worden van de variabilisering van
tegenstelling tot de huidige situatie
het pensioen binnen de fiscale bandbreedte van 100:75. Zeker
waarin de doorwerkende werknemer zijn
bij lagere pensioenuitkeringen wordt deze bepaling als knellend
Vut over de periode waarin doorgewerkt
ervaren. Dat heeft de wetgever er toe gebracht in de wet LB op
wordt verliest. Wanneer de werknemer
te nemen dat naast deze 100:75 het pensioen voor 65
bijna tot aan de pensioendatum door-
aangevuld mag worden met een AOW-compensatie.2 Dit biedt
werkt kan deze actuariële herrekening er
aanmerkelijk meer mogelijkheden voor een aanvaardbaar
voor zorgen dat de Vutuitkering veel
pensioen voor 65, maar gaat ten koste van het pensioen na
hoger zal zijn dan 100% van het
65. Dit kan zo ver gaan dat het pensioen na 65 jaar nul wordt.
laatstverdiende loon. Wat nog ontbrak
Accountantsmagazine | 3 | november 2005 |
21
was de mogelijkheid om de spaarvut
gebeuren. Feitelijk was daarmee al duidelijk dat dit niet gehaald
over te hevelen naar het ouderdoms-
zou worden. Overleg tussen werkgever en werknemers (wat
pensioen. Deze is nu opgenomen in het
wordt het nieuwe pensioen?), aanpassing van de reglementen
Belastingplan 2006. De wetgever heeft
en administratie vergen meer tijd. Dit heeft uiteindelijk geleid
hierbij twee grenzen gesteld:
tot een nieuw overgangsrecht. Daarmee is het moment waarop
1. de omzetting dient met
de pensioenregeling feitelijk aangepast moet zijn niet 1 januari
inachtneming van algemeen
2006 maar 1 januari 2007. In grote lijnen komt het er op neer
aanvaarde actuariële grondslagen
dat voor 2006 er een vergelijk gemaakt wordt tussen
plaats te vinden;
A. de premie verschuldigd voor een maximale pensioenregeling
2. het ouderdomspensioen mag na de omzetting niet meer bedragen dan 100% van het laatstverdiende loon.
op basis van de nieuwe regels en B. de premie verschuldigd voor de nu bestaande regeling (exclusief vut, deze vervalt in ieder geval).
Op deze wijze wordt bereikt dat de
Is het verschil van A – B positief, dan is er niets aan de hand.
oudere nog Vutgerechtigde werknemer
Is het verschil van A – B negatief, dan is de werkgever over dit
langer kan doorwerken zonder verlies
premieverschil een extra loonheffing verschuldigd van 52%,
van zijn Vutrechten.
zolang de regeling in 2006 niet is aangepast. Deze wordt als eindheffing afgedragen via de loonaangifte. In beide gevallen
Beleggingsinstelling als aanbieder van Levensloopproduct
blijft de belastingheffing voor werknemers gelijk; namelijk
Zoals bekend heeft Centraal Beheer
rekenhulp is te verkrijgen via www.belastingdienst.nl.
Achmea een nieuw levensloopproduct
Medio oktober 2005 zijn werkgevers hierover door de Belasting-
ontwikkeld dat voorziet in een bank-,
dienst geïnformeerd. In december 2005 ontvangen werkgevers
een beleggings- en een verzekerings-
een formulier waarop zij moeten verklaren of de pensioen-
product. De aanbieder is dan een bank
regeling(en) op 1 januari 2006 voldoet/voldoen aan de nieuwe
of verzekeraar. In de praktijk was er de
wettelijke kaders of dat dit nog niet het geval is, maar er een
roep om ook beleggingsinstellingen een
negatief premieverschil aanwezig is. Dan is er geen eindheffing
levensloopproduct te laten aanbieden.
verschuldigd. Het formulier hoeft niet teruggestuurd te worden
De wetgever is hier aan tegemoet
als de pensioenregeling nog niet is aangepast en de werkgever
gekomen door de beleggingsinstelling
de eindheffing van 52% wel verschuldigd is. De Belastingdienst
ook als aanbieder in de wet LB op de te
zal bij werkgevers die geen verklaring hebben ingediend in
nemen. Het betreft hier alleen –
2006 controleren of zij inderdaad deze eindheffing afdragen.
beheerders van – beleggingsinstellingen
Overigens moet voor deze overgangsregeling noodzakelijke
aan wie een vergunning verleend is
wetgeving nog door het Parlement goedgekeurd worden. De
ingevolge de Wet toezicht beleggings-
uitvoerder van de pensioenregeling kan en zal u hierbij
instellingen (Wtb) – beheerders – van
behulpzaam zijn.
aanspraak vrij en uitkering belast. Voor deze berekening is een
beleggingsinstellingen, die voldoen aan de door onze minister te stellen voorwaarden. Deze voorwaarden zijn nog niet bekend gemaakt.
Overgangsrecht nog niet aangepaste pensioenregelingen Pensioenregelingen moeten op basis van de Wet VPL op 1 januari 2006 voldoen aan het nieuwe wettelijke kader. Dit zou in krap een jaar moeten
1
Vanaf 1 januari 2006 wordt gesproken van loonheffingen, waarmee bedoeld worden de loonbelasting, premie volksverzekeringen en premies werknemersverzekeringen tezamen.
