Marktmonitor 2011
De Marktmonitor 2011 geeft de ontwikkelingen op de markten voor elektronische communicatie en post weer. OPTA brengt ieder jaar een monitor uit, met als doel een objectief beeld te geven van de ontwikkelingen op de markten waarop OPTA toezicht houdt. De Marktmonitor is grotendeels gebaseerd op de openbare gegevens uit de structurele marktmonitor van OPTA. Voor de structurele marktmonitor verstrekken de grootste partijen die actief zijn op de markten voor elektronische communicatie periodiek gegevens over hun activiteiten. Deze gegevens worden door OPTA gevalideerd. Zo houdt OPTA wat betreft de ontwikkelingen op de diverse markten een vinger aan de pols. De cijfers vormen een belangrijk vertrekpunt voor de driejaarlijkse marktanalyses van OPTA.
1
Marktmonitor 2011
Mobiele diensten
Groei in mobiele breedbandaansluitingen In 2011 stijgt het totaal aantal aansluitingen voor mobiele telefonie licht van 19,2 miljoen eind 2010 naar 19,8 miljoen in het derde kwartaal van 2011. Het aantal abonnementen bij aanbieders met een eigen mobiel netwerk, MNO’s, stijgt in deze periode van 9,8 miljoen naar 10,6 miljoen. Het aantal prepaid aansluitingen bij deze mobiele aanbieders blijft met 6,4 miljoen ongeveer gelijk. Het aantal aansluitingen van aanbieders die geen eigen netwerk hebben, MVNO’s, stijgt van 2,7 miljoen naar 2,9 miljoen aansluitingen. Inclusief aansluitingen voor mobiel breedband stijgt het totaal aantal mobiele aansluitingen van 20,6 miljoen eind 2010 naar 21,8 miljoen in het derde kwartaal van 2011. Waar het aantal aansluitingen voor mobiele telefonie slechts licht stijgt, neemt het gebruik van mobiele breedbandaansluitingen een vlucht met een stijging van maar liefst 30 procent in negen maanden – van 6,3 miljoen naar 8,2 miljoen.
Aansluitingen voor mobiele diensten (x 1.000) 25.000
Verhoudingen mobiele telefonie 2011 Q3 14%
20.000 15.000
53%
10.000
32%
5.000 0 2009 Q2 2009 Q4 2010 Q2 2010 Q4 2011 Q2 2011 Q3 Totaal
Mobiele telefonie
Mobiel breedband
Postpaid MNO
Prepaid MNO
MVNO
Internationaal Terwijl Nederland bij het gebruik van vast breedband de internationale ranglijsten aanvoert, neemt Nederland bij mobiel breedband medio 2011 slechts een achttiende plek in met 44 aansluitingen per honderd inwoners. Om mobiel te kunnen internetten, gebruikt ongeveer 11 procent van de Nederlanders een dongel, terwijl ongeveer 33 procent dit via een mobiele telefoon doet.
OPTA
2
100 80 60 40 20 0
Korea Zweden Japan Finland Noorwegen Denemarken Verenigde… Australië Portugal Tsjechië Luxemburg Nieuw Zeeland Ierland IJsland Polen Zwitserland Verenigd… Nederland Spanje Italië Israël Frankrijk Oostenrijk Estland Slowakije Canada Griekenland Duitsland Slovenië België Hongarije Chili Turkije Mexico
Mobiele breedbandaansluitingen per 100 inwoners binnen OESO
Satelliet
Wifi
Mobiele telefoon
Dongel, etc
OESO gemiddelde
Minder sms-berichten Mobiel internet wordt steeds populairder. Dit is terug te zien in een toename van het aantal abonnementen voor mobiel breedband én een toename van het dataverbruik per abonnement. In een periode van twee jaar is het totale mobiele dataverbruik meer dan verviervoudigd. Consumenten bellen de afgelopen periode weliswaar nog iets meer ten opzichte van vorige periodes, maar ze versturen nu voor het eerst minder sms-berichten. Verbruik in volume 12.000.000 10.000.000
8.000.000 6.000.000 4.000.000 2.000.000 0 2008 H2
2009 H1
Belminuten (x 1.000)
2009 H2 Sms (x 1.000)
2010 H1
2010 H2
2011 H1
Data (x 1.000 MB)
De omzet uit de verschillende diensten is minder sterk veranderd. Echter, de omzet uit mobiel dataverbruik is de afgelopen twee jaar met ongeveer 70 procent toegenomen. De omzet uit smsberichten vertoont het laatste half jaar een minimale groei.
