ABN AMRO Holding N.V. ◆
Jaarverslag 1999
Inhoudsopgave ABN AMRO vanaf 1990
6
Voorwoord Raad van Bestuur
9
Bericht van de Raad van Commissarissen Verslag van de Raad van Bestuur over 1999
10 13
◆
Resultaten en ontwikkelingen samengevat Uitstekend jaar 13 Recordwinst 13 Belangrijkste acquisities 13 Geconsolideerde resultaten 14 Vermogen en ratio’s 15 Nettowinst per aandeel en dividend 15 Economisch en financieel klimaat 18 Value-based management 19 Strategie en doelstellingen 19
◆
Belangrijke trends Consolidatie 20 E-commerce 21
◆
De bank in 1999 22 Divisie Nederland 22 Divisie Buitenland 27 Divisie Investment Banking 34 Divisie Resource Management 39 Risicobeheer 43 ABN AMRO Lease Holding 51 Vermogen 52 Geconsolideerde balans 53 Vooruitzichten 55
20
4
13
Jaarrekening 1999
57
◆
Grondslagen
◆
Geconsolideerde balans per 31 december 1999 na winstverdeling
◆
Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 1999
◆
Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 1999
◆
Mutatieoverzicht eigen vermogen over 1999
◆
Toelichting op de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening
◆
Vennootschappelijke balans per 31 december 1999 na winstverdeling
◆
Vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 1999
◆
Toelichting op de vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening
◆
Belangrijke deelnemingen
Overige gegevens
58 62
63
64
65 66 98
98 99
101
103
ABN AMRO Holding N.V. 109 – leden Raad van Commissarissen – leden Raad van Bestuur – leden Raad van Advies
Organisatieschema ABN AMRO Bank N.V.
Het ABN AMRO netwerk
110
112
Verslag van de Commissie van Aandeelhouders
115 Dit jaarverslag is geïllustreerd met foto’s van het nieuwe
Stichting Administratiekantoor ABN AMRO Holding
116
hoofdkantoor van de bank in Amsterdam-Buitenveldert, dat in oktober 1999 officieel is geopend.
Verslag Centrale Ondernemingsraad
118
Een uniek gebouw van internationale allure. Toch zou ABN AMRO niet
Informatie over het aandeel ABN AMRO
119
díé bank zijn die zij is, zonder haar medewerkers. Een klein aantal van die inmiddels bijna
Verklarende woordenlijst
124
110.000 ABN AMRO gezichten ziet u bij de teksten op de foto’s in de marge.
5
ABN AMRO vanaf 1990 (in euro’s) 1999
1999
8.687
19.144
9.195
7.198
6.294
6.840
15.073
7.240
5.340
4.491
15.527
34.217
16.435
12.538
10.785
10.609
23.379
11.230
8.704
7.450
653
1.439
691
941
547
– 20
– 44
– 21
– 101
179
4.250
9.366
4.499
2.897
2.626
2.930
6.457
3.101
1.989
1.872
2.570
5.664
2.720
1.828
1.748
2.490
5.487
2.636
1.747
1.666
1.250
2.755
1.323
906
844
12,0
26,4
12,1
10,7
11,7
28,9
63,7
29,0
24,4
24,1
284,2
626,3
285,6
243,5
221,1
259,7
572,3
261,0
220,5
201,1
457,9
1.009,1
460,1
432,1
379,5
159,0
350,4
159,8
124,0
102,8
246,4
543,0
247,6
215,8
208,7
Resultaten (in miljoenen)
(NLG)
Rente Overig inkomen Totaal baten Bedrijfslasten Waardeveranderingen van vorderingen Fonds voor algemene bankrisico’s Bedrijfsresultaat voor belastingen Groepswinst Nettowinst Nettowinst beschikbaar voor houders van gewone aandelen Dividendbedrag
1999
1998
1997
(USD)5
Balans (in miljarden) Eigen vermogen Aansprakelijk groepsvermogen Toevertrouwde middelen en schuldbewijzen Kredieten Balanstelling Voorwaardelijke schulden en onherroepelijke faciliteiten Naar risico gewogen activa
Gegevens van gewone aandelen 1 Aantal uitstaande aandelen (in miljoenen) Gemiddeld aantal uitstaande aandelen (in miljoenen) Nettowinst per aandeel 2 Nettowinst per aandeel na volledige verwatering 2 Dividend per aandeel (afgerond) 3 Uitkeringspercentage per aandeel (dividend/nettowinst) Vermogenswaarde per aandeel (ultimo) 3,4
1.465,5
1.438,1
1.405,6
1.451,6
1.422,1
1.388,7
1,72
3,79
1,82
1,23
1,20
1,71
3,77
1,81
1,22
1,19
0,80
1,76
0,80
0,58
0,54
46,9
45,5
6,85
7,71
23,7
16,9
15,7
7,20
6,94
6,96
10,86
10,48
10,65
68,3
69,4
69,1
37.138
36.716
34.071
72.800
71.014
42.678
46,5 7,59
16,73
7,63
Ratio’s Rendement op eigen vermogen in % BIS-ratio kernvermogen in % 4 BIS-ratio totaal vermogen in % 4 Efficiencyratio in %
Medewerkers (nominale aantallen) Nederland Buitenland
Vestigingen Nederland Buitenland
Aantal landen en gebieden van vestiging
921
943
967
2.668
2.640
921
76
74
71
De cijfers van voorgaande jaren zijn aangepast voor vergelijkingsdoeleinden. 1990 was het jaar van oprichting van ABN AMRO Holding N.V. 1 Gecorrigeerd voor ingekochte aandelen ter dekking van uitgegeven personeelsopties. 2 Berekend op basis van het gemiddeld uitstaande aantal gewone aandelen en gecorrigeerd in verband met kapitaalsuitbreidingen. 3 Waar nodig gecorrigeerd in verband met kapitaalsuitbreidingen. 4 De herrubricering van de voorziening voor algemene bankrisico’s per 1 januari 1997 is hierin reeds verwerkt. 5 De resultaten zijn omgerekend tegen de gemiddelde dollarkoers en de balans tegen de ultimo dollarkoers.
6
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
5.230
4.646
4.442
4.013
3.726
3.329
2.883
3.433
2.708
2.353
2.405
1.932
1.823
1.671
8.663
7.354
6.795
6.418
5.658
5.152
4.554
5.867
4.962
4.595
4.256
3.797
3.494
3.156
569
328
681
681
635
599
545
66
308
2.175
1.743
1.526
1.437
1.164
1.059
854
1.563
1.233
1.081
955
780
708
632
1.499
1.187
1.037
918
764
697
601
1.414
1.075
925
835
686
619
584
733
623
550
486
439
421
353
11,3
9,2
8,8
8,7
7,3
6,9
6,5
20,1
15,2
14,2
13,8
12,3
11,3
10,5
159,3
147,3
138,5
136,3
128,2
117,7
112,5
150,5
132,8
122,8
121,7
110,7
102,6
95,7
272,0
248,0
229,0
222,8
203,5
186,8
176,9 41,3
80,9
63,8
51,0
45,3
44,1
41,5
176,7
149,6
136,9
130,5
128,1
120,4
1.364,5
1.255,6
1.213,3
1.173,7
1.111,0
1.057,0
1.020,4
1.346,3
1.232,5
1.193,3
1.141,3
1.081,3
1.034,5
999,6
1,05
0,87
0,78
0,73
0,63
0,59
0,58
1,03
0,83
0,74
0,71
0,62
0,59
0,48
0,41
0,36
0,34
0,33
0,33
0,33
45,5
46,9
46,9
47,4
51,9
55,2
56,4
7,62
6,21
6,08
6,21
5,80
5,78
5,68
16,4
13,9
12,4
12,0
11,1
10,4
10,0
7,21
6,51
6,74
6,85
5,91
10,89
10,80
11,02
11,20
9,88
67,7
67,5
67,6
66,3
67,1
67,8
69,3
32.531
34.587
35.677
37.393
37.883
38.670
40.140
33.641
29.107
26.504
23.058
21.756
18.077
17.912
1.011
1.050
1.102
1.330
1.429
1.462
1.474
706
620
601
503
523
466
458
70
67
64
60
57
52
49
7
De Raad van Bestuur, van links naar rechts: R.W.J. Groenink, J.Ch.L. Kuiper, P.J. Kalff (voorzitter), R.G.C. van den Brink, R.W.F. van Tets, J.M. de Jong, T. de Swaan, W.G. Jiskoot
Geachte aandeelhouder, Het doet ons groot genoegen u te kunnen berichten dat in 1999, het jaar waarin onze bank haar 175-jarig bestaan vierde, de nettowinst tot een recordniveau van EUR 2.570 miljoen steeg. De stijging van de nettowinst met 40,6% lag ruim boven onze doelstelling van een gemiddelde jaarlijkse groei van ten minste 12,5%. Ook de overige financiële doelstellingen werden ruimschoots gehaald. Het rendement op het eigen vermogen liet een verbetering tot 23,7% zien, bij een doelstelling van 18%. De winst per aandeel ging tot 39,8% omhoog, hetgeen ruim boven de doelstelling van een jaarlijkse stijging van ten minste 10% ligt. Sinds de fusie in 1990 bedroeg de gemiddelde effectieve groei van de winst per aandeel 12,8% per jaar. Het is uitermate verheugend dat alle divisies aan de recordwinst hebben bijgedragen. Wij hebben in alle delen van de wereld en in alle lines of business aanzienlijke vooruitgang geboekt. Op veel plaatsen konden wij onze marktpositie flink versterken. De inzet van onze medewerkers hebben wij zeer gewaardeerd. Deze grote groep mensen met een zeer diverse culturele achtergrond en verbonden door de ABN AMRO Waarden vormt de basis van ons succes. Wij richten ons sterk op onze drie thuismarkten: Nederland, het Midden-Westen van de Verenigde Staten en Brazilië. Daarnaast stelt ons netwerk ons in staat internationale cliënten in 76 landen, verspreid over de hele wereld, te bedienen met een selectief pakket producten en diensten. In het kader van ons voortdurend streven naar optimalisering van de aandeelhouderswaarde, hebben wij besloten de toepassing van value-based management binnen onze organisatie uit te breiden en het toezicht daarop te intensiveren. Een selectief gebruik van het beschikbare vermogen en strikte kostenbeheersing zijn immers van essentieel belang voor de financiële ontwikkeling van onze bank. Het universal banking concept – de combinatie van commercial banking en investment banking – vormt een sterke basis voor onze organisatie en biedt toegevoegde waarde aan zowel onze cliënten als onze aandeelhouders. Door middel van voortdurende innovatie willen wij de marktontwikkelingen en de steeds veranderende behoeften van onze cliënten voorblijven. Op deze manier zijn wij in staat onze dienstverlening op een kwalitatief hoogstaand niveau te handhaven. In de lange geschiedenis van onze bank zijn wij meermalen geconfronteerd met ontwikkelingen die onze bedrijfsvoering ingrijpend beïnvloedden. De vlucht die e-commerce neemt, zal al deze ontwikkelingen in de schaduw stellen. Wij zijn evenwel overtuigd van de kracht van het door ons gekozen concept waarbij cliënten via meerdere distributiekanalen met een geïntegreerd producten- en dienstenpakket worden benaderd. Met ons uitgebreide wereldwijde netwerk en onze initiatieven op het gebied van e-commerce, streven wij naar een voorsprong op onze concurrentie waardoor wij tot de kopgroep in de financiële sector zullen blijven behoren. Het sterke momentum in de gehele bank, in combinatie met de nieuwe impulsen van de divisie Europa en onze e-commerce activiteiten, wettigt de verwachting dat de bank haar aandeelhouders ook de komende jaren verdere winstgroei en superieure rendementen kan bieden. Gezien de wereldwijd gunstige economische vooruitzichten verwacht de Raad van Bestuur ook voor het jaar 2000 de door de bank geformuleerde financiële doelstellingen te kunnen overtreffen.
Raad van Bestuur ABN AMRO Holding N.V.
Bericht van de Raad van Commissarissen Met genoegen bieden wij het jaarverslag aan. De bank heeft in 1999, dankzij de grote inzet van de betrokkenen, de financiële doelstellingen overtroffen. Een prestatie waarop de Raad van Bestuur en alle medewerkers trots mogen zijn. Op 17 november 1999 overleed ir. J.J. Endtz, een van de langstzittende commissarissen. Zijn betrokkenheid bij de bank was groot en zijn scherpe inzicht zal een blijvende herinnering zijn. Voorts willen wij stilstaan bij het overlijden van de heer M.J. Drabbe, lid van de Raad van Bestuur, op 27 maart 1999. Zijn overlijden was een groot verlies voor de bank. Hij was een uitstekend bankier met een strategische visie, die door zijn enthousiasme en creativiteit mensen wist te motiveren.
Jaarrekening en dividendvoorstel Dit jaarverslag bevat onder meer de jaarrekening, die wij na controle door Ernst & Young Accountants ongewijzigd hebben vastgesteld. Wij stellen aandeelhouders voor de jaarrekening 1999 goed te keuren en de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen decharge te verlenen voor het gevoerde beleid respectievelijk uitgeoefende toezicht. Bij goedkeuring van de jaarrekening en de daarin opgenomen winstverdeling zullen houders van gewone aandelen een keuzedividend van EUR 0,80 (NLG 1,76) per aandeel van EUR 0,56723 (NLG 1,25) ontvangen. Na aftrek van het interimdividend van EUR 0,30 (NLG 0,66) resteert een slotdividend van EUR 0,50 (NLG 1,10) per gewoon aandeel. Houders van de overige soorten aandelen ontvangen het statutaire dividend zoals vermeld op pagina 105 van het jaarverslag.
Benoemingen Raad van Commissarissen Per 6 mei 1999 zijn mevrouw L.S. Groenman en Baron D.R.J. de Rothschild voor een periode van vier jaar benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen. Mr. W. Overmars, die periodiek aftrad, is per gelijke datum voor een nieuwe termijn benoemd.
10
Op 10 mei 2000 zal ir. F.H. Fentener van Vlissingen op eigen verzoek aftreden. Hij is sinds 1974 lid van de Raad van Commissarissen en sinds 1994 vice-voorzitter. Uit dien hoofde maakt hij deel uit van de Audit Commissie en de Selectie- en Honoreringscommissie van onze Raad. Zijn wijsheid, ruime ervaring en enorme toewijding zijn van grote waarde geweest voor onze Raad en voor de bank. Wij zijn hem erkentelijk voor zijn inspirerende inbreng. Mr. R.J. Nelissen en de heer S. Keehn treden per 10 mei 2000 periodiek af. De Raad heeft hen in zijn vergadering van 23 maart 2000 opnieuw benoemd. In diezelfde vergadering zijn mevrouw drs. T.A. Maas-de Brouwer en mr. P.J. Kalff nieuw tot de Raad benoemd, eveneens per 10 mei 2000. Mevrouw Maas-de Brouwer beschikt over uitgebreide bestuurlijke ervaring, onder meer als voorzitter van diverse informaticabedrijven, en zij is lid van de Eerste Kamer geweest. De benoemingen vonden plaats in overeenstemming met de profielschets die voor het laatst op 31 maart 1998 is geactualiseerd en bij de vennootschap ter inzage ligt. De Commissie van Aandeelhouders en de Centrale Ondernemingsraad hebben wij in kennis gesteld van de vacatures en de voorgenomen benoemingen. Beide gremia hebben hiertegen geen bezwaar aangetekend en hebben evenmin gebruikgemaakt van hun recht om zelf kandidaten voor te dragen. Het aantal leden van de Raad blijft onveranderd vijftien, waarvan er twee niet de Nederlandse nationaliteit hebben.
Benoemingen in de bank Per 6 mei 1999 werd door onze Raad mr. J.Ch.L. Kuiper benoemd tot lid van de Raad van Bestuur als opvolger van de heer Drabbe. Wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd zal mr. P.J. Kalff, voorzitter van de Raad van Bestuur, op 10 mei 2000 aftreden. De heer Kalff is
sinds 1977 lid van de Raad van Bestuur geweest en sinds 1994 voorzitter. Onder zijn leiding is de bank sterk gegroeid en is haar internationale positie aanzienlijk versterkt. Wij nemen afscheid van een eminent bankier, wiens kennis van en visie op de internationale financiële markten in brede kring worden erkend en gewaardeerd. De Raad is hem buitengewoon erkentelijk voor de toewijding waarmee hij de bank heeft geleid. In een gezamenlijke vergadering van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur op 12 november 1999 is mr. R.W.J. Groenink tot opvolger van de heer Kalff benoemd per 10 mei 2000. Wij hebben er alle vertrouwen in dat de bank onder de ervaren en zeer deskundige leiding van de heer Groenink de gunstige ontwikkeling van de afgelopen jaren kan continueren. De Raad van Bestuur heeft overleg met onze Raad gevoerd over de benoeming van de volgende zeven Directeuren-Generaal: ◆ 1 juni 1999 H.Y. Scott-Barrett Divisie Investment Banking ◆ 1 juni 1999 N.W.A. Bannister Divisie Investment Banking ◆ 1 juni 1999 S.A. Lires Rial Divisie Buitenland ◆ 1 juli 1999 J.P. Votron E-commerce ◆ 1 oktober 1999 drs. W.F.C. Baars Divisie Risk Management ◆ 1 januari 2000 mr. drs. G.B.J. Hartsink Divisie Europa ◆ 1 januari 2000 mr. A.M. Kloosterman Divisie Buitenland De heren Scott-Barrett, Bannister, Lires Rial en Votron hebben niet de Nederlandse nationaliteit. Onze Raad en de Raad van Bestuur zijn van mening dat deze benoemingen het internationale karakter van de bank weerspiegelen.
Overige activiteiten De Raad van Commissarissen heeft in de verslagperiode zeven keer vergaderd. Vaste onderwerpen op de agenda waren krediet- en andere risico’s, de financiële resultaten, het sociaal beleid en belangrijke transacties. Tijdens één of meer vergaderingen is
gesproken over de strategie van de bank, het acquisitiebeleid, het accountantsrapport met inbegrip van de management-letter, budgetten, de gang van zaken bij recente acquisities, benoemingen en de samenstelling en het functioneren van onze Raad. Voorts is aandacht besteed aan het risicobeleid, corporate governance, verzekeringen en e-commerce. Andere onderwerpen die aan bod kwamen, betroffen de millenniumovergang, rapporten van ratingbureaus, het jaarverslag, het beloningsbeleid, de samenstelling van de Raad van Bestuur en het overleg met de ondernemingsraad. Ten slotte is in het bijzonder aandacht besteed aan value-based management. Hiermee wil de bank de waardecreatie vergroten. Waardecreatie is in dit verband gedefinieerd als groei in combinatie met stijgende opbrengsten die de kapitaalkosten overtreffen. Het is feitelijk een verfijning van bestaande meetinstrumenten en stelt de bank in staat te bepalen hoe efficiënt haar vermogen wordt gebruikt. De voorzitter en vice-voorzitter van onze Raad en de voorzitter van de Raad van Bestuur kwamen diverse malen bijeen om vergaderingen voor te bereiden. De voorzitter en vice-voorzitter vormen de Selectie- en Honoreringscommissie van onze Raad, die samen met de voorzitter van de Raad van Bestuur de opvolging van de heer Kalff, andere benoemingen, de samenstelling van de Raad van Commissarissen en de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur heeft besproken.
Audit Commissie De Audit Commissie, die uit de voorzitter, vice-voorzitter en vier wisselende leden van de Raad bestaat, vergaderde vier keer met de voorzitter en één of meer leden van de Raad van Bestuur. Deze commissie bereidt de behandeling in de voltallige Raad voor van de jaarrekening, het budget, grote kredieten, voorzieningen en de management-letter. In het verslagjaar is door de Commissie voorts ook aandacht besteed aan het risicobeleid, juridische procedures waarin de bank is verwikkeld, en de voorstellen van het Bazels Comité voor nieuwe solvabiliteitsrichtlijnen.
11
Alle leden van de Raad ontvangen de notulen van de vergaderingen en deze worden tijdens een plenaire vergadering besproken. De externe en interne accountant woonden de vergaderingen bij waarin de jaarrekening, het accountantsrapport en de management-letter werden behandeld.
Overleg met de Ondernemingsraad Bij toerbeurt bezochten leden van onze Raad de vergaderingen van de Centrale Ondernemingsraad. Tevens hebben de Raad van Commissarissen, de Raad van Bestuur en de Centrale Ondernemingsraad gezamenlijk een middag van gedachten gewisseld over ‘Bankieren in een e-commerce wereld’. De boeiende gedachtewisseling die zich vanuit de verschillende referentiekaders van deze drie organen ontwikkelde, droeg bij aan een beter onderling begrip van de standpunten ten aanzien van e-commerce. Wij zijn vol vertrouwen dat de expertise en inzet van het bestuur en de medewerkers van de bank ook in het jaar 2000 garant zullen staan voor verdere groei, hetgeen in het voordeel is van al diegenen die belang hebben bij onze bank. Amsterdam, 23 maart 2000
Raad van Commissarissen
12
Verslag van de Raad van Bestuur over 1999 Resultaten en ontwikkelingen samengevat Uitstekend jaar Onze bank kan met grote tevredenheid op 1999 terugkijken. Voor het tiende achtereenvolgende jaar sinds de fusie werd een recordwinst behaald. Kenmerkend waren de krachtige verdere expansie van ons internationale bedrijf, de ontwikkeling van nieuwe producten en de forse investeringen in informatietechnologie. De bank vierde voorts haar 175-jarig bestaan en nam het nieuwe hoofdkantoor in Amsterdam-Buitenveldert in gebruik. De vooruitgang die in 1999 kon worden geboekt, was voor een groot deel te danken aan onze internationale langetermijngroeistrategie en bevestigde onze reputatie als een van de toonaangevende universele banken in de wereld.
Recordwinst De nettowinst steeg met 40,6% tot een recordniveau van EUR 2.570 miljoen. Alle divisies droegen hieraan sterk bij. De nettowinst per gewoon aandeel nam met 39,8% toe tot EUR 1,72. Het geconsolideerde balanstotaal steeg van EUR 432,1 miljard ultimo 1998 tot EUR 457,9 miljard ultimo 1999.
Belangrijkste acquisities Door de verwerving van een aantal strategische belangen hebben wij uitdrukking gegeven aan ons vertrouwen in het potentieel van de Italiaanse markt. Zo namen wij in maart een belang van 8,76% in Banca di Roma. In november kon hieraan nog eens 0,89% worden toegevoegd. Voorts faciliteerden wij de overname door Banca Antonveneta van Banca Nazionale dell’Agricoltura, waarin wij een belang van 5,71% hebben, en verwierven wij 4,9% van de aandelen van Interbanca. In april konden wij bekendmaken dat overeenstemming was bereikt over de verwerving van een meerderheidsbelang in de Great Pacific Savings Bank, een bank met
hoofdkantoor te Manilla, Filippijnen. Vervolgens werd in mei een akkoord getekend voor de overname van de consumer banking activiteiten van de Bank of America in India, Singapore en Taiwan. In Latijns-Amerika, dat eveneens een belangrijke groeimarkt voor onze bank is, werd eind vorig jaar het in 1998 verworven meerderheidsbelang in de Braziliaanse Banco Real tot 70% uitgebreid. In augustus brachten wij een bod uit op alle aandelen Bouwfonds. De aandelen zijn in handen van 479 Nederlandse gemeenten. Met het bod is een bedrag van EUR 1,2 miljard gemoeid, inclusief bijkomende kosten. Hiermee ontstaat een strategisch samenwerkingsverband tussen Bouwfonds en ABN AMRO voor de ontwikkeling, financiering en beheer van onroerend goed in Europa. Wij verwachten dat door de bundeling van de in ruime mate aanwezige kennis en ervaring aanzienlijke synergie-
Kerncijfers resultaten (in miljoenen euro’s) 1999
1998
1997
1.369
1.157
1.007
2.206
1.575
1.243
502
246
399
128
121
109
4.205
3.099
2.758
25
– 303
47
20
101
–179
Bedrijfsresultaat voor belastingen
4.250
2.897
2.626
Nettowinst Nettowinst beschikbaar voor houders van gewone aandelen Nettowinst per aandeel
2.570
1.828
1.748
2.490
1.747
1.666
1,72
1,23
1,20
Divisie Nederland Divisie Buitenland Divisie Investment Banking ABN AMRO Lease Holding
Voorzieningen voor landenrisico’s Fonds voor algemene bankrisico’s
13
voordelen kunnen worden behaald op het gebied van hypotheken en onroerend goed. Door de overname zal het aandeel van ABN AMRO in de Nederlandse woninghypotheekmarkt aanzienlijk stijgen. Het bod werd in januari 2000 gestand gedaan en is door de aandeelhouders aanvaard.
Geconsolideerde resultaten Het bedrijfsresultaat voor belastingen liet een verbetering van 46,7% zien. De strategisch belangrijke acquisitie van Banco Real beïnvloedde het bedrijfsresultaat voor belastingen aanzienlijk; het effect van valutakoersen was daarentegen beperkt. De baten (+23,8%) stegen dit jaar sterker dan de bedrijfslasten (+21,9%). Hierdoor verbeterde de efficiencyratio (bedrijfslasten als percentage van totale baten) van 69,4% in 1998 tot 68,3% in 1999. Deze verbetering kon vooral worden bereikt dankzij een nog stringentere kostenbeheersing. Wij zullen vanzelfsprekend blijven
Geconsolideerde resultaten (in miljoenen euro’s) 1999
1998
8.687
7.198
6.294
4.455
3.388
2.846
1.374
1.153
1.105
1.011
799
540
Totaal baten
15.527
12.538
10.785
Bedrijfslasten
10.609
8.704
7.450
Bedrijfsresultaat voor waardeveranderingen Waardeveranderingen van vorderingen Vrijval/toevoeging fonds voor algemene bankrisico’s Waardeveranderingen van financiële vaste activa
4.918
3.834
3.335
653
941
547
– 20
– 101
179
35
97
– 17
Bedrijfsresultaat voor belastingen Belastingen
4.250
2.897
2.626
1.320
908
754
Groepswinst na belastingen Belang van derden
2.930
1.989
1.872
360
161
124
Nettowinst
2.570
1.828
1.748
Rente Provisie Resultaat uit financiële transacties Overige baten
14
1997
werken aan de verdere verbetering van de efficiencyratio’s van onze lines of business. Aan de batenzijde steeg het rentesaldo met 20,7% tot EUR 8.687 miljoen. De eurorentemarge in Nederland was fractioneel lager dan in 1998. Het volume van zowel de zakelijke als de particuliere kredietverlening groeide aanzienlijk. De acquisities in Brazilië, tezamen met de autonome groei van ons bedrijf in de Verenigde Staten, gaven een krachtige impuls aan de rentebaten van de divisie Buitenland. De provisies waren EUR 1.067 miljoen (+31,5%) hoger. Afgezien van de bijdrage van Banco Real, kwam deze stijging voor rekening van betalingsverkeer, effectenbedrijf, vermogensbeheer, trustzaken en fusies en overnames. De resultaten uit financiële transacties namen eveneens toe, namelijk met 19,2% tot EUR 1.374 miljoen. Opmerkelijk was de omslag in het resultaat van de handel in schuldpapier van opkomende landen van een verlies van EUR 139 miljoen in 1998 tot een winst van EUR 41 miljoen in 1999. De handel in derivaten leverde EUR 183 miljoen (+97,3%) meer op. De resultaten uit de effectenhandel daalden echter met EUR 110 miljoen door de tegenvallende resultaten uit de obligatiehandel binnen Fixed Income. De sterke stijging van de overige baten met EUR 212 miljoen (+26,5%) kan voornamelijk worden toegeschreven aan het feit dat Banco Real in 1999 voor het eerst volledig in de cijfers is geconsolideerd, en aan de ontwikkeling van ons hypotheekbedrijf in de Verenigde Staten. De opbrengsten uit effecten en deelnemingen, die onder overige baten zijn opgenomen, stegen met EUR 9 miljoen. Het ging hierbij met name om de verkoop van een aantal minderheidsbelangen. De bedrijfslasten – het totaal van personeelskosten, andere beheerskosten en afschrijvingen – gingen met 21,9% omhoog tot EUR 10.609 miljoen. Gecorrigeerd voor acquisities en hogere valutakoersen, bedroeg de stijging 9,9%. De toename van de lasten
was het gevolg van onder meer forse autonome groei, een aantal automatiseringsprojecten en hogere bonussen. Global Transaction Services en de voorbereidingen voor het jaar 2000 vereisten eveneens aanzienlijke automatiseringscapaciteit. De waardeveranderingen van vorderingen zijn verlaagd van EUR 941 miljoen in 1998 tot EUR 653 miljoen in 1999. Door de afgenomen uitzettingen in een aantal ontwikkelingslanden kon een gedeelte van de voorzieningen voor landenrisico’s vrijvallen. De specifieke debiteurenvoorzieningen waren in 1999 hoger in met name Noord-Amerika en het Midden-Oosten en Afrika, en lager in Nederland en Azië. Aan het fonds voor algemene bankrisico’s werd in 1998 EUR 101 miljoen en in 1999 EUR 20 miljoen onttrokken. De omvang van het fonds bedraagt thans EUR 1.232 miljoen en voldoet aan onze norm van 50 basispunten van de naar risico gewogen activa. De waardeveranderingen van vorderingen en de onttrekking aan het fonds voor algemene bankrisico’s kwamen per saldo uit op EUR 633 miljoen tegenover EUR 840 miljoen in 1998. Onder waardeveranderingen van financiële vaste activa zijn de nietgerealiseerde waardeverschillen op aandelen in de beleggingsportefeuilles van de bank verwerkt.
Winstverdeling (in miljoenen euro’s) 1999
1998
1997
2.570
1.828
1.748
78
78
78
2
3
4
2.490
1.747
1.666
1.170
825
762
1.320
922
904
1999
1998
1997
Aantal uitstaande aandelen (in miljoenen) Gemiddeld aantal uitstaande aandelen
1.465,5
1.438,1
1.405,6
(in miljoenen)
1.451,6
1.422,1
1.388,7
1,72
1,23
1,20
0,80
0,58
0,54
46,5
46,9
45,5
7,59
6,85
7,71
Nettowinst Uitkering aan houders preferente aandelen Uitkering aan houders converteerbare aandelen Nettowinst beschikbaar voor houders van gewone aandelen Dividend gewone aandelen Toevoeging aan de reserves
Gegevens van gewone aandelen
Nettowinst per aandeel (in euro’s) Dividend per aandeel (in euro’s, afgerond) Uitkeringspercentage Vermogenswaarde per aandeel (in euro’s)
De post belastingen is met 45,4% gestegen. De belastingdruk daalde van 31,3% in 1998 tot 31,1% in 1999. Deze daling werd voornamelijk veroorzaakt door hogere belastingvrije baten in Nederland.
dat met EUR 1.264 miljoen steeg tot EUR 11.987 miljoen, voornamelijk door de toevoeging van ingehouden winst over 1999. Het rendement op het eigen vermogen bedroeg 23,7% (1998: 16,9%).
Het belang van derden is toegenomen van EUR 161 miljoen tot EUR 360 miljoen. Deze stijging vloeide voort uit de uitgifte van preferente aandelen door ons bedrijf in de Verenigde Staten, vooral ter financiering van acquisities, en de verwerking in de cijfers over 1999 van het belang van derden in de resultaten van Banco Real.
Onze bank blijft ruimschoots voldoen aan de solvabiliteitsnormen van de Nederlandsche Bank. De ratio voor het kernvermogen (tier 1-ratio) bedroeg ultimo 1999 7,20% (ultimo 1998: 6,94%) en de ratio voor het totale toetsingsvermogen 10,86% (ultimo 1998: 10,48%).
Nettowinst per aandeel en dividend Vermogen en ratio’s Het aansprakelijk groepsvermogen bedroeg ultimo 1999 EUR 28.881 miljoen, een stijging van 18,5% ten opzichte van ultimo 1998. Onderdeel hiervan is het eigen vermogen
De nettowinst die toekomt aan houders van gewone aandelen, steeg met 42,5% tot EUR 2.490 miljoen. Door conversie van preferente converteerbare aandelen, stockdividenden en de uitoefening van optierechten,
15
Global Village In het jaar waarin het 175-jarig bestaan van de bank werd gevierd, werd het nieuwe hoofdkantoor in Amsterdam-Buitenveldert in gebruik genomen. Het representatieve pand weerspiegelt het karakter van ons bedrijf: een moderne, internationale en ondernemende bank. Gasten zien bij binnenkomst in één oogopslag wat de bank hen te bieden heeft: dynamisch en innovatief zakendoen, en – ondanks de omvang – persoonlijke aandacht.
Ook het bijna driedimensionaal lijkende patroon van de vloer in de centrale hal is van architect Henry Cobb van het New Yorkse bureau Pei Cobb Freed & Partners. Zelfs dit ontwerp weerspiegelt het internationale karakter van de bank. De vloer is namelijk samengesteld uit drie soorten natuursteen: Braziliaans graniet (Lila Gerais), Frans kalksteen (Poiseul) en marmer uit Turkije (Bianco Rosa).
nam het gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen met 2,1% toe tot 1.451,6 miljoen (1998: 1.422,1 miljoen). Per saldo verbeterde de nettowinst per aandeel met 39,8% tot EUR 1,72. De vermogenswaarde per gewoon aandeel bedroeg ultimo 1999 EUR 7,59 (ultimo 1998: EUR 6,85). Het dividend bedraagt EUR 0,80 per gewoon aandeel, een stijging van 38,8% ten opzichte van het dividend van EUR 0,5763 over 1998, en zal in contanten betaalbaar worden gesteld of, naar keuze van de aandeelhouder, in gewone aandelen ten laste van de agioreserve worden uitgekeerd. Het uitkeringspercentage bedraagt 46,5%.
Economisch en financieel klimaat De economische en financiële omgeving verbeterde aanzienlijk in 1999. In veel markten waar wij aanwezig zijn, weerspiegelden onze resultaten de verbeterde omstandigheden. De wereldeconomie schudde al snel de deflatiedreiging van zich af. Vanaf het tweede kwartaal trok de economische bedrijvigheid aan en versnelde de groei van de wereldhandel. Toen de tekenen van expansie krachtiger werden en de olieprijzen sterk opliepen, verhoogden de monetaire autoriteiten in de westerse wereld de rente. De inflatie bleef bij dit alles beperkt. De kerninflatie (totale inflatie gecorrigeerd voor levensmiddelen en energie) daalde zelfs in de Verenigde Staten en Europa. De obligatiemarkten reageerden op de wereldwijde verbetering van de economie met een stijging van de lange rente tot ruim boven het lage niveau van begin 1999. Van cruciaal belang voor een groot aantal van de hierboven geschetste ontwikkelingen was de onverwachte kracht van de Amerikaanse economie. Het optimisme van consumenten werd gesteund door de forse groei van de werkgelegenheid, de lage rente en de vermogenswinst op aandelenen huizenbezit. Ook de export nam toe. Hier stond tegenover dat zich een aantal onevenwichtigheden ontwikkelde of in versterkte mate manifesteerde: de arbeidsmarkt werd krapper, het tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans liep sterk op en het waarderingsniveau van de aandelenmarkten bleef naar historische maatstaven buitengewoon hoog, omdat
18
met name technologiefondsen hun ongekende opmars voortzetten. De Amerikaanse Federal Reserve Board verhoogde de rente drie keer toen duidelijk werd dat het ruime beleid van 1998 niet langer verantwoord was. Het meer restrictieve monetair beleid had evenwel nauwelijks enig merkbaar effect op de economische groei of de aandelenmarkten. De opvatting dat de productiviteitsgroei naar een hogere versnelling was geschakeld won terrein, waardoor de economie sneller kon groeien bij een afnemend inflatiegevaar. De Europese economie kende een zwak begin van het jaar. De pas opgerichte Europese Centrale Bank (ECB) zag zich genoodzaakt om in april de rente met een verrassend grote stap van 50 basispunten te verlagen. Dit versterkte het vertrouwen. De Europese economie werd voorts gestimuleerd door de meevallende groei van de wereldhandel en de waardevermindering van de euro. Duitsland en Italië bleven aanvankelijk achter, maar vanaf de zomer begonnen deze landen hun achterstand in te lopen. In november verhoogde de ECB, in navolging van de Amerikaanse Federal Reserve Board, de rente met 50 basispunten, en maakte hiermee de eerdere verlaging weer ongedaan. De werkloosheid daalde, maar bleef op een aantal plaatsen onaanvaardbaar hoog. De toestand van de overheidsfinanciën verbeterde. De tekorten namen af en in een aantal landen was zelfs sprake van een (toegenomen) begrotingsoverschot. De invoering van de euro verliep zonder problemen. De financiële markten waren al snel vertrouwd met de nieuwe muntsoort. De euro werd in het bedrijfsleven een gewilde valuta voor obligatie-emissies en stak qua emissievolume de Amerikaanse dollar naar de kroon. Even leek ook de Japanse economie uit het dal te klimmen. Gesteund door een nieuw pakket stimuleringsmaatregelen van de regering en de opleving van de consumptieve bestedingen, was de groei in de eerste helft van het jaar verrassend sterk. In de tweede helft kromp de economie echter weer.
