Aange pa op st 1 maa 2008 rt
Verkeersborden… raakt u er wijs uit?
Gevaarsborden Inhoud
Gevaarsborden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Verkeersborden betreffende de voorrang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Wanneer een verkeersbord slechts betrekking heeft op een uitrit rechts van een rijbaan die in rijstroken is verdeeld, wordt het aangevuld met een onderbord zoals het model hiernaast. De gevaarsborden worden rechts of boven de rijbaan geplaatst. Zij kunnen links herhaald worden. Met uitzondering van de verkeersborden A 45 en A 47 die aan of in de onmiddellijke nabijheid van de overweg geplaatst worden, duiden ze een gevaar aan dat zich ongeveer 150 meter verderop bevindt. Een andere afstand kan worden aangeduid op een onderbord.
A1 Gevaarlijke bocht naar links.
Verbodsborden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Gevaarlijke bocht naar rechts.
Gebodsborden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten, de eerste naar links.
Verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren. . . . . . . . . . 17
Signalisatie met zonale geldigheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten, de eerste naar rechts.
Aanwijzingsborden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
A3 Gevaarlijke daling.
November 2008 D/2008/0779/102 Verantwoordelijke uitgever: P. Derweduwen
A5 Steile helling.
A7
Dit onderbord duidt aan dat de weg glad kan zijn ten gevolge van ijzel of sneeuw.
Rijbaanversmalling.
A17 Kiezelprojectie.
A19 Vallende stenen.
A9 Beweegbare brug.
A21 Oversteekplaats voor voetgangers.
A11 Uitweg op een kaai of een oever.
A23 Plaats waar speciaal veel kinderen komen.
A13 Uitholling overdwars of ezelsrug.
A25
Verhoogde inrichting(en).
A27
A14
A15 Glibberige rijbaan.
Oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen of plaats waar die bestuurders van een fietspad op de rijbaan komen.
Doortocht van groot wild.
A29 Doortocht van vee.
A31
A47
Overweg voor twee of meer sporen. Dit bord bevindt zich aan of nabij de overweg.
Werken.
A33 Verkeerslichten.
A49
Overtocht van vliegtuigen op geringe hoogte.
A51
A35
Kruising van een openbare weg door een of meer in de rijbaan aangelegde sporen.
Gevaar dat niet door een speciaal symbool wordt bepaald. Een onderbord duidt de aard van het gevaar aan.
A37 Zijwind. Type II
A39
Bij de gevaarsborden kan een onderbord aangebracht zijn waarop de lengte van het gevaarlijk weggedeelte vermeld is.
Verkeer toegelaten in beide richtingen na een gedeelte van de rijbaan met éénrichtingsverkeer.
A41 Overweg met slagbomen.
A43 Overweg zonder slagbomen.
A45
Overweg voor enkel spoor. Dit bord bevindt zich aan of nabij de overweg.
Verkeersborden betreffende de voorrang
B15
Voorrang. De horizontale streep van het symbool mag worden gewijzigd om duidelijker de plaatsgesteldheid weer te geven.
De verkeersborden betreffende de voorrang worden rechts geplaatst. Zij mogen links of boven de rijbaan herhaald worden.
B1 Voorrang verlenen. Type VIII
B3
Verkeersbord dat het verkeersbord B1 aankondigt op de bij benadering aangeduide afstand.
B5 Stoppen en voorrang verlenen.
B7
Verkeersbord dat het verkeersbord B5 aankondigt op de bij benadering aangeduide afstand.
B17 Kruispunt waar de voorrang van rechts geldt.
M1
M8
M9
M10
B9 Voorrangsweg.
B19
B11 Einde van de voorrangsweg.
B13
Verkeersbord dat het verkeersbord B11 aankondigt op de bij benadering aangeduide afstand.
Een onderbord mag de verkeersborden B1, B3, B5, B7 en B15 aanvullen om het tracé van de weg aan te duiden waarop de bestuurders aan het volgend kruispunt voorrang hebben. Wanneer het verkeersbord B9 vóór of op het kruispunt geplaatst is, mag het eveneens met dit onderbord aangevuld worden.
