Aanpassing pensioenregeling zorginstellingen per 1-1-2015 voor bestuurders Handreiking van NVTZ aan de leden voor de aanpassing van arbeidsvoorwaarden van de bestuurder met betrekking tot pensioenen bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn1 (PFZW).
1. Inleiding Als gevolg van nieuwe fiscale wetgeving zal de pensioenregeling voor zorginstellingen per 1 januari 2015 worden versoberd. De toekomstige jaarlijkse opbouw van ouderdomspensioen wordt verlaagd van 1,95% naar 1,75% van de pensioengrondslag. Bovendien kan in de basisregeling geen pensioen meer worden opgebouwd over het salaris boven € 100.000. Het PFZW biedt de deelnemers een regeling aan voor het partnerpensioen. Voor opbouw van ouderdomspensioen over het salarisdeel boven € 100.000 komt er mogelijk een nieuwe nettopensioen-regeling. Dit alles heeft uiteraard ook gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden van de bestuurder. Als een bestuurder van uw zorginstelling een salaris boven € 100.000 heeft, dan zullen de pensioenveranderingen binnenkort aandacht vragen van de remuneratiecommissie /RvT en van de bestuurder. Voor bestuurders met een salaris tot € 100.000 zijn er ook enkele veranderingen. Als regel is in de arbeidsovereenkomst van bestuurders opgenomen dat de cao-afspraken voor pensioen worden gevolgd. In dat geval zijn nadere afspraken voor deze bestuurders niet nodig. Aangezien de RvT de werkgever is van de bestuurders heeft NVTZ aan Axyos gevraagd deze handreiking voor interne toezichthouders op te stellen, ter ondersteuning bij de oplossing van dit pensioenvraagstuk. Axyos, adviesbureau voor beloningsbeleid en WNT, is verantwoordelijk voor de technische uitwerking. Aan het slot is bovendien een advies van het NVTZ-bestuur opgenomen.
2. Verdere ondersteuning nodig? Deze handreiking is gebaseerd op de in de praktijk meest voorkomende situaties. Als er sprake is van afwijkende of complexere afspraken of nadere vragen dan kunt u deze voorleggen aan een expert op het gebied van beloningen en WNT-vraagstukken. Uiteraard kan ook bij het NVTZbureau nadere informatie worden gevraagd:
[email protected] Axyos WNT Advies (www.axyosWNT.nl) kan ook adviseren bij individuele vraagstukken: Henk Jan van den Bosch Martin Meijer
[email protected] [email protected]
tel. 06 247 47 600 tel. 06 553 64 737
Nadere informatie over de pensioenregeling van PFZW is te vinden op www.PFZW.nl
1
De pensioenregeling voor Academische Ziekenhuizen is ondergebracht bij het ABP. Deze wordt niet behandeld in deze handreiking.
1
3. Veranderingen in de belastingwetgeving per 1-1-2015 m.b.t. pensioen
De fiscale maxima voor pensioenopbouw zijn verlaagd. Pensioenpremies zijn niet meer aftrekbaar voor de loon- en inkomstenbelasting als de jaarlijkse pensioenopbouw hoger is . Pensioenpremies voor pensioenopbouw over het salaris boven € 100.000 zijn niet meer aftrekbaar. Over het salarisdeel boven € 100.000 mag pensioen worden opgebouwd in een nettopensioen-regeling. De werknemer legt de premies daarvoor in uit het nettoloon, de hoogte van de premie is afhankelijk van de leeftijd van de werknemer. De in te leggen premies zijn niet aftrekbaar, maar dit deel van het pensioen wordt bij uitkering dan ook niet meer belast. De werknemer wordt niet verplicht om deel te nemen aan zo’n regeling. Als de werkgever een standaardbijdrage in de premie betaalt, dan heeft een werknemer die niet deelneemt ook recht op die bijdrage. Over de bijdrage die de werkgever betaalt wordt loonbelasting ingehouden.
4. Veranderingen in de pensioenregeling PFZW per 1-1-2015 Zorginstellingen, met uitzondering van de academische ziekenhuizen zijn aangesloten bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) De belangrijkste kenmerken van de pensioenregeling zijn in 2014
Een jaarlijkse opbouw van ouderdomspensioen van 1,95 % van de pensioengrondslag en opbouw van partnerpensioen van 1,25% De pensioenpremie is voor iedereen gelijk (doorsneepremie). Circa de helft van de premie wordt ingehouden op het salaris, het overige komt voor rekening van de werkgever.
