ONDERWERP
Bestemmingsplan check DO 7 Weerd DATUM
09-03-2016 VAN
Simone Loohuizen
In uiterwaarde 7 ‘Weerd’ zijn twee vigerende bestemmingsplannen: • Bestemmingsplan Linne, geldig in het westen van het plangebied; • Bestemmingsplan Lus van Linne, geldig in het oosten van het plangebied voor één element. In tabel 1 is per element het van toepassing zijnde bestemmingsplan en de geldende enkel- en dubbelbestemmingen (waarbij de enkelbestemmingen dikgedrukt zijn) weergegeven. Tevens is aangegeven of een werk & werkzaamhedenvergunning van toepassing is met bijbehorende onderbouwing waarom deze vergunning verleend kan worden. Tabel 1. Overzicht bestemmingen en daaruit voortkomende aanvullende vergunningsaanvragen per element.
Nr.
Element
Werkzaamheden
BestemmingsBestemming plan
Natuur
179
Bos
Kappen en frezen
Linne
T +31 (0)88 4261 261
Ja (art. 15)
Waterstaat: - Stroomvoerend rivierbed Nee (art. 30) - Waterlopen Ja (art. 32) Waarde - Landschap
Arcadis Nederland B.V., Beaulieustraat 22
Aanlegvergunning Onderbouwing
www.arcadis.com
Arcadis Nederland B.V. - Registered office: Arnhem - Registered number: 09036504
Ja (art. 29)
Het vellen en/of rooien van houtgewas en is omgevingsvergunningsplichting en toelaatbaar indien landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast. De beplanting wordt verwijderd ten behoeve van voldoende afvoer van water in het rivierengebied bij hoogwater. Vanuit ecologisch onderzoek zijn er geen bijzondere natuurwaarden aangetroffen. Er is daarom geen sprake van aantasting van natuurwaarden. Door het verwijderen van de vegetatie wordt het doelmatig functioneren van de waterloop bevorderd omdat de doorstroom minder wordt beperkt. Landschappelijk gezien zal de uiterwaard meer open worden. Tevens
blijven er voldoende landschapselementen in de directe omgeving behouden om de waarden van het landschap te waarborgen.
183
189
197
Riet en Ruigte
Struweel
Heg
Datum: 22-12-2015
Maaien
Kappen
Kappen en frezen
Linne
Lus van Linne
Linne
Natuur
Nee (art. 15)
Waterstaat – Stroomvoerend rivierbed
Nee (art. 30)
Waarde – Landschap
Nee (art. 29)
Waarde – Archeologie
Nee (art. 28)
Natuur
Ja (art. 3)
Waterstaat Stroomvoerend rivierbed
Ja (art. 8)
Agrarisch met waarden
Ja (art. 6)
Waterstaat Stroomvoerend rivierbed
Nee (art. 30)
Waarde - Landschap
Ja (art. 28)
n.v.t.
Het verwijderen, kappen, rooien of beschadigen van bomen of andere houtgewassen hoger dan 1,50 m is omgevingsvergunningsplichting. De beplanting wordt verwijderd ten behoeve van voldoende afvoer van water in het rivierengebied bij hoogwater. Vanuit ecologisch onderzoek zijn er geen bijzondere natuurwaarden aangetroffen waardoor er geen sprake is van aantasting van natuurwaarden. Door het verwijderen van de vegetatie wordt het doelmatig functioneren van de waterloop bevorderd omdat de doorstroom minder wordt beperkt. De afvoercapaciteit wordt vergroot. Het vellen en/of rooien van houtgewas is omgevingsvergunnings-plichting. De beplanting wordt verwijderd ten behoeve van voldoende afvoer van water in het rivierengebied bij hoogwater. Dit is gunstig voor de bestemming stroomvoerend rivierbed. Landschappelijk gezien zal de uiterwaard een meer open karakter krijgen. Tevens blijven er voldoende landschapselementen in de directe omgeving behouden om de waarden van het landschap te waarborgen.