B21
Een onderbord van het model M1 of M8 mag de verkeersborden B1 en B5 aanvullen, wanneer die verkeersborden alleen betrekking hebben op de fietsers of op fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen. Een onderbord van het model M9 of M10 mag de verkeersborden B1, B5 en B17 aanvullen om aan te duiden dat fietsers of fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen in de twee rijrichtingen rijden op de dwarslopende openbare weg die men gaat oprijden.聸
Smalle doorgang. Gebod voorrang te verlenen aan de bestuurders die uit de tegenovergestelde richting komen.
Smalle doorgang. Voorrang ten opzichte van de bestuurders die uit de tegenovergestelde richting komen.
Verbodsborden
C7 Verboden toegang voor bestuurders van motorfietsen.
De verbodsborden worden in principe rechts geplaatst. Zij mogen zich ook boven de rijbaan bevinden. De verbodsborden mogen aangekondigd worden door een gelijkaardig verkeersbord, aangevuld met een onderbord dat de afstand aanduidt waarop het verbod begint.
C9 Verboden toegang voor bestuurders van bromfietsen.
C1
Verboden richting voor iedere bestuurder.
C11 Verboden toegang voor bestuurders van rijwielen.
C3 Verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder.
C13 Verboden toegang voor bestuurders van gespannen. De term “speelstraat” duidt op een openbare weg waar tijdelijk en tijdens bepaalde uren aan de toegangen een hek geplaatst is met dit verkeersbord.
C15 Verboden toegang voor ruiters. Dit verkeersbord duidt op een openbare weg die slechts toegankelijk is voor de voertuigen van de bewoners van die straat en van hun bezoekers, de voertuigen voor levering inbegrepen. Ook voertuigen voor onderhoud en toezicht, wanneer de aard van hun opdracht dit rechtvaardigt, prioritaire voertuigen, fietsers en ruiters hebben er onbeperkt toegang.
C5
10
Verboden toegang voor bestuurders van motorvoertuigen met meer dan twee wielen en van motorfietsen met zijspan. Wanneer het verkeersbord is aangevuld met de vermelding “Uitgezonderd 2+” of “3+” zijn de rijbaan of de rijstrook aldus gesignaleerd, slechts toegankelijk voor voertuigen met ten minste 2 of 3 inzittenden, naargelang van de vermelding, evenals voor de voertuigen van de geregelde openbare diensten voor gemeenschappelijk vervoer. De andere voertuigen mogen de aldus gesignaleerde rijstrook slechts volgen: - om de op - en afritten te gebruiken; - om van richting te veranderen of om een aanpalende eigendom te bereiken.
C17 Verboden toegang voor bestuurders van handkarren.
C19 Verboden toegang voor voetgangers.
C21
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan de aangeduide massa. 11
C22
C31 Verboden toegang voor bestuurders van autocars.
C23
C24a
C24b
C24c
C25
C27
C29
12
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen gebruikt voor het vervoer van zaken. Een opschrift op een onderbord beperkt het verbod tot de bestuurders van voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan de aangeduide massa.
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die de gevaarlijke goederen, bepaald door de voor vervoer van gevaarlijke goederen bevoegde Ministers, vervoeren.
M2
M3
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die de gevaarlijke ontvlambare of ontplofbare stoffen, bepaald door de voor vervoer van gevaarlijke goederen bevoegde Ministers, vervoeren.
C33
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die de gevaarlijke waterverontreinigende stoffen, bepaald door de voor vervoer van gevaarlijke goederen bevoegde Ministers, vervoeren.
C35
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen of slepen waarvan de lengte, lading inbegrepen, groter is dan de aangeduide.
C37
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen waarvan de breedte, lading inbegrepen, groter is dan de aangeduide.
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, groter is dan de aangeduide.
Verbod aan het volgend kruispunt af te slaan in de richting door de pijl aangegeven.
De borden C1, C3 en C31 worden aangevuld met het onderbord M2 wanneer het verbod niet geldt voor fietsers en met het onderbord M3 wanneer het evenmin geldt voor tweewielige bromfietsers klasse A. Bij de borden C3 en C31 wordt de letter A weggelaten wanneer tweewielige bromfietsers klasse B doorgang hebben.
Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt, verbod te keren.
Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt, verbod een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen, links in te halen.
Einde van het verbod opgelegd door het verkeersbord C35.