3
Marktmonitor 2011
Verbruik in omzet (x 1.000 euro) 2.000.000 1.600.000 1.200.000 800.000 400.000 0 2008 H2
2009 H1
2009 H2
Spraak
SMS
2010 H1 Data
2010 H2
2011 H1
Overig
Marktverhoudingen In de afgelopen drie jaar zijn de verhoudingen tussen de mobiele partijen veranderd. De marktaandelen van KPN, T-Mobile en dat van MVNO’s en serviceproviders zijn gedaald, terwijl het aandeel van Vodafone is gestegen.
Marktverhoudingen mobiele telefonie per 2008 Q2
Marktverhoudingen mobiele telefonie per 2011 Q3
50%
50%
40%
40%
30%
30%
20%
20%
10%
10%
0%
0% KPN
OPTA
T-Mobile Vodafone
SP's en MVNO's
KPN
T-Mobile Vodafone
SP's en MVNO's
4
Bundels: triple play blijft groeien, meer aanbieders
Al jaren is bundeling van telecomdiensten een belangrijke trend. Sinds eind 2009 is triple play de meest populaire bundel onder consumenten. Aanbieders richten zich ook vooral op bundels.
Bundels worden de norm Het aantal huishoudens dat meerdere diensten van één aanbieder afneemt, groeit van medio 2010 tot medio 2011 van 5,0 miljoen tot ruim 5,2 miljoen. Dit komt overeen met circa 70 procent van de 7,5 miljoen huishoudens. Ongeveer 37 procent van de huishoudens (ruim 2,7 miljoen) neemt halverwege 2011 triple play af; breedbandinternet, vaste telefonie en televisie in één pakket. Dit was medio 2010 nog 30 procent. Zodoende kiest in een jaar tijd een half miljoen nieuwe huishoudens voor triple play via kabel, DSL of glasvezel. Tot 2009 werd vaker een pakket van internet+bellen afgenomen dan triple play. Sinds eind 2009 ligt die verhouding andersom. Medio 2011 neemt nog circa 20 procent van de huishoudens (ruim 1,5 miljoen) internet+bellen van één aanbieder af. Ook andere combinaties nemen al enkele jaren in aantal af. Huishoudens per type bundel (x 1.000) 3.000 2.500 2.000
1.500 1.000 500 0 2008 Q2
2008 Q4
Internet+TV
2009 Q2
2009 Q4
Internet+telefonie
2010 Q2 TV+telefonie
2010 Q4
2011 Q2
Tripleplay
In 2011 worden alle diensten vaker in een bundel afgenomen dan voorheen. Waar internet medio 2010 voor 80 procent binnen een bundel werd afgenomen, is dat medio 2011 83 procent. Voor vaste telefonie is het aandeel gegroeid van 58 procent naar 62 procent, terwijl televisie met 5 procentpunt is gegroeid naar 49 procent. Dit betekent dat nog maar de helft van alle consumenten een ‘los’ televisieabonnement afneemt.
