ABN AMRO MULTI-MANAGER FUNDS Beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal naar Luxemburgs recht
______
Prospectus
FEBRUARI 2011
1 / 82
VERZOEK OM INFORMATIE ABN AMRO MULTI-MANAGER FUNDS 33, rue de Gasperich L - 5826 Howald-Hesperange WAARSCHUWING Het Prospectus mag niet worden gebruikt voor verkoopaanbiedingen of -verzoeken in landen of in omstandigheden waarin een dergelijk aanbod of verzoek niet is toegestaan. De Vennootschap is in Luxemburg erkend als een Instelling voor Collectieve Belegging in Effecten (ICBE). De verkoop is onder meer toegestaan in België, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en Singapore. Niet alle compartimenten, categorieën en subcategorieën van aandelen zijn noodzakelijkerwijze in deze landen geregistreerd. Potentiële beleggers dienen, alvorens in te schrijven, informatie in te winnen over de compartimenten, categorieën en subcategorieën van aandelen die verkocht mogen worden in het land waar zij wonen, en over de eventuele beperkingen die eigen zijn aan elk land. In het bijzonder zijn de aandelen van de Vennootschap niet geregistreerd in overeenstemming met enige wettelijke of reglementaire bepaling van de Verenigde Staten van Amerika. Dit document mag bijgevolg niet in dit land of zijn grondgebied of bezittingen worden ingevoerd, overgedragen of verdeeld, of worden overhandigd aan zijn ingezetenen, zijn onderdanen of vennootschappen, verenigingen of entiteiten die volgens de wetten van dit land zijn opgericht of erdoor worden gereglementeerd. Voorts mogen de aandelen van de Vennootschap niet aan deze personen worden aangeboden of verkocht. Verder mag niemand zich baseren op andere informatie dan de informatie die is beschreven in het Prospectus en in de documenten die hierin worden vermeld en die door het publiek kunnen worden geraadpleegd. De raad van bestuur van de Vennootschap neemt de verantwoordelijkheid op zich voor de juistheid van de informatie in het Prospectus op de publicatiedatum. Tot slot kunnen er bijgewerkte versies van het Prospectus worden uitgegeven waarin rekening wordt gehouden met de toevoeging of verwijdering van compartimenten en alle belangrijke wijzigingen die zijn aangebracht aan de structuur en de werkwijzen van de Vennootschap. Het wordt derhalve aan de inschrijvers aanbevolen om alle eventuele recentere documenten aan te vragen zoals vermeld onder de rubriek ‘Informatie voor de Aandeelhouders’ hierna. Het wordt de inschrijvers eveneens aanbevolen zich te laten adviseren over de wetten en reglementeringen (onder meer over het belastingstelsel en de deviezencontrole) die van toepassing zijn op de inschrijving op en de aankoop, het houden en het verkopen van aandelen in hun plaats van herkomst, verblijfplaats en domicilie. Dit Prospectus is slechts geldig indien het vergezeld is van het recentste gecontroleerde jaarverslag en het laatste halfjaarverslag indien dit recenter is dan het jaarverslag. In geval van tegenstrijdigheid of indien de betekenis van een woord of zin in een vertaling van het Prospectus dubbelzinnig is, is alleen de Engelse versie rechtsgeldig.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
2 / 82
ABN AMRO MULTI-MANAGER FUNDS SICAV ADDENDUM TEN BEHOEVE VAN NEDERLANDSE BELEGGERS BEHOREND BIJ HET PROSPECTUS GEDATEERD FEBRUARI 2011
ABN AMRO Multi-Manager Funds SICAV (het ‘Fonds’)heeft toestemming verkregen van de Autoriteit Financiële Markten (‘AFM’) om haar aandelen in Nederland aan te bieden aan het publiek. Het Fonds heeft hiertoe een notificatie gedaan aan de AFM op grond van artikel 2:72 van de Wet op het financieel toezicht (‘Wft’) en is ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 1:107 van de Wft. Voornoemd register is door een ieder te raadplegen op www.afm.nl.
Het Fonds is ingericht als een beleggingsmaatschappij met meerdere subfondsen, een zogenoemd paraplufonds.
Afwijkende naam Een aantal subfondsen van ABN AMRO Multi-Manager Funds SICAV wordt in Nederland onder een afwijkende naam verkocht. In onderstaande tabel is in kolom 1 de statutaire naam van het betreffende subfonds weergegeven en in kolom 2 de in Nederland gehanteerde commerciële naam.
Statutaire naam
In Nederland gehanteerde naam
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 1 Class A
ABN AMRO Profielfonds 1
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 2 Class A
ABN AMRO Profielfonds 2
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 3 Class A
ABN AMRO Profielfonds 3
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 4 Class A
ABN AMRO Profielfonds 4
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 5 Class A
ABN AMRO Profielfonds 5
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 6 Class A
ABN AMRO Profielfonds 6
Ondanks de afwijkende naam is de inhoud van het Prospectus en zijn de Statuten van het Fonds onverminderd van toepassing.
Informatieverstrekking Oproepen voor aandeelhoudersvergaderingen van het Fonds en informatie rond betaalbaarstelling van dividenden van afzonderlijke subfondsen zullen worden gepubliceerd in een landelijk verspreid Nederlands dagblad, bij voorkeur “Het Financieele Dagblad”.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
3 / 82
INHOUDSOPGAVE DEEL I VAN HET PROSPECTUS
Inhoudsopgave .................................................................................................................................................. 4 Diverse Informatie.............................................................................................................................................. 5 Algemene Bepalingen...................................................................................................................................... 10 Bestuur en Beheer ........................................................................................................................................... 11 Beleggingsbeleid, -doelstellingen, -beperkingen en -technieken .................................................................... 13 De aandelen .................................................................................................................................................... 15 Fiscale bepalingen ........................................................................................................................................... 20 Algemene Vergaderingen en Informatie voor de Aandeelhouders ................................................................. 21 Bijlage 1 – Beleggingsbeperkingen ................................................................................................................. 22 Bijlage 2 – Financiële instrumenten en technieken ......................................................................................... 25 Bijlage 3 – Beleggingsrisico’s .......................................................................................................................... 29 Bijlage 4 – Gezamenlijk beheer ....................................................................................................................... 31 Bijlage 5 – Omzettingsformule ......................................................................................................................... 32 Bijlage 6 – Opschorting van de berekening van de netto-inventariswaarde en van de uitgifte, de omzetting en de terugkoop van aandelen ........................................................................................................... 33 Bijlage 7 – Samenstelling van de activa en waarderingsregels ...................................................................... 34 Bijlage 8 – Procedures voor vereffening, fusie en opslorping ......................................................................... 36 DEEL II VAN HET PROSPECTUS
Euro Bonds ...................................................................................................................................................... 38 Euro Corporate Bonds ..................................................................................................................................... 40 World Equities.................................................................................................................................................. 42 Fund of Mandates Asia-Pacific Equities .......................................................................................................... 45 Fund of Mandates Euro Government Bonds ................................................................................................... 47 Fund of Mandates European Equities ............................................................................................................. 49 Fund of Mandates Global Equities High Alpha ................................................................................................ 51 Fund of Mandates North American Equities .................................................................................................... 53 Lifecycle 2015 .................................................................................................................................................. 55 Lifecycle 2020 .................................................................................................................................................. 57 Lifecycle 2025 .................................................................................................................................................. 59 Lifecycle 2030 .................................................................................................................................................. 61 Lifecycle 2035 .................................................................................................................................................. 63 Lifecycle 2040 .................................................................................................................................................. 65 Lifecycle 2045 .................................................................................................................................................. 67 Lifecycle 2050 .................................................................................................................................................. 69 Profile 1 ....................................................................................................................................................... 71 Profile 2 ....................................................................................................................................................... 73 Profile 3 ....................................................................................................................................................... 75 Profile 4 ....................................................................................................................................................... 77 Profile 5 ....................................................................................................................................................... 79 Profile 6 ....................................................................................................................................................... 81
Voor elk van deze compartimenten is er een synoptische tabel opgesteld. In deze tabel worden voor elk compartiment het beleggingsbeleid, de beleggingsdoelstelling, de kenmerken van de aandelen, hun uitdrukkingsvaluta, hun waarderingsdag, de voorwaarden voor inschrijving, terugkoop en/of omzetting, het bedrag van de provisies en in voorkomend geval een chronologisch overzicht en andere bijzonderheden van het betreffende compartiment beschreven. Beleggers worden erop gewezen dat op elk compartiment het algemene stelsel zal worden toegepast dat in Deel I van het Prospectus is uiteengezet, tenzij de synoptische tabellen die hierna zijn opgenomen anderszins bepalen.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
4 / 82
DIVERSE INFORMATIE STATUTAIRE ZETEL ABN AMRO Multi-Manager Funds, SICAV 33, rue de Gasperich L-5826 Howald-Hesperange RAAD VAN BESTUUR VAN DE VENNOOTSCHAP Voorzitter De heer Stéphane CORSALETTI, Chief Executive Officer, NEUFLIZE OBC INVESTISSEMENTS, Parijs Leden De heer François-Xavier GENNETAIS, Responsable Marketing, Banque Neuflize OBC, Parijs De heer John SMEETS, Directeur Producten Particulieren Bank, ABN AMRO BANK N.V., Amsterdam De heer Dirk VAN OMMEREN, Senior Managing Director Private Financial Services, MEES PIERSON, Amsterdam De heer Alen ZELJKOVIC, Global Head of Investment Products, ABN AMRO BANK N.V., Amsterdam De heer Bernard WESTER, Deputy Chief Executive Officer, BNP Paribas Investment Partners Luxembourg, Howald-Hesperange, Groothertogdom Luxemburg Algemeen directeur De heer François-Xavier GENNETAIS, Responsable Marketing, Banque Neuflize OBC, Parijs Algemeen secretaris De heer Bernard WESTER, Deputy Chief Executive Officer, BNP Paribas Investment Partners Luxembourg, Howald-Hesperange, Groothertogdom Luxemburg PROMOTOR NEUFLIZE OBC INVESTISSEMENTS (ASSET ALLOCATION ADVISORS genoemd tot 31 maart 2010) 3, avenue Hoche, F-75008 Parijs, Frankrijk BEHEERMAATSCHAPPIJ BNP Paribas Asset Management Luxembourg hernoemd tot BNP Paribas Investment Partners Luxembourg 33, rue de Gasperich L-5826 Howald-Hesperange BNP Paribas Investment Partners Luxembourg is een Beheermaatschappij zoals bedoeld in hoofdstuk 13 van de Luxemburgse wet van 20 december 2002 betreffende de instellingen voor collectieve belegging. De Beheermaatschappij draagt zorg voor de administratie, het portefeuillebeheer en de verkoop. De berekening van de netto-inventariswaarde wordt gedelegeerd aan: •
STATE STREET BANK LUXEMBOURG S.A. 49, avenue J.F. Kennedy L-1855 Luxemburg
De functies van transferagent en registeragent worden gedelegeerd aan: •
STATE STREET BANK LUXEMBOURG S.A. 49, avenue J.F. Kennedy L-1855 Luxemburg
De functie van portefeuillebeheer wordt gedelegeerd aan: •
NEUFLIZE OBC INVESTISSEMENTS 3, avenue Hoche, F-75008 Paris, Frankrijk Vennootschap naar Frans recht, opgericht op 18 december 1998. Dochtervennootschap van Banque Neuflize OBC.
De taken in verband met het portefeuillebeheer van de “Fund of Mandates”, “Lifecycle” en “Profile” compartimenten kunnen (geheel of gedeeltelijk) gesubdelegeerd worden aan de volgende externe vermogensbeheerders: •
Alliance Bernstein L.P. 1345 Avenue of the Americas, New York, New York 101053 VS Een onderneming naar Amerikaans recht die opgericht is in januari 1971 en deel uitmaakt van de AXA Group
•
Blackrock Investment Management 33 King William Street, Londen EC4R 9AS, VK Een onderneming naar Brits recht die opgericht is in 1988 en deel uitmaakt van de BlackRock Group
•
BNP Paribas Asset Management 1, boulevard Haussmann, F-75009 Paris, Frankrijk Een onderneming naar Frans recht, opgericht op 28 juli 1980. Maakt deel uit van BNP Paribas Investment Partners
•
Dexia Asset Management Belgium S.A. Koningsstraat 180, B-1000 Brussel, België Een onderneming naar Belgisch recht die opgericht is in 1998 en deel uitmaakt van de Dexia Group
•
FIL Pensions Management, Hildenborough (UK) Oakhill House, 130 Tonbridge Road, Hildenborough, Kent TN 11 9 DZ, VK Een onderneming naar Brits recht die opgericht is in 1986, dochteronderneming van FIL Limited
•
Henderson Global Investors Ltd. 1 Knightsbridge Green, Londen SWIX 7NE, VK Een onderneming naar Brits recht, dochteronderneming van Henderson Group Plc
•
HSBC Global Asset Management
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
5 / 82
Immeuble Ile de France, 4 Place de la Pyramide La Défense 92800 Puteaux Frankrijk Een onderneming naar Frans recht die deel uitmaakt van de HSBC Group •
Investec Investment Management Ltd. 2 Gresham Street, Londen EC2V 7QP, VK Een onderneming naar Brits recht die deel uitmaakt van Investec Group Limited
•
JPMorgan Asset Management (UK) Ltd. 125 London Wall, Londen EC2Y 5AJ, VK Een onderneming naar Brits recht die deel uitmaakt van JP Morgan Chase & Co
•
Loomis, Sayles & Company, L.P. One Financial Center, Boston, Massachussets 02111, VS Een onderneming naar Amerikaans recht die opgericht is in 1926, dochteronderneming van Natixis Global Asset Management
•
NATIXIS AM PARIS 21 quai d’Austerlitz, 75 634 Paris Cedex 13 Een onderneming naar Frans recht, opgericht in 1984
•
Petercam Sint-Goedeleplein 19, B-1000 Brussel, België Een onderneming naar Belgisch recht die opgericht is in 1968.
•
Pioneer Investments 1 George's Quay Plaza's, George's Quay, Dublin 2, Ierland Een onderneming naar Iers recht die deel uitmaakt van de Pioneer Group
•
Principal Global Investors, LLC 801 Frand avenue, Des Moines, Iowa 50392, VS Een onderneming naar Amerikaans recht die opgericht is in oktober 1998, dochteronderneming van Principal Financial Group
•
TCW Investment Management Company 865 S Figueroa Street, Suite 1800, Los Angeles, Californië 90017, VS Een onderneming naar Amerikaans recht die opgericht is in 1971, dochteronderneming van SGAM en Amundi
•
Westfield Capital Management Company, LLC One financial Center, Floor 24, Boston, Massachussets 02111, VS Een onderneming naar Amerikaans recht die opgericht is in 1989.
Neuflize OBC Investissements kan de taken van portefeuillebeheer van een compartiment tijdelijk subdelegeren aan een of meer van volgende overgangsbeheerders in geval van verandering van beheerder of een herverdeling van de portefeuille van dat compartiment: •
BANK OF AMERICA MERRILL LYNCH
•
2, King Edward Street
•
BLACKROCK
•
Murray House
•
1 Royal Mint Court
•
BNY MELLON ASSET MANAGEMENT INTERNATIONAL LIMITED
•
160 Queen Victoria Street
•
J.P. MORGAN
•
10 Aldermanbury
•
Londen EC2V 7RF
•
NORTHERN TRUST GLOBAL INVESTMENTS LIMITED
•
50 Bank Street, Canary Wharf
•
Londen, E14 5NT
•
RUSSELL INVESTMENTS
•
Rex House
•
10 Regent Street
•
Londen SW1Y 4PE
•
STATE STREET GLOBAL MARKETS
•
20 Churchill Place
•
Canary Wharf, Londen E14 5HJ
Londen EC1A 1HQ
Londen EC3N 4 HH
Londen EC4V 4LA
BEWAARDER / HOOFDBETAALKANTOOR STATE STREET BANK LUXEMBOURG S.A. 49, avenue J.F. Kennedy L-1855 Luxemburg ACCOUNTANT ERNST & YOUNG 7, Parc d’Activité Syrdall L-5365 Munsbach
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
6 / 82
PLAATSELIJKE VERTEGENWOORDIGERS In België - Fastnet Belgium S.A./N.V., Havenlaan 86 C b320, B-1000 Brussel (financieel agent) In Frankrijk - CACEIS Bank, 1-3 place Valhubert, F-75013 Parijs (betaalkantoor) In Luxemburg - STATE STREET BANK LUXEMBOURG S.A. (hoofdbetaalkantoor) - ABN AMRO Bank (Luxembourg) S.A., 46, avenue J-F. Kennedy L-1855 Luxembourg-Kirchberg (betaalkantoor) In Nederland - ABN AMRO Bank N.V., Gustav Mahlerlaan 10, NL-1082 PP Amsterdam (betaalkantoor) STATUTAIRE WIJZIGINGEN De Vennootschap is op 17 november 2000 opgericht met publicatie in het Mémorial, Recueil Spécial des Sociétés et Associations (het ‘Mémorial’) op 14 december 2000. De statuten zijn herhaaldelijk gewijzigd en voor het laatst door een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders die is gehouden op 9 april 2010, welke wijziging gepubliceerd is in de Mémorial op 9 oktober 2010. De laatste versie van de statuten is gedeponeerd bij de griffie van de Arrondissementsrechtbank van en te Luxemburg, waar geïnteresseerden zich toe kunnen wenden om ze te raadplegen of er een kopie van te vragen.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
7 / 82
GLOSSARIUM In dit document hebben de onderstaande begrippen de volgende betekenis: Active Trading:
inschrijvings-, omzettings- of terugkooptransacties in een zelfde compartiment die binnen een korte tijdspanne en voor een aanzienlijk bedrag plaatsvinden, in voorkomend geval met het oog op winst op korte termijn. Deze praktijk is nadelig voor de andere aandeelhouders aangezien ze een impact heeft op het rendement van het compartiment en het normale beheer van de activa verstoort.
Beheerprovisie:
provisie die maandelijks wordt berekend en geheven op het gemiddelde nettovermogen van een compartiment of van een aandelencategorie, die wordt gestort aan de Beheermaatschappij en die dient om de vergoedingen van de beheerders van de activa en van de distributeurs te dekken in het kader van de verkoop van de aandelen van de Vennootschap.
Buitengewone uitgaven:
andere uitgaven dan de beheerprovisies, rendementsprovisies, distributieprovisies en overige kosten die in dit Glossarium zijn gedefinieerd en die door elk compartiment worden gedragen. Deze uitgaven zijn onder andere de kosten van geschillen, heffingen of diverse kosten die de compartimenten moeten betalen en die niet als gewone uitgaven worden beschouwd,
CBFA:
Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, toezichtinstantie voor ICB's in België.
CDS:
Credit Default Swap
CFD:
Contract for Difference
Circulaire 07/308:
circulaire die op 2 augustus 2007 is uitgevaardigd door de CSSF over de door ICBE's te hanteren gedragslijnen in verband met het gebruik van een beheermethode voor financiële risico's en het gebruik van financiële derivaten. Dit document is beschikbaar op de website van de CSSF (www.cssf.lu).
Circulaire 08/356:
circulaire uitgegeven door de CSSF op 4 juni 2008 betreffende de regels voor de instellingen voor collectieve belegging die gebruik maken van bepaalde technieken en instrumenten die als voorwerp effecten en instrumenten van de geldmarkt hebben. Dit document is verkrijgbaar op de website van de CSSF (www.cssf.lu).
CSSF:
Commission de Surveillance du Secteur Financier, toezichtinstantie voor ICB's in het Groothertogdom Luxemburg.
EDS:
Equity Default Swap
ICB:
Instelling voor Collectieve Belegging
ICBE:
Instelling voor Collectieve Belegging in Effecten.
Institutionele Belegger:
belegger zoals gedefinieerd in de nota die op 27 december 1999 is uitgevaardigd door de CSSF. Deze nota is op verzoek verkrijgbaar op de zetel van de Vennootschap.
IRS:
Interest Rate Swap (renteswap)
Market Timing:
arbitragetechniek die een belegger hanteert voor de systematische inschrijving op, terugkoop en omzetting van deelbewijzen of aandelen van een zelfde ICB binnen een kort tijdsbestek en waarbij hij gebruikmaakt van tijdsverschillen en/of de tekortkomingen of gebreken van het systeem voor de bepaling van de NIW van de ICB. Deze techniek wordt door de Vennootschap niet toegestaan.
NIW:
Netto-inventariswaarde
OESO:
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
OTC:
Over The Counter, onderhands
Overige provisies:
provisie die maandelijks wordt berekend en geheven op het gemiddelde van het nettovermogen van een compartiment of van een aandelencategorie en die bestemd is om in het algemeen de kosten van deposito's (vergoeding van de bewaarder), dagelijks beheer (berekening van de NIW, bijhouden van het register, domicilie, ...) te dekken, met uitzondering van de makelaarskosten, de transactieprovisies die geen verband houden met de bewaring, de rente en de bankkosten, de buitengewone uitgaven en de in Luxemburg geldende ‘taxe d’abonnement’, en de specifiek Belgische heffingen.
Prospectus:
dit document
Referentievaluta:
valuta waarin de activa van een aandelencategorie boekhoudkundig worden uitgedrukt ingeval ze afwijkt van de uitdrukkingsvaluta.
Rendementsprovisie:
provisie die overeenstemt met een percentage van het positieve verschil tussen het jaarlijkse rendement van het compartiment (dus over het boekjaar) en dat van de referentie-index. Deze provisie wordt gereserveerd bij elke berekening van de netto-inventariswaarde volgens de ‘high water mark with hurdle rate’-techniek. Deze rendementsprovisie komt toe aan de beheerder.
Richtlijn 78/660:
de Europese Richtlijn 78/660/EEG van de Raad van 25 juli 1978 op de grondslag van artikel 54 §3 g) van het verdrag betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, zoals gewijzigd.
Richtlijn 83/349:
de Europese Richtlijn 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 op de grondslag van artikel 54 §3 g) van het verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening, zoals gewijzigd.
Richtlijn 85/611:
de Europese Richtlijn 85/611/EEG van de Raad van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (ICBE's) zoals gewijzigd door de richtlijnen 2001/107/EG en 2001/108/EG (ICBE III).
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
8 / 82
Richtlijn 2003/48:
de richtlijn van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie (EU) betreffende de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetalingen
Richtlijn 2006/48:
de richtlijn van 14 juni 2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie (EU) betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen.
Risicoprofiel:
De classificatie van de risico's wordt opgesteld op basis van de berekening van de standaardafwijking – maatstaf van spreiding rond een gemiddelde – op jaarbasis van de maandelijkse rendementen uitgedrukt in euro die in de loop van de laatste vijf jaar zijn vastgesteld. Voor de nieuwe compartimenten nemen we de risicoklasse van een referentie-index (benchmark) over die representatief is voor de beleggingen. Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Ze worden als volgt gedefinieerd: - klasse 0: standaardafwijking tussen 0 en 2,5%, - klasse 1: standaardafwijking tussen 2,5 en 5%, - klasse 2: standaardafwijking tussen 5 en 10%, - klasse 3: standaardafwijking tussen 10 en 15%, - klasse 4: standaardafwijking tussen 15 en 20%, - klasse 5: standaardafwijking tussen 20 en 30%, - klasse 6: standaardafwijking hoger dan 30%. De risicoklasse kan in de loop van de tijd evolueren en wordt dientengevolge aangepast bij de nieuwe uitgifte van het Prospectus.
TER:
Total Expense Ratio
TRS:
Total Return Swap
Uitdrukkingsvaluta:
valuta waarin de activa van een compartiment boekhoudkundig worden uitgedrukt.
Valuta's:
EUR:
euro, geldig betaalmiddel in bepaalde landen van de Europese Unie.
SEK:
kroon, geldig betaalmiddel in Zweden.
USD:
dollar, geldig betaalmiddel in de Verenigde Staten.
VaR
Value-at-Risk, specifieke waarderingsmethode voor de risico's van een compartiment (zie bijlage 3)
Vennootschap:
ABN AMRO Multi-Manager Funds
Waarderingsvaluta:
valuta waarin de activa van een compartiment of een aandelencategorie boekhoudkundig worden uitgedrukt. Het is mogelijk dat eenzelfde compartiment of aandelencategorie meerdere waarderingsvaluta's heeft.
Wet:
Luxemburgse wet van 20 december 2002 betreffende de instellingen voor collectieve belegging. Deze Wet zet de richtlijnen 2001/107/EG en 2001/108/EG van 21 januari 2002 om naar Luxemburgs recht.
Wet van 10 augustus 1915:
Luxemburgse wet van 10 augustus 1915 op de handelsvennootschappen, zoals gewijzigd.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
9 / 82
ABN AMRO MULTI-MANAGER FUNDS DEEL I VAN HET PROSPECTUS ALGEMENE BEPALINGEN ABN AMRO Multi-Manager Funds is een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal naar Luxemburgs recht, die op 17 november 2000 voor onbepaalde duur werd opgericht onder de naam ‘A.A. ADVISORS Multi-Manager Funds’, conform de bepalingen van Deel I van de wet van 30 maart 1988 betreffende de instellingen voor collectieve belegging. De benaming werd gewijzigd in ‘ABN AMRO MULTI-MANAGER FUNDS’ door de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van 16 december 2002. De Vennootschap is momenteel onderworpen aan de bepalingen van Deel I van de wet van 20 december 2002 betreffende de instellingen voor collectieve belegging en aan de Richtlijn 85/611. Het kapitaal van de Vennootschap is uitgedrukt in euro (‘EUR’) en is op elk moment gelijk aan het totale nettovermogen van de verschillende compartimenten. Het wordt vertegenwoordigd door aandelen die zijn uitgegeven zonder nominale waarde, volledig volgestort en met de kenmerken die zijn beschreven onder ‘De aandelen’ hierna. De kapitaalwijzigingen gebeuren van rechtswege en zonder de bekendmaking en inschrijving die zijn vastgelegd voor kapitaalverhogingen en –verlagingen van naamloze vennootschappen. Het minimumkapitaal is het kapitaal dat door de Wet wordt vastgesteld. De Vennootschap is ingeschreven in het handelsregister van Luxemburg onder het nummer B 78 762. De Vennootschap is een beleggingsinstelling met meerdere compartimenten (ook ‘paraplufonds’ genoemd). Dit betekent dat de passiva zijn samengesteld uit verschillende compartimenten die elk in de activa een massa tegoeden, diverse rechten en specifieke verplichtingen vertegenwoordigen die overeenstemmen met een apart beleggingsbeleid, in voorkomend geval onderworpen aan eigen beleggingsbeperkingen. De Vennootschap vormt één enkele juridische entiteit. In overeenstemming met artikel 133 (5) van de Wet: •
zijn de rechten van de aandeelhouders en de schuldeisers met betrekking tot een compartiment of die ontstaan zijn bij de oprichting, de werking of de vereffening van een compartiment beperkt tot de activa van dit compartiment;
•
waarborgen de activa van een compartiment uitsluitend de rechten van de aandeelhouders met betrekking tot dit compartiment en de rechten van de schuldeisers waarvan de schuld is ontstaan bij de oprichting, de werking of de vereffening van dit compartiment;
•
wordt elk compartiment in de relaties tussen aandeelhouders behandeld als een afzonderlijke entiteit.
De raad van bestuur kan op elk moment andere compartimenten introduceren. Hun beleggingsbeleid en aanbiedingsvoorwaarden zullen te gepaste tijde worden meegedeeld in een bijgewerkte versie van het Prospectus. Indien dit vereist wordt door enige reglementering of indien de raad van bestuur het gepast acht, kunnen de aandeelhouders eveneens via de pers worden geïnformeerd. De raad van bestuur kan op dezelfde wijze bepaalde compartimenten beëindigen, in overeenstemming met de bepalingen van bijlage 8.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
10 / 82
BESTUUR EN BEHEER De Vennootschap wordt geleid en vertegenwoordigd door de raad van bestuur, die handelt onder het toezicht van de algemene vergadering van aandeelhouders. De Vennootschap maakt gebruik van een reeks diensten inzake beheer, waardering en bewaring van activa. De rol en de verantwoordelijkheid die met deze functies gepaard gaan, worden hieronder beschreven. De samenstelling van de raad van bestuur, de namen, adressen en gedetailleerde informatie over de dienstverleners zijn opgenomen onder ‘Diverse informatie’ hiervoor. De Beheermaatschappij, de Portefeuillebeheerders, de Bewaarder, de Administratief agent, de Distributeurs en andere dienstverleners, evenals hun dochtervennootschappen, beheerders, bestuurders en aandeelhouders zijn of kunnen betrokken zijn in andere financiële, beleggings- of professionele activiteiten waardoor een belangenconflict met het beheer en bestuur van de Vennootschap zou kunnen ontstaan. Hieronder wordt verstaan het beheer van andere fondsen, de aankoop en verkoop van effecten, het verlenen van makelaarsdiensten, deposito- en effectenbewaardiensten, en het optreden als beheerder, bestuurder, adviseur of mandataris van andere fondsen of vennootschappen, waaronder vennootschappen waarin een compartiment zou kunnen beleggen. Elke partij verbindt zich ertoe dat de uitvoering van haar verplichtingen geen nadeel zal ondervinden van een dergelijke betrokkenheid. Ingeval er een belangenconflict ontstaat, verbinden de beheerders en de betrokken partij zich ertoe binnen een redelijke termijn een billijke oplossing in het belang van de aandeelhouders van de Vennootschap te vinden. Raad van bestuur De raad van bestuur aanvaardt de eindverantwoordelijkheid voor het beheer van de Vennootschap. Zo is de raad van bestuur verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van de Vennootschap. De raad van bestuur heeft aan de heren François-Xavier GENNETAIS (Algemeen directeur) en Bernard WESTER (Algemeen secretaris) zijn volmacht verleend inzake het dagelijkse bestuur van de Vennootschap, met inbegrip van het recht om in naam van de Vennootschap te tekenen en haar te vertegenwoordigen. Beheermaatschappij BNP Paribas Investment Partners Luxembourg werd opgericht als naamloze vennootschap (société anonyme) in Luxemburg op 19 februari 1988. De statuten worden gewijzigd op 30 juni 2010. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt 3 miljoen EUR volgestort. De raad van bestuur bestaat uit: Voorzitter De heer Marc RAYNAUD, Head of Global Funds Solutions, BNP Paribas Investment Partners, 1, boulevard Haussmann, Parijs, Frankrijk Leden De heer Marnix ARICKX, Responsable "Fund Engineering", BNP Paribas Investment Partners Belgium, Brussel De heer Stéphane BRUNET, Administrateur-Délégué de BNP Paribas Investment Partners Luxembourg, Howald-Hesperange, Groothertogdom Luxemburg De heer Pieter CROOCKEWIT, Head of Europe, BNP Paribas Investment Partners BE Holding, Brussel De heer Anthony FINAN, Responsable "Marketing et Communication", BNP Paribas Investment Partners, Parijs De heer Eric MARTIN, Chairman of the Management Board, BGL BNP Paribas, Luxemburg De heer Christian VOLLE, Administrateur de BNP Paribas Investment Partners Luxembourg, Howald-Hesperange, Groothertogdom Luxemburg BNP Paribas Investment Partners Luxembourg treedt op als Beheermaatschappij zoals bedoeld in hoofdstuk 13 van de wet voor de volgende instellingen voor collectieve belegging: BNP Paribas High Quality Euro Bond Fund, BNP Paribas Global Bond Fund, BNP Paribas Islamic Fund, EasyETF, EasyETF iTraxx® Europe Main, EasyETF FTSE EPRA Europe, EasyETF FTSE EPRA Eurozone, EasyETF iTraxx® Europe HiVol, EasyETF iTraxx® Crossover, EasyETF S&P GSCI™ Light Energy Dynamic TR, EasyETF S&P GSNE™, EasyETF S&P GSAL™, EasyETF S&P GSCI™ Capped Commodity 35/20, EasyETF S&P GSCI™ Ultra-Light Energy, EasyETF NMX30 Infrastructure Global, Euro Floor, BNP PARIBAS COMFORT, BNP Paribas Flexi IV, FORTIS INVESTMENTS NON LISTED REAL ESTATE FUND OF FUNDS en BNP PARIBAS QUAM FUND. De Beheermaatschappij verzekert voor rekening van de Vennootschap de functies van administratie, portefeuillebeheer en verkoop. De Beheermaatschappij heeft de toelating om op eigen verantwoordelijkheid en kosten al deze functies of een deel ervan te delegeren aan derden van haar keuze. Zij heeft van deze optie gebruikgemaakt en heeft de volgende functies gedelegeerd: •
de berekening van de netto-inventariswaarde aan STATE STREET BANK LUXEMBOURG S.A.