C39
Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt, verbod voor bestuurders van voertuigen of slepen gebruikt voor het vervoer van zaken, waarvan de maximale toegelaten massa meer dan 3.500 kg bedraagt, een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen.
C41 Einde van het verbod opgelegd door het verkeersbord C 39.
13
C43
De vermelding “km” op het verkeersbord is facultatief. Wanneer op een onderbord een bepaalde massa is aangeduid, is het verbod slechts van toepassing op voertuigen waarvan de maximale toegelaten massa hoger is dan de aangeduide. Het verkeersbord C43 met de vermelding 30 km per uur, geplaatst boven het verkeersbord F1 is van toepassing op alle openbare wegen binnen de bebouwde kom.
C45
C46
C47
C48
Gebodsborden
Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt, verbod te rijden met een grotere snelheid dan deze die is aangeduid.
De gebodsborden worden aangebracht op de plaats waar zij het best zichtbaar zijn. Zij mogen aangekondigd worden door een gelijkaardig verkeersbord aangevuld met een onderbord dat bij benadering de afstand aanduidt waarop het gebod begint.
D1
Einde van de snelheidsbeperking opgelegd door het verkeersbord C 43. De vermelding “km” op het verkeersbord is facultatief.
Verplichting de door de pijl aangeduide richting te volgen. De plaatsgesteldheid bepaalt de stand van de pijl. Wanneer het verkeersbord dat een niet-gebogen pijl voorstelt, op een hindernis geplaatst is, betekent het dat langs de door de pijl aangeduide richting moet voorbijgereden worden. Het verkeersbord D1 wordt aangevuld met het onderbord M2 wanneer het gebod niet geldt voor fietsers en met het onderbord M3 wanneer het evenmin geldt voor tweewielige bromfietsers klasse A.
M2
M3
Einde van alle plaatselijke verbodsbepalingen opgelegd aan de voertuigen in beweging.
Tolpost. Verbod voorbij te rijden zonder te stoppen. Het opschrift mag vervangen worden door het woord “Taks”.
D3
Verplichting één van de door de pijlen aangeduide richtingen te volgen. De plaatsgesteldheid bepaalt de stand van de pijlen.
Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt, verbod de cruise control of kruissnelheidsregelaar te gebruiken. Een opschrift op een onderbord beperkt het verbod tot de bestuurder van voertuigen waarvan de maximale toegelaten massa hoger is dan de aangeduide massa.
D5 Verplicht rondgaand verkeer.
C49 Einde van het verbod opgelegd door het verkeersbord C48.
14
15
D7
Verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren
Verplicht fietspad.
M6
M7 Dit bord wordt aangevuld met een onderbord M6 wanneer het fietspad moet gevolgd worden door tweewielige bromfietsers klasse B en door het bord M7 wanneer het hen verboden is.
D9
Deze verkeersborden gelden langs de kant van de openbare weg waar zij geplaatst zijn en gelden in principe tot het volgende kruispunt. De verkeersborden E1 en E3 gelden op de rijbaan en op de berm. De verkeersborden E5 en E7 gelden alleen op de rijbaan.
Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, van fietsen en van tweewielige bromfietsen klasse A.
Type X
A: Begin van de reglementering. B: Einde van de reglementering. C: Reglementering op een korte afstand. D: Reglementering over een lange afstand.
E1 Parkeerverbod.
D10
Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers en fietsers.
E3 Stilstaan en parkeren verboden.
Op een onderbord kan de periode aangegeven zijn tijdens dewelke het verbod van toepassing is (b.v. van 7 tot 19 u, van maandag tot vrijdag, …).
D11 Verplichte weg voor voetgangers.
E5 Parkeerverbod vanaf de 1ste tot de 15de van de maand.
E7 Parkeerverbod vanaf de 16de tot het einde van de maand.
D13 Verplichte weg voor ruiters.