2 van 19
198
Struweel
Kappen en frezen
Agrarisch met waarden
Ja (art. 6)
Waterstaat Stroomvoerend rivierbed
Nee (art. 30)
Waarde – Landschap
Ja (art. 28)
Linne
Leiding Hoogspanningsverbinding Nee (art. 26)
201
203
Struweel
Bomenrij
Datum: 22-12-2015
Kappen en frezen
Kappen en frezen
Linne
Linne
Natuur
Ja (art. 15)
Waterstaat – Stroomvoerend rivierbed
Nee (art. 30)
Waarde - Landschap
Ja (art. 29)
Natuur
Ja (art. 15)
Waterstaat – Stroomvoerend rivierbed
Nee (art. 30)
Het vellen en/of rooien van houtgewas is omgevingsvergunnings-plichting. De beplanting wordt verwijderd ten behoeve van voldoende afvoer van water in het rivierengebied bij hoogwater. Dit is gunstig voor de bestemming stroomvoerend rivierbed. Landschappelijk gezien zal de uiterwaard een meer open karakter krijgen. Tevens blijven er voldoende landschapselementen in de directe omgeving behouden om de waarden van het landschap te waarborgen. Het vellen en/of rooien van is omgevingsvergunningsplichting en toelaatbaar indien landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast. De beplanting wordt verwijderd ten behoeve van voldoende afvoer van water in het rivierengebied bij hoogwater. Vanuit ecologisch onderzoek zijn er geen bijzondere natuurwaarden aangetroffen. Het element wordt na de ophoging omgezet in natuurlijk grasland. Er is daarom geen sprake van aantasting van natuurwaarden. Landschappelijk gezien zal de uiterwaard meer open worden. Tevens blijven er voldoende landschapselementen in de directe omgeving behouden om de waarden van het landschap te waarborgen. Het vellen en/of rooien van is omgevingsvergunningsplichting en toelaatbaar indien landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast. De beplanting wordt verwijderd ten behoeve van voldoende afvoer van water in het rivierengebied bij hoogwater. Vanuit ecologisch onderzoek zijn er geen bijzondere natuurwaarden aangetroffen. Het element wordt na de ophoging omgezet in
3 van 19
natuurlijk grasland. Er is daarom geen sprake van aantasting van natuurwaarden.
204
205
Struweel
Struweel
Kappen en frezen
Kappen en frezen
Linne
Linne
Natuur
Ja (art. 15)
Waterstaat – Stroomvoerend rivierbed
Nee (art. 30)
Waarde - Landschap
Ja (art. 29)
Agrarisch met waarden
Ja (art. 6)
Waterstaat – Stroomvoerend rivierbed
Nee (art. 30) Ja (art. 29)
Waarde - Landschap
206
Bomenrij
Datum: 22-12-2015
Dunnen
Linne
Agrarisch met waarden
Ja (art. 6)
Verkeer
Nee (art. 19)
Natuur
Ja (art. 15)
Het vellen en/of rooien van is omgevingsvergunningsplichting en toelaatbaar indien landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast. De beplanting wordt verwijderd ten behoeve van voldoende afvoer van water in het rivierengebied bij hoogwater. Vanuit ecologisch onderzoek zijn er geen bijzondere natuurwaarden aangetroffen. Het element wordt na de ophoging omgezet in natuurlijk grasland. Er is daarom geen sprake van aantasting van natuurwaarden. Landschappelijk gezien zal de uiterwaard meer open worden. Tevens blijven er voldoende landschapselementen in de directe omgeving behouden om de waarden van het landschap te waarborgen. Het vellen en/of rooien van houtgewas is omgevingsvergunnings-plichting. De beplanting wordt verwijderd ten behoeve van voldoende afvoer van water in het rivierengebied bij hoogwater. Dit is gunstig voor de bestemming stroomvoerend rivierbed. Landschappelijk gezien zal de uiterwaard een meer open karakter krijgen. Tevens blijven er voldoende landschapselementen in de directe omgeving behouden om de waarden van het landschap te waarborgen. Het vellen en/of rooien van houtgewas is omgevingsvergunnings-plichting en toelaatbaar indien landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast.. De beplanting wordt verwijderd ten behoeve van voldoende afvoer
4 van 19
Riet en 2062 Ruigte
2063 Bomenrij
Datum: 22-12-2015
Maaien
Kappen en frezen
Linne
Linne
Waterstaat – Stroomvoerend rivierbed
Nee (art. 30)
Waarde - Landschap
Ja (art. 29)
Natuur
Nee (art. 15)
Waterstaat Stroomvoerend rivierbed
Nee (art. 30)
Waarde – Landschap
Nee (art. 29)
Waarde - Archeologie
Nee (art. 28)
Natuur
Ja (art. 15)
Waterstaat – Stroomvoerend rivierbed
Nee (art. 30)
van water in het rivierengebied bij hoogwater. Dit is gunstig voor de bestemming stroomvoerend rivierbed. Landschappelijk gezien zal de uiterwaard een meer open karakter krijgen. Tevens blijven er voldoende landschapselementen in de directe omgeving behouden om de waarden van het landschap te waarborgen. n.v.t.