•
de functies van transferagent en registeragent aan STATE STREET BANK LUXEMBOURG S.A.
•
het beheer van de tegoeden van de Vennootschap en de naleving van het beleggingsbeleid en de beleggingsbeperkingen zijn gedelegeerd aan de beheerders die hierboven zijn vermeld onder ‘Diverse informatie’. De lijst van de beheerders die daadwerkelijk belast zijn met het beheer en waarin de beheerde portefeuilles worden vermeld, is als bijlage bij de jaar- en halfjaarverslagen van de Vennootschap gevoegd. De beleggers kunnen op verzoek een bijgewerkte lijst van de beheerders verkrijgen, waarin voor elk van hen de beheerde portefeuilles worden vermeld.
Bij de transacties met de effecten en de selectie van de makelaars, handelaars of andere tegenpartijen trachten de Beheermaatschappij en de Portefeuillebeheerders naar hun beste vermogen de best mogelijke algemene voorwaarden te verkrijgen. Voor elke transactie wordt rekening gehouden met alle relevante factoren, waaronder de grootte van de markt, de koers van de effecten en de financiële voorwaarden en uitvoeringscapaciteit van de tegenpartij. Een portefeuillebeheerder kan een tegenpartij binnen de ABN AMRO-groep kiezen voor zover deze de best mogelijke voorwaarden blijkt te bieden. Voorts kan de Beheermaatschappij besluiten om Verdelers/Nominees aan te stellen om haar bij te staan bij de verdeling van de aandelen van de Vennootschap in de landen waar ze worden verkocht. Er zullen Verdeler- en Nomineecontracten worden gesloten tussen de Beheermaatschappij en de verschillende Verdelers/Nominees. Overeenkomstig het Verdeler- en Nomineecontract zal de Nominee worden ingeschreven in het register van aandeelhouders rechtens de eindaandeelhouders. Een aandeelhouder die via een Nominee in de Vennootschap heeft belegd, kan op elk moment de overdracht op zijn naam eisen van de aandelen waarop hij via de Nominee heeft ingeschreven. Aandeelhouders die gebruikmaken van deze optie zullen met hun eigen naam in het aandeelhoudersregister worden ingeschreven na ontvangst van de overdrachtsinstructie van de Nominee. De beleggers kunnen rechtstreeks bij de Vennootschap inschrijven. Zij hoeven niet in te schrijven via een van de Verdelers of Nominees. ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
11 / 82
Bewaarder De bewaring van en het toezicht op de activa van de Vennootschap zijn toevertrouwd aan een bewaarder die de door de Wet voorgeschreven plichten en verplichtingen naleeft. In overeenstemming met de bankpraktijken en de geldende reglementeringen kan zij op eigen verantwoordelijkheid alle activa die zij in bewaring heeft of een deel ervan toevertrouwen aan andere bankinstellingen of financiële tussenpersonen. De Bewaarder moet bovendien: (a) erop toezien dat de verkoop, de uitgifte, de terugkoop, de omzetting en de annulering van de aandelen van de Vennootschap plaatsvinden overeenkomstig de Wet en de statuten; (b) erop toezien dat bij transacties met de activa van de Vennootschap, de tegenprestatie binnen de gebruikelijke termijnen aan de bewaarder wordt overgemaakt; en
(c) erop toezien dat de opbrengsten van de Vennootschap overeenkomstig de statuten worden aangewend. Accountant De boekhouding en de transacties van de Vennootschap worden jaarlijks gecontroleerd door de accountant.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
12 / 82
BELEGGINGSBELEID, -DOELSTELLINGEN, -BEPERKINGEN EN -TECHNIEKEN De algemene doelstelling van de Vennootschap is beleggers een zo hoog mogelijke waardestijging van het belegde kapitaal te kunnen bieden, en hen tegelijk te laten profiteren van een brede spreiding van het risico. Om dit te verwezenlijken, zal de Vennootschap haar tegoeden voornamelijk beleggen in effecten, geldmarktinstrumenten, deelbewijzen van ICB’s, deposito’s bij een kredietinstelling en diverse afgeleide financiële instrumenten, die zijn uitgedrukt in om het even welke valuta en die in verschillende landen zijn uitgegeven. Het beleggingsbeleid van de Vennootschap wordt vastgelegd door de raad van bestuur overeenkomstig de politieke, economische, financiële en monetaire conjunctuur van het moment. Het beleggingsbeleid verschilt naargelang het betrokken compartiment, en het zal rekening houden met de limieten, kenmerken en de doelstelling eigen aan elk compartiment, zoals uiteengezet in Deel II. Het beleggingsbeleid zal worden uitgevoerd met strikte inachtneming van het principe van diversificatie en risicospreiding. Onverminderd de eventuele specificaties voor een of meerdere compartimenten, is de Vennootschap voor dit doel onderworpen aan een reeks beleggingsbeperkingen die zijn uiteengezet in bijlage 1. De beleggers worden eveneens verzocht de beleggingsrisico’s in bijlage 3 aandachtig te lezen. Elk compartiment valt binnen een bepaalde categorie. De lijst van de categorieën is als volgt: ‘Fund of Funds’ (‘Euro Bonds’, ‘Euro Corporate Bonds’ en ‘World Equities’ compartimenten) De compartimenten zullen beleggen in deelbewijzen of aandelen van beleggingsfondsen met open structuur die in aanmerking komen als Instellingen voor Collectieve Belegging in overdraagbare Effecten (‘ICBE’) krachtens Richtlijn 85/611, en/of in aanmerking komen als andere instellingen voor collectieve belegging in de zin van Richtlijn 85/611, die zijn geselecteerd op basis van vooraf vastgelegde criteria, zoals:
een kwalitatieve selectie (i) door analyse van de stabiliteit en stevigheid van de beheermaatschappij van het beleggingsfonds, naast het beleggingsproces en de beleggingsfilosofie; en (ii) via ontmoetingen met de managementteams;
een door de beleggingsbeheerder ontwikkelde kwantitatieve selectie die erop gericht is slechts ICBE’s en andere ICB’s te selecteren met een bewezen, voor risico bijgestuurd rendement.
De compartimenten kunnen in bijkomende mate ook contanten en contantequivalenten houden, met inbegrip van depositocertificaten en kortetermijndeposito’s. Het algemene beleggingsbeleid van deze compartimenten is gebaseerd op de definitie van hun respectieve referentie-indexen. Elk compartiment heeft zijn eigen specifieke referentie-index, waarmee de spreiding van het vermogen van het compartiment en zijn rendement worden vergeleken, en elk compartiment streeft naar vermogensgroei op lange termijn en naar een rendement dat hoger ligt dan dat van zijn referentie-index. ‘Fund of Mandates’ De aangeduide Beleggingsbeheerder kan het beheer van de compartimenten gedeeltelijk delegeren aan minimaal twee subbeleggingsbeheerders die geen deel uitmaken van de ABN AMRO Groep (‘Externe Beleggingsbeheerder’) en die geselecteerd worden door de Beleggingsbeheerder, die de beleggingsbeslissingen zal nemen in het kader van de portefeuille die geselecteerd worden door de Vennootschap in overeenstemming met vooraf vastgelegde criteria, zoals:
een kwalitatieve selectie (i) door analyse van de stabiliteit en stevigheid van de Externe Beleggingsbeheerder, naast zijn beleggingsproces en de beleggingsfilosofie; en (ii) via ontmoetingen met de managementteams;
een door de Vennootschap ontwikkelde kwantitatieve selectie die erop gericht is slechts Externe Beleggingsbeheerders te selecteren met een bewezen, voor risico bijgestuurd rendement.
De beleggers kunnen een up-to-date lijst van de subbeleggingsbeheerders verkrijgen ten kantore van de Vennootschap. Het algemene beleggingsbeleid van deze compartimenten is gebaseerd op de definitie van hun respectieve referentie-indexen. Elk compartiment heeft zijn eigen specifieke referentie-index, waarmee de spreiding van het vermogen van het compartiment en zijn rendement worden vergeleken, en elk compartiment streeft naar vermogensgroei op lange termijn en naar een rendement dat hoger ligt dan dat van zijn referentie-index. Voor meer informatie over de risico’s verwijzen wij naar onderstaande Bijlage 3. 'Profile' De aangestelde Beleggingsbeheerder kan: het beheer van de compartimenten gedeeltelijk delegeren aan minimaal twee subbeleggingsbeheerders die geen deel uitmaken van de ABN AMRO Groep (“Externe Beleggingsbeheerder”) en die geselecteerd worden door de Beleggingsbeheerder, die de beleggingsbeslissingen zal nemen in het kader van de portefeuille. in deelbewijzen of aandelen beleggen van beleggingsfondsen met open structuur die in aanmerking komen als Instellingen voor Collectieve Belegging in overdraagbare Effecten (“ICBE”) krachtens Richtlijn 85/611, en/of in aanmerking komen als andere instellingen voor collectieve belegging in de zin van Richtlijn 85/611. ICBE's en delegeringen worden geselecteerd volgens vooraf vastgelegde criteria, zoals: een kwalitatieve selectie (i) door analyse van de stabiliteit en soliditeit van de Externe Beleggingsbeheerder, naast zijn beleggingsproces en de beleggingsfilosofie; en (ii) via ontmoetingen met de managementteams; een door de Vennootschap ontwikkelde kwantitatieve selectie die erop gericht is slechts Externe Beleggingsbeheerders te selecteren met een bewezen, voor risico bijgestuurd rendement. De beleggers kunnen een up-to-date lijst van de subbeleggingsbeheerders verkrijgen ten kantore van de Vennootschap. De compartimenten kunnen beleggen in de obligatie-, aandelen- en geldmarkten via directe beleggingen, financiële derivaten en instellingen voor collectieve belegging (met inbegrip van beursverhandelde indexfondsen) en, in ondergeschikte mate, in contanten. Het accent wordt gelegd op een internationale spreiding van de beleggingen.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
13 / 82
'Lifecycle' De aangestelde Beleggingsbeheerder kan: het beheer van de compartimenten gedeeltelijk delegeren aan minimaal twee subbeleggingsbeheerders die geen deel uitmaken van de ABN AMRO Groep (“Externe Beleggingsbeheerder”) en die geselecteerd worden door de Beleggingsbeheerder, die de beleggingsbeslissingen zal nemen in het kader van de portefeuille. in deelbewijzen of aandelen beleggen van beleggingsfondsen met open structuur die in aanmerking komen als Instellingen voor Collectieve Belegging in overdraagbare Effecten (“ICBE”) krachtens Richtlijn 85/611, en/of in aanmerking komen als andere instellingen voor collectieve belegging in de zin van Richtlijn 85/611. ICBE's en delegeringen worden geselecteerd volgens vooraf vastgelegde criteria, zoals: een kwalitatieve selectie (i) door analyse van de stabiliteit en soliditeit van de Externe Beleggingsbeheerder, naast zijn beleggingsproces en de beleggingsfilosofie; en (ii) via ontmoetingen met de managementteams; een door de Vennootschap ontwikkelde kwantitatieve selectie die erop gericht is slechts Externe Beleggingsbeheerders te selecteren met een bewezen, voor risico bijgestuurd rendement. De beleggers kunnen een up-to-date lijst van de subbeleggingsbeheerders verkrijgen ten kantore van de Vennootschap. Er zijn momenteel 8 Lifecycle compartimenten, die elk hun eigen streefdatum voor belegging hebben. Algemeen gesproken, zullen de Lifecycle compartimenten een gematigd hoog risicoprofiel hebben wanneer de streefdatum van het betrokken Lifecycle compartiment nog relatief veraf ligt (5 jaar of langer). Daarna zullen de compartimenten geleidelijk meer in beleggingen met lagere risico's beleggen naarmate de streefdatum nadert. Deze compartimenten zijn speciaal ontwikkeld voor beleggers met een welbepaalde beleggingshorizon, bijvoorbeeld in het kader van een pensioenplanning. De streefdatum van elk Lifecycle compartiment is 31 januari van het jaar dat in de naam van het betrokken Lifecycle compartiment is opgenomen (de 'Streefdatum'). Beleggers dienen op te merken dat op en na de Streefdatum de compartimenten volledig belegd zullen zijn in geldmarktinstrumenten die uitgedrukt zijn in euro. ‘Other Funds’ Deze compartimenten, die hun eigen risicoprofiel en activaspreiding hebben, worden actief beheerd door voornamelijk te beleggen in deelbewijzen of aandelen van beleggingsfondsen met open structuur die in aanmerking komen als Instellingen voor Collectieve Belegging in overdraagbare Effecten (‘ICBE’) krachtens Richtlijn 85/611, en/of in aanmerking komen als andere instellingen voor collectieve belegging in de zin van Richtlijn 85/611, overdraagbare aandeeleffecten en/of schuldeffecten of een combinatie daarvan. Overdraagbare aandeeleffecten omvatten, maar zijn niet beperkt tot, aandelen, depository receipts, converteerbare obligaties, index en participation notes in de door de Wet toegestane mate. Overdraagbare schuldeffecten omvatten, maar zijn niet beperkt tot, vastrentende overdraagbare effecten, door hypotheek gedekte effecten, nulcouponinstrumenten, floating rate notes, cap, floors en collars en andere schuldeffecten, met inbegrip van schuldeffecten met een relatief korte resterende looptijd uitgegeven of gewaarborgd door overheden, overheidsinstellingen, supranationale organisaties en bedrijven. Deze compartimenten kunnen van tijd tot tijd beleggen in niet-genoteerde overdraagbare effecten en geldmarktinstrumenten binnen de in Bijlage 1 uiteengezette beperkingen. De compartimenten kunnen in bijkomende mate ook contanten en contantequivalenten houden, met inbegrip van depositocertificaten en kortetermijndeposito’s. De raad van bestuur heeft een beleid inzake corporate governance aangenomen dat onder meer bepaalt dat de compartimenten hun stemrechten kunnen uitoefenen op de aandeelhoudersvergaderingen van de vennootschappen waarin ze beleggen. De belangrijkste factoren die de stem van de raad van bestuur zullen bepalen houden verband met het vermogen van een vennootschap om jegens de aandeelhouders haar verplichtingen inzake transparantie en verantwoordelijkheid voor de beleggingen van de aandeelhouders na te komen, en haar activiteiten zo te voeren dat gezorgd wordt voor groei en rendement van de aandelen op lange termijn. De raad van bestuur zal te goeder trouw en in het beste belang van de aandeelhouders stemmen. Meer informatie hierover is te vinden op de website http://www.bnpparibas-ip.com/. De Vennootschap heeft voorts de toelating om een beroep te doen op technieken en instrumenten met betrekking tot effecten en geldmarktinstrumenten, onder de voorwaarden en binnen de limieten die zijn vastgesteld in bijlage 2, voor zover deze technieken en instrumenten worden aangewend ten behoeve van een efficiënt portefeuillebeheer. Indien deze transacties betrekking hebben op het gebruik van afgeleide instrumenten, moeten deze voorwaarden en beperkingen conform de bepalingen van de Wet zijn. Deze transacties mogen er in geen geval toe leiden dat de Vennootschap of haar compartimenten afwijken van de beleggingsdoelstellingen die in het Prospectus zijn uiteengezet. Met het oog op de verlaging van de operationele en administratieve lasten en teneinde een zo groot mogelijke diversificatie van de beleggingen mogelijk te maken, kan de raad van bestuur tot slot besluiten dat, in overeenstemming met hetgeen is bepaald in bijlage 4, alle activa van de Vennootschap of een deel ervan gezamenlijk worden beheerd met de activa die toebehoren aan andere instellingen voor collectieve belegging of dat alle activa van de compartimenten of een deel ervan onderling gezamenlijk worden beheerd. De verwezenlijking van de beleggingsdoelstellingen van de compartimenten kan niet worden gegarandeerd en de resultaten uit het verleden vormen geen aanwijzing voor toekomstige resultaten.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
14 / 82
DE AANDELEN VORM(EN), CATEGORIE(ËN) EN SUBCATEGORIE(ËN) Binnen elk compartiment heeft de raad van bestuur de mogelijkheid om de volgende categorieën en/of subcategorieën van aandelen (de ‘categorieën’ en ‘subcategorieën’) te creëren: ‘Categorie A’ De aandelen worden aangeboden aan zowel natuurlijke als rechtspersonen. Er worden uitsluitend kapitalisatieaandelen op naam uitgegeven. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen respectievelijk EUR 100 of USD 100. ‘Categorie B’ Deze aandelen worden aangeboden aan zowel natuurlijke als rechtspersonen. Er worden uitsluitend kapitalisatieaandelen op naam uitgegeven. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen respectievelijk EUR 100 of USD 100. ‘Categorie C’ Deze aandelen zijn voorbehouden voor beleggers waarvan het vermogen beheerd wordt door ABN AMRO Discretionary Portfolio Management (DPM). Er worden uitsluitend kapitalisatieaandelen op naam uitgegeven. De toepasselijke initiële minimumbelegging in deze aandelencategorie bedraagt EUR 5.000. Indien blijkt dat aandelen uit deze categorie worden gehouden door anderen dan de toegelaten personen, zullen deze aandelen automatisch en kosteloos worden omgezet in aandelen van de ‘Categorie A’. ‘Categorie I’ Deze aandelen zijn voorbehouden aan institutionele beleggers. Er worden uitsluitend kapitalisatieaandelen op naam uitgegeven. De toepasselijke initiële minimumbelegging in deze aandelencategorie bedraagt EUR 1.000.000 of USD 1.000.000. Indien blijkt dat aandelen uit deze categorie worden gehouden door andere dan de toegelaten personen, zal de raad van bestuur deze aandelen kosteloos omzetten in aandelen van de ‘Categorie A’. De raad van bestuur kan ook beslissen om aandelencategorieën aan te bieden in diverse valuta’s voor bepaalde rechtsgebieden (EUR, USD en andere valuta’s). De valuta waarin een aandelencategorie wordt uitgegeven, wordt aangegeven in de naam van die aandelencategorie, tenzij voor aandelencategorieën die zijn uitgegeven in de referentievaluta van het Fonds. Voorbeeld: een Aaandelencategorie van een Fonds met de EUR als referentievaluta die is uitgegeven in USD zal A-USD genoemd worden, en de NIW van deze A-USD-aandelencategorie zal in USD uitgedrukt worden. Een A-aandelencategorie van een Fonds met de EUR als referentievaluta die is uitgegeven in EUR zal A genoemd worden, en zijn NIW zal uitgedrukt worden in EUR (de referentievaluta van het Fonds). Een Fonds kan meerdere aandelencategorieën uitgeven die de NIW elk in een verschillende valuta uitdrukken zoals hoger beschreven. De beheerprovisie en overige vergoedingen van een aandelencategorie uitgegeven in een andere valuta dan de referentievaluta van het Fonds stemmen overeen met de beheerprovisie en overige vergoedingen van de overeenstemmende aandelencategorie uitgegeven in de referentievaluta van het Fonds. Zo zijn de provisies voor de A-USD-aandelencategorieën identiek aan de beheerprovisie en overige vergoedingen van de A-aandelencategorieën. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging voor Categorie A en Categorie B in aandelencategorieën in andere valuta’s bedragen het equivalent van EUR 100. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging voor Categorie C in aandelencategorieën in andere valuta’s bedragen het equivalent van EUR 5.000. De toepasselijke initiële minimumbelegging voor Categorie I in aandelencategorieën in andere valuta’s bedraagt het equivalent van EUR 1.000.000. Uitsluitend kapitalisatieaandelen, uitgegeven op naam. De raad van bestuur kan bovendien nieuwe waarderingsvaluta’s toevoegen aan een compartiment of aandelencategorie. Als de raad van bestuur van deze mogelijkheid gebruikmaakt, zal het vereenvoudigde prospectus van het betrokken compartiment dienovereenkomstig aangepast worden. Alvorens in te schrijven, dient de belegger in Deel II na te gaan welke categorieën en subcategorieën beschikbaar zijn voor elk compartiment. Indien blijkt dat aandelen uit een categorie of subcategorie worden gehouden door anderen dan de toegelaten personen, zal de raad van bestuur deze aandelen kosteloos omzetten in aandelen van de ‘Categorie A’. Het aandeelhoudersregister wordt in Luxemburg bijgehouden door de registeragent vermeld onder ‘Diverse informatie’. Tenzij om een aandeelcertificaat wordt verzocht, zal een houder van aandelen op naam een schriftelijke bevestiging ontvangen van zijn of haar aandeelhouderschap binnen tien Werkdagen (zoals gedefinieerd in ‘Berekening van de netto-inventariswaarde’). De raad van bestuur adviseert de beleggers aandelen te houden in niet-gecertificeerde vorm, die immers het voordeel bieden dat omzettings- en terugkooporders verwerkt kunnen worden zonder noodzaak om een certificaat in te dienen. Bovendien worden de kosten in verband met het drukken en uitgeven van de aandeelcertificaten ten laste van de beleggers gebracht. Aandeelhouders die gebruik maken van nomineediensten zullen geen certificaten ontvangen. Overdrachten van aandelen op naam kunnen plaatsvinden door een order in die zin te plaatsen bij de Registeragent, vergezeld van een overdrachtsdocument in gepaste vorm en, indien uitgegeven, de betrokken aandeelcertificaten. De aandelen moeten volledig zijn volgestort en worden uitgegeven zonder waardevermelding. Behoudens andersluidende vermelding is hun uitgifte niet beperkt in aantal. De rechten die aan de aandelen zijn gekoppeld zijn de rechten die zijn uitgevaardigd in de wet van 10 augustus 1915 voor zover hierop niet door de Wet wordt afgeweken. Er kunnen fracties van aandelen worden uitgegeven voor zowel de aandelen op naam als de aandelen aan toonder die niet materieel leverbaar zijn, tot een honderdste van een aandeel. Alle volledige aandelen van de Vennootschap, ongeacht hun waarde, hebben een gelijk stemrecht. De aandelen van elk compartiment en/of elke categorie en/of subcategorie hebben een gelijk recht op de vereffeningsopbrengst van het betreffende compartiment en/of van elke betreffende categorie en/of subcategorie.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
15 / 82
DIVIDENDEN De inkomsten van kapitalisatieaandelen worden herbelegd. De algemene vergadering van aandeelhouders van de uitkeringsaandelen van elk betrokken compartiment zal elk jaar stemmen over het besluit van de raad van bestuur om een dividend uit te betalen, dat zal worden berekend met inachtneming van de toepasselijke wetgeving en de statuten. De raad van bestuur kan, indien dat opportuun wordt geacht, besluiten om een voorschot op dividenden uit te keren. De raad van bestuur zal de voorwaarden vaststellen voor de betaling van de dividenden en voorschotten op dividenden waartoe is besloten. Als het netto uitkeerbare bedrag zeer laag uitvalt en de kosten om die inkomsten uit te keren onevenredig hoog uitvallen, kan de raad van bestuur voorstellen om geen dividend uit te betalen. In dergelijke gevallen blijven de niet-uitgekeerde inkomsten in het betrokken compartiment ten gunste van de houders van B-aandelen. Een dividend dat niet opgeëist is binnen vijf jaar na de declarering wordt verbeurdverklaard en valt ten gunste van het betrokken Fonds. Er zullen geen interesten betaald worden over een dividend dat door de Vennootschap gedeclareerd is en door haar ter beschikking van de begunstigde gehouden wordt. Alle aandelen van uitkeringsaandelencategorieën die in omloop zijn op de datum van de betaalbaarstelling komen in aanmerking voor het gedeclareerde dividend.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
16 / 82
INSCHRIJVING, OMZETTING EN TERUGKOOP VAN AANDELEN Voorafgaande kennisgevingen Inschrijvingen, omzettingen en terugkopen van aandelen vinden plaats tegen een onbekende NIW. Ze kunnen betrekking hebben op een aantal aandelen of op een bedrag. De raad van bestuur behoudt zich het recht voor om:
(a) om welke reden ook een aanvraag tot inschrijving op of omzetting van aandelen geheel of gedeeltelijk te weigeren; (b) op elk moment de aandelen terug te kopen die worden gehouden door personen aan wie het niet is toegestaan om aandelen van de Vennootschap te kopen of te houden;
(c) inschrijvings-, omzettings- of terugkoopaanvragen te weigeren van een belegger die ervan verdacht wordt praktijken voor Market Timing en Active Trading te hanteren en in voorkomend geval de nodige maatregelen te treffen om de andere beleggers van de Vennootschap te beschermen. De raad van bestuur heeft de toelating om voor elk compartiment minimumbedragen vast te stellen voor inschrijving, omzetting, terugkoop en bezit. Indien een aandeelhouder na een terugkoop of een omzetting binnen een zelfde compartiment aandelen zou houden waarvan het bedrag onder het minimumbedrag voor aandelenbezit ligt, kan de raad van bestuur overgaan tot de gedwongen terugkoop van de aldus gehouden aandelen. Tot slot heeft de raad van bestuur in een aantal gevallen, die in bijlage 6 worden uiteengezet, de toelating om de uitgifte, omzetting en terugkoop van de aandelen van elk compartiment, elke categorie en/of subcategorie, en de berekening van hun netto-inventariswaarde, tijdelijk op te schorten. In het kader van de strijd tegen het witwassen van kapitaal moet het inschrijvingsformulier vergezeld zijn van, wanneer het een natuurlijke persoon betreft, de identiteitskaart of het paspoort van de inschrijver, eensluidend verklaard door een bevoegde instantie (bijv. ambassade, consulaat, notaris of politiecommissaris) of door een financiële instelling die onderhevig is aan identificatienormen die overeenstemmen met de in Luxemburg geldende normen, of, wanneer het een rechtspersoon betreft, van de statuten en een uittreksel uit het handelsregister, in de volgende gevallen: 1. indien direct bij de Vennootschap wordt ingeschreven; 2. indien de inschrijving gebeurt via een professional uit de financiële sector die inwoner is van een land dat geen identificatieverplichting heeft die gelijkwaardig is aan de Luxemburgse normen inzake de preventie van het gebruik van een financieel systeem voor witwasdoeleinden;
3. indien de inschrijving gebeurt via een dochtervennootschap of een vestiging waarvan het moederbedrijf onderworpen is aan een identificatieverplichting die gelijkwaardig is aan de verplichting die door de Luxemburgse wet is vereist, indien het moederbedrijf volgens de toepasselijke wetgeving niet verplicht is om erop toe te zien dat deze bepalingen door de dochtervennootschappen of vestigingen worden nageleefd. Bovendien is de Vennootschap verplicht om de herkomst van de bedragen te achterhalen indien zij afkomstig zijn van financiële instellingen die niet onderworpen zijn aan een identificatieverplichting die gelijkwaardig is aan degene die door de Luxemburgse wet wordt vereist. De inschrijvingen kunnen tijdelijk worden geblokkeerd tot de herkomst van de bedragen is vastgesteld. Algemeen wordt aangenomen dat de professionals uit de financiële sector die ingezetene zijn van landen die zich hebben aangesloten bij de besluiten van de FAG (Financiële Actiegroep ter bestrijding van het witwassen van geld) een identificatieverplichting hebben die gelijkwaardig is aan de verplichting die door de Luxemburgse wet wordt vereist. Dual Pricing Op voorwaarde dat dit geen significante ongunstige impact heeft op een compartiment kan de raad van bestuur bepalen dat een aandelencategorie van een compartiment in bepaalde rechtsgebieden wordt aangeboden tegen een prijs die berekend is in een andere valuta dan de referentievaluta (momenteel USD, EUR en andere grote valuta's). De omwisseling gebeurt vrijwel onmiddellijk, tegen de dan geldende wisselkoers. Transacties in verband met de tweede valuta worden uitgedrukt en betaald in die valuta. Terugkoop- en omzettingsorders kunnen enkel vereffend worden in de dual price valuta waarin de oorspronkelijke belegging plaatsvond. Verzoeken tot vereffening in een andere valuta dan die van de oorspronkelijke belegging zullen verwerkt worden tegen de betrokken wisselkoers; eventuele winsten of verliezen die voortvloeien uit deze omwisseling zullen gedragen worden door de belegger. Verwerking van persoonlijke gegevens Wanneer een belegger een inschrijvingsaanvraag indient, geeft hij de Vennootschap de toestemming om alle vertrouwelijke informatie die zij over hem zou kunnen verkrijgen, op te slaan en te gebruiken met het oog op het beheer van zijn rekening of hun zakelijke relatie. Voor zover dit gebruik dat vereist, geeft de belegger eveneens toestemming om deze informatie te delen met verschillende dienstverleners van de Vennootschap. Merk op dat bepaalde dienstverleners die buiten de Europese Unie zijn gevestigd, mogelijk aan minder strikte regels inzake gegevensbescherming onderworpen zijn. De gegevens kunnen dienen voor archivering, om orders te verwerken, om te antwoorden op vragen van aandeelhouders en om hen informatie te verstrekken over andere producten en diensten van de Vennootschap. De Vennootschap, noch de beheermaatschappij zal vertrouwelijke informatie over de aandeelhouders verstrekken, tenzij zij daartoe verplicht worden door een specifieke reglementering. Inschrijvingen Alle voorwaarden met betrekking tot de inschrijvingen die plaatsvinden tijdens de introductieperiode van een compartiment, categorie en/of subcategorie (‘initiële inschrijvingsperiode’), worden uiteengezet in Deel II. Na de initiële inschrijvingsperiode worden de aandelen uitgegeven tegen een prijs die overeenstemt met de waarde van het nettovermogen per aandeel, vermeerderd met een uitgifteprovisie zoals vermeld in Deel II. Beleggers die voor het eerst willen inschrijven op aandelen moeten het inschrijvingsformulier bij het Prospectus invullen. De raad van bestuur behoudt zich echter het recht voor om afstand te doen van deze verplichting. Om te worden uitgevoerd tegen de inventariswaarde van een bepaalde waarderingsdag moet een order uiterlijk op de datum en het tijdstip die zijn vermeld in de bijzondere voorwaarden, die voor elk compartiment zijn beschreven in Deel II, door de Vennootschap zijn aanvaard. De orders die na deze termijn worden aanvaard, zullen worden verwerkt op basis van de netto-inventariswaarde van de waarderingsdag die volgt op de gegeven waarderingsdag. Om te worden aanvaard door de Vennootschap moet een order alle vereiste informatie bevatten met betrekking tot de identificatie van de aandelen waarop ingeschreven wordt en de identiteit van de inschrijver zoals hierboven vermeld. De orders moeten met de post aan de registeragent gericht worden. Ze kunnen ook per fax of elektronische weg aan de registeragent gericht worden, op voorwaarde dat het origineel meteen per post nagestuurd wordt. Tenzij voor een specifiek compartiment anders wordt vermeld, is de inschrijvingsprijs van elk aandeel betaalbaar in een van de waarderingsvaluta’s van de betreffende aandelen en binnen de in Deel II vastgestelde termijn, in voorkomend geval vermeerderd met de van toepassing zijnde provisie voor inschrijving. De betaling van de aandelen mag enkel via bankoverschrijving gebeuren, vrij van bankkosten (die ten laste van de belegger vallen). De raad van bestuur behoudt zich het recht voor om afstand te doen van deze ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
