Aanpak Project ‘Zorg maakt werk’
Versie: maart 2004
2
Inhoudsopgave
1.
Inleiding.................................................................................................................................. 4
2.
Doelstelling project ‘Zorg maakt werk’. .......................................................................... 4
3.
Opzet project ‘Zorg maakt werk’ ...................................................................................... 4
4.
Vijf pilots................................................................................................................................. 5 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5.
Pilot Pilot Pilot Pilot Pilot
Twente ................................................................................................................... 5 Zuid-Limburg ....................................................................................................... 6 Rotterdam............................................................................................................. 6 Leiden .................................................................................................................... 7 Casemanagement ............................................................................................... 7
5.
Communicatie ....................................................................................................................... 7
6.
Rollen en verantwoordelijkheden ..................................................................................... 8 6.1.
Privacybescherming..................................................................................................... 8
3
1. Inleiding PGGM en UWV hebben onder de naam ‘Zorg maakt werk’ het initiatief genomen om langdurig arbeidsongeschikten in de sector Zorg en Welzijn te helpen bij hun reïntegratie en het vinden van een passende baan. De mogelijkheden van de WAO’er zijn daarbij het uitgangspunt. Met het project willen PGGM en UWV de deelname van arbeidsongeschikten aan de arbeidsmarkt bevorderen en op die manier een bijdrage leveren aan het oplossen van de arbeidstekorten in de zorg. Het project bestaat uit vijf pilots en loopt het gehele jaar 2004. Het reïntegreren van arbeidsongeschikten is een kerntaak van UWV. Met projecten als 'Zorg maakt werk' geeft UWV invulling aan zijn taak werk boven uitkering te stellen. PGGM heeft met de zorg voor de financiële toekomst van meer dan 1,7 miljoen mensen en hun gezinsleden een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid. Daarom stimuleert PGGM initiatieven die gericht zijn op het beperken van arbeidsongeschiktheid. PGGM kent de werksituaties in de zorgsector en bundelt die kennis via 'Zorg maakt werk' met de kennis en ervaring van UWV. 2. Doelstelling project ‘Zorg maakt werk’. Deelname van WAO’ers aan de arbeidsmarkt draagt niet alleen bij aan het oplossen van arbeidstekorten in de sector Zorg en Welzijn, maar levert ook een bijdrage aan het beheersbaar houden van de pensioenpremie en de uitkeringsgelden. De totale groep WAO’ers in de sector Zorg en Welzijn kost PGGM, als er niet ingegrepen wordt, 443 miljoen euro. Met het verstrekken van WAO-uitkeringen door UWV voor deze mensen is 7 miljard euro gemoeid. Beide bedragen zijn de netto contante waarde van alle toekomstige lasten. De drie belangrijkste doelstellingen van het project zijn: • Inzicht krijgen in de meest effectieve reïntegratiemethodes voor arbeidsongeschikte (ex) werknemers in de sector Zorg & welzijn. • Een bijdrage leveren aan het verminderen van arbeidstekorten in de sector Zorg en Welzijn • Bijdragen aan het beheersbaar houden van de kosten voor werkgever, overheid en PGGM als gevolg van arbeidsongeschiktheid 3. Opzet project ‘Zorg maakt werk’ Met het project willen UWV en PGGM inzicht krijgen in de aanpak die het meest effectief is. Daarom vindt het project 'Zorg maakt werk' plaats in vijf verschillende pilots met elk zijn eigen aanpak. De pilots vinden plaats in de regio's Leiden, Rotterdam, Twente en Zuid-Limburg. Eén pilot heeft een landelijk bereik. Het project loopt in 2004, de tijdens het project gestarte trajecten zullen ook in 2005 doorlopen. In juli 2004 zijn naar verwachting de eerste resultaten bekend voor een tussentijdse evaluatie. De resultaten eind 2004 zijn de basis voor de eindevaluatie. UWV nodigt circa 4.500 arbeidsongeschikten die in de sector Zorg en Welzijn werkzaam waren uit voor een gesprek. In het gesprek worden de arbeidsmogelijkheden in kaart gebracht. Het profiel van de benaderde cliënten in termen van opleiding en ervaring sluit aan op de vraag vanuit de arbeidsmarkt in de zorgsector: een onderscheidend element ten opzichte van andere reïntegratieprojecten. Als er kansen zijn om weer (meer) aan de slag te gaan, volgt 4
een intensief begeleidingstraject met als uiteindelijk doel een passende baan te vinden. Het liefst binnen de sector, maar – als dat beter past – daarbuiten. 4. Vijf pilots Er worden vijf verschillende pilots uitgevoerd. Vier in een specifieke regio, de vijfde (uitgroeiend tot) landelijke dekking. Elke pilot kent een specifieke aanpak en benadering zodat het mogelijk wordt te bepalen wat de “best practices” zijn, eventueel toegespitst op specifieke situaties, regio’s of werknemers. De preselectie is door UWV en PGGM gezamenlijk gedaan. Hierbij is gekeken naar indicatoren als leeftijd en salaris om een groep te selecteren de qua profiel aansluit bij de vraag in de arbeidsmarkt. Voor Casemanagement is nog strikter naar een aantal indicatoren gekeken omdat hier potentiële deelnemers voor een heel specifieke opleiding en dus ook functie gezocht werden. Preselectie: Omvang van de pilots Twente
Zuid-Limburg
Rotterdam
Leiden
Casemanagement
1000 WAO-ers
1100 WAO-ers
1500 WAO-ers
1000 WAO-ers
500 opleidingsplaatsen
Limburg
UWV gaat in elke regio met deze mensen aan de slag. Een aantal van de mensen uit de preselectie zal nog uitvallen omdat UWV vindt dat zij hen, op basis van informatie in hun dossier, niet kan benaderen (bijvoorbeeld omdat al een reïntegratietraject loopt of iemand geen WAO-uitkering meer ontvangt). Elke pilot kent een intake-fase en een reïntegratie-fase. Elke pilot heeft een andere methode en werkwijze ontwikkeld voor deze fases. Hierna staat per pilot de methode en werkwijze beschreven. 4.1. Pilot Twente Methode De methode die Twente onderscheidt van de overige pilots is het gebruik van het gedragsmodel Leidmotieven. Deze wordt vanaf het eerste intakegesprek gebruikt. De ‘Leidmotievenmethodiek Werk’ neemt klantprofielen als uitgangspunt bij het bepalen van welke (reïntegratie)diensten op welke wijze aangeboden moeten worden. Ieder profiel vraagt om een specifieke reïntegratie-inspanning, van intake tot en met bemiddeling naar werk. Werkwijze De geselecteerde cliënten krijgen een brief van de arbeidsdeskundige met een uitnodiging voor een gesprek bij UWV. Doel van dit gesprek en eventuele vervolggesprekken is het in kaart brengen van de vraagbehoefte van de klant en het opstellen van een plan van aanpak voor het vervolgtraject, de daadwerkelijke reïntegratie. Hiervoor zijn op dit moment twee reïntegratiebedrijven, Agens en DHG, door UWV gecontracteerd. De motieven van de individuele cliënt zijn leidend bij de vormgeving van het reïntegratietraject: inzet van instrumenten, begeleiding en de zoektocht naar de passende baan bij het passende bedrijf. Werkgeversvereniging Twente/Oost-Achterhoek is bij het project betrokken voor het zoeken naar passende vacatures in de regio Twente. Ook zij nemen de leidmotieven bij deze taak als uitgangspunt.
5
4.2. Pilot Zuid-Limburg Methode Onderscheidende elementen voor de pilot Zuid-Limburg zijn het hanteren van de Humant Talent Marketing methodiek bij intake en het actief bij elkaar brengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt via een matchingspunt. Werkwijze De Human Talent Marketing methode gaat ervan uit dat elke cliënt wat unieks te bieden heeft aan werkgevers. De methodiek maakt gebruik van de zogeheten reïntegratie-barometer. Deze barometer brengt in beeld wat de arbeidsongeschikte belangrijk vindt in het leven. Op basis van een vragenlijst wordt bepaald welk profiel een cliënt heeft. Is het een levensgenieter of meer een zekerheidszoeker? Ook is een vitaliteitsindex beschikbaar om te bepalen hoe vitaal men zich voelt. Hoe beter men zich voelt, hoe groter de motivatie om te gaan werken. Zowel het profiel als de vitaliteit vormen belangrijke gegevens om het juiste begeleidingstraject aan te kunnen bieden en naar een passende werkgever op zoek te gaan. De cliënt wordt vervolgens in begeleiding genomen door een reïntegratiebedrijf. Er zijn drie reïntegratiebedrijven actief met elk hun eigen specialisatie: Top-Care, Yonder en Werkconsult. Hieruit maken cliënt en arbeidsdeskundige een keuze. Soms is het nodig om van meerdere bedrijven gebruik te maken. Om vraag naar en aanbod van arbeid bij elkaar te brengen is een matchingspunt ingesteld waar werkgevers hun personeelsvraag neer kunnen leggen en cliënten hun tijdens het traject opgestelde functie- en competentieprofiel aanbieden. 4.3. Pilot Rotterdam Methode De in Rotterdam gehanteerde, onderscheidende methode is empowerment, de client komt weer zelf aan het roer te staan. De kern van de begeleiding bestaat uit het realiseren van een samenwerking tussen de arbeidsongeschikte en de arbeidsdeskundige van UWV. Samen brengen ze de mogelijkheden om weer aan de slag te gaan in kaart. Als er kansen zijn om (meer) te gaan werken, zetten zij vervolgens samen een pad uit om daar te komen. De arbeidsdeskundige speelt in deze pilot een belangrijke ondersteunende en faciliterende rol. Door de arbeidsongeschikte te coachen, de weg te wijzen en waar nodig bij te staan in het uitvoeringsproces vindt de cliënt samen met hem de kortste weg naar duurzaam werk. Werkwijze De client wordt door de arbeidsdeskundige uitgenodigd voor een gesprek. De aanpak zorgt ervoor dat iedere cliënt zoveel mogelijk zelf in actie komt en betrokken is bij zijn eigen reïntegratie. De cliënt bepaalt daarbij zelf welke begeleiding hij wenst of nodig vindt en wie hier de meest geschikte partij voor is. Het volgen van een opleiding behoort bijvoorbeeld tot de mogelijkheden. De arbeidsongeschikte creëert op deze manier voor zichzelf een begeleidingstrajectop-maat. Het maatwerk en de betrokkenheid vergroten de kans op succesvolle reïntegratie
6
4.4. Pilot Leiden Methode Typerend voor deze pilot is dat er, in tegenstelling tot de eerste drie pilots, geen specifieke rol voor de arbeidsdeskundige van UWV is. Het traject start direct bij een van de gecontracteerde reïntegratiebedrijven. De reïntegratie wordt volledig aan hen overgelaten. Werkwijze Als eerste stap informeert UWV haar cliënt over het project en introduceert het voor de cliënt geselecteerde reïntegratiebedrijf. Voor deze pilot heeft UWV reïntegratiebedrijven gecontracteerd, Transferpunt Zorg en Guide to perspective. Een deskundige van het reïntegratiebedrijf nodigt de arbeidsongeschikte uit voor een gesprek. In dat gesprek brengen zij samen de mogelijkheden in kaart om weer aan de slag te gaan. Een op maat gesneden begeleidingstraject volgt. 4.5. Pilot Casemanagement Methode In deze pilot wordt cliënten een opleiding Casemanagement aangeboden, omdat juist vaak mensen met werkervaring in de sector Zorg en Welzijn hier geschikt voor blijken en er vraag is naar casemanagers. De functie van casemanager komt steeds vaker voor. Andere namen voor de functie van casemanager zijn bijvoorbeeld ouderenadviseur of trajectbegeleider. Methodisch casemanagement vormt de basis van het opleidingsprogramma. Werkwijze Als eerste stap informeert UWV haar cliënt over het project en introduceert Casemangement Services. Hierna wordt de cliënt telefonisch geïnformeerd en wordt besproken of de opleiding tot casemanager voor deze cliënt een geschikt reïntegratietraject is. De opleiding tot casemanager duurt negen maanden, inclusief een praktijkstage van zes maanden aan het eind. Gedurende de theoretische periode is er één dag per week les en werkt de deelnemer daarnaast aan praktijkopdrachten. In de praktijkleerperiode maakt de deelnemer met behulp van het Basismodel Casemanagement een analyse van een casemanagementsituatie en werkt daarbij aan een praktijkopdracht. Gedurende de opleiding en na afronding, worden deelnemers gecoacht bij het vinden van een baan als casemanager. 5. Communicatie Om alle betrokkenen optimaal te informeren, is er een internetsite over het project: www.zorgmaaktwerk.nl. Op deze site staan actuele informatie, nieuws en behaalde resultaten. Daarnaast worden er specifieke informatiematerialen gemaakt voor onder andere cliënten en werkgevers. Werkgevers in de pilotregio’s worden actief geïnformeerd over het project.
7
6. Rollen en verantwoordelijkheden Een stuurgroep samengesteld uit vertegenwoordigers van UWV en PGGM, bewaakt de gemeenschappelijke belangen van het project. Zij stuurt de uitvoering, voortgang en evaluatieresultaten. Bij het project ‘Zorg maakt werk’ zijn veel partijen betrokken. Dit vraagt een goede organisatie en uiterste zorgvuldigheid. Uitgangspunt is dat UWV verantwoordelijk is voor de primaire uitvoerende taken binnen wettelijke kaders. UWV verzorgt de contacten met de cliënten (o.a. intake) en is de opdrachtgever voor de reïntegratiebedrijven. PGGM is verantwoordelijk voor de dagelijkse uitvoering van het projectmanagement. Voor de kosten van het project is dezelfde verdeling afgesproken. UWV draagt de kosten van de arbeidsdeskundigen, intakes en reïntegratie, PGGM die van het projectmanagement en de evaluatie. De communicatie, waaronder de website en alle brochures/flyers en brieven, wordt onder verantwoordelijkheid van beide partijen - onder regie van het projectbureau verzorgd. Daarnaast is gekozen om voor het management van elk van de pilots één externe partij in te huren die zowel inhoudelijk als procesmatig de pilot stuurt. De uitvoering van de pilots, de werkzaamheden die worden uitgevoerd door arbeidsdeskundigen, de contracten met reïntegratiebedrijven en de opleiding Casemanagement verzorgd door Casemanagement Center, vallen onder de verantwoordelijkheid van UWV. De stuurgroep draagt zorg voor de evaluatie, PGGM heeft hiervoor de Hogeschool Arnhem-Nijmegen gecontracteerd. De werkgeversbenadering vindt eveneens onder verantwoordelijkheid van PGGM plaats vanuit haar rol als pensioenverzekeraar van en voor en de sector. Zie pagina 8 voor een schematische toelichting. 6.1. Privacybescherming De arbeidsongeschikte cliënten van UWV zijn de belangrijkste betrokkenen, het project draait immers om het veranderen van hun situatie. Het waarborgen van de privacy van deze cliënten is een belangrijk punt in het project. De uitvoering, het benaderen en begeleiden van de cliënten, ligt bij UWV zodat de wettelijke procedures rond privacy gehanteerd kunnen worden. PGGM maakt alleen gebruik van informatie waarover zij voor de uitvoering van de pensioenregeling al beschikt. Persoonsgegevens worden alleen gebruikt voor het doel waarvoor ze bestemd zijn. Voor de evaluatie en het onderzoek is een onafhankelijke partij gecontracteerd. Dit onderdeel wordt uitgevoerd onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de stuurgroep. Voor het de evaluatie en het onderzoek betekent dit dat de onderzoekers inzage hebben in de gegevens. Hiervoor worden echter alle wettelijke regels voor de bescherming van persoongegevens strikt gehanteerd. Een deel van de cliënten wordt benaderd met het verzoek een aantal vragen, in de vorm van een vragenlijst of interview, te beantwoorden. De informatie die hieruit wordt verkregen, is alleen beschikbaar voor de onderzoekers en komt uitsluitend geanonimiseerd en geaggregeerd in de onderzoeksrapporten terug.
8
Rolverdeling UWV
PGGM
Uitvoering door Projectmanagement
Projectbureau PGGM Specialisten PGGM en UWV
Communicatie
Externe pilotmanagers
Directe aansturing pilots Preselectie cliënten
PGGM en UWV UWV
Informeren cliënten
Arbeidsdeskundigen UWV-AG
Uitvoeren intakes en begeleiding clienten
UWV-IR resp reïntegratiebedrijven
Reïntegratietrajecten inkoop resp uitvoering
UWV-IR resp Casemanagementcenter
Opleiding Casemanagement inkoop resp uitvoering
Hogeschool Arnhem Nijmegen
Onderzoek en Evaluatie
Specialisten PGGM
Werkgeversbenadering
9