Tweens & mobiele telefonie
Rapportage IPM KidWise in opdracht van Orange te Den Haag
© IPM KidWise, 2004 Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door foto-kopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van IPM KidWise.
IPM KidWise in opdracht van Orange, september 2004
P 50600
Inhoud •
Inleiding: § Achtergrond en doel van het onderzoek § Methode en inrichting van het onderzoek § Steekproef § Algemeen
•
Resultaten: § Bezit & gebruik mobieltje § Bellen en sms´en § De telefoonrekening § Do’s en don´ts met je mobiel § Mijn mobiel en ik § Mobieltje in de toekomst
•
Conclusies
•
Tabellen
• • •
Bijlage 1: Vragenlijst Bijlage 2: Nomogram Bijlage 3: Lijst met antwoorden van open vragen
IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
1
Achtergrond en doel van het onderzoek •
In augustus 2004 heeft IPM KidWise in opdracht van Orange een kwantitatief onderzoek uitgevoerd onder kinderen in de leeftijd 10 tot en met 14 jaar naar het gebruik en houding ten opzichte van een mobiele telefoon.
•
Het doel van dit onderzoek is om leuke en interessante wetenswaardigheden te verzamelen omtrent het gebruik van mobiele telefoons door kinderen uit de doelgroep en de manier waarop zij tegen het hebben en gebruiken van een mobieltje aankijken. Het is niet de bedoeling van dit onderzoek om een uitputtend beeld te schetsen van het gebruiksgedrag van mobiele telefoons door jongeren.
IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
2
Methode en inrichting van het onderzoek •
Het onderzoek is onder supervisie van IPM KidWise uitgevoerd door ons reguliere veldwerkbureau Telder Data Research & Facilities.
•
In bijlage I is de bij het onderzoek gebruikte vragenlijst opgenomen. Deze vragenlijst hebben respondenten zelf ingevuld door middel van Internet.
•
Het onderzoek heeft onder leiding gestaan van Anita Vermeer, projectleider IPM QQ, Monique Stembert en Madelon Vriezen, beiden projectleider IPM KidWise.
IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
3
Steekproef •
•
Bij het onderzoek zijn in totaal 400 kinderen in de leeftijd van 10 tot en met 14 jaar betrokken. Hierbij is gelet op een representatieve verdeling van de steekproef met betrekking tot regio en sociale klasse. Tevens is bij de jongeren van 12-14 jaar de volgende verdeling naar opleidingsniveau aangehouden: 50% VMBO, 25% HAVO en 25% VWO. De steekproef is dan als volgt verdeeld (in absolute aantallen):
meisjes
jongens
totaal
kinderen 10-12 jaar op de basisschool
100
100
200
jongeren 12-14 jaar op de middelbare school
100
100
200
totaal
200
200
400
IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
4
Algemeen •
De resultaten van het onderzoek zijn statistisch getoetst. Wanneer wij in het rapport spreken van verschillen, wordt daarmee bedoeld dat de verschillen tussen de betreffende objecten statistisch significant zijn (5% niveau).
•
Bij een steekproefonderzoek worden uitkomsten verkregen die slechts met inachtneming van een bepaalde waarschijnlijkheid mogen worden geïnterpreteerd. De in de steekproef gevonden uitkomsten kunnen immers afwijken van die, welke verkregen zouden zijn als de gehele populatie in het onderzoek zou zijn betrokken. Op grond van de waarschijnlijkheidsleer zijn marges bepaald waarbinnen de steekproefuitkomsten zeer waarschijnlijk variëren. De marges zijn een functie van zowel de gevonden steekproefuitkomsten als de omvang van de steekproef.
•
De bedoelde marges kunnen worden vastgesteld met het nomogram dat in bijlage II is opgenomen. Ter verduidelijking een voorbeeld van de wijze waarop de marges dienen te worden gehanteerd: een steekproefuitkomst van 30% bij een steekproefomvang van 400 heeft een maximale afwijking van 4,5%. Dat wil zeggen dat deze uitkomst moet worden geïnterpreteerd als: met een kans van 95% ligt het percentage in de onderzoekspopulatie tussen de 25,5% en 34,5%.
IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
5
Algemeen •
De resultaten zijn met betrekking tot de volgende variabelen getoetst op verschillen: § §
•
op mogelijke verschillen tussen groepen o.b.v. school (basis- en middelbare school) en sekse (4 subgroepen); op mogelijke verschillen tussen regio’s, tussen sociale klassen en tussen opleidingsniveau’s (opleidingsniveau alleen bij de groep jongeren 12-14 jaar).
In het algemeen blijkt dat met betrekking tot regio, sociale klasse en opleidingsniveau slecht sporadisch verschillen te zien zijn waarin geen duidelijke lijn te herkennen valt; deze verschillen berusten naar alle waarschijnlijkheid op louter toeval en zijn derhalve niet in deze rapportage weergegeven.
IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
6
Resultaten: Bezit & gebruik mobieltje
IPM KidWise in opdracht van Orange, september 2004
De meerderheid van de kinderen en jongeren bezit een mobieltje • Van de kinderen en jongeren (10-14 jaar) die aan dit onderzoek wilden deelnemen bleek maar liefst 89%* in het bezit te zijn van een mobiele telefoon. Naarmate kinderen/jongeren ouder worden neemt de penetratiegraad van mobiele telefoons toe; van de 10-jarigen heeft 79% een mobieltje terwijl van de 14-jarigen bijna iedereen (98%) een mobieltje heeft. • Gebleken is dat het bezit van mobiele telefoons eigenlijk vanaf een jaar of 9 begint toe te nemen; er zijn maar weinig kinderen die al op hun 8ste levensjaar of eerder een mobieltje hadden. • Op de basisschool hebben de kinderen met een telefoon bijna allemaal een prepaid (97%). Op de middelbare school zijn er verhoudingsgewijs wat meer jongeren di e een abonnement hebben, maar nog steeds is de meerderheid van de toestellen prepaid (88%).
* Er is geen verschil gebleken tussen jongens en meisjes IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
8
Kinderen en jongeren vinden bereikbaarheid en overal kunnen bellen belangrijk Belangrijkste reden voor het hebben van een mobiele telefoon (in %). 27 27 27
ouders willen dat ik bereikbaar ben
22
ouders willen dat ik bereikbaar ben*
32 27
21
23
24
26 bereikbaarheid*
27
overal kunnen bellen
26 24
overal kunnen bellen
20 22 21
bereikbaarheid
16 21
15
17 SMS-en*
SMS-en
6
8 11
11 0
25
50 totaal
basisschool
75
100
0
25
50 totaal
middelbare school
jongen
75
100
meisje
• Meer jongeren op de middelbare school dan op de basisschool geven aan dat altijd bereidbaar zijn en kunnen sms´en belangrijke redenen zijn voor het hebben van een mobieltje. Bij kinderen op de basisschool blijken relatief veel ouders de bereikbaarheid van hun kind belangrijk te vinden. ( “Met een mobieltje kan ik wat verder van huis gaan.” * significant verschil IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
9
Sms´en is populairder onder meisjes dan onder jongens, het omgekeerde geldt voor het spelen van spelletjes op het mobieltje. Gebruik van de mobiele telefoon (in %). 94 93 93
bellen
83
89
SMS-en*
65
SMS-en*
93 93 93
bellen
71 77
77
63
63 spelletjes*
73
spelletjes*
73
68
68
38 gebeld worden*
32
29
gebeld worden
33 0
25
50 totaal
basisschool
75 middelbare school
100
35 33 0
25
50 totaal
jongen
75
100
meisje
• Meer jongeren van de middelbare school dan kinderen van de basisschool geven aan dat zij sms´en met hun mobieltje en gebeld worden. Terwijl het doen van spelletjes op de mobiel meer door kinderen van de basisschool wordt genoemd. • Voorts blijkt dat meer meisjes dan jongens sms´en en juist meer jongens dan meisjes spelletjes op hun mobiel doen.
