Kalenderjaarrek Inholland 2012 K derjaarrekening land 2012 Kalend Stichting jaarrekening Inh Hoger Onderwijs 2012 Kalenderja Nederland kening Inholland Kalenderjaarrek Inholland 2012 K derjaarrekening Kalenderjaarrekening 2012
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Stichting Hoger Onderwijs Nederland Kalenderjaarrekening 2012
Den Haag,
10 april 2013
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 1 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Inhoudsopgave 1.
Verslag Raad van Toezicht ......................................................................................3
2.
Verslag College van Bestuur ...................................................................................6
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15 2.16
Bestuurlijk ...................................................................................................................6 Onderwijs .................................................................................................................12 Personeel .................................................................................................................19 Management Control Systeem, Doelmatigheid en Risicomanagement .....................22 Financiële kerngegevens ..........................................................................................23 De financiële verantwoording....................................................................................24 Toelichting op de financiële cijfers t.o.v. het vorige kalenderjaar...............................24 Studenten .................................................................................................................29 Holding Inholland B.V. ..............................................................................................31 Samenwerkingsinstituut Kweekschool voor Vroedvrouwen.......................................32 Stichting HBO Suriname ...........................................................................................32 Treasurybeleid..........................................................................................................33 Risicoparagraaf ........................................................................................................35 Notitie Helderheid .....................................................................................................38 Bevestiging bij de jaarrekening .................................................................................41 Tot slot .....................................................................................................................41
3.
Jaarrekening ...........................................................................................................42
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15
Geconsolideerde balans per 31 december 2012.......................................................42 Geconsolideerde staat van baten en lasten 2012 .....................................................43 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2012 ................................................................44 Waarderingsgrondslagen..........................................................................................45 Toelichting op de geconsolideerde balans ................................................................53 Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen...............................................63 Financiële instrumenten............................................................................................64 Overzicht verbonden partijen ....................................................................................66 Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten ...................................68 Enkelvoudige balans per 31 december 2012 ............................................................76 Enkelvoudige staat van baten en lasten 2012...........................................................78 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening ............................................................79 Controleverklaring ....................................................................................................81 Gebeurtenissen na balansdatum ..............................................................................83 Bestemming resultaat ...............................................................................................83
4.
Bijlagen ...................................................................................................................84
4.1 4.2 4.3
Specificatie posten VWS ..........................................................................................84 Specificatie posten OCW ..........................................................................................84 Gegevens van de rechtspersoon ..............................................................................85
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 2 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
1. Verslag Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is in 2012 nauw betrokken geweest bij de stappen die het College van Bestuur in de richting van een ander Inholland zet: de ontwikkeling van de instroomcijfers, de stand van zaken rond de vier (en vanaf de zomer twee) onder curatele gestelde opleidingen, de reorganisatie, de overeenkomst met Inholland Suriname en tot slot het hoofdlijnenakkoord en de hieruit voortvloeiende prestatieafspraken zijn regelmatig terugkerende gespreksonderwerpen. De Raad van Toezicht is vanaf het voorjaar nauw aangesloten op het traject ‘portfoliorationalisatie’ en geeft eind november groen licht voor het starten van het traject. Met dit samenhangend pakket maatregelen wordt invulling gegeven aan zowel het Strategisch Programma als aan de bedrijfseconomische noodzaak om de portefeuille van opleidingen financieel robuuster te maken. De Raad van Toezicht heeft veel aandacht voor de verbetering van de kwaliteit van onderwijs en onderzoek en volgt de uitwerking van het eind 2011 vastgestelde Strategisch Programma nauwgezet. De Raad van Toezicht keurt de jaarrekening 2011 en de begrotingen 2011-2012 en 2012-2013 goed en stelt het huishoudelijk reglement van de Raad van Toezicht alsmede het rooster van aftreden van de Raad van Toezicht vast met als uitgangspunt dat na de benoeming tweemaal kan worden herbenoemd. Hiermee wordt de continuïteit van de Raad van Toezicht op de langere termijn geborgd. De Raad van Toezicht vergadert regelmatig op de verschillende vestigingen en laat zich ter plekke door de betreffende vestigingsdirecteur bijpraten en rondleiden. Op die manier krijgt de Raad van Toezicht een beter beeld van de hogeschool in brede zin. Eind 2012 wordt op verzoek van de Raad van Toezicht een zelfevaluatie van het functioneren van de Raad van Toezicht gestart. Doel is het functioneren van de Raad van Toezicht in haar eerste jaar onder de loep te nemen. In december 2011 benoemt de Raad van Toezicht dr. M.J.W.T. Nollen als lid van het College van Bestuur. Hij volgt per 1 maart mr. H.J. Rutten op. Per 1 april 2012 benoemt de Raad van Toezicht vervolgens drs. H. de Deugd als lid van het College van Bestuur. In april wordt D. Terpstra tot medio 2014 herbenoemd tot voorzitter van het College van Bestuur omdat de Raad van Toezicht een voltallige bestuurswisseling ongewenst acht in een fase die vraagt om bestuurlijke stabiliteit en continuïteit. De Raad van Toezicht komt in 2012 zes keer bijeen in een reguliere vergadering. De onderwijscommissie vergadert twee keer; de auditcommissie drie keer en de remuneratiecommissie komt tweemaal bijeen: de commissie bespreekt met het voltallige College van Bestuur de prestatieafspraken voor 2013 en met elk collegelid wordt een bilateraal gesprek gehouden. En ten slotte heeft de Raad van Toezicht tweemaal overleg gevoerd met de Hogeschool Medezeggenschapsraad (HMR).
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 3 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
De Raad van Toezicht vanaf 1 januari 2012 H.W. Breukink (voorzitter) Functie: commissaris ING Group, Haagwonen, Nieuwe Steen Investments, Brink Groep, voorzitter Raad van Commissarissen Heembouw Holding B.V., voorzitter Raad van Toezicht Omring Benoeming: 1 juli 2011 tot en met 1 juli 2015
M.F. Andriessen Functie: interimbestuurder en adviseur Nevenfuncties: - Instellingsauditor NVAO en FIBAA - Voorzitter bestuur NVVE - Voorzitter Raad van Toezicht Blijfgroep - Voorzitter bestuur CEC - Voorzitter bezwaarcommissie NALL - Lid Raad van Toezicht Adviesraad VOvA - Lid Bestuur Klein Pompei Benoeming: 1 december 2011 tot en met 1 december 2015
L.E.C. van der Sluis Functie: Hoogleraar Strategisch Talent Management, Nyenrode Business Universiteit Nevenfuncties: - Lid Raad van Toezicht ROC Leiden - Buitengewoon hoogleraar North-West University, Vanderbijlpark, Zuid-Africa - Vakgroepvoorzitter Leadership & Management Development, Nyenrode Business Universiteit - Lid Jury Logistiek Manager van het Jaar Benoeming: 1 december 2011 tot en met 1 december 2015 K. van der Steenhoven Functie: waarnemend SG van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Nevenfuncties: - Voorzitter Raad van Toezicht Het Nieuwe Instituut te Rotterdam - Lid Raad van Toezicht CVO te Rotterdam Benoeming: 1 december 2011 tot en met 1 december 2015
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 4 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
H.J. Rutten Functie: interim-lid College van Bestuur Hogeschool Inholland (tot 1 maart 2012), lid College van Bestuur ROC Midden Nederland (vanaf 1 april 2012) Nevenfuncties: - Voorzitter RvC Parnassia Groep (GGZ Randstad) - Voorzitter RvC SPF Beheer (uitvoering Spoorweg Pensioenfonds e.a.) - Voorzitter Stichting Studielink (student inschrijving hoger onderwijs) Benoeming: 1 april 2012 tot en met 1 april 2016 Samenstelling Onderwijscommissie M.F. Andriessen (voorzitter) L.E.C. van der Sluis Samenstelling Auditcommissie K. van der Steenhoven (voorzitter) H.J. Rutten Samenstelling Remuneratiecommissie H.W. Breukink (voorzitter) L.E.C. van der Sluis
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 5 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
2.
Verslag College van Bestuur
2.1
Bestuurlijk
Voor Hogeschool Inholland is 2012 een jaar waarin het portfolio nader is ingevuld en richting gegeven is aan een nieuw waarde(n)vol Inholland. Een jaar waarin na het roerige 2010 en 2011 een voltallige nieuwe Raad van Toezicht is geïnstalleerd en waarin het interim-College van Bestuur plaats maakt voor een College van Bestuur dat voor een aantal jaren benoemd wordt. Een jaar ook waarin de in 2011 in gang gezette ontwikkelingen vorm moeten krijgen en waarin Inholland de keuze maakt voor profilering op waarde(n)vol onderwijs. Het eind 2011 vastgestelde Strategisch Programma wordt vertaald in ambities ten aanzien van de onderwijsprestaties en het profiel van de toekomst. De in september 2011 afgekondigde reorganisatie krijgt zijn beslag en dat betekent een afscheid van een groot aantal collega’s. 2012 is ook het jaar waarin de vier in 2011 onder vuur liggende opleidingen (BE, CE, VTM en MEM) worden beoordeeld. Voorjaar 2012 start het traject ‘portfoliorationalisatie’: een samenhangend pakket maatregelen om invulling te geven aan zowel het Strategisch Programma als aan de bedrijfseconomische noodzaak om het portfolio financieel robuuster te maken. Tot slot is 2012 het jaar waarin alles op alles wordt gezet om de in 2011 sterk gedaalde instroom weer op peil te brengen. Inholland is van nature een open hogeschool met oog voor elkaar en voor elkaars waarden. Studenten zijn divers in achtergrond, vooropleiding en in hun doelen voor de toekomst. Inholland staat open voor iedere aankomende student die de capaciteit en de ambitie heeft binnen nominale duur zijn studie af te ronden. Studenten krijgen het onderwijs dat bij ze past. Er is structuur mogelijk voor wie daar behoefte aan heeft en ruimte voor extra uitdagingen voor wie dat zoekt, bijvoorbeeld in een internationale context. Ongeacht de verscheidenheid van onze studentenpopulatie hebben studenten hun ambities gemeen: heldere en hoogwaardige ambities ten aanzien van hun opleiding bij Inholland en hun persoonlijke ontwikkeling. Inholland kiest voor een scherp onderwijs- en onderzoeksprofiel. Onderwijs en onderzoek staan centraal: meer docenten per student, professionalisering van docenten en uitstekende ondersteuning. Uitgangspunt is een structureel kleinere hogeschool: kwaliteit gaat voor kwantiteit. De organisatie komt in dienst van het onderwijs en dat betekent een totale ommekeer. Strategisch Programma en prestatieafspraken In het Strategisch Programma wordt de nieuwe koers helder uiteengezet: anders dan voorheen wordt samenwerking en verbinding gezocht. Dat wordt het andere Inholland: een netwerkhogeschool die een betrouwbare partner is in een snel veranderende omgeving. Deze lijn sluit naadloos aan bij het beleid van het ministerie van OCW. Staatssecretaris Zijlstra wil in 2012 in het kader van een hoofdlijnenakkoord prestatieafspraken sluiten met hogescholen. Op 5 mei stuurt Inholland het document ‘Presteren in Verbinding’ naar de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek; de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek beoordeelt de door Inholland ingediende prestatieafspraken in september als ‘zeer goed’ en op 1 november worden de afspraken getekend door de staatssecretaris van Onderwijs. Met de prestatieafspraken geeft Inholland vorm aan haar toekomst door zich op een aantal hoofdthema’s te profileren. Speerpunten zijn met name de creatieve economie, de gezonde samenleving en een duurzame, ‘biobased’, groene economie. Om tot goed onderwijs te komen, zal het onderwijs waar mogelijk versterkt worden door samenwerking. Afbouw wordt niet
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 6 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
uitgesloten als het kwaliteitsperspectief op termijn niet gevonden kan worden. Inholland neemt afscheid van het idee van versterken door concurreren. ‘Samenwerken is het nieuwe concurreren’ wordt het devies. De prestatieafspraken worden nader vormgegeven in onder meer de jaarplannen van de domeinen en door interne monitoring van de uitvoering van de prestatieafspraak. Alle opleidingen doen daaraan mee. Daar waar de hogeschool ook nadrukkelijk de verbinding met externe partners centraal stelt, zal ook in dat traject sprake zijn van veelvuldige interactie met de externe partners. Het andere Inholland Op 4 september vindt de jaaropening plaats en worden de contouren van het andere Inholland helder geschetst: een Inholland dat door een diep dal is gegaan en geleerd heeft van de lessen uit het verleden. Het startsein wordt gegeven voor ‘de weg van waarde(n)vol Inholland’. De keuze voor profilering op waarde(n)vol onderwijs biedt kansen om recht te doen aan de bestaande diversiteit in de hogeschoolgemeenschap. Het andere Inholland is niet alleen een hogeschool die professionals opleidt; de complexe samenleving vraagt meer dan louter vaklieden. Professionals moeten in toenemende mate overweg kunnen met reflectie en zingevingsvraagstukken, worden geacht te kunnen denken in termen van oorzaak en gevolg. Het zijn begrippen die meer en meer aan de orde komen in een maatschappij die zich volop en fundamenteel aan het heroriënteren is. Inholland wil daar een bijdrage aan leveren als een door “waarden” gedreven hogeschool met waarde(n)vol onderwijs. Of het nu gaat om betere afspraken, je thuis voelen, een actievere houding van studenten of een persoonlijke aanpak, iedereen hier heeft zijn eigen verhaal, zijn eigen waarden waarvoor ruimte is binnen Inholland. Tijdens de jaaropening wordt ‘Wij-Inholland’ succesvol geïntroduceerd: een initiatief ter stimulans van de ambitie waarde(n)vol onderwijs. Jaarlijks kunnen maximaal vijf multidisciplinaire projecten hiervoor in aanmerking komen waarbij aanvragen worden beoordeeld op ondernemendheid, creativiteit en samenwerking met de regio Samenwerking Het streven tot samenwerken zoals verwoord in het Strategisch Programma resulteert in 2012 in het aangaan van een aantal concrete samenwerkingsovereenkomsten. Op 25 januari wordt een intentieverklaring getekend met de regio Noord-Holland Noord: gemeenten en bedrijven in de regio Noord-Holland Noord slaan de handen ineen om onderwijs en arbeidsmarkt in de regio nog intensiever met elkaar te verbinden. Hogeschool Inholland (Alkmaar) speelt daar als de belangrijkste hogeschool van de regio een grote rol in. Met de Vrije Universiteit wordt op 8 juni een convenant getekend waarin de intentie tot samenwerking wordt afgesproken. Dit convenant markeert een stap in een proces dat enkele jaren geleden is gestart en dat te zijner tijd moet uitmonden in een convenant over huisvesting en samenwerking. Op 25 juni tekenen de drie Colleges van Bestuur van Inholland, iPabo en Windesheim een intentieverklaring om te gaan samenwerken in een zogenaamde Educatieve Alliantie. Binnen deze alliantie willen zij de kwaliteit van het onderwijs gezamenlijk versterken. Centraal staat het gezamenlijk ontwikkelen van onderwijs, mét het werkveld. De lerarenopleidingen en daarmee
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 7 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
samenhangend onderzoek en dienstverlening zullen worden versterkt door bundeling van expertise en door samen met het scholenveld het onderwijs verder te ontwikkelen waarbij nauw zal worden samengewerkt met de Vrije Universiteit. In de zomer is samen met ROC van Amsterdam een start gemaakt met het opzetten van gezamenlijke faciliteiten en leerlijnen op laboratoriumonderwijs. Op de Naaldwijkstraat wordt in een gezamenlijke huisvesting gebruik gemaakt van gemeenschappelijke faciliteiten. De komende periode zal deze samenwerking inhoudelijk worden versterkt.
Accreditatie van de opleidingen Bedrijfseconomie (BE), Vrijetijdsmanagement (VTM), Media en Entertainmentmanagement (MEM) en Commerciële Economie (CE) Begin juli worden de langverwachte uitkomsten van het door de NVAO uitgevoerde onderzoek naar het al dan niet intrekken van de accreditatie van de opleidingen Bedrijfseconomie (BE), Vrijetijdsmanagement (VTM), Media en Entertainmentmanagement (MEM) en Commerciële Economie (CE) bekend. Dit onderzoek is uitgevoerd op basis van een beoordeling van de opleidingen aan de hand van het accreditatiekader. De NVAO bevestigt in haar rapportage aan de staatssecretaris dat Inholland essentiële kwaliteitssprongen heeft gemaakt. De opleidingen BE en VTM voldoen nu op grond van de 16 door de NVAO gehanteerde standaarden aan de accreditatie-eisen. Voor MEM en CE geldt dat zij voldoende scoren op 15 van de 16 standaarden. Voor standaard 16 (‘toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties’) adviseert de NVAO de staatsecretaris beide opleidingen een verbeterperiode van een jaar te verlenen ten aanzien van de borging van het onderdeel afstuderen. Benadrukt wordt overigens dat de opleidingen wel beschikken wel over een adequaat systeem van toetsing, maar nog niet in voldoende mate kunnen aantonen dat gewaarborgd wordt dat afgestudeerden de beoogde eindkwalificaties hebben gerealiseerd. De staatssecretaris neemt dit advies van de NVAO over.
Instroom Voorjaar 2012 wordt een Taskforce Instroom gestart. De Taskforce zet alles op alles om de in 2011 ingezette tendens te keren. Domeinen worden intensief ondersteund bij de voorbereiding en uitvoering van wervingsactiviteiten en er wordt succesvol geëxperimenteerd met nieuwe activiteiten die beter aansluiten bij de verwachtingen van de huidige student. Een voorbeeld is speeddating studiekeuze, waarbij de potentiele student in korte tijd kan kennismaken met een aantal studierichtingen. Voor de ouders komen er speciale voorlichtingsavonden en op bestuurlijk niveau worden contacten met het MBO geïntensiveerd. Deze inspanningen resulteren in een toename van de september instroom van 3,5% ten opzichte van de instroom in 2011 per 1 oktober. Het totaal aantal inschrijvingen is uiteraard lager dan per 1 oktober 2011, echter het aantal inschrijvingen met een langstudeerprofiel is groot. Dat leidt tot het terugbetalen van de langstudeerboete nadat vanuit de politiek werd aangegeven dat de ingediende wetswijziging van tafel werd gehaald. Wij hebben een stijging gezien bij het aantal langstudeerders en een relatieve daling in het aantal inschrijvingen met een studiehistorie van minder dan 5 jaar.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 8 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Suriname Op 1 oktober wordt een overeenkomst getekend tussen Inholland Select Studies (ISS) en de Mr. F.H.R. Lim A Po Stichting (FHR) inzake de overdracht van de zeggenschap in en beheer van Stichting Hoger Beroepsonderwijs Suriname (SHBOS). Van belang bij deze overeenkomst is dat Inholland het dossier Suriname afwikkelt op een wijze waarop er geen kwetsbaarheid ontstaat op het gebied van onderwijswetgeving en borging van de kwaliteit van het geboden onderwijs. Onderwijs en Onderzoek Het andere Inholland komt ook tot uiting in een herstructurering van het onderwijsmodel. In de nieuwe onderwijsvisie wordt afscheid genomen van de minorstructuur. De minors worden afgebouwd en in plaats daarvan komt er een steviger bachelorstructuur. De variëteit en diversiteit voor de student wordt door middel van afstudeerrichtingen georganiseerd. Tegelijkertijd staat de rol van de docent als vakbekwame professional centraal. In nieuw te vormen onderwijsteams nemen docenten binnen de teams zelf de leiding op de vormgeving en de inrichting van het onderwijs binnen de afgesproken kaders en wettelijke regelingen. Docenten krijgen dus meer professionele ruimte met als uitgangspunt dat verantwoordelijkheid genomen wordt en tegelijkertijd verantwoording wordt afgelegd over gemaakte keuzes. Daarnaast wordt een stevige onderzoeksagenda gekoppeld aan de prestatieafspraken. Veel aandacht voor praktijkgericht onderzoek zorgt niet alleen voor een kwalitatieve versterking van het onderwijs, maar legt ook een belangrijke verbinding met de omgeving en het werkveld. Praktijkgericht onderzoek helpt bij het realiseren van de maatschappelijke opdracht om betekenisvol te werken aan vraagstukken waar de samenleving mee worstelt. Portfoliorationalisatie Conform het Strategisch Programma en de met het ministerie van OCW gemaakte prestatieafspraken is het noodzakelijk het opleidingenportfolio inhoudelijk robuust en financieel toekomstbestendig te maken. Voorop staat dat studenten de best mogelijke, gedegen (kennis)basis geboden wordt om hen voor te bereiden op hun professionele toekomst. Daarnaast speelt de nadrukkelijke wens vanuit het werkveld om overzicht en helderheid te creëren in het opleidingenportfolio. Dit kan gerealiseerd worden met het aanbrengen van focus en massa in het opleidingsaanbod. Een aantal opleidingen en opleidingsvarianten wordt geherstructureerd of afgebouwd en een aantal opleidingen wordt samengevoegd tot degelijke, voor het (regionale) werkveld herkenbare bredere opleidingen. Voorbeelden zijn de te vormen brede bachelor Business Management en het Inholland International College. Daarnaast is er de absolute noodzaak om Inholland financieel solide te houden. De financiële gevolgen van de in studiejaar 2011-2012 sterk verminderde instroom zullen adequaat opgevangen moeten worden. Het sluiten van de desbetreffende opleidingen heeft geen effect voor zittende studenten. Wel zullen er gevolgen zijn voor de omvang van de personele formatie van de domeinen / opleidingen die het betreft. In de periode 2013-2017 zal dan ook reductie plaatsvinden van arbeidsplaatsen van 200 fte. Het College van Bestuur neemt op 29 november een voorgenomen besluit over de start van het traject portfoliorationalisatie.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 9 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
In 2012 worden in het kader van de portfoliorationalisatie twee principebesluiten genomen om bestaande onderwijsvormen om te buigen naar een op moderner leest gestoelde variant: de introductie van de BBA en het Inholland International College. BBA Om het brede aanbod van economische opleidingen meer te structureren wordt besloten om 6 opleidingen binnen het economisch domein te clusteren tot een BBA met daaraan gekoppeld een aantal afstudeerrichtingen. Daarmee wordt een moderne 21e eeuwse variant op de HEAO neergezet. Deze ontwikkeling sluit goed aan op de wensen van het ministerie van OCW en biedt studenten een aantrekkelijke optie om de BBA-graad te verwerven. Tevens wordt met deze keuze tegemoet gekomen aan de dringende wensen vanuit het werkveld om overzicht en helderheid te creëren in het onderwijsaanbod. Inholland International College Inholland heeft een relatief groot aantal internationale studenten en kent 7 internationale (Engelstalige) opleidingen of opleidingsvarianten verspreid over 2 domeinen: International Business and Management Studies (IBMS), Marketing Management (MM), International Communication Management (ICM), International Media and Entertainment Management (IMEM), Leisure Management (LM) en Tourism and Recreation Management (TRM). In het nieuw te vormen Inholland International College worden bestaande internationale opleidingen aaneen gesmeed tot een sterkere bacheloropleiding. Hiermee kan een belangrijke bijdrage geboden worden aan een daadwerkelijk internationale leeromgeving, zowel in curriculaire, als in facilitaire zin. Ook het positioneren van de opleiding als brede bachelor, met een aantal afstudeerrichtingen sluit goed aan bij de voorstellen van de Brede Bachelor Business Administration (BBA) zoals hierboven beschreven. Reorganisatie Hogeschool Inholland gaat in 2012 niet alleen herprofileren maar ook reorganiseren. Een reorganisatie is nodig om een kwaliteitsslag te maken binnen de hogeschool. Bovendien zijn er de komende jaren door de afgenomen instroom aanzienlijk minder financiële middelen beschikbaar en wordt Inholland net als alle hogescholen getroffen door overheidsbezuinigingen. Dit alles vraagt om een forse kostenreductie. De reorganisatie beoogt een reductie van 470 voltijds arbeidsplaatsen per 1 juli 2013. Op 15 september 2011 wordt de reorganisatie formeel afgekondigd. Op 1 februari 2012 worden de formatieplannen betreffende het Onderwijs Ondersteund Personeel (OOP) voorgelegd aan de deelraden van de medezeggenschap en op 23 maart wordt het Inhollandbrede formatieplan Onderwijs Personeel (OP) de hogeschoolmedezeggenschapsraad (HMR) aangeboden. De nieuwe inrichting is erop gericht om docenten en docententeams in positie te brengen. De kwaliteit van onderwijs en onderzoek (het primaire proces) is een resultante van de kwaliteit van onderwijsgevenden en hun teams. De uitdaging is om de organisatie zodanig in te richten dat het primaire proces met beduidend minder medewerkers optimaal wordt gefaciliteerd en ondersteund. In het nieuwe Inhollandmodel resulteert dit uitgangspunt in de keus voor een indeling in drie hoofdprocessen: primair, secundair en tertiair.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 10 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Primair proces: alle werkzaamheden die nodig en noodzakelijk zijn voor het realiseren van de beoogde kwaliteit van het onderwijs en onderzoek en contractactiviteiten; Secundair proces: gestandaardiseerde en geconcentreerde vormen van directe ondersteuning aan het onderwijs, onderzoek en organisatieonderdelen; Tertiair proces: gericht op het functioneren van de instelling als geheel, het bewaken van de eenheid van beleid, het afleggen van verantwoording naar de buitenwereld over de instelling als geheel en het vervullen van de expertfunctie. Conform planning krijgen alle ondersteunende medewerkers (OOP) voor 1 juli een brief waarin wordt aangegeven of ze een plaats binnen de nieuwe organisatie krijgen. Er wordt een mobiliteitscentrum ingericht ter begeleiding van diegenen die niet geplaatst worden. Doel van dit centrum is om met behulp van training en opleiding medewerkers zoveel mogelijk van werk naar werk te begeleiden. Het College van Bestuur benoemt vervolgens begin juli de stafhoofden voor de stafafdelingen Facilitaire Zaken en Huisvesting, Informatievoorziening, Financiën en Business Control, Bestuurszaken en de nieuw te vormen stafafdeling Onderwijsbeleid bestaande uit de voormalige diensten Onderwijs en Onderzoek (O&O), Internationale Zaken (IZ) en Onderwijsaudit. Per 1 november wordt het hoofd HRM benoemd. De aansturing van de stafafdeling Communicatie zal per 1 januari 2013 wijzigen; de aansturing van ICT blijft ongewijzigd. De nieuwe organisatievorm is operationeel vanaf 1 januari 2013. Het sociaal plan loopt tot 1 juli 2013. Als gevolg van de kwalitatieve instroom is een extra taakstelling in de financiële beheersing geformuleerd. Samen met de invulling van de portfoliomaatregelen heeft dit geleid tot een reorganisatie II. Op 5 december is de aanvraag besproken met de HMR. De Raad van Toezicht heeft in november ingestemd. Middels een College van Bestuur update is deze reorganisatie aangekondigd. Aangegeven is dat deze reorganisatie niet zonder gedwongen ontslagen gerealiseerd kan worden. In december is de financiële noodzaak ervan ook met sociale partners besproken. Dit heeft begin 2013 geleid tot instemming op de aangegeven financiële taakstelling en zal in 2013 worden gevolgd door een uit te werken sociaal plan.
Ultimo 2012 is de herfinanciering van de hogeschool afgerond. Samen met de genomen personele voorziening is een stevige financiële basis gelegd voor een gezond Inholland. De uitwerking van de aangekondigde maatregelen leveren een portfolio met een gezonde financiële basis voor kwalitatief goed onderwijs. Op het gebied van de overige instellingslasten zijn vooral maatregelen genomen om de kosten voor huisvesting terug te dringen. Zo is in 2012 besloten om de locaties Hoofddorp en Amstelveen te sluiten en deze afdelingen op andere locaties in te huizen. Naast sluiten van locaties is gestart met het terugbrengen van het aantal werkplekken naar de norm en zijn ook vleugels van andere locaties (zoals Bezuidenhoutseweg in Den Haag) in de winterstand gezet, waardoor extra lasten als schoonmaak kunnen worden uitgespaard.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 11 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
2.2
Onderwijs
Verbinding als Opdracht en Ruimte voor Presteren In december 2011 heeft de hogeschool het nieuwe Strategisch Programma ‘Verbinding als Opdracht’ vastgesteld en de daarmee samenhangende onderwijsnotitie ‘Ruimte voor Presteren’. Het Strategisch Programma komt voort uit de noodzaak van een ingrijpende verandering van de hogeschool. In het Strategisch Programma worden vier nauw met elkaar samenhangende thema’s benoemd en uitgewerkt:
Kwaliteit van onderwijs en onderzoek Onderwijsgerichte bedrijfsvoering Besturingsmodel Financiële ombuigingen
Inholland kiest voor een kwaliteitsversterking die de professionele ruimte van de docent centraal stelt. Hoofduitgangspunt is dat het realiseren van kwaliteit ligt in de handen van degenen die het onderwijs uitvoeren: de individuele onderwijsprofessional en het opleidingsteam als geheel. Organisatie en processen binnen de opleiding worden zodanig ingericht dat het inhoudelijk primaat van de opleiding bij de docenten en het docententeam ligt. De professionele ankerpunten zijn leidend voor de inhoud van de opleiding. Concreet betekent het een uitwerking van de opleidingsorganisatie waarbij de wettelijke gedefinieerde commissies (examencommissie en opleidingscommissie) en de functie van curriculumontwikkeling en kwaliteitsborging van de toetsen expliciet worden georganiseerd en de interactie in de processen in de opleiding worden gedefinieerd. Daarenboven wordt de ondersteunende functie binnen de hogeschool zodanig ingericht dat deze maximaal in dienst staat van het onderwijs zelf. Het onderwijs van Inholland sluit aan bij de NVAO en Dublin descriptoren en de geformuleerde basiselementen van het HBO-niveau: een gedegen theoretische basis, onderzoekend vermogen, professioneel vakmanschap en beroepsethiek en maatschappelijke en internationale oriëntatie. Het onderwijs van Inholland richt zich op de beroepspraktijk, waarbij het oplossen van complexe problemen in de praktijk centraal staat. In het opleidingsprogramma is expliciet aandacht voor de binnen competenties te onderscheiden componenten kennis, houding en vaardigheden. Het onderwijs van Inholland legt een duidelijk accent op de noodzakelijke en gevalideerde kennisbasis, mede in relatie tot praktijkonderzoek. In alle studiejaren heeft de kenniscomponent een herkenbare plaats. Inholland biedt intensieve, uitdagende en heldere programma’s waarbij gestreefd wordt naar een hoog niveau. Specialisatiemogelijkheden krijgen vorm door gestructureerde afstudeerrichtingen. Bovendien wordt de nadruk gelegd op, naast de door de NVAO beschreven criteria voor basiskwaliteit, constructieve samenwerking met de beroepspraktijk en stevige individuele toetsen. Inholland wil studiesucces bevorderen door ondersteuning van het keuzeproces bij de instroom, door de functies van de propedeuse sterk in te vullen, onder andere door verhoging van de norm voor het bindend studieadvies, en door aandacht voor en uitdaging van alle studenten. De kanteling naar een onderwijsgedreven instelling wordt mede gerealiseerd door de in oktober 2011 ingezette, en per 1 januari 2013 gerealiseerde, reorganisatie van de hogeschool. In de
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 12 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
reductie in de omvang van het van personeelbestand zal prioriteit worden gegeven aan reductie van het onderwijsondersteunend personeel en de student/docentratio worden verbeterd. Prestatieafspraken: Presteren in verbinding In het verlengde van de Strategische Agenda Hoger Onderwijs en het eigen Strategisch Programma ‘Verbinding als Opdracht’ heeft Inholland in mei 2012 een voorstel ingediend voor het maken van een prestatieafspraak tussen de hogeschool en de Staatssecretaris van OCW. Dit voorstel is vervolgens door de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek (RCHOO) als zeer goed beoordeeld. Op basis van dit advies is de prestatieafspraak bekrachtigd. In de prestatieafspraken kiest Inholland voor een drietal zwaartepunten. Die zwaartepunten zijn: Creatieve economie, Gezonde samenleving en Duurzame techniek en Groen. Daarmee samenhangend zal Inholland, samen met andere partners, uitwerking geven aan minimaal een tweetal Centers of Expertise. Dit zijn topcentra voor onderzoek en onderwijs met een landelijke uitstraling. Het betreft het Center of Expertise Creatief/ICT en een Center of Expertise in het Agrarisch Domein. De afspraken met betrekking tot het onderwijs gaan over het verhogen van de onderwijskwaliteit, het studiesucces en het terugbrengen van de indirecte kosten. De studenttevredenheid zal worden vergroot en het aantal docenten met een masterdiploma zal in 2016 tien procent hoger liggen. In de prestatieafspraken zijn daarnaast voornemens opgenomen ten aanzien van het opzetten van 3-jarige routes voor vwo'ers, masteropleidingen en excellentietrajecten in het onderwijs. Tevens zijn voornemens opgenomen ten aanzien van het onderwijsaanbod. Het gaat daarbij vooral om het voornemen de internationale opleidingen te clusteren in het Inholland International College en de invoering van brede Bachelor Business Administration (BBA).
Portfolio Brede Bachelor Business Administration en Inholland International College Inholland heeft in haar Strategisch Programma opgenomen en in de prestatieafspraken bevestigd om het onderwijsaanbod in de economische sector en het internationale onderwijs te herijken. Brede Bachelor Business Administration Het economisch opleidingsportfolio van Inholland bestaat nu uit acht bachelor opleidingen die op een tot vijf locaties worden aangeboden. Recente en verwachte externe (arbeidsmarkt)ontwikkelingen vragen om herijking van dit aanbod. In 2012 is gestart met de ontwikkeling van een brede bachelor Business Consultancy voortbouwend op de huidige opleidingen Commerciële Economie, Financial Services Management, Human Resources Management, Logistiek en Economie, Bedrijfskunde MER en Small Business & Retail Management. Beoogd wordt een planningsneutrale conversie en een start van de nieuwe opleiding per 1 september 2014.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 13 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Inholland International College Het huidige opleidingsportfolio internationale/Engelstalige opleidingen van Inholland bestaat uit een internationale opleiding en vijf Engelstalige varianten van Nederlandse opleidingen. Met dit aanbod beschikt Inholland over belangrijke ingrediënten die de praktijk van het huidige innovatietijdperk nodig heeft: ‘traditional’ business en creativiteit. Deze ingrediënten worden nu echter los van elkaar aangeboden, terwijl de praktijk vraagt om een samensmelting. Inholland speelt op de externe ontwikkelingen in door met ingang van september 2014 in plaats van de zes bestaande internationale opleidingsvarianten een nieuwe internationale opleiding aan te beiden, op één locatie: International Business Innovation Studies.
Portfoliorationalisatie Het College van Bestuur neemt op 6 december een voorgenomen besluit over het aanpassen van het portfolio. De portfoliomaatregelen betreffen de volgende groepen van maatregelen:
1. Educational Engineering: het optimaliseren van de bedrijfsvoering van (groepen van) opleiding(svariant)en binnen de kaders van kwaliteit. 2. Stopzetten van een aantal opleidingen en opleidingsvarianten 3. Het implementeren van de BBA, inclusief de planningsneutrale conversie dan wel beëindiging van een aantal bijbehorende opleidingen. 4. Het implementeren van het IIC, inclusief de planningsneutrale conversie dan wel beëindiging van een aantal bijbehorende opleidingen. 5. Het vormgeven van de EA, inclusief de overdracht van de bijbehorende opleidingen van OLL, dan wel het beëindigen van de 2e graads lerarenopleidingen/opleidingen theologie indien de business EA niet tot de gewenste financiële en inhoudelijke doelen kan leiden. Hiervan afgeleid zal in 2013 een implementatie programma worden gestart waarin ook andere maatregelen worden uitgewerkt ten aanzien van het: Aanpassen van de organisatie van de domeinen Aanpassen van de bij deze maatregelen behorende ondersteunende organisatie in personele zin en materiële zin, waaronder huisvesting en ICT.
Sirius programma Hogeschool Inholland neemt deel aan het Sirius Programma, een programma dat tot doel heeft de beste studenten in het hoger onderwijs te laten excelleren. Het is onderdeel van het Platform Bèta Techniek en wordt gefinancierd door het ministerie van OCW. Op 1 november 2012 heeft de 2e audit, de zogeheten mid-term review, plaatsgevonden. De conclusie van het auditpanel was onder andere dat Inholland kwalitatief goede honoursprogramma’s aanbiedt maar dat de studentenaantallen achter zijn gebleven bij de gestelde prognose aan de start van het project. Daarnaast stelde de auditcommissie vast dat Inholland een zeer uitdagende klus voor de boeg heeft in het laatste jaar van de projectperiode: welke resultaten kunnen gerealiseerd worden. Mede op basis van deze audituitkomsten heeft Inholland, in goed overleg met Sirius, besloten af te zien van verder gebruik van de subsidiegelden. Zij neemt langer de tijd om
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 14 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
honoursprogramma’s op zetten in de betreffende domeinen (zoals opgenomen in de prestatieafspraken). Accreditatie In 2012 zijn de volgende opleidingen door de NVAO geaccrediteerd: 1. Landscape, Environment and Management 2. Plattelandsvernieuwing 3. Food, Commerce and Technology 4. Voedingsmiddelen Technologie 5. Luchtvaarttechnologie 6. Vrijetijdsmanagement 7. Werktuigbouwkunde 8. Bedrijfseconomie
De NVAO heeft in juli 2012 de rapportages opgeleverd over de vier opleidingen die in 2011 door de Inspectie als ‘zeer zwak’ waren beoordeeld. Op basis van deze rapportages zijn twee opleidingen geaccrediteerd (Vrijetijdsmanagement en Bedrijfseconomie). Van twee opleidingen is vastgesteld dat deze voldoende scoren op 15 van de 16 NVAO-standaarden. Deze opleidingen, Commerciële Economie en Media en Entertainment Management worden in 2013 opnieuw beoordeeld op de standaard ‘Toetsing en gerealiseerd niveau’. Voor de volgende opleidingen heeft Inholland in 2012 een accreditatieaanvraag ingediend: 1. Imam/Islamitisch Geestelijk werker 2. Verloskunde 3. Culturele en Maatschappelijke Vorming 4. Informatica 5. International Business & Management Studies 6. Sociaal Juridische Dienstverlening 7. Verpleegkunde 8. Personeel en Arbeid/HRM
Ondersteunende processen De formatieplannen voor de reorganisatie zijn opgesteld rond een nieuw inrichtingsprincipe. Naast de organisatie van het onderwijs en onderzoek wordt een serviceorganisatie ingericht waarin de bedrijfsvoering wordt geoptimaliseerd. In deze servicepunten – op elke locatie een – worden de ondersteunende processen verder gestandaardiseerd om efficiency te bereiken. Deze servicepunten zijn begin 2013 gestart en zullen vanaf 1 september 2013 met nieuwe procedures het onderwijs ondersteunen. In de administratieve bedrijfsvoering zijn de voorbereidingen gestart voor de implementatie van een digitaal bestelproces en verplichtingenadministratie. Met deze voorbereidingen worden de mogelijkheden om goed in te spelen op aangescherpte wetgeving voor aanbestedingsbeleid verbeterd.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 15 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Onderzoek Lectoraten en daaraan verbonden onderzoeksactiviteiten leveren sinds de inbedding in 2010 in de domeinen een steeds belangrijkere bijdrage aan de realisatie van de doelstelling op het gebied van praktijkgericht onderzoek van het domein en gezamenlijk aan de onderzoeksagenda van de hogeschool. Daarnaast hebben de lectoren en onderzoeksdocenten een belangrijke bijdrage geleverd de implementatie van leerlijnen onderzoek en aan de verhoging en borging van het niveau van afstuderen in de bachelor- en masteropleidingen van Inholland. De aansturing van het praktijkgericht onderzoek in de domeinen vindt plaats op een wijze die passend is in de structuur van het domein. Dit wordt mede bepaald door de omvang van het aantal en van directe relatie van de lectoraten met het onderwijs. In alle domeinen is in 2012 de Handleiding Kwaliteitsbeleid Praktijkgericht Onderzoek Inholland geïmplementeerd. De onderzoeksprogramma’s van de lectoraten leveren een wezenlijke bijdrage aan de realisatie van het werkprogramma onderwijs en de onderzoeksagenda van de domeinen en worden door de domeindirecteur vastgesteld en opgenomen in de managementagenda van de directeur.
Overzicht lectoraten Inholland 2012 Domein Agri
Lectoraat Integrale Voedsel en Productieketens Duurzame verbindingen in de Greenport
Lector dr. ir. Woody Mayers Prof.dr. Olaf van Kooten
OLL
Geïntegreerd Pedagogisch Handelen Ontwikkelingsgericht Onderwijs E-Learning Educatieve Dienstverlening Grootstedelijk Onderwijs en Jeugdbeleid Onderwijs en Levensbeschouwing Taaldidactiek en Onderwijs
dr. Jeroen Onstenk dr. Dorian de Haan dr. Guus Wijngaards drs. Ruud Gorter prof. drs. Dolf van Veen dr. Ina ter Avest prof. dr. Rick de Graaff
MFR
Intellectual Capital HRM en Persoonlijk Ondernemerschap Boards and Governance Controlling Public Reassurance Airport & Aviation
dr. Daan Andriessen dr. Petra Biemans dr. Stefan Peij vacature Marnix Eysink Smeets drs. Lex Oude Weernink
MTV
Digital World City Marketing & Leisure Management
drs. Frans van der Reep dr. Angelique Lombarts
CMM
Media, Cultuur, Burgerschap Communicatie- en Design Management Media en Entertainment Management
dr. Joke Hermes drs. Willy Geurts a.i. drs. Wes Wierda
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 16 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
TOI
Duurzaam Inrichten Groot Composiet
vacature dr. ir. Rogier Nijssen
GSW
GGZ-verpleegkunde Dynamiek van de Stad Medische Technologie in de Oncologie Leefwerelden van Jeugd Maatschappelijk werk Kwaliteitszorg in de Intramurale Gezondheidszorg
dr. Berno van Meijel drs. Guido Walraven dr. Iain Bruinvis a.i. dr. Pauline Naber drs. Margot Scholte dr. Piet Bartels
In 2012 is het initiatief genomen tot een verdere integratie van het lectoraat Controlling met het lectoraat Boards & Governance. Naar verwachting zal dit in 2013 leiden tot de opheffing van beide lectoraten en de oprichting van een nieuw breed lectoraat Governance, Finance & Accountancy.
In augustus 2012 heeft Ruud Gorter, lector lectoraat Educatieve Dienstverlening vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd afscheid genomen van Inholland. Het lectoraat is opgeheven en de onderzoeksagenda van het lectoraat is inmiddels geïntegreerd in de onderzoeksagenda ’s van de lectoraten Grootstedelijk Onderwijs & Jeugdbeleid en Geïntegreerd Pedagogisch Handelen.
In 2012 is het volgende lectoraat ingesteld en is met de volgende lector een verbintenis aangegaan met Inholland: Domein Onderwijs, Leren en Levensbeschouwing: Lectoraat Taaldidactiek en Onderwijs, lector prof. dr. Rick de Graaff per 1 april 2012 Hogeschool Inholland, Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Windesheim, Hogeschool Arnhem en Nijmegen en Hogeschool Utrecht hebben besloten nauw samen te werken bij het aanvragen en inrichten van een aantal didactisch en inhoudelijk gerichte lectoraten. Het onderzoek binnen deze lectoraten wordt gekenmerkt door een evidence based benadering van de lerarenopleidingen. De bedoeling is dat de lector een kenniskring samenstelt bestaande uit deskundigen van de vijf verschillende hogescholen. Het lectoraat Taaldidactiek & Onderwijs is vanuit deze samenwerking met opdracht door Hogeschool Inholland opgericht. Op 27 november 2012 is lector Prof. drs. Dolf van Veen verkozen als lector van het jaar in een verkiezing georganiseerd door ScienceGuide en ISO.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 17 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Overzicht van de promotie onderzoeken 2012 In 2012 werden onderstaande medewerkers door Hogeschool Inholland gefaciliteerd voor een omvang van 0,4 fte tot het uitvoeren van promotieonderzoek. In 2012 rondden de volgende medewerkers hun promotieonderzoek met een promotie af: Dr. Machteld de Jong, Vrije Universiteit Studie-uitval onder Marokkaanse studenten in het hbo Dr. Peter ‘t Lam, Vrije Universiteit Inpressions of European integration, The EU in newspapers and public opinion Dr. Jos Fransen, Open Universiteit Selecting effective teams through simulation Dr. Helen de Haan, University of Bath (UK) Increase the successfulness of internationalisation strategies in order to create competitive advantages for higher education institutions Dr. Rudy Snippe, Nyenrode Business University How can a B2B organisation with no R&D create a corporate context in which highly-educated professionals act innovatively? Dr. Raymond Zaal, Nyenrode Business University Reinforcing ethical behavior through organizational architecture Dr. Sylvia Bacchini , Universiteit van Amsterdam Eerste hulp bij tweede taal. Experimentele studies naar woordenschatdidactiek voor jonge tweede taal verwervers.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 18 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
2.3
Personeel
Reorganisatie 2011-2013 Wat betreft het onderdeel personeel stond 2012 in het teken van de reorganisatie. Het reorganisatieproces kent verschillende fasen. De eerste fase betreft de ontwikkeling van het hogeschoolbrede organisatiemodel en is in december 2011 afgerond. De tweede fase is de vertaling daarvan in formatieplannen per domein en voor de verschillende stafafdelingen. Voor het ondersteunend personeel is dit afgerond in februari en voor het onderwijsgevende personeel in maart 2012. In de derde fase is de bestaande formatie getoetst aan de benodigde formatie. Dit leidde tot de beslissing of een medewerker wel of niet geplaatst werd in de nieuwe organisatie. Dit besluit is op 1 juli 2012 genomen en vooraf en achteraf gecommuniceerd met de betrokken medewerkers. Op die datum is ook de gedwongen fase van het sociaal plan in werking getreden. De looptijd hiervan is tot 1 juli 2013. Medewerkers die dan nog geen andere baan hebben gevonden worden per die datum ontslagen en komen voor een uitkering in aanmerking. In december 2012 is de eerste groep boventallige medewerkers ontslag aangezegd. De formatieplannen waren een uitwerking van de nota “Herontwerp Inholland” waarin de toekomstige organisatie van na de reorganisatie werd geschetst. De formatieplannen gaven een duidelijke indicatie welke functies in welke omvang nodig zijn in de nieuwe organisatie. Daarmee ontstond ook een beeld van welke functies zijn vervallen of verkleind. Dat zijn de plekken waar de boventalligheid is ontstaan en medewerkers bedreigd zijn met ontslag. Om gedwongen ontslagen te voorkomen was in de periode tussen 1 oktober 2011 en 1 juli 2012 de vrijwillige fase van het sociaal plan van toepassing. Het resultaat hiervan is dat in totaal 152 medewerkers (113 fte) gebruik hebben gemaakt van de vrijwillige vertrekpremie met afzien van de opgebouwde uitkeringsrechten. In totaal kostte dit Inholland € 4,8 mln. aan vertrekpremies. In dezelfde periode is ook strikt de hand gehouden aan het vacaturebeleid zoals dat met de bonden is afgesproken. Dit betekende dat veel medewerkers met een tijdelijke aanstelling niet konden terugkeren bij Inholland. In het verslagjaar hebben 282 tijdelijke medewerkers geen nieuw contract gekregen bij Inholland. Het resultaat was dat een groot deel van de beoogde personeelsreductie op het moment van plaatsing was gerealiseerd en dat formatieomvang van medewerkers die met ontslag bedreigd werden teruggelopen was naar een kleine honderd fte. Na de plaatsing zijn er 54 heroverwegingsverzoeken ingediend. In geen enkel geval heeft dit geleid tot een ander beslissing. In totaal hebben 28 medewerkers bezwaar aangetekend tegen de plaatsing, 9 daarvan zijn ingetrokken. In 17 gevallen was het advies het bezwaar ongegrond te verklaren en in slechts 2 gevallen was het advies van de bezwarencommissie de bezwaren gegrond te achten. Het mobiliteitscentrum Inholland draait de tweede helft van 2012 op volle toeren. Inmiddels is de omvang van de medewerkers die met ontslag bedreigd worden met 40 fte teruggebracht. Van de medewerkers die nu nog met ontslag bedreigd zijn volgen er 34 een traject om binnen of buiten de hogeschool een baan te vinden.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 19 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Professionalisering In 2012 heeft Inholland zijn scholingsinspanningen voortgezet. Enerzijds scholing al dan niet gekoppeld aan de lerarenbeurs van docenten die nog geen masterdiploma hadden en dat nu gaan halen. Het gaat hierbij onder andere om deelname aan de master Leren en Innoveren, de master Teaching and Learning in Higher Education, de cursus Pedagogisch Didactische Aantekening, de cursus Didactiek Light, het programma Pinot Gris voor 55+ docenten. Anderzijds gekoppeld aan het WHW-proof maken van de organisatie door het scholen van examencommissies en docenten op afstudeerniveau en toetsbeleid. Vanaf september 2012 is door de transitiemanagers onderwijs en onderzoek samen met de domeindirecteuren een specifiek traject gevolg om hen in hun werkzaamheden te ondersteunen. Ook het College van Bestuur en de domeindirecteuren volgen een gezamenlijk traject van verdere professionalisering. In 2012 zijn de werkzaamheden gericht op de optimalisering van activiteiten van Inholland op het gebied van professionalisering voorgezet. Dit resulteerde in de website
[email protected]. De vele verschillende initiatieven waaraan medewerkers kunnen deelnemen, worden meer in lijn gebracht met elkaar en met de doelstellingen van Inholland. Procedures en communicatie rond de mogelijkheden tot professionalisering worden verbeterd. De samenwerking met de Inholland Academy is geïntensiveerd: de verantwoordelijkheid voor professionaliseringsbeleid blijft bij (de domeinen van) Inholland, terwijl de uitvoering van opleidingstrajecten in steeds grotere mate verzorgd wordt door de Academy. Gezondheidsbeleid Uit de cijfers van 2012 blijkt dat het gewogen ziekteverzuim over het hele kalenderjaar is toegenomen van 4,9 naar 5,5%. Hiermee raakt Inholland verder verwijderd van haar doelstelling op dit punt. Het doel was gelijke tred met het landelijke gemiddelde. In dat geval zou het percentage 4,3% moeten zijn. Nadere analyse zal uitwijzen of de reorganisatie debet is aan deze ontwikkeling.
Verzuimpercentage
2012
2011
2010
5,50%
4,90%
4,10%
De acties rond de Plannen van Aanpak RIE worden conform de planning uitgevoerd. Evenals in 2011 heeft Inholland het verzekeringspakket Livvit goed gebruikt. Door tijdig gebruik te maken van de interventiemogelijkheden van het pakket heeft Inholland zowel een goed financieel rendement bereikt als efficiënt ingezet richting de verzuimbeheersing.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 20 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Personele samenstelling Aantal contracten voltijd/deeltijd en verhouding bepaalde en onbepaalde tijd In onderstaande tabel worden de fte’s en aantallen contracten op peildatum 31 december 2012 weergegeven: naar man/vrouw en fte/aantal FTE Man
FTE Vrouw
2012 FTE M+V
2011 FTE M+V
Aantal Man
2012 Aantal M+V
Aantal Vrouw
2011 Aantal M+V
Deeltijd Voltijd
259 664
649 396
908 1.060
1.033 1.222
420 664
1.001 396
1.421 1.060
1.579 1.222
Omvang Dienstverband
923
1.045
1.968
2.255
1.084
1.397
2.481
2.819
AOK
923
1.045
1.968
2.212
1.133
1.497
2.630
2.776
820 77 2
862 139 3
1.682 216 5
1.801 360 8
936 128 2
1.147 223 4
2.083 351 6
2.214 547 11
11 13
21 20
32 33
40 3
52 15
102 21
154 36
195* 4
Aard van dienstverbanden Onbepaalde tijd Bepaalde tijd Bepaalde tijd met uitzicht op onbepaalde tijd Tijdelijke uitbreiding Stagiair
*aantallen zijn reeds opgenomen in de andere categorieën arbeidsovereenkomsten (AOK)
In onderstaande tabel wordt de totale personeelsformatie (fte), gesplitst naar onderwijzend personeel en ondersteunend personeel op peildatum 31 december 2012 zichtbaar:
Onderwijs 31-12-2012
Ondersteuning 31-12-2012
Totaal 31-12-2012
Onderwijzend Personeel Ondersteunend en BeheersPersoneel Totaal Intern Personeel
1.098 307 1.405
2 561 563
1.100 868 1.968
Begroot
1.621
328
1.949
64
67
132
1:21,5 1:22,5
1:50,2 1:56,2
1:15,1 1:16,1
Extern (gemiddeld) Ratio * Totale Personele Bezetting (incl extern) / studenten Totale Intern Personeel / studenten
* Ratio’s bepaald op studentenaantal per 1-10-2012
De effecten van de reorganisatie op de samenstelling van het personeel in de nieuwe organisatie zal pas duidelijk worden als de reorganisatie op 1 juli 2013 volledig is afgerond. Wel is Inholland er van overtuigd dat zij dan een personeelsbestand heeft waarmee zij kwantitatief en kwalitatief de toekomst met vertrouwen tegemoet kan zien.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 21 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
2.4
Management Control Systeem, Doelmatigheid en Risicomanagement
Inholland is een open organisatie en een onderdeel van het maatschappelijke bestel. Inholland is graag bereid om verantwoording af te leggen over de realisatie van de doelstellingen. De beheersorganisatie waarborgt de kwaliteit van deze verantwoording. Het management control systeem van Inholland heeft tot doel het mede inrichten en verbeteren van de beheersorganisatie. Concrete beheersingsmaatregelen zoals de planning- en controlcyclus worden vormgegeven en onderbouwd vanuit de risico’s die worden onderkend bij de realisatie van de doelstellingen en belangrijke interne en externe veranderingen. De beheersorganisatie is er ook op gericht de doelstellingen van de organisatie effectief en efficiënt te bereiken. Concreet waarborgt het onder meer een doelmatige en doeltreffende besteding van de van rijkswege ontvangen vergoedingen, ontvangen subsidies en de ontvangen collegegelden. Een ondersteunend systeem van risicomanagement maakt deel uit van het management control systeem. De professionele ontwikkeling van financial control naar business control is verder ingevuld door met directeuren de gewenste rol van de controller te definiëren. De functionele relatie van de concern controller met alle (de)centrale controllers is duidelijker gedefinieerd. In een eerste training van de controllers is de gezamenlijke aanpak en het belang van Inholland nader uitgewerkt. Samen met de Top 15 worden de competenties en vaardigheden vanuit leiderschap onderstreept en doorontwikkeld. Planning- en controlsystematiek Inholland werkt met een meerjarig Instellingsplan waarvan de voortgang jaarlijks wordt bewaakt. In 2010 is een nieuw Instellingsplan vastgesteld voor de komende jaren. Eind 2011 is de strategische visie herzien in het strategisch programma “Verbinding als Opdracht”. Voor ieder collegejaar wordt in het verlengde van het Instellingsplan een jaarplan vastgesteld. Het jaarplan bestaat uit een kaderbrief, een begroting en de plannen van de organisatorische eenheden - domeinen en staven - waarin concrete en meetbare (onderwijs-)doelstellingen zijn vastgelegd. De realisatie van de doelstellingen wordt per triaal gemeten en besproken in triaalgesprekken tussen het College van Bestuur en de directeuren. De administratieve organisatie borgt daarbij de doelmatigheid en rechtmatigheid van de inzet van de (financiële) middelen. De prestatie afspraken die met het ministerie van OCW gemaakt zijn voor ultimo 2015 zijn in deze systematiek doorvertaald in de dashboards van de onderwijsorganisatie. In de trialen wordt de voortgang op de indicatoren gevolgd. Omdat een aantal indicatoren slechts op jaarbasis gemeten worden, zijn deze indicatoren doorvertaald naar indicatoren met een kortere cyclus waarop eenvoudiger tussentijds de vorderingen zichtbaar gemaakt worden. Scheiding publiek en privaat Inholland heeft in overeenstemming met wet- en regelgeving een scheiding aangebracht tussen de publieke en de private activiteiten. De private activiteiten worden uitgevoerd door de werkmaatschappijen van Holding Inholland B.V. De planning- en controlsystematiek voor de Holding Inholland B.V. is gelijk aan die van Inholland.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 22 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Risicomanagement Risicoanalyses op hogeschoolbrede risico’s zoals financiële risico’s, risico’s op het gebied van organisatie en sociale veiligheid, risico’s op het gebied van wet- en regelgeving worden geïntegreerd in één risicorapportage. Het College van Bestuur rapporteert over de interne risicobeheersing- en controlesystemen aan de Raad van Toezicht en zijn Auditcommissie. Inholland heeft het risicomanagementproces tevens geïntegreerd in de planning- en controlsystematiek. In de jaarplannen is een risicoanalyse opgenomen en over de risico’s en beheersmaatregelen rapporteren de directeuren per triaal aan het College van Bestuur.
2.5
Financiële kerngegevens
Inholland heeft ook meer specifieke doelstellingen geformuleerd voor financieel-gerelateerde kerncijfers: 1. Marktaandeel Het marktaandeel van Inholland is op het totaal inschrijvingen voor collegejaar 2012 – 2013 gedaald met 0,4% naar 6,99% ten opzichte van collegejaar 2011 – 2012. Wat betreft de instroom inclusief wisselaars is Inholland in marktaandeel gestegen van 5,29% in 2011 – 2012 naar 5,62% in 2012 – 2013. Deze percentages zijn ook terug te vinden op de site van de HBO-raad (Feiten en Cijfers 2012). Het studentenaantal voor collegejaar 2012 – 2013 is voorlopig vastgesteld op 29.698 per peildatum 01-10-2012. 2. Verhouding publiek/private inkomsten Inholland streeft ernaar de afhankelijkheid van de overheid te verlagen en de private omzet te laten stijgen door actief in te springen op marktontwikkelingen. De totale omzet van Inholland bedraagt € 270 mln., opgebouwd uit Rijksbekostiging € 201 mln. (74%), collegegelden € 50 mln. (19%) en overige omzet (waaronder maatwerk, contractactiviteiten, subsidies) € 19 mln. (7%). 3. Solvabiliteit Inholland streeft, net als het Waarborgfonds HBO, naar een solvabiliteit van minimaal 25%. De solvabiliteit bedraagt per balansdatum 29%.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 23 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
2.6
De financiële verantwoording
In onderstaand overzicht zijn de belangrijkste kerncijfers opgenomen waarbij als vergelijking de cijfers opgenomen zijn zoals deze waren vastgelegd in de begroting voor het jaar 2012:
Werkelijk
Begroot
Totale Vermogen (in € 1.000.000) Totale Omzet (in € 1.000.000)
€ 263 € 273
€ 262 € 273
Totale bekostiging in % van de omzet Solvabiliteit
73,4% 29,0%
70,7% 29,3%
Totale Investeringen in boekjaar (in € 1.000.000) Totaal aantal studenten 2012 - 2013 (voorlopig)
€ 4,4 29.698
€ 13,3 28.581
€ 88.793 1:16,1
€ 99.938 1: 24,3
Gemiddelde totale personeelslast intern per fte Totale ratio intern personeel/studenten
2.7
Toelichting op de financiële cijfers t.o.v. het vorige kalenderjaar
In onderstaand overzicht is het verkorte geconsolideerde kasstroomoverzicht opgenomen. Werkelijk 2012
Werkelijk 2011
Kasstroom uit operationele activiteiten
30.934
12.933
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-3.678
-6.022
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-8.400
-10.558
Mutatie liquide middelen
18.857
-3.647
Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
8.567 18.857
12.214 -3.647
Eindstand liquide middelen
27.424
8.567
De hogere kasstroom uit operationele activiteiten over 2012 ten opzichte van 2011 wordt voornamelijk verklaard door het positieve resultaat over 2012. De lagere, negatieve kasstroom uit investeringsactiviteiten komt voort uit de verdere verlaging van de investeringen. De kasstroom uit financieringsactiviteiten ligt in lijn met voorgaand jaar en betreft alleen de aflossing. De aflossing (binnen het jaar) op de langlopende leningen verantwoord onder de kortlopende schulden (kasstroom uit operationele activiteiten) is gericht op de financieringsactiviteiten en derhalve verantwoord als kasstroom uit financieringsactiviteiten.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 24 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
In onderstaand overzicht is de verkorte geconsolideerde balans opgenomen. Werkelijk 31 december 2012
Werkelijk 31 december 2011
205.828 30.000 27.424 ----------263.252
227.404 29.817 8.567 ---------265.788
(e)
76.445 375 34.597 68.921 82.914 ---------263.252
72.198 353 27.304 77.321 88.612 ---------265.788
(a+b)/(d) (c ) / (e) (a+ b) – (d)
0,69 29,0% -25.490
0,43 27,2% -50.228
toelichting Activa Vaste activa Vorderingen Liquide middelen
Passiva Eigen vermogen Aandeel derden Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
Kerncijfers Current ratio Solvabiliteit Werkkapitaal
(a) (b)
(c)
(d)
Solvabiliteit: De solvabiliteit ad 29% blijft boven de norm van 25%. Werkkapitaal: Door het verminderen van de uitgaven en het niet plegen van investeringen is het werkkapitaal aanzienlijk verbeterd ten opzichte van 2011. Voorzieningen Onder de post Voorzieningen zijn opgenomen de voorzieningen Reorganisatie, Leegstand huurpanden, Wachtgelden, WAO Eigen Risico, Langdurig zieken en Jubileumuitkering.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 25 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Onderstaand is de geconsolideerde staat van baten en lasten samengevat. Werkelijk 2012
Begroot 2012
Werkelijk 2011
Rijksbijdragen Collegegelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten
200.544 49.818 5.407 17.437
193.279 55.117 17.360 7.511
196.013 55.345 7.547 16.684
Totaal baten
273.206
273.267
275.588
Personele lasten Afschrijvingen Huisvesting Overige instellingslasten
198.946 25.254 19.004 22.605
203.418 23.689 14.727 23.166
239.085 22.790 15.516 25.580
Totaal lasten
265.809
265.000
302.971
7.396
8.267
-27.383
-3.111
-4.196
-3.000
4.285
4.071
-30.383
Vennnootschapsbelasting
-16
-49
-49
Aandeel derden
-22
0
-85
4.247
4.022
-30.517
Baten
Lasten
Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsv.
Resultaat
Het resultaat ten opzichte van de begroting is ca. € 0,2 mln. hoger. Baten De rijksbijdragen in 2012 zijn hoger dan begroot door aanpassing van het macrobudget (andere verdeling naar instellingen), de afschaffing van de langstudeerdersmaatregel en de ontvangen prijscompensatie. Collegegelden wijken af van de begroting door de afschaffing van de langstudeerdersmaatregel. De baten in opdracht van derden en overige baten lopen achter op de begroting door de afname van het contractonderwijs (Holding), minder opbrengsten uit detachering personeel en de studentbijdragen die teruglopen. Lasten De personele lasten zijn lager dan begroot door de afname van personeel in het kader van de reorganisatie. In het kader van de bezuinigingen wordt er sterk gestuurd op het verminderen van externe inhuur Dit is terug te zien in een daling van deze kosten in de rubriek personele lasten. Daarnaast veroorzaken de dotaties in de personele voorzieningen (met name de reorganisatievoorziening) personele lasten die niet begroot waren. De afschrijvingen zijn hoger dan begroot en de afwijking wordt verklaard door de afwaardering van de verbouwingen in de huurpanden in Amstelveen en Hoofddorp die per 1 september 2013 leegstaan.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 26 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
De huisvestingslasten zijn hoger dan begroot door de vorming van een leegstandsvoorziening voor de huurpanden in Hoofddorp en Amstelveen die per 1 september 2013 leegstaan. De overige instellingslasten zijn lager dan begroot en de daling wordt met name veroorzaakt door kostenbesparing op administratie- en beheerkosten, wervingskosten en telefoon- en internetkosten als gevolg van de afgesproken bezuinigingsdoelstellingen van Inholland. Financiële baten en lasten Het saldo van de financiële baten en lasten wijkt af van de begroting, met name door de lagere rentelasten. In de financiële baten en lasten is ook de afwaardering van de deelneming Stichting Hoger Beroeps Onderwijs Suriname verwerkt. Hieronder een overzicht van het resultaat over 2012 exclusief de incidentele baten en lasten. Werkelijk 2012
Begroot 2012
Werkelijk 2011
Resultaat volgens staat van baten en lasten
4.247
4.022
-30.518
vorming/dotatie reorganisatievoorziening
9.500
0
22.000
kosten FPU / keuzepensioen
0
0
3.400
kosten inspectieonderzoeken, inclusief terugvordering rijksbijdragen
0
0
3.200
kosten maatregelen MEM
0
0
2.500
incidentele baten en lasten Holding (Cader Jordanië en project Start to work)
0
0
-164
vorming leegstandvoorziening
4.448
0
0
Afwaardering activa locatie Hoofddorp / Amstelveen
1.880
0
0
551
0
0
20.626
4.022
418
Afwaardering deelneming Stg. Hoger Beroeps Onderwijs Suriname Resultaat exclusief incidentele baten en lasten
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 27 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Toekomstparagraaf De Stichting Hoger Onderwijs Nederland verwacht een positief resultaat over 2013. Als gevolg van de lagere instroom in 2011 zal de rijksbijdrage vanaf 2013 substantieel lager zijn. De maatregelen om de lasten aan te passen aan het nieuwe niveau van de baten zijn eind vorig jaar aangekondigd en voorgelegd aan de HMR en Raad van Toezicht. Samen met de reeds genoemde portfoliomaatregelen is een nieuwe reorganisatie onvermijdelijk. Zonder gedwongen ontslagen zal de kostenreductie niet haalbaar zijn. De benodigde omvang wordt begin 2013 verder uitgewerkt omdat deze maatregelen vraagt op het niveau van opleiding/locatie. In overleg met vakbonden is begin 2013 overeenstemming bereikt over de financiële noodzaak. De meerjarenbegroting is een weerspiegeling van de opdracht en ambitie zoals die door het College van Bestuur wordt ervaren om de noodzakelijke maatregelen te nemen. In de oorspronkelijke begroting 2013 werd nog uitgegaan van een negatief resultaat in verband met een dotatie aan de reorganisatievoorziening. De dotatie aan de reorganisatievoorziening is echter in zijn geheel genomen in 2012. Begroot 2013 Baten Rijksbijdragen Collegegelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten
169.517 51.273 16.084 6.116
Totaal baten
242.990
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvesting Overige instellingslasten
176.700 23.265 13.946 21.201
Totaal lasten
235.112
Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsv. Vennnootschapsbelasting Resultaat
7.878 -3.494 4.384 -16 4.368
De lage instroomgroei, lagere doorstroom, sluitingen dan wel bundelingen van opleidingen door portfoliokeuzes, leidt tot en met collegejaar 2014-2015 tot een vermindering van het totaal aantal studenten en daarmee tot en met 2016 tot een aanzienlijke daling van de baten Rijksbijdragen. Inmiddels is als onderdeel van een herziening van de kostenstructuur een tweede reorganisatie in gang gezet gericht op de vermindering van de formatie. Onderdeel van de reorganisatie is een aanzienlijke kwalitatieve frictie en de streefverhouding onderwijzend personeel versus onderwijsondersteunend personeel, zoals opgenomen in de
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 28 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
prestatieafspraken te realiseren. Het College van Bestuur heeft maatregelen genomen om besparingen te realiseren in een verlaagd investeringsniveau, huisvestingslasten, overige instellingslasten alsmede de kosten externe inhuur verder terug te dringen. In het kader van de voorgenomen besparingen zullen de reguliere vervangingsinvesteringen kunnen plaatsvinden, echter is voor vernieuwing of verbouwing slechts zeer beperkt ruimte. Op het gebied van huisvesting, afschrijvingen en ICT (bedrijfsapplicaties) wordt besparing gerealiseerd door het sluiten van twee panden (Hoofddorp en Amstelveen), voor het overige deel zullen de besparingen binnen de reeds ingezette programmalijnen worden gerealiseerd (o.a. werkplekreductie, inkoopvoordelen) en extra te ontwikkelen programma’s, zoals aanpassing ICT organisatie. De totale lasten dalen in vergelijking tot de cijfers over 2012. De personele lasten zullen dalen als gevolg van de ingezette reorganisatie. Ook gecorrigeerd voor de incidentele dotatie, dalen de personele lasten ten gevolge van de maatregelen die het College van Bestuur heeft genomen om de formatie verder te beperken en de kosten van externe inhuur verder terug te dringen. De afschrijvingen zijn lager ten opzichte van 2012. Op de huisvestingslasten en overige instellingslasten wordt een daling verwacht ten opzichte van 2012.
2.8
Studenten
De ontwikkeling van de studentenaantallen is als volgt:
Studentenaantal per 1 oktober 2011 (Actuals)
31.650
Studentenaantal per 1 oktober 2012 (peildatum)
29.698
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de tabel op de volgende pagina.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 29 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Overzicht studentenaantallen Studenten Onderwijsdomeinen Domein Communicatie, Media en Muziek Domein Gezondheid, Sport en Welzijn Domein Management, Finance en Recht Domein Marketing, Toerisme en Vrijetijdsmanagement Domein Onderwijs, Leren en Levensbeschouwing Domein Techniek, Ontwerpen en Informatica Unit Agriculture Verloskunde Totaal HBO Domein Gezondheid, Sport en Welzijn Domein Onderwijs, Leren en Levensbeschouwing Totaal Masters Totaal MBO Totaal
Peildatum Werkelijk 1-10-2012 1-10-2011 5.869 6.290 5.749 6.214 5.655 6.151 5.330 5.733 3.194 3.570 2.344 2.516 920 552 361 353 29.422
31.379
204 72 276
195 76 271
0
0
29.698
31.650
Peildatum Werkelijk 1-10-2012 1-10-2011
Aanmeldingen incl febr instroom
HBO Bac exclusief februari HBO Bac februari HBO MAS MBO
7.518 659 136 0
7.262 993 89 2
Totaal
8.313
8.346
In bovenstaande tabel staan de aanmeldingen en herinschrijvingen voor 2011 – 2012 en 2012 – 2013 weergegeven. In 2012 is er sprake van een daling van instroom. Tegelijkertijd is het aanbod aan opleidingen voor instroom verkleind. De totale populatie is afgenomen met ruim 6%, de instroom met 0,4%. Profileringsfonds 2012
Aantal EERstudenten dat in 2012 een tegemoetkoming heeft ontvangen uit het Profileringsfonds 457
Sub-totaal van de in 2012 aan EERstudenten verstrekte vergoedingen uit het Profileringsfonds (x € 1.000) € 376
Aantal niet-EERstudenten dat in 2012 een tegemoetkoming heeft ontvangen uit het Profileringsfonds 27
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Sub-totaal van de in 2012 aan niet EER-studenten verstrekte vergoedingen uit het Profileringsfonds (x € 1.000) € 51
Grand totaal van de in 2012 verstrekte vergoedingen uit het Profileringsfonds (x € 1.000) € 427
Pagina 30 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
2.9
Holding Inholland B.V.
Eigen vermogen Balans totaal Totale omzet Resultaat
Werkelijk 2012
Werkelijk 2011
1.659 5.885
1.767 6.672
15.049 -108
19.366 126
Alle private activiteiten van Hogeschool Inholland zijn ondergebracht in de Holding Inholland B.V. Holding Inholland B.V. Richt zich op – niet door het Rijk bekostigde – activiteiten en speelt een rol op de markt van contractonderwijs Heeft een private functie en beschikt over eigen, private middelen Is ondernemend en innovatief, speelt in op ontwikkelingen in de markt en benut c.q. verbindt de beschikbare kennis intern en extern Is maatschappelijk betrokken en speelt flexibel in op actuele ontwikkelingen in de samenleving en vertaalt deze naar activiteiten Versterkt de relatie met beroepenveld van Inholland Richt zich op het professionaliseren van Inholland medewerkers Richt zich op het aanbieden van Life Long Learning voor studenten van Inholland Holding Inholland B.V. bestaat uit verschillende werkmaatschappijen, die ieder hun eigen strategie hebben om de uiteindelijke doelstellingen van de Holding te behalen. De kosten van de hogeschool worden bij de Holding tegen integrale kostprijzen in rekening gebracht. 2012 Holding Inholland B.V. heeft zich in 2012 zeer sterk gericht op kostenbesparingen. De slechte economische omstandigheden en het afschaffen van verschillende overheidstegemoetkomingen, zoals de lerarenbeurs hebben een sterke invloed op de omzet en daarmee het resultaat van de Holding. Daarnaast heeft reorganisatie van de hogeschool tot gevolg dat er minder externe docenten worden ingezet. Ook dit heeft zijn uitwerking in het resultaat van de Holding. De focus in 2012 heeft bij Inholland Academy gelegen op het vergroten van de portefeuille en het verminderen van de interne kosten. De omzet is in 2012 sterk gedaald ten opzichte van 2011, daartegenover staat dat er veel aan kostenbesparing is gedaan. De omzet van HBO Services is in 2012 ook achtergebleven op de omzet van 2011, dit als gevolg van de reorganisatie binnen Hogeschool Inholland. Het gemiddelde aantal medewerkers gedurende kalenderjaar 2011 bedroeg 30 (20,3 fte) waarvan 5 (inclusief directeur) werknemers bij Holding B.V., 24 werknemers bij Contractgroep Inholland B.V.(Academy) en 1 bij commerciële HBO opleidingen Inholland B.V. Naast de directeur betreft het allemaal ondersteunend personeel.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 31 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
2013 2013 wordt een jaar met grote uitdagingen. De noodzaak van het verhogen van de omzet wordt groter, terwijl er vanuit de overheid steeds meer bezuinigd wordt op zorg en onderwijs, de branches waarbinnen de Academy haar grootste omzetaandeel heeft. De Academy zal zich in 2013 extra focussen op strategische sales en zal daarmee haar marktaandeel proberen te vergroten.
2.10 Samenwerkingsinstituut Kweekschool voor Vroedvrouwen Per 1 september 2008 is het samenwerkingsinstituut Kweekschool voor Vroedvrouwen (SI KVV) opgericht. Het SI KVV verzorgt het onderwijs en onderzoekt de komende jaren de mogelijkheden tot academisering van het curriculum. VUmc, SI KVV en Inholland nemen deel in het SI KVV. Inholland beschikt niet over overwegende zeggenschap. Inholland ontvangt de bekostiging en is als zodanig het formele aanspreekpunt voor ministerie van OCW (zie het Onderwijsprotocol en de Richtlijn Jaarverslag). Verder is Inholland de formele licentiehouder en in die rol aanspreekpunt voor de NVAO als het gaat om accreditatie. Verantwoording aan ministerie van OCW en NVAO loopt formeel via Inholland, bijvoorbeeld via het jaarverslag. Voor verdere informatie wordt verwezen naar paragraaf 4.3 op pagina 78.
2.11 Stichting HBO Suriname Hogeschool Inholland Suriname is de naam van het instituut dat uitgaat van de naar Surinaams recht opgerichte rechtspersoon Stichting Hoger Beroepsonderwijs Suriname (hierna “SHBOS”) met als vestigingsplaats Paramaribo. In het verslagjaar heeft zich een fundamentele strategiewijziging voltrokken. Op 11 mei 2012 heeft de stichting een overeenkomst gesloten met Inholland en FHR Institute for Social Studies (FHR) die tot wezenlijk nieuwe verhoudingen leiden met Inholland en tot een vergaande integratie met FHR. Hoewel SHBOS een zelfstandige stichting is naar Surinaams recht wordt vanwege statutaire bepalingen de ultieme zeggenschap uitgeoefend vanuit Inholland Nederland. Vanaf 1 oktober 2012 wordt deze zeggenschap overgenomen door FHR. Vanwege deze statutaire aanpassing en het feit dat geen meerderheid van de bestuursleden van SHBOS aan Inholland meer gelieerd is, worden de resultaten van SHBOS vanaf kalenderjaar 2012 niet meer geconsolideerd in de jaarrekening van Inholland. Voor alle opleidingen die nu aangeboden worden door SHBOS zal Surinaamse en internationale accreditatie worden nagestreefd. Daartoe zijn de inmiddels de eerste noodzakelijke stappen gezet. Inholland committeert zich om maximale inspanning te plegen om de internationale accreditatie van de opleidingen op de kortst haalbare termijn te helpen realiseren. Ter afdekking van het risico dat internationale accreditatie niet tijdig voor het aflopen van de NVAO-accreditatie kan worden gerealiseerd wordt door partijen gezamenlijk voor de opleidingen Accountancy, Bedrijfseconomie, Bedrijfskunde MER en Human Resource Management een zogenaamd double degree programma aangeboden en verzorgd.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 32 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
2.12 Treasurybeleid Hogeschool Inholland is een organisatie met taken die voornamelijk met publieke gelden worden gefinancierd. De treasury-activiteiten liggen in het verlengde hiervan en dat betekent dat de insteek is op een zodanige wijze te voorzien in financieringsmiddelen op korte en lange termijn dat de risico’s van rente- en valutaschommelingen zoveel mogelijk worden beperkt. Het treasurystatuut geeft richting aan en randvoorwaarden voor de uitoefening van de treasurytaken. In het treasurystatuut zijn de uitgangspunten, de financiële- en organisatorische kaders en de doeleinden voor genoemde taken vastgelegd. Het treasurystatuut is mede gebaseerd op de aanschrijvingen van de minister van OCW “Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek” (kenmerk: FVE 2001/57965N) van 13 juli 2001, aangevuld door de Regeling van de Minister van OCW “Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010” (kenmerk: FEZ/CC/150185) van 16 september 2009. Per 1 november 2011 valt Treasury onder Inholland Onderwijs Support, cluster Financiën en Business Control. Uitgaande van het treasurystatuut wordt in het treasuryplan op jaarbasis de beoogde realisatie van de treasurytaken beschreven. In 2012 is binnen de kaders van het treasurystatuut regelmatig overleg gevoerd tussen het College van Bestuur en de treasurer. Het door de HBOraad genomen besluit om het Waarborgfonds HBO op te heffen is het belangrijkste thema geweest. In de zomer van 2011 is veel aandacht besteed aan een meerjarenprognose ter ondersteuning van de vorming van het Strategisch Programma. Hieruit is ook de financieringsbehoefte opnieuw herijkt als gevolg van het terugdringen van investeringsambitie. Als gevolg van het effectueren van voormeld besluit tot opheffing van het Waarborgfonds HBO heeft de hogeschool offertes tot herfinanciering van de bestaande leningenportefeuille aangevraagd bij Rabobank Rotterdam en bij Bank Nederlandse Gemeenten. Eind december 2012 zijn de offertes daadwerkelijk omgezet in overeenkomsten waardoor de bestaande faciliteiten door blijven lopen, echter onder een andere zekerheid. Gezien het verwachte ontbinden van het waarborgfonds is Inholland met de financiers overeengekomen deze zekerheden in te ruilen voor hypotheekstelling op een drietal panden in eigendom. De opbouw van de bestaande financiering sluit aan op het te verwachten verloop van de meerjaren liquiditeitsplanning. Daarbij mag uit oogpunt van risicospreiding maximaal 15% van de financieringsinstrumenten in enig jaar vervallen. In het afgelopen kalenderjaar is geheel conform deze uitgangspunten gehandeld. In het kader van de renterisico’s heeft de hogeschool een aantal jaren producten afgesloten tot en met 2013, waardoor structurele renterisico’s tot en met 2013 voor ruim 50% zijn afgedekt. Na 2013 daalt dit percentage. Nu de herfinanciering is afgerond zal komend jaar in kaart worden gebracht op welke wijze Inholland het lange termijn renterisico kan beheersen. Inholland heeft geen contractuele verplichtingen tot kasstortingen met de banken ter garantstelling bij negatieve waardes. De beleggingen hebben in 2012 bestaan uit het beheer van positief saldo via een direct opvraagbare spaarrekening bij de Rabobank.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 33 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Op balansdatum 31 december 2012 bedroeg de solvabiliteitsmarge 29% en is daarmee boven de (in- en externe) doelstelling van 25%. Debt service coverage ratio (gebaseerd op enkelvoudige balans) 2012
Debt service coverage ratio Rabobank Debt service coverage ratio BNG
realisatie
norm
3,8 4,6
1,3 1,2
De debt service coverage ratio Rabobank wordt berekend door de operationele cashflow te delen door de jaarlijkse rentelasten plus jaarlijkse aflossingsverplichtingen plus jaarlijkse leaseverplichtingen. Met operationele cashflow wordt bedoeld het geconsolideerde nettoresultaat plus/min bijzondere lasten, jaarlijkse rentelasten/baten vermeerderd met leaseverplichtingen, afschrijvingen en dotatie voorzieningen verminderd met vrijval voorzieningen, resultaat deelnemingen verminderd met positief rentederivaat vermeerderd met negatief resultaat derivaat. De debt service coverage ratio back BNG wordt berekend door de EBITDA van het afgesloten boekjaar te delen door jaarlijkse bruto rentelasten plus aflossingen in het afgesloten boekjaar. Met EBITDA wordt bedoeld de nettowinst voor belastingen, gecorrigeerd voor het netto resultaat van de rentebasten en rentelasten, het netto buitengewoon resultaat, het netto resultaat uit deelnemingen, het netto resultaat uit hoofde van operational lease, de netto mutatie van de post voorzieningen en de afschrijvingen en afwaarderingen op de vaste activa.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 34 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
2.13 Risicoparagraaf Inholland heeft het risicomanagementproces geïntegreerd in de planning- & controlsystematiek. In de jaarplannen van de domeinen en de staven is een risicoanalyse opgenomen en de directeuren rapporteren per triaal over de risico’s en beheersmaatregelen aan het College van Bestuur. De Stafdienst Concern Control heeft een plan van aanpak risicomanagement ontwikkeld en is voornemens het risicomanagementproces in het nieuwe collegejaar Inholland breed uit te rollen en te implementeren. Dit plan kent vijf thema’s: Planning & Control, Kwaliteitszorg, Naleving wet- en regelgeving, Administratieve organisatie en Professionele Cultuur. Dit dient een intern verbeteringsdoel waarbij de nadruk sterk op het onderwijs en dan vooral op die thema’s die in de onderzoeken van de Inspectie en de NVAO naar voren zijn gekomen, alsmede op de thema’s die door het College van Bestuur in haar verander- en verbeteraanpak prominent naar voren komen. In het plan van aanpak wordt de toetsing van de voortgang, realisatie en de werking van de verbetermaatregelen opgenomen. Hiermee wordt de brug geslagen tussen het extern onderzoek van de Inspectie en de NVAO en de overgang naar een situatie waarin de hogeschool in een regulier traject zit. Meest belangrijke risicogebieden voor Inholland zijn instroom (het aantal ingeschreven studenten, de bekostiging inclusief de collegegelden), kwaliteit (de kwaliteitsborging van het onderwijs en compliance aan de wet- en regelgeving en informatietechnologie) en financiën (kostenbeheersing en de financieringspositie). Instroom Aantal ingeschreven studenten Het meerjarenperspectief van Inholland gaat uit van een beperkte groei op de instroom van bekostigde studenten mede door portfoliokeuzes, sluitingen dan wel bundelingen van opleidingen. Inholland zal zich daarom in de markt moeten profileren en borgen dat haar opleidingsaanbod kwalitatief op niveau blijft. Bekostiging (inkomsten vanuit overheid) De Rijksbijdrage is als meest belangrijke inkomstenbron op termijn beperkt beïnvloedbaar (jaar2 systematiek). De hoogte van de Rijksbijdrage wordt tevens bepaald door de prijscomponent. Ten aanzien van de prijscomponenteffecten volgt Inholland nauwlettend de politieke discussies. Inholland heeft een relatief hoog aantal studenten met een verblijfsduur in het HBO van meer dan 4 jaar. Onder de instroom van Inholland bevindt zich een relatief hoog percentage studenten dat een bekostigingshistorie heeft opgebouwd bij andere instellingen voor HBO of WO en Inholland verwacht een lagere instroomgroei, lagere doorstroom en sluitingen dan wel bundelen van opleidingen waardoor de bekostiging van Inholland negatief wordt beïnvloed. Daarnaast blijft het onderwijsbudget HBO bij het Ministerie van OCW vooralsnog in 2013 gelijk. Het onderwijsdeel in het budget is gedaald, dit budget is overgeheveld naar de prestatiebox. De taakstelling uit het Kunduz akkoord is in 2013 afgedekt, hierna volgt een korting op het budget die is opgedeeld in 2 delen, waarover pas vanaf 2015 een aanpassing in de bekostiging plaatsvindt. Er is geen extra budget voor prestatieafspraken. Vanaf 2013 wordt een flinke stijging van de pensioenpremie verwacht en de BTW wordt verhoogd naar 21%. De stijging in de pensioenpremie wordt naar verwachting voor een derde gecompenseerd in de bekostiging. De BTW verhoging wordt niet gecompenseerd. Dit betekent dat er nauwelijks prijscompensatie
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 35 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
zal worden uitgekeerd. Vrijmaken van middelen dienen binnen de CAO gerealiseerd te worden. In de meerjarenbegroting zijn de genoemde effecten op de Rijksbijdrage met behulp van verschillende scenario’s in kaart gebracht. De tweede belangrijkste inkomstenstroom zijn de collegegelden. Inholland hanteert een voorzichtig beleid qua nog te ontvangen gelden. Kwaliteit Kwaliteitsborging van het onderwijs Kwaliteitsborging van het onderwijs is de kern van het Strategisch Programma. De kwaliteit van onderwijs en onderzoek staat centraal. Er is gekozen voor een model waarbij de onderwijsprofessionals weer meer eigen verantwoordelijkheid krijgen voor de inhoud en de kwaliteit van het onderwijs. Docententeams ontwikkelen onderwijs, voeren het uit en bewaken de kwaliteit van het onderwijs. Zij doen dit in nauwe verbondenheid met de student en het werkveld in de regio. De accreditatiewaardigheid van al onze opleidingen en het voldoen aan de vereisten die volgen uit de WHW krijgen hierbij continue aandacht. In het kader van het Convenant Leerkracht zijn de carrièremogelijkheden voor het onderwijzend personeel toegenomen. Inholland voert sinds 2009 een actief beleid om doorstroom naar hogere schalen te realiseren, gebaseerd op afspraken rond de ontwikkeling en bevordering van onderwijzend personeel, in 2010 is aan de daadwerkelijke invulling hiervan begonnen. De verdere ontwikkeling van een kwaliteitscultuur binnen de organisatie vraagt om niet-aflatende aandacht en investering. Of het nu gaat om ondersteunende processen, om het verzorgen van onderwijs of om het ontwikkelen van onderwijs en toetsen, voortdurend zal de vraag centraal moeten staan hoe het beter kan. Om vanuit kwantitatief en kwalitatief oogpunt de doelstellingen te bereiken en om tot een kwalitatief betere, meer onderwijsgerichte instelling te komen, bevindt Inholland zich vanaf het voorjaar 2013 in een nieuwe personele reorganisatie. Wet- en regelgeving Inholland heeft te maken met complexe wet- en regelgeving. Wetgeving op het gebied van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) waaronder het accrediteren van bestaande opleidingen valt, subsidieregelingen, arbeidsrecht, fiscaliteiten en de Wet Studiefinanciering zijn voortdurend onderhevig aan wijzigingen. Gezien de omvang van Inholland zijn de meest belangrijke onderdelen van bovengenoemde onderwerpen belegd bij de specifiek hiertoe opgeleide medewerkers en waar nodig ondersteund met externe expertise. Daarnaast zijn er procedures opgesteld en geïmplementeerd en is een programmacommissie onderwijs gestart met een programma gericht op de onderwijsagenda, basiskwaliteit (waaronder studiesucces en WHW), vakmanschap en professionaliteit die de naleving van specifieke regelgeving moeten borgen en bijdraagt aan het versterken en de borging van de kennis m.b.t. de regelgeving. Daarnaast is er structurele aandacht voor de benoeming, uitvoering en de kwaliteit van de werkzaamheden van de leden van de examencommissies en opleidingscommissies en is de vigerende wet- en regelgeving vertaald in de studiegids. Informatietechnologie Eén van de meest belangrijke pijlers van het onderwijs wordt gevormd door de ondersteunende informatietechnologie in de vorm van digitaal portfolio, elektronische leeromgeving, e-mail etc. Daarnaast is de gehele bedrijfsvoering afhankelijk van de ICT-omgeving. Het risico bestaat dat de continuïteit, betrouwbaarheid, beveiliging en de beschikbaarheid van informatietechnologie onvoldoende is gewaarborgd, waarbij het van belang is om fraude door middel van
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 36 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
informatietechnologie te voorkomen. De dataopslagomgeving van Inholland beperkt het risico op verlies van gegevens aanzienlijk en is hiermee voldoende gemitigeerd. Financiering Treasury volgt de financiële markten nauwlettend in verband met de renteontwikkelingen. Vanuit de wijziging van de financieringsovereenkomst met de banken zijn striktere voorwaarden gesteld aan het financieel beheer van Inholland. Dit uit zich in de verplichting om baten en lasten met elkaar in evenwicht te brengen; condities ten aanzien van een minimaal vermogen om de rente en aflossingen te kunnen betalen en solvabiliteit. In het financieel beleid wordt hier sterk op gestuurd. De treasuryfunctie werkt met een meerjaren prognosemodel met verschillende scenario’s, waaruit het meerjaren liquiditeitsplan en jaarlijkse treasurybeleidsplan worden afgeleid. In de meerjaren prognose is rekening gehouden met een verlaagd investeringsniveau, waarmee de afschrijvingen worden verminderd en bijdraagt aan een positief exploitatieverloop. Op basis van deze plannen zijn afspraken gemaakt over het ter beschikking stellen van liquiditeiten op korte en lange termijn. In het financieel beleid wordt sterk gestuurd op een solvabiliteit van minimaal 25%. Inholland maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de hogeschool blootstellen aan met name renterisico, kredietrisico en liquiditeitsrisico. Om deze risico’s te beheersen heeft de hogeschool een treasurybeleid opgesteld om de risico’s van onvoorspelbare ongunstige ontwikkelingen op de financiële markten en daarmee de financiële prestaties van de hogeschool te beperken. De hogeschool zet de afgeleide financiële instrumenten interest rate swaps en rentecaps in om risico’s te beheersen. Afgeleide instrumenten worden niet ingezet voor handelsdoeleinden. Kredietrisico Het belangrijkste kredietrisico betreft de vorderingen op de collegegelden van studenten. Door middel van actief beheer van de incasso van de door studenten afgegeven machtigingen wordt dit risico beheerst. Renterisico Inholland loopt renterisico over de rentedragende vorderingen en schulden en herfinanciering van bestaande financieringen. Voor vorderingen en schulden met variabel rentende renteafspraken loopt de onderneming risico ten aanzien van toekomstige kasstromen en met betrekking tot vast rentende leningen reële waarde risico. Om de variabiliteit van de variabel rentende leningen te beperken heeft Inholland afgeleide rente instrumenten afgesloten. Het renterisico op langlopende leningen wordt beheerst door binnen de mogelijkheden van het treasurystatuut middels treasuryproducten te streven naar een gemiddelde rentevoet. Inholland loopt renterisico over de rentedragende (her)financieringen. Om de variabiliteit van de variabel rentende leningen te beperken zijn afgeleide rente-instrumenten afgesloten. Liquiditeitsrisico De liquiditeitspositie wordt door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen gemonitord. Er wordt op toegezien dat er voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde voorwaarden leningconvenanten te blijven.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 37 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
2.14
Notitie Helderheid
Uitbesteding van onderwijs aan bekostigde hogeschool In 2012 heeft geen uitbesteding van onderwijs aan bekostigde hogeschool plaatsgevonden. Uitbesteding van onderwijs aan een private entiteit Stichting HBO Suriname Hogeschool Inholland Suriname is de naam van het instituut dat uitgaat van de naar Surinaams recht opgerichte rechtspersoon Stichting Hoger Beroepsonderwijs Suriname (hierna “SHBOS”) met als vestigingsplaats Paramaribo. In het verslagjaar heeft zich een fundamentele strategiewijziging voltrokken. Op 11 mei 2012 heeft de stichting een overeenkomst gesloten met Inholland en FHR Institute for Social Studies (FHR) die tot wezenlijk nieuwe verhoudingen leiden met Inholland en tot een vergaande integratie met FHR. Hoewel SHBOS een zelfstandige stichting is naar Surinaams recht wordt vanwege statutaire bepalingen de ultieme zeggenschap uitgeoefend vanuit Inholland Nederland. Vanaf 1 oktober 2012 wordt deze zeggenschap overgenomen door FHR. Vanwege deze statutaire aanpassing en het feit dat geen meerderheid van de bestuursleden van SHBOS aan Inholland meer gelieerd is, worden de resultaten van SHBOS vanaf kalenderjaar 2012 niet meer geconsolideerd in de jaarrekening van Inholland. Voor alle opleidingen die nu aangeboden worden door SHBOS zal Surinaamse en internationale accreditatie worden nagestreefd. Daartoe zijn de inmiddels de eerste noodzakelijke stappen gezet. Inholland committeert zich om maximale inspanning te plegen om de internationale accreditatie van de opleidingen op de kortst haalbare termijn te helpen realiseren. Ter afdekking van het risico dat internationale accreditatie niet tijdig voor het aflopen van de NVAO-accreditatie kan worden gerealiseerd wordt door partijen gezamenlijk voor de opleidingen Accountancy, Bedrijfseconomie, Bedrijfskunde MER en Human Resource Management een zogenaamd double degree programma aangeboden en verzorgd. Samenwerkingsinstituut Kweekschool voor Vroedvrouwen Per 1 september 2008 is het samenwerkingsinstituut Kweekschool voor Vroedvrouwen (SI KVV) opgericht. Het SI KVV verzorgt het onderwijs en onderzoekt de komende jaren de mogelijkheden tot academisering van het curriculum. VUmc, KVV en Inholland nemen deel in het SI KVV. Inholland beschikt niet over overwegende zeggenschap. Inholland ontvangt de bekostiging en is als zodanig het formele aanspreekpunt voor het ministerie van OCW (zie het Onderwijsprotocol en de Richtlijn Jaarverslag). Verder is Inholland de formele licentiehouder en in die rol aanspreekpunt voor de NVAO als het gaat om accreditatie. Verantwoording aan het ministerie van OCW en NVAO loopt formeel via Inholland, bijvoorbeeld via het jaarverslag. De Rijksbijdrage en collegegelden worden ontvangen bij Inholland en zijn als zodanig verwerkt in de baten. Het personeel (deel van) is in dienst van Inholland. De kosten zijn verantwoord
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 38 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
onder de loonkosten. Het saldo wordt verrekend met SI KVV. In de exploitatie van Inholland is dit saldo resultaatneutraal verantwoord. Werkelijk 2012
Werkelijk 2011
Baten Rijksbijdragen OC&W Collegegelden Overige baten
8.690 652 0
8.160 591 9
Totaal baten
9.342
8.760
Lasten Personele lasten Overige instellingslasten
3.880 143
3.650 125
Totaal lasten
4.024
3.775
Te verrekenen met SI KVV
5.318
4.985
Eigen personeel in het onderwijs 39 medewerkers van Inholland volgen een opleiding bij Inholland, waarbij de opleiding wordt gefinancierd door Inholland. Uitwisselingsovereenkomsten buitenlandse instellingen Hogeschool Inholland heeft in het collegejaar 2011 – 2012 met 265 buitenlandse partnerinstellingen bilaterale samenwerkingsovereenkomsten gekend. In het betreffende collegejaar hebben 444 buitenlandse studenten bij Inholland les gevolgd. Daarnaast hebben 644 studenten les gevolgd aan een van de buitenlandse partnerinstellingen. Scheiding publiek en privaat onderwijs Inholland heeft middels de inrichting van een Holding B.V. de scheiding tussen publiek en privaat vormgegeven. In de jaarrekening van de Stichting zijn zowel de enkelvoudige cijfers (zonder privaat) en de geconsolideerde cijfers (publiek en privaat) opgenomen. Inholland heeft geen onderwijsprogramma's uitbesteed aan private organisaties. Corporate Governance De regels met betrekking tot corporate governance van Inholland zijn neergelegd in de statuten van de Stichting Hoger Onderwijs Nederland, het bestuursreglement en het huishoudelijk reglement van de Raad van Toezicht (code of conduct corporate governance). Inholland past tevens de branchecode Governance van de HBO-raad toe.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 39 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Maatwerktrajecten Inholland heeft met de volgende bedrijven maatwerktrajecten afgesloten. Het aantal daarbij betrokken studenten in het collegejaar 2012 - 2013 en 2011 - 2012 is vermeld. Naam bedrijf
Naam opleiding
Albert Heijn Watson Kruidvat C&A C1000 Deen Dirk van den Broek Gamma Hema Kaashuis Tromp Karwei Kwantum Plus Slagerij Runderkamp Slagerij J.J.W. van Schip V&D Van Kalmthout Auto Vomar Weernekers Supermarkten
Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management
Totaal
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Aantal studenten 2012 - 2013
Aantal studenten 2011 - 2012
34 0 2 5 0 0 1 1 0 1 1 1 0 1 1 0 1 1
71 1 3 6 1 1 0 0 1 1 0 0 1 0 2 1 1 0
50
90
Pagina 40 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
2.15 Bevestiging bij de jaarrekening Het bevoegde gezag zal aan de accountant de bevestiging bij de jaarrekening d.d. 10 april 2013 afgeven. In de bevestiging bij de jaarrekening verklaart het College van Bestuur, dat zij alle bekende informatie, die van belang is voor de controleverklaring, heeft verstrekt en dat het College van Bestuur niet betrokken is geweest bij onregelmatigheden (waaronder verstaan wordt: handelen in strijd met de wet- en regelgeving of andere gedragingen die erop gericht zijn de Rijksbijdrage op oneigenlijke manier op positieve wijze te beïnvloeden).
2.16 Tot slot Deze jaarrekening is vastgesteld door het College van Bestuur in haar vergadering van 14 maart 2013 en goedgekeurd door de Raad van Toezicht in haar vergadering van 10 april 2013.
Den Haag, 14 maart 2013 College van Bestuur Inholland
D. Terpstra, voorzitter
Drs. H. de Deugd, lid
Dr. M.J.W.T. Nollen, lid
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 41 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
3. 3.1
Jaarrekening Geconsolideerde balans per 31 december 2012 (na resultaatbestemming)
1
Activa
1.1 1.2 1.3
Werkelijk 31 december 2012
Werkelijk 31 december 2011 *
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
383 205.407 38
383 226.983 38
Totaal vaste activa
205.828
227.404
Vorderingen Liquide middelen
30.000 27.424
29.817 8.567
Totaal vlottende activa
57.424
38.384
263.252
265.788
Vaste activa
Vlottende activa 1.5 1.7
Totaal activa
2
Passiva
2.1 2.2
Eigen vermogen Aandeel derden Groepsvermogen
76.445 375 76.820
72.198 353 72.551
2.4 2.5 2.6
Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
34.597 68.921 82.914
27.304 77.321 88.612
263.252
265.788
Totaal passiva *aangepast voor vergelijkingsdoeleinden
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 42 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
3.2
Geconsolideerde staat van baten en lasten 2012 Werkelijk 2012
Begroting 2012
Werkelijk 2011*
Rijksbijdragen Collegegelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten
200.544 49.818 5.407 17.437
193.279 55.117 17.360 7.511
196.013 55.345 7.547 16.684
Totaal baten
273.206
273.267
275.588
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
198.946 25.254 19.004 22.606
203.418 23.689 14.727 23.166
239.085 22.790 15.516 25.580
Totaal lasten
265.809
265.000
302.972
7.396
8.267
-27.384
171 -2.731
173 -4.369
228 -3.228
-2.560
-4.196
-3.000
4.836
4.071
-30.384
-16 -551 -22
-49 0 0
-49 0 -85
4.247
4.022
-30.518
Werkelijk 2012
Begroting 2012
Werkelijk 2011*
Toevoeging / onttrekking aan algemene reserve Toevoeging / onttrekking aan bestemmingsreserve
4.906 -659
4.022 0
-13.192 -17.326
Resultaat
4.247
4.022
-30.518
3 Baten 3.1 3.2 3.3 3.4
4 Lasten 4.1 4.2 4.3 4.4
Saldo Baten & Lasten
5 Financiële baten en lasten 5.1 Financiële baten 5.2 Financiële lasten
Totaal financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
Vennootschapsbelasting Resultaat Deelneming Aandeel derden
Resultaat
*aangepast voor vergelijkingsdoeleinden
Resultaatbestemming
*aangepast voor vergelijkingsdoeleinden
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 43 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
3.3
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2012 Werkelijk 2012
Werkelijk 2011
Resultaat Aandeel derden Afschrijvingen
4.247 22 25.254
-30.518 -137 22.790
Mutaties werkkapitaal - Vorderingen - Kortlopende schulden
-183 -5.699
2.505 -4.027
Mutaties Voorzieningen
7.293
22.322
30.934
12.933
-300 18 -5.359 1.963
-98
Kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen immateriële vaste activa Desinvesteringen immateriële vaste activa Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Financiële vaste activa
-11.452
0
5.528
-3.678
-6.022
-8.400
-10.558
-8.400
-10.558
Mutatie liquide middelen
18.857
-3.647
Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
8.567 18.857
12.214 -3.647
Eindstand liquide middelen
27.424
8.567
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossingen langlopende schulden
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 44 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
3.4
Waarderingsgrondslagen
Juridische vorm en voornaamste activiteiten De juridische naam van de organisatie is Stichting Hoger Onderwijs Nederland, ook wel Inholland genoemd. De organisatie is een stichting; de voornaamste activiteiten bestaan uit het bevorderen van hoger onderwijs. Algemeen De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De waarderingsgrondslagen zijn eveneens van toepassing voor de geconsolideerde rechtspersoon: Holding Inholland B.V en de Stichting Hoger Beroepsonderwijs Suriname (alleen van toepassing voor vergelijkende cijfers). De jaarrekening is opgesteld op basis van historische uitgaafprijzen. Tenzij anders vermeld zijn de activa en passiva opgenomen tegen de nominale waarde. De jaarrekening is opgesteld in euro’s, afgerond op bedragen x €1.000. Waarderingsgrondslagen en vergelijkende cijfers De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaren. De classificatie van sommige vergelijkende cijfers is aangepast consistent met de huidige presentatie. Toepassing van artikel 402 Boek 2 BW De financiële gegevens van de organisatie zijn in de geconsolideerde jaarrekening verwerkt. Derhalve vermeldt de staat van baten en lasten van de organisatie conform artikel 402 Boek 2 BW slechts het aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen na belastingen en het overige resultaat na belastingen. Waarderingsgrondslagen Consolidatie In de consolidatie zijn opgenomen de entiteiten die behoren tot de economische groep van de Stichting en waarover de Stichting overheersende zeggenschap uitoefent. Dit betreft hier: Holding Inholland B.V (inclusief haar geconsolideerde deelnemingen) en de Stichting Hoger Beroepsonderwijs Suriname (SHBOS) voor het verslagjaar 2011. Vanaf 2012 wordt SHBOS niet meer in de consolidatie opgenomen, vanwege het ontbreken van meerderheid van zeggenschap vanuit het bestuur van Stichting Hoger Onderwijs Nederland. Verbonden partijen Alle groepsmaatschappijen, zoals opgenomen in paragraaf 3.7, evenals de deelnemingen, worden aangemerkt als verbonden partij. Transacties tussen groepsmaatschappijen worden in de consolidatie geëlimineerd.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 45 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten debiteuren en overige vorderingen, liquide middelen, langlopende leningen en overige financieringsverplichtingen, crediteuren en overige kortlopende schulden. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Financiële instrumenten, inclusief de van de basiscontracten gescheiden afgeleide financiële instrumenten, worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien instrumenten bij de vervolgwaardering niet worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winsten-verliesrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Verstrekte leningen en overige vorderingen Verstrekte leningen en overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden. Afgeleide financiële instrumenten De eerste waardering voor afgeleide financiële instrumenten is reële waarde. Na de eerste waardering worden afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde, tenzij hedge accounting onder het kostprijs hedgemodel wordt toegepast. Zolang het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke risico van een toekomstige transactie die naar verwachting zal plaatsvinden, vindt geen herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de verwachte toekomstige transactie leidt tot verantwoording in de winst-en-verliesrekening, wordt de met het afgeleide instrument samenhangende winst of het met het afgeleide instrument samenhangende verlies in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Indien de afgedekte positie van een verwachte toekomstige transactie leidt tot de opname in de balans van een niet-financieel actief past de onderneming de kostprijs van dit actief aan met de afdekkingsresultaten die nog niet in de winst-en-verliesrekening zijn verwerkt. Een verlies voor het percentage groter dan de omvang van het afgeleide instrument ten opzichte van de afgedekte positie wordt op basis van kostprijs of lagere marktwaarde direct in
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 46 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
de winst-en-verliesrekening verwerkt. Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, worden de afdekkingsrelaties beëindigd. De cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de winst-en-verliesrekening was verwerkt, wordt als overlopende post in de balans opgenomen totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening. Voor hedging vindt generieke documentatie plaats in het treasurystatuut. Jaarlijks wordt de effectiviteit van de hedgerelaties getoetst door vast te stellen dat geen sprake is van overhedges. De effectiviteitstoets vindt plaats door vergelijking van kritische kenmerken van het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie. Indien sprake is van een overhedge wordt de hiermee samenhangende waarde op basis van de kostprijs of lagere marktwaarde direct in de winst- en verliesrekening verwerkt. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschafprijs minus afschrijvingen. Het betaalde gebruiksrecht/eigendom in verband met het gebruik van software wordt geactiveerd en in drie jaar ten laste van het resultaat gebracht. Bedragen boven de € 12.500 worden geactiveerd. Alle andere (software) licenties worden beschouwd als vooruitbetalingen en gedurende de looptijd als vooruitbetaalde kosten onder de vorderingen opgenomen. Gebouwen en terreinen De gebouwen en terreinen waarvan het economische claimrecht door het ministerie van OCW op 31 december 1993 is overgedragen aan Inholland, zijn in de balans opgenomen tegen de bruto deelnamesom die door het ministerie is vastgesteld. Gebouwen en terreinen verkregen na 31 december 1993 worden gewaardeerd tegen verkrijgings-/vervangingsprijs onder aftrek van de jaarlijkse afschrijvingen.
Op de gebouwen, die tot en met 2000 in gebruik genomen zijn, wordt lineair in 30 jaar afgeschreven. Voor gebouwen die na 2000 in gebruik genomen zijn, wordt een onderverdeling gemaakt in investeringsgroepen. Casco Afbouw Inbouwpakket Technische installaties Terreinvoorzieningen op sportterreinen
60 jaar 30 jaar 15 jaar 15 jaar 10 jaar, overige 30 jaar.
Op grond wordt niet afgeschreven. Gebouwen in aanbouw (geen afschrijving) Zolang een gebouw niet is opgeleverd, worden investeringsfacturen op het moment dat deze worden ontvangen opgenomen onder gebouwen in aanbouw. Op het moment van oplevering vindt er een overboeking plaats naar de post gebouwen.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 47 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Verbouwingen Onder de post verbouwingen worden investeringen opgenomen die te maken hebben met uitbreiding of wijziging van de bestemming van bestaande gebouwen. Verbouwingen worden gewaardeerd tegen verkrijgings-/vervangingsprijs minus afschrijvingen. Afschrijvingen vinden plaats in 10 jaar. Inventaris De aankoop van inventaris in gebouwen die niet aard- en nagelvast zijn, worden geactiveerd onder inventaris. Hieronder vallen ook infrastructurele voorzieningen zoals netwerkbekabeling en de telefooncentrales. Inventaris wordt gewaardeerd tegen verkrijgings-/vervangingsprijs minus afschrijvingen. De afschrijvingstermijn is 7 jaar. Afwijking is toegestaan als de economische levensduur daadwerkelijk korter is. De grens voor activeren is € 2.500 per investering. Apparatuur Onder de post apparatuur worden die investeringen opgenomen die geen inventaris zijn en die betrekking hebben op ICT-investeringen, audiovisuele middelen en andere technische gebruiksapparatuur in het onderwijs. Apparatuur wordt gewaardeerd tegen verkrijgings/vervangingsprijs minus afschrijvingen. De afschrijvingstermijn is 3 of 4 jaar. De grens voor activeren is € 2.500 per investering. Vervoermiddelen Vervoermiddelen die eigendom van Inholland zijn, worden geactiveerd inclusief BTW, BPM en accessoires. Vervoermiddelen worden gewaardeerd tegen verkrijgings-/vervangingsprijs minus afschrijvingen. De afschrijvingstermijn is 4 jaar. Financiële vaste activa Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde. Bij de bepaling van de nettovermogenswaarde worden de waarderingsgrondslagen van de organisatie gehanteerd. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer de organisatie garant staat voor de schulden van de betreffende deelneming wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming gevormd en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door de organisatie ten behoeve van deze deelneming. Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of duurzaam lagere bedrijfswaarde. De leningen aan niet-geconsolideerde deelnemingen worden opgenomen tegen nominale waarde onder aftrek van noodzakelijk geachte waardeverminderingen. De overige financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Dividenden worden verantwoord in de periode waarin zij betaalbaar worden gesteld. Rentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Eventuele winsten of verliezen worden verantwoord onder financiële baten en lasten.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 48 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen Het aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van de groep in de resultaten van deze deelnemingen. Resultaten op transacties, waarbij overdracht van activa en passiva tussen de groep en de niet-geconsolideerde deelnemingen en tussen niet-geconsolideerde deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden, zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd. De resultaten van deelnemingen die gedurende het boekjaar zijn verworven of afgestoten worden vanaf het verwervingsmoment respectievelijk tot het moment van afstoting verwerkt in het resultaat van de groep Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Door de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. De opbrengstwaarde is vastgesteld met behulp van de bepalingen van de actieve markt. Voor de bepaling van de bedrijfswaarde is voor de contant making van de kasstromen een disconteringsvoet gehanteerd van 4%. Een bijzondere waardeverminderingsverlies wordt direct als een last verwerkt in de staat van baten en lasten. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. Ook voor financiële vaste activa beoordeelt de instelling op iedere balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van een financieel actief of een groep van financiële activa. Bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt de instelling de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardeverminderingen, en verwerkt dit direct in de staat van baten en lasten. Bij financiële activa die gewaardeerd zijn tegen geamortiseerde kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet van het financiële actief zoals die is bepaald bij de eerste verwerking van het instrument. Het waardeverminderingsverlies dat daarvoor opgenomen was, dient te worden teruggenomen indien de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking. De terugname wordt beperkt tot maximaal het bedrag dat nodig is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs op het moment van de terugname, als geen sprake geweest zou zijn van een bijzondere waardevermindering. Het teruggenomen verlies wordt in de staat van baten en lasten verwerkt. Bij een investering in eigenvermogensinstrumenten op kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 49 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
financieel actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de actuele vermogenskostenvoet voor een soortgelijk financieel actief. Het bijzondere waardeverminderingsverlies wordt slechts teruggenomen indien het wegnemen van de indicatie van een bijzondere waardevermindering objectief waarneembaar is. Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Er wordt een voorziening opgenomen voor mogelijke oninbaarheid van deze vorderingen: Hierbij wordt de volgende grondslag gehanteerd: Vordering 3 - < 6 maanden 50% Vordering 6 - < 9 maanden 75% Vordering ≥ 9 maanden 100% Afwijking van deze grondslag is mogelijk indien uit statistische toetsing van individuele posten blijkt dat de getroffen voorziening geen getrouw beeld geeft van het aanwezige inningsrisico. Voorraden Voorraden in de zin van syllabi, leermateriaal etc. worden niet gescheiden opgenomen. De posten worden indien materieel (groter dan € 25.000) opgenomen onder de vorderingen. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas en banktegoeden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het bestuur zijn aangebracht. De bestemmingsfondsen zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door derden zijn aangebracht. Minderheidsbelang derden Het minderheidsbelang derden als onderdeel van het groepsvermogen wordt gewaardeerd op het aandeel van derden in de nettovermogenswaarde, zoveel mogelijk bepaald overeenkomstig de waarderingsgrondslagen van de organisatie. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 50 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Hierbij wordt een rekenrente van 4% gehanteerd. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Een voorziening is gevormd indien op balansdatum verplichtingen bestaan tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid. De verplichting is een beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorziening jubilea wordt opgenomen voor verwachte lasten gedurende het dienstverband van de werknemers. In de leegstandvoorziening zijn de huur- en servicekosten tot en met einde contractduur opgenomen van panden die niet meer gebruikt worden. Daarnaast zijn eventuele sloop- en schoonmaakkosten meegenomen in de berekening. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met eventuele toekomstige huuropbrengsten. De voorziening wordt berekend op basis van de nominale waarde ultimo verslaggevingsjaar. De reorganisatievoorziening wordt gevormd op basis van realistische inschattingen met gemiddelde loonkosten, rekening houdende met maximale aanspraak op WW/BW. De voorziening wordt berekend op basis van nominale waarde. Leasing De instelling least een deel van de ICT infrastructuur; hierbij heeft de instelling grotendeels de voor- en nadelen verbonden aan de eigendom van deze activa. Deze activa worden geactiveerd in de balans op het tijdstip van het aangaan van het leasecontract tegen de reële waarde van het actief of de lagere contante waarde van de minimale leasetermijnen. De te betalen leasetermijnen worden op annuïtaire wijze verdeeld in een aflossings- en een rentecomponent, gebaseerd op een vast rentepercentage. De leaseverplichtingen worden exclusief de rentevergoeding opgenomen onder de langlopende schulden. De rentecomponent wordt naar gelang van de leasetermijnen verantwoord in de staat van baten en lasten. De relevante activa worden afgeschreven over de resterende economische levensduur of, indien korter, de leasetermijn. Grondslagen voor bepaling van het resultaat De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. Opbrengstverantwoording De rijksbijdragen worden opgenomen conform de door het ministerie van OCW vastgestelde toekenning en tijdsevenredig toegerekend aan het exploitatiejaar.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 51 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
De collegegelden worden ten gunste van het resultaat verantwoord naar rato van de voortgang van het collegejaar. De cursusresultaten uit hoofde van contractactiviteiten worden verantwoord naar rato van de looptijd van de cursus De verantwoording van de overige opbrengsten uit het verlenen van diensten (w.o. detachering, verhuur ruimte) geschiedt naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Subsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Immateriële vaste activa inclusief goodwill en materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen. Personeelsbeloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Voor de medewerkers van de organisatie is een pensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegde pensioenregeling. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP) en wordt – overeenkomstig de RJ – in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. De risico’s van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risico’s komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening. Informatie over eventuele tekorten en de gevolgen hiervan voor Inholland voor de pensioenpremies in de toekomstige jaren is niet beschikbaar. De dekkingsgraad van het ABP Pensioenfonds bedraagt per 31 december 2012 96%. Bijzondere posten Bijzondere posten zijn baten of lasten die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die behoren tot het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening, maar die omwille van de vergelijkbaarheid apart toegelicht worden op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter van de post.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 52 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de staat van baten en lasten, rekening houdend met beschikbare, fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Vreemde valuta Vorderingen, schulden en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers.
3.5
Toelichting op de geconsolideerde balans
Immateriële vaste activa Verkrijgings- Afschrijvingen Boekwaarde Investeringen DesReclassificatie Afschrijving & Boekwaarde prijs t/m t/m investeringen Waardeverm. 31-12-2011
31-12-2011
31-12-2011
2012
2012
2012
2012
31-12-2012
Vergunningen en rechten Vooruitbetalingen
7.755 66
7.389 49
366 17
300 0
0 -17
0 0
282 0
383 0
Totaal
7.821
7.438
383
300
-17
0
282
383
Onder vergunningen en rechten worden onder andere verstaan de rechten om gebruik te maken van generieke bedrijfsapplicaties. De investeringen bestaan met name uit de aanschaf van nieuwe licenties. Materiële vaste activa Verkrijgingsprijs t/m
Afschrijvingen t/m
31-12-2011
31-12-2011
Boekwaarde Investeringen 31-12-2011
2012
Desinvesteringen
Reclassificatie
Afschrijving & Waardeverm.
Boekwaarde
2012
2012
2012
31-12-2012
1.2.1 1.2.1.1 1.2.1.2 1.2.1.3
Gebouwen en terreinen Gebouwen Terreinen Gebouwen in uitvoering Totaal
277.747 12.096 833 290.676
96.106 0 0 96.106
181.641 12.096 833 194.570
1.930 0 -807 1.123
433 0 0 433
0 0 0 0
13.525 0 0 13.525
169.613 12.096 26 181.735
1.2.2
Inventaris en apparatuur
177.427
145.014
32.413
2.929
222
0
11.447
23.672
Totaal
468.103
241.120
226.983
4.052
655
0
24.972
205.407
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 53 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
In 2012 zijn met name de nog lopende onderhandenwerk projecten uit 2011 afgesloten en geactiveerd. De investeringen in gebouwen betreffen voornamelijk de verbouwing van de laboratoria in Amsterdam en het laatste deel van de klimaatinstallatie in Haarlem. De investeringen in inventaris en apparatuur betreffen o.a. het vervangen van desktops voor studenten en medewerkers en onderhoud op diverse locaties. In de afschrijvingen is een bedrag van € 1,9 mln. begrepen met betrekking tot de afwaardering van de activa in de panden in Hoofddorp en Amstelveen, in verband met de leegstand per 1 september 2013. De materiële vaste activa zijn hypothecaire bezwaard met ingang van 1 januari 2013.
Verzekerde en OZB-waarde gebouwen en terreinen x € 1.000
Bedrag
Peildatum
1.2.a.1 OZB-waarde gebouwen en terreinen
€ 177.416
01-01-2012
1.2.a.2 Verzekerde waarde gebouwen
€ 279.623
01-01-2013
Inholland heeft tegen de OZB-waardering van verschillende terreinen en gebouwen bezwaar aangetekend. In deze jaarrekening gaan wij uit van de OZB-waarde per de laatst geaccordeerde datum. Onafhankelijke taxateurs bepalen de verzekerde waarde van de panden en inventaris middels een gedeeltelijk roulerende systematiek over alle panden. Ultimo 2011 zijn de gebouwen in eigendom getaxeerd. Voor twee gebouwen is de taxatiewaarde (marktwaarde in verhuurde staat) € 25,6 mln. lager dan de huidige boekwaarde per 31 december 2012. Op totaalniveau is de taxatiewaarde € 12 mln. hoger dan de boekwaarde. De taxatiewaarde is gebaseerd op langjarige bezetting van de panden door Inholland. De afschrijvingslasten worden derhalve gedekt door de inkomsten en is er geen impairmenttrigger voor de waarde van het vastgoed.
Financiële vaste activa Overige leningen u/g Mutaties Boekwaarde Investeringen Aflossing 31-12-2011 2012 2012
1.3.3
Boekwaarde 31-12-2012
Overige leningen u/g Lening Renforce B.V. Lening Sociëteit De Kooij Diemen Lening Allrisk Shop B.V.
18 0 20
0 0 0
0 0 0
18 0 20
Totaal
38
0
0
38
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 54 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
De lening aan Renforce B.V. wordt in 2013 volledig afgelost. Jaarlijks wordt een rente van 5% betaald. De lening aan de sociëteit De Kooij is in 2010 verstrekt en is in zijn geheel voorzien. In 2011 is de deelneming in Allrisk Shop B.V. verkocht. In de verkoopovereenkomst is door beide partijen opgenomen dat een bedrag van € 20.000 uiterlijk op 31 december 2013 zal worden afgelost. Jaarlijks wordt een rente van 4% betaald.
Vorderingen 31 december 2012
1.5.1 Debiteuren Voorziening Incourant
2.808 -201
31 december 2011 *
1.817 -264 2.607
1.5.4 Studentdebiteuren Voorziening Incourant
21.492 -1.516
1.552 22.044 -1.763
19.976
1.5.5 Overige vorderingen Voorschotten personeel Te ontvangen subsidies Overige
75 3.320 0
20.281
61 2.664 621 3.395
1.5.6 Overlopende activa Vooruitbetaalde kosten NS abonnementen Nog te ontvangen bedragen Nog te factureren bedragen Overige
Totaal vorderingen
1.961 1.455 79 516 11
3.346
2.288 1.535 108 694 13 4.022
4.638
30.000
29.817
*aangepast voor vergelijkingsdoeleinden Debiteuren De voorziening incourant is aanzienlijk gedaald door verdere optimalisatie van het interne aanmaanproces in het afgelopen jaar. De debiteurenpositie is toegenomen en wordt voornamelijk verklaard doordat ultimo december 2012 nog voor € 0,7 mln. is gefactureerd. Studentdebiteuren Verdere optimalisatie van zowel het interne aanmaanproces alsmede de rendementen van de incassobureaus hebben geleid tot een verdere afname van de positie studentdebiteuren.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 55 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Liquide middelen
31 december 2012
31 december 2011
27.422 2
8.557 10
27.424
8.567
1.8.1 Banken 1.8.2 Kasmiddelen Totaal liquide middelen
Alle liquide middelen staan ter directe beschikking van de stichting.
Eigen vermogen
Mutaties Stand per
Stand per Bestemming resultaat
31-12-2011
2.1.1
2.1.3
2.1.4
Algemene reserve Algemene reserve Bestemmingsreserve (privaat) Deelneming Holding Inholland B.V. Deelneming Stichting HBO Suriname Bestemmingsfonds (publiek) Waarborgfonds Totaal vermogen
74.182
-4.232 551
Overige mutaties
31-12-2012
4.906
79.088
-108 -551
-4.340 0
-3.681
-4.340
1.697
1.697
72.198
4.247
0
-4.340
76.445
De bestemmingsreserve (privaat) ‘Deelneming Holding Inholland B.V.’ betreft de in het verleden gemaakte resultaten door Holding Inholland B.V. en dient conform de Richtlijnen voor de Jaarverslaglegging separaat verantwoord te worden, als beklemd vermogen. Het bestemmingsfonds is gevormd omdat Inholland is aangesloten bij de Stichting Waarborgfonds HBO. Deze stichting heeft zich garant gesteld ter waarborging van de financiële verplichtingen van de instelling, die voortvloeien uit de bouwfinanciering. In de overeenkomst met het Waarborgfonds is bepaald dat voor de afgegeven garanties een voorziening / reservering wordt gevormd waarop een beroep kan worden gedaan in de situatie van landelijke financiële deconfitures. Deze reservering is gelijk aan de ingebrachte gelden. Het Waarborgfonds HBO is formeel nog niet opgeheven, dit zal in 2013 plaats vinden. De herfinanciering is ultimo 2012 formeel afgerond. Een batig saldo van de ingelegde gelden zal naar verwachting in 2013 worden teruggestort naar rato van inleg.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 56 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Minderheidsbelang derden
2.2.1
Minderheidsbelang derden in deelneming: 2012 ASA Student Campus
2011 375
353
Voorzieningen
Saldo 31-12-2011 2.4.2 Personeelsvoorzieningen Wachtgelden WAO Eigen Risico Langdurig zieken Jubileumuitkering Reorganisatievoorziening Totaal personeelsvoorzieningen
Mutaties Onttrekkingen 2012
Vrijval 2012
Saldo 31-12-2012
Onderverdeling saldo 31-12-2012 naar looptijd < 1 jaar 1-5 jaar > 5 jaar
2.814 259 1.143 1.088 22.000
759 468 0 169 9.500
-1.837 0 -269 -101 -5.749
0 -69 -26 0 0
1.736 658 848 1.157 25.751
898 320 825 119 2.300
823 338 23 346 23.100
15 0 0 691 351
27.304
10.896
-7.956
-95
30.150
4.462
24.630
1.057
0
4.448
0
0
4.448
791
3.657
0
0
4.448
0
0
4.448
791
3.657
0
27.304
15.344
-7.956
-95
34.597
5.253
28.287
1.057
2.4.3 Overige voorzieningen Leegstandvoorziening gebouwen Totaal overige voorzieningen
Voorzieningen
Dotaties 2012
Wachtgelden Tot 2001 vielen medewerkers van onderwijsinstellingen onder wachtgeldregelingen. Vanaf 2001 vallen deze onder de toepassing van de werkeloosheidswet (WW). Omdat de WW in bijna alle gevallen (veel) lager uitvalt dan de vroegere wachtgeldregelingen, is de zogenaamde bovenwettelijke regeling in het leven geroepen. Deze bovenwettelijke regeling bestaat uit een aanvullende uitkering en een aansluitende uitkering. Deze bovenwettelijke uitkering is om het uitkeringsniveau van de vroegere wachtgeld zoveel mogelijk te handhaven. Inholland valt onder de wettelijke WW-regeling die van toepassing is voor werknemers van Onderwijs- en Overheidswerkgevers. Inholland is eigenrisicodrager voor de Werkloosheidswet (WW) en de Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Hoger Beroepsonderwijs (BWRHBO). Dit houdt in dat Inholland zelf de WW-uitkeringen en ook de Bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen van de (ex) medewerkers bekostigt voor zolang deze medewerkers recht hebben op de uitkering.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 57 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Deze voorziening dient ter dekking van de ingeschatte kosten van: Werkloosheidsuitkeringen voor ex-medewerkers, die op 1 januari 2007 van de werkloosheidsregeling gebruik maakten of vanaf 1 januari 2007 in die regeling terecht zijn gekomen; Pensioenpremies voor ex-medewerkers met een WW uitkering; Bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen voor ex-medewerkers; Re-intergratie, Inholland heeft als WW-ERD een re-integratieverplichting; Ex-medewerkers die nà 30 juni 1996 in de wachtgeldregeling terecht zijn gekomen; Ex-medewerkers die vóór 1 juli 1996 in de wachtgeldregeling terecht zijn gekomen. WAO Eigen Risico Inholland is eigenrisicodrager geworden voor de WAO. Deze voorziening dient er toe om de reëel ingeschatte kosten voor de WAO verplichtingen te kunnen opvangen voor medewerkers die na 1 januari 2001 in de WAO zijn terechtgekomen. Conform de regels voor het eigenrisicodragerschap, heeft Inholland een garantie moeten afgeven dat zij aan haar verplichtingen kan voldoen. Dat risico is via een verzekeringspolis afgedekt. Langdurig zieken Op balansdatum heeft Inholland verplichtingen staan tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte. Voor deze verplichtingen is een voorziening opgenomen berekend uiterlijk tot twee jaar na de eerste ziekmelding. De verplichting is een schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. Jubileumuitkering De werkgever kent de werknemer, volgens de CAO-voorwaarden, bij het bereiken van een 25jarig, een 40-jarig en een 50-jarig ambtsjubileum een gratificatie toe ter grootte van respectievelijk 50%, 100% en 100% van zijn inkomen per maand. De rechten die elke werknemer opbouwt ten aanzien van deze uitkeringen zijn opgenomen in een voorziening. Reorganisatievoorziening Deze voorziening dient er toe om de reëel ingeschatte kosten voor algemene Werkloosheidswetuitkering (WW) en Bovenwettelijke werkloosheidsuitkering (BW) verplichtingen te kunnen opvangen voor medewerkers die in de WW/BW terechtkomen. Deze voorziening bestaat uit verschillende facetten met een financieel risico welke voortkomen uit het Sociaal Plan van de reorganisatie. De onttrekkingen hebben betrekking op de werkelijke kosten als gevolg van afvloeiing. De dotatie is een eerste inschatting van de te verwachte kosten voor de tweede reorganisatie. Als uitgangspunt is de fte reductie genomen zoals bepaald bij de portfolio rationalisatie. Daarbij is rekening gehouden met ervaringscijfers over het daadwerkelijk gebruik maken van het recht, de gemiddelde duur van het recht op uitkering en zijn gemiddelden bepaald voor indicatoren die voor de verdere berekening relevant zijn, zoals loon, leeftijd en datum in dienst. De voorziening is gewaardeerd op nominale waarde.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 58 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Leegstandvoorziening De voorziening voor de leegstand van gebouwen heeft betrekking op toekomstige huurlasten, inclusief aan de huur gerelateerde bijkomende servicekosten, voor de contractperiode waarover naar verwachting geen gebruik gemaakt wordt van de gebouwen op de locaties Hoofddorp en Amstelveen. Voor beide locaties is besloten vanaf september 2013 geen gebruik meer te maken en zijn de huurcontracten opgezegd. Het huurcontract voor het gebouw in Hoofddorp loopt tot en met augustus 2016 en voor Amstelveen loopt het contract per november 2014 af. Langlopende schulden
Bedrag lening
Aangegane
31-12-2011
leningen o/g
2.5.2 Kredietinstellingen BNG Rabobank (Hypotheek)
7.031 8.905
0 0
Rabobank (Hypotheek)
17.996
WUH / ING Real Estate
857
BNG Leaseverplichtingen 2.5.3 Langlopende schulden aan OCenW Liquiditeitsbijdrage 1998
Totaal langlopende schulden
Aflossingen
Saldo
Resterende
Rente
31-12-2012
looptijd
% (*)
639 1.134
6.392 7.771
10 jr 6 -9 jr
3,85% euri + 0,65%
0
2.145
15.851
21jr
euri + 0,65%
0
857
0
0 jr
6,35%
35.880
0
1.560
34.320
22 jr
euri + 1,75%
3 jr
1,719% - 4,657%
n.v.t
0,00%
3.515
0
2.064
1.451
74.184
0
8.400
65.785
3.136 3.136
0 0
0 0
3.136 3.136
77.321
0
8.400
68.921
(*) De vermelde rentepercentages zijn gebaseerd op de afgesloten leningscontracten inclusief de daarop van toepassing zijnde aanvullende rente financieringscontracten.
De liquiditeitsbijdrage 1998 heeft het ministerie van OCW verleend om liquiditeitsproblemen te voorkomen in verband met de regeling gespreide inning collegegelden. In het kader van het risicomijdend beleggen en belenen maakt Inholland gebruik van renteswaps en een rentecap. Het renterisico betreft de verandering van het renteresultaat als gevolg van een stijging of daling van de geld- en/of kapitaalmarktrente en is een risico. De swaps worden ingezet om de variabele rente af te dekken met een vaste rente. De rentecap, is erop gericht om het gemiddelde rentepercentage te beheersen. De swaps en cap zijn gekoppeld aan de langlopende leningen van de Rabobank en BNG waarbij de maximale looptijd van een van de swaps tot 1 april 2029 loopt. Inholland maakt gebruik van kostprijshedgeaccounting. Ultimo 2012 bedraagt de marktwaarde van de renteswaps € 2,9 mln. negatief (2011: € 2,5 mln. negatief) en de rentecap € 39 (2011: € 4.637). Er is geen sprake van over-hedging.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 59 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Kortlopende schulden
31 december 2012
2.6.1 2.6.1 2.6.3 2.6.6 2.6.7
2.6.8
2.6.9
Kredietinstellingen (kortlopende deel) Leaseverplichtingen (kortlopend deel) Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake pensioenen
Overige kortlopende schulden Nog verschuldigde salarissen Overlopende passiva Vakantiegeld Vakantiedagen Nog te betalen eindejaarsuitkering Vooruitontvangen geoormerkte subsidies OCW Vooruitontvangen investeringssubsidies Vooruitontvangen overige subsidies Vooruitontvangen overige bedragen Vooruitontvangen collegegelden (HBO) Vooruitontvangen cursusgelden (Privaat) Overige overlopende passiva
Totaal kortlopende schulden
31 december 2011 *
5.479 2.245 4.416 8.822 2.195
6.390 2.181 7.612 8.892 2.178
23.157
27.253
486
194
4.892 722 0 2.602 1.173 7.852 649 35.694 1.451 4.234
5.604 880 138 2.476 865 7.296 532 35.229 2.225 5.919
59.269
61.164
82.914
88.612
*aangepast voor vergelijkingsdoeleinden Daling van de crediteuren wordt veroorzaakt door een sterke daling van de inkopen en het niet plegen van investeringen. De daling van de overlopende passiva wordt ook weer verklaard door de afname van de inkopen en het niet plegen van investeringen. Voor het overzicht geoormerkte subsidies OCW en LNV (model G) wordt verwezen naar de tabel Model G - Geoormerkte subsidies OCW en LNV op de volgende pagina’s.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 60 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Model G - Geoormerkte subsidies OCW en LNV
Geoormerkt en aflopend op 31-12-2012 Toewijzing
Bedrag van de toewijzing
Omschrijving Verpl.nr.
Kenmerk
Ontvangen t/m verslagjaar
Totale kosten
te verrekenen ultimo verslagjaar
Datum
22000-1178 1400003738 22000-1178 22000-1178 22000-943 804AO-27643
Aanv Prakt leren Kennisver Bouwimpuls LNV Praktijkl 2010 Prim Opl Praktijkleren 2010 Praktijkleren 2009 primaire. opl. Krachtig Meesterschap
BEK/BPR-2010/50604 M TRCDKI/2009/2246 CFI/BEK-2009/129320 M CFI/BEK-2009/129320 M CFI/BEK-2009/18999 M OND/ODB-10/47818 M
02-07-10 26-11-09 16-11-09 16-11-09 12-03-09 18-06-10
147 1.948 31 154 27 300
147 1.948 31 154 27 300
147 1.948 0 81 19 300
0 0 31 73 8 0
1300000152 1300000188 1300001262 1300001263 1300001437 1300001440 1300001442 1300001444 1300003826
School als Kenniscentrum 2004 Impuls 2005, School als Kenniscentrum Groene impuls 2007 Internationalisering 2007 Groene impuls 2008 Internationalisering 2008 Professionalisering 2008 Praktijkleren 2008 Impuls 2009, School als Kenniscentrum
DWK/2004/3291 DK-DH/2005/3236 DK/DH/07/3339 DK/DH/07/3339 DK/2008/2370 DK/2008/2370 DK/2008/2370 DK/2008/2370 DK-09/2364
01-12-05 01-12-05 01-12-07 01-12-07 01-12-08 01-12-08 01-12-08 01-12-08 02-12-09
125 187 235 42 197 35 35 73 180
125 187 235 42 197 35 35 73 180
125 174 104 20 186 35 35 73 122
0 13 131 23 10 0 0 0 58
3.716
3.716
3.368
347
Totaal
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 61 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Geoormerkt en dóórlopend na 31-12-2012 Toewijzing
Bedrag van Saldo de toewijzing 01-01-2012
Omschrijving Verpl. Nr.
1400006636 22000-1178 22000-1178 1300013019 1400004071 705B0-2731 705AO-2179 804AO-27665 804AO-27658
Lectoraat Green Biotechnology Kwal Impuls HAO Aanv Prakt leren Profession Aanv Prakt leren Internat Progr. Prod.&Handel:Plant 12/13 B4 Doorontwikkeling HCA in Greenport Versterking Gr KennisInfrastruct LNV Project Onderwijscyclus Pilot Pre-honourstraject (Sirius project) Krachtig Meesterschap Effectief Team BRT-comp. en zelfreflectie
Totaal
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Kenmerk
Datum
4850010757720 TRCDKI/2010/2182 BEK/BPR-2010/50604 M BEK/BPR-2010/50604 M DGA-AK/12339100 KIGO2012 4980009747591 TRCDKI/09/2249 424131 OND/ODB-09/69862 M OND/ODB-10/47829 M OND/ODB-10/47838 M
31-12-12 13-12-10 02-07-10 02-07-10 12-12-12 02-08-12 11-12-09 17-07-12 31-07-09 18-06-10 18-06-10
Ontvangen in verslagjaar
Kosten in verslagjaar
Saldo nog te Totale kosten besteden ultimo 31-12-2012 verslagjaar
396 756 35 26 210 300 800 1.652 757 304 525
0 174 28 26 0 0 165 0 206 137 357
99 227 0 0 210 90 0 1.176 187 61 105
0 277 17 0 30 10 132 12 154 129 232
0 481 24 0 30 10 607 12 367 236 295
99 124 11 26 180 80 33 1.164 239 68 230
5.761
1.093
2.154
-1000 992
2.060
2.255
Pagina 62 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
3.6
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
Huurcontracten De huurcontracten zijn opgenomen in onderstaande tabel en te verdelen in 2 categorieën: Huurcategorie
< 1 jr
< 5 jr
> 5jr
Studentenhuisvesting Huisvesting onderwijs/ondersteuning
167.512 3.401.703
837.560 10.769.501
791.048 859.300
Totaal
3.569.215
11.607.061
1.650.348
Bankgaranties Per 31 december 2012 bestaat de volgende categorie bankgarantie: Huurovereenkomsten; bedrag € 0,4 mln. Investeringsverplichtingen Ultimo kalenderjaar 2012 zijn er geen investeringsverplichtingen aangegaan. Overeenkomst van borgtocht Als gevolg van de gesloten standaardovereenkomst van borgtocht artikel 7 heeft Inholland zich verbonden niet zonder schriftelijke toestemming van de Stichting Waarborgfonds HBO, de aan Inholland toebehorende registergoederen te vervreemden of met enig recht te bezwaren. Voorts dient Inholland, indien zij haar verplichtingen uit de geborgde overeenkomsten niet kan nakomen, een recht van hypotheek aan de Stichting Waarborgfonds HBO te verstrekken tot zekerheid van het regresrecht van de Stichting Waarborgfonds HBO. Eigenrisicodragerschap Wet Arbeidsongeschiktheid Conform de regels voor het eigenrisicodragerschap heeft Inholland een garantie moeten afgeven dat Inholland aan haar verplichtingen kan voldoen. Dit risico is middels een verzekeringspolis afgedekt. Rechten doorverkoop Spirea Dordrecht Inholland heeft het pand aan de Spirea in Dordrecht in 2004 verkocht. Onderdeel van deze verkoop was dat bij doorverkoop van de huidige eigenaar Inholland nog recht heeft op 50% van de eventuele meeropbrengst boven de € 2,5 mln. in de periode 2003 tot en met 2013 voor zover daar woningbouw mogelijk is. Er is geen zekerheid of en op welk moment eventuele extra inkomsten gerealiseerd zullen worden. Zekerheidsstelling De HBO-raad heeft besloten de Stichting Waarborgfonds op te heffen. Dat betekent dat de verstrekte leningen met een borgstelling van het fonds opnieuw moeten worden besproken met onze financiers. Afgelopen jaar zijn voorbereidende gesprekken gevoerd met de financiers van Inholland als gevolg van deze besluitvorming. Inholland heeft inmiddels afspraken gemaakt met de Rabobank en BNG om de financiering te continueren. De juridische closing van dit financieringsarrangement is ultimo 2012 afgerond. In plaats van borging via het Waarborgfonds
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 63 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
zijn een drietal panden in eigendom als zekerheid ondergebracht. Dat betekent dat met de continuïteit in financiering en een genomen reorganisatievoorziening Inholland een stevige basis heeft gelegd voor financiële continuïteit van de school. Claims Tegen de instelling zijn diverse claims ingediend die door haar worden betwist. Hoewel de afloop van deze geschillen niet met zekerheid kan worden voorspeld, wordt – mede op grond van ingewonnen juridisch advies – aangenomen dat deze geen nadelige invloed van betekenis zal hebben op de geconsolideerde financiële positie.
3.7
Financiële instrumenten
Inholland maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de hogeschool blootstellen aan met name renterisico, kredietrisico en liquiditeitsrisico. Om deze risico’s te beheersen heeft de hogeschool een treasurybeleid opgesteld om de risico’s van onvoorspelbare ongunstige ontwikkelingen op de financiële markten en daarmee de financiële prestaties van de hogeschool te beperken. De hogeschool zet de afgeleide financiële instrumenten interest rate swaps en rentecaps in om risico’s te beheersen. Afgeleide instrumenten worden niet ingezet voor handelsdoeleinden. Kredietrisico Het belangrijkste kredietrisico betreft de vorderingen op de collegegelden van studenten. Door middel van actief beheer van de incasso van de door studenten afgegeven machtigingen wordt dit risico beheerst. Renterisico Inholland loopt renterisico over de rentedragende vorderingen en schulden en herfinanciering van bestaande financieringen. Voor vorderingen en schulden met variabel rentende renteafspraken loopt de onderneming risico ten aanzien van toekomstige kasstromen en met betrekking tot vast rentende leningen reële waarde risico. Om de variabiliteit van de variabel rentende leningen te beperken heeft Inholland afgeleide rente instrumenten afgesloten. Het renterisico op langlopende leningen wordt beheerst door binnen de mogelijkheden van het treasurystatuut middels treasuryproducten te streven naar een gemiddelde rentevoet. Inholland loopt renterisico over de rentedragende (her)financieringen. Om de variabiliteit van de variabel rentende leningen te beperken zijn afgeleide rente-instrumenten afgesloten. Middels onderstaande producten is hier invulling aan gegeven.
Portefeuille overzicht rentederivaten Overzicht per 31-12-2012 Transactie nummer Type 8406850 Swap 8748820 Swap 144975.64 Swap 9421890 Swap 8406330 Cap
Tegenpartij Rabobank Rabobank BNG Rabobank Rabobank
Nominaal € 15.000.000 € 10.000.000 € 10.000.000 € 15.000.000 € 15.000.000
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
IngangsPro resto datum Einddatum € 6.000.000 1-11-2006 1-11-2016 € 8.250.000 1-4-2009 1-4-2029 € 5.500.000 1-4-2008 1-4-2018 € 2.250.000 1-11-2008 1-8-2013 € 15.000.000 1-1-2007 1-1-2014 Totaal
Marktwaarde € -459.195,00 € -1.801.654,00 € -526.467,00 € -49.472,00 € 39,00 € -2.836.749,00
Pagina 64 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
In onderstaande tabel een overzicht van de overige voorwaarden per swap/cap. Transactie nummer 8406850 8748820 144975.64 9421890 8406330
Type
Tegenpartij
Swap Swap Swap Swap Cap
Rabobank Rabobank BNG Rabobank Rabobank
Pro resto € € € € €
6.000.000 8.250.000 5.500.000 2.250.000 15.000.000
Vaste intrest/ Variabele rente Capniveau 3,855% Euribor 4,08% Euribor 3,87% Euribor 4,53% Euribor 3,50% Euribor
Spread 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
Rente looptijd 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden
Het renterisico kan worden weergegeven door de leningen in te delen naar rentevervaldatum. (in € 1.000)
Verstrekte vastrentende leningen Financiele vaste activa
Bedrag
< 1 jaar 38 38
38 38
Opgenomen vastrentende leningen Opgenomen variabel leningen Langlopende leningen (excl lease en liquiditeitsbijdrage)
7.031 61.248 68.279
639 58.112 58.751
Per saldo Afgeleide instrumenten
61.210 37.000
58.074 37.000
Per saldo rentepositie
24.210
21.074
Het overgrote deel van de leningen kent een variabele rente die gebaseerd is op de driemaands Euribor tarieven. Deze leningen, alsmede de afgeleide instrumenten, hebben een rentevervaldatum korter dan een jaar en worden daarom in bovenstaande tabel ingedeeld in de kolom korter dan een jaar. Wanneer het saldo van de leningen met een rentevervaltermijn korter dan een jaar wordt afgezet tegen de afgeleide instrumenten, blijkt dat Inholland op korte termijn een rentepositie heeft van € 21,1 mln. Over dit bedrag loopt Inholland renterisico binnen een jaar. Concreet betekent dit dat, indien de rente per 1 april 2013 met 1% zou stijgen, waarbij alle andere variabelen constant blijven, de rentelast in 2013 met € 0,2 mln. zal stijgen. In deze tabel zijn leningen opgenomen met een looptijd tot 25 jaar. De leningen hebben een aflopende nominale waarde. Ook voor de afgeleide instrumenten geldt dat deze een aflopende waarde hebben na de periode van 1 jaar. In bovenstaande tabel is de mate waarin het renterisico aanwezig is na 1 jaar niet weergegeven. Liquiditeitsrisico De liquiditeitspositie wordt door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen gemonitord. Er wordt op toegezien dat er voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde voorwaarden leningconvenanten te blijven.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 65 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Reële waarde De reële waarde van in de balans opgenomen financiële instrumenten verantwoord onder kasmiddelen, kortlopende vorderingen en schulden e.d. benadert de boekwaarde daarvan.
3.8
Overzicht verbonden partijen
Meerderheidsdeelneming (BV of NV) Juridische Statutaire vorm zetel
Holding Inholland B.V.
BV
Rotterdam
Stichting Hoger Beroepsonderwijs Suriname
Stichting
PM
Code activiteiten
Eigen vermogen 31-12-2012
Exploitatiesaldo 2012
Omzet 2012
Verklaring art. 2:403 BW
Consolidatie ja/nee
1.659
-108
15.049
N
J
0
0
0
N
J
1.659
-108
15.049
1/4 4
Totaal
deelneming beeindigd
Deelnamepercentage
100% per 1-10-2012
100%
Overige verbonden partijen (minderheidsdeelneming) Juridische vorm
Statutaire zetel
Code activiteiten
Samenwerkingsinstituut Kweekschool voor Vroedvrouwen
Stichting
Amsterdam
4
Kenniscentrum voeding en groen
Coöperatie
Den Haag
4
Toelichting code activiteiten 1 = contractonderwijs; 2 = contractonderzoek; 3 = onroerende zaken; 4 = overig. Holding Inholland B.V. Inholland is voor 100% eigenaar van Holding Inholland B.V. In deze vennootschap zijn de private activiteiten van Inholland ondergebracht. De activiteiten bestaan voor 36% uit contractonderwijs (code 1) en voor 64% uit overige zaken (code 4). Samenwerkingsinstituut Kweekschool voor Vroedvrouwen Per 1 september 2008 is het samenwerkingsinstituut Kweekschool voor Vroedvrouwen (SI KVV) opgericht. Het SI KVV verzorgt het onderwijs en onderzoekt de komende jaren de mogelijkheden tot academisering van het curriculum. VUmc, SI KVV en Inholland nemen deel in het SI KVV. Inholland beschikt niet over overwegende zeggenschap. Inholland ontvangt de bekostiging en is als zodanig het formele aanspreekpunt voor her ministerie van OCW (zie het Onderwijsprotocol en de Richtlijn Jaarverslag). Verder is Inholland de formele licentiehouder en in die rol aanspreekpunt voor de NVAO als het gaat om accreditatie. Verantwoording aan het ministerie van OCW en NVAO loopt formeel via Inholland, bijvoorbeeld via het jaarverslag.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 66 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Kenniscentrum voeding en groen Samenwerkingsverband tussen Hogeschool Inholland en Stichting Wellant. De ondersteuning van de door leden aangeboden groene opleidingen; Het bereiken van nieuwe doelgroepen jongeren voor ‘groene’ opleidingen en het realiseren van instroom in het groen onderwijs, vanuit de randstad en te beginnen in Amsterdam; De bevordering van de doorlopende leerlijnen tussen de door de leden, alsmede Wageningen UR aangeboden opleidingen.
Transacties verbonden partijen De transacties ten aanzien van onder anderen omzet, managementvergoeding, rente tussen de instelling en de met haar verbonden partijen zijn: Werkelijk 2012 Holding INHolland B.V. SI Kweekschool voor Vroedvrouwen Stichting HBO Suriname
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Werkelijk 2011
5.742
8.421
-5.318
-4.985
0
186
424
3.622
Pagina 67 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
3.9
Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten
Rijksbijdragen Werkelijk 2012 3.1.1 (Normatieve) Rijksbijdrage OCW / LNV 3.1.2 Overige subsidies OCW / LNV
Totaal rijksbijdragen
Begroot 2012
Werkelijk 2011
198.632
193.279
194.282
1.912
0
1.731
200.544
193.279
196.013
De Rijksbijdrage wordt vastgesteld op basis van het bekostigde studentenaantal t-2. Inholland heeft een hogere Rijksbijdrage ontvangen over 2012 dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door meerdere wijzigingen in de Rijksbijdrage. In het definitieve macrobudget zijn diverse mutaties verwerkt, die leiden tot aanpassing van de Rijksbijdrage van de hogescholen en universiteiten. Dit heeft tot gevolg dat de verdeling van de middelen tussen de instellingen wijzigt. Een belangrijke mutatie is het afschaffen van de korting voor de langstudeerdersmaatregel en de ontvangen prijscompensatie. Tevens heeft Inholland enkele incidentele Rijksbijdragen ontvangen welke niet voorzien waren. Collegegelden Werkelijk 2.012 3.2
Begroot 2012
Werkelijk 2.011
Collegegelden
49.818
55.117
55.345
Totaal collegegelden
49.818
55.117
55.345
De daling van de opbrengst collegegelden wordt voornamelijk veroorzaakt door de daling van de studentaantallen in collegejaar 2011 – 2012 (voor 8/12 opgenomen in de baten voor 2012), veroorzaakt door de imagoschade die Inholland opliep. In de opbrengst zijn tevens verantwoord de collegegelden voor het SI KVV (€ 0,7 mln.).
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 68 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Baten werk i.o.v. derden Werkelijk 2012
Begroot 2012
Werkelijk 2011
3.3
Opbrengst werk i.o.v. derden
3.3.1
Contractonderwijs / Contractonderzoek
5.407
17.360
7.547
Totaal baten werk i.o.v. derden
5.407
17.360
7.547
Baten werk in opdracht van derden zijn ca. € 12 mln. lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat in de begroting niet voldoende rekening gehouden is met eliminaties van derden. Dit effect is tevens terug te vinden bij de personele lasten. Daarnaast is de markt voor contractonderwijs door de crisis sterk afgenomen. Hierdoor heeft de Academy minder docenten en cursusruimte afgenomen bij Inholland. Overige baten Werkelijk 2012 3.4
Overige baten
3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5
Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Schenking en sponsoring Overige Subsidies (niet OCW) en bijdragen Studentbijdragen Overige Totaal overige baten
Begroot 2012
Werkelijk 2011
2.536 9.160 52
4.032 258 0
2.205 10.502 45
3.251 1.949 490
1.016 1.547 658
2.038 2.260 -366
17.437
7.511
16.684
De overige baten zijn in totaal ca. € 7 mln. hoger dan begroot en wordt voornamelijk verklaard door de lagere begrote omzet detachering personeel.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 69 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Personele lasten Werkelijk 2012 4.1.1 4.1.2 4.1.3.
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
Begroot 2012
129.124 12.320 18.868
145.168 2.478 15.329 160.312
4.1.4 Overige personele lasten 4.1.4.1 mutatie voorziening Reorganisatie Wachtgeldregelingen WAO Eigen Risico Jubileumuitkeringen Langdurig zieken Organisatieontwikkeling 4.1.4.2 Uitzendkrachten, inhuur derden 4.1.4.3 Overige
4.1.5
Uitkeringen (-/-) Totaal personele lasten
Werkelijk 2011*
3.751 -1.077 399 68 -296 0 21.895 15.110
141.248 14.482 19.026 162.975
0 0 0 0 0 0 25.075 15.524
174.756
22.000 88 48 -171 356 0 28.875 14.338
39.850
40.599
65.534
-1.216
-156
-1.204
198.946
203.418
239.085
*aangepast voor vergelijkingsdoeleinden De lonen en salarissen zijn lager door de afname van fte als gevolg van de reorganisatie. De pensioenpremies zijn hoger dan begroot door een verhoging van het werkgeversdeel van de pensioenpremies. Het personeel (deel van) van SI KVV is in dienst van Inholland. De kosten zijn verantwoord onder de loonkosten (€ 3,9 mln.). De Rijksbijdrage (€ 8,7 mln) specifiek voor deze opleiding is verantwoord in het totaal van de ontvangen Rijksbijdragen door Inholland. Het resterende saldo zijnde (€ 4,8) is verantwoord onder de post uitzendkrachten, inhuur derden. Onder de post ‘Wachtgeldregelingen’ en ‘WAO Eigen Risico’ zijn - naast de reguliere kalenderjaaruitgaven – ook de dotaties en onttrekkingen aan de daarvoor aangehouden voorzieningen opgenomen. De post ‘Uitzendkrachten, inhuur derden’ is lager dan begroot en lager dan in 2011 door sterke sturing op het reduceren van kosten voor externe inhuur in het kader van de bezuinigingsdoelstellingen. De post ‘Overige’ bevat ondermeer scholingskosten (€ 2,3 mln.), reis- en verblijfskosten werknemers (€ 1,6 mln.), kosten wachtgeld € 2,5 mln.), teambijeenkomsten (€ 0,4 mln.) , wervingskosten personeel (€ 0,1 mln.) en kantinekosten (€ 0,9 mln.).
Gemiddeld aantal werknemers Het gemiddeld aantal werknemers bedraagt in 2012: 2.620 (2011: 2.940).
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 70 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Bezoldiging bestuurders en toezichthouders Duur arbeidsovereenkomst / werkzaamheden
Vanaf
Ingangsdatum dienstverband
Taakomvang Dienstbetrekking Periodiek (D) of op betaalde Interimbasis (I) beloningen *
Tot
College van Bestuur D. Terpstra M.J.W.T. Nollen H. de Deugd H.J. Rutten B.E. van Vucht Tijssen 1) Totaal Bestuurders
Voorzitter Lid Lid Lid Lid
1-1-2012 31-12-2012 1-3-2012 31-12-2012 1-4-2012 31-12-2012 1-1-2012 1-3-2012 1-1-2012 1-4-2012
Raad van Toezicht H.W. Breukink M.F. Andriessen E.C. van der Sluis K. van der Steenhoven H.J. Rutten Totaal Toezichthouders
Voorzitter Lid RvT* Lid RvT* Lid RvT* Lid RvT
1-1-2012 1-1-2012 1-1-2012 1-1-2012 1-3-2012
31-12-2012 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2012
2012 EUR
Bonusbetalinge Ontvangen Uitkeringen wegens n / gratificaties pensioenbijdragen/ beëindiging v/h beloningen dienstverband betaalbaar op termijn
Fte
D of I
2012 EUR
2012 EUR
2012 EUR
22-11-2010 1-3-2012 1-4-2012 15-1-2011 1-1-2011
1,0 0,8 0,7 0,2 0,3
D D D D I
169.531 129.217 103.076 13.670 47.001 462.495
0 0 0 0 0
25.548 20.772 16.592 1.990 0 64.902
0 0 0 0 0
1-6-2011 1-12-2011 1-12-2011 1-12-2011 1-3-2012
1,0 1,0 1,0 1,0 0,8
D D D D D
13.600 10.292 10.292 10.292 7.125 51.600
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
* deze leden hebben in de maand april 2012 een bedrag van € 792 over de maand december 2011 ontvangen Bovenstaande tabel model H Bezoldiging bestuurders en toezichthouders is, op basis van de individuele loonstaten van betrokkenen over 2012, in overeenstemming met Regeling jaarverslaggeving onderwijs artikel 3d en model H van OCW. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) De onderstaande informatie is in overeenstemming met de wet- en regelgeving zoals vastgelegd in de “Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens” (WOPT) en de branchecode Governance van de HBO-raad. Conform de brief van het ministerie van Binnenlandse Zaken d.d. 3 april 2012 moet voor de WOPT worden uitgegaan van een rapportage over de volgende beloningscomponenten: het belastbaar loon (loon voor loonheffing), de totale pensioenafdracht (werknemers- plus werkgeversdeel), alle overige voorzieningen op termijn (b.v. levensloop) en ontslagvergoedingen voor zover ze geen deel uitmaken van het belastbaar loon. Het normbedrag voor de WOPT voor het jaar 2012 bedraagt € 194.000. 2012
Functie
fte
Voormalig voorzitter Voormalig vice-voorzitter Voormalig directeur
0,0 0,0 0,0
2011
Belastbaar Loon incl bijtelling excl bijtelling auto vd zaak auto vd zaak 0 0 0
Pensioen Afdracht 0 0 0
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Ontslag vergoeding 0 0 0
Totaal fte 0 0 0
0 0 0
0,0 0,2 1,0
Belastbaar Loon incl bijtelling excl bijtelling auto vd zaak auto vd zaak 248.872 198.749 99.127
248.872 198.749 99.127
Pensioen Afdracht 0 6.368 24.552
Ontslag vergoeding 0 0 86.000
Totaal
248.872 205.117 209.679
Pagina 71 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Declaraties College van Bestuur Op basis van artikel 3j van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs dient Inholland vanaf het verslagjaar 2011 inzicht te geven in de declaraties van de individuele leden van het College van Bestuur. Met opname van onderstaand overzicht wordt hieraan voldaan. Overzicht declaraties bestuursleden verslagjaar 2012 Naam
D. Terpstra
Functie
H. de Deugd
Voorzitter
Fte
H.J. Rutten
portefeuillehouder
Onderwijs en Onderzoek
Bedrijfsvoering
1
Representatiekosten
M.J.W.T. Nollen
portefeuillehouder 0,72
0,83
B.E. van Vucht Tijssen Lid
Totalen
Lid
0,16
3
0
0
0
0
0
0
Reiskosten binnenland
7.464
1.460
760
1.896
37
11.616
Reiskosten buitenland
3.945
0
2.800
0
0
6.745
Overige kosten
2.763
1.996
2.381
320
0
7.461
14.172
3.456
5.941
2.216
37
25.822
Totaal
Afschrijvingen Werkelijk 2012 4.2.1 Immateriële vaste activa 4.2.2 Gebouwen 4.2.3 Inventaris en apparatuur Afschrijvingen Totaal afschrijvingen
Begroot 2012
Werkelijk 2011 *
282 13.525 11.447 25.254
0 14.402 9.287 23.689
378 11.075 11.337 22.790
25.254
23.689
22.790
*aangepast voor vergelijkingsdoeleinden De afschrijvingskosten op de rubriek gebouwen zijn niet reëel begroot. In de afschrijvingen is een bedrag van € 1,9 mln. begrepen met betrekking tot de afwaardering van de activa in de panden in Hoofddorp en Amstelveen, in verband met de leegstand per 1 september 2013. Huisvestingslasten Werkelijk 2012
4.4.1 4.4.3 4.4.4 4.4.5
Huisvestingslasten Huur Afwaardering verbouwing huurpanden Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
Totaal Huisvestingslasten
Begroot 2012
Werkelijk 2011
5.650 4.448 2.627 2.229 2.529 801 720
8.568 0 1.742 1.676 1.737 515 488
5.561 0 3.324 2.395 2.831 803 602
19.004
14.727
15.516
De huisvestingslasten zijn gestegen door de dotatie van € 4,4 mln. aan de leegstandsvoorziening gevormd voor het vertrek uit de huurpanden in Hoofddorp en Amstelveen.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 72 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Overige instellingslasten Werkelijk 2012 4.4
Overige Instellingslasten
4.4.7
Administratie- en beheerslasten Administratie en beheer Reis- en verblijfkosten Overige beheerslasten
4.4.7
Inventaris, apparatuur & leermiddelen Inventaris en apparatuur ICT lasten Leer- en hulpmiddelen
4.4.6
Mutatie dubieuze debiteuren
4.4.7
Overigen Studentenvoorzieningen Wervingskosten Uitbesteed werk Telefoon/internet
Totaal Overige Instellingslasten
Begroot 2012
Werkelijk 2011
4.454 19 1.309
6.435 86 500
5.307 24 1.720
5.782
7.021
7.050
659 3.515 5.567
751 2.911 2.624
646 4.052 4.921
9.741
6.286
9.619
-323
0
-17
1.930 3.147 672 1.658
1.375 4.166 475 3.842
2.179 4.252 605 1.891
7.407
9.858
8.927
22.606
23.166
25.579
De reis- en verblijfkosten zijn met ingang van 2012 gerubriceerd onder de overige personele lasten. Onder de post overige voorzieningen valt de mutatie van de voorziening dubieuze debiteuren. In verband met de reorganisatie heeft er een sterke sturing op administratie-en beheerslasten plaatsgevonden, deze kosten zijn lager dan begroot en lager dan in 2011. De post leer- en hulpmiddelen is toegenomen door investeringen in het kader van kwaliteit van het onderwijs. Accountantshonoraria Werkelijk 2011 2012
2012 KPMG
Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Andere niet-controlediensten
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
2011
voormalig accountant
63 43 0 0
36 4 0 0
106
40
0 0 0 0 0 0
120 35 0 107 262
Pagina 73 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Financiële baten en lasten Werkelijk 2012 5.1 Financiële baten 5.1.1 Rentebaten
5.2 Financiële lasten 5.2.1 Rentelasten 5.2.2 Overige financiële lasten
5.3 Resultaat Deelneming 5.3.1 Deelnemingen
Saldo fin. baten en lasten
Begroot 2012
Werkelijk 2011
171 171
173 173
228 228
-2.731 0 -2.731
-4.369 0 -4.369
-3.098 -130 -3.228
-551
0
0
-3.111
-4.196
-3.000
Ten opzichte van vorig jaar is het saldo financiële baten en lasten afgenomen met € 0,3 mln.
Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Werkelijk 2012 Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
Werkelijk 2011
4.263 -16
-30.469 -49
4.247
-30.518
De fiscale eenheid vennootschapsbelasting bestaat ultimo 2012 uit de volgende vennootschappen: Holding Inholland B.V. (moeder); Commerciële HBO-opleidingen Inholland B.V. (handelend onder de naam Inholland Select Studies); Zakelijke Dienstverlening B.V.; Contractgroep Inholland B.V. (handelend onder de naam Inholland Academy); Participatiemaatschappij Holding Inholland B.V. HBO Services B.V. is voor 51% in handen van de Participatiemaatschappij Holding Inholland B.V. en maakt om die reden geen onderdeel uit van de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Per 31 december 2011 bedraagt een totaal van € 4,3 mln. als beperkt voorwaarts te compenseren verlies met toekomstige winsten van de fiscale eenheid. De fiscale eenheid Holding Inholland B.V. verwacht over 2012 een belastbaar bedrag te hebben van nihil (na verliesverrekening ad € 131.000). Dit houdt in dat er ultimo 2012 € 4,2 mln. aan beperkt
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 74 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
voorwaarts te compenseren verlies resteert. Omdat het gezien de marktomstandigheden onzeker is of deze verliezen in de toekomst gecompenseerd kunnen worden, is er geen actieve latentie opgenomen in de jaarrekening. Er zijn definitieve aanslagen vennootschapsbelasting opgelegd tot en met het jaar 2011. De aangifte vennootschapsbelasting van de fiscale eenheid voor 2012 zal kort na het definitief worden van de jaarrekening 2012 worden ingediend bij de belastingdienst.
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 75 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
3.10 Enkelvoudige balans per 31 december 2012 (na resultaatbestemming)
1
Activa Vaste activa
1.1
Immateriële vaste activa
1.2 1.2.1
1.2.2
Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen: Gebouwen Terreinen Gebouwen in uitvoering Inventaris en apparatuur
1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3
Financiële vaste activa Deelnemingen Vorderingen Overige leningen u/g
Totaal vaste activa
31 december 2012
31 december 2011 *
383
366
169.601 12.096 26 23.664 205.386
181.192 12.096 833 32.171 226.291
1.658 0 18
2.318 0 18
1.676
2.336
207.446
228.993
2.024 596 19.974 3.351 3.508 29.453
625 473 20.251 2.714 3.952 28.015
Vlottende activa 1.5 1.5.1 1.5.3 1.5.4 1.5.5 1.5.6
Vorderingen Debiteuren Verbonden partijen Studentdebiteuren Overige vorderingen Overlopende activa
1.7
Liquide middelen
23.205
5.093
Totaal vlottende activa
52.658
33.108
260.104
262.101
Totaal activa *aangepast voor vergelijkingsdoeleinden
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 76 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
2
Passiva 31 december 2012
2.1 2.1.2 2.1.4 2.1.5
Eigen vermogen Algemene reserves Bestemmingsreserve (privaat) Bestemmingsfonds (publiek)
2.4 Voorzieningen 2.4.2 Wachtgelden WAO Eigen Risico 2.4.3 Overige voorzieningen
2.5 2.5.2 2.5.3 2.5.4
Langlopende schulden Kredietinstellingen Langlopende schulden aan OCW Overige langlopende schulden
2.6 2.6.1 2.6.3 2.6.5 2.6.6 2.6.7 2.6.8 2.6.9
Kortlopende schulden Kredietinstellingen Crediteuren Verbonden partijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
Totaal passiva
31 december 2011 *
79.088 -4.340 1.697 76.445
74.182 -3.681 1.697 72.198
1.737 658 32.202 34.597
2.814 259 24.231 27.304
64.333 3.136 1.451 68.921
70.669 3.136 3.515 77.320
7.723 3.396 941 8.369 2.192 464 57.056 80.141
8.571 7.167 1.197 8.364 2.173 46 57.761 85.279
260.104
262.101
*aangepast voor vergelijkingsdoeleinden
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 77 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
3.11 Enkelvoudige staat van baten en lasten 2012 Werkelijk 2012
Begroting 2012
Werkelijk 2011*
200.544 49.818 3.134 10.403 263.899
193.279 55.117 17.360 7.511 273.267
196.013 54.252 4.268 9.114 263.647
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
191.516 25.239 18.960 20.629
203.418 23.689 14.727 23.166
230.456 22.677 15.323 22.861
Totaal lasten
256.345
265.000
291.317
7.554
8.267
-27.670
83 -2.731 -659 -3.307
173 -4.418 0 -4.245
195 -3.217 174 -2.848
4.247
4.022
-30.518
Werkelijk 2012
Begroting 2012
Werkelijk 2011*
Toevoeging / onttrekking aan algemene reserve Toegevoegd aan bestemmingsreserve
4.906 -659
4.022 0
-13.192 -17.326
Resultaat
4.247
4.022
-30.518
3 Baten 3.1 3.2 3.3 3.4
Rijksbijdragen Collegegelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten
Totaal baten
4 Lasten 4.1 4.2 4.3 4.4
Saldo baten en lasten
5 Financiële baten en lasten 5.1 Financiële baten 5.2 Financiële lasten 5.3 Resultaat Deelneming
Saldo fin. baten en lasten
Resultaat *aangepast voor vergelijkingsdoeleinden
Resultaatbestemming
*aangepast voor vergelijkingsdoeleinden
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 78 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
3.12 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s, afgerond naar € x 1.000. In de toelichting op de enkelvoudige balans en staat van baten en lasten wordt met uitzondering van de post financiële vaste activa en het eigen vermogen, verwezen naar de toelichting bij de geconsolideerde balans en de staat van baten en lasten. Financiële vaste activa Deelnemingen
1.3.1 Deelnemingen
Boekwaarde
Investeringen
31-12-2011
2012
Desinvesteringen 2012
Resultaat
Boekwaarde
2012
31-12-2012
Holding Inholland B.V. Stichting HBO Suriname
1.767 551
0 0
0
-109 -551
1.658 0
Totaal deelnemingen
2.318
0
0
-660
1.658
0
Overige leningen u/g Boekwaarde
Aangegane
Aflossingen
Boekwaarde
31-12-2011
leningen
afboeking
31-12-2012
1.3.3 Overige leningen u/g Lening Renforce B.V. Totaal
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
18
0
0
18
18
0
0
18
Pagina 79 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Eigen vermogen
Mutaties Stand per
Stand per Bestemming resultaat
31-12-2011 Algemene reserve 2.1.1 Algemene reserve Bestemmingsreserve (privaat) 2.1.3 Deelneming Holding Inholland B.V. Deelneming Stichting HBO Suriname Bestemmingsfonds (publiek) 2.1.4 Waarborgfonds Totaal vermogen
74.182
-4.232 551
Overige mutaties
31-12-2012
4.906
79.088
-108 -551
-4.340 0
-3.681
-4.340
1.697
1.697
72.198
4.247
0
76.445
Het bestemmingsfonds is gevormd omdat Inholland is aangesloten bij de Stichting Waarborgfonds HBO. Deze stichting heeft zich garant gesteld ter waarborging van de financiële verplichtingen van de instelling, die voortvloeien uit de bouwfinanciering. In de overeenkomst met het Waarborgfonds is bepaald dat voor de afgegeven garanties een voorziening / reservering wordt gevormd waarop een beroep kan worden gedaan in de situatie van landelijke financiële deconfitures.
Het resultaat is als volgt te splitsen: 2012
2011
Resultaat: Eigen bedrijfsvoering Holding Inholland B.V. Stichting HBO Suriname
4.355 -108 0
-30.692 126 48
Exploitatieresultaat
4.247
-30.518
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 80 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
3.13 Controleverklaring
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 81 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 82 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
3.14 Gebeurtenissen na balansdatum Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan die hier vermeld zouden moeten worden.
3.15 Bestemming resultaat Het resultaat is € 4,2 mln. positief. Het resultaat is toegevoegd aan de algemene reserve.
Den Haag, 14 maart 2013 College van Bestuur Inholland
D. Terpstra, voorzitter
Drs. H. de Deugd, lid
Dr. M.J.W.T. Nollen, lid
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 83 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
4.
Bijlagen
4.1
Specificatie posten VWS
1.5.1 Vordering op VWS SP/49227/2011 SP/57108/2012 SP/39316/2010 SP/49228/2011 SP/57109/2012
Advanced Nurse Practitioner opleiding Advanced Nurse Practitioner opleiding Physican Assistant opleiding Physican Assistant opleiding Physican Assistant opleiding
Totaal vordering op VWS
4.2
378 1.463 63 490 926 3.320
Specificatie posten OCW
(Normatieve) Rijksbijdragen 3.1.1 Rijksbijdragen HBO 2012 2011/2/230832 BEK/BPR-2011/45984 M 2012/2/274497 2012/2/300827
188.334 32 -1.717 7.002 193.651
LNV 2012 2011/2/230842 2012/2/274476 2012/2/299617
4944 -6 43 4.981
Overig 2012 2012/2/262922 2012/2/268338 2012/2/274497 2012/2/278246 2012/2/282828 2012/2/295801 2012/424131
17 -3 -7 303 6 -17 1.176 1.475
Totaal Rijksbijdragen
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
200.107
Pagina 84 van 85
Kalenderjaarrekening Inholland 2012
4.3
Gegevens van de rechtspersoon
Rechtspersoon Stichting Hoger Onderwijs Nederland (marktnaam: Hogeschool Inholland) Postadres: Postbus 95597, 2509 CN Den Haag Bezoekadres: Theresiastraat 8, 2593 AN Den Haag College van Bestuur Dhr. D. (Doekle) Terpstra - voorzitter Dhr. drs. H. (Huug) de Deugd Dhr. dr. M.J.W.T. (Marcel) Nollen Brinnummers 27PZ Hogeschool Inholland 21KC Hogeschool Inholland MBO Kamer van Koophandel Dossiernummer 37.099.586 Kamer van Koophandel Haaglanden Telefoonnummer / Faxnummer 070 - 312 32 00 / 070 – 312 32 11 Internetsite http://www.Inholland.nl/
Contactpersoon Dhr. L. Salemans, hoofd Financiën, Businesscontrol & CSA Hogeschool Inholland Bereikbaar onder telefoonnummer 070 - 312 32 05 en faxnummer 070 – 312 32 88 E-mailadres:
[email protected]
Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Pagina 85 van 85
2
Verbinding als Opdracht