16
Het veranderen van kant moet gebeuren op de laatste dag van elke periode tussen 19.30 u en 20 u. Een onderbord waarbij de parkeerschijf is afgebeeld, duidt 17
aan dat de parkeertijd beperkt is langs de kant waar het parkeren toegelaten is, en dat de schijf moet gebruikt worden. Het onderbord mag worden aangevuld met de vermelding “uitgezonderd bewoners” voor de personen die in het bezit zijn van de bewonerskaart. Een onderbord met de vermelding “betalend” duidt aan dat de bestuurder de betaalparkeerkaart moet gebruiken. De vermelding “betalend” wordt aangevuld met de vermelding “uitgezonderd bewoners” voor de personen die in het bezit zijn van de bewonerskaart.
E9h Parkeren uitsluitend voor kampeerauto’s.
E9i Parkeren uitsluitend voor motorfietsen.
E9a Parkeren toegelaten.
Bijkomende aanwijzingen bij de borden E9a tot E9i:
E9b
Parkeren uitsluitend voor motorfietsen, personenauto’s, auto’s voor dubbelgebruik en minibussen.
E9c Parkeren uitsluitend voor lichte vrachtauto’s en vrachtauto’s.
E9d Parkeren uitsluitend voor autocars.
E9e Verplicht parkeren op de berm of op het trottoir.
- de maximumduur van het toegelaten of voorbehouden parkeren, categorie van voertuigen voor dewelke het parkeren voorbehouden is…(vb : 30 min., van 9 tot 12 u, taxi’s) ; - onderbord met symbool van de parkeerschijf : parkeerschijf gebruiken. Het onderbord mag worden aangevuld met de vermelding “uitgezonderd bewoners” voor de personen die in het bezit zijn van de bewonerskaart. De parkeerschijf mag op het verkeersbord E9a afgebeeld worden ; - onderbord met symbool “personen met een handicap”: parkeren voorbehouden voor voertuigen die gebruikt worden door personen met een handicap. Het symbool mag op het verkeersbord E9a afgebeeld worden ; - onderbord met de vermelding “parkeerkaart”, “bewoners” of “autodelen”: parkeren voorbehouden voor de personen die in het bezit zijn van één van die kaarten. Deze vermelding mag aangevuld worden met de aanduiding van de periode tijdens dewelke het parkeren voorbehouden is (vb : van 8 tot 17u); - onderbord met de vermelding “ticket”: parkeren slechts toegelaten volgens de gebruiksmodaliteiten van een ticket afleverende parkeermeter. - een onderbord met de vermelding “betalend” duidt een geheel van parkeerplaatsen aan waar het parkeren betalend is. De vermelding “betalend” mag aangevuld worden met de vermelding “uitgezonderd bewoners” voor de personen die in het bezit zijn van de bewonerskaart.
M1
M8
E9f Verplicht parkeren deels op de berm of op het trottoir.
E11
E9g Verplicht parkeren op de rijbaan.
18
16 - 31 1 - 15
Een onderbord van het model M1 duidt de plaatsen aan waar fietsen mogen geplaatst worden. Indien op die plaats ook tweewielige bromfietsen mogen geplaatst worden, wordt een onderbord van het model M8 aangebracht.
Halfmaandelijks parkeren in gans de bebouwde kom. Dit verkeersbord wordt boven het verkeersbord F1, F1a en F1b geplaatst. Het parkeren op de rijbaan is in dit geval slechts toegelaten van de 1ste tot de 15de van de maand langs de kant van de gebouwen met onpare nummers en, van de 16de tot het einde van de maand, langs de kant van de gebouwen met pare nummers. 19
Signalisatie met zonale geldigheid Een zonale geldigheid kan gegeven worden aan de verbodsborden en de borden betreffende het stilstaan en het parkeren. Hun betekenis blijft ongewijzigd. Ze komen voor op een bord met witte achtergrond. De betekenis van een signalisatie met zonale geldigheid kan worden aangevuld, nader bepaald of beperkt door een zwart opschrift of symbool, b.v.: van 9 tot 12 u, betalend, herhaling,… Voorbeelden:
Aanwijzingsborden De aanwijzingsborden worden aangebracht op de best geschikte plaatsen. Naast de twee hieronder weergegeven borden, mogen andere, rechthoekige aanwijzingsborden met een wit opschrift of symbool op blauwe achtergrond, gebruikt worden.
F1 Begin van een bebouwde kom.
Begin van een zone waar het parkeren voorbehouden is voor voertuigen met een maximale toegelaten massa van niet meer dan 3,5 ton.