* significant verschil IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
10
Kinderen en jongeren gebruiken hun mobieltje het meest om te sms´en • Als het gaat om wat jongeren het meest met hun mobieltje doen dan blijkt de volgende top-3: § Sms´en: 49% § bellen: 35% § spelletjes: 25%
• Hierbij geldt dat meer jongeren van de middelbare school dan kinderen van de basisschool en meer meisjes dan jongens sms´en als meest voorkomend gebruik van hun mobieltje noemen. • Bellen als meest voorkomend gebruik van het mobieltje wordt door meer kinderen van de basisschool dan door jongeren van de middelbare school en door meer jongens dan meisjes genoemd. • Tot slot blijkt ten aanzien van spelletjes dat meer kinderen van de basisschool dan anderen dit als meest voorkomend gebruik van hun mobieltje noemen.
IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
11
Resultaten: Bellen en sms´en
IPM KidWise in opdracht van Orange, september 2004
Moeders worden het meest gebeld, vaders scoren slechts een derde plaats Activiteiten tijdens het bellen (in %).
Top 3: Naar wie bellen jongeren? 1. 2. 3.
mijn moeder (37%) beste vriend of vriendin (31%) mijn vader (11%)
rondlopen
37
TV kijken
18
internetten
17
zitten
14
fietsen
14
op bed/bank liggen
13
niets/gewoon bellen
10 0
25
50
75
100
totaal
• Meer kinderen van de basisschool dan jongeren van de middelbare school bellen naar hun moeder of vader. Relatief meer jongeren van de middelbare school bellen met hun (beste) vriend of vriendin. • De meeste kinderen/jongeren bellen 1 keer per week (23%) of om de dag (21%). • Veel kinderen/jongeren blijken tijdens het bellen een beetje rond te lopen (totaal: 37%), vooral kinderen van de basisschool lopen rond tijdens het bellen (43%, middelbare school: 32%). De activiteiten internetten en tv kijken worden door meer jongeren van de middelbare school dan door kinderen van de basisschool gedaan tijdens het telefoneren. IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
13
Kinderen en jongeren bellen het meest om te zeggen waar zij zijn, over een afspraak of om zomaar te kletsen Reden voor mobiel bellen (in %). Meest voorkomende reden (in %).
Redenen algemeen (in %). te zeggen waar ik ben
31
te zeggen waar ik ben
als ik later ben
31
afspraak maken
18
als ik later ben
18
afspraak maken
30
zomaar om te kletsen
27
0
25
22
zomaar om te kletsen
50 totaal
75
100
17
0
25
50
75
100
totaal
• Er is slechts een aantal redenen om mobiel te bellen die door veel jongeren worden genoemd, deze zijn in de grafiek hierboven weergegeven. Andere redenen zoals ‘voor noodgevallen’ of ‘om iets te vragen’ worden door weinig jongeren genoemd. • De meest voorkomende reden om te bellen blijkt ‘om te zeggen waar ik ben’ te zijn. De redenen ‘voor het maken van een afspraak’, ‘om te zeggen dat ik later ben’ en ‘zomaar, om te kletsen’ worden door ongeveer evenveel jongeren genoemd als meest voorkomende reden om mobiel te bellen. • Tot slot blijkt dat meer jongeren van de middelbare school dan kinderen van de basisschool mobiel bellen om een afspraak te maken. IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
14
Waarom bel je allemaal mobiel? ( “Om een serieus gesprek te voeren.” ( “Als ik boodschappen ga doen, dan kan ik mijn moeder bellen als er in de supermarkt iets niet is, omdat ik dan altijd bereikbaar ben”. ( “Om mijn ouders op de hoogte te houden.” ( “Gewoon voor de lol.” ( “Het is heel makkelijk, je kunt zo een nummer opzoeken.” ( “Om te zeggen dat ze me even terug moeten bellen.” ( ‘Omdat mijn ouders gescheiden zijn en als ik dan bij mijn vader ben dan kan ik mijn moeder sms´en of bellen”.
IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
15
Kinderen en jongeren gebruiken veel verschillende ringtones, zowel standaard ringtones als allerlei liedjes • Op de vraag welke ringtone jongeren op hun telefoon hebben komen ontzettend veel verschillende antwoorden. De antwoorden betreffen zowel: § de standaard ringtones, oftewel de ringtones die al in de telefoon waren geprogrammeerd (41%) § als ringtones op basis van liedjes/muziek van internet (33%) • Verder geeft een enkeling aan zelf iets opgenomen te hebben of een dierengeluid te gebruiken als ringtone (1%). De rest (25%) weet eigenlijk niet goed wat zij voor ringtone hebben. • Een paar voorbeelden van ringtones met muziek… Mission Impossible When you think of me, Boris Beverly Hills Cop Wilhemus Mozart/Schubert A-team Dans maar, Brainpower clublied van Feyenoord Let’s get it started, Black Eyed Peas Ketchupsong James Bond IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
16
Wat is jouw ringtone op dit moment en waarom heb je die gekozen?
( “Ik heb niet echt leuke ringtones en ik heb zelf wat opgenomen. Dat was met een schoolfeest en ze gingen toen een liedje voor me zingen.” ( “Confessions van Usher, want ik ben een fan van Usher, hij kan goed zingen en dansen en ik vind het nummer heel goed. ( “Het clublied van Feijenoord; Hand in hand, kameraden ( “Ik heb die van de Haribo reclame, ik vond hem gewoon leuk. Ik had eerst merry christmas, maar die heb ik er na de kerstvakantie af gehaald.” ( “Weet ik niet en ik kan het ook niet opzoeken, want mijn mobiel is leeg. Is gewone beltoon, een beetje een spionachtige toon” ( “O zone, omdat het een hit is! ( “K3 met Liefdeskapitein….”
IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
17
Voice-mail bericht: kinderen en jongeren gebruiken over het algemeen vrij standaard berichtjes • Niet alle kinderen/jongeren maken aktief gebruik van hun voice-mail*; 23% van de kinderen/jongeren geeft aan geen voicemail te hebben (of te gebruiken) en 29% geeft aan wel een voicemail te hebben maar deze niet zelf te hebben ingesproken (dus het automatische voice-mail bericht gebruiken). • 29% van de kinderen/jongeren heeft wel een voice-mail berichtje ingesproken, zij houden zich daarbij meestal wel vast aan het ‘gebruikelijke’ berichtje zoals ‘Hallo je hebt Tim gebeld, ik ben er even niet, spreek wat in na de piep en dan bel ik je later terug.’ Hieronder een greep uit de meest verrassende voice-mail berichtjes: ( Ja joh, met Arjan, als je niet weet wie Arjan is dan ben je dom en dan moet je niet bellen. Oh ja je moet ook nog een bericht achterlaten. ( Met Martijn ( voor de grap even wachten…..), ik ben nu niet bereikbaar, bel maar terug als het belangrijk is.” ( Ik ben er even niet of ik heb de telefoon te laat opgenomen, laat je naam en telefoon achter dan bel ik je later nog een keer terug of probeer het later nog een keer, doeiiii. ( Hoi met Koen, ik ben er nu even niet want ik ben of op de tennisclub of op de hockeyclub op school of aan het buiten spelen, nou spreek maar wat in na de piep. ( Kunnen jullie nou helemaal niks alleen, spreek maar in na de piep. ( Ja hoi met Kristel, ik ben er nu even niet of ik heb geen zin om op te nemen, als het belangrijk is laat een berichtje achter… ( Spreek niets in! ( Hallo met mij, en als je niet weet wie mij is moet je ook niet bellen ( Hallo met Valerie… (stilte)… dit is mijn voicemail: Surprise! ( Van het internet heb ik mrs. Doubtfire. Je hoort dan dat ze stofzuigt en dan zelf zegt dat ze er niet is en dat je dan iets kan inspreken. * 19% weet geen goed antwoord te geven op wat voor voicemail bericht zij gebruiken IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
18
Sms-taal: kinderen en jongeren beperken zich tot een aantal algemeen bekende afkortingen • Veel jongeren (38%) gebruiken helemaal geen afkortingen in een sms en enkele jongeren geven aan nog nooit een sms gestuurd te hebben (10%). Bij de jongeren die wel afkortingen gebruiken (45%) blijken slechts een beperkt aantal afkortingen veel gebruikt te worden. Vaker genoemde of leuke afkortingen staan hieronder weergegeven. • Sommige jongeren geven aan vaak gewoon klinkers weg te laten ui t woorden ongeacht of de afkorting die dat oplevert algemeen bekend is. Daarnaast gebruiken jongeren vaak smilies.