5
Marktmonitor 2011
Meer aanbieders Consumenten kiezen onder meer voor bundels omdat dit prijsvoordeel en het gemak van één rekening oplevert. De mogelijkheid om gebundelde diensten aan te bieden, is daarom ook steeds belangrijker voor aanbieders om klanten te behouden en te winnen. Toch worden alle diensten ook los en in verschillende soorten bundels aangeboden en afgenomen. De meeste marktpartijen zijn inmiddels actief op het vlak van telefonie, breedband en televisie. Soms werken aanbieders daarbij samen, zoals T-Mobile (Online) en CanalDigitaal met bundels van ADSLinternet en satelliettelevisie. Diverse nieuwe, kleine partijen starten op glasvezel met bundels. In de categorie triple play zijn Ziggo, UPC en KPN verreweg de grootste aanbieders. Marktverhoudingen tripleplay per 2011 Q2 50% 40% 30% 20% 10% 0% BBNed
CaiW
Delta
KPN
Reggefiber Scarlet
Tele2
T-Mobile
UPC
Ziggo
Eind 2011 bieden KPN en Ziggo nieuwe aanvullende televisiediensten speciaal voor hun abonnees die meerdere diensten afnemen. Zo kunnen deze consumenten in huis draadloos televisie kijken op hun tablets en smartphones via de draadloze router.
Bundeling van vaste en mobiele diensten Medio 2011 is mobiele aanbieder Vodafone gestart met het aanbieden van bundels via glasvezel. Tele2 en Ziggo/UPC hebben hun vizier gericht op een gezamenlijk mobiel netwerk. T-Mobile heeft dochterbedrijf Online’s vaste netwerkactiviteiten ingelijfd en biedt sinds eind 2011 een 4-in-1-bundel voor vaste en mobiele telecomdiensten aan. Kleinere aanbieder Scarlet doet dit al langer. Er zijn steeds meer aanbieders die zowel alle vaste als alle mobiele telecomdiensten aanbieden. Overigens loopt de consument nog niet erg warm voor bundels van vaste en mobiele diensten, gezien de beperkte afname ervan.
OPTA
6
Televisie: groei concurrentie, digitale tv en nieuwe diensten
Op de televisiemarkt zetten in 2011 meerdere ontwikkelingen door. De kabelbedrijven zijn nog altijd de grootste aanbieders, maar de concurrentie met andere infrastructuren groeit. Driekwart van Nederland kijkt digitale televisie, er komen meer aanbieders bij en er worden nieuwe diensten aangeboden.
Consument kiest kabel, DSL of glasvezel In het derde kwartaal van 2011 nemen consumenten ruim 7,6 miljoen televisieabonnementen af. Abonnementen via de kabel worden met 5,2 miljoen het meest afgenomen. Dit aantal is in twaalf maanden met 3 procentpunt gedaald. Het aantal abonnementen voor televisie via DSL is het meest gegroeid, een trend die in 2010 is ingezet. Ook televisie via glasvezel groeit in 2011, hoewel dit nog een klein deel van markt beslaat. Het aantal klanten met Digitenne (digitale ethertelevisie) neemt na jaren groei juist af. Televisieabonnementen (x 1.000) 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 2009 Q4
2010 Q1
2010 Q2
Kabel alleen analoog
2010 Q3
2010 Q4
Kabel digitaal
2011 Q1
2011 Q2
2011 Q3
Overig digitaal
Het deel abonnementen met digitale televisie neemt toe van 65 procent in het derde kwartaal van 2010 naar 75 procent in het derde kwartaal van 2011. Ook voor tweede en derde toestellen wordt vaker digitale televisie gekozen, waardoor medio 2011 via meer dan de helft van alle toestellen digitaal televisie gekeken wordt.
1 2
7
1, 2
Veldkamp, Afnemers van televisiediensten, 2011. Stichting KijkOnderzoek, Persbericht TV in Nederland, 11 augustus 2011.