17 / 82
verplichting en een betaling per cheque te aanvaarden, maar normaliter wordt de order pas in behandeling genomen na verwerking van de cheque. Op verzoek van de aandeelhouder kan de betaling worden verricht in een andere valuta dan een van de waarderingsvaluta's, maar beperkt tot een betaling in EUR, USD of SEK. De omrekeningskosten komen dan voor rekening van de aandeelhouder en worden opgeteld bij de inschrijvingsprijs. In geval van verzuim van betaling binnen de toegestane tijdslimieten behoudt de raad van bestuur zich het recht voor per dag vertraging verwijlinteresten te vorderen tegen het markttarief. De Vennootschap behoudt zich het recht voor om inschrijvingsaanvragen uit te stellen ingeval het onzeker zou zijn dat de betreffende betaling binnen de opgelegde betalingstermijnen aan de bewaarder wordt bezorgd of wanneer het order onvolledig is. In dat geval worden de aandelen slechts toegekend na ontvangst van de naar behoren ingevulde inschrijvingsaanvraag vergezeld van de betaling of een document dat de betaling binnen de opgelegde termijnen onherroepelijk bewijst. In geval van betaling met een niet-gecertificeerde cheque zullen de aandelen worden toegekend na ontvangst van de betalingsbevestiging. De Vennootschap kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de uitgestelde verwerking van orders ingeval deze onvolledig zijn. De raad van bestuur kan aanvaarden aandelen uit te geven tegen de inbreng in natura van effecten, in overeenstemming met de voorwaarden die volgens de Luxemburgse wet zijn vastgesteld, in het bijzonder de verplichting om door de accountant vermeld onder ‘Diverse informatie’ hiervoor een evaluatieverslag te laten opstellen en op voorwaarde dat deze effecten voldoen aan het beleggingsbeleid en de beleggingsbeperkingen van het betreffende compartiment van de Vennootschap, zoals beschreven in Deel II. Behoudens andersluidende bepaling worden de kosten van deze transactie gedragen door de vragende partij. Omzettingen Met inachtneming van de bepalingen die gelden voor een compartiment en/of categorie en/of subcategorie, kan elke aandeelhouder verzoeken zijn aandelen of een deel ervan om te zetten in aandelen van een ander compartiment en/of een andere categorie en/of subcategorie. Het aantal nieuwe uitgegeven aandelen en de kosten van de transactie worden berekend op basis van de formule vermeld in bijlage 5. Bij het omzetten van aandelen van een compartiment in aandelen van een ander compartiment moeten de aandeelhouders beantwoorden aan de minimale beleggingsvereisten van het nieuwe compartiment, anders wordt de order niet in behandeling genomen. Om te worden uitgevoerd tegen de inventariswaarde van een bepaalde waarderingsdag, moet een order uiterlijk op de datum en het tijdstip die zijn vermeld in de bijzondere voorwaarden die voor elk compartiment zijn beschreven in Deel II, door de Vennootschap zijn aanvaard. De orders die na deze termijn worden aanvaard, zullen worden verwerkt op basis van de inventariswaarde van de waarderingsdag die volgt op de gegeven waarderingsdag. Om te kunnen worden verwerkt, moeten de aanvragen voor de omzetting van aandelen aan toonder worden vergezeld van de representatieve effecten. Terugkopen Onder voorbehoud van de uitzonderingen en beperkingen die in het Prospectus zijn vastgelegd, heeft elke aandeelhouder op elk moment het recht om zijn aandelen door de Vennootschap te laten terugkopen. De aandelen die door de Vennootschap worden teruggekocht, worden geannuleerd. Om te worden uitgevoerd tegen de inventariswaarde van een bepaalde waarderingsdag moet een order uiterlijk op de datum en het tijdstip die zijn vermeld in de bijzondere voorwaarden, die voor elk compartiment zijn beschreven in Deel II, door de Vennootschap zijn aanvaard. De orders die na deze termijn worden aanvaard, zullen worden verwerkt op basis van de inventariswaarde van de waarderingsdag die volgt op de gegeven waarderingsdag. Om te worden aanvaard door de Vennootschap moet een order alle vereiste informatie bevatten met betrekking tot de identificatie van de betrokken aandelen en de identiteit van de aandeelhouder zoals hierboven vermeld. Tenzij voor een specifiek compartiment anders wordt vermeld, wordt het terugkoopbedrag van elk aandeel terugbetaald in een van de waarderingsvaluta’s van de betreffende aandelen en de binnen de in Deel II vastgestelde termijn, in voorkomend geval verminderd met de toepasselijke terugkoopprovisie. Op verzoek van de aandeelhouder kan de betaling worden verricht in een andere valuta dan een van de waarderingsvaluta’s van de teruggekochte aandelen, maar beperkt tot een betaling in EUR, USD of SEK. In dat geval komen de wisselkosten voor rekening van de aandeelhouder en worden ze verrekend in de terugkoopprijs. De terugkoopprijs van de aandelen kan hoger of lager zijn dan de prijs die werd betaald op het moment van de inschrijving (of de omzetting), afhankelijk van het feit of de nettowaarde inmiddels is gestegen of gedaald. Het terugkoopbedrag zal slechts worden gestort wanneer de bewaarder ofwel de effecten aan toonder ontvangt die de teruggekochte aandelen vertegenwoordigen, niet-vervallen coupons aangehecht, ofwel een verklaring van een onafhankelijke bewaarinstelling dat de betreffende effecten weldra worden geleverd. De Vennootschap behoudt zich het recht voor de terugkoopaanvragen uit te stellen ingeval het betrokken order onvolledig is. De Vennootschap kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de uitgestelde verwerking van orders ingeval deze onvolledig zijn. De raad van bestuur heeft het recht om de betaling van de terugkoopprijs aan elke instemmende aandeelhouder te voldoen door de toekenning in natura van effecten van het betreffende compartiment, op voorwaarde dat de resterende aandeelhouders geen nadeel ondervinden en dat er door de accountant van de Vennootschap een waarderingsverslag wordt opgesteld. De aard of het type van de tegoeden die in een dergelijk geval worden overgedragen, zal worden bepaald door de beheerder, met inachtneming van het beleggingsbeleid en de beleggingsbeperkingen van het betreffende compartiment. De kosten van dergelijke overdrachten zullen worden gedragen door de vragende partij.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
18 / 82
BEREKENING VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE PER AANDEEL Elke berekening van de netto-inventariswaarde wordt als volgt uitgevoerd, onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur: 1. De netto-inventariswaarde per aandeel van elk compartiment, elke categorie en/of subcategorie wordt, behoudens andersluidende bepalingen in Deel II, op elke volledige bankwerkdag in Luxemburg berekend, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een significant deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld, minstens één dag open zijn geweest na de dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. De NIW wordt voor elk compartiment berekend in de waarderingsvaluta’s die in Deel II worden vermeld. 2. De berekening van de netto-inventariswaarde per aandeel gebeurt op basis van het totale nettovermogen van het desbetreffende compartiment en/of de overeenstemmende categorie en/of subcategorie. Het totale nettovermogen van elk compartiment, elke categorie en/of subcategorie wordt berekend door alle activaonderdelen die door elk van hen worden gehouden (inclusief de rechten/entitlements of percentages die in bepaalde interne subportefeuilles worden gehouden zoals meer gedetailleerd wordt beschreven onder punt 4 hierna) op te tellen, waarvan vervolgens de eigen schulden en verplichtingen worden afgetrokken, dit alles in overeenstemming met hetgeen is vermeld onder punt 4, alinea 4, hierna. 3. De netto-inventariswaarde per aandeel van elk compartiment, elke categorie en/of subcategorie wordt berekend door het betrokken totale nettovermogen te delen door het aantal aandelen in omloop. 4. Teneinde intern een globaal financieel en administratief beheer te verzekeren van de activamassa’s die toebehoren aan een of meerdere compartimenten, categorieën en/of subcategorieën van aandelen, kan de raad van bestuur zoveel interne subportefeuilles creëren als er te beheren activamassa’s zijn (de interne ‘subportefeuilles’). Zo kunnen een of meerdere compartimenten, categorieën en/of subcategorieën van aandelen die volledig of gedeeltelijk hetzelfde beleggingsbeleid hebben, activa verzamelen die door elk van hen zijn verworven in het kader van de uitvoering van dit beleggingsbeleid in een interne subportefeuille die hiertoe is gecreëerd. Het aandeel dat door elk compartiment, elke categorie en/of subcategorie van aandelen wordt gehouden binnen elk van de interne subportefeuilles kan ofwel worden uitgedrukt in percentages ofwel in rechten (of entitlements), zoals beschreven in de twee volgende paragrafen. De oprichting van een interne subportefeuille heeft als enige doelstelling het administratieve en financiële beheer van de Vennootschap te vereenvoudigen. De bezitspercentages worden opgesteld op basis van de verhouding tot de bijdrage aan de activa van een gegeven interne subportefeuille. Deze bezitspercentages worden elke waarderingsdag opnieuw berekend om rekening te houden met elke terugkoop, uitgifte, omzetting, uitkering of andere gebeurtenis die plaatsvindt binnen een van de betreffende compartimenten, categorieën en/of subcategorieën van aandelen en die hun participatie in de betreffende interne subportefeuille zou verhogen of verlagen. De rechten/entitlements die door een gegeven interne subportefeuille zouden worden uitgegeven, worden gewaardeerd met een frequentie en onder voorwaarden die mutatis mutandis identiek zijn aan degene die zijn vermeld onder de punten 1, 2 en 3 hiervoor. Het totale aantal uitgegeven rechten/entitlements zal variëren al naargelang de uitkeringen, terugkopen, uitgiften, omzettingen of andere gebeurtenissen binnen een van de betreffende compartimenten, categorieën en/of subcategorieën die hun participatie in de betreffende interne subportefeuille zouden verhogen of verlagen. 5. Ongeacht het aantal categorieën en/of subcategorieën dat binnen een welbepaald compartiment wordt gecreëerd, moet het totale nettovermogen van dit compartiment worden berekend volgens de door de Wet bepaalde frequentie, volgens de statuten en/of volgens het Prospectus. Het totale nettovermogen van elk compartiment word berekend door het totale nettovermogen van elke categorie en/of subcategorie binnen dit compartiment op te tellen. 6. Onverminderd hetgeen onder punt 4 hiervoor is vermeld over de rechten/entitlements en de bezitspercentages, en onverminderd de bijzondere regels die voor een of meerdere specifieke compartimenten vastgelegd kunnen zijn, gebeurt de waardering van het nettovermogen van de verschillende compartimenten in overeenstemming met de regels bepaald in bijlage 7. 7. Swing pricing: In bepaalde marktomstandigheden en rekening houdend met het volume van de aankoop- en verkooptransacties binnen een compartiment, een categorie of een subcategorie, en de grootte hiervan, kan de raad van bestuur oordelen dat het in het belang van de aandeelhouders is om de NIW per aandeel te berekenen op basis van de aankoop- en verkoopkoersen van de activa en/of door een schatting toe te passen van het verschil tussen de aankoop- en verkoopkoers die geldt op de markten waarop de activa worden verhandeld. De raad van bestuur kan de betreffende NIW opnieuw aanpassen om rekening te houden met alle transactiekosten en verkoopprovisies, met dien verstande dat deze kosten en provisies op dat moment niet meer mogen bedragen dan 1% van de NIW van het compartiment, de categorie of de subcategorie.
19 / 82
FISCALE BEPALINGEN BELASTING VAN DE VENNOOTSCHAP Op datum van het Prospectus is de Vennootschap niet onderworpen aan Luxemburgse belasting op inkomsten en meerwaarden. De Vennootschap is in Luxemburg wel onderworpen aan een jaarlijkse ‘taxe d’abonnement’ van 0,05% van de waarde van het nettovermogen. Dit tarief wordt verlaagd tot 0,01% voor:
a)
de compartimenten waarvan de doelstelling louter gericht is op de collectieve belegging in geldmarktinstrumenten en deposito’s bij kredietinstellingen;
b) c)
de compartimenten waarvan de doelstelling louter gericht is op de collectieve belegging in deposito’s bij kredietinstellingen; de compartimenten, categorieën en/of subcategorieën die zijn voorbehouden aan institutionele beleggers.
De waarde van de tegoeden die wordt vertegenwoordigd door deelbewijzen in handen van andere ICB’s is vrijgesteld van deze ‘taxe d’abonnement’, op voorwaarde dat deze deelbewijzen reeds aan de ‘taxe d’abonnement’ waren onderworpen. Ingeval zij verschuldigd is, is de ‘taxe d’abonnement’ driemaandelijks betaalbaar op basis van het betrokken nettovermogen. De taxe d’abonnement wordt berekend aan het einde van het kwartaal waarop zij betrekking heeft. De Vennootschap is daarnaast in België onderworpen aan een jaarlijkse belasting op de ICB’s van 0,08% van de door de Vennootschap in België openbaar verkochte nettobedragen, vanaf de inschrijving bij de CBFA. BELASTING VAN DE BELEGGINGEN VAN DE VENNOOTSCHAP Bepaalde inkomsten van de portefeuille van de Vennootschap, zoals dividenden en interesten, evenals bepaalde meerwaarden, kunnen onderworpen zijn aan belastingen waarvan de aard en het tarief kan verschillen naargelang het land van herkomst. Op deze inkomsten en meerwaarden kan ook bronbelasting worden geheven. Het is mogelijk dat de Vennootschap in bepaalde omstandigheden geen beroep kan doen op de internationale conventies tegen dubbele heffingen die gesloten zijn tussen Luxemburg en de betrokken landen. Wanneer deze conventies door bepaalde staten strikt toegepast worden, zijn ze immers uitsluitend van toepassing op personen die in Luxemburg belastingplichtig zijn. BELASTING VAN DE AANDEELHOUDERS a) Ingezetenen van Luxemburg Op datum van het Prospectus zijn de ingezetenen van Luxemburg geen bronheffing verschuldigd over de ontvangen dividenden en de gerealiseerde meerwaarden bij de verkoop van aandelen. De dividenden zijn echter belastbaar bij wege van belastingaanslag. Over de bij de vervreemding van aandelen gerealiseerde meerwaarde is geen inkomstenbelasting verschuldigd als de aandelen waren gehouden gedurende een termijn van meer dan zes maanden, behalve voor ingezeten aandeelhouders die meer dan 10% van de aandelen van de Vennootschap houden. b)
Niet-ingezetenen
In principe, volgens de huidige wetgeving en ingeval de bepalingen van de Richtlijn 2003/48 zoals hierna gespecificeerd in punt c) niet van toepassing zijn: is er geen bronheffing verschuldigd op ontvangen dividenden en gerealiseerde meerwaarden bij de verkoop van aandelen door niet-ingezetenen; is er geen Luxemburgse inkomstenbelasting verschuldigd op de meerwaarden die door niet-ingezetenen worden gerealiseerd bij de verkoop van aandelen, behalve in twee gevallen: • indien de aandeelhouder, die meer dan 10% van de aandelen van de Vennootschap houdt, zijn aandelen verkoopt binnen de zes maanden na de verwerving; • indien de aandeelhouder, die meer dan 10% van de aandelen van de Vennootschap houdt, gedurende meer dan vijftien jaar ingezetene is geweest, en hij minder dan vijf jaar vóór de verkoop van de aandelen een niet-ingezetene belastingplichtige is geworden. Indien er echter een verdrag tot voorkoming van dubbele belastingheffing is gesloten tussen het Groothertogdom en het land van verblijf van de aandeelhouder, zijn de gerealiseerde meerwaarden bij de verkoop van aandelen in principe vrijgesteld in Luxemburg, waarbij de belastingbevoegdheid wordt toegekend aan het land van verblijf van de aandeelhouder. c)
Ingezetenen van een andere lidstaat van de Europese Unie, met inbegrip van de Franse overzeese gebieden, de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden, de Alandseilanden en Gibraltar. Alle natuurlijke personen die dividenden van de Vennootschap of de opbrengst van de overdracht van aandelen van de Vennootschap ontvangen door bemiddeling van een betaalkantoor gevestigd in een andere lidstaat dan hun land van verblijf, wordt aangeraden informatie in te winnen in verband met de wettelijke en reglementaire bepalingen die op hen van toepassing zijn. De meeste landen die onder de richtlijn 2003/48 vallen, zullen immers aan de belastingautoriteiten van het land van verblijf van de begunstigde van de uitkeringen de bedragen meedelen van de inkomsten uit de schuldbewijzen die begrepen zijn in het door de Vennootschap uitgekeerde bedrag als het compartiment meer dan 15% van zijn vermogen belegt in de schuldbewijzen die bedoeld worden in artikel 6 van de Richtlijn 2003/48 of die begrepen zijn in de meerwaarde die voortvloeit uit de overdracht, de terugbetaling of de terugkoop van de aandelen van de Vennootschap als het compartiment meer dan 25% van zijn vermogen belegt in de schuldbewijzen die bedoeld worden in artikel 6 van de Richtlijn 2003/48. In plaats van deze mededeling zal Luxemburg, naast bepaalde andere landen, zoals Oostenrijk en Zwitserland, in principe een heffing aan de bron toepassen op de rentebetalingen en op de andere, met de rentebetalingen vergelijkbare inkomsten die aan de begunstigden worden uitgekeerd die in een andere lidstaat verblijven. Deze bronheffing zal 20% bedragen tot 30 juni 2011 en 35% vanaf 1 juli 2011. Met deze bronheffing zal rekening gehouden worden door het land van verblijf van de begunstigde in het kader van de belastingen volgens de geldende nationale belastingreglementering. De begunstigde kan een verzoek indienen bij het betaalkantoor om onder het systeem van de informatie-uitwisseling of het fiscaal certificaat te vallen, in plaats van de bronheffing. d)
Ingezetenen van derde landen
In principe wordt geen bronheffing ingehouden op de inkomsten die worden uitgekeerd aan ingezetenen van derde landen of territoria. Conform de bepalingen van Richtlijn 2003/48 wordt echter wel een bronheffing ingehouden op de interesten en daarmee gelijkgestelde inkomsten die worden uitgekeerd aan begunstigden die natuurlijke personen zijn en die woonachtig zijn in de Nederlandse Antillen, Aruba, Guernsey, Jersey, het eiland Man, de Britse Maagdeneilanden en Montserrat. De voorgaande bepalingen zijn gebaseerd op de Wet en op de momenteel geldende praktijken en kunnen worden gewijzigd. De beleggers wordt aanbevolen om in hun plaats van herkomst, verblijf of domicilie te informeren naar de eventuele fiscale gevolgen van hun belegging. De aandacht van de beleggers wordt eveneens gevestigd op bepaalde fiscale bepalingen die specifiek gelden voor bepaalde landen waar de aandelen van de Vennootschap openbaar worden verdeeld. ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
20 / 82
ALGEMENE VERGADERINGEN EN INFORMATIE VOOR DE AANDEELHOUDERS ALGEMENE VERGADERINGEN VAN AANDEELHOUDERS De jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders vindt plaats op de laatste vrijdag van de maand april om veertien uur op de statutaire zetel van de Vennootschap of op een andere plaats in het Groothertogdom Luxemburg die in de oproeping zal worden vermeld. Indien deze dag in Luxemburg geen bankwerkdag is, wordt de algemene vergadering gehouden op de eerstvolgende bankwerkdag. Er kunnen andere algemene vergaderingen worden bijeengeroepen overeenkomstig de bepalingen van de Luxemburgse wet en de statuten van de Vennootschap. De oproeping van de aandeelhouders voor een algemene vergadering wordt bekendgemaakt in de vormen en binnen de termijnen die zijn vastgelegd door de Luxemburgse wet en de statuten van de Vennootschap. Tevens vinden de algemene vergaderingen plaats volgens de voorschriften van de Luxemburgse wet en de statuten van de Vennootschap. Elk aandeel, ongeacht zijn eenheidswaarde, geeft recht op een stem. Alle aandelen hebben een gelijke rang in de in de algemene vergadering te nemen beslissingen, indien de te nemen beslissingen betrekking hebben op de Vennootschap in haar geheel. Indien beslissingen betrekking hebben op de specifieke rechten van de aandeelhouders van een compartiment, een categorie of een subcategorie nemen alleen de houders van aandelen van dit compartiment, deze categorie of subcategorie deel aan de stemming. INFORMATIE VOOR DE AANDEELHOUDERS Netto-inventariswaarde en dividenden De netto-inventariswaarde, de uitgifteprijs, de omzettingsprijs en de terugkoopprijs van de aandelen van elk compartiment, van elke categorie of subcategorie worden elke waarderingsdag bekendgemaakt op de statutaire zetel van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers en in elk dagblad dat door de raad van bestuur is aangeduid. De kennisgevingen in verband met de betaalbaarstelling van een dividend worden in voorkomend geval gepubliceerd in de ‘d’Wort’ en in de dagbladen die de raad van bestuur geschikt acht voor de landen waarin de aandelen van de Vennootschap aan het publiek worden aangeboden. Deze informatie is ook beschikbaar op het internet, op het volgende adres: www.bnpparibas-ip.com. Boekjaar Het boekjaar van de Vennootschap begint op één januari en eindigt op eenendertig december. Financiële verslagen De Vennootschap publiceert een door de accountant gecontroleerd jaarverslag op de laatste dag van haar maatschappelijk boekjaar. De Vennootschap publiceert eveneens een niet-gecontroleerd tussentijds verslag aan het einde van de zesde maand van het maatschappelijk boekjaar. De financiële verslagen van elk compartiment worden gepubliceerd in de referentievaluta van het compartiment. De geconsolideerde rekeningen van de Vennootschap worden evenwel uitgedrukt in euro. Het jaarverslag wordt binnen de vier maanden na het einde van het maatschappelijk boekjaar bekendgemaakt en het tussentijdse verslag binnen de twee maanden na het einde van het halfjaar. Documenten ter inzage De statuten, Prospectussen en periodieke verslagen kunnen worden geraadpleegd op de statutaire zetel van de Vennootschap en bij de instellingen die belast zijn met de financiële dienstverlening. Exemplaren van de statuten, de jaarverslagen en de halfjaarverslagen zijn op verzoek verkrijgbaar. Informatie over de ontwikkeling van de Vennootschap wordt gepubliceerd in de ‘d’Wort’ en in de dagbladen die de raad van bestuur geschikt acht voor de landen waarin de aandelen van de Vennootschap aan het publiek worden aangeboden. Deze documenten en informatie zijn ook beschikbaar op het internet, op het volgende adres: www.bnpparibas-ip.com.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
21 / 82
BIJLAGE 1 – BELEGGINGSBEPERKINGEN 1. De beleggingen van een compartiment bestaan uitsluitend uit: a) effecten en geldmarktinstrumenten die genoteerd zijn aan of worden verhandeld op een gereglementeerde markt; b) effecten en geldmarktinstrumenten die worden verhandeld op een andere gereglementeerde, regelmatig werkende, erkende en voor het publiek toegankelijke markt van een lidstaat van de Europese Unie; c) effecten en geldmarktinstrumenten die zijn toegelaten tot de officiële notering van een effectenbeurs van een niet-lidstaat van de Europese Unie of die worden verhandeld op een andere gereglementeerde, regelmatig werkende, erkende en voor het publiek toegankelijke markt van een van deze staten; d) nieuw uitgegeven effecten en geldmarktinstrumenten, op voorwaarde dat: - de uitgiftevoorwaarden de verbintenis omvatten dat de aanvraag voor de toelating tot de officiële notering van een effectenbeurs of een andere gereglementeerde, regelmatig werkende, erkende en voor het publiek toegankelijke markt zal worden ingediend; - de toelating uiterlijk binnen het verstrijken van één jaar na de uitgifte wordt verkregen; e) deelbewijzen van ICBE’s die zijn erkend overeenkomstig de Richtlijn 85/611 en/of van andere ICB’s, ongeacht of zij in een lidstaat van de Europese Unie zijn gevestigd, op voorwaarde dat:
f)
-
deze andere ICB’s erkend zijn overeenkomstig een wetgeving die bepaalt dat deze instellingen zijn onderworpen aan een toezicht dat door de CSSF wordt beschouwd als gelijkwaardig aan het toezicht dat wordt voorgeschreven door de communautaire wetgeving en dat de samenwerking tussen de autoriteiten voldoende gewaarborgd is;
-
het niveau van bescherming dat voor de houders van deelbewijzen van deze andere ICB’s wordt gewaarborgd gelijkwaardig is aan het niveau dat vastgelegd is voor de houders van deelbewijzen van een ICBE, en in het bijzonder dat de regels voor de verdeling van de activa, voor leningen en voor het short verkopen van effecten en geldmarktinstrumenten gelijkwaardig zijn aan de eisen van Richtlijn 85/611;
-
over de activiteiten van deze andere ICB’s halfjaarverslagen en jaarverslagen worden opgesteld die het mogelijk maken een waardering te verkrijgen van de activa en de passiva, de winsten en de transacties gedurende de verslagperiode;
-
het aandeel van de activa van de ICBE’s of deze andere ICB’s waarvan de aankoop wordt overwogen, dat overeenkomstig hun oprichtingsdocumenten globaal kan worden belegd in deelbewijzen van andere ICBE’s of andere ICB’s niet meer bedraagt dan 10%;
deposito’s bij een kredietinstelling die op verzoek terugbetaalbaar zijn of die kunnen worden ingetrokken en die een looptijd hebben van twaalf maanden of minder, op voorwaarde dat de kredietinstelling zijn statutaire zetel heeft in een lidstaat van de Europese Unie of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een ander land is gevestigd, de kredietinstelling is onderworpen aan prudentiële regels die door de CSSF worden beschouwd als gelijkwaardig aan de regels die worden voorgeschreven door de communautaire wetgeving;
g) afgeleide financiële instrumenten, inclusief soortgelijke instrumenten die contant worden vereffend, die worden verhandeld op een gereglementeerde markt van het type hierboven vermeld in de punten a), b) en c); en/of afgeleide financiële instrumenten die over-the-counter worden verhandeld (‘afgeleide OTC-instrumenten’), op voorwaarde dat: -
het onderliggende effect bestaat uit instrumenten die vallen onder dit punt 1, uit financiële indexen, uit rentevoeten, wisselkoersen of valuta’s waarin het overeenstemmende compartiment beleggingen kan uitvoeren in overeenstemming met zijn beleggingsdoelstellingen zoals bepaald in de statuten van de Vennootschap.
-
de tegenpartijen van transacties met OTC-instrumenten instellingen zijn die onderworpen zijn aan een prudentieel toezicht en deel uitmaken van de door de CSSF erkende categorieën, en
-
de afgeleide OTC-instrumenten op betrouwbare en controleerbare wijze dagelijks worden gewaardeerd en, op initiatief van de Vennootschap, kunnen worden verkocht, vereffend of afgesloten door een symmetrische transactie, op elk moment en tegen hun reële waarde;
h) andere geldmarktinstrumenten dan degene die worden verhandeld op een gereglementeerde markt en die worden vermeld in artikel 1 van de Wet, op voorwaarde dat de uitgifte of de emittent van deze instrumenten zelf is onderworpen aan een reglementering ter bescherming van beleggers en hun spaartegoeden en dat deze instrumenten voldoen aan de volgende voorwaarden: - uitgegeven of gewaarborgd door een centrale, regionale of lokale overheid, door een centrale bank van een lidstaat, door de Europese Centrale Bank, door de Europese Unie of door de Europese Investeringsbank, door een andere staat of, in geval van een federale staat, door een van de leden van de federatie, of door een internationale openbare instelling waar een of meer lidstaten deel van uitmaken, of -
uitgegeven door een onderneming waarvan effecten worden verhandeld op de gereglementeerde markten vermeld in de punten a), b) of c) hiervoor, of
-
uitgegeven of gewaarborgd door een instelling die onderworpen is aan een prudentieel toezicht volgens de criteria bepaald door het communautair recht, of door een instelling die is onderworpen aan prudentiële regels die door de CSSF worden beschouwd als zijnde minstens even streng als degene die zijn vastgelegd door de communautaire wetgeving en die deze regels naleeft, of
-
uitgegeven door andere entiteiten die deel uitmaken van de door de CSSF goedgekeurde categorieën, voor zover de beleggingen in deze instrumenten onderworpen zijn aan regels ter bescherming van beleggers die gelijkwaardig zijn aan de regels die zijn vastgelegd in het eerste, tweede of derde opsommingsteken, en op voorwaarde dat de emittent een vennootschap is met een kapitaal en reserves van minstens tien miljoen euro (10.000.000 euro), die haar jaarrekening neerlegt en publiceert overeenkomstig de vierde Richtlijn 78/660, ofwel een entiteit die, binnen een groep van vennootschappen die een of meerdere genoteerde vennootschappen omvat, zich wijdt aan de financiering van de groep of een entiteit is die zich wijdt aan de financiering van effectiseringsinstrumenten die een kredietlijn bij de bank genieten.