Het vellen en/of rooien van is omgevingsvergunningsplichting en toelaatbaar indien landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast. De beplanting wordt verwijderd ten behoeve van voldoende afvoer van water in het rivierengebied bij hoogwater. Vanuit ecologisch onderzoek zijn er geen bijzondere natuurwaarden aangetroffen. Het element wordt na de ophoging omgezet in natuurlijk grasland. Er is daarom geen sprake van aantasting van natuurwaarden.
5 van 19
ACHTERGRONDINFORMATIE Bestemmingsplan Linne
1.1 Artikel 15 Natuur 1.1.1 15.1 Bestemmingsomschrijving De voor “Natuur” (N) aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
het behoud, herstel dan wel de ontwikkeling van de aanwezige, dan wel daaraan eigen natuurlijke en landschappelijke waarden; de verbetering van het milieu voor de natuurlijke levensgemeenschappen; de opbouw van het landschap; beperkt recreatief medegebruik, waaronder dient te worden verstaan wandelen, fietsen en paardrijden; onverharde wegen ten behoeve van het landbouwverkeer; kunstwerken ten behoeven van geluid reducerende maatregelen in de vorm van geluidsschermen;
met de daarbij behorende: 7. 8. 9. 10.
voet- en fietspaden; groenvoorzieningen; (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en water-partijen; voorzieningen van algemeen nut.
1.1.2 15.4 Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en opstallen wordt in elk geval verstaan het gebruik voor en/of als: 1.
staanplaats of ligplaats voor onderkomens, behoudens voor zover en voor zolang de aanwezigheid van onderkomens nodig is in verband met in de tot Natuur bestemde gronden uit te voeren werken of werkzaamheden; 2. staanplaats voor wagens; 3. agrarische doeleinden, met uitzondering van agrarische doeleinden in het kader van natuurbeheer; 4. sport-, wedstrijd- of speelterrein, kampeer- of caravanterreinen, dagcampings, parkeerterreinen, lig- of speelweiden, zwemgelegenheden en buitenmaneges; 5. het beproeven van voertuigen; voor de beoefening van de motorsport en de modelvliegsport; voor het houden van wedstrijden met motorrijtuigen of bromfietsen; voor het racen of crossen met motorrijtuigen en (brom)fietsen; 6. militaire oefeningen; 7. het winnen van bosstrooisel of mos; 8. het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, ten behoeve van doeleinden als omschreven onder a. tot en met g.; 9. erotisch getinte bedrijven en prostitutie; 10. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; 11. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
1.1.3 15.5 Afwijken van de gebruiksregels Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige natuurlijke waarden kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 15.4 ten behoeve van: 1.
het kamperen door groepen met als doelstelling het onderhoud en beheer van het natuurgebied;
Arcadis Nederland B.V., Beaulieustraat 22
T +31 (0)88 4261 261
www.arcadis.com
Arcadis Nederland B.V. - Registered office: Arnhem - Registered number: 09036504
2.
het houden van militaire oefeningen, mits de aanwezige waarden niet (onomkeerbaar) worden of kunnen worden aangetast.
1.1.4 15.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 1.1.4.1 15.6.1 Verbod Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren die voorkomen in de onderstaande opsomming: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
het aanleggen, verharden of verwijderen van wegen, paden of parkeergelegen-heden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; het graven, verbreden, uitdiepen, dempen en/of verleggen van watergangen; het ontginnen; bodemverlagen, het afgraven, het ophogen, het egaliseren of het scheuren van grasland; het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecom-municatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; het aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden, aanleg- en ligplaatsen of vlonders; het vellen en/of rooien of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas dan wel waardevolle vegetatie ten gevolge kunnen hebben; het bebossen van gronden, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan niet als bos konden worden aangemerkt; het bemalen of draineren van de grond en het winnen, toevoeren, afdammen of stuwen van water of het anderszins wijzigen van de grondwaterstand en de waterhuishouding; het verrichten van exploratie- en exploitatieboringen ten behoeve van de winning van delfstoffen, olie of gas.
1.1.4.2 15.6.2 Voorwaarden omgevingsvergunning Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1.
2.
3.
het werk of de werkzaamheid is niet in strijd met de bestemmingsomschrijving of de krachtens deze gestelde eisen, met een beheersverordening, met een besluit als bedoeld in artikel 3.40 van de Wet ruimtelijke ordening dan wel met een voorbereidingsbesluit; indien voor het werk of de werkzaamheid een vergunning ingevolge de Monumentenwet 1988, een provinciale monumentenverordening of een gemeentelijke monumentenverordening is vereist, moet deze zijn verleend indien zulks vereist is; het werk of de werkzaamheid is niet in strijd met de regels gesteld bij of krachtens een verordening als bedoeld in artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of bij of krachtens het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening.