Marktmonitor 2011
Toegenomen concurrentie Voor televisie via kabel of satelliet kan de consument meestal niet kiezen tussen aanbieders, terwijl dit voor televisie via glasvezel of DSL wel mogelijk is. Circa 11 procent van de huishoudens is het afgelopen jaar overgestapt naar een andere televisieaanbieder. Van het derde kwartaal 2010 tot het derde kwartaal 2011 zijn de regionale marktaandelen van de grootste kabelaanbieders Ziggo en UPC respectievelijk gezakt van circa 75 procent tot 72 procent en van circa 69 procent tot 66 procent binnen hun 3
kabelgebieden. Landelijk gezien neemt het marktaandeel van Ziggo af tot minder dan 40 procent en dat van UPC tot minder dan 25 procent. KPN groeit juist snel in 2011, tot meer dan 20 procent van alle televisieabonnementen en kondigt aan kabelaanbieder CaiW te willen overnemen om verder te groeien. Diverse kleine aanbieders winnen klanten via DSL, digitale ether en glasvezel. In de zomer van 2011 kondigt Vodafone aan met bundels met televisie via glasvezel te starten. CanalDigitaal bedient met satelliettelevisie nog altijd een aanzienlijk klantsegment.
Marktverhoudingen televisie per 2011 Q3 50% 40% 30% 20% 10% 0% CanalDigitaal
Glashart Media
KPN
Tele2
T-Mobile
UPC
Ziggo
Overig kabel
Groeiende omzet en uitbreiding van diensten De jaaromzet op televisieabonnementen is gestegen van 1,27 miljard euro in 2009 tot 1,36 miljard euro in 2010. Het aandeel van additionele pakketten en video-on-demand (VoD) hierin is gegroeid van 19 procent naar 22 procent. Aanbieders breiden hun aanbod van aanvullende diensten in 2011 uit, zoals grotere videocollecties en draadloze televisie op tablets. Ook voegen partijen via DSL, digitale ether en glasvezel de BBC-zenders toe. Ziggo verkleint haar analoge pakket en brengt HD-zenders in het basispakket. KPN levert sinds medio 2011 standaard twee decoders in het basispakket. UPC maakt het mogelijk ook CI+ modules te gebruiken voor haar digitale signaal, waardoor een decoder niet langer nodig is. 3
Kwartaalcijfers Ziggo en Liberty Global Inc. 2011 Q3.
OPTA
8
Jaaromzet in 2010 21% 2%
78% Standaardpakket
9
VoD en interactief
Additionele pakketten
Marktmonitor 2011
Breedband Net als voorgaande jaren voert Nederland in 2011 de internationale breedbandranglijst aan. De consument geniet van hogere snelheden en neemt vaker zowel kabel als glasvezel af. Terwijl het marktaandeel van kabelbedrijven stijgt, daalt het aandeel van KPN.
Nederland behoudt koppositie, groei vlakt af In 2011 is Nederland nog steeds koploper op breedband binnen de OESO. Met 38 aansluitingen per honderd inwoners heeft Nederland net als in voorgaande jaren de hoogste breedbandpenetratie. Het aantal vaste breedbandaansluitingen is in het tweede kwartaal van 2011 gegroeid tot 6,4 miljoen. Ten opzichte van eind 2010 is dit een afvlakkende groei van 2 procent. Dit duidt op een verzadiging van de markt. Met betrekking tot het aantal glasvezelaansluitingen neemt Nederland een middenpositie in en zijn Korea, Japan en Zweden koplopers. Breedbandaansluitingen per 100 inwoners binnen OESO 40 30 20 10
Nederland Zwitserland Denemarken Korea Noorwegen Frankrijk IJsland Verenigd Koninkrijk Duitsland Zweden Luxemburg België Canada Finland Verenigde Staten Japan Nieuw Zeeland Oostenrijk Israël Estland Australië Spanje Slovenië Italië Ierland Griekenland Hongarije Portugal Tsjechië Polen Slowakije Chili Mexico Turkije
0
DSL
Kabel
Glasvezel
Overig
OESO gemiddelde
Verhoging van breedbandsnelheden De verhoging van breedbandsnelheden zet nog steeds gestaag door. Zo is het percentage aansluitingen met een downloadsnelheid van meer dan 30 Mbit/s toegenomen van 7 naar 20 procent. De voortrekkersrol ligt daarbij bij kabelaanbieders die met hun netwerk hogere snelheden kunnen realiseren dan vooralsnog mogelijk is over het koperaansluitnetwerk van KPN. KPN kondigt in 2011 aan de komende jaren te investeren in het koperaansluitnetwerk zodat ook de breedbandsnelheden over DSL zullen toenemen.
OPTA
10
Breedbandaansluitingen DSL naar snelheid (x 1.000) (exclusief wholesale) 1.750 1.500 1.250 1.000 750 500 250 0 2010 Q2 Tot 2 Mbps
2010 Q3
2010 Q4
Tussen 2 en 10 Mbps
2011 Q1
2011 Q2
Tussen 10 en 30 Mbps
2011 Q3
Tussen 30 en 100 Mbps
Breedbandaansluitingen kabel naar snelheid (x 1.000) 1.750 1.500 1.250 1.000 750 500 250 0 2010 Q2
2010 Q3
Tot 2 Mbps Tussen 10 en 30 Mbps Vanaf 100Mbps
2010 Q4
2011 Q1
2011 Q2
2011 Q3
Tussen 2 en 10 Mbps Tussen 30 en 100 Mbps
Kabel wint langzaam op DSL In 2011 is DSL met 3,5 miljoen aansluitingen nog steeds het meest gebruikte netwerk. Vanaf het derde kwartaal in 2010 tot en met hetzelfde kwartaal in 2011 is het aantal DSL-aansluitingen met ongeveer 155.000 afgenomen ten gunste van kabelaanbieders en glasaansluitingen. In dezelfde periode zijn kabelaanbieders met ongeveer 229.000 aansluitingen gegroeid tot een totaal van 2,7 miljoen, terwijl het aantal actieve glasaansluitingen met ongeveer 75.000 aansluitingen tot 242.000 is toegenomen.
11
Marktmonitor 2011
Breedbandaansluitingen per infrastructuur (x 1.000) 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2009 Q4
2010 Q1
2010 Q2 DSL
2010 Q3 Glasvezel
2010 Q4 Kabel
2011 Q1
2011 Q2
2011 Q3
Totaal
KPN heeft een marktaandeel van 40 tot 45 procent, gevolgd door Ziggo met 25 tot 30 procent en UPC met 10 tot 15 procent. De DSL-aanbieders naast KPN hebben gezamenlijk een marktaandeel van 10 tot 15 procent, terwijl het aandeel van de overige aanbieders via kabel en via glasvezel beide tussen 0 en 5 procent ligt. Ten opzichte van medio 2008 daalt het aandeel van KPN, terwijl dat van kabelaanbieders stijgt. Het marktaandeel van de overige DSL-aanbieders, zoals Tele2 en Online, is vrij stabiel. Marktverhoudingen breedband per 2011 Q3
50% 40% 30% 20% 10% 0% KPN
UPC
Ziggo
DSL (overig)
Kabel (overig)
Glasvezel (overig)
Groei in uitrol van glasvezel In 2011 rollen glasvezelpartijen hun netwerken verder uit. Reggefiber, dat vrijwel alle glasvezelaansluitingen in Nederland realiseert, rapporteert in het derde kwartaal van 2011 844.000 aangesloten huishoudens. In het tweede en derde kwartaal is daarbij sprake van een versnelling van de uitrol, die uiteindelijk geleid heeft tot bijna een verdubbeling van het aantal gerealiseerde glasvezelaansluitingen in twee jaar.
OPTA
12
Uitrol glasvezelaansluitingen (x 1.000) 1000 800 600 400 200 0
2009 Q3 2009 Q4 2010 Q1 2010 Q2 2010 Q3 2010 Q4 2011 Q1 2011 Q2 2011 Q3
Bron: Reggefiber, januari 2012
13
Marktmonitor 2011
Vaste telefonie
Terwijl het aandeel ISDN-aansluitingen in 2011 gelijk blijft, stijgt het aandeel digitale telefonieaansluitingen (VoB) en neemt het aandeel klassieke telefonieaansluitingen (PSTN) af. Trends als een dalend aantal belminuten per lijn, een dalend aantal WLR-aansluitingen en een dalend aantal C(P)Sabonnees zetten door. Daarmee gepaard daalt het marktaandeel van KPN in het laagcapacitaire segment, terwijl UPC en Ziggo een groter marktaandeel weten te realiseren.
ISDN-aansluitingen niet beïnvloed door digitalisering Waar medio 2010 het aandeel digitale aansluitingen 49 procent was, is dit medio 2011 gestegen naar 55 procent. Een tegengestelde ontwikkeling deed zich voor bij PSTN-aansluitingen waarvan het aandeel in dezelfde periode is afgenomen van 37 naar 32 procent. Het aandeel aansluitingen op basis van ISDN is gelijk gebleven op 13 procent. Het totaal aantal aansluitingen is in dezelfde periode met circa 35.000 aansluitingen gedaald naar 7,16 miljoen.
2010 Q2
2011 Q2 13%
13%
ISDN 49%
PSTN 55% 37%
32%
VOB
Belgedrag De dalende trend in het aantal belminuten per vaste aansluiting zet zich in 2011 verder voort. In de eerste helft van 2011 is 7 procent minder gebeld dan het jaar ervoor, waarmee het totaal aantal belminuten op 11,0 miljard uitkomt. Daarmee is het gemiddeld aantal belminuten via een vaste aansluiting per maand licht gedaald van ongeveer 267 in 2010 tot ongeveer 259 in 2011.
OPTA
14
Belminuten per maand per aansluiting 300 280 260 240 220 200
2008 Q4
2009 Q2
2009 Q4
2010 Q2
2010 Q4
2011 Q2
Gereguleerde diensten Om de concurrentie te bevorderen heeft OPTA in het verleden WLR en C(P)S als gereguleerde diensten geïntroduceerd. Zowel het aantal aansluitingen op basis van WLR neemt af, als het aantal C(P)Sabonnees. Bij WLR verkopen marktpartijen aansluitingen van KPN door aan consumenten, terwijl bij C(P)S belminuten doorverkocht worden. Waar de daling van oudsher het sterkst was bij het aantal C(P)S-abonnees, is het afgelopen jaar een sterkere afname van het aantal aansluitingen op basis van WLR zichtbaar. In het derde kwartaal van 2011 zijn er respectievelijk 385.000 C(P)S-abonnees en 299.000 WLR-aansluitingen. De daling van het aantal aansluitingen op basis van het traditionele PSTN is daarmee terug te zien in de daling van het aantal C(P)S-abonnees en het aantal WLR-aansluitingen. 800
Abonnementen x 1.000
700
600 500 400 300 200 100 2008 Q4
2009 Q1
2009 Q2
2009 Q3
2009 Q4
C(P)S abonnees
15
2010 Q1
2010 Q2
2010 Q3
2010 Q4
2011 Q1
2011 Q2
2011 Q3
WLR aansluitingen
Marktmonitor 2011
Marktverhoudingen Met de groei van het aantal digitale telefonieaansluitingen daalt het aandeel van KPN in het laagcapacitaire segment, terwijl het aandeel van UPC en Ziggo is gestegen. In het derde kwartaal van 2011 heeft KPN een marktaandeel tussen 55 en 60 procent, terwijl het aandeel een jaar daarvoor tussen 60 en 65 procent lag.
Marktverhoudingen vaste telefonie per 2011 Q3 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% BBNed
OPTA
CaiW
Colt
Esprit
KPN
Pretium Scarlet
Tele2 T-Mobile
UPC
UPC Business
Ziggo
16
Zakelijke netwerkdiensten
Bedrijven maken voor hun beveiligde interne datacommunicatie en telefonie tussen verschillende vestigingen gebruik van zakelijke netwerkdiensten, zoals huurlijnen, virtual private networks (VPN’s) en dark fiber. In het verleden hebben bedrijven voornamelijk huurlijnen afgenomen. Aanbieders verkopen echter nog nauwelijks huurlijnen en faseren deze dienstverlening in stappen uit. Zo beëindigt KPN op 1 januari 2013 de dienstverlening van analoge huurlijnen.