2. Niettemin: a) kan een compartiment zijn activa voor maximaal 10% beleggen in andere effecten en geldmarktinstrumenten dan vermeld in punt 1; b) kunnen de Vennootschap en geen van deze compartimenten beleggen in vastgoed of vastgoed houden. Bovendien kan de Vennootschap alleen roerende goederen verwerven als deze noodzakelijk zijn voor de directe uitoefening van haar activiteiten; c) kan een compartiment geen goud, edele metalen of grondstoffen verwerven, noch certificaten die ze vertegenwoordigen. 3. Een compartiment kan in bijkomende orde liquiditeiten aanhouden. ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
22 / 82
4.
a) Een compartiment kan niet meer dan 10% van zijn activa beleggen in effecten of geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven door dezelfde entiteit. Een compartiment kan niet meer dan 20% van zijn activa beleggen in deposito’s bij dezelfde entiteit. Het risico van de tegenpartij in een transactie met afgeleide OTC-instrumenten mag voor een compartiment niet meer bedragen dan 10% van zijn activa ingeval de tegenpartij een van de kredietinstellingen is zoals vermeld in punt 1.f), of 5% van zijn activa in alle andere gevallen.
b) De totale waarde van de effecten en geldmarktinstrumenten die door een compartiment worden gehouden bij emittenten waarin het in elk ervan meer dan 5% van zijn activa belegt, mag niet meer dan 40% van de waarde van zijn activa bedragen. Deze limiet is niet van toepassing op deposito’s bij financiële instellingen die zijn onderworpen aan een prudentieel toezicht, noch op transacties met afgeleide OTC-instrumenten met deze instellingen. Niettegenstaande de afzonderlijke limieten die zijn vastgesteld in paragraaf a), kan een compartiment de volgende punten niet combineren: - beleggingen in effecten of geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven door één entiteit, -
deposito’s bij één entiteit, en/of
-
risico’s die voortvloeien uit transacties met afgeleide OTC-instrumenten met één entiteit
die meer bedragen dan 20% van zijn activa.
c) De limiet vastgelegd in paragraaf a) eerste alinea, wordt verhoogd naar maximaal 35% indien de effecten of geldmarktinstrumenten zijn uitgegeven of worden gewaarborgd door een lidstaat van de Europese Unie, door de openbare instanties van zijn grondgebieden, door een niet-lidstaat of door internationale openbare instellingen waarvan een of meer lidstaten deel uitmaken. d) De limiet vastgelegd in paragraaf a) eerste alinea wordt verhoogd naar maximaal 25% voor bepaalde obligaties, indien zij zijn uitgegeven door een kredietinstelling die zijn statutaire zetel heeft in een lidstaat van de Europese Unie en die wettelijk is onderworpen aan een bijzonder toezicht door de openbare instanties bedoeld om de obligatiehouders te beschermen. In het bijzonder moeten de bedragen die voortvloeien uit de uitgifte van deze obligaties overeenkomstig de wetgeving worden belegd in activa die tijdens de hele geldigheidsperiode van de obligaties de vorderingen kunnen dekken die voortvloeien uit de obligaties en die, in geval van faillissement van de emittent, prioritair worden gebruikt voor de terugbetaling van de hoofdsom en de betaling van de opgelopen interesten. Indien een compartiment meer dan 5% van zijn activa belegt in de obligaties die zijn vermeld in de eerste alinea en die door één emittent zijn uitgegeven, mag de totale waarde van deze beleggingen niet meer bedragen dan 80% van de waarde van de activa van het compartiment.
e) Voor de toepassing van de limiet van 40% vermeld in paragraaf b) wordt geen rekening gehouden met de effecten en geldmarktinstrumenten die worden vermeld in de paragrafen c) en d). De limieten vastgelegd in de paragrafen a), b), c) en d) mogen niet worden gecombineerd; bijgevolg mogen de beleggingen in effecten of geldmarktinstrumenten die door dezelfde entiteit zijn uitgegeven, in deposito’s of in afgeleide instrumenten met deze entiteit in overeenstemming met de paragrafen a), b), c) en d), in totaal niet meer bedragen dan 35% van de activa van het compartiment. De vennootschappen waarvan de rekeningen voor consolidatiedoeleinden worden gecombineerd zoals bedoeld in de Richtlijn 83/349 of in overeenstemming met de internationale erkende regels voor financiële verslaggeving, worden voor de berekening van de in dit punt 4 vastgelegde limieten beschouwd als één entiteit. Een zelfde compartiment kan cumulatief tot 20% van zijn activa beleggen in effecten en geldmarktinstrumenten van een zelfde groep. 5. Onverminderd de limieten vastgelegd in punt 8, worden de limieten vastgelegd in punt 4 verhoogd tot maximaal 20% voor beleggingen in aandelen en/of obligaties uitgegeven door een zelfde entiteit, indien het beleggingsbeleid van het compartiment ernaar streeft de samenstelling na te bootsen van een welbepaalde aandelen- of obligatie-index die door de CSSF wordt erkend, onder de volgende voorwaarden: -
de samenstelling van de index is voldoende gediversifieerd;
-
de index vormt een representatief staal van de markt waarop hij betrekking heeft;
-
de index wordt op gepaste wijze gepubliceerd.
De limiet vastgelegd in de vorige alinea bedraagt 35% indien dit gerechtvaardigd blijkt door uitzonderlijke omstandigheden op de markten, in het bijzonder op gereglementeerde markten waar bepaalde effecten of geldmarktinstrumenten in ruime mate domineren. Beleggingen tot deze limiet zijn slechts voor één emittent toegestaan. 6. In afwijking van punt 4 kan een compartiment, volgens het principe van risicospreiding, tot 100% van zijn activa beleggen in verschillende uitgiften van effecten en geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven of worden gewaarborgd door een lidstaat van de Europese Unie, door de openbare instanties van zijn grondgebieden, door een staat die geen deel uitmaakt van de Europese Unie of door internationale instellingen met een openbaar karakter waar een of meerdere lidstaten van de Europese Unie deel van uitmaken. Deze waarden moeten deel uitmaken van ten minste zes verschillende uitgiften, zonder dat de waarden die deel uitmaken van een zelfde uitgifte meer dan 30% van het totaalbedrag mogen bedragen. 7.
a) Een compartiment kan de deelbewijzen verwerven van ICBE’s en/of andere ICB’s vermeld in punt 1.e) op voorwaarde dat niet meer dan 20% van zijn activa in een zelfde ICBE of een andere ICB wordt belegd. Voor de toepassing van deze beleggingslimiet moet elk compartiment van een ICB met meerdere compartimenten, zoals bedoeld in artikel 133 van de Wet, worden beschouwd als een afzonderlijke emittent, op voorwaarde dat het principe van de scheiding van de verplichtingen van de verschillende compartimenten ten aanzien van derden is gewaarborgd.
b) Beleggingen in deelbewijzen van andere ICB’s dan ICBE’s mogen in totaal niet meer bedragen dan 30% van de activa van een compartiment. Indien een compartiment deelbewijzen van ICBE’s en/of andere ICB’s heeft verworven, worden de activa van deze ICBE’s of andere ICB’s niet gecombineerd ten behoeve van de limieten vastgelegd in punt 4.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
23 / 82
c) Aangezien de Vennootschap in deelbewijzen van ICB's kan beleggen, is de belegger blootgesteld aan een risico van kostensplitsing (bijvoorbeeld de beheerkosten van de ICB's waarin de Vennootschap belegt). Een compartiment mag niet beleggen in een ICBE of een andere ICB (onderliggend fonds) die een beheerprovisie in rekening brengt van meer dan 3,00% per jaar. Indien een compartiment belegt in de deelbewijzen van andere ICBE’s en/of andere ICB’s die, hetzij direct, hetzij via delegering, worden beheerd door dezelfde beheermaatschappij of door een andere vennootschap waarmee de beheermaatschappij gelieerd is door gezamenlijk beheer of gemeenschappelijke zeggenschap of door een aanzienlijke directe of indirecte participatie, mag het Compartiment niet onderworpen worden aan enige provisie voor inschrijving op of terugkoop van de deelbewijzen van deze onderliggende fondsen. De maximale jaarlijkse beheerprovisie die direct door het compartiment wordt betaald, is vermeld in Deel II. 8.
a) De Vennootschap mag geen aandelen met stemrecht verwerven waardoor zij een invloed van betekenis zou kunnen uitoefenen op het beheer van een emittent.
b) Bovendien mag de Vennootschap niet meer verwerven dan: -
10% van de aandelen zonder stemrecht van een zelfde emittent;
-
10% van de obligaties van een zelfde emittent;
-
25% van de deelbewijzen van één ICBE en/of andere ICB;
-
10% van de geldmarktinstrumenten die door een zelfde emittent zijn uitgegeven.
De limieten vastgelegd in het tweede, derde en vierde opsommingsteken hoeven op het moment van de verwerving niet te worden nageleefd indien het brutobedrag van de obligaties of de geldmarktinstrumenten of het nettobedrag van de uitgegeven effecten op dat moment niet kan worden berekend.
c) De paragrafen a) en b) zijn niet van toepassing op:
9.
-
effecten en geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven of worden gewaarborgd door een lidstaat van de Europese Unie of de openbare instanties van zijn grondgebieden;
-
de effecten en geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven of worden gewaarborgd door een staat die geen deel uitmaakt van de Europese Unie;
-
de effecten en geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven door internationale instellingen met een openbaar karakter waar een of meerdere lidstaten van de Europese Unie deel van uitmaken;
-
de aandelen die door de Vennootschap worden gehouden in het kapitaal van een vennootschap uit een staat die geen lidstaat is van de Europese Unie die haar activa hoofdzakelijk belegt in effecten van emittenten afkomstig uit deze staat indien, krachtens de wetgeving van deze staat, een dergelijke participatie voor de Vennootschap de enige mogelijkheid is om te beleggen in effecten van emittenten van deze staat. Deze afwijking is echter slechts van toepassing op voorwaarde dat de vennootschap van de niet-lidstaat van de Europese Unie in haar beleggingsbeleid de limieten naleeft die zijn vermeld in de punten 4., 7. en 8. a) en b). Indien de limieten die in de punten 4 en 7 zijn vastgelegd, worden overschreden, is punt 9. mutatis mutandis van toepassing;
De compartimenten hoeven de in deze bijlage vastgelegde limieten niet noodzakelijk na te leven bij de uitoefening van inschrijvingsrechten verbonden aan effecten of geldmarktinstrumenten die deel uitmaken van hun activa. Met inachtneming van het principe van risicospreiding, mogen de nieuwe erkende compartimenten gedurende een periode van zes maanden na hun erkenningsdatum afwijken van de punten 4., 5., 6. en 7. Indien de in de eerste alinea vermelde limieten worden overschreden buiten de wil van het compartiment of ten gevolge van de uitoefening van inschrijvingsrechten, moet het compartiment in zijn verkooptransacties als prioritaire doelstelling nastreven deze toestand te regulariseren en daarbij rekening houden met de belangen van de aandeelhouders.
10. Een compartiment kan valuta’s verwerven via een lening van het back-to-backtype. Een compartiment kan lenen:
a) 10% van zijn activa, voor zover het tijdelijke leningen betreft; b) 10% van zijn activa, voor zover het leningen betreft voor de verwerving van vastgoed dat absoluut noodzakelijk is voor de directe voortzetting van zijn activiteiten; in dit geval mogen deze leningen en de leningen die zijn vermeld in alinea a) hoe dan ook samen niet meer bedragen dan 15% van zijn activa. 11. Onverminderd de toepassing van de punten 1., 2., 3. en bijlage 2, kan een compartiment geen kredieten toekennen of zich borg stellen voor rekening van derden. De voorgaande alinea belet niet dat een compartiment niet volledig volgestorte effecten, geldmarktinstrumenten of andere financiële instrumenten zoals vermeld in punt 1.e), g) en h) kan verwerven. 12. Een compartiment mag de in punt 1.e), g) en h) vermelde effecten, geldmarktinstrumenten of andere financiële instrumenten niet short verkopen. In het algemeen behoudt de raad van bestuur zich het recht voor om op elk moment andere beleggingsbeperkingen te introduceren, voor zover deze absoluut noodzakelijk zijn voor de naleving van de wetten en reglementen die gelden in bepaalde landen waar de aandelen van de Vennootschap zouden kunnen worden aangeboden en verkocht. Omgekeerd behoudt de raad van bestuur zich het recht voor om, voor zover de geldende reglementering die op de Vennootschap van toepassing is dat toestaat, voor een of meerdere compartimenten af te wijken van een of meerdere beleggingsbeperkingen die hierboven worden vermeld. Deze afwijkingen worden vermeld in het beleggingsbeleid in Deel II voor elk van de betrokken compartimenten.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
24 / 82
BIJLAGE 2 – FINANCIËLE INSTRUMENTEN EN TECHNIEKEN Onverminderd hetgeen bepaald kan zijn voor een of meerdere specifieke compartimenten is de Vennootschap gerechtigd voor elk compartiment, conform de onderstaande bepalingen, (I) gebruik te maken van afgeleide financiële instrumenten in de zin van punt 1.g van Bijlage 1 van het Prospectus. Elk compartiment ziet erop toe dat het globale risico dat gekoppeld is aan afgeleide instrumenten niet meer bedraagt dan de totale nettowaarde van zijn portefeuille. Bij de berekening van de risico’s wordt rekening gehouden met de courante waarde van de onderliggende activa, het risico van de tegenpartij, de voorspelbare ontwikkeling van de markten en de beschikbare tijd om de posities te vereffenen. Elk compartiment kan in het kader van zijn beleggingsbeleid en binnen de limieten die zijn vastgesteld in punt 1 van Bijlage 1 van het Prospectus, beleggen in afgeleide financiële instrumenten voor zover de risico’s waaraan de onderliggende activa zijn blootgesteld, globaal de beleggingslimieten die zijn vastgesteld in punt 4 van Bijlage 1 van het Prospectus niet overschrijden. Indien een compartiment belegt in afgeleide financiële instrumenten die op een index zijn gebaseerd, worden deze beleggingen niet noodzakelijk gecombineerd met de limieten die zijn vastgesteld in punt 4 van Bijlage 1 van het Prospectus. Indien een effect of een geldmarktinstrument een afgeleid instrument omvat, moet hiermee rekening worden gehouden voor de toepassing van deze bepalingen. 1.
Algemeen
De Vennootschap kan gebruikmaken van financiële instrumenten waarvan de onderliggende waarden geldmarktinstrumenten kunnen zijn, zowel voor hedging als voor beleggingsdoeleinden (trading) van de portefeuille.
effecten
en
Geavanceerde compartimenten maken ruim gebruik van financiële derivaten en/of van complexere strategieën of instrumenten, zowel voor afdekking (hedging) als met het oog op belegging (trading). De ‘Funds of Mandates Euro Government Bonds’, 'Lifecycle' en 'Profile 1' en 'Profile 5' compartimenten zijn geavanceerde compartimenten. Eenvoudige compartimenten zijn compartimenten die geen complexe posities hebben in financiële derivaten of die uitsluitend voor afdekkingsdoeleinden een beroep doen op financiële derivaten (hedging). Indien dergelijke transacties impliceren dat er gebruik wordt gemaakt van afgeleide instrumenten, moeten de voorwaarden en limieten in overeenstemming zijn met de bepalingen van Bijlage 1 van het Prospectus. Indien een compartiment gebruikmaakt van afgeleide instrumenten voor beleggingsdoeleinden (trading), mag het deze slechts gebruiken binnen de limieten van zijn beleggingsbeleid. Voor elk compartiment mag het globale risico dat gepaard gaat met financiële derivaten niet meer bedragen dan de totale nettowaarde van zijn portefeuille. Bij de berekening van de risico's wordt rekening gehouden met de courante waarde van de onderliggende activa, het risico van de tegenpartij, de voorspelbare ontwikkeling van de markten en de beschikbare tijd om de posities te vereffenen. 1.1. Systemen voor de beoordeling van de risico's aangepast aan het risicoprofiel van een compartiment De Vennootschap hanteert een proces voor risicobeheer waarmee zij op elk moment de risico's die gepaard gaan met de posities kan controleren en meten, evenals hun bijdrage tot het algemene risicoprofiel van de portefeuille; De compartimenten moeten risicobeoordelingssystemen hanteren die aangepast zijn aan hun risicoprofiel, om een nauwkeurige beoordeling van alle gedragen risico’s te garanderen. 1.2. Beperking van het globale risico dat gepaard gaat met afgeleide financiële instrumenten Elk compartiment ziet erop toe dat het globale risico dat gekoppeld is aan afgeleide instrumenten niet meer bedraagt dan de totale nettowaarde van zijn portefeuille. Dit betekent dat het globale risico dat gepaard gaat met het gebruik van afgeleide financiële instrumenten niet meer mag bedragen dan 100% van het nettovermogen van een compartiment en, dientengevolge, dat het globale risico dat door een compartiment wordt gelopen niet consistent meer mag bedragen dan 200% van het nettovermogen en dit na inachtneming van zekerheden ten behoeve van de beoordeling van het tegenpartijrisico en de saldering (netting). 1.3. Beperking van een eventueel tijdelijk gebruik van leningen Het globale risico dat gelopen wordt door het compartiment mag niet met meer dan 10% worden verhoogd via tijdelijke leningen, zodat het globale risico nooit meer kan bedragen dan 210% van de NIW. 1.4. Berekeningsmethode van het globale marktrisico Berekening van het marktrisico Voor de eenvoudige compartimenten wordt het marktrisico beoordeeld op basis van de methode van de benadering via verbintenissen: de posities in financiële derivaten worden geconverteerd naar equivalente posities in de onderliggende activa. De totale verbintenis van een ICBE in financiële derivaten, die beperkt is tot 100% van de totale nettowaarde van de portefeuille, wordt gekwantificeerd als de som, in absolute waarde, van de individuele verbintenissen, rekening houdend met het mogelijke effect van saldering en afdekking. Voor de geavanceerde compartimenten wordt het marktrisico beoordeeld op basis van een benadering via de VaR (Value at Risk) gecombineerd met stresstests; in principe moet op regelmatige basis een benadering via de VaR worden toegepast. Bij dit type benadering wordt het maximale verlies dat door de portefeuille en de afgeleide instrumenten van een compartiment kan worden gegenereerd, geraamd voor een gegeven tijdelijke duur en een gegeven vertrouwensinterval. Het compartiment moet gebruik maken van stresstests om het beheer van de risico’s die gepaard gaan met eventuele abnormale schommelingen op de markt te vereenvoudigen. Berekening van het tegenpartijrisico In overeenstemming met punt 4.a) van Bijlage 1 van het Prospectus, mag het tegenpartijrisico in een transactie met afgeleide OTC-instrumenten voor een compartiment niet meer bedragen dan 10% van zijn vermogen ingeval de tegenpartij een van de kredietinstellingen is zoals vermeld in punt 1.f) van Bijlage 1 van het Prospectus, of 5% van zijn vermogen in alle andere gevallen. In punt III.2. van de circulaire 07/308 worden de regels in verband met de vaststelling van het tegenpartijrisico gedetailleerder beschreven. In toepassing van punt 1.g) van Bijlage 1 van het Prospectus, moet voor afgeleide OTC-instrumenten een precieze waardering worden gehanteerd, die dagelijks en onafhankelijk kan worden gecontroleerd door de Vennootschap.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
25 / 82
2.
BEPALINGEN IN VERBAND MET SPECIFIEKE AFGELEIDE INSTRUMENTEN
Bij de aankoop of verkoop van een Credit Default Swap (CDS) dekt de Vennootschap zich in, door een premie die elk kwartaal wordt gestort, tegen het risico dat een emittent in gebreke blijft. Indien de emittent in gebreke blijft met zijn betaling, kan de vereffening plaatsvinden in de vorm van liquide middelen, in welk geval de koper van de bescherming het verschil ontvangt tussen de nominale waarde en de terug te krijgen waarde, ofwel via een materiële schikking, in welk geval de koper van de bescherming het in gebreke blijvende effect of een effect uit een mand van leverbare effecten die bij de ondertekening van de CDS is overeengekomen, aan de verkoper van de bescherming overdraagt en de nominale waarde recupereert. De gebeurtenissen die worden gelijkgesteld met het in gebreke blijven worden gedefinieerd in de bevestiging van de CDS, net als de leveringsvoorwaarden van de obligaties en vorderingscertificaten. De Vennootschap kan eveneens de CDS’s verkopen en het kredietrisico aldus reproduceren door in ruil aankoopopties te verwerven. Door een Equity Default Swap (EDS) te verwerven, dekt de Vennootschap zich in tegen het risico van een sterke daling (de huidige marktstandaard bedraagt 70%) van de waarde van het onderliggende effect op de effectenbeurzen, ongeacht de reden voor de daling, door een kwartaalpremie te betalen. Indien het risico zich voordoet, dat wil zeggen wanneer de slotkoers op de effectenbeurs de drempel (van -70%) bereikt of overschrijdt, vindt de vereffening plaats in de vorm van liquide middelen: de koper van de bescherming ontvangt een vooraf bepaald percentage (de huidige standaard op de Europese markt is 50%) van het aanvankelijk verzekerde nominale bedrag. De Vennootschap kan ook een EDS verkopen en zo het risico van beursdaling reproduceren door een kwartaalpremie te ontvangen. Een Total Return Swap (TRS) is een contract voor de omwisseling van het totale rendement over een obligatie of een ander onderliggend actief (aandeel, index, etc.) in een referentierente plus een spread. Het totaalrendement omvat de interestcoupons, de dividenden en de winsten of verliezen van het onderliggende actief gedurende de looptijd van het contract, in overeenstemming met het betrokken type onderliggend actief. Een Contract for Difference (CFD) is een contract tussen twee partijen die zich verbinden tot een betaling van liquide middelen door de ene partij aan de andere, ten bedrage van het verschil tussen twee waarderingen van het onderliggende effect, waarvan ten minste één waardering onbekend is op het moment waarop het contract wordt afgesloten. Door een CFD aan te gaan, verbindt de Vennootschap zich ertoe het verschil te betalen (of te ontvangen) tussen de waardering van het onderliggende effect op het moment van het sluiten van het contract en de waardering van het onderliggende effect op een specifiek moment in de toekomst. De Vennootschap kan slechts onderhandelen met vooraanstaande financiële instellingen die deelnemen aan deze markten en die gespecialiseerd zijn in dit type transacties. Het gebruik van CDS’s, CFD’s en EDS’s voor een ander doel dan indekking moet voldoen aan de volgende voorwaarden: (a) ze worden alleen gebruikt in het exclusieve belang van de aandeelhouders, met het oog op een interessant rendement ten opzichte van de gelopen risico’s; (b) het globale risico dat met de CDS's, CFD's en EDS's gepaard gaat, mag in geen geval meer bedragen dan 100% van het nettovermogen van elk compartiment. Bovendien mogen het globale risico dat voortvloeit uit de CDS’s, CFD’s en EDS’s en het globale risico dat voortvloeit uit de andere gebruikte technieken samen in geen geval op duurzame wijze meer bedragen dan 200% van de totale waarde van het nettovermogen van elk compartiment; (c) de algemene beleggingsbeperkingen die zijn gedefinieerd in bijlage I zijn van toepassing op de emittent van de CDS’s, CFD’s en EDS’s en op het risico van de einddebiteur van de CDS’s, CFD’s en EDS’s; (d) het gebruik van de CDS’s, CFD’s en EDS’s past binnen de beleggingsprofielen en de risicoprofielen van de betreffende compartimenten; (e) elk compartiment moet zorgen voor een permanente gepaste dekking voor de risico’s die gepaard gaan met de CDS’s, CFD’s en EDS’s zodat aan de terugkoopverzoeken van de aandeelhouders kan worden voldaan en (f) de geselecteerde CDS’s, CFD’s en EDS’s zijn voldoende liquide om de betreffende compartimenten de mogelijkheid te bieden de betreffende contracten tegen de vastgestelde theoretische prijzen te verkopen/ontbinden. 3.
Effectenleningen
De Vennootschap kan transacties verrichten met betrekking tot het te leen geven of krijgen van effecten, op voorwaarde dat de volgende regels uit circulaire 08/356 worden nageleefd: 3.1 De Vennootschap kan effecten lenen of uitlenen in het kader van een gestandaardiseerd leensysteem georganiseerd door een erkende instelling voor effectenverrekening of door een vooraanstaande financiële instelling die in dit type transactie is gespecialiseerd. De CSSF schrijft voor dat de lener volgende voorwaarden moet naleven: - Hij moet een waarborg inbrengen, - Hij moet onderworpen zijn aan regels voor prudentieel toezicht die de CSSF beschouwt als gelijkwaardig aan de regels in de gemeenschapswetgeving. 3.2 Limieten voor de effectenleentransacties De Vennootschap moet erover waken dat het bedrag van deze effectenleentransacties op 50% blijft (onder voorbehoud van gepaste wijziging in voorkomend geval) van de globale waarderingswaarde van de effecten in de portefeuille van de Vennootschap of moet in staat zijn om de teruggave van de geleende effecten te vragen zodat zij op ieder ogenblik tegemoet kan komen aan haar terugkoopverplichtingen, zonder dat deze transacties het beheer van de activa van de Vennootschap conform haar beleggingsbeleid in het gedrang mogen brengen. 3.3 Beperking van het tegenpartijrisico en ontvangst van de gepaste waarborgen In het kader van de effectenleentransacties moet de waarde van de door het fonds ontvangen waarborg op ieder ogenblik minstens gelijk zijn aan de globale waarderingswaarde (inclusief interesten, dividenden en andere eventuele rechten) van de geleende effecten. Het tegenpartijrisico van de Vennootschap tegenover een en dezelfde tegenpartij mag niet meer vertegenwoordigen dan 10% van zijn vermogen (als deze tegenpartij een kredietinstelling is zoals gedefinieerd in punt 1.f) van Bijlage 1 van het Prospectus) en niet meer dan 5% in andere gevallen. De waarde van de ontvangen waarborg moet dagelijks gewaardeerd worden. 3.4 Aanvaardbare waarborgen: a) Liquiditeiten (contanten, kortlopende banktegoeden, geldmarktinstrumenten, kredietbrieven); b) Obligaties uitgegeven (of gewaarborgd) door een lidstaat van de OESO; c) Aandelen of deelbewijzen uitgegeven door ICB's van het monetaire type (waarvan de netto-inventariswaarde dagelijks berekend wordt en die een rating van AAA (S&P) of gelijkwaardig bezitten); d) Aandelen of deelbewijzen uitgegeven door ICBE's die beleggen in de verder vermelde obligaties/aandelen; e) Obligaties uitgegeven of gewaarborgd door emittenten van eerste rang die een toereikende liquiditeit bieden;
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
26 / 82
f) Aandelen genoteerd of verhandeld op een gereglementeerde markt van een lidstaat van de EU of op een effectenbeurs van een staat die deel uitmaakt van de OESO, op voorwaarde dat zij deel uitmaken van een belangrijke index en dat de emittenten niet gerelateerd zijn aan de tegenpartij; g) directe beleggingen in obligaties of aandelen met de kenmerken vermeld onder punten (e) en (f). 3.5 Herbelegging van contanten ontvangen als waarborg De Vennootschap kan de contanten die zij ontvangt bij wijze van waarborg herbeleggen in de volgende instrumenten: a) ICB's van het monetaire type (waarvan de netto-inventariswaarde dagelijks berekend wordt en die een rating van AAA (S&P) of gelijkwaardig bezitten); b) kortlopende banktegoeden; c) geldmarktinstrumenten; d) kortlopende obligaties uitgegeven of gewaarborgd door een lidstaat van de Europese Unie, Zwitserland, Canada, Japan of de Verenigde Staten of door hun nationale overheidsinstellingen, of door supranationale instellingen en organismen met communautair, regionaal of wereldwijd karakter; e) obligaties uitgegeven of gewaarborgd door emittenten van eerste rang die een toereikende liquiditeit bieden; f)
Retrocessieovereenkomsten -
De andere financiële activa dan banktegoeden of deelbewijzen van ICB's die de Vennootschap heeft verworven via de herbelegging van de contanten die zij heeft ontvangen bij wijze van waarborg mogen niet uitgegeven zijn door een entiteit die gerelateerd is aan de tegenpartij;
-
De financiële activa verworven via de herbelegging van de contanten ontvangen bij wijze van waarborg mogen niet bewaard worden bij de tegenpartij, tenzij zij juridisch gescheiden zijn van de tegoeden van deze laatste;
-
De financiële activa verworven via de herbelegging van de contanten ontvangen bij wijze van waarborg mogen niet in pand of als waarborg gegeven worden, tenzij de Vennootschap over voldoende liquiditeiten beschikt om de ontvangen waarborg te kunnen teruggeven in de vorm van contanten.
3.6 Limieten die gelden voor de herbeleggingen van contanten ontvangen bij wijze van waarborg De herbeleggingen van contanten ontvangen bij wijze van waarborg zijn niet onderworpen aan de algemeen toepasselijke diversificatieregels, op voorwaarde dat een excessieve concentratie van deze beleggingen ten opzichte van de gekozen emittenten of instrumenten vermeden wordt. De herbeleggingen in deelbewijzen van ICB's van het monetaire type of in kortlopende obligaties vallen onder geen enkele diversificatieregel. De herbeleggingen van contanten ontvangen bij wijze van waarborg in banktegoeden zijn onderworpen aan de volgende beperking: De herbeleggingen in de banktegoeden bij een zelfde entiteit mogen niet meer vertegenwoordigen dan 20% van het bedrag van het nettovermogen conform punt 4.a) van Bijlage 1 van het Prospectus. Vanaf het moment waarop de opbrengst van de herbelegde contanten hoger ligt dan een risicoloze opbrengst, moet de blootstelling wat het globale risico betreft berekend worden voor elke positie van de herbelegde contanten. 4.