1.1.4.3 15.6.3 Uitzonderingen Het verbod als bedoeld in 15.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; vallen binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik, met uitzondering van het blijvend scheuren van grasland; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan; mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning; vallen onder het vellen of rooien bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand; behoren tot het periodiek kappen van hakhout voor zover betreffende de normale uitoefening van het op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan bestaande bodemgebruik.
1.1.4.4 15.6.4 Toelaatbaarheid De werken of werkzaamheden als bedoeld in 15.6.1 zijn alleen toelaatbaar, als - gehoord het waterschap als de waterhuishouding en/of de waterafvoer in het geding is - door die werken of werkzaamheden of door de daarvan
Datum: 22-12-2015
7 van 19
direct of indirect te verwachten gevolgen de in 15.1 genoemde doeleinden dan wel waarden van deze gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
1.2 Artikel 16 Recreatie – Dagrecreatie 1.2.1 16.1 Bestemmingsomschrijving De voor “Recreatie – Dagrecreatie” (R-DR) aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. 2. 3.
dagrecreatief gebruik; ter plaatse van de functieaanduiding "jachthaven" (jh), een jachthaven ten behoeve van pleziervaartuigen; ter plaatse van de functieaanduiding "zwembad" (zb), een openluchtzwembad met de daarom liggende recreatiegronden, recreatievoorzieningen en ondergeschikte horeca met een maximale oppervlakte van 25 m2; met de daarbij behorende:
4. 5. 6. 7. 8.
wegen, paden en verhardingen; parkeervoorzieningen; groenvoorzieningen; (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en water-partijen; voorzieningen van algemeen nut.
1.
brandveiligheid en rampenbestrijding.
1.2.2 16.4 Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en opstallen wordt in elk geval verstaan het gebruik voor: 1. 2. 3. 4. 5.
6.
detailhandel en horeca, behalve ondergeschikte detailhandel en horeca ter plaatse van de functieaanduiding “zwembad” (zb); permanente of tijdelijke bewoning; ligplaats voor woonschepen; erotisch getinte bedrijven en prostitutie; opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
1.3 Artikel 19 Verkeer 1.3.1 19.1 Bestemmingsomschrijving De voor “Verkeer” (V) aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. 2. 3. 4. 5.
wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie; kunstwerken ten behoeve van geluid reducerende maatregelen in de vorm van geluidsschermen; voet- en rijwielpaden; parkeervoorzieningen; groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
Datum: 22-12-2015
8 van 19
6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
terrassen ten behoeve van een horecavestiging; straatmeubilair; voorzieningen van algemeen nut; (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en water-partijen; oeververbindingen (bruggen); onderdoorgangen, zoals wild- en faunapassages en eco-voorzieningen; evenemententerrein; ter plaatse van de functieaanduiding “parkeerterrein” (p), uitsluitend een parkeer-terrein; ter plaatse van de functieaanduiding “specifieke vorm van verkeer – parkeerterrein vrachtwagens” (svpv), een parkeerterrein voor vrachtwagens; 15. uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding “specifieke vorm van verkeer – standplaats” (sv-stp), standplaatsen.
1.3.2 19.3 Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: 1.
2.
het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
1.4 Artikel 6 Agrarisch met waarden 1.4.1 6.1 Bestemmingsomschrijving De voor “Agrarisch met waarden” (AW) aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. 2. 3. 4. 5.
agrarisch bedrijfsmatig gebruik; behoud en ontwikkeling van de aanwezige waarden; het in stand houden van de openheid in het gebied; onverharde wegen ten behoeve van het landbouwverkeer; realiseren en in stand houden van natuur- en landschapselementen zoals houtopstanden, houtwallen, houtsingels, sloten, beken, waterlopen en overige waterpartijen, water- en oevervegetaties; met daaraan ondergeschikt:
6. 7.
perceelontsluitingswegen; recreatief medegebruik. 6.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor en/of als: 1.
plaatsing van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel; 2. manege, terras, tennisbaan of zwembad; 3. het beproeven van en/of racen met voertuigen, al dan niet in wedstrijdverband; 4. plaatsing van opschriften, aankondigingen of afbeeldingen, waaronder reclame-uitingen; 5. buitenopslag, behoudens voor zover dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik; 6. standplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel; 7. ambachtelijke- en/of industriële doeleinden; 8. detailhandel en groothandel, met uitzondering van verkoop van bedrijfsproducten afkomstig van het eigen bedrijf en in eigen beheer; 9. transport- en/of garagedoeleinden; 10. horecadoeleinden; 11. containervelden; 12. permanente of tijdelijke bewoning die geen verband houdt met de agrarische bedrijfsvoering.