De pensioenvoorwaarden en de premieverdeling wordt bepaald door de cao-partners (23 verschillende cao’s). Het bestuur van PFZW stelt de premies vast. Bestuurders van zorginstellingen vallen meestal niet onder de cao maar zijn wel verplicht om deel te nemen aan de pensioenregeling. Als regel wordt daarbij de premie ingehouden volgens cao. De uitgangspunten voor 2015 zijn:
De jaarlijkse opbouw van ouderdomspensioen wordt verlaagd naar 1,75%. Het opbouwpercentage voor nabestaandenpensioen (1,25%) blijft ongewijzigd. De pensioenpremie wordt in 2015 verlaagd van 24,4% naar 23,5% Een verlaging zal voor circa de helft ten goede komen aan de werknemer, en het overige aan de werkgever. Het maximum van € 100.000 (fulltime) wordt ingebouwd in de regeling. PFZW heeft aan alle deelnemers een individuele vrijwillige dekking voor het nabestaandenpensioen over het salarisdeel boven € 100.000 aangeboden. De dekking loopt vanaf 1-1-2015 en kan jaarlijks worden verlengd. Het is nog niet duidelijk of PFZW gaat een nettopensioen-regeling gaat aanbieden voor opbouw van ouderdomspensioen boven € 100.000. De werknemer betaalt de leeftijdsafhankelijke premie voor zo’n regeling uit het nettoloon. Voor deze vrijwillige aanvullende pensioenregeling wordt in de cao geen verplichte werkgeversbijdrage opgenomen. Verdere informatie ontbreekt nog op dit moment. De dekking voor het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt niet gemaximeerd. Dit pensioen verandert dus niet.
2
5. Wat betekent dit voor de pensioenafspraken met de individuele bestuurder? Meestal gelden voor een bestuurder de standaard cao-afspraken voor pensioen. Bij een bestuurder met een (fulltime) salaris tot € 100.000 zijn de veranderingen dan beperkt. De bestuurder bouwt jaarlijks wat minder pensioen op en er wordt minder premie op het salaris ingehouden. Sinds 2014 is de pensioendatum in de pensioenregeling verhoogd naar 67 jaar. Bij langer doorwerken wordt dan ook langer en dus meer pensioen opgebouwd. Voor het salarisdeel boven € 100.000 wordt het vraagstuk complexer. Dan komen vragen aan de orde als:
Wil de bestuurder een voorziening treffen voor nabestaandenpensioen over het salaris boven € 100.000? Wil de bestuurder ouderdomspensioen over het inkomen boven € 100.000 opbouwen, indien mogelijk in een nettopensioen- regeling van PFZW ? Is een bijdrage van de werkgever voor verdere pensioenopbouw of een andere financiële compensatie voor de aftopping als overgangsmaatregel wenselijk en noodzakelijk ? Wat betekenen deze veranderingen voor de bezoldiging (WNT) en het overgangsrecht.
6. Voorbeelden lagere pensioenopbouw en premie basisregeling PFZW
Bij een salaris van € 130.000 wordt de pensioenopbouw in de basisregeling in 2015 € 768 lager. Bijna een derde van deze verlaging wordt veroorzaakt door het lagere opbouwpercentage voor alle medewerkers. Het restant is het effect van de aftopping op € 100.000. Om de effecten van
3
de aftopping op te vangen kan de bestuurder pensioen opbouwen in een nettopensioenregeling. Daarmee is in dit voorbeeld nog geen rekening mee gehouden.
WNT aspecten bij de versobering van het pensioen
Als de werkgever minder pensioenpremie gaat betalen, dan leidt dit tot een lagere WNTbezoldiging. Er kan een werkgeversbijdrage voor het nettopensioen of andere financiële compensatie worden afgesproken, maar dit mag niet leiden tot een overschrijding van het WNTmaximum. Als de bezoldiging van de bestuurder nu boven de WNT-norm ligt en overgangsrecht is van toepassing, dan mag een nieuwe werkgeversbijdrage niet leiden tot een hogere bezoldiging. Een stijgende werkgeversbijdrage pensioen (afhankelijk van leeftijd) leidt in de toekomst tot problemen als de bestuurder rond het WNT-maximum verdient. Bij arbeidsovereenkomsten met een bezoldigingsafspraak (WNT) wordt de premiebesparing van de werkgever (meestal) automatisch bij het salaris geteld.
7. Waarom is financiële compensatie voor de aftopping (o.a. werkgeversbijdrage nettopensioen) wel of niet gerechtvaardigd ? Wat zijn de argumenten? Wel nodig: Door de aftopping boven € 100.000 moet de bestuurder onevenredig veel pensioenopbouw inleveren vergeleken met andere medewerkers. Om het mogelijk te maken dat de bestuurder eerder met pensioen gaat, bijvoorbeeld op de AOW-datum. Als bijvoorbeeld is afgesproken dat de bestuurder het maximum moet kunnen verdienen wat nu onder de WNT mogelijk is. Als compensatie is afgesproken in de arbeidsovereenkomst (bezoldigingscontract WNT).
4
Niet nodig: Pensioen opbouwen over € 100.000 is de nieuwe maatschappelijke norm. Daar moet de bestuurder zich op aanpassen. De verlaging van de pensioenopbouw tot € 100.000 wordt ook niet gecompenseerd (cao). Het huidige pensioen is bovenmatig in vergelijking met andere semipublieke sectoren. Als de bestuurder (55+) nu een hoger pensioen zou gaan ontvangen dan onder de oude regeling omdat tot 67 jaar wordt doorgewerkt en pensioen is uitgesteld naar 67 jaar. Er is nu een overschrijding van het WNT-maximum. Daarom geen nieuwe afspraken maken waarmee de overschrijding in stand blijft. De WNT-norm wordt in 2016 nog lager, dus beter nu geen nieuwe verhogingen doorvoeren.
8. Wat staat de RvT te doen als werkgever per 1 januari 2015 1. Check de huidige pensioenafspraken in de arbeidsovereenkomst van de bestuurder. o Bij een standaard pensioenafspraak en een salaris (fulltime) tot € 100.000 is geen verdere actie nodig. De cao-afspraken worden automatisch gevolgd. o Als er sprake is van een bezoldigingscontract dan wordt een premieverlaging automatisch volledig bij het salaris van de bestuurder geteld. Gezien de voorbeeldfunctie van de bestuurder is dan een gesprek tussen RvT en bestuurder op zijn plaats over de vraag of dit wenselijk is. 2. Acties bij een salaris boven € 100.000 (fulltime) o De bestuurder maakt zelf de keuze voor een risicodekking voor het nabestaandenpensioen ingaand 1-1-2015 en betaalt zelf de premie. o De bestuurder maakt zelf in 2015 een keuze over deelname aan een nettopensioenregeling (PFZW indien deze wordt aangeboden) en de te verzekeren bedragen. o Voor zittende bestuurders wordt in goed overleg tussen RvT en bestuurder bepaald of en in hoeverre een financiële compensatie voor aftopping (werkgeversbijdrage netto pensioen) bij wijze van overgangsmaatregel mogelijk, wenselijk en noodzakelijk is. 3. Praktische afspraken voor een overeen te komen werkgeversbijdrage voor de nettopensioenregeling o In nieuwe contracten vanaf 2015 wordt geen werkgeversbijdrage voor nettopensioen opgenomen. Eventuele bijdragen zijn onderdeel van het salaris. o Ga uit van een vaste bijdrage per maand die eenmalig wordt berekend en in de toekomst niet meer wordt aangepast. o Check de WNT-gevolgen.
Zeist, 23 december 2014 Henk Jan van den Bosch Axyos B.V.
5
Advies NVTZ aanpak pensioen 2015 1. Wees sober en doelmatig. 2. Bestuurders met een salaris < € 100.000 volgen de standaard pensioen/cao-afspraken. 3. Bestuurders met een salaris > € 100.000 maken zelf de keuzes voor de dekking voor nabestaandenpensioen en wel of geen deelname in een netto pensioenregeling. 4. In nieuwe arbeidsovereenkomsten vanaf 2015 wordt geen werkgeversbijdrage voor het netto pensioen opgenomen. Eventuele bijdragen zijn onderdeel van het salaris. 5. Bij zittende bestuurders met een salaris > € 100.000 wordt in goed overleg tussen RvT en bestuurder bepaald of en in hoeverre een werkgeversbijdrage of andere financiële compensatie voor aftopping bij wijze van overgangsmaatregel mogelijk (o.a. WNT), noodzakelijk en ook maatschappelijk te rechtvaardigen is. 6. Uitgangspunten als een werkgeversbijdrage of andere compensatie wordt overeengekomen: Een bruto werkgeversbijdrage voor nettopensioen wordt eenmalig berekend en vastgesteld, maandelijks uitgekeerd en wordt in de toekomst niet meer aangepast. De bijdrage kan bij het salaris worden geteld of afzonderlijk worden uitbetaald. De bruto werkgeversbijdrage of andere compensatie in % is maximaal gelijk aan de werkgeverspremie in % voor het pensioen in 2015 voor de basisregeling. (circa 11,75%). De werkgeversbijdrage of andere compensatie is ook niet hoger dan nodig is om per 1 januari 2015 de helft van de premie voor een vervangende netto pensioenregeling te dekken. 7. Als er sprake is van pensioenafspraken die afwijken van de cao, dan wordt een oplossing in lijn met dit beleid gezocht. Waar mogelijk worden pensioenafspraken (zoals werkgeversbijdrage) in lijn met de cao gebracht. 8. Bij arbeidsovereenkomsten met een ‘’bezoldigingsafspraak’’ gaat de RvT een gesprek aan met de bestuurder over de vraag of een volledige ‘’automatische’’ salarisverhoging als gevolg van de lagere pensioenpremie wenselijk is.
Utrecht, 23 december 2014
Marius Buiting Directeur NVTZ
6