2
Artikel 18d, derde lid, Wet LB: Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, blijft in de jaren tussen de ingangsdatum van het pensioen en het bereiken van de 65-jarige leeftijd, van de uitkering buiten aanmerking een bedrag dat gelijk is aan tweemaal de voor die jaren geldende uitkeringen voor gehuwde personen zonder toeslag als omschreven in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, en vijfde lid, van de Algemene Ouderdomswet, vermeerderd met de vakantietoeslag. De eerste volzin is onverminderd van toepassing bij dienstbetrekkingen in deeltijd.
22
| Accountantsmagazine | 3 | november 2005
Wilt u
meer weten over... Het Flexibel Directie Pensioen
Ondernemers AOV
Het regelen van een pensioen is niet los
Met deze verzekering kan de zelfstandig
te zien van de totale financiële planning.
ondernemer zijn inkomensgarantie op
Met deze pensioenvoorziening kan een
maat samenstellen. Op basis van zijn
werkgever pensioen opbouwen in eigen
financiële situatie en zijn specifieke
beheer of volledig verzekeren, ook een
wensen bepaalt hij zelf onder andere de
combinatie van beide is mogelijk.
omvang van de dekking, de
Daarnaast beslist hij zelf welke risico’s
ingangsdatum en de mate van
hij meeverzekert en wanneer hij met
koopkrachtbescherming!
pensioen gaat.
Het Flexibel Gouden Handdruk Pensioen
Ondernemers AOV/starters
Met een werkgever is een schadeloos-
Deze verzekering is speciaal ontwikkeld
stelling overeengekomen. Het bedrag dat
voor jonge bedrijven in de aanloopfase.
men ontvangt, is een vergoeding voor
Een geschikte verzekering voor de
gemis aan loon en secundaire arbeids-
startende ondernemer met een
voorwaarden en een financiële onder-
opvallend lage premie! Maar ook met
steuning voor het vinden van een nieuwe
overzichtelijke en heldere voorwaarden.
baan. Het kan zijn dat de uitkering direct
Bovendien hanteren wij soepele
nodig is of pas op een later moment.
keuringsnormen.
Onze specialisten helpen graag verder bij het adviseren hoe de Gouden Handdruk het best gebruikt kan worden.
VerzuimBasis VerzuimBasis van Centraal Beheer
Het Flexibel Spaar Pensioen
Achmea biedt een prima verzuim-
Deze pensioenregeling komt tegemoet
verzekering voor zowel het eerste als het
aan de persoonlijke wensen van uw
tweede ziektejaar van uw zieke
personeel. U beslist welke elementen
medewerkers. U profiteert hierbij van het
van de regeling voor uw personeel
gratis basisabonnement van Achmea
gelden en welke uw werknemers zelf
Arbo en voldoet tegelijkertijd aan
kunnen bepalen. U kunt zo aan alle
wettelijke arbo-verplichtingen. Deze
pensioenwensen van uw werknemers
effectieve combinatie is geregeld binnen
voldoen. Bovendien is deze flexibele
één pakket, met één premie en via één
regeling voor u als werkgever
telefoonnummer.
overzichtelijk en goed budgetteerbaar. Het Flexibel Spaar Pensioen is geschikt als een compleet pensioen, een aanvulling op uw bestaande regeling, maar ook een flexibele oplossing voor uw medewerkers om eerder te stoppen met werken.
...vraag dan bovenstaande brochures aan:
(055) 579 4573
Accountantsmagazine | 3 | november 2005 |
23
Wetens aardigheden
Van WAO tot WIA Het boekje ‘De geschiedenis van de
In deze uitgave wordt het ontstaan van de WAO in 1967 en het verloop hiervan door de jaren
WAO in Nederland’, uitgegeven door
heen geschetst. De Ongevallenwet van 1901 wordt als voorloper van de WAO beschouwd.
Centraal Beheer Achmea, geeft een
Deze wet maakte het mogelijk om werknemers die arbeidsongeschikt waren een uitkering te
goed inzicht in de beroering die de
verlenen. Werkgevers konden er voor kiezen hun risico onder te brengen bij de voorloper van
WAO de afgelopen decennia teweeg
Centraal Beheer Achmea, de Centrale Werkgevers Risicobank, (opgericht in 1909).
heeft gebracht.
Daarmee heeft Centraal Beheer, opgericht in 1909, mede aan de basis gestaan van de sociale zekerheid in Nederland. In de tweede helft van de jaren zestig werd de WAO ingevoerd, die voorzag in een hogere en toegankelijke uitkering. Het aantal uitkeringsgerechtigden steeg enorm. De politieke discussie over de aanpassing van de WAO duurt al jaren. Nieuwe regels moeten werkgever en werknemer aanzetten de instroom te verlagen. Met ingang van 29 december dit jaar wordt, onder voorbehoud dat de Eerste Kamer instemt met het wetsvoorstel, een compleet nieuw arbeid songeschiktheidsstelsel: de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen van kracht. Bij dit voorstel ligt de nadruk op de arbeidsgeschiktheid van werknemers in plaats van het verstrekken van een uitkering. De rode draad van dit boekje is steeds weer de verdeling van risico’s en verantwoordelijkheid tussen de overheid, werkgevers en werknemers. Centraal Beheer Achmea biedt mogelijkheden om de risico’s die werkgevers en werknemers niet zelfstandig kunnen dragen, te beperken en te verzekeren. Deze discussie is nog steeds actueel. Met dit boekje bent u op de hoogte van deze ontwikkelingen en het helpt uw mening over deze ontwikkelingen verder te vormen. U kunt het boekje gratis aanvragen met de bijgesloten antwoordkaart.
24
| Accountantsmagazine | 3 | november 2005