F1a & F1b F3 Einde van een bebouwde kom.
Einde van een zone waar het parkeren voorbehouden is voor voertuigen met een maximale toegelaten massa van niet meer dan 3,5 ton.
F3a & F3b F4a
Begin van een zone met beperkte parkeertijd (blauwe zone).
Begin van een zone met een snelheidsbeperking van 30 km/u. De combinatie van de verkeersborden F4a en A23 duidt op het begin van een “schoolomgeving”.
F4b Einde van een zone met een snelheidsbeperking van 30 km/u.
Einde van een zone met beperkte parkeertijd.
F5 Begin van een zone waar het verboden is een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen.
Einde van een zone waar het verboden is een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen. 20
Begin of oprit van een autosnelweg. De bijzondere verkeersregels op de autosnelwegen gelden vanaf de plaats waar het verkeersbord aangebracht is.
F7 Einde van een autosnelweg.
21
F8
F9
Tunnel. Tunnel met een lengte van meer dan 500 meter. Op onderborden wordt de lengte van de tunnel en eventueel zijn naam aangeduid.
Autoweg. De bijzondere verkeersregels op de autowegen gelden vanaf de plaats waar het verkeersbord is aangebracht tot het volgend kruispunt.
F14
F15
F11 Einde van een autoweg.
F17
Opstelvak voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen.
Verkeersbord dat de keuze van een richting voorschrijft: - neerwaarts gerichte pijlen hebben betrekking op doorgaande richtingen ; - schuin opwaarts gerichte pijlen hebben betrekking op afslaande richtingen ; - het aantal pijlen vertegenwoordigt het aantal rijstroken.
Aanduiding van de rijstroken van een rijbaan met een strook voorbehouden voor autobussen.
F12a Begin van een woonerf of van een erf. De bijzondere verkeersregels in deze (woon)erven gelden vanaf de plaats waar het verkeersbord aangebracht is.
F18 Aanwijzing van een bijzondere overrijdbare bedding, voorbehouden aan het verkeer van voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer.
F12b Einde van een woonerf of van een erf.
F13
Verkeersbord dat pijlen op de rijbaan aankondigt en de keuze van een rijstrook voorschrijft. Dit verkeersbord kan de verschillende richtingen aanduiden. De streep tussen de rijstroken kan eventueel een onderbroken streep zijn. Het bord mag aangevuld worden om de voorsorteringsstroken, voorbehouden voor het verkeer van fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen, aan te duiden.
22
De voertuigen bestemd voor het woon-werkverkeer die gesignaleerd zijn door het bord hiernaast afgebeeld en behorend tot de categorieën M2* en M3**, bedoeld in het technisch reglement van de auto’s, mogen de busstrook of de bijzondere overrijdbare bedding volgen wanneer het verkeersbord F17 of F18 aangevuld is met een gelijksoortig symbool. *M2 : Voertuigen bestemd voor het vervoer van personen, met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet medegerekend, en met een maximumgewicht van ten hoogste 5 ton. **M3 : Voertuigen bestemd voor het vervoer van personen, met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet medegerekend, en met een maximumgewicht van meer dan 5 ton. 23
F19
M4
F27 Voorwegwijzer.
Openbare weg met éénrichtingsverkeer.
Dit bord wordt aangevuld met een onderbord M4 indien de fietsers in de twee richtingen mogen rijden, en met een bord M5 indien ook de tweewielige bromfietsers klasse A in de twee richtingen mogen rijden.
M5
F29
Wegwijzer. De afstand in km kan op de wegwijzer aangeduid zijn.
F31
F21
Wegwijzer. Reisweg over een autosnelweg.
Rechts of links voorbijrijden toegelaten.
F33a
F23a
Ring
Nummer van een gewone weg.
F23b Nummer van een autosnelweg.
Voorbeelden : S.1
F23c
Luchthaven
Nummer van een internationale weg.
F33b
F23d Nummer van een ring.
F33c
F25 Voorwegwijzer
24
Bewegwijzeringsbord op afstand: luchthaven, universitair centrum, kliniek en ziekenhuis, beurs- of tentoonstellingshal, haven, wijk, ring, bedrijf, industriepark en commercieel centrum. Het verkeersbord mag aangevuld worden met het symbool van het verkeersbord F53 en met de volgende symbolen.
