Aanpassingen
Klimaatinstallaties
MFA “Het Lint”
Achterdijkshoorn 11 Den Hoorn
BEEKINK INSTALLATIEADVISEURS
MFA het Lint Aanpassingen klimaatinstallaties
Project
:
File nr. Datum
: :
Opdrachtgever: Contactpersoon Bezoekadres
: : :
Adviseur installaties: Contactpersoon :
MFA het Lint den Hoorn Achterdijkshoorn 11 2635 MK Den Hoorn Aanpassingen Klimaatinstallaties 13038RPVO01 16 mei 2014
Goudkuil Bouwmanagement dhr. L. Goudkuil Hondsdijk 3 2396 HG Koudekerk a/d Rijn
Beekink Installatieadviseurs B. van de Vaart
Adres
:
Tel. nr. Fax nr. E-mail WWW
: : : :
Kleinpolderlaan 6 2911 PA Nieuwerkerk aan den IJssel 0180 – 311 064 0180 – 316 503
[email protected] www. beekink.com
Pagina 2 van 8
BEEKINK INSTALLATIEADVISEURS
Inhoudsopgave
1
ALGEMENE OMSCHRIJVING ............................................................................ 4
1.1 1.2
INLEIDING................................................................................................................................... 4
INFORMATIEVERSTREKKING......................................................................................................... 4
2
SAMENVATTING EN ADVIES ............................................................................ 5
3
MAATREGELEN KLIMAATINSTALLATIES ...................................................... 6
3.1 3.2 3.3
KINDERDAGVERBLIJF................................................................................................................... SCHOLEN 1,2 EN 3 ..................................................................................................................... AULA EN ALGEMENE RUIMTEN......................................................................................................
Bijlagen -
e
Demarcatietekeningen begane grond, 1 verdieping en dak (3 x A0 kleur).
Pagina 3 van 8
6
7
8
BEEKINK INSTALLATIEADVISEURS
1 ALGEMENE OMSCHRIJVING 1.1
Inleiding
Het MFA “Het Lint” aan de Achterdijkshoorn 8 te Den Hoorn betreft een multifunctionele accommodatie met drie scholen (circa 30 lokalen), een peuterspeelzaal, kinderopvang, BSO, gymnastieklokalen en een aantal gemeenschappelijke ruimten met een totaal BVO van circa 2 4.500 m .
Boven de school zijn een aantal appartementen gelegen. Deze appartementen vallen buiten de
scope van dit project, en zijn in de rapportages niet meegenomen.
Het gebouw is opgeleverd en in gebruik genomen in 2007.
Het gebouw is in eigendom van de gemeente Midden Delfland, en wordt verhuurd aan de volgende gebruikers: - 't Galjoen, openbare basisschool; - Harlekijntje, peuteropvang; - 't Kickertje, kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang; - de Mariaschool, R.K. basisschool; - Het Talent, christelijke basisschool. Door Beekink is in 2008 een onderzoek gedaan naar de klimaatklachten en de bouwkundige onvolkomenheden vanuit de bouw. In 2013 is aanvullend onderzoek verricht, waarbij is gekeken naar: - de status (conditie) van de werktuigbouwkundige en elektrotechnische installaties; - de resterende onvolkomenheden aan de installaties; - de destijds geprognosticeerde energiebesparing in relatie tot de aan de schoolbesturen in rekening gebrachte meerinvestering voor de duurzame installaties. De maatregelen en kosten benodigd voor het verhelpen van de bij de conditiemeting geconstateerde gebreken worden in de samenvattende rapportage van Goudkuil (waar dit document een bijlage van is) nader behandeld. Doel van deze rapportage is de nadere technische uitwerking van de adviezen en aanbevelingen uit de hierboven genoemde rapportages. De demarcatie van de werkzaamheden is op de in de bijlage opgenomen tekeningen verwerkt. De kostenraming
1.2
Informatieverstrekking
Bij het onderzoek in 2008 (referentie 08028RP0002 - rapportage klachten 15092008) zijn de volgende documenten onderzocht: bouwkundig bestek d.d. 30 september 2005 van Spring Architecten; werktuigkundig bestek en tekeningen d.d. 30 september 2005 van Deerns Raadgevende Ingenieurs; werktekeningen d.d. 29 juni 2007 van Van Dijnsen Installatiewerken; vloerverwarmingstekeningen d.d. 7 mei 2007 van WTH (in opdracht van Van Dijnsen). Daarnaast heeft toe overleg met gemeente, beheerder en gebruikers plaatsgevonden.
