Mysn
Jaap Jongejan, Roelien Bos-Wierda, Ron Barendsen, Marieke van de Ree, Peter Joore http://raakinternationalmysn.wikispaces.com (documenten online)
1
kennis en bedrijf
Aanvraag RAAK-Internationaal My Schools Network (MySN) NHL Hogeschool
Inhoudsopgave 0 Samenvatting 1 Inleiding 2. Onderzoeksvraag, ambities & doelstellingen 2.1 Probleemschets 2.2 Onderzoeksvraag 2.3 Ambitie 2.4 Opbrengsten 3 Regionale inbedding & internationale samenwerking 3.1 Nationale en regionale speerpunten voor onderwijsinnovatie 3.2 Regionaal en internationaal netwerk 3.3 Duurzaamheid 4 Kenniscirculatie en kennisontwikkeling 4.1 Manieren om kennis tussen de verschillende partijen te laten ‘stromen’. 4.2 Wijze waarop het lerend vermogen gefaciliteerd en gestimuleerd wordt 4.3 Kennisdomein(-en) en de beoogde kennisontwikkeling daarbinnen. 4.4 Beoogde aanpak en in te zetten instrumenten. 4.5 Meten en evalueren van de effecten van de vernieuwing. 4.6 Methode om duurzaamheid van de kenniscirculatie (kenniscreatie en -uitwisseling) te borgen 5 Uitvoering, mobiliteitsdoelstellingen en programmamanagement 5.1 Uitvoering 5.2 Planning 5.3 Mobiliteitsdoelstellingen 5.4 Projectorganisatie 6 Disseminatie Financiën Bijlage – kerndoelen onderbouw VO die betrekking hebben op internationalisering Bijlage Deliverables Project MySchoolsNetwork Bijlage Vragenlijst in het kader van aanvraag Raak Internationaal (Myschoolsnetwork). foto: Vuong Le, Docent Engels Hiep Hoa te Bac Giang Vietnam “My pupils have never seen a foreigner so they don’t see the need to be able to speak English. Can you give my pupils a window on the World?”
3 4 7 7 7 8 9 10 10 11 11 13 13 14 15 15 16 16 17 17 18 20 21 22 22 23 23 24
0 Samenvatting coachen. Zo zullen zij ‘authentieke taken’ uitvoeren die hen in het competentiegerichte onderwijs voorbereiden op hun toekomstige taak. Onderdeel van het project is hierbij ook buitenlandse lerarenopleidingen te betrekken die dezelfde aanpak hanteren met scholen binnen hun netwerk. De voertaal binnen het project is Engels.
Scholen voor voortgezet onderwijs geven hun ambities rond internationalisering vorm door het aangaan van relaties met buitenlandse partners. Dat leidt veelal tot tweezijdige contacten in de vorm van uitwisseling tussen leerlingen en docenten op basis van programma’s met een educatief en cultureel karakter. De kanttekening die de docenten en coördinatoren internationalisering van deze scholen maken is dat hiervan weinig opbrengst doordringt in het reguliere onderwijs. De uitwisseling wordt gezien als een extra buitenschoolse activiteit die geen structurele plaats heeft in het onderwijs. Het project ‘My Schools Network’ wordt uitgevoerd door een consortium waarvan de NHL hogeschool penvoerder is. Het heeft ten doel docenten en coördinatoren internationalisering te stimuleren hun internationale ambities uit te bouwen en een plaats te geven in het curriculum. Er is eerder geëxperimenteerd met een digitaal platform dat scholen de mogelijkheid geeft te komen tot virtuele uitwisseling. Daarbij lijkt een succesvolle ‘logistiek’ voor een levend netwerk te zijn ontdekt dat nader onderzoek verdient. Docenten en coördinatoren internationalisering in Nederland ontwikkelen met hun buitenlandse partners onderwijsarrangementen waarbij leerlingen via het een digitaal platform communiceren. Dit maakt de ontwikkeling van nieuwe onderwijsinhouden en didactieken nodig. Lerarenopleidingen zullen hierbij een rol spelen.
Het project My Schools Network sluit aan bij nationale en regionale speerpunten voor onderwijsinnovatie. Het vernieuwende karakter is hierin gelegen dat het project bijdraagt aan een structurele verankering van internationale ambities in het onderwijs. Het doel is de te ontwikkelen werkwijze te integreren in het curriculum van scholen en lerarenopleidingen. Daarvoor is het nodig dat onderwijsinhouden gekoppeld worden aan nieuwe didactieken die door scholen en lerarenopleidingen samen ontwikkeld worden. Kennisopbouw en kenniscirculatie worden hierdoor ondersteund. Een krachtig element is gelegen in de inzet van studenten die op de (virtuele) werkplek taken uitvoeren met leerlingen. Daarmee ondersteunen zij de schooldoelstellingen, terwijl zij tegelijk werken aan de ontwikkeling van hun eigen competenties. De ambitie voor het einde van de projectperiode kan als volgt worden samengevat. - er is een duurzaam internationaal fysiek en digitaal netwerk waar docenten, coördinatoren internationalisering, studenten en directies van scholen en lerarenopleidingen actief in participeren - het ontworpen digitaal platform is veilig, beheersbaar en gemakkelijk toegankelijk voor nieuwe partners - nieuw ontwikkelde inhouden en didactieken vinden een structurele plaats in het curriculum van scholen en lerarenopleidingen - de organisatorische randvoorwaarden voor een succesvol fysiek en digitaal netwerk zijn beschreven.
De onderzoeksvraag luidt: Hoe kan met behulp van innovatieve didactieken een internationaal digitaal netwerk van scholen en lerarenopleidingen worden vormgegeven dat tegemoet komt aan de ambities van de partners en dat een duurzame plaats kan krijgen in het werk van docenten en coördinatoren internationalisering? Deze vraag heeft ten dele een inhoudelijk karakter: welke innovatieve didactieken zijn effectief als het gaat om online leren via een Community of Practice? Maar daarnaast wordt onderzocht welke organisatorische randvoorwaarden bijdragen aan een succesvol netwerk en welke technische eisen gesteld moeten worden aan een veilig en beheersbaar digitaal platform.
Twee aan de NHL hogeschool verbonden lectoraten dragen bij aan het project: - Werkplekleren en ICT - Dit lectoraat doet onderzoek naar een systematische en effectieve didactiek en daarbij horende instrumentatie voor werkplekleren. - Open innovatie - Dit lectoraat richt zich op onderzoek naar innovaties waarbij technische en sociale aspecten in onderlinge samenhang worden ontwikkeld.
In het project nemen scholen voor voortgezet onderwijs deel uit Nederland, Vietnam, Litouwen, Italië (Sardinië) en Turkije. Naast de lerarenopleiding van de NHL hogeschool participeren lerarenopleidingen (universities of education) uit Vietnam en Turkije, die elk een relatie met een van de deelnemende scholen voor voortgezet onderwijs inbrengen. Studenten van lerarenopleidingen spelen een essentiële rol in de ontwikkeling van ‘My Schools Network’. De onderwijspraktijk vraagt om docenten die hun onderwijs in een internationale context kunnen plaatsen en daarbij digitale hulpmiddelen kunnen hanteren. Studenten zullen daarom in hun rol als aanstaand docent in het kader van werkplekleren deelnemende leerlingen begeleiden en
2
Als kennispartners zijn aan het project verbonden: Universiteit Twente, Technische Universiteit Delft, Open Universiteit en Kennisnet.
3
1 Inleiding In de noordelijke regio zijn coördinatoren internationalisering en docenten van scholen voor voortgezet onderwijs bezig het beleid rond internationalisering vorm en inhoud te geven. Veelal gebeurt dat in de vorm van uitwisselingsprojecten met scholen elders in Europa, waarbij leerlingen kennismaken met elkaars cultuur. Meestal gaat het om korte programma’s waarbij leerlingen enkele gezamenlijke projecten uitvoeren. De kanttekening die de coördinatoren internationalisering en docenten van deze scholen plaatsen is dat hiervan meestal weinig opbrengst doordringt in het reguliere onderwijs. Het vindt geen weerklank in de lessen, mede doordat het zowel inhoudelijk als organisatorisch moeilijk is de internationale dimensie een structurele plaats te geven in het onderwijs. De redenen waarom buitenlandse scholen aansluiting zoeken bij een project als MySN zijn divers en hangen mede af van het internationaliseringbeleid van de school. Eén ding hebben deze scholen gemeen: ze zoeken een authentieke, stimulerende , “low-budget” manier om hun leerlingen met andere culturen te laten kennismaken en om ze te motiveren te leren communiceren in het Engels.
de introductie van digitale technologie. De deelnemende Nederlandse en buitenlandse instellingen zijn: CSG Comenius te Leeuwarden Piter Jelles Aldlân te Leeuwarden RSG Magister Alvinus te Sneek Thainguyen University, Language Faculty, Vietnam Doc Lap Junior High School Thainguyen, Vietnam HiepHoa secondary School Bac Giang, Vietnam Scuola Media Statale, Sardinië, Italië Vytautas Magnus Gymnasium, Trakai, Litouwen The Sezin School, Istanbul, Turkije Gelisim Okullari School, Eskis¸ehir, Turkije Anadolu University Eskis¸ehir, Turkije Een geheel nieuw element hierin is de rol van lerarenopleidingen. Studenten van lerarenopleidingen gaan een essentiële rol spelen in de ontwikkeling en het onderhoud van My Schools Network. In het competentiegerichte onderwijs spelen authentieke, aan de praktijk ontleende taken een belangrijke rol. De onderwijspraktijk vraagt – blijkens de opvatting van scholen - om docenten die hun onderwijs in een internationale context kunnen plaatsen. Studenten zullen daarom in het kader van werkplekleren (stages) de deelnemende leerlingen begeleiden en coachen, maar ze zullen ook met gebruikmaking van het digitale platform leerlingen van buitenlandse scholen kunnen begeleiden. Een van de ambities is te onderzoeken in hoeverre deze praktijk structureel deel kan uitmaken van het curriculum van een Nederlandse lerarenopleiding. Onderdeel van het project is hierbij ook buitenlandse lerarenopleidingen te betrekken die dezelfde aanpak hanteren met de scholen binnen hun netwerk. Zo ontstaat een ‘spiegeleffect’ waardoor internationale samenwerking kan plaatsvinden op het niveau van leerlingen met hun docenten en studenten van lerarenopleidingen.
Een aantal coördinatoren internationalisering en docenten van deze scholen (vaak voormalige studenten van de NHL lerarenopleiding!) heeft de NHL hogeschool gevraagd een werkwijze te ontwikkelen die het mogelijk maakt internationalisering een meer duurzame plaats in het onderwijs te geven. De NHL heeft ervaring opgedaan met het PROFEDproject (2005-2009) waarbij docenten van scholen uit het eigen netwerk van de lerarenopleiding gekoppeld werden aan docenten van Vietnamese scholen. Omdat fysieke uitwisseling feitelijk niet goed mogelijk was, werd bij dit ‘International Schools Network’ gebruikt gemaakt van een eenvoudig, door de hogeschool ontwikkeld digitaal platform. Leerlingen van de betrokken scholen communiceerden via dit platform en maakten eenvoudige digitale producten die door alle betrokkenen gezien en beoordeeld konden worden. De ‘logistiek’ die daarbij gehanteerd werd, leverde een verrassend levend netwerk op met langdurig actieve deelnemers. Zo ontstond op beperkte schaal een ‘community of learners’ die een veelbelovend begin vormde voor een verdere inhoudelijke inbedding in het onderwijs.
Gelet op de beperkte mogelijkheden van fysieke contacten is met name de virtuele kant van deze uitwisseling interessant. Het netwerk zal duurzaam van karakter zijn en kan gemakkelijk geadopteerd worden door scholen en lerarenopleidingen met soortgelijke ambities. De didactische tools die ontwikkeld worden, het digitaal platform dat als communicatiebasis dient, de werkwijze met authentieke taken kunnen goed toegepast worden door nieuwe partners. Bij het project worden twee aan de NHL hogeschool verbonden lectoraten betrokken. Het Lectoraat ‘Werkplekleren en ICT (dr. Hans Hummel) beoogt een bijdrage te leveren aan ‘een systematische en effectieve didactiek en daarbij horende instrumentatie voor werkplekleren’. De belangrijkste onderzoeksvraag voor dit lectoraat is daarmee: ‘What really works in workplace based learning?’
deze ambities zo te organiseren dat zij een duurzame plaats krijgen in het werk van docenten en coördinatoren internationalisering. Tevens is de vraag aan de orde of een platform ontwikkeld kan worden dat recht doet aan de onderwijskundige en organisatorische wensen. De kracht van deze aanpak is erin gelegen dat enerzijds voortgebouwd wordt op bestaande initiatieven en structuren, maar dat anderzijds een geheel nieuwe insteek gekozen wordt. Ondanks het feit dat het streven naar inhoudelijke verankering niet nieuw is, slagen docenten er maar moeizaam in hun internationaliseringambities waar te maken en slagen scholen er nauwelijks in die ook werkelijk in het leerplan te verankeren. Innovatief hierin is de rol van lerarenopleidingen. Tot op heden hebben zij geen rol gespeeld in de gezamenlijke ambities. De verwachting is dat zij gezien hun taak de leraren van de toekomst op te leiden een stimulerende rol kunnen spelen in dit project.
Het tweede lectoraat is ‘Open innovatie’ (ir. Peter Joore). Dit lectoraat richt zich op onderzoek naar innovaties waarbij technische en sociale aspecten in onderlinge samenhang worde n ontwikkeld. Het project zal voor haar onderzoek gebruik maken van de innovatiecyclus zoals die ontwikkeld is binnen dit lectoraat.
Het belang van de hogeschool bij dit project is evident. MySN kan een bijdrage leveren aan de innovatie van de (internationale) didactiek van de lerarenopleidingen (de leerkrachten van de toekomst!), maar tegelijkertijd en vooral de relatie met het scholenveld een nieuwe dimensie geven. Op hun beurt hebben de docenten en coördinatoren internationalisering van de scholen belang bij de inhoudelijke bijdrage van de hogeschool en van de inbreng van studenten. De buitenlandse partners hebben soortgelijke belangen: hun onderwijs wint aan innovatieve kracht en verankert de internationale ambities.
Daarnaast worden de volgende ‘kennispartners’ aan het project verbonden: - Universiteit Twente - TU Delft - Kennisnet
Aldus ontstaat een netwerk van scholen en lerarenopleidingen (docenten, coördinatoren internationalisering, studenten, leerlingen en in zekere mate ook directies) dat zich richt op zowel de onderwijsinhoudelijke kant van internationalisering als op de organisatorische en technische kant ervan. Het innovatieve karakter van dit project kan als volgt worden samengevat. Aan de ene kant is sprake van het ontwikkelen van inhouden en didactieken die bijdragen aan de doelstellingen van het onderwijs zoals vastgelegd in de kerndoelen van de onderbouw voortgezet onderwijs die betrekking hebben op internationalisering. Daarbij spelen ambities als mondiaal burgerschap, contacten binnen en buiten Europa, begrip voor duurzame ontwikkeling, noordzuidrelaties en wordt geanalyseerd welke aanpassingen die in het schoolbeleid (leerplan) nodig zijn. Maar aan de andere kant wordt een oplossing gezocht voor de vraag hoe
Deze aanpak vormt de basis voor het project My Schools Network. De drie Nederlandse scholen die hierin gaan participeren brengen de buitenlandse partners in waarmee zij al beperkt samenwerkten en die hun internationale ambities willen uitbouwen. De NHL hogeschool brengt het concept van het digitale platform in dat gezamenlijk uitgebouwd zal worden en waarvoor innovatieve ‘content’ ontwikkeld moet worden. Zo ontstaat een innovatief concept dat beoogt de internationale samenwerking uit de incidentele sfeer te halen en te verankeren in het schoolbeleid. Dit leidt tot de ontwikkeling van nieuwe activerende didactiek die voor leerlingen uitdagend en enthousiasmerend is mede door
4
5
2 Onderzoeksvraag, ambities & doelstellingen
Ronald Boorsma, Teamleider HAVO/VWO CSG Comenius te Leeuwarden (zie bijlage) “Omdat Internationalisering geen structureel onderdeel is van het curriculum ervaren docenten Internationalisering als iets extra’s waarvoor niet echt tijd is, iets wat lestijd kost.”
Vuong Le , Docent Engels Hiep Hoa te Bac Giang Vietnam. “Can you give my pupils a window on the world”’
“Uitwisseling van brieven is een drama: brieven arriveren niet of veel te laat. Hierdoor stagneert de adequate voorbereiding van de uitwisseling en is er te weinig sprake van een structureel natraject.”
“My pupils have never seen a foreigner so they don’t see the need to be able to speak English” My pupils are proud to show their culture to Dutch pupils”
2.1 Probleemschets
2.2 Onderzoeksvraag
Docenten en coördinatoren internationalisering van scholen voor voortgezet onderwijs (VO) in het algemeen en die in het regionale netwerk van de NHL hogeschool in het bijzonder ontplooien internationale activiteiten, met name voor hun leerlingen. De schaal waarop deze activiteiten plaatsvinden is beperkt en er is sprake van weinig inbedding in de schoolorganisatie en het curriculum. Internationale activiteiten beperken zich voornamelijk tot het uitwisselen van contacten tussen leerlingen (penfriends) en de relatie met een onderwijskundige doelstelling ontbreekt vaak. De activiteiten maken geen of onvoldoende deel uit van het schoolbeleid, blijven beperkt tot incidentele projecten van enkelingen en sluiten nauwelijks aan bij de kerndoelen die betrekking hebben op internationalisering (zie bijlage) van het VO. En dit terwijl een thema als internationalisering, zeker in combinatie met de inzet van ICT en multimedia, talloze kansen biedt om aan te sluiten bij de 18 kerndoelen voor de basisvorming Nederlands en Engels (waaronder taalvaardigheid, omgaan met informatiebronnen en contact via internet), maar zeker ook die van de Mens en Maatschappijvakken.
Uit de probleemschets blijkt de ambitie van de betrokken scholen om de internationale dimensie in het reguliere onderwijs een plaats te geven. Daartoe moeten niet alleen instrumenten ontwikkeld worden, maar ook inhouden en didactieken beschreven worden. Verder moet een antwoord gegeven worden op de vraag aan welke organisatorische en technische randvoorwaarden voldaan moet worden en op welke wijze verankering in het onderwijs zal plaatsvinden. Dat is een complexe ambitie die leidt tot de volgende onderzoeksvraag: Hoe kan met behulp van innovatieve didactieken een internationaal digitaal netwerk van scholen en lerarenopleidingen worden vormgegeven dat tegemoet komt aan de ambities van de partners en dat een duurzame plaats kan krijgen in het werk van docenten / coördinatoren internationalisering? Deelvragen: • Inhoudelijk: welke innovatieve didactieken zijn effectief als het gaat om online leren via een Community of Practice? • Organisatorisch: welke organisatorische randvoorwaarden dragen bij aan een succesvol fysiek en digitaal netwerk? • Technisch/functioneel: welke eisen moeten worden gesteld aan een veilig en beheersbaar digitaal platform?
Een groeiend aantal docenten en coördinatoren internationalisering van Friese scholen voor VO wil internationalisering structureel en duurzaam kunnen toepassen in hun onderwijs. Daarvoor zal het niet alleen nadrukkelijker in het beleid van de school moeten worden opgenomen. Zij hebben ook behoefte aan betere structuren, inhouden en didactieken om internationalisering in hun onderwijs een duurzame en onderbouwde plek te geven. Zij hebben – na eerdere succesvolle ervaringen met pilots – de lerarenopleiding van de NHL gevraagd hen daarbij te helpen.
Hans Huitema, Docent Natuurkunde belast met internationaliseringsbeleid RSG Magister Alvinus te Sneek (zie bijlage) Elly Bloem, Locatiedirecteur OSG Aldlan PJ te Leeuwarden (zie bijlage) “Virtuele uitwisseling op het gebied van internationalisering is op onze school onontgonnen gebied.
“De laatste jaren zijn de contacten met scholen in het buitenland afgenomen maar we zien nu goede mogelijkheden om de contacten weer structureel uit te breiden met behulp van het MySN-onderzoek[.”
“Internationalisering zit niet structureel in het curriculum; het is slechts weggelegd voor een kleine selecte groep leerlingen en docenten.”
“Door middel van MySN zouden de scholen in de diverse landen met elkaar in contact gebracht kunnen worden om zo samen aan projecten te werken.”
6
7
2.3 Ambitie De lectoraten Werkplekleren & ICT en Open Innovatie van respectievelijk dr. Hans Hummel en ir. Peter Joore zullen betrokken worden bij het realiseren van deze ambities binnen de context van het project.
In het consortium van het project My Schools Network nemen deel: 1. Nederlandse hogeschool (lerarenopleiding van de NHL hogeschool) 2. een vertegenwoordiger van de Nederlandse scholen voor VO 3. een vertegenwoordiger van de buitenlandse scholen voor VO en een buitenlandse universiteit
Waarom de keuze voor deze internationale partners? • er is sprake van een opgebouwd contact met scholen in Nederland. De basis is aanwezig, de relaties hoeven niet meer opgebouwd te worden. • de scholen hebben een proactief geformuleerde vraag cq getoonde belangstelling. • de partners in het consortium hebben specifieke aandacht voor minderheden (Sardinië, Vietnam, Friesland). Scholen in remote areas hebben weinig mogelijkheden voor fysieke relaties en tonen behoefte aan contacten met de buitenwereld waar ze anders niet toe zouden komen. De beoogde partners hebben allemaal toegevoegde waarde te bieden en hebben bewezen actief te kunnen participeren in een netwerk.
Ieder van de domeinen, voortgezet en hoger (beroeps) onderwijs), kent haar eigen ambities: 1. Nederlandse scholen voor VO zoeken ondersteuning bij • het ontwikkelen van methoden en instrumenten voor internationalisering - het ontwikkelen van nieuwe didactieken met behulp van online leren en internationale samenwerking - het beantwoorden van de vraag hoe aan te sluiten bij leervragen en de belevingswereld van jongeren (de zgn. “Homo Zappiens”) • de ontwikkeling van hun internationaliseringsbeleid met de focus op mondiaal burgerschap - het beschikbaar maken van internationalisering voor alle leerlingen (niet slechts een beperkte groep of een beperkt aantal) - het bevorderen van internationale leerlingenmobiliteit - het inbedden van internationalisering in de onderwijskundige doelen van de school • netwerkvorming (scholen, leerlingen) - het aangaan van betekenisvolle internationale relaties - het opbouwen van een open learning community - het ontwerpen van een digitale structuur voor onderlinge communicatie
Waarom de keuze voor de regionale partners? • de scholen hebben een proactief geformuleerde vraag cq getoonde belangstelling • er is al opgebouwd contact met deze scholen vanuit de NHL via stages en projecten Docenten en management van betreffende scholen is gevraagd welk belang zij zien in deelname aan dit project. Enkele statements:
2. de NHL hogeschool wil • studenten authentieke taken geven door hen een rol te geven bij de uitvoering van het project • studenten adequaat voorbereiden op hun toekomstige taak als docent waarbij internationalisering een structurele plaats inneemt • vernieuwende en passende didactiek ontwikkelen • onderzoek doen naar de effectieve wisselwerking tussen werkplekleren en ICT • onderzoek doen naar effectieve methoden van duurzame innovatie • internationale studenten- en docentenmobiliteit bevorderen
“Internationalisering moet structureel onderdeel worden van het curriculum en de lessentabel. We kunnen dit realiseren binnen de nieuwe leerroutes en talentstromen die op onze school van start zijn gegaan.” “,,,met de partnerscholen in o.a. Italië, Litouwen, Spanje en Duitsland zou het voorbereidende contact tussen leerlingen en docenten via het netwerk van MySN kunnen lopen.” “De opbrengsten van het project MySN zouden een platform kunnen opleveren voor leerlingen om de doelstellingen van de school op het gebied van burgerschap, integratie maar ook op het gebied van onderzoek en ontwerpen te realiseren.”
3. de internationale partners (scholen) willen een scholennetwerk op internationaal niveau en specifiek ook: • zinvolle internationale relaties opbouwen • weten hoe onderwijsvernieuwing tot stand te brengen met een activerende didactiek • hulp/samenwerking bij de ondersteuning van de scholen voor VO waar zij mee samenwerken • hun leerlingen en studenten de mogelijkheid bieden om in een wereldtaal met de buitenwereld te communiceren • een rol voor hun studenten bij de uitvoering van het project door hen authentieke taken toe te bedelen
8
2.4 Opbrengsten • e en verhoogd kennisniveau van de consortiumpartners op het terrein van - de toepassing van digitale didactieken cq de didactiek van online leren - werken in een internationale setting (docenten VO) - effectieve vormen van werkplekleren en begeleiden op afstand - inzicht in het leerrendement van authentieke taken - processen voor verduurzaming (in het bijzonder het expertiseterrein van de lectoraten) • een versterkte strategische doelstelling waar het gaat om de positionering van de hogeschool: - de lerarenopleiding van de NHL is voortrekker in internationale leernetwerken - er ontstaat een zelfregisserende ‘CoP’ waarin scholen (docenten en leerlingen) met opleidingen (docenten en studenten) duurzaam samenwerken, kennis opbouwen en kennis delen over internationalisering in het VO • een beantwoording aan de wens van de internationale partners om - structurele, duurzame internationale relaties aan te gaan - meer kennis op te bouwen en in de praktijk te brengen waar het gaat om onderwijsvernieuwing en activerende didactiek • structurele organisatorische en technisch-functionele verankering van de CoP met een regierol voor de NHL
Na twee jaar moet het project MySN een functionerend netwerk hebben opgeleverd van scholen en lerarenopleidingen in Nederland en buitenlandse partners (docenten, coördinatoren internationalisering, studenten, leerlingen). Dit netwerk levert een bijdrage aan de vernieuwing van het onderwijs in internationaal perspectief met gebruikmaking van innovatieve didactische tools. Het beschikt over een digitaal platform waarin leerlingen en docenten van scholen, evenals studenten en docenten van lerarenopleidingen participeren, wat het mogelijk maakt kennis, good practices en nieuwe didactieken uit te wisselen. De werkwijze kan eenvoudig geadopteerd worden door nieuwe onderwijs- en kennisinstellingen. De ambitie wordt concreet zichtbaar in: • een beleidsmatig verankerd en geoperationaliseerd internationaliseringsbeleid op de deelnemende scholen • door de lectoraten beantwoorde onderzoeksvragen • de selectie, ontwikkeling en aanpassing van een digitaal platform dat geschikt is voor internationale samenwerking op het niveau van leerlingen, studenten en docenten • de mogelijkheid voor onderwijs- en kennisinstellingen – nationaal en internationaal – om drempelloos in te stappen • een groei in deelname naar tenminste 15 professionals in publieke instellingen, bewezen door ondertekende Letters of Intent van tenminste 15 deelnemende onderwijsinstellingen
9
3 Regionale inbedding & internationale samenwerking 3.1 Nationale en regionale speerpunten voor onderwijsinnovatie
3.2 Regionaal en internationaal netwerk
Op nationaal niveau hebben wij hoge internationale ambities. Nederland wil zich nog steeds binden aan de OESO-normen voor onderwijs en onderzoek. “De ambitie van het kabinet om tot de meest concurrerende economieën van de wereld te behoren blijft ondanks gewijzigde economische en financiële omstandigheden van kracht. De eerder geformuleerde ambities en doelen voor onderwijs, kennis en innovatie blijven onverkort overeind: Nederland wil dat haar onderwijs en wetenschap tot de mondiale top 5 behoort. De bezuinigingsoperatie van het kabinet mag niet ten koste gaan van kennis.” (Bron: Stichting Innovatie Alliantie HBO-raad.) Een goed functionerende kenniseconomie en deelname aan een mondiale informatiesamenleving op het hoogste niveau vraagt van jonge professionals dat zij zich met het grootste gemak bewegen in een internationale context. Dit stelt hoge eisen aan hun taalbeheersing, vermogen tot samenwerken en internationaal communiceren, de omgang met andere culturen, het gebruik van ICT en multimedia, kennis van de wereld (politiek, historie, mensenrechten) etc.
De NHL Hogeschool heeft met zijn lerarenopleidingen de beschikking over een uitgebreid regionaal netwerk van scholen voor voortgezet onderwijs. Met bijna alle scholen in het noorden van het land onderhoudt de NHL stagecontacten. Uniek is het gegeven dat de scholen met de NHL een overeenkomst zijn aangegaan die erin voorziet dat alle vierdejaars studenten een betaalde LIO-stage (leraar in opleiding) uitvoeren. Deze studenten hebben in de eindfase van hun opleiding een aanstelling op de school. Een aantal scholen is gecertificeerd als ‘opleidingsschool’ en neemt opleidingstaken van de NHL over. Met een aantal scholen wordt samengewerkt in specifieke projecten. Drie van deze scholen zullen deel uitmaken van het beoogde consortium. • CSG Comenius te Leeuwarden – onderhoudt een speciale relatie met de NHL op het gebied van het onderwijs in de moderne vreemde talen (Language Village) en internationalisering (Vietnam) • Piter Jelles Aldlân te Leeuwarden – maakt deel uit van een project uit op het gebied van mens- en maatschappijvakken (Changing Worlds) en van een vakoverstijgend cultuurproject (Mix & Match) • RSG Magister Alvinus te Sneek – vervult een regionale voortrekkersfunctie op het gebied van integratie van ICTtoepassingen in het onderwijs
De provincie Fryslân heeft de wens het onderwijs naar een hoger plan te tillen. Uit onderzoek van de Fryske Akademy blijkt dat tegenvallende schoolprestaties veelal te maken hebben met een te geringe ambitie bij ouders en onderwijsgevenden. De scholen moeten betere taal– en rekenprestaties neerzetten en in het algemeen de lat hoger leggen. Er moeten daarom ook beter geschoolde, op innovatie gerichte onderwijskrachten komen. Dat stelt eisen aan de opleidingen, niet alleen voor leerkrachten basisonderwijs (Pabo), maar ook voor docenten in het VO, VMBO en MBO. Vanuit het ministerie van OCW zijn en worden kwaliteitsakkoorden gesloten met scholen in Friesland, Groningen en Drenthe. De provincie Fryslân investeert actief in de kwaliteitsverbetering van scholen voor primair en voortgezet onderwijs. Een aantal scholen voor voortgezet onderwijs heeft een ‘Talent-stroom’ gestart waarin ‘My Schools Network’ een plaats kan vinden. Meertaligheid en omgaan met minderheden is ook een van de speerpunten in het beleid van de provincie Fryslân. De NHL werkt op dit terrein nauw samen met onder meer de Stenden Hogeschool, de Fryske Akademy, het European Network of Teacher Training Institutes (ENTTI) en het European University Network on Multilingualism (EUNoM). Een aantal partners binnen het project ‘My Schools Network’ heeft in zijn eigen omgeving te maken met meertaligheid en oriëntatie op minderheidsgroepen, hetgeen goed aansluit bij de Friese context. Dit geldt met name voor de partners in Vietnam en Sardinië.
Deze scholen hebben bij de NHL de ambitie en de wil neergelegd deel te nemen in projecten die tot doel hebben het onderwijs in een internationale dimensie te plaatsen. Met deze scholen is een quick scan uitgevoerd naar de situatie waarin de school zich thans bevindt op het terrein van internationale contacten, beleidsvoornemens internationalisering en integratie van ICT-toepassingen in het onderwijs. Elk van de scholen heeft aangegeven zelf te willen investeren in het ‘My Schools Network’ project. De keuze voor de internationale partners is tot stand gekomen op basis van de ervaringen die inmiddels met deze partners zijn opgebouwd. Een deel van de beoogde partners behoort tot minderheidsgroepen c.q. minderheidstalen, hetgeen samenwerking extra aantrekkelijk maakt, gelet op de genoemde regionale speerpunten. Vietnam
• Thainguyen University : Language Faculty • Doc Lap Junior High School • HiepHoa No.2 Upper Secondary School te Bac Giang De genoemde universiteit leidt leraren op voor de dunbevolkte regio ten noorden van Hanoi en draagt een speciale verantwoordelijkheid voor het opleiden van de minder-
10
heidsgroepen in het noordelijke bergland. De school te Bac Giang is vergelijkbaar met een achterstandsschool in een dunbevolkt gebied. De NHL heeft een relatie met elk van deze partners. De scholen zijn zeer geïnteresseerd in het realiseren van samenwerking met vergelijkbare scholen in Friesland en dan met name in het vormen van communities of practice met behulp van ICT. De contacten met de universiteit in Vietnam zijn goed: deze partij heeft zich bewezen als een betrouwbare en betrokken partner. Communicatie verloopt o.m. via e-mail, Skype, videoconferencing, SURFgroepen en een Wiki.
3.3 Duurzaamheid Het project My Schools Network beoogt een duurzame samenwerking tot stand te brengen tussen de nu beoogde nationale en internationale partners van het consortium, maar vervolgens ook met een groeiend aantal partners binnen en buiten Nederland. Inhoudelijke, organisatorische en technisch/functionele factoren spelen een rol om te komen tot een succesvol en duurzaam kennisnetwerk en een structurelere inzet van internationalisering binnen het onderwijs.
My SN (in aanbouw)
Italië
CSG Comenius heeft contacten met een school op Sardinië. (Scuola Media Statale, Sardinië, Italië)
content & ‘logistiek’ voor een levend netwerk
Litouwen
digitaal platform
RSG Magister Alvinus uit Sneek heeft contact met een school uit Litouwen (Vytautas Magnus Gymnasium, Trakai, Litouwen) Turkije
De NHL heeft goede contacten met scholen en een universiteit (lerarenopleiding) in Turkije (Anadolu University & de Gelisim Okullari School in Eskis¸ehir en The Sezin School te Istanbul) My Schools Network is erop gericht internationalisering een vaste plek te geven in het werk van docenten en coördinatoren internationalisering van scholen voor voortgezet onderwijs. De genoemde internationale partners hebben er blijk van gegeven serieuze samenwerking na te streven door het onderhouden van relaties en leerlingen gezamenlijk activiteiten te laten uitvoeren. De ambitie is nu een stap verder te gaan door middel van het inrichten van een digitale ‘Community of Practice ’ (CoP), waarin docenten, studenten en leerlingen onderling samenwerken, het ontwikkelen van effectieve didactieken en het verankeren hiervan in het curriculum en het beleid van scholen en lerarenopleidingen. Ten behoeve van kennisdeling met andere instellingen die actief zijn op het gebied van internationalisering in het voortgezet onderwijs is een groep van kennispartners samengesteld: • Universiteit Twente, Vakgroep Curriculumontwikkeling en Innovatie, Joachim Wetterling, specialist Communities of Practice (maakt ook deel uit van het Lectoraat Werkplekleren en ICT van de NHL). • Open Universiteit en TU Delft via de lectoren H. Hummel en P. Joore. • Kennisnet (Internationaalplein VO). De resultaten van het onderzoek ‘Effecten van internationalisering in het voortgezet onderwijs, een analyse van de implementatie en effecten van een Europese en internationale oriëntatie’ van de Rijksuniversiteit Groningen (R. Maslowski cs, 2009, Gronings Instituut voor Onderzoek van Onderwijs (GION) van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen zullen in het project worden meegenomen.
docenten & leerlingen Nederlandse scholen VO docenten & leerlingen buitenlandse scholen VO
(school) organisatie
docenten & leerlingen Nederlandse hogescholen
docenten & leerlingen buitenlandse hogescholen
technische randvoorwaarden
Er zal een digitaal platform ‘MySN’ ontwikkeld worden waarin leerlingen en docenten voortgezet onderwijs én studenten en docenten van de lerarenopleidingen met elkaar kunnen communiceren. Een eerste idee is vormgegeven in de afbeelding op de volgende pagina. • Met gebruikmaking van dit digitale platform voeren leerlingen voortgezet onderwijs leeractiviteiten uit in de vorm van projecten of opdrachten die een gezamenlijke aanpak nodig maken. Te denken valt aan het uitvoeren van onderzoekjes op het gebied van familieverbanden, (jeugd)cultuur, milieu, geschiedenis etc. • Begeleiding vindt plaats door docenten van de betreffende scholen • In het curriculum van de lerarenopleidingen wordt voor studenten ruimte gemaakt voor het begeleiden van leerlingenprojecten in internationaal perspectief. Studenten van de talenopleidingen treden op als coach van groepjes leerlingen van de nationale en de internationale partners • Hetzelfde zal gebeuren bij de buitenlandse lerarenopleidingen; ook daar zullen studenten (met name van de oplei-
11
4 Kenniscirculatie en kennisontwikkeling
ding Engels) optreden als coach en moderator van groepen leerlingen die opdrachten en projecten uitvoeren • Door de betrokkenheid van lerarenopleidingen wordt een extra impuls gegeven aan de verankering van dit soort activiteiten in het voortgezet onderwijs. Immers: studenten zullen deze succesvolle didactiek ook gebruiken in hun eigen onderwijs. • De deelnemende scholen verplichten zich de ontwikkelde methoden en werkwijzen een structurele plaats in hun curriculum te geven en middels een Letter of Intent zich in het tweede projectjaar te committeren aan duurzame samenwerking die in het schoolbeleid verankerd is • Het ontwikkelde digitale platform ‘MySN’ blijft na afloop van de projectperiode intact en wordt onderhouden door de NHL Hogeschool. Het maakt vanaf dat moment deel uit van het curriculum van de lerarenopleidingen en wordt in samenwerking met de deelnemende scholen in het netwerk geëxploiteerd. • Afspraken over structurele internationale uitwisseling van stagiaires tussen de lerarenopleidingen over en weer. Gedurende het project wordt aandacht besteed aan verbreding van de bestaande en ontwikkeling van nieuwe netwerken. Een aantal scholen heeft belangstelling getoond om in een later stadium aan te haken:
• Burgemeester Harmsma School te Gorredijk. • Zuyderzee College Lemmer. • Burgemeester Waldaschool Ameland – maakt deel uit van het project Waddencampus dat tot doel had werkwijzen voor afstandsonderwijs te ontwikkelen in samenwerking met de lerarenopleiding van de NHL en met scholen in het noorden van Friesland. • Inspecteur Boelensschool op Schiermonnikoog (eveneens partner in de Waddencampus). Voorts is belangstelling getoond vanuit Rusland (Zuid-Siberië), Hongarije, Spanje (Baskenland) en Duitsland (Emden). Het onderzoek binnen MySN richt zich op de constructie van kennis rondom verduurzaming waar het gaat om internationaal samenwerken in educatieve sociale netwerken, op virtuele stageplekken en bijvoorbeeld op het gebied van intervisie op afstand. De opgebouwde praktijkkennis en –ervaring kan regionaal, nationaal en internationaal worden gedeeld op een kennisplatform waarbij wij er van uitgaan dat iedereen kennis te bieden heeft of het nu gaat om kennis van de cultuur, het land en de taal (leerlingen) of vakkennis (docenten, studenten). Aan het eind van het project hebben wij op de Nederlandse scholen minstens 15 professionals (docenten en onderwijsmanagers) bereikt. Op de buitenlandse scholen streven wij naar een gelijk aantal personen.
4.1 Manieren om kennis tussen de verschillende partijen te laten ‘stromen’.
many to many karakter, hetgeen de daadwerkelijke circulatie zeer ten goede komt.
In een internationale setting volstaan traditionele manieren van kennisverspreiding en –circulatie niet. Daarvoor is een aantal redenen aanwijsbaar: • culturele verschillen kunnen een gelijkwaardige, goed begrepen communicatie in de weg staan; • per post verzonden stukken komen zelfs binnen Europa niet of te laat aan, zeker waar het geïsoleerde regio’s betreft; • traditionele kennisdeling is doorgaans one to one terwijl moderne web based kennisdeling zich kenmerkt door een
Daarom wordt er binnen dit project naar gestreefd om via Web 2.0-toepassingen, bijvoorbeeld een Wiki, professionals kennis te laten construeren en delen op basis van de ervaringen die binnen het project MySchoolsNetwork en op grond van actie- en literatuuronderzoek binnen de lectoraten ICT en Werkplekleren en Open Innovatie worden opgedaan. Concreet betekent dit dat binnen het project kennis geproduceerd en gedeeld zal worden door de volgende actoren:
Actor(en)
Kennisproductie
Innovatie
Kennisdeling/consumptie
Uitwisseling d.m.v.
Leerlingen VO
Eigen cultuur
- Nieuwe manier van leren via Web 2.0 (“many-to-many concept”)
Kennis andere culturen
MySchoolsNetwork
Studenten lerarenopleidingen
-Online coachen -Online lesideeën -Webdesign op basis van E-didactiek
- Online coachen en gecoacht worden
- Online lesmateriaal/ authentieke taken - Feedback op hun coaching & taalvaardigheid - Kennis andere culturen
-M ySchoolsNetwork - Wiki/kennisbank
Docenten VO
- Conceptontwikkeling - Internationalisering VO - Innovatieve online didactiek
- Structurele aanpak internationalisering - E- didactiek
- Innovatie Internationalisering VO - E-didactiek
-M ySchoolsNetwork - Wiki/kennisbank - Congressen -V ideo conferencing
Ontwerp authentieke taken online Werkplekleren Workshops voor scholen VO
- E-didactiek virtueel werkplekleren
Kennis m.b.t. - E-didactiek - coachen - authentieke taken
- MySchoolsNetwork - Wiki/kennisbank - Congressen - Video conferencing - Surfgroepen
Docenten lerarenopleidingen
12
Lectoren
Theorievorming m.b.t. - Virtueel werkplekleren Werkplekleren & ICT en duurzame Innovatie - Toepassing en toetsen innovatiecyclus
Onderzoeksresultaten m.b.t. a) Werkplekleren & ICT b) Duurzame Innovatie
- MySchoolsNetwork - Wiki - Interactieve kennisbank - Congressen/ conferenties - Video conferencing - Surfgroepen - Wetenschappelijke Publicaties
Externe deskundigen
Bestaande kennis m.b.t. Internationalisering, CoP’s en E- didactiek
Onderzoeksresultaten m.b.t. a) Werkplekleren & ICT b) Duurzame Innovatie
- Klankbordbijeenkomsten - Surfgroepen
13
Van hieruit worden concrete activiteiten georganiseerd gedurende de doorlooptijd van het project: • leerlingen van de deelnemende scholen gaan actief met elkaar aan het werk volgens de eerder experimenteel uitgeprobeerde ‘logistiek’ met uitwisselingsopdrachten en wedstrijden; dit zal plaatsvinden in de periodes november 2010 – mei 2011 en augustus 2011 – februari 2012; het digitale MySN-platform en videoconferencing zijn enkele van de hulpmiddelen die daarbij gebruikt zullen worden • de wiki / kennisbank wordt gedurende de doorlooptijd van het project ingezet en successievelijk gevuld met content, kennis en ervaringen • in de periodes augustus – oktober 2010 en augustus – oktober 2011 worden workshops en klankbordbijeenkomsten georganiseerd met deelnemende scholen en kennispartners in Nederland • in de periodes september 2010, februari/maart 2010, september 2011 en november/december 2011 worden excursies georganiseerd zowel in Nederland als bij enkele van de deelnemende partners • op 19 september 2010, 19 maart 2011 en 19 september 2011 worden werkconferenties georganiseerd • deelname aan landelijke congressen zoals - het Velon & Velov congres 2010 op 8 & 9 maart 2010 over de Professionaliteit van de (toekomstige) lerarenopleider: wie zijn lerarenopleiders en wie zijn ze over 10 jaar? (www.leroweb.nl) - regiobijeenkomsten en congressen van de VO-raad (nog niet bekend voor 2010 en 2011) - publicaties (columns, projectetalage) op het Internationaalplein van Kennisnet (http://internationaalplein. kennisnet.nl/) - onderwijscongressen (nog niet bekend voor 2010-2011) • deelname aan landelijk overleg en vermelding in nieuwsberichten van het landelijke ADEF-netwerk (directeurenoverleg lerarenopleidingen)
4.2 Wijze waarop het lerend vermogen gefaciliteerd en gestimuleerd wordt Op het niveau van de leerlingen: • Via de MySN-werkwijze: sleutelwoorden hierbij zijn: Context en collaboratie
- via de profielen worden de leerlingen geprikkeld en nieuwsgierig naar elkaar - de leerlingen worden iedere 6 weken uitgedaagd hun eigen leven en cultuur zo interessant mogelijk over het voetlicht te brengen; dat gebeurt o.a. door middel van battles (zgn. events en polls). Hiermee is inmiddels in het kader van het Vietnam/Profed project enige ervaring opgedaan; uit deze pilot kwam naar voren dat leerlingen het uitdagend vonden om op deze manier te presteren en te leren over andere culturen - via de te ontwikkelen virtuele prijzenkast worden de leerlingen bij iedere nieuwe event uitgedaagd een zo goed mogelijke prestatie te leveren - via de feedback gegeven door studenten krijgen de leerlingen handvatten aangereikt hun Engels en hun schriftelijke presentatie te verbeteren - leerlingen kunnen zich via MySN op gefundeerde wijze kwalificeren voor specifieke buitenlandse excursies Op het niveau van de docenten: • via een Wiki leveren betrokken professionals ideeën voor lesplannen en ideeën die aan MySN gekoppeld kunnen worden om zo internationalisering concreet en structureel te koppelen aan de lessentabel • via de te ontwikkelen virtuele prijzenkast worden docenten VO uitgedaagd hun onderwijs en begeleiding zodanig te optimaliseren dat hun leerlingen regelmatig in de prijzen vallen • docenten worden uitgedaagd de beste lessen op de Wiki te plaatsen om zo mee te dingen naar een plaats in het uitwisselingsprogramma • docenten worden vanuit het project en de lectoraten gefaciliteerd in tijd en middelen Op het niveau van studenten: • studenten behalen credits voor het online begeleiden van leerlingen VO • studenten kunnen zich d.m.v. het online platform voorbereiden op een internationale stage • Studenten kunnen ingezet worden om leerlingen te begeleiden tijdens buitenlandse excursies Op het niveau van consortium partners (scholen, hogescholen en publieke partijen): vanuit het project en de lectoraten wordt onderzoek gedaan naar en gepubliceerd over: • nieuwe manieren van (werkplek)leren • verduurzaming van innovatie en structurele internationalisering in het curriculum
4.3 Kennisdomein(-en) en de beoogde kennisontwikkeling daarbinnen. Op de volgende domeinen wordt op verschillende niveaus kennis ontwikkeld: Domein
Niveau
Omschrijving
cultuur
alle actoren
leerlingen werken aan de Kerndoelen Basisvorming m.b.t. Internationalisering d.m.v. MySN; d.m.v. de events maken ze kennis met allerlei aspecten van het dagelijkse leven en de gewoontes in landen waar ze normaal gesproken niet zo snel mee in contact zouden komen. De kennis die ze hiermee opdoen ontstijgt het niveau van clichés en draagt bij aan de ontwikkeling tot genuanceerde Wereldburger.
taalvaardigheid
Leerlingen en studenten
d.m.v. authentieke taken werken leerlingen en studenten aan hun taalvaardigheid; d.m.v. feedback op hun bijdragen worden de leerlingen en studenten voortdurend geprikkeld hun taalvaardigheid te verbeteren.
leren en communi- docenten en ceren op afstand lectoren
theorie- en modelvorming op het gebied van leren en communiceren op afstand
werkplekleren
docenten lero’s en lectoren
theorie- en modelvorming op het gebied van werkplekleren.
didactiek, in het bijzonder innovatieve E-didactiek
docenten VO, lero’s en lectoren
theorie- en modelvorming op het gebied van E-didactiek
innovatie/verduurzaming socio-technische systemen
system-level (hoogste macroniv.innovatiecyclus): consortium partners
I.h.k.v. het project (o.a. vanuit de lectoraten) wordt gewerkt aan theorie- en modelvorming op het gebied van het open innovatieproces en de verduurzaming daarvan. De in het project ontwikkelde modellen zullen o.a. ook ten dienste staan van regionale partners zoals provincie en gemeente.
4.4 Beoogde aanpak en in te zetten instrumenten.
Het project wordt uitgevoerd volgens het innovatiecyclusmodel (zie afbeelding hieronder). Gedurende de doorlooptijd van het project (2 jaar) worden een aantal cycli doorlopen, toegepast op meerdere niveaus.
De kennisontwikkeling vindt plaats door praktijk- en case onderzoek. Door middel van case onderzoek zal een analyse worden gemaakt van bestaande innovatietrajecten rond dezelfde materie (o.a. het virtuele International Schools Network dat binnen het PROFED/Vietnam project is ontwikkeld) waarbij overheid en kennisinstellingen op een succesvolle manier samenwerken. Dit levert kennis op welke meer beschrijvend van aard is. Hiernaast vindt het onderzoek plaats door middel van praktijkonderzoek. Het doel is hierbij dat de uitkomsten van de case analyses en het actieonderzoek op zo’n manier in kaart worden gebracht dat duidelijk wordt welke stappen er bij het opzetten en uitvoeren van een Open Innovatieproject worden doorlopen. Zo worden de uitkomsten van het onderzoek vertaald naar een Open Innovatiemodel en naar praktische richtlijnen om vergelijkbare innovatietrajecten in gang te zetten, zowel te gebruiken door de eigen hogeschool als door externe partijen.
14
15
4.5 Meten en evalueren van de effecten van de vernieuwing. Binnen het lectoraat Open Innovatie wordt als meet- en evaluatiemodel de Innovatiecyclus van ir. Peter Joore – lector Open Innovatie NHL gebruikt (zie bijlage) In dit model worden cyclisch een aantal stadia in een innovatieproces onderzocht en beschreven vanuit de verschillende perspectieven van alle betrokken actoren en partijen (Multi-level; Multi stakeholder; Multi-disciplinary).
4.6 Methode om duurzaamheid van de kenniscirculatie (kenniscreatie en -uitwisseling) te borgen • Scholen : - verankeringen Internationaliseringdoelstellingen in curriculum/lessentabel - fysieke uitwisseling leerlingen en docenten • Universiteiten/hogescholen : - verankering online werkplekleren/coachen op afstand in curriculum en studentvolgsysteem - structurele afspraken over uitwisseling studenten in de vorm van stageplaatsen
5 Uitvoering, mobiliteitsdoelstellingen en programmamanagement 5.1 Uitvoering Voor het aansturen van het project is gekozen voor een projectorganisatie die het project uitvoert d.m.v. vier werkpakketten via een grotendeel lineaire fasering waarbij op onderdelen een meer iteratieve benadering gehanteerd wordt(zie uitgewerkte planning hieronder). De gedefinieerde werkpakketten zijn: 1. Actielijn 2. Onderzoekslijn (monitoring en evaluatie) 3. Communicatie en disseminatie 4. Management Ad 1: In de actielijn worden een aantal noodzakelijke vooronderzoeken gedaan met betrekking tot de 0-situatie op VO-scholen betreffende internationalisering, werkplekleren en online didactiek en communicatieplatforms. Op basis van deze vooronderzoeken volgt de ontwerpfase waarin ingegaan zal worden op benodigde online functionaliteiten, didactiek en techniek. Hierop volgt de realisatie- en uitvoering- en testfase. Op basis van bovenstaande wordt een organisatorisch concept ontwikkeld dat er op gericht is partijen te betrekken en optimaal duurzaam te laten samenwerken.
16
Ad 2: De onderzoekslijn wordt met name vanuit de twee betrokken lectoraten vormgegeven. Gestart zal worden met de definitie van een aantal onderzoeksvragen, gevolgd door actieonderzoek en afgesloten met presentatie en publicatie van onderzoeksresultaten. Er wordt gewerkt in twee cycli die d.m.v. een tussenevaluatie aan elkaar verbonden zijn. De tussenevaluatie zou kunnen leiden tot een aanpassing van het functioneel ontwerp van het digitale platform of het didactisch concept. Ad 3: Om communicatie en kennisdeling tussen alle partijen – nu en in de toekomst – effectief en duurzaam vorm te geven is gekozen voor een breed spectrum aan communicatiemiddelen. Zo wordt ontwikkelde kennis opgeslagen in een Wiki en een kennisbank, worden er workshops gegeven aan docenten, leerlingen en studenten in binnen- en buitenland, worden er congressen, conferenties en excursies georganiseerd. Tot slot wordt er gepubliceerd in vakbladen en op vaksites en zal er regelmatig een digitale nieuwsbrief verschijnen. Ad 4: De focus binnen dit werkpakket zal liggen op het bewaken van de totale voortgang van het project, inclusief het beschikbaar stellen van de deliverables (zie bijlage x) en op het vaststellen van vergaderfrequentie en beslisstructuren.
17
5.2 Planning
18
19
5.3 Mobiliteitsdoelstellingen
5.4 Projectorganisatie
Huidige mobiliteit
Gewenste mobiliteit
Instelling
Partner
Docenten
Studenten/leerlingen
Partner
Docenten
Studenten/leerlingen
NHL Hogeschool
Vietnam
2
2
Open
8
8
Comenius
Sardinië
1
25
Open
3
75
PJ Aldlân
UK
2
6-8
Open
2
50
2
30
Open
4
75
RSG Magister Alvinus Litouwen
Een belangrijk kenmerk van het digitale platform en de werkwijze van ‘MySN’ is dat grote groepen leerlingen en docenten met elkaar op afstand kunnen communiceren en samenwerken. Vanuit dat perspectief gezien is ‘virtuele mobiliteit’ in dit project een belangrijke graadmeter voor het succes, misschien zelfs belangrijker dan fysieke mobiliteit. Niettemin maakt ook fysieke uitwisseling van docenten en studenten / leerlingen deel uit van het project, mede gelet op het educatieve effect van een feitelijk verblijf in een andere cultuur. Een belangrijke doelstelling van het online platform is dat leerlingen/docenten zich gericht en adequaat kunnen voorbereiden op de ontmoeting met leerlingen/docenten in het buitenland. Daarnaast kunnen studenten/online coaches groepen leerlingen tijdens excursies begeleiden; de voorbereiding hiervoor vindt ook plaats op MySN. Hieronder geven wij de huidige mobiliteit en de gewenste doelstelling aan het eind van het project. Deze mobiliteit is met name fysiek en slechts in zeer beperkte mate virtueel terwijl de scholen hier wel behoefte aan hebben. Een van de redenen voor hen om deel te nemen aan het project.
Daarnaast benoemen wij een doelstelling van ‘virtuele mobiliteit’. Daarmee wordt bedoeld het aantal docenten en het aantal studenten/leerlingen dat betrokken is bij internationale communicatie en uitwisseling via het digitale platform ‘MySN’.
Uitvoering van het project ligt bij de volgende actoren: • lectoren • docenten NHL • management NHL • studentassistenten • externe projectbegeleiding • studenten NHL • docentenVO • docenten TUE • docenten VO Buitenland • ICT-specialist
Penvoerder van het SIA RAAK My Schools Networkproject is de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL). Contactpersoon voor SIA RAAK is de heer Edwin Elferink van de NHL. Het project wordt gedragen door een consortium bestaande uit de NHL, een vertegenwoordiger van de scholen voor VO in Friesland en de Thainguyen University (Vietnam) die tevens als vertegenwoordiger optreedt van de Vietnamese onderwijsinstellingen. Het consortium geeft sturing aan het project vanuit een stuurgroep, waarin zitting hebben de NHL (voorzitter), de Thainguyen University (Vietnam) en RSG Magister Alvinus optredende als vertegenwoordiger van de Nederlandse scholen
De kennispartners (Kennisnet, UT, TU Delft en OU NL) zijn betrokken in een klankbordgroep. Zij worden gedurende de looptijd van het project op daartoe belegde bijeenkomsten geconsulteerd over aspecten die hun expertise betreffen: digitale platforms, werkplekleren en ICT, meertaligheid. Voor ondersteuning bij projectmanagement, -administratie en –beheer wordt samengewerkt met Van de Ree Consultancy BV en de Stichting Stairs, beiden ervaren experts op dit terrein.
Virtuele mobiliteit (ambitie)
Instelling
Partner
Docenten Studenten/ leerlingen
NHL Hogeschool
open
5
50
Comenius
open
3
75
PJ Aldlân
open
3-5
150
RSG Magister Alvinus
open
3
75
School A
open
2
50
School B
open
2
50
School C
open
2
50
Taken, verantwoordelijkheden en fasering per actor zijn te vinden in resp. de Planning en de Begroting.
Stuurgroep • NHL hogeschool • THU • RSG Magister Alvinus
Kennispartners
Projectteam
• Kennisnet • NHL hogeschool • UT Twente • TU Delft
• NHL hogeschool • RSG Magister Alvinus • PJ Aldlan • CSG Comenius
Vietnam
20
Turkije
21
Litouwen
Italië
6 Disseminatie Naast de eerder in dit document genoemde instrumenten voor kennisdeling - zoals lectoraat publicaties, website, Wiki , conferenties en een databank met best practices - kan worden aangesloten bij bestaande (regionale) samenwerkingsverbanden van scholen voor voortgezet onderwijs zowel in binnen- als buitenland. Op landelijk niveau spelen het netwerk ADEF (directeurenoverleg lerarenopleidingen), leroweb en de VO-raad een belangrijke rol als het gaat om disseminatie. Er zijn bestaande goede contacten vanuit de NHL die benut kunnen worden. Via de lectoraten, bestaan goede relaties met de OU en de TU Delft en internationale onderwijsnetwerken. In het kader van het project zal actief aansluiting gezocht worden bij relevante Internationale verbanden als Nuffic. Europees Platform en Learning Circles. Het project start met de deelnemers in het consortium die elk hun internationale partners inbrengen. Gestart wordt met drie Nederlandse scholen voor voortgezet onderwijs. Gedurende de tweejarige looptijd van het project wordt dit aantal uitgebreid met 3-5 scholen uit het bestand stagescholen van de NHL, die eveneens elk hun internationale partners meenemen. Het digitale platform waarop het netwerk steunt zal zo ingericht worden dat nieuwe partners moeiteloos kunnen instappen, hetgeen betekent dat het netwerk na afloop van het project vanaf 2012 zichzelf in stand kan houden. Communicatie over het project en verspreiding van opgedane kennis en ervaringen vindt plaats op de volgende wijze.
2010 – 2011
• Communiceren van de start van in de regionale media • Opbouwen van een digitale kennisbank en verzamelen van best practices • Informeren van de scholen voor voortgezet onderwijs in het noorden via hun besturenorganisaties (Fricolore, Pompblêd, Gronings voortgezet onderwijs) • Informeren van de collega lerarenopleidingen voortgezet onderwijs in Nederland via het ADEF-overleg (Algemene Directeuren Educatieve Faculteiten) • Informeren van Europees Platform voor het Nederlandse onderwijs te Alkmaar. In dit platform werken de zgn. ELOSscholen samen bij de vormgeving en organisatie van hun contacten met buitenlandse partnerscholen • Publiceren van een tussenrapport
2011-2012
• Vervolg opbouwen van een digitale kennisbank en verzamelen van best practices • Werven van nieuwe partnerscholen • Presenteren van tussenrapport in vergadering van ADEFoverleg (Algemene Directeuren Educatieve Faculteiten) • Verzorgen van workshop op jaarlijks congres van lerarenopleiders (VELON – Vereniging van lerarenopleiders in Nederland) • Informeren van European Network of Teacher Training Institutes (ENTTI) • Informeren van de VO-raad • Zorg dragen voor toegankelijkheid digitaal platform MySN voor nieuwe partners
Financiën
Bijlage
Bijlage
– kerndoelen onderbouw VO die betrekking hebben op internationalisering
Deliverables Project MySchoolsNetwork
Kerndoelen Voortgezet Onderwijs
Een aantal kerndoelen voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs geven aan dat iedere school aan internationalisering zou moeten doen. Voor Engels zijn dat de kerndoelen 15 t/m 18 en voor ‘mens en maatschappij’ zijn dat met name de kerndoelen 38, 45 en 47. (http://web.kennisnet2.nl/thema/ip_vo_docent/scholennetwerken gezien op 27 okt. 09)
Werkpakket Actielijn
Rapport innovatieve online didactiek Rapport organisatorische aanpak
Engels
15. De leerling leert in spreektaal anderen een beeld te geven van zijn dagelijks leven. 16. De leerling leert standaardgesprekken te voeren om iets te kopen, inlichtingen te vragen en om hulp te vragen. 17. De leerling leert informeel contact in het Engels te onderhouden via e-mail, brief en chatten. 18. De leerling leert welke rol het Engels speelt in verschillende soorten internationale contacten. Onderzoekslijn Mens en Maatschappij
38. De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen. 45. De leerling leert de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld. 47. De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en samenleving (nationaal, Europees en internationaal), de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien.
Communicatie & disseminatie
Management
Alle partners leveren een eigen bijdragen van zo’n 25%. Van de Stichting Innovatie Alliantie wordt een ondersteuning gevraagd vanuit RAAK Internationaal van €300.000. De begroting, opgesteld volgens het RAAK-format, is te vinden in de bijlage.
22
Deliverables Vooronderzoek(en) Rapport systeemeisen
23
Plan voor systeemtest Rapport systeemtest en acceptatie Workshops docenten Minimaal 6 scholen en 3 landen in project Werkend prototype online platform Definitief online veilig platform Rapport betreffende organisatie en onderhoud in duurzaam perspectief Minimaal 15 scholen en 4 landen actief Uitwerking onderzoeksvragen lectoren Rapport actieonderzoek Tussenevaluatie onderzoeksvragen Rapport actieonderzoek o.b.v. tussenevaluatie Rapport onderzoeksgegevens lectoren Eerste opzet online Kennisbank Congres MySN Excursie (i.o.m. scholen) Nieuwsbrieven Publicaties Workshops Toegankelijke online Kennisbasis Rapport ‘internationalisering in het curriculum” Rapport definitieve projectstructuur
Bijlage Vragenlijst in het kader van aanvraag Raak Internationaal (Myschoolsnetwork). Naam School Plaats Land Naam contactpersoon Functie Contactgegevens
: CSG Comenius Esdoornstraat : Leeuwarden : Nederland : Ronald Boorsma, Letty de Wit : Teamcoördinator VWO resp. coördinator Internationalisering : tel.: 058-2337666 e-mail:
[email protected];
[email protected]
Context: Sinds anderhalf jaar werken de NHL en CSG Comenius op verzoek van de laatstgenoemde samen op het gebied van Internationalisering. Ook aan het begin van dit cursusjaar kwam er weer een verzoek (zie bijlage 1) van Comenius om ondersteuning en workshops te bieden over MySchoolsNetwork, zodat leerlingen aan de slag kunnen en in het Engels kunnen communiceren met buitenlandse leerlingen, studenten en docenten over hun leven en cultuur.
Heeft uw school een beleidsplan Internationalisering?
Welke problemen/belemmeringen/ obstakels komt u in dezen tegen? Welke bijdrage zou MySN hier kunnen leveren?
Ja, de zgn. kadernotitie Internationalisering
2 docenten zijn belast met de uitvoering van de Internationaliseringbeleid van Is er formatie voor de praktische im- Comenius plementatie van internationalisering? Wat gebeurt er op dit moment concreet op het gebied van internationalisering op uw school?
Uitwisseling fysiek en d.m.v. brieven en MySchoolsNetwork, gezamenlijke projecten Emden - Duitsland, Italië - Sardinië, Spanje – Baskenland, Thai Nguyen Vietnam
Met welke landen is er contact? Is er sprake van uitwisseling? Gaat het om fysieke of virtuele uitwisseling?
Fysieke uitwisseling met Duitsland, Italië en Baskenland. Virtueel met Vietnam
Welke plaats heeft internationalisering in het curriculum
Staat los van curriculum/lessentabel. Uitwisseling gebeurt met een beperkt aantal klassen o.l.v. een beperkt aantal docenten.
Welke ambities zijn er op het gebied van internationalisering? Welke bijdrage zou MySN hier kunnen leveren?
1. Omdat Internationalisering geen structureel onderdeel is van het curriculum ervaren docenten Internationalisering als iets extra’s waarvoor niet echt tijd is, iets wat lestijd kost. 2. Tijdgebrek: docenten vinden dat ze te weinig tijd hebben om structureel aandacht te besteden aan Internationalisering 3. Uitwisseling van brieven is drama: brieven arriveren niet of veel te laat. Hierdoor stagneert de adequate voorbereiding van de uitwisseling en is er te weinig sprake van een structureel natraject 4. Digitaal contact komt zeer moeizaam tot stand; bovendien is er geen zicht op wat er precies aan e-mail contact is tussen de leerlingen • D.m.v. van MySN kan Internationalisering een structurele plaats in de lessentabel krijgen. • Uitwisselingen kunnen adequaat voorbereid worden d.m.v. het uitwisselen van profielgegevens, voorbereidende chats en het gezamenlijk uitvoeren van events/projecten. • De neerslag van de diverse vormen van communicatie tussen de leerlingen is zichtbaar voor docenten en medeleerlingen en blijft als waardevol illustratiemateriaal bewaard en zichtbaar. • Studenten aan de lerarenopleiding van de NHL functioneren als moderator en coach op MySN; op deze manier worden docenten in het VO ontlast. • Internationalisering moet structureel onderdeel worden van het curriculum en de lessentabel. Sinds kort kent CSG Comenius een aantal verschillende Talentstromen en een Algemene Stroom. In de Algemene Stroom zou extra tijd vrijgemaakt kunnen worden voor Internationalisering. • Concreet: met de partnerscholen op Sardinië, in Emden en Baskenland zou het voorbereidende contact tussen leerlingen en docenten via MySN moeten lopen.
Plaats : Leeuwarden Datum : 8-10-2009 Dhr. R. Boorsma Mw. L. de Wit
24
25
Vragenlijst in het kader van aanvraag Raak Internationaal (Myschoolsnetwork). Naam School Plaats Land Naam contactpersoon Functie Contactgegevens
: Piter Jelles Aldlân : Leeuwarden : Nederland : Mevr. E. Bloem : locatiedirecteur Aldlân PJ : e-mail
[email protected]
Context : PJ Aldlân maakt deel uit van een brede openbare scholengemeenschap voor VO in Leeuwarden. Het verzorgt onderwijs voor VMBO, HAVO en VWO in de onderbouw en havo en vwo in de bovenbouw. PJ Aldlân en de NHL hogeschool werken frequent samen, niet alleen waar het gaat om stageplaatsen voor studenten aan de lerarenopleiding maar ook op het gebied van een reeks projecten. De directie van PJ Aldlân heeft verleden jaar de NHL benaderd met de vraag of studenten behulpzaam zouden kunnen zijn o.a. op het gebied van ICT en Innovatie, met name voor de nieuw opgestarte stroom Onderzoek & Ontwerp. Op grond van een aantal voorbeeldpresentaties, gegeven door docenten en studenten van de NHL heeft de vakgroep Engels te kennen gegeven mee te willen doen aan het te ontwikkelen MySchoolsNetwork om zo de leerlingen de mogelijkheid te geven met leerlingen “all over the World” in het Engels te communiceren over hun leven en cultuur. Heeft uw school een beleidsplan Internationalisering?
Welke problemen/belemmeringen/ obstakels komt u in dezen tegen? Welke bijdrage zou MySN hier kunnen leveren?
Bijdrage MySN: - geen verlies onderwijstijd - betaalbaar - geen grote belasting voor docenten - gewone correspondentie droogt op; in MySN zitten prikkels die de boel draaiende zullen houden - Sluit aan bij portfolio dat leerlingen moeten opbouwen - sluit aan bij toekomstvisie van school met name waar het gaat om de wijze waarop komende generaties de circulatie van kennis zullen gaan hervormen (many to many)
Ja, maar jaren geleden opgesteld en toen met name gericht op uitwisseling docenten.
Is er formatie voor de praktische im- Ja, er is een coördinator Internationalisering (gefaciliteerd met 120 klokplementatie van internationalisering? uur en eigen kantoor) Wat gebeurt er op dit moment concreet op het gebied van internationalisering op uw school? Met welke landen is er contact?
Is er sprake van uitwisseling? Gaat het om fysieke of virtuele uitwisseling?
• Aflopend Comeniusproject vanuit Europees platform gericht op uitwisseling van docenten en een beperkt aantal leerlingen (4 en 5 VWO). Docenten bereiden een thema voor in de eigen school b.v. op het gebied van milieu, duurzaamheid en kunst). De hoop was dat middels docenten uiteindelijk ook leerlingen bereikt zouden worden. • Project standplaats London: docenten gaan met een klein aantal leerlingen naar een school in London. Project is o.a. gericht op cross-age learning. • Er is contact met Duitsland, Roemenie, Cyprus, Bulgarije, Frankrijk en Italië (contacten zijn aflopen) In het kader van het Comeniusproject is er verleden jaar een groep docenten en leerlingen naar Bulgarije geweest.
Belasting van de organisatie - druk om de verplichte onderwijstijd te halen (uitval door excursies) - kosten - belasting docenten - internationalisering in het wilde weg levert uiteindelijk niets op. Er moet een structurele plaats zijn in het curriculum.
Welke ambities zijn er op het gebied van internationalisering? Welke bijdrage zou MySN hier kunnen leveren?
Plaats Datum Mw. Elly Bloem
- Internationalisering structureel in het curriculum MySN zou een platform kunnen bieden aan leerlingen om de doelstellingen van de school op het gebied van burgerschap, integratie maar ook op het gebied van onderzoek en ontwerpen te realiseren.
: Leeuwarden : 15-10-2009
Fysieke uitwisseling beperkt zich tot een kleine groep enthousiaste docenten en een beperkt aantal vwo-bovenbouw leerlingen. “Virtuele uitwisseling is een nog onontgonnen gebied” Welke plaats heeft internationalisering in het curriculum
Internationalisering zat tot op heden niet structureel in het curriculum; het is slechts weggelegd voor een kleine selecte groep. Dit jaar heeft internationalisering voor het eerst vanaf klas 1 een vaste plaats in de vorm van Actief Burgerschap en Integratie en verder in het blok Herhaling, Verdieping, Verbreding. ER is dus ruimte in de lessentabel om met alle leerlingen met internationalisering aan de slag te gaan.
26
27
Vragenlijst in het kader van aanvraag Raak Internationaal (Myschoolsnetwork). Naam School Plaats Land Naam contactpersoon Functie Contactgegevens
: RSG Magister Alvinus : Sneek : Nederland : Hans Huitema Onijdes Sijtsma : leraar Natuurkunde leraar geschiedenis : Tel 0515- 429760 0518-461656 e-mail:
[email protected] [email protected]
Context: De RSG wil mee doen aan MYSN om de onderwijskundige kant van onze excursies te verdiepen. Op dit moment is er een langlopend (1993) samenwerkingsverband met een school in Litouwen (Trakai) op basis van uitwisseling in gastgezinnen. Tevens bestaan er contacten met een school in Japan (derde klassen VO). In het verleden bestonden er ook contacten met scholen in Polen en Hongarije op basis van uitwisseling en gastgezinnen.
Heeft uw school een beleidsplan Internationalisering? Is er formatie voor de praktische implementatie van internationalisering?
Ja, in ontwikkeling en in samenwerking met de MR van onze school. Er is 30 uur per excursie beschikbaar. Deze uren komen terecht bij de leidinggevende. In overleg met de MR en directie kunnen hierin veranderingen optreden.
Wat gebeurt er op dit moment conZie het hierboven genoemde. creet op het gebied van internationalisering op uw school? Litouwen/Trakai en Japan. Met welke landen is er contact? Is er sprake van uitwisseling? Gaat het om fysieke of virtuele uitwisseling?
Fysieke uitwisseling en door de schoolweb site bestaan er ook contacten.
Welke plaats heeft internationalisering in het curriculum
Neemt een steeds belangrijker plaats in, alles afhangend van wat er geboden, georganiseerd wordt.
Welke problemen/belemmeringen/ obstakels komt u in dezen tegen?
Fysieke uitwisselingen zijn van een korte duur, blijven steken in organisatie, onderwijskundige inhoud blijft onderbelicht.
Welke bijdrage zou MySN hier kunnen leveren?
Langlopende contacten conditioneren en uitbreiden.
Welke ambities zijn er op het gebied van internationalisering?
De laatste jaren zijn de contacten afgenomen met scholen in het buitenland. Wij zien nu een mogelijkheid om contacten weer uit te breiden en er bestaan nu de mogelijkheden dat de verschillende scholen onderling ook contacten krijgen. Verbinding zou misschien een thema kunnen zijn waar de diverse scholen aan kunnen werken.
Welke bijdrage zou MySN hier kunnen leveren?
Plaats Datum Dhr. Hans Huitema
: Sneek : 27 oktober 2009 Dhr. Onijdes Sijtsma
28