Gebruik van zakelijke netwerkdiensten Bedrijven kiezen tegenwoordig voornamelijk voor VPN’s. Door onder meer het gebruik van goedkopere IP- en ethernettechnieken zijn deze diensten lager geprijsd dan huurlijnen. Ook hebben ze het voordeel dat het netwerkbeheer bij de VPN-dienst inbegrepen is, zodat bedrijven minder interne ICT-kosten hebben. Alle vestigingen van het bedrijf kunnen toegang krijgen tot de VPN-dienst. Dit geldt ook voor thuiswerkplekken. Grotere bedrijven kiezen er soms voor om hun netwerk in eigen beheer te houden, zodat ze meer controle hebben over de kwaliteit ervan. Ze nemen dan een ‘kale’ glasaansluiting (dark fiber) af en zetten daar zelf hun netwerkdienst op.
Gebruik van zakelijke netwerkdiensten 100%
200
80%
150
60% 100 40% 50
20% 0%
0 2008 Q4
2009 Q4
2010 Q4
2011 Q3
Dark fiber
Datacom (VPN's)
Klassieke huurlijnen
Zakelijke netwerkdiensten (x 1.000)
Concurrentieontwikkelingen KPN heeft in 2011 op de markt voor zakelijke netwerkdiensten het hoogste marktaandeel, dat ligt tussen 55 en 60 procent. Het marktaandeel van KPN is in de afgelopen jaren wel licht gedaald, onder meer
17
Marktmonitor 2011
doordat er op VPN-diensten sprake is van meer concurrentie dan op huurlijnen. Naast KPN is er een groot aantal concurrenten met een relatief klein marktaandeel. Tele2 en Vodafone zijn hiervan de grootste. Deze partijen maken overigens voor een belangrijk deel gebruik van (gereguleerde) toegang tot het netwerk van KPN om zakelijke netwerkdiensten te kunnen leveren.
Marktverhoudingen zakelijke netwerkdiensten per 2011 Q3 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Zakelijke netwerkdiensten worden over verschillende infrastructuren geleverd. Zo kan een relatief grote bedrijfsvestiging of een datacentrum een glasvezelaansluiting hebben, terwijl kleinere vestigingen met minder bandbreedtebehoefte nog op koper zijn aangesloten. Eind 2010 wordt ongeveer een derde van alle zakelijke netwerkdiensten geleverd op basis van glasvezel. In 2011 is dit aandeel verder toegenomen. Behalve een zakelijke netwerkdienst nemen bedrijven over hun aansluiting vaak internettoegang en externe vaste telefonie af. In tegenstelling tot koper, waarvoor geldt dat KPN als enige over een eigen aansluitnetwerk beschikt, is er op glasvezel een groter aantal aanbieders met een eigen netwerk. Als het netwerk van een aanbieder in de buurt ligt van een bedrijf, kan hij dit bedrijf tegen relatief lage kosten aansluiten op zijn glasvezelnetwerk. Soms worden ook meerdere bedrijven tegelijk aangesloten. Zo vindt op bijvoorbeeld bedrijventerreinen vraagbundeling plaats waarna bij voldoende inschrijving een aanbieder glasvezel aanlegt naar alle bedrijven die daar belangstelling voor hebben geuit. Medio 2011 wordt iets minder dan de helft van de glasaansluitingen aan bedrijven geleverd door KPN. De andere helft wordt geleverd door aanbieders als Eurofiber, BT, Ziggo en Tele2.
OPTA
18
Post In 2009 zijn in Nederland ongeveer 5,08 miljard geadresseerde poststukken bezorgd. In 2010 zijn dit er ongeveer 4,76 miljard. Daarmee is het volume in 2010 met 6,7 procent gedaald ten opzichte van 2009. Het jaar ervoor was deze daling 4,3 procent. De omzet in de postmarkt is in 2010 met 1,6 miljard euro 5,8 procent lager dan in 2009. Omdat aanbieders in de postsector verplicht zijn slechts één keer per jaar gegevens aan te leveren bij OPTA zijn momenteel nog geen openbare cijfers over 2011 beschikbaar. Volume brievenbuspost (x 1.000.000) 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2000
2001
2002
2003
2004
Drie grootste postvervoerders
2005
2006
PostNL
2007
2008
2009
2010
Sandd en Selekt Mail
Marktsegmenten brievenbuspost Van alle geadresseerde brievenbuspost in 2010 bestaat ongeveer 59 procent uit brieven. Ongeveer 20 tot 25 procent is direct mail (geadresseerd reclamedrukwerk) en 15 tot 20 procent betreft periodieke uitgaven. Deze verhouding is de afgelopen jaren niet veranderd. Ongeveer 8 procent van alle brievenbuspost wordt door consumenten verzonden. Het grootste aandeel hebben grootzakelijke verzenders (verzenders met een volume van ten minste een miljoen poststukken) met 60 tot 65 procent. Ongeveer 30 tot 35 procent van de brievenbuspost wordt door overige zakelijke verzenders verstuurd. Het grootste gedeelte – ongeveer 72 procent – van de brievenbuspost wordt ongesorteerd aangeleverd door de verzender. De rest – ongeveer 28 procent – wordt gesorteerd aangeleverd. Het percentage post dat gesorteerd wordt aangeleverd, is de laatste jaren licht gestegen. Ongeveer 43 procent van de brievenbuspost wordt in 2010 aangeboden met een afgesproken bezorgtijd van meer dan 24 uur na aanlevering. De rest – 57 procent – wordt aangeboden met een afgesproken bezorging de dag na aanlevering. Deze verhouding is de afgelopen jaren niet veranderd.
19
Marktmonitor 2011
Segmenten op basis van klanttype in 2010
Segmenten op basis van inhoud in 2010 70%
70% 60%
60%
50%
50%
40%
40%
30%
30%
20%
20%
10%
10%
0% Brieven
Direct mail
Periodieke uitgaven
Segmenten op basis van sortering in 2010
0% Grootzakelijk Overig zakelijk Consumenten
Segmenten op basis van bezorging in 2010
28% 43% 57% 72%
Ongesorteerd
Gesorteerd
Binnen 24 uur
Niet binnen 24 uur
Concurrentieontwikkelingen Het marktaandeel van PostNL, inclusief dochteronderneming VSP, blijft in 2010 stabiel. Het gezamenlijk marktaandeel van de concurrenten blijft daarmee ook gelijk. Concurrentie vindt net als in voorgaande jaren voornamelijk plaats op de bezorging van direct mail en periodieken, zoals tijdschriften en bladen. Het aantal spelers dat landelijk actief is op de Nederlandse postmarkt is met de overname door Sandd van de activiteiten van Selekt Mail in 2009 gedaald tot twee.
OPTA
20
Marktverhoudingen post per 2010 100% 80% 60% 40%
20% 0%
PostNL
Sandd
Selekt Mail
Postbezorgers In 2010 zijn 62.000 mensen werkzaam als postbezorger. Dit zijn er ongeveer even veel als in 2009. Bijna tweederde van de postbezorgers werkt op basis van een arbeidsovereenkomst. Deze postbezorgers zijn voornamelijk werkzaam bij PostNL. De overige bezorgers zijn werkzaam bij andere postvervoerders, meestal op basis van een overeenkomst van opdracht. Van de overige postvervoerders hebben alleen sociale werkplaatsen nog bezorgers met een (gesubsidieerd) arbeidscontract. Ongeveer 88 procent van alle poststukken wordt in 2010 bezorgd door bezorgers met een arbeidscontract. Dit percentage daalt de laatste jaren licht.
21
Marktmonitor 2011