Datum: 22-12-2015
9 van 19
1.4.2 6.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 1.4.2.1 6.6.1 Verbod Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren die voorkomen in de onderstaande opsomming: 1. 2. 3. 4.
5.
het aanleggen, verharden of verwijderen van wegen, paden of parkeer-gelegenheden en het aanbrengen of verwijderen van andere oppervlakte-verhardingen; het graven, verbreden, uitdiepen, dempen en/of verleggen van watergangen; het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen; het verwijderen of vergraven van natuur- en landschapselementen, zoals poelen, steilranden, waardevolle berm- en greppelvegetatie en waardevolle oever- en watervegetatie, dan wel het verrichten van andere werkzaamheden welke een ernstige beschadiging van de waardevolle vegetatie ten gevolge kunnen hebben; het vellen of rooien van houtopstanden of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadiging van houtopstanden ten gevolge kunnen hebben.
1.4.2.2 6.6.2 Voorwaarden omgevingsvergunning De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1.
2.
3.
het werk of de werkzaamheid is niet in strijd met de bestemmingsomschrijving of de krachtens deze gestelde eisen, met een beheersverordening, met een besluit als bedoeld in artikel 3.40 van de Wet ruimtelijke ordening dan wel met een voorbereidingsbesluit; indien voor het werk of de werkzaamheid een vergunning ingevolge de Monumentenwet 1988, een provinciale monumentenverordening of een gemeentelijke monumentenverordening is vereist, moet deze zijn verleend indien zulks vereist is; het werk of de werkzaamheid is niet in strijd met de regels gesteld bij of krachtens een verordening als bedoeld in artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of bij of krachtens het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening.
1.4.2.3 6.6.3 Uitzonderingen Het bepaalde in artikel 6.6.1 is niet van toepassing voor: 1. 2. 3. 4.
5.
normale onderhoudswerkzaamheden; bouwwerken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis; werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemgebruik; werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde verleende vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd; voor het vellen of rooien bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand.
1.5 Artikel 30 Waterstaat – Stroomvoerend rivierbed 1.5.1 30.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Waterstaat – Stroomvoerend rivierbed" (WS-SVR) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor: 1. 2.
riviergebonden activiteiten; voor het waarborgen van een veilige afvoer van en berging van rivierwater onder normale en maatgevende hoogwaterstanden, sediment en ijs;
Datum: 22-12-2015
10 van 19
3. 4. 5.
de waterhuishouding; de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering; et vergroten van de afvoercapaciteit.
Onder riviergebonden activiteiten worden verstaan: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
de aanleg of wijziging van de waterstaatkundige functies; de realisatie van voorzieningen voor een betere en veiligere afwikkeling van de beroeps- en recreatievaart; de bouw of wijziging van waterkrachtcentrales; de realisatie van natuur; de realisatie van voorzieningen die onlosmakelijk met de waterrecreatie zijn verbonden; de winning van oppervlaktedelfstoffen
1.5.2 30.4 Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en opstallen wordt in elk geval verstaan het gebruik voor zowel riviergebonden als niet riviergebonden activiteiten.
1.5.2.1 30.5 Afwijken van de gebruiksregels Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het waterbergend vermogen van het gebied kan het bevoegd gezag, mits gehoord Rijkswaterstaat, met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 30.4 ten behoeve van zowel riviergebonden als niet riviergebonden activiteiten, mede conform de onderliggende bestemming, met dien verstande dat slechts een omgevingsvergunning wordt verleend indien: voor riviergebonden activiteiten: 1. 2. 3. 4.
er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft; er geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit; er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het waterbergend vermogen zo gering mogelijk is; de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn; voor niet- riviergebonden activiteiten:
5.
6. 7. 8. 9.
er sprake is van: o een functieverandering binnen de bestaande bebouwing; of o een activiteit die per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie; of o een groot openbaar belang en het bouwwerk kan redelijkerwijs niet buiten het rivierbed worden gerealiseerd; of o een zwaarwegend bedrijfseconomisch belang voor bestaande grond-gebonden agrarische bedrijven en het bouwwerk kan redelijkerwijs niet buiten het rivierbed worden gerealiseerd; er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft; er geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit; er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het waterbergend vermogen zo gering mogelijk is; de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd of rivier verruimende maatregelen worden genomen, waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn.
1.6 Artikel 32 Waterstaat – Waterlopen
Datum: 22-12-2015
11 van 19
1.6.1 32.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Waterstaat – Waterlopen" (WS-WL) aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor: 1. 2. 3.
waterkeringen; watersystemen als fysiek systeem van waterlopen en andere met de waterhuishouding samenhangende voorzieningen; waterbergingsgebieden.