Bij het onderzoek in 2013 (referentie 13038RP002a - 20131202 klimaatonderzoek MFA Het Lint) zijn
de volgende aanvullende gegevens verstrekt:
meetrapportages waterzijdig, d.d. maart 2009;
meetrapportages luchtzijdig, d.d. mei 2009;
kostenoverzicht aanpassingen en advies aanvullende aanpassingen d.d. 15 april 2013;
mailwisseling mw. Faber met Base Consultancy d.d. augustus 2012 tot 9 juli 2013;
verslag bespreking klachten d.d. 2 oktober 2013 en 18 oktober 2013.
Pagina 4 van 8
BEEKINK INSTALLATIEADVISEURS
2 SAMENVATTING EN ADVIES In het MFA Het Lint zijn al geruime tijd klachten over het klimaat. De klachten betreffen voornamelijk
koudeklachten in de winter, warmteklachten in zomer en winter en gebrek aan ventilatie mogelijkheden. Met name in de scholen, maar ook in specifieke ruimten van het kinderdagverblijf, is
het klimaat erg slecht.
De in hoofdstuk 3 omschreven maatregelen variëren van verbeteren/optimaliseren van de regelingen
tot verregaande aanpassingen aan de ventilatie-installatie, koelinstallatie en regelinstallatie om een
goede ventilatie en vooral een werkende temperatuurregeling mogelijk te maken.
In hoofdlijnen is het resultaat van de maatregelen dat de huidige klimaatinstallatie met zeer beperkte
topkoeling wordt uitgebreid met extra koeling in de lucht, waardoor er sprake is van “echte”
topkoeling.
Hiermee moet het mogelijk zijn een binnentemperatuur te realiseren die de meeste zomerse uren in
het jaar circa drie graden onder de buitentemperatuur ligt.
In de winter zal met name in de klaslokalen merkbaar zijn dat er gebalanceerde ventilatie beschikbaar
is, waardoor ventileren met onverwarmde buitenlucht niet langer nodig is. De vloerverwarming wordt
ingezet als bijverwarming en er kan met aanvullende verwarming snel worden geanticipeerd op
wisselende belastingen (zon, kinderen etc.).
Een binnentemperatuur van 21°C moet met deze maatregelen te realiseren zijn zonder dat de
temperatuur te ver “doorschiet”.
Zoals al aangegeven zijn de maatregelen nader omschreven in hoofdstuk 3. Een opgave van de
kosten en is in de rapportage van Goudkuil Bouwmanagement (waar dit rapport een onderdeel van
is) meegenomen.
Pagina 5 van 8
BEEKINK INSTALLATIEADVISEURS
3 MAATREGELEN KLIMAATINSTALLATIES 3.1
kinderdagverblijf
MAATREGELEN Verwarming en koeling De vloerverwarming heeft in principe voldoende capaciteit, maar door de verschillen tussen ruimten met een Zuidgevel en ruimten met een Noordgevel is het klimaat in een aantal ruimten ’s winters niet optimaal. In een aantal groepsruimten is het structureel te koud. Hiertoe extra referentieopnemers aanbrengen in een ruimte met een Noordgevel en een ruimte met een Zuidgevel. Op basis van de gemeten gemiddelde en extreme waarden, wordt de optimale aanvoertemperatuur van de vloerverwarming bepaald en wordt het setpoint voor overschakeling van winterbedrijf naar zomerbedrijf gecorrigeerd (rapport 2008 - VV2). De temperatuur in de zomersituatie is in het algemeen te hoog. Hiertoe de luchtbehandelingskast voorzien van een koelbatterij om zodoende een inblaastemperatuur van ongeveer 20°C te kunnen realiseren in de zomer (rapport 2013-VV1). In alle verblijfsruimten (m.u.v. de slaapvertrekken) wordt de ruimtetemperatuur gemeten en geregeld door middel van een verwarmer in de toevoerlucht. De vloerverwarming en vloerkoeling zorgt dan alleen nog voor een basistemperatuur van bijvoorbeeld 18°C. Luchtbehandeling De luchthoeveelheid naar de vijf slaapruimten is te beperkt en dient te worden verhoogd naar
3 tenminste 240 m /h elk. Bovendien worden de verschoonruimten onvoldoende geventileerd en is de
centrale (inpandige) hal niet voorzien van verse lucht.
Om bovenstaande tekortkomingen te verhelpen is circa 1.000 m3/h extra luchtdebiet benodigd. Deze
capaciteit is niet meer beschikbaar in de bestaande luchtbehandelingskast.
Derhalve worden de groepsruimte en nevenruimten, alsmede de hal losgekoppeld van het huidige
luchtbehandelingssysteem en aangesloten op een nieuw luchtbehandelingskastje op het dak.
De kanalen worden via de toestellenberging tot op het dak aangebracht.
De nieuwe luchtbehandelingskast integreren in het regelsysteem (rapport 2008 - LB2).
De bestaande draadloze regelingen zijn onbetrouwbaar en worden vervangen door communicatieve
ruimteregelingen.
De installaties worden na de aanpassingen geheel ingeregeld.
RESULTAAT Door optimalisatie van de luchthoeveelheden sluit de beschikbare capaciteit goed aan bij het werkelijk gebruik. De trage ruimteregeling (vloerverwarming) wordt vervangen door een snelle regeling op basis van luchtverwarming (en koeling). Met de aanpassingen moet het mogelijk zijn een binnentemperatuur te realiseren die de meeste zomerse uren in het jaar circa drie graden onder de buitentemperatuur ligt. Tijdens het stookseizoen moet een binnentemperatuur van 21°C met deze maatregelen te realiseren zijn zonder dat de temperatuur te ver “doorschiet”.
Pagina 6 van 8
BEEKINK INSTALLATIEADVISEURS
3.2
Scholen 1,2 en 3
De drie scholen geven op hoofdlijnen hetzelfde beeld. Er zijn per school derhalve identieke maatregelen voorgeschreven. MAATREGELEN klimaat Aan de klimaatinstallaties zijn diverse aanpassingen benodigd.
Allereerst moet er worden gezorgd voor voldoende capaciteit in het afgiftesysteem voor verwarming
en voor koeling. Omdat de vloerverwarming ontoereikend is (zie rapport 2008) zullen er aanvullende
installaties moeten worden aangebracht.
Vervolgens dient er voor te worden gezorgd dat de temperatuurregeling sneller kan reageren op
wisselende belastingen (kinderen, zoninstraling) en dat er goede referentiemetingen worden gedaan
(dus niet in de gang meten om te weten hoe warm een lokaal is).
De klimaatinstallatie in de lokalen wordt als volgt aangepast (zie rapport optie 3 – luchtbehandeling
met WTW - VV10c).
De op het dak aanwezige ventilatie-unit met warmtepomp wordt vervangen door een
luchtbehandelingskast met warmteterugwinning en een separate warmtepomp.
De bestaande ventilatiekanalen worden benut als toevoerkanalen en in de gangen wordt op een
centrale plaats plenumafzuiging aangebracht. In de berging op de eerste verdieping wordt (per
school) een schacht gerealiseerd.
De deuren van de klaslokalen worden voorzien van akoestische overstroomroosters.
De afzuigroosters in de lokalen worden vervangen door een textielkanaal om tochtvrij verwarmde of
gekoelde lucht in te kunnen blazen.
Per lokaal de ruimtetemperatuur meten en naregelen door middel van een verwarmer in de
toevoerlucht. De vloerverwarming en vloerkoeling zorgt dan alleen nog voor een basistemperatuur
van bijvoorbeeld 18°C.
De bestaande draadloze regelingen zijn onbetrouwbaar en worden vervangen door communicatieve
ruimteregelingen. Er worden verder diverse regeltechnische aanpassingen gedaan (zie rapport VV6,
VV7 en VV8).
De vier nevenruimten per school (RT/IB) krijgen een identieke installatie en naregeling.
De ruimten in ’t Galjoen zijn geheel inpandig en worden daarom voorzien van een separaat
koelsysteem.
Overige werkzaamheden Een nieuwe elektrische voeding aanbrengen voor de luchtbehandelingskast, aanbrengen
regeltechnische bekabeling, inregelen lucht- en waterzijdig.