S.2
S.3
Beurs of tentoonstellingshal. (voorbeeld)
Haven.
Bewegwijzeringsbord op afstand: vallei of waterloop van toeristische aard.
Bewegwijzeringsbord op afstand: sportcentrum, plaats met een toeristisch of ontspannend karakter, recreatie- of pretpark, cultureel park, monument, merkwaardig landschap. Het verkeersbord mag aangevuld worden met de symbolen van het type S.30. tot S.36. 25
F34a
F35
Bewegwijzeringsbord in de nabijheid van inrichtingen en etablissementen die openbaar zijn of van algemeen belang, en in het bijzonder: luchthaven, bibliotheek, post- en telefoonkantoor, brandweer en civiele bescherming, cultureel centrum of complex, animatiecentrum, openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (O.C.M.W.), begraafplaats, kliniek en ziekenhuis, politiediensten, onderwijsinstelling, station van de diensten voor het gemeenschappelijk vervoer, beurs-of tentoonstellingshall stadhuis of gemeentehuis, omroepgebouw, omroep, plaats voor eredienst, museum, gerechtsgebouw, parking, haven, hulppost, taxatiekantoor, schouwburg, bedrijf, industriepark en commercieel centrum.
Wegwijzer: sportcentrum, plaats met een toeristisch of ontspannend karakter, recreatie- of pretpark, cultureel park, monument, merkwaardig landschap, vereniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer. Het verkeersbord mag aangevuld worden met het symbool van het verkeersbord F77 en met met andere symbolen:
Voorbeelden : S.30
S.30.8
Het verkeersbord mag aangevuld worden met het symbool van verkeersborden zoals F33a en F59... alsook met andere symbolen:
Voorbeelden : S.10
S.15
Sportcentrum, stadion, omnisporthal.
S.19
S.31 Politiediensten
Treinstation
F34b1 Wegwijzer: aanbevolen reisweg voor bepaalde categorieën van weggebruikers. Het verkeersbord wordt aangevuld met het (de) symbool(olen) van de verkeersborden C11, C15 en C19. De afstand in km en fracties van km kan op de wegwijzer aangeduid zijn. Op het verkeersbord F34b2, zijn de vermelding van de bestemming en de pijl facultatief.
F37
26
S.35
Cultureel park, recreatie- of pretpark.
Monument of merkwaardig landschap (voorbeeld)
Wegwijzer: jeugdherberg, overnachtingsgelegenheden, kampeer- en caravanterrein, restaurant en vakantiedorp. Het verkeersbord mag aangevuld worden met de symbolen van de verkeersborden F65, F67, F71, F73 en F75.
F39
F34c1 F34c2
S.34
Gerechtsgebouw Kasteel
F34b2
Zwembad
(Er bestaan verschillende varianten van dit verkeersbord, naargelang van de bedoelde sportdiscipline.)
Voorwegwijzer die een omlegging aankondigt. Wegwijzer: aanbevolen reisweg naar een toeristische bestemming voor bepaalde categorieën van weggebruikers. Het verkeersbord wordt aangevuld met het (de) symbool(olen) van de verkeersborden C11, C15 en C19. De afstand in km en gedeelten van km kan op de wegwijzer aangeduid zijn. Op het verkeersbord F34c2, zijn de vermelding van de bestemming en de pijl facultatief.
F41 Wegwijzer. Omleggingsweg.
27
F43
F52 Plaatsnaambord.
F45 Doodlopende weg.
Aankondiging van een nooduitgang in tunnels.
F52bis
Vluchtroute: aankondiging van de dichtstbijzijnde nooduitgang, in de aangeduide richting, in tunnels. De afstand in meter is aangeduid op het verkeersbord.
F47 Einde van de werken.
F53 Verplegingsinrichting.
F49 Oversteekplaats voor voetgangers.
F55 Hulppost
F50 Oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen.
F50bis
Verkeersbord dat de bestuurders die van richting veranderen, wijst op fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen die dezelfde openbare weg volgen. De afbeelding van het verkeersbord A25 kan vervangen worden door de afbeelding van het verkeersbord A21 om op een oversteekplaats voor voetgangers te wijzen.