De belangrijkste oorzaken waren de dalende overheidsuitgaven en de voorzichtigere houding van consumenten. Het economisch herstel in de opkomende landen van Azië bleek daarentegen veel krachtiger en duurzamer te zijn dan was verwacht, ondanks het trage tempo van de structurele hervormingen in sommige landen. De spectaculaire stijging van de invoer in de regio leverde een wezenlijke bijdrage aan de groei van de wereldhandel. Ook in Latijns-Amerika tekende zich een herstel af, zij het minder sterk. Ondanks de instorting van de real belandde Brazilië niet in een diepe recessie en nam de inflatie slechts licht toe. Sommige economieën in de regio gingen nog altijd gebukt onder een hoge schuldenlast, een groot begrotingstekort en een gebrek aan politieke daadkracht om de structurele problemen aan te pakken. Andere economieën kenden een bescheiden opleving, mede onder invloed van de gestegen grondstoffenprijzen en de krachtige expansie in Noord-Amerika.
Value-based management De periode sinds de fusie in 1990 werd gekenmerkt door krachtige groei. Zo steeg het balanstotaal met 159%, het eigen vermogen met 83% en de nettowinst met 328%. Onze BIS-ratio’s zijn sinds de invoering daarvan eind 1992 eveneens sterk verbeterd. De ratio voor het kernvermogen (tier 1-ratio) nam toe van 5,91% ultimo 1992 tot 7,20% ultimo 1999 en de ratio voor het totale toetsingsvermogen van 9,88% tot 10,86%. Het rendement op het eigen vermogen verbeterde van 10% over 1990 tot 23,7% over 1999. De koers van het aandeel ABN AMRO ultimo 1999 is hierdoor ten opzichte van 1990 verzevenvoudigd. Het gemiddelde effectieve totale rendement voor aandeelhouders over de periode 1994 – 1999 bedroeg 31,9% per jaar. Dit cijfer ligt ruim boven het gemiddelde voor de banksector. Niettemin zien wij goede mogelijkheden voor verdere verbetering in een omgeving waar de concurrentie steeds heviger wordt. Hiertoe
zullen wij ons sterker moeten richten op het rendement op de naar risico gewogen activa als basis voor de toekomstige groei van ons bedrijf. Wij hebben daarom in 1999 besloten value-based management als uitgangspunt te hanteren voor verdere verbetering van onze resultaten. Vanaf het begrotingsjaar 2000 wordt vermogen in toenemende mate op basis van dit uitgangspunt toegewezen. De allocatie wordt bepaald door geografische gebieden, cliëntengroepen en doelstellingen, die vooral voor investment banking gelden. Als uitvloeisel hiervan zal binnen de divisies aan landen, lines of business en productgroepen die het hoogste rendement opleveren of naar verwachting in de nabije toekomst zullen gaan opleveren, voorrang worden gegeven bij de allocatie van kapitaal, in overeenstemming met de strategische doelstellingen. De verdere expansie van zeer winstgevende activiteiten met een beperkt vermogensbeslag kan aldus gestimuleerd worden. Dit betreft onder meer asset management, private banking en corporate finance. Door deze gerichte allocatie van kapitaal zullen de resultaten verbeteren, waardoor aandeelhouders maximale waardecreatie kan worden geboden.
Strategie en doelstellingen ABN AMRO is een vooraanstaande universele bank met een wereldwijd netwerk. De bank streeft ernaar haar sterke positie verder uit te bouwen teneinde duurzame groei op lange termijn te realiseren en aldus de waarde voor aandeelhouders te vergroten. Wij bieden een volledig pakket producten en diensten aan cliënten in onze thuismarkten Nederland, het Midden-Westen van de Verenigde Staten en Brazilië alsmede een meer specifiek pakket producten en diensten in andere markten. Vanuit een aantal financiële centra verspreid over de hele wereld, te weten Amsterdam/Londen, Chicago/New York, Hongkong en Singapore, bedienen wij onze investment banking cliënten. Het universal banking concept biedt in een tijd van snelle technologische innovatie, concentratie in de financiële sector en deregulatie belangrijke strategische voordelen.
19
Het stelt ons in staat om schaalvoordelen te behalen en de informatieverwerking efficiënter in te richten, zodat de integratie van product- en systeemontwikkeling, verkoop en dienstverlening kan worden geoptimaliseerd.
Services (GTS) en de ontwikkeling van de technologische infrastructuur, de basis gelegd voor verdere wereldwijde expansie als universele bank.
Universal banking biedt ook voordelen voor cliënten. Het creëert namelijk de mogelijkheid van ‘one-stop shopping’, concurrerende prijzen en een complete dienstverlening. De vraag vanuit het bedrijfsleven naar geïntegreerde diensten groeit snel. Ons wereldwijde netwerk stelt ons in staat grote ondernemingen wereldwijd te ondersteunen. Onze strategie is erop gericht om bedrijven ervan te overtuigen dat ABN AMRO hun logische partner is. Aandeelhouders en andere belanghebbenden profiteren hiervan, omdat de combinatie van commercial banking en investment banking fluctuaties in deze twee pijlers van ons bankbedrijf neutraliseert. Hierdoor zal het totale rendement zich stabieler ontwikkelen.
Belangrijke trends
Een internationaal wervingsbeleid is van essentieel belang voor deze strategie. ABN AMRO is een multinationale onderneming met hoog opgeleid en gemotiveerd personeel met allerlei verschillende achtergronden. Binnen onze organisatie bestaan verschillende culturen naast elkaar, waarbij de vier ABN AMRO Waarden – integriteit, respect, teamwork en professionalisme – het bindende element vormen. Diverse gebeurtenissen in 1999 onderstreepten de uitvoering van onze strategie in de praktijk. De divisie Nederland rondde een proces van strategische heroriëntatie – Focus 2005 – af en begon aan de ontwikkeling van een multidistributie-platform om via meerdere kanalen – internet, bankkantoren en callcenters – aan cliënten op geïntegreerde wijze dezelfde diensten te kunnen aanbieden. De recente acquisities door de divisie Buitenland versterkten onze positie als een toonaangevende, universele bank. De divisie Investment Banking verbeterde haar positie als een belangrijke speler in de Europese markt. Ten slotte werd binnen de divisie Resource Management, mede dankzij de krachtige groei van Global Transaction
20
Consolidatie De sterke consolidatie in de financiële sector, die wereldwijd zichtbaar is, is een relevante factor bij de bepaling van onze strategie. De druk om de investeringen in informatietechnologie, distributiekanalen, productontwikkeling en marketing verder op te voeren, versterkt de noodzaak tot schaalvergroting. De geslaagde introductie van de euro is zeker in Europa niet zonder gevolgen gebleven. Door de versnelde ontwikkeling van de gemeenschappelijke markt zijn de toetredingsdrempels lager geworden en zien de Europese banken zich genoodzaakt om hun traditionele thuismarkten opnieuw te definiëren. Tot op heden is de concentratietendens in Europa voornamelijk een binnenlandse aangelegenheid gebleven. Fusies en overnames binnen de landsgrenzen bieden over het algemeen de beste mogelijkheden om kostenbesparingen te realiseren. In grotere landen zoals Duitsland, Frankrijk en Italië is de financiële sector minder sterk geconcentreerd dan in kleinere landen en zijn er voor lokale banken nog mogelijkheden voor consolidatie op nationaal niveau. Grensoverschrijdende overnames zijn beperkt gebleven tot vooral de kleinere landen zoals Nederland en België. De concentratiegraad van de financiële sector is hier zo hoog, dat er nauwelijks nog mogelijkheden zijn voor consolidatie op nationaal niveau. In de praktijk wordt grensoverschrijdende consolidatie evenwel nog vaak beperkt door de bescherming van nationale belangen. De regeringen van een aantal EU-lidstaten hechten grote waarde aan de ontwikkeling van een ‘nationale kampioen’ die op Europees niveau en wereldniveau kan concurreren met andere grote spelers. Banken zijn daarom gedwongen aanvankelijk een minderheidsbelang in buitenlandse banken te
nemen als opstap naar een volledige fusie of overname op langere termijn. Voor ABN AMRO betekent deze ontwikkeling dat de Nederlandse particuliere markt mogelijk te klein wordt om in een verenigd Europa een toonaangevende positie in dit segment te kunnen opbouwen. Het minderheidsbelang dat wij in een aantal vooraanstaande Italiaanse banken hebben genomen, moet in dit perspectief worden gezien. Voorts onderstreept de vorming van de divisie Europa het belang dat de bank hecht aan de Europese eenwording. ABN AMRO heeft reeds kantoren in alle landen van de Europese Unie. In de Verenigde Staten staan eveneens mogelijk ingrijpende veranderingen voor de deur. In november 1999 werd de GrammLeach-Bliley Act ofwel Financial Services Modernization Act aangenomen. Deze nieuwe wet vervangt de Glass Steagall Act die als reactie op de beurscrisis van 1929 en de depressie van de jaren dertig werd ingevoerd en een strikte scheiding tussen banken, verzekeraars en effectenmakelaars aanbracht. De nieuwe wet zal financiële instellingen in staat stellen om door de oprichting van een financiële holding een breder pakket producten en diensten aan te bieden. Naar verwachting zal de concentratie in de Verenigde Staten met name tussen commercial en investment banken enerzijds en verzekeraars anderzijds plaatsvinden. Dit biedt perspectief om onze positie in het Midden-Westen te versterken.
E-commerce Van alle ontwikkelingen die we op dit moment kunnen waarnemen, zal e-commerce de zakenwereld het meest ingrijpend veranderen. Omdat financiële transacties en informatie zich bij uitstek lenen voor digitalisering, moeten banken extra alert zijn op de uitdagingen van elektronisch zakendoen, ongeacht of dit via een eigen netwerk of het internet plaatsvindt, business-to-business of business-to-consumer. ABN AMRO heeft reeds aanzienlijke bedragen in e-commerce geïnvesteerd, verspreid over een groot aantal landen en lines of business. In de loop van 1999 werd evenwel duidelijk dat onze beleggingen en strategie op het gebied van e-commerce een strakkere aanpak op
concernniveau vereisen. Uit eigen onderzoek is gebleken dat de bank behoefte heeft aan een offensieve e-commerce strategie. Om deze strategie te kunnen uitvoeren dienen de investeringen fors te worden verhoogd. Voorts moet de bekendheid met bestaande projecten binnen de bank worden verbeterd teneinde meer rendement te halen uit de investeringen die op verschillende plaatsen in de organisatie worden verricht. Nog een andere conclusie was dat een bestuursmodel voor de ontwikkeling van e-commerce moet worden opgezet. Op deze manier kan de bank de kansen die e-commerce biedt, beter benutten. Aan de behoefte aan coördinatie werd tegemoetgekomen door de oprichting van het nieuwe directoraat generaal E-commerce in juli 1999. De taak van dit directoraat generaal is initiatieven op het gebied van e-commerce binnen de hele bank te faciliteren, initiatieven in nieuwe markten te stimuleren en de effectiviteit van de e-commerce activiteiten binnen de bank te vergroten door coördinatie van de wereldwijd beschikbare middelen. Het directoraat generaal rapporteert aan een Stuurgroep bestaande uit vijf leden van de Raad van Bestuur onder voorzitterschap van mr. R.W.J. Groenink. Het directoraat generaal E-commerce zal de noodzakelijke financiering van omvangrijke e-commerce projecten verzorgen. Investeringen zullen op de voet worden gevolgd en de nadruk zal liggen op initiatieven die de beste vooruitzichten bieden qua doorlooptijd en realisatie van de geformuleerde doelstellingen. Een belangrijk project dat reeds is opgestart, betreft de internet e-broker service in het kader van de positionering van onze bank in de markt voor elektronisch bankieren in onze geografische focusgebieden (Europa, het Midden-Westen van de Verenigde Staten en Brazilië). In de zakelijke markt zal de bank een speciale dienst voor het internationale midden- en kleinbedrijf introduceren. Doel hiervan is de handelsbarrières voor deze bedrijven te verlagen door wereldwijde informatie over leveranciers en afnemers beschikbaar te stellen. Voor het midden- en kleinbedrijf worden voorts diverse andere initiatieven ontwikkeld waarin ook
21
ABN AMRO deelneemt, zoals Identrus dat financiële zaken en identificatiezaken regelt, waarmee middelgrote ondernemingen bij internationale transacties te maken krijgen. Investeringen in e-commerce zijn mogelijk riskanter dan die in meer traditionele sectoren. De opbrengsten kunnen evenwel verhoudingsgewijs hoger uitvallen. Wij willen uiting geven aan ons vertrouwen in de toekomst van deze uitdagende ontwikkeling door onze strategische kapitaalbelangen in e-commerce bedrijven in aantal uit te breiden. Onze overwegingen hierbij zijn van zowel financiële als strategische aard.
De bank in 1999 Divisie Nederland Resultatenontwikkeling Het bedrijfsresultaat voor belastingen van de divisie steeg met 18,3% tot EUR 1.369 miljoen in 1999. Deze verbetering vormde een bevestiging van onze strategie om onze expertise zo goed mogelijk op de behoeften van de klant af te stemmen.
het moderne callcenter blijkt een groot succes te zijn en ook het product Online Investor, waarmee effectentransacties via het Internet kunnen worden uitgevoerd en actuele informatie over ontwikkelingen op de beurs kan worden geraadpleegd, slaat goed aan. In de derde plaats is de bank voortdurend alert op mogelijkheden om haar productenpakket te verbeteren door de introductie van nieuwe producten die inspelen op de behoeften van cliënten. Een goed voorbeeld hiervan betreft het aanbod van investment banking producten door de divisie Nederland aan middelgrote ondernemingen. Uit de toename van het aantal transacties op het gebied van onder meer acquisitiefinanciering, fusies en overnames, structured finance en risicodragend vermogen, kan worden afgeleid dat dit maatwerk door onze cliënten wordt gewaardeerd.
◆
Wij proberen op drie manieren aan de vraag vanuit de markt te voldoen. Allereerst streven wij naar hoogwaardige adviesverlening bij gecompliceerde vraagstukken waarmee onze cliënten worden geconfronteerd. Wij zijn gespecialiseerd op uiteenlopende terreinen zoals vermogensvorming, het starten van een bedrijf en het inperken van risico’s, en investeren voortdurend in de kennis en vaardigheden van onze relatiebeheerders. De adviesfunctie moet worden ondersteund door een vlekkeloze uitvoering van transacties. Ten tweede werken wij aan het beter toegankelijk maken van de bank. Niet alleen via een uitgebreid kantorennet, maar ook via nieuwe informatie- en communicatietechnologie. De hiervoor benodigde infrastructuur wordt op dit moment gebouwd in de vorm van een Multi-Channel Platform (MCP). Door het MCP wordt bewerkstelligd dat cliënten ABN AMRO als één bank ervaren, ongeacht of het contact via het Internet, het bankkantoor of het callcenter tot stand komt. Onze 24-uurs-dienstverlening via
22
Veel aandacht is uiteraard ook besteed aan de voorbereiding van de invoering van de euro. Onze zakelijke cliënten hebben uitgebreid voorlichtingsmateriaal over de gevolgen van de euro voor hun bedrijfsvoering ontvangen. De voorbereidingen om het grote publiek te informeren over de chartale overstap naar de euro vanaf 2002 zijn in volle gang, zowel binnen onze bank als op interbancair niveau. De divisie Nederland zal in de loop van 2000 opgaan in de nieuw te vormen divisie Europa. Door de uitbreiding van het cliëntenbestand ontstaat een breder draagvlak voor de forse investeringen die nodig zijn om in de behoeften van onze cliënten te kunnen voorzien. De organisatiestructuur in Nederland zal worden aangepast aan die van de toekomstige divisie Europa, waarbij drie hoofdfuncties zullen worden onderscheiden: client management ofwel sales (verkoop), business development (product- en marktontwikkeling) en operations. Op deze manier willen wij de contacten met onze cliënten verder verdiepen, onze productontwikkeling versnellen en tegelijkertijd onze interne efficiency verbeteren. Rente Het rentesaldo is met 9,4% toegenomen. Deze stijging was het gevolg van de groei van het balanstotaal.
◆
Het gemiddelde balanstotaal in euro’s steeg sterker dan in voorgaande jaren. Aan de activazijde vertoonden zowel zakelijke als particuliere kredieten, waaronder begrepen hypotheekleningen, een gestage groei in volume. De marges op deze producten waren over het algemeen hoger dan in 1998. De marge op nieuwe hypotheekleningen werd daarentegen krapper, doordat de lange rente in de tweede helft van 1999 opliep. De omslag in de rentecyclus in de tweede helft van 1998 leidde ook tot een aanzienlijke daling van vervroegde aflossingen en oversluitingen van woninghypotheken. De volumegroei van de toevertrouwde middelen was gelijkelijk verdeeld over alle productlijnen. De marges waren stabiel. Provisies De provisies betalingsverkeer namen per saldo toe met 15,2% tot EUR 387 miljoen. De stijging van provisies uit het binnenlandse betalingsverkeer werd veroorzaakt door hogere provisies uit valutatransacties. Het resultaat uit financiële transacties daalde evenwel als gevolg van de invoering van de euro. De provisies uit het grensoverschrijdende betalingsverkeer lieten een geringe daling zien.
◆
Elektronische en girale betalingen hebben opnieuw verder terrein gewonnen. De invoering van de girale euro begin 1999 verliep binnen onze bank zonder problemen. Cliëntentransacties stegen vooral in de eerste helft van het jaar zowel in volume als in waarde. Het aantal eurotransacties blijft echter beperkt. Geldautomaten, betaalautomaten en chipknip worden steeds vaker gebruikt. De chipknip blijkt met name bij het betaald parkeren een goed alternatief voor muntgeld te zijn. Het gebruik van cheques is gedaald tot gemiddeld minder dan één cheque per jaar per rekening. Ondanks de opmars van girale en elektronische transacties zijn munten en bankbiljetten nog altijd het belangrijkste middel voor toonbankbetalingen. De ontwikkeling van ons verzekeringsbedrijf is een strategische doelstelling van de bank. De
Divisie Nederland
Kerncijfers (in miljoenen in euro’s) 1999
1998
1997
Rente Provisie Resultaat uit financiële transacties Overige baten
2.888
2.641
2.413
894
837
775
67
76
79
140
163
57
Totaal baten Bedrijfslasten Waardeveranderingen van vorderingen Waardeveranderingen van financiële vaste activa
3.989
3.717
3.324
2.511
2.425
2.153
83
100
164
26
35
Bedrijfsresultaat voor belastingen
1.369
1.157
1.007
Balanstotaal Naar risico gewogen balanstotaal
99.886
89.823
83.330
74.901
67.294
65.349
62,9
65,2
64,8
28,3
22,6
17,8
25.634
25.369
24.093
915
937
962
Efficiencyratio (in %) Rendement op eigen vermogen (in %) Aantal medewerkers (fte) Aantal kantoren
kantoren hebben hun verzekeringsactiviteiten dan ook opgevoerd. Provisies uit levens- en schadeverzekeringen namen sterk toe in zowel de particuliere als de zakelijke markt. De provisies uit het effectenbedrijf bleven op hetzelfde niveau. Na de uitstekende resultaten in 1998 drukte de volatiliteit van het beursklimaat de aan- en verkoopprovisie van effecten, waaronder begrepen de provisies uit hoofde van transacties in ABN AMRO beleggingsfondsen. Het bewaard vermogen groeide in volume tot EUR 530 miljard (1998: EUR 460 miljard). Onze producten voor elektronische aandelenhandel zoals HomeNet en de Beleggingslijn, die cliënten de mogelijkheid bieden om 24 uur per dag, 7 dagen per week hun effectenzaken te regelen, kenden opnieuw een zeer goed jaar. De verkoop van HomeNet steeg met 25%, en ook Online Investor trok al snel een bemoedigend aantal cliënten.
23
Optimalisatie dankzij communicatie Verdere internationale expansie, toegenomen mogelijkheden voor cross-selling, value-based management (het effectief gebruik van middelen om de financiële groei van de bank te waarborgen) en – als fundament – hoog gekwalificeerde medewerkers wereldwijd: dit alles stelt ons in staat om concurrerende diensten te kunnen blijven bieden. Een optimaal gebruik van deze sterke punten is daarentegen sterk afhankelijk van communicatie voor de overdracht van kennis, het delen van ervaringen en de ontplooiing van initiatieven. Niet alleen tussen onze medewerkers onderling, maar ook met onze cliënten.
Het hoofdkantoor wordt een belangrijke ontmoetingsplaats. Op kleine, maar zeker ook op grote schaal. Naast vergader- en congresruimtes is er een auditorium, waarin meer dan 200 personen op een professionele manier kunnen worden ontvangen.
Divisie Nederland
Provisie (in miljoenen euro’s)
Betalingsverkeer Effectenbedrijf Assurantiebedrijf Overige
1999
1998
1997
387
336
324
331
328
296
126
118
109
50
55
46
894
837
775
Divisie Nederland
Resultaat uit financiële transacties (in miljoenen euro’s)
Valutabedrijf Overige
1999
1998
1997
25
61
68
42
15
11
67
76
79
In 1999 werd 28% van de effectenorders via de Beleggingslijn geplaatst, 20% via HomeNet en 3% via Online Investor. Overige baten De overige baten zijn met 14,1% tot EUR 140 miljoen gedaald als gevolg van lagere opbrengsten uit de verkoop van deelnemingen. Evenals in 1998 groeide het premie-inkomen van onze verzekeringsmaatschappijen verder. Nieuwe, aan bankproducten gekoppelde verzekeringsvormen en de verhoogde aandacht voor de afzet van verzekeringen in het kantorennet hebben een krachtige impuls aan de verkoopcijfers gegeven. Dit resultaat vormt een stevige basis voor de strategie van de bank om het verzekeringsbedrijf uit te breiden. ◆
ABN AMRO Levensverzekering N.V. verdiende vorig jaar EUR 565 miljoen aan premie-inkomen, tegenover EUR 477 miljoen in 1998. Het premie-inkomen van ABN AMRO Schadeverzekering N.V. bedroeg EUR 153 miljoen (1998: EUR 129 miljoen).
26
Het verzekeringsresultaat van ABN AMRO Levensverzekering N.V., dat het saldo is van premie-inkomen, technisch resultaat en beleggingsopbrengsten, kwam uit op EUR 32 miljoen (1998: EUR 20 miljoen). Hiertoe droeg vooral het gestegen premieinkomen bij. In tegenstelling tot voorgaande jaren is een deel van de aan kantoren vergoede provisie geactiveerd. ABN AMRO Schadeverzekering N.V. boekte eveneens een hoger verzekeringsresultaat. Voornamelijk door het gestegen premieinkomen liep het resultaat op van EUR 19 miljoen in 1998 tot EUR 22 miljoen vorig jaar. Het grootste deel van de portefeuille wordt gevormd door particuliere pakketverzekeringen. In de overige baten zijn ook opbrengsten uit projectontwikkeling en incidentele baten en lasten opgenomen. Bedrijfslasten De beperkte stijging van de bedrijfslasten met 3,5% tot EUR 2.511 miljoen had voornamelijk betrekking op de personeelskosten. Deze namen met 7,4% toe, onder meer ten gevolge van de nieuwe CAO. Het aantal medewerkers (inclusief uitzendkrachten) bedroeg ultimo 1999 25.634 in mensjaren, een stijging van 1% ten opzichte van ultimo 1998. Vooral de personeelskosten van de ondersteunende diensten, met name automatisering en personeelszaken, waren hoger. Vanwege de gunstige vermogenspositie van het pensioenfonds, vonden in 1999 geen afdrachten plaats. ◆
De toename van het aantal medewerkers hield, evenals in 1998, voornamelijk verband met de gestegen afzet van producten. Zo was extra personeelscapaciteit vereist voor zowel hypotheek- als verzekeringsproducten. De andere beheerskosten lieten een daling van 2,4% zien dankzij een strikte kostenbeheersing. De investeringen in automatiseringsmiddelen in Nederland stegen tot ongeveer EUR 205 miljoen. De afschrijvingen namen met 3,5% toe. Waardeveranderingen De post waardeveranderingen van vorderingen bedroeg EUR 83 miljoen
◆
(1998: EUR 100 miljoen). Deze verdere daling illustreert de uitstekende kwaliteit van onze kredietportefeuille. De post waardeveranderingen van financiële vaste activa betrof een niet-gerealiseerde waardevermindering van aandelen in de beleggingsportefeuille. Kredieten De kredietverlening aan de private sector nam toe met 9,9% tot EUR 88,6 miljard. Het uitstaande saldo schommelde sterk in de loop van het jaar. Dit werd veroorzaakt door met name overbruggingsfinancieringen in het kader van acquisities door een aantal grote, zakelijke relaties. De reeds goede kwaliteit van de kredietportefeuille verbeterde verder, terwijl een gemiddeld iets hogere marge kon worden gerealiseerd ondanks de toepassing van strikte criteria voor de beoordeling en acceptatie van kredietaanvragen.
Divisie Nederland
Bedrijfslasten (in miljoenen euro’s)
Personeelskosten Andere beheerskosten Afschrijvingen
1999
1998
1997
1.393
1.297
1.100
822
842
810
296
286
243
2.511
2.425
2.153
◆
Voor de Nederlandse hypotheekmarkt was 1999 een uitstekend jaar. Deze groei manifesteerde zich vooral in de eerste helft van het jaar, onder invloed van de dalende rente. Na de renteverhogingen in de zomer vertoonde de hypotheekmarkt een vertraging. Het hoogtepunt lijkt dan ook gepasseerd. De uitstaande hypotheekportefeuille van ABN AMRO nam toe met 20% tot EUR 43 miljard. Ons marktaandeel daalde evenwel licht als uitvloeisel van de beslissing om ons sterker te richten op kwaliteit en rendement en minder op marktaandeel. Van de hypotheekportefeuille werd EUR 2,5 miljard gesecuritiseerd. ◆ Toevertrouwde middelen De toevertrouwde middelen stegen met EUR 6,5 miljard (+7,6%) tot EUR 91,9 miljard.
In het particuliere segment zijn, dankzij de groei van spaartegoeden in Nederland en de introductie van een aantal nieuwe producten, de direct opvraagbare spaarrekeningen fors in volume gestegen. Ook ons marktaandeel is wederom toegenomen. De belangstelling voor lang spaargeld en termijndeposito’s nam af onder invloed van de lage lange rente.
De zakelijke toevertrouwde middelen, en met name in het midden- en kleinbedrijf, vertoonden eveneens een gestage groei. Een direct mail campagne droeg ertoe bij dat bij de bank aangehouden saldi in het kader van het Ondernemers Pakket (Ondernemersrekening, Ondernemersdeposito, Ondernemers Topdeposito) met bijna 30% toenamen, terwijl dit slechts tot een geringe daling van termijndeposito’s leidde.
Divisie Buitenland Resultatenontwikkeling Het bedrijfsresultaat voor belastingen steeg met EUR 631 miljoen ofwel 40,1% tot EUR 2.206 miljoen. De baten lieten een verbetering van 30,8% zien en de bedrijfslasten namen 30,0% toe. Het aandeel van de divisie Buitenland in het totale bedrijfsresultaat voor belastingen daalde van 54% in 1998 tot 52% in 1999. De regio Noord-Amerika presteerde opnieuw goed. Door de consolidatie van Banco Real, die in 1998 werd verworven, ging het bedrijfsresultaat voor belastingen in Latijns-Amerika sterk omhoog. De bijdrage van onze meer recente acquisities was nog bescheiden. Het international consumer banking bedrijf vertoonde autonome groei in de meeste van de 23 landen waar wij deze diensten aanbieden.
◆
Ultimo 1999 bestond het netwerk van de divisie Buitenland uit 2.606 kantoren in 68 landen en gebiedsdelen. Het aantal vestigingen steeg vorig jaar met 36. Gemeten in mensjaren nam het aantal medewerkers af met 1.275 tot 62.163.
27
Europa (buiten Nederland) Het bedrijfsresultaat voor belastingen verbeterde met 4,1% van EUR 339 miljoen tot EUR 353 miljoen. Hieruit kan worden afgeleid dat de daling van de inkomsten uit de valutahandel als gevolg van de invoering van de euro ruimschoots door autonome groei wordt gecompenseerd. ◆
Alle vier cliëntensegmenten waarop wij ons bij onze activiteiten in Europa buiten Nederland richten, konden goede vooruitgang melden. Deze doelgroepen zijn grote multinationale ondernemingen, internationaal opererende Europese bedrijven, financiële instellingen en private banking cliënten. Gesteund door de forse bijdrage van onze vestigingen in
Divisie Buitenland
Kerncijfers (in miljoenen euro’s) 1999
1998
Rente Provisie Resultaat uit financiële transacties Overige baten
5.359
4.138
3.498
2.287
1.581
1.199
523
563
453
470
322
145
Totaal baten Bedrijfslasten Waardeveranderingen van vorderingen Waardeveranderingen van financiële vaste activa
8.639
6.604
5.295
5.858
4.507
3.668
575
505
401
17
–17
Bedrijfsresultaat voor belastingen waarvan: Europa (buiten Nederland) Noord-Amerika Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied Midden-Oosten en Afrika Azië Pacific
2.206
1.575
1.243
280
Balanstotaal Naar risico gewogen balanstotaal Efficiencyratio (in %) Rendement op eigen vermogen (in %) Aantal medewerkers (fte) Aantal kantoren
28
1997
353
339
1.129
976
682
576
235
248
– 52
45
28
200
– 20
5
241.694
208.671
176.054
143.065
119.768
109.348
67,8
68,2
69,3
18,2
15,3
12,3
62.163
63.438
36.272
2.606
2.570
856
Zwitserland en Luxemburg, ontwikkelde vooral ons international private banking bedrijf zich goed. De meeste geografische markten kenden een goed jaar. Het resultaat in Frankrijk stemde tot grote tevredenheid. Alle activiteiten droegen hieraan bij. Frankrijk is reeds jarenlang in Europa buiten Nederland de belangrijkste inkomstenbron voor de bank. Banque Demachy en Banque du Phénix, die beiden in 1998 waren verworven, werden in de loop van 1999 volledig in de bestaande activiteiten van ons Franse bedrijf geïntegreerd. In Duitsland, waar ABN AMRO een van de belangrijkste buitenlandse universele banken is, werd voor het derde achtereenvolgende jaar een sterke verbetering van het resultaat gerealiseerd. Ook hier leverden alle activiteiten een positieve bijdrage. De activiteiten in het Verenigd Koninkrijk op het gebied van commercial banking en investment banking werden onder één dak samengebracht in ons nieuwe hoofdkantoor in Londen. Wij verwachten dat dit synergievoordelen zal opleveren bij de dienstverlening aan ons omvangrijke cliëntenbestand in het zakelijke en institutionele segment van de Britse markt. De gang van zaken in Ierland was gunstig. ABN AMRO profiteert hier van de bloeiende economie en het toenemend aantal internationale bedrijven dat zich daar vestigt. Het belang van de Italiaanse markt voor de bank neemt sterk toe. In 1999 namen wij een belang van 9,65% in Banca di Roma. Door een converteerbare obligatie-emissie te arrangeren en te garanderen, stelden wij Banca Antoniana Populare Veneta (Banca Antonveneta) mede in staat de overname van Banca Nazionale dell’ Agricoltura, waarin wij een belang van 5,71% hebben, te financieren. Voorts verwierven wij 4,9% van de aandelen van Interbanca, een merchant bank waarin Banca Antonveneta een meerderheidsbelang heeft. Parallel met de nauwere financiële banden neemt ook de commerciële samenwerking met deze banken
toe. Onze kantoren in Milaan en Rome boekten een hogere winst.
Divisie Buitenland
Provisie (in miljoenen euro’s) De overige landen in Zuid-Europa, en met name Turkije en Griekenland, konden wederom een winstverbetering melden. Onze vestigingen in Midden- en Oost-Europa, met inbegrip van ons kantoor Moskou, herstelden zich zeer goed van de financiële crisis in Rusland, die de resultaten in 1998 negatief beïnvloedde. De hogere winstbijdrage van Roemenië vloeide voor een deel voort uit de opening van een aantal kantoren verspreid over het hele land. In Hongarije werd de grootscheepse modernisering van de eind 1996 overgenomen Magyar Hitel Bank voortgezet. Onze vestigingen in Kazakstan en Oezbekistan ontwikkelden zich zeer voorspoedig. Het netwerk in deze regio zal in de loop van 2000 met een kantoor in Bakoe, Azerbeidzjan, worden uitgebreid om onze cliënten in de olieen gassector beter te kunnen bedienen. Noord-Amerika Het bedrijfsresultaat voor belastingen liet een stijging van 15,7% zien van EUR 976 miljoen tot EUR 1.129 miljoen. Deze verbetering kon voornamelijk worden toegeschreven aan de aanhoudende groei van de kredietverlening door LaSalle aan het middensegment van de zakelijke markt en de goede prestatie van EAB. Het positieve effect van de gemiddelde valutakoersen bedroeg EUR 60 miljoen. De resultaten in Canada stonden door eenmalige re-organisatiekosten onder druk.
1999
1998
1997
Betalingsverkeer Effectenbedrijf Vermogensbeheer en trustbedrijf
792
442
358
670
522
343
303
195
150
Garanties Assurantiebedrijf Overige
117
89
81
49
36
26
356
297
241
2.287
1.581
1.199
Resultaat uit financiële transacties (in miljoenen euro’s) 1999
Effectenbedrijf Valutabedrijf Derivaten Overige
1998
1997
138
93
108
358
405
293
93
87
51
– 66
– 22
1
523
563
453
1999
1998
1997
3.025
2.364
1.884
2.444
1.863
1.572
389
280
212
5.858
4.507
3.668
◆
De activiteiten in Noord-Amerika zijn thans strakker georganiseerd in een aantal strategische bedrijfsonderdelen (‘franchises’), waarbij rekening is gehouden met de lokale, landelijke en wereldwijde aanwezigheid van onze bank. Ieder onderdeel richt zich op een bepaald marktsegment waarin voldoende kritische massa kan worden gegenereerd en een goed rendement kan worden behaald. De samenvoeging van administratieve werkzaamheden levert voorts synergievoordelen op. Tezamen vormen al deze franchises een gediversifieerd geheel, dat de positie van ABN AMRO als een wereldwijd opererende, universele bank versterkt.
Bedrijfslasten (in miljoenen euro’s)
Personeelskosten Andere beheerskosten Afschrijvingen
De franchises die zich op de lokale markt richten, zijn LaSalle Bank Group te Chicago, Standard Federal Bank te Troy, Michigan, en European American Bank (EAB) te Long Island en Metropolitan New York. Tot de doelgroepen van LaSalle behoren ook de vermogende particulieren. In aanvulling op de dienstverlening aan zakelijke relaties in het Midden-Westen, beheert LaSalle dan ook tevens de vermogens van eigenaren en directeuren van kleine en middelgrote bedrijven.
29
Ons Noord-Amerikaanse bedrijf, tezamen met de ABN AMRO kantoren, verleent een selectief pakket financiële diensten zoals objectfinanciering, structured finance, leaseconstructies en hypotheken voor het middenbedrijf en middelgrote beursgenoteerde ondernemingen. Daarnaast bieden wij bedrijfshypotheken, woninghypotheken, trustdiensten en vermogensbeheer voor instellingen, effectenclearing en orderuitvoering. In concernverband ondersteunt ABN AMRO North America de activiteiten van de global clients van de bank in Noord-Amerika, en biedt zij specialistische producten en diensten aan financiële instellingen aan. Geheel in lijn met haar expansiebeleid, heeft ABN AMRO vorig jaar de hypotheekdivisie van Pitney Bowes, de Atlantic Mortgage & Investment Corporation, gevestigd te Jacksonville, Florida, overgenomen. Hiermee heeft de bank haar hypotheekbedrijf aanzienlijk versterkt in het zuidoosten van de Verenigde Staten. EAB verwierf Olympian New York Corporation en haar 100% dochter Olympian Bank. Hiermee versterkte EAB haar aanwezigheid in Metropolitan New York. ABN AMRO streeft in heel Noord-Amerika naar groei, door een combinatie van gerichte acquisities, cross-selling en productiviteitsverhogende verbeteringen van de infrastructuur. Onze bank is een succesvolle financiële dienstverlener in de regio. ◆ Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied Het bedrijfsresultaat voor belastingen verdubbelde royaal van EUR 235 miljoen tot EUR 576 miljoen, een toename van 145,1%. Hiervan kwam EUR 323 miljoen voor rekening van Banco Real en Bandepe.
Ondanks de devaluatie van de real leverde ABN AMRO Brazilië een uitzonderlijk goede prestatie. De iets lagere resultaten op het gebied van consumentenfinanciering werden ruimschoots gecompenseerd door zeer goede resultaten in met name treasury en corporate finance. Bovendien konden de voorzieningen, dankzij de verbeterde kwaliteit van de
30
kredietportefeuille, worden verlaagd in de tweede helft van 1999. Banco Real voldeed vorig jaar ruimschoots aan onze verwachtingen, zowel qua resultaat als qua groei van het cliëntenbestand. In 1999 opereerden de ABN AMRO organisatie in Brazilië en Banco Real om juridische redenen en voor rapportagedoeleinden nog als afzonderlijke entiteiten. Begin 2000 is de juridische fusie afgerond. Dit zal ons in staat stellen belangrijke kostenbesparingen te realiseren. Voor de gecombineerde bank is een aantal doelstellingen voor haar activiteiten binnen Brazilië geformuleerd. De nieuwe combinatie moet: ◆ zich ontwikkelen tot een cliëntgerichte retailbank, die over een optimaal distributienetwerk beschikt en een vooraanstaande positie in internet-bankieren bekleedt; ◆ de beste van de grootste banken zijn die zakelijke cliënten in Brazilië bedienen; ◆ een belangrijke speler op de verzekeringsmarkt zijn; ◆ indirecte activiteiten (bijvoorbeeld consumentenfinanciering) uitbouwen; ◆ tot de top vijf vermogensbeheerders behoren; ◆ de eerste keuze zijn als aanbieder van regionaal geïntegreerde transactiediensten. Deze doelstellingen vormden het uitgangspunt voor integratieplannen per line of business, cliëntensegment en ondersteunende dienst. Het merendeel van deze plannen is in 1999 uitgevoerd. In de loop van 1999 hebben wij ook de in november 1998 overgenomen Banco do Estado de Pernambuco (Bandepe) in het noordoosten van Brazilië gereorganiseerd, gestroomlijnd en geheroriënteerd. De eerste synergievoordelen in de vorm van kostenbesparingen werden reeds tijdens het verslagjaar zichtbaar. Wij verwachten dat de huidige forse investeringen in informatietechnologie tot een verdere verbetering van de efficiency zullen leiden. Voorts is ook aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de eerder aangekondigde vermindering van het personeelsbestand in Brazilië.