1.6.2 32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 1.6.2.1 32.4.1 Verbod Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren die voorkomen in de onderstaande opsomming: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen; het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen; het aanbrengen van diep wortelende beplantingen en/of bomen; het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen; diepploegen; het aanleggen van kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies; het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.
1.6.2.2 32.4.2 Voorwaarden omgevingsvergunning De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1.
2.
3.
het werk of de werkzaamheid is niet in strijd met de bestemmingsomschrijving of de krachtens deze gestelde eisen, met een beheersverordening, met een besluit als bedoeld in artikel 3.40 van de Wet ruimtelijke ordening dan wel met een voorbereidingsbesluit; indien voor het werk of de werkzaamheid een vergunning ingevolge de Monumentenwet 1988, een provinciale monumentenverordening of een gemeentelijke monumentenverordening is vereist, moet deze zijn verleend indien zulks vereist is; het werk of de werkzaamheid is niet in strijd met de regels gesteld bij of krachtens een verordening als bedoeld in artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of bij of krachtens het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening.
1.6.2.3 32.4.3 Uitzonderingen Het verbod als bedoeld in 32.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: 1. 2. 3.
betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan; mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
1.6.2.4 32.4.4 Toelaatbaarheid De werken of werkzaamheden als bedoeld in 32.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits: 1. 2.
geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterloop; vooraf gehoord de betreffende beheerder van de watergang.
Datum: 22-12-2015
12 van 19
1.7 Artikel 28 Waarde – Archeologie 1.7.1 28.1 Bestemmingsomschrijving De voor “Waarde – Archeologie” (WR-A) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van archeologische waarden.
1.7.2 28.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 1.7.2.1 28.3.1 Verbod Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren die voorkomen in de onderstaande opsomming: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe in ieder geval worden gerekend: afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; het ophogen van de bodem; het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op één of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond; het aanleggen, verbreden en/of verharden van wegen, paden, banen, parkeergelegenheden en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; het verlagen of verhogen van het waterpeil; het aanleggen, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren; het aanleggen of rooien van bos, boomgaard of houtgewas waarbij stobben worden geplaatst of verwijderd op een grotere diepte dan het aantal cm, zoals bepaald in de onderstaande tabel; het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur. AMK- terreinen en archeologische monumenten: (*)
Gebieden met hoge archeologische verwachting: (*)
Gebieden met middelhoge archeologische verwachting: (*)
Gebieden met een lage archeologische verwachting: (*)
niet dieper dan 30 cm niet dieper dan 50 cm en niet dieper dan 50 cm en niet dieper dan 30 cm en en met een oppervlakte met een opper-vlakte met een oppervlakte niet met een oppervlakte niet niet groter dan 100 m2 niet groter dan 1.000 m2 groter dan 2.500 m2 groter dan 10.000 m2 (*) zoals aangegeven op de in Bijlage 4 van deze regels opgenomen gemeentelijke Archeologische waarden- en verwachtingenkaart.
1.7.2.2 28.3.2 Voorwaarden omgevingsvergunning De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1.
2.
3.
de aanvrager van de vergunning heeft een rapport overgelegd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld; de betrokken archeologische waarden, gelet op het rapport genoemd onder a, door de werken of werkzaamheden niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de aanlegvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische waarden in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de werken en werkzaamheden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties; het bepaalde onder a. en b. is niet van toepassing, indien de uit te (laten) voeren werken en werkzaamheden betrekking hebben op één of meer van de volgende werken en werkzaamheden:
Datum: 22-12-2015
13 van 19
4.
5. 6.
vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande werken en werkzaamheden, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de eventueel bestaande fundering; een werk dan wel werkzaamheid met een oppervlakte, waarvoor in de onderstaande tabel bepaald is dat voor een dergelijk bouwwerk geen rapport als bedoeld in 28.3.4 onder a. vereist is; alsmede een bouwwerk met graafwerkzaamheden, waarvoor in de onderstaande tabel bepaald is dat voor een dergelijke graafwerkzaamheden geen rapport als bedoeld in 28.3.4 onder a. vereist is;
AMK- terreinen en archeologische monumenten: (*)
Gebieden met hoge archeologische verwachting: (*)
Gebieden met middelhoge archeologische verwachting: (*)
Gebieden met een lage archeologische verwachting: (*)
niet dieper dan 30 cm niet dieper dan 50 cm en niet dieper dan 50 cm en niet dieper dan 30 cm en en met een oppervlakte met een opper-vlakte met een oppervlakte niet met een oppervlakte niet niet groter dan 100 m2 niet groter dan 1.000 m2 groter dan 2.500 m2 groter dan 10.000 m2 (*) zoals aangegeven op de in Bijlage 4 van deze regels opgenomen gemeentelijke Archeologische waarden- en verwachtingenkaart. 7.