LJ
LB (Lekker Belangrijk)
BTG (beltegoed)
hvj (hou van jou)
mzzl (mazzel)
hzi (hoe is ie)
idd (inderdaad) lkkr (lekker)
ff w88 (even wachten) w8 (wacht) hoest? (hoe is het?) miss (misschien)
lama (laat maar)
nwly (never want to loose you)
* 7% kan hierop geen goed/duidelijk antwoord geven IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
19
Resultaten: De telefoonrekening
IPM KidWise in opdracht van Orange, september 2004
Gemiddeld verbellen kinderen en jongeren zo’n 5 tot 10 Euro per maand. In de helft van de gevallen worden deze kosten betaald door de ouders. ( “Als ik het rustig houdt, mijn ouders…anders moet ik zelf betalen.”
Hoogte van de telefoonrekening (in %).
Wie betaalt de telefoonrekening? minder dan € 5 per maand
1. 2. 3.
mijn ouders (49%) ik zelf (36%) zowel mijn ouders als ikzelf (13%)
23
€ 5-10 per maand
30
€ 10-20 per maand
21
€ 20-30 per maand
3
€ 30-40 per maand
1
anders
5
weet niet
17 0
25
50
75
100
totaal
• Bij kinderen op de basisschool betalen ouders in veel gevallen de telefoonrekening (ouders betalen: 58%, kinderen betalen zelf: 25%). Naarmate kinderen ouder worden verschuift deze verantwoordelijkheid voor het betalen van de telefoonrekening naar kinderen/jongeren zelf; op de middelbare school geeft 46% aan de rekening zelf te betalen (ouders betalen = 40%). • Wat betreft de hoogte van de telefoonrekening blijkt alleen een verschil tussen meisjes op de basisschool en meisjes op de middelbare school; de telefoonrekening van de meisjes op de middelbare school is gemiddeld genomen hoger en ligt vaak tussen de 10 en 20 Euro.
IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
21
Resultaten: Do’s en don´ts met je mobiel
IPM KidWise in opdracht van Orange, september 2004
Bellen in de bioscoop is not done, evenals je mobieltje aan laten in de klas op de basisschool Momenten waarop het mobieltje uit staat (in %).
Wat kan echt niet met je mobiel? 1. 2. 3.
bellen in de bioscoop (17%) mobieltje aan laten in de klas (13%) heel hard praten in het openbaar vervoer (10%)
's nachts
49
25
in de klas
als de batterij bijna leeg is
15
bioscoop
12
0
25
50
75
100
totaal
• Je mobieltje aan laten staan in de klas in voornamelijk bij kinderen op de basisschool ‘not done’; van de kinderen op de basisschool noemt 19% dat dit echt niet kan tegen 6% van de jongeren van de middelbare school. • Veel kinderen zetten ‘ s nachts hun mobieltje uit. Daarnaast wordt ‘in de klas’ door veel kinderen/jongeren genoemd als moment dat hun mobieltje uit staat (NB: hier blijkt geen verschil tussen kinderen van de basisschool en jongeren van de middelbare school). • Ouders storen zich over het algemeen niet aan het belgedrag van hun kind; 82% van de kinderen/jongeren geeft aan nooit klachten van hun ouders te krijgen over hun belgedrag.
IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
23
Wat vind jij écht niet kunnen met je mobiel? ( “Roddelen via mobiel.” ( “Dat je wordt gebeld en dat er dan allemaal rare dingen tegen je gezegd worden, vieze dingen bijvoorbeeld. ( “Dreig-smsjes.” ( “In je broek laten zitten in de wasmachine.” ( “Bijvoorbeeld als een kind in een winkelcentrum aan het begin van de roltrap staat te bellen met een ander kind dat boven aan de roltrap staat…waarom lopen ze dan niet even naar elkaar toe? Of kinderen die bellen en dan meteen weer ophangen, gewoon om te pesten.” ( “Sekslijnen en dat je een bejaarde gaat stalken.” ( “Er zit een meisje bij mij in de klas met een heel oud mobiel, en daar schept ze heel erg over op. Of bowlen met je mobiel, gooien met je telefoon”. ( “Mijn vriendin had een mobiel en die werd uit haar handen gepikt, door grote jongens. We zijn er achteraan gerend, maar ze waren te snel. ( “Als je vriend twee straten verderop woont en je gaat hem dan toch bellen.” ( “Bellen naar TV programma’s, want dat kost veel geld. ( “Verkering uitmaken of mensen uitschelden.” ( “Dat ik smsjes krijg waar ik niet om heb gevraagd.’ ( “Dat iemand anders mijn smsjjes gaat lezen.” ( “Anoniem bellen (geen nummer laten weergeven).”
IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
24
De meeste kinderen en jongeren vinden het niet erg wanneer hun nachtrust wordt verstoord door een telefoontje van een popster of hun sportidool Op de vraag ‘wie mag jou ‘s nachts wakker bellen en waarom?’ geven sommige kinderen als antwoord dat zij liever door niemand wakker gebeld worden (18%). De meeste kinderen noemen echter wel namen van popsterren of van hun sportidolen door wie ze best gestoord willen worden in hun nachtrust. Daarnaast vinden sommigen ook dat hun familie mag bellen als ‘er iets aan de hand is’.
Marco Borsato Maud (van Idols)
Anky van Grunsven
Pink
Johny Depp
Boris
Ronald Waterreus
Carmen Electra
Rafael van der Vaart
Beyonce Jennifer Lopez
Nelly
Martin Verkerk
Christina Aguilera
Cocu
Sjeng Schalken
Justin Timberlake
Halle Berry Ricky Martin
Britney Spears
Frans Bouwer
Jim
IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
25
Wie mag jou ‘s nachts wakker bellen en waarom? ( “Niemand mag mij wakker bellen.” ( “Maxime, dat is iemand van mijn school en daar heb ik verkering mee.” ( “Alleen in nood.” ( “Ik denk dat ik ‘s nachts een beetje chago ben…midden in de nacht, maar Beyonce of Jennifer Lopez, Britney Spears.” ( “Mijn vriendin als er iets is. Iemand anders ook. Vrienden enzo” ( “Mijn vriendje, ik heb hem nog niet, maar dat zal binnenkort wel gebeuren!” ( “Anky van Grunsven, om te vragen of ik voor haar paarden wil zorgen.” ( “Niemand, dan word ik een beetje erg pissig…ik wil dan gewoon slapen.” ( “Mijn moeder, waarom dat maakt niet zoveel uit,” ( “Rodney Mullen, omdat ik hem een goede skateboarder vind, en ik heb allemaal posters van hem.” ( “De frietman, of hij even komt brengen. Die friet is heel lekker.” ( “Christiano Ronaldo, om te gaan stappen.” ( “Mijn oma, omdat ze leuke gesprekken kan voeren.” ( “Postcode loteriij, alsi ik 10 miljoen heb gewonnen.” ( “Musicalsterren van Mamma Mia.”
IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
26
Resultaten: Mijn mobiel en ik
IPM KidWise in opdracht van Orange, september 2004
Kinderen en jongeren zien een mobiele telefoon eerder als accessoire dan als ‘beste vriend’ Houding ten opzichte van een mobiele telefoon (in %). in toekomst hebben mensen meerdere mobieltjes
75
verlies liever m'n portemonnee dan m'n mobieltje
36
64
liever een week geen zakgeld dan geen mobieltje
35
66
… geen leven zonder mobiel voorstellen
32
later neem ik geen vaste lijn …
68
23
mobieltje is mijn beste vriend
• Kinderen/jongeren verwachten dat mensen in de toekomst meerdere mobieltjes zullen hebben net zoals mensen nu meerdere horloges kunnen hebben. Het mobieltje wordt steeds meer een accessoire. • Ruim een vijfde van de kinderen/jongeren verwacht dat zij later geen vaste lijn zullen nemen, maar alleen hun mobieltje zullen gebruiken. • Verder is de meerderheid van de kinderen/jongeren van mening dat hun mobieltje niet hun beste vriend is.
26
77
10
90
0
25
50 eens
75
100
oneens
• Meer meisjes dan jongens zijn van mening dat zij ‘liever een week geen zakgeld hebben dan geen mobieltje’ en kunnen zich ‘geen leven zonder mobieltje voorstellen’. Terwijl meer jongens dan meisjes ‘liever hun portemonnee verliezen dan hun mobieltje’ en van plan zijn om later geen vast aansluiting te nemen maar alleen een mobieltje te gebruiken.
75 75 75
in toekomst hebben mensen meerdere mobieltjes 32
verlies liever m'n portemonnee dan m'n mobieltje*
36 29
liever een week geen zakgeld dan geen mobieltje* … geen leven zonder mobiel voorstellen*
40 35
28 32 19
later neem ik geen vaste lijn …*
23
41
37
28
13 8 10
mobieltje is mijn beste vriend 0
25
50 totaal
jongen
75
100
meisje
* significant verschil IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
28
Wat zou jij graag nog meer willen doen in de toekomst met je mobiel? ( “Skateboarden en surfen.” ( “Dat je kan webcammen en met meerdere mensen tegelijk kan praten.” ( “Dat je er een CD-rom in kan doen met spelletjes er op.” ( “Dat is er al…fotograferen.” ( “Elkaar zien op je telefoon met wie je belt.” ( “Gratis bellen…verder zou ik niets op kunnen noemen want tegenwoordig heb je alles al.” ( “Met zijn 3en een gesprek voeren.” ( “Filmpjes opnemen en geluiden; zodat je een heel gesprek kunt opnemen. ( Radio luisteren en dat je ‘m aan kan sluiten op de computer en dat je dan kan e-mailen en dat het via de telefoon weg gaat. ( “Dat er dan een landkaart op zit en een kompas.” ( “Dat je hem helemaal kunt openklappen en dat er allerlei spullen inzitten, bijvoorbeeld een portemonnee ( “I-mode.” ( “Dat ie leeft en dat ie met je kan praten.” ( “Ik weet dat het onmogelijk is, maar ik zou er graag andere mensen mee willen bespieden en dingen zien over kleding op je mobiel.”
IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
29
De meeste kinderen en jongeren vinden zichzelf een ‘sms-type’ Type mobiele beller (in %). 60 SMS type*
43 12 13 12
Mobiele teller 8
Bel-gek*
15
(ik sms meer dan dat ik bel met mijn mobiel)
52
(ik ben altijd bezig met mijn beltegoed en hoeveel ik nog heb)
(ik hou het meest van bellen met mijn mobiel)
11 3
Mobilofoob
5 5 5 5
Mobilofiel
0
7
(ik heb wel een mobiel, maar ik had ‘m liever niet, ik vind het een beetje een onding)
(ik ben helemaal afhankelijk van mijn mobiel)
25
50 totaal
jongen
75
100
meisje
De helft van de kinderen/jongeren vindt zichzelf een ‘sms-type’. Wel vinden meer meisjes (60%) dan jongens (43%) zichzelf een ‘sms-type’ vinden. Daarnaast vinden juist meer jongens (15%) dan meisjes (8%) het type ‘Bel-gek’ een passende omschrijving voor zichzelf.
* significant verschil IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
30
Een mobieltje wordt gezien als ‘rustig’ en ‘gezellig’ • Wanneer jongeren hun telefoon typeren alsof het een mens zou zijn dan gebruiken zij opvallend vaak de woorden ‘rustig’ en ‘gezellig’. Maar daarnaast worden ook allerlei andere typeringen of beschrijvingen aangegeven. Een paar van de meest opvallende beschrijvingen zijn hier weergegeven: ( Hij is wel aardig, hij werkt wel mee enzo. Hij is niet opdringerig, hij doet niet meer dan van hem gevraagd wordt, kortom hij luistert goed. ( Iemand waar je je geheimen aan kunt vertellen. ( Beetje asociaal, een man (best wel oud), wel heel slim, sterk en lang. ( Groot, slanke benen en verder dik, aardig, maar behoorlijk ouderwets. ( Het is een vrouw, niet asociaal, wel aardig. Ze is gewoon. Ze is modern, want ze gaat met haar tijd mee en met de kledinglijn. Ze draagt mooie sieraden en is jong. Ze werkt in een crèche. In haar vrije tijd sms’t en belt ze, doet boodschappen en huishoudelijk werk. Maar ze doet niet alles alleen, want haar man helpt haar. ( Een oudere man met een lange baard en heel wijs, hij wordt niet snel boos. Een hele lieve opa. ( Mag het ook een dier zijn? Dat het een paard is en dat hij dan met een bericht op zijn buik kan rijden en dan terugkomt met een bericht van een ander ( Het moet een meisje zijn, erg aardig en gezellig vooral. Ze moet ook leuke dingen met me willen en vriendin met me willen zijn en niet alleen als ze me nodig heeft. Als ze maar niet heel erg groot is, en als ze maar geen 18 is, want dan heb je het druk en dan moet je naar je werk. Het moet geen jongen zijn, want die kunnen zich soms wel eens uitsloven, heel druk doen en de bink willen uithangen. Ze moet ook vaak thuis zijn, want sommige vriendinnen zijn bijna nooit thuis en dan heb je er weinig mee. ( Een verre vriend (ik gebruik hem niet zo vaak) ( Hij kan me opvrolijken als ik verdrietig ben en hij is gezellig ( Nou ja, druk, want hij maakt altijd geluidjes. Een snel type, je zou met hem kunnen lachen. En hij is slim. IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
31
Conclusies
IPM KidWise in opdracht van Orange, september 2004
Conclusies • De meerderheid van de kinderen en jongeren met een mobiele telefoon heeft een prepaid toestel. Vanaf de leeftijd van een jaar of negen neemt het aantal kinderen dat een mobieltje heeft geleidelijk aan toe. Bereikbaarheid en overal kunnen bellen zijn belangrijke motivaties voor het hebben van een mobiel. • De meeste kinderen en jongeren gebruiken hun mobiel uiteraard om mee te bellen (overigens niet iedereen geeft aan zelf te bellen met zijn mobieltje). Maar als het gaat om wat kinderen en jongeren het meeste met hun mobiel doen dan is dat sms´en. Dit blijkt vooral een geliefde bezigheid van meisjes te zijn, hoewel ook veel jongens aangeven dat zij hun mobieltje het meest gebruiken om te sms´en. De meeste kinderen en jongeren omschrijven zichzelf dan ook als een sms-type op het moment dat zij zich moeten typeren als gebruiker van een mobiele telefoon. • Kinderen en jongeren bellen het meest naar hun moeder, de vader wordt door veel minder kinderen genoemd. Een veel voorkomende reden om mobiel te bellen is om te zeggen waar men op dat moment is. Maar ook voor het maken van een afspraak, om te zeggen dat men later is of om zomaar te kletsen wordt de mobiele telefoon ter hand genomen. • Kinderen en jongeren blijken veel verschillende ringtones te gebruiken (zowel verschillende standaard ringtones als allerlei liedjes of muziekjes worden genoemd). Daarentegen blijkt de diversiteit bij ingesproken voice-mailberichten en afkortingen met sms´en beperkt te zijn.
IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
33
Conclusies • De telefoonrekening wordt over het algemeen in de helft van de gevallen aan de ouders gepresenteerd. Naarmate men ouder wordt verschuift de verantwoordelijkheid voor het betalen van de telefoonrekening naar de jongeren zelf. Deze rekening bedraagt in veel gevallen zo’n 5 tot 10 Euro per maand. Wel blijkt dat oudere meisjes relatief meer verbellen. • ‘s Nachts gaat bij veel kinderen en jongeren de telefoon uit. Terwijl de meeste van hen best wakker gebeld willen worden door een popster of een sportidool. En als er iets aan de hand is dan mogen familieleden ook de nachtrust verstoren. • Jongeren stellen het niet op prijs wanneer er in de bioscoop gebeld wordt en in de klas is het vooral onder kinderen op de basisschool ‘not done’ om je mobieltje aan te laten staan. • Jongeren zien het belang in van een mobiele telefoon, maar dit gaat niet zo ver dat zij hun mobieltje zouden willen omschrijven als ‘mijn beste vriend’. Wel blijkt een aanzienlijk aantal kinderen/jongeren liever een week geen zakgeld te krijgen of zijn portemonnee te verliezen dan niet meer in het bezit te zijn van een mobiel.
IPM KidWise,in opdracht van Orange september 2004
34