Banco Real had buiten Brazilië kantoren in Argentinië, Bolivia, Chili, Colombia, Panama, Paraguay en Uruguay. Deze kantoren zijn in de loop van 1999 geïntegreerd in de bestaande ABN AMRO vestigingen in die landen. Met name de omvangrijke consumer banking activiteiten in Colombia, Paraguay en Uruguay vormen een waardevolle aanvulling op onze bestaande activiteiten. Anderzijds completeert ons verzekeringsbedrijf in die landen het consumer banking aanbod. In Bolivia, waar wij nog niet vertegenwoordigd waren, hebben wij toestemming van de lokale autoriteiten gekregen om de activiteiten van Banco Real onder de naam ABN AMRO voort te zetten. De vestigingen van Banco Real in Frankfurt, Londen, Madrid, Miami, New York en Washington D.C. zijn eveneens in de lokale ABN AMRO organisaties opgegaan. Hoewel de economische omstandigheden minder gunstig waren dan in 1998, zijn wij erin geslaagd om het tij in Argentinië te keren en kon hier een bevredigend resultaat worden gerealiseerd. De winst voor belastingen in Ecuador had duidelijk te lijden onder de zwakke economie, en met name onder de devaluatie van de lokale munt met 50%. Het resultaat in Uruguay was hoger dan in 1998. Ook Colombia en Panama konden een winststijging melden. In de Nederlandse Antillen werden de resultaten evenwel gedrukt door de moeilijke binnenlandse economische situatie. Aruba boekte verdere progressie ten opzichte van het toch al goede jaar 1998. Midden-Oosten en Afrika Door de debiteurenvoorzieningen die vorig jaar moesten worden gevormd, daalde het bedrijfsresultaat voor belastingen van een winst van EUR 45 miljoen in 1998 tot een verlies van EUR 52 miljoen in 1999. Commercial banking en consumer banking vertoonden in diverse landen niettemin autonome groei. Ook ons investment banking bedrijf deed het vorig jaar aanzienlijk beter, voornamelijk door de grotere nadruk op cross-selling.
◆
In Egypte werd een vertegenwoordigingskantoor geopend. Wij verwachten op termijn een volledig assortiment bankdiensten en -producten in deze interessante en zich snel ontwikkelende markt te kunnen aanbieden. Het resultaat in Marokko verbeterde. Hiertoe droegen vooral de activiteiten op het gebied van structured finance en consumer banking bij. Door de slechte economische situatie en de ongunstige renteontwikkeling bleef het resultaat in Kenia achter bij de verwachtingen. Het bedrijfsresultaat in Zuid-Afrika was teleurstellend. Dankzij de krachtige expansie van het consumer banking bedrijf en stringente kostenbewaking, ondervonden onze vestigingen in Libanon geen nadeel van de stagnerende economie. Hun winstbijdrage steeg met 42%. Er bestaan plannen voor de opening van twee nieuwe kantoren in 2000. ABN AMRO heeft zich in de Verenigde Arabische Emiraten snel ontwikkeld tot een toonaangevende buitenlandse bank voor structured finance transacties in het Golfgebied. Private banking en treasury hadden een positieve invloed op het bedrijfsresultaat in de Emiraten. In Bahrein werd een bescheiden winst behaald. Ons private banking bedrijf draaide daar goed. Azië Pacific Het bedrijfsresultaat voor belastingen verbeterde van een verlies van EUR 20 miljoen in 1998 tot een winst van EUR 200 miljoen vorig jaar. Dit vormde een goede afspiegeling van het ontluikend herstel na de recente financiële crises. Onze vestigingen in Australië, India, Pakistan en Singapore boekten aanzienlijke vooruitgang. In de meeste lines of business was sprake van een bescheiden groei, vooral in treasury & fixed income, structured finance en private banking.
◆
De belangrijkste ontwikkelingen betroffen de groei van het consumer banking bedrijf, de reorganisatie van relatiebeheer en structured finance, de sterkere nadruk op verhoging van het rendement op corporate banking en de aanzienlijke vorderingen die bij de afwikkeling van non-performing kredieten (faciliteiten waarbij de rente- en aflossingsverplichtingen
31
Kloppend hart Het geld- en kapitaalmarktbedrijf van de bank – ook wel het ‘kloppend hart’ van de onderneming genoemd – is ondergebracht in de ultramoderne dealingroom, waar in vrijwel alle muntsoorten en producten kan worden gehandeld. De nieuwe, Amsterdamse ‘vloer’ is de grootste van het Europese vasteland en vormt – virtueel – één geheel met de dealingroom van ons nieuwe hoofdkantoor in Londen, dat in februari 2000 officieel werd geopend. Door deze koppeling van handelsvloeren ontstaat als het ware één enkele dealingroom. Onze slagkracht wordt hierdoor aanzienlijk vergroot.
De 2000 computerschermen, de 600 werkplekken en de wereld – symbolisch, in de vorm van een glasmozaïek – maken de Amsterdamse dealingroom tot een bezienswaardigheid. Om een ongestoorde werkomgeving te waarborgen, is de ‘vloer’ zelf hermetisch afgesloten en kunnen geïnteresseerden de bedrijvigheid volgen van achter de hoger gelegen ramen.
niet worden nagekomen) zijn geboekt in Indonesië en Thailand. Opvallend was ook de veerkracht van GTS en consumer banking, ondanks het feit dat de rente het hele jaar laag bleef. De expansie van ons consumer banking bedrijf in de regio kreeg een impuls door de acquisitie van de activiteiten van de Bank of America op dit gebied in India, Singapore en Taiwan en de overname van de Great Pacific Savings Bank in de Filippijnen. Aan verdere verbetering van onze private banking diensten aan vermogende particulieren in de hele regio wordt met voorrang gewerkt. Wij verwachten dat deze activiteit in 2000 het sterkst zal groeien. De bank behield haar leidende positie op het gebied van structured finance. Hiertoe werd een reorganisatie doorgevoerd om de beperkt beschikbare middelen en mensen efficiënter te kunnen inzetten bij de dienstverlening aan cliënten in de geselecteerde sectoren. De opbouw van een regionale positie als vooraanstaand aanbieder van cash management, treasury en vastrentende producten is eveneens een strategisch speerpunt. Begin 2000 zullen regionale e-commerce activiteiten in de markt worden gezet. In China werd een nieuw hoofdkantoor geopend in Pudong, Shanghai, zodat wij thans in renminbi transacties kunnen afsluiten, en werd de vertegenwoordiging in Beijing in een volledig bankkantoor omgezet. In Hongkong werd eveneens een nieuw kantoor geopend. Bank of Asia en ABN AMRO beschikken in Thailand samen over een netwerk van 116 kantoren. Het cliëntenbestand groeide in 1999 sterk: de miljoenste cliënt kon worden verwelkomd. Ons consumer banking bedrijf in Singapore breidde verder uit. Wij hebben inmiddels van de lokale monetaire autoriteiten de begeerde licentie voor een volledig bankkantoor gekregen. Voorts werden hier vermogensbeheerdiensten geïntroduceerd. De Indiase markt was vrijwel ongeschonden uit de crisis in de regio gekomen, en gedijt nog altijd goed. Alle activiteiten genereerden fors hogere baten. Na de opening van een aantal
34
nieuwe kantoren in 1999, hebben wij thans acht volledige bankkantoren in zes steden. Door de introductie van allerlei nieuwe particuliere diensten heeft ABN AMRO in India een reputatie als innovatieve bank opgebouwd. In Taiwan is het particuliere bedrijf dat van de Bank of America werd overgenomen, geïntegreerd in onze bestaande lokale activiteiten. Voorts zijn twee nieuwe kantoren geopend. Wij zijn op dit moment op twee na de grootste uitgever van creditcards in Taiwan. ◆ International Private Banking Private banking is een snelgroeiende markt. Ondanks de toegenomen concurrentie en de strakkere regelgeving, is het naar risico gewogen rendement nog altijd hoog. Tegen deze achtergrond bezien was 1999 voor ons international private banking bedrijf opnieuw een zeer voorspoedig jaar.
De international private banking activiteiten van onze bank zijn geconcentreerd in 16 belangrijke landen. Hiervandaan worden de vermogende particuliere cliënten van de bank bediend. De activiteiten worden aangestuurd vanuit Zwitserland en ondersteund vanuit regionale centra in Luxemburg, Miami en Singapore. De nadruk ligt op grensoverschrijdende en binnenlandse private banking markten in heel Azië, Europa en Latijns-Amerika. Onze cliënten wordt een geïntegreerd assortiment producten geboden, waaronder vermogensbegeleiding, portefeuillebeheer en internationale nalatenschapsplanning.
Divisie Investment Banking Resultatenontwikkeling Het bedrijfsresultaat voor belastingen was aanzienlijk hoger dan in 1998, dat voor investment banking een moeilijk jaar was, en steeg met EUR 256 miljoen (+104,1%) tot EUR 502 miljoen. De baten namen toe met 31,9% tot EUR 2.347 miljoen en de bedrijfslasten met 25,5% tot EUR 1.836 miljoen. De inkomsten uit provisies vormden 49,3% van de totale baten. Vooral provisies uit ons aandelenbedrijf, vermogensbeheer en onze trustdiensten droegen hieraan bij. ◆
Ondanks de sterk toegenomen activiteiten en de forse investeringen in systemen verbeterde de efficiencyratio van de divisie verder. De stijging van het resultaat uit financiële transacties met 52,5% tot EUR 784 miljoen was in overeenstemming met het herstel van de markt. De handel in aandelenderivaten ontwikkelde zich sterk en bood een goed rendement op het daarin belegde vermogen. De bank realiseerde een recordopbrengst uit de verkoop of beursintroductie van participaties. Deze goede cijfers zijn een uitvloeisel van de strategische keuze voor een sterk cliëntgerichte aanpak en aansturing van de investment banking activiteiten als een integraal onderdeel van onze universele bank. Het bij elkaar brengen van cliënten en producten in de juiste combinatie is een belangrijke pijler van onze strategie. Het stelt grote internationale ondernemingen en financiële instellingen in staat om, via het uitgebreide kantorennet van ABN AMRO, maximaal voordeel te halen uit het brede assortiment investment banking producten van onze verschillende global lines of business, in combinatie met onze zeer aantrekkelijke corporate banking producten. Dit ‘one-stop shopping’ concept staat garant voor maximale vertrouwelijkheid en flexibiliteit.
Divisie Investment Banking
Kerncijfers (in miljoenen euro’s)
Rente Provisie Resultaat uit financiële transacties Overige baten Totaal baten Bedrijfslasten Waardeveranderingen van vorderingen Waardeveranderingen van financiële vaste activa
1999
1998
1997
242
239
221
1.158
879
795
784
514
573
163
147
176
2.347
1.779
1.765
1.836
1.463
1.341
25
25
9
45
Bedrijfsresultaat voor belastingen
502
246
399
Balanstotaal Naar risico gewogen balanstotaal
107.833
126.820
114.606
20.473
22.362
28.655
78,2
82,2
76,0
38,6
16,5
22,7
7.512
7.277
6.309
69
61
58
Efficiencyratio (in %) Rendement op eigen vermogen (in %) Aantal medewerkers (fte) Aantal kantoren
Divisie Investment Banking
Provisie (in miljoenen euro’s) Illustratief voor deze strategie was de overname van het Amerikaanse automatiseringsbedrijf Wang Global door Getronics. Met deze transactie was een bedrag van USD 1,5 miljard gemoeid. Wij traden hierbij op als adviseur van Getronics, waren via ABN AMRO Rothschild sole global coordinator en bookrunner voor de daarmee verband houdende aandelenemissie en arrangeerden een overbruggingsfinanciering. Bovendien regelden wij de valutatransacties in verband met de betaling van de overnameprijs. De opening van de nieuwe dealingrooms in Amsterdam en Londen in 1999 versterkte onze slagkracht aanzienlijk. Wij beschikken hiermee thans over één enkele virtuele dealingroom die in vrijwel alle muntsoorten en producten op de kapitaalmarkten kan handelen.
Effectenbedrijf Vermogensbeheer en trustbedrijf Overige
◆ Equity Capital Markets Financiële markten worden wereldwijd gekenmerkt door een groeiende vraag naar aandelenkapitaal. ABN AMRO is een vooraanstaand speler op zowel de primaire als de secundaire aandelenmarkt. De drie jaar geleden opgerichte joint venture ABN AMRO Rothschild kende opnieuw een goed jaar.
35
1999
1998
1997
738
614
613
228
182
151
192
83
31
1.158
879
795
Divisie Investment Banking
Resultaat uit financiële transacties (in miljoenen euro’s)
Effectenbedrijf Valutabedrijf Derivaten Handel LDC-portefeuille Overige
1999
1998
1997
279
434
281
116
65
72
265
87
131
41
–139
– 30
83
67
119
784
514
573
Divisie Investment Banking
Bedrijfslasten (in miljoenen euro’s) 1999
Personeelskosten Andere beheerskosten Afschrijvingen
1998
1997
1.138
816
778
606
566
493
92
81
70
1.836
1.463
1.341
Transacties konden zowel in de diepte als de breedte worden uitgebreid tot nieuwe landen en sectoren. Alle kernactiviteiten, waaronder beursintroducties en herplaatsing van aandelen, zogenaamde ‘bought deals’ en in aandelen converteerbare obligaties, kwamen op onze transactielijst voor. Via ABN AMRO Rothschild namen wij deel aan 111 aandelenemissies wereldwijd, waarbij bedrijven en overheden in totaal een bedrag van USD 122 miljard uit de markt opnamen. Een van de hoogtepunten voor onze bank was de rol als joint global coordinator en bookrunner van de geslaagde herplaatsing van aandelen van het Australische telecommunicatiebedrijf Telstra. Deze transactie ter waarde van USD 10,4 miljard was de grootste aandelenemissie ooit in Australië en behoorde tot de grootste drie transacties van 1999 wereldwijd. In Europa trad ABN AMRO Rothschild op als joint
36
global coordinator voor de plaatsing van een aandelenpakket in Cable & Wireless. Met deze transactie was een bedrag van GBP 1,8 miljard gemoeid. Het is het grootste pakket aandelen dat ooit is verhandeld en de grootste plaatsing van aandelen in de Europese beursgeschiedenis. De aandelen konden via ons effectennetwerk binnen een paar uur worden geplaatst. Met de beursintroductie van Tiscali, een toonaangevende, onafhankelijke aanbieder van internetdiensten in Italië, bereikte de zich snel ontwikkelende Europese internetsector een nieuwe mijlpaal. Tiscali was een van de eerste bedrijven die werden toegelaten tot de notering op de Italiaanse Nuovo Mercato voor snelgroeiende ondernemingen. ABN AMRO Rothschild trad hierbij op als global coördinator en bookrunner. Secondary Equities Het gunstige beursklimaat maakte 1999 tot een recordjaar voor secundaire aandelentransacties. De verkoopprovisies waren aanzienlijk hoger in Europa en in de opkomende markten van Europa en Azië. In tegenstelling tot veel concurrenten trokken wij ons niet terug uit de opkomende markten in Europa en Azië. Ons consistente beleid vertaalde zich in een resultaat dat het budget ruim overtrof.
◆
De strategie van de bank op aandelengebied is gericht op de versterking van onze vooraanstaande positie in Europa en Azië en de uitbouw van een op specifieke sectoren en op het buitenland gerichte positie in de Verenigde Staten. Gedurende het verslagjaar hebben wij vooral aandacht besteed aan de verdere ontwikkeling van pan-Europese producten in combinatie met een sterke lokale aanwezigheid. Voorts werd nieuwe technologie in gebruik genomen en werd een product ontwikkeld voor de distributie van onderzoeksresultaten via het internet en een database voor wereldwijde research. In januari 2000 werd een nieuwe strategie voor pan-Europese aandelenhandel ingevoerd. Ons aandelenderivatenbedrijf verbeterde zijn productenpakket en breidde zijn activiteiten in Europa en Azië uit. Het belang van 59% dat in juni 1999 in het
Egyptische effectenhuis Delta Egypt werd genomen, vormde een goede aanvulling op ons bestaande netwerk. Private Equity Deze line of business houdt zich vooral bezig met de versterking van de balanspositie van veelbelovende ondernemingen die hun bedrijfsactiviteiten willen uitbreiden, en de financiering van management buyouts en opvolging van aandeelhouders. De instrumenten die hiervoor worden gebruikt, zijn aandelenkapitaal en mezzanine financiering.
◆
Na de opening van units in België, Tsjechië, Polen en Zweden beschikken wij thans in Europa over een uitgebreid netwerk voor participatieactiviteiten. Dit unieke netwerk vormt een integraal onderdeel van ons universal banking concept. Vorig jaar werden ongeveer 50 transacties afgesloten. Hiermee consolideerde de bank haar sterke tweede positie op de Europese ranglijst. De portefeuille van participaties overschreed vorig jaar de grens van EUR 2 miljard. ABN AMRO is thans een van de grootste Europese investeerders in de snelgroeiende sectoren technologie, telecommunicatie en internet. ◆ Corporate Finance, Mergers and Acquisitions / Advisory Onze bank is actief in advisering bij fusies en overnames, desinvesteringen, veilingen, openbare emissies, privatisering, joint ventures en beschermingsconstructies. Vanuit onze lokale vestigingen in Nederland en Scandinavië (via onze 100% dochter Alfred Berg) bouwen wij met succes een toonaangevend Europees bedrijf voor grensoverschrijdende adviesverlening op.
Deze line of business richt zich op specifieke industriesectoren, en biedt cliënten een gedegen kennis van bedrijfstakken, een vlekkeloze uitvoering van transacties en toegang tot de financierings- en andere producten en diensten van de bank. De provisiebaten voortvloeiend uit fusie- en overnamebemiddeling stegen fors. Wij waren adviseur bij meer dan 170 transacties voor een totaalbedrag van ruim EUR 52 miljard. Zo
adviseerden wij AXA Colonia, de Duitse dochter van de AXA groep, bij de overname van de Duitse verzekeringsmaatschappij Albingia Versicherung voor een bedrag van DEM 1,67 miljard als onderdeel van het overeengekomen bod van GBP 3,6 miljard op de Britse verzekeraar GRE. Een andere adviesrol betrof het bod van USD 998 miljoen dat het toonaangevende Filippijnse bedrijf voor vaste telefonie PLDT uitbracht op SMART Communications, de grootste operator voor mobiele telefonie in de Filippijnen. PLDT maakte ook gebruik van onze adviesdiensten bij de uitbreiding door het Japanse telecommunicatiebedrijf NTT Communications van het belang in PLDT tot 15%. Tot de andere bedrijven die wij adviseerden, behoorden Louis Vuitton Moët Hennessy SA bij de acquisitie van Tag Heuer International voor EUR 720 miljoen en Scania bij de overname door Volvo. In Nederland adviseerden wij EDON bij de fusie met het energiebedrijf PNEM-MEGA. Vervolgens traden wij ook op als adviseur van EPON, EDON en NUON bij de verkoop van EPON aan Electrabel voor een bedrag van NLG 6 miljard. Dit was de grootste transactie in de sector nutsbedrijven in Nederland in 1999 en een van de grootste particuliere transacties in deze sector in Europa. Voorts verleenden wij adviesdiensten aan een aantal vooraanstaande bedrijven, waaronder Hoogovens, Van Ommeren, Van Leer en KPN. Fixed Income Voor de internationale obligatiemarkten was het een buitengewoon dynamisch jaar, dat in het teken stond van de geslaagde introductie van de euro en de daarmee gepaard gaande snelle diversificatie van de producten die door Europese en andere institutionele beleggers worden gekocht. ABN AMRO profiteerde van deze ontwikkeling en stond in diverse ranglijsten voor de obligatiemarkten op een prominente plaats. Volgens het toonaangevende blad International Financing Review was ABN AMRO de grootste lead/co-lead manager van internationale obligatie-emissies in 1999.
◆
37
Aanzienlijke vooruitgang werd geboekt bij de emissieactiviteiten voor overheidsinstanties en supranationale instellingen. Onder de debiteuren waarvoor in Europa en de Verenigde Staten emissies werden verzorgd, waren vooraanstaande namen zoals EIB, Fannie Mae en Freddie Mac. Voorts arrangeerden wij securitisatieprogramma’s in de vorm van door activa gedekte obligaties zoals de EMS-herfinanciering van de eigen hypotheekportefeuille van de bank. Ten slotte werd de blik ook meer gericht op de snel opkomende markten voor nietoverheidsobligaties. Hoewel onze handelsactiviteiten steeds sterker zijn gecentraliseerd om efficiencyvoordelen te realiseren en marktkennis te delen, vormen de lokale verkoopactiviteiten via het internationale ABN AMRO netwerk juist een van de sterke punten van onze bank. De gevolgen van e-commerce beginnen ook steeds meer in de vastrentende markten merkbaar te worden. Wij zijn evenwel goed gepositioneerd om van deze trend te profiteren. ABN AMRO is een van de oprichters van Euro MTS, het toonaangevende platform voor elektronische handel in Europese staatsobligaties, en een van de belangrijkste aandeelhouders van Brokertec, een platform voor elektronische handel in Amerikaanse staatsobligaties en futures.
gedecentraliseerde verkooporganisatie biedt het voordeel dat de bank dicht bij de cliënt staat en maatwerk kan leveren. ABN AMRO heeft wereldwijd belangrijke, winstgevende vestigingen en speelt een leidende rol in zorgvuldig geselecteerde lokale markten. Wij hebben hiertoe voortdurend in personeel en systemen geïnvesteerd binnen ons wereldwijde netwerk van lokale treasuries. Structured Finance Op het gebied van gestructureerde financieringen – zoals projectfinanciering, gestructureerde handelsfinanciering, gesyndiceerde leningen en securitisatie – worden provisiebaten, naast rentebaten, een steeds belangrijkere bron van inkomsten.
◆
Internationale transacties in belangrijke sectoren tonen aan dat ABN AMRO een speler van formaat is op dit gebied. Wij traden op als lead-manager van een overbruggingskrediet voor het Marokkaanse mobiele telefoniebedrijf Medi Telecom, als coördinerend arrangeur voor de financiering van de licenties van StarHub voor vaste en mobiele telefonie in Singapore en als global coördinator en syndicaatsleider van de nonrecourse projectfinanciering tot een totaalbedrag van USD 1,4 miljard voor de tweede fase van het Dabhol Power project in India.
◆
Treasury ABN AMRO heeft, dankzij haar jarenlange prominente rol op de valuta- en geldmarkten, thans een bijzonder sterke positie in de euro en de Amerikaanse dollar. De centralisatie van de handelsactiviteiten heeft ertoe geleid dat ons treasurybedrijf thans over betere informatiestromen beschikt, het risicobeheer is verbeterd, meer producten aan cliënten kunnen worden aangeboden. Tevens leidde dit tot mogelijkheden voor verdere verbetering van de operationele efficiency.
Onze kracht op het gebied van gesyndiceerde leningen bleek ook uit een aantal acquisitiefinancieringen waarbij de bank tevens adviesdiensten in het kader van fusie- en overnamebemiddeling verleende en de noodzakelijke valutatransacties regelde. Voorbeelden van dergelijke transacties waren de overbruggingsfaciliteiten van USD 3 miljard ter financiering van de acquisitie van Nielsen Media Research door VNU en van NLG 4 miljard ter ondersteuning van het bod van Getronics op Wang Global.
Door deze opzet hebben wij met succes een aantal zeer grote valutatransacties tot bedragen van USD 2,5 miljard kunnen uitvoeren. Hoewel deze transacties plaatsvonden in het kader van een overname waarbij ABN AMRO bemiddelde, ging er wel een offerteronde aan vooraf. De
Er tekent zich een toenemende convergentie van gestructureerde financieringen en vastrentende producten af. Een nauwere samenwerking met Fixed Income staat dan ook hoog op de agenda van Structured Finance. Wij streven naar de verdere ontwikkeling van een bedrijf dat
38
internationaal een grote verscheidenheid van producten aan specifieke cliëntengroepen en sectoren aanbiedt en tegelijkertijd evolueert van een emittentgerichte organisatie naar een opzet waarin sprake is van een goed evenwicht tussen emittent en belegger. De bank versterkt voorts het concept van een bedrijfstakgewijze aanpak dat reeds een aantal jaar met succes wordt toegepast en werkt in dit verband aan een betere stroomlijning van structured finance en corporate finance, waar de activiteiten eveneens op basis van industriegroepen zijn gestructureerd. ◆ Asset Management ABN AMRO Asset Management heeft jarenlange ervaring met vermogensbeheer voor particuliere beleggers en meer dan 1.400 institutionele cliënten, waaronder centrale banken, pensioenfondsen en andere instellingen.
De provisies uit ons asset management bedrijf stegen sterk. Met succes werd ook een aantal nieuwe producten in de markt gezet. Het wereldwijd beheerd vermogen is met 26% toegenomen van EUR 89,4 miljard ultimo 1998 tot EUR 112,9 miljard ultimo 1999, voornamelijk door autonome groei. Ruim 60% van deze stijging viel toe te schrijven aan de instroom van nieuw geld. Vooral onze vestigingen in Brazilië, Duitsland, Italië en de Verenigde Staten zagen het in beheer gegeven vermogen sterk stijgen. In het geval van Brazilië speelde de uitbreiding van het kantorennet van de bank door de acquisitie van Banco Real hierbij een doorslaggevende rol. In het afgelopen jaar werden nieuwe vestigingen in Tsjechië, Spanje en Thailand aan ons asset management netwerk toegevoegd. Global Custody Wij hebben ons binnenlandse en internationale effectenbewaarbedrijf in afzonderlijke organisaties ondergebracht. In Nederland is ABN AMRO onveranderd de grootste aanbieder van bewaardiensten. Voor ‘global custody’, het wereldwijde beheer van effectentegoeden en de verlening van alle aanverwante diensten, hebben ABN AMRO en de Amerikaanse Mellon Bank hun krachten gebundeld. Hierbij bracht Mellon haar
◆
wereldwijde capaciteit voor de verwerking van effectentransacties en haar platform voor informatieverstrekking in en ABN AMRO haar internationale netwerk. Het bewaarloon nam toe door de aanzienlijke groei van de beleggingsportefeuilles van cliënten in Nederland. Het in Nederland bewaarde vermogen voor een groep internationale cliënten bedroeg meer dan EUR 450 miljard. In het verslagjaar hebben wij ons productenassortiment uitgebreid en kon via de joint venture ABN AMRO Mellon een aantal nieuwe contracten voor global custody worden gesloten.
Divisie Resource Management Global Transaction Services Global Transaction Services (GTS) groeide sterk in 1999 en voldeed aan een aantal belangrijke doelstellingen. GTS is een global business line met enerzijds een centrale organisatie en anderzijds regionale organisaties voor Europa, Noord-Amerika, Latijns-Amerika, Azië Pacific en het Midden-Oosten en Afrika. De markt heeft positief gereageerd op de invoering door ABN AMRO van een wereldwijde, geïntegreerde dienstverlening op het gebied van betalingsverkeer, liquiditeitsbeheer en documentaire transacties. De totale baten van GTS stegen vorig jaar met ruim 20%. Wij zijn inmiddels een toonaangevende aanbieder van transactiediensten in de marktsegmenten waarop wij ons richten. In Europa staan wij bijvoorbeeld op de ‘Request for Proposals’ lijst van de meeste grote relaties. Ook in de overige regio’s voeren wij een agressief expansiebeleid.
◆
Het afgelopen jaar werd een aantal mijlpalen bereikt. Omvangrijke investeringsprojecten in het kader van de voorbereidingen voor de invoering van de euro werden afgerond, en de hoofddoelstellingen voor de verlening van eurodiensten werden gerealiseerd. Het productenassortiment voor betalingsverkeer en liquiditeitsbeheer is uitgebreid en verbeterd in het hele eurogebied. In de overige regio’s investeerde de bank fors in productontwikkeling en personeel om haar dienstverlening en slagkracht te versterken.
39
De wereld als werkterrein Door haar aanwezigheid in tientallen landen en gebieden heeft ABN AMRO de wereld als werkterrein. Vele tienduizenden medewerkers spannen zich dagelijks in om miljoenen cliënten te bedienen. Betrouwbare en snelle communicatie zijn hierbij van essentieel belang. De moderne techniek maakt het voor de bank mogelijk op ieder gewenst moment, waar ook ter wereld, in contact te treden met cliënten en collega’s.
Rechtstreeks contact met de andere kant van de aarde: het hoofdkantoor van ABN AMRO heeft vijf ruimtes voor videoconferenties. Dankzij het syteem van live-video zit men als het ware ‘bij elkaar aan tafel’. De ruimtes zijn multifunctioneel en dus ook geschikt voor presentaties. Alle aanwezigen hebben een eigen beeldscherm en microfoon ter beschikking.
De gecentraliseerde back-office functie, die bedoeld is om de efficiency van het transactieverwerkingsproces in Europa te verbeteren, is inmiddels volledig operationeel. Rekeningen kunnen nu centraal volgens een uniforme procedure worden geopend. Bovendien worden nieuwe diensten ontwikkeld waarmee bedrijven hun vorderingen efficiënter kunnen innen. Ons streven voor 2000 is de vorig jaar geboekte vooruitgang in Europa en Noord-Amerika te consolideren en de bijdragen van de overige regio’s te vergroten. De belangrijkste doelstellingen zijn een forse batenstijging in alle regio’s, de verdere ontwikkeling van op het internet gebaseerde distributiekanalen en de verbetering van de operationele efficiency. Information Technology De activiteiten en productontwikkeling van de bank zijn in hoge mate afhankelijk van informatietechnologie. Begin 1999 werden de geautomatiseerde systemen van de bank naar de euro geconverteerd. Met name op het gebied van buitenlands betalingsverkeer was enige nazorg vereist. De volgende uitdaging was de millenniumwisseling, waarvoor de voorbereidingen reeds in 1995 waren begonnen. De overgang verliep vlekkeloos; er deden zich geen problemen voor. In totaal is in de afgelopen jaren een bedrag van EUR 225 miljoen voor de millenniumwisseling uitgegeven.
◆
Distributiekanalen worden steeds meer geïntegreerd en de invloed van informatietechnologie op de financiële sector wordt steeds groter. Zo was bijvoorbeeld de bijdrage van informatietechnologie aan de opbouw van een efficiënt intern netwerk voor transactieverwerking van cruciaal belang voor het succes van GTS. Hetzelfde gold voor e-commerce en het toenemend gebruik van het internet. Informatietechnologie is ook de hoeksteen van de gezamenlijke dealingroom in het nieuwe hoofdkantoor in AmsterdamBuitenveldert en Londen. Op beide locaties worden uniforme systemen gebruikt, met hetzelfde concept voor engineering en ondersteuning.
42
De uitdaging op automatiseringsgebied ligt vooral in een snellere doorlooptijd en grotere flexibiliteit bij de ontwikkeling van de applicaties die de lines of business nodig hebben. Het Corporate Information Technology Architecture (CITA) project is hiervoor opgezet. Het International Standard Application Platform (ISAP) is inmiddels in 52 landen geïmplementeerd. Al deze landen zijn op het Global Access Network (GAN) aangesloten. Een internationaal platform voor consumer banking is in ontwikkeling. Human Resources Na de sterke stijging in 1998 bleef de wereldwijde personeelsbezetting van ABN AMRO in mensjaren nagenoeg gelijk op 105.855 (1998: 105.826). Tegenover enige instroom als gevolg van acquisities in Azië stonden geringe dalingen op een groot aantal andere plaatsen.
◆
In Europa, waar zich naar verwachting snel een gemeenschappelijke arbeidsmarkt zal ontwikkelen, ging onze belangstelling vooral uit naar de verdere harmonisatie van de personeelsprocessen. De Europese Ondernemingsraad, die in 1999 twee keer in plenaire vergadering bijeenkwam, speelt een waardevolle rol bij de versterking van de communicatie tussen de leiding en het personeel van de bank in alle EU-landen. Bij ABN AMRO North America werd vorig jaar de Human Resource Group gereorganiseerd. Doel hiervan was de samenwerking met de verschillende bedrijven binnen deze organisatie te verstevigen en de personeelsdiensten aan medewerkers te verbeteren. Nieuwe communicatiemiddelen in zowel gedrukte als elektronische vorm werden geïntroduceerd. Door de integratie van onze twee Braziliaanse acquisities, Banco Real en Bandepe, in het ABN AMRO netwerk daalde het aantal medewerkers hier licht. Ongeveer 2.200 medewerkers kregen een beurs voor een universitaire opleiding. Het vrijwillig verloop verminderde met een kwart tot 4,5%. Een andere opvallende gebeurtenis in 1999 was de aankondiging van de reorganisatie van
de personeelsfunctie op concernniveau. Het directoraat-generaal Human Resources (HR) wordt verantwoordelijk voor het formuleren van het personeelsbeleid op concernniveau, de uitvoering van het loopbaanbeleid voor het topkader en voor gezamenlijke personeelsdiensten in Nederland. De divisies en regio’s hebben hun eigen personeelsorganisaties, die binnen een HR Board samenwerken met corporate HR. Deze reorganisatie zal in de loop van 2000 haar beslag krijgen. Voorts is besloten tot de invoering van een nieuw performance management proces en wordt in delen van de bank een competentie management programma ontwikkeld. Ten slotte wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een wereldwijd personeelsinformatiesysteem. Flexibiliteit bij werving is van groot belang, met name wanneer wij personeel zoeken op plaatsen of voor functies die specifieke vaardigheden vereisen zoals e-commerce. Omdat de arbeidsmarkt krapper wordt en de schaarste alleen maar zal toenemen wanneer de generatie van de naoorlogse geboortegolf straks met pensioen gaat, streeft ABN AMRO er voortdurend naar om het werken bij de bank aantrekkelijker te maken. Nieuwe en meer flexibele arbeidsvoorwaarden worden ontwikkeld, en opleidingsinspanningen en loopbaanontwikkeling worden verder geïntensiveerd. Diverse andere aspecten zoals kwaliteit van het management, empowerment en evenwicht tussen werk en privé-leven vormen eveneens onderdeel van deze aanpak. Corporate Facility Management Bij ons streven naar wezenlijke bezuinigingen, efficiencyverbetering en een prettige werkomgeving, kiezen wij binnen ons facilitair bedrijf steeds meer voor een mondiale aanpak. Als onderdeel hiervan werd vorig jaar een kostenbeheersingprogramma uitgevoerd. Ook de projecten Global Travel en Videoconferencing zijn twee goede voorbeelden van dit totaalconcept. Grootschalige inkoop op concernniveau heeft eveneens forse besparingen opgeleverd.
◆
In 1999 hebben de telecommunicatiefunctie binnen ons facilitair bedrijf en de automatiseringsfunctie nauw samengewerkt
bij de verregaande integratie van informatietechnologie en telecommunicatie. De resultaten van deze samenwerking zullen in 2000 zichtbaar worden. De bank heeft in de afgelopen jaren een aantal facilitaire diensten verzelfstandigd. Aan dit proces is met de verzelfstandiging van de vertaaldienst begin 2000 nagenoeg een einde gekomen. De meeste diensten die hiervoor in aanmerking kwamen, zijn inmiddels buiten de bank gebracht.
Risicobeheer ◆ Achtergrond Risicobeheer behoort tot de kernactiviteiten van ABN AMRO. Onze normen worden door de internationale financiële gemeenschap en onze cliënten vaak als benchmark gebruikt. Bij de beoordeling van risico’s en het treffen van voorzieningen hebben wij altijd een zeer behoudend beleid gevolgd dat onafhankelijk van de commerciële activiteiten wordt vastgesteld. Deze omzichtige opstelling ten aanzien van risico’s en de professionele manier van risicobeheersing zijn de afgelopen jaren succesvol gebleken: de portefeuille, organisatie en interne processen van ABN AMRO zijn aan stress-tests onderworpen en hebben hun veerkracht bewezen.
Onze aanpak op het gebied van risicobeheer is gebaseerd op de kenmerken van onze bedrijfsvoering: cliëntgericht zakendoen, professionele levering van producten en diensten, lange ervaring in en kennis van de vele landen wereldwijd waarin we actief zijn, discipline en een traditioneel sterke cultuur van risicobeheersing. Het proces van risicobeheer is van cruciaal belang. Dankzij een sterk gecentraliseerd, op consensus gericht proces van fiattering en beheersing worden de benodigde informatie en de interpretatie daarvan inzichtelijk gemaakt voor de hoogste bestuurslagen, bijvoorbeeld per risicocategorie of per sector. Dit stelt de bank in staat effectief en consistent richting te geven aan een omvangrijke en sterk gediversifieerde risicoportefeuille.