F51 Ondergrondse of bovengrondse oversteekplaats voor voetgangers. 28
F56 Brandblusapparaat.
F57 Waterloop
F59 Aankondiging van een parking.
29
F60
F71 Aankondiging van een overdekte parking.
F61
Kampeerterrein.
F73 Telefoon.
F62
Caravanterrein.
F75 Noodtelefoon.
F63
Jeugdherberg.
F77 Benzinepost.
F65 Hotel of motel.
Vereniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer, trefpunt voor toeristische informatie.
Verkeersborden die gebruikt worden om voorlopige aanwijzingen te geven bij werken. Het aantal pijlen moet overeenstemmen met het werkelijk aantal rijstroken. Het symbool moet overeenstemmen met de plaatsgesteldheid.
F79 Voorwegwijzer die de vermindering van het aantal rijstroken aankondigt.
F67 Restaurant.
F81 F69 Drankgelegenheid.
30
Voorwegwijzer die een uitwijking aankondigt.
31
F83 Voorwegwijzer die een doorsteek van de middenberm aankondigt.
F85
F95
F97 Verkeer toegelaten in beide richtingen op een deel van de rijbaan met éénrichtingsverkeer.
Voorwegwijzer die een gevaar of een verkeersregel aankondigt die slechts van toepassing is op een of meerdere rijstroken van een rijbaan die meerdere rijstroken in dezelfde richting omvat. Dit verkeersbord mag niet boven de rijbaan geplaatst worden. De aankondiging van een gevaar of een verkeersregel kan boven de rijbaan aangebracht worden, boven de rijstrook waarvoor ze bestemd is, zonder dat het verkeersbord F89 geplaatst wordt.
F91
F93
32
80
60
Verkeersbord dat een gevaar aanduidt of een verkeersregel voorschrijft die slechts van toepassing is op één of meerdere rijstroken van een rijbaan die meerdere rijstroken in dezelfde richting omvat.
Verkeersbord dat een radio-omroep aanduidt waar verkeersinformatie gegeven wordt.
Vluchthaven. Een onderbord met volgende symbolen duidt aan dat de vluchthaven uitgerust is met een noodtelefoon en een brandblusser.
Verhoogde inrichting(en).
F89
Verkeersbord dat een versmalling aanduidt die de omvang van een rijstrook heeft. Het symbool mag aangepast worden om duidelijker de plaatsgesteldheid weer te geven.
F98
F87
Noodstopstrook. Het symbool mag aangepast worden om duidelijker de plaatsgesteldheid weer te geven.
F99a
Weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters. Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorie(ën) van weggebruiker(s) die tot deze weg is (zijn) toegelaten.
F99b
F99c
F101a
Weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters met aanduiding van het deel van de weg dat bestemd is voor de verschillende categorieën van weggebruikers. Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorie(ën) van weggebruiker(s) die tot deze weg is (zijn) toegelaten. Weg voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers en ruiters. Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorieën van weggebruikers.
Einde van de weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters. Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorie(ën) van weggebruiker(s) die tot deze weg is (zijn) toegelaten. 33
F101b
F101c
F103
Einde van de weg voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers en ruiters. Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorieën van weggebruikers.
Begin van een voetgangerszone. Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst aan elke toegang tot een voetgangerszone; het mag links herhaald worden.
F105
Einde van een voetgangerszone. Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst aan elke uitgang van een voetgangerszone; het mag links herhaald worden.
F107
Inhaaltoelating. Vanaf dit verkeersbord tot aan het verkeersbord F109 is het voor de bestuurders van voertuigen en slepen gebruikt voor het vervoer van zaken met een maximale toegelaten massa van meer dan 3,5 ton toegelaten om een gespan, een tweewielig motorvoertuig of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen.
F109
34
Einde van de weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters met aanduiding van het deel van de weg dat bestemd is voor de verschillende categorieën van weggebruikers. Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorie(ën) van weggebruiker(s), die tot deze weg is (zijn) toegelaten.
Einde van de inhaaltoelating. Einde van de toelating voor de bestuurders van voertuigen en slepen gebruikt voor het vervoer van zaken met een maximale toegelaten massa van meer dan 3,5 ton om een gespan, een tweewielig motorvoertuig of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen.