Memo
Aan
Port of Rotterdam, T.a.v. de heer P. Zivojnovic, Postbus 6622, 3002 AP ROTTERDAM Datum
Aantal pagina's
2 maart 2016
5
Van
Doorkiesnummer
Johan Valstar, Annemieke +31(0)88335 7160 Marsman
E-mail
[email protected]
Onderwerp
Verdieping 2e Petroleumhaven: effect op verspreiding verontreinging in grondwater en naar oppervlaktewater
Inleiding Havenbedrijf Rotterdam N.V. is voornemens om de Nieuwe Waterweg te verdiepen tussen Hoek van Holland en de 2de Petroleumhaven en de Botlekhavens. Daarnaast willen zij ook de mogelijkheden van verdieping in de 2e Petroleumhaven onderzoeken. In een eerdere studie is het effect van de verdieping van de Nieuwe Waterweg en de Botlekhavens onderzocht (van Baaren et al., 2015). In deze memo wordt een kwalitatieve beschrijving gegeven van de effecten van de verdieping van de 2de Petroleumhaven op de verspreiding van potentiële verontreinigingen op basis van expert judgement. De 2e Petroleumhaven bevindt zich in de Vondelingenplaat, het havengebied ten oosten van de Botlek. Het grootste deel van de Vondelingenplaat wordt gebruikt voor de bedrijfsvoering van Shell en is sinds ca. 1950 in gebruik voor industriële activiteiten van Shell. De Shell locatie maakt geen onderdeel uit van de plannen van gemeente Rotterdam voor gebiedsgericht grondwaterbeheer. Omdat Shell vrijwel de gehele Vondelingenplaat in gebruik heeft, heeft Shell een vergelijkbare aanpak van historische verontreinigingen, namelijk gericht op het voorkomen van verspreiding van verontreinigingen buiten hun eigen terrein. Schematische beschrijving hydrologisch systeem Het watersysteem van het Rotterdamse havengebied en omgeving bestaat uit een infiltrerend gebied in het havengebied waarna de stroming zich splitst in een waterscheiding die van oost naar west dwars door het havengebied loopt: de stroming van het noordelijke deel gaat noordwaarts richting de noordelijke polders en kwelt daar op na honderden jaren. De stroming ten zuiden van de waterscheiding stroomt zuidwaarts naar de zuidelijke polders waar het grondwater opkwelt.
Het havengebied nabij de 2de Petroleumhaven ligt op ongeveer 4m +NAP. Neerslagoverschot wordt deels afgevoerd via lokale drainagesystemen en stroomt deels verticaal naar beneden naar het eerste watervoerende pakket. Een zeer klein deel stroomt via de ophooglaag en het bovenste deel van de deklaag richting het oppervlaktewater. In het watervoerende pakket, stroomt aan de noordkant het water noordwaarts richting de diepe polders zoals de Alexanderpolder en deels richting de winning van DSM in Delft. Aan de zuidkant stroom het water zuidwaarts naar de polders ten zuiden van de havens. Bij de Nieuwe Waterweg en de havenbekkens treden zowel kwel (ondiep) als infiltratie (diep) op. Figuur 1 geeft deze waterstromen schematisch weer.
Datum
Pagina
2 maart 2016
2/5
Figuur 1 Schematische weergave grondwaterstroming
De 2de Petroleumhaven is niet in dit schematische overzicht opgenomen, maar deze loopt vanaf de Nieuwe Waterweg tot ongeveer halverwege het haventerrein en heeft dan een oostelijke en westelijke tak, zie figuur 2.
Datum
Pagina
2 maart 2016
3/5
Figuur 2 Ligging 2de Petroleumhaven
Het grondwater dat via de 2de Petroleumhaven infiltreert, stroomt naar het watervoerende pakket en vandaar noordwaarts richting de polders en voor een deel mogelijk ook zuidwaarts afhankelijk van de exacte ligging van de waterscheiding. We gaan ervan uit dat er zich historische verontreinigingen bevinden in het grondwater van de Vondelingeplaat. Deze zullen dus mogelijke via het grondwater in het watervoerend pakket richting de noordelijke en zuidelijke polders worden getransporteerd. Door biologische afbraak of door bronmaatregelen wordt voorkomen dat de locatie grens van Shell wordt overschreden. In het watervoerende pakket stroomt in noordwaartse richting dus zowel water dat afkomstig is uit het opgehoogde haventerrein, dat potentieel verontreinigd is, als ook water dat geïnfiltreerd is uit de 2de Petroleumhaven. Het water dat dicht bij de waterscheiding is geïnfiltreerd stroomt dieper in het watervoerende pakket dan water dat verder bij de waterscheiding vandaan is geïnfiltreerd. Effect van verdieping 2e Petroleumhaven op hydrologisch systeem Bij een verdieping van de 2de Petroleumhaven zal de weerstand tussen de haven en het watervoerende pakket afnemen en zal de infiltratieflux vanuit de 2de Petroleumhaven toenemen. Dit heeft verder de volgende effecten: 1
De waterscheiding zal iets kunnen verplaatsen. Mogelijk zijn er verontreinigingen nabij de waterscheiding die in het watervoerende pakket daardoor de andere kant op gaan stromen.
2
De stijghoogte in het watervoerende pakket nabij de 2de Petroleumhaven zal iets hoger worden. Het grondwater infiltreert minder diep, stroomt sneller richting de kwelgebieden ten noorden en zuiden van het havengebied.
3
De stijghoogte in de ophooglaag nabij de 2de Petroleumhaven zal ook iets toenemen; een iets groter deel van grondwater in de ophooglaag zal in de drainagesystemen worden afgevangen.
4
De bijdrage van het geïnfiltreerde oppervlaktewater zal toenemen in het watervoerend pakket terwijl de bijdrage van het neerslagoverschot wat via het opgehoogde haventerrein is geïnfiltreerd, zal afnemen.
In van Baaren et al ( 2015), tabel 4.1 en 4.2 is het effect van de verdieping van de Nieuwe Waterweg en de Botlekhavens kwantitatief uitgerekend met behulp van stroombanen. De voorspelling is dat de bij de Nieuwe Waterweg de infiltratieflux met 14.6% toe zal nemen en de kwel naar de havens met 9,1% toe zal nemen. De infiltratie vanuit de havens naar het grondwater is zelfs met 2,0% afgenomen, maar dat is te verklaren door het feit dat de verdieping van de Nieuwe Waterweg een groter negatief effect heeft op de infiltratieflux vanuit de havens dan het positieve effect van de verdieping van de havens zelf en ook doordat het effect is bekeken voor de Botlekhavens en 1ste en 2de Petroleumhaven gezamenlijk, terwijl alleen de Botlekhavens zijn uitgediept in deze modelberekeningen. Daarnaast is in van Baaren et al (2015) in hoofdstuk 3 met analytische berekeningen getoond dat het stijghoogte effect van verdieping van de Nieuwe Waterweg op de stijghoogte in het watervoerend pakket niet groot is (enkele decimeters in de meest ongunstige scenario’s maar meestal slechts enkele centimeters) en met de afstand tot de Nieuwe Waterweg wegebt in het regionale stijghoogtepatroon.
Datum
Pagina
2 maart 2016
4/5
Ook bij de 2de Petroleumhaven is het de verwachting dat de verdieping van de Nieuwe Waterweg groter effect op de grondwaterstroming zal hebben dan de verdieping van de 2e Petroleumhaven, omdat de Nieuwe Waterweg tot grotere diepte zal worden uitgediept dan de 2de Petroleumhaven. Indien alleen het effect wordt bekeken van de verdieping van de 2de Petroleumhaven in de situatie waarbij de Nieuwe Waterweg al is uitgediept, zal de infiltratieflux vanuit de 2de Petroleumhaven toenemen, maar naar verwachting minder dan de 14,6% die is berekend voor de infiltratieflux vanuit de Nieuwe Waterweg. In het watervoerende pakket onder het haventerrein zal de grondwaterflux procentueel veel minder sterk toenemen omdat behalve de infitratieflux vanuit de 2de Petroleumhaven ook de infiltratieflux vanuit het opgehoogde haventerrein hier een aanzienlijke bijdrage levert en deze bijdrage waarschijnlijk kleiner wordt. Al met al is de verwachting dat een gemiddelde toename van de stroomsnelheid in het watervoerende pakket onder het terrein nabij de 2de Petroleumhaven maximaal enkele procenten zal bedragen. Gevolgen voor verontreiniging Een volledig verontreinigingsbeeld van grondwaterverontreinigingen in de 2de Petroleumhaven is niet beschikbaar. Daarom wordt een generiek beeld gegeven voor potentiele historische verontreinigingen nabij de tweede Petroleumhaven. De verdieping van de 2de Petroleumhaven kan daarvoor de volgende gevolgen hebben. 1
Door de verplaatsing van de waterscheiding is het mogelijk dat sommige verontreinigingen in het watervoerende pakket nabij de waterscheiding de andere kant uit stromen. Verontreinigingen nabij de waterscheiding hebben over het algemeen een zeer lange reistijd, er is veel tijd voor biologische afbraak en daardoor vormen ze geen groot risico voor overschrijding van de terreingrens. Ook na verdieping is de verwachting dat dit niet significant zal veranderen.
2
Verontreinigingen die nu al in het watervoerende pakket zijn, zullen iets sneller richting de grens van het havengebied gaan stromen. Voor transport van verontreinigingen betekent dit dat de reistijd tot de locatiegrens korter wordt en dus wordt de tijd voor biologische afbraak korter. Naar verwachting is de toename in de gemiddelde stroomsnelheid hoogstens enkele procenten.
3
Verontreiniging die nog in de deklaag zitten zullen iets langzamer doorbreken naar het watervoerende pakket.
4
Voor verontreiniging in de ophooglaag of het bovenste deel van de deklaag die zich nabij de 2de Petroleumhaven bevinden is het mogelijk dat deze nu naar het oppervlaktewater gaan stromen. Het effect van grondwaterpluimen die uitstromen in de haven van Rotterdam hebben slechts een zeer klein effect op de oppervlaktewaterkwaliteit. Binnen het project Pilot Botlek is de totale vracht van verontreinigingen vanuit het grondwater naar de havens berekend. Dit betreft vrachten die ver beneden de normen en de directe emissie op het oppervlaktewater liggen. DCMR Milieudienst Rijnmond bevestigt dat het hier om verwaarloosbare vrachten gaat en dat toename van deze emissie door verdieping nog steeds een verwaarloosbare hoeveelheid betreft. Dit zal niet anders zijn voor de 2e Petroleumhaven.
Om goed te kunnen kwantificeren of genoemde risico’s significant zijn, adviseren wij om het model voor het Rotterdamse havengebied te gebruiken om het effect van verdieping op
Datum
Pagina
2 maart 2016
5/5
verspreiding van verontreinigingen in de 2e |Petroleumhaven om op dezelfde manier als voor de Botlek door te rekenen.
Literatuur Esther van Baaren, Gijs Janssen, Wiebe Borren, Annemieke Marsman, Jelle Buma, Liduin Burgering &Wim de Lange, 2015, Veranderingen in stroming en grondwaterkwaliteit als gevolg van verdieping Nieuwe Waterweg, Deltares rapport 1210750-000-BGS-0014.