Voorafgaand aan de aanpassingen wordt een geluidsmeting verricht om het geluidsniveau naar de
omwonenden als referentie voor de nieuw te realiseren situatie vast te stellen.
RESULTAAT Door de balansventilatie verdwijnt de koude luchtstroom aan de gevel en wordt de gevraagde ruimtetemperatuur in de winter behaald (dauerluftung) blijft gehandhaafd en kan aanvullend worden gebruikt zonder een verstoring te geven); De trage ruimteregeling (vloerverwarming) wordt vervangen door een snelle regeling op basis van luchtverwarming (en koeling). Door het centraal afzuigen van de gangen wordt ook hier voorzien in ventilatie en een beter te beheersen ruimtetemperatuur. Met de aanpassingen moet het mogelijk zijn een binnentemperatuur te realiseren die de meeste zomerse uren in het jaar circa drie graden onder de buitentemperatuur ligt. Tijdens het stookseizoen moet een binnentemperatuur van 21°C met deze maatregelen te realiseren zijn zonder dat de temperatuur te ver “doorschiet”. Pagina 7 van 8
BEEKINK INSTALLATIEADVISEURS
3.3
Aula en algemene ruimten
Er zijn geen klachten gemeld voor deze ruimten. Het is echter onduidelijk of de maatregelen uit de rapportage van 2008 zijn uitgevoerd en de klachten hiermee zijn opgelost. MAATREGELEN Sporthal De douches bij de sporthal worden vanuit het Legionellabeheersysteem (meestal ’s nachts of in het weekeinde) gespoeld met heet water. Hierbij wordt de ventilatie niet ingeschakeld, waardoor de ruimten te lang vochtig blijven. De ventilatie-installatie dient te worden ingeschakeld gedurende het spoelen en tenminste twee uur daarna. MAATREGELEN Overige De Aula en één van de speelhallen zijn te warm. Voor de Aula is dit alleen in de zomerperiode, maar de speelhal is gedurende de winterperiode ook te warm. Verwarming en koeling De vloerverwarming heeft in principe voldoende capaciteit, maar door de verschillen tussen ruimten met een Zuidgevel en ruimten met een Noordgevel is het klimaat in een aantal ruimten ’s winters niet optimaal. Op basis van de gemeten gemiddelde en extreme waarden, wordt de optimale aanvoertemperatuur van de vloerverwarming bepaald en wordt het setpoint voor overschakeling van winterbedrijf naar zomerbedrijf gecorrigeerd. De temperatuur in de zomersituatie is in het algemeen te hoog. Hiertoe de luchtbehandelingskast voorzien van een koelbatterij om zodoende een inblaastemperatuur van ongeveer 20°C te kunnen realiseren in de zomer. In alle verblijfsruimten wordt de ruimtetemperatuur gemeten en geregeld door middel van een verwarmer in de toevoerlucht. De vloerverwarming en vloerkoeling zorgt dan alleen nog voor een basistemperatuur van bijvoorbeeld 18°C. Luchtbehandeling De luchtbehandeling kan worden ingesteld op basis van gebruik van de ruimten, maar omdat de luchtbehandelingsunit op het dak geen debietregeling heeft, veroorzaakt de schakeling geluidsklachten. Hiertoe de luchtbehandelingsunit voorzien van een debietregeling en de schakeling van de diverse ruimten controleren op functionaliteit. Overige werkzaamheden De bestaande draadloze regelingen zijn onbetrouwbaar en worden vervangen door communicatieve
ruimteregelingen.
De installaties worden na de aanpassingen geheel ingeregeld.
RESULTAAT De aanpassingen aan de debietregeling en schakeling van de ventilatie reduceert het geluidsniveau tot het normniveau van 35 dB(A). De trage ruimteregeling (vloerverwarming) wordt vervangen door een snelle regeling op basis van luchtverwarming (en koeling). Met de aanpassingen moet het mogelijk zijn een binnentemperatuur te realiseren die de meeste zomerse uren in het jaar circa drie graden onder de buitentemperatuur ligt. Tijdens het stookseizoen moet een binnentemperatuur van 21°C met deze maatregelen te realiseren zijn zonder dat de temperatuur te ver “doorschiet”.
Pagina 8 van 8