Aanstellingsbeleid Onderwijsgevenden Staf
Vastgesteld in CvB: Vastgesteld in Breed Overleg:
15-06-2015 15-06-2015
De opbouw van dit aanstellingsbeleid is als volgt:
Hoofdstuk 1
Inleiding
Hoofdstuk 2
Aanstellingsbeleid onderwijsgevenden
Hoofdstuk 3
Aanstellingsbeleid staf
Hoofdstuk 4
Aanstellingsbeleid regels en proces
Aanstellingsbeleid Mediacollege Amsterdam
1
1. Inleiding In onderstaande notitie wordt het aanstellingsbeleid ten aanzien van onderwijsgevenden en stafmedewerkers binnen het Mediacollege Amsterdam nader uitgewerkt. Het gaat hier om tijdelijke of vaste dienstverbanden met Ma. Inhuur blijft hier buiten beschouwing. Op een later tijdstip worden afspraken hieromtrent toegevoegd. Tijdelijke dienstverbanden worden alleen aangegaan indien er uitzicht is op een vaste aanstelling. De eisen voor tijdelijke en vaste benoemingen zijn identiek. In deze notitie wordt onderscheid gemaakt tussen onderwijsgevenden en staf, aangezien de wetgeving specifieke eisen kent bij het onderwijsgevend personeel. Daarnaast heeft Ma eigen beleid geformuleerd met als doel dat wij de juiste personeelsleden in dienst hebben die breed inzetbaar (employable) zijn en blijven, ook op de langere termijn en dat ze binnen de Ma-cultuur passen. In de WEB zijn alle vereisten met betrekking benoeming omschreven (artikel 4.2.1. t.a.v. docenten, artikel 4.2.2. t.a.v. medewerkers met onderwijsondersteunende werkzaamheden en artikel 4.2a.1 t.a.v. overig personeel). Op basis van de wetgeving en CAO zijn de eisen die gesteld worden aan vast en tijdelijk personeel gelijk (uitgezonderd opleidingseisen).
2. Aanstellingsbeleid onderwijsgevenden Gesteld kan worden dat ons eigen beleid scherper aangezet is op het gebied van aanstelling dan het wettelijke kader noodzakelijk acht voor docenten. Dit doet Ma omdat de vele vakgebieden waarin Ma onderwijs biedt, sterk aan verandering onderhevig zijn; Ma biedt specialistische opleidingen aan in een dynamische markt. Ma wil een zo groot mogelijk kwaliteit en expertise binnen in het onderwijs kunnen bieden aan studenten, zowel nu als in de toekomst. Docenten dienen daarbij goed opgeleid te zijn en breed inzetbaar en te beschikken over de juiste competenties. Kortom, hoge kwaliteitseisen worden gesteld aan docenten. Dit heeft als consequentie dat Ma alleen docenten (met minimaal een HBO-diploma) als onderwijsgevende aanstelt. Instructeurs biedt Ma geen dienstverband meer aan. Aanstellingsbeleid richt zich op de volgende twee groepen: e
1. Bevoegde docent (minimaal 2 graads) 2. Onbevoegde docent (met minimaal HBO-diploma) Om voor een (vaste) aanstelling aanmerking te komen dient de docent minimaal te beschikken over een HBO-diploma. Een proefles en/of assessment kan onderdeel zijn van de selectieprocedure.
2.1. Bevoegde docent De eisen om een (vaste) aanstelling te verkrijgen als docent zijn de volgende: • • • • •
•
Er heeft een sollicitatieprocedure plaatsgevonden Docent beschikt over een erkend HBO-diploma (geaccrediteerde bachelor opleiding) Pedagogisch Didactisch getuigschrift (PDG). Indien diploma van lerarenopleiding, dan niet nodig Bekwaamheidsdossier actueel Indien voldaan wordt aan de vereisten van benoembaarheid (o.a. VOG) en aanwezigheid van bekwaamheidsdossier, dan pas vaste aanstelling mogelijk bij Ma (lees: onbepaalde tijd). Zie: WEB (Wet Educatie en Beroepsonderwijs) Minimale aanstelling: > 0,4 fte
Aanstellingsbeleid Mediacollege Amsterdam
2
Afhankelijk van het vak dat de docent gaat geven, kunnen aanvullende eisen gesteld worden, bijvoorbeeld bij het geven van beroepsgerichte vakken: een docent moet praktijkervaring hebben opgedaan in het beroepenveld waarin hij lesgeeft. Tevens moet docent binnen de cultuur van Ma en het team passen. Indien een docent niet aan alle eisen voldoet, dient altijd in overleg worden getreden met het College van Bestuur. e
N.B. Bij een 1 indiensttreding wordt in alle gevallen een tijdelijk contract aangeboden. Dit is in veel gevallen een jaarcontract (bij start van het nieuwe schooljaar) of een contract tot aan het einde van het schooljaar (bij instroom gedurende het schooljaar).