8.
9.
het werk of de werkzaamheid is niet in strijd met de bestemmingsomschrijving of de krachtens deze gestelde eisen, met een beheersverordening, met een besluit als bedoeld in artikel 3.40 van de Wet ruimtelijke ordening dan wel met een voorbereidingsbesluit; indien voor het werk of de werkzaamheid een vergunning ingevolge de Monumentenwet 1988, een provinciale monumentenverordening of een gemeentelijke monumentenverordening is vereist, moet deze zijn verleend indien zulks vereist is; het werk of de werkzaamheid is niet in strijd met de regels gesteld bij of krachtens een verordening als bedoeld in artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of bij of krachtens het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening.
1.7.2.3 28.3.3 Uitzonderingen Het in 28.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: 1. 2. 3.
het normale onderhoud en/of gebruik betreffen; reeds in uitvoering waren op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan; ten diensten van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.
1.7.2.4 28.3.4 Voorwaarden aan aanlegactiviteiten te verbinden Indien uit het in 28.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden: 1. 2. 3.
de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; de verplichting tot het doen van opgravingen; de verplichting de werken en werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
1.8 Artikel 29 Waarde – Landschap
Datum: 22-12-2015
14 van 19
1.8.1 29.1 Bestemmingsomschrijving De voor “Waarde – Landschap” (WR-L) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van cultuurhistorische en landschappelijke waarden.
1.8.2 29.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 1.8.2.1 29.3.1 Verbod Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren die voorkomen in de onderstaande opsomming: 1. 2. 3. 4. 5.
het scheuren van graslanden; het planten van (fruit-)bomen op gronden die zijn gelegen buiten de gebieden zoals aangegeven in Bijlage 5 van deze regels; het vellen en/of rooien van houtgewas of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadiging van het houtwas ten gevolge kunnen hebben; het aanleggen, verharden of verwijderen van wegen, paden, parkeergelegenheden of overige oppervlakteverhardingen; het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren, dan wel het verrichten van andere werkzaamheden welke ernstige beschadiging van de waardevolle vegetatie of de geomorfologie ten gevolge kunnen hebben.
1.8.2.2 29.3.2 Voorwaarden omgevingsvergunning De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1.
2.
3.
het werk of de werkzaamheid is niet in strijd met de bestemmingsomschrijving of de krachtens deze gestelde eisen, met een beheersverordening, met een besluit als bedoeld in artikel 3.40 van de Wet ruimtelijke ordening dan wel met een voorbereidingsbesluit; indien voor het werk of de werkzaamheid een vergunning ingevolge de Monumentenwet 1988, een provinciale monumentenverordening of een gemeentelijke monumentenverordening is vereist, moet deze zijn verleend indien zulks vereist is; het werk of de werkzaamheid is niet in strijd met de regels gesteld bij of krachtens een verordening als bedoeld in artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of bij of krachtens het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening.
1.8.2.3 29.3.3 Uitzonderingen Het in 29.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
op het werk of werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde; op het werk of werkzaamheden, welke reeds in uitvoering waren op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan; op het werk of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis; op het werk of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik; voor zover de Boswet of krachtens die wet gestelde voorschriften van toepassing zijn; voor het vellen of rooien bij wijze van verzorging van het aanwezige houtopstand.
1.8.2.4 29.3.4 Toelaatbaarheid De werken of werkzaamheden als bedoeld in 29.3.1 zijn slechts toelaatbaar, mits: 1.
de betrokken natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden door de werken of werkzaamheden niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de
Datum: 22-12-2015
15 van 19
2.
omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden; het bepaalde onder a. is niet van toepassing, indien de uit te (laten) voeren werken en werkzaamheden betrekking hebben vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande werken en werkzaamheden, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de eventueel bestaande fundering.
1.9 Artikel 26 Leiding – Hoogspanningsverbinding 1.9.1 26.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Leiding – Hoogspanningsverbinding" (L-HV) aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, bestemd voor een hoogspanningsverbinding en bij de hoogspanningsverbinding behorende beschermingszone. .
1.9.2 26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 1.9.2.1 26.4.1 Verbod Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren die voorkomen in de onderstaande opsomming: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen; het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen; het aanbrengen van hoog opgaande beplantingen en/of bomen; het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen; het aanleggen van andere kabels en leidingen anders dan in de bestemmingsomschrijving aangegeven, en daarmee verband houdende constructies; het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.