Wederinkooptransacties
4.1. Conform circulaire 08/356 kan elk compartiment in bijkomende orde wederinkooptransacties verrichten, die bestaan uit de aankoop en de verkoop van effecten waarbij de verkoper volgens de bepalingen het recht heeft om de verkochte effecten van de koper terug te kopen tegen een prijs en binnen een termijn die door beide partijen zijn overeengekomen bij de afsluiting van de overeenkomst. Elk compartiment kan optreden als koper of als verkoper in het kader van wederinkooptransacties. Daarbij moet het echter steeds volgende regels naleven: (a) Een compartiment mag wederinkoopeffecten slechts kopen of verkopen als de tegenpartij bij de transactie een financiële instelling van eerste rang is die gespecialiseerd is in dit type transacties; en (b) Gedurende de hele looptijd van dit type transactie mag het betrokken compartiment de effecten die het voorwerp van de transactie uitmaken niet verkopen voor de wederinkoop van de effecten door de tegenpartij uitgeoefend is of de wederinkooptermijn vervallen is. Het compartiment moet er daarenboven voor zorgen dat de omvang van deze wederinkooptransacties op een niveau gehouden wordt dat het in staat stelt om op ieder ogenblik te beantwoorden aan zijn verplichtingen inzake de terugkoop van deelbewijzen/aandelen in het kader van de terugkooporders die worden ingediend door de houders van deelbewijzen/aandelen. 4.2. De volgende effecten komen in aanmerking voor wederinkooptransacties: a) kortlopende bankcertificaten; b) geldmarktinstrumenten; c) obligaties uitgegeven of gewaarborgd door een lidstaat van de OESO of door zijn nationale overheidsinstellingen of door supranationale instellingen en organismen met communautair, regionaal of wereldwijd karakter; d) aandelen of deelbewijzen uitgegeven door ICB’s van het monetaire type (waarvan de netto-inventariswaarde dagelijks berekend wordt en die een rating van AAA (S&P) of gelijkwaardig bezitten); e) obligaties uitgegeven door niet-gouvernementele emittenten die een toereikende liquiditeit bieden; f)
aandelen genoteerd of verhandeld op een gereglementeerde markt van een lidstaat van de EU of op een effectenbeurs van een staat die deel uitmaakt van de OESO, op voorwaarde dat zij deel uitmaken van een belangrijke index;
4.3. Limieten voor de wederinkooptransacties De effecten die het voorwerp uitmaken van wederinkooptransacties moeten beantwoorden aan het beleggingsbeleid van de Vennootschap en moeten, samen met de andere effecten die de Vennootschap in portefeuille houdt, de beleggingsbeperkingen van de Vennootschap globaal naleven. 5. Tijdelijke verwerving van effecten Elk compartiment kan: (I) effecten lenen (via een retrocessieovereenkomst) gedurende een gegeven periode, met materiële ontvangst van deze effecten; (II) deze effecten verkopen; (III) ze vervolgens terugkopen, (IV) teneinde ze vervolgens te kunnen teruggeven aan de oorspronkelijke uitlener;
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
27 / 82
op voorwaarde dat dit type transactie niet meer vertegenwoordigt dan 10% van zijn nettovermogen en dat het uitsluitend met financiële instellingen van eerste rang wordt afgesloten.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
28 / 82
BIJLAGE 3 – BELEGGINGSRISICO’S De beleggingen van elk compartiment zijn onderworpen aan de marktschommelingen en aan de risico’s die gepaard gaan met beleggingen in effecten. Risico in verband met de aandelenmarkten De risico’s die gepaard gaan met beleggingen in aandelen (en daarmee gelijkgestelde instrumenten) omvatten aanzienlijke koersschommelingen, negatieve informatie over de emittent of de markt en het ondergeschikte karakter van de aandelen ten opzichte van de obligaties die door dezelfde vennootschap worden uitgegeven. Aandelenkoersen zijn op korte termijn overigens dikwijls volatieler. Het risico dat een of meer vennootschappen een daling registreren of geen vooruitgang boeken kan op een gegeven moment een negatieve invloed hebben op het rendement van de hele portefeuille. Er kan voor de beleggers geen waarborg geboden worden dat de waarde zal toenemen. De waarde van de beleggingen en de inkomsten die hieruit worden gegenereerd, kunnen zowel dalen als stijgen en mogelijk kunnen beleggers hun belegde tegoed niet terugkrijgen. Het wordt geenszins gewaarborgd dat de beleggingsdoelstelling daadwerkelijk zal worden verwezenlijkt. Bepaalde compartimenten kunnen beleggen in vennootschappen die hun aandelen op de beurs introduceren (Initial Public Offering). In dit geval bestaat het risico erin dat het aandeel dat op de beurs wordt geïntroduceerd volatieler kan zijn als gevolg van factoren zoals de afwezigheid van een vroegere publieke markt, niet-seizoensgebonden transacties, het beperkte aantal verhandelbare effecten en het gebrek aan informatie over de emittent. De mogelijkheid bestaat dat een compartiment dergelijke effecten slechts kort aanhoudt, waardoor de kosten worden verhoogd. De compartimenten die beleggen in groeiwaarden kunnen volatieler zijn dan de algemene markt en kunnen anders reageren op de economische, politieke en marktontwikkelingen en de ontwikkelingen die eigen zijn aan de emittent. Groeiwaarden zijn traditioneel volatieler dan andere waarden, vooral over zeer korte perioden. Dergelijke waarden kunnen bovendien in vergelijking met hun winst, duurder zijn dan de markt in het algemeen. Bijgevolg kunnen groeiwaarden sterker reageren op wijzigingen in hun winstgroei. Bepaalde compartimenten kunnen hun doelstelling baseren op een versterking van de schommelingen op de beurs, wat een bovengemiddelde volatiliteit in de hand werkt. De beheerder kan tijdelijk een defensievere houding aannemen indien hij van mening is dat de beurs of de economie van de landen waarin het compartiment belegt, een buitensporige volatiliteit vertoont, een algemene aanhoudende achteruitgang of andere nadelige omstandigheden. In dergelijke omstandigheden is het mogelijk dat het compartiment niet in staat is zijn beleggingsdoelstelling te verwezenlijken. Risico in verband met de opkomende markten en kleine beurskapitalisaties De compartimenten die beleggen in opkomende markten, in ondernemingen met een kleine beurskapitalisatie of in gespecialiseerde of nichesectoren geven mogelijk blijk van een bovengemiddelde volatiliteit door een hoge graad van concentratie, door de hogere onzekerheid omdat er minder informatie beschikbaar is, door de lagere liquiditeit of door een grotere gevoeligheid voor veranderingen van de marktomstandigheden (sociale, politieke en economische omstandigheden). Bovendien bieden bepaalde opkomende markten minder zekerheid dan de meeste ontwikkelde internationale markten. Derhalve kunnen de prestaties met betrekking tot de transacties in de portefeuille, de vereffening en de bewaring, uitgevoerd voor rekening van de bedragen die in de opkomende markten zijn belegd een hoger risico met zich meebrengen. De Vennootschap en de beleggers aanvaarden deze risico's. Beleggingen op de Russische markt worden uitgevoerd op de 'Russian Trading System Stock Exchange' of 'RTS Stock Exchange', die een groot aantal Russische emittenten omvat en die het universum van Russische aandelen vrijwel volledig dekt. Dankzij de keuze van de RTS Stock Exchange kan worden geprofiteerd van de liquiditeit van de Russische markt, zonder dat er in de lokale valuta moet worden gehandeld, daar alle emittenten op de RTS Stock Exchange direct in USD kunnen worden verhandeld. Het is mogelijk dat kleinere ondernemingen niet in staat zijn om nieuwe middelen te vergaren om hun groei en hun ontwikkeling te verzekeren, dat het hen ontbreekt aan visie inzake beheer of dat zij producten ontwikkelen voor nieuwe, onzekere markten. Liquiditeitsrisico Er bestaat een risico dat beleggingen in compartimenten illiquide worden wegens een te beperkte markt (vaak weerspiegeld door een bijzonder brede spread tussen bied- en laatprijs of grote prijsschommelingen); of wanneer hun rating wordt verlaagd, of wanneer de economische toestand slechter wordt; bijgevolg is het mogelijk dat deze beleggingen niet snel genoeg kunnen worden verkocht of gekocht om een verlies in de compartimenten te verhinderen of tot een minimum te beperken. Kredietrisico Dit is het risico dat kan voortvloeien uit de ratingverlaging van een emittent van obligaties waaraan de compartimenten zijn blootgesteld, en waardoor de waarde van de beleggingen aldus kan dalen. Bepaalde gehanteerde strategieën zijn mogelijk gebaseerd op obligaties die zijn uitgegeven door emittenten met een hoog kredietrisico (hoogrentende effecten). De compartimenten die beleggen in hoogrentende obligaties zijn blootgesteld aan een hoger dan gemiddeld risico door de grotere koersschommelingen van de valuta waarin ze luiden of de kredietkwaliteit van hun emittent. Valutarisico De waarde van een belegging kan worden beïnvloed door schommelingen van de valuta van het land waar de belegging heeft plaatsgevonden, of door de reglementering van de deviezencontrole. Fiscaal risico De waarde van een belegging kan worden beïnvloed door de toepassing van de belastingwetten van de verschillende landen, inclusief bronheffingen, de verandering van regering of economisch of monetair beleid in de betrokken landen. Bijgevolg kan geen waarborg worden gegeven dat de financiële doelstellingen daadwerkelijk worden verwezenlijkt. Risico's in verband met de beleggingen in China Beleggen in China brengt risico’s met zich mee die verband houden met de beperkingen die worden opgelegd aan buitenlandse beleggers, met de tegenpartijen, met de hogere volatiliteit van deze markten en met het risico van het gebrek aan liquiditeit van bepaalde portefeuillelijnen. Dit houdt in dat bepaalde aandelen niet beschikbaar zouden kunnen zijn voor het compartiment doordat het aantal toegelaten buitenlandse beleggers of het totaal van de toegelaten beleggingen voor buitenlandse beleggers reeds bereikt is. Bovendien kan de repatriëring naar het buitenland, door buitenlandse beleggers, van hun deel van de nettowinst, het kapitaal en de dividenden, aan bijkomende beperkingen onderhevig zijn of de toestemming van de betrokken overheid vereisen. De Vennootschap zal hier alleen in beleggen als de beperkingen haar aanvaardbaar lijken. Er kan echter geen waarborg geboden worden dat er in de toekomst geen andere beperkingen zullen worden opgelegd. Renterisico De waarde van een belegging kan worden beïnvloed door schommelingen van de rentevoeten. De rentevoeten kunnen invloed ondervinden van talrijke elementen of gebeurtenissen, zoals politieke of monetaire gebeurtenissen, de discontorente, de inflatie, ... ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
29 / 82
De aandacht van beleggers wordt gevestigd op het feit dat een verhoging van de rentevoeten een daling van de waarde van beleggingen in obligatie-instrumenten en schuldbewijzen tot gevolg heeft. Risico in verband met afgeleide instrumenten Ten behoeve van een efficiënt portefeuillebeheer kan de beheerder in het kader van het globale beleggingsbeleid van een compartiment en binnen de limieten die zijn bepaald door de beleggingsbeperkingen, bepaalde transacties verrichten die het gebruik van afgeleide instrumenten vereisen zoals (i) put- en call-opties op effecten, indexen en valuta’s, inclusief OTC-opties; (ii) futurescontracten op beursindexen en rentevoeten en opties hierop; (iii) gestructureerde producten waarin het effect is gekoppeld aan of zijn waarde ontleent aan een ander effect; (iv) warrants; (v) kredietderivaten, in het bijzonder CDS's, EDS's en CFD's. De aandacht van beleggers wordt gevestigd op het feit dat deze afgeleide instrumenten gepaard gaan met een hefboomeffect. De compartimenten hebben daardoor een hogere volatiliteit. In het kader van het gebruik van afgeleide instrumenten kan elk compartiment over-the-counter-transacties verrichten met termijncontracten en contante transacties met indices of andere financiële instrumenten, evenals indexswaps of andere financiële instrumenten met vooraanstaande banken of beursvennootschappen die als tegenpartij gespecialiseerd zijn in dit type transacties. Risico's in verband met warrants De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op het feit dat de warrants complexe en volatiele instrument zijn waarmee een hoog risico gepaard gaat: er is een grote waarschijnlijkheid van totaal verlies van het belegde vermogen; bovendien is een van de voornaamste kenmerken van de warrants het ‘hefboomeffect’, waarbij een verandering in de waarde van het onderliggende actief een disproportioneel effect op de waarde van de warrant kan hebben. Ten slotte geldt er geen enkele waarborg dat in geval van illiquide markt de warrant kan worden verkocht op een secundaire markt. Risico's in verband met de inflatie Het kan gebeuren dat de rendementen van de kortlopende beleggingen niet tegen hetzelfde tempo evolueren als de inflatie, wat een verlaging van de koopkracht van de beleggers met zich meebrengt.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
30 / 82
BIJLAGE 4 – GEZAMENLIJK BEHEER Om de operationele en administratieve kosten te verlagen en tegelijk een grotere spreiding van de beleggingen mogelijk te maken, kan de raad van bestuur besluiten dat alle activa van de Vennootschap of een deel ervan gezamenlijk moeten worden beheerd met activa die toebehoren aan andere instellingen voor collectieve belegging, of dat alle activa van de compartimenten of een deel ervan onderling gezamenlijk moeten worden beheerd. In de volgende paragrafen verwijst het begrip ‘gezamenlijk beheerde entiteiten’ ofwel globaal naar de Vennootschap en alle andere entiteiten waarmee en waartussen er een gegeven overeenkomst voor gezamenlijk beheer zou bestaan, ofwel naar de gezamenlijk beheerde compartimenten. Het begrip ‘gezamenlijk beheerde activa’ verwijst naar alle activa die toebehoren aan deze zelfde gezamenlijk beheerde entiteiten en die krachtens deze overeenkomst voor gezamenlijk beheer, gezamenlijk worden beheerd. In het kader van het gezamenlijk beheer kan de beheerder globaal voor de gezamenlijk beheerde entiteiten beslissingen nemen in verband met de belegging, de desinvestering of de aanpassing van de portefeuille die een invloed hebben op de samenstelling van de portefeuille van de Vennootschap of de samenstelling van de portefeuilles van de gezamenlijk beheerde compartimenten. In het totaal van de gezamenlijk beheerde activa houdt elke gezamenlijk beheerde entiteit een deel van de gezamenlijk beheerde activa dat overeenstemt met het aandeel van zijn nettotegoeden in de totale waarde van de gezamenlijk beheerde activa. Dit proportionele bezit is van toepassing op elk van de in gezamenlijk beheer gehouden of verworven portefeuillelijnen. Deze proporties worden niet beïnvloed in geval van beleggingsbeslissingen en/of desinvesteringsbeslissingen en de bijkomende beleggingen zullen volgens dezelfde proporties worden toegekend aan de gezamenlijk beheerde activiteiten. De verkochte activa zullen proportioneel in mindering worden gebracht van de gezamenlijk beheerde activa die door elke gezamenlijk beheerde entiteit worden gehouden. In geval van nieuwe inschrijvingen in een van de gezamenlijk beheerde entiteiten zullen de inschrijvingsopbrengsten aan de gezamenlijk beheerde entiteiten worden toegekend volgens de gewijzigde proporties die voortvloeien uit de toename van de nettotegoeden van de gezamenlijk beheerde entiteit waarop is ingeschreven. Alle lijnen van de portefeuille zullen worden gewijzigd door activa over te dragen van de ene gezamenlijk beheerde entiteit naar de andere, zodat ze zijn aangepast aan de gewijzigde proporties. Op analoge wijze kunnen in geval van terugkopen van aandelen in een van de gezamenlijk beheerde entiteiten de nodige liquide middelen in mindering worden gebracht van de liquide middelen die door de gezamenlijk beheerde entiteiten worden gehouden, volgens de gewijzigde proporties die voortvloeien uit de afname van de nettotegoeden van de gezamenlijk beheerde entiteit waarvan aandelen zijn teruggekocht. In dit geval worden alle lijnen van de portefeuille aangepast aan de aldus gewijzigde proporties. De beleggers dienen zich bewust te zijn van het feit dat, behoudens een bijzondere tussenkomst van de bevoegde instanties van de Vennootschap, de techniek van het gezamenlijk beheer tot gevolg kan hebben dat de samenstelling van de activa van de Vennootschap of van een of meer van haar gezamenlijk beheerde compartimenten zal worden beïnvloed door gebeurtenissen die eigen zijn aan de andere gezamenlijk beheerde entiteiten, zoals inschrijvingen en terugkopen. Onder overigens gelijke omstandigheden leiden de inschrijvingen in een van de entiteiten waarmee de Vennootschap gezamenlijk wordt beheerd of in een van de gezamenlijk beheerde compartimenten, tot een toename van de liquide middelen of van het(de) andere gezamenlijk beheerde compartiment(en). Omgekeerd leiden terugkopen in een van de entiteiten waarmee de Vennootschap gezamenlijk wordt beheerd of in een van de gezamenlijk beheerde compartimenten tot een afname van de liquide middelen van de Vennootschap of van het(de) andere gezamenlijk beheerde compartiment(en). De inschrijvingen en de terugkopen kunnen echter worden bewaard op de specifieke rekening die voor elke gezamenlijk beheerde entiteit wordt gehouden buiten het gezamenlijk beheer en via welke inschrijvingen en terugkopen systematisch verlopen. Door de toerekening van massale inschrijvingen en terugkopen aan deze specifieke rekening en doordat de raad van bestuur van de Vennootschap op elk moment kan besluiten het gezamenlijk beheer stop te zetten, kunnen de aanpassingen van de portefeuille van de Vennootschap of van de portefeuille(s) van haar compartimenten worden opgevangen indien deze aanpassingen zouden worden beschouwd als zijnde nadelig voor de belangen van de Vennootschap of haar compartimenten en de beleggers. Indien een wijziging in de samenstelling van de portefeuille van de Vennootschap of een of meerdere van haar gezamenlijk beheerde compartimenten die noodzakelijk is door terugkopen of betalingen van kosten die aan een andere gezamenlijk beheerde entiteit zijn toe te schrijven (en die dus niet aan de Vennootschap moeten worden toegerekend), zou leiden tot een schending van de beleggingsbeperkingen die hierop van toepassing zijn, worden de betreffende activa uitgesloten van het gezamenlijk beheer vóór de uitvoering van de wijziging, zodat ze niet worden beïnvloed door de portefeuillebewegingen. Gezamenlijk beheerde activa worden slechts gezamenlijk beheerd met activa die bestemd zijn te worden belegd volgens een identieke beleggingsdoelstelling die van toepassing is op de gezamenlijk beheerde activa, teneinde te verzekeren dat de beleggingsbeslissingen ten volle verenigbaar zijn met het beleggingsbeleid van de Vennootschap of haar compartimenten. De gezamenlijk beheerde activa worden slechts gezamenlijk beheerd met activa waarvoor de bewaarder eveneens optreedt als bewaarder, teneinde te verzekeren dat de bewaarder ten aanzien van de Vennootschap of haar compartimenten, ten volle zijn functies en verantwoordelijkheden kan uitoefenen, overeenkomstig de bepalingen van de Wet. De bewaarder zal op elk moment een strikte scheiding verzekeren van de activa van de Vennootschap ten opzichte van de tegoeden van de andere gezamenlijk beheerde entiteiten of tussen de activa van de gezamenlijk beheerde compartimenten, en zal bijgevolg op elk moment kunnen bepalen welke tegoeden toebehoren aan de Vennootschap of aan de gezamenlijk beheerde compartimenten. Daar gezamenlijk beheerde entiteiten een beleggingsbeleid kunnen hebben dat niet strikt identiek is aan het beleggingsbeleid van de Vennootschap, is het mogelijk dat het gemeenschappelijke beleid dat wordt toegepast restrictiever is dan dat van de Vennootschap of van een of meer van de gezamenlijk beheerde compartimenten. Er is of wordt een overeenkomst voor gemeenschappelijk beheer ondertekend tussen de Vennootschap, de bewaarder/administratief agent en de beheerder om de rechten en verplichtingen van elke partij te bepalen. De raad van bestuur kan op elk moment en zonder enige voorafgaande kennisgeving besluiten het gezamenlijk beheer stop te zetten. De beleggers kunnen op elk moment op de maatschappelijke zetel van de Vennootschap informatie verkrijgen over het percentage van de gezamenlijk beheerde activa en de entiteiten waarmee er op het moment van het verzoek een gezamenlijk beheer bestaat.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
31 / 82
BIJLAGE 5 – OMZETTINGSFORMULE Het aantal aandelen dat wordt toegewezen aan een nieuw compartiment, een nieuwe categorie of een nieuwe subcategorie wordt aan de hand van de volgende formule bepaald: A = [(B x (C - (C x F)) x D) / E] + X waarbij -
‘A’ het aantal aandelen vertegenwoordigt dat aan het nieuwe compartiment, de nieuwe categorie of de nieuwe subcategorie moet worden toegekend;
-
‘B’ het aantal aandelen vertegenwoordigt dat in het oorspronkelijke compartiment, de oorspronkelijke categorie of de oorspronkelijke subcategorie moet worden omgezet;
-
‘C’ op de toepasselijke waarderingsdag de netto-inventariswaarde vertegenwoordigt van de aandelen die in het oorspronkelijke compartiment, de oorspronkelijke categorie of de oorspronkelijke subcategorie moeten worden omgezet;
-
‘D’ de wisselkoers vertegenwoordigt die op de dag van de transactie van toepassing is tussen de valuta’s van de om te zetten aandelen;
-
‘E’ op de toepasselijke waarderingsdag de netto-inventariswaarde vertegenwoordigt van de aandelen die aan het nieuwe compartiment, de nieuwe categorie of de nieuwe subcategorie moeten worden toegekend;
-
‘F’ het tarief van de omzettingsprovisie vertegenwoordigt dat vermeld is in de beschrijving van elk compartiment in Deel II;
-
‘X’ het niet-toepasbare saldo vertegenwoordigt dat in voorkomend geval aan de aandeelhouder zal worden terugbetaald. NB: de Vennootschap kan fracties van aandelen uitgeven tot een duizendste van een aandeel.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
32 / 82
BIJLAGE 6 – OPSCHORTING VAN DE BEREKENING VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE EN VAN DE UITGIFTE, DE OMZETTING EN DE TERUGKOOP VAN AANDELEN In de volgende gevallen heeft de raad van bestuur het recht om de berekening van de waarde van het nettovermogen van een of meerdere compartimenten, net als de uitgiften, omzettingen en terugkopen tijdelijk en met onmiddellijke ingang op te schorten: (a)
tijdens elke periode waarin een of meerdere valutamarkten of effectenbeurzen die de voornaamste markten of beurzen zijn waarop een aanzienlijk deel van de beleggingen van het compartiment op een gegeven moment genoteerd is, gesloten zijn, behalve op de gebruikelijke sluitingsdagen, of elke periode waarin de handel er onderworpen is aan belangrijke beperkingen of opgeschort is;
(b)
wanneer het door de politieke, economische, militaire, monetaire of sociale toestand of door enig geval van overmacht waarvoor de Vennootschap niet verantwoordelijk is en waarover de Vennootschap geen controle heeft, onmogelijk is om via redelijke en normale middelen over haar activa te beschikken zonder de belangen van de aandeelhouders ernstig te schaden;
(c)
in geval van een storing in de communicatiemiddelen die normaliter worden gebruikt om de prijs te bepalen van enige belegging van de Vennootschap of de courante prijzen op enige markt of beurs;
(d)
wanneer het uitvoeren van transacties voor rekening van de Vennootschap verhinderd wordt door wisselkoersbeperkingen of kapitaalbewegingen of wanneer de aankoop- of verkooptransacties van de activa van de Vennootschap niet tegen normale wisselkoersen kunnen worden uitgevoerd;
(e)
vanaf het moment dat de beslissing is genomen om ofwel de Vennootschap, ofwel een of meerdere compartimenten te vereffenen;
(f)
om de wisselpariteit te bepalen in het kader van een fusie, een inbreng van activa, een splitsing of een andere reorganisatietransactie binnen, via of voor een of meerdere compartimenten van de Vennootschap en gedurende een maximale termijn van twee bankwerkdagen in Luxemburg;
(g)
en in alle gevallen waarin de raad van bestuur met een gemotiveerde resolutie besluit dat een dergelijke opschorting noodzakelijk is om de algemene belangen van de betrokken aandeelhouders te vrijwaren.
Indien het totaal van de nettoverzoeken om terugkoop/omzetting die voor een bepaald compartiment worden ontvangen op een gegeven dag waarop de netto-inventariswaarde wordt berekend betrekking heeft op meer dan 10% van het nettovermogen van het betreffende compartiment, kan de raad van bestuur besluiten om de ingediende verzoeken om terugkoop/omzetting pro rata uit te stellen teneinde het aantal teruggekochte/omgezette aandelen op die dag te verlagen tot 10% van het nettovermogen van het betreffende compartiment. Elk verzoek om terugkoop/omzetting dat aldus wordt uitgesteld, zal in aanmerking worden genomen vóór de verzoeken om terugkoop/omzetting die worden ontvangen op de volgende dag waarop de netto-inventariswaarde wordt berekend, steeds onder voorbehoud van de voornoemde limiet van 10% van het nettovermogen. In uitzonderlijke omstandigheden die een negatieve invloed kunnen hebben op de belangen van de aandeelhouders, of ingeval de verzoeken om inschrijving, terugkoop of omzetting betrekking hebben op meer dan 10% van het nettovermogen van een compartiment, behoudt de raad van bestuur zich het recht voor om de waarde van een aandeel slechts te bepalen nadat binnen de kortst mogelijke termijn de nodige aankopen en verkopen van effecten voor rekening van het compartiment hebben plaatsgevonden. In dit geval zullen de verzoeken om inschrijving, terugkoop en omzetting die moeten worden uitgevoerd, gelijktijdig worden verwerkt op basis van de aldus berekende nettowaarde. Alle beleggers die een verzoek om inschrijving, terugkoop of omzetting hebben ingediend zullen op de hoogte worden gebracht van de opschorting van de berekening van de netto-inventariswaarde. De opgeschorte verzoeken kunnen via een schriftelijke kennisgeving worden ingetrokken, op voorwaarde dat deze door de Vennootschap worden ontvangen vóór het einde van de opschorting. De opgeschorte verzoeken worden in aanmerking genomen op de eerste waarderingsdag na het einde van de opschorting. Ingeval alle opgeschorte verzoeken niet op een zelfde waarderingsdag kunnen worden verwerkt, hebben de eerste verzoeken voorrang op de laatste.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
33 / 82
BIJLAGE 7 – SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN WAARDERINGSREGELS De activa van de Vennootschap omvatten in het bijzonder: (1) alle contanten in kas of in deposito, met inbegrip van de nog niet ontvangen vervallen interesten en de opgelopen interesten op deze deposito’s tot op de dag van betaling; (2) alle wissels en orderbriefjes op zicht en de te ontvangen rekeningen (met inbegrip van de resultaten van de verkoop van effecten waarvan de prijs nog niet werd ontvangen); (3) alle effecten, deelbewijzen, aandelen, obligaties, optierechten of inschrijvingsrechten en andere beleggingen en roerende waarden die eigendom zijn van de Vennootschap; (4) alle dividenden en uitkeringen die door de Vennootschap contant of in effecten moeten worden ontvangen, voor zover de Vennootschap daar kennis van had; (5) alle nog niet ontvangen vervallen interesten en alle interesten die tot op de dag van betaling zijn opgelopen op effecten die eigendom zijn van de Vennootschap, tenzij deze interesten zijn inbegrepen in de hoofdsom van deze waarden; (6) de oprichtingskosten van de Vennootschap, voor zover zij niet zijn afgeschreven; (7) alle andere activa, ongeacht hun aard, met inbegrip van de vooruitbetaalde uitgaven. Onverminderd de specifieke bepalingen voor een compartiment, een categorie en/of een subcategorie, zal de waarde van deze activa als volgt worden bepaald: (a) De waarde van de contanten in kas of in deposito, van de wissels en orderbriefjes op zicht en de te ontvangen rekeningen, van de vooruitbetaalde uitgaven en de dividenden en interesten die zijn aangekondigd of vervallen maar nog niet ontvangen, zal worden bepaald door de nominale waarde van deze tegoeden, tenzij het onwaarschijnlijk lijkt dat deze waarde zal kunnen worden geïnd; in dit laatste geval zal de waarde worden bepaald door een bedrag in mindering te brengen dat de Vennootschap gepast acht om de reële waarde van deze tegoeden te weerspiegelen; (b) De waarde van de deelbewijzen van instellingen voor collectieve belegging zal worden bepaald op basis van de laatste beschikbare netto-inventariswaarde; (c) De waarde van de effecten die genoteerd zijn aan een effectenbeurs of op een andere gereglementeerde, regelmatig werkende, erkende en voor het publiek toegankelijke markt, wordt bepaald op basis van de recentste koers in Luxemburg op de berekeningsdatum en, als de betrokken effecten verhandeld worden op verschillende markten, op basis van de recentste koers op de belangrijkste markt waarop ze verhandeld worden; indien deze koers niet representatief is, zal de waarde worden gebaseerd op de waarschijnlijke verkoopprijs die de raad van bestuur zorgvuldig en te goeder trouw zal ramen; (d) De waarde van de effecten die niet genoteerd zijn of verhandeld worden op een effectenbeurs of op een andere gereglementeerde, regelmatig werkende, erkende en voor het publiek toegankelijke markt, wordt bepaald op basis van de waarschijnlijke opbrengstwaarde die op regelmatige wijze, zorgvuldig en te goeder trouw wordt bepaald door een gekwalificeerde professional die hiertoe door de raad van bestuur is aangesteld in overeenstemming met de bewaarder; (e) De waarden die worden uitgedrukt in een andere valuta dan de uitdrukkingsvaluta van het betrokken compartiment worden omgerekend op basis van de wisselkoers die van toepassing is op de waarderingsdag; (f) De raad van bestuur is gemachtigd om de regels voor de bepaling van de relevante waarderingskoersen op te stellen en te wijzigen. Beslissingen die in dit opzicht worden genomen, worden vermeld in dit Prospectus; (g) Financiële derivaten zullen gewaardeerd worden volgens de regels die vastgelegd zijn door de raad van bestuur en die vooraf zijn goedgekeurd door de accountant van de Vennootschap en de toezichthoudende instanties, als volgt: (g).1 De IRS's zullen gewaardeerd worden op basis van het verschil tussen de geactualiseerde waarde van het geheel van de toekomstige betalingen door de Vennootschap aan de tegenpartij tegen het ‘zero coupon swap’-tarief op de waarderingsdatum die overeenstemt met de vervaldatum van deze betalingen, en de geactualiseerde waarde van het geheel van de toekomstige betalingen door de tegenpartij aan de Vennootschap tegen het ‘zero coupon swap’-tarief op de waarderingsdatum die overeenstemt met de vervaldatum van deze betalingen; (g).2 Het interne model om de waarde te bepalen van CDS’s gebruikt de rentecurve van de CDS’s, de invorderingsrente en het discontopercentage (LIBOR of swaprente van de markt) als basis voor de berekening van de marktnotering (mark-to-market). Dit interne model genereert ook de percentagecurve van de nalatigheidswaarschijnlijkheid. Om de rentecurve van de CDS te bepalen, worden de gegevens van een aantal op de CDS-markt actieve tegenpartijen gebruikt. De beheerder vergelijkt de waardebepaling van de CDS van de tegenpartijen met de waarden die worden berekend op basis van het interne model. Het vertrekpunt bij de opbouw van het interne model is de gelijkheid, bij de ondertekening van de CDS, tussen het variabele en het vaste gedeelte van de CDS. (g).3 Aangezien de EDS's geactiveerd worden als gevolg van een aandeelgebeurtenis, hangt hun waardering voornamelijk af van de volatiliteit van het aandeel en van zijn asymmetrie. Hoe groter deze volatiliteit, hoe sterker het risico dat dit aandeel de drempel van 70% bereikt en hoe groter dus ook de spread van de EDS. De spread van een CDS van een bedrijf weerspiegelt ook zijn volatiliteit, aangezien een hoge volatiliteit van het aandeel wijst op een hoge volatiliteit van de activa van het betrokken bedrijf en dus ook op de hoge waarschijnlijk van een kredietgebeurtenis. Aangezien de spreads van de EDS en de CDS in correlatie staan tot de impliciete volatiliteit van de aandelen, en aangezien deze correlaties de neiging hebben stabiel te blijven in de loop van de tijd, kan een EDS beschouwd worden als proxy voor een CDS. Het belangrijkste punt voor de waardering van een EDS is de berekening van de impliciete waarschijnlijkheid van een aandeelgebeurtenis. Doorgaans worden twee methoden gehanteerd: de eerste bestaat erin de marktspread van de CDS te gebruiken als input in een model om de EDS te waarderen; de tweede zal gebruik maken van de historische gegevens van het aandeel als factor bij het bepalen van deze waarschijnlijkheid. Hoewel de historische gegevens niet noodzakelijk een goed zicht bieden op wat de toekomst zal brengen, kunnen deze gegevens wel het algemene gedrag van een aandeel in crisismomenten toelichten. Wanneer de twee benaderingen vergeleken worden, gebeurt het zeer zelden dat de historische waarschijnlijkheid hoger ligt dan de impliciete waarschijnlijkheid van de aandelen; (g).4 De waardering van een CFD en van de TRS’s zal op ieder ogenblik het verschil weerspiegelen tussen de laatste bekende koers van het onderliggende effect en de waardering waarmee rekening wordt gehouden bij het opstellen van de transactie.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
34 / 82
De verbintenissen van de Vennootschap omvatten in het bijzonder: (1) alle leningen, vervallen wissels en te betalen rekeningen; (2) alle bekende, al dan niet vervallen verplichtingen, met inbegrip van alle contractuele verplichtingen die vervallen zijn en betrekking hebben op betalingen in contanten of in natura (inclusief het bedrag van de dividenden die door de Vennootschap zijn gedeclareerd maar nog niet betaald); (3) alle reserves die door de raad van bestuur zijn toegestaan of goedgekeurd, in het bijzonder de reserves die zijn aangelegd om het hoofd te kunnen bieden aan een potentiële minderwaarde op bepaalde beleggingen van de Vennootschap; (4) elke andere verbintenis van de Vennootschap, ongeacht de aard ervan, met uitzondering van de verbintenissen die worden vertegenwoordigd door de eigen middelen van de Vennootschap. Voor de waardering van het bedrag van deze andere verbintenissen neemt de Vennootschap alle uitgaven die zij moet dragen in aanmerking, inclusief en zonder beperking de kosten voor wijziging van de statuten, het Prospectus of andere documenten met betrekking tot de Vennootschap, de beheerprovisies, rendementsprovisies, distributieprovisies en de overige buitengewone kosten en uitgaven, alle taksen, belastingen en rechten die door de overheidsinstanties en de effectenbeurzen worden geheven, de financiële kosten, bankkosten en makelaarskosten die worden gemaakt bij de aankoop of de verkoop van tegoeden of anderszins. Voor de waardering van het bedrag van deze verbintenissen zal de Vennootschap pro rata temporis rekening houden met de administratieve en andere uitgaven die een regelmatig of periodiek karakter hebben. De tegoeden, verbintenissen, lasten en kosten die niet kunnen worden toegeschreven aan een compartiment, een categorie of een subcategorie zullen over de verschillende compartimenten, categorieën of subcategorieën worden gespreid in gelijke delen of, voor zover de betrokken bedragen dit rechtvaardigen, naar rato van hun nettovermogen. Elk aandeel van de Vennootschap dat aanstonds teruggekocht zal worden, zal worden beschouwd als een uitgegeven en bestaand aandeel tot de sluiting van de waarderingsdag die van toepassing is op de terugkoop van dit aandeel, en zijn prijs zal vanaf de sluiting van deze dag en tot de prijs ervan betaald is, worden beschouwd als een verbintenis van de Vennootschap. Elk aandeel dat door de Vennootschap moet worden uitgegeven in overeenstemming met de ontvangen verzoeken om inschrijving, zal worden behandeld als zijnde uitgegeven vanaf de sluiting van de waarderingsdag van zijn uitgifteprijs en zijn prijs zal worden behandeld als een bedrag dat aan de Vennootschap is verschuldigd tot wanneer het door de Vennootschap is ontvangen. In de mate van het mogelijke zal er rekening worden gehouden met elke belegging of desinvestering die door de Vennootschap wordt beslist tot op de waarderingsdag. Swing pricing: In bepaalde marktomstandigheden en rekening houdend met het volume van de aankoop- en verkooptransacties binnen een compartiment, een categorie of een subcategorie, en de grootte hiervan, kan de raad van bestuur oordelen dat het in het belang van de aandeelhouders is om de NIW per aandeel te berekenen op basis van de aankoop- en verkoopkoersen van de activa en/of door een schatting toe te passen van het verschil tussen de aankoop- en verkoopkoers die geldt op de markten waarop de activa worden verhandeld. De raad van bestuur kan de betreffende NIW opnieuw aanpassen om rekening te houden met alle transactiekosten en verkoopprovisies, met dien verstande dat deze kosten en provisies op dat moment niet meer mogen bedragen dan 1% van de NIW van het compartiment, de categorie of de subcategorie.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
35 / 82
BIJLAGE 8 – PROCEDURES VOOR VEREFFENING, FUSIE EN OPSLORPING Vereffening, fusie, inbreng van een compartiment of aandelencategorie De algemene vergadering van aandeelhouders van een compartiment of aandelencategorie kan beslissen over: -
ofwel de eenvoudige vereffening van het betreffende compartiment of de aandelencategorie;
-
ofwel de sluiting van het betreffende compartiment of de aandelencategorie door de inbreng in een ander compartiment of aandelencategorie van de Vennootschap;
-
ofwel de sluiting van het betreffende compartiment of de aandelencategorie door de inbreng in een andere Instelling voor Collectieve Belegging naar Luxemburgs recht binnen de door de Wet toegestane beperkingen.