43
Twee belangrijke kenmerken van onze risicobeheerprocessen zijn als volgt: ◆ de commerciële lines of business dragen volledige verantwoordelijkheid voor de risico’s die zij genereren. Er bestaat echter wel een onafhankelijke risicofunctie, de Risk Management Divisie (RMD), die de beleidslijnen voor de risico’s uitzet en belast is met de fiattering en beheersing ervan; ◆ de mate waarin de fiatteringsbevoegdheid wordt gedelegeerd hangt af van een combinatie van volume (Global One Obligor Exposure, waaronder alle vormen van tegenpartijrisico) en interne risicoclassificatie (afgezet tegen openbare ratings). Normaliter fiatteren commissies risicoposities unaniem, waarbij de beslissing wordt gebaseerd op onafhankelijk advies en de voorstellen van het betreffende bedrijfsonderdeel. De onafhankelijke RMD houdt zich bezig met kredietrisico, landenrisico en marktrisico. Ook stelt zij beleidslijnen op voor operationele risico’s. De divisie rapporteert direct aan de Raad van Bestuur en wordt geleid door drie Directeuren Generaal (twee voor zakelijke kredietrisico’s, één voor financiële instellingen en marktrisico’s). De regionale risicobeheerders voor Europa, Noord-Amerika, Azië en Latijns-Amerika hebben vergelijkbare verantwoordelijkheden in hun regio en rapporteren via een functionele lijn aan RMD op het hoofdkantoor in Amsterdam. ABN AMRO legt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van een groot aantal functionele en geografische taken, waaronder risicobeheer, bij staven op concernniveau. Zij moeten de risicocultuur van de bank uitdragen
en een evenwichtige ontwikkeling van de organisatie waarborgen. Onze organisatie en processen weerspiegelen ook de toenemende convergentie van kredietrisico en marktrisico. De Concern Krediet Commissie (waarin drie leden van de Raad van Bestuur zitting hebben) besluit tweemaal per week ten aanzien van individuele voorstellen en komt ten minste vier keer per jaar voor beleidskwesties bijeen. Regionaal risicobeheer wordt aangepast aan de jaarplannen van landen en lines of business. De veranderingen gaan wereldwijd zo snel en zijn dermate ingrijpend dat banken en toezichthouders het erover eens zijn dat het Bazels Akkoord van 1988 aan een fundamentele herziening toe is. Wij zijn actief betrokken in de dialoog tussen vooraanstaande financiële instellingen en toezichthouders over een consultatiedocument van het Bazels Comité over een nieuw kader voor solvabiliteitsrichtlijnen. Binnen RMD is hiervoor een speciale werkgroep opgezet. Kredietrisico De kredietportefeuille van ABN AMRO wordt gekenmerkt door een consequente, goede spreiding en is van hoge kwaliteit. De omvang van de vereiste bruto voorzieningen voor specifieke debiteuren was in 1999 relatief laag met 49 basispunten van de naar risico gewogen activa (RGA). Na incasso en vrijval kwamen de netto voorzieningen uit op een bevredigend resultaat van 28 basispunten.
◆
Deze ontwikkeling is tevens een afspiegeling van de mate waarin buiten onze thuismarkten Nederland, het Midden-Westen van de Verenigde Staten en Brazilië de nadruk ligt
Voorzieningen (in basispunten) Bruto toename/RGA
Netto toename/RGA
1999
1998
1997
1999
1998
1997
Nederland Noord-Amerika Rest van de wereld
26
35
42
11
19
24
37
33
46
22
4
29
76
81
45
44
56
31
Totaal
49
53
44
28
30
29
44
Grensoverschrijdend risico in de afgelopen drie jaar (in miljarden euro’s) Totaal grensoverschrijdend risico
Latijns-Amerika Azië Midden- en Oost-Europa Midden-Oosten en Afrika Totaal
Exclusief risicovermindering
1999
1998
1997
1999
1998
1997
5,5
5,9
5,3
3,2
3,6
3,5
7,1
7,2
9,7
5,3
5,2
7,5
3,3
2,2
2,7
2,1
1,6
1,3
5,0
4,2
2,4
2,1
2,7
1,6
20,9
19,5
20,1
12,7
13,1
13,5
op internationale ondernemingen en het lokale grootbedrijf. ABN AMRO houdt zich, mede via investment banking, bezig met overbruggingsfinancieringen en adviesverlening voor en na kapitaalmarkttransacties, waarbij de bank vervolgens een belangrijke rol speelt. Strategische bedrijfstakanalyses bepalen de richting van ons risicobeleid voor zowel individuele cliënten als de totale kredietportefeuille, die goed gespreid is over de diverse bedrijfstakken. De groeiende particuliere kredietverlening steunt eveneens op stringente beleidslijnen en effectieve operationele systemen. Landenrisico Het landenrisico wordt voor alle landen gemeten, met uitzondering van de EU-lidstaten, Australië, Canada, Japan, Noorwegen, Nieuw-Zeeland, Singapore, Zwitserland, Taiwan en de Verenigde Staten. RMD voert voor alle andere landen de volgende risicometingen uit: ◆ grensoverschrijdend; ◆ overheid. ◆
Onder de meting van het grensoverschrijdende risico vallen alle on- en off-balansposten die rechtstreeks door transferbeperkingen zouden worden beïnvloed. ABN AMRO houdt al jaren nauwgezet toezicht op grensoverschrijdende uitzettingen. De ervaring leert dat bij een betalingscrisis doorgaans dit soort uitzettingen het meest onder druk komt. Bij de bepaling van het grensoverschrijdende risico van de totale portefeuille gebruiken wij een zogenaamd Value-at-Risk (VaR) model.
Binnen de limiet van de totale portefeuille worden per land limieten vastgesteld. Het VaR-model heeft tijdens de crises in Azië, Brazilië en Rusland zijn sporen verdiend en de bank in staat gesteld de juiste maatregelen in de juiste dosering te nemen. Risicovermindering heeft betrekking op situaties waarin sprake is van aanzienlijk lagere grensoverschrijdende risico’s. In deze categorie vallen onder meer gegarandeerde leningen, co-financieringen, handelsfinancieringen en kredieten waarbij het politieke risico is verzekerd. Het resterende risico van EUR 12,7 miljard ultimo 1999 bestond voor een aanzienlijk deel uit kredieten aan multinationale ondernemingen en het grootbedrijf in de betreffende landen. Risico op de overheid betreft alle balans- en buitenbalansposten die onder de directe
VaR-handelsportefeuilles (in miljoenen euro’s, 99% eendaagsrisico)
Ultimo 1999
Minimum
Maximum Gemiddeld
Valutacontracten Rentecontracten Aandelencontracten
8
1
20
6
25
15
34
23
6
3
12
5
Totaal
31
22
46
32
45
verantwoordelijkheid van de overheid van een land vallen of door de overheid van een land worden gegarandeerd. De transacties van alle ABN AMRO boekingscentrales zijn in de totale omvang van het risico verwerkt. De limiet op de overheid wordt bepaald door een waarschuwingsniveau: een absoluut bedrag dat is gebaseerd op het BBP en de nationale schuldpositie van het betreffende land en onze doelstellingen in dat land. Bij de crises in Rusland en – recenter – Ecuador is overduidelijk gebleken hoe waardevol de meting van het risico op overheden is. De bank blijkt erdoor in staat de activiteiten in de betreffende landen voort te zetten en de exposure ten opzichte van de betreffende staat tegelijkertijd te beperken. Marktrisico Marktrisico betreft het risico dat de rente, wisselkoersen of aandelenkoersen stijgen of dalen en dat dit leidt tot winsten of verliezen voor de bank. Het ontstaat uit handelen en beleggen zowel voor cliënten als voor eigen rekening van de bank.
◆
Het marktrisico wordt beheerd aan de hand van risicolimieten zoals ‘Value-at-Risk’ limieten, rentegevoeligheid per basispunt, netto openstaande positie, spreadgevoeligheden, de ‘Grieken’ (delta, gamma, vega, rho), stress-tests, scenarioanalyses, positieconcentraties en positielooptijden. De bevoegdheid tot het vaststellen van marktrisicolimieten is top-down gestructureerd, namelijk het Group Asset & Liability Committee (ALCO), het Market Risk ALCO en de Line of Business Risk Management Committees. Marktrisicolimieten worden per locatie en per handelsportefeuille bepaald en van dag tot dag gevolgd. Interne marktrisicomodellen voldoen aan de eisen van de toezichthoudende instanties. Onze modellen voor de berekening van kapitaalbuffers voor marktrisico’s, zoals gedefinieerd in het per 1 januari 1998 herziene Capital Adequacy Directive, zijn door de Nederlandsche Bank goedgekeurd. Verder worden onze risicomodellen voortdurend verfijnd om ook in turbulente perioden die zich
46
kenmerken door hogere credit spreads, toenemende volatiliteit, liquiditeitsschaarste, falende historische correlaties en dergelijke, betrouwbare ramingen te kunnen maken. Veel aandacht wordt besteed aan de consistentie van de binnen de bank gebruikte systemen en aan de prestatieverbetering van die systemen. Naast kwantitatieve controlemiddelen zijn ook het inzicht en de ervaring van het management van cruciaal belang om te bepalen tot op welk niveau het marktrisico aanvaardbaar is en de bank bereid is risico’s te nemen. Beheer en dagelijkse toetsing van het marktrisico van de handelsactiviteiten vinden primair plaats met behulp van de Value-at-Risk (VaR) methode. Het betreft een statistische inschatting, met een bepaald betrouwbaarheidspercentage, van het potentiële verlies dat kan ontstaan als gevolg van ontwikkelingen van marktrente en koersen gedurende een bepaald tijdsinterval. De methode die de bank hanteert voor de VaR-berekening, gaat uit van historische simulatie op basis van gegevens over een periode van vier jaar. Het voordeel van deze historische simulatie is dat onmiddellijke correlaties impliciet worden meegewogen en dat alle soorten instrumenten in deze methode kunnen worden verwerkt. De rendementen voor het gekozen tijdsinterval worden gesimuleerd op basis van openbare en/of intern bewaarde gegevens. Aan de hand van de verdeling van winsten en verliezen wordt vervolgens de VaR bepaald. De bank gaat uit van een tijdsinterval van één dag, een betrouwbaarheidsniveau van 99% en gelijkelijk gewogen simulaties. De VaR wordt dagelijks voor iedere handelsportefeuille en line of business alsmede voor de bank als geheel aan de verantwoordelijke leden van de Raad van Bestuur en de leiding van de divisies Investment Banking en Risk Management gerapporteerd. De effectiviteit van de VaR-berekeningen wordt getoetst aan de hand van back-testing, een techniek waarbij het aantal dagen wordt geteld waarop de verliezen hoger zijn dan de berekende VaR. Bij een betrouwbaarheidsniveau van 99% zal in theorie het negatieve handelsresultaat eens in de honderd dagen groter dan de VaR zijn.
hebben geresulteerd in een relatief voorzichtige VaR-raming.
Back-testing wordt uitgevoerd op zowel het feitelijke handelsresultaat als op een hypothetisch handelsresultaat waarbij alleen marktbewegingen in aanmerking worden genomen en provisies, emissieresultaten, intradag-transacties, e.d. buiten beschouwing worden gelaten. De uitkomsten van back-testing op het feitelijke en hypothetische handelsresultaat worden regelmatig aan de Nederlandsche Bank gerapporteerd. De hypothetische back-testing wordt gebruikt om de VaR-berekening volledig zuiver te kunnen toetsen en is dan ook een essentieel middel voor de validering van onze interne modellen.
De stress-test is een aanvulling op de VaR-berekening en geeft inzicht in het gedrag van een portefeuille onder extreme marktomstandigheden. Deze test wordt toegepast op optieportefeuilles en gaat uit van extreme fluctuaties in een groot aantal parameters.
Uit de back-testing resultaten (grafiek 1) blijkt dat de dagelijks berekende VaR in 1999 op geen enkele dag werd overschreden. Bijzondere omstandigheden zoals de periode augustus – oktober 1998 die in de historische cijfers zijn verwerkt, en bepaalde uitgangspunten die bij het aggregeren van de VaR over de verschillende risicofactoren zijn gehanteerd,
De VaR geeft een goede schatting van de mogelijke schommelingen in het handelsresultaat onder normale marktomstandigheden, maar laat incidentele gebeurtenissen buiten beschouwing. Scenarioanalyse geeft inzicht in schommelingen in het handelsresultaat onder extreme omstandigheden. Dagelijks worden diverse scenario’s geaggregeerd en op concernniveau toegepast. De histogrammen tonen de verdeling van de dagelijkse baten in 1999 uit handelsactiviteiten
Grafiek 1: Value at Risk versus hypothetisch resultaat voor handelsportefeuilles in 1999 (in miljoenen euro’s)
30 20 10 0 -10 -20 -30 -40
jan
mrt
april
mei
juni
juli
aug
sept
Value at Risk Winst Verlies
47
okt
nov
dec
52
51
50
49
48
47
46
45
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
25
24
23
22
21
19
20
17
18
16
15
14
13
11
12
9
feb
10
8
7
6
5
4
3
2
week 1
-50
Ongekende mogelijkheden E-commerce biedt bedrijven en particulieren ongekende mogelijkheden. Wij spelen hierop in door aan e-commerce een centrale rol in onze strategie toe te kennen, in zowel technisch als commercieel opzicht. Op deze manier kunnen wij onze cliënten de service bieden die zij verwachten en tevens nieuwe cliënten aantrekken. De centrale positie van e-commerce in onze strategie komt tot uiting in de vorming van een nieuw Directoraat Generaal dat initiatieven op dit terrein zal ondersteunen, coördineren en stimuleren.
De grenzen van de technologie zijn nog niet in zicht. Dit betekent dat wij fors moeten blijven investeren, zonder daarbij het uiteindelijke rendement uit het oog te verliezen. Een goed voorbeeld is het Multi-Channel Plaform (MCP). Hiermee wordt bereikt dat cliënten, ongeacht het kanaal waarlangs zij ABN AMRO benaderen, de bank als één financiële partner ervaren.
en overige activiteiten (met inbegrip van provisies en emissieresultaten) per line of business, namelijk voor Treasury in grafiek 2, Fixed Income in grafiek 3 en Equity in grafiek 4. In zijn totaliteit schommelt het resultaat rond een positief gemiddelde, met name voor Equity waar provisies etc. een belangrijke bron van inkomsten vormen.
Grafiek 2: Dagelijkse baten Treasury in 1999 (in miljoenen euro’s)
70
60
50
40
Renterisico Het balansbeheer heeft onder meer ten doel het effect van fluctuaties in de marktrente op het rentesaldo van de bank te beheersen en te sturen. Voor de bewaking en berekening van het renterisico worden verschillende methoden gebruikt, waaronder gap-analyse en scenarioanalyse. Rentegevoeligheidstesten maken het mogelijk om het effect van wijzigingen in de marktrente op het rentesaldo in te schatten.
◆ 30
20
10
0 -30
-25
-20
-15
-10
-5
0
5
10
15
20
25
30
Grafiek 3: Dagelijkse baten Fixed Income in 1999 (in miljoenen euro’s)
De gevoeligheid van het rentesaldo voor wijzigingen in het renteklimaat is getoetst aan een direct ingaande en blijvende rentemutatie van 100 basispunten. Het blijkt dat een dergelijke forse rentestijging het eerste jaar een nadelig effect op het rentesaldo van 2,9% heeft. Een rentedaling leidt daarentegen tot een stijging van het rentesaldo met 1,0%.
30
25
20
15
10
5
Operationeel risico De afgelopen jaren is het beheer van het operationele risico voor financiële instellingen steeds belangrijker geworden. Vorig jaar heeft ABN AMRO daarom binnen de divisie Risk Management een afdeling Operational Risk Policy & Support opgezet. Operationeel risico is een aparte risicocategorie. Hieronder vallen operationele gebeurtenissen (bijvoorbeeld problemen met computersystemen, menselijk gedrag, tekortkomingen van de organisatiestructuur of interne controle) en externe bedreigingen.
◆
0 -30
-25
-20
-15
-10
-5
0
5
10
15
20
25
30
Grafiek 4: Dagelijkse baten Equity in 1999 (in miljoenen euro’s)
70
60
50
40
30
20
10
0 -30
-25
-20
50
-15
-10
-5
0
5
10
15
20
25
30
Er is een begin gemaakt met de formulering van beleidslijnen en ontwikkeling van bankbrede processen voor operationeel risicobeheer. Aan de hand van verbeterde meetsystemen zal het operationele risico in een behoefte aan economisch kapitaal worden vertaald. Dit sluit aan bij het streven om voorgeschreven kapitaal en
economisch kapitaal beter op elkaar af te stemmen. Wij hebben een bottom-up zelfbeoordelingssysteem voor operationele risico’s geïntroduceerd. Het uitgangspunt hierbij is dat operationeel risicobeheer een integraal onderdeel vormt van de verantwoordelijkheden van leidinggevenden op alle niveaus.
ABN AMRO Lease Holding
Kerncijfers (in miljoenen euro’s) 1999
1998
1997
Rente Provisie Overige baten
198
180
162
116
91
77
238
167
162
Totaal baten Bedrijfslasten Waardeveranderingen van vorderingen
552
438
401
404
309
288
20
8
4
Bedrijfsresultaat voor belastingen
128
121
109
Balanstotaal Naar risico gewogen balanstotaal
8.471
6.769
5.570
7.935
6.345
5.298
Aantal medewerkers (fte) Aantal kantoren
5.278
4.795
3.619
37
34
30
ABN AMRO Lease Holding De stijging van het bedrijfsresultaat voor belastingen met 6% tot EUR 128 miljoen vormde een goede afspiegeling van de krachtige verdere expansie van de ABN AMRO Lease Groep. De leaseportefeuille groeide met EUR 1,6 miljard (+26%) tot EUR 7,8 miljard. Het geconsolideerde balanstotaal steeg evenredig hiermee tot EUR 8,5 miljard ultimo 1999. Het resultaat uit wagenparkbeheer liet een bevredigende stijging zien, ondanks het feit dat de restwaarderesultaten in een aantal markten onder druk stonden door veranderende marktomstandigheden en prijsharmonisatie binnen de Europese Unie. Het aantal voertuigen in beheer steeg met 83.000 tot 610.000. Amstel Lease, dat zich richt op equipment lease, meldde wederom een bevredigend resultaat. Lease Plan International, dat zich uitsluitend richt op multinationale cliënten, sloot vorig jaar contracten af met een potentieel wagenpark van 65.000 voertuigen. De internationale expansie kreeg verder gestalte met de vestiging van een dochterbedrijf in Slowakije. Voorts werden in India en Brazilië de eerste commerciële contracten afgesloten. ABN AMRO Lease Holding heeft thans vestigingen in 25 landen verspreid over de hele wereld. Ultimo 1999 bestond de leaseportefeuille voor 78% uit wagenparkbeheer en voor 22% uit equipment leasing. Het personeelsbestand nam toe tot 5.278, waarvan 1.460 in Nederland. In het kader van de strategische heroriëntatie van de ABN AMRO Lease Groep, is eind 1999 besloten om de equipment lease-activiteiten in Nederland te verkopen
aan ABN AMRO Bank N.V. De overdracht zal in 2000 plaatsvinden. Deze herziening van de strategie is bedoeld om verdere expansie in de voortdurend veranderende markt voor wagenparkbeheer en autoleasing mogelijk te maken. De Milex Groep is in de Lease Plan Groep geïntegreerd teneinde het productaanbod verder te verbeteren, schaalvoordelen te realiseren en operationele standaardnormen in te voeren. Ter ondersteuning van de nieuwe strategie, zal voorts de managementstructuur van de Lease Plan Groep worden aangepast. Een voorbeeld van de nieuwe strategie is de joint venture begin 2000 tussen Keddy Services in het Verenigd Koninkrijk en het Amerikaanse Qual-Effic Services. Deze joint venture verleent, onder de naam QEK Global Solutions, logistieke diensten en marketingdiensten aan de autobranche. Voorts is operationele leasing voor particuliere cliënten geïntroduceerd. Voor meer gedetailleerde informatie wordt verwezen naar het door ABN AMRO Lease Holding gepubliceerde jaarverslag.
51
Vermogen Het aansprakelijk groepsvermogen bedroeg ultimo 1999 EUR 28.881 miljoen, een stijging van EUR 4.508 miljoen (18,5%). Eigen vermogen Voornamelijk door winstinhouding en stockdividenden steeg het eigen vermogen met EUR 1.264 miljoen van EUR 10.723 miljoen tot EUR 11.987 miljoen. Met betrekking tot het interimdividend 1999 koos 46% van de aandeelhouders voor stockdividend. Hierdoor werden 8,3 miljoen aandelen uitgegeven tegen een koers van EUR 24,30. De waarde van het interimstockdividend 1999 bedroeg derhalve EUR 203 miljoen. Van het slotdividend 1999 zal naar schatting EUR 319 miljoen in de vorm van aandelen worden uitgekeerd.
◆
Door uitoefening van personeelsopties tegen een gemiddelde koers van EUR 12,62 nam het aantal uitstaande gewone aandelen met 3,8 miljoen toe. Daarnaast werden 0,3 miljoen preferente aandelen geconverteerd in 1,1 miljoen gewone aandelen onder bijbetaling van NLG 7,– per aandeel. Het
eigen vermogen nam hierdoor met EUR 41 miljoen toe. Het eigen vermogen werd voorts beïnvloed door de afboeking van EUR 814 miljoen wegens goodwill. Dit betreft het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de netto vermogenswaarde van acquisities. De afboeking van goodwill had hoofdzakelijk betrekking op de verwerving van een belang in Banca di Roma (EUR 212 miljoen), de overname van Bank of Asia (EUR 150 miljoen) en het consumer banking bedrijf van de Bank of America (EUR 91 miljoen) alsmede de uitbreiding van ons belang in Banco Real (EUR 228 miljoen) en Bandepe (EUR 60 miljoen). Een bedrag van EUR 215 miljoen werd ten gunste van de reserve koersverschillen gebracht in verband met positieve valutaomrekeningsverschillen op de investeringen in vestigingen in het buitenland. Dit was voornamelijk het gevolg van de stijging van de Amerikaanse dollar. Door de waardedaling van de Braziliaanse real met 27% ging dit bruto positieve verschil gedeeltelijk verloren. Belang van derden De stijging met EUR 1.415 miljoen is voornamelijk het gevolg van de uitgifte van preferente aandelen door ons bedrijf in de Verenigde Staten (USD 1.250 miljoen) en valutaomrekeningswinsten (EUR 556 miljoen). Hiertegenover stond de gedeeltelijke uitkoop van minderheidsaandeelhouders in Banco Real (EUR 397 miljoen).
◆
Specificatie vermogen (in miljoenen euro’s)
Gewoon aandelenkapitaal Preferent aandelenkapitaal Converteerbaar preferent aandelenkapitaal Kapitaal Agioreserve gewone aandelen Agioreserve converteerbaar preferente aandelen Overige reserves
1999
1998
1997
832
818
800
823
823
823
3
4
5
1.658
1.645
1.628
2.443
2.409
2.367
37
45
55
7.849
6.624
7.680
Eigen vermogen Belang van derden
11.987
10.723
11.730
4.945
3.530
2.054
Groepsvermogen Fonds voor algemene bankrisico’s Achtergestelde schulden
16.932
14.253
13.784
1.232
1.140
1.127
10.717
8.980
9.121
Aansprakelijk groepsvermogen
28.881
24.373
24.032
52
◆ Fonds voor algemene bankrisico’s Door een positief omrekeningsverschil ten aanzien van het in Amerikaanse dollars aangehouden gedeelte van het fonds, nam de omvang van het fonds met EUR 92 miljoen toe van EUR 1.140 miljoen tot EUR 1.232 miljoen. Een onttrekking aan de winst- en verliesrekening van per saldo EUR 13 miljoen is hierbij in aanmerking genomen.
◆ Achtergestelde schulden Het achtergestelde vermogen nam met EUR 1,7 miljard toe. Aan nieuwe achtergestelde leningen werd in Nederland
voor een bedrag van EUR 1,4 miljard geplaatst. Door hogere valutakoersen stegen de achtergestelde schulden met EUR 819 miljoen. Vereist vermogen en ratio’s Op grond van de richtlijnen van de Nederlandsche Bank worden eisen gesteld aan de omvang van het vermogen. Het vermogen van de bank wordt afgezet tegen de uitzettingen op en buiten de balans. Deze uitzettingen worden daarvoor gewogen naar het daarin begrepen risico. Ook voor het in de handelsactiviteiten van de bank begrepen marktrisico moet vermogen worden aangehouden. De norm voor het kernvermogen (tier 1-ratio) bedraagt 4% en voor het totale toetsingsvermogen 8%. ABN AMRO voldoet ruimschoots aan deze normen.
◆
Het toetsingsvermogen is in 1999 met 18,4% gestegen. De naar risico gewogen activa bedroegen ultimo 1999 EUR 246,4 miljard, een stijging van 14,2% ten opzichte van ultimo 1998. Evenals in voorgaande jaren zijn enkele grote securitisatieprogramma’s (EUR 3,7 miljard in Nederland) uitgevoerd om het rendement op het eigen vermogen te optimaliseren.
Solvabiliteit (in miljoenen euro’s) 1999
1998
1997
Kernvermogen (tier 1) Aanvullend vermogen (tier 2) Aanvullend vermogen (tier 3) Aftrekposten
17.735
14.985
14.521
8.968
7.583
7.593
498
428
458
– 437
– 384
– 340
Totaal toetsingsvermogen
26.764
22.612
22.232
194.715
168.427
153.516
46.649
39.208
41.230
5.010
8.134
13.904
246.374
215.769
208.650
Naar risico gewogen balans: Kredietrisico Kredietrisico buiten de balans Marktrisico
BIS-ratio kernvermogen BIS-ratio totaal vermogen
Kredieten De totale kredietverlening steeg met EUR 39,2 miljard (+17,8%) tot EUR 259,7 miljard. De kredietverlening aan de private sector, exclusief professionele
6,94%
6,96%
10,48%
10,65%
1999
1998
1997
72,8
71,5
62,1
47,2
60,9
63,6
Ontwikkeling belangrijkste balansgroepen (in miljarden euro’s)
Geconsolideerde balans Het geconsolideerde balanstotaal bedroeg ultimo 1999 EUR 457,9 miljard. Dit was EUR 25,8 miljard (+6%) hoger dan eind 1998. De ultimo 1999 hogere valutakoersen hadden een positief effect van EUR 35,2 miljard. De toename van het balanstotaal was het resultaat van een stijging met EUR 33,0 miljard bij de divisie Buitenland (voornamelijk hogere valutakoersen), een daling met EUR 19,0 miljard bij de divisie Investment Banking (hoofdzakelijk lagere interbancaire deposito’s) en een groei met EUR 10,1 miljard bij de divisie Nederland (vooral woninghypotheken).
7,20% 10,86%
Liquiditeiten en beleggingen Bankiers Kredieten overheid Kredieten private sector Professionele effectentransacties
12,0
7,2
6,8
207,0
179,2
162,9
40,7
34,1
31,4
Kredieten
259,7
220,5
201,1
Balanstotaal
457,9
432,1
379,6
81,0
104,9
94,6
56,7
Bankiers Spaargelden Overige toevertrouwde middelen Professionele effectentransacties
71,7
61,8
128,5
112,8
96,7
29,8
31,0
26,6
Toevertrouwde middelen
230,0
205,6
180,0
54,2
37,9
41,1
◆
Schuldbewijzen
53
Kredieten private sector naar divisie (exclusief professionele effectentransacties) (in miljarden euro’s) 1999
1998
1997
Divisie Nederland Divisie Buitenland:
88,6
80,6
73,4
◆ Europa (buiten Nederland)
21,6
19,1
19,2
◆ Noord-Amerika
56,4
45,5
42,3
8,2
8,8
4,6
◆ Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied ◆ Midden-Oosten en Afrika ◆ Azië / Pacific
Divisie Investment Banking ABN AMRO Lease Holding Totaal
1,5
1,2
1,1
17,6
13,3
13,0
105,3
87,9
80,2
5,4
4,7
4,4
7,7
6,0
5,0
207,0
179,2
163,0
Obligo’s dubieuze debiteuren (in miljoenen euro’s)
.
1999
1998
1997
‘Non-accrual loans’ ‘Other non-performing loans’ ‘Accruing doubtful loans’
1.543
1.444
1.159
3.248
2.939
1.486
2.789
2.195
2.362
Totaal obligo’s dubieuze debiteuren
7.580
6.578
5.007
1999
1998
1997
0,32%
0,35%
0,36%
2,26%
2,39%
1,59%
2,11%
2,25%
1,74%
93,0%
93,9%
109,4%
0,36%
0,29%
0,28%
Ratio’s obligo dubieuze debiteuren
Nieuwe voorzieningen en verhogingen (netto) t.o.v. kredieten private sector (bruto) ‘Non-performing loans’ t.o.v. kredieten private sector (bruto) Debiteurenvoorzieningen t.o.v. kredieten private sector (bruto) Debiteurenvoorzieningen t.o.v. ‘non-performing loans’ Afschrijvingen t.o.v. kredieten private sector (bruto)
54
effectentransacties, nam met 15,5% toe tot EUR 207,0 miljard. Professionele effectentransacties lieten een stijging van EUR 6,6 miljard zien. Deze groei vond vooral bij onze buitenlandse effectendochters plaats. De kredietverlening aan de overheid steeg met EUR 4,8 miljard tot EUR 12 miljard. Bij de divisie Nederland nam de kredietverlening aan de private sector toe met 9,9% tot EUR 88,6 miljard. In 1999 is in totaal EUR 2,5 miljard aan Nederlandse vorderingen gesecuritiseerd door de uitgifte van hypothecair gedekte obligaties, tegenover EUR 0,7 miljard in 1998. Voorts zijn vorderingen tot een bedrag van EUR 1,2 miljard gesecuritiseerd in de vorm van door consumptief krediet gedekte obligaties. Bij de divisie Buitenland nam de kredietverlening aan de private sector toe met EUR 17,4 miljard (+19,8%) tot EUR 105,3 miljard. De per saldo hogere valutakoersen hadden een effect van EUR 11,1 miljard. Dubieuze kredieten en voorzieningen Het aandeel van non-performing kredieten in de totale kredietverlening aan de private sector daalde tot 2,26%. In 1999 is EUR 678 miljoen ofwel 0,32% (1998: 0,35%) van de totale kredietverlening aan de private sector toegevoegd aan specifieke debiteurenvoorzieningen. De verhouding van specifieke debiteurenvoorzieningen ten opzichte van de totale kredietportefeuille private sector daalde van 2,25% ultimo 1998 tot 2,11% ultimo 1999. Hieruit blijkt dat de kredietportefeuille stabiel is en dat de kwaliteit goed is.
◆
◆ Toevertrouwde middelen De toevertrouwde middelen stegen met EUR 24,4 miljard (+11,9%) tot EUR 230,0 miljard. Bij de divisie Nederland bedroeg de stijging EUR 6,5 miljard. De toevertrouwde middelen bij de divisie Buitenland namen toe met EUR 18,1 miljard, waarvan EUR 0,2 miljard uit hoofde van repotransacties.
Vooruitzichten Het sterke momentum in de gehele bank, in combinatie met de nieuwe impulsen van de divisie Europa en onze e-commerce activiteiten, wettigt de verwachting dat de bank haar aandeelhouders ook de komende jaren verdere winstgroei en superieure rendementen kan bieden. Gezien de wereldwijd gunstige economische vooruitzichten verwacht de Raad van Bestuur ook voor het jaar 2000 de door de bank geformuleerde financiële doelstellingen te kunnen overtreffen.
Amsterdam, 23 maart 2000 P.J. Kalff R.W.J. Groenink R.W.F. van Tets J.M. de Jong W.G. Jiskoot R.G.C. van den Brink T. de Swaan J.Ch.L. Kuiper
55
56
Jaarrekening 1999
57
Grondslagen Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving. Waar nodig liggen aan de bedragen, zoals vermeld in de jaarrekening, schattingen en veronderstellingen ten grondslag. In verband met de notering van het gewone aandeel ABN AMRO Holding N.V. in de vorm van American Depositary Receipts op de New York Stock Exchange (NYSE) publiceert ABN AMRO ook een jaarverslag (Form 20-F) dat voldoet aan de regels die de Securities and Exchange Commission (SEC) stelt. Deze regels betreffen onder meer vorm en inhoud van de toelichting in de jaarrekening. Bovendien wordt inzicht gegeven in vermogen en resultaat bij toepassing van de Amerikaanse waarderingsregels (U.S. GAAP).
Grondslagen voor opname in de balans van financiële instrumenten Een financieel actief of financieel passief wordt in de balans opgenomen vanaf het tijdstip dat de vennootschap recht heeft op de voordelen respectievelijk gebonden is aan de verplichtingen voortkomend uit de contractuele bepalingen van het financieel instrument. Vanaf het tijdstip dat niet meer wordt voldaan aan deze voorwaarden wordt een financieel instrument niet meer in de balans opgenomen. Financiële activa en passiva worden per saldo in de balans opgenomen indien ABN AMRO op grond van wettelijke of contractuele bepalingen over de bevoegdheid beschikt en de intentie heeft deze activa en passiva gesaldeerd of simultaan af te wikkelen.
58
Grondslagen voor de consolidatie De activa, passiva, baten en lasten van ABN AMRO Holding N.V., haar dochtermaatschappijen en overige groepsmaatschappijen, die met haar een organisatorische en economische eenheid vormen, worden volledig geconsolideerd. Het belang van derden in zowel het vermogen als het resultaat van de dochtermaatschappijen en overige groepsmaatschappijen wordt afzonderlijk vermeld.
Grondslagen voor de omrekening van vreemde valuta De activa en passiva in vreemde valuta en de financiële instrumenten die worden gebruikt om het aan deze activa en passiva verbonden valutarisico af te dekken, worden in euro’s omgerekend tegen de contante koersen per balansdatum. Omrekeningsverschillen worden in de winst- en verliesrekening verwerkt. De omrekeningsverschillen op het geïnvesteerd vermogen, inclusief de daarin opgenomen resultaten, van buitenlandse vestigingen in landen zonder hyperinflatie worden, tezamen met de uitkomsten van hiermee samenhangende dekkingstransacties en rekening houdend met belastingeffecten, ten gunste of ten laste van het eigen vermogen gebracht. Resultaten uit transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koersen per transactiedatum dan wel voor zover nog niet ontvangen of betaald tegen de ultimokoersen van de maand waarop de resultaten betrekking hebben. De resultaten van de buitenlandse vestigingen, met uitzondering van die in hyperinflatielanden, worden omgerekend tegen de koersen van het einde van de maand waarin de resultaten worden verantwoord. Het resultaat van de vestigingen in hyperinflatielanden wordt gecorrigeerd voor
het effect van de inflatie en vervolgens omgerekend tegen de koersen per balansdatum.
Grondslagen voor de waardering en resultatenbepaling Algemeen De activa en passiva worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, tenzij hierna een andere grondslag wordt vermeld. Waar noodzakelijk zijn waardecorrecties in mindering gebracht. Agio’s en disagio’s worden toegerekend aan de verslagperioden overeenkomstig de resterende looptijd van de desbetreffende posten en opgenomen onder overlopende activa dan wel overlopende passiva. Waardepapieren en schuldbewijzen, waarvan de rente geheel of grotendeels op het moment van aflossing wordt verrekend, worden opgenomen tegen de aankoopprijs of de contante waarde bij uitgifte vermeerderd met de opgelopen rente, tenzij zij behoren tot de handelsportefeuille. Voor financiële instrumenten die worden gebruikt om de aan specifieke activa of passiva verbonden risico’s af te dekken (hedging), geschiedt de waardering en de resultatenbepaling volgens dezelfde grondslagen als die welke gelden voor de gehedgde posten. Transacties worden aangemerkt als dekkingstransactie indien deze als zodanig is geïdentificeerd en de resultaten van de hedge in belangrijke mate negatief correleren met die van de te dekken positie. Resultaten behaald bij voortijdige beëindiging van een hedge worden geactiveerd of gepassiveerd en toegerekend aan de resterende looptijd van de gedekte posities. Indien financiële instrumenten worden gebruikt om aan specifieke activa of passiva verbonden risico’s te dekken en deze activa en passiva worden verkocht of beëindigd, worden deze financiële instrumenten niet meer als hedge beschouwd. Resultaten bij de afwikkeling van een hedge worden in dezelfde periode verantwoord als de resultaten van de afwikkeling van de gedekte positie. De grondslagen voor andere financiële
instrumenten worden hieronder toegelicht onder handelsactiviteiten. Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop zij betrekking hebben. Kredietgerelateerde provisies worden, indien zij de eerste kosten overstijgen, als rente toegerekend aan de desbetreffende periode. De door het levensverzekeringsbedrijf aan derden en het bankbedrijf betaalde afsluitprovisie wordt als eerste kosten geactiveerd en afgeschreven. Kosten verbonden aan het plaatsen van gewone en preferente aandelen worden ten laste van het eigen vermogen gebracht.