1.9.2.2 26.4.2 Voorwaarden omgevingsvergunning De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1. 2. 3.
4.
5.
er vindt geen onevenredige aantasting plaats van het doelmatig functioneren van de leiding; vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder; het werk of de werkzaamheid is niet in strijd met de bestemmingsomschrijving of de krachtens deze gestelde eisen, met een beheersverordening, met een besluit als bedoeld in artikel 3.40 van de Wet ruimtelijke ordening dan wel met een voorbereidingsbesluit; indien voor het werk of de werkzaamheid een vergunning ingevolge de Monumentenwet 1988, een provinciale monumentenverordening of een gemeentelijke monumentenverordening is vereist, moet deze zijn verleend indien zulks vereist is; het werk of de werkzaamheid is niet in strijd met de regels gesteld bij of krachtens een verordening als bedoeld in artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of bij of krachtens het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening.
1.9.2.3 26.4.3 Uitzonderingen Het verbod als bedoeld in 26.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: 1. 2. 3.
betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
Datum: 22-12-2015
16 van 19
Bestemmingsplan Lus van Linne Artikel 3 Natuur 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
• • • •
het behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke en natuurwaarden; onverharde of halfverharde paden en wegen; water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder stroomgeleidende voorzieningen; extensief dagrecreatief medegebruik.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.1voor het toestaan van het gebruik van gronden voor parkeervoorzieningen ten behoeve van bezoekers en/of beheer van het natuurterrein, mits de landschappelijke en natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast
3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
3.5.1 Werken en werkzaamheden Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
• • • • • • • •
het afgraven of ophogen van gronden; het aanleggen, verwijderen, ontgraven en vergraven van dijken, taluds, kades en andere waterkerende of stroomgeleidende voorzieningen; het aanleggen, veranderen of dempen van wateren en waterlopen; het aanleggen van bestratingen of andere oppervlakteverhardingen; de aanleg van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen; het ontginnen of scheuren van grasland; het verwijderen, kappen, rooien of beschadigen van bomen of andere houtgewassen hoger dan 1,50 m die ten tijde van het van kracht worden van het plan aanwezig zijn; het planten van bomen en andere houtige gewassen, ter plaatse waar deze gronden hiermee niet beplant waren ten tijde van het van kracht worden van het plan.
3.5.2 Uitzonderingen Het in lid 3.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
• • •
betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; vallen onder de omgevingsvergunningplicht voor het vellen van een houtopstand zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening; op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning mogen worden uitgevoerd.
Datum: 22-12-2015
17 van 19
3.5.3 Voorwaarden voor verlening De in lid 3.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien aangetoond is dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de waarden van de betreffende en omringende gronden.
Artikel 8 Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed 8.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en behoud van de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed, waaronder stroomgeleidende voorzieningen.
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 8.3.1 Aanlegverbod Het is verboden op of in gronden met de bestemming 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
• • • • • • •
het afgraven of ophogen van gronden; het aanleggen, verwijderen, ontgraven en vergraven van dijken, taluds, kades en andere waterkerende of stroomgeleidende voorzieningen; het aanleggen, veranderen of dempen van wateren en waterlopen; het aanleggen van bestratingen of andere oppervlakteverhardingen; de aanleg van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen; het verwijderen, kappen, rooien of beschadigen van bomen of andere houtgewassen hoger dan 1,50 m die ten tijde van het van kracht worden van het plan aanwezig zijn; het planten van bomen en andere houtige gewassen, ter plaatse waar deze gronden hiermee niet beplant waren ten tijde van het van kracht worden van het plan.
8.3.2 Uitzonderingen Het in lid 8.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
• • • •
betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning mogen worden uitgevoerd; plaats vinden in de bestemmingen 'Natuur - Na ontgronding/opvulling' of 'Water - Na ontgronding/opvulling' voor zover deze werken en werkzaamheden plaatsvinden overeenkomstig een daarvoor door het bevoegd gezag verleende ontgrondingsvergunning; met dien verstande dat voor de onder a t/m c genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden een vereiste vergunning op grond van artikel 6.5 van de Waterwet verleend moet zijn of redelijkerwijs verleend kan worden of aangetoond is dat een dergelijke vergunning niet noodzakelijk is.
Datum: 22-12-2015
18 van 19
8.3.3 Voorwaarden voor verlening De in lid 8.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien aangetoond is dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan bescherming en behoud van de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed, waaronder stroomgeleidende voorzieningen, en voordat de omgevingsvergunning wordt verleend advies wordt ingewonnen bij Rijkswaterstaat.
Datum: 22-12-2015
19 van 19