In dit geval is er geen aanwezigheidsquorum vereist en worden de besluiten genomen bij eenvoudige meerderheid van de aandelen die aanwezig of vertegenwoordigd zijn. In geval van inbreng in een gemeenschappelijk beleggingsfonds is het formele akkoord van de betrokken aandeelhouders vereist, en zal de genomen beslissing over de inbreng slechts gelden voor de aandeelhouders die zich ten gunste van de betreffende inbreng hebben uitgesproken. Dezelfde beslissingen kunnen worden genomen door de raad van bestuur met meerderheid der stemmen van de leden, maar alleen in de volgende gevallen: -
wanneer het nettovermogen van het betrokken compartiment of de aandelencategorie onder een drempel komt te liggen die als het minimum wordt beschouwd voor een efficiënt beheer van het compartiment of de aandelencategorie;
-
indien zich belangrijke wijzigingen voordoen in de politieke, economische en sociale situatie en wanneer dit gerechtvaardigd wordt door de belangen van de aandeelhouders.
De beslissingen die aldus worden genomen, hetzij door de algemene vergadering, hetzij door de raad van bestuur, zullen in de pers worden gepubliceerd zoals in het Prospectus is vastgelegd voor de mededelingen aan de aandeelhouders. Indien een compartiment of aandelencategorie door inbreng wordt gesloten, hebben de aandeelhouders van dit compartiment of deze aandelencategorie gedurende een maand na de publicatie vermeld in de vorige paragraaf de mogelijkheid om de terugkoop van hun aandelen aan te vragen. In dit geval worden er geen terugkoopkosten in rekening gebracht. Na het verstrijken van deze termijn geldt de beslissing over de inbreng voor alle aandeelhouders van dit compartiment of deze aandelencategorie die niet van deze optie hebben gebruikgemaakt. In geval van eenvoudige vereffening van een compartiment of aandelencategorie wordt het nettovermogen aan de in aanmerking komende partijen uitgekeerd in een evenredige verhouding met de aandelen die in het betrokken compartiment of de aandelencategorie worden gehouden. De tegoeden die niet zijn uitgekeerd binnen een periode van maximaal negen maanden die ingaat op de datum van de vereffening worden in bewaring gegeven bij de Consignatiekas tot het einde van de wettelijk voorgeschreven termijn. Ontbinding, vereffening van de Vennootschap De raad van bestuur kan te allen tijde en om welke reden ook aan een algemene vergadering voorstellen de Vennootschap te ontbinden en te vereffenen. Deze algemene vergadering zal op dezelfde wijze beraadslagen en beslissen als voor een wijziging van de statuten. Wanneer het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap onder twee derde van het in artikel 5 van de statuten vermelde minimumkapitaal komt te liggen, zal de kwestie van de ontbinding van de Vennootschap door de raad van bestuur worden voorgelegd aan de algemene vergadering. De algemene vergadering, waarvoor geen aanwezigheidsquorum vereist is, zal beslissen met eenvoudige meerderheid van de door de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders uitgebrachte stemmen. De kwestie van de ontbinding van de Vennootschap zal door de raad van bestuur eveneens aan de algemene vergadering worden voorgelegd wanneer het maatschappelijk kapitaal onder één vierde van het in artikel 5 van de statuten vastgestelde minimumkapitaal komt te liggen. In dat geval zullen de aandeelhouders die een vierde van de vertegenwoordigde aandelen bezitten zich uitspreken over de ontbinding, zonder aanwezigheidsquorum. In geval van ontbinding van de Vennootschap zal de vereffening worden geregeld door een of meerdere vereffenaars, die zowel natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen zijn, en die worden aangesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders, die tevens hun bevoegdheden en hun vergoeding zal bepalen, zonder afbreuk te doen aan de toepassing van de Wet. De netto-opbrengst van de vereffening van elk compartiment, elke categorie en/of subcategorie zal door de vereffenaars worden uitgekeerd aan de aandeelhouders van elk compartiment, elke categorie en/of subcategorie, evenredig met het aantal aandelen dat zij houden in dit compartiment, deze categorie en/of deze subcategorie. De vereffeningsopbrengst die op het moment dat de vereffeningsprocedure wordt afgesloten niet is uitgekeerd zal bij de Consignatiekas in bewaring worden gehouden ten gunste van de niet-geïdentificeerde aandeelhouders tot het verstrijken van de verjaringstermijn van dertig jaar. De berekening van de netto-inventariswaarde, van alle inschrijvingen, omzettingen en terugkopen van aandelen van deze compartimenten, categorieën en subcategorieën zal tijdens de vereffeningsperiode eveneens worden opgeschort. De algemene vergadering moet zodanig worden georganiseerd dat zij wordt gehouden binnen een periode van veertig dagen na de vaststelling dat het nettovermogen van de Vennootschap onder het wettelijke minimum van twee derde of een vierde zijn gedaald, naargelang het geval.
ABN AMRO Multi-Manager Funds – Volledig Prospectus – Deel I - Versie FEBRUARI 2011
36 / 82
DEEL II
ABN AMRO MULTI-MANAGER FUNDS - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
37 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds Euro Bonds
Beleggingsbeleid Het compartiment streeft naar vermogensgroei op middellange termijn. De activaspreiding in ICBE's en/of andere ICB’s die er voornamelijk op gericht zijn te beleggen in in euro luidende overdraagbare schuldeffecten van internationale emittenten zal in principe 100% bedragen. Hoe dan ook zal, op geconsolideerde basis (directe en indirecte beleggingen), minimaal twee derde van het nettovermogen van het compartiment (na aftrek van de contanten van het compartiment) belegd worden in in euro luidende overdraagbare schuldeffecten zoals obligaties met vaste en vlottende rente (met uitsluiting van converteerbare obligaties) van internationale emittenten. Naast de hoger vermelde beperkingen zal het compartiment binnen het overblijvende derde van zijn totale vermogen en op geconsolideerde basis alle onderstaande beperkingen voor beleggingen in de hiernavolgende effecten/instrumenten, die samengenomen niet meer mogen bedragen dan één derde van zijn totale vermogen, in acht nemen: (i) maximaal 25% van het totale vermogen van het compartiment mag belegd worden in converteerbare obligaties en andere aandelengekoppelde schuldeffecten; (ii) maximaal één derde van het totale vermogen van het compartiment mag belegd worden in geldmarktinstrumenten; (iii) maximaal 10% van het totale vermogen van het compartiment mag belegd worden in overdraagbare aandeleneffecten. Het compartiment kan in bijkomende mate ook contanten en contantequivalenten houden, met inbegrip van depositocertificaten en kortetermijndeposito’s. De referentie-index van het compartiment is: JP Morgan Global Government Bond EMU Index in euro. Het compartiment zal beleggen in fondsen die geselecteerd zijn op basis van een aantal kwalitatieve en kwantitatieve criteria. De kwalitatieve analyse onderzoekt de stabiliteit en stevigheid van de beheermaatschappij van het beleggingsfonds, naast het beleggingsproces en de beleggingsfilosofie. Het kwantitatieve selectieproces is erop gericht slechts fondsen te selecteren met een bewezen, voor risico bijgestuurd rendement. Het compartiment kan proberen de blootstelling aan valutaschommelingen te beperken aan de hand van valutaafdekking en andere financiële instrumenten zoals uiteengezet in Bijlage 2 van het volledig prospectus. Het compartiment is geen geavanceerd compartiment: het kan een beroep doen op niet-complexe posities in financiële derivaten en op financiële derivaten die alleen worden gebruikt voor afdekkingsdoeleinden.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 1
Jaarlijks rendement 2010
2009
2008
Class A
2,9%
8,03%
-0,34%
Class I
3,21%
8,29%
-0,16%
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel defensief. Aanbevolen beleggingstermijn: 4 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100. ISIN-code LU0158930015
Aandelen – Categorie “Class I” Uitsluitend kapitalisatieaandelen, uitgegeven op naam, enkel voor institutionele beleggers.
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
38 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 1.000.000. ISIN-code LU0158930288
Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
Class A
1,00%
zie hierna
Nihil
0,10%
0,05%
Class I
0,8%
Nihil
Nihil
0,07%
0,01%
Opmerkingen over de beheerprovisie Categorie “Class A” : In gevallen waar de Vennootschap belegt in ICBE’s of andere ICB’s van dezelfde promotor zal aan geen van de compartimenten van de Vennootschap een dubbele beheervergoeding aangerekend worden. Categorie “Class I” : In gevallen waar de Vennootschap belegt in ICBE’s of andere ICB’s van dezelfde promotor zal aan geen van de compartimenten van de Vennootschap een dubbele beheervergoeding aangerekend worden. Opmerkingen over de rendementsprovisie Categorie “Class A” : 20% van het positieve verschil tussen het jaarlijkse rendement van het compartiment (dus over het boekjaar) en dat van de referentie-index (JP Morgan Global Government Bond EMU Index in euro). Deze provisie wordt gereserveerd bij elke berekening van de netto-inventariswaarde volgens de "high water mark with hurdle rate"techniek. De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent Instapkosten Class A
5,25%
Class I
Nihil
Conversiekosten 1,00%
(1)
Nihil (1)
Uitstapkosten 1,00% Nihil
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Het compartiment is geïntroduceerd in de categorie "Class A" op 20 december 2002. De categorie "Class I" is geïntroduceerd op 11 december 2006. Achtergrond : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
39 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Corporate Bonds Euro Corporate Bonds
Beleggingsbeleid Het compartiment streeft naar vermogensgroei op middellange termijn. Zijn doelstelling is een rendement te genereren dat hoger ligt dan dat van zijn referentie-index, de “iboxx Euro Corporates”. De activaspreiding in ICBE's en/of andere ICB’s die er voornamelijk op gericht zijn te beleggen in in euro luidende overdraagbare bedrijfsschuldeffecten van internationale emittenten zal in principe 100% bedragen. Hoe dan ook zal, op geconsolideerde basis (directe en indirecte beleggingen), minimaal twee derde van het nettovermogen van het compartiment (na aftrek van de contanten van het compartiment) belegd worden in in euro luidende overdraagbare bedrijfsschuldeffecten zoals obligaties met vaste en vlottende rente (met uitsluiting van converteerbare obligaties) van internationale emittenten. Naast de hoger vermelde beperkingen zal het compartiment binnen het overblijvende derde van zijn totale vermogen en op geconsolideerde basis alle onderstaande beperkingen voor beleggingen in de hiernavolgende effecten/instrumenten, die samengenomen niet meer mogen bedragen dan één derde van zijn totale vermogen, in acht nemen: (i) maximaal 25% van het totale vermogen van het compartiment mag belegd worden in converteerbare obligaties en andere aandelengekoppelde schuldeffecten; (ii) maximaal één derde van het totale vermogen van het compartiment mag belegd worden in geldmarktinstrumenten; (iii) maximaal 10% van het totale vermogen van het compartiment mag belegd worden in overdraagbare aandeleneffecten. Het compartiment kan in bijkomende mate ook contanten en contantequivalenten houden, met inbegrip van depositocertificaten en kortetermijndeposito’s. Het compartiment kan proberen de blootstelling aan valutaschommelingen te beperken aan de hand van valuta-afdekking en andere financiële instrumenten zoals uiteengezet in Bijlage 2 van het volledig prospectus. Het compartiment is geen geavanceerd compartiment: het kan een beroep doen op niet-complexe posities in financiële derivaten en op financiële derivaten die alleen worden gebruikt voor afdekkingsdoeleinden.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 1
Jaarlijks rendement 2010
2009
2008
Class A
NVT
NVT
NVT
Class C
NVT
NVT
NVT
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel defensief. Aanbevolen beleggingstermijn: 4 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100. ISIN-code LU0440322013
Aandelen – Categorie “Class C” Uitsluitend kapitalisatieaandelen, uitgegeven op naam, enkel voor beleggers waarvan het vermogen beheerd wordt door ABN AMRO Discretionary Portfolio Management (DPM). De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 5.000. ISIN-code LU0440323250
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
40 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Corporate Bonds Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
Class A
0,85%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
Class C
0,3%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
Opmerkingen over de beheerprovisie Categorie “Class A” : In gevallen waar de Vennootschap belegt in ICBE’s of andere ICB’s van dezelfde promotor zal aan geen van de compartimenten van de Vennootschap een dubbele beheervergoeding aangerekend worden. Categorie “Class C” : In gevallen waar de Vennootschap belegt in ICBE’s of andere ICB’s van dezelfde promotor zal aan geen van de compartimenten van de Vennootschap een dubbele beheervergoeding aangerekend worden. De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent Instapkosten
Conversiekosten
Class A
5,25%
1,00%
(1)
Class C
5,25%
1,00%
(1)
Uitstapkosten 1,00% 1,00%
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 15 oktober 2009 Achtergrond : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
41 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities World Equities
Beleggingsbeleid Het compartiment streeft naar vermogensgroei op lange termijn. De activaspreiding in ICBE's en/of andere ICB’s die er voornamelijk op gericht zijn te beleggen in overdraagbare aandeeleffecten van bedrijven over de hele wereld zal in principe 100% bedragen. Hoe dan ook zal, op geconsolideerde basis (directe en indirecte beleggingen), minimaal twee derde van het nettovermogen van het compartiment (na aftrek van de contanten van het compartiment) belegd worden in overdraagbare aandeeleffecten zoals aandelen, andere aandelen zoals coöperatieaandelen en winstdelingscertificaten uitgegeven door, of warrants op overdraagbare aandeeleffecten van bedrijven die gevestigd zijn in de hele wereld. Het compartiment kan in bijkomende mate ook contanten en contantequivalenten houden, met inbegrip van depositocertificaten en kortetermijndeposito’s. Directe en indirecte beleggingen in schuldeffecten maken niet meer dan 15% van het vermogen uit. De referentie-index van het compartiment is: MSCI World Index - totaalrendement in euro. Het compartiment zal beleggen in fondsen die geselecteerd zijn op basis van een aantal kwalitatieve en kwantitatieve criteria. De kwalitatieve analyse onderzoekt de stabiliteit en stevigheid van de beheermaatschappij van het beleggingsfonds, naast het beleggingsproces en de beleggingsfilosofie. Het kwantitatieve selectieproces is erop gericht slechts fondsen te selecteren met een bewezen, voor risico bijgestuurd rendement. Het compartiment kan proberen de blootstelling aan valutaschommelingen te beperken aan de hand van valuta-afdekking en andere financiële instrumenten zoals uiteengezet in Bijlage 2 van het volledig prospectus. Het compartiment is geen geavanceerd compartiment: het kan een beroep doen op niet-complexe posities in financiële derivaten en op financiële derivaten die alleen worden gebruikt voor afdekkingsdoeleinden.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 3
Jaarlijks rendement 2010
2009
2008
Class A
25,35%
-43,76%
2,98%
Class B
23,58%
-44,71%
1,18%
Class I
25,6%
-43,5%
4,63%
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel neutraal. Aanbevolen beleggingstermijn: 8 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100. ISIN-code LU0158928381
Aandelen – Categorie “Class B” Uitsluitend op naam en uitkeringsaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100. ISIN-code LU0193228581
Aandelen – Categorie “Class I” Uitsluitend kapitalisatieaandelen, uitgegeven op naam, enkel voor institutionele beleggers.
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
42 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 1.000.000. ISIN-code LU0158928548
Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
Class A
1,5%
zie hierna
Nihil
0,185%
0,05%
Class B
1,5%
zie hierna
Nihil
0,185%
0,05%
Class I
1,2%
Nihil
Nihil
0,155%
0,01%
Opmerkingen over de beheerprovisie Categorie “Class A” : In gevallen waar de Vennootschap belegt in ICBE’s of andere ICB’s van dezelfde promotor zal aan geen van de compartimenten van de Vennootschap een dubbele beheervergoeding aangerekend worden. Categorie “Class B” : In gevallen waar de Vennootschap belegt in ICBE’s of andere ICB’s van dezelfde promotor zal aan geen van de compartimenten van de Vennootschap een dubbele beheervergoeding aangerekend worden. Categorie “Class I” : In gevallen waar de Vennootschap belegt in ICBE’s of andere ICB’s van dezelfde promotor zal aan geen van de compartimenten van de Vennootschap een dubbele beheervergoeding aangerekend worden. Opmerkingen over de rendementsprovisie Categorie “Class A” : 20% van het positieve verschil tussen het jaarlijkse rendement van het compartiment (dus over het boekjaar) en dat van de referentie-index (MSCI World Index - totaalrendement in euro). Deze provisie wordt gereserveerd bij elke berekening van de netto-inventariswaarde volgens de "high water mark with hurdle rate"-techniek. Categorie “Class B” : 20% van het positieve verschil tussen het jaarlijkse rendement van het compartiment (dus over het boekjaar) en dat van de referentie-index (MSCI World Index - totaalrendement in euro). Deze provisie wordt gereserveerd bij elke berekening van de netto-inventariswaarde volgens de "high water mark with hurdle rate"-techniek. De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent Instapkosten
Conversiekosten
1,00% 1,00%
Class A
5,25%
1,00%
Class B
5,25%
1,00% (1)
Class I
Nihil
Nihil
Uitstapkosten
(1)
(1)
Nihil
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. In de categorie "Class A" wordt ze ook in USD en in SEK berekend. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
43 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities Introductiedatum : Het compartiment is geïntroduceerd in de categorie "Class A" op 20 december 2002. De categorie "Class B" is geïntroduceerd op 2 juli 2004. De categorie "Class I" is geïntroduceerd op 3 januari 2005. Achtergrond : Absorptie op 15 juni 2007 van het compartiment "American Equities" van de SICAV. Absorptie op 20 december 2010 van de “Global Sectors” en “Emerging Markets Equities” compartimenten van de SICAV
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
44 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Fund of Mandates Asia-Pacific Equities Fund of Mandates Asia-Pacific Equities
Beleggingsbeleid Het compartiment streeft naar vermogensgroei op lange termijn. De activaspreiding in overdraagbare aandeeleffecten van bedrijven die gevestigd zijn in de regio Azië-Pacific, of die er het merendeel van hun omzet of winst realiseren, zal in principe 100% bedragen. Hoe dan ook zal minimaal twee derde van het nettovermogen van het compartiment (na aftrek van de contanten van het compartiment) belegd worden in overdraagbare aandeeleffecten zoals aandelen, andere aandelen zoals coöperatieaandelen en winstdelingscertificaten uitgegeven door, of warrants op overdraagbare aandeeleffecten van bedrijven die gevestigd zijn in of het merendeel van hun economische activiteiten uitoefenen in de regio Azië-Pacific. Het compartiment kan in bijkomende mate ook contanten en contantequivalenten houden, met inbegrip van depositocertificaten en kortetermijndeposito’s. Het compartiment kan maximaal 10% van zijn vermogen beleggen in fondsen die geselecteerd zijn op basis van een aantal kwalitatieve en kwantitatieve criteria. De kwalitatieve analyse onderzoekt de stabiliteit en stevigheid van de externe beleggingsbeheerder, naast het beleggingsproces en de beleggingsfilosofie. Het kwantitatieve selectieproces is erop gericht slechts externe beleggingsbeheerders te selecteren met een bewezen, voor risico bijgestuurd rendement. Beleggingen in schuldeffecten zullen niet meer dan 15% van het vermogen uitmaken. Het compartiment is geen geavanceerd compartiment: het kan een beroep doen op niet-complexe posities in financiële derivaten en op financiële derivaten die alleen worden gebruikt voor afdekkingsdoeleinden. Risico's Het compartiment belegt in opkomende markten. Het kan dan ook blijk geven van een bovengemiddelde volatiliteit ten gevolge van een hogere graad van concentratie, een grotere onzekerheid aangezien minder informatie beschikbaar is, een lagere liquiditeit, of een grotere gevoeligheid aan veranderingen in de marktomstandigheden (sociale, politieke of economische omstandigheden). Bovendien bieden bepaalde opkomende markten minder zekerheid dan de meeste ontwikkelde internationale markten. Derhalve kunnen de prestaties met betrekking tot de transacties in de portefeuille, de vereffening en de bewaring, uitgevoerd voor rekening van de fondsen die in de opkomende markten zijn belegd, een hoger risico met zich meebrengen. De Vennootschap en de beleggers aanvaarden deze risico's.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 4
Jaarlijks rendement 2010
2009
2008
Class A
42,23%
-47,82%
NVT
Class I
43,83%
-47,27%
NVT
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel dynamisch. Aanbevolen beleggingstermijn: 9 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging bedragen EUR 100 in de aandelencategorie AEUR en USD 100 in de aandelencategorie A-USD. ISIN-code LU0321538521 "Class A-USD" LU0321539412 "Class A-EUR"
Aandelen – Categorie “Class I” Uitsluitend kapitalisatieaandelen, uitgegeven op naam, enkel voor institutionele beleggers. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen USD 1,000,000.
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
45 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Fund of Mandates Asia-Pacific Equities ISIN-code LU0321539925
Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
Class A
2,00%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
Class I
1,1%
Nihil
Nihil
0,155%
0,01%
De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent Instapkosten Class A
Conversiekosten
5,25%
Class I
Nihil
1,00% Nihil
(1)
(1)
Uitstapkosten 1,00% Nihil
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR, uitdrukkingsvaluta van het compartiment. USD, referentievaluta van de “Class A-USD” categorie. Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in USD berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. In de categorie "Class A-EUR" wordt de NIW eveneens berekend in EUR. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 2 november 2007 Achtergrond : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
46 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Fund of Mandates Euro Government Bonds Fund of Mandates Euro Government Bonds
Beleggingsbeleid Het compartiment streeft naar vermogensgroei op middellange termijn. Zijn doelstelling is een rendement te genereren dat hoger ligt dan dat van zijn referentie-index, de “Citi EMU Government Bond Index All Maturities (Euro)”. De activaspreiding in in euro luidende obligaties uitgegeven door landen van de eurozone zal in principe 100% bedragen. Hoe dan ook zal, op geconsolideerde basis (directe en indirecte beleggingen), minimaal twee derde van het nettovermogen van het compartiment (na aftrek van de contanten van het compartiment) belegd worden in in euro luidende obligaties zoals obligaties met vaste en vlottende rente uitgegeven door landen van de eurozone. Naast de hoger vermelde beperkingen zal het compartiment binnen het overblijvende derde van zijn totale vermogen en op geconsolideerde basis alle onderstaande beperkingen voor beleggingen in de hiernavolgende effecten/instrumenten, die samengenomen niet meer mogen bedragen dan één derde van zijn totale vermogen, in acht nemen: (i) maximaal 25% van het totale vermogen van het compartiment mag belegd worden in in euro luidende obligaties uitgegeven door overheden buiten de eurozone; (ii) maximaal één derde van het totale vermogen van het compartiment mag belegd worden in geldmarktinstrumenten; (iii) maximaal 10% van het totale vermogen van het compartiment mag belegd worden in andere ICBE's of ICB's. Dit is een geavanceerd compartiment: het maakt ruim gebruik van financiële derivaten en/of complexere strategieën of instrumenten zowel voor afdekkings- als voor beleggingsdoeleinden. Het gebruik van financiële derivaten is beperkt tot beursgenoteerde instrumenten in overeenstemming met het beleggingsbeleid (met inbegrip van maar niet beperkt tot rentefutures, obligatiefutures, swapnotefutures) en het gebruik van OTC-instrumenten is verboden (met inbegrip van OTC-derivaten, CDS- en CDO-contracten).
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 2
Jaarlijks rendement 2010
2009
2008
Class A
NVT
NVT
NVT
Class C
NVT
NVT
NVT
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel defensief. Aanbevolen beleggingstermijn: 4 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100. ISIN-code LU0454042853
Aandelen – Categorie “Class C” Uitsluitend kapitalisatieaandelen, uitgegeven op naam, enkel voor beleggers waarvan het vermogen beheerd wordt door ABN AMRO Discretionary Portfolio Management (DPM). De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 5.000. ISIN-code LU0454042937
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
47 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Fund of Mandates Euro Government Bonds Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
Class A
0,85%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
Class C
0,5%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent Instapkosten Class A Class C
5,25% 5,25%
Conversiekosten
Uitstapkosten
1,00%
(1)
1,00%
1,00%
(1)
1,00%
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 25 november 2009 Achtergrond : Absorptie op 20 december 2010 van het "World Bonds" compartiment van de SICAV.
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
48 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Fund of Mandates European Equities Fund of Mandates European Equities
Beleggingsbeleid Het compartiment streeft naar vermogensgroei op lange termijn. De activaspreiding in Europese overdraagbare aandeeleffecten zal in principe 100% bedragen. Hoe dan ook zal, op geconsolideerde basis (directe en indirecte beleggingen), minimaal twee derde van het nettovermogen van het compartiment (na aftrek van de contanten van het compartiment) belegd worden in overdraagbare aandeeleffecten zoals aandelen, andere aandelen zoals coöperatieaandelen en winstdelingscertificaten uitgegeven door, of warrants op overdraagbare aandeeleffecten van bedrijven die gevestigd zijn in of het merendeel van hun economische activiteiten uitoefenen in Europa. Het compartiment kan in bijkomende mate ook contanten en contantequivalenten houden, met inbegrip van depositocertificaten en kortetermijndeposito’s. Het compartiment kan maximaal 10% van zijn vermogen beleggen in fondsen die geselecteerd zijn op basis van een aantal kwalitatieve en kwantitatieve criteria. De kwalitatieve analyse onderzoekt de stabiliteit en stevigheid van de externe beleggingsbeheerder, naast het beleggingsproces en de beleggingsfilosofie. Het kwantitatieve selectieproces is erop gericht slechts externe beleggingsbeheerders te selecteren met een bewezen, voor risico bijgestuurd rendement. Beleggingen in schuldeffecten zullen niet meer dan 15% van het vermogen uitmaken. Het compartiment is geen geavanceerd compartiment: het kan een beroep doen op niet-complexe posities in financiële derivaten en op financiële derivaten die alleen worden gebruikt voor afdekkingsdoeleinden.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 3
Jaarlijks rendement 2010
2009
2008
Class A
33,71%
-46,83%
NVT
Class I
34,82%
-46,34%
NVT
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel neutraal. Aanbevolen beleggingstermijn: 8 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging bedragen EUR 100 in de aandelencategorie AEUR en USD 100 in de aandelencategorie A-USD. ISIN-code LU0321539685 "Class A-EUR" LU0321538794 "Class A-USD"
Aandelen – Categorie “Class I” Uitsluitend kapitalisatieaandelen, uitgegeven op naam, enkel voor institutionele beleggers. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 1.000.000. ISIN-code LU0321540188
Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald
Class A
Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
1,75%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
49 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Fund of Mandates European Equities
Class I
Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
1,00%
Nihil
Nihil
0,155%
0,01%
De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent Instapkosten Class A
5,25%
Class I
Nihil
Conversiekosten 1,00%
(1)
Nihil (1)
Uitstapkosten 1,00% Nihil
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR, uitdrukkingsvaluta van het compartiment. USD, referentievaluta van de “Class A-USD” categorie. Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. In de categorie "Class A-USD" wordt de NIW eveneens berekend in USD. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 2 november 2007 Achtergrond : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
50 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Fund of Mandates Global Equities High Alpha Fund of Mandates Global Equities High Alpha
Beleggingsbeleid Het compartiment streeft naar vermogensgroei op lange termijn. De activaspreiding in overdraagbare aandeeleffecten van bedrijven over de hele wereld zal in principe 100% bedragen. Hoe dan ook zal minimaal 60% van het nettovermogen van het compartiment (na aftrek van de contanten van het compartiment) belegd worden in overdraagbare aandeeleffecten zoals aandelen, andere aandelen zoals coöperatieaandelen en winstdelingscertificaten uitgegeven door, of warrants op overdraagbare aandeeleffecten van bedrijven die gevestigd zijn over de hele wereld. Het compartiment kan in bijkomende mate ook contanten en contantequivalenten houden, met inbegrip van depositocertificaten en kortetermijndeposito’s. Het compartiment kan maximaal 10% van zijn vermogen beleggen in fondsen die zijn geselecteerd op basis van een aantal kwalitatieve en kwantitatieve criteria. De kwalitatieve analyse onderzoekt de stabiliteit en stevigheid van de externe beleggingsbeheerder, naast het beleggingsproces en de beleggingsfilosofie. Het kwantitatieve selectieproces is erop gericht slechts externe beleggingsbeheerders te selecteren met een bewezen, voor risico bijgestuurd rendement. Beleggingen in schuldeffecten zullen niet meer dan 15% van zijn vermogen uitmaken. Het compartiment kan trachten de blootstelling aan valutaschommelingen tot een minimum te beperken via het gebruik van valuta-afdekkingstransacties en andere financiële instrumenten zoals beschreven in Bijlage 2 van het volledige prospectus. Dit compartiment is geen geavanceerd compartiment: het kan alleen voor afdekkingsdoeleinden gebruik maken van nietcomplexe posities in financiële derivaten of van financiële derivaten.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 4
Jaarlijks rendement Class A
2010
2009
2008
NVT
NVT
NVT
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel dynamisch. Aanbevolen beleggingstermijn: 9 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100. ISIN-code LU0578560764
Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald
Class A
Beheerprovisie
Rendementsprovisie
1,75%
Nihil
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
0,185%
0,05%
De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent
Class A
Instapkosten
Conversiekosten
Uitstapkosten
5,25%
1,00% (1)
1,00%
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
51 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Fund of Mandates Global Equities High Alpha Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR, uitdrukkingsvaluta van het compartiment. USD, referentievaluta van de “Class A-USD” categorie. Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Dit compartiment wordt geïntroduceerd op een datum die nog moet worden vastgelegd door de raad van bestuur. Beleggers dienen te informeren naar de introductiedatum van deze categorie alvorens in de schrijven. Achtergrond : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
52 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Fund of Mandates North American Equities Fund of Mandates North American Equities
Beleggingsbeleid Het compartiment streeft naar vermogensgroei op lange termijn. De activaspreiding in Noord-Amerikaanse overdraagbare aandeeleffecten zal in principe 100% bedragen. Hoe dan ook zal minimaal twee derde van het nettovermogen van het compartiment (na aftrek van de contanten van het compartiment) belegd worden in overdraagbare aandeeleffecten zoals aandelen, andere aandelen zoals coöperatieaandelen en winstdelingscertificaten uitgegeven door, of warrants op overdraagbare aandeeleffecten van bedrijven die gevestigd zijn in of het merendeel van hun economische activiteiten uitoefenen in Noord-Amerika. Het compartiment kan in bijkomende mate ook contanten en contantequivalenten houden, met inbegrip van depositocertificaten en kortetermijndeposito’s. Het compartiment kan maximaal 10% van zijn vermogen beleggen in fondsen die geselecteerd zijn op basis van een aantal kwalitatieve en kwantitatieve criteria. De kwalitatieve analyse onderzoekt de stabiliteit en stevigheid van de externe beleggingsbeheerder, naast het beleggingsproces en de beleggingsfilosofie. Het kwantitatieve selectieproces is erop gericht slechts externe beleggingsbeheerders te selecteren met een bewezen, voor risico bijgestuurd rendement. De financiële derivaten zullen gebruikt worden met inachtneming van de beperkingen die vermeld worden in Bijlage 2 van het volledige prospectus, zowel voor afdekkings- als voor beleggingsdoeleinden. Beleggingen in schuldeffecten zullen niet meer dan 15% van het vermogen uitmaken. Het compartiment is geen geavanceerd compartiment: het kan een beroep doen op niet-complexe posities in financiële derivaten en op financiële derivaten die alleen worden gebruikt voor afdekkingsdoeleinden.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 3
Jaarlijks rendement 2010
2009
2008
Class A
30,69%
-42,68%
NVT
Class I
31,75%
-42,16%
NVT
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel dynamisch. Aanbevolen beleggingstermijn: 9 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging bedragen EUR 100 in de aandelencategorie AEUR en USD 100 in de aandelencategorie A-USD. ISIN-code LU0321538281 "Class A-USD" LU0321538950 "Class A-EUR"
Aandelen – Categorie “Class I” Uitsluitend kapitalisatieaandelen, uitgegeven op naam, enkel voor institutionele beleggers. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen USD 1,000,000. ISIN-code LU0321539842
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
53 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Fund of Mandates North American Equities Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
Class A
1,5%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
Class I
0,85%
Nihil
Nihil
0,155%
0,01%
De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent Instapkosten Class A
Conversiekosten
5,25%
Class I
Nihil
1,00% Nihil
(1)
(1)
Uitstapkosten 1,00% Nihil
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR, uitdrukkingsvaluta van het compartiment. USD, referentievaluta van de “Class A-USD” categorie. Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in USD berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. In de categorie "Class A-EUR" wordt de NIW eveneens berekend in EUR. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 2 november 2007 Achtergrond : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
54 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Lifecycle 2015 Lifecycle 2015
Beleggingsbeleid De "Lifecycle" compartimenten hebben een duidelijk vastgelegde streefdatum voor belegging: 31 januari van het jaar dat in hun naam is opgenomen (de "Streefdatum"). Ze zijn met name bestemd voor beleggers met een specifieke beleggingshorizon, bijvoorbeeld in het kader van een pensioenplanning. De compartimenten kunnen beleggen in obligaties, aandelen en geldmarktinstrumenten via directe beleggingen, financiële derivaten en instellingen voor collectieve belegging en, in ondergeschikte mate, in contanten. Het accent ligt op een internationale spreiding van de beleggingen. De risico's zijn nauw verbonden met welk percentage belegd wordt in de verschillende activaklassen. Algemeen gespreken nemen ze een gematigd hoog risicoprofiel in aan het begin van hun looptijd, wanneer de streefdatum nog relatief veraf ligt (15 jaar of meer). Daarna zullen ze geleidelijk meer beleggen in activa met lagere risico's naarmate de streefdatum nadert. Hiertoe zal de weging van de activa met hogere risico's verlaagd worden en zal het aandeel van de obligaties en geldmarktinstrumenten in de portefeuille opgetrokken worden. Vanaf de Streefdatum zullen ze alleen nog beleggen in langlopende obligaties die in euro luiden. Dit zijn geavanceerde compartimenten: ze kunnen ruim gebruik maken van financiële derivaten en/of complexere strategieën of instrumenten zowel voor afdekkings- als voor beleggingsdoeleinden. Het gebruik van financiële derivaten is beperkt tot beursgenoteerde instrumenten in overeenstemming met het beleggingsbeleid (met inbegrip van maar niet beperkt tot rentefutures, obligatiefutures, swapnotefutures) en het gebruik van OTC-instrumenten is verboden (met inbegrip van OTC-derivaten, CDS- en CDO-contracten). Risico's De compartimenten beleggen in opkomende markten. Ze kunnen dan ook blijk geven van een bovengemiddelde volatiliteit ten gevolge van een hoge graad van concentratie, een grotere onzekerheid aangezien minder informatie beschikbaar is, een lagere liquiditeit, of een grotere gevoeligheid aan veranderingen in de marktomstandigheden (sociale, politieke of economische omstandigheden). Bovendien bieden bepaalde opkomende markten minder zekerheid dan de meeste ontwikkelde internationale markten. Derhalve kunnen de prestaties met betrekking tot de transacties in de portefeuille, de vereffening en de bewaring, uitgevoerd voor rekening van de fondsen die in de opkomende markten zijn belegd, een hoger risico met zich meebrengen. De Vennootschap en de beleggers aanvaarden deze risico's. De beleggingen kunnen worden uitgevoerd op de “Russian Trading System Stock Exchange” (“RTS Stock Exchange”), waarin een groot aantal Russische emittenten verenigd zijn en die een vrijwel volledige dekking van het universum van de Russische aandelen biedt. De keuze voor de RTS Stock Exchange biedt de mogelijkheid om te profiteren van de liquiditeit van de Russische markt zonder te moeten handelen in de plaatselijke valuta, aangezien de RTS Stock Exchange de mogelijkheid biedt om met de emittenten te handelen in USD.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 3
Jaarlijks rendement Class A
2010
2009
2008
NVT
NVT
NVT
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel defensief. Aanbevolen beleggingstermijn: 5 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100.
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
55 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Lifecycle 2015 ISIN-code LU0498838209
Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald
Class A
Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
1,05%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent
Class A
Instapkosten
Conversiekosten
Uitstapkosten
5,25%
1,00% (1)
1,00%
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 22 april 2010 Achtergrond : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
56 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Lifecycle 2020 Lifecycle 2020
Beleggingsbeleid De "Lifecycle" compartimenten hebben een duidelijk vastgelegde streefdatum voor belegging: 31 januari van het jaar dat in hun naam is opgenomen (de "Streefdatum"). Ze zijn met name bestemd voor beleggers met een specifieke beleggingshorizon, bijvoorbeeld in het kader van een pensioenplanning. De compartimenten kunnen beleggen in obligaties, aandelen en geldmarktinstrumenten via directe beleggingen, financiële derivaten en instellingen voor collectieve belegging en, in ondergeschikte mate, in contanten. Het accent ligt op een internationale spreiding van de beleggingen. De risico's zijn nauw verbonden met welk percentage belegd wordt in de verschillende activaklassen. Algemeen gespreken nemen ze een gematigd hoog risicoprofiel in aan het begin van hun looptijd, wanneer de streefdatum nog relatief veraf ligt (15 jaar of meer). Daarna zullen ze geleidelijk meer beleggen in activa met lagere risico's naarmate de streefdatum nadert. Hiertoe zal de weging van de activa met hogere risico's verlaagd worden en zal het aandeel van de obligaties en geldmarktinstrumenten in de portefeuille opgetrokken worden. Vanaf de Streefdatum zullen ze alleen nog beleggen in langlopende obligaties die in euro luiden. Dit zijn geavanceerde compartimenten: ze kunnen ruim gebruik maken van financiële derivaten en/of complexere strategieën of instrumenten zowel voor afdekkings- als voor beleggingsdoeleinden. Het gebruik van financiële derivaten is beperkt tot beursgenoteerde instrumenten in overeenstemming met het beleggingsbeleid (met inbegrip van maar niet beperkt tot rentefutures, obligatiefutures, swapnotefutures) en het gebruik van OTC-instrumenten is verboden (met inbegrip van OTC-derivaten, CDS- en CDO-contracten). Risico'sDe compartimenten beleggen in opkomende markten. Ze kunnen dan ook blijk geven van een bovengemiddelde volatiliteit ten gevolge van een hoge graad van concentratie, een grotere onzekerheid aangezien minder informatie beschikbaar is, een lagere liquiditeit, of een grotere gevoeligheid aan veranderingen in de marktomstandigheden (sociale, politieke of economische omstandigheden). Bovendien bieden bepaalde opkomende markten minder zekerheid dan de meeste ontwikkelde internationale markten. Derhalve kunnen de prestaties met betrekking tot de transacties in de portefeuille, de vereffening en de bewaring, uitgevoerd voor rekening van de fondsen die in de opkomende markten zijn belegd, een hoger risico met zich meebrengen. De Vennootschap en de beleggers aanvaarden deze risico's. De beleggingen kunnen worden uitgevoerd op de “Russian Trading System Stock Exchange” (“RTS Stock Exchange”), waarin een groot aantal Russische emittenten verenigd zijn en die een vrijwel volledige dekking van het universum van de Russische aandelen biedt. De keuze voor de RTS Stock Exchange biedt de mogelijkheid om te profiteren van de liquiditeit van de Russische markt zonder te moeten handelen in de plaatselijke valuta, aangezien de RTS Stock Exchange de mogelijkheid biedt om met de emittenten te handelen in USD.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 3
Jaarlijks rendement Class A
2010
2009
2008
NVT
NVT
NVT
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel defensief. Aanbevolen beleggingstermijn: 10 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100. ISIN-code LU0498838381
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
57 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Lifecycle 2020 Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
1,1%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
Class A
De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent
Class A
Instapkosten
Conversiekosten
Uitstapkosten
5,25%
1,00% (1)
1,00%
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 22 april 2010 Achtergrond : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
58 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Lifecycle 2025 Lifecycle 2025
Beleggingsbeleid De "Lifecycle" compartimenten hebben een duidelijk vastgelegde streefdatum voor belegging: 31 januari van het jaar dat in hun naam is opgenomen (de "Streefdatum"). Ze zijn met name bestemd voor beleggers met een specifieke beleggingshorizon, bijvoorbeeld in het kader van een pensioenplanning. De compartimenten kunnen beleggen in obligaties, aandelen en geldmarktinstrumenten via directe beleggingen, financiële derivaten en instellingen voor collectieve belegging en, in ondergeschikte mate, in contanten. Het accent ligt op een internationale spreiding van de beleggingen. De risico's zijn nauw verbonden met welk percentage belegd wordt in de verschillende activaklassen. Algemeen gespreken nemen ze een gematigd hoog risicoprofiel in aan het begin van hun looptijd, wanneer de streefdatum nog relatief veraf ligt (15 jaar of meer). Daarna zullen ze geleidelijk meer beleggen in activa met lagere risico's naarmate de streefdatum nadert. Hiertoe zal de weging van de activa met hogere risico's verlaagd worden en zal het aandeel van de obligaties en geldmarktinstrumenten in de portefeuille opgetrokken worden. Vanaf de Streefdatum zullen ze alleen nog beleggen in langlopende obligaties die in euro luiden. Dit zijn geavanceerde compartimenten: ze kunnen ruim gebruik maken van financiële derivaten en/of complexere strategieën of instrumenten zowel voor afdekkings- als voor beleggingsdoeleinden. Het gebruik van financiële derivaten is beperkt tot beursgenoteerde instrumenten in overeenstemming met het beleggingsbeleid (met inbegrip van maar niet beperkt tot rentefutures, obligatiefutures, swapnotefutures) en het gebruik van OTC-instrumenten is verboden (met inbegrip van OTC-derivaten, CDS- en CDO-contracten). Risico's De compartimenten beleggen in opkomende markten. Ze kunnen dan ook blijk geven van een bovengemiddelde volatiliteit ten gevolge van een hoge graad van concentratie, een grotere onzekerheid aangezien minder informatie beschikbaar is, een lagere liquiditeit, of een grotere gevoeligheid aan veranderingen in de marktomstandigheden (sociale, politieke of economische omstandigheden). Bovendien bieden bepaalde opkomende markten minder zekerheid dan de meeste ontwikkelde internationale markten. Derhalve kunnen de prestaties met betrekking tot de transacties in de portefeuille, de vereffening en de bewaring, uitgevoerd voor rekening van de fondsen die in de opkomende markten zijn belegd, een hoger risico met zich meebrengen. De Vennootschap en de beleggers aanvaarden deze risico's. De beleggingen kunnen worden uitgevoerd op de “Russian Trading System Stock Exchange” (“RTS Stock Exchange”), waarin een groot aantal Russische emittenten verenigd zijn en die een vrijwel volledige dekking van het universum van de Russische aandelen biedt. De keuze voor de RTS Stock Exchange biedt de mogelijkheid om te profiteren van de liquiditeit van de Russische markt zonder te moeten handelen in de plaatselijke valuta, aangezien de RTS Stock Exchange de mogelijkheid biedt om met de emittenten te handelen in USD.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 4
Jaarlijks rendement Class A
2010
2009
2008
NVT
NVT
NVT
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel defensief. Aanbevolen beleggingstermijn: 15 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100.
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
59 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Lifecycle 2025 ISIN-code LU0498838464
Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald
Class A
Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
1,15%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent
Class A
Instapkosten
Conversiekosten
Uitstapkosten
5,25%
1,00% (1)
1,00%
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 22 april 2010 Achtergrond : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
60 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Lifecycle 2030 Lifecycle 2030
Beleggingsbeleid De "Lifecycle" compartimenten hebben een duidelijk vastgelegde streefdatum voor belegging: 31 januari van het jaar dat in hun naam is opgenomen (de "Streefdatum"). Ze zijn met name bestemd voor beleggers met een specifieke beleggingshorizon, bijvoorbeeld in het kader van een pensioenplanning. De compartimenten kunnen beleggen in obligaties, aandelen en geldmarktinstrumenten via directe beleggingen, financiële derivaten en instellingen voor collectieve belegging en, in ondergeschikte mate, in contanten. Het accent ligt op een internationale spreiding van de beleggingen. De risico's zijn nauw verbonden met welk percentage belegd wordt in de verschillende activaklassen. Algemeen gespreken nemen ze een gematigd hoog risicoprofiel in aan het begin van hun looptijd, wanneer de streefdatum nog relatief veraf ligt (15 jaar of meer). Daarna zullen ze geleidelijk meer beleggen in activa met lagere risico's naarmate de streefdatum nadert. Hiertoe zal de weging van de activa met hogere risico's verlaagd worden en zal het aandeel van de obligaties en geldmarktinstrumenten in de portefeuille opgetrokken worden. Vanaf de Streefdatum zullen ze alleen nog beleggen in langlopende obligaties die in euro luiden. Dit zijn geavanceerde compartimenten: ze kunnen ruim gebruik maken van financiële derivaten en/of complexere strategieën of instrumenten zowel voor afdekkings- als voor beleggingsdoeleinden.µHet gebruik van financiële derivaten is beperkt tot beursgenoteerde instrumenten in overeenstemming met het beleggingsbeleid (met inbegrip van maar niet beperkt tot rentefutures, obligatiefutures, swapnotefutures) en het gebruik van OTC-instrumenten is verboden (met inbegrip van OTCderivaten, CDS- en CDO-contracten). Risico's De compartimenten beleggen in opkomende markten. Ze kunnen dan ook blijk geven van een bovengemiddelde volatiliteit ten gevolge van een hoge graad van concentratie, een grotere onzekerheid aangezien minder informatie beschikbaar is, een lagere liquiditeit, of een grotere gevoeligheid aan veranderingen in de marktomstandigheden (sociale, politieke of economische omstandigheden). Bovendien bieden bepaalde opkomende markten minder zekerheid dan de meeste ontwikkelde internationale markten. Derhalve kunnen de prestaties met betrekking tot de transacties in de portefeuille, de vereffening en de bewaring, uitgevoerd voor rekening van de fondsen die in de opkomende markten zijn belegd, een hoger risico met zich meebrengen. De Vennootschap en de beleggers aanvaarden deze risico's. De beleggingen kunnen worden uitgevoerd op de “Russian Trading System Stock Exchange” (“RTS Stock Exchange”), waarin een groot aantal Russische emittenten verenigd zijn en die een vrijwel volledige dekking van het universum van de Russische aandelen biedt. De keuze voor de RTS Stock Exchange biedt de mogelijkheid om te profiteren van de liquiditeit van de Russische markt zonder te moeten handelen in de plaatselijke valuta, aangezien de RTS Stock Exchange de mogelijkheid biedt om met de emittenten te handelen in USD.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 4
Jaarlijks rendement Class A
2010
2009
2008
NVT
NVT
NVT
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel defensief. Aanbevolen beleggingstermijn: 20 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100. ISIN-code LU0498838548
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
61 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Lifecycle 2030 Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
1,2%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
Class A
De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent
Class A
Instapkosten
Conversiekosten
Uitstapkosten
5,25%
1,00% (1)
1,00%
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 22 april 2010 Achtergrond : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
62 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Lifecycle 2035 Lifecycle 2035
Beleggingsbeleid De "Lifecycle" compartimenten hebben een duidelijk vastgelegde streefdatum voor belegging: 31 januari van het jaar dat in hun naam is opgenomen (de "Streefdatum"). Ze zijn met name bestemd voor beleggers met een specifieke beleggingshorizon, bijvoorbeeld in het kader van een pensioenplanning. De compartimenten kunnen beleggen in obligaties, aandelen en geldmarktinstrumenten via directe beleggingen, financiële derivaten en instellingen voor collectieve belegging en, in ondergeschikte mate, in contanten. Het accent ligt op een internationale spreiding van de beleggingen. De risico's zijn nauw verbonden met welk percentage belegd wordt in de verschillende activaklassen. Algemeen gespreken nemen ze een gematigd hoog risicoprofiel in aan het begin van hun looptijd, wanneer de streefdatum nog relatief veraf ligt (15 jaar of meer). Daarna zullen ze geleidelijk meer beleggen in activa met lagere risico's naarmate de streefdatum nadert. Hiertoe zal de weging van de activa met hogere risico's verlaagd worden en zal het aandeel van de obligaties en geldmarktinstrumenten in de portefeuille opgetrokken worden. Vanaf de Streefdatum zullen ze alleen nog beleggen in langlopende obligaties die in euro luiden. Dit zijn geavanceerde compartimenten: ze kunnen ruim gebruik maken van financiële derivaten en/of complexere strategieën of instrumenten zowel voor afdekkings- als voor beleggingsdoeleinden. Het gebruik van financiële derivaten is beperkt tot beursgenoteerde instrumenten in overeenstemming met het beleggingsbeleid (met inbegrip van maar niet beperkt tot rentefutures, obligatiefutures, swapnotefutures) en het gebruik van OTC-instrumenten is verboden (met inbegrip van OTC-derivaten, CDS- en CDO-contracten). Risico's De compartimenten beleggen in opkomende markten. Ze kunnen dan ook blijk geven van een bovengemiddelde volatiliteit ten gevolge van een hoge graad van concentratie, een grotere onzekerheid aangezien minder informatie beschikbaar is, een lagere liquiditeit, of een grotere gevoeligheid aan veranderingen in de marktomstandigheden (sociale, politieke of economische omstandigheden). Bovendien bieden bepaalde opkomende markten minder zekerheid dan de meeste ontwikkelde internationale markten. Derhalve kunnen de prestaties met betrekking tot de transacties in de portefeuille, de vereffening en de bewaring, uitgevoerd voor rekening van de fondsen die in de opkomende markten zijn belegd, een hoger risico met zich meebrengen. De Vennootschap en de beleggers aanvaarden deze risico's. De beleggingen kunnen worden uitgevoerd op de “Russian Trading System Stock Exchange” (“RTS Stock Exchange”), waarin een groot aantal Russische emittenten verenigd zijn en die een vrijwel volledige dekking van het universum van de Russische aandelen biedt. De keuze voor de RTS Stock Exchange biedt de mogelijkheid om te profiteren van de liquiditeit van de Russische markt zonder te moeten handelen in de plaatselijke valuta, aangezien de RTS Stock Exchange de mogelijkheid biedt om met de emittenten te handelen in USD.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 4
Jaarlijks rendement Class A
2010
2009
2008
NVT
NVT
NVT
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel defensief. Aanbevolen beleggingstermijn: 25 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100.
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
63 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Lifecycle 2035 ISIN-code LU0498838894
Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
1,2%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
Class A
De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent
Class A
Instapkosten
Conversiekosten
Uitstapkosten
5,25%
1,00% (1)
1,00%
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 22 april 2010 Achtergrond : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
64 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Lifecycle 2040 Lifecycle 2040
Beleggingsbeleid De "Lifecycle" compartimenten hebben een duidelijk vastgelegde streefdatum voor belegging: 31 januari van het jaar dat in hun naam is opgenomen (de "Streefdatum"). Ze zijn met name bestemd voor beleggers met een specifieke beleggingshorizon, bijvoorbeeld in het kader van een pensioenplanning. De compartimenten kunnen beleggen in obligaties, aandelen en geldmarktinstrumenten via directe beleggingen, financiële derivaten en instellingen voor collectieve belegging en, in ondergeschikte mate, in contanten. Het accent ligt op een internationale spreiding van de beleggingen. De risico's zijn nauw verbonden met welk percentage belegd wordt in de verschillende activaklassen. Algemeen gespreken nemen ze een gematigd hoog risicoprofiel in aan het begin van hun looptijd, wanneer de streefdatum nog relatief veraf ligt (15 jaar of meer). Daarna zullen ze geleidelijk meer beleggen in activa met lagere risico's naarmate de streefdatum nadert. Hiertoe zal de weging van de activa met hogere risico's verlaagd worden en zal het aandeel van de obligaties en geldmarktinstrumenten in de portefeuille opgetrokken worden. Vanaf de Streefdatum zullen ze alleen nog beleggen in langlopende obligaties die in euro luiden. Dit zijn geavanceerde compartimenten: ze kunnen ruim gebruik maken van financiële derivaten en/of complexere strategieën of instrumenten zowel voor afdekkings- als voor beleggingsdoeleinden.µHet gebruik van financiële derivaten is beperkt tot beursgenoteerde instrumenten in overeenstemming met het beleggingsbeleid (met inbegrip van maar niet beperkt tot rentefutures, obligatiefutures, swapnotefutures) en het gebruik van OTC-instrumenten is verboden (met inbegrip van OTCderivaten, CDS- en CDO-contracten). Risico's De compartimenten beleggen in opkomende markten. Ze kunnen dan ook blijk geven van een bovengemiddelde volatiliteit ten gevolge van een hoge graad van concentratie, een grotere onzekerheid aangezien minder informatie beschikbaar is, een lagere liquiditeit, of een grotere gevoeligheid aan veranderingen in de marktomstandigheden (sociale, politieke of economische omstandigheden). Bovendien bieden bepaalde opkomende markten minder zekerheid dan de meeste ontwikkelde internationale markten. Derhalve kunnen de prestaties met betrekking tot de transacties in de portefeuille, de vereffening en de bewaring, uitgevoerd voor rekening van de fondsen die in de opkomende markten zijn belegd, een hoger risico met zich meebrengen. De Vennootschap en de beleggers aanvaarden deze risico's. De beleggingen kunnen worden uitgevoerd op de “Russian Trading System Stock Exchange” (“RTS Stock Exchange”), waarin een groot aantal Russische emittenten verenigd zijn en die een vrijwel volledige dekking van het universum van de Russische aandelen biedt. De keuze voor de RTS Stock Exchange biedt de mogelijkheid om te profiteren van de liquiditeit van de Russische markt zonder te moeten handelen in de plaatselijke valuta, aangezien de RTS Stock Exchange de mogelijkheid biedt om met de emittenten te handelen in USD.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 4
Jaarlijks rendement Class A
2010
2009
2008
NVT
NVT
NVT
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel defensief. Aanbevolen beleggingstermijn: 30 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100. ISIN-code LU0498838977
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
65 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Lifecycle 2040 Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
1,2%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
Class A
De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent
Class A
Instapkosten
Conversiekosten
Uitstapkosten
5,25%
1,00% (1)
1,00%
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 22 april 2010 Achtergrond : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
66 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Lifecycle 2045 Lifecycle 2045
Beleggingsbeleid De "Lifecycle" compartimenten hebben een duidelijk vastgelegde streefdatum voor belegging: 31 januari van het jaar dat in hun naam is opgenomen (de "Streefdatum"). Ze zijn met name bestemd voor beleggers met een specifieke beleggingshorizon, bijvoorbeeld in het kader van een pensioenplanning. De compartimenten kunnen beleggen in obligaties, aandelen en geldmarktinstrumenten via directe beleggingen, financiële derivaten en instellingen voor collectieve belegging en, in ondergeschikte mate, in contanten. Het accent ligt op een internationale spreiding van de beleggingen. De risico's zijn nauw verbonden met welk percentage belegd wordt in de verschillende activaklassen. Algemeen gespreken nemen ze een gematigd hoog risicoprofiel in aan het begin van hun looptijd, wanneer de streefdatum nog relatief veraf ligt (15 jaar of meer). Daarna zullen ze geleidelijk meer beleggen in activa met lagere risico's naarmate de streefdatum nadert. Hiertoe zal de weging van de activa met hogere risico's verlaagd worden en zal het aandeel van de obligaties en geldmarktinstrumenten in de portefeuille opgetrokken worden. Vanaf de Streefdatum zullen ze alleen nog beleggen in langlopende obligaties die in euro luiden. Dit zijn geavanceerde compartimenten: ze kunnen ruim gebruik maken van financiële derivaten en/of complexere strategieën of instrumenten zowel voor afdekkings- als voor beleggingsdoeleinden. Het gebruik van financiële derivaten is beperkt tot beursgenoteerde instrumenten in overeenstemming met het beleggingsbeleid (met inbegrip van maar niet beperkt tot rentefutures, obligatiefutures, swapnotefutures) en het gebruik van OTC-instrumenten is verboden (met inbegrip van OTC-derivaten, CDS- en CDO-contracten). Risico's De compartimenten beleggen in opkomende markten. Ze kunnen dan ook blijk geven van een bovengemiddelde volatiliteit ten gevolge van een hoge graad van concentratie, een grotere onzekerheid aangezien minder informatie beschikbaar is, een lagere liquiditeit, of een grotere gevoeligheid aan veranderingen in de marktomstandigheden (sociale, politieke of economische omstandigheden). Bovendien bieden bepaalde opkomende markten minder zekerheid dan de meeste ontwikkelde internationale markten. Derhalve kunnen de prestaties met betrekking tot de transacties in de portefeuille, de vereffening en de bewaring, uitgevoerd voor rekening van de fondsen die in de opkomende markten zijn belegd, een hoger risico met zich meebrengen. De Vennootschap en de beleggers aanvaarden deze risico's. De beleggingen kunnen worden uitgevoerd op de “Russian Trading System Stock Exchange” (“RTS Stock Exchange”), waarin een groot aantal Russische emittenten verenigd zijn en die een vrijwel volledige dekking van het universum van de Russische aandelen biedt. De keuze voor de RTS Stock Exchange biedt de mogelijkheid om te profiteren van de liquiditeit van de Russische markt zonder te moeten handelen in de plaatselijke valuta, aangezien de RTS Stock Exchange de mogelijkheid biedt om met de emittenten te handelen in USD.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 4
Jaarlijks rendement Class A
2010
2009
2008
NVT
NVT
NVT
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel defensief. Aanbevolen beleggingstermijn: 35 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100.
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
67 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Lifecycle 2045 ISIN-code LU0498839199
Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
1,2%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
Class A
De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent
Class A
Instapkosten
Conversiekosten
Uitstapkosten
5,25%
1,00% (1)
1,00%
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 22 april 2010 Achtergrond : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
68 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Lifecycle 2050 Lifecycle 2050
Beleggingsbeleid De "Lifecycle" compartimenten hebben een duidelijk vastgelegde streefdatum voor belegging: 31 januari van het jaar dat in hun naam is opgenomen (de "Streefdatum"). Ze zijn met name bestemd voor beleggers met een specifieke beleggingshorizon, bijvoorbeeld in het kader van een pensioenplanning. De compartimenten kunnen beleggen in obligaties, aandelen en geldmarktinstrumenten via directe beleggingen, financiële derivaten en instellingen voor collectieve belegging en, in ondergeschikte mate, in contanten. Het accent ligt op een internationale spreiding van de beleggingen. De risico's zijn nauw verbonden met welk percentage belegd wordt in de verschillende activaklassen. Algemeen gespreken nemen ze een gematigd hoog risicoprofiel in aan het begin van hun looptijd, wanneer de streefdatum nog relatief veraf ligt (15 jaar of meer). Daarna zullen ze geleidelijk meer beleggen in activa met lagere risico's naarmate de streefdatum nadert. Hiertoe zal de weging van de activa met hogere risico's verlaagd worden en zal het aandeel van de obligaties en geldmarktinstrumenten in de portefeuille opgetrokken worden. Vanaf de Streefdatum zullen ze alleen nog beleggen in langlopende obligaties die in euro luiden. Dit zijn geavanceerde compartimenten: ze kunnen ruim gebruik maken van financiële derivaten en/of complexere strategieën of instrumenten zowel voor afdekkings- als voor beleggingsdoeleinden. Het gebruik van financiële derivaten is beperkt tot beursgenoteerde instrumenten in overeenstemming met het beleggingsbeleid (met inbegrip van maar niet beperkt tot rentefutures, obligatiefutures, swapnotefutures) en het gebruik van OTC-instrumenten is verboden (met inbegrip van OTC-derivaten, CDS- en CDO-contracten). Risico's De compartimenten beleggen in opkomende markten. Ze kunnen dan ook blijk geven van een bovengemiddelde volatiliteit ten gevolge van een hoge graad van concentratie, een grotere onzekerheid aangezien minder informatie beschikbaar is, een lagere liquiditeit, of een grotere gevoeligheid aan veranderingen in de marktomstandigheden (sociale, politieke of economische omstandigheden). Bovendien bieden bepaalde opkomende markten minder zekerheid dan de meeste ontwikkelde internationale markten. Derhalve kunnen de prestaties met betrekking tot de transacties in de portefeuille, de vereffening en de bewaring, uitgevoerd voor rekening van de fondsen die in de opkomende markten zijn belegd, een hoger risico met zich meebrengen. De Vennootschap en de beleggers aanvaarden deze risico's. De beleggingen kunnen worden uitgevoerd op de “Russian Trading System Stock Exchange” (“RTS Stock Exchange”), waarin een groot aantal Russische emittenten verenigd zijn en die een vrijwel volledige dekking van het universum van de Russische aandelen biedt. De keuze voor de RTS Stock Exchange biedt de mogelijkheid om te profiteren van de liquiditeit van de Russische markt zonder te moeten handelen in de plaatselijke valuta, aangezien de RTS Stock Exchange de mogelijkheid biedt om met de emittenten te handelen in USD.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 4
Jaarlijks rendement Class A
2010
2009
2008
NVT
NVT
NVT
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel defensief. Aanbevolen beleggingstermijn: 40 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100.
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
69 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Lifecycle 2050 ISIN-code LU0498839272
Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
1,2%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
Class A
De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent
Class A
Instapkosten
Conversiekosten
Uitstapkosten
5,25%
1,00% (1)
1,00%
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 22 april 2010 Achtergrond : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
70 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 1 Profile 1
Beleggingsbeleid Het compartiment streeft kapitaalgroei op middellange termijn na door beleggingen in verschillende activaklassen. Het compartiment kan beleggen in obligaties, aandelen en geldmarktinstrumenten via directe beleggingen, financiële derivaten en instellingen voor collectieve belegging (met inbegrip van beursverhandelde indexfondsen) en, in ondergeschikte mate, in contanten. Het accent wordt gelegd op een internationale spreiding van de beleggingen. De doelstelling is een rendement te genereren bij een zeer laag risiconiveau door een portefeuille van overdraagbare effecten actief te beheren. De beheerder zal trachten een zeer defensief risicoprofiel te handhaven. Hij zal de voorkeur geven aan rentedragende effecten met diverse looptijden, waarbij hij zal proberen de groei op lange termijn te versterken door in ondergeschikte mate in aandelen te beleggen. De beheerder zal de activa beleggen volgens de volgende strategische spreiding: - Aandelen:
0%
- Vastgoedeffecten: 0% - Obligaties:
60%
- Kortlopende schuldeffecten: 40% De beheerder kan tactisch afwijken van de bovenstaande spreiding op grond van zijn marktverwachtingen. Het compartiment kan trachten de blootstelling aan valutaschommelingen tot een minimum te beperken via het gebruik van valuta-afdekkingstransacties en andere financiële instrumenten zoals beschreven in Bijlage 2 van het volledige prospectus. Dit is een geavanceerd compartiment: het kan ruim gebruik maken van financiële derivaten en/of complexere strategieën of instrumenten zowel voor afdekkings- als voor beleggingsdoeleinden. Het gebruik van financiële derivaten is beperkt tot beursgenoteerde instrumenten in overeenstemming met het beleggingsbeleid (met inbegrip van maar niet beperkt tot rentefutures, obligatiefutures, swapnotefutures) en het gebruik van OTC-instrumenten is verboden (met inbegrip van OTC-derivaten, CDS- en CDO-contracten).
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 1
Jaarlijks rendement Class A
2010
2009
2008
NVT
NVT
NVT
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel conservatief. Aanbevolen beleggingstermijn: 3 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100. ISIN-code LU0498837904
Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald
Class A
Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
0,5%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
71 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 1 Opmerkingen over de beheerprovisie Categorie “Class A” : In gevallen waar de Vennootschap belegt in ICBE’s of andere ICB’s van dezelfde promotor zal aan geen van de compartimenten van de Vennootschap een dubbele beheervergoeding aangerekend worden. De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent Instapkosten Class A
5,25%
Conversiekosten 1,00%
(1)
Uitstapkosten 1,00%
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 13 mei 2010 Achtergrond : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
72 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 2 Profile 2
Beleggingsbeleid Het compartiment streeft kapitaalgroei op middellange termijn na door beleggingen in verschillende activaklassen. Het compartiment kan beleggen in obligaties, aandelen en geldmarktinstrumenten via directe beleggingen, financiële derivaten en instellingen voor collectieve belegging (met inbegrip van beursverhandelde indexfondsen) en, in ondergeschikte mate, in contanten. Het accent wordt gelegd op een internationale spreiding van de beleggingen. De doelstelling van het compartiment is een rendement te genereren bij een laag risiconiveau door een portefeuille van overdraagbare activa te beheren. De beheerder zal trachten een defensief risicoprofiel te handhaven. Beleggingen op opkomende markten zijn beperkt tot 20%. Hij zal de voorkeur geven aan rentedragende effecten met diverse looptijden, waarbij hij zal proberen de groei op lange termijn te versterken door in ondergeschikte mate in aandelen te beleggen. µDe beheerder zal de activa beleggen volgens de volgende strategische spreiding:µ- Aandelen: 15% - Vastgoedeffecten: 5% - Obligaties:
50%
- Kortlopende schuldeffecten: 30% De beheerder kan tactisch afwijken van de bovenstaande spreiding op grond van zijn marktverwachtingen. Het compartiment kan trachten de blootstelling aan valutaschommelingen tot een minimum te beperken via het gebruik van valuta-afdekkingstransacties en andere financiële instrumenten zoals beschreven in Bijlage 2 van het volledige prospectus. Dit is een geavanceerd compartiment: het kan ruim gebruik maken van financiële derivaten en/of complexere strategieën of instrumenten zowel voor afdekkings- als voor beleggingsdoeleinden. Het gebruik van financiële derivaten is beperkt tot beursgenoteerde instrumenten in overeenstemming met het beleggingsbeleid (met inbegrip van maar niet beperkt tot rentefutures, obligatiefutures, swapnotefutures) en het gebruik van OTC-instrumenten is verboden (met inbegrip van OTC-derivaten, CDS- en CDO-contracten). Risico's Het compartiment belegt een deel van zijn vermogen in opkomende markten. Het kan dan ook blijk geven van een bovengemiddelde volatiliteit ten gevolge van een hoge graad van concentratie, een grotere onzekerheid aangezien minder informatie beschikbaar is, een lagere liquiditeit, of een grotere gevoeligheid aan veranderingen in de marktomstandigheden (sociale, politieke of economische omstandigheden). Bovendien bieden bepaalde opkomende markten minder zekerheid dan de meeste ontwikkelde internationale markten. Derhalve kunnen de prestaties met betrekking tot de transacties in de portefeuille, de vereffening en de bewaring, uitgevoerd voor rekening van de fondsen die in de opkomende markten zijn belegd, een hoger risico met zich meebrengen. De Vennootschap en de beleggers aanvaarden deze risico's. De beleggingen kunnen worden uitgevoerd op de “Russian Trading System Stock Exchange” (“RTS Stock Exchange”), waarin een groot aantal Russische emittenten verenigd zijn en die een vrijwel volledige dekking van het universum van de Russische aandelen biedt. De keuze voor de RTS Stock Exchange biedt de mogelijkheid om te profiteren van de liquiditeit van de Russische markt zonder te moeten handelen in de plaatselijke valuta, aangezien de RTS Stock Exchange de mogelijkheid biedt om met de emittenten te handelen in USD.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 2
Jaarlijks rendement Class A
2010
2009
2008
8,38%
-7,58%
0,32%
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel defensief. Aanbevolen beleggingstermijn: 4 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100.
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
73 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 2 ISIN-code LU0121970122
Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald
Class A
Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
1,00% (0,75% vanaf 17 mei 2010)
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
Opmerkingen over de beheerprovisie Categorie “Class A” : In gevallen waar de Vennootschap belegt in ICBE’s of andere ICB’s van dezelfde promotor zal aan geen van de compartimenten van de Vennootschap een dubbele beheervergoeding aangerekend worden. De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent Instapkosten Class A
5,25%
Conversiekosten 1,00%
(1)
Uitstapkosten 1,00%
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 11 juni 2001 onder de naam "Defensive Profile" Achtergrond : Huidige naam op 17 mei 2010
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
74 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 3 Profile 3
Beleggingsbeleid Het compartiment streeft kapitaalgroei op middellange tot lange termijn na door beleggingen in verschillende activaklassen. Het compartiment kan beleggen in obligaties, aandelen en geldmarktinstrumenten via directe beleggingen, financiële derivaten en instellingen voor collectieve belegging (met inbegrip van beursverhandelde indexfondsen) en, in ondergeschikte mate, in contanten. Het accent wordt gelegd op een internationale spreiding van de beleggingen. De doelstelling van het compartiment is een rendement te genereren bij een gematigd laag risiconiveau door een portefeuille van overdraagbare effecten actief te beheren. De beheerder zal trachten een gematigd risicoprofiel te handhaven. Beleggingen op opkomende markten zijn beperkt tot 20%. De belegger zal in de eerste plaats de voorkeur geven aan rentedragende effecten met diverse looptijden en in tweede instantie aan aandelen. De beheerder zal de activa beleggen volgens de volgende strategische spreiding: - Aandelen:
30%
- Vastgoedeffecten: 10% - Obligaties:
50%
- Kortlopende schuldeffecten: 10% De beheerder kan tactisch afwijken van de bovenstaande spreiding op grond van zijn marktverwachtingen. Het compartiment kan trachten de blootstelling aan valutaschommelingen tot een minimum te beperken via het gebruik van valuta-afdekkingstransacties en andere financiële instrumenten zoals beschreven in Bijlage 2 van het volledige prospectus. Dit is een geavanceerd compartiment: het kan ruim gebruik maken van financiële derivaten en/of complexere strategieën of instrumenten zowel voor afdekkings- als voor beleggingsdoeleinden. Het gebruik van financiële derivaten is beperkt tot beursgenoteerde instrumenten in overeenstemming met het beleggingsbeleid (met inbegrip van maar niet beperkt tot rentefutures, obligatiefutures, swapnotefutures) en het gebruik van OTC-instrumenten is verboden (met inbegrip van OTC-derivaten, CDS- en CDO-contracten). Risico's Het compartiment belegt een deel van zijn vermogen in opkomende markten. Het kan dan ook blijk geven van een bovengemiddelde volatiliteit ten gevolge van een hoge graad van concentratie, een grotere onzekerheid aangezien minder informatie beschikbaar is, een lagere liquiditeit, of een grotere gevoeligheid aan veranderingen in de marktomstandigheden (sociale, politieke of economische omstandigheden). Bovendien bieden bepaalde opkomende markten minder zekerheid dan de meeste ontwikkelde internationale markten. Derhalve kunnen de prestaties met betrekking tot de transacties in de portefeuille, de vereffening en de bewaring, uitgevoerd voor rekening van de fondsen die in de opkomende markten zijn belegd, een hoger risico met zich meebrengen. De Vennootschap en de beleggers aanvaarden deze risico's. De beleggingen kunnen worden uitgevoerd op de “Russian Trading System Stock Exchange” (“RTS Stock Exchange”), waarin een groot aantal Russische emittenten verenigd zijn en die een vrijwel volledige dekking van het universum van de Russische aandelen biedt. De keuze voor de RTS Stock Exchange biedt de mogelijkheid om te profiteren van de liquiditeit van de Russische markt zonder te moeten handelen in de plaatselijke valuta, aangezien de RTS Stock Exchange de mogelijkheid biedt om met de emittenten te handelen in USD.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 3
Jaarlijks rendement Class A
2010
2009
2008
NVT
NVT
NVT
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel defensief. Aanbevolen beleggingstermijn: 4 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
75 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 3 Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100. ISIN-code LU0498838035
Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald
Class A
Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
1,25%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
Opmerkingen over de beheerprovisie Categorie “Class A” : In gevallen waar de Vennootschap belegt in ICBE’s of andere ICB’s van dezelfde promotor zal aan geen van de compartimenten van de Vennootschap een dubbele beheervergoeding aangerekend worden. De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent Instapkosten Class A
5,25%
Conversiekosten 1,00%
(1)
Uitstapkosten 1,00%
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 13 mei 2010 Achtergrond : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
76 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 4 Profile 4
Beleggingsbeleid Het compartiment streeft kapitaalgroei op middellange tot lange termijn na door beleggingen in verschillende activaklassen. Het compartiment kan beleggen in obligaties, aandelen en geldmarktinstrumenten via directe beleggingen, financiële derivaten en instellingen voor collectieve belegging (met inbegrip van beursverhandelde indexfondsen) en, in ondergeschikte mate, in contanten. Het accent wordt gelegd op een internationale spreiding van de beleggingen. De doelstelling van het compartiment is een rendement te genereren bij een gematigd hoog risiconiveau door een portefeuille van overdraagbare effecten actief te beheren. µDe beheerder zal trachten een gemiddeld risicoprofiel te handhaven. Beleggingen op opkomende markten zijn beperkt tot 20%. De beheerder zal beleggen in rentedragende effecten van diverse looptijden en in aandelen, waarbij die laatste over het algemeen de voorkeur zullen krijgen. De beheerder zal de activa beleggen volgens de volgende strategische spreiding: - Aandelen: 50% - Vastgoedeffecten: 10% - Obligaties: 35% - Kortlopende schuldeffecten: 5% De beheerder kan tactisch afwijken van de bovenstaande spreiding op grond van zijn marktverwachtingen. Het compartiment kan trachten de blootstelling aan valutaschommelingen tot een minimum te beperken via het gebruik van valuta-afdekkingstransacties en andere financiële instrumenten zoals beschreven in Bijlage 2 van het volledige prospectus. Dit is een geavanceerd compartiment: het kan ruim gebruik maken van financiële derivaten en/of complexere strategieën of instrumenten zowel voor afdekkings- als voor beleggingsdoeleinden. Het gebruik van financiële derivaten is beperkt tot beursgenoteerde instrumenten in overeenstemming met het beleggingsbeleid (met inbegrip van maar niet beperkt tot rentefutures, obligatiefutures, swapnotefutures) en het gebruik van OTC-instrumenten is verboden (met inbegrip van OTC-derivaten, CDS- en CDO-contracten). Risico's Het compartiment belegt een deel van zijn vermogen in opkomende markten. Het kan dan ook blijk geven van een bovengemiddelde volatiliteit ten gevolge van een hoge graad van concentratie, een grotere onzekerheid aangezien minder informatie beschikbaar is, een lagere liquiditeit, of een grotere gevoeligheid aan veranderingen in de marktomstandigheden (sociale, politieke of economische omstandigheden). Bovendien bieden bepaalde opkomende markten minder zekerheid dan de meeste ontwikkelde internationale markten. Derhalve kunnen de prestaties met betrekking tot de transacties in de portefeuille, de vereffening en de bewaring, uitgevoerd voor rekening van de fondsen die in de opkomende markten zijn belegd, een hoger risico met zich meebrengen. De Vennootschap en de beleggers aanvaarden deze risico's. De beleggingen kunnen worden uitgevoerd op de “Russian Trading System Stock Exchange” (“RTS Stock Exchange”), waarin een groot aantal Russische emittenten verenigd zijn en die een vrijwel volledige dekking van het universum van de Russische aandelen biedt. De keuze voor de RTS Stock Exchange biedt de mogelijkheid om te profiteren van de liquiditeit van de Russische markt zonder te moeten handelen in de plaatselijke valuta, aangezien de RTS Stock Exchange de mogelijkheid biedt om met de emittenten te handelen in USD.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 3
Jaarlijks rendement Class A
2010
2009
2008
17,91%
-22,14%
1,46%
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel neutraal. Aanbevolen beleggingstermijn: 6 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen.
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
77 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 4 De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100. ISIN-code LU0121970809
Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald
Class A
Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
1,25%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
Opmerkingen over de beheerprovisie Categorie “Class A” : In gevallen waar de Vennootschap belegt in ICBE’s of andere ICB’s van dezelfde promotor zal aan geen van de compartimenten van de Vennootschap een dubbele beheervergoeding aangerekend worden. De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent Instapkosten Class A
5,25%
Conversiekosten 1,00%
(1)
Uitstapkosten 1,00%
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 11 juni 2001 onder de naam "Defensive Profile" Achtergrond : Huidige naam op 17 mei 2010
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
78 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 5 Profile 5
Beleggingsbeleid Het compartiment streeft kapitaalgroei op lange termijn na, door beleggingen in verschillende activaklassen. Het compartiment kan beleggen in obligaties, aandelen en geldmarktinstrumenten via directe beleggingen, financiële derivaten en instellingen voor collectieve belegging (met inbegrip van beursverhandelde indexfondsen) en, in ondergeschikte mate, in contanten. Het accent wordt gelegd op een internationale spreiding van de beleggingen. De doelstelling van het compartiment is munt te slaan uit de kansen op waardeschepping die zich aandienen, waarbij de risico's worden beperkt en een portefeuille van overdraagbare effecten actief wordt beheerd. De beheerder zal trachten een hoog risicoprofiel te handhaven. Beleggingen op opkomende markten zijn beperkt tot 20%. De beheerder zal de voorkeur geven aan aandelen terwijl hij de risico's zal beheren door in ondergeschikte mate te beleggen in rentedragende effecten van verschillende looptijden. De beheerder zal de activa beleggen volgens de volgende strategische spreiding: - Aandelen: 70% - Vastgoedeffecten: 10% - Obligaties: 15% - Kortlopende schuldeffecten: 5% De beheerder kan tactisch afwijken van de bovenstaande spreiding op grond van zijn marktverwachtingen. Het compartiment kan trachten de blootstelling aan valutaschommelingen tot een minimum te beperken via het gebruik van valuta-afdekkingstransacties en andere financiële instrumenten zoals beschreven in Bijlage 2 van het volledige prospectus. Dit is een geavanceerd compartiment: het kan ruim gebruik maken van financiële derivaten en/of complexere strategieën of instrumenten zowel voor afdekkings- als voor beleggingsdoeleinden. Het gebruik van financiële derivaten is beperkt tot beursgenoteerde instrumenten in overeenstemming met het beleggingsbeleid (met inbegrip van maar niet beperkt tot rentefutures, obligatiefutures, swapnotefutures) en het gebruik van OTC-instrumenten is verboden (met inbegrip van OTC-derivaten, CDS- en CDO-contracten). Risico's Het compartiment belegt een deel van zijn vermogen in opkomende markten. Het kan dan ook blijk geven van een bovengemiddelde volatiliteit ten gevolge van een hoge graad van concentratie, een grotere onzekerheid aangezien minder informatie beschikbaar is, een lagere liquiditeit, of een grotere gevoeligheid aan veranderingen in de marktomstandigheden (sociale, politieke of economische omstandigheden). Bovendien bieden bepaalde opkomende markten minder zekerheid dan de meeste ontwikkelde internationale markten. Derhalve kunnen de prestaties met betrekking tot de transacties in de portefeuille, de vereffening en de bewaring, uitgevoerd voor rekening van de fondsen die in de opkomende markten zijn belegd, een hoger risico met zich meebrengen. De Vennootschap en de beleggers aanvaarden deze risico's. De beleggingen kunnen worden uitgevoerd op de “Russian Trading System Stock Exchange” (“RTS Stock Exchange”), waarin een groot aantal Russische emittenten verenigd zijn en die een vrijwel volledige dekking van het universum van de Russische aandelen biedt. De keuze voor de RTS Stock Exchange biedt de mogelijkheid om te profiteren van de liquiditeit van de Russische markt zonder te moeten handelen in de plaatselijke valuta, aangezien de RTS Stock Exchange de mogelijkheid biedt om met de emittenten te handelen in USD.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 4
Jaarlijks rendement Class A
2010
2009
2008
NVT
NVT
NVT
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel dynamisch. Aanbevolen beleggingstermijn: 8 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
79 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 5 Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen. De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100. ISIN-code LU0498838118
Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald
Class A
Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
1,35%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
Opmerkingen over de beheerprovisie Categorie “Class A” : In gevallen waar de Vennootschap belegt in ICBE’s of andere ICB’s van dezelfde promotor zal aan geen van de compartimenten van de Vennootschap een dubbele beheervergoeding aangerekend worden. De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent Instapkosten Class A
5,25%
Conversiekosten 1,00%
(1)
Uitstapkosten 1,00%
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 13 mei 2010 Achtergrond : Nihil
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
80 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 6 Profile 6
Beleggingsbeleid Het compartiment streeft kapitaalgroei op lange termijn na, door beleggingen in verschillende activaklassen. Het compartiment kan beleggen in obligaties, aandelen en geldmarktinstrumenten via directe beleggingen, financiële derivaten en instellingen voor collectieve belegging (met inbegrip van beursverhandelde indexfondsen) en, in ondergeschikte mate, in contanten. Het accent wordt gelegd op een internationale spreiding van de beleggingen. De doelstelling van het compartiment is munt te slaan uit de kansen op waardeschepping die zich aandienen, door een portefeuille van overdraagbare effecten actief te beheren. µDe beheerder zal een agressief risicoprofiel proberen te handhaven. Beleggingen op opkomende markten zijn beperkt tot 20%. De beheerder zal de voorkeur geven aan aandelen terwijl hij de risico's zal beheren door in ondergeschikte mate te beleggen in rentedragende effecten van verschillende looptijden. µDe beheerder zal de activa beleggen volgens de volgende strategische spreiding: - Aandelen: 100% - Vastgoedeffecten: 0% - Obligaties:
0%
- Kortlopende schuldeffecten: 0% De beheerder kan tactisch afwijken van de bovenstaande spreiding op grond van zijn marktverwachtingen. Het compartiment kan trachten de blootstelling aan valutaschommelingen tot een minimum te beperken via het gebruik van valuta-afdekkingstransacties en andere financiële instrumenten zoals beschreven in Bijlage 2 van het volledige prospectus. Dit compartiment is geen geavanceerd compartiment: Het kan alleen gebruik maken van niet-complexe posities in financiële derivaten of van financiële derivaten voor afdekkingsdoeleinden. Het gebruik van financiële derivaten is beperkt tot beursgenoteerde instrumenten in overeenstemming met het beleggingsbeleid (met inbegrip van maar niet beperkt tot rentefutures, obligatiefutures, swapnotefutures) en het gebruik van OTC-instrumenten is verboden (met inbegrip van OTC-derivaten, CDS- en CDO-contracten). Risico's Het compartiment belegt een deel van zijn vermogen in opkomende markten. Het kan dan ook blijk geven van een bovengemiddelde volatiliteit ten gevolge van een hoge graad van concentratie, een grotere onzekerheid aangezien minder informatie beschikbaar is, een lagere liquiditeit, of een grotere gevoeligheid aan veranderingen in de marktomstandigheden (sociale, politieke of economische omstandigheden). Bovendien bieden bepaalde opkomende markten minder zekerheid dan de meeste ontwikkelde internationale markten. Derhalve kunnen de prestaties met betrekking tot de transacties in de portefeuille, de vereffening en de bewaring, uitgevoerd voor rekening van de fondsen die in de opkomende markten zijn belegd, een hoger risico met zich meebrengen. De Vennootschap en de beleggers aanvaarden deze risico's. De beleggingen kunnen worden uitgevoerd op de “Russian Trading System Stock Exchange” (“RTS Stock Exchange”), waarin een groot aantal Russische emittenten verenigd zijn en die een vrijwel volledige dekking van het universum van de Russische aandelen biedt. De keuze voor de RTS Stock Exchange biedt de mogelijkheid om te profiteren van de liquiditeit van de Russische markt zonder te moeten handelen in de plaatselijke valuta, aangezien de RTS Stock Exchange de mogelijkheid biedt om met de emittenten te handelen in USD.
Risicoprofiel Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 het hoogste risico. Klasse 5
Jaarlijks rendement Class A
2010
2009
2008
22,6%
-33,61%
2,97%
De rendementen in het verleden vormen geen aanwijzing voor de huidige en toekomstige rendementen. De rendementsgegevens houden geen rekening met de provisies en kosten die worden geheven bij de uitgifte en terugkoop van deelbewijzen.
Profiel van de typische belegger Er zijn vijf beleggersprofielen gedefinieerd: conservatief, defensief, neutraal, dynamisch en agressief. Dit compartiment beantwoordt aan het profiel dynamisch. Aanbevolen beleggingstermijn: 9 jaar. Deze informatie wordt louter ter indicatie gegeven en brengt geen verbintenissen met zich mee voor de Vennootschap.
Aandelen – Categorie “Class A” Uitsluitend op naam en kapitalisatieaandelen.
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
81 / 82
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 6 De toepasselijke initiële minimumbelegging en de minimale vervolgbelegging in deze aandelencategorie bedragen EUR 100. ISIN-code LU0121971286
Provisies en kosten Terugkerende provisies en kosten die door het compartiment worden betaald Beheerprovisie
Rendementsprovisie
Distributieprovisie
Andere kosten
Taxe d’abonnement
1,5%
Nihil
Nihil
0,185%
0,05%
Class A
Opmerkingen over de beheerprovisie Categorie “Class A” : In gevallen waar de Vennootschap belegt in ICBE’s of andere ICB’s van dezelfde promotor zal aan geen van de compartimenten van de Vennootschap een dubbele beheervergoeding aangerekend worden. De categorieën “A” en “B” zijn daarnaast onderworpen aan een Belgische jaarlijkse belasting op de ICB's van 0,08% van de nettobedragen die in België aan het publiek verkocht worden door de Vennootschap, vanaf de datum van hun registratie bij de CBFA. Maximale eenmalige provisies en kosten voor rekening van de belegger ten gunste van de plaatsingsagent Instapkosten Class A
5,25%
Conversiekosten 1,00%
(1)
Uitstapkosten 1,00%
(1) en in geval van conversie naar een compartiment waarvoor hogere instapkosten gelden, kan het verschil worden geïnd
Aanvullende informatie Referentievaluta : EUR Netto-inventariswaarde (NIW) : Wordt in EUR berekend op iedere volledige bankwerkdag in Luxemburg, op voorwaarde dat de financiële markten waarop een aanzienlijk deel (ongeveer 50%) van de activa van het compartiment wordt verhandeld minstens één dag die als basis diende voor de berekening van de vorige NIW. Zij is verkrijgbaar op het hoofdkantoor van de Vennootschap, bij de plaatselijke vertegenwoordigers, en in de dagbladen die zijn geselecteerd door de raad van bestuur. Voorwaarden voor inschrijving/omzetting/terugkoop : Om te worden verwerkt op basis van een bepaalde netto-inventariswaarde moeten de orders voor inschrijving, omzetting en terugkoop door een lokale vertegenwoordiger, een distributeur of rechtstreeks door de transferagent ontvangen worden op de dag vóór de waarderingsdag en dit vóór 9.00 uur Luxemburgse tijd. De betaling vindt plaats in een van de berekeningsvaluta's voor de betrokken aandelen. De betaling vindt plaats binnen twee handelsdagen na de waarderingsdag voor de uitdrukkingsvaluta op de valutamarkt. Notering : Nihil Introductiedatum : Op 11 juni 2001 Achtergrond : Huidige naam op 17 mei 2010
ABN AMRO Multi-Manager Funds - Volledig prospectus - Deel II - versie FEBRUARI 2011
82 / 82