Kredieten Kredieten worden in het algemeen opgenomen tegen de hoofdsom. Kredieten worden als dubieus aangemerkt zodra er twijfel bestaat over de terugbetaling. Indien nodig wordt voor dergelijke kredieten een waardecorrectie in mindering gebracht. De waardecorrecties voor oninbaarheid van vorderingen worden naar de aard van de situatie op statistische wijze dan wel per post bepaald, waarbij rekening wordt gehouden met de waarde van de verstrekte zekerheden. Voor vorderingen op landen met betalingsproblemen wordt een waardecorrectie per land toegepast. De waardecorrecties worden in het resultaat verwerkt onder het hoofd waardeveranderingen van vorderingen. Bij de kredieten die reeds in afwikkeling zijn, wordt de renteverantwoording stopgezet (‘nonaccrual loans’). Afhankelijk van de mate van twijfel over de terugbetaling wordt bij de overige kredieten de rente eerst in de winst- en verliesrekening verantwoord op het moment van ontvangst (‘other non-performing loans’) dan wel op de normale wijze verantwoord (‘accruing doubtful loans’). Dubieuze kredieten worden pas afgeschreven zodra duidelijk is dat geen enkele verbetering is te verwachten.
Handelsactiviteiten De effecten behorende tot de handelsportefeuilles worden gewaardeerd tegen marktwaarde. In het kader van handelstransacties verworven eigen obligaties worden gewaardeerd tegen de laagste van de marktwaarde en de verkrijgingsprijs. Valutacontracten, aandelen-, obligatie-, valuta- en overige opties, alsmede
59
renteovereenkomsten zoals renteswaps en rentetermijncontracten, worden gewaardeerd tegen de marktwaarde. De marktwaarden van deze contracten worden per saldo onder overige activa of overige passiva gerubriceerd. De mutaties, die uit de beschreven waarderingswijze voortvloeien, worden onder resultaat uit financiële transacties in de winsten verliesrekening verwerkt.
Financiële en andere vaste activa Beleggingen De tot de beleggingsportefeuilles behorende schuldbewijzen, uitgezonderd die waarvan de rente geheel of grotendeels op het moment van aflossing wordt verrekend, worden opgenomen tegen de aflossingswaarde. De in deze portefeuilles begrepen aandelen worden gewaardeerd tegen marktwaarde; veranderingen in de waarde worden na aftrek van belastingen in het eigen vermogen verwerkt. Indien de aldus gevormde herwaarderingsreserve niet toereikend is om waardeverminderingen op te vangen, worden deze onder waardeveranderingen van financiële vaste activa in de winst- en verliesrekening verwerkt. Resultaten uit verkopen worden in het jaar van verkoop ten gunste van de resultatenrekening gebracht. Per saldo positieve verschillen uit verkopen vóór de aflossingsdatum, welke gedaan zijn in het kader van ruiltransacties met betrekking tot rentedragende waardepapieren, worden echter toegerekend aan de verslagperioden overeenkomstig de gemiddelde resterende looptijd van de portefeuille en als rente verantwoord. Beleggingen die worden aangehouden uit hoofde van verzekeringsovereenkomsten voor rekening en risico van polishouders, worden gewaardeerd op marktwaarde; veranderingen in de waarde van deze beleggingen worden onder overige baten (resultaten verzekeringsmaatschappijen) verantwoord.
◆
Aandelen in het kader van venture capital activiteiten Participaties, dit zijn aandelen die in het kader van venture capital activiteiten worden gehouden, worden opgenomen tegen verkrijgingsprijs of de duurzaam lagere marktwaarde.
◆
60
Deelnemingen De waardering van deelnemingen, waarin ABN AMRO of haar dochterbedrijven invloed van betekenis uitoefenen op het zakelijke en financiële beleid, vindt plaats tegen nettovermogenswaarde, bepaald volgens de grondslagen van deze jaarrekening. Overeenkomstig deze grondslagen worden de mutaties in de nettovermogenswaarde in het eigen vermogen – zoals herwaarderingen en goodwill – of in de winst- en verliesrekening verwerkt. Verschuldigde belasting over uitkeringen wordt hierbij op het moment van besluit tot uitkering in aanmerking genomen. Goodwill bij de verwerving van deelnemingen wordt ten laste van het eigen vermogen gebracht. De overige deelnemingen, die voornamelijk bestaan uit kapitaalbelangen in bedrijven met verwante activiteiten, worden gewaardeerd tegen de geschatte opbrengst bij verkoop. Veranderingen in de waarde worden na aftrek van belastingen in het eigen vermogen verwerkt. Indien de aldus gevormde herwaarderingsreserve niet toereikend is om waardeverminderingen op te vangen, worden deze onder waardeveranderingen van financiële vaste activa in de winst- en verliesrekening verwerkt.
◆
Onroerende zaken, bedrijfsmiddelen en overige activa De gebouwen van de bank voor eigen gebruik, inclusief grond, worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, afgeleid uit de vervangingswaarde. De opstallen en de duurzame installaties worden lineair afgeschreven gedurende de geschatte gebruiksduur met een maximum van vijftig jaar zonder rekening te houden met een restwaarde. Veranderingen in de waarde worden blijvend ten gunste of ten laste van het eigen vermogen gebracht, onder aftrek van de op deze mutaties betrekking hebbende belastingen. De investeringen in huurpanden worden geactiveerd en eveneens lineair afgeschreven, rekening houdend met de gebruiksperiode. Onroerende zaken bestemd voor de verkoop worden gewaardeerd tegen de bestede kosten inclusief bouwrente of indien lager tegen de vermoedelijke opbrengst bij verkoop.
De inventaris, de computerinstallaties en de van derden gekochte software worden gewaardeerd tegen de aanschaffingsprijs minus de afschrijvingen; de afschrijving geschiedt lineair op basis van de geschatte economische gebruiksduur. Verhandelbare rechten met betrekking tot de administratievoering (servicing-rechten) worden geactiveerd tegen de verkrijgingsprijs of de verwachte lagere opbrengstwaarde en afgeschreven over de looptijd.
Voorzieningen Voor de medewerkers in Nederland en voor de meeste medewerkers in het buitenland zijn pensioen- of andere oudedagsregelingen getroffen in overeenstemming met de in die landen bestaande voorschriften; deze regelingen zijn grotendeels bij afzonderlijke pensioenfondsen of bij derden ondergebracht. De premies worden jaarlijks ten laste van het resultaat gebracht. Bij de vaststelling van de premie wordt rekening gehouden met een toename van de aanspraken op grond van de loonontwikkeling en de inflatie, en met het rendement van de pensioenfondsen boven de rekenrente, welke in Nederland op dit moment 4% bedraagt. De verzekeringstechnische voorzieningen betreffen in hoofdzaak de voorzieningen voor levensverzekering. Deze worden vastgesteld met toepassing van actuariële methoden op basis van de grondslagen waarop ook de premie is berekend. Periodiek wordt de toereikendheid van deze voorzieningen getoetst aan de hand van sterfte-, rente- en kostenontwikkelingen. Bij gebleken ontoereikendheid worden deze voorzieningen verhoogd. Technische voorzieningen waarbij polishouders het beleggingsrisico dragen, worden op dezelfde grondslagen gewaardeerd als die gehanteerd bij de waardering van de onderliggende beleggingen. De relatief beperkte pensioenvoorzieningen in eigen beheer en de voorzieningen voor non-activiteitsregelingen worden berekend volgens actuariële grondslagen. Met uitzondering van de voorziening voor latente belastingverplichtingen worden de overige voorzieningen voor verplichtingen en risico’s opgenomen tegen de nominale waarde.
Belastingen Bij de bepaling van de belastinglast worden alle tijdelijke verschillen tussen de winst vóór belastingen op basis van de grondslagen van ABN AMRO en het belastbaar bedrag volgens de fiscale wetgeving in aanmerking genomen. De waardering van de belastinglatenties vindt plaats tegen de contante waarde bepaald op basis van de netto rente. Latente belastingvorderingen worden uitsluitend in de balans opgenomen indien er voldoende zekerheid bestaat over de inbaarheid in de toekomst. Bij de bepaling van de belastingdruk wordt de toevoeging respectievelijk onttrekking aan het fonds voor algemene bankrisico’s in aanmerking genomen.
61
Geconsolideerde balans per 31 december 1999 na winstverdeling (in miljoenen euro’s) 1999
1998
6.806
4.478
Activa Kasmiddelen 1 Kortlopend overheidspapier Bankiers 3
2,5
Kredieten aan de overheid Kredieten aan de private sector Professionele effectentransacties Kredieten 4 Rentedragende waardepapieren 5 Aandelen 5 Deelnemingen 6 Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Overige activa 8 Overlopende activa 9
7
10.375
7.719
47.201
60.894
12.007
7.243
206.974
179.211
40.742
34.058
259.723
220.512
92.583
106.067
16.990
13.271
1.884
1.057
5.205
4.657
6.894
5.439
10.223
7.989
457.884
432.083
80.990
104.898
Passiva Bankiers
10
Spaargelden Overige toevertrouwde middelen Professionele effectentransacties Toevertrouwde middelen Schuldbewijzen 12 Overige schulden 8 Overlopende passiva 9 Voorzieningen 13
11
Fonds voor algemene bankrisico’s Achtergestelde schulden 15
71.729
61.785
128.507
112.741
29.756
31.028
229.992
205.554
54.228
37.947
42.113
42.419
10.974
9.170
10.706
7.722
429.003
407.710
1.232
1.140
10.717
8.980
Eigen vermogen 16 Belang van derden 17
11.987
10.723
4.945
3.530
Groepsvermogen Aansprakelijk groepsvermogen
16.932
14.253
28.881
24.373
457.884
432.083
43.561
35.100
115.441
88.873
Voorwaardelijke schulden Onherroepelijke faciliteiten
14
23
De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de Toelichting.
62
Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 1999 (in miljoenen euro’s) 1999
1998
1997
29.062
25.634
20.795
20.375
18.436
14.501
8.687
7.198
6.294
357
348
286
Provisiebaten Provisielasten
4.947
3.819
3.185
492
431
339
Provisie
4.455
3.388
2.846
1.374
1.153
1.105
654
451
254
6.840
5.340
4.491
15.527
12.538
10.785
5.768
4.656
3.926
4.041
3.381
2.982
9.809
8.037
6.908
800
667
542
10.609
8.704
7.450
653
941
547
– 20
– 101
179
35
97
– 17
11.277
9.641
8.159
Bedrijfsresultaat voor belastingen
4.250
2.897
2.626
Belastingen
1.320
908
754
2.930
1.989
1.872
360
161
124
2.570
1.828
1.748
1,72
1,23
1,20
1,71
1,22
1,19
0,80
0,58
0,54
Baten Rentebaten Rentelasten Rente
26
Opbrengsten uit effecten en deelnemingen
27
28
Resultaat uit financiële transacties Overige baten 30
29
Overig inkomen
Totaal baten
39
Lasten Personeelskosten 31 Andere beheerskosten
32
Personeels- en andere beheerskosten Afschrijvingen 33 Bedrijfslasten Waardeveranderingen van vorderingen 34 Vrijval van/toevoeging aan fonds voor algemene bankrisico’s 35 Waardeveranderingen van financiële vaste activa
36
Totaal lasten
37
Groepswinst na belastingen Belang van derden
38
Nettowinst Winst per gewoon aandeel Winst per gewoon aandeel na volledige verwatering Dividend per gewoon aandeel De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de Toelichting.
63
Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 1999 (in miljoenen euro’s)
Groepswinst Afschrijvingen Waardeveranderingen van vorderingen en vrijval van/ toevoeging aan fonds voor algemene bankrisico’s Toename/afname in voorzieningen Toename/afname te ontvangen interest Toename/afname te betalen interest Toename/afname belasting over de winst Overige overlopende posten Overheidspapier en effecten, handel Overige effecten Bankiers, niet terstond opeisbaar Kredieten Professionele effectentransacties (onder kredieten) Toevertrouwde middelen Professionele effectentransacties (onder toevertrouwde middelen) Schuldbewijzen, exclusief obligaties Overige activa en schulden Netto kasstroom uit operationele/bancaire activiteiten Investeringen in beleggingsportefeuilles Verkopen en aflossingen uit beleggingsportefeuilles
1999
1998
1997
2.930
1.989
1.872
800
667
542
633
839
726
516
– 171
76
– 1.878
36
– 1.848
1.356
1.058
1.540
274
131
– 75
200
2.279
663
13.423
– 21.980
– 10.681 – 13.523
9.865
– 4.593
– 13.288
11.936
13.703
– 18.907
– 15.924
– 10.868
– 1.441
– 4.937
– 22.210
13.984
12.563
16.385
– 5.274
6.563
19.439
5.524
– 2.121
2.504
– 3.155
20.745
14.880
5.562
9.080
13.125
– 56.164
– 62.582
– 53.304
49.821
56.103
42.615
Saldo Investeringen in deelnemingen Verkopen van deelnemingen
– 6.343
– 6.479
– 10.689
– 1.355
– 1.182
– 2.008
64
313
1.266
Saldo Investeringen in onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Desinvesteringen
– 1.291
– 869
– 742
– 1.502
– 1.245
– 1.025
293
173
171
Saldo
– 1.209
– 1.072
– 854
Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten
– 8.843
– 8.420
– 12.285
1.198
1.049
1.310
1.536
420
1.674
Uitbreiding groepsvermogen Aflossing preferente aandelen Opname achtergestelde leningen Aflossingen achtergestelde leningen Opname obligatieleningen en notes Aflossingen obligatieleningen en notes Betaald contant dividend
– 234 – 350
– 348
– 136
8.851
1.401
3.831
– 2.826
– 2.560
– 2.621
– 974
– 439
– 428
Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten
7.435
– 477
3.396
Kasstroom
4.154
183
4.236
Zie Toelichting noot 41.
64
Mutatieoverzicht eigen vermogen over 1999 (in miljoenen euro’s)
1999
1998
1997
818
800
778
1
2
2
1
1
5
12
15
15
Eindstand
832
818
800
Preferente aandelen Stand ongewijzigd
823
823
823
Gewone aandelen Beginstand Uitoefening rechten uit opties en warrants Conversie van converteerbare preferente aandelen Stockdividenden
Converteerbare preferente aandelen Beginstand Conversie Eindstand Agioreserve gewone aandelen Beginstand Uitoefening rechten uit opties en conversie Conversie van converteerbare preferente aandelen Stockdividenden Eindstand
4
5
9
–1
–1
–4
3
4
5
2.409
2.367
2.297
38
46
27
8
11
58
– 12
– 15
– 15
2.443
2.409
2.367
Agioreserve converteerbare preferente aandelen Beginstand Conversie
45
55
106
–8
– 10
– 51
Eindstand
37
45
55
6.988
7.759
7.589
1.320
922
904
520
617
486
– 814
– 2.275
– 1.228
– 32
– 35
8
7.982
6.988
7.759
Herwaarderingsreserves Beginstand Herwaarderingen
314
289
301
6
25
– 12
Eindstand
320
314
289
Reserve koersverschillen Beginstand Valutaomrekeningsverschillen
– 639
– 317
– 413
215
– 322
96
Eindstand
– 424
– 639
– 317
Ingekochte eigen aandelen Beginstand Afname/toename
– 39
– 51
– 156
10
12
105
Eindstand
– 29
– 39
– 51
11.987
10.723
11.730
Algemene reserve en wettelijke reserve Beginstand Winstinhouding Stockdividenden Goodwill Overige Eindstand
Totaal eigen vermogen
65
Toelichting op de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening (alle bedragen zijn opgenomen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven)
1 Kasmiddelen Hieronder worden opgenomen de wettige betaalmiddelen en de direct opeisbare tegoeden bij de centrale banken in de landen waar de bank gevestigd is.
2 Kortlopend overheidspapier Hieronder worden opgenomen de door overheden uitgegeven waardepapieren, zoals schatkistpapier, voor zover deze een oorspronkelijke looptijd hebben van twee jaar of korter en herfinancierbaar zijn bij een centrale bank.
3 Bankiers (uitgezette gelden) Hieronder worden opgenomen de vorderingen, inclusief die uit hoofde van professionele effectentransacties, op kredietinstellingen, centrale banken en multilaterale ontwikkelingsbanken voor zover niet begrepen onder kasmiddelen. Vorderingen in de vorm van waardepapieren worden opgenomen onder rentedragende waardepapieren of aandelen.
4 Kredieten en kredietrisico Hieronder worden opgenomen de vorderingen uit kredietverlening, inclusief die uit hoofde van professionele effectentransacties, voor zover niet begrepen onder bankiers. Vorderingen in de vorm van waardepapieren worden opgenomen onder rentedragende waardepapieren of aandelen. Door het verlenen van faciliteiten en door uitzettingen ontstaat kredietrisico, zijnde het risico dat de vordering niet wordt terugbetaald. Dit heeft vooral betrekking op de balansposten bankiers, kredieten en rentedragende waardepapieren alsmede op de posten buiten de balans. Concentratie van kredietrisico kan tot gevolg hebben dat, indien door een wijziging in de economische omstandigheden een bedrijfstak of land wordt getroffen, de bank een materieel verlies lijdt. ◆
Kredieten per sector
1999
Overheid Zakelijk Particulier Professionele effectentransacties Voorzieningen voor debiteuren en landenrisico’s Kredieten
66
1998
12.097
7.334
130.003
110.757
81.679
72.739
40.742
34.058
– 4.798
– 4.376
259.723
220.512
◆ Zakelijke zekerheden voor kredieten aan private sector Ten behoeve van de kredietverlening worden in vele gevallen zakelijke zekerheden bedongen. In onderstaande tabel wordt de onderverdeling naar soort weergegeven. Kredieten waarvoor is afgesproken dat de bank de zekerheden kan verkrijgen, zijn opgenomen onder blanco kredieten.
1999
Zakelijk Garantie van overheden Hypothecaire dekking Effectendekking Garantie van andere kredietinstellingen Overige zekerheden en blanco kredieten Totaal zakelijk Particulier Garantie van overheden Hypothecaire dekking Overige zekerheden en blanco kredieten Totaal particulier
◆
1998
6.109
5.474
18.974
15.584
2.337
2.699
3.114
3.093
99.469
83.907
130.003
110.757
3.628
3.596
58.082
50.523
19.969
18.620
81.679
72.739
1999
1998
Zakelijke kredieten naar bedrijfstak
Landbouw, mijnbouw en energie Industrie Bouw en onroerend goed Handel Transport en communicatie Financiële dienstverlening Overige zakelijke dienstverlening Onderwijs, zorg- en overige diensten Totaal zakelijk
10.718
8.957
30.948
26.649
15.067
12.624
19.257
17.536
10.451
9.568
17.639
16.348
12.290
8.477
13.633
10.598
130.003
110.757
67
◆
Verloop debiteurenvoorzieningen
Beginstand Valutaomrekeningsverschillen en overige mutaties Afboekingen Ontvangen na afboeking
Toevoeging ten laste van interest Toevoeging ten laste van waardeveranderingen van vorderingen Vrijval ten gunste van waardeveranderingen van vorderingen Netto toename Eindstand
1999
1998
1997
4.116
2.894
2.402
178
957
233
–771
– 527
– 465
119
77
54
3.642
3.401
2.224
138
77
75
1.085
1.073
870
– 407
– 435
– 275
678
638
595
4.458
4.116
2.894
◆ Landenrisico Kredieten en andere uitzettingen zijn veelal niet beperkt tot het land van vestiging, maar worden ook verstrekt aan banken, overheden en andere klanten daarbuiten, veelal in een andere valuta. Het totaal van deze cross border uitzettingen is zeer omvangrijk, maar heeft vooral betrekking op OESO landen. Een verhoogd risico inzake dergelijke uitzettingen ontstaat indien en voor zover in landen door overheidsmaatregelen of extreme economische omstandigheden betaling van interest en hoofdsommen wordt belemmerd. Hiervoor worden aanvullend waardecorrecties voor landenrisico’s toegepast. In de volgende tabel wordt een overzicht gegeven van het netto obligo uit hoofde van landenrisico’s en voorzieningen. Het netto obligo betreft alle vorderingen op debiteuren in een land met een verhoogd risico voor zover niet luidend in de valuta van het desbetreffende land verminderd met posten waarvoor het risico is overgenomen door derden (onder andere door middel van garanties) alsmede posten waarvan het risico op basis van ervaring uit het verleden als gering wordt aangemerkt (kortlopende handelsfinancieringen en pre-export financieringen), alsmede met posten die deel uitmaken van onze handelsportefeuilles. Op basis van het netto obligo en een per land specifiek bepaald percentage wordt de voorziening voor landenrisico’s berekend. Vervolgens wordt voor de bepaling van de feitelijke voorziening voor landenrisico’s nog rekening gehouden met eventueel reeds getroffen specifieke debiteurenvoorzieningen en de actuele waarde van in het kader van herstructureringsprogramma’s ontvangen zekerheden in de vorm van renteloos Amerikaans schatkistpapier.
68
◆
Specificatie obligo’s op landen met een verhoogd risico en voorzieningen per 31 december 1999
Midden- en Oost-Europa Latijns America en het Caraïbisch gebied Azië / Pacific Overige landen Totaal
◆
Netto obligo
Voorziening
224
182
936
231
146
86
36
34
1.342
533
1999
1998
1997
494
410
418
74
– 23
47
– 25
303
– 48
– 10
– 196
–7
533
494
410
Verloop voorzieningen landenrisico’s
Beginstand Valutaomrekeningsverschillen Waardeveranderingen van vorderingen Overige mutaties Eindstand
De voorziening voor landenrisico’s is als waardecorrectie in mindering gebracht op kredieten, bankiers respectievelijk rentedragende waardepapieren. ◆ Overig Onder kredieten zijn achtergestelde vorderingen begrepen tot een bedrag van EUR 57 miljoen (vorig jaar EUR 90 miljoen). Onder kredieten is begrepen een bedrag inzake leasingactiviteiten van EUR 10.910 miljoen (vorig jaar EUR 8.713 miljoen).
69
5 Effecten In de balansposten kortlopend overheidspapier, rentedragende waardepapieren en aandelen zijn begrepen de beleggingsportefeuilles en de handelsportefeuilles, de in waardepapieren belichaamde vorderingen zoals schatkistpapier en commercial paper, alsmede participaties. Rentedragende waardepapieren behorend tot een beleggingsportefeuille, voornamelijk obligaties van centrale overheden, dienen onder andere als liquiditeitsbuffer. Door middel van een actief beheer wordt gestreefd een zo goed mogelijk rendement te verkrijgen. Aandelenpakketten, welke duurzaam worden gehouden, zijn eveneens in de beleggingsportefeuilles opgenomen. Van de genoemde balansposten is de samenstelling als volgt:
Beleggingsportefeuilles Handelsportefeuilles Kortlopend overheidspapier Andere waardepapieren van banken Andere waardepapieren met karakter van kredietverlening Opties Participaties Totaal effecten
1999
1998
62.679
51.745
39.428
49.114
3.114
2.172
4.873
15.396
4.631
4.101
3.913
4.013
1.310
516
119.948
127.057
waarvan:
Ter beurze genoteerd
Niet ter beurze genoteerd
1999
1998
1999
1998
Waardepapieren overheden Overige waardepapieren Aandelen
43.579
42.877
11.271
19.160
16.109
13.343
31.999
38.407
15.542
12.367
1.448
903
Totaal effecten
75.230
68.587
44.718
58.470
70
Ter beurze genoteerde effecten betreffen effecten die op enige effectenbeurs worden verhandeld. Voor een deel van de in de portefeuilles opgenomen effecten berust het juridisch eigendom bij derden. Dit betreft tijdelijk verkochte effecten met terugkoopverplichting (EUR 8.163 miljoen, vorig jaar EUR 14.433 miljoen) en in verbruikleen gegeven effecten (EUR 9.213 miljoen, vorig jaar EUR 3.080 miljoen). Daarnaast heeft ABN AMRO tot een bedrag van EUR 7.075 miljoen (vorig jaar EUR 11.574 miljoen) effecten in verbruikleen ontvangen. Deze effecten zijn niet in de balans opgenomen. Onder rentedragende waardepapieren zijn posten met een achtergesteld karakter begrepen van EUR 32 miljoen (vorig jaar EUR 54 miljoen), alsmede niet-achtergestelde rentedragende waardepapieren, uitgegeven ten laste van groepsmaatschappijen tot een bedrag van EUR 1.028 miljoen (vorig jaar EUR 855 miljoen). In het kader van de uitoefening van het effectenbedrijf wordt in eigen aandelen gehandeld. Tevens zijn in verband met verstrekte optierechten aan het personeel en ter dekking van met cliënten ingenomen posities via de beurs aandelen ingekocht. Per balansdatum hadden groepsmaatschappijen 2,6 miljoen gewone aandelen ABN AMRO Holding N.V. voor eigen rekening in portefeuille. Het hiermee corresponderende bedrag van EUR 29 miljoen is in mindering gebracht op de reserves. In 2000 zal van de post rentedragende waardepapieren op grond van de aflossingsschema’s EUR 15.989 miljoen vervallen. ◆ Beleggingsportefeuilles Het onderstaande overzicht toont de boekwaarde alsmede de reële waarde van de beleggingsportefeuilles van ABN AMRO. De reële waarde is gebaseerd op de genoteerde koersen voor effecten waarin handel plaatsvindt, en op de geschatte marktwaarde voor effecten waarin geen handel plaatsvindt.
1999 Boek-
1998 Reële
Boek-
(Dis)agio
waarde
waarde
(Dis)agio
waarde
4.770
6.546
waarde
Reële
Nederlandse Staat Amerikaans schatkistpapier en overheid Overige OESO staten Mortgage-backed securities Overige rentedragende waardepapieren
234
4.812
5.974
188
7.454
-123
7.137
7.014
117
7.269
18.112
560
18.396
14.670
181
15.772
17.900
-66
17.284
13.228
32
13.315
9.628
31
9.847
7.688
-122
8.092
Totaal rentedragende waardepapieren en kortlopend overheidspapier Aandelen
57.864
636
57.476
48.574
396
50.994
4.815
4.815
3.171
3.171
Totaal beleggingsportefeuilles
62.679
62.291
51.745
54.165
71
Verloop van de boekwaarde van beleggingsportefeuilles in 1999:
Rente-
Beginstand beleggingsportefeuille bankbedrijf Mutaties: ◆ Aankopen ◆ Verkopen ◆ Aflossingen ◆ Herwaarderingen ◆ Valutaomrekeningsverschillen ◆ Overige
dragend
Aandelen
46.235
582
53.474
1.616
– 32.044
– 1.255
– 16.522 17 4.086
14
– 47
522
Eindstand beleggingsportefeuille bankbedrijf Eindstand beleggingsportefeuille verzekeringsbedrijf
55.182
1.496
2.682
3.319
Totaal beleggingsportefeuilles
57.864
4.815
Cumulatief bedrag herwaarderingen Cumulatief bedrag waardeverminderingen
29 114
Agio’s en disagio’s betreffende de beleggingsportefeuilles worden geamortiseerd; de verkrijgingsprijs van de beleggingsportefeuilles ligt met inbegrip van de nog te amortiseren bedragen uit ruiltransacties EUR 172 miljoen beneden de aflossingswaarde. ◆ Handelsportefeuilles In de onderstaande tabel wordt de samenstelling van de handelsportefeuilles nader gespecificeerd.
Nederlandse Staat Amerikaans schatkistpapier en overheid Overige OESO staten Overige rentedragende waardepapieren
1999
1998
947
3.096
4.147
5.542
17.420
26.480
9.962
8.745
Totaal rentedragende waardepapieren Aandelen
32.476
43.863
6.952
5.251
Totaal handelsportefeuilles
39.428
49.114
72
◆ Overige effecten In de onderstaande tabel wordt de boekwaarde alsmede de reële waarde van de overige effecten nader gespecificeerd.
1999
1998
Boek-
Reële
Boek-
Reële
waarde
waarde
waarde
waarde
3.114
3.139
2.172
2.181
4.873
4.873
15.396
15.392
4.631
4.535
3.781
3.647
Totaal rentedragende waardepapieren Aandelen, opties en participaties
12.618
12.547
21.349
21.220
5.223
5.252
4.849
4.855
Totaal overige effecten
17.841
17.799
26.198
26.075
Kortlopend overheidspapier Andere waardepapieren van banken Andere schuldbewijzen
6 Deelnemingen Hieronder worden de kapitaalbelangen opgenomen, welke duurzaam voor de bedrijfsuitoefening worden aangehouden.
Kredietinstellingen Overige deelnemingen
1999
1998
858
189
1.026
868
Totaal deelnemingen Verloop: Beginstand Mutaties: ◆ Aankopen / uitbreidingen ◆ Verkopen / verminderingen ◆ Herwaarderingen ◆ (De)consolidatie ◆ Overige
1.884
1.057
1.057
963
113
– 16
Eindstand
1.884
1.057
27
31
Cumulatief bedrag herwaarderingen
782
209
– 64
– 193
–4
8 86
De boekwaarde van de deelnemingen, die op een officiële beurs zijn genoteerd, bedroeg EUR 794 miljoen (vorig jaar EUR 167 miljoen).
73
7 Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen
1999
1998
Onroerende zaken voor eigen gebruik Onroerende zaken niet voor eigen gebruik Bedrijfsmiddelen
3.218
2.863
Totaal onroerende zaken en bedrijfsmiddelen
357
320
1.630
1.474
5.205
4.657
Onroerende zaken
Verloop: Beginstand Mutaties: ◆ Aankopen ◆ Verkopen ◆ Herwaarderingen ◆ Afschrijvingen ◆ (De)consolidatie ◆ Overige
Cumulatieve bedragen: Vervangingswaarde Afschrijvingen Eindstand Waarvan herwaardering
Eigen
Niet eigen
Bedrijfs-
Totaal
gebruik
gebruik
middelen
4.657
2.863
320
1.474
1.502
537
155
810
– 293
– 81
– 137
– 75
– 10
– 603
– 13
– 13
– 800
– 187
17
17
135
82
29
24
548
355
37
156
7.581
4.263
369
2.949
– 2.376
– 1.045
– 12
– 1.319
5.205
3.218
357
1.630
172
169
3
Van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen berust tot een bedrag van EUR 75 miljoen (vorig jaar EUR 121 miljoen) het juridisch eigendom bij derden.
8 Overige activa en overige schulden Onder overige activa en overige schulden worden die bedragen opgenomen, die niet overlopend zijn of niet onder andere balansposten gerubriceerd kunnen worden, zoals latente belastingvorderingen (1999: EUR 972 miljoen), servicing-rechten, edele metalen en andere goederen, saldi van nog te verrekenen posten in het betalingsverkeer, alsmede de te vorderen of te betalen belastingen, de baisseposities effecten en de marktwaarde van rente- en valutacontracten inzake handelsactiviteiten.
74
9 Overlopende activa en overlopende passiva Onder overlopende activa en overlopende passiva worden baten en lasten gerubriceerd, die zijn toegerekend aan de verslagperiode, maar waarvan de feitelijke ontvangst of betaling valt in een andere periode. Daarnaast wordt onder deze balansposten opgenomen het saldo van alle verschillen tussen de contractkoers en de contante koers van valutacontracten, welke zijn afgesloten ter dekking van het valutarisico.
10 Bankiers (opgenomen gelden) Hieronder worden opgenomen de schulden, inclusief die uit hoofde van professionele effectentransacties, aan kredietinstellingen, centrale banken en multilaterale ontwikkelingsbanken.
11 Toevertrouwde middelen Hieronder worden opgenomen de door klanten toevertrouwde middelen, zoals rekening-courantverhoudingen, spaargelden en deposito’s, alsmede de schulden uit hoofde van professionele effectentransacties en niet-achtergestelde onderhandse leningen.
1999
1998
Spaargelden Deposito’s zaken Professionele effectentransacties Overige creditsaldi
71.729
61.785
65.931
60.938
29.756
31.028
62.576
51.803
Totaal toevertrouwde middelen
229.992
205.554
12 Schuldbewijzen Hieronder worden opgenomen obligaties en andere verhandelbare rentedragende waardepapieren, voor zover niet achtergesteld.
1999
1998
Obligatieleningen en notes Kas- en spaarbiljetten, spaar- en bankbrieven Certificates of deposit en commercial paper
17.277
11.125
7.795
7.660
29.156
19.162
Totaal schuldbewijzen
54.228
37.947
De obligatieleningen zijn vooral opgenomen op de Nederlandse kapitaalmarkt en op de Euromarkt en luiden voornamelijk in guldens en Amerikaanse dollars. Het commercial paper programma wordt vooral gevoerd in de Verenigde Staten en luidt in Amerikaanse dollars. De overige schuldbewijzen zijn instrumenten voor de markten waarop ABN AMRO werkzaam is en luiden veelal in de lokale valuta. Van de schuldbewijzen ultimo 1999 luidde EUR 17.056 miljoen in guldens en EUR 26.615 miljoen in Amerikaanse dollars.
75
De schuldbewijzen per 31 december 1999 bestonden voor een bedrag van EUR 700 miljoen uit verplichtingen met variabele rente. Daarnaast waren ultimo 1999 schuldbewijzen tot een bedrag van EUR 1.419 miljoen geconverteerd in variabel rentende verplichtingen door middel van derivatencontracten die in het kader van het balansbeheer werden afgesloten. Gecorrigeerd voor ultimo 1999 uitstaande derivatencontracten in het kader van het balansbeheer, bedroeg het gemiddelde rentepercentage van de obligatieleningen en notes 6,6%. ◆
Overzicht resterende looptijden schuldbewijzen
1999
1998
Korter dan één jaar Van één tot twee jaar Van twee tot drie jaar Van drie tot vier jaar Van vier tot vijf jaar Langer dan vijf jaar
31.370
21.648
3.994
4.210
2.192
2.545
1.443
1.585
1.821
1.558
13.408
6.401
Totaal schuldbewijzen
54.228
37.947
1999
1998
1.008
701
178
64
13 Voorzieningen
Voorziening voor latente belastingverplichtingen Voorziening voor pensioenverplichtingen Voorzieningen voor uitkeringen aan niet-actieve medewerkers Verzekeringstechnische voorzieningen Overige voorzieningen Totaal voorzieningen
165
226
8.539
6.012
816
719
10.706
7.722
De voorziening voor latente belastingverplichtingen heeft betrekking op belastingverplichtingen, die in de toekomst ontstaan als gevolg van het verschil tussen de boekwaarde en de fiscale waardering van bepaalde activa of passiva. De nominale waarde van de voorziening voor latente belastingverplichtingen bedroeg ultimo 1999 EUR 1.124 miljoen.
76
In onderstaand overzicht worden de latente belastingverplichtingen en -vorderingen gespecificeerd.
Latente belastingverplichtingen Gebouwen Pensioenen en andere uitgangsregelingen Derivaten Leasing en soortgelijke financiële overeenkomsten Servicingrechten Overige
1999
1998
154
152
173
171
160
97
326
181
247
152
206
176
1.266
929
300
205
255
152
404
389
412
547
Latente belastingvorderingen voor waarderingscorrecties Af: waarderingscorrecties
1.371
1.293
141
287
Latente belastingvorderingen na waarderingscorrecties
1.230
1.006
Totaal Latente belastingvorderingen Debiteurenvoorzieningen Beleggingsportefeuilles Verrekenbare verliezen buitenlandse vestigingen Overige
In de balans zijn de latente belastingvorderingen, voor zover deze verrekenbaar zijn, gesaldeerd met de voorziening voor latente belastingverplichtingen. De voorzieningen voor uitkeringen aan niet-actieve medewerkers zijn gevormd voor onder meer de vervroegde uittreding, ingegane uitkeringen wegens volledige arbeidsongeschiktheid en de bijdragen aan ziektekosten. Onder de verzekeringstechnische voorzieningen zijn opgenomen de wiskundige reserves en de premie- en schadereserves van de tot de groep behorende verzekeringsmaatschappijen. In het algemeen zijn de voorzieningen naar hun aard langlopend.
77
14 Fonds voor algemene bankrisico’s Het fonds voor algemene bankrisico’s heeft betrekking op het algemene risico uit hoofde van kredietverlening en de uitoefening van het overige bankbedrijf. Het fonds is na aftrek van belastingen en maakt deel uit van het kernvermogen; het wordt gedeeltelijk aangehouden in andere valuta dan de euro.
Beginstand Mutaties: Vrijval ten gunste van resultaat Belasting over toevoeging
Consolidatie Valutaomrekeningsverschillen Overige
1999
1998
1.140
1.127
– 20
– 101
7
35
– 13
– 66
98
– 36
7
– 11
1.232
1.140
126
Eindstand
15 Achtergestelde schulden Onder dit hoofd worden opgenomen de achtergestelde obligaties en leningen die in het kader van de geconsolideerde solvabiliteitstoetsing door de Nederlandsche Bank in aanmerking genomen worden. Dit betreft zowel schulden die achtergesteld zijn bij alle andere tegenwoordige en toekomstige verplichtingen van ABN AMRO Holding N.V. als ook schulden opgenomen door geconsolideerde deelnemingen, waarvan EUR 10.064 miljoen door ABN AMRO Bank N.V. Vervroegde gehele of gedeeltelijke aflossing is in het algemeen niet toegestaan. Het gemiddelde rentepercentage van de achtergestelde schulden bedroeg 7,0%. ◆
Overzicht resterende looptijden achtergestelde leningen
Korter dan één jaar Van één tot twee jaar Van twee tot drie jaar Van drie tot vier jaar Van vier tot vijf jaar Langer dan vijf jaar Totaal achtergestelde schulden
1999
1998
261
276
1.423
261
681
1.298
172
607
459
164
7.721
6.374
10.717
8.980
Van de achtergestelde schulden ultimo 1999 luidde EUR 5.003 miljoen in euro’s en EUR 5.494 miljoen in Amerikaanse dollars; een bedrag van EUR 37 miljoen bestond uit verplichtingen met variabele rente.
78
16 Eigen vermogen
Kapitaal Reserves
Ingekochte eigen aandelen Totaal eigen vermogen
1999
1998
1997
1.658
1.645
1.628
10.358
9.117
10.153
12.016
10.762
11.781
– 29
– 39
– 51
11.987
10.723
11.730
Voor een specificatie van de mutaties in het eigen vermogen wordt verwezen naar het mutatieoverzicht eigen vermogen. ◆ Aandelenkapitaal Het maatschappelijk kapitaal van ABN AMRO Holding N.V. bedraagt nominaal ƒ 10.500.000.005 en bestaat uit één prioriteitsaandeel, vier miljard gewone aandelen, een miljard preferente aandelen en honderd miljoen preferente in gewone aandelen converteerbare aandelen, waarvan ieder aandeel kan worden omgewisseld in vier gewone aandelen.
Het geplaatst en gestort kapitaal is samengesteld uit de volgende aandelen (in aantallen):
Prioriteitsaandeel (nominaal ƒ 5,–) Gewone aandelen (nominaal ƒ 1,25) Preferente aandelen (nominaal ƒ 5,–) Preferente in gewone aandelen converteerbare aandelen (nominaal ƒ 5,–)
1 1.468.159.769 362.503.010 1.420.089
Per 31 december 1999 zijn 2.645.946 gewone aandelen ingekocht in het kader van verstrekte optierechten. De preferente aandelen zijn uitgegeven op naam; het dividend is vastgesteld op 9,5% van de nominale waarde en zal conform de statutaire bepalingen per 1 januari 2001 worden herzien. Het dividend van de preferente in gewone aandelen converteerbare aandelen is tot en met het boekjaar 2003 vastgesteld op EUR 1,72 (afgerond) per aandeel per jaar. De houders van converteerbare aandelen kunnen tot en met 31 oktober 2003 hun aandelen converteren in 5,7 miljoen gewone aandelen tegen bijbetaling van EUR 0,79 (afgerond) per gewoon aandeel. Bij uitoefening van alle rechten neemt het eigen vermogen toe met EUR 668 miljoen.
79
◆
Reserves
1999
1998
1997
Agioreserve Herwaarderingsreserves Wettelijke en statutaire reserves Algemene reserve Reserve koersverschillen
2.480
2.454
2.422
320
314
289
205
172
227
7.777
6.816
7.532
– 424
– 639
– 317
Overige reserves
7.353
6.177
7.215
Totaal reserves
10.358
9.117
10.153
De agioreserve is fiscaal erkend. Van de herwaarderingsreserves is door verkopen en afschrijvingen van gebouwen EUR 118 miljoen als gerealiseerd te beschouwen. Ten aanzien van het slotdividend is rekening gehouden met de verwachte keuze door de aandeelhouders voor stockdividend. ◆ Personeelsopties Naast leden van de Raad van Bestuur en het overige hoger kader wordt ook aan andere voornamelijk in Nederland werkzame medewerkers van ABN AMRO periodiek de gelegenheid geboden aandelenopties te verkrijgen waarbij de waarde gerelateerd is aan de uitoefenprijs van de opties. De uitoefenprijs van de uitgegeven personeelsopties is gelijk aan het gemiddelde van de hoogste en laagste notering van het gewone aandeel op de AEX-Effectenbeurs op de dag waarop de optierechten worden verleend. De opties hebben een maximale looptijd van vijf jaar gerekend vanaf de datum van verlening. Vanaf 1998 kunnen de aan de leden van de Raad van Bestuur verleende opties en het grootste deel van de aan de andere medewerkers verleende opties niet meer gedurende de eerste drie jaar uitgeoefend worden. Voor het hoger kader en andere daartoe aangewezen personen zijn open perioden voor de uitoefening vastgesteld. Buiten deze perioden is voor deze groep van medewerkers uitoefening niet toegestaan, uitgezonderd en onder bepaalde voorwaarden op de expiratiedatum en de daaraan voorafgaande vijf werkdagen. In 1999 maakten circa 19.000 medewerkers gebruik van de mogelijkheid aandelenopties te verkrijgen. Ultimo 1999 hadden circa 25.000 werknemers aandelenopties in hun bezit. De uitoefeningen in 1997, 1998 en 1999 hadden een prijs tussen EUR 4,96 en EUR 24,32.
80
Indien de ultimo 1999 uitstaande rechten worden uitgeoefend, neemt het aantal gewone aandelen toe met 34,3 miljoen (zie onderstaand overzicht) en het eigen vermogen met EUR 663 miljoen.
Uitoefenperiode tot en met
2000 2001 2002 2003 2004 Totaal
Personeels-
Gemiddelde
Bandbreedte
opties
uitoefenprijs
uitoefenprijs
(in duizenden)
(in euro’s)
(in euro’s)
905
7,19
6,67- 8,21
2.827
10,93
10,02-12,75
7.557
16,58
15,38-18,60
15.096
22,55
17,28-23,52
7.921
20,19
18,10-24,32
34.306
19,33
6,67-24,32
Personeels-
Gemiddelde
Personeels-
Gemiddelde
1999
Verloop: Beginstand Aan Raad van Bestuur verleende opties Overige verleende opties Uitgeoefende opties Afgelopen opties Eindstand
1998
opties
uitoefenprijs
opties
uitoefenprijs
(in duizenden)
(in euro’s)
(in duizenden)
(in euro’s)
28.103
17,99
19.385
13,83 21,03
322
18,13
322
9.726
20,58
12.819
22,70
– 3.818
12,62
– 4.419
13,61
– 27
8,66
–4
10,89
34.306
19,33
28.103
17,99
De levering van de in 1999 uitgeoefende opties vond plaats door middel van 891.000 op het moment van toekenning ingekochte aandelen en 2.927.000 op het moment van uitoefening uitgegeven aandelen.
17 Belang van derden Hieronder is opgenomen het aandeel van derden in het vermogen van dochtermaatschappijen en overige groepsmaatschappijen, alsmede de door dochtermaatschappijen in de Verenigde Staten aan derden uitgegeven preferente aandelen. Het recht op terugbetaling van deze preferente aandelen berust in alle gevallen bij de uitgevende instelling en vereist tevens de instemming van de toezichthouders. Voor preferente aandelen waarbij geen sprake is van een vast dividend zal, indien geen gebruik gemaakt wordt van het recht van terugbetaling, een opwaartse aanpassing van het dividend (step-up) plaatsvinden. De Trust preferred shares zijn wat betreft de dividend- en liquidatierechten vergelijkbaar met door ABN AMRO Holding N.V. zelf uitgegeven preferente aandelen.
81
Cumulatief preferente aandelen Niet-cumulatief preferente aandelen ◆ Trust preferred shares met vast dividend ◆ Overige aandelen met vast dividend ◆ Overige aandelen met dividendherziening Overige belangen van derden
1999
1998
1997
109
94
101
2.488
1.070
547
471
504
1.209
1.040
1.113
592
855
336
4.945
3.530
2.054
1999
1998
1997
Beginstand Valutaomrekeningsverschillen Uitgifte van preferente aandelen Aflossing van preferente aandelen Overige mutaties
3.530
2.054
955
Eindstand
Totaal
556
– 195
191
1.180
1.133
1.025
– 321
538
117
4.945
3.530
2.054
– 234
18 Solvabiliteit De door de Nederlandsche Bank gestelde normen voor de belangrijkste vermogensratio’s zijn afgeleid van de solvabiliteitsrichtlijnen van de Europese Unie en het Bazels Comité voor het Bankentoezicht. Deze ratio’s vergelijken het totale vermogen en het kernvermogen van de bank met het totaal van de naar risicocategorie gewogen activa en buitenbalansposten en het marktrisico van de handelsportefeuilles. De minimaal vereiste percentages voor totaal vermogen en kernvermogen bedragen 8% respectievelijk 4% van de naar risico gewogen activa. De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aanwezige vermogen en het volgens de normen van de toezichthouder minimaal vereiste vermogen.
1999
1998
Minimaal vereist
Totaal vermogen Ratio totaal vermogen Kernvermogen Ratio kernvermogen
82
Minimaal Aanwezig
vereist
Aanwezig
19.710
26.764
17.262
22.612
8,0%
10,86%
8,0%
10,48%
9.855
17.735
8.631
14.985
4,0%
7,20%
4,0%
6,94%
19 Verhoudingen met deelnemingen De vorderingen op en schulden aan deelnemingen, zoals opgenomen onder de diverse balansposten, bedroegen:
1999
Bankiers (uitgezette gelden) Kredieten Bankiers (opgenomen gelden) Toevertrouwde middelen
1998
17
74
194
240
84
318
16
65
20 Looptijden Tegenover de op korte termijn opeisbare schulden staan in het algemeen liquide middelen, op vergelijkbare termijnen in liquide middelen om te zetten activa, dan wel uitzettingen die passen in het renterisico beleid. De balans is reeds ingedeeld naar afnemende liquiditeit; voor een aantal balansposten, waarbinnen uiteenlopende resterende looptijden gelden, wordt hieronder een aanvullend overzicht gegeven. In dit overzicht zijn niet opgenomen de liquide activa zoals kasmiddelen en kortlopend overheidspapier en de beleggingsportefeuilles obligaties, welke gezien hun karakter direct in liquide middelen zijn om te zetten. In alle landen, waar ABN AMRO werkzaam is, voldoet de liquiditeit aan de normen van de toezichthoudende instanties. ◆
Looptijdenoverzicht (in miljarden euro’s)
Bankiers (opgenomen gelden) Spaargelden Overige toevertrouwde middelen (inclusief professionele effectentransacties) Schuldbewijzen Achtergestelde schulden Bankiers (uitgezette gelden) Kredieten
Opeisbaar
≤ 3 mnd
3 mnd- ≤1 jr
1 jr- ≤ 5 jr
> 5 jr
9
56
15
1
43
16
8
4
55
79
16
6
2
19
12
10
13
3
8
9
26
11
1
21
85
32
48
83
1
74
21 Valutapositie Van de totale activa en de totale passiva luidt omgerekend EUR 324 miljard respectievelijk EUR 321 miljard in een andere valuta dan de euro; de in de balans begrepen posities zijn in het algemeen door middel van niet in de balans opgenomen valutacontracten afgedekt. De feitelijke valutaposities voortkomend uit de eigen handelsposities zijn beperkt van omvang. De investeringen in buitenlandse vestigingen worden grotendeels met euro’s gefinancierd. Een deel van de hieruit voortvloeiende valutapositie wordt aangehouden als tegenwicht voor de eveneens aan valutakoersschommelingen onderhevige solvabiliteitseis over de risicodragende activa in vreemde valuta. In dit beleid past ook het aantrekken van preferent vermogen en achtergestelde schulden in vreemde valuta.
22 Zakelijke zekerheden In verband met zekerheidstelling ten behoeve van bepaalde passiva en voor buiten de balans opgenomen voorwaardelijke schulden, alsmede in het kader van transacties op de financiële markten, staan bepaalde activa niet ter vrije beschikking. Niet ter vrije beschikking staan van de kasmiddelen EUR 2,9 miljard, van bankiers EUR 0,1 miljard, van effecten EUR 12,4 miljard en van kredieten EUR 6,0 miljard. Ten behoeve van verplichtingen is zekerheid gesteld onder bankiers EUR 11,1 miljard, onder toevertrouwde middelen EUR 6,3 miljard en onder overige schulden EUR 1,0 miljard.
23 Voorwaardelijke schulden
Verplichtingen wegens verstrekte borgtochten en garanties Verplichtingen uit hoofde van onherroepelijke accreditieven Regresverplichtingen uit hoofde van verdisconteerde wissels
84
1999
1998
39.254
31.254
4.243
3.688
64
158
43.561
35.100
24 Derivaten Derivaten zijn financiële instrumenten, waarvan de gecontracteerde bedragen niet in de balans worden opgenomen, omdat sprake is van rechten en verplichtingen uit één overeenkomst, waarvan de prestatie ligt na de balansdatum, dan wel omdat deze uitsluitend fungeren als rekengrootheden. Voorbeelden van derivaten zijn valutatermijntransacties, opties, swaps, futures en forward rate agreements. De onderliggende waarde kan een rente-, valuta-, commodity-, obligatie- of aandelenproduct zijn dan wel een combinatie van deze producten. Transacties in derivaten worden afgesloten als handelsactiviteit (inclusief dienstverlening aan klanten) en ter afdekking van de eigen rente- en valutarisico’s. De in het overzicht weergegeven gecontracteerde bedragen of notional amounts (inclusief looptijdprofiel op basis van resterende looptijd) weerspiegelen de mate waarin ABN AMRO op de desbetreffende (deel)markten actief is. Deze notional amounts geven echter geen indicatie van de omvang van de kasstromen en het aan transacties in derivaten verbonden marktrisico en kredietrisico. Het marktrisico komt voort uit verandering van variabelen die de waarde van derivaten bepalen, zoals rente en koers. Het kredietrisico betreft het mogelijke verlies dat ontstaat wanneer een tegenpartij in gebreke blijft. Dit laatste kan niet los gezien worden van het marktrisico omdat de hoogte van het kredietrisico mede wordt bepaald door feitelijke en verwachte marktbewegingen. Bij de berekening van het kredietrisico in onderstaande tabel is geen rekening gehouden met netting-overeenkomsten of andere zekerheden. ◆
Derivatenoverzicht (in miljarden euro’s)
Notional amounts
Rentecontracten OTC: Swaps Forwards Opties Beurs: Futures Opties Valutacontracten OTC: Swaps Forwards Opties Beurs: Futures Opties Overige contracten OTC: Forwards / Swaps Opties Beurs: Futures Opties Totaal derivaten
≤ 1 jr
>1 jr - ≤ 5 jr
> 5 jr
Totaal
Kredietrisico
177
324
247
748
15
183
14
74
152
95
27
197 47
273
2
122
10
10
34
60
27
121
5
426
21
1
448
8
42
1
43
1
1
1 5
1 28
33
1
1
1
8
8
6
22
1.057
635
328
2.020
85
31
De volgende tabellen gesplitst naar contracten behorend tot de handelsportefeuilles en contracten afgesloten in het kader van het eigen rente- en valutabeleid (hedgeportefeuilles) geven een overzicht van de notional amounts en de (gemiddelde) marktwaardes daarvan, nader onderverdeeld naar de belangrijkste instrumenten. De intercompany transacties tussen hedgeportefeuilles en handelsportefeuilles zijn niet geëlimineerd. ◆
Handelsportefeuilles derivaten 1999
Notional
Rentecontracten Swaps Forwards Gekochte opties Verkochte opties Futures
Valutacontracten Swaps Forwards Gekochte opties Verkochte opties
Negatief
Positief
Negatief
802.712
15.185
13.458
15.438
15.810
195.552
132
134
129
129
142.897
1.909
Overige contracten Gekochte aandelenopties Verkochte aandelenopties Overige aandelen en commoditycontracten Totaal overige contracten
1.759 2.099
1.789
106.011
319
158
1.391.319
17.545
15.849
17.326
17.728
119.733
4.815
4.994
4.266
5.164
445.511
8.142
7.480
7.709
6.275
18.532
458
24.628
Totaal valutacontracten
Gemiddelde marktwaarde
Positief
144.147
Totaal rentecontracten
◆
Marktwaarde
amounts
789 638
608.404
13.415
29.195
1.853
25.038
13.112
398
12.764
11.837
1.874 3.307
3.416
2.954
257
369
21
37
57.187
2.110
3.676
1.895
3.453
Handelsportefeuilles derivaten 1998
Notional
Rentecontracten Valutacontracten Overige contracten
86
Marktwaarde
Gemiddelde marktwaarde
amounts
Positief
Negatief
Positief
Negatief
1.027.538
19.855
17.795
15.221
14.032
691.245
11.593
10.983
12.968
12.215
67.965
7.242
9.062
3.984
4.796
◆
Hedgeportefeuilles derivaten
1999 Notional
Rentecontracten Swaps Forwards Gekochte opties Futures Totaal rentecontracten Valutacontracten Swaps Forwards Gekochte opties Totaal valutacontracten
1998
Marktwaarde
Notional
amounts
Positief
Negatief
amounts
Positief
Negatief
85.688
2.243
1.702
67.636
3.203
2.153
9.720
10
10
7.449
13
13
7.980
130
8.243
186
15.773
69
2
11.223
5
9
119.161
2.452
1.714
94.551
3.407
2.175
8.948
352
184
8.847
261
377
24.871
400
654
22.610
904
871
4.486
32
4.644
12
38.305
784
36.101
1.177
838
◆ Derivaten en solvabiliteitseisen Bij de bepaling van het voor de solvabiliteitstoetsing vereiste vermogen wordt naast het huidige kredietrisico ook rekening gehouden met het toekomstige kredietrisico. Dit gebeurt door het huidige potentiële verlies, de zogenoemde positieve vervangingswaarde op basis van de marktomstandigheden op de balansdatum, te verhogen met een van de aard en de resterende looptijd van het contract afhankelijk percentage van de relevante gecontracteerde bedragen. Op deze manier wordt rekening gehouden met het mogelijk nadelige verloop van de positieve vervangingswaarde gedurende de resterende looptijd van het contract. In onderstaande tabel wordt het totaal zowel ongewogen als gewogen voor het tegenpartijrisico (voornamelijk banken) weergegeven. Hierbij is wel rekening gehouden met de risico- en solvabiliteitsverlagende invloed van netting-overeenkomsten en andere zekerheden.
◆
Kredietequivalent (in miljarden euro’s)
Rentecontracten Valutacontracten Overige contracten
1999
1998
23,8
23,1
26,0
23,3
3,4
6,2
53,2
52,6
Effect van contractuele netting
21,1
20,4
Ongewogen kredietequivalent
32,1
32,2
8,8
8,7
Gewogen kredietequivalent
Marktwaarde
87
1.248
25 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Naast de onder de balans vermelde bedragen zijn niet gekwantificeerde garanties afgegeven ten aanzien van onze effectenbewaarbedrijven, interbancaire organen en instellingen en voor deelnemingen; verder zijn collectieve garantieregelingen op groepsmaatschappijen in verschillende landen van toepassing. Daarnaast is ten behoeve van een aantal groepsmaatschappijen een verklaring van aansprakelijkheidstelling afgegeven. In een aantal jurisdicties zijn procedures aanhangig tegen ABN AMRO. Op grond van informatie die thans beschikbaar is en na raadpleging van de juridische adviseurs, is de Raad van Bestuur van mening dat niet te verwachten valt dat de uitkomst van die procedures een wezenlijk nadelig effect zal hebben op de geconsolideerde financiële positie en het totaal van de activiteiten van ABN AMRO. Voor 2000 worden de investeringen in onroerende zaken en bedrijfsmiddelen geraamd op EUR 1,1 miljard. Tot een bedrag van EUR 250 miljoen zijn hiervoor verplichtingen aangegaan. Alhoewel ABN AMRO een gedeelte van haar kredietportefeuille heeft verkocht, gedeeltelijk door securitisatie al dan niet in combinatie met in verband daarmee afgegeven garanties, berust het juridisch eigendom van deze vorderingen in sommige gevallen bij ABN AMRO. De meeste van deze kredieten worden ook door ABN AMRO beheerd. Daarnaast verzorgt ABN AMRO het beheer van door anderen verstrekte kredieten. Onderstaand worden de desbetreffende bedragen per 31 december 1999 vermeld.
Kredieten verkocht met behoud van juridisch eigendom Kredieten in beheer voor derden Kredieten verkocht met garantie
4.774 65.765 8.721
Uit hoofde van langlopende huur- en leasecontracten zijn per 31 december 1999 de onderstaande verplichtingen aangegaan:
2000 2001 2002 2003 2004 2005 en later
274 157 132 122 110 877
88
26 Rente Hieronder worden opgenomen de rentebaten uit hoofde van de kredietverlening, de uitzettingen en de beleggingen, de rentelasten van de opgenomen en toevertrouwde middelen, alsmede de resultaten uit de rentecontracten en de valutacontracten die ter dekking van het renterisico respectievelijk het valutarisico zijn afgesloten. Tevens zijn onder dit hoofd verantwoord de ontvangen overige vergoedingen verband houdende met kredietverlening. Uit hoofde van rentedragende waardepapieren is een rentebate van EUR 4.746 miljoen (vorig jaar EUR 3.735 miljoen) verantwoord. De rentelast van de achtergestelde schulden bedroeg EUR 695 miljoen (vorig jaar EUR 645 miljoen).
27 Opbrengsten uit effecten en deelnemingen Hieronder wordt voor deelnemingen, waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend, het aandeel in het netto resultaat verwerkt. Bovendien worden hierin opgenomen de ontvangen dividenden uit aandelen en overige deelnemingen, alsmede de verkoopresultaten van de aandelen uit de beleggingsportefeuille en deelnemingen, voor zover die niet als waardeverandering van financiële vaste activa worden aangemerkt.
1999
1998
1997
Opbrengsten uit aandelen en participaties Opbrengsten uit deelnemingen
119
99
88
238
249
198
Totaal opbrengsten uit effecten en deelnemingen
357
348
286
28 Provisie Hieronder worden opgenomen de vergoedingen verkregen uit de dienstverlening in het effectenbedrijf, het binnenlands en het buitenlands betalingsverkeer, het vermogensbeheer, het assurantiebedrijf, het leasebedrijf en de overige dienstverlening. Voor zover bedragen aan derden zijn vergoed worden deze als provisielasten verantwoord.
1999
1998
1997
Effectenbedrijf Betalingsverkeer Vermogensbeheer en trustbedrijf Assurantiebedrijf Garanties Leasebedrijf Overige
1.710
1.437
1.228
1.176
778
682
560
404
325
176
155
136
139
117
112
123
94
77
571
403
286
Totaal provisie
4.455
3.388
2.846
89
29 Resultaat uit financiële transacties Hierin worden begrepen de koersresultaten uit de effecten - en valutahandel, de handel in derivaten alsmede de onder overige begrepen handel in schuldtitels van landen met betalingsproblemen, en de valutaomrekeningsverschillen op het geïnvesteerde vermogen, voor zover niet vastgelegd in materiële vaste activa, van vestigingen in hyperinflatielanden.
Effectenbedrijf Valutabedrijf Derivaten Overige Totaal resultaat uit financiële transacties
1999
1998
1997
417
527
389
499
531
433
371
188
185
87
– 93
98
1.374
1.153
1.105
30 Overige baten Hieronder worden opgenomen de opbrengsten uit projectontwikkeling, de overige opbrengsten uit het leasebedrijf alsmede de resultaten van de tot de groep behorende verzekeringsmaatschappijen. De resultaten van de verzekeringsmaatschappijen betreffen:
Netto premie-inkomen Opbrengst belegde middelen Verzekeringstechnische lasten
Leven
Schade
1.534
429
1.206
42
– 2.643
– 394
97
77
1999
1998
1997
Salarissen (inclusief winstdelingsregelingen e.d.) Pensioenlasten Sociale lasten en overige personeelskosten
4.516
3.605
3.214
140
151
77
1.112
900
635
Totaal personeelskosten Gemiddeld aantal medewerkers (nominaal): Nederland Buitenland
5.768
4.656
3.926
36.976
35.387
33.190
71.713
47.880
39.028
108.689
83.267
72.218
Totaal resultaten verzekeringsmaatschappijen
31 Personeelskosten
Totaal gemiddeld aantal medewerkers (nominaal)
90
32 Andere beheerskosten Deze post omvat de huisvestingskosten, automatiseringskosten, reclame- en advertentiekosten en overige algemene kosten. Voor haar hoofdactiviteiten huurt ABN AMRO ook panden alsmede ruimte in andere gebouwen. De huurcontracten bevatten in het algemeen een verlengingsclausule en voorzien in de betaling van huur en bepaalde andere huisvestingskosten. De totale huursom van alle contracten bedroeg EUR 262 miljoen in 1999, EUR 244 miljoen in 1998 en EUR 227 miljoen in 1997.
33 Afschrijvingen Hierin worden begrepen de afschrijvingen op onroerende zaken en bedrijfsmiddelen.
34 Waardeveranderingen van vorderingen Hieronder worden opgenomen de waardecorrecties voor oninbaarheid van vorderingen.
35 Toevoeging aan het fonds voor algemene bankrisico’s Hieronder wordt de toevoeging aan respectievelijk de vrijval uit het fonds verantwoord. Er wordt gestreefd naar een omvang van het fonds van ongeveer 0,5% van de naar risico gewogen activa.
36 Waardeveranderingen van financiële vaste activa Onder financiële vaste activa worden begrepen de beleggingsportefeuilles obligaties en aandelen en de deelnemingen zonder invloed. Waardeverminderingen in de beleggingsportefeuille obligaties kunnen ontstaan bij een duurzame vermindering van de kwaliteit van een debiteur. Deze waardeverminderingen en de waardeverminderingen beneden de verkrijgingsprijs van aandelen en deelnemingen zonder invloed, alsmede de vrijval van eerdere waardeverminderingen worden in deze post verwerkt. Verkoopresultaten beneden de verkrijgingsprijs worden eveneens als waardevermindering aangemerkt.
37 Belastingen De belastingdruk daalde van 31,3% in 1998 tot 31,1% in 1999.
1999
Nominale belastingdruk Nederland Effect belastingdruk buitenland Effect belastingvrij inkomen in Nederland Overige Effectieve belastingdruk
1998
1997
35,0%
35,0%
35,0%
– 1,3%
– 1,1%
– 1,6%
– 3,1%
– 3,1%
– 4,1%
0,5%
0,5%
– 0,6%
31,1%
31,3%
28,7%
Van de totaal ten laste van de winst gebrachte belastingen ad EUR 1.320 miljoen betreft EUR 279 miljoen latent verschuldigde belastingen (vorig jaar EUR 83 miljoen).
91
38 Belang van derden Hieronder wordt opgenomen het aandeel van derden in het resultaat van dochtermaatschappijen en overige groepsmaatschappijen, alsmede het dividend op de door de dochtermaatschappijen in de Verenigde Staten uitgegeven preferente aandelen.
1999
1998
1997
Dividend preferente aandelen Overig belang van derden
209
123
91
151
38
33
Totaal belang van derden
360
161
124
39 Gegevens per bedrijfsonderdeel ABN AMRO heeft vestigingen en cliënten in een groot aantal landen. Deze vestigingen zijn niet alleen lokaal maar ook internationaal actief. In de onderstaande tabellen worden de gegevens opgesplitst naar de commerciële bedrijfsonderdelen. In dit verband dient onder netto omzet te worden verstaan het totaal van de baten vóór aftrek van rentelasten en provisielasten. De indirecte overheadkosten zijn aan de commerciële bedrijfsonderdelen toegerekend.
Netto omzet
Divisie Nederland Divisie Buitenland: ◆ Europa (buiten Nederland) ◆ Noord-Amerika ◆ Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied ◆ Midden-Oosten en Afrika ◆ Azië/Pacific
Divisie Investment Banking
ABN AMRO Lease Holding Totaal
92
Totaal baten
1999
1998
1997
1999
1998
1997
10.389
9.970
9.018
3.989
3.717
3.325
3.603
3.752
3.120
1.590
1.455
1.229
10.846
9.517
6.893
3.706
3.238
2.721
4.824
2.257
1.293
2.289
1.073
730
336
282
235
139
119
99
2.108
1.624
1.380
915
719
516
21.717
17.432
12.921
8.639
6.604
5.295
3.575
3.428
3.149
2.347
1.779
1.764
35.681
30.830
25.088
14.975
12.100
10.384
713
575
538
552
438
401
36.394
31.405
25.626
15.527
12.538
10.785
Bedrijfsresultaat voor belastingen
Divisie Nederland Divisie Buitenland: ◆ Europa (buiten Nederland) ◆ Noord-Amerika ◆ Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied ◆ Midden-Oosten en Afrika ◆ Azië/Pacific
Divisie Investment Banking ABN AMRO Lease Holding Niet toegerekende resultaten Vrijval / toevoeging Fonds voor algemene bankrisico’s Totaal
Naar risico gewogen balanstotaal
1999
1998
1997
1999
1998
1997
1.369
1.157
1.007
74.901
67.294
65.349
353
339
280
30.478
26.317
26.411
1.129
976
682
74.722
60.183
57.554
576
235
248
12.504
13.673
6.405
– 52
45
28
2.165
1.739
1.238
200
– 20
5
23.196
17.856
17.740
2.206
1.575
1.243
143.065
119.768
109.348
502
246
399
20.473
22.362
28.655
128
121
108
7.935
6.345
5.298
25
– 303
48
20
101
– 179
4.250
2.897
2.626
246.374
215.769
208.650
40 Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen In de onderstaande tabellen worden een aantal financiële gegevens ter zake van leden en oud-leden van de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen vermeld.
Raad van Bestuur
1999
Bezoldiging (in EUR 1.000) Uitstaande ABN AMRO personeelsopties ABN AMRO aandelen in bezit Kredieten (in EUR 1.000)
Raad van Commissarissen
1998
1999
1998
617
616
7.406
7.095
865.343
749.851
41.396
39.343
56.150
53.151
8.837
7.248
8.018
4.931
Van de totale bezoldiging van de Raad van Bestuur heeft EUR 7.020.000 betrekking op salarissen en tantièmes van de zittende leden van de Raad van Bestuur per 31 december 1999. De hoogte van het tantième is afhankelijk van het dividend op de gewone aandelen van ABN AMRO Holding N.V. en bedraagt voor nieuwe leden in het eerste jaar 50% van het normale tantième. Verder zijn salaris en tantième gelijk voor alle leden, met uitzondering van de voorzitter die circa 14% meer verdient. Naast bovengenoemde bezoldiging worden als onderdeel van het totale beloningspakket van de leden van de Raad van Bestuur opties op het ABN AMRO aandeel toegekend. In onderstaand overzicht treft u een overzicht aan met informatie over deze opties zowel voor de totale Raad van Bestuur als per individueel lid. De voorwaarden waaronder de opties zijn verstrekt, worden beschreven in de toelichting bij punt 16. Leden van de Raad van Commissarissen krijgen geen beloning in de vorm van aandelen of opties op aandelen ABN AMRO. 93
1999
1998
Opties Raad
Gemiddelde
Opties Raad
Gemiddelde
van Bestuur
uitoefenprijs
van Bestuur
uitoefenprijs
(in euro’s)
Verloop: Beginstand Verleende opties Uitgeoefende opties Mutatie voormalige en/of nieuw benoemde leden 1 Eindstand
749.851
15,62
719.160
11,35
322.492
18,13
322.145
21,03
– 115.000
7,95
– 131.454
8,35
– 92.000
18,18
– 160.000
13,32
17,30
749.851
15,62
865.343
Gemiddelde
Gemiddelde
uitoefenprijs
(in euro’s)
Gemiddelde
uitoefenprijs
Beginstand
(in euro’s)
Verleend
(in euro’s)
P.J. Kalff 81.033 M.J. Drabbe † 1 155.000 R.W.J. Groenink 70.429 R.W.F. van Tets 201.927 J.M. de Jong 80.429 W.G. Jiskoot 81.033 R.G.C. van den Brink 80.000 T. de Swaan J.Ch.L. Kuiper 1
18,21
40.356
18,13
Gemiddelde
uitoefenprijs Uitgeoefend
(in euro’s)
75.000
8,46
40.000
6,98
uitoefenprijs
Periode
Eindstand
(in euro’s)
tot en met
121.389
18,18
2004
110.785
18,45
2004
202.283
14,27
2004
13,49
40.000
18,10
18,63
40.356
18,13
12,06
40.356
18,13
18,22
40.356
18,13
120.785
18,19
2004
18,21
40.356
18,13
121.389
18,18
2004
18,20
40.356
18,13
120.356
18,17
2004
40.356
18,13
40.356
18,13
2004
28.000
18,10
2004
1 Openstaande rechten van voormalige leden zijn niet opgenomen in de eindstand. Rechten die door nieuwe leden verworven zijn vóór hun benoeming, zijn niet
verwerkt in de beginstand.
94
41 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht geeft inzicht in de herkomst van de liquide middelen, die gedurende het jaar beschikbaar zijn gekomen en de wijze waarop de liquide middelen gedurende het jaar zijn aangewend. De kasstromen worden gesplitst naar die uit bancaire, investerings- en financieringsactiviteiten. Als liquide middelen worden aangemerkt de aanwezige kasmiddelen, alsmede de per saldo aanwezige nostrotegoeden bij andere banken en de per saldo direct opeisbare tegoeden bij centrale banken. De mutaties in de kredietverlening, de toevertrouwde middelen en die uit hoofde van het interbancair depositobedrijf zijn opgenomen onder de kasstroom uit bancaire activiteiten. Investeringsactiviteiten omvatten de aan- en verkopen en aflossingen inzake beleggingsportefeuilles, alsmede de aan- en verkopen van deelnemingen en van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen. De plaatsing van aandelen en de opname en aflossing van lang vreemd vermogen worden als financieringsactiviteit aangemerkt. Mutaties uit hoofde van valutaomrekeningsverschillen worden evenals de consolidatie-effecten bij de verwerving van deelnemingen, voor zover van wezenlijk belang, uit de stroomgrootheden geëlimineerd.
1999
1998
1997
6.806
4.478
3.816
Kasmiddelen Banktegoeden in rekening-courant Bankschulden in rekening-courant
7.069
8.618
8.352
– 1.404
– 5.410
– 4.310
Liquide middelen
12.471
7.686
7.858
7.686
7.858
3.245
4.154
183
4.236
631
– 355
377
12.471
7.686
7.858
Verloop: Beginstand Kasstroom Valutaomrekeningsverschillen Eindstand
De betaalde rente bedroeg EUR 19.019 miljoen en aan belastingen werd EUR 599 miljoen afgedragen. Van deelnemingen ontvangen dividenden bedroegen EUR 37 miljoen in 1999, EUR 23 miljoen in 1998 en EUR 16 miljoen in 1997.
95
In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de mutaties als gevolg van acquisities en verkopen van deelnemingen.
(Des)investeringsbedrag betaald/ontvangen in liquide of equivalente middelen (netto) Mutatie liquide of equivalente middelen (netto) Per saldo mutatie in activa en passiva: Banken Kredieten Effecten Overige activa Totaal activa
1999
1998
1997
1.352
2.939
2.060
–3
1.757
52
6
3.547
372
1.305
7.226
11.139
122
2.520
2.905
75
4.231
1.135
1.508
17.524
15.551
Achtergestelde leningen Banken Toevertrouwde middelen Schuldbewijzen Overige passiva
41
2.550
2.668
1.220
13.951
11.751
131
384
76
1.782
722
Totaal passiva
1.337
18.444
15.525
30
42 Reële waarde van financiële instrumenten De reële waarde is het bedrag waarvoor een financieel instrument op dat moment tussen twee partijen zou kunnen worden uitgewisseld door middel van transacties die niet in het kader van executie of liquidatie worden uitgevoerd. Een beursnotering, zo die aanwezig is, vormt de beste indicatie van deze waarde. De activa, passiva en buitenbalansposten van ABN AMRO bestaan voor het grootste gedeelte uit financiële instrumenten. De reële waarde hiervan is waar mogelijk op basis van marktkoersen bepaald. Van het merendeel van de financiële instrumenten, en met name kredieten, deposito’s en OTC derivaten, kan de reële waarde echter niet gemakkelijk worden bepaald omdat er geen markt is waarop deze instrumenten tussen partijen worden verhandeld. Voor deze instrumenten zijn schattingsmethoden gebruikt. Deze methoden zijn naar hun aard subjectief en gaan uit van bepaalde veronderstellingen, zoals de periode dat de financiële instrumenten zullen worden aangehouden, de timing van toekomstige kasstromen en het te hanteren disconteringspercentage. Hierdoor kunnen de onderstaande benaderde reële waarden mogelijk geen goede indicatie geven van de netto-opbrengstwaarden. Bovendien is de berekening van de benaderde reële waarde een momentopname op basis van de alsdan geldende marktomstandigheden; de toekomstige waarde kan hiervan afwijken.
96
De benaderde reële waarden die financiële instellingen presenteren, zijn door het gebruik van de vele verschillende waarderingsmethoden en de talrijke veronderstellingen niet onderling vergelijkbaar. Door het ontbreken van een objectieve waarderingsmethode is de benaderde reële waarde in hoge mate een subjectief gegeven. Daarom is de lezer gewaarschuwd bij gebruik van de onderstaande cijfers bij vergelijking van de geconsolideerde financiële positie van ABN AMRO met die van andere financiële instellingen.
31 december 1999
Activa (incl. de buitenbalansposten) ◆ Kasmiddelen ◆ Kortlopend overheidspapier 1,2 ◆ Bankiers ◆ Kredieten overheid ◆ Kredieten private sector-zaken en professionele effectentransacties ◆ Kredieten private sector-particulier ◆ Rentedragende waardepapieren 1,3 ◆ Aandelen 4 ◆ Derivaten Totaal Passiva (incl. de buitenbalansposten) ◆ Bankiers ◆ Spaargelden ◆ Deposito’s zaken ◆ Overige toevertrouwde middelen ◆ Schuldbewijzen ◆ Achtergestelde schulden ◆ Derivaten Totaal
31 december 1998
Boek-
Reële
Boek-
Reële
waarde
waarde
waarde
waarde
4.478
6.806
6.806
4.478
10.375
10.372
7.719
7.727
47.201
47.220
60.894
61.095
12.007
12.103
7.243
7.854
166.540
166.880
140.974
145.747
81.176
82.572
72.295
73.903
92.583
92.127
106.463
108.349
16.990
17.019
13.271
13.277
31.302
32.516
36.863
39.080
464.890
467.615
450.200
461.510
80.990
81.016
104.898
105.080
71.729
71.651
61.785
62.295
65.931
66.081
60.938
61.123
92.332
92.332
82.831
82.831
54.228
54.628
37.947
39.318
10.717
10.778
8.980
9.742
30.615
31.399
35.472
37.070
406.542
407.885
392.851
397.459
1 De boekwaarde van kortlopend overheidspapier en rentedragende waardepapieren is gelijk aan de aanschaffingsprijs minus agio’s c.q. plus disagio’s. 2 Waarvan EUR 3.175 miljoen behoorde tot de handelsportefeuille per 31 december 1999. 3 Waarvan EUR 29.301 miljoen behoorde tot de handelsportefeuille per 31 december 1999. 4 Waarvan EUR 6.952 miljoen behoorde tot de handelsportefeuille per 31 december 1999.
97
Vennootschappelijke balans per 31 december 1999 na winstverdeling (in miljoenen euro’s) 1999
1998
1.204
1.167
27
23
11.481
10.233
728
377
68
65
13.508
11.865
27
23
496
215
33
67
556
305
965
837
1.658
1.645
2.480
2.454
320
314
Activa Bankiers a Rentedragende waardepapieren b Deelnemingen in groepsmaatschappijen Overige activa d Overlopende activa e
c
Passiva Overige toevertrouwde middelen Overige schulden d Overlopende passiva e
Achtergestelde schulden Kapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserves Wettelijke en statutaire reserves Overige reserves
205
172
7.324
6.138
Eigen vermogen
11.987
10.723
Aansprakelijk vermogen
12.952
11.560
13.508
11.865
Vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 1999 (in miljoenen euro’s)
1999
1998
1997
Resultaat deelnemingen na belastingen Overig resultaat na belastingen
2.566
1.825
1.740
4
3
8
Nettowinst
2.570
1.828
1.748
Opgesteld in overeenstemming met artikel 2:402 van het Burgerlijk Wetboek. De bij de posten vermelde letters verwijzen naar de Toelichting.
98
Toelichting op de vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening (alle bedragen zijn opgenomen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven)
a Bankiers De onder dit hoofd opgenomen bedragen betreffen daggelden en andere interbancaire verhoudingen met groepsmaatschappijen. Van de uitzettingen is EUR 708 miljoen (vorig jaar EUR 657 miljoen) achtergesteld. In 2001 zal EUR 708 miljoen en in 2002 EUR 227 miljoen vervallen.
b Rentedragende waardepapieren Het onder dit hoofd vermelde bedrag betreft de in waardepapieren belichaamde vorderingen, zoals commercial paper.
c Deelnemingen in groepsmaatschappijen Het door ABN AMRO Bank N.V. aan de ABN AMRO Holding N.V. te betalen dividend bedraagt EUR 728 miljoen (vorig jaar EUR 377 miljoen) terwijl ABN AMRO Bank N.V. voor een bedrag van EUR 621 miljoen (vorig jaar EUR 221 miljoen) aan dividend ontving van dochters.
1999
1998
1997
Verloop: Beginstand Mutaties (per saldo)
10.233
11.354
11.058
1.248
– 1.121
296
Eindstand
11.481
10.233
11.354
d Overige activa en overige schulden Onder overige activa en overige schulden worden die bedragen opgenomen, die niet overlopend zijn of niet onder andere balansposten gerubriceerd kunnen worden, zoals te vorderen of te betalen belastingen en dividenden.
e Overlopende activa en overlopende passiva Onder overlopende activa en overlopende passiva worden baten en lasten gerubriceerd, die zijn toegerekend aan de verslagperiode, maar waarvan de feitelijke ontvangst of betaling valt in een andere periode. Daarnaast wordt onder deze balansposten opgenomen het saldo van alle verschillen tussen de contractkoers en de contante koers van valutacontracten, welke zijn afgesloten ter dekking van het valutarisico.
f Kapitaal en reserves Zie voor toelichting noot 16.
99
g Garanties ABN AMRO Holding N.V. heeft een verklaring van aansprakelijkheidstelling ten behoeve van ABN AMRO Bank N.V. afgegeven.
Amsterdam, 23 maart 2000
Raad van Commissarissen
Raad van Bestuur
A.A. Loudon F.H. Fentener van Vlissingen H.B. van Liemt W. Overmars R.J. Nelissen W. Dik J.M.H. van Engelshoven R. Hazelhoff S. Keehn C.H. van der Hoeven M.C. van Veen A. Burgmans Mw. L.S. Groenman D.R.J. de Rothschild
P.J. Kalff R.W.J. Groenink R.W.F. van Tets J.M. de Jong W.G. Jiskoot R.G.C. van den Brink T. de Swaan J.Ch.L. Kuiper
100
Belangrijke deelnemingen (tenzij anders vermeld is het deelnemingspercentage 100% per 23 maart 2000)
ABN AMRO Bank N.V., Amsterdam
Nederland ABN AMRO Lease Holding N.V., Almere ABN AMRO Levensverzekering N.V., Zwolle ABN AMRO Onroerend Goed Holding B.V., Amsterdam ABN AMRO Participaties Holding B.V., Amsterdam ABN AMRO Projectontwikkeling B.V., Amsterdam ABN AMRO Schadeverzekeringen N.V., Zwolle ABN AMRO Trustcompany (Nederland) B.V., Amsterdam ABN AMRO Verzekeringen B.V., Zwolle AA Interfinance B.V., Amsterdam AAGUS Financial Services Group N.V., Amersfoort (67%) ABN AMRO Bouwfonds Nederlandse Gemeenten N.V., Hoevelaken (stemrecht 50%, kapitaalbelang 50%)
Consultas N.V., Zwolle Hollandsche Bank-Unie N.V., Rotterdam IFN Group B.V., Rotterdam Nachenius, Tjeenk & Co. N.V., Amsterdam Rijnlandse Disconto Bank C.V., Utrecht
Buitenland Europa ABN AMRO Asset Management Ltd., Londen ABN AMRO Asset Management (Polska) S.A., Warschau ABN AMRO Bank A.O., Moskou ABN AMRO Bank (Deutschland) A.G., Frankfurt am Main ABN AMRO Bank (Luxembourg) S.A., Luxemburg ABN AMRO Bank (Polska) S.A., Warschau ABN AMRO Bank (Romania) S.A., Boekarest ABN AMRO Bank (Schweiz) A.G., Zurich ABN AMRO Corporate Finance Ltd., Londen ABN AMRO Corporate Finance (CEE) Ltd., Boedapest ABN AMRO Corporate Finance (Ireland) Ltd., Dublin
ABN AMRO Development Capital (UK) Ltd., Londen ABN AMRO Equities (Hungary) Rt., Boedapest ABN AMRO Equities (Russia) ZAO, Moskou ABN AMRO Equities (Spain) S.A. Sociedad de Valores y Bolsa, Madrid ABN AMRO Equities (UK), Londen ABN AMRO France S.A., Parijs (88%) ABN AMRO Fixed Income (France) S.A., Parijs ABN AMRO Securities (France) S.A., Parijs Banque de Neuflize, Schlumberger, Mallet S.A., Parijs Banque Odier Bungener Courvoisier, Parijs ABN AMRO Futures Ltd., Londen ABN AMRO International Financial Services Company, Dublin ABN AMRO Investment Management S.A., Luxemburg ABN AMRO Leasing (Hellas) S.A., Athene ABN AMRO (Magyar) Bank Rt., Boedapest (95%) ABN AMRO Portfolio Management S.A., Brno ABN AMRO Securities (Greece) Ltd., Athene ABN AMRO Securities (Polska) S.A., Warschau ABN AMRO Securities (Romania) S.A., Boekarest ABN AMRO Stockbrokers (Ireland) Ltd., Dublin ABN AMRO Trust Company (Denmark) A/S, Kopenhagen ABN AMRO Trust Company (Jersey) Ltd., St.Helier ABN AMRO Trust Company (Luxembourg) S.A., Luxemburg ABN AMRO Trust Company (Suisse) S.A., Genève ABN AMRO Yaty´ry´m Menkul Degerter A.S., Istanboel Alfred Berg Holding A/B, Stockholm Antonveneta ABN AMRO Societa di Gestione del Risparmio SpA, Milaan (50%) Banca di Roma, Rome (10%) CM Capital Markets Brokerage S.A., Madrid (45%)
101
Afrika ABN AMRO Bank (Maroc) S.A., Casablanca (99%) ABN AMRO Delta Portfolio Management (Egypt), Caïro (59%) ABN AMRO Delta Securities (Egypt), Caïro (59%) ABN AMRO Securities (South Africa) (Pty) Ltd., Johannesburg (76%)
Midden-Oosten
Noord-Amerika ABN AMRO Bank Canada, Toronto ABN AMRO Bank (Mexico) S.A., Mexico Stad ABN AMRO North America Inc., Chicago (holding company, stemrecht 100%, kapitaalbelang 60%)
LaSalle Bank N.A., Chicago LaSalle National Corporation, Chicago Standard Federal Bancorporation, Troy ABN AMRO Inc., Chicago European American Bank Inc., New York (stemrecht 100%, kapitaalbelang 62%)
Saudi Hollandi Bank, Riad (40%)
Overig Azië ABN AMRO Asia Ltd., Hongkong ABN AMRO Asia Corporate Finance Ltd., Hongkong ABN AMRO Asia Futures Ltd., Hongkong ABN AMRO Asia Merchant Bank (Singapore) Ltd., Singapore ABN AMRO Asia Securities Plc., Bangkok (40%) ABN AMRO Asset Management (Asia) Ltd., Hongkong ABN AMRO Asset Management (Japan) Ltd., Tokio ABN AMRO Asset Management (Singapore) Ltd., Singapore ABN AMRO Bank Berhad, Kuala Lumpur ABN AMRO Bank (Kazakstan) Ltd., Almaty (51%) ABN AMRO Bank N.B., Uzbekistan A.O., Tashkent (50%) ABN AMRO Savings Bank, Manilla (60%) ABN AMRO Securities (India) Private Ltd., Bombay (75%) ABN AMRO Securities (Far East) Ltd., Hongkong ABN AMRO Securities (Japan) Ltd., Tokio Bank of Asia, Bangkok (77%) PT ABN AMRO Finance Indonesia, Jakarta (85%)
Latijns-Amerika en Caraïbisch gebied ABN AMRO Bank Asset Management (Curaçao) N.V., Willemstad ABN AMRO Bank (Chile) S.A., Santiago de Chile ABN AMRO Bank (Colombia) S.A., Bogota (91%) ABN AMRO (Chile) Seguros Generales S.A., Santiago de Chile ABN AMRO (Chile) Seguros de Vida S.A., Santiago de Chile ABN AMRO Securities (Argentina) Sociedad de Bolsa S.A., Buenos Aires ABN AMRO Securities (Brazil Corretora de Valores Mobiliarios S.A., São Paulo ABN AMRO Trust Company (Curaçao) N.V., Willemstad Banco ABN AMRO Real S.A., São Paulo (stemrecht 94%, kapitaalbelang 88%) Nieuwe naam per april 2000 na fusie van Banco Real S.A. met Banco ABN AMRO S.A.
Banco Bandepe S.A., Recife De Surinaamsche Bank N.V., Paramaribo (49%) Real Paraguaya de Seguros S.A., Asunción Real Previdencia e Seguros S.A., São Paulo Real Seguros S.A., Bogota Real Uruguaya de Seguros S.A., Montevideo
Australië ABN AMRO Australia Ltd., Sydney ABN AMRO Capital Markets (Australia) Ltd., Sydney ABN AMRO Equities Australia Ltd., Sydney
Nieuw Zeeland ABN AMRO Equities NZ Ltd., Auckland
102
Voor de deelnemingen van ABN AMRO Lease Holding N.V. wordt verwezen naar het afzonderlijk uitgebrachte jaarverslag. De lijst van deelnemingen, waarvoor een verklaring van aansprakelijkheidstelling is afgegeven, is gedeponeerd bij het Handelsregister te Amsterdam.
Overige gegevens
103
Accountantsverklaring Opdracht Wij hebben de jaarrekening 1999 van ABN AMRO Holding N.V. te Amsterdam gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van de vennootschap. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.
Werkzaamheden Onze controle is verricht in overeenstemming met algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die de leiding van de vennootschap daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
Oordeel Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen op 31 december 1999 en van het resultaat over 1999 in overeenstemming met algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. Amsterdam, 23 maart 2000
Ernst & Young Accountants
104
Gebeurtenissen na balansdatum Op 24 januari 2000 heeft ABN AMRO haar in augustus 1999 uitgebrachte bod op alle aandelen van het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten gestand gedaan. Inmiddels hebben alle gemeenten het bod geaccepteerd. Met de verwerving is een totaal bedrag gemoeid van EUR 1,2 miljard. De overnamesom zal in termijnen betaald worden en gefinancierd worden uit de bestaande middelen. De resultaten van Bouwfonds zullen vanaf 1 januari 2000 opgenomen worden in de geconsolideerde resultaten van ABN AMRO. Volgens een voorlopige schatting zal als goodwill een bedrag van EUR 0,4 miljard ten laste van het eigen vermogen komen. Het voornemen is Bouwfonds als zelfstandige eenheid binnen ABN AMRO te laten functioneren.
Statutaire bepalingen inzake de winstverdeling De winstverdeling vindt plaats overeenkomstig artikel 38 van de statuten. In hoofdlijnen is deze voor de thans uitstaande soorten respectievelijk series aandelen als volgt: 1 Aan de houder van het prioriteitsaandeel wordt een dividenduitkering gedaan van ƒ 0,30, zijnde 6% over het nominale bedrag (art. 38 lid 2, sub a.).
◆
2 Aan de houders van de preferente aandelen wordt een dividenduitkering gedaan van ƒ 0,475 per aandeel, zijnde 9,5% over het nominale bedrag. Dit dividend zal per 1 januari 2001 en vervolgens iedere tien jaar nadien worden herzien op basis van het gemiddelde effectieve rendement op de vijf langstlopende staatsleningen vermeerderd met een opslag van minimaal een kwart procentpunt en maximaal één procentpunt (art. 38 lid 2, sub b 2). Aan de houders van de preferente in gewone aandelen converteerbare aandelen wordt een dividenduitkering gedaan van ƒ 3,78 per aandeel, zijnde 6% over het per aandeel gestorte bedrag. Het dividend op deze aandelen, die niet uiterlijk op 31 oktober 2003 zijn geconverteerd in gewone aandelen, zal per 1 januari 2004 en vervolgens iedere tien jaar nadien worden herzien op basis van het effectieve rendement op staatsleningen met een (resterende) looptijd van negen tot tien jaar vermeerderd of verminderd met een opslag of een afslag van maximaal één procentpunt (art. 38 lid 2, sub b 4 en b 3). Aan de houders van de preferente aandelen en de preferente in gewone aandelen converteerbare aandelen wordt geen hogere winstuitkering gedaan dan hiervoor omschreven (art. 38 lid 2, sub b 6). ◆
3 Ten laste van de na deze uitkeringen resterende winst worden zodanige reserves gevormd als de Raad van Bestuur, onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen, zal vaststellen (art. 38 lid 2 sub c.). ◆
De Raad van Bestuur kan het dividend op de gewone aandelen, ter keuze van de houders ervan, in contanten of geheel dan wel gedeeltelijk in de vorm van gewone dan wel preferente aandelen ter beschikking stellen (art. 38 lid 3).
Statutaire bepalingen inzake aandelen Ieder gewoon aandeel van nominaal ƒ 1,25 in het kapitaal van de ABN AMRO Holding N.V. geeft recht op het uitbrengen van één stem. De andere aandelen in het kapitaal hebben een nominale waarde van ƒ 5,00 en geven recht op het uitbrengen van vier stemmen. Behoudens bepaalde wettelijke en statutaire uitzonderingen worden besluiten met absolute meerderheid van de uitgebrachte stemmen aangenomen. De rechten van de houder van het prioriteitsaandeel betreffen de vaststelling van het aantal leden van de Raad van Bestuur met inachtneming van het in de statuten genoemde minimum van vijf leden en de vaststelling van het aantal leden van de Raad van Commissarissen met inachtneming van het minimum aantal van tien. Voorts is de voorafgaande goedkeuring vereist van de houder van het prioriteitsaandeel bij voorstellen tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de vennootschap. Het prioriteitsaandeel heeft recht op een jaarlijkse uitkering tot 6% over het nominale bedrag. Het prioriteitsaandeel wordt gehouden door de te Amsterdam gevestigde Stichting Prioriteit ABN AMRO Holding. Het bestuur van de
Voorstel voor winstverdeling (in miljoenen euro’s) Verdeling van de nettowinst volgens artikel 38 lid 2 en 3 Dividend preferente aandelen Dividend converteerbare aandelen Toevoeging aan de reserves Dividend gewone aandelen
4 Het bedrag dat daarna overblijft wordt als dividend uitgekeerd op de gewone aandelen (art. 38 lid 2, sub d.).
◆
105
1999
1998
1997
78
78
78
2
3
4
1.320
922
904
1.170
825
762
2.570
1.828
1.748
Stichting bestaat uit de leden van de Raad van Commissarissen en van de Raad van Bestuur van ABN AMRO Holding N.V. Gegeven het aantal leden van beide raden, 15 resp. 8 (zie blz. 109) zijn de Raad van Commissarissen en Raad van Bestuur, q.q. het bestuur van de Stichting Prioriteit ABN AMRO Holding van oordeel, dat voldaan wordt aan art. C.9 van Bijlage X van het Fondsenreglement van de Amsterdam Exchanges N.V., dat de meerderheid van het aantal uit te brengen stemmen in de vergaderingen van het stichtingsbestuur niet kan worden uitgeoefend door de bestuurders. Behoudens bepaalde uitzonderingen, genieten houders van gewone aandelen bij uitgifte van gewone aandelen en preferente in gewone aandelen converteerbare aandelen een voorkeursrecht in verhouding tot hun belang. Houders van preferente in gewone aandelen converteerbare aandelen genieten bij een uitgifte van preferente in gewone aandelen converteerbare aandelen een voorkeursrecht in verhouding tot hun belang met inachtneming van bepaalde beperkingen. In het geval van ontbinding en liquidatie van de ABN AMRO Holding N.V. worden de na betaling van alle schulden resterende activa uitgekeerd allereerst aan de houder van het prioriteitsaandeel tot een bedrag gelijk aan de nominale waarde van het prioriteitsaandeel, in de tweede plaats pro rata aan de houders van preferente aandelen en preferente in gewone aandelen converteerbare aandelen tot een bedrag gelijk aan het totaal opgelopen dividend vanaf het begin van het meest recente volledige boekjaar tot en met de datum van uitkering en vervolgens tot een bedrag gelijk aan de nominale waarde van de preferente aandelen respectievelijk het op de preferente in gewone aandelen converteerbare aandelen gestorte bedrag, en tenslotte pro rata aan de houders van gewone aandelen.
106
Eigen vermogen en nettowinst volgens U.S. GAAP In het kader van de notering aan de New York Stock Exchange bepaalt ABN AMRO het eigen vermogen en de nettowinst ook volgens de in de Verenigde Staten algemeen aanvaarde grondslagen voor waardering en resultatenbepaling (U.S. GAAP). De belangrijkste verschillen met de Nederlandse grondslagen worden hierna kort omschreven waarna een samenvatting volgt van de noodzakelijke aanpassingen van het eigen vermogen en de nettowinst indien de geconsolideerde jaarrekening in overeenstemming met de Amerikaanse grondslagen zou zijn opgesteld.
Goodwill Goodwill wordt lineair afgeschreven gedurende de geschatte levensduur met een maximum van, voor ABN AMRO, twintig jaar.
Algemene voorziening voor oninbaarheid van vorderingen Het fonds voor algemene bankrisico’s wordt als een algemene voorziening voor oninbaarheid van vorderingen beschouwd. De omvang van het fonds is zodanig dat alle inherente verliezen uit hoofde van kredietverlening kunnen worden opgevangen.
Pensioenlasten De actuariële berekeningen zijn gebaseerd op de huidige en toekomstige salarisniveaus, waarbij de marktwaarde van de beleggingen van de pensioenfondsen en de actuele rentetarieven in aanmerking worden genomen.
Rechten na pensionering Voor de verwachte kosten uit hoofde van ziektekostenvoorzieningen voor gepensioneerde medewerkers en hun begunstigden en degenen in wier levensonderhoud zij voorzien, wordt tijdens de actieve dienstjaren van de medewerkers een voorziening opgebouwd.
Rechten na beëindiging dienstverband Alle contractuele toezeggingen na beëindiging van het dienstverband maar vóór de pensionering, worden verantwoord op het moment dat de rechten worden toegekend en de verplichting waarschijnlijk en kwantificeerbaar is.
Voorzieningen Er zijn enige voorzieningen gevormd die niet voldoen aan de formele Amerikaanse regels.
Herstructurering van schulden Effecten, die in het kader van herstructureringsprogramma’s worden verworven, zoals de Brady obligaties, worden opgenomen tegen de geschatte marktwaarde per balansdatum.
Beleggingsportefeuille Alle tot de beleggingsportefeuille behorende obligaties en soortgelijke schuldbewijzen worden gerubriceerd als ‘verhandelbaar’ en opgenomen tegen de marktwaarde. Verkoopresultaten worden in de winsten verliesrekening, ongerealiseerde waarderingsverschillen in het eigen vermogen verwerkt.
Onroerende zaken Bankgebouwen worden gewaardeerd tegen de aanschaffingsprijs en lineair volledig afgeschreven over de levensduur.
Derivaten Derivatentransacties die volgens de Amerikaanse voorwaarden niet als hedge zijn te kwalificeren, worden opgenomen tegen de marktwaarde. Mutaties in de marktwaarde worden rechtstreeks in het resultaat verantwoord.
Software voor eigen gebruik Behalve de kosten van extern gekochte software moeten ook de kosten van intern ontwikkelde sofware geactiveerd worden en afgeschreven over de geschatte gebruiksduur.
Latente belastingen Latente belastingverplichtingen en latente belastingvorderingen worden berekend op basis van de geldende belastingtarieven zonder
107
rekening te houden met een disconteringsfactor.
Dividend Dividend wordt tot het moment van uitkering of goedkeuring door de algemene vergadering van aandeelhouders verantwoord onder eigen vermogen.
Reconciliatie De onderstaande tabel toont de materiële aanpassingen die bij toepassing van de Amerikaanse grondslagen op het geconsolideerde eigen vermogen en de geconsolideerde nettowinst van ABN AMRO zouden moeten worden aangebracht.
Eigen vermogen
1999
Eigen vermogen en nettowinst volgens Nederlandse grondslagen Goodwill Herstructurering van schulden Beleggingsportefeuilles Onroerende zaken Pensioenlasten Rechten na pensionering Rechten na beëindiging dienstverband Voorzieningen Derivaten Software voor eigen gebruik Latente belastingen Belastingen Dividend Eigen vermogen en nettowinst volgens U.S. GAAP Eigen vermogen en winst per gewoon aandeel volgens U.S. GAAP Winst per gewoon aandeel na volledige verwatering volgens U.S. GAAP
108
1998
Nettowinst
1999
1998
11.987
10.723
2.570
1.828
5.344
4.694
– 343
– 215
– 164
– 240
431
2.688
83
405
– 172
– 206
13
15
– 48
50
– 98
69
– 55
– 41
– 14
–6
– 38
– 46
8
6
139
208
– 69
– 83
– 110
312
– 453
45
157
157
– 366
– 305
– 32
– 10
– 85
– 991
129
– 142
494
212
17.514
17.058
1.951
1.912
11,36
11,25
1,29
1,29
1,28
1,28
ABN AMRO Holding N.V.
Raad van Commissarissen
Drs.C.H. van der Hoeven (52) – 2001
Raad van Advies
Koninklijke Ahold N.V.
A.A. Olijslager Voorzitter Directie Friesland
Voorzitter Raad van Bestuur J. Aalberts
Coberco Dairy Foods B.V.
President-directeur Aalberts
Jhr. mr. A.A. Loudon (63),
Industries N.V.
voorzitter – 2002
Ir. M.C. van Veen (65) – 2001
Oud-Voorzitter Raad van
Oud-Voorzitter Raad van
Bestuur AKZO Nobel N.V.
Bestuur Koninklijke Hoogovens
Drs. L.J.M. Berndsen RA
N.V.
Voorzitter Raad van Bestuur
Voorzitter Raad van Bestuur
Koninklijke Nedlloyd N.V.
Ir. F.H. Fentener van Vlissingen
IHC Caland N.V. A.J. Scheepbouwer Voorzitter Raad van Bestuur
(66), vice-voorzitter – 2000
A. Burgmans (53) – 2002
Directeur Flint Holding N.V.
Voorzitter Raad van Bestuur
Drs. R. den Besten
Unilever N.V.
Voorzitter Raad van Bestuur N.V. Nederlandse Spoorwegen
Mr. H.B. van Liemt (66) – 2002
Ir. C.A. de Ruyter
TNT Post Groep N.V. Ir. A.H. Spoor Voorzitter Raad van Bestuur
Oud-Voorzitter Raad van
D.R.J. Baron de Rothschild (56) –
Bestuur DSM N.V.
2003
Drs. J.L. Brentjens
Senior partner Rothschild & Cie
Voorzitter Raad van Bestuur
Ir. J.J. Endtz (68) †
Banque, plaatsvervangend
VNU N.V.
Oud-President Raad van
Voorzitter NM Rothschild
Bestuur Hollandsche Beton
Group (incl. NM Rothschild &
Mw. S.M. Dekker
Groep N.V.
Sons Ltd)
Algemeen Directeur Algemene
Mr. W. Overmars (67) – 2003
Mw. drs. L.S. Groenman (58) – 2003
Oud-Voorzitter Hoofddirectie
Kroonlid Sociaal-Economische
Campina Melkunie B.V.
Raad (SER)
Mr. R.J. Nelissen (68) – 2000
(De leeftijd (tussen haakjes) en het
Oud-Voorzitter Raad van
jaar van aftreden, c.q. periodiek
Ing. R. van Gelder BA
Bestuur ABN AMRO Holding
aftreden, zijn vermeld. Een
Voorzitter Raad van Bestuur
Ir. J.C.T.G.M. van der Wielen
N.V./ABN AMRO Bank N.V.,
curriculum vitae, waaruit onder
Koninklijke Boskalis
President-Directeur Koninklijke
Oud-Vice-Minister-President en
meer nationaliteit en belangrijke
Westminster N.V.
Numico N.V.
Oud-Minister van Financiën
nevenfuncties blijken, ligt ter
Koninklijke Vopak N.V. C.J.M. Stutterheim Voorzitter Raad van Bestuur CMG Plc
Werkgeversvereniging VNO-
Drs. P.J.J.M. Swinkels
NCW (AWVN)
Voorzitter Raad van Bestuur Bavaria N.V.
G.J. Doornbos Voorzitter LTO Nederland
Dr. J.A.J. Vink Voorzitter Directie CSM nv
Drs. L.M. van Wijk
inzage bij de vennootschap. Het Ir. W. Dik (61) – 2001
gezamenlijk bezit aan aandelen,
Mr. R. ter Haar
President-Directeur Koninklijke
Oud-Voorzitter Raad van
certificaten en optierechten van
Voorzitter Raad van Bestuur
Luchtvaart Maatschappij N.V.
Bestuur Koninklijke KPN N.V.,
commissarissen bedroeg
Hagemeyer N.V.
oud-Staatssecretaris van
56.150 stuks per 31 december 1999.
Economische Zaken
H. Zwarts Ing. S.J. van Kesteren
President-Directeur Randstad
Voorzitter van de Directie
Holding N.V.
Draka Holding N.V.
Ir. J.M.H. van Engelshoven (69) – 2001 Oud-Groepsdirecteur Koninklijke/Shell Groep,
Drs. C.G. van Luijk RA
Raad van Bestuur
Oud-Directeur N.V. Koninklijke
Voorzitter Raad van Bestuur Getronics N.V.
Nederlandsche Petroleum
Mr. P.J. Kalff (62), voorzitter
Maatschappij
Mr. R.W.J. Groenink (50)
Ir. W.D. Maris
Jhr. drs. R.W.F. van Tets (53)
Oud-Voorzitter Directie ASM
Mr. R. Hazelhoff (69) – 2001
Drs. J.M. de Jong (54)
Lithography Holding N.V.
Oud-Voorzitter Raad van
Drs. W.G. Jiskoot (49)
Bestuur ABN AMRO Holding
Dr. R.G.C. van den Brink (52)
F.L.V. Meysman
N.V./ABN AMRO Bank N.V.
Drs. T. de Swaan (54)
Voorzitter Raad van Bestuur
Mr. J.Ch.L. Kuiper (53)
Sara Lee/DE N.V.
Secretaris
Drs. J.G.M. van Oijen
S. Keehn (69) – 2000 Oud-President Federal Reserve Bank of Chicago
Voorzitter Raad van Bestuur Drs. H.T.J.M. van den Hout
Situatie per 31 maart 2000.
109
Gamma Holding N.V.
Organisatieschema ABN AMRO Bank N.V.
Raad van Bestuur
Divisie Europa
Divisie Buitenland
Divisie Investment Banking
Voorzitter Mr. P.J. Kalff (vanaf 11 mei 2000: Mr. R.W.J. Groenink)
Lid Raad van Bestuur
Leden/lid Raad van Bestuur
Leden Raad van Bestuur
Mr. R.W.J. Groenink
Drs. J.M. de Jong
Jhr. drs. R.W.F. van Tets
(tot 11 mei 2000)
(tot 11 mei 2000)
Drs. W.G. Jiskoot
Drs. J.M. de Jong
Mr. J. Ch.L. Kuiper
(vanaf 11 mei 2000)
Leden Mr. R.W.J. Groenink (vanaf 11 mei 2000: Voorzitter Raad van Bestuur) Jhr. drs. R.W.F. van Tets Drs. J.M. de Jong Drs. W.G. Jiskoot Dr. R.G.C. van den Brink Drs. T. de Swaan Mr. J.Ch.L. Kuiper
Sales Europe I Directeur Generaal
Internationaal Kantorennet
Corporate & Structured Finance
Mr. H.J. Rutgers
Directeur Generaal
Directeur Generaal
J.J. Oyevaar
Drs. G. Kuyper
Sales Europe II
Chief Operating Officer
Directeur Generaal
Divisie Buitenland
Business Development Directeur Generaal
Secretaris Drs. H.T.J.M. van den Hout
Mr. C.M.A. Collee
Operations
Directeur Generaal H.Y. Scott-Barrett
S.A. Lires Rial
Centraal & Oost Europa, Midden-Oosten & Afrika
Corporate Investments Global Equity
Directeur Generaal
Directeur Generaal
Mr. J. Koopman
N.W.A. Bannister
Noord-Amerika
Treasury & Fixed Income
Directeur Generaal Mr. drs. G.B.J. Hartsink
Chief Executive Officer
Risk Management Europe & Special Products
H.F. Tempest
Finance & Operations
Directeur Generaal
Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied
Drs. J.C. ten Cate
Directeur Generaal
Global Asset Management
Mr. A.M. Kloosterman
Global Custody Liaison Office bij Europese instellingen
Azië Pacific
Directeur Generaal
Directeur Generaal
A.C. Tupker
Directeur Generaal
Drs. F.G.H. Deckers
Dr. mr. J.J. Kamp
110
E-commerce
Divisie Risk Management
Divisie Resource Management
Staven
Stuurgroep
Lid Raad van Bestuur
Lid Raad van Bestuur
Voorzitter Raad van Bestuur
Raad van Bestuur
Drs. T. de Swaan
Dr. R.G.C. van den Brink
Mr. P.J. Kalff (vanaf 11 mei 2000: Mr.R.W.J. Groenink)
E-commerce
Europa
Human Resources
Directoraat
Directeur Generaal
Directeur Generaal
Directeur Generaal
Group Audit
J.P. Votron
Mr. W.F.C. Baars
Mr. R.A. Kleyn
America’s / Azië
Communications
Directeur Generaal
Information Technology
Mr. H. Mulder
Directeur Generaal
Secretariaat Raad van
F.I.A. Lion
Bestuur
Global Transaction Services
Lid Raad van Bestuur
Directeur Generaal
Drs. T. de Swaan
Directoraat Corporate
Financial Markets Directeur Generaal Dr. J. Sijbrand
D. Post
Corporate Facility Management
Planning & Control Directeur Generaal Drs. W.M. ten Berg
Concernzaken Directeur Generaal Jhr. mr. M.H. Reuchlin
111
Het ABN AMRO netwerk
Noord-Amerika Canada 5 Mexico Verenigde Staten
Latijns Amerika en het Caribisch Gebied Argentinië 22 Aruba 3 Barbados Bolivia 2 Brazilië 1469 Chili 11 Colombia 22 Ecuador 6 Kaaiman Eilanden (Ver.Konink./Ver.Staten) 2
Maagdeneilanden (Ver.Konink.)
112
Maagdeneilanden (Ver. Staten )
Nederlandse Antillen: Bonaire Curaçao 6 Sint Maarten 2 Panama 2 Paraguay 16 Suriname 14 Uruguay 24 Venezuela 4
441
Europa België 7 Denemarken 3 Duitsland 12 Finland 3 Frankrijk 22 Gibraltar Griekenland 11 Hongarije 85 Ierland 2 Italië 5
Kanaal Eilanden: Jersey Liechtenstein Luxemburg 3 Monaco Nederland 915 Noorwegen 2 Oostenrijk 2 Polen 4 Portugal 4
Roemenië 4 Rusland 3 Spanje 5 Tsjechië 4 Turkije 3 Uzbekistan Verenigd Koninkrijk 7 Zweden 3 Zwitserland 8
Azië Pacific Australië 4 Volksrepubliek China 7 Filippijnen 26 Hongkong 7 India 10 Indonesië 15 Japan Kazakstan (Republiek)
Korea (Zuid-) 2 Maleisië 3 Nieuw Zeeland 3 Pakistan 8 Singapore Sri Lanka 2 Taiwan 6 Thailand 116 Vietnam 2
Midden-Oosten en Afrika Bahrein Egypte 2 Kenia 2 Libanon 4 Marokko 22 Mauritius Namibië Saoedi Arabië 36 Verenigde Arabische Emiraten 3 Zuid-Afrika 3
Situatie ABN AMRO netwerk per 1 februari 2000. Overzicht op geografische basis. Een cijfer achter de naam geeft (zo nauwkeurig mogelijk) het aantal kantoren en vestigingen in dit land/gebied aan. In dit overzicht zijn de vestigingen van ABN AMRO Lease Holding opgenomen. Op de volgende pagina staat een volledig overzicht van het aantal kantoren en vestigingen per land/gebied/plaats (exclusief Nederland).
113
Het ABN AMRO netwerk Europa België: Brussel, Antwerpen 3, Hasselt, Kortrijk, Luik, Turnhout, Zaventem Denemarken: Kopenhagen 2, Rødovre Duitsland: Berlijn, Dortmund, Düsseldorf, Frankfort 2, Hamburg, Keulen 2, München, Münster, Neuss, Stuttgart Finland: Helsinki 3 Frankrijk: Parijs 9, Bordeaux, Cannes, Garches, Lille, Lyon, Marseille, Montpellier, Mulhouse, Nantes, Nice, Rennes, Straatsburg, Toulouse Gibraltar: Gibraltar Griekenland: Athene 9, Piraeus, Thessaloniki Hongarije: Boedapest 21, Ajka, Baja, Békéscsaba, Berettyóújfalu, Celldömölk, Csorna, Debrecen, Dombóvár, Dunaföldvár, Dunaújváros, Eger, Érd, Esztergom, Gyöngyös 2, Györ 2, Hajdúböszörmény, Hajdúszoboszló, Hódmezövásárhely, Jászberény, Kaposvár, Kapuvár, Kazincbarcika, Kecskermét, Kiskörös, Kiskunfélegyháza, Körmend, Köszeg, Letenye, Mátészalka, Miscolc 2, Mór, Mosonmagyaróvár, Nagykanizsa 2, Nyirgyháza, Özd, Pápa, Pásztó, Pécsz 2, Salgótarjan, Sárospatak, Sárvár, Siófok, Sopron, Szarvas, Szeged, Székesfehérvar, Szekszárd, Szerencs, Szolnok, Szombathely 2, Tab, Tapolca, Tatabánya, Törökszentmiklós, Vác, Veszprém 2, Zalaegerszeg Ierland: Dublin 2 Italië: Rome, Bologne, Milaan 3
Kanaal Eilanden: Jersey: St. Helier Liechtenstein: Vaduz Luxemburg: Luxemburg 3 Monaco: Monte Carlo Nederland: (ca.) 915 vestigingen Noorwegen: Oslo 2 Oostenrijk: Wenen 2 Polen: Warschau 2, Katowice, Poznan
Portugal: Lissabon 2, Funchal (Madeira), Porto Roemenië: Boekarest, Brasov, Cluj, Timisoara
Rusland: Moskou 2, St. Petersburg Slowakije: Bratislava Spanje: Madrid 3, Barcelona, Bilbao Tsjechië: Praag 2, Brno 2 Turkije: Istanboel 3 Uzbekistan: Tasjkent
Verenigd Koninkrijk: Londen 4, Haywards Heath, Manchester, Slough Zweden: Stockholm 2, Solna Zwitserland: Bern, Bazel, Genève 3, Geroldswil, Lugano, Zürich
Noord-Amerika Canada: Toronto, Burlington, Halifax, Montreal, Vancouver Mexico: Mexico Stad Verenigde Staten*: Arkansas, California 4, Colorado 2, Florida 3, Georgia 2, Idaho, Illinois 138, Indiana 18, Iowa, Maryland, Massachusetts 3, Michigan 153, Minnesota 2, Missouri 2, New York 91, Ohio 12, Pennsylvania 2, Texas 2, Washington, Washington DC, Wisconsin
Latijns-Amerika en Caraïbisch gebied Argentinië: Buenos Aires 21, Cordoba
Aruba: Oranjestad 2, San Nicolas
Barbados: Bridgetown Bolivia: La Paz, Cruz de la Sier Brazilië*: Acre, Alagoas 5, Amazonas 18, Amapa 8, Bahia 38, Ceará 19, Distrito Federal 62, Espirito Santo 24, Goiás 19, Maranhão 10, Minas Gerais 222, Mato Grosso 10, Mato Grosso do Sul 19, Pará 23, Paraíba 5, Perbnambuco 54, Piauí 3, Paraná 62, Rio de Janeiro 309, Rio Grande do Norte 4, Rondónia 4, Roraima 8, Rio Grande do Sul 61, Santa Catarina 23, Sergipe 3, São Paulo 452, Tocatins Chili: Santiago 7, Concepción, Valparaiso, Viña del Mar, Vitacura Colombia: Bogota 14, Barranquilla 2, Cali 4, Medellin 2 Ecuador: Quito 3, Cuenca, Guayaquil 2
114
Kaaiman Eilanden (Ver.Konink./Ver.Staten): Grand Cayman 2
Maagdeneilanden (Ver.Konink.): Roadtown, Maagdeneilanden (Ver.Staten): St. Thomas Nederlandse Antillen: Bonaire: Kralendijk Curaçao: Willemstad 6 Sint Maarten: Philipsburg 2 Panama: Panama 2, Paraguay: Asunción 8, Ciudad del Este 3, Coronel Oviedo, Encarnación, Minga Guazu, Santa Rita, Villeta Suriname: Paramaribo 11, Moengo, Nieuw Nickerie 2 Uruguay: Montevideo 19, Colonia, Pando, Punta del Este 2, Rivera Venezuela: Caracas 2, Maracaibo, Valencia
Midden-Oosten en Afrika Bahrein: Manama Egypte: Caïro 2 Kenia: Nairobi, Mombasa Libanon: Beiroet 3, Kaslik Jounieh
Marokko: Rabat, Agadir, Al Hoceima, Casablanca 5, El Jadida, Fès 2, Kénitra, Marrakech, Meknès, Midar, Mohammédia, Nador, Oujda, Rabat-Agdal, Tanger 2, Tetouan Mauritius: Port Louis Namibië: Windhoek Saoedi Arabië: Riad 11, Abha, Alkhobar 2, Buraidah, Dammam 3, Dhahran, Hofuf, Jeddah 7, Jubail 2, Khamis Mushait, Medina, Mekka, Quatif, Tabuk, Taif, Yanbu
Cavite, Cebu 2, Dagupan, Davao, General Santos, Iloilo, Loloya Heights, Naga, Pampanga, Pasig, San Pablo, Scout Delgado, Tacloban Hongkong: Hongkong 4, Kowloon 3 India: New Delhi 3, Baroda, Bombay 2, Calcutta 2, Madras, Pune Indonesië: Jakarta 6, Balikpapan, Bandoeng, Denpasar, Makassar, Manado, Medan, Semarang, Soerabaja, Solo Japan: Tokio
Kazakstan (Republiek): Almaty
Korea (Zuid-): Seoul 2 Maleisië: Kuala Lumpur, Labuan, Penang
Nieuw Zeeland: Auckland 2, Wellington
Pakistan: Islamabad 2, Karachi 3, Lahore 3 Singapore: Singapore Sri Lanka: Colombo 2 Taiwan: Taipeh 3, Kaohsiung, Taichung 2 Thailand: Bangkok 67, Chachoengsao 2, Chaiyaphum, Chanthaburi, Chiang Mai 3, Chon Buri 7, Khon Kaen 4, Lampang, Lamphun, Nakhom Pathom, Nakhom Ratchasima 2, Nakhom Sawan, Nakhom Si 2, Phangnga, Phitsanulok, Phra Nakhomsi si Ayut, Phrae, Phuket 2, Ratchaburi, Rayong 2, Samut Sakhon, Saraburi, Songkhla 3, Suphan Buri, Surat Thani, Surin, Ubon Ratchathani 4, Udon Thani, Yala Vietnam: Ho Chi Minh Stad, Hanoi
Verenigde Arabische Emiraten: Dubai, Abu Dhabi, Sharjah
Situatie ABN AMRO netwerk
Zuid-Afrika: Johannesburg 3
per 1 februari 2000.
Azië Pacific
Overzicht op geografische basis. Een cijfer achter de plaatsnaam
Australië: Brisbane,
geeft (zo nauwkeurig mogelijk)
Melbourne 2, Sydney
het aantal kantoren en vestigingen
Volksrepubliek China: Beijing,
in deze plaats aan. * In de Verenigde Staten en
Guangzhou, Shanghai 2, Shenzhen, Tianjin, Wuhan Filippijnen: Manila 3, Alabang, Bacolod, Baguio, Batangas, Binondo, Bulacan, Butuan, Cabanatuan, Cagayan de Oro,
Brazilië is het aantal kantoren en vestigingen per staat vermeld. In dit overzicht zijn de vestigingen van ABN AMRO Lease Holding opgenomen.
Verslag van de Commissie van Aandeelhouders De Commissie stelt er prijs op, zoals artikel 9 van haar reglement voorschrijft, verslag uit te brengen over haar werkzaamheden. De Commissie van Aandeelhouders wordt telkens voor een periode van twee jaar benoemd. Op 6 mei 1999 liep het mandaat van de commissie af. Op de die datum gehouden Algemene Vergadering van Aandeelhouders werd besloten opnieuw een Commissie van Aandeelhouders in te stellen en te benoemen en aan de commissie de bevoegdheden over te dragen zoals die haar bij wet zijn toegekend. Op grond van artikel 33 van de statuten van ABN AMRO Holding N.V. is de Algemene Vergadering van Aandeelhouders daartoe bevoegd. De overgedragen bevoegdheden betreffen uitsluitend de benoeming en het ontslag van leden van de Raad van Commissarissen en van de Raad van Bestuur. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders kan te allen tijde de overdracht ongedaan maken. Per brief van 9 april 1999 werd de Commissie ingelicht over de voorgenomen benoeming per 6 mei 1999 van mr. J.Ch.L. Kuiper tot lid van de Raad van Bestuur van ABN AMRO Holding N.V. De heer Kuiper werd benoemd in de vacature die was ontstaan door het overlijden van de heer M.J. Drabbe op 27 maart 1999. De Commissie is tweemaal bijeen geweest met de voorzitter van de Raad van Commissarissen en de voorzitter van de Raad van Bestuur. In de eerste vergadering is gesproken over de vacatures die per 10 mei 2000 in de Raad van Commissarissen ontstaan. Op die datum treedt ir. F.H. Fentener van Vlissingen op eigen verzoek af en loopt tevens de reguliere termijn van mr. R.J. Nelissen en de heer S. Keehn af. De commissie nam kennis van het feit dat beide periodiek aftredende commissarissen voor herbenoeming beschikbaar waren en dat er, mede vanwege het overlijden van ir. J.J. Endtz op 17 november 1999, twee vacatures waren. Dit hield in dat het aantal commissarissen op 15 gehandhaafd zou
worden. Aan de hand van curricula vitae zijn de kandidaten voor de vacatures, mevrouw drs. T.A. Maas-de Brouwer en mr. P.J. Kalff, aan de commissie gepresenteerd. De commissie heeft geconstateerd dat beiden uitstekend passen in het profiel van de Raad van Commissarissen. De commissie heeft dan ook met de voordracht ingestemd en besloten geen gebruik te maken van haar recht om zelf kandidaten voor te dragen. Daarnaast is de commissie in die vergadering geïnformeerd over de voorstellen voor het verstrekken van stemvolmachten op uitstaande preferente aandelen aan certificaathouders. Dit voornemen werd door de bank tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 6 mei 1999 aangekondigd. In de tweede bijeenkomst besloot de Commissie geen bezwaar te maken tegen het besluit van de Raad van Commissarissen om de vier kandidaten te benoemen. Voorts werd de instemming van de op 10 januari 2000 gehouden vergadering van certificaathouders met de verstrekking van stemvolmachten voor preferente aandelen besproken.
Amsterdam, 13 maart 2000
Commissie van Aandeelhouders W.H. van Bruggen-Gorter R.M. ten Cate-Dhont C.C. Delprat J.W. Groen A.C.M. Groeneveld P.W. Kruseman H.I. Möller P.A. Wackie Eysten
115
Stichting Administratiekantoor ABN AMRO Holding De Stichting Administratiekantoor ABN AMRO Holding (de ‘Stichting’) beheert en administreert de preferente aandelen van ABN AMRO Holding N.V. en geeft daar tegenover beperkte royeerbare certificaten uit. De samenstelling van het Bestuur van de Stichting onderging in het verslagjaar geen verandering en voldoet aan de vereiste onafhankelijkheid. Het Bestuur van de Stichting stelt het op prijs, conform artikel 14 van de administratievoorwaarden, om rapport uit te brengen over haar werkzaamheden. In 1999 zijn drie bestuursvergaderingen gehouden. Voorts is de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bezocht. In de bestuursvergaderingen is gesproken over de jaarcijfers en halfjaarcijfers van de vennootschap, de agenda van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de beheertaken van de Stichting. Daarnaast is het plan om certificaathouders de mogelijkheid te geven om stemvolmachten op preferente aandelen te verkrijgen uitvoerig aan de orde geweest. Stemvolmachten zouden per aandeelhoudersvergadering kunnen worden afgegeven, mits dit de continuïteit en/of zelfstandigheid van ABN AMRO niet in gevaar zou brengen. Volmachten worden gegeven naar rato van de economische waarde van de preferente aandelen ten opzichte van de gewone aandelen. De Stichting zal alsdan het stemrecht uitoefenen op de preferente aandelen, waarvoor zij geen volmacht heeft verleend, zij het beperkt tot de economische waarde. Indien de continuïteit en/of zelfstandigheid van de bank in het geding komt, zullen geen volmachten worden verstrekt en behoudt de Stichting het volledige stemrecht voor alle door haar gehouden preferente aandelen. Dit voorstel is tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 6 mei 1999 gepresenteerd. Op 10 januari 2000 vond een vergadering van certificaathouders plaats. Certificaathouders zijn toen geïnformeerd over de procedure voor de verstrekking van stemvolmachten en over de wijziging van de statuten van de Stichting,
116
welke nodig is om het plan te kunnen invoeren. Tevens is van de gelegenheid gebruikgemaakt om de statuten verder in overeenstemming te brengen met Bijlage X van het fondsenreglement van Amsterdam Exchanges N.V. De goedkeuring van de certificaathouders is verkregen voor wijziging van de administratievoorwaarden. Het Bestuur is voornemens om voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 10 mei 2000 voor het eerst de mogelijkheid van stemvolmachten te bieden. Per 31 december 1999 waren voor een nominaal bedrag van EUR 822.399.524 preferente aandelen op naam in administratie, waartegenover certificaten aan toonder voor een gelijk nominaal bedrag in coupures van 1 x NLG 5,-, 10 x NLG 5,-, 100 x NLG 5,- en 1.000 x NLG 5,- in CF-vorm waren uitgegeven. De werkzaamheden verbonden aan de administratie van de genoemde aandelen worden verricht door de administrateur van de Stichting: Administratiekantoor van het Algemeen Administratie- en Trustkantoor B.V. te Amsterdam.
Amsterdam, 27 maart 2000
Het Bestuur P. Schwencke, voorzitter A. Heeneman, vice-voorzitter P.J. Kalff, secretaris
Onafhankelijkheidsverklaring De Raad van Bestuur van ABN AMRO Holding N.V. en het Bestuur van de Stichting Administratiekantoor ABN AMRO Holding verklaren hiermede dat naar hun gezamenlijk oordeel voldaan is aan de ten aanzien van de onafhankelijkheid van de bestuurders van de Stichting Administratiekantoor ABN AMRO Holding gestelde eisen als bedoeld in bijlage X bij het Fondsenreglement van Amsterdam Exchanges N.V. te Amsterdam.
Amsterdam, 27 maart 2000 ABN AMRO Holding N.V.
Raad van Bestuur Stichting Administratiekantoor ABN AMRO Holding
Het Bestuur
117
Bericht van de Centrale Ondernemingsraad De Centrale Ondernemingsraad (COR) was in 1999 op diverse manieren bij de gang van zaken in de bank betrokken. Zij werd tijdig in kennis gesteld van de voorgenomen benoeming van mr. J.Ch.L. Kuiper en mr. R.W.J. Groenink tot lid respectievelijk voorzitter van de Raad van Bestuur, alsmede van de voorgenomen benoeming van Baron D.R.J. de Rothschild tot lid van de Raad van Commissarissen. In goed overleg met de voorzitter van de Raad van Commissarissen en de bestuurder heeft de COR mevrouw L.S. Groenman voorgedragen als lid van de Raad van Commissarissen. De COR zal zich blijven inzetten voor een evenwichtige samenstelling van de Raad van Commissarissen. De COR heeft zeven keer volgens rooster met de bestuurder vergaderd, waarbij steeds een of meer leden van de Raad van Commissarissen aanwezig waren. Op de agenda hebben advies- en instemmingsaanvragen over een breed scala van onderwerpen gestaan. De COR heeft door zakelijke discussie invloed op de besluitvorming uitgeoefend. Vermeldenswaard zijn de volgende onderwerpen: ◆ TARGET: de compensatieregeling voor het werken op erkende feestdagen als gevolg van de invoering van een internationaal betalings- en clearingsysteem; ◆ ANW-hiaat: de nieuwe bedrijfscollectieve regeling naar aanleiding van de gewijzigde Algemene Nabestaandenwet; ◆ Bouwfonds: positief advies inzake de voorgenomen strategische samenwerking met N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten; ◆ BMW: de ondersteuning van het voornemen om binnen het bedrijfsmaatschappelijk werk onderscheid tussen eerste- en tweedelijnszorg te maken. In twee vergaderingen is de voorzitter van de Raad van Bestuur uitvoerig ingegaan op vragen naar aanleiding van het jaarverslag 1998 en de halfjaarcijfers 1999. De COR
118
spreekt zijn waardering uit over de openheid die daarbij is betracht. Met een gezamenlijke publicatie van de COR en de onderliggende ondernemingsraden is, gezien de vele positieve reacties daarop uit het land, een belangrijke stap gezet om de betrokkenheid van medewerkers van de bank te verhogen. De rol van het vertegenwoordigend overleg bij de implementatie van het in het Sociaal Statuut vastgelegde mobiliteitsbeleid is vooral gericht op stimulering van het bewustwordingsproces bij medewerkers van de bank. In de resterende maanden van de huidige zittingsperiode tot maart 2001 wil de COR een basis leggen voor een verdere professionalisering van het overlegproces en de daarbij betrokken afdelingen. De COR verwacht dat bij de eventuele totstandkoming van een CAO op ondernemingsniveau een grotere rol voor het vertegenwoordigend overleg is weggelegd. De COR spreekt namens alle onderliggende ondernemingsraden zijn waardering uit voor de sfeer van wederzijds vertrouwen waarin het overleg met de bestuurder is gevoerd. Voorts worden de regelmatige contacten met leden van de Raad van Commissarissen als stimulerend ervaren.
Centrale Ondernemingsraad
Informatie over het aandeel ABN AMRO Koersperformance januari 1999 tot en met december 1999 (in euro’s) (AEX index herleid tot koers gewoon aandeel ABN AMRO Holding N.V. per 4 januari 1999) 30
25
20
15
10
5
0 jan
feb
mrt
apr
mei
juni
juli
aug
sept
okt
nov
dec
ABN AMRO Holding N.V. Amsterdam AEX
Beursnoteringen De gewone aandelen ABN AMRO Holding N.V. zijn genoteerd op de beurzen van Amsterdam, Brussel, Düsseldorf, Frankfurt, Hamburg, Londen, New York, Parijs, Singapore en de Zwitserse beurs. Op de New York Stock Exchange zijn de aandelen beschikbaar in de vorm van American Depositary Receipts (ADR’s), waarbij één ADR één gewoon aandeel vertegenwoordigt. Het totaal aantal uitgegeven ADR’s bedroeg ultimo 1999 19.997.080 (1998: 16.922.440).
Maatschappelijk kapitaal (in guldens)
1 4.000.000.000 1.000.000.000 100.000.000
prioriteitsaandeel gewone aandelen preferente aandelen converteerbare preferente aandelen
van van van
NLG 5,– NLG 1,25 NLG 5,–
van
NLG 5,–
5,00 5.000.000.000,00 5.000.000.000,00
500.000.000,00
10.500.000.005,00
De certificaten voor preferente aandelen alsmede de converteerbare preferente aandelen zijn genoteerd op de AEX-Effectenbeurs.
Ontwikkeling van aandelenkapitaal In 1999 is het aantal uitstaande gewone aandelen met 27,4 miljoen toegenomen van 1.438,1 miljoen tot 1.465,5 miljoen. Deze stijging was het gevolg van stockdividenden (22,4 miljoen aandelen), de uitoefening van personeelsopties (3,8 miljoen aandelen), de conversie van converteerbare preferente aandelen (1,1 miljoen aandelen) en het weer
Geplaatst kapitaal per 31 december 1999 (in guldens)
1 1.468.159.769 362.503.010 1.420.089
prioriteitsaandeel gewone aandelen preferente aandelen converteerbare preferente aandelen
van van van
NLG 5,– NLG 1,25 NLG 5,–
van
NLG 5,–
5,00 1.835.199.711,25 1.812.515.050,00
7.100.445,00
3.654.815.211,25
119
in omloop brengen van ingekochte eigen aandelen (0,9 miljoen aandelen). Het gemiddelde aantal uitstaande aandelen bedroeg 1.451,6 miljoen (1998: 1.422,1 miljoen). In de berekening tellen de in de loop van het jaar uitgegeven aandelen tijdsevenredig mee, met uitzondering van de gewone aandelen die uit conversie van converteerbare preferente aandelen voortkomen. Deze worden meegeteld vanaf het begin van het jaar waarin conversie plaatsvindt. Als gevolg van de hiervoor genoemde conversie nam het aantal uitstaande converteerbare preferente aandelen af tot 1,4 miljoen. Het aantal uitstaande preferente aandelen bleef ongewijzigd 362,5 miljoen. Personeelsopties geven recht op de in onderstaande tabel genoemde aantallen gewone aandelen.
Uitstaande rechten per 31 december 1999 (aantallen in duizenden) Uitoefenperiode
Personeels-
Gemiddelde
opties
uitoefenprijs
tot en met
(in euro’s)
2000 2001 2002 2003 2004
905
7,19
2.827
10,93
7.557
16,58
15.096
22,55
7.921
20,19
34.306
19,33
Bij volledige uitoefening van de personeelsopties en de rechten uit converteerbare preferente aandelen kan het aantal gewone aandelen met 40 miljoen ofwel 2,73% van het ultimo 1999 aantal uitstaande gewone aandelen toenemen.
Dividendbeleid Zowel het interim- als het slotdividend wordt, naar keuze van de aandeelhouder, geheel in contanten danwel geheel in gewone aandelen
120
ten laste van de agioreserve uitgekeerd. De bank zal, afhankelijk van de vermogensbehoefte, het contante dividend danwel het stockdividend kunnen stimuleren. Voor het slotdividend zal de keuzeperiode pas na de dag van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders aanvangen. Bij keuze voor uitkering in aandelen dienen de aandeelhouders hun stockdividendrechten gelijktijdig met de opgave van hun keuze te leveren aan het ABN AMRO Verwisselkantoor. Derhalve zal geen officiële notering van en handel in stockdividend plaatsvinden.
Certificaten van preferente aandelen en converteerbare preferente aandelen Ultimo 1999 stonden 362,5 miljoen certificaten van preferente aandelen van NLG 5,– nominaal uit. Jaarlijks wordt een contant dividend van 9,5 procent (EUR 0,21555 ofwel NLG 0,475) van het nominaal bedrag van NLG 5,– uitgekeerd. Per 1 januari 2001 en vervolgens iedere 10 jaar nadien zal het dividendpercentage worden aangepast aan het alsdan bepaalde gemiddelde effectieve rendement van de vijf langstlopende staatsleningen, verhoogd met een opslag van minimaal een kwart procentpunt en maximaal één procentpunt, afhankelijk van de dan geldende marktomstandigheden. Per 31 december 1999 stonden nog 1,4 miljoen converteerbare preferente aandelen van NLG 5,– nominaal uit. Jaarlijks wordt een contant dividend van 6% (EUR 1,71529 ofwel NLG 3,78) uitgekeerd over het bij uitgifte gestorte bedrag van EUR 28,58815 (NLG 63,–). Per 1 januari 2004 en vervolgens iedere 10 jaar nadien zal het dividendpercentage worden aangepast aan het alsdan bepaalde effectieve rendement van staatsleningen met een (resterende) looptijd van 9 tot 10 jaar, eventueel verhoogd met een opslag of afslag van maximaal één procentpunt. De converteerbare preferente aandelen zijn converteerbaar in vier gewone aandelen met een nominale waarde van NLG 1,25 onder bijbetaling van
Historisch overzicht dividend gewone aandelen (in euro’s) Volledig in
óf
Contant
contanten
plus aandelen als %
Aantal nieuwe
Uitkerings-
van de nominale waarde
aandelen (x 1.000)
percentage
Interimdividend 1992 Slotdividend 1992 Interimdividend 1993 Slotdividend 1993 Interimdividend 1994 Slotdividend 1994 Interimdividend 1995 Slotdividend 1995 Interimdividend 1996 Slotdividend 1996 Interimdividend 1997 Slotdividend 1997 Interimdividend 1998 Slotdividend 1998
0,16
0,06
2% gewone aandelen
21.668
0,17
0,05
2% gewone aandelen
22.364
0,16
0,03
2% gewone aandelen
22.940
0,18
0,05
2% gewone aandelen
23.499
0,17
0,04
2% gewone aandelen
13.316
0,20
2,9% gewone aandelen
23.961
0,18
2,3% gewone aandelen
11.074
0,23
2,2% gewone aandelen
10.453
0,20
1,9% gewone aandelen
8.968
0,27
1,6% gewone aandelen
14.697
0,24
1,4% gewone aandelen
11.882
0,30
1,3% gewone aandelen
13.058
0,27
1,4% gewone aandelen
13.451
0,30
1,4% gewone aandelen
14.045
Interimdividend 1999
0,30
1,2% gewone aandelen
8.339
EUR 3,17646 (NLG 7,–) per te converteren aandeel. De conversieperiode loopt van 1 januari 1994 tot en met 31 oktober 2003.
Financiële doelstellingen Nettowinst
gemiddelde jaarlijkse groei van ten minste 12,5%
Winst per aandeel
gemiddelde jaarlijkse groei van ten minste 10%
Rendement op eigen vermogen
18% gebaseerd op Nederlandse GAAP
51,9
47,3
46,9
46,8
45,4
45,5
46,9
Marktkapitalisatie (ultimo, in miljoenen euro’s)
Gewone aandelen Preferente aandelen Converteerbare preferente aandelen
1999
1998
1997
36.345
25.771
25.195
877
928
1.003
131
120
144
37.353
26.819
26.342
De overige financiële doelstellingen zijn: ◆ verbetering van de efficiencyratio door aansturing per line of business; ◆ een ruim surplus aan solvabiliteit boven de door de Nederlandsche Bank gestelde normen; ◆ sterke credit ratings, ten minste AA; ◆ uitkeringspercentage voor het gewone dividend tussen 45% en 50%.
121
Geografische spreiding gewone aandelen ABN AMRO
Kerncijfers gewone aandelen (in euro’s) 1999
Slotkoersen: ◆ Hoog ◆ Laag ◆ Ultimo Nettowinst per aandeel 1 Winst per aandeel na volledige verwatering Uitkeringspercentage 2 Dividend per aandeel Dividendrendement in % (ultimo) Intrinsieke waarde per aandeel (ultimo) Koers / winst-verhouding (ultimo) Koers / intrinsieke waarde in %
1998
1997
25,00
25,00
23,23
16,40
12,62
12,30
24,80
17,92
17,92
1,72
1,23
1,20
1,71
1,22
1,19
46,5
46,9
45,5
0,80
0,58
0,54
3,2
3,2
3,0
7,59
6,85
7,71
Het aantal gewone aandelen ABN AMRO dat in handen van buitenlandse beleggers is, bedraagt circa 42%. De belangrijkste geografische concentraties buiten Nederland zijn het Verenigd Koninkrijk (ongeveer 16%) en de Verenigde Staten (ongeveer 8%). Institutionele beleggers bezitten circa 80% van het totaal aantal uitstaande gewone aandelen.
Geografische spreiding wereldwijd
14,4
14,6
15,0
326,7
261,6
232,4
1. Berekend op basis van het gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen en
gecorrigeerd voor kapitaaluitbreidingen. 2. Verhouding tussen dividend en nettowinst per aandeel.
1999
Europa: 90,0% Verenigde Staten: 8,0% Afrika/Australië/Azië: 0,2%
Dagomzet gewone aandelen in 1999
Onbekend: 1,8%
(aantallen in duizenden, dubbeltelling)
AEX-Effectenbeurs
NYSE (ADRs)
30.057
284
Geografische spreiding Europa
Hoog Laag Gemiddeld
1.439
8
9.138
58
Dagomzet preferente aandelen in 1999 op de AEX-Effectenbeurs
1999
(aantallen in duizenden, dubbeltelling)
Nederland: 64% Verenigd Koninkrijk: 16%
Certificaten van
Converteerbare
preferente aandelen
preferente aandelen
2.523
77
Duitsland: 5% België: 4% Luxemburg: 4%
Hoog Laag Gemiddeld
120
122
Zwitserland: 3% Overig: 4%
12 2
Grootaandeelhouders Grootaandeelhouders (in procenten) De genoemde instellingen hebben op basis van de Wet Melding Zeggenschap meegedeeld het volgende kapitaalbelang in ABN AMRO Holding N.V. te bezitten. De belangen zijn weergegeven als percentages van het totaal aantal geplaatste gewone aandelen en certificaten van preferente aandelen per ultimo 1999. De certificaten van preferente aandelen worden uitgegeven door de Stichting Administratiekantoor ABN AMRO, die ultimo 1999 362.466.011 preferente aandelen (99.9%) in administratie hield.
Indexen
AEX MSCI Banking Index FTSE Euro Top 100 FTSE Euro Top 300
DJ Euro Stoxx 50 CBS Index S&P Euro Index FTSE Euro Star Index
Kalender 2000 ◆
◆ ◆ ◆ ◆
◆
18 april 10 mei
Publicatie jaarverslag Aandeelhoudersvergadering 12 mei Ex-dividendnotering 11 mei - 24 mei Keuzeperiode 24 mei (na beurs) Vaststelling stockkoers 29 mei Betaalbaarstelling slotdividend 1999 17 augustus Bekendmaking halfjaarcijfers 2000
Kalender 2001 ◆
22 februari
◆
10 mei
◆
16 augustus
(Certificaten van)
preferente aandelen
,
Aegon N.V. Fortis N.V. Delta Lloyd Leven ING Groep N.V. Rabobank Nederland Zonnewijser (beleggingsfonds)
1,07
16,30
0,71
10,33
0,14
9,90
19,27
17,64
0,15
10,31 12,22
Credit ratings
Het gewone aandeel ABN AMRO Holding N.V. is opgenomen in de volgende wereldwijde indexen:
◆
Gewone aandelen
Lang
Moody's S&P FitchIBCA Bankwatch
Kort
Aa2
P-1
AA
A-1+
AA
A1+
AA
TBW-1
In verband met de notering van de gewone aandelen aan de New York Stock Exchange publiceert ABN AMRO ook een rapport dat voldoet aan de regels die door de Securities and Exchange Commission (SEC) zijn gesteld. Exemplaren van deze zogenoemde 20-F rapporten zijn, in een beperkte oplage, verkrijgbaar via de afdeling Investor Relations. Investor Relations F.J.M. Bedaux, mw. drs. I.J.M. Bergervoet, drs. R.J. Jansen tel.: +31 (0)20 6287835 fax: +31 (0)20 6287837 e-mail:
[email protected] website: www.abnamro.com/investorrelations
Bekendmaking jaarcijfers 2000 Aandeelhoudersvergadering Bekendmaking halfjaarcijfers 2001
123
Verklarende woordenlijst
ADR American Depositary Receipt: in de VS verhandelbare certificaten van aandelen die aandelen van buitenlandse ondernemingen vertegenwoordigen. Asset Management Het professionele beheer, inclusief beleggingsfondsen, van vermogens van particulieren en instituten gericht op het realiseren van een optimaal beleggingsresultaat. Balansbeheer Strategisch beheer van de activa en passiva van de bank ten aanzien van rente- en valutarisico, liquiditeit en solvabiliteit. BIS Bank voor Internationale Betalingen opgericht in 1930 met het hoofdkantoor in Bazel. De belangrijkste taken zijn het stimuleren van de samenwerking tussen Centrale Banken en het assisteren in internationale betalingen. De BIS geeft tevens aanbevelingen aan banken en regelgevende instanties op het gebied van risicobeheer, solvabiliteit en de informatieverstrekking omtrent financiële derivaten. BIS-ratio Solvabiliteitsratio gebaseerd op het naar risico gewogen balanstotaal van de bank. DNB stelt als minimumpercentage een norm van 8%. Bookrunner Hoofd van een effectensyndicaat die de inschrijving, toewijzing en na-markt regelt voor alle syndicaatsleden. Commercial bank Bank die tot hoofdtaak heeft het aantrekken van spaargelden en deposito’s en het uitzetten van deze middelen in de vorm van kredieten aan overheden, bedrijven en particulieren.
Commercial Paper Waardepapier met een looptijd van 1 tot 12 maanden uitgegeven door grote ondernemingen. Corporate finance Activiteiten op het gebied van fusies, acquisities, privatiseringen, adviesdiensten en origination van emissies. Credit Rating Het door een rating agency in een letter/cijfercombinatie weergegeven oordeel omtrent de kredietwaardigheid van een land, bedrijf of instelling. Derivaten Financiële instrumenten waarvan de waarde een afgeleide is van de prijs van een of meer onderliggende waarden (valuta, effecten of indices etc.). E-commerce Verstrekking van informatie, levering van diensten en producten en uitvoering van betalingen via elektronische kanalen. Emerging markets Financiële markten in opkomende economieën met een bovengemiddeld groeipotentieel vooral in Azië en Zuid-Amerika. Eurobonds Internationale obligaties luidend in een andere valuta dan die van de lokale markt. GAAP Generally Accepted Accounting Principles. Verslaggevingsregels. Gap-analyse Methode voor berekening en beheersing van het renterisico. De gap is het verschil tussen de contractuele rentetypische looptijden van activa en passiva gedurende een bepaalde periode, en vormt het renteherzieningsrisico. Geldmarktrente Rente voor een 1 tot 12 maands periode.
124
Goodwill Het vermogen van een onderneming tot het behalen van extra winst. Het zijn immateriële activa die meestal te danken zijn aan een voorsprong van het bedrijf op de markt en/of in kennis en organisatie. Investment banking Activiteiten op het gebied van effecten en corporate finance. Joint venture Samenwerkingsverband tussen twee of meer juridisch los van elkaar staande bedrijven. Kredietequivalent De som van de kosten van vervangende transacties (indien tegenpartijen hun verplichtingen niet nakomen) en het potentiële toekomstige kredietrisico, zijnde een opslagpercentage op de hoofdsom van het contract. Het opslagpercentage is afhankelijk van de aard en de resterende looptijd van het contract. LDC Less Developed Country. Land waarvan de economie wordt gekenmerkt door een laag nationaal inkomen, snelle groei van de bevolking en werkloosheid alsmede afhankelijkheid van goederenexport. Liquiditeitsrisico Risico dat een positie niet snel tegen marktconforme prijs kan worden afgewikkeld. Marktrisico Risico samenhangend met fluctuaties in beurskoersen en/of rentevoeten. Mezzanine financiering Financiële instrumenten zoals achtergestelde leningen en preferente aandelen die de kern vormen van een gemengde financieringsstructuur bestaande uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen.
Mismatch Verschil in rentetypische looptijd van activa en passiva. Multidistributie-platform Concept waarbij de cliënt via alle beschikbare distributiekanalen met de bank kan communiceren en transacties kan verrichten. De cliënt heeft 24 uur per dag, 7 dagen per week toegang tot alle producten en diensten van de bank en de bank heeft op ieder moment en via ieder distributiekanaal inzicht in alle communicatie en transacties van een cliënt met de bank. Naar risico gewogen activa Het balanstotaal berekend op basis van de risicograad van de onderscheiden balansposten. Notional amounts Omvang van de onderliggende waarde van financiële derivatencontracten. Opties (aandelen en valuta) Contractueel recht om een vastgestelde hoeveelheid van een bepaalde onderliggende waarde te kopen (call-optie) c.q. te verkopen (put-optie) tegen een van te voren vastgestelde prijs gedurende een bepaalde periode of op een bepaalde datum. OTC Over-the-counter: handel in effecten die niet plaatsvindt op een officiële beurs en niet gebonden is aan een bepaalde plaats of tijd. Preferent aandeel Een aandeel dat per boekjaar bij voorrang aan de houder ervan recht geeft op een vast dividend. Private banking Richt zich op de ontwikkeling en uitvoering van het beleid ten aanzien van vermogende relaties en kleine/ middelgrote institutionele beleggers. Projectfinanciering Financiering van grootschalige projecten voor de sectoren olie en gas, elektriciteit, telecommunicatie, chemie en infrastructuur.
Renterisico De mate waarin fluctuaties in de lange en de korte rente een negatief effect hebben op het resultaat van de bank.
Tier 1 ratio Kernvermogen van de bank uitgedrukt als percentage van het naar risico gewogen balanstotaal. DNB stelt als norm minimaal 4%.
Repo Transactie waarbij effecten tijdelijk worden verkocht voor handels- of liquiditeitsdoeleinden en op een vooraf bepaalde datum tegen een vooraf bepaalde prijs weer worden teruggekocht.
Treasury Is verantwoordelijk voor alle geldmarkt- en valutaoperaties. Trustbedrijf Er wordt vermogen toevertrouwd aan een trustee, die dat vermogen beheert.
Risicodragend vermogen Belegging in het risicodragend kapitaal van bedrijven voor rekening en risico van de bank.
Universal bank Bank die zich bezighoudt met zowel commercial banking als investment banking.
Scenarioanalyse Methode voor berekening en beheersing van onder meer het renterisico. Op basis van verschillende scenario’s van toekomstige wijzigingen in de marktrente, wordt het rentesaldo ingeschat.
Value-based management Management gericht op de vergroting van waardecreatie, dat is gedefinieerd als groei in combinatie met stijgende opbrengsten die de kapitaalkosten overtreffen.
Securitisatie Herstructurering van kredieten in de vorm van verhandelbare effecten.
Valutarisico Het prijsrisico samenhangend met de wijziging van koersen in vreemde valuta.
Solvabiliteit Maatstaf voor het financiële weerstandsvermogen van een onderneming, veelal uitgedrukt in het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal of – voor banken – in de BIS-ratio.
Valutatermijnaffaires Contract waarbij de koper op een vastgelegde datum valuta tegen een van te voren vastgestelde wisselkoers koopt.
Spread (effectenhandel op nettobasis) Het tegelijkertijd houden van een long-positie in een bepaalde optieklasse en een short-positie in een of meer andere series van dezelfde optieklasse. Structured Finance Richt zich wereldwijd op kredietverlening in gespecialiseerde product/ marktcombinaties, ontwikkeling en marketing van complexe financiële constructies, exportfinanciering van kapitaalgoederen en grote projectfinanciering. Swaps Renteswap: periodieke uitwisseling van rentebedragen gedurende een vooraf vastgestelde termijn. Valutaswap: uitwisseling van rentebedragen en hoofdsommen in verschillende valuta tegen een vooraf overeengekomen verhouding tussen de valuta.
125
Vermogenswaarde per aandeel Waarde van alle activa van een bedrijf minus vreemd vermogen, gedeeld door het aantal uitstaande aandelen. Volatiliteit Een statistische maatstaf voor de mate waarin marktprijzen in de tijd fluctueren. Warrant Papier dat de houder ervan recht geeft om gedurende een bepaalde tijd en tegen een vooraf vastgestelde koers een overeengekomen aantal effecten te verwerven. Yieldcurve Rentestructuur, weergevend het rentepercentage per rentetypische looptijd.