2.2. Onbevoegde docent met HBO-diploma, Een onbevoegde docent kan een tijdelijke aanstelling krijgen alleen indien uitzicht is op een vaste aanstelling. De eisen om tijdelijk aangesteld te kunnen worden als onbevoegde docent LB, op weg naar een vast contract, zijn de volgende: • • • • •
•
Er heeft een sollicitatieprocedure plaatsgevonden Docent beschikt over een erkend HBO-diploma (geaccrediteerde bachelor opleiding) Indien nog geen PDG, docent start direct met het behalen van de PDG (duur: maximaal 2 jaar) Bekwaamheidsdossier actueel Indien voldaan wordt aan de vereisten van benoembaarheid (o.a. VOG en didactische aantekening) en aanwezigheid van bekwaamheidsdossier, dan pas vaste aanstelling mogelijk bij Ma (lees: onbepaalde tijd). Zie: WEB (Wet Educatie en Beroepsonderwijs) Minimale aanstelling: > 0,4 fte (excl. de formatie die toegekend wordt t.b.v. behalen PDG)
Afhankelijk van het vak dat de docent gaat geven, kunnen aanvullende eisen gesteld worden, bijvoorbeeld bij het geven van beroepsgerichte vakken: een docent moet praktijkervaring hebben opgedaan in het beroepenveld waarin hij lesgeeft. Tevens moet docent binnen de cultuur van Ma en het team passen. Een zgn. geschiktheidsverklaring maakt onderdeel uit van de arbeidsovereenkomst, zolang de docent niet definitief is benoemd in de functie van docent. Indien een docent niet aan alle eisen voldoet, dient altijd in overleg worden getreden met het College van Bestuur. e
N.B. Bij een 1 indiensttreding wordt in alle gevallen een tijdelijk contract aangeboden. Dit is in veel gevallen een jaarcontract (bij start van het nieuwe schooljaar) of een contract tot aan het einde van het schooljaar (bij instroom gedurende het schooljaar).
2.3 Uitzondering Indien niet voldaan wordt aan de criteria van het HBO-diploma kan, in slechts uitzonderlijke situaties, bekeken of de hierna volgende criteria van toepassing zijn. • • • •
Er heeft een sollicitatieprocedure plaatsgevonden De sollicitant dient te zijn opgeleid in het specifiek vakgebied dat in de vacature gevraagd wordt De sollicitant beschikt over een gedegen vooropleiding en heeft minimaal drie jaren hbo doorlopen en kan dit aantonen met een bewijsstuk Ook brengt hij/zij ruime (brede) werkervaring mee (> 3 jaren) in het relevante vakgebied
Aanstellingsbeleid Mediacollege Amsterdam
3
•
Er vindt een assessment (capaciteitentest hbo werk- en denkniveau) plaats Hierbij dient echter te worden opgemerkt dat deze eis m.b.t. de inzet van een assessment vanaf september 2014 wordt aangescherpt vanuit de eisen landelijke raamwerk PDG. In de toekomst dient het assessment aanvullend gericht te zijn op het generieke deel van het beroep van de docent. • Er vindt een gesprek met het CvB plaats en een afdelingsdirecteur vanuit een andere afdeling alvorens kan worden overgegaan tot een tijdelijke aanstelling.
Bij de vacaturestelling valt vooraf meestal al in te schatten of een relevante hbo op het terrein van het gevraagde vakgebied voorhanden is.
2.4 Behalen PDG Indien Ma de verplichting oplegt aan de onbevoegde docent om een bewijs te verkrijgen van voldoende didactische pedagogische bekwaamheid, (PDG) geldt het volgende: De vergoeding “studiekosten in opdracht van de werkgever” is van toepassing (zie ook de personeelsgids of de CAO-MBO hiertoe) op degene die een tijdelijk contract heeft met als doel vast op termijn. • •
Ma vergoedt de studiekosten van de scholing (cursus-, examen-, materiaal- en reiskosten) Ma vergoedt een totaal aan studieverlof (t.b.v. het volgen van de scholing op locatie en de tijd die de docent nodig heeft qua voorbereiding en huiswerk), te weten: - 0,2 fte bij een aanstelling van 0,6 fte of hoger - 0,1 fte indien de aanstelling lager is dan 0,6 fte let op: deze vergoeding studieverlof is incl. evt. aanvullende subsidies die toegekend zijn.
De wet “werk en zekerheid” is in alle gevallen van toepassing op de aanstelling van een docent. Dit betekent dat een onbevoegde docent uiterlijk binnen 2 jaar aan de eisen van benoembaarheid te voldoen. Indien binnen 2 jaar niet wordt voldaan aan de vereisten van benoembaarheid, dan volgt geen vaste aanstelling voor de medewerker in de functie van docent bij Ma. Het College van Bestuur wordt door leidinggevenden in alle gevallen betrokken bij evt. uitzonderingen; CvB beslist.
3. Aanstellingsbeleid staf Voor stafmedewerkers kent de wet op het gebied van aanstellingseisen geen specifieke opleidingseisen. Wel worden in de functiebeschrijving eisen aan opleiding gesteld, waaraan vastgehouden wordt bij werving en selectie van stafmedewerkers. Ma hecht een groot belang dat ook de staf goed is opgeleid, breed inzetbaar is, binnen de Ma-cultuur past en beschikt over de juiste competenties. In alle gevallen maakt de stafdienst P&O deel uit van de sollicitatiecommissie. Een proefdag en/of assessment kan onderdeel zijn van de selectieprocedure.
Aanstellingsbeleid Mediacollege Amsterdam
4
4. Aanstellingsbeleid onderwijsgevenden en staf: regels en proces 4.1 Soort dienstverband Leidinggevenden zijn zelf verantwoordelijk voor de volledige aanlevering van formulieren en benodigde documenten om het “In dienst”-proces zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Veel actoren zijn bij dit proces betrokken. In alle gevallen wordt iemand voor bepaalde tijd benoemd: in principe maximaal voor de periode van één jaar; onderwijsgevend personeel wordt in principe niet aangesteld over het schooljaar heen. Bij de vacaturestelling dient de leidinggevende al helder te hebben wat hij/zij beoogt met de aanstelling van de onderwijsgevende/stafmedewerker (al dan niet met uitzicht op vaste aanstelling). Dit geeft mede richting aan het type contract dat wordt aangegaan met de medewerker. De afdeling P&O bepaalt, rekening houdend met de verschillende risico’s van het type contract. Zoals al in de inleiding vermeld wordt, worden tijdelijke dienstverbanden alleen aangegaan indien er uitzicht is op een vaste aanstelling. Indien dit bij vacaturestelling niet duidelijk dan wel eenduidig bepaald is, dan zal GEEN aanstelling bij Ma plaatsvinden. Een Tentoo-constructie dan wel anderszins (P&O bekijkt wat de beste constructie is) kan aangeboden worden. Bij een tijdelijk contract wordt onderscheid gemaakt tussen: 1. Tijdelijk contract met uitzicht op een dienstverband voor onbepaalde tijd. 2. Tijdelijk contract wegens het ontbreken van de benoembaarheidsvereisten: van toepassing op docenten (eindigt van rechtswege). In de wet “Werk en Zekerheid” is o.a. opgenomen dat er niet meer dan 3 contracten in een periode van 2 jaar, kunnen worden gesloten. Evt. Uitzendcontracten, payrollcontracten ed. tellen hierin mee. 4.2 Verleningscontract e e Indien een leidinggevende een 1 arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wil verlengen naar een 2 arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of naar een contract voor onbepaalde tijd, dient dit door de leidinggevende al in een vroeg stadium worden aangeven en met redenen omkleed bij het CvB (P&O een cc). Uiteraard binnen de mogelijkheden van de bestaande wetgeving en formatie en rekening houdend met hetgeen je bij de vacaturestelling destijds voor ogen had. 4.3 Van tijdelijk naar een vast contract Rechtspositionele zaken en vacaturestellingen verlopen altijd via de afdelingsdirecteur of stafhoofd. Zowel voor staf- als onderwijsfuncties geldt dat in alle gevallen er een beoordeling dient plaats te vinden; een 360-graden feedback maakt hiervan onderdeel uit. Aanvullend voor docenten geldt een lesobservatie. Voorafgaand aan de beoordeling dient toetsing plaats te vinden in het MT: Breed Overleg. Bij definitieve omzetting naar een contract voor onbepaalde tijd beslist uiteindelijk het CvB. Van belang dus om in geen geval toezeggingen te doen door de leidinggevende over een evt. vervolg contract aan de medewerker. In de notitie gesprekkencyclus is nadere informatie over functionerings- en beoordelingsgesprekken te vinden.
Aanstellingsbeleid Mediacollege Amsterdam
5