Aanvraag om Vergunning Wet milieubeheer agrarische sector

TEAM BACK OFFICE 1

Aanvraag om Vergunning Wet milieubeheer agrarische sector Deze aanvraag is gericht aan: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente WOENSDRECHT p/a afdeling Publiekszaken/Team Back Office 1 Postbus 24, 4630 AA HOOGERHEIDE Bezoekadres: -

Huijbergseweg 3, 4631 GC HOOGERHEIDE

De aanvraag (d.w.z. dit formulier, samen met de bijbehorende tekeningen en eventuele andere bijlagen) moet in viervoud worden ingediend, elk afzonderlijk voorzien van een originele handtekening! Als de ruimte op dit formulier te klein is, verder gaan op een bijlage.

Algemeen 1.

Algemene gegevens met betrekking tot het bedrijf

a.

Gegevens van de aanvrager

Naam : Adres : Postcode en woonplaats : b.

Gegevens bedrijf

Naam Adres Postcode en woonplaats Telefoon Kadastrale ligging Contactpersoon Functie contactpersoon c.

: : : : : Kern : :

Sectie

, Nrs.

Gegevens van de gemachtigde (alleen invullen als aanvrager een derde heeft gemachtigd tot het indienen van de aanvraag)

Naam gemachtigde

:

© 2008 Gemeente Woensdrecht, afdeling Publiekszaken/Team Back Office 1

blz. 1

Adres/Postbus : Postcode en woonplaats : Telefoon Contactpersoon

: :

Telefax : Telefoon :

(bij machtiging van een derde een schriftelijke machtiging van de aanvrager bijvoegen) Afschriften correspondentie aan


blz. 2

_____________________________________________________________________________

MELDING BESLUIT ALGEMENE REGELS INRICHTINGEN MILIEUBEHEER 1 Deze aanvraag is tevens een melding op grond van het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer, voor de volgende activiteiten 2:

Lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening 3 Lozen van huishoudelijk afvalwater 4

Lozen van grondwater bij bodemsanering en proefbronnering Lozen van grondwater bij ontwatering Lozen van koelwater In werking hebben van een windturbine Afleveren van vloeibare brandstof, mengsmering en aardgas ten behoeve van openbare verkoop voor motorvoertuigen voor het wegverkeer Het wassen van motorvoertuigen Opslaan van propaan Opslaan van vloeibare brandstof en afgewerkte olie in ondergrondse opslagtanks Opslaan en overslaan van bulkgoederen en stuksgoederen In werking hebben van een warmtekrachtinstallatie

1

Activiteitenbesluit Aankruizen wat van toepassing is 3 Is van toepassing bij lozing op de bodem en oppervlaktewater 4 Is van toepassing bij lozing op de bodem en oppervlaktewater 2


blz. 3

2. Aanduiding van de gevraagde vergunning a.

De aanvraag betreft een vergunning voor het oprichten en in werking hebben van het bedrijf een vergunning voor het veranderen van het bedrijf een nieuwe, het gehele bedrijf omvattende, vergunning;

b.

De vergunning wordt aangevraagd voor onbepaalde tijd een termijn van

.

jaar

3.

Coördinatie met andere vergunningen

a.

Is een bouwvergunning nodig voor hetgeen wordt aangevraagd? nee ja, in dit geval is de bouwvergunning (nog) niet aangevraagd bouwvergunning aangevraagd, datum

b.

Is een WVO-vergunning nodig voor hetgeen wordt aangevraagd? nee ja, in dit geval is de: WVO-vergunning (nog) niet aangevraagd bouwvergunning aangevraagd, datum

Bedrijfsgegevens 4.

Aard van het bedrijf

Geef hier een korte omschrijving van de belangrijkste activiteiten van het gehele bedrijf


blz. 4

MER-plicht 5. -

Heeft de aanvraag betrekking op het houden van meer dan 85.000 dierplaatsen voor mesthoenders, of 60.000 dierplaatsen voor hennen, of 3.000 dierplaatsen voor vleesvarkens, of 900 dierplaatsen voor zeugen nee; ja (aanvrager is verplicht bij de aanvraag een milieu-effectrapportage bij te voegen).

Omvang veestapel 6.

Vul de volgende tabel in

Toelichting: bij "categorie-indeling" die categorie invullen die is toegekend aan het stalsysteem, volgens de meest recente versie van de Uitvoeringsregeling Ammoniak en Veehouderij (UAV) Diersoort

Categorieindeling volgens Rav

Ammonia Aantal volgens kfactor huidige per dier vergunning(en)


Aantal van hetgeen wordt aangevraagd

blz. 5

Geluid 7.

Welke aan- en afvoerbewegingen van vrachtwagens vinden er plaats? Aantal keren week/maand of jaar

toelevering silovoer melkafvoer mestafvoer vaste mest drijfmest

Periode tussen 07.00-19.00 uur 19.00-23.00 uur 23.00-07.00 uur

Tijdsduur per keer (minuten)

Opstelplaats

per per

nr(s). op tekening nr(s). op tekening

per

nr(s). op tekening

eigen

per

nr(s). op tekening

tractor tankauto

per per


afvoer varkens

per

nr(s). op tekening

per

nr(s). op tekening

per

nr(s). op tekening

per per


per per


per

nr(s). op tekening

handmatig laadklep op accu laadklep op motor

afvoer vleeskalveren laadklep op motor handmatig laadklep op accu

afvoer pluimvee overige, nl.

aanvoer vee Overige verkeersbewegingen, te weten:

Let op: bij aan- en afvoerbewegingen 's avonds en/of 's nachts rijroute(s) aangeven op de omgevingstekening.


blz. 6

8.

Zijn er ventilatoren op het bedrijf aanwezig? nee; ja, hieronder de verschillende typen omschrijven (specificatie bijvoegen) stuks dB(A) Waar geïnstalleerd?

gemeten op

meter afstand; nr(s). op tekening op het dak in de gevel anders, nl.

stuks dB(A) Waar geïnstalleerd?

gemeten op

meter afstand, nr(s). op tekening op het dak in de gevel anders, nl.

stuks dB(A) Waar geínstalleerd?

gemeten op

meter afstand, nr(s). op tekening op het dak in de gevel anders, nl.

van de genoemde ventilatoren zijn er van de genoemde ventilatoren zijn er

9.

stuks toerental geregeld, nr(s). op tekening stuks cascade geregeld, nr(s). op tekening

Zijn er één of meerdere tractoren, shovels, bobcats e.d. aanwezig op het bedrijf nee; ja, hieronder aangeven hoeveel minuten er gemiddeld op het erf mee wordt gewerkt (dus exclusief gebruik buiten de inrichting)

Gemiddeld gebruik per dag/week/maand tractor 1 tractor 2 tractor 3 shovel bobcat overige, nl.


Tijdsduur per keer (minuten)

per per per per per per

Vermogen

vermogen (PK) vermogen (PK) vermogen (PK) vermogen (PK) vermogen (PK) vermogen (PK)

10. Zijn er één of meerdere warmtewisselaars aanwezig op het bedrijf? nee; ja, hieronder omschrijven. stuks Geluiddemping?

dB(A) gemeten op

meter afstand, nr(s). op tekening

nee ja, namelijk de volgende voorziening

11. Zijn voorzieningen tegen geluidsoverlast getroffen? nee; ja, hieronder specificeren. omkasting(en), nr(s). op tekening geluidswal/muur (aangeven op tekening) anders, nl.:


(specificatie bijvoegen);

blz. 7

12. Zijn er één of meerdere noodstroomaggregaten aanwezig op het bedrijf? nee; ja, hieronder omschrijven. Soort brandstof

Vermogen

Geluiddemping?

Tijdstip(pen) van proefdraaien

Nr(s). op tekening

nee ja, namelijk de volgende voorziening

13. Zijn er overige geluidsbronnen aanwezig op het bedrijf? nee; ja, hieronder omschrijven. Geluidsbron

Gemiddeld gebruik per dag/week/maand


Tijdsduur per keer Bronvermogen * (minuten)

per per per per per * Technische geluidsspecificatie als bijlage toevoegen Noot: Indien de verstrekte gegevens daartoe aanleiding geven, kan van de aanvrager een akoestisch onderzoek worden verlangd

Bodem 14. Zijn er bodembeschermende maatregelen getroffen? nee; ja, namelijk: lekbakken (aangeven op de tekening) vloeistofdichte vloeren (aangeven op de tekening en specificaties bijvoegen (aangeven op de tekening en specificaties bijvoegen)

15. Is er een bodemkwaliteitsonderzoek verricht? nee; ja (rapport bijvoegen)


blz. 8

Gevaar 16. Brand of explosie Welke voorzieningen zijn getroffen om het risico van brand of explosie te beperken?

17. Worden vloeistoffen opgeslagen in onder- of bovengrondse tanks? nee; ja, namelijk: Soort stof

Type opslag (ondergronds of bovengronds)

Hoeveelheid (kg, 3 liters of m )

Datum installatie

Nr. op de tekening

18. Worden vloeistoffen opgeslagen in emballage? nee; ja, namelijk: Soort stof

Soort emballage (blik, jerrycan e.d.)

Inhoud/stuk (kg of liters)

Maximum hoeveelheid (kg of liters)


Wijze van opslag (kast, kluis e.d.)

Nr. op de tekening

blz. 9

19. Worden bestrijdingsmiddelen opgeslagen? nee; ja, namelijk: Soort stof

Verpakking of type opslag

Inhoud/stuk (kg of liters)

Maximum hoeveelheid (kg of liters)

Wijze van opslag (kast betreedbaar of niet)

Nr. op de tekening

20. Worden nog andere milieugevaarlijke stoffen opgeslagen? nee; ja, namelijk: Soort stof

Type

Verpakking of type opslag

Inhoud/stuk (kg, liters of 3 m)

Maximum hoeveelheid (kg, liters of 3) m

Wijze van opslag (kast, kluis e.d.)

Nr. op de tekening

21. Worden gasflessen opgeslagen? nee; ja, namelijk: Soort stof

Gebruik

Maximale hoeveelheid (in liters waterinhoud)

Wijze van opslag

acetyleen zuurstof kooldioxide propaan butaan


blz. 10

Opslag overige stoffen 22.

Wordt er vaste mest opgeslagen?

nee; ja, op een mestplaat open/afgedekt nr. op tekening

.

Wordt vocht en percolatiewater afgevoerd naar een mestkelder of opvangkelder/put:

23.

nee

ja

Wordt er drijfmest opgeslagen?

nee; ja: in drijfmestkelder(s) In mestbassin(s), totale inhoud:

m3 ;oppervlak

m2;

open

afgedekt

Datum bouw van het mestbassin: Is hiervoor een melding mestbassins milieubeheer ingediend

24.

ja

nee

Wordt kuilvoer/bijprodukten opgeslagen op een kuilplaat/sleufsilo?

nee; ja, hieronder specificeren. Soort

Soort opslag (plaat/sleufsilo)

Voorzieningen t.b.v. percolaatvocht

Nr. op de tekening

gras snijmais

25. Worden er producten in silo's opgeslagen? nee; ja, namelijk: kunstmestsilo's

stuks

nr(s). op tekening

voedersilo

stuks stuks

nr(s). op tekening nr(s) op tekening


blz. 11

26.

Wordt er brijvoer opgeslagen?


Soort opslag (plaat/sleufsilo, staandesilo)

Droog of nat produkt

droog

Nr. op de tekening

nat

is er een brijvoerkeuken aanwezig Zo ja, hoe vaak per week dag wordt er gemengd worden er maatregelen genomen tegen stankoverlast

27.

Hoeveelheid (ton)

ja ja

nee keer nee

Worden er fijnkorrelige materialen opgeslagen zoals zand, grind, grond, stenen en puin?


Wijze van opslag

Hoeveelheid in m³

Voorzieningen t.b.v. stuiven

Nr. op de tekening

Afvalstoffen 28. Ontstaan gevaarlijke (chemische) afvalstoffen? nee; ja, namelijk: Aard

Maximum hoeveelheid in opslag (kg of liters)

Afvoerhoeveelheid (kg/jaar of liters/jaar)

Verpakking

Wijze van opslag

Inzamelaar

Nr. op de tekening

afgewerkte olie verfresten vervuilde oplosmiddelen olie/vetafzetting zand/slib-afval Accu's TL-buizen Oliefilters restant bestrijdingsmiddelen


blz. 12

29. Ontstaan overige afvalstoffen? nee; ja, namelijk: Aard

Maximum hoeveelheid in opslag (kg of liters)

Afvoerhoeveelheid (kg/jaar of liters/jaar)

Verpakking

Wijze van opslag

Inzamelaar

Nr. op de tekening

Papier kantine-afval Metaal Glas Hout G.F.T. Kadavers landbouwplastic overige kunststoffen Overige:

Afvalwater 30. Is het bedrijf aangesloten op de gemeentelijke riolering? nee; ja; er wordt wel geen bedrijfsafvalwater geloosd op de riolering. Bedrijfsafvalwater dat op de riolering wordt geloosd, heeft de volgende samenstelling:

31. Wordt er bedrijfsafvalwater geloosd op of in de bodem? nee; ja; hiervoor is

wel

geen ontheffing op basis van het Lozingenbesluit bodembescherming verleend.

32. Wordt er bedrijfsafvalwater geloosd op een mestkelder? nee; ja.


blz. 13

33. Wordt het afvalwater behandeld? nee; ja, namelijk: Techniek zand c.q. slibvanger olie/benzine afscheider septictank

Afvalwatersoort

Verwijdering residu eens per eens per

maanden maanden

Inzamelaar

eens per eens per

maanden maanden

Nr. op tekening

Let op, bij verwijdering van residu dit als afvalstof opgeven bij vraag 25!

Energie 34. Zijn stookinstallaties aanwezig ten behoeve van de warmtevoorziening? nee; ja, namelijk: Type installatie

Aantal

Soort brandstof

Datum installatie

Totale capaciteit (kW)

Nr. op tekening

C.V.-ketel hete lucht-heater Gaskap stookcleaner

35. Zijn er koelinstallaties aanwezig? nee; ja, namelijk: Type installatie

Aantal

Soort koudemiddel

Hoeveelheid koudemiddel

Totale capaciteit (kW)

Nr. op tekening

air-conditioning koelinstallatie vriesinstallatie


blz. 14

Bijlagen Bij deze aanvraag zijn gevoegd: (aankruisen wat van toepassing is; plattegrondtekening van bedrijf en omgeving moeten in ieder geval worden bijgevoegd); op de bijlagen duidelijk aangeven dat ze bij de aanvraag behoren). energiebijlage (Altijd toevoegen! Zie volgende pagina van het aanvragformulier) plattegrondtekening bedrijf specificatie(s) emissiereducerende voorzieningen plattegrondtekening omgeving energie-onderzoek aanvraag bouwvergunning schriftelijke machtiging van de aanvrager aanvraag WVO-vergunning anders, nl. berekening(en) zand/slib/vet/olie/benzine afscheiders anders, nl. documentatie septictank anders, nl. installatiecertifica(a)t(en) bodemweerstands-rapport(en) ondergrondse tanks akoestisch rapport, d.d. specificaties aan looprechten

Ondertekening Ondergetekende verklaart als bevoegd persoon dit formulier en de daartoe behorende bescheiden naar waarheid te hebben ingevuld,

(plaats, datum)

De aanvrager,

(handtekening, naam, hoedanigheid) 5Noot:

Noot:

In de Wet milieubeheer wordt, als er wordt gesproken van een bedrijf, de term "inrichting" gebruikt. Ter vergroting van de leesbaarheid van dit formulier is de term "inrichting" vervangen door de term "bedrijf". © 2008 Gemeente Woensdrecht, afdeling Publiekszaken/Team Back Office 1

blz. 15

Energiebijlage In het aanvraagformulier voor agrarische bedrijven wordt, onder paragrafen 30 en 31, maar beperkt informatie gevraagd over energie en energieverbruikers. In deze bijlage wordt een aantal vragen gesteld, speciaal gericht op uitvoering van het agrarisch energiebeleid. Deze bijlage vormt een onlosmakelijk onderdeel van een Wm-vergunningaanvraag. Een aanvraag voor een veehouderijbedrijf is niet ontvankeliljk zonder de in deze bijlage gevraagde gegevens. In paragraaf 1 wordt in het algemeen gevraagd naar de invloed van de gevraagde wijzigingen op het energieverbruik, of een energiezorgsysteem wordt toegepast, of recentelijk een onderzoek is gedaan en of good-housekeeping maatregelen worden toegepast. In paragraaf 2 vult u alle energieverbruik in met een doorrekening naar totaalverbruik in Joules en in euro’s. Paragraaf 3 vormt de kern van de bijlage en is het omvangrijkste deel. Het bevat een opsomming per veehouderijtype van alle bekende energiebesparende maatregelen die behoren tot de stand der techniek. Onder enige voorwaarden en beperkingen bent u verplicht om die maatregelen toe te passen en in deze paragraaf kunt u afvinken welke u wel en niet zult toepassen. In paragraaf 4 worden vragen gesteld over de productie van duurzame energie. Ten slotte is in paragraaf 5 enige uitleg opgenomen met verwijzingen naar betreffende paragrafen en vragen. 1

Algemeen.

1.1 ja Zo ja;

1.2

Hebben de aangevraagde wijzigingen invloed op het energieverbruik? nee leg uit welke veranderingen van invloed zijn en wat de effecten zijn op: a)

energieverbruikende installaties, apparatuur en andere bedrijfsonderdelen,

b)

het energieverbruik per energiebron.

Wordt er in het bedrijf aan energiezorg gedaan? ja

Zo ja; 1.3

nee geef in een bijlage aan op welke wijze dit gebeurt: Is er recentelijk een energiebesparingonderzoek uitgevoerd?

ja Zo ja;

nee op welke datum is dit onderzoek uitgevoerd? is een rapport van dit onderzoek bij de aanvraag gevoegd?

………………………… ja

nee 1.4

Worden waar mogelijk good-housekeeping maatregelen toegepast ja

nee Met name te noemen good-housekeeping maatregelen:

- Instellingsgegevens worden regelmatig gecontroleerd

ja

nee - Ventilatie wordt handmatig geregeld (is mogelijk)

ja

nee - Pluimvee: er wordt gebruik gemaakt van lichtschema’s

ja

nee - Melkvee: voorspoeling melkreiniging is geoptimaliseerd

ja

nee - Andere good-housekeeping maatregelen, namelijk:


………………………………………………

blz. 16

2.

Energieverbruiksgegevens. Geschat of berekend energieverbruik en –kosten over een jaar: (na uitvoering en in werking brengen van het bedrijf conform aangevraagde situatie) Energiebron

Verbruik

Gas

Energie-inhoud

Energieverbruik

Kosten

Kosten

per

per

Per

Per

verbruikseenheid

energiebron

Verbruikseenheid

energiebron

m³

(x 31,65)

MJ €/m³

€

Elektriciteit

kWh

(x 9,0)

MJ €/kWh

€

Huisbrand olie

Liter

(x 36,2)

MJ €/Liter

€

Propaan

Liter

(x 36,2)

MJ €/Liter

€

MJ €

€

Overig: Totaal

3.

€

Toepassing stand der techniek

(Zie uitleg aan het eind van deze bijlage) 3.1

melkveehouderij

van toepassing niet van toepassing Toepassingscriterium:

Maatregel: Wordt onderstaande maatregelen toegepast?

Wordt voldaan aan het toepassingscriterium?

HF-TL met spiegeloptiek-armatuur (SA)

werkplekverlichting èn nieuwbouw of renovatie

ja

nee

Spaarlampen ja

nee

nee

voorkoeling ja

3.2

nee

> 1000 branduren/jaar (geen HF-TL met SA)

warmtepomp met boilercondensor ja

ja

ja

nee

melkproductie meer dan 400.000 liter per jaar ja

nee

melkproductie meer dan 550.000 liter per jaar nee

kalverenhouderij

ja

nee

van toepassing niet van toepassing

Maatregel:

Toepassingscriterium:

Wordt onderstaande maatregelen toegepast?


frequentieregeling

totaal > 2 kW per regelaar

ja

nee

HF-TL met spiegeloptiek-armatuur (SA) ja

nee

Spaarlampen ja

ja

nee

werkplekverlichting èn nieuwbouw of renovatie ja

nee

> 1000 branduren/jaar (geen HF-TL met SA) nee

HR doorstroomapparaat

ja

nee

geen toepassingscriterium: altijd toepassen


blz. 17

ja

nee

leidingisolatie (thermisch) ja

3.3

nee

varkenshouderij

ja

nee

er zijn leidingen met transport van warme vloeistof verwarmingssysteem ja

Nee


Maatregel:




ligvloerisolatie

nieuwbouw of vloerrenovatie

ja

nee

dakisolatie ja

nee

nee

nee

diafragmaschuiven ja

nee

nee


nee

Spaarlampen ja

nee

Nee

Nee

HR ketel ja

totaal > 2 kW per regelaar, bij 380 V ja

Nee

ja

Nee

ja

Nee

nieuwbouw, > 55 kraam-/biggenhokken ja

Nee


Nee

ja

Nee

kraamopfok- en biggenstallen, nieuwbouw

Pompschakeling CV-installatie ja

Nee

> 1000 branduren/jaar (geen HF-TL met SA)

Vloerverwarming ja

ja

> 8 afdelingen, nieuwbouw/renovatie nee

Bodemsystemen voor behandelinginkomende ventilatielucht ja

Nee

verwarmde ruimtes

centrale afzuiging ja

ja

ruimte wordt verwarmd. ingeval van nieuwbouw: altijd isoleren. bestaande stal: zeugenstal na-isoleren vanaf 100 m² spouw.

frequentieregeling ventilatie ja

Nee

verwarming of geforceerde ventilatie

Wandisolatie

ja

ja

ja

Nee

er is een centraal verwarmingssysteem ja

Nee

er is een centraal verwarmingssysteem Nee

ja


Nee

blz. 18

weersafhankelijke regeling ja

Nee

gasgestookte ketels, > 2000 m³/jr ja

Nee

er zijn leidingen met transport van warme vloeistof

Leidingisolatie

(centrale verwarming) ja

Nee

dimmers op biggelampen ja

3.4

Nee

pluimveehouderij

ja

Nee

Zeugen ja

Nee


Maatregel:




Dakisolatie

geen toepassingscriterium: altijd toepassen, ook bij bestaande gebouwen

ja

nee

Wandisolatie ja

nee

nee

nee

nee


nee

spaarlampen ja

Nee

ja

Nee

ja

Nee

vleeskuikens, nieuwbouw ja

Nee


Nee

> 1000 branduren/jaar (geen HF-TL met SA) nee

HR ketel ja

ja

Leghennen, > 25.000 dieren

bodemsysteem (grondwater) ja

Nee

verwarmde ruimtes

lengteventilatie ja

ja

totaal 2 kW per regelaar, bij 380 V nee

diafragmaschuiven ja

Nee

ingeval van nieuwbouw: altijd toepassen ingeval van na-isoleren: > 100 m² spouwmuur

frequentieregeling ja

ja

ja

Nee

er is een centraal verwarmingssysteem nee

ja

Nee

er zijn leidingen met transport van warme vloeistof

leidingisolatie

(centrale verwarming) ja

nee

directe luchtverhitting ja

ja

Nee

vleeskuikens, opfokleghennen nee

ja


Nee

blz. 19

4.

Duurzame energie.

4.1

Wordt er binnen de inrichting duurzame energie geproduceerd? ja

nee

Zo ja, van welke DE-optie is er sprake: windenergie biomassa

voor vergisting (anders dan met mest) voor verwarming via rechtstreekse verbranding

mestvergisting

zonder co-vergisting met co-vergisting gas als brandstof voor een gasmotor (elektriciteitsproductie) gas als brandstof voor een verwarmingsinstallatie

zonne-energie foto-voltaïsch zonne-energie warmtecollector warmtepomp (primair voor productie van warmte)

maakt gebruik van bodemwarmte

maakt gebruik van andere warmtebronnen (bijvoorbeeld mest of melk): ………………………………………………………………. in combinatie met andere techniek (bijvoorbeeld warmtecollector, warmteopslag): ……………………………………………………………….

andere techniek, namelijk:

4.2

…………………………………………………………………..

Waar wordt de geproduceerde duurzame energie aangewend: binnen de inrichting

……….. .%

buiten de inrichting

…………%

(indien van toepassing aangeven voor zowel elektriciteit als warmte)


blz. 20

5.

Uitleg.

In volgorde worden waar nodig vragen toegelicht over achtergrond en wijze van beantwoording. § 1.1

Wijzigingen

U vraagt een nieuwe vergunning aan vanwege wijzigingen in uw bedrijfvoering. Indien ook energieverbruikende apparatuur of installaties worden gewijzigd (bijvoorbeeld: de nieuwe varkensstal wordt wel geforceerd geventileerd) danwel de mate waarin deze gebruikt worden (bijvoorbeeld: met meer kalveren verwarmt u meer water voor de aanmaak van melk) dan is dit voor belang voor de beoordeling van de aanvraag. Deze vragen zijn niet van belang in geval van een oprichtingsvergunning. § 1.2

Energiezorg

Onder energiezorg wordt verstaan: systematische aandacht voor het energiegebruik, de kosten daarvan en de besparingsmogelijkheden. § 1.3

Energiebesparingsonderzoek

In deze paragraaf wordt gevraagd naar ieder type onderzoek dat gegevens verschaft over het energieverbruik en/of mogelijkheden om het energieverbruik te reduceren. Ook met termen als bijvoorbeeld energiescan, energiebesparingsplan, bedrijfsenergieplan of haalbaarheidsonderzoek, kan een onderzoek worden bedoeld dat bruikbare gegevens heeft opgeleverd. Indien u andere maatregelen wilt toepassen dan op grond van het Edese beleid naar voren komen, dan kunt u de resultaten van zo’n onderzoek mogelijk gebruiken. Voeg in dat geval zeker een kopie van het onderzoek aan de aanvraag toe. § 1.4

Good-housekeeping

Met deze term worden alle maatregelen bedoeld, meest gedragsmaatregelen, die meestal geen (aanvullende) investeringen vergen maar slechts wat extra aandacht. Een simpele maatregel als uitschakelen van het licht zodra verlichting niet meer nodig is, is bijvoorbeeld een good-housekeeping maatregel. In deze paragraaf is een aantal grotere, meer omvattende maatregelen als voorbeeld genoemd. Zult u good-housekeeping maatregelen treffen die nog niet zijn opgenomen, dan dient u die ook aan te geven. Good-housekeeping maatregelen zijn overigens ook mogelijk op de meeste andere milieuaspecten. §2

Energieverbruiksgegevens

Hier worden alleen de verbruiksgegevens gevraagd van de van anderen te betrekken energie, ongeacht of dat duurzame of niet-duurzame energie betreft. Het verbruik van zelf opgewekte duurzame energie en, voor zover daarvan sprake is, de hoeveelheid grondstof die daarvoor aangewend wordt, blijkt afdoende uit de gegevens van paragraaf 4. De kosten per verbruikseenheid zijn met of zonder BTW, naargelang de onderneming al dan niet opteert voor BTW. De kosten per verbruikseenheid worden onder meer bepaald door de REB (Reguliere Energiebelasting). Deze is lager vanaf een bepaalde hoeveelheid per jaar of zelfs nihil (bij natuurstroom). In de tabel moet de marginale eenheidsprijs worden ingevuld: die prijs die voor de laatste eenheid wordt betaald. Bij de kosten per energiebron mag het bedrag van de afrekening van het energiebedrijf worden ingevuld. Dat betekent dat het totaal per rij kan afwijken van het product van verbruik en kosten per verbruikseenheid. §3

Stand der techniek

Type vee of veehouderij: Er worden 4 typen vee of veehouderijen onderscheiden, in navolging van het informatieblad E 11 ‘Veehouderijen’ van InfoMil. In dit informatieblad vindt u tevens enige uitleg over de in de bijlage opgenomen sdt (stand der techniek)-maatregelen. Binnen een inrichting kunnen meer veetypen voorkomen. Indien u vee wordt aanvraagt overeenkomend met een bepaald type, dan moet de gehele paragraaf voor dat type worden ingevuld. Bij een paragraaf voor een type vee dat niet zal worden gehouden, kunt u voor die paragraaf volstaan met de eerste vraag te beantwoorden met ‘niet van toepassing’. Afweging toepassen stand der techniek Een maatregel hoeft niet altijd te worden toegepast, ook niet indien die maatregel is benoemd binnen een veetype dat van toepassing is. Toepassen is niet verplicht indien (a) niet wordt voldaan aan het toepassingscriterium of (b) aan de regel ‘binnen 5 jaar terugverdienen’ wordt voldaan door toepassing van een niet-gebruikelijke maatregel.


blz. 21

Ad (a) Bij de meeste maatregelen wordt een toepassingscriterium genoemd, ook dat deel van de vraag moet worden ingevuld. Indien niet wordt voldaan aan het criterium vult u daar dan ‘nee’ in en hoeft de maatregel niet persé te worden toegepast. (Bijvoorbeeld bij spaarlampen: De lampen binnen de inrichting, voor zover het geen HF-TL lampen met spiegeloptiek-armatuur betreft, branden minder dan 1000 uur per jaar per stuk. U kunt een spaarlamp dan niet zeker binnen 5 jaar terugverdienen. U vult onder toepassingscriterium in ‘nee’.) Ad (b) U wilt de maatregel (de ‘sdt-maatregel’) niet toepassen want: (b.1) U wilt een andere, vervangende maatregel toepassen waarmee méér energie wordt bespaard. U zult dan overtuigend moeten aantonen dat dat inderdaad zo is. (b.2) In uw situatie is het toch niet zo dat de maatregel zoveel bespaart dat de investeringen binnen 5 jaar worden terugverdiend. Voorbeeld: Isolatie van muren wordt aangemerkt als een sdt-maatregel. De sdt-maatregel is extra want u had liever niet willen isoleren. Uw voorkeur gaat uit naar ventileren per afdeling en met diafragmaschuiven. Daarnaast verwarmt u slechts minimaal zodat veel minder bespaard kan worden op verwarmingskosten. Voor isolatie moet € 7.000,= worden geïnvesteerd maar volgens u wordt er in totaal slechts € 1.000,= per jaar door bespaard. (b.3) U wilt een alternatieve besparingstechniek toepassen die iets minder energie bespaart maar ook veel goedkoper is. Volgens uw berekeningen worden de meerinvestering in de sdt-maatregel, in vergelijking met de investeringen voor uw alternatief, niet binnen 5 jaar terugverdiend wordt door de extra besparingen. Voorbeeld: U vervangt 300 vleesstierkalveren door 300 witvleeskalveren. U wilt technisch liever niets veranderen en het water voor de melkaanmaak blijven opwarmen met een conventionele CV-ketel. Een hoog-rendement CV-ketel wordt aangemerkt als sdt-maatregel. De maatregel zal inderdaad leiden tot besparingen waarmee de investering binnen 5 jaar wordt terugverdiend. U kiest echter liever voor een alternatief; een verbeterdrendement ketel. De sdt-maatregel bespaart volgens u € 400,= per jaar meer dan uw voorkeursalternatief maar is ook € 2.500,= duurder vanwege een duurdere ketel èn kostbare wijzigingen in de totale installatie. Indien een van de situaties onder (b) van toepassing is, zult u uw standpunt zal met gedegen berekeningen moeten onderbouwen. Berekenen van de terugverdientijd. De terugverdientijd van een energiebesparende maatregel is de verhouding tussen (a) het investeringsbedrag van de maatregel en (b) de jaarlijkse besparingen vanwege de maatregel. Ad (a) Met investeringsbedrag worden alle relevante uitgaven bedoeld. Naast investeringen in aanschaf van installaties kunnen bijvoorbeeld ook installatiekosten, noodzakelijke verbouwingen, uitgaven vanwege eigen werk, noodzakelijke aanpassingen aan andere installaties en dergelijke een rol spelen. Verder mogen alleen de netto uitgaven worden berekend. Indien voor een maatregel een subsidie wordt verstrekt, dient het subsidiebedrag op het investeringsbedrag in mindering te worden gebracht. Ad (b) Alle met de maatregel samenhangende besparingen mogen (en moeten!) in de terugverdientijd worden verwerkt. Daarbij is ‘besparing’ een breed begrip: • Alle besparingen die het gevolg zijn van de maatregel zijn van belang. Dus naast bespaarde energiekosten ook mogelijke andere besparingen zoals lagere voerkosten, minder waterverbruik, minder uitval, enzovoorts. • Kosten zijn gewoon negatieve besparingen, • Rente in verband met de investeringsbedrag is niet het gevolg van de maatregel maar van de investering en mag derhalve niet als een kostenpost in de berekening worden opgenomen. • Afschrijvingen mogen niet als kosten worden opgevoerd; de (som van de) afschrijvingen zit immers al in het investeringsbedrag. Voorbeelden: Een goede isolatie voor besparing op stookkosten zal tevens bijdragen aan een beter stalklimaat in een warme periode en daardoor besparen op ventilatiecapaciteit. Dat scheelt zowel in investeringenkosten (minder ventilatorcapaciteit) als in elektriciteitskosten (ventilatoren worden minder gebruikt). De verlaging van de afschrijvingen en de bespaarde elektriciteitskosten moeten als besparingen in de berekening van de terugverdientijd worden meegenomen. Een doorschuifsysteem voor het reinigings- en spoelwater voor een melkinstallatie in een melkveebedrijf bespaart niet alleen energie maar ook water. De verlaagde kosten voor het waterverbruik moeten als besparingen in de berekening van de terugverdientijd worden meegenomen. Een bodemsysteem voor het vóórkoelen of –verwarmen van ventilatielucht bespaart wel op stookkosten maar de extra capaciteit van de ventilatoren zal door het drukverlies in de grondbuizen groter moeten zijn. De verhoging van de investerings- en elektriciteitskosten moeten als (negatieve!) besparingen in de berekening van de terugverdientijd worden meegenomen.


blz. 22

§4

Duurzame energie

Definitie Onder duurzame energie (DE) verstaan we energie uit hernieuwbare energiebronnen zoals bijvoorbeeld zon, wind, water en biomassa. Bij de opwekking van DE komt geen (extra) CO2 vrij. Zelf opgewekte duurzame energie Voor de aanvraag van een vergunning Wet milieubeheer is van belang om aan te geven of u zelf duurzame energie (DE) opwekt en zo ja op welke wijze. U hoeft niet aan te geven of u duurzame opgewekte energie inkoopt. Duurzaam en stand der techniek Verder wordt toepassing van technieken (maatregelen) om duurzame energie op te wekken niet vanwege die duurzaamheid geëist in het kader van de vergunningverlening. Het is echter wel mogelijk dat een DE-optie geldt als een sdt-maatregel en op grond daarvan moet worden toegepast. In de lijst met sdt-maatregelen zijn dan ook enkele DE-technieken opgenomen: -

De warmtepomp gecombineerd met boilercondensor maakt gebruik van de warmte uit de melk en die warmte is duurzaam want steeds beschikbaar zonder gebruik van fossiele brandstoffen.

-

De toepassing van bodemsystemen bij ventilatie van stallen voor het koelen danwel (voor)verwarmen van de stallucht, maakt gebruik van duurzaam aanwezige temperatuurverschillen.

Verder is het goed denkbaar dat u kunt aantonen dat een bepaalde sdt-maatregel in uw situatie niet als stand der techniek geldt omdat u een betere en/of rendabeler DE-techniek toepast (zie Afweging toepassing stand der techniek ad (b)). De verwachting is overigens dat DE-technieken in toenemende mate als alternatieve en rendabele maatregelen toepasbaar zijn. Vergunningplichtige technieken De meeste DE-technieken vergen gebouwen waarvoor een bouwverguning nodig is. De technieken kunnen ook leiden tot enige milieubelasting waarvoor in de Wm-vergunningen mogelijk beperkingen en/of voorschriften gesteld moeten worden. Dat zijn de primaire redenen waarom toepassing van DE-technieken in de aanvraag moet worden opgenomen. Daarnaast is het gebruik van duurzame energie een wenselijke ontwikkeling om het broeikas-effect èn om uitputting van eindige natuurlijke hulpbronnen te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Ook dit vormt voor de gemeente een reden om er in het aanvragformulier naar te vragen. Het is voor u als aanvrager immers een aandachtspunt en een mogelijke stimulans tot toepassing van DE-mogelijkheden. Tegelijkertijd krijgt de gemeente informatie van wat er in de sector leeft en gebeurt op gebied van DE.


blz. 23

Aanvraag om Vergunning Wet milieubeheer agrarische